Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 05 Oktober

8
37e jaargang, nr. 5, Oktober 1993. Verschijnt 6x per jaar Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Comité; postbus 74131, 1070 BC Amsterdam A u s c h w i t z B u l l e t i n Onomkeerbare ommekeer Oneindig lang draait de aarde rond. Zelden is er zo veel wat leek vast te liggen of vast te staan omgedraaid als in onze dagen. Weken lijken eeuwen: het gaat om dagen. De tegenstelling oost-west, die zo duurzaam leek, is verwaaid tot een hoopje as. Nog veel sneller werd de voor eeuwig uitgeroepen kloof Israel-Palestijnen, d.w.z. PLO, overbrugd. Dooi in de woestijn. Een rest kolonialisme wordt uitgespit. Een scheidsmuur als die van Berlijn viel weg. Hoe kort is het geleden dat een Israëli voor een paar woorden, gewisseld met een PLO-lid, in het gevang belandde. Hoe symbolisch moeten twee mannen, wier werkterrein slechts enkele kilometers van elkaar ligt, een oceaan over en te gast zijn bij de machtigste man op aarde om elkaar voor het eerst de hand te schudden. De afstand tussen hen was groot en schijnbaar onoverkomelijk. Het is afwachten, zei menige geïnterviewde aan beide zijden. Maar de gezette stap is onomkeerbaar; twee onverzoenlijken hebben elkaar erkend. Laten wij ons voegen bj de jonge vrome filosoof die op die 13de september hoop ontleende aan de geschriften van de grote Maimonides. Onderhandelen met vijand Hier past een terugblik en de aantekening dat men met zijn vrienden niet altijd hoeft, maar met zijn vijanden dient te onderhandelen. De onderhandelaars moeten namens de vijand of de vroegere vijand kunnen spreken, omdat anders regeerders van het moment of later terecht kunnen aanvoeren dat de vredes- regelaars respectievelijk ondertekenaars van een vredesverdrag daartoe niet gemachtigd waren. Generaal Blaskowitz, die op 4 mei 1945 de wapenstilstand ondertekende, deed dat als vertegenwoordiger van de Wehrmacht, van de nazi-regering. Ook als de tegenstander niet verpletterd is, zoals het Duitsland van 1945, laat men niet na een vredesverdrag te sluiten, omdat men de tegenpartij niet hoog inschat. Of zelfs als terrorist beschouwt. Integendeel, juist dan heeft men een troef in handen. Koek en ei is het in het Midden-Oosten nog lang niet, maar een belangrijk keerpunt is bereikt. Een overeenkomst, nog geen vredesverdrag, maar een inleiding daartoe is getekend. Hoe lang en diep de nasleep van conflicten voortduurt, blijkt uit de kwestie Poncke Princen. Sinds lang, maar blijkbaar met verstomde stemmen uit het verleden drongen door tot de Haagse binnenkamers en -zaaltjes. De man die ook met en tegenover ministers voor de mensenrechten opnam, werd buiten de Nederlandse deur gehouden en weg van zijn kinderen. Ook na bijna een halve eeuw was afscheid van een koloniaal verleden moeilijk. Men had niets en geleerd en niets vergeten. Nog steeds Demjanjuk Op allerlei gebied leeft het verleden, ons verleden voort. Al verdwijnen geleidelijk uiteraard wel en niet gestrafte oorlogsmisdadigers, telkens komt het nog tot Nederlands Auschwitz Comité Voorzitster: Annetje Fels- Kupferschmidt Secretariaat; H. Sarfatij Postbus 74131, 1070 BC Amsterdam Penningmeester: J. M. Waterman, Wulp 30, 1111 WJ Diemen tel. 020 - 6996562 Bankrek: AMRO/ABN, bHk. Va* Baertestraat 58/ Amsterdam rek. 40.01.75.088. Postgiro 293087 en 4875500. Hoofdredactie: drs. Eva Tas Redactie. Max. Arian, Anet Bleich, Clairy Polak Redactie-adres Nieuwezijds I Voorburgwal 286, 1012 RT Amsfftrdam tel 020 - 6261353 Abonnementen- administratie* Jacques Qri^wyec, ^_ Knoopkruid 54' i' 1112 PV Diemen *. tel. 020499 065*"*" '

description

Hoofdredactie: drs. Eva Tas Redactie. Max. Arian, Anet Bleich, Clairy Polak Redactie-adres Nieuwezijds I Voorburgwal 286, 1012 RT Amsfftrdam tel 020 - 6261353 Abonnementen- administratie* Jacques Qri^wyec, ^_ Knoopkruid 54' i' 1112 PV Diemen *. tel. 020499 065*"*" ' Nog steeds Demjanjuk Onderhandelen met vijand Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Comité; postbus 74131, 1070 BC Amsterdam 37e jaargang, nr. 5, Oktober 1993. Verschijnt 6x per jaar

Transcript of Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 05 Oktober

Page 1: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 05 Oktober

37e jaargang, nr. 5, O k t o b e r 1993. Verschijnt 6x per jaar

Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Comité; postbus 74131, 1070 BC Amsterdam

A u s c h w i t z B u l l e t i n

Onomkeerbare ommekeer Oneindig lang draait de aarde rond. Zelden is er zo veel wat leek vast te liggen of vast te staan omgedraaid als in onze dagen. Weken lijken eeuwen: het gaat om dagen. De tegenstelling oost-west, die zo duurzaam leek, is verwaaid tot een hoopje as. Nog veel sneller werd de voor eeuwig uitgeroepen kloof Israel-Palestijnen, d.w.z. PLO, overbrugd. Dooi in de woestijn. Een rest kolonialisme wordt uitgespit. Een scheidsmuur als die van Berlijn viel weg. Hoe kort is het geleden dat een Israëli voor een paar woorden, gewisseld met een PLO-lid, in het gevang belandde. Hoe symbolisch moeten twee mannen, wier werkterrein slechts enkele kilometers van elkaar ligt, een oceaan over en te gast zijn bij de machtigste man op aarde om elkaar voor het eerst de hand te schudden. De afstand tussen hen was groot en schijnbaar onoverkomelijk. Het is afwachten, zei menige geïnterviewde aan beide zijden. Maar de gezette stap is onomkeerbaar; twee onverzoenlijken hebben elkaar erkend. Laten wij ons voegen b j de jonge vrome filosoof die op die 13de september hoop ontleende aan de geschriften van de grote Maimonides.

Onderhandelen met vijand

Hier past een terugblik en de aantekening dat men met zijn vrienden niet altijd hoeft, maar met zijn vijanden dient te onderhandelen. De onderhandelaars moeten namens de vijand of de vroegere vijand kunnen spreken, omdat anders regeerders van het moment of later terecht kunnen aanvoeren dat de vredes-regelaars respectievelijk ondertekenaars van een vredesverdrag daartoe niet gemachtigd waren. Generaal Blaskowitz, die op 4 mei 1945 de wapenstilstand ondertekende, deed dat als vertegenwoordiger van de Wehrmacht, van de nazi-regering. Ook als de tegenstander niet verpletterd is, zoals het Duitsland van 1945, laat men niet na een vredesverdrag te sluiten, omdat men de tegenpartij niet hoog inschat. Of zelfs als terrorist beschouwt. Integendeel, juist dan heeft men een troef in handen. Koek en ei is het in het Midden-Oosten nog lang niet, maar een belangrijk keerpunt is bereikt. Een overeenkomst, nog geen vredesverdrag, maar een inleiding daartoe is getekend. Hoe lang en diep de nasleep van conflicten voortduurt, blijkt uit de kwestie Poncke Princen. Sinds lang, maar blijkbaar met verstomde stemmen uit het verleden drongen door tot de Haagse binnenkamers en -zaaltjes. De man die ook met en tegenover ministers voor de mensenrechten opnam, werd buiten de Nederlandse deur gehouden en weg van zijn kinderen. Ook na bijna een halve eeuw was afscheid van een koloniaal verleden moeilijk. Men had niets en geleerd en niets vergeten.

Nog steeds Demjanjuk

Op allerlei gebied leeft het verleden, ons verleden voort. Al verdwijnen geleidelijk uiteraard wel en niet gestrafte oorlogsmisdadigers, telkens komt het nog tot

Nederlands Auschwitz Comité Voorzitster: Annetje Fels-Kupferschmidt Secretariaat; H. Sarfatij Postbus 74131, 1070 BC Amsterdam Penningmeester: J. M. Waterman, Wulp 30, 1111 WJ Diemen tel. 020 - 6996562 Bankrek: AMRO/ABN, bHk. Va* Baertestraat 58/ Amsterdam rek. 40.01.75.088. Postgiro 293087 en 4875500.

Hoofdredactie: drs. Eva Tas Redactie. Max. Arian, Anet Bleich, Clairy Polak Redactie-adres Nieuwezijds I Voorburgwal 286, 1012 RT Amsfftrdam tel 020 - 6261353 Abonnementen­administratie* Jacques Qri^wyec, ^_ Knoopkruid 54' i' 1112 PV Diemen *. tel. 020499 065*"*" '

Page 2: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 05 Oktober

1995

Het Goethe Instituut te Rotterdam heeft aangekon­digd oud-gevangenen van nazi-kampen te willen inter­viewen ter gelegenheid van de herdenking in 1995 van de val van het Nazi-regime (en onze bevrijding), een halve eeuw na 1945.

Oproep Ik ben op zoek naar infor­matie over de onderduik­periode van mijn vader, A. Wagenaar (geb, 1917). Mijn vader heeft van 1942-1944 ondergedoken gezeten op de Linnaeuskade in Amsterdam. Aangezien mij verdere gegevens onbekend zijn, zou ik graag in contact willen komen met mensen die rèijlètf kunnen vertel-. ten èïm onderduikadressen'-'-., ' op deWnnaèuskade.

$i£.;W|g#naar

Tederééii :dte mevrouw Wagenaar denkt te kunnen helpen, gelieve een briefje t e s^iïye^-Bpar.het. ' i^a^i#a|[rès vai tbet; ,-AMséhivltz' Bulletin.

Erkenning van Israël door het Vaticaan is op komst. De Paus heeft verklaard Jeruzalem te willen bezoeken.

processen. In het bijzonder als zij hun biografie deels hebben verzwegen of vervalst, vooral bij emigratie naar de Verenigde Staten. Zo kon met behulp van belastend materiaal en getuigeverklaringen niet worden hard gemaakt dat de Demjanjuk die te Jeruzalem terecht stond en ter dood was veroordeeld inderdaad "Iwan de Verschrikkelijke" van Treblinka was. Wel kwam aan het licht dat hij in het dodenkamp Sobibor actief was geweest. Dat een nieuwe rechtszaak vaster bewijsgronden zou opleveren leek niet waarschijnlijk. De Oekrainer werd dan ook niet opnieuw gedagvaard. Wij menen dat de Israëlische justitie haar plicht heeft gedaan, zoals te verwachten was. De stellig verre van onschuldige Demjanjuk is niet ongemoeid gelaten. De wereldopinie is opnieuw met een essentieel deel van de Sjoa geconfronteerd. De jongere generaties van Israël ook, en wel in levende lijve. Dit mag ook voor de zwaar getroffen getuigen voldoende zijn.

De oorlog is voorbij

"De" oorlog is lang voorbij. Maar oorlogen woeden aan alle kanten. Het Derde Rijk van Hitier en Himmler staat nog alleen in geschiedenisboeken, maar dagelijks meldt de radio wel een hakenkruis en vernieling op een joodse begraafplaats. Zelfs in Middelburg - één van de eerste plaatsen in Nederland waar zich joden vestigden - bleken twee 14-jarige jongens schuldig aan baldadige vreemde­lingenhaat. Middelburgs bevolking demonstreerde breeduit. Veelvormig racisme steekt - waar niel - de luizekop op. Een cynische herleving vinden wij in de zogenaamde etnische zuivering, nota bene in voormalig Joegoslavië. Niet alleen heeft dat nu uiteengespatte land ruim een tiende van zijn bevolking destijds onder de nazi-bezetting verloren, er woonden eeuwenlang zo goed en zo kwaad als het ging, mensen met elkaar van verschillende afkomst maar ook met verschillende taal en godsdienst. Vaak ging het eerder kwaad dan goed, maar de huidige moord en doodslag betekent een dieptepunt. Tot zover niets nieuws, helaas. Terwijl in één gebied vrede wordt ingeleid, vallen er bommen van Noord-lerland tot Zuid en tropisch Afrika, in de Kaukasus en midden-Azië, in Turkije en Bosnië. Wordt vervolgd.

Zelden lopen oude geschiedenis, recent verleden, heden en nabije en verdere toekomst, het hier en nu, het dan en ver weg zo zeer samen als vandaag. Wij kunnen alleen maar hopen dat men het stellig bochtige pad naar vrede vindt. Een weg terug is er niet.

Eva Tas

Wilt u zich (gratis) abonneren op dit blad of heeft u familie, vrienden of kennissen die op de hoogte willen blijven van de activiteiten van het Nederlands Auschwitz Comité 7 Indien u onderstaande bon invult en opstuurt naar dhr Jacques Grishaver, Knoopkruid 54, 1112 PV Diemen, ontvangen zij vijf maal per jaar het blad van het Nederlands Auschwitz Comité. Aan het abonnement zijn geen kosten verbonden. Wel ontvangen alle abonnees één maal per jaar een acceptgirokaart voor een vrijwillige donatie ten behoeve van de voortgang van het werk van het Nederlands Auschwitz Comité.

naam:

adres.

postcode en woonplaats.

land: . . .

Opsturen naar dhr. Jacques Grishaver, Knoopkruid 54, 1112 PV Diemen (Als u het blad niet wilt beschadigen kunt u de bon ook fotocopieren of overschrijven)

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 05 Oktober

Tocht naar Westerbork Het Nederlands Auschwitz Comité organiseert op zondag 17 oktober een tocht naar het voormalige kamp Westerbork en het Herinneringscentrum Westerbork.

Op het voormalige kampterrein worden de deelnemers rondgeleid door oud­gevangenen van Westerbork. In het Herinneringscentrum bestaat de mogelijkheid om, onder deskundige begeleiding, de permanente expositie te zien en de speciale tentoonstelling over Sobibor, die dan net geopend is. Jules Schellevis, over­levende van Sobibor, zal die dag ook in het Herinneringscentrum zijn.

De bedoeling is om vanuit Amsterdam met twee bussen naar Westerbork te reizen. We vertrekken om 10.00 uur vanaf het parkeerterrein schuin tegenover de synagoge van de LJG in de Jacob Soetendorpstraat. Omstreeks 12 uur zal even worden gestopt voor koffie, thee en/of toiletbezoek. We lunchen niet onderweg, dus wellicht dat sommige deelnemers zelf een boterham mee willen nemen. Omstreeks 13.00 uur komen we bij het Herinneringscentrum aan en rijden we meteen door (géén stop dus) naar het voormalige kampterrein. Om 15.00 uur zijn we terug bij het Herinneringscentrum, waar thee en koffie worden geserveerd. Daarna is er gelegenheid de tentoonstellingen te bezoeken. Mensen die langer op het voormalige kampterrein willen blijven, zijn daar uiteraard vrij in. Er rijden regelmatig busjes heen en weer tussen het kampterrein en het Herinneringscentrum. Om 17.00 uur vertrekken we richting Amsterdam. Onderweg, ongeveer hal­verwege, dineren we met z'n allen. Het plan is om tussen 21.00 en 21.30 uur weer terug te zijn in de Jacob Soetendorpstraat.

We gaan met twee bussen en dat betekent dat er maximaal 90 mensen met deze speciale tocht mee kunnen.

De kosten zullen 80 gulden per persoon bedragen. Na inschrijving ontvangt u een accept-girokaart. U kunt zich nog tot uiterlijk 7 oktober telefonisch opgeven bij Judith Waterman, tel. 020-6996562.

Oproep

Het Zuidhollands Verzets­museum «#lgrl|g in con­tact komen met mensen die in de Tweede Wereldoorlog een periode in het concen­tratiekamp Theresienstadt hebben doorgebracht. Het museum is een tentoonstel­ling aan het voorbereiden over Theresienstadt. Er worden ook tekeningen tentoongesteld die de Tsje­chische kunstenaar Adolf Aussenberg in dit kamp heeft gemaakt. Zo mogelijk willen we met mensen die in Theresien­stadt geweest zijn een mid­dag houden om gedachten en ervaringen uit te wisse­len. ••<**.. Als u niet voelt voor een bij­eenkomst, maar er wel over wilt vertellen, neemt u dan alstublieft toch contact met ons op, wellicht heeft u in-, formatie voor ons of materi­aal dat wij voor de ten­toonstelling kunnen gebruiken.

Weet u iets over de persoon Adolf Aussenberg, dan ho­ren wij dat graag zo spoe­dig mogelijk van u. U kunt contact opnemen met Ste­fan Rutten en Hans van Keulen

Zuidhollands Verzets­museum Turfmarkt 30 2801 HA Gouda tel 01820-20385

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 05 Oktober

Wiesenthal

Het Nederlands Auschwitz Comité heelt '<êé volgende brief gestuurd aan de beer Simon Wiesenthal in We­nen. Dit in antwoord op de oproep, die hij op 21 Juli deed aan de overlevenden van het Nazi-regime en de oud-verzetsstrijders overal ter wereld, niet werkeloos toe te zien hoe de bevolking van Sarajevo dagelijks lijdt

Zeer geachte heer Wiesenthal,

Het Nederlands Auschwitz Comité geeft graag gehoor aan uw oproep, te doen aan de Nederlandse regering en de leden van de Tweede Ka­mer, om te bewerkstelligen dat er een einde komt aan de misdaden tegen on­schuldige, ongewapende burgers van Sarajevo, die aan de strijd om hun stad part noch deel hebben. Met u vinden wij dat wij, als overlevenden van dé Nazi-concentratiekampen, en hun kinderen de plicht bettfcin ervoor te waarschu­wen dat volkerenmoord nooit-mmêe' jnag voorkomen.

Het dagelijks bestuur van het Nederlands Auschwitz Comité.

Begin van vrede voor Israël en Palestijnen Bijna-wonder in het Midden-Oosten Mijn eerste kennismaking met Israël was in 1968. Ik was 17, toen, en Israël 21. Ik vond het een mooi land, maar wel een tikje saai; Amsterdam was destijds in de ban van de Provo's, in Parijs en Berlijn woedden de studentenrevoltes. In Rehovot, waar ik bij mijn oudste zus logeerde, leek de verbeelding een stuk minder aan de macht.

Mijn zus en haar man namen me een dagje mee naar Oost-Jeruzalem. Naar de Klaagmuur en inkopen doen in de nauwe straatjes met hun Arabische winkeltjes. Dat was een totaal andere wereld. De manier waarop de Israëli's er, zonder verder op of om te kijken, op koopjes joegen, gaf me een onbestemd gevoel van onbehagen. Laten we maar gauw weer gaan, dacht ik.

Politiek leek de zaak me zo helder als wat. Israël moest met rust gelaten worden en in vrede kunnen leven, het in 1967 bezette gebied moest zo gauw mogelijk aan de Palestijnen teruggegeven worden. Dat leek logisch, maar het idee sloeg minder aan dan ik had verwacht. De Israëli's die je sprak hamerden met grote nadruk (en niet ten onrechte) op het feit dat geen enkel Arabisch land neigingen vertoonde om vrede met Israël te sluiten. Over hoe het verder moest met het veroverde gebied en met de Palestijnen, daar leken ze niet wakker van te liggen.

Palestijnen heb ik daar die keer nauwelijks gesproken, maar in Nederland was net een Palestina Komitee gevormd, dat fel tekeer ging tegen het onrecht, de Palestijnen aangedaan en tegen het onrechtmatig karakter van Israël. Vreedzaam samenleven met de joodse staat was in die kring beslist geen doelstelling. Voor het compromis dat me zo logisch leek, was ter plekke zowat niemand warm te krijgen. Jammer, dacht ik, en ik besteedde mijn aandacht aan andere dingen.

Toch heeft Israël me nooit meer losgelaten. Natuurlijk niet. Tenslotte woonde mijn zusje daar, met haar man, zoon en dochter. Eigenlijk was ze mijn nichtje, haar ouders waren in de Tweede Wereldoorlog na verraad in Brussel opgepakt en vermoord in Auschwitz. En ze was, zoals we weten, bepaald niet een van de weinigen voor wie Israël, na de allesdoordringende waanzin van de Sjoa, nieuw leven en nieuwe hoop vertegenwoordigde. Yad Vashem, de meest indrukwekkende gedenkplaats die ik ooit gezien heb, roerde me tot tranen. Ik ben nog eens vreselijk kwaad geworden op kritische Nederlandse kennissen die spottend opmerkten dat Yad Vashem het meest effectieve propagandamiddel was waarover de Israëlische politiek beschikte. Dat was niet waar, en bovendien zou je niemand zulke 'propagandamiddelen' toewensen.

Moeilijk te ontkennen viel echter dat de Shoa in het Israëlische politieke denken vaak een functie vervulde die me nogal verbijsterde. 'Dat nooit meer', nee natuurlijk, maar het scheen dikwijls te betekenen dat zoiets ons joden nooit meer mocht overkomen (uiteraard); dat het ook de meest dramatische aanmaning was tegen moord en onderdrukking in het algemeen, leek daarbij dan geen punt van overweging. Je zag joodse vrouwen in nederzettingen achter prik­keldraad, die hun angst en afkeer van de Arabische vijand uitschreeuwden. 'Dat nooit meer!' Het gaf een treurig gevoel.

De vele keren dat ik nog in Israël ben geweest, werd zowel de verbondenheid als het gevoel te maken te hebben met een haast onontwarbare reeks van tragische dilemma's steeds sterker. Er waren lichtpunten, Sadat in Jeruzalem, de vrede met Egypte, de opkomst van een Israëlische vredesbeweging, ver-zoenender geluiden uit het Palestijnse kamp. En toch leek de kloof, veroorzaakt door het onwrikbare gevoel van de meerderheid aan beide kanten dat zij gelijk hadden en 'de vijand' ongelijk, zo breed, dat het utopisch was te veronderstellen dat Israël en de PLO die vicieuze cirkel ooit op eigen kracht zouden doorbreken.

Dat we dat nu toch mogen meemaken, lijkt op een wonder. Zouden de briefjes die ik geregeld in de Klaagmuur stopte, met onveranderlijk de wens naar vrede en een vergelijk, dan toch hebben gewerkt? Een bijna-wonder, zegt mijn neef, theaterproducer te Tel Aviv, die ik voor eeuwig in mijn hart sloot op het moment

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 05 Oktober

dat hij boos wegliep, toen ik hem, een jaartje geleden, in vol ornaat als reserve-officier, met geweer en al wilde fotograferen. 'Zo wil ik niet gezien worden' zei hij. Een bijna-wonder, zegt hij nu, want het is niet door God, maar door mensen tot stand gebracht.

En inderdaad, zoveel jaren na 1968 kwam in Israël en bij de Palestijnen de verbeelding aan de macht. Te hopen valt dat die zich staande houdt in het spervuur van terreur, fanatisme en obscurantisme. God geve het, zou je bijna zeggen.

Anet Bleich

Overleden

Deze zomer (24 juli) over­leed, 79 jaar oud, Ben Polak, een van de meest karakteris­tieke figuren in de kringen van verzet ên vervolging. Destijds verzetsman van het eerste uur, was hij -huisarts bij uitstek - hoogle­raar in het huisartsenvak. Hij bleef voorvechter van de mensen uit verzet en ver­volging. Ook als Amster­dams wethouder heeft hij naar zijn inzichten kunnen werken. Een zeer grote kring van pa-tienten en leerlingen zal hem als een lichtend voor­beeld blijven zien. Op 3 oktober, de dag waarop hij 80 jaar zou zijn geworden, wordt te zijner eer om 13.00 uur een bijeen­komst gehouden in de Stadsschouwburg te Amsterdam.

E.T.

Twee trouwe vrienden ver­loren wij in de afgelopen maanden. Hub van de Mee-rendonk, lange jaren de toe­gewijde directeur van de Stichting '40-'45. Ook Nan Bootsman, onver­moeibaar bestuurder van Verenigd Verzet, viel weg uit ons midden. Wij zullen ze beiden missen.

N.A.C.

Het gerestaureerde Auschwitz-monument. Sake Rijpkema (c)

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 05 Oktober

In het Legermuseu m te "Oén't^ift^iuf ustus het Ve­teranen Informatie Punt geopend. Veteranen, gewe­zen militairen die hebben gediend onder oorlogsom­standigheden (ook bij de koopvaardij), kunnen hier met hun vragen terecht. Dat geldt ook voor hun fa­milie, voor hulpverleners, wetenschappers of alge­meen geïnteresseerden. Er is veel documentatie be­schikbaar over de periode 1945 (het uitroepen van de Republiek Indonesië) tot 1962 (de overdracht van Nieuw-Guinea). In de start­fase van het VIP ligt ó*e na­druk op de jaren tussen 1945 en 1956, toen duizen­den Nederlandse en Neder­lands-Indische militairen betrokken raakten bij de on­afhankelijkheidsoorlog in het huidige Indonesië. In de toekomst zal het onder­zoeksveld geleidelijk wor­den uitgebreid vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog tot en met de diverse VN operaties waar­aan Nederlandse militairen hebben deelgenomen.

Adres: Legermuseum Korte Geer 1 2611 CA Delft tel. 015-150500

Reacties In het Auschwitz Bulletin van januari 1993 stond een lang artikel, geschreven door Shmüel Hacohen over zijn moeder, culminerend in een aangrijpende beschrijving van de laatste reis van haar leven: naar het vernietigingskamp Sobibor. Tegen een passage in dit verhaal maken Bozena Borysowicz en Lisetta Stembor ernstig bezwaar. In deze passage ruilt een Poolse boer tegen geld en sieraden met joden, die in de trein zijn opgesloten, een kroes vloeistof, die echter uiteindelijk urine blijkt te bevatten. Volgens de briefschrijfsters is dit volkomen onmogelijk, aangezien de treinen daarvoor veel te goed bewaakt werden door de Duitsers. Maar belangrijker vinden zij het dat deze passage weer eens het beeld van antisemitisme in Polen bevestigt, dat men ook in de boeken van Leon Uris kan vinden. Er werd echter tijdens de oorlog door veel Polen ook hulp verleend aan de joden. Bijvoorbeeld door wapens, voedsel, medicijnen en kleren te leveren aan het Warschause getto (onder meer door de vader van een van de twee briefschrijfsters, dr. Jerzy Borysowicz). Men mag bovendien niet vergeten dat op elke vorm van hulp aan joden de doodstraf stond: 'Wie zelf de nazi-bezetting in Polen heeft meegemaakt, kan zijn ogen nauwelijks geloven bij het lezen van de schaamteloze leugens van Leon Uris in de trant van "Zo de Polen al niet openlijk instemden met de uitroeiing van hun joden, zij protesteerden in ieder geval ook niet. De lastercampagne tegen het Poolse volk gaat nog steeds door, helaas ook via uw Bulletin... Deze verdachtmakingen zijn een poging tot haat zaaien tussen de volkeren en tussen bevolkingsgroepen, geheel in strijd met de doelstellingen van uw Comité. Uw leuze "Nooit meer Auschwitz" impliceert immers de noodzaak tot het kweken van begrip tussen de volkeren.'

Ook een passage uit een stuk van Max Arian, Auschwitz Bulletin juli 1993, heeft kritiek opgeroepen. In een passage over de problemen in het voormalig kamp Auschwitz, verzucht hij: 'En wat zal er gebeuren met het enorme, aanstootgevende houten kruis dat in de tuin van dat klooster staat? Moeten we dat eigenhandig omzagen of zullen de nonnen het met zich meenemen?' J.F.Beckman uit Leiderdorp schrijft ons hierover, dat het hem verdriet dat een zo onverdraagzame opmerking werd opgenomen in een blad dat gewijd is aan de slachtoffers van onverdraagzaamheid. Voor zover hem bekend zou het kruis zijn opgericht ter nagedachtenis aan de vele Poolse verzetsmensen die op die plek zijn gefusilleerd: 'Met alle respect en gevoelens van medeleven met mijn Joodse medegevangenen en vrienden - welke gevoelens ik (naar ik meen) toen, onder zeer moeilijke en gevaarlijke omstandigheden heb bewezen - meen ik toch te moeten opmerken dat ik NIET kan begrijpen dat men het anderen niet gunt, hun doden (op de plek waar zij gedood zijn) te gedenken... Wij die Auschwitz overleefd hebben, weten toch, dat we dat mede hebben kunnen doen, omdat we elkaar hielpen tegen de onverdraagzaamheid van de anderen.' Hieraan wordt door R.F.R. Beekman uit Vaassen toegevoegd: 'Waarom mogen niet-Joodse slachtoffers van de Nazi's niet geëerd en herdacht worden met een monument in de vorm van een kruis en de joodse slachtoffers wel met een monument, voorzien van een Davidsster.'

Max Arian tekent hierbij aan: Bij nader inzien betreur ik de formulering in mijn verslag van de vergadering van het Internationale Auschwitz Comité. Mijn bedoeling was niet letterlijk voor te stellen het kruis om te zagen, maar vooral aan te geven hoe wanhopig de deelnemers aan de vergadering soms worden van de ontwikkelingen in het voormalige kamp Auschwitz. Inderdaad nemen vele bezoekers aanstoot aan het nogal groot uitgevallen kruis in de tuin van het Theatergebouw, waar het klooster gevestigd was. Ik meen dat ook een Davidsster van die omvang daar niet op z'n plaats zou zijn. Het Internationale Auschwitz Comité is van mening dat geen enkele religie of politieke richting Auschwitz mag claimen. Is het overigens mogelijk dat wij het over verschillende kruisen hebben? Zeker was het niet mijn bedoeling onverdraagzaamheid uit te dragen of te propageren. Overigens hebben de nonnen, volgens Het Parool van 1 september 1993, het gebouw doorverhuurd aan een extreem-rechtse en nationalistische afgesplitste organisatie van oorlogsslachtoffers, geleid door een 'notoire antisemiet'. De burgemeester van de gemeente Oswicziem weigert deze organisatie echter tot nu toe de toegang tot het gebouw. Lang niet iedereen in Polen is antisemitisch, maar reden voor zorg is er jammer genoeg telkens weer.

Page 7: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 05 Oktober

Ania Bien: "Home" in het JHM Foto-installatie over wereld zonder mensen "Home" is de titel van een nieuwe foto-installatie van beeldend kunstenares Ania Bien. De foto's verwijzen naar drie ruimten die eerder werden ingenomen door thuislozen (home-less), maar die nog slechts de sporen van menselijke aanwezigheid vertonen. De mens is in dit werk teruggebracht tot het meest primitieve bestaansniveau, als aanduiding van wat Bien ziet als een steeds verder afkalvend waardenstelsel in onze maatschappij. Afwezigheid van intermenselijke betrokkenheid is daarvan het gevolg, in de ogen van Ania Bien.

Ethische en morele vraagstukken binnen met name de westerse maatschappij vormen een belangrijk uitgangspunt in het werk van Bien. Zelf legt ze verband tussen haar werk en het feit dat ze behoort tot de tweede generatie. Geboren in 1946 in het Poolse Krakow, opgeleid in de Verenigde Staten en werkzaam in Nederland beschouwt ze haar werk als het resultaat van haar ervaringen als immigrant, het steeds aanwezige gevoel van gemis dat haar leven beheerst en het besef van het grote belang dat het begrip "Thuis" heeft in de joodse cultuur.

Behalve "Home" worden er nog drie drieluiken van Ania Bien tentoongesteld in het Joods Historisch Museum: "Wall in shadow" uit 1975, "Checkpoint Charhe" uit 1981 en "In the new world" uit 1989.

Opendag

Ph jaar Bestaat Centrum '45 te Oegstgeest 20 jaar. Ter wering van dit vierde lustrum zal in oktober o.a. een open dag voor cliënten en ex-cliënten worden georganiseerd. Ex-cliënten die hiervoor een uitnodiging willen ontvan­gen, maar van wie mogelijk bij Centrum '45 geen adres meer bekend is, worden verzocht zelf telefonisch contact op te nemen met het Centrum (vragen naar de heer Vogelaar of me­vrouw Yilmaz). Ook schrif­telijk kan het huidige adres naar Centrum '45 worden gezonden, dit graag met vermelding 'open dag*.

Stichting Centrum '45 Rijnzichtweg 35 2342 AX Oegstgeest tel. 071-155242

Stichting 1S40*1945 verhuist

Woensdag 6 oktober opent minister Hedy d'Ancona van WVC de nieuwe behui­zing van het hoofdkantoor van de Stichting 1940-1945 in Diemen-Zuid. Ter gele­genheid van de opening wordt in het kantoorge­bouw een expositie gehou­den rond het thema verzet. Op zaterdag 9,16,23 en 30 oktober van 10.00 -17.00 Uur en op aanvraag zijn werken te zien van dertig kunstenaars, onder wie Ar-mando, Metten Koornstra en Borek Sipek. Het nieuwe adres van de Stichting is

Stichting 1940-1945 Nienoord 5 1112 XE Diemen

home (drieluik, één deel is hier afgebeeld)

Page 8: Auschwitz Bulletin, 1993, nr. 05 Oktober

Agenda

-9 oktober: Tweede thema­dag naoorlogse generatie over de Indische identiteit in De Rank, Nijemonde 2 in Nieuwegein. Aanvang on­bekend (020-6648287) -14 oktober: Open dag Stichting Centrum '45, ter gelegenheid van het 20-ja-rig bestaan. Plaats: Rijnzicht 35 Oegstgeest, van 10.00-17.00 uur (071-155242) -22 oktober: Viering van het 11-jarig bestaan van het Voormalig Verzet Oost Azië in Kumpulan Bronbeek, Vel-perweg 147, Arnhem: van 10.30-16.00 uur.(052O2-22970) -23 oktober: Landelijke dag van de werkgroep 'Partners' van de Vereniging Kinderen van de Japanse Bezetting en de Bersiap 1941-1949 in de Magneet in Bilthoven. Aanvang onbekend.(020-6135099) -6 november: 45 jaar Vere­nigd Verzet 1940-1945, feestelijke viering en recep­tie voor leden en genodig­den in het Holiday Inn Hotel te Amsterdam, van 10.30 -16.00 uur (020-6444330)

Tentoonstellingen: -t/m 20 oktober: 'Tekenen op zicht". Tekeningen van H. Margules, in Westerbork gemaakt. Herinneringscen­trum Kamp Westerbork, Oosthalen 8 te Hooghalen (05939-2600) -14 ofct. - 2 jan: "Sobibor", portret van een vernieti­gingskamp/ Herinnerings­centrum Kamp Westerbork -14 okt - 6 maart."Adolf Aussenberg en Theresien­stadt". Zuidhollands Verzetsmuseum, Turfmarkt 30 in Gouda (01820-20385)

Voorzitter Internationaal Auschwitz Comité in de adelstand verheven Baron Maurice Goldstein over Koning Boudewijn Kort voor zijn onverwachte dood, heeft Koning Boudewijn I van België op 20 juli 1993 een aantal mensen in de adelstand verheven. Onder hen was professor Maurice Goldstein, sinds 1977 onafgebroken de gerespecteerde en geliefde voorzitter van het Internationaal Auschwitz Comité. Hij mag zich nu Baron Goldstein noemen.

Maurice Goldstein

Maurice Goldstein is op 27 januari 1922 ge­boren en gehuwd met Rosa Ehrlich, evenals hij, overlevende van Auschwitz. Maurice Gold­stein werd tijdens de Tweede Wereldoorlog op 3 september 1943 met zijn hele gezin door de Gestapo in Brussel opgepakt en naar Birkenau gedeporteerd. Hij werkte onder meer in een kolenmijn in Fürstengrube, in de bouw en daarna als hulpverpleger in de ziekenbarak in Auschwitz, waar hij op 27 januari 1945 werd bevrijd door het Rode Leger. In 1953 studeerde hij in Brussel af als arts. Tot 1987 was hij hoofd van de afdeling vaatchirurgie van het Akade-misch Ziekenhuis Saint Pierre. Sinds 1964 is hij lid van het Internationale Auschwitz Comité. Een van zijn grote successen is de tentoons­telling over Auschwitz die op 10 december 1985 in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York werd geopend en die daarna in nog veertien grote steden in de Verenigde Staten te zien is geweest en vervolgens in Genève, Wenen, Boedapest, Rome, Florence en nog een aantal Duitse steden.

Het joodse blad Centrale in Brussel vroeg Baron Maurice Goldstein in een interview naar aanleiding van de dood van Koning Boudewijn over zijn relatie met de koninklijke familie van België. In dat vraaggesprek vertelt hij hoe hij en twee andere leden van de Amicale des Rescapés d'Auschwitz, Paul Halter en Henri Goldberg, op 11 oktober 1977 koning Boudewijn en koningin Fabiola hebben rondgeleid in het voormalig concentratie- en vernietigingskamp Ausch­witz. Het Belgisch koninklijk paar was volgens professor Goldstein bijzonder geïnteresseerd en zij stelden vele vragen over allerlei details en over de bewijsstukken van de massamoord in Auschwitz - ook toen al waren er lieden die beweerden dat deze nooit had plaats gevonden. Een krans werd geplaatst voor de muur van de executieplaats tussen de blokken 10 en 11, waar velen, vooral Polen, zijn gefusilleerd. Blok 10 was de experimentenbarak waar vanaf oktober 1942 op honderden joodse vrouwen experimenten zijn gepleegd, zoals gedwongen sterilisatie. Over blok 11, de 'Bunker' vertelt Goldstein in het interview dat het daarbij ging om de strafbarak, waar gevangenen in heel nauwe cellen rechtop moesten blijven staan. In deze barak is de eerste leiding voor het Zyklon B-gas aangelegd en gebruikt, in september 1941, en wel op 600 krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie en 200 zieke Poolse gevangenen.

Daarna werd nog een bezoek gebracht aan Birkenau (Auschwitz II), waar Boudewijn een krans legde bij het internationale monument ter herinnering aan de slachtoffers en het gouden boek tekende. Toen de koning vertrok, stopte hij nog even, keerde terug en maakte een diepe buiging. Daarna zei hij 'Merci Monsieur Goldstein'.

Later heeft Maurice Goldstein de koning nog een aantal malen ontmoet. Bij een van die gelegenheden keek Boudewijn hem ernstig aan en zei: 'Mijn God, monsieur Goldstein, wanneer ik u zie kan ik niet die verschrikkelijke dag vergeten die wij in Auschwitz hebben doorgebracht.' (m.a.)