Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

16
37e jaargang, nr. 3, Mei 1993. Verschijnt 5x per jaar Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Comité; postbus 74131, 1070 BC Amsterdam Auschwitz Bulletin Bevrijding betekende destijds bevrijd zijn van onderdrukking en geweld. Wie zou het in mei 1945 zijn ingevallen dat een halve eeuw later iedere nieuws- uitzending wapenfeiten, etnische zuivering of botsing, gevangenkampen en willekeurige executies zou bevatten! Dingen die de ouderen, die het toen meemaakten, zich huiverend herinneren. De jongeren weten bijna niet beter of het hoort zo. Dichtbij schieten criminelen, in kleiner of groter verband georganiseerd, tot in West-Europa: het gebied waarin in 1939 de grootste oorlog van de geschiedenis begon. De grote en middelgrote staatscomplexen die een voorname rol speelden in de jaren '40 zijn versplinterd, maar staan voor een belangrijk deel in vuur en vlam. Wij die toen bevrijd, dat is aan de dood ontsnapt zijn, kijken haast ongelovig, vaak diep aangegrepen, naar de nieuwe, soms opnieuw gapende ruïnes. Nu de koude oorlog is gedoofd, laaien conflicten en vetes binnen bestaande politieke formaties op. Die komen ons vaak middeleeuws voor, helaas ook in wreedheden die voorgoed voorbij hadden geleken. In een andere conflictenzone, Israël met zijn bezette gebieden, is enige hoop op overleg nog niet opgegeven. De schrijver Yehoshua noemde de regering in Jeruzalem timide: "Timide is niet hij die op een kruispunt overlegt welke kant hij op zal gaan, timide is degene die weet dat er maar één weg is, maar weigert die in te slaan". Plantage middenlaan - Vught - Westerbork Intussen is als ieder jaar het aandenken aan de onzalige kampen Buchenwald, Mauthausen en Ravensbrück levendig gehouden. In Vught is een groep oud- gevangenen aanwezig geweest. Ook dit kamp heeft, behalve om verzetsmensen te straffen, tevens dienst gedaan voor de Endlösung. In het voorportaal daarvan, het Durchgangslager Westerbork, onthulde president Herzog van Israël als laatste ambtshandeling een Jerusalem Stone. Intussen is de Hollandsche Schouwburg, waar de meerderheid van de joodse bevolking werd bijeengepropt voor de tocht naar haar ondergang, heringericht. Een permanente tentoonstelling, speciaal toegankelijk voor kinderen, is te vinden in het voorgebouw. De namen van de duizenden families die leden verloren zijn aangebracht op een benedenwand. Niet vrijblijvend 1943-1993 getto-opstand Een tentoonstelling in het Nationale Oorlogs- en Verzetsmuseum te Overloon,

description

Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Comité; postbus 74131, 1070 BC Amsterdam In een andere conflictenzone, Israël met zijn bezette gebieden, is enige hoop op overleg nog niet opgegeven. De schrijver Yehoshua noemde de regering in Jeruzalem timide: "Timide is niet hij die op een kruispunt overlegt welke kant hij op zal gaan, timide is degene die weet dat er maar één weg is, maar weigert die in te slaan". 37e jaargang, nr. 3, Mei 1993. Verschijnt 5x per jaar

Transcript of Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

Page 1: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

37e jaargang, nr. 3, Mei 1993. Verschijnt 5x per jaar

Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Comité; postbus 74131, 1070 BC Amsterdam

Auschwitz Bulletin

Bevrijding betekende destijds bevrijd zijn van onderdrukking en geweld. Wie zou het in mei 1945 zijn ingevallen dat een halve eeuw later iedere nieuws­uitzending wapenfeiten, etnische zuivering of botsing, gevangenkampen en willekeurige executies zou bevatten! Dingen die de ouderen, die het toen meemaakten, zich huiverend herinneren. De jongeren weten bijna niet beter of het hoort zo. Dichtbij schieten criminelen, in kleiner of groter verband georganiseerd, tot in West-Europa: het gebied waarin in 1939 de grootste oorlog van de geschiedenis begon. De grote en middelgrote staatscomplexen die een voorname rol speelden in de jaren '40 zijn versplinterd, maar staan voor een belangrijk deel in vuur en vlam.

Wij die toen bevrijd, dat is aan de dood ontsnapt zijn, kijken haast ongelovig, vaak diep aangegrepen, naar de nieuwe, soms opnieuw gapende ruïnes. Nu de koude oorlog is gedoofd, laaien conflicten en vetes binnen bestaande politieke formaties op. Die komen ons vaak middeleeuws voor, helaas ook in wreedheden die voorgoed voorbij hadden geleken.

In een andere conflictenzone, Israël met zijn bezette gebieden, is enige hoop op overleg nog niet opgegeven. De schrijver Yehoshua noemde de regering in Jeruzalem timide: "Timide is niet hij die op een kruispunt overlegt welke kant hij op zal gaan, timide is degene die weet dat er maar één weg is, maar weigert die in te slaan".

Plantage middenlaan - Vught - Westerbork

Intussen is als ieder jaar het aandenken aan de onzalige kampen Buchenwald, Mauthausen en Ravensbrück levendig gehouden. In Vught is een groep oud­gevangenen aanwezig geweest. Ook dit kamp heeft, behalve om verzetsmensen te straffen, tevens dienst gedaan voor de Endlösung. In het voorportaal daarvan, het Durchgangslager Westerbork, onthulde president Herzog van Israël als laatste ambtshandeling een Jerusalem Stone.

Intussen is de Hollandsche Schouwburg, waar de meerderheid van de joodse bevolking werd bijeengepropt voor de tocht naar haar ondergang, heringericht. Een permanente tentoonstelling, speciaal toegankelijk voor kinderen, is te vinden in het voorgebouw. De namen van de duizenden families die leden verloren zijn aangebracht op een benedenwand.

Niet vrijblijvend

1943-1993 getto-opstand

Een tentoonstelling in het Nationale Oorlogs- en Verzetsmuseum te Overloon,

Page 2: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

te zien tot juni, heet "De Holocaust in miniaturen" en is gewijd aan postzegels over de Sjoa.Niet toevallig werd de expositie geopend op 19 april, een halve eeuw na het begin van de opstand in het getto van Warschau. De getto-opstand (het was niet de enige) bleef deze 50 jaar het levende symbool van de veerkracht en levenswil van de zwaar verdrukte groep uit de nazi-tijd.

Geuzenverzet

De eerste herdenkingsdag na de 31ste januari van Auschwitz was op 13 maart, van het Geuzenverzet. Op 13 maart 1941 werden 15 jongemannen, de "Geuzen" op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd . Met drie februari-stakers vormden zij de 18 doden van Jan Camperts gedicht. Voor de zevende maal werd in Vlaardingen op die dag de Geuzenpenning uitgereikt, dit maal aan mr. Max van der Stoel. Een onverbrekelijk verband ziet de ontvanger van de penning tussen het respecteren van mensenrechten en de kansen op vrede en stabiliteit in de wereld. Elke vorm van onderdrukking leidt immers tot spanningen die ook weer grensoverschrijdend kunnen zijn. Nog eind 1990 waanden de staatshoofden, in Parijs bijeen, dat Europa op weg was naar een nieuwe tijd van democratie, vrede en vrijheid. Sindsdien konden wij weer eens constateren dat oorlog en geweld de ergste vijanden van de mensenrechten zijn. Bovendien gedijen vreemdelingen- en rassenhaat op een wijze die wij niet meer voor mogelijk hadden gehouden. Tragisch, ja rampzalig zou het zijn, vindt Van der Stoel, als de democratische revoluties die in 1989 zo hoopvol begonnen, tenslotte zouden mislukken omdat het Westen deze regimes die zo in nood verkeren niet of onvoldoende de helpende hand zou toesteken.

De oud-minister van Buitenlandse Zaken wees erop dat conflicten bfnnen staten nu in Europa een reëler risico vormen dan conflicten tussen staten onderling. Een en ander wordt nog meer en meer gevoed door een "virulent nationalisme". En datterwijl minderheden in tal van gebieden onvermijdelijk zijn: met bijpassende prioriteit voor minderheidsvraagstukken. Een evenwichtig minderhedenbeleid is essentieel in een verantwoord mensen-rechtenbeleid. Van der Stoel riep op tot voortdurende waakzaamheid, gezien de risico's waaraan de democratie is blootgesteld.

geest van broederschap

Het bezwijken van een democratisch systeem elders betekent dat een bolwerk van onze eigen vrijheid wordt gesloopt, meent Van der Stoel. En omgekeerd kan een overwinning van democratische krachten elders de beveiliging van ons democratisch systeem versterken. Daadwerkelijke solidariteit is dus nodig. Anders zouden chaos en desintegratie als voedingsbodem voor dictatuur de overhand kunnen krijgen, aldus Van der Stoel.

Zorgeloos kunnen wij dit jaar de meidagen niet ingaan. Daarvoor is er te veel discriminatie, wapen- en verbaal geweld. Gelukkig hebben niet alleen vooral jongeren in Amsterdam op de eerste lentedag kleur bekend. Dit alles in de geest van broederschap die in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens door de Verenigde Naties wordt opgeroepen. De generaties na de onze bezinnen zich met ons op ook onze ervaringen en verwachtingen. Ernstig en niet vrijblijvend.

Eva Tas

4 mei: stille tocht Op 4 mei trekt zoals ge­bruikelijk, een stille tocht door Amsterdam naar het Nationale Monument op de Dam. Daar worden na de twee minuten stilte de bloemen neergelegd.

Om 19.00 uur vertrekt men vanaf het Weteringcircuit. Wie kan en wil meelopen met familie, vrienden en be­kenden, jongeren en oude­ren, is hartelijk welkom. Tot ziens op 4 mei.

Nederlands Auschwitz Comité.

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

De eerste Nederlanders in Auschwitz

"Odyssee 1940-1945" noemde Hans Beekman, ons allen welbekend, zijn herinneringen. Als kadet-sergeant, student aan de Koninklijke Militaire Academie, bestemd voor het KNIL, ging hij in 1942 met zijn broer Rob op weg naar Zwitserland, om vandaar naar Engeland te komen en dienst te nemen. De broers werden in Frankrijk gepakt en via Compienge oostwaarts vervoerd. Zij arriveerden op 6 juli als eerste Nederlanders in Auschwitz. Dankzij hun HBS werden zij tolk bij de Politische Abteilung, een eerste levenskans. Hans Beekman ontmoette Nederlandse joodse gevangenen, soms tevens ver­zetsstrijders. Zijn solidariteit met de joden, de laagste kampcategorie, leverde hem een bijzonder fraai getatoeëerd nummer op, aangebracht door een Pools-joodse gevangene.

Wie als verzetsman in Auschwitz terecht kwam had het makkelijker dan zij die waren opgepakt omdat ze joden waren. Maar sommigen behoorden tot beide groepen, zoals de toenmalige bokskampioen Leen Sanders. Met name gevange­nen-artsen hebben o.a. zieken (zoals de schrijver) door overplaatsing weten te redden. Helaas was dat slechts op beperkte schaal mogelijk. Behalve van zijn doorzicht en karaktervastheid profiteerde Beekman van ver­schillende zeldzame voordelen - hij had meestentijds zijn broer bij zich en zij konden elkaar, vooral in de ziekenbarak, om beurten bijstaan. Hij kon via de vrijgelaten Nederlandse Jehova-getuige Marijke in 1944 het contact met zijn moeder herstellen. Hij ontmoette in Auschwitz de Sloveense Noëmi, sinds 1947 zijn vrouw, die op de drempel van de gaskamer vrijkwam. Aan haar, aan koningin Wilhelmina en aan zijn moeder heeft Hans Beekman zijn verhaal opgedragen.

Eva Tas

Deze uitgave is op kleine schaal verzorgd door het Provinciaal Militair Commando Zuid-Holland. Belangstellenden kunnen contact opnemen met de schrijver: 071 - 89 57 88.

B O N Wil t u zich (gratis) abonneren op dit blad of heeft u familie, vr ienden of kennissen die op de hoogte wi l len bli jven van de activiteiten van het Nederlands Auschwitz Comité? Indien u onderstaande bon invult en opstuurt naar dhr. Jacques Grishaver, Knoopkruid 54, 1112 PV Diemen, ontvangen zij vi j f maal per jaar het blad van het Nederlands Auschwi tz Comité. Aan het abonnement zijn geen kosten verbonden. Wel ontvangen alle abonnees één maal per jaar een acceptgirokaart voor een vri jwi l l ige donatie ten behoeve van de voortgang van het werk van het Nederlands Auschwitz Comité.

naam:

adres:

postcode en woonplaats:

land:

Opsturen naar dhr. Jacques Grishaver, Knoopkruid 54, 1112 PV Diemen (Als u het blad niet wilt beschadigen kunt u de bon ook fotocopieren of overschrijven)

Nederlands Auschwitz Comité Voorzitster Annetje Fels-Kupferschmidt Secretariaat H. Sarfatij Postbus 74131, 1070 BC Amsterdam Penningmeester: J. M. Wateiman, Wulp 30, 1111 WJ Diemen lei. G2G - 8338562 Bankrek: AMRO/ABN, bijk Van Baerlestraat 58, Amsterdam rek 4001.75.088. Postgiro 293087 en 4875500.

Hoofdredactie drs Eva Tas Redactie. Max Arian, J Anet Bleich. Clairy Polak Redactie-adres: Nieuwezijds Voorburgwal 286, ï 1012 RT Amsterdam -tej.020-62613S3 Abonnementen- 1 administratie: Jacques Gri&haver, ' Knoopkruid 54, \

jMtfMiftimmmiMk^- -,,3 tel 020-699 06 58

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

Een taboe dat ons lief was Overgevoelig voor ongevoeligheid

Neemt het antisemitisme toe in Nederland? Nee, ik geloof het niet. Er zijn allerlei incidenten en incidentjes, die soms onrustbarend zijn. Er worden af en toe taboes doorbroken, die we liever in stand gehouden zagen. Er lijkt ook een toenemende verruwing te constateren, een zekere ongevoeligheid, bijvoorbeeld tegenover mensen die zo lang na de oorlog nog opschrikken als een monument dat de slachtoffers van Auschwitz herdenkt, wordt vernietigd.

Er is een debat gaande tussen verschillende organisaties die het antisemitisme bestrijden, of een debat, het lijkt eerder op een ordinaire ruzie. Het STIBA vindt het onzin dat het CIDI zich druk maakt over antisemitisme in Nederland. Laat het CIDI zich liever met Israël bezig houden. Dankzij het zegenrijke werk van het STIBA is er toch geen antisemitisme meer in Nederland?

Bij het CIDI kijken ze daar anders tegenaan. Ze zien een groeiend racisme in de landen om Nederland heen, Duitsland in de eerste plaats, en constateren dat er ook in Nederland een voedingsbodem voor vreemdelingenhaat is. Ook zonder dat direct het antisemitisme toeneemt is dat een reden voor zorg en solidariteit met degenen die het slachtoffer zijn van, gelukkig hier nog beperkte en incidentele, uitingen van rassenhaat.

Soms wordt verondersteld dat het tolerante klimaat in Nederland afneemt en dat vele kleinere incidenten mede daaruit kunnen worden verklaard. Maar de junk die het Auschwitz Monument vernielde had voor zover wij weten absoluut geen racistische motieven. En andere incidenten lijken ook niet zoveel met toenemende vreemdelingenhaat te maken te hebben. Het is belachelijk en zinloos een columnschrijver van antisemitisme te blijven beschuldigen die zich een keer vergaand heeft vergaloppeerd en daarmee het gerei daarover tot in het oneindige door te zetten.

Soms moet je.

"Soms moet je een keuze maken", zette het Nationaal • 4 en 5 mei Comité op de omslag van zijn brochure over het kiesrecht De publi­catie bevat een vijftal gede­gen artikelen, alle ietwat aan de droge kant, en 10 columns, enigszins lichter van toon. Eeht leesbaar zijn alleen de publicist Jansen van Galen en de immer ac­tieve hoogbejaarde Hilde Verwey-Jonker. Het RIOD, het ministerie van Binnenlandse Zaken, de ; Stichting Burgerschaps­kunde e.a. tekenden voor de inhoud. - 1

Verkrijgbaar bij de boekhan­del en bij het Nationaal Co­mité 4 en 5 mei. Rapenbur­gerstraat 1t», 1011 VL Amsterdam, tel. 020 -6209688. Prijs 7,50

Pitbulls

Hoe boos moeten we nu bijvoorbeeld zijn als eigenaars van pitbullterriërs hun honden gele sterren opdoen, omdat ze vinden dat hun hondenras met uitroeiing wordt bedreigd. Het is smakeloos en buiten iedere proportie die rotbeesten, die alleen maar gefokt zijn om elkaar te doden, met onschuldige menselijke wezens te vergelijken. Maar in feite betekent het toch alleen maar dat die hondenminnaars een vergelijking zoeken met wat ook zij als de ultieme misdaad zien. Met antisemitisme heeft dat niets te maken, met ongevoeligheid wel. Maar dat pitbuileigenaars alleen maar gevoelig zijn voor honden en niet erg begaan met mensen, dat wisten we al.

Het lijkt wel alsof we zo lang na de oorlog veel gevoeliger zijn geworden voor platte studentengrappen die met Anne Frank en de concentratiekampen sa­menhangen. Het is goed dat er gereageerd wordt wanneer er smakeloze stukjes of fotocollages verschijnen. Maar is het wijs met een hoge boete een studen­tenblad tot opheffing te dwingen vanwege een kwetsende fotocollage? Met alle respect voor Leon de Winter, ik vind van niet. Het bestaan van een kwajongensachtig studentenblad is me ook wat waard.

Het is niet onbegrijpelijk dat af en toe weer wordt uitgeprobeerd of een taboe op antisemitisme, dat gelukkig tientallen jaren heeft bestaan, niet langzamerhand eens kan worden herzien. En steevast blijkt dat we daar nog lang niet aan toe zijn en hopelijk nooit aan toe komen. Soms denk je dat je zo'n ernstig bedoelde grap wel kan begrijpen. Een Antilliaanse auteur is moe van alle aanvallen op jonge criminele Antiilianen en laat in een stukje in zijn blad zien hoe het zou klinken als er steeds over joodse criminaliteit zou worden geschreven. Dat klinkt niet leuk en vele lezers van Het Parool schrokken toen zijn schrijfsel zonder enig commentaar in die krant werd geciteerd. Kan dan alles tegenwoordig zomaar worden gezegd? Begrijpt niemand bij Het Parool dat daar mensen van schrikken, zelfs als het citeren alleen bedoeld zou zijn om deze manier van schrijven aan de kaak te stellen?

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

In proportie

Die groeiende ongevoeligheid neemt wel heel harde vormen aan op de voetbalvelden. De media hebben jarenlang getracht het racisme op de sport­velden zoveel mogelijk te negeren, maar üjken onlangs hun koers te hebben verlegd. Paul Witteman wijdde er een televisie-uitzending aan. Een leuk, klein Rotterdams schoffie vertelde in dat discussieprogramma openhartig dat hij echt niets tegen joden had als hij riep dat ze dood moesten. Hij had alleen iets tegen Ajax en de Ajax-supporters. Het was bizar dat een rabbijn daarop zonder enig begrip reageerde en alleen kon zeggen dat hij daar van walgde. Hij deed geen enkele poging dat jongetje er van te overtuigen, hoe die ongewild mensen ten diepste kwetste die maar al te letterlijk dood gewenst werden in een tijd die voor dat jongetje wel ver weg lijkt, maar die voor velen nog heel dichtbij ligt. Nu zat dat jongetje met nog meer onbegrip te kijken dan toen het debat begon en veel mensen zullen sympathie voor hem hebben gevoeld.

In proportie reageren op alles wat er gebeurt is moeilijk. We zitten ook met onze eigen emoties en tegenstrijdige belangen en opvattingen. We zitten met een onverwerkt en trouwens nooit echt helemaal te verwerken verleden. Ook Nederland heeft dat verleden nog niet echt verwerkt. Dat kan ook niet. Steeds weer duiken er andere verhalen op, doen zich andere gezichtspunten voor, durf je de confrontatie met een nog weer iets erger stukje van die historische werkelijkheid aan.

Toch zou het goed zijn niet bij alles te reageren alsof de laarzen al weer stampen. In De Groene vergeleek Louis Velleman in een geestig en wijs stuk het huidige, volgens hem heel geringe, antisemitisme in Nederland met wat er ook hier gewoon was vóór de oorlog in een verzuilde maatschappij die van antisemitisme was doordesemd en waar hij als jodejongetje alleen maar mee mocht voetballen als er niemand anders te vinden was.

Discussie

In het NIW vroeg Tamara Benima vier verstandige deskundigen naar hun mening. Zij constateren dat de joodse gemeenschap gevoeliger is geworden. Sinds de Sjoa zijn joden bang dat zich weer zo'n verschrikkelijk omslag in de maatschappij zou kunnen voordoen, als we niet in het vervolg heel goed uitkijken. Toch is er voor zo'n bestaansbedreigende omslag geen enkele signaal aan te wijzen, zelfs niet als je alle risjes bij elkaar telt, is hun conclusie. Maar het was wel een rustig en veilig idee dat er lang een taboe op antisemitisme rustte. Er was, zegt professor van Arkel, een duidelijke norm: 'Een fatsoenlijk mens is geen antisemief. Misschien was dat taboe nodig om het samenleven tussen joden en niet-joden na de oorlog weer enigszins mogelijk te maken. Chris Kooyman en Ido Abram zeiden echter dat ook joden de discussie aan moeten gaan en hem niet al bij voorbaat om zeep moeten helpen door de beschuldiging 'antisemiet' al te lichtvaardig te hanteren. Maar kwetsen mag niet en beledigen mag geen sport worden, want dan zou volgens Ido Abram de basis worden gelegd voor racisme, fascisme en antisemitisme.

Een wel heel erg vergaande conclusie uit een zinnig debat. Dat er een debat wordt gevoerd en er niet alleen maar onmiddellijk blind en emotioneel wordt gereageerd op dingen die iemand wel eens zouden kunnen kwetsen is al een grote vooruitgang. Het is volkomen verkeerd zaken die ons verontrusten te verzwijgen. Maar het is ook niet goed elk muggetje tot een enorm steekbeest op te blazen. De waarheid ligt trouwens ook niet ergens precies in het midden. De waarheid is dat we er allemaal verschillend over denken. De een voelt zich door dit, de ander door dat incident bijzonder aangesproken. Misschien valt het best mee met antisemitisme in Nederland, maar dat kan zeker geen reden zijn te denken dat dit land nu immuun is voor dat kwaad. We hebben het recht te vragen om instandhouding van het taboe op racisme en antisemitisme, maar het zal steeds noodzakelijker blijken daarbij duidelijk uit te leggen waarom. Het heeft weinig zin met onze overgevoeligheid alleen maar nog meer on­gevoeligheid op te roepen.

Oproep

. -Contact g#20f|§W6j,j>sr^i* nen die mijn moeder Hélène (Leni) Faas-Schrijver (gebo­ren 23 april 1910 te Amster­dam), laatste woonadres Hyacintenlaan 14zwart, Haarlem, gekend hebben en/of die informatie over haar kunnen geven. Vanaf eind augustus 1942 was zij ondergedoken bij Elisabeth (Betsy) Brinkhuis op het adres Staringstraat 3 te Amsterdam, begin okto­ber 1943 werd ze door ver­raad opgepakt. Via de Hol-landsche Schouwburg op 3 november overgebracht naar de gevangenis Amstel-veenseweg met stigma S; op 26 november 1943 sa­men met Betsy Brinkhuis aangekomen in Vught (blok 23a, strafgeval. Schützhaft-ling, gewerkt in de kleerma­kerij en bij Philips, afdeling condensatoren I vanaf 6 fe­bruari 1944 en afdeling

- transformatoren vanaf 13 mei '44; ziek geweest); op 3 juni 1944 overgebracht naar Westerbork (barak 85, ge­werkt in de ziekenhuiskeu­ken), met het transport van 31 juli 1944 overgeplaatst naar Theresienstadt ("Ham-burger"-kazerne, vermoede­lijk gewerkt in het "Glim-merspalten"); op 6 oktober 1944 naar Auschwitz (lager C, barak 28?), vandaar op 26 oktober 1944 naar het kamp Birnbaeumel bij Trachen-berg in Schlesien (een bui­ten kommando van Gross-Rosen) en tenslotte op 8 fe­bruari 1945 via Gross-Rosen naar Bergen-Belsen overge­bracht (Frauenlager II, eerst blok 212, later blok 2). Al­daar eind maart 1945 vol­gens getuigenverklaringen overleden aan vlek-typhus

Reacties mondeling of schriftelijk naar H.A.Faas, Irenelaan 4,1862 EB Bergen NH, tel. 02208 - 94112, na 18.00 uur.

Max Arian

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

Casablanca is meer dan ee i l mooie film

Op verzoek van de Paus: Karmelietessen verhuisd?

Enige tijd geleden spraken wf d^-weits-ttitiat^sii^, blanca, als symbool voor de vet## nin|t ;©n^ :wif*crtrik-' kmg" van de Tweede We­reldoorlog, een mooie film zou blijven. Maar Casa­blanca is méér dan een klassiek geworden oorlogs­drama met Humphrey Bo-gart en Ingrid Bergman in de hoofdrollen. Het is sinds vorig jaar ook een twee­maandelijks anti-racistisch blad, ontstaan uit de krach­tenbundeling van verschil­lende kleinere bladen en blaadjes uit België en Ne­derland. Casablanca wil met reportages, interviews, opinies, achtergrondverha­len, columns en recensies op kritisch-informerende wijze schrijven over (antira­cisme, nationalisme, migra­tie, etniciteit en rechts-ex-tremisme. Daarbij stoort het blad zich niet aan lands­grenzen en is internationaal georiënteerd.

In het maart-april nummer is er aandacht voor Harlem Désir en de Franse verkie­zingen, de essaybundel van Anil Ramdas, Malcolm X als logo, het onderzoek van twee Amsterdamse politi­cologen naar rechts-extre-misme, de dienstplicht voor Turkse migranten, het ver­blijfsrecht voor migranten­vrouwen, het migratiebeleid van de overheid, Antwer­pen als bastion van het Vlaamse Blok, het verzet van Vlaamse homo's tegen groeiend rechts-extre-m'isrtliren het optreden van de politie tegen iedereen die er wat anders uit ziet. Verder foto's, een tekenittgj en een saJ«scë#;É,i'|i.. r

^ l iJ i^bo rmemër i t iösï ' t^^Sjféof particulieren en, f 35 v i | f instellingen. Wfol-

- Ml&^èiMmm efngratïSK pBotlnumftfer: Casablanca, ^posiÏÉÉÏI 0748,' 1001 ÉS Amsterdam,

1 » - 6 9 3 6 2 1 1 .

Bij het ter perse gaan van dit bulletin verscheen het bericht dat Paus Johannes Paulus II de karmelietessen in Auschwitz het "vriendelijke advies" zou hebben gegeven te verhuizen. Hij zou de nonnen, die nog steeds in het omstreden klooster op het terrein van het voormalige concentratiekamp in Auschwitz wonen, dit per brief hebben laten weten.

De Paus schijnt geen ultimatum te hebben gesteld, maar duidelijk is dat het een poging is de problemen op te lossen die zijn ontstaan rond de herdenking op 19 april van de opstand in het getto van Warschau, nu 50 jaar geleden. Het Joods Wereldcongres en andere joodse organisaties hadden gedreigd de herdenking, waarbij o.a. de Israëlische premier Yitzhak Rabin en de Amerikaanse vice-president Al Gore werden verwacht, te boycotten. Binnen de Poolse bisschoppenconferentie is geen eenstemmigheid over de verhuizing, maar uiteindelijk zijn het de nonnen zelf die het besluit nemen of zij inderdaad zullen vertrekken naar een multifunctioneel gebouw, een eind verder buiten Auschwitz. De - niet bevestigde - berichten zijn dat de nonnen inmiddels ingestemd hebben met de verhuizing.

Anne Frank Stichting publiceert: Feiten tegen vooroordelen

"Ze komen nog steeds ongehinderd ons land binnen"; "Als het zo doorgaat, zijn zij straks met meer dan wij"; "Ze pikken onze banen in"; "Ze zijn de schuld van de gestegen criminaliteit"; "Laten ze teruggaan, dat is voor hen ook beter"; 5 van de 21 veelgehoorde generalisaties over migranten die de Anne Frank Stichting heeft gesignaleerd en bestrijdt in haar uitgave "Feiten tegen voor­oordelen".

De Anne Frank Stichting signaleert dat Nederland weliswaar nog vrij gunstig afsteekt bij de ons omringende landen als het gaat om de opkomst van racistische partijen, maar dat het tot voor kort alom onderschreven taboe op openlijk racisme ook hier aan slijtage onderhevig is. "Feiten tegen vooroordelen" is niet geschreven om mensen met uitgesproken racistische ideeén te bekeren. Het is bedoeld als steun in de rug voor mensen die, geconfronteerd met negatieve uitlatingen over immigranten, die vooroor­delen met feiten willen weerleggen. Wie in een gesprek tegen een vooroordeel wil ingaan, merkt vaak dat de bewering wordt ondersteund door een, al of niet waar gebeurde, anekdote, die dan vervolgens moeiteloos wordt gegene­raliseerd. Ten onrechte uiteraard. Niet alleen verschillen de diverse migranten-groepen onderling, ook binnen één groep zijn de verschillen groot. "Wat één christen doet, moet hijzelf verantwoorden, wat één jood doet, valt op alle joden terug", schreef Anne Frank in haar Dagboek op 22 mei 1944. Deze brochure geeft de feiten en argumenten in handen om de meest gehoorde discriminerende uitspraken te beantwoorden.

Ervaringen die kinderen opgedaan hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat was het thema van een videodocumentaire, een lesbrief ten behoeve van het onderwijs en een tentoonstelling (tot april jl), samengesteld door het Historisch Museum Manalust in Apeldoorn i s.m. de Stichting bevrijding '45 "Aan de moeder van de Prinsengrachf', tekening uit 1945 van een kind in een concentratiekamp van H Koden Collectie Verzetmuseum Amsterdam ^ „

Page 7: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

Het museum ter nagedachtenis aan de anderhalf miljoen vermoorde joodse kinderen.

In de onderaardse koepel waar de hitte koud is toegedekt, waar vijf kaarsevlammetjes beven en weerkaatst door spiegels zich vermeerderen, waakt het onnoemelijk aantal nadrukkelijk, over mijn kinderen.

Stemmen roepen kindernamen af; Jacob Milowitch, vijf jaar, Krakau, Ninah Noiman, twee jaar, Wenen, Joshua Cohen, vier jaar, Praag David Polak, tien jaar, Amsterdam Hannah Nussbaum, zeven jaar, Tessaloniki

In de spiegels hun gezichten, stille vlekken op de maan.

Kindermonden fluisf ren woorden vreemde moedertalen.

Sterrenogen fonkelen wonden

Gestrekte vingers bliksemschichten op het ijs. bevroren twijgen sidderen in de winterwind.

Bleek als vlokken waaien ze rond ongrijpbare sneeuwkind'ren

Zilverwitte tranen branden wrok

In die donkere kilte schrik ik, wortelen zich in mijn bestaan, strikken mij mijn eigen vragen;

Zal ik rustig verder dromen zal mijn morgen niet bedauwen omdat getallen elders, onvergelijkbaar blijven met mijn anderhalfmiljoen? Zal ik zonder steigeren verder draven Zal mijn pijl de boog niet spannen?

En ik bedreigde drenkeling verdrink in melk en honing. Ruth Waterman-Kupferschmidt

Page 8: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

De Hollandsche Schouwburg gerestaureerd

Een waardig herdenkingscentrum voor de jodenvervolging Een waarschuwing is op z'n plaats als u de vernieuwde Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam betreedt. Direct links op een grote muur zijn lange rijen familienamen aangebracht, de achternamen van al die joodse families waarvan uit Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog mensen op transport zijn gezet naar het Oosten en vermoord.

Voor wie familie, vrienden, kennissen heeft verloren tijdens de grote jodenmoord door de Nazi's is dat even een schok. Namen van misschien nu bijna vergeten geachte mensen, hele gezinnen en individuele personen, duiken daar plotseling weer op. Je zou daar niet alleen in stilte willen herdenken, maar ook aan ze denken, over ze praten, vragen opnieuw willen stellen.

Die muur met namen be­trekt ons allemaal direct en persoonlijk bij wat het ge­restaureerde en ver­nieuwde monument dat de Hollandsche Schouwburg nu is wil vertellen. Deze verschrikkelijke plek was eens een oord van ver­maak en cultuur, maar werd vanaf juli 1942 door de Duitse Nazi's bestemd als verzamelplaats voor de joden die op transport moesten naar hun vernie­tiging. In dertien maanden tussen juni 1942 en juli 1943 zijn vanaf hier onge­veer 60.000 joden wegge­voerd.

Na de oorlog wist men een tijdlang niet wat er met dit gebouw moest worden ge­daan. Was het maar niet beter deze afschuwelijke herinnering met de grond gelijk te maken? Vanaf 1962 was er na gedeelte­lijke afbraak van het ge­bouw op de plek van de voormalige toneelzaal een sober momument. Na der­tig jaar was restauratie van de resten van de Schouw­burg nodig, maar besloten werd tegelijk het monu­ment te vernieuwen en als herdenkingscentrum in te richten. In maart van dit jaar is de vernieuwde Schouwburg geopend onder grote belangstelling van de media.

Op de eerste verdieping is een direct aansprekende, voornamelijk visuele tentoonstelling gemaakt die vertelt over de geschiedenis van het gebouw, de deportaties hiervandaan, maar ook over het verzet in de Schouwburg en in de Crèche aan de overkant van de straat. De tentoonstelling is ook voor kinderen heel duidelijk en ontroerend.

Page 9: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

De verdieping daarboven biedt ruimte voor kleine bijeenkomsten en een vide­opresentatie, bestaande uit gesprekken met een aantal overlevenden: een ver­zetsman, een buurvrouw, een joodse vrouw die op transport moest, en twee van degenen die als jonge joden in verzet kwamen tegen de Duitsers en hun on­menselijke maatregelen.

In een brochure worden de belangrijkste feiten nog eens toegelicht. De brochure begint, heel wrang, met enige artikelen uit de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden, uit 1938, die allen die zich op het grondgebied van het Rijk bevin­den gelijke aanspraak op bescherming van persoon en goederen belooft. Het eindigt hoopvol met de Universele Ver­klaring van de Rechten van de Mens uit 1948.

Het geheel is een waardige en uiterst nuttige aanvulling op de vele monumen­ten die Amsterdam kent en een nood­zakelijke accentuering van dat bittere, bittere jubileum: dat vijftig jaar geleden de deportatie van 110.000 Nederlandse joden bijna geheel was voltooid, (m.a.)

Foto's: Jean van Lingen

Page 10: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

Auschwitz-herdenking 31-1-1993 "Damit ist zu rechnen" toespraak Anet Bleich ter gelegenheid van de jaarlijkse reünie in de RAI na afloop van de herdenking.

"Nooit meer Auschwitz" is geen loze kreet. Laatst keek ik op het derde Duitse televisienet naar een discussie tussen journalisten over de vraag hoe de media het beste kunnen omgaan met de uitingen van extreem rechts. Het was een zinnig en integer debat over kwesties als: moet je Schonhuber (de voorman van de Republikaner) in een rechtstreekse confrontatie onderuit proberen te halen of moetje het anders aanpakken, en dat soort dingen meer.

Ter inleiding van die discussie werd een filmpje gedraaid waarin een aantal recente dieptepunten van neonazi-geweld tegen buitenlanders en asielzoekers­centra nog eens werden getoond. Aan het eind van dat filmpje kwam er een vrouw in beeld. Een jonge, blonde, modern ogende Duitse vrouw. "Mijn kameraden en ik hebben het er in deze buurt over gehad", zei ze opgewekt. "Zij zijn het helemaal met ons eens dat we binnenkort dat Asylantenzentrum maar eens moeten aanpakken". "Geweld gebruiken, bedoelt U?", vroeg de interviewster scherp. "Jazeker", zei de vrouw met een glimlach. "En u beseft dat daarbij misschien mensen worden gedood?", vervolgde de vragenstelster. "Dat is best mogelijk", zei de jonge vrouw gedecideerd, "daar moet wel rekening mee worden gehouden. Damit ist zu rechnen". Een antwoord dat mij nogal verbijsterd achterliet.

Waarom vertel ik dat hier. Ik voel me daar eerlijk gezegd bijna schuldig over. Wij zijn hier bij elkaar wegens de massale vernedering, ontmenselijking en vernietiging waarvoor het woord Auschwitz staat. Zestig jaar en een dag geleden werd Adolf Hitier tot rijkskanselier van Duitsland benoemd. Dat was het begin van een periode van duisternis in Europa die in de geschiedenis zijn weerga niet kent. Veel van de mensen die hier vanmiddag zijn, joden en anderen, dragen de wonden uit die tijd met zich mee, vaak verschrikkelijke, levenslange, ongeneeslijke wonden. En natuurlijk dringt zich dan de vraag op: Is het soms niet genoeg geweest? Met het bijbehorende antwoord: ja, zeer zeker! Wat dan bitter stemt - ook ik kan me aan die bitterheid niet onttrekken - is dat er anno 1992/93 in Europa nogal wat mensen rondlopen die zich aan de eis, de hartekreet "Nooit meer Auschwitz", dat wil zeggen: nooit meer barbaars, mensenverachtend en -vernietigend gedrag, niets gelegen laten liggen.

Ik hoef jullie hier geen college te geven. We weten allemaal wat zich het afgelopen jaar aan neonazi-geweld heeft afgespeeld in Rostock, in Mölln, in Duisburg nog vorige week, en bij het beschadigen en ontluisteren van joodse graven en monumenten. We volgen ongerust hoe in Oostenrijk de demagoog Haider bij de kiezers successen oogst met zijn parool "Osterreich zuerst, we hebben genoeg van die buitenlanders". In Nederland, daar waren we van overtuigd, nemen de uitingen van racistisch, antisemitisch, extreem-rechts denken niet zulke angstwekkende vormen aan, al zal menigeen daar vanochtend ineens aan zijn gaan twijfelen, toen we zagen of hoorden dat het nieuwe Auschwitz-monument hier in Amsterdam moedwillig kapot is gemaakt. Het komt op zo'n moment ineens wel erg dichtbij. Zoals we ook schrikken van voetbalsupporters die "op jodenjacht" willen, van een columnist die ongestraft wat hij noemt "de vier mei industrie" door het slijk mag halen, of van een illegalendebat waarin niet alle politici zich zo beginselvast hebben opgesteld als je zou mogen verwachten.

Dit treurige overzicht is natuurlijk niet compleet zonder de oorlog die in Joegoslavië woedt, de eerste oorlog sinds 1945 in Europa, een strijd waarin onder de noemer van "etnische zuivering" meer dan twee miljoen mensen van huis en haard verdreven zijn en tienduizenden vrouwen, kinderen en mannen die in de ogen van hun belagers tot de "verkeerde bevolkingsgroep" behoren, zijn vermoord, mishandeld of verkracht. Dit alles praktisch onder het oog van verslaggevers en televisieploegen, terwijl de internationale gemeenschap ra­deloos en schijnbaar machteloos staat toe te kijken.

Page 11: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

Het is, ik zei het al, een somber stemmend beeld. En het is daarom geen wonder dat zich bij velen van ons, af en toe, overdag, maar misschien vaker 's nachts, een moment van paniek voordoet: een panische angst, gevoed door de vraag of de demonen uit het verleden dreigen terug te keren, of het fascisme -godverdomme, godverhoede - opnieuw kansen krijgt.

Niemand kan de toekomst voorspellen en niemand kan absolute garanties geven. Toch denk ik dat we ons niet moeten overgeven aan deze paniek, en dat er ook reden is voor enige hoop. Laat ik ook dat kort proberen te illustreren. Recente opiniepeilingen in Frankrijk, waar dit jaar verkiezingen zijn, laten zien dat het Front National van Le Pen, dat een jaar geleden op bijna een kwart werd geschat, bezig is terug te zakken tot tegen de tien procent. Ook in Duitsland is de laatste twee maanden sprake van een duidelijke omslag in de publieke opinie. Het weekblad Die Zeit van deze week komt met het gegeven dat tussen oktober en januari het aantal mensen die zeiden begrip te hebben voor de motieven van de extreem rechtse geweldplegers meer dan gehalveerd is, van 17 tot 8 procent in de vroegere DDR en van 12 tot 5 procent in West-Duitsland. Het Algemeen Dagblad maakte dezer dagen melding van een landelijke peiling in Duitsland over de vraag wie men beslist niet als naaste buren wenst. De respondenten konden kiezen uit de hele waslijst, variërend van zigeuners, joden, Aidspatienten, dronkaards, drugsverslaafden en fanatieke hondenliefhebbers tot neonazi's. Het verdient vermelding dat de meesten, 77 procent, zeiden dat ze geen neonazi naast zich wilden.

Deze omslag valt natuurlijk niet los te zien van de massale, moedgevende burgerprotesten van de laatste paar maanden. Meer dan drie miljoen Duitse burgers hebben, met een kaarsje in de hand, in stilte, tegen de opkomst van racisme en neo-fascisme geprotesteerd. Ook in Wenen zijn het afgelopen weekend honderdduizenden de straat opgekomen. En zelfs wat betreft Joegoslavië is het niet alleen hopeloosheid troef. Er wordt in elk geval in tal van internationale fora koortsachtig over beraadslaagd of men niet toch iets meer zou moeten doen. In de internationale publieke opinie verheffen zich steeds meer stemmen tegen appeasement, tegen het sluiten van de ogen, het doen alsof je doof en blind bent. Ook in Nederland is er op dit punt het een en ander aan de gang, hoewel dat niet altijd voldoende aandacht krijgt. Zo is hier sinds kort een Comité voor vluchtelingen uit Bosnië actief, opgezet vanuit Vluchtelingenwerk, en gesteund door een breed scala aan politici, van Andrée van Es van Groen Links tot en met de liberale professor Joris Voorhoeve, en nog heel wat anderen. Dat comité doet een dringend beroep op de Nederlandse regering en de verantwoordelijke staatssecretaris Aad Kosto om zich niet te beperken tot een tearjerker als het vereenvoudigen van de adoptieprocedure voor babies die door verkrachting zijn verwekt, maar om nu, onmiddellijk, uit naam van de menselijkheid, vijfduizend vluchtelingen uit Bosnië extra naar Nederland uit te nodigen. Een hartverwarmend initiatief dat, lijkt me, door ons allen, zoals we hier zitten, kan worden ondersteund.

1993 wordt, ben ik bang, niet het leukste jaar dat we ooit hebben meegemaakt. Maar er is een belangrijk verschil met toen. Er is, hoe diffuus vaak ook, in de Europese publieke opinie een brede onderstroom die het verdedigen van de waarden van democratie en menselijkheid serieus opvat. "Nooit meer Auschwitz" is geen loze kreet. Terwijl ik over dit verhaal zat na te denken, schoot me ineens de tekst van dat mooie Yiddishe partisanenlied: Soeg nischt keinmoel as di geisht den letzen Weg". "Mir sennen doe", "We zijn er" staat er in dat lied. En dat is ook zo, goddank. "Mir sennen doe", ook damit ist zu rechnen.

Anet Bleich

Documentatiegroep '40-'45

De Documentatiegroep '40-'45 is een vereniging van personen en instellingen die op de een of andere manier geïnteresseerd zijn in de oorzaken, gebeurtenissen en gevolgen van de Tweede Wereldoorlog in de meest ruime zin. Dé vereniging telt een kleine 1000 leden met een bepaalde, vaak zeer gespe­cialiseerde verzameling: (amateur)historici, auteurs, musea, bibliotheken en in­stellingen op hetj " vandeTv^rfefe'^ _ log. _ - • • De vereniging acht elke . vorm van oorlogsmisdaad of vervolging op grond van ras, geloofs- of levensover­tuiging ontoelaatbaar en houdt het inspirerende voorbeeld voor ogen van degenen die zich hebben verzet tegen onmenselijk­heid en onderdrukking en tegen nationaal-socialisme en fascisme. De Documentatiegroep '40-'45 geeft het periodiek 'Te­rugblik '40-'45" uit, dat 10 x per jaar verschijnt. Hierin verschijnen artikelen op al­lerlei gebied, alsmede de vaste rubrieken "Ruilbeurs", voor leden die een collectie op een of ander gebied heb­ben, en "Boekendienst", *

, waarin boeken, bladen, pamfletten, ete. wojWeh aangeboden.

Adres: Vlasakker 20 3 l | » A i ö i e d a W \ K tel. 010-4703996

Page 12: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

Heim ins Reich

Drie jaar geleden reed ik aan het eind van mijn zomervakantie met mijn vriendin Jos via Wenen terug naar Nederland. Op de kaart hadden we gezien dat het voormalige concentratiekamp Mauthausen in de nabijheid lag van Linz, hal­verwege het traject dat we voor die dag gepland hadden. Aangezien Jos en ik behoren tot de generatie die "de oorlog niet heeft meegemaakt" voelden we een soort morele verplichting het kamp te bezoeken nu we toch zo dicht in de buurt waren. We besloten er een uurtje rond te kijken, even een broodje te eten en daarna weer verder te gaan. Het nuttige en het aangename. De zon brandde ons uit de auto en het was nog steeds een beetje vakantie.

Het "ehemalige KZ Mauthausen" ligt op een heuvel en bestaat uit twee delen: een steengroeve en een oud fort. In 1938 is het door de nazi's in gebruik genomen, eerst als verzamelplaats voor politieke tegenstanders, later als werkkamp voor joden en krijgsgevangenen uit Oost-Europa. Allen werden te werk gesteld in de steengroeve. De zware blokken die op de bodem van de groeve gehakt werden, moesten via een steile, in steen uitgehakte trap naar boven gedragen worden. Elke dag, van zonsopgang tot zonsondergang, door een haag van met zwepen bewapende SS-ers, de 250 treden tellende "Todessteig" omhoog met blokken steen van twintig kilo. "Arbeit macht frei".

Koude rillingen

Bij het oude fort, het eigenlijke kamp, krijgen we gedonder met onze studen­tenkaarten. Zelfs in een voormalig concentratiekamp wil een Hollander korting. "Rotmoffen", denk je dan. De steengroeve heeft toch wel indruk gemaakt.

De barakken van de "Haftlinge" zijn verdwenen en hebben plaats gemaakt voor grasveldjes waar je keurig omheen kunt wandelen. Op een bordje naast één van de veldjes lees ik dat er onder dat stukje gazon, een kwart van een voetbalveld groot, 16.000 mensen begraven zijn. Onder het perk ernaast liggen 10.000 mensen, naamloos. De aantallen zijn geschat. En ik sta er naast, ongeschoren, korte broek. "Uurtje rondkijken, broodje eten", hoor ik mezelf zeggen. Ik heb allang geen honger meer.

De gebouwen op het terrein zijn te bezichtigen en ik volg de pijlen door de keuken, de kwartieren van de Einsatzgruppen die het kamp bewaakten, het kantoor van de kampcommandant Franz Ziereis. Begin 1945 krijgt hij het bevel duizend doden per dag te leveren. Eindscore: 70.000. Ik stap een kamertje binnen en kijk om me heen. De ruimte is klein en betegeld, te vergelijken met een badkamer. Het moment waarop ik me realiseer dat ik me in de "douche" van het kamp bevind, is angstaanjagend. Koude rillingen. Ik hou mijn adem in als zou ik na 45 jaar nog gas kunnen inademen. Ik vermoed dat de beheerders van dit museum opzettelijk het bordje "Gaskammer" weggelaten hebben. Door de intense schrik kun je als bezoeker enigszins het gevoel benaderen dat de slachtoffers moeten hebben gehad. Hier is goed over nagedacht. Ik probeer het me voor te stellen. Mannen, vrouwen, kinderen en bejaarden kleden zich uit. Hoe voelt een zeventigjarige vrouw zich wanneer ze zich onder de ogen van een twintigjarige knaap met een geweer van haar kleren ontdoet? Of een meisje van zestien? Naast de angst, de vernedering.

De groep wordt een douche ingeduwd met maar één douchekop. Wie beseft wat er gaat gebeuren, wie sluit de ogen voor de ongelooflijke waarheid? De deur wordt afgegrendeld. De ruimte is zo vol dat bewegen nog amper mogelijk is. Zestien vierkante meter mannen, vrouwen, kinderen en oude-van-dagen. De "douche" wordt aangezet. Zyklon-B valt in het rooster. Door een chemische reactie met zuurstof ontstaat blauwzuurgas. Het gas daalt naar de grond en vult langzaam de gaskamer. Totale paniek op zestien vierkante meter. Tot de dood er op volgt.

Begin en einde

Jos en ik lopen vier uur lang in Mauthausen rond en eten aan het eind van de middag toch maar een broodje. Tegen de avond rijden we Neurenberg binnen.

Page 13: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

De weg naar de camping voert ons langs de terreinen waar de NSDAP haar jaarlijkse partijbijeenkomsten hield. Een toerist brengt jolig de Hitlergroet. In één dag zien we het begin en het einde van het nazi-regime. Het begint in Neurenberg met de "Triumph des Willens" en eindigt in Mauthausen met "Jedem das Seine".

Drie jaar na dato zie ik op t.v. beelden van Servische concentratiekampen en aanvallen op "Asylbewerberheime" in Rostock. "Auslander raus" en "etnische zuivering". Boneheads. Op elk moment in de geschiedenis kiest de mens voor de gemakkelijkste weg. Moorden, vergassen, verkrachten is eenvoudiger dan praten, proberen te begrijpen en houden van. Een vlammend zwaard hangt opnieuw dreigend boven onze hoofden. De permanente tentoonstelling in Sachsenhausen is afgebrand en ook in Mauthausen is nu brand gesticht. Europa is bezig haar concentratiekampen achter zich te verbranden. En dan denk ik, we zijn weer thuis. Heim ins Reich. In gedachte heb ik mijn koffers al gepakt.

Johan Vermeeren

^ iS «11 . "»S>\.<U^^>ft <Wt, ftn^i V " ."ui

Adreswijziging

"Joodse moeder (links) staat haar kind af aan niet-joodse vrouw". Hendrik Chabot, olieverf op doek 1942. Collectie Museum Hendrik Chabot Te zien geweest op de tentoonstelling "Valse start, ervaringen van kinderen in de Tweede Wereldoorlog" in het Historisch Museum Manalust in Apeldoorn.

Per 1 april 1993 heeft dr. W.S. de Loos zijn werk­zaamheden als internist bij de Unit Oorlogs- en Ge­weldsslachtoffers in het Academisch Ziekenhuis Lei­den beëindigd. Totdat in zijn opvolging is voorzien, worden zijn taken Jfaarge-nomen door prof. Êr. A.E.Meinders én dr. J.H.iolk. Het nieuwe adres van dr. de Loos is: Polikliniek Psychotraumatologie Academisch Ziekenhuis Utrecht/Defensie Locatie: Centraal Militair Hospitaal Heidelberglaan 100, Utrecht. Postbus 90.000, 3509 AA Utrecht tel. 030 -502333/502000

Page 14: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

Tentoonstelling over vermenging van culturen Joden onder de Islam In de 7de eeuw verkondigde de profeet Mohammed de islam. Zijn volgelingen veroverden grote, door joden en christenen bewoonde gebieden in het Midden-Oosten en rond de Middellandse Zee. De islam werd er al snel de heersende godsdienst. Jodendom en christendom werden getolereerd, omdat ze - net als de islam - monotheïstische godsdiensten waren, waaraan de openbaring van het woord van god ten grondslag lag. Maar de joden en de christenen weigerden in de boodschap van Mohammed de laatste volmaakte goddelijke openbaring te zien, wat hen in de ogen der moslims minderwaardig maakte.

Dat is de achtergrond van de tentoonstelling "Joden onder de Islam" die t /m 21 november 1993 te bezichtigen is in het Joods Historisch Museum in Amsterdam. De tentoonstelling behandelt de positie van de joden in drie islamitische gebieden: moslim-Spanje, Marokko en het Ottomaanse Rijk.

Dhimma

De moslims regelden hun omgang met joden en christenen in een contract dat hun het recht op bescherming (dhimma) bood, zolang zij belasting betaalden. De bescherming hield in dat ZIJ hun godsdienst mochten belijden en een vorm van zelfbestuur mochten hebben. Maar in het dhimma-contract werden de dhimmis - de beschermelingen - ook aan een aantal regels onderworpen die het verschil tussen hen en de moslims moesten onderstrepen. Joden en christenen waren tenslotte ondergeschikt aan de moslims, dienden zich uiterlijk van hen te onderscheiden en zich in religieus opzicht onopvallend te gedragen. Hun huizen en gebedsruimten mochten niet hoger zijn dan de huizen van moslims. Dhimmis mochten niet op een zadel te paard gaan en geen wapens dragen. En ook in de uitoefening van beroepen kwam het onderscheid tot uitdrukking: de bewerking van edelmetalen, leerlooien en het reinigen van beerputten waren typische dhimmi-beroepen.

De toepassing en sociale gevolgen van de dhimmi-wetten varieerden sterk per periode en plaats. In moslim-Spanje werden de joden weinig beperkingen opgelegd en kon de Arabische cultuur blijvend haar stempel drukken op het jodendom. In Marokko werden de regels streng toegepast. En in het Ottomaanse Rijk verkregen de joden vanaf het midden van de 15de eeuw grote vrijheden en kende de joodse gemeenschap een bloeiperiode tot halverwege de 17de eeuw.

Contractbreuk

In de 19de eeuw kwamen de landen rond de Middellandse Zee en in het Midden-Oosten onder sterke westerse invloed. In het Ottomaanse Rijk werd de on­gelijkheid tussen moslim en dhimme formeel opgeheven. Dit had alleen in het begin van de 20ste eeuw in de Nieuwe Republiek Turkije het beoogde effect. In de zich ontwikkelende Arabische staten werd de westerse inmenging gevoeld als een religieuze nederlaag en een directe schending van de regels van het dhimmi-contract, waarin de relatie tussen moslim en dhimme immers werd geregeld in termen van onderdanigheid en ondergeschiktheid. Het ontstaan van de staat Israël in 1948, een politieke bevestiging van de westerse invloed, werd als een blijvende schending van het contract ervaren. De positie van de joden in de islamitische landen verslechterde mede daardoor aanzienlijk. Dat resulteerde vanaf het eind van de jaren '40 in een massale uittocht uit die landen naar Israël of elders. Zij namen hun rijke cultuur en tradities mee.

Die cultuur wordt in de tentoonstelling in historisch perspectief gezet. De tentoonstelling biedt een scala aan voorbeelden: ceremoniële kostuums met goudborduursel, gedragen als bruids- of feestjurk door joodse vrouwen uit Marokko; originele, vaak gedecoreerde manuscripten van de 11de tot de 20ste eeuw, waaronder het enig bestaande document van de Valse Messias Sjabbetai Zevi, die de joodse wereld zo in beroering bracht; kleurrijke huwelijkscontracten, amuletten en een groot aantal ceremoniële voorwerpen; een bijzondere collectie

Page 15: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

ansichtkaarten die het alledaagse leven van de joden in Marokko aan het begin van deze eeuw weergeven. De objecten zijn voor een groot deel in bruikleen afgestaan door het Israël Museum in Jeruzalem, en voor de eerste keer in Nederland te zien.

In de Omloop van het Joods Historisch Museum is tot en met 29 augustus tevens de fototentoonstelling "Davidsster en Halve Maan, joden in Turkije 1984-1989" te zien. De Amerikaanse fotograaf Laurence Salzmann en zijn van oorsprong Turkse vrouw, de antropologe Ayse Gursan-Salzmann legden ge­durende 6 jaar het leven van de joden in Turkije vast in kleur, zowel als in zwart/wit. In het kader van beide tentoonstellingen worden regelmatig op zondagen films, lezingen en concerten georganiseerd.

Expositie

Tot 1 juli 1993 zs^ltj bet Herin neringscentrum Kamp Westerbork de expositie "Geschreven Bertéhte»^ I» zien zijn. De tentoonstelling is ingericht naar aanleiding van de presentatie;var» %et boek "Buigen onder de storm, levensschets van Philip Mechanicus, 1889-1944". Er is niet alleen veel geschreven in kamp Westerbork, veel van het­geen aan het papier werd toevertrouwd is óók be­waard gebleven. Menig dagboek en menige brief werd het kamp uitgesmok­keld. Bekend zijn het dag­boek "In Dépot" van Philip Mechanicus en de brieven van Etty Hillesum, die onder de titel "Het denkende hart van de barak" werden ge­publiceerd. In de expositie wordt niet alleen aandacht besteed aan de meer bekende publi­caties, maar bovenal ook aan de vele, bij tijd en wijle unieke brief jes, brieven en dagboeken die in Wester­bork zijn geschreven. Juist uit deze manuscripten en documenten ontstaat een beeld van een dwangge-meenschap van binnenuit.

adres: Oosthalen 8 9414 TG Hooghalen tel. 05939-2600 Open: ma t/m vr 9.30 -17.00 uur za en zo 13.00 -17.00 uur

Moeder in traditioneel joodse kleding met westers geklede dochter. Thessaloniki, ca. 1910. Willy Lindwer Judaica Collectie.

Page 16: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 03 Mei

Uiteindelijk

Ik hoef niet naar een plek te gaan.

waar jullie: onbekende oma onbekende opa onbekende ooms onbekende tantes onbekende neefjes onbekende nichtjes:

ik hoef alleen maar stil te staan.

weet de herkenning en de pijn, van jullie

die mij dierbaar zijn.

Renée Bruijning-Meijer

Zij lopen met mij mee

Zij lopen met mij mee door Amsterdam, de schimmen van voor negentien twee en veertig.. de Jodenbreestraat door langs de Albert Cuijp over de grachten en het plein en door nieuw-zuid, dag meneer Cohen.. dag meneer Agsteribbe.. dag mevrouw Broekman.. dag mevrouw Davidson.. namen, namen, eindeloze bladen vol gescheurd uit de telefoongids van negentien veertig, gescheurd uit het boek des levens, door een ruwe hand eruit gerukt een verkreukt papier waarvan nog snippers achterbleven in het telefoonboek der herinnering., telefoon: klank uit de verte.. ach, hoe oneindig ver verwaaid zijn ze die klanken., over die grens hier achter., gestalten, gezichten, vage contouren uit het voorgoed gesloten foto-album der memorie-zij lopen met mij mee door Amsterdam, de eindeloze massa schimmen., waar ik ga waar ik ben bewust of onbewust op al die plaatsen van mijn levens overal overal-dag Bram., dag Rebecca.. dag Belia.. dag Philip., dag Joseph.. dag Benjamin., zij lopen met mij mee door Amsterdam al die schimmen... tot ééns

mijn schim zich bij de hunne voegen zal

Mijn oma.

Het woord moeder had voor jou geen betekenis meer.

de inhoud was je afgenomen, toen ze je

kinderen ophaalden en je kleinkinderen,

die vanzelfsprekend, vaak druk te druk

om je heen leefden. je moet het niet hebben kunnen bevatten.

Simon de Haas hoe kon je dan mijn oma zijn,

een nieuw baby in die tijd.

je hebt me in ieder geval gezien en aangeraakt.

Renée Bruijning-Meijer