Auschwitz Bulletin, 1996, nr. 05 November

8
40e jaargang, nr. 5, november 1996. Verschijnt 6x per jaar Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Comité; postbus 74131,1070 BC Amsterdam A u s c h w i t z Bulletin Ook zonder koekhappen De verslaafde man die in 1994 het Auschwitz Monument waar hij zelf aan had gewerkt aan de vooravond van de herdenking vernielde, heeft zelfmoord gepleegd. De aan gruzelementen gesla- gen spiegels van Jan Wolkers' werk- stuk schokten de duizenden deelne- mers diep. Duizenden, wat anders dan de enkele tientallen rouwenden die in de jaren vijftig op of om 27 januari naar de Nieuwe Oosterbegraafplaats kwa- men. Anders dan menigeen voorzag is in deze halve eeuw de belangstelling voor de Auschwitz Herdenking niet afgeno- men, in tegendeel. Ook na meer dan een halve eeuw zijn de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog voelbaarder dan ooit. Minister Borst De ons zo goed bekende minister Borst, op bezoek in Israël, heeft na- mens de Nederlandse regering een half miljoen dollar voor het instituut Jad Vashem overgedragen, vooral voor een lexicon met de namen van een vierdui- zend Nederlanders die tussen 1940 en 1945 joden hebben bijgestaan. Voor uitbreiding van Beth Juliana in Herzlia (een bejaardentehuis voor uit Neder- land afkomstige Israëliërs) waar zij de eerste steen voor legde kon de minister twee miljoen gulden beschikbaar stel- len. De gegevens door geredden over hun redders waren voldoende om de laatsten een onderscheiding uit te rei- ken, maar voldoen niet alle aan de eisen van het historische onderzoek. Prof. dr. Hans Blom, de kersverse directeur van het RIOD, is op uitnodiging naar Jeru- zalem getogen om een oplossing te be- werkstelligen. Kinderen Interviews, dagboeken, verslagen, ro- mans zijn niet de enige geschriften over de Shoa en de Tweede Wereldoorlog. Er komt geregeld belletrie, opvallend vaak met kinderen als hoofdpersoon: thans middelbare auteurs begeven zich in hun jeugdherinneringen. Die herin- neringen zelf van tienduizenden over- levenden in alle delen van de wereld werden door de Amerikaans/Poolse filmregisseur Stephen Spielberg ook in Nederland verzameld. Niet te'vroeg: er zijn nog weinig overlevenden over. Ook niet te vroeg is er nu sprake ten onrechte van het 'nazi-geld'; bedoeld is naziroofbuit. De eigenaars zijn ver- moord, hun bezit is geroofd. Er blijven miljarden dollars aan waarde nog steeds berusten in toenmaals geal- lieerde schatkisten. Zwitserse banken zijn begonnen in deze opening van za- ken te geven. Een beschamende uit- werking van de gigantische roofmoord bleef niet langer in het vergeetboek. Goldhagen Het treffendste voorbeeld van her- nieuwde en verscherpte aandacht voor het lang bekende is het geval Goldha- gen. Wij komen daar uiteraard op te- rug. Hier verwijzen wij alleen maar naar het feit dat 'Hitiers bereidwillige beulen' niet alleen in het herenigde Duitsland grote opschudding heeft ge- wekt. Een belangrijk aspect van de na- zitijd is daarmee in wijde kring het gesprek van de dag geworden. Een enkel lichtpuntje: een nieuwe Anne Frank-tentoonstelling is geopend in het stadhuis van Wenen. Een veelbe- tekenende plaats. En uit het gespannen Israël: in Hebron heeft een gezelschap joden en Palestijnen gezamenlijk het Loofhuttenfeest gevierd. Wat heeft dit allemaal te beduiden? U leest het blad van het Nederlands Auschwitz Comité. Er is nog een klein en slinkend aantal mensen over die lot- of tijdgenoten van Auschwitz waren. Toch zijn de materiele en morele peri- kelen van dat tijdvak ook nu dagelijks aan de orde. Wij kijken terug en denken aan de toekomst, vooral die van onze kinderen en kleinkinderen. Wij vieren feestdagen en gedenken rampen uit het verleden. De ervaringen van de oudere generaties blijken telkens weer actueel. Een enkele van ons herinnert zich voor- oorlogse Oranjefeesten, compleet met gezang en koekhappen. Maar ook zon- der koekhappen zien wij met voldoe- ning dat wij ons al deze jaren niet voor niets lieten horen. Omdat het moet. Eva Tas

description

Kinderen Minister Borst ken, maar voldoen niet alle aan de eisen van het historische onderzoek. Prof. dr. Hans Blom, de kersverse directeur van het RIOD, is op uitnodiging naar Jeru- zalem getogen om een oplossing te be- werkstelligen. Het treffendste voorbeeld van her- nieuwde en verscherpte aandacht voor het lang bekende is het geval Goldha- Eva Tas 40e jaargang, nr. 5, november 1996. Verschijnt 6x per jaar

Transcript of Auschwitz Bulletin, 1996, nr. 05 November

Page 1: Auschwitz Bulletin, 1996, nr. 05 November

40e jaargang, nr. 5, november 1996. Verschijnt 6x per jaar

Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Comité; postbus 74131,1070 BC Amsterdam

A u s c h w i t z B u l l e t i n Ook zonder koekhappen De verslaafde man die in 1994 het Auschwitz Monument waar hij zelf aan had gewerkt aan de vooravond van de herdenking vernielde, heeft zelfmoord gepleegd. De aan gruzelementen gesla­gen spiegels van Jan Wolkers' werk­stuk schokten de duizenden deelne­mers diep. Duizenden, wat anders dan de enkele tientallen rouwenden die in de jaren vijftig op of om 27 januari naar de Nieuwe Oosterbegraafplaats kwa­men. Anders dan menigeen voorzag is in deze halve eeuw de belangstelling voor de Auschwitz Herdenking niet afgeno­men, in tegendeel. Ook na meer dan een halve eeuw zijn de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog voelbaarder dan ooit.

Minister Borst De ons zo goed bekende minister Borst, op bezoek in Israël, heeft na­mens de Nederlandse regering een half miljoen dollar voor het instituut Jad Vashem overgedragen, vooral voor een lexicon met de namen van een vierdui­zend Nederlanders die tussen 1940 en 1945 joden hebben bijgestaan. Voor uitbreiding van Beth Juliana in Herzlia (een bejaardentehuis voor uit Neder­land afkomstige Israëliërs) waar zij de eerste steen voor legde kon de minister twee miljoen gulden beschikbaar stel­len. De gegevens door geredden over hun redders waren voldoende om de laatsten een onderscheiding uit te rei­

ken, maar voldoen niet alle aan de eisen van het historische onderzoek. Prof. dr. Hans Blom, de kersverse directeur van het RIOD, is op uitnodiging naar Jeru­zalem getogen om een oplossing te be­werkstelligen.

Kinderen Interviews, dagboeken, verslagen, ro­mans zijn niet de enige geschriften over de Shoa en de Tweede Wereldoorlog. Er komt geregeld belletrie, opvallend vaak met kinderen als hoofdpersoon: thans middelbare auteurs begeven zich in hun jeugdherinneringen. Die herin­neringen zelf van tienduizenden over­levenden in alle delen van de wereld werden door de Amerikaans/Poolse filmregisseur Stephen Spielberg ook in Nederland verzameld. Niet te'vroeg: er zijn nog weinig overlevenden over. Ook niet te vroeg is er nu sprake ten onrechte van het 'nazi-geld'; bedoeld is naziroofbuit. De eigenaars zijn ver­moord, hun bezit is geroofd. Er blijven miljarden dollars aan waarde nog steeds berusten in toenmaals geal­lieerde schatkisten. Zwitserse banken zijn begonnen in deze opening van za­ken te geven. Een beschamende uit­werking van de gigantische roofmoord bleef niet langer in het vergeetboek.

Goldhagen Het treffendste voorbeeld van her­nieuwde en verscherpte aandacht voor het lang bekende is het geval Goldha­

gen. Wij komen daar uiteraard op te­rug. Hier verwijzen wij alleen maar naar het feit dat 'Hitiers bereidwillige beulen' niet alleen in het herenigde Duitsland grote opschudding heeft ge­wekt. Een belangrijk aspect van de na-zitijd is daarmee in wijde kring het gesprek van de dag geworden. Een enkel lichtpuntje: een nieuwe Anne Frank-tentoonstelling is geopend in het stadhuis van Wenen. Een veelbe­tekenende plaats. En uit het gespannen Israël: in Hebron heeft een gezelschap joden en Palestijnen gezamenlijk het Loofhuttenfeest gevierd. Wat heeft dit allemaal te beduiden? U leest het blad van het Nederlands Auschwitz Comité. Er is nog een klein en slinkend aantal mensen over die lot-of tijdgenoten van Auschwitz waren. Toch zijn de materiele en morele peri­kelen van dat tijdvak ook nu dagelijks aan de orde. Wij kijken terug en denken aan de toekomst, vooral die van onze kinderen en kleinkinderen. Wij vieren feestdagen en gedenken rampen uit het verleden. De ervaringen van de oudere generaties blijken telkens weer actueel. Een enkele van ons herinnert zich voor­oorlogse Oranjefeesten, compleet met gezang en koekhappen. Maar ook zon­der koekhappen zien wij met voldoe­ning dat wij ons al deze jaren niet voor niets lieten horen. Omdat het moet.

Eva Tas

Page 2: Auschwitz Bulletin, 1996, nr. 05 November

'Een ster hoort aan de hemel en niet op je jas.' Mooier had het niet gezegd kunnen worden door de schooljeugd van Abcoude tijdens de onthulling van het vernieuwde oorlogsmonu­ment in Baambrugge.

Het boek ' Dat vergeet je nooit meer. van schrijfster Else Flim heeft er mede voor irezonjd dat het bestaande

oorlogsmonument in Baambrugge is aangevuld met namen van joodse ge­vallenen. Door deze publicatie kwam aan het licht dat de families Katz en Goldsmit uit Abcoude niet op het be­staande oorlogsmonument werden vermeld. Beide families zijn in con­centratiekampen vermoord. Het boek heeft veel stof doen opwaai­en bij de inwoners van Abcoude waar­

door er bij de gemeente veel reacties en suggesties binnenkwamen. Nadat een werkgroep was opgericht om de gemeente te adviseren, werd het mo­nument door kunstenaar Jan Vluggen aangevuld met onder andere de twee familienamen. Zodat nu ook de families Katz en Goldsmit zijn vereeuwigd en zo blij­vend worden herdacht.

COLOFON Nederlands Auschwitz Comité NAC-Bulletin

Ere-voorzitter Annetje Fels-Kupferschmidt

VoorrJtiei

Anita Löwenhardt Secretariaat

Herbert Sarfatij Postbus 74131 1070 BC Amsterdam tel/fax: 020-67.233.88

Penningmeester J.M. Waterman Wulp 30 1111 WJ Diemen tel/fax: 020-699.65.62

Bankrekening ABN/Amro 400.175.088 Postbank: 29.30.87 en 48.755.00

Hoofdredactie drs. Eva Tas

Redactie Max Arian Nadja Elzas Theo Gerritse Beitje Leuw Anita Löwenhardt Theo van Praag

Redactie-adres: Kerkdwarsstraat 17 3581 RG Utrecht

Abonnementenadministratie: Jacques Grishaver Knoopkruid 54 1112 PV Diemen tel/fax: 020-699.06.58

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1996, nr. 05 November

Auschwitz herdenking 1997 en 40 jaar Nederlands Auschwitz Comité Op zondag 26 januari organiseert het Nederlands Auschwitz Comité de jaar­lijkse Auschwitz-herdenking bij het Spiegelmonument 'Nooit meer Ausch­witz' van Jan Wolkers in het Wertheim­park in Amsterdam. Vanaf 11 uur is de Boekmanzaal van het Stadhuis open. Om 11.30 uur ver­trekt vanaf het Stadhuis te Amsterdam de Stille Tocht naar het Wertheimpark. D e herdenking begint om 12.00 uur met het Kaddisj en Jisjkor door rabbijn Sonny Herman. Daarna houdt burge­meester Schelto Patijn van Amsterdam een toespraak. Vervolgens kunnen or­ganisaties en particulieren hun kransen en bloemen bij het monument leggen. Na de herdenking staan tegenover de uitgang van het Wertheimpark de bus­sen klaar voor de mensen die kaarten aangevraagd hebben voor de reünie in de RAI. De bussen vertrekken om 12.30 uur.

De restaurantzaal van de RAI gaat om 13.00 uur open. De reünie begint om 13.30 uur en zal in het teken staan van het 40-jang be­staan van het Nederlands Auschwitz Comité. Ter gelegenheid hiervan heeft

BESTELBON Wilt u plaatsen reserven voor de reünie-lunch, dan verzoeken wij u deze bon vóór 7 januari 1997 op te sturen aan: de heer J.M. Waterman, Wulp 30, 1111 WJ Diemen. Gezien de jaarlijks grote belangstelling voor de reünie is het raadzaam snel te reageren. Wij verzoeken u het totaalbe­drag (het aantal kaarten die u besteld heeft maal 10 of 12,50 gulden), gelijk­tijdig met het opsturen van deze bon, over te maken naar Postbank-reke­ning: 29.30.87, t.n.v. Penningmeester Nederlands Auschwitz Comité, Die­men. Kaarten kunnen wij alleen versturen als onze penningmeester de betaling heeft ontvangen.

politicoloog Maarten Bijl de geschie­denis van het comité beschreven. Dit boek wordt op de reünie voor het eerst aan het publiek gepresenteerd. Als hoofdspreker op de reünie is pro­fessor Kooijmans, oud-minister van buitenlandse zaken, gevraagd om te spreken over het thema mensenrech­ten. Hij heeft onze uitnodiging geluk­kig aanvaard. Tevens spreekt voorzitter Anita Löwenhardt van het Nederlands Auschwitz Comité.

Het programma:

Voordat de lunch begint, bieden wij u een optreden aan van de vermaar­de zangeres van het jiddisje lied Shura Lipovsky en de lunch wordt hopelijk opgeluisterd door de vio­liste en stehgeigerin Rita Dalvano. Evenals vorig jaar zijn wij genood­zaakt u voor de lunch een beschei­den bijdrage van tien gulden (12,50 gulden voor een kosjere lunch) te vragen. Bestelbon en wijze van be­stellen vindt u hieronder.

11.00 uur: verzamelen voor de Stille Tocht in de Boekmanzaal van het Stadhuis in Amsterdam, ingang Waterlooplein

11.30 uur: begin Stille Tocht naar het Wertheimpark 12.00 uur: Herdenking bij het Auschwitz Monument

Kaddisj en Jisjkor door rabbijn Sonny Herman Rede door burgemeester Patijn van Amsterdam

12.30 uur: Vertrek bussen naar de RAI 13.00 uur: grote zaal van de RAI open 13.30 uur: begin lunch en reünie

sprekers: Professor Kooijmans Anita Löwenhardt, voorzitter N.A.C.

muziek: Shura Lipovsky en Rita Dalvano (hoogstwaarschijnlijk) 16.00 uur: Einde reünie

voor reünie en lunch op zondag 26 januari 1997 in de RAI

naam:

adres:

postcode: woonplaats:

land:

telefoon:

kaarten voor een lunch a f 10,- = f kaarten voor een kosjere lunch a f 12,50 = f

totaal = f

Overmaken op Postbank-rekeningnummer: 29.30.87 t.n.v. Penningmeester N . A . C , Diemen

Deze bon vóór 7/1/1997 opsturen aan de heer J.M. Waterman Wulp 30,1111 WJ Diemen. (Als u dit blad niet wilt beschadigen, kunt u de bon ook fotocopiëren)

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1996, nr. 05 November

Maurice Goldstein op de reünie van het Nederlands Auschwitz Comité, 29 januari 1995. Fo to : Han Singels

Maurice Goldstein overleden Maurice Goldstein is overleden. Als jongen gevangene m Auschwitz . Later hoogleraar in de chirurgie, voorzitter van het Internationaal Auschwitz Co­mité, door de koning van België tot baron benoemd, en op 7 oktober 1996 overleden.

Meer dan 50 jaar zijn verlopen, sinds de naz ikampen zijn bevrijd. Het me­rendeel van die tijd heeft Maur ice

Goldstein besteed aan het Internatio­naal Auschwitz Comi té , waarvan hij om en nabij een kwart eeuw voorzitter is geweest . Tot een dodelijke kwaal hem velde was Maurice letterlijk onafgebroken in de weer. Via radio, pers en door zijn optreden waarschuwde hij voor her­haald onheil . Hij organiseerde een ten­toonstell ing over de kampen, die maandenlang te zien was in de hal van

het VN-gebouw in New York en daar­na door Amer ika trok.

Zolang zijn gezondheid het hem toe­stond zette deze toegewijde arts zich geheel in voor zijn grote doel: de men­sen voor te l ichten en voor te gaan met de eenvoudig kl inkende leus "Nooi t Meer Auschwi tz" . Wij zijn in gedach­ten bij Rosa en de kinderen. Eva Tas

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1996, nr. 05 November

MAURICE GOLDSTEIN 1922- 1996 Op 9 oktober 1996 werd Maurice Goldstein begraven op een kleine be­graafplaats midden in Brussel waar vele hoogwaardigheidsbekleders hun laatste rustplaats hebben gevonden. Het was een indrukwekkende plechtig­heid in de open lucht, met veel grote kransen, sprekers en de vaandels van organisaties van overlevenden van de Tweede Wereldoorlog. Maar vooral bijzonder was de hartelijkheid en warmte waarmee door alle sprekers over Maurice werd verteld. Hij was niet alleen een belangrijke publieke fi­guur, hij was vooral een bewogen en gloedvol levend mens. Hij was er trots op dat hij in 1993 nog door Koning Boudewijn tot baron was verheven, hetgeen hij beschouwde als een eerbetoon aan alle vermoorde en overlevende Belgische joden. Hij is tientallen jaren chirurg geweest en hoogleraar hart-en vaatziekten. In 1953 studeerde hij af in de medicijnen, een studie waarvoor hij het geld zelf had moeten verdienen, want hij was zonder een cent uit Auschwitz terugge­komen, waar hij op 27 januari 1945 door het Rode Leger was bevrijd. Het

was op zijn verjaardag cn volgens hem werd hij op die dag voor de tweede keer geboren. In 1977 werd Maurice Goldstein voor­zitter van het Internationale Auschwitz Comité. Dat was op een zeer moeilijk moment, want het comité lag al jaren uit elkaar door de Oost-West tegenstel­lingen en de antisemitische campagne van eindjaren zestig \n Polen. Hij is er in geslaagd de verschillende comité's weer bij elkaar te brengen. Hij heeft zich persoonlijk met al zijn kracht ingezet om dc herinnering aan Auschwitz levend le houden en het voortbestaan en behoud van het muse­um aldaar te verzekeren. Hij stond ook. tot het allerlaatst open voor vernieu­wing. Het is aan hem te danken dat ook jongeren bij het Internationale Comité konden worden betrokken. Voor de wereldwijde herdenking van de vijftigjarige bevrijding van Ausch­witz in januari 1995 heeft Maurice Goldstein zich tot het uiterste inge­spannen. Zonder hem had die zeker niet op dezelfde wijze plaats gevonden. Hijzelf hield in drie dagen drie maal een indrukwekkende redevoering, op

vrijdag tijdens de internationale herdenking in Auschwitz-Birkenau, op zaterdag in Berlijn en op zondag ook nog bij onze Nederlandse her­denking in de RAI. We zijn er trots op en dankbaar dat we zo'n grote persoonlijkheid heb­ben leren kennen. Hij is een voor­beeld voor ons, een man die alles gaf in zijn werk en in zijn activiteiten voor het Auschwitz Comité, maar ook en vooral was hij een warm levend mens, vol verhalen, grapjes en gezelligheid. Samen met zijn vrouw Rosa, zelf ook een overle­vende van Auschwitz, straalde hij immer liefde en hartelijkheid uit, terwijl hij tegelijk zo enorm strijd­baar kon zijn. In een interview zei hij nog maar kort geleden: 'Nee, ik haat de Duitsers niet, ik haat de nazi's, de fascisten. Dat is tuig dat we in de gaten moeten houden. Elke dag.' We zullen ons best doen iets van Maurice' werk voort te zetten.

Carry van Lakerveld Max Arian

BON Wilt u zich (gratis) abonneren op dit blad of heeft u familie, vrienden of kennissen die op de hoogte willen blijven van de activiteiten van het Nederlands Auschwitz Comité? Indien u onderstaande bon invult en opstuurt naar dhr. Jacques Grishaver, Knoopkruid 54, I I 12 PV Diemen, ont­vangen zij vijf maal per jaar het blad van het Nederlands

Auschwitz Comité. Aan het abonnement zijn geen kosten verbonden. Wel ontvangen alle abonnees één maal per jaar een acceptgirokaart voor een vrijwillige donatie ten behoeve van de voortgang van het werk van het Nederlands Auschwitz Comité.

naam:

adres:

postcode en woonplaats:

land:

Opsturen naar dhr. Jacques Grishaver, Knoopkruid 54, I I 12 PV Diemen

(als u dit blad niet wilt beschadigen kunt u de bon ook fotcopieren of overschrijven)

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1996, nr. 05 November

AGENDA Het spel in de oorlog 'Het spel in de oorlog & de oorlog in het spel' is de titel van de tentoonstel­ling die tot 9 februari 1997 te zien is in het Verzetsmuseum Amsterdam. Op de expositie zijn spellen te zien uit de periode rondom de Tweede Wereld­oorlog. Het karakter van de spellen loopt sterk uiteen, maar opmerkelijk vaak komt de oorlog zelf aan bod. Sommige spellen hebben een propa-^ganda-functie, in andere worden as­pecten uit het dagelijks leven verwerkt. Sommige zijn zeer serieus, andere ko­misch.

In de oorlogsjaren was er een grote vraag naar spellen. Door avondklok en luchtbeschermingsmaatregelen was men aan huis gekluisterd. Spelletjes zorgden voor afleiding. Zowel de Duit­sers als de Engelsen en Amerikanen speelden op die behoefte in door de productie van allerlei spellen, waarmee men in de huiskamer de oorlog kon naspelen. Toen in 1939 de import in Nederland door de oorlogshandelingen wegviel , kwam de eigen productie van bordspe­len op gang. Door de toenemende schaarste gingen deze spellen er steeds armoediger uitzien. Ook in gevange­nissen en kampen werd gespeeld, al was dat meestal verboden. Met kleine stukjes papier, klei of zelfs gekauwd brood werden provisorisch vooral schaak- en kaartspellen gemaakt. Van dit soort spellen zijn er maar weinig bewaard gebleven. Toch zijn er op de tentoonstelling enkele te zien, met daarbij soms het aangrijpende verhaal hoe het spel onder erbarmelijke om­standigheden werd gespeeld.

OPROEP

Bezoekers van de expositie kunnen ook zelf een spelletje spelen.

In het Verzetsmuseum Amsterdam, Lekstraat 63 in Amsterdam. Geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 10 tot 17 uur en zondag van 13 tot 17 uur.

Nationaal Vakondsmuseum Het Nationaal Vakbondsmuseum in Amsterdam organiseert een reeks lite-rair-culturele bijeenkomsten op de zondagmiddag, steeds om 14 uur. De programma's duren ongeveer twee uur en de toegangsprijs is 10 gulden per persoon.

- Journalist Max Pam gaat op 15 de­cember op zoek naar zijn eigen 'roots' in een voordracht over zijn grootvader, die een belangrijke rol speelde in de toen nog prille Algemeene Nederland-sche Diamantbewerkersbond. - op 5 januari 1997 spelen de Klezmi-racles klezmer-muziek uit Centraal-Europa, muziek die zij ook zullen toe­lichten. - Voordrachtskunstenaar Eüis Hertz­berger draagt op 16 februari verhalen voor van onder anderen Siegfried E. van Praag en Meijer Sluiser. - Het Amsterdamse liberale Kamerlid A.C. Wertheim - naar wie het park is genoemd waarin het Auschwitz Monu­ment staat - is onderwerp van een le­zing door historicus Joost Jonker op 9 maart. Hij gaat vooral in op Wertheims rol als financier van de economische expansie van Amsterdam in de tweede helft van de 19e eeuw. - Op 20 april brengen Nicolien van Rhijn en George Vis een poëzie- en

Ik ben op zoek naar meer gegevens over mijn vader: Hein Boasson, geboren op 25-1-1908 in Amsterdam, beroep advocaat. Hij heeft in Auschwitz gezeten en werd na de ontruiming van dat kamp op transport gesteld naar Buchenwald, waar hij nooit is aangekomen. Heeft iemand ooit iets van hem vernomen na Auschwitz? Als u informatie over hem heeft, kunt u contact opnemen met: Arja Boasson Kerlaan 17, 1251 JS Laren

muziekprogramma, gebaseerd op le­ven en werk van de grote Vlaamse dichter Paul van Ostaijen. - Journalist Martin van Amerongen vertelt op 11 mei verhalen over joods Amsterdam en de Plantagebuurt. - Tenslotte wordt op 1 juni 1997 een excursie naar Antwerpen georgani­seerd, met een rondleiding door de joodse buurt met ontvangst en lunch bij de Belgische Diamantbewerkers-bond en - bij voldoende belangstel­ling - een afsluitend buffet in het Nationaal Vakbondsmuseum. Kos­ten hiervoor zijn 70 gulden per per­soon. Reserveren voor 1 april 1997.

Nationaal Vakbondsmuseum, Henri Polaklaan 9, Amsterdam. Inlichtingen en reserveren: bij Jos Baars of Janneke Kooien. Tel: 624.11.66

Vroeger, toen alles nog leuk was... In het Verzetsmuseum Zuid-Holland in Gouda is tot 6 januari een exposi­tie te zien onder de titel 'Vroeger, toen alles nog leuk was... foto's van het naoorlogse Nederland'. Het zijn foto's van Ben van Meerendonk van de bevrijding, de wederopbouw, het politieke leven, maar vooral van het dagelijkse leven van de 'gewone' Nederlander, tussen 1945 en het midden van de jaren zestig. Ben van Meerendonk zette in 1945 zijn eigen persbureau op. Hij won drie keer de Zilveren Camera en was betrokken bij de organisatie van de jaarlijkse World Press Photo-compe-titie. In de jaren vijftig en zestig maakte hij naam als fotograaf van het koninklijk huis.

Verzetsmuseum Zuid-Holland, Turf­markt 30 in Gouda. Open: dinsdag tot en met vrijdag van 13 tot 17 uur en zaterdag en zondag van 12 tot 17 uur.

Page 7: Auschwitz Bulletin, 1996, nr. 05 November

Een jiddisj festival Z o ' n jaar of zeven geleden belde Gina Siegel mij met het idee een jiddisj fes­tival in Amste rdam te organiseren. 'Wat? , zei ik, 'een festival? Jiddisj? In A m s t e r d a m ? ' en ik dacht aan mijn ou­ders die mij altijd voorgehouden had­den hoe Neder landse joden neerkeken op die raar pratende oost-joden. 'Wie zou zoiets nou interesseren? ' 'Het zal je leven veranderen, ' zei Gina profe­tisch. Twee jaar later was er een jiddisj festival. Misschien herinnert u zich die volle week in Bellevue en het F i lmmuseum nog. De drukte, de opwinding. Tot mijn verbazing was de interesse van zowel joden als niet-joden, jong en oud. over­weldigend. Ik ben jiddisj sprekend opgegroeid in Amsterdam. Mijn ouders waren 'jid-disjisten' , actief in de 'J iddische Cul­tuurvereniging Sh-Ansky ' . Voor de oorlog heette die vereniging nog 'arbe-terfarajn (arbeidersvereniging) ' , de naam van de jiddisje anthropoloog, dichter en toneelschrijver Sh-Anski (Sh. Rapoport) , schrijver van o.a. 'de Dibboek ' . Zowel voor als na de oorlog was 'Sh-A n s k y ' een thuis voor Oost-Europese, politiek bewuste , linkse, j iddisjspre-kende immigranten, zoals mijn ouders . Een ontmoetingsplek van cultuur, poli­tiek en educatie. Mijn moeder was er voordrachtskunstenares, mijn vader gaf er populairwetenschappehjke le­zingen. Hun brood verdienden mijn ouders met hun winkel , hun hart en ziel brachten zij naar 'd ie farayn' . Er was een bibliotheek, een mandolineclub, klasjes voor kinderen, literaire avon­den, er werden stukken opgevoerd en teksten geschreven. Na de oorlog raapten de overlevenden de scherven bij elkaar en begonnen overnieuw. Er k w a m weer een jiddisje bibliotheek, een klasje, literaire avon­den. Ik herinner me , bij mijn ouders aan tafel, de j iddisje schrijvers die uit Parijs, Israël, Amer ika kwamen om uit eigen werk voor te lezen en hun boeken te verkopen, die ze in een koffertje bij zich hadden. Of de acteurs die een

'wor tkontser t ' kwamen geven (een avond met liederen en voordrachten) voor de jaarljkse herdenkingsavond van de Opstand in het Ghetto van Warshau in Bellevue. Met die vrienden van mijn ouders, die bij ons kwamen eten, sprak ik j iddisj . Niets bijzonders. Gewoon de taal die mijn ouders , mijn oom en tante met elkaar spraken. Ze knepen in m ' n wang, streken over m ' n haar. Een j iddisjsprekend kind! Een 'wonderk ind ' ! Ik leerde j iddisj lezen en schijven, van de latere Prof. Leo Fuks. Ik heb mijn eerste jiddisje leerboekje nog: Tech lern j id i s j ' , in 1944 in Parijs gedrukt , met prachtige gedichten en verhalen over heldhaftige kinderen in de Parijse c o m m u n e en de Russische revolutie. O p de voorpagina een plaatje van een zwart , een geel en een blank kind. Soms gebruik ik het als ik -heel soms-zelf j iddisje les geef. Jiddisj ging ik bijna per ongeluk stude­ren. Toen ik in Jeruzalem naar de uni­versiteit ging, bleek dat ik niet een, maar twee hoofdvakken moest kiezen, dus nam ik jiddisj erbij. Als tweede hoofdvak, dacht ik. Lekker makkelijk en enigszins exotisch. Ik vergiste me, j iddisj was zo boeiend dat het mijn belangrijkste vak werd.

Jiddisj in Amsterdam Z o ' n dertig jaar later was er dus een jiddisj festival in Amsterdam. Dat eer­ste evenement was een introductie tot de jiddisje cultuur. Een kennisma-kingsweek met wat er. vijf jaar gele­den, zoal leefde aan jiddisj in de ver­schillende landen van dc wereld. Samen ' j iddisjland' genoemd. 'Wen sjojn, den sjojn,' zei mijn moeder altijd en met haar vond ik dat als je dan toch zo 'n festival organiseert, het panora­misch en prismatisch moet zijn, groots en vol informatie. Ter lering ende ver-maeck. De bedoeling was dat het een­malig zou zijn. Het doei was bereikt: de interesse in Nederland in met name jiddisje muziek was gegroeid. De jaar­lijkse joodse muziekdagen o.a. in Utrecht en Amsterdam waren uitver­

kocht. Klezmergroepjes kwamen als paddestoelen uit de grond.

Toch begon weer iets te knagen. Gina en ik werden steeds vaker be­naderd door mensen die vroegen wanneer er weer zo 'n opwindende week zou komen. En duidelijk bleek dat de tweede, derde, vierde genera­tie, joden en niet-joden behoefte hadden aan meer kennis. En zo 'n internationale ontmoetingsplek van mensen geïnteresseerd in jiddisje taal en cultuur, is een unieke gele­genheid om informatie door te ge­ven over het toen en nu van de j id­disje cultuur.

Tweede festival De data zijn dezelfde: 24 Nov. tot 1 Dec. , maar het doel van dit festival is anders. Dit keer wordt dagelijks een ander thema behandeld in de rondetafelgesprekken, die geleid worden door Anita Löwenhardt en Rob Simons. Thema ' s zijm'sjtetl , zoektocht naar het ver leden ' ; ' revo­lutionaire bewegingen ' ; ' j iddisj in de wereld ' ; ' v rouwen en j iddis j ' ; 'assimilat ie of t ransformatie? ' ; ' t ransformatie/ toekomst ' . De twee zondagen, de opening en sluiting zijn themaloos. Alle artistieke pro­g ramma ' s zijn (soms losjes) verbon­den met het thema van de dag. Boe­ken en tijdschriften zullen te zien of te kopen zijn op de tafel vol infor­matie over jiddisje cursussen en clubs in de wereld. We hopen de jiddisje p rogramma 's op Internet te laten zien. Dagelijks zijn er work­shops in Cristofori: zang, (Shu raL i -povsky) dans, k lezmermuziek (Bra­ve Old World), mandol ine (Jeff Warsdhauer) , viool (Deborah Strauss). Er is ook jiddisje les voor beginnende beginners (Helen Beer) . Zalmen Mlotek zal net als vijf jaar geleden met schoolkinderen repete­ren en een koor met ze vormen. O p het slotconcert zal iets van de work­shops te zien en te horen zijn. lees v e r d e r op pagina 8

Page 8: Auschwitz Bulletin, 1996, nr. 05 November

Tineke Wibaut-Guillonard en Frank Wibaut Samen tot het einde 'Wij hebben 50 jaar samen geleefd, nu kiezen wij voor de dood' stond boven de rouwadvertentie van Frank Wibaut en Tineke Wibaut-Guillonard. Zij overleden op zondag 6 oktober in hun huis op de Veluwe, temidden van hun dierbaren. Frank Wibaut, arts en vermaard sek-suoloog, leed aan de ziekte Alzheimer en werd verzorgd door zijn vrouw Ti­neke, totdat onlangs bij haar kanker in een vergevorderd stadium werd ge­constateerd. Ze wist dat ze niet meer lang te leven had en voor beiden stond vast dat ze tot het einde bij elkaar wilden blijven. Tineke en Frank werden beiden in 1922 geboren. Frank was de kleinzoon van de beroemde Amsterdamse socia­listische wethouder Wibaut. Oud-ver­zetsstrijdster Jos Wibaut is zijn zuster. Vanaf 1954 was Frank Wibaut huisarts in Amsterdam en vervolgens consul­tatie-arts bij de NVSH. Halverwege de jaren zestig werd hij wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij samenwerkte met de pioniers van de seksuologie, Musaph en Van Emde Boas. In 1975 promoveerde hij op een proefschrift over anti-conceptie en seksualiteit. Hij was een pionier op het gebied van de anti-conceptie en de abortus. In tegenstelling tot het gezin Wibaut was het gezin Guillonard a-politiek. Dat veranderde enigszins toen Tine-ke's vader, bij de KLM de tweede man achterPlesman, in 1938 voorde KLM naar Duitsland reisde, waar hij getuige

Een jiddisj festival Dagelijks is er ook een vertellunch-voorstelling. 'gesjmakke majses/sma-kelijke verhalen', geregisseerd door Anne van Delft, waar kinderen vanaf een jaar of tien welkom zijn. In Cine-center zullen nieuwe en oude films en documentaires te zien zijn. Een greep uit het uitvoerige program­ma: Trio Lipovsky-Warschauer-Mlo-

was van de Kristallnacht. Terug in Ne­derland besloot hij dat met een land waar zulke dingen gebeurden geen za­ken meer gedaan konden worden. Kort daarna verongelukte hij tijdens een vlucht met een Boeing. Zijn dochter zat toen op het Amster­dams Lyceum en toen de joodse leer­lingen in 1941 op last van de nazi's de school moesten verlaten, zocht zij on­derduikadressen voor hen. "Dat deed je gewoon", zei ze later. "Je vond dat het je plicht was. En zo rol je langzaam maar zeker het verzet binnen." Ze sloot zich aan bij de verzetsgroep CS6 (genoemd naar hun adres: Corel-listraat 6), die zich bezig hield met het vervalsen van persoonsbewijzen, wa­pensmokkel, sabotage en aanslagen pleegde op het huis van bewaring. Hun credo was: dood geen Duitsers, want daarmee lok je represailles uit. In 1943 werd Tineke verraden en kwam ze, 21 jaar oud. terecht in con­centratiekamp Vught. Daar overleefde zij het beruchte Bunkerdrama, waarbij op 15 januari 1944 74 vrouwen voor straf werden opgesloten m een bun­kercel van 2,27 bij 4,12 meter. De volgende ochtend bleek dat tien vrou­wen door verstikking waren omgeko­men. Het kamp werd in september van dat jaar, onderdruk van de geallieerde opmars, ontruimd. De mannen werden gedeporteerd naar Sachsenhausen, de vrouwen naar Ravensbrück. Daar werd Tineke bevrijd. Najaren van stilzwijgen schreef Tine­ke, die vlak na de oorlog met Frank

tek met een nieuw programma van o.a. chassidische liederen; drie groepen uit Berlijn (AUFWIND, Jalda Rebling, Karsten Troyke en begeleiders) met een liederenprogramma van de Kra-kause volksdichter Mordechaj Gebir­tig; de Argentijnse, in Parijs woonach­tige zangeres Jacinta; een groepje jonge acteurs van de theaterschool in Kiev met een slapstick komedie, jiddisj

Wibaut was getrouwd, actief was in het jeugdwerk en twee kinderen had gekregen, het boek 'Zo ben je daar', dat in 1983 verscheen. Mij vertelde ze ooit dat ze het had geschreven voor haar kinderen, die in de jaren vijftig een keer helemaal overstuur thuis kwamen omdat ze gehoord hadden dat hun moeder 'in de gevangenis' had gezeten. In dit schitterende en ontroerende boek staan twee thema's centraal: de onmacht bij alle onmenselijkheid in de wereld, maar vooral de enorme solida­riteit en vriendschap van de vrouwen onderling, zowel in Vught als in Ra­vensbrück. Deze ervaringen bleven haar leven bepalen. In 1995 kreeg Tineke Wibaut-Guillo­nard de Van Praag-prijs van het Huma­nistisch Verbond voor haar niet afla­tende inspanningen om ook kinderen van 'foute' ouders toegang tot de hulp­verlening te laten krijgen. "Alsof die kinderen er iets aan kunnen doen dat hun ouders fout waren", zei Tineke destijds tegen mij. Ook op andere gebieden bleef ze tot het laatst actief, onder meer met het maken van videofilms die schoolkin­deren bewust moeten maken dat wat er 'toen' gebeurd is een link heeft met vandaag en dus niet vergeten mag worden. We zullen Frank en Tineke zeker niet vergeten en wensen hun dierbaren veel sterkte en nog vele jaren.

Anita Löwenhardt

cabaret uit Israël en nog veel, veel meer. Ik raad u dus aan de uitvoerige pro­grammakrant, die door het NIW ge­maakt is, op 1 november uitkomt en dan overal te vinden zal zijn, rustig door te lezen.

Mi ra Rafalowicz, artistiek directeur jiddisj festival