Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

24
38e jaargang, nr. 3, Mei 1994. Verschijnt 6x per jaar Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Cornttéf ^ s t b u s 7413S, W O BC Amsterdam A u s c h w i t z B u l l e t i n Schindler en Zjirinovski De naoorlogse wereld, die van na de Tweede Wereldoorlog, is verre van gezapig. Er branden weer dorpen en steden. Er sterven kinderen van honger en ook , ouden van dagen, terwijl wagens met humanitaire hulp worden leeggeroofd. Locale oorlogen flakkeren op. Een groot deel van Europa lijdt onder de misbruiken en misslagen van een vermeende nieuwe maatschappij en het meedogenloos toeslaan van een vrije markt en zijn profiteurs. Zoals te verwachten schiet anti- : L semitisme her en der hoog op. Ouder gewoonte vielen er bommen in de synagoge van Lübeck, de stad van de schrijversfamilie Mann. Gelukkig stroomde een marktplein vol met meest jonge protesterenden. Maar ook hier kan de CD, in zevenvoud na de verkiezingen in gemeenteraden gekomen, er wat van. SS-gezang, Himmler bierpullen en dito drukwerk zijn l er in trek, blijkens een ooggetuigeverslag in de Groene Amsterdammer (23- 3-'94). Een even verwerpelijk als dom racisme komt door voor- en achterdeur binnengeslopen. Terecht heeft Max van Weezei in het NIW van 25-3 gewezen op de onheil- spellende denk- en handelwijze van vooral Amerikaans-joodse groepen in Israël, die zich door het hemelse gerecht gemachtigd achten er op los te schieten j en dat in de moskee van het bijbelse Hebron ook deden. Niet toevallig kwam dokter Goldstein (geen familie!) onder Palestijnen dood en verderf zaaien, toen een schuchter stapje naar vrede tussen Israël en die Palestijnen werd gezet. Onrust en spanning in het Midden Oosten zijn weer flink opgelopen. Niet over praten Een ding is zeker: wie mei '45 heeft beleefd kon zich in de verste verte niet voorstellen dat in deze dagen fascisten zouden worden opgehemeld of We- reldoorlog II tot een incident verklaard. Onze verbijstering hierover berust niet op zelfverheffing. Was het maar waar! , . , " f '-* '] K " - Het herenigde Duitsland kent al weer gewelddadige vreemdelingenhaat. En uiteraard meer in het Westen dan in de voormalige DDR. Meer dan één op drie ondervraagden vond dat men niet meer zo veel over de Sjoa, de Holocaust, moest spreken en ruim de helft in het Westen. Er moest een streep onder .. het verleden en toch denkt bijna de helft van de ondervraagden (door het Instituut Emnid) dat het antisemitisme in Duitsland toeneemt. Pas sinds half maart jl. staat Paul Touvier terecht, eens lid van een bijzondere politiemacht, de eerste Fransman die zich moet verantwoorden als deelnemer aan de Endlösung. Anderzijds werd en wordt het redden van joden tussen 40 en '44 in Frankrijk niet als verzet beschouwd en behandeld. "'•*« De door diverse noodtoestanden stijgende "stroom" asielzoekers wekt ook hier « reacties met een racistische ondertoon. De gemeenteraadsverkiezingen lieten dit zien.

description

De naoorlogse wereld, die van na de Tweede Wereldoorlog, is verre van gezapig. Er branden weer dorpen en steden. Er sterven kinderen van honger en ook , ouden van dagen, terwijl wagens met humanitaire hulp worden leeggeroofd. Locale oorlogen flakkeren op. Een groot deel van Europa lijdt onder de misbruiken en misslagen van een vermeende nieuwe maatschappij en het meedogenloos toeslaan van een vrije markt en zijn profiteurs. Zoals te verwachten schiet anti- : Niet over praten L

Transcript of Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Page 1: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

38e jaargang, nr. 3, Mei 1994. Verschijnt 6x per jaar

Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Cornttéf ^ s t b u s 7413S, W O BC Amsterdam

A u s c h w i t z B u l l e t i n

Schindler en Zjirinovski

De naoorlogse wereld, die van na de Tweede Wereldoorlog, is verre van gezapig. Er branden weer dorpen en steden. Er sterven kinderen van honger en ook , ouden van dagen, terwijl wagens met humanitaire hulp worden leeggeroofd. Locale oorlogen flakkeren op. Een groot deel van Europa lijdt onder de misbruiken en misslagen van een vermeende nieuwe maatschappij en het meedogenloos toeslaan van een vrije markt en zijn profiteurs. Zoals te verwachten schiet anti- : L

semitisme her en der hoog op.

Ouder gewoonte vielen er bommen in de synagoge van Lübeck, de stad van de schrijversfamilie Mann. Gelukkig stroomde een marktplein vol met meest jonge protesterenden. Maar ook hier kan de CD, in zevenvoud na de verkiezingen in gemeenteraden gekomen, er wat van. SS-gezang, Himmler bierpullen en dito drukwerk zijn l er in trek, blijkens een ooggetuigeverslag in de Groene Amsterdammer (23-3-'94). Een even verwerpelijk als dom racisme komt door voor- en achterdeur binnengeslopen. Terecht heeft Max van Weezei in het NIW van 25-3 gewezen op de onheil­spellende denk- en handelwijze van vooral Amerikaans-joodse groepen in Israël, die zich door het hemelse gerecht gemachtigd achten er op los te schieten j en dat in de moskee van het bijbelse Hebron ook deden. Niet toevallig kwam dokter Goldstein (geen familie!) onder Palestijnen dood en verderf zaaien, toen een schuchter stapje naar vrede tussen Israël en die Palestijnen werd gezet. Onrust en spanning in het Midden Oosten zijn weer flink opgelopen.

Niet over praten

Een ding is zeker: wie mei '45 heeft beleefd kon zich in de verste verte niet voorstellen dat in deze dagen fascisten zouden worden opgehemeld of We­reldoorlog II tot een incident verklaard. Onze verbijstering hierover berust niet op zelfverheffing. Was het maar waar! , . , " f '-* '] K " -Het herenigde Duitsland kent al weer gewelddadige vreemdelingenhaat. En uiteraard meer in het Westen dan in de voormalige DDR. Meer dan één op drie ondervraagden vond dat men niet meer zo veel over de Sjoa, de Holocaust, moest spreken en ruim de helft in het Westen. Er moest een streep onder .. het verleden en toch denkt bijna de helft van de ondervraagden (door het Instituut Emnid) dat het antisemitisme in Duitsland toeneemt. Pas sinds half maart jl. staat Paul Touvier terecht, eens lid van een bijzondere politiemacht, de eerste Fransman die zich moet verantwoorden als deelnemer aan de Endlösung. Anderzijds werd en wordt het redden van joden tussen 40 en '44 in Frankrijk niet als verzet beschouwd en behandeld. "'•*« De door diverse noodtoestanden stijgende "stroom" asielzoekers wekt ook hier « reacties met een racistische ondertoon. De gemeenteraadsverkiezingen lieten dit zien.

Page 2: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Averechts werkt ook het streven van de regering om de tweede generatie slachtoffers , degenen die na de oorlog zijn geboren, van de WUV uit te sluiten. Het scheelt een luttel bedrag, maar voor de betrokkenen komt het - onnodig - hard aan.

Diepgaande politieke verschuivingen deden zich voor. Verkiezingen waar men daar niet en waar men daar wel aan gewend was. In Rusland, in de Oekraïne, maar ook in Frankrijk en Italië en binnen de Bondsrepubliek. In de Franse kantons handhaafde het racistische Front National zijn 10 % van het kiezersvolk. In Italië werd het in diskrediet gebrachte bestel in een zee van schandalen vervangen door een neo-fascistische, niet minder louche meerderheid. Zo is er een rechts-extreme, reactionaire, vaak racistische golfslag in alle windstreken voelbaar. Alleen in Zuid-Afrika wordt de Apartheid ontmanteld, maar dat gaat met bloedige geboorteweeën gepaard.

Stroom Oscars voor historie

In het verzonken wereldrijk dat geen Sowjet Unie en zelfs helemaal geen unie meer is, rommelt het. Relatief vrije verkiezingen leverden met een kwart van de stemmen een overwinning op voor een duistere figuur met extreem nationalistische, ja fascistische leuzen. Zjirinovski zou van joodse afkomst zijn. Des te erger.

Nauwelijks toevallig lijkt het dat Steven Spielberg, de succesvolste filmregisseur van deze tijd, met 'Schindler's Lisf de aandacht van een wereldpubliek op de Sjoa heeft gevestigd. De Oscars stroomden toe. Geen stoute fantasie dit maal, maar historie. Een historie die maar een kleine fractie levenden zelf heeft beleefd en die meer mensen nog aan den lijve voelen. Een film over wat noch vergeten, noch herhaald mag worden.

Wat staat ons te doen in dit Europa van bomaanslagen en etnische zuivering? Eerder al schreven wij over La Benevolencija, de joodse hulporganisatie in Sarajewo. Eind maart trokken minister Pronk en rabbijn Soetendorp naar die veelbeproefde stad om daar het joodse Paasfeest mee te vieren, samen met die hulporganisatie. Als tegenwicht tegen de ex-Joegoslavische krijgsheren en de schreeuwende Zjirinovski, een uitgestoken hand. Welgezindheid, een weldaad op weg naar nieuwe bevrijding.

Eva Tas

HERDENKT LDE4EMEI

VIERT 1 DE 5FMET

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Duitse deelname aan de herdenking

Fijngevoeligheid gevraagd

Staande bij het monument voor de Opstand in het getto van Warschau, nam de toenmalige bondskanselier, Willy Brandt, niet het woord teneinde in een lange, goed voorbereide toespraak stil te staan bij de moed van de Joodse rebellen en de slechtheid van het nazi-regime. Nee, Willy Brandt knielde neer. Het was een gebaar dat Joden, Polen, vrijwel iedereen die het zag, ontroerde en vertrouwen gaf. Als er één Duitser was, die zo'n knieval niet had hoeven maken, was het wel Brandt. Als politiek vluchteling die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Noorse leger tegen de Wehrmacht vocht, had hij geen enkele persoonlijke grond om zich voor zijn houding te verontschuldigen. Toch voelde hij als regeringsleider de behoefte om namens het Duitse volk vergiffenis te vragen. En dat was indrukwekkend.

Het is ook een opvallend contrast met het in mijn ogen nogal genante heen en weer gepraat van de laatste tijd over de rol die Duitsland en zijn verte­genwoordigers toekomt bij het gedenken van de Tweede Wereldoorlog. Had kanselier Helmut Kohl door de Fransen moeten worden uitgenodigd voor de plechtigheid ter gelegenheid van D-Day? Moeten straks, bij de herdenking van vijftig jaar bevrijding, Duitsers worden geïnviteerd om erbij te zijn en wellicht zelfs een actieve rol te spelen? Er treedt in de discussie hierover een tegenstelling aan de dag die mij een ongemakkelijk gevoel geeft. Ik kan me niet goed vinden in de Franse argumentatie om Kohl buiten te sluiten, namelijk dat het gaat om het vieren van de geallieerde overwinning op Duitsland. De Tweede Wereldoorlog was - anders dan de Eerste - immers niet in de eerste plaats een strijd tussen staten (onder andere Frankrijk en Duitsland), maar een worsteling op leven en dood tussen de nazi's en al hun tegenstanders, met de beschaving als inzet. Uiteindelijk heeft Goddank de beschaving gewonnen en daaruit is ook een ander, ondanks alle niet te bagatelliseren gebreken, democratisch geregeerd Duitsland tevoorschijn geko­men.

Is het dus een goed idee om te zeggen: ja, nodig ze uit, de vertegenwoordigers van het naoorlogse Duitsland en werk er zo aan mee dat ze zich blijvend identificeren met de overwinning op Hitier en het nazisme? Ik geloof dat daar iets inzit, dat dit ook politiek een verstandige weg is, maar wèl met een paar niet weg te cijferen kanttekeningen. Ten eerste: ik haat nazi's, niet Duiters, ik geloof ook niet dat er een 'natuurlijke hang' van Duitsers naar het nazisme bestaat. Toch moet in alle duidelijkheid gezegd kunnen worden dat de Tweede Wereldoorlog niet is ontketend en de Sjoa niet is aangericht door marsmannetjes in bruine hemden, maar door -door de nazi-ideologie verblinde en tot deze misdaden verleide - Duitsers. Dat betekent, lijkt me, dat Duitsers, óók vandaag, niet op voet van gelijkheid aan herdenkingen kunnen deelnemen. Zeker niet zolang er nog slachtoffers en daders in leven zijn, maar ook daarna blijft er een verschil in de manier waarop het verleden verwerkt wordt, moet worden. Het betekent, ten tweede, dat deelnemers aan herdenkingen verschoond moeten blijven van pijnlijk gebedel om verzoening, van pogingen om een dikke streep onder het gebeurde te zetten ('tragisch, lang geleden, laten we naar de toekomst kijken') of van suggesties dat alle betrokkenen van toen boter op hun hoofd hadden (Kohl en Reagan in Bitburg, Kohl in Warschau of Praag: 'wij Duitsers en Polen, wij Duitsers en Tsjechen hebben elkaar zoveel aangedaan'). Duitse deelname aan herdenkingen mag niet leiden tot een revisie van de geschied­schrijving, tot het suggereren van een evenredigheid in schuld, die er niet was. Het lijkt mij belangrijk om dat Duitse belangstellenden van tevoren heel duidelijk te maken. Onder die voorwaarde zijn ze wat mij betreft van harte welkom, zij het liever niet op de voorste rij, tenzij ze zelf slachtoffers waren of verzet hebben gepleegd. Een bescheiden opstelling van Duitse kant zou getuigen van fijngevoeligheid.

Nederlands Auschwitz Comité :]L-< Erevoorzitster; jS^netje Fels-Kupferschmidt Voorzitst#"-A'h'|fe'.,:,;

Löwenhardt Secretariaat: H. Sarfatij Postbus 74131, 1070 BC Amsterdam Tel/Fax 020-6723388 Penningmeester: J. M. Waterman, Wulp 30, 11T1WJ Diemen tel. 020 • 6996562 Bankrek: AMRO/ABN, bijfc. Van Baerlestraat 58, Amsterdam rek. 40.01.75.088. Postgiro 293087 en 4875500.

Hoofdredactie: drs. Eva Tas Redactie. Max Arian, Anet Bleich, Clairy Polak Redactie-adres: Nieuwezijds Voorburgwal 286, 1012 RT Amsterdam tel. 020 - 6261353 Abonnementen­administratie: Jacques Grishaver, Knoopkruid 54, 1112 PV Diemen tel. 020-699 06 58

Met naam ondertekende ar­tikelen zijn voor verant­woording van de schrijver en vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijze de me­ning van het Nederlands Auschwitz Comité.

Anet Bleich

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, bijvoorbeeld door de televisieserie De Bezetting van dr. L de Jong. Tegenwoordig lijkt Nederland vaak ver achter te liggen. Zo zijn alle pogin­gen te komen tot een ar-chief van audiovisuele ge­tuigenissen over oorlogservaringen in ons land op geldgebrek afge­sprongen. Een schande en een verschrikkelijk verzuim,", aangezien er straks nie­mand meer over. is om te getuigen van vervolging en \ verzet In andere landen, zo­als Duitsland, Frankrijk, Bel­gië, Griekenland, Polen, Hongarije, de V.S. en Israël, is men hier veel verder mee. Op 16,17 en 18 september 1994 wordt in Parijs een in­ternationale ontmoeting ge­houden voor diegenen die zich bezig houden met het op audiovisuele middelen vastleggen van de herinne­ringen aan concentratie- en vernietigingskampen. Deze ontmoeting zal plaats vin­den in het Palais du Luxem-bourg-Salle Médicis in Pa­rijs en er zal worden gepraat over dë verschil­lende ervaringen met me­thodiek en werkwijzen, de . -problemen m verband met be^ring,ert-afcWefverwer-king en de perspectieven op pedagogisch en historisch gebied. Nadere informatie bij: Fondation pour la Mé­moire de la Deportation, rue St Dominique 71, 75007, Pa­ris (tel. 00 33 1 47053188 of fax 45553562) en Fondation Auschwitz, rue des Tart- , neurs 65,1000 Brussel (tel. 00 32 2 5127998 of fax 5125884).

Anita Löwenhardt is de nieuwe voorzitster van het Auschwitz Comité "Het is onze taak te wijzen op waar racisme in z'n ultieme vorm toe kan leiden"

Met ingang van 30 januari 1994 is Anita Löwenhardt (1948) de nieuwe voorzitter van het Auschwitz Comité, de eerste voorzitter van de tweede generatie. Zij is, zoals bekend, Annetje Fels-Kupferschmidt opgevolgd, die als erevoorzitter overigens actief bij het Comité betrokken blijft. Anita komt voort uit de Steungroep van het Auschwitz Comité, die Annetje acht jaar geleden oprichtte om ervoor te zorgen dat het werk van het Comité door kan gaan, ook als de laatste overlevenden van Auschwitz er niet meer zullen zijn. Anita was al twee jaar vice-voorzitter van het Auschwitz Comité.

In 1987 werd Anita door Annetje gebeld of ze zin had om toe te treden tot de Steungroep van het Auschwitz Comité. Anita kende Annetje van een interview dat ze enige tijd tevoren met haar had gehad voor het Dagblad Trouw over het belang van de Februaristaking. Anita was sinds 1976 lid van het Amsterdams 4 en 5 mei comité. De mensen van vooral de naoorlogse generatie van dat comité kregen steeds vaker verzoeken van organisaties van oud verzetsmensen en vervolgden om in het bestuur van zo'n organisatie te komen. Anita sprak daarover tijdens een bijeenkomst op het stadhuis met Annetje en Ed van Thijn: "Ik vroeg me af of we niet iets moesten doen om daar in te voorzien, om ervoor te zorgen dat er een groep jongeren kwam die het bestuur van die comité's kon versterken, misschien wel onder de vlag van het 4 en 5 mei comité. Annetje en Ed vonden dat het Auschwitz Comité in elk geval moest blijven bestaan als symbool. Uit dat gesprek is eigenlijk de Steungroep ontstaan".

De Steungroep begon met ruim 20 mensen, niet alleen uit de naoorlogse generatie, maar ook mensen die de oorlog als kind hebben meegemaakt en dus bijna altijd ondergedoken hadden gezeten; ook wel de anderhalfde generatie genoemd. "Al gauw bleek dat het Comité echt hulp nodig had, er werden heel veel activiteiten ondernomen. Dus zijn mensen van de Steungroep op vergaderingen gekomen van het Comité, hebben hand en spandiensten verricht bij de herdenking en zo langzamerhand is dat een beetje geïntegreerd. Het is de grote verdienste van Annetje geweest dat het comité toen niet uit elkaar gespat is. Ik zat toen nog niet in het Comité, maar wat ik gehoord heb en naderhand ook heb meegemaakt, is dat een aantal mensen het aanvankelijk vreselijk moeilijk had met die bemoeienis van de anderhalfde en tweede generatie. We hadden het tenslotte niet meegemaakt. Er werd soms wat denigrerend gezegd dat de Steungroep het speeltje van Annetje was. Een aantal mensen voelde het ook als een bedreiging- de bedreiging van wij worden er straks uitgewerkt, ons werk wordt ons straks uit handen genomen. Maar Annetje was vastbesloten door te zetten, die had iets van dit is het behoud van het Comité, als we dit niet doen is het over 10 jaar afgelopen met het Comité. En toen we er eenmaal zaten was het nog wel moeilijk, ik heb in het begin wel eens de indruk gehad dat we niet serieus werden genomen, maar aan de andere kant begonnen mensen ook wel het nut ervan in te zien. En er waren natuurlijk al heel lang twee andere jonge mensen bij het Auschwitz Comité, Joop en Judith Waterman. Judith had altijd al bij het Comité gezeten omdat haar beide ouders, David en Elly van Geens, heel actief waren. Achteraf hoorde ik dat zij jarenlang het gevoel hadden gehad toch enigszins als jonkies te zijn behandeld".

De Steungroep had eigenlijk twee functies: in de eerste plaats daadwerkelijk steun verlenen aan het Comité. Daarbij was het ook een soort platform. "We discussieerden over verschillende thema's, vaak werden daar deskundigen voor uitgenodigd. Zo spraken we over de problemen van de Tweede Generatie

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

en over Israël. In dat laatste had ik niet zo'n zin, omdat ik ontzettend bang was dat er een scheuring zou onstaan in de Steungroep, de meningen daarover waren zeer verdeeld, van helemaal pro-Palestijns tot zionistisch en alles wat daar tussenlag. Maar ik heb dat veel te somber ingezien want het was een fantastische avond, heb ik gehoord. Verder is regelmatig gepraat over het nut van Comité's als het Auschwitz Comité, over hoe je dingen van de oorlog, de Holocaust overbrengt op jongeren. Dat had twee functies. Door dergelijke thema's aan te snijden leer je elkaar beter kennen, weet je beter wat je aan elkaar hebt en ben je ook nog met iets nuttigs bezig. Bovendien zijn het thema's die iedereen in de Steungroep bezighouden en waarover je buiten dit kleine kringetje eigenlijk niet zo makkelijk praat. Je praat niet met je collega's over de joodse identiteit. Overigens is het Auschwitz Comité geen specifiek joods Comité. Tenslotte zijn er ook niet uitsluitend joden in Auschwitz vermoord.

Brief aan de Duitse ambassadeur

Zeer geacrrtelieJei Cïtron;

Met ontsteltenis heeft het Nederlands Auschwitz Co­mité kennis genomen van het feit dat brand gesticht is in de synagoge te Lü-beck. Vanzelfsprekend roept deze gebeurtenis on­middellijk herinneringen op aan de zogenaamde 'Reichskristallnacht' van 1938. Natuurlijk is de situ­atie in allerlei opzichten on­vergelijkbaar. Door de sym­bolische waarde echter, die een dergelijke wandaad voor ons heeft - een symbo­liek die van het begin van de vervolging in de 'Reichs­kristallnacht' loopt tot het einde van 'Auschwitz' - wil­len wij U als vertegenwoor­diger van Duitsland van onze ontsteltenis in kennis stellen.

Wij voegen daar meteen aan toe dat de vele protes­ten die hiertegen in uw land gerezen z$ri; én met name de demonstraties van jon­geren, een vertrouwenwek-

- ,toénds^naai-v|Lneen;^è¥.'

Ook in dit Öpjacht is clë si» tuatie, gelukkig, niet te ver­gelijken met die uit het ver­leden. Het geeft ons hoop voor de toekomst.

Met vriendelijke groet en hoogachting, namens het Nederlands Auschwitz Comité,

H. Sarfatij, secretaris.

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Internationaal Auschwitz Comité in Amsterdam

Het Presidium van het In­ternationaal Auschwitz Co­mité, waarin organisaties uit België, Frankrijk, Polen, Duitsland en Nederland zijn vertegenwoordigd, verga­derde op 26 en 27 maart in Amsterdam onder voorzit­terschap van Baron Maurice Goldstein. Het was een bij­zonder vruchtbare vergade­ring waar vooral werd gé-sproken over de plannen voor de herdenking van de vijftigste verjaardag van de bevrijding van Auschwitz op 27 januari 1945. Het In­ternationaal Auschwitz Co­mité heeft de vijftien nog levende Nobelprijswinnaars voor de Vrede uitgenodigd op 27 januari 1995 naar Auschwitz te komen. Nelson Mandela, Elie Wie­sel en Lech Walesa is ge­vraagd daar te spreken over de betekenis van Ausch­witz. Bovendien zal een speciaal Appèl van Ausch­witz aan de wereld worden voorgelezen. Het is de be­doeling dat deze plechtig­heid door Eurovisie zal wor­den uitgezonden, voorafgegaan door een korte film van Kees Hin en Hans Fels, die een impres­sie zal geven van Ausch­witz-Birkenau zoals het er nu bij ligt

Later in het jaar, 4 t/m 7 april, zullen uit verschil­lende landen tien Ausch-witz-overlevenden en tien jongeren naar het voormalig vernietigingskamp komen. Deze jongeren zullen onge­veer zo oud zijn als de oud­gevangenen toen zij naar het Oosten werden gede­porteerd. Er zal ruim gele­genheid zijn het kamp te bezichtigen en te vertellen over wat het betekent daar een deel van je jeugd te hebben moeten doorbren­gen. Natuurlijk werd op de ver-

En de derde functie is dat het een soort familieverband wordt. Voor een heleboel mensen is het de familie die ze nooit hebben gehad of zijn kwijtgeraakt." In het Comité zelf wordt weinig over dit soort thema's gepraat. Het Comité ziet als z'n belangrijkste functie de belangenbehartiging van mensen die Auschwitz en andere vernietigingskampen overleefd hebben, het voor hen organiseren van de herdenking en de reünie, het voor hen en anderen organiseren van de reizen naar Auschwitz, bemoeienis met de WUV, enz.

Dat Anita lid werd van de Steungroep en daarna van het Auschwitz Comité lag min of meer voor de hand. Anita:"Vanaf mijn 16e is mijn motivatie geweest om a. journalist te worden en b. actief te zijn in organisaties als deze, omdat ik op de een of andere manier de drang in me voelde om eraan mee te werken dat zoiets als de Holocaust nooit meer gebeurt. Dat heb ik op verschillende manieren proberen te doen. Het belangrijkste is geweest journalist worden, want als journalist kun je schrijven over dingen die jij belangrijk vindt en kun je hopen dat mensen daar ook iets van meenemen. En in m'n vrije tijd deed ik dat bijvoorbeeld in het Amsterdamse 4 en 5 mei Comité en als voorzitter van een multi-culturele theatergroep. Ook dat was voor mij een manier om mijn hele kleine steentje bij te dragen tegen racisme, tegen vreemdelingenhaat, tegen antisemitisme. En wat het Auschwitz Comité betreft: aan de ene kant ben ik daar een beetje ingerold, door Annetje geronseld zal ik maar zeggen. Maar het lag ook wel een beetje in de rede. Of ik over tien jaar nog mijn krachten wil geven aan het organiseren van het bevrijdingsfestival in Amsterdam, weet ik niet, maar ik vind het wel belangrijk dat er over 50 jaar nog een Auschwitz Comité is. Ik denk dat Auschwitz het symbool is van de massale vernietiging van een bevolkingsgroep en ik denk ook dat Auschwitz dat moet blijven. En daarom moet er ook een Auschwitz Comité blijven dat dit uitdraagt. Ik ben opgevoed met de wetenschap, zonder dat ik het echt wist, dat er een heleboel familieleden van mij vermoord waren in de oorlog. De Holocaust wordt voor mij door Auschwitz gesymboliseerd, waarmee ik niet wil zegen dat andere kampen niet vreselijk waren. Als er een Sobibor Comité was geweest met dezelfde invloed als het Auschwitz Comité, was het misschien wel het Sobibor Comité geworden. Maar het Auschwitz Comité, en dat is ook weer de ontzettend grote verdienste van Annetje en de haren, is al heel lang het symbool van hoe een kampcomité dit moet uitdragen."

Anita's vader heeft van '42 tot de bevrijding in Westerbork gezeten, haar moeder is met haar ouders van Westerbork naar Theresienstadt doorgestuurd, daarna terecht gekomen in een werkkamp bij Berlijn, vervolgens doorgestuurd naar een werkkamp in de buurt van Auschwitz, daarna van Auschwitz naar Maut­hausen en daar bevrijd. Anita hoorde daar in haar jeugd nauwelijks iets over. "Ik wist dat mijn moeder iets vreselijks had meegemaakt, dat voel je als kind meer dan dat je het weet. Wat ik natuurlijk heel goed wist was dat ik geen opa's en oma's meer had en dat die in kampen waren vermoord. Er werd nooit over gepraat, ik heb nooit iets gevraagd en ik vraag nog steeds niets. Mijn vader is eigenlijk over Westerbork en over wat er met zijn ouders en met zijn hele grote familie is gebeurd gaan praten, toen ik actief werd in dit soort dingen. En het is zelfs zo dat mijn moeder nu af en toe, mondjesmaat, iets vertelt. Maar ze heeft er absoluut geen behoefte aan. Ze heeft een heleboel weggestopt in laatjes en die laatjes in de kast gestopt en die kast op slot gedaan. En ik vind dat ik absoluut het recht niet heb om mijn moeder vragen te stellen over dingen waarover ze niet wil praten. Dat is haar keuze. Ik zal je zeggen waarom ik dat vind. Op een gegeven moment werd ik als journalist uitgenodigd voor de conferentie "Gesprek tussen de eerste en tweede generatie". Ik heb de initatiefneemster toen geïnterviewd. Naarmate dat gesprek vorderde, besloot ik niet als journalist naar die conferentie te gaan, maar als deelnemer. Wat daar gebeurde was echt heel uitzonderlijk. Daar bleek dat mensen van de eerste generatie voor het allereerst verhalen vertelden aan mensen van de tweede generatie die niet hun eigen kinderen waren en dat mensen van de tweede generatie voor het allereerst vragen durfden te stellen aan mensen van de eerste generatie die niet hun eigen ouders waren. Als het maar geen familie is, dat is te dichtbij. Ten eerste willen ouders hun kinderen niet belasten, ten tweede zijn er mensen zoals mijn moeder die met zichzelf hebben leren leven door er niet over te praten en ten derde is het niet zo belastend voor de mensen zelf, want je vertelt het tegen vreemden die je nooit meer terugziet. Ik vind het heel knap van mensen als Jacques Furth en David van Geens en Annetje en Lou en Rootje Corper en al die anderen dat ze er wel over kunnen praten, maar niet iedereen zit hetzelfde in elkaar".

Page 7: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Via het voorzitterschap van de Steungroep werd Anita vice-voorzitter van het Auschwitz Comité. Anita: "vijf jaar geleden is de Steungroep officieel bij de achterban van het Auschwitz Comité geïntroduceerd. Op een gegeven moment vond Annetje dat het Dagelijks Bestuur van het Comité moest worden uitgebreid. Om dat voor te bereiden werd een aantal mensen uit de Steungroep meer dan voorheen actief in het Comité en eigenlijk als vanzelf traden die toe. Annetje was natuurlijk toch steeds bezig te kijken of ze een opvolger kon vinden en heeft mij toen, na intern beraad, gepolst of ik vice-voorzitter wilde worden. Daar heb ik toen heel lang over nagedacht - ik wist dat de consequentie was dat als Annetje ooit geen voorzitter meer zou zijn, ik dat dan zou worden -en ik heb uiteindelijk ja gezegd. Joop Waterman zat toen trouwens al jaren in het Dagelijks Bestuur.

SpSHBHHHHHhhi u.I «. . !.*__ V!b».Hh_*'-.4M£..-akJ^-.-*.ï

Ook dit jaar was bij de herdenking van de februaristaking bij de Dokwerker in Amsterdam op 25 februari een delegatie van het Auschwitz Comité aanwezig. Foto: Han Singels.

gadering ook sproken dyer de J^Hrt waarin hef museum Ausch­witz en het kamp Birkenau ' zfch;bevin|feA|y(pige-- - ' J • #eeW wercï.dltlwêrover on­langs in Washington een vergadering van experts heeft plaatsgevonden. Voorgesteld zal worden dat een hearing wordt gehou­den over de wijze van con­servering en herinrichting. Het I.A.C. legde bloemen bij het Auschwitz-monument werd door Judith Belinfante rondgeleid in de nieuw in­gerichte Hollandsche Schouwburg en door Hans Westra ontvangen in het Anne Frankhuis. Maurice Goldstein was vele malen te horen op de Nederlandse radio en werd geïnterviewd door AT5. Iedereen was erg te spreken over de plezie­rige stemming tijdens de bijeenkomsten, waaraan voor het Nederlands Ausch­witz Comité Carry van La­kei-véld en Max Arian heb­ben deelgenomen, (m.a.)

Nu is zo'n beetje de hele Steungroep, althans de mensen die dat wilden, geïntegreerd in het Auschwitz Comité. Het Comité is daardoor fiks verjongd, uitgebreid ook, want een heleboel ouderen blijven gelukkig. Vervolgens kregen we het probleem wat te doen met een heleboel andere mensen, jonge mensen, die meegaan met onze tweejaarlijkse reis naar Auschwitz bijvoorbeeld en dan na die reis graag actief willen worden. Het is ondoenlijk en ook niet goed om die mensen meteen bij het Comité te halen. Dus hebben we besloten om een nieuwe Steungroep te maken met grotendeels nieuwe mensen erin en een paar 'oude' die geen zin of tijd hadden om tot het Comité toe te treden. En die nieuwe Steungroep heeft weer precies dezelfde functie als de oude."

Anita verwacht niet dat, nu de jongeren het gezicht gaan bepalen van het Auschwitz Comité, ook het werkterrein zal verschuiven, van kortweg belan­genbehartiging tot een bredere bemoeienis met actuele maatschappelijke ont­wikkelingen, een universeler invulling van "Nooit meer Auschwitz" "Nee. Ook omdat het niet de taak is van het Auschwitz Comité om zich bezig te houden met discriminatie en vreemdelingenhaat bij voorbeeld. Daar zijn andere organsaties voor, als het Appèl tegen Vreemdelingenhaat, waar we bij aan­gesloten zijn, of de Anne Frank Stichting. Ik denk niet dat het onze taak is en ik denk ook dat er niet een heleboel organisaties en comité's moeten zijn die allemaal hetzelfde doen. Ik vind wel dat we met dit soort organisaties in gesprek moeten blijven over hoe je dat moet doen. Maar het Auschwitz Comité heeft een hele specifieke taak, namelijk te wijzen op waar racisme in z'n ultieme vorm toe kan leiden, en daar moet het zich ook bij houden. Ook als de eerste

Page 8: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

vll&^talBOëk vah het Rijksinstituut voor Oorlogs­documentatie heeft als hoofdthema de gedwongen prostitutie van vrouwen in Nederlands-lndië tijdens de Japanse bezetting. Bijzon­der belangrijk en aangrij­pend is het nauwgezette verhaal van Jeanne Ruff O'Herne waarin zij be­schrijft hoe zij als zeer gelo­vig katholiek meisje van 21 jaar, dat zich aan het voor­bereiden was om non te worden, in 1944 met nog vijftien jonge meisjes uit de kampen in Ambarawa door de Japanners werd wegge­voerd. Zij werd opgesloten in een 'maagdenbordeel' in Semarang, waar zij ondanks hevig actief en passief ver­zet tot gruwelijke prostitu­tie werd gedwongen. In al die tijd ontmoette zij maar één fatsoenlijke Japanner, een man die door haar zus­ter was gewaarschuwd over de situatie waarin zij zich bevond en die haar twee weken lang elke nacht 'vrijkocht', zonder haar ook maar een haar te krenken. Zij krijgt als de oorlog eindelijk voorbij is nog een extra trap na toen een prie­ster aan wie zij na de oorlog haar verhaal vertelde haar zei dat zij gezien het ge­beurde maar beter geen non kon worden. Het heeft vijftig jaar geduurd voor zij en andere 'troostvrouwen', zoals de. Japanners hen noemden, hun zwijgen heb­ben verbroken. Pas in 1992 kwamen deze vrouwen uit verschillende landen in To­kio bjjee*. Het verhaal van-;.

.,:*evrQÜw'iFïurf O'Herne-. •' wordt aangevuld met een artikel over de houding van de Japanse regering ten aanzien van dit probleem, een overzicht over de Ja­panse legerprostitutie 1932-

generatie verdwenen is, misschien wel juist dan. Het enige verschil is dat wij - en dan heb ik het met name over de naoorlogse generatie - niet uit eigen ervaring kunnen spreken en dat is natuurlijk een gigantisch verschil. Niettemin blijft de taak van het Auschwitz Comité te herinneren aan wat Auschwitz was, invulling te geven aan de term "Nooit meer Auschwitz". En misschien moet je dat ook proberen te vertalen naar situaties als nu in Bosnië, en ik ben ook absoluut van plan om daar de discussie over aan te gaan, om te beginnen in de nieuwe Steungroep. Alleen zou ik niet precies weten op welke manier je dat zou moeten doen. Omdat de situatie in Bosnië, in het hele voormalige Joegoslavië, ongehoord gecompliceerd is. En dus moet je heel voorzichtig zijn met vergelijkingen maken. Mij is ooit kwalijk genomen dat ik, in een rede tijdens de herdenking van de Jom Hasjoa, behalve voor de uitroeiing van de joden, ook aandacht vroeg voor de uitroeiing van de Armeniërs en de Koerden. Maar waar Auschwitz symbool voor staat is een heel geraffineerde, systematische uitroeiing van een bevolkingsgroep. Dat is precies waar het om gaat, aandacht vragen voor genocide op grote schaal, georganiseerd en systematisch. Overigens had geen van de leden van het Auschwitz Comité bezwaar tegen die vergelijking."

En wat doet het Comité met de zo wijd in Nederland verbreide mythe dat Nederlanders zo goed waren in de oorlog? "Er is ooit getracht een oorlogsgetuigenproject te starten om zoveel mogelijk ooggetuigeverslagen vast te leggen, maar dat is nooit van de grond gekomen. Ik vrees dat dat mede komt doordat er nog steeds behoorlijk wat mensen zijn in Nederland die aan die mythe willen vasthouden. Mensen willen helemaal niet dat alle verhalen echt verteld worden en dat echt een keer boven water komt hoe het in vredesnaam mogelijk is geweest dat er uit Nederland zo gigantisch veel joden zijn weggevoerd, terwijl de politie gewoon haar werk bleef doen en de treinen gewoon bleven rijden. Indonesië is ook zo'n voorbeeld. Voor de mensen die de oorlog overleefd hebben was het veel te pijnlijk om die mythe te ontzenuwen, maar ik ben absoluut van plan er niet voor uit de weg te gaan. Iemand heeft een keer een schatting gemaakt, dat van de Nederlanders 5% fout is geweest en 5 % heel erg dapper - waarbij wel eens gemakshalve de vrouwen worden vergeten die onderduikers in huis hadden, de koeriersters, de vrouwen die de bonkaarten hebben geritseld en vervoerd, de vrouwen die in de badhokjes persoon bewijzen hebben gestolen. Dan blijft er 90% over die geen hand heeft uitgestoken. Maar daar zeg ik meteen bij: wie ben ik dan wel. Ik heb niet in die situatie gezeten, ik heb nooit een keuze hoeven te maken die me het leven had kunnen kosten. Wat had ik gedaan? Dat maakt het zo moeilijk dit soort dingen aan de kaak te stellen."

Hoe zie je de invulling van het voorzitterschap, is er veel veranderd vergeleken bij de tijd dat je vice-voorzitter was? "Meer dan ik verwacht had voel ik toch een ontzettende verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van het Comité, verantwoordelijkheid om deze fantastische club mensen bij elkaar te houden, eventuele irritaties weg te nemen. Als je 25 mensen bij elkaar zet, betekent dat 25 verschillende meningen en die willen wel eens botsen. Met die meningen moetje rekening houden, mensen hebben hun gevoeligheden, voelen zich wel eens op hun tenen getrapt of gepasseerd, en het is toch de taak van de voorzitter om iedereen die ontzettend hard werkt in het Comité tot z'n recht te laten komen, en daar ook de 'kovet' voor te geven. Ik vind dat een behoorlijke verantwoordelijkheid. Bovendien is er een verantwoordelijkheid naar buiten toe. Behalve de interviews de afgelopen tijd, zijn er veel mensen die bellen, bijvoorbeeld toen Lubbers namens de regering had gesuggereerd dat het misschien wel goed was om Duitsers hier de herdenking te laten bijwonen. Dan gaat het niet om jouw mening - maar als je daar nu toch naar vraagt, roep ik meteen tegen de regering over welke Duitsers heeft u het dan. Ik ben er mordicus tegen om hier op 5 mei 1995 Duitse politici uit te nodigen, maar zou het wel een goed idee vinden om bijvoorbeeld 50 Duitse jongeren onder begeleiding van Duitse oud-verzetsstrijders uit te nodigen. Het gaat om een heleboel meningen die je zo goed en zo kwaad als het gaat naar buiten moet brengen. En daarnaast heb ik m'n werk, waarbij ik natuurlijk wel het grote voordeel heb dat ik, meer dan iemand die van 9 tot 5 werkt, m'n eigen tijd kan indelen. Ik ben natuurlijk van een andere generatie dan Annetje en ik heb een andere persoonlijkheid, dus doe ik het ook op een andere manier. Zo simpel is dat."

Clairy Polak

Page 9: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Maus in het Joods Historisch Museum

SBMAHPERE P£//V$ÈffNAM 4 0F5 VAHONïMES MAAR EEN ÏTAL.

O P ETEN O F A M P È R E M A M I E R H E T L U K T E IM A N D E R H A L F U U R

WJK NOÜ EEN* WAT x

JE POET, ACTIE.' rv'

Of M E T K L E F P J E MOR^TA-T - . M O E T H E T H I E R O O K

E E M Z W I J N E - S T A L W O R P E N ?

Eindelijk is het tweede deel van Maus in het Nederlands verschenen. Het eerste deel was in Nederlandse vertaling geen onverdeeld succes. Nu heeft Jessica Durlacher een mooie en acceptabele vertaling gemaakt van het tweede deel van het strip-epos van Art Spiegelman, waarin hij vertelt hoe zijn vader en moeder Auschwitz hebben weten te overleven. Het knappe van Spiegelmans strip is dat hij zowel het verhaal over de verschrikkingen van het vernietigings­kamp vertelt, maar ook laat zien hoe hij dit verhaal van zijn vader te horen krijgt. De combinatie van de gierige, oude, niet zo erg sympathieke man, die nu in New York woont, zijn bijna onvertelbare geschiedenis uit Polen en de gesprek­ken en gedachten van zijn zoon daarover maakt het aangrijpend, geestig, dage­lijks, inzichtgevend, dat allemaal tegelijk. De eenvoudige tekeningen, waarin de joden kleine muisjes zijn, de Duitsers katten en de Polen varkens, zorgen tegelijk voor afstand en inlevingsmogelijkheid. Het is te hopen dat Jessica Durlacher nog eens het eerste deel vertaalt en beide delen misschien ooit in één band zul­len worden uitgegeven. (Maus II is prachtig uitgegeven door Oog en Blik en kost maar f 29,95, de Engelse uitgave kost twee keer zo duur.) Tegelijk is in het Joods Historisch Museum in Amsterdam een mooie tentoons­telling geopend, met vroegere strips van Art Spiegelman, visueel materiaal dat hij voor het tekenen heeft gebruikt, schetsen en ontwerpen en zelfs zijn de au­thentieke bandopnamen met de stem van zijn vader te horen. Ook de aardige tv-documentaire van Jessica Durlacher is daar te zien. Het geheel geeft een uniek inzicht in Art Spiegelmans manier van werken. (Tot en met 14 augustus 1994) Tenslotte zal Art Spiegelman zelf naar Amsterdam komen. Op 5 juni spreekt hij in het John Adams Instituut, Herenmarkt 97, Amsterdam, 15.00 uur. Reserveren is absoluut noodzakelijk: 020 - 6247280, bij het AUB of via de VVV-bespreekbu-ro's. (m.a.)

1945 en een artikel over de legerprostitutie in Neder-lands-lndië. Van de overifje^lkelen in dit iaarboèl'rtqe^Tfc-het - -

' stuk' van Jacob Boas over De misleidingstactieken van de nazi's bij de liquidatie van de Europese joden. Eichmann heeft daarover gezegd: 'Al doende heb ik geleerd welk haakje je no­dig hebt om een bepaalde vis te vangen'. Boas conclu­deert dat de woorden 'al doende' sleutelwoorden zijn: 'Het experimentele en pragmatische karakter van de misleidingstechnieken komt overeen met de wijze waarop het vernietigings­proces als geheel zich heeft voltrokken: zonder een uit­gewerkt strategisch plan. Dit betekent niet dat er geen structuur zat in de waanzin. De misleidingsme­thoden werden met voorbe­dachte rade gebruikt, en in hun totaliteit vormden ze wel degelijk een systeem. Het was echter geen rigide, onveranderlijk systeem, want de misleiders wisten heel goed hoe ze bepaalde situaties maximaal konden uitbuiten.'

Verder zijn er artikelen over Erika Mann, professor G.A.S.Snijders, Raul Hilberg, een foto-essay, het litera­tuuroverzicht en een be­standsopname van het RIOD. Het vijfde jaarboek van het RIOD is uitgegeven door de Walburg Pers te Zutphen en kost 39,50

Page 10: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Schindler's List van Spielberg

Hollywood en de Holocaust eindelijk verzoend

Hollywood en de Holocaust. Het was in het verleden meestal niet zo'n succesvol huwelijk. Oppervlakkig, vals en leugenachtig waren nog gematigde kwalificaties voor Hollywoodproducties als Sophie's Choice, Playing for Time, Opstand in Sobibor en de veel beschimpte televisieserie die ons de volstrekt ontoereikende term Holocaust (Brandoffer) opdrong voor de moord op de Europese joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nu heeft Steven Spielberg zich met zijn niet geringe talent en vakmanschap geworpen op "Schindler's List".

En het lijkt er op dat Spielberg die alle records brak met z'n spannende en geestige avonturenfilms en fantastische megaproducties na de kinderfilm "E.T.", de jongensdromen van Indiana Jones en het dinosaurussenspektakel "Jurassic Park" volwassen is geworden en in staat is een miljoenenpubliek over de hele wereld mee te voeren dwars door Auschwitz. Max Arian zag een van de eerste voorvertoningen van de film en vergeleek hem in De Groene Amsterdammer met andere speelfilms over de Sjoah.

Het was een gehard groepje dat naar een viewingruimte in de Bijlmermeer was gehaald om als eersten in Nederland Schindler's List te bekijken: mensen van de Anne Frank Stichting en verschillende organisaties die zich met de Tweede Wereldoorlog bezig houden. Er was immers aanvankelijk nogal wat schrik geweest over de berichten dat de Amerikaanse superfilmer Steven Spielberg zich direct na de dinosaurussen van "Jurassic Park" plompverloren op onze Sjoah had gestort. Er was zelfs het begin van een soort rel geweest toen hij het plan bleek te hebben opgevat ten behoeve van zijn film in het voormalig kamp Auschwitz-Birkenau een aantal van de oorspronkelijk barakken weer op te bouwen. Na afloop van de meer dan drie uur durende film waren ook deze diehards echter doodstil. Er viel geen schamper woord, leder voor zich zocht naar woorden om het gevoel uit te drukken dat hij bij het zien van de film werkelijk iets had ervaren van de vernietiging van de joden door de nazi's. Een mevrouw, die zelf het kamp heeft overleefd, bekende dat zij soms niet had kunnen kijken bij de ergste scènes van geweld en menselijke vernedering. Een meisje was tijdens de film emotioneel in elkaar geklapt toen zij zich realiseerde dat zij zat te kijken naar wat ook het lot van haar grootvader was geweest. Ik heb zelf ook zitten huilen bij dit onwaarschijnlijke, realistische, bizarre verhaal. Heel authentiek en herkenbaar in veel details en toch ook nieuw doordat Spielberg de ongelofelijke en ware geschiedenis van profiteur en mensenredder Oskar Schindler vertelt met al z'n vakmanschap, maar zonder simplificaties en wars van uitgesleten Hollywoodse vertelvormen.

Vijftien jaar geleden was de stemming volkomen anders na een vergelijkbare voorvertoning van de Amerikaanse televisieserie Holocaust. Toen vond grofweg de helft van de aanwezige journalisten, historici en andere betrokkenen dat de serie maar beter helemaal niet in Nederland kon worden uitgezonden. Martin van Amerongen schreef er indertijd in Vrij Nederland een tegelijk pijnlijk en hilarisch stuk over. Vooral de commercials die in de Verenigde Staten de serie op gepaste en zeer ongepaste momenten onderbraken en het overduidelijke streven het commerciële succes van de zwarte serie "Roots" nog eens op z'n joods over te doen, stemden toen tot wantrouwen. Professor Loe de Jong zei ter plekke dat het hem "geen seconde had ontroerd". Hij had niet eens zozeer kritiek vanwege feitelijke historische fouten (De leuze "Arbeit macht frei" bijvoorbeeld boven de poort van Buchenwald in plaats van Auschwitz), maar om de "atmosferische fouten": "Er is in deze film, in al die zeven uur televisie die we gezien hebben, geen moment van honger, er is geen moment van ontbering, er is geen moment van werkelijke angst".

De TROS besloot, nadat de NCRV en de VARA waren afgehaakt, ondanks dit negatieve oordeel de serie toch uit te zenden. Tot mijn verbazing is de serie

Page 11: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

nu in geen enkele bibliotheek, videotheek en evenmin bij de Anne Frank Stichting meer te vinden. Laat ik eerlijk zijn, ikzelf heb hem indertijd niet gezien, want ik vond het, denk ik nu gemakkelijker me te verstoppen achter het snobbistische idee dat ik alles al wist en zo'n vulgaire soap-serie niet nodig had. Meer mensen in Nederland dachten er zo over en het leger van begeleiders dat klaar stond na de uitzending kreeg hier niet zoveel te doen. Wetenschappelijk onderzoek wees uit, dat de serie hier inderdaad niet zo'n schokeffect heeft gehad als in Amerika, waar hij van kust tot kust 120 miljoen mensen vaak voor het eerst confronteerde met de moord op de joden.

Nog sterker was de reactie in West-Duitsland waar ondanks een angstig wegstoppen van de serie op het derde net twintig miljoen mensen keken en niet minder dan 30.000 kijkers telefonisch of schriftelijk aankwamen met de vraag of het werkelijk allemaal zo erg was geweest. En nog belangrijker: kinderen durfden eindelijk hun ouders vragen te stellen over de oorlog. Naarmate de serie verder ging belden steeds meer vertwijfelde oud-SSers naar de Duitse tv, die hun gezin niet meer konden uitleggen dat ze wel in de SS hadden gezeten maar daarom nog geen deel hadden uitgemaakt van een moordcommando. Een van hen belde huilend naar het tv-station: "Ik was van plan om volgende week met mijn vrouw en kinderen mijn zilveren huwelijksfeest te vieren. Maar na de tweede aflevering van de serie heeft mijn gezin mij de rug toegekeerd. Ze scholden me uit: "Jij misdadiger, jij nazizwijn, we willen

Page 12: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

niks meer met je te maken hebben"!". Juist doordat het om een soap ging werd Holocaust zo veel bekeken en zo goed begrepen. De geschiedenis van het joodse artsengezin dat zich zo goed thuis voelde in het land van Mozart, Bach en Schiller werd gezet tegenover die van een enkele SSer, een werkloze jurist die zich beschroomd en onder druk van z'n vrouw bij Heydrich meldt voor een baantje en die als de perfecte moordmachine eindigt. En voor het eerst - of voor de lezers van het dagboek van Anne Frank misschien voor de tweede maal - identificeerde men zich in Duitse gezinnen met de joodse slachtoffers.

Nu zal ondanks dat effect niemand op het idee komen de serie Holocaust een kunstwerk te noemen. Maar Nederlandse kijkers die uit eigen ervaring kunnen oordelen komen soms wel tot een positief oordeel: ook de werkelijkheid was soms banaal, sentimenteel, triviaal en lang niet zo verheven en strijdvaardig als we het in Nederland wel eens voorstellen. Nu zou ik ook geneigd zijn de Nederlandse minachting voor Holocaust eerder pedant dan wijs te noemen. Overigens kwam eind vorig jaar een werkgroep van het Stimuleringsfonds voor Culturele Omroepproducties die zich een weekend lang boog over de wen­selijkheid van tv-programma's over de Tweede Wereldoorlog in de toekomst tot de conclusie dat het wenselijk is dat er ook eens een goede Nederlandse soap-serie over de oorlog wordt gemaakt. Het Stimuleringsfonds is graag bereid er geld in te stoppen als een omroep met zo'n plan komt.

Holocaust vond men onecht en oppervlakkig. Maar drie jaar later noemde men de Amerikaanse televisiefilm "Playing for time" over een vrouwenorkest dat in Auschwitz speelde alsof hun leven er vanaf hing (en dat was natuurlijk zo): "vervalst, leugenachtig" en "een melodramatische draak". Deze film was geen fictie, maar gebaseerd op de autobiografie van een Franse vrouw die deel had uitgemaakt van dit orkest en het scenario was door niemand minder dan Arthur Miller geschreven. Maar ook zijzelf wilde niets meer van de film weten. Zij had er ook bezwaar tegen dat haar rol werd gespeeld door Vannessa Redgrave die openlijk sympathie had voor de PLO en dan kun je blijkbaar niet de rol van een joodse vrouw spelen.

De discussies over de film "Sophie's Choice" van Alan J. Pakula naar de overigens wel zorgvuldiger geschreven roman van William Styron zijn, hoewel de film in 1983 is gemaakt, nooit verstomd. Velen hebben hete tranen geschreid om het lot van de arme Poolse Meryl Streep, die in Auschwitz moet kiezen tussen haar beide kinderen, maar daar wel een Oscar voor terugwon. Anderen, bijvoorbeeld Gerard Durlacher, ergeren zich dood aan het onzinnige verhaal waarin een katholieke Poolse vrouw uit een antisemitisch gezin zonder duidelijke politieke reden naar Auschwitz wordt gestuurd, nota bene samen met haar twee kinderen en daar bovendien nog in een selectie van joden terecht komt, waar een Duitse militair met haar naar bed wil en haar daarom de kans geeft een van haar twee kinderen te redden. Het is op zich helemaal niet zo'n slechte film, maar Auschwitz is hier slechts een kartonnen en ongeloofwaardige achtergrond bij een tragi-vrolijke driehoeksverhouding in Brooklyn. Voor in­formatie over de jodenvervolging moet je bij deze film niet zijn, maar net als bij de serie Holocaust is de titel wel een blijvende uitdrukking geworden voor iemand die gedwongen wordt tot een onmogelijke, onmenselijke keuze.

Sophie's Choice mag dan volkomen fictie zijn, in een aantal opzichten is de film zeker zo authentiek, of zelfs authentieker dan Schindler's List. Spielberg laat zijn personen in Polen geen Duits of Pools, maar Engels spreken. Dat is even wennen, maar een groot bezwaar vind ik het uiteindelijk niet. Meryl Streep in Sophie's Choice spreekt naast Engels vloeiend Duits, Pools en Frans al naar de situatie vraagt, zij speelt dat de Oscars er af vliegen, maar mij ontroert de film niet werkelijk. Overigens is Holocaust in Nederland indertijd uitgezonden in de Duitse nasynchronisatie en in dit geval won de film daar zeer mee. Sophie's Choice is een kleurenfilm, maar de scènes in het verleden zijn gehouden in een soort van ouderwets vaal-groen. Je kunt je afvragen of dat minder is dan de kunstgreep die Spielberg toepast: hij heeft Schindler's List nagenoeg helemaal in zwart-wit opgenomen. Toch zijn Spielbergs zwart-wit-beelden me liever. De nazi-commandant in Spielbergs film is een volstrekt onwaarschijnlijke schurk die voor z'n lol vanaf zijn balcon op gevangenen schiet. Jammer genoeg is hij echter dan de baas van Auschwitz in Sophie's Choice, Hoess, met z'n keurige nazi-gezinnetje en z'n asthma-aanvallen. Spielbergs film zit vol met onwaarschijnlijkheden, maar ze zijn van een andere

Page 13: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

é

aard dan in de andere films. Elk verhaal over elke jood die tijdens de Tweede Wereldoorlog is gered bevat volstrekt ongerijmde toevalligheden en onwaar­schijnlijke gebeurtenissen. De logische en waarschijnlijke gang van zaken was immers geweest dat hij of zij was vermoord, leder die het na kan vertellen heeft een verhaal te vertellen dat op een vreemdsoortig gruwelsprookje lijkt. Schindler's List gaat over de redding van niet minder dan 1100 Poolse joden die door Schindler in de meest letterlijke zin voor de poort van de hel werden weggerukt. Het is een volstrekt ongerijmde geschiedenis, die toch in bijna alle details, pathetisch, sentimenteel of wat dan ook, authentiek is en misschien belangrijker: er ook volstrekt authentiek uitziet. Spielbergs film is gebaseerd op het boek Schindler's Ark van de Australische schrijver Thomas Keneally, die weliswaar de romanvorm koos (en er de Engelse Bookerprijs mee won), maar die zich baseerde op interviews met vijftig 'Schindlerjuden' (zo noemen zij ook zichzelf) en een grote hoeveelheid documenten in het Yad Vashem-herdenkings-centrum te Jeruzalem. Spielberg heeft een aantal filmische technieken gebruikt om die authenticiteit te onderstrepen. Hij heeft de film in zwart-wit gedraaid, hetgeen ons op de een of andere manier natuurlijker aandoet als het om de oorlog gaat, alsof de dingen toen geen kleur hadden. Hij benadrukt met plaatsaanduidingen en titels een documentaire sfeer. Hij heeft de film in z'n geheel in Polen opgenomen, als het kon op de authentieke plaatsen, bijvoorbeeld in het echte gebouw bij

Page 14: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Deense politie in oorlogstijd

In het blad Buchenwald-Kontakt geeft oud-Buchen-waldgevangene H.Robeer een interessante aanvulling op de tentoonstelling in het Verzetsmuseum Amster­dam over de redding van de Deense joden. Hij herinnert zich hoe op 19 september 1944 ongeveer 150 Deense politieagenten in uniform door de poort van Buchen­wald het kamp in marcheer­den. Zij kwamen uit Kopen­hagen en hadden geweigerd joden en verzet­smensen te arresteren. Dit in tegenstelling.'töt-de Ne­derlandse Politie en Konink­lijke Marechaussee die keu­rig hun gevangenen naar het beruchte kamp Amers­foort brachten, zoals Ro­beer zich maar al te goed herinnert. Later sprak hij een van de Deense politie­mensen in Kopenhagen, die vertelde dat het Deense Rode Kruis zo goed voor hen had gezorgd, dat ze van hun pakketten ook hun me­degevangenen konden la­ten delen. Aan het einde van de oorlog werden 133 agenten door het Zweedse Rode Kruis naar de Deense grens gebracht. Bittere con­clusie: 'Wat een verschil met het Nederlandse Rode Kruis, wij Nederlanders kre­gen geen pakketten en moesten maar zien hoe we thuis kwamen.'

Krakau waar Schindlers fabriek was gevestigd. Daarom wilde hij ook in Auschwitz-Birkenau filmen. Het compromis, dat hij buiten het hek, dus aan de andere kant van het bekende poortgebouw waar de trein onder door reed zijn set kon opbouwen, met dus de buitenkant van het poortgebouw als achtergrond, werkt in de film heel goed. Toch garandeert het voor het waarheidsgehalte van een film niets of hij toevallig op de echte plekken is geënsceneeerd. Een andere zeer on-Hollywoodse techniek die Spielberg toepast en die ons een gevoel van documentaire echtheid geeft is dat de camera voor veel opnamen niet op statief is gezet. De veel beweeglijker cameravoering uit de hand trekt ons nerveus de handeling in. Sommige opnamen, bijvoorbeeld tijdens de ontruiming van het getto van Krakau werden inderdaad op een documentaire, bijna improviserende wijze gemaakt. Dat is nog allemaal een kwestie van techniek. Maar ook het verhaal wordt op een on-Hollywoodse wijze verteld. Oskar Schindler is de hoofdpersoon, maar het verhaal wordt niet werkelijk vanuit zijn perspectief verteld, eerder vanuit al die 1100 of meer individuen die door hem zijn gered en die hem met bewondering, maar eerder nog met verwondering, verbijstering en zelfs wantrouwen bekijken. Natuurlijk zien we geen elfhonderd individuele, herkenbare mensen. Maar de groep is ook geen menigte, Spielberg pikt er, schijnbaar willekeurig mensen uit, naamloos vaak, een moeder met haar kind, een pas getrouwd stel, een ouder paar, met wie we door de film heen de gebeurtenissen meebeleven. Die mensen zijn niet alleen maar slachtoffer, sommige doen zaken achterin een katholieke kerk, sommige profiteren, iedereen probeert natuurlijk zijn eigen hachje en dat van zijn gezinsleden te redden. Maar ook Oskar Schindler is in Spielbergs film lang geen heilige en zelfs nauwelijks een held. Hij wordt hard neergezet als een profiteur, een charmeur ook die door de hele film heen een partijspeldje op heeft, die de nazi's vleit en elke avond een andere vrouw in z'n bed heeft. Hij is een Duitser uit Sudetenland die aan het begin van de oorlog naar het Poolse Krakau komt om gemakkelijk geld te verdienen als de joodse bedrijven door de Duitsers worden onteigend. Met joods geld koopt hij een fabriek op, een joodse boekhouder leidt het bedrijf voor hem, joodse arbeiders kan hij voor nagenoeg niets krijgen, zolang hij ze te eten geeft en aan het werk houdt. Hij pretendeert dat de fabriek onmisbaar is omdat hij levert aan het Duitse leger. Intussen zien we precies hoe de ontrechting van de joden in Krakau in z'n werk gaat. Hoe ze eerst uit hun huizen worden gedreven en in een getto bijeen worden gejaagd, hoe in tweede instantie met afschuwelijk geweld het getto wordt gelikwideerd. Hoe in een werkkamp selecties plaats vinden en mensen tot het bot toe worden vernederd en ontmenselijkt. En hoe tenslotte de transporten van mensen in veewagens naar de vernie­tigingskampen plaats vinden.

Oskar Schindler maakt dit alles mee en uiterlijk blijft hij een profiteur die fortuinen verdient aan andermans leed. Aanvankelijk is hij alleen maar geïrriteerd als iemand hem wil bedanken omdat hij in zijn fabriek mag werken. Hij vraagt zijn boekhouder hem alsjeblieft dergelijke sentimentaliteiten te besparen. Min of meer tot z'n verbazing ontdekt hij dat hij door de joden als hun redder wordt beschouwd, al is het maar omdat er in zijn fabriek niemand sterft, en hij kan het niet laten dan ook als mensenredder op te treden. In de film blijft het raadsel aanwezig hoe iemand die altijd een opportunist is geweest in deze omstan­digheden de keuze maakt uiteindelijk z'n geld in te zetten om z'n joden los te kopen. Veel verzetsmensen vertellen als je hun daarnaar vraagt dat ze ongemerkt in wat pas later verzet ging heten zijn gerold en plotseling voor een principiële keuze werden gesteld. Schindler zelf zegt in de film dat de oorlog in iedereen het slechtste naar voren brengt, zonder te beseffen dat het bij hemzelf juist andersom is. De film vermeldt uitdrukkelijk dat hij na de oorlog alleen maar mislukte ondernemingen heeft gehad, ook z'n huwelijk mislukte. De film wil niets romantiseren of sentimen-taliseren. Daarom is hij zo raar en zo onwerkelijk als het leven zelf. Eén scène vonden veel critici in Amerika ondraaglijk sertimenteel. Als Schindler aan het eind door z'n joodse arbeiders wordt geëerd barst hij in huilen uit. Hij vindt dat hij meer mensen had moeten redden en moet getroost worden door z'n boekhouder die zegt dat hij toch echt genoeg heeft gedaan. Sentimenteel? In mijn ervaring zijn er veel verzetsmensen die zich afvragen of ze niet meer hadden moeten doen. Degenen die nooit iets hebben gedaan voelen zich niet schuldig. Het zijn juist degenen die veel mensen hebben gered die zich er van bewust zijn hoevelen ze niet hebben kunnen helpen. Spielberg heeft in zijn film het portret getekend van een raadselachtige man en tegelijk laat hij zien wat er met degenen gebeurt die niet zijn gered. De film gaat precies tot aan de grens waar het nog net te verdragen is om er

Page 15: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

naar te kijken. Het uitgangspunt is het verhaal van de groep mensen die wel is gered, maar de zes miljoen anderen zijn steeds op een suggestieve manier aanwezig. Het is waar dat de trein met 300 vrouwelijke arbeiders van Schindler bij vergissing toch naar Auschwitz werd gestuurd en zij daar drie weken zijn geweest tot hij ook hun vrij wist te krijgen. Door hun ervaringen ondergaan we in ons gevoel inderdaad een tocht dwars door het vernietigingskamp. Als Spielberg aan het eind van de film de oud geworden overlevenden en de acteurs die hen in de film hebben uitgebeeld bij elkaar brengt aan het graf van Schindler in Jeruzalem, benadrukt hij nog eens dat hij geen fictieverhaal heeft verteld, maar op zijn manier zo goed mogelijk de werkelijkheid heeft weergegeven.

Het blijft mij een raadsel hoe Spielberg na veel meeslepende spektakels deze heel andere film heeft kunnen maken. Spielberg en Schindler moeten - bij alle verschillen - toch iets van elkaar weg hebben. Steven Spielberg - en daarin school altijd al iets van zijn genie - geeft zijn films vaker een autobiografisch element. E.T. was ook het verhaal van het volwassen worden van een kind dat z'n droomwereld niet wil opgeven. De Indiana Jones-films spelen achteraf gezien niet zo toevallig in de jaren dertig. De romantische strijd van een archeoloog met de nazi's belichaamt ook een jongensdroom van een Amerikaanse joodse jongen. En in Jurassic Park schildert hij ook het beeld van een man die gigantische spektakels creëert, die hem volkomen uit de hand lopen. Spielberg is blijkbaar wel in staat geweest z'n leven in de hand te houden.

Anne Frank kranten 1994

De Anne Frank Stichting heeft prachtig geïllus­treerde kranten uitgebracht voor de jeugd van 10+ en 14+. De krant voor de ou­dere jeugd is gewijd aan het thema kiezen en delen. Het gaat niet alleen over politiek en verkiezingen, maar ook over keuzes ma­ken, kiezen voor een multi­culturele samenleving en het verhaal van Louise van de Montel, dochter van een joodse moeder en een Suri­naamse vader, die in de oor­log koos voor actief verzet. In de krant voor de jongere groep een stuk met veel fo­to's Over Anne Frank en het bezoek van gevluchte Bo-snische kinderen aan het Achterhuis. In beide kran­ten zit de aardige folder 'Je weet niet wat je ziet' over stereotiepen en vooroorde­len in beeld. Wat zijn carica-turen-en wanneer wordt de getekende overdrijving raci­stisch?

Te bestellen bij het IMBLC, Orderacceptatie, postbus 93054, Den Haag, tel. 070 -3141500.

Page 16: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

En ook hij kan nu met het verdiende geld iets belangrijks doen. Hij is teruggekeerd naar het joodse geloof uit z'n kinderjaren en heeft een manier gevonden gestalte te geven aan de verhalen van overlevenden die hij bij zijn grootmoeder hoorde. Maar hij heeft ook de kracht gevonden zelf de verschrikkingen van de Sjoah binnen te gaan. Als slachtoffer dat zich identificeert met de joden en tegelijk als organisator, als schuldige, als degene die zijn spelers en figuranten soms moest vernederen. Ook daarvan was hij zich tijdens de ergste scènes uiterst pijnlijk bewust. Spielberg is volwasen geworden en wij met hem. Het blijkt mogelijk een integere speelfilm, te maken die een groter publiek in staat stelt iets meer te begrijpen van wat er is gebeurd. Die het kwaad in al z'n bizarheid laat zien zonder in cynisme te vervallen. De film zal jammer genoeg geen twijfelaar aan de Holocaust van mening doen veranderen. Daarvoor is datgene wat hij vertelt te vreemd en te bizar. Maar hij brengt ons zo ver als menselijkerwijs kan die verschrikkingen nabij. Meer kan een filmer, een groot filmer niet doen.

Max Arian

Nederland tegen Apartheid Het Amsterdams Historisch Museum kreeg vanuit het Mayibuye Centre for His­tory and Culture in Kaapstad, dat materiaal verzamelt over de geschiedenis van de apartheid en de strijd daartegen, het verzoek een tentoonstelling te maken over de strijd in Nederland voor een democratisch Zuid-Afrika. Deze tentoons­telling, die werd samengesteld door Carry van Lakerveld, is voor hij naar Zuid-Afrika gaat nu eerst te zien in het Amsterdamse museum. Het is een boeiend overzicht van de vele vormen van strijd tegen de apartheid in Nederland: demonstraties, boycotacties, brochures, affiches en culturele manifestaties. Bij de opening van de tentoonstelling zei minister van Binnenlandse Zaken Ed van Thijn, dat Nederland eigenlijk geen reden heeft zo erg trots te zijn op wat we hebben gedaan om een einde te maken aan de apartheid, maar toch is het een vrolijke en stimulerende expositie geworden. Carry van Lakerveld stelde bovendien een boek samen, Nederland tegen Apartheid, waarin veel aspecten van dezer strijd uitvoerig worden beschreven. Amsterdams Historisch Museum, Kalverstraat 92, Amsterdam, 020-5231822.

Page 17: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Herdenking 1994 Ed van Thijn: "Nooit meer een wereld van dingen die dingen doden" Rede, uitgesproken tijdens de Auschwitz Herdenking op 30 januari 1994

Nooit meer Auschwitz. Auschwitz staat voor moord. Volkerenmoord met voor­bedachte rade. Zes miljoen joden, opgehaald en afgevoerd, uitverkoren en vergast. Perfect georganiseerd door het militair-industrieel complex van Hitiers Nazi-Duitsland. Auschwitz was uniek. In haar beroemde boek "Eichmann in Jeruzalem" beschrijft Hannah Arendt hoe de fabrieksmatige moord op 6 miljoen individuen zich in drie fasen voltrok. Eerst werd het individu van al zijn rechten beroofd en buiten de samenleving geplaatst. Vervolgens werd hij beroofd van zijn morele identiteit. Een mens wordt een nummer, een ding, op een naamloze hoop gedreven. Pas dan volgt de fysieke dood. Maar dat maakt nauwelijks nog verschil. In een wereld van dingen zonder identiteit vervaagt de grens tussen leven en dood, tusen moord en vermoord worden, tussen dader en slachtoffer. In zo'n wereld wordt doden doodgewoon. Ook de dader zelf houdt op als mens te bestaan. Dingen doden dingen.

Hoe kan zo'n ontmenselijkte wereld ontstaan? Hoe wordt een mens gewetenloos? Hoe wordt een volk gewetenloos? Voor Auschwitz zijn geen verklaringen, schreef Primo Levi. Niet vooraf, maar ook niet achteraf. Nog altijd en steeds meer gaat Auschwitz en waar dat voor staat ons bevattingsvermogen te boven. Al drie generaties lang.

Auschwitz is uniek, maar was het ook eenmalig? Wat betekent dat eigenlijk: "Nooit meer Auschwitz"? Als Auschwitz dan zo uniek was, waar maken jullie je dan zo druk over? vraagt de volgende generatie aan de vorige. En de vorige spreekt, bijna zonder woorden, als vissen in een vissenkom, maar zien jullie dan niet wat er om ons heen gebeurt? Weer wordt een mens gewetenloos. De mens wordt weer gewetenloos. Een volk wordt eigen volk eerst. Blut und Boden.

Als Auschwitz zo uniek was, wat voor lessen zijn er dan te trekken? Als Auschwitz in toenemende mate ons bevattingsvermogen te boven gaat, wat doen we er dan mee in de wereld van vandaag. Hoe verwerken wij een onverwerkt verleden? "Vergangenheitsbewaltigung" heet dat bij onze Oosterburen, maar wij kampen er ook mee.

In het boek "Schaduwen van de Duitse Geschiedenis" beschrijft Friso Wielenga hoe dat verwerkingsproces, dwars door de generaties heen, verlopen is. De eerste generatie was de generatie van de grote stilte, het "Nichtgenauwis-senwollen", de tweede schuld, de verdringing en de ontkenning. De tweede generatie was de generatie van de felle reactie. De generatie van de jaren '60 begon - niet gehinderd door de eigen biografie, zoals Helmuth Schmidt eens schamper zei - vragen te stellen. Lastige vragen, aan de eerste generatie en aan zichzelf. Willy Brandt maakte een knieval in het Getto van Warschau, of wat daarvan over was. Het waren ook de jaren van de verhitte verjaringsdebatten en de termijn werd alsmaar langer en uiteindelijk opgeheven. Naarmate de oorlog verder achter ons lag, stegen ook de opiniecijfers ten gunste van een verdere vervolging van oorlogsmisdadigers. De televisiefilm Holocaust had ook zijn uitwerking niet gemist. En de derde generatie, die van vandaag? De derde generatie is minder bezig met het verleden dan de tweede. De derde generatie wil niet op Auschwitz aangesproken worden - en terecht. De derde generatie heeft de geschiedenis verinnerlijkt, Auschwitz heeft zich - aldus Wielenga - of men wil of niet - ingebrand in de eigen identiteit. De derde generatie leeft dwars door de grenzen heen, in Duitsland, Frankrijk, Nederland (im groszen Ganzen) in het heden en vraagt ons, waarom wij zwijgen over Sarajewo, over etnische zuiveringen, over aanslagen op buitenlanders, gehandicapten en iedereen die anders is. Over Zjirinovski, Karadjic, le Pen, Janmaat en al die andere Blut und Boden-fetisjisten van onze tijd.

Page 18: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Marten Toonder in 1i«t^enetsmu-seum Amsterdam

In het Verzetsmuseum Amsterdam Is van 30 april tot en met 4 september 1994 de tentoonstelling 'Marten Toonder, tekenaar in oorlogstijd' te zien. Deze toont het legale en illegale werk van Marten Toonder tijdens de Tweede Wereld­oorlog. Centraal daarbij staat het illegale blad Me­tro, dat vanaf 1944 ver­scheen en door een onge­kend satirische toon voor veel opschudding zorgde. Verder zijn er illegale rijm­prenten te zien, ontwerpen voor valse stempels, maar ook kranten, ontwerpteke­ningen, foto's en reclame­materiaal, die meestal de stripfiguur Tom Poes tot onderwerp hebben. Boven­dien is voor het eerst een fragment te zien van de te­kenfilm over Tom Poes en het Geheim van de Grot, die tijdens de oorlog door Toon­ders studio werd geprodu­ceerd en die geheel verdwe­nen leek.

Verzetsmusuem Amster­dam, Lekstraat 63, Amster­dam, tel. 020-6449797.

Is Auschwitz uniek? Hoe bedoelt u? Auschwitz eenmalig? Ja zeg ik, Auschwitz is eenmalig, want tegenover de gruwelen van vandaag, het opkomend rechts-extremisme, het nationalisme, racisme en vreemdelingenhaat staat, anders dan toen, een opkomend en massaal protest. De derde generatie stelt geen vragen over toen, een half woord is genoeg. Scholieren van vandaag. De zee van bloemen, vorig jaar. Terneuzen deze week. De derde generatie draagt de geschiedenis met zich mee, maar leeft de toekomst tegemoet. Nooit meer een wereld van louter dingen die dingen doden. Nooit meer Auschwitz. Om die reden.

Anita Löwenhardt Fel protest tegen de sluiting van de WUV Rede, uitgesproken tijdens de reünie op 30 januari 1994

Het is nog maar vijfjaar geleden dat ik hier stond als voorzitter van de Steungroep van het Auschwitz Comité, die twee jaar daarvoor was opgericht omdat de leden van het comité wilden dat hun werk zou worden voortgezet. Inmiddels zijn vele leden van die Steungroep tot het comité toegetreden, omdat ook zij het belangrijk vinden dat het motto "Nooit meer Auschwitz" tot in lengte van dagen wordt uitgedragen. Dat dit weer meer nodig is dan ooit sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog, blijkt helaas ook in Nederland, waar racisten en zelfs neo-nazi's proberen bepaalde groepen mensen tot zondebok te maken.

Gelukkig zijn er ook goede ontwikkelingen. Afgelopen donderdag, exact 4 9 jaar na de bevrijding van Auschwitz, was ik, als vertegenwoordiger van het Nederlands Auschwitz Comité, op uitnodiging van Tweede Kamervoorzitter Deetman aan­wezig bij de herdenking, in Auschwitz georganiseerd door het European Jewish Congress. Daar waren, behalve Deetman, ook de parlementsvoorzitters van België, Duits­land, Frankrijk, Israël, Italië en Luxemburg, de voorzitter van het Europese Parlement, vele Europarlementariërs en een aantal overlevenden van Auschwitz, onder wie de Franse minister Simone Veil en de hier aanwezige voorzitter van het Internationale Auschwitz Comité, Maurice Goldstein. De parlementsvoorzitters verklaarden daar er alles aan te zullen doen om vreemdelingenhaat, racisme en antisemitisme in de landen van de Europese Unie uit te bannen en zowel de burgemeester van Krakow als de voorzitter van het Poolse parlement sloten zich daarbij aan en beloofden bovendien hun best te doen het antisemitisme tegen te gaan.

Het afgelopen jaar begon met de vernieling van ons monument. Gelukkig was Jan Wolkers bereid een nieuw monument voor ons te maken, waarvoor wij hem veel dank verschuldigd zijn. Ook de gemeente Amsterdam zijn wij zeer erkentelijk voor de financiële steun bij het vervaardigen van het nieuwe monument, waar velen van u vanmorgen de herdenking bijwoonden. Degenen die daar waren - en gelukkig waren dat er weer zeer velen - hebben ook de zuil kunnen zien met daarop de tekst die Jan Wolkers over het monument schreef, met daarnaast een verklarende tekst, gemaakt door Hans Fels en rabbijn Sonny Herman en vormgegeven door Mirjam Boelaars. De teksten zijn bedoeld voor bezoekers van het monument, opdat zij weten waarom het er staat.

Vorig jaar oktober organiseerden wij een reis naar Westerbork, waar ongeveer zestig mensen aan deelnamen. In Westerbork werden we rondgeleid door mensen die enige jaren in dit kamp gevangen zaten. In het herinneringscentrum verzorgde Jules Schelvis een rondleiding langs de expositie over Sobibor. Het is onze bedoeling om voortaan elk jaar dat we geen reis naar Polen organiseren, een dag naar Westerbork te gaan.

Eind vorig jaar ging de Tweede Kamer akkoord met het voorstel van minister D'Ancona van WVC de WUV te sluiten voor de naoorlogse generatie. Een voorstel waar wij, zoals bekend, fel tegen zijn. De speciale solidariteit met de overlevenden van de Holocaust - en hun kinderen - die de Nederlandse regering nota bene

Page 19: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

pas ruim 25 jaar na de oorlog in een wet vastlegde, wordt hiermee al na twintig jaar losgelaten. Onze hoop is nu gevestigd op de Eerste Kamer, die dit slechte wetsvoorstel hopelijk alsnog zal verwerpen.

Afscheid

Helaas moesten wij ook dit jaar weer definitief afscheid nemen van een aantal mensen die zeer bij ons werk betrokken waren: mevrouw Affolter-de Montel, mevrouw Natkiel en mevrouw Rafalowicz. Ik zou u willen verzoeken enige momenten stilte voor hen in acht te willen nemen.

Dan wil ik nog iets zeggen over Annetje Fels, die vanaf vandaag erevoorzitter is van het Nederlands Auschwitz Comité, waarin zij bijna veertig jaar actief is geweest. Hopelijk zal zij ons, in haar nieuwe functie, nog tot in lengte van jaren met haar kennis en wijsheid terzijde staan. Twee weken geleden werd in de Hollandsche Schouwburg een borstbeeld van Annetje onthuld, gemaakt door de beeldhouwer Geurt Brinkgreve. Dat beeld is, zoals de tekst op de sokkel luidt: "een symbool voor de overlevenden die na de Tweede Wereldoorlog de joodse gemeenschap opnieuw hebben opge­bouwd. Zij hebben de herinnering aan de vervolging in 1940-1945 overgedragen, opdat wij niet vergeten".

Tot die mensen , overlevenden van de vernietigingskampen, die na de oorlog, toen eigenlijk niemand daarvan wilde horen, toch de moed hadden om van de verschrikkingen te getuigen, behoren ook Rootje en Lou Corper, die vandaag afscheid nemen van het comité. De leden van het comité willen Rootje en Lou graag bedanken voor het vele werk dat zij zo vele jaren voor het comité hebben verzet. Wij zullen hen binnenkort uitgebreider in het zonnetje zetten, maar ik zou hen nu hier alvast een eerste blijk van onze waardering willen overhandigen.

Rootje en Lou en Annetje en al die anderen van het eerste uur hebben er keihard aan gewerkt om dit comité te maken tot een organisatie waar niemand meer omheen kan.

Ondergedoken kinderen verenigd

Bij de Auschwitzherdenking in Amsterdam werden voor het eerst bloemen gelegd namens de nieuwe vereni­ging Het Ondergedoken Kind die actief is op cultu­reel en recreatief gebied. Leden moeten een joodse identiteiten/of achtergrond hebben en ondergedoken zijn geweest. Partners, voormalige joodse kampkin­deren en andere joodse kin­deren die de oorlog hebben overleefd kunnen sympati-serend lid worden. Ko­mende activiteiten: geza-melijk bezoek aan de film Schindler's List; een week­end op 6, 7 en 8 mei in de bossen bij Epe en op 12 mei een autorally. Informatie bij Jack Eljon, 020 - 6444029 of Esther #orfèlft*lK"ii#s -;. 699594Ï 1

HERDENKT tDE4EMEI

Page 20: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Oproep

Wie helpt 'Eddy' te vinden?

Mijn nicht Mary Smit, tij­dens de oorlog lid van de groep C.S.6 (Corellistraat 6} te Amsterdam, is op zoek naar 'Eddy'.

Eddy was in 1943 het 3-ja-rig zoontje van een jong joods gezin, woonachtig in de omgeving van de Ho-lendrechtstraat. Daar wordt (waarschijnlijk op 20 juni 1943) een grote razzia in de buurt gehouden. Het kind wordt verstopt achter een gordijn, de ouders, wier naam en adres niet bekend zijn, worden afgevoerd. Eddy wordt uren later ge­vonden door de zuster van de moeder en afgeleverd bij P.A.M. Pooters, een der lei­ders van de groep C.S.6. Kort daarna wordt Eddy overgebracht naar Mary Smit, Jacob van Lennep-straat 192 (boven een melk­zaak). Na ongeveer 14 da­gen wordt het kind afgehaald door C. (Kees) Verhoeve (inmiddels overle­den). Per fiets vertrekken zij, bestemming onbekend. Veel later meent men ge­hoord te hebben dat Eddy was ondergebracht bij non­nen of in een klooster. Eddy zal nu ongeveer 53 jaar zijn.

Mary Smit en familie willen graag weten hoe het Eddy vergaan is. Wie kent hem, of meent zich hier iets van te herinneren?

Informatie naar Jan G.Bruin Zuiddijk 405 g 1505 HC Zaandam tel. 075-163457

Annetje Fels: "Als Annetje zal ik er nog heel lang voor jullie zijn" Rede, uitgesproken tijdens de reünie op 30 januari 1994

Geachte aanwezigen, lieve vrienden Vandaag, op de 49ste herdenking van de bevrijding van Auschwitz, spreek ik u voor het laatst toe als voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité. Na twintig jaar voorzitterschap leek mij het moment gekomen om de fakkel over te dragen aan een jongere generatie, die ons werk in de toekomst zal moeten voortzetten. Het Auschwitz Comité van 1994 telt heel veel jonge leden en één van hen, Anita Löwenhardt, heeft zich tot ons aller vreugde bereid verklaard het voor­zitterschap op zich te nemen.

In 1956 is het Nederlands Auschwitz Comité opgericht. De aanleiding was dat ons toen gevraagd werd mensen te vinden die konden getuigen in het proces tegen de arts Clauberg. Clauberg was degene die experimenten op de vrouwen uit blok 10 in Auschwitz uitvoerde. In 1956 was de wereld in het algemeen onwetend over wat er zich precies in Auschwitz, en naast Auschwitz in alle vernietigingskampen in Polen had afgespeeld. Wij, overlevenden van Auschwitz, zagen het als onze plicht te vertellen wat we hadden meegemaakt, een verplichting tegenover de miljoenen die het niet hadden overleefd. In die tijd hebben wij, vanuit dit zelfde plichtsbesef, intensief meegewerkt aan het opsporen van oorlogsmisdadigers. En wij hebben met onze getuigenissen de processen tegen hen ondersteund. Van meet af aan heeft ons Comité ervoor geijverd dat de slachtoffers van de vervolgingen geholpen werden door de samenleving, die ook heeft toegestaan dat ze weggehaald werden. Gelukkig was er ook het verzet. Het heeft uiteindelijk nog tot 1972 geduurd voordat er een enigszins bevredigende wet werd aangenomen, de WUV.

Het Auschwitz Comité, ooit opgericht door een groep overlevenden, is in de loop der jaren een vriendenkring geworden voor allen die de vervolgingen aan den lijve hebben ondervonden. En, niet in de laatste plaats, een autoriteit voor de buitenwereld. Met de overdracht van mijn voorzitterschap staan we aan het begin van een nieuwe fase in de ontwikkeling van het Comité. Nu nog werken wij, de ouderen, samen met een jongere generatie. Maar eens komt de dag dat het Comité geheel geleid zal worden door mensen die Auschwitz niet aan den lijve hebben ondervonden. Wat zal op den duur de taak zijn van het Auschwitz Comité als er geen processen meer gevoerd moeten worden, geen uitkeringen meer geregeld moeten worden en er geen mensen meer zijn die op scholen kunnen vertellen wat zij in Auschwitz hebben meegemaakt? Waar zal het Auschwitz Comité dan voor moeten staan? Auschwitz is uiteindelijk het symbool geworden van waar rassewaan toe kan leiden. Die naam, dat symbool, mag nooit uit het bewustzijn van de mens verdwijnen, want wie het verleden niet kent, zal de gevaren voor de toekomst niet herkennen. Naast het behoeden van de plaatsen waar de massamoord heeft plaatsgevonden en het beheren van ons gedenkteken, zal het Auschwitz Comité bij uitstek de waarschuwende en signalerende stem moeten zijn in een wereld, die telkenmale - zij het in verschillende verschijningsvormen - dezelfde fouten maakt en waarschijnlijk zal blijven maken. Onze hartekreet: "Nooit meer Auschwitz" zal moeten blijven klinken zolang er, waar ook ter wereld, mensen vervolgd worden om hun ras of geloof, uit naam van al die miljoenen onschuldige mannen, vrouwen en kinderen die in Auschwitz verdwenen zijn, enkel en alleen omdat ze joden waren. Het Auschwitz Comité heeft de morele autoriteit verworven om te waarschuwen en te wijzen op ontwikkelingen die uiteindelijk tot een ramp kunnen leiden. Als op den duur het Auschwitz Comité die taak in onze samenleving kan blijven vervullen, dan zal het werk van ons overlevenden van de kampen niet tevergeefs zijn geweest.

Lieve vrienden, de laatste dagen ben ik op allerlei mogelijke manieren geëerd voor het werk dat ik voor het Comité heb gedaan. Ik heb dit allemaal over

Page 21: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

me laten komen omdat ik weet, dat met mij alle mensen geëerd zijn, die met al hun inzet in ons Comité gewerkt hebben en die allemaal onmisbaar zijn geweest en allemaal stuk voor stuk in mijn beeld zijn geportretteerd. Dat in de Hollandsche Schouwburg, juist op deze plek, ons werk erkenning heeft gekregen, is van buitengewone betekenis voor ons. Als ik zo de zaal rondkijk en ik zie David van Geens, Jacques Furth, Rootje en Lou Korper, Eva Tas, Frits Degen en al die andere mensen met wie ik jarenlang heb samengewerkt, dan bekruipt mij een gevoel van diepe, diepe dankbaarheid dat zij mijn vrienden zijn.

Denkend aan allen, die er niet meer zijn, neem ik afscheid als voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité. Als Annetje zal ik er nog heel lang zijn voor jullie allemaal.

KOMBI-informatiedag

Stichting KOMBl, Kinderen van de Oorlog voor Onder­linge en Maatschappelijke Begeleidingen lrt|e||0tfeV houdt op zi i ièïd^^Sfl: - . ' 1994 in A«herif:ï^ jjfKfe-/; matiedag voor nieuwe deel­nemers Minsén;i|iejjitpv;' *• waren tijdens de'Twe^lf' '• Wereldoorlog of die daarna zijn geboren in een gezin waar die < 'woedde' zij geacht de achtergrond van hun ouders. Informatie en opgavéniutóirfi^lil^^; _ april) pe#eie*o«wf^:5.'--342800 op werkdagen van 17-18 uur of <l«37tt̂ ÖQ58. Een folder kan worden aan­gevraagd bij: KOMBI, post­bus 49, 6860 Oosterbeek.

Ter gelegenheid van het aftreden van Annetje Fels als voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité vond op woensdag 19 januari 1994 een ontroerende plechtigheid plaats in het trappenhuis van de Hollandsche Schouwburg. Daar werd aan het eind van de expositie van portretten van voor, tijdens en na de oorlog een bronzen kopje onthuld, een door beeldhouwer Geurt Brinkgreve gemaakt portret van Annetje Fels, dat de overlevingskracht symboliseert van degenen die na de Tweede Wereldoorlog de joodse gemeenschap in Nederland weer hebben opgebouwd en de herinnering aan datgene wat er is gebeurd hebben levend gehouden. Op de foto: wethouder Ernst Bakker en Annetje Fels-Kupferschmidt bij het beeldje. Foto: Han Singels.

Page 22: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Agenda

Op zaterdag 9 april vindt in Hotel CASA 400, James Wattstraat 75 te Amster­dam de Buchenwald-reünie plaats. Informatie op tel.nr. 05103-62666.

Op zondag 10 april wordt in Amsterdam de Mauthausen reünie gehouden. Informa­tie op tel.nr. 020-6360577.

Op vrijdag 22 april van 12.00-12.30 uur vindt de herdenking plaats bij bet Ravensbrück - monument in Amsterdam. Na afloop wordt de jaarlijkse reünie gehouden in Restaurant Bosrand. Telefonisch opge­ven op nr. 072-335768.

Op zaterdag 23 april vindt in Nijmegen de Dachau-reü-nïe plaats. Telefonisch op­geven op nr. 08388-2383.

Op zaterdag 23 april is er in het Pax Party House, Ferd. Bolstraat 194 in Amsterdam een lustrum-bijeenkomst tg.v. het 5-jarig bestaan van de Vereniging Kinderen van Verzetsdeelnemers 1940-1945. Opgeven op tel.nr. 01899-25783.

Op 4 mei rond 20.00 uur or­ganiseert Het Nationaal Co­mité 4 en 5 mei de Nati­onale Herdenking op de Dam in Amsterdam. De kranslegging bij het Natio­naal Monument wordt vooraf gegaan door eën herdenkingsbijeenkomst In De Nieuwe Kerk, die o.a. wordt bijgewoond door ko­ningin Beatrix.

Op dinsdag 6 september wordt in Vught het Sach-senhausen-monument ont­huld. Informatie op tel.nr. 079-520751.

Op zondag 27 november wordt in Haarlem herdacht dat Hannie Schaft, symbool van het nationale verzet te-

REACTIES VAN LEZERS De redactie behoudt zich het recht voor te lange brieven in te korten

In memoriam Elie Cohen

Ik heb mij gestoten aan de opmerking in het januarinummer van het Auschwitz Bulletin, dat 'de Nederlandse arts Elie Cohen in enige kampen een unieke positie (heeft) ingenomen en zodoende (cursivering van mij) heeft overleefd'. Dit getuigt van weinig inzicht in de toenmalige situatie en er zou ook uit kunnen blijken dat u Elie niet goed hebt gekend. Ik verbleef in dezelfde periode als Elie in Auschwitz en ik heb hem van dichtbij meegemaakt: hij hielp daar waar dat in zijn beperkte vermogen lag. Ik spreek ook uit eigen ervaring. Hij leed na zijn terugkomst, zoals vrijwel iedereen die overleefde, aan een schuldgevoel (survivors-guilt) en gooide daar nog een schepje bovenop door van zichzelf te beweren (o.a. in een televisie-interview) dat hij door zijn positie als arts het kamp heeft overleefd. Dat hij dit schuldgevoel zo vertaalde was een extra belasting voor hem. De schuld van het noodlot van de anderen lag echter uitsluitend bij het nationaal-socialisme. Uit sympathie voor de overledene schrijf ik u dit.

Heemsfede, Jaap Bronkhorst

Kathe Niederkirchner Strasse

Na lezing van de brief van de Duitse ambassadeur Citron in het Auschwitz Bulletin van januari 1994, zou je kunnen denken dat de problemen rond de naamsverandering van de Kathe Niederkirchner Strasse in Berlijn redelijk zijn opgelost. Het argument dat na het wegvallen van de Berlijnse Muur twee min of meer gelijkluidende straatnamen logistieke verwarring zouden kunnen ver­oorzaken klinkt volstrekt aannemelijk. Hiermee is echter allerminst duidelijk waarom de Kathe Niederkirchner Strasse in district Prenzlauer Berg gehandhaafd blijft, terwijl de Niederkirchner Strasse in District Mitte moet verdwijnen. Deze laatste straat heette vroeger Prinz Albrecht Strasse en vormde samen met de Anhalter Strasse en de Wilhelm Strasse het Regierungsviertel waar in de jaren dertig en veertig de kopstukken van het nationaal-socialisme waren gehuisvest. In de Prinz Albrecht Strasse nummer 9 bood Hotel Prinz Albrecht onderdak aan Himmlers Schutzstaffel, op nummer 8 Heydrichs Gestapo, op nummer 5 Görings Haus der Flieger. Hier werden tegenstanders van het nationaal-socialisme verhoord en gemarteld, hier werd beslist over het lot van krijgsgevangenen en hier werd de Wannsee Konferenz van 20 januari 1942 voorbereid. In 1943 en 1944 werd dit gebied door geallieerde bombardementsvluchten zwaar beschadigd; in 1956 werden de restanten opgeblazen en werd de geschiedenis letterlijk met de grond gelijk gemaakt. In 1951 werd de Prinz Albrecht Strasse vernoemd naar de in 1944 in Ravensbrück omgekomen Duits-Russische ver­zetsstrijdster Katja Niederkirchner en in 1961 werd de Muur dwars door de straat heen gebouwd. In 1986 werden bij graafwerkzaamheden de na de oorlog inderhaast dichtgegooide kelders van de Gestapo ontdekt. Een tentoonstelling, Topographie des Terrors, vertelt hier nu de gruwelijke geschiedenis van dit nog steeds desolate terrein. Ik wil er voor pleiten de naam van deze Niederkirchner Strasse niet te veranderen en in deze straatnaam alle slachtoffers van de hier werkende Schreibtischmörder te blijven herdenken. Misschien zou de Duitse ambassadeur hierover nog eens met de burgemeester van Berlijn Eberhard Diepgen van gedachten kunnen wisselen.

Steenwijk, Hans de Clerq

Page 23: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Voorzitter Jos Slagter

Het artikel in het januarinummer over het aftreden van Annetje Fels als voorzitter van het Auschwitz Comité is een ontroerend en schokkend verhaal, dat we - met alle variaties - kennen van onze ouders die joods waren en deelnamen aan het verzet. Dat verhaal dient te worden doorverteld. Het deed mij echter verdriet dat bij het verhaal over het ontstaan en de geschiedenis van het Auschwitz Comité tot mijn verbijstering geheel werd voorbijgegaan aan de inzet van de mensen van het eerste uur, zoals mijn vader, Jos Slagter, die kort na de oprichting voorzitter werd van het comité, een functie die hij vele jaren zou vervullen. Samen met zijn vriendinnen en vrienden uit het verzet, zoals Eva Furth, Annetje Fels, Jacq Furth, Ro Corper-Blik, Lou Corper, Eva Tas, David van Geens en Leon Groen, had hij in 1956 het comité opgericht. Het waren toen geen gemakkelijke tijden. Onder invloed van de Koude Oorlog werden initiatieven om de herinnering aan de strijd tegen het racisme en de misaden van de nazi's levend te houden al gauw bestempeld als communistisch. Mijn vader heeft dat volop meegemaakt. Maar hij zette door. Zijn leidraad was - zoals hij mij in die jaren toevertrouwde - de belofte aan mijn in Auschwitz omgekomen moeder om de idealen waar zij voor stonden hoog te houden. Het gezinsleven dat hij na de oorlog opnieuw had opgebouwd maakte hij ondergeschikt aan het vele werk dat het jonge comité van hem vroeg. Samen met de andere comitéleden werd in de loop van de jaren vijftig en zestig de basis gelegd voor een steeds groeiende herdenking van de bevrijding van Auschwitz. Met trots en respect heb ik ervaren hoe hij voor velen een vertrouwensman is geweest. Zijn aandeel in het ijveren voor een wettelijke erkenning van de belangen van de vervolgden - net name in de vorm van de WUV - is onbetwist. Zijn vriendschap met Jan Wolkers droeg bij tot de totstandkoming van het indrukwekkende Auschwitz-monument. Ik zou het op prijs stellen als u deze brief zou publiceren.

Amsterdam, Gerda Roodenburg-Slagter

Naschrift van Clairy Polak en Max Arian: Wij stellen er prijs op vast te stellen dat in het gespek met Annetje Fels de persoon van Jos Slagter en zijn verdiensten voor het comité wel degelijk ter sprake zijn gekomen, maar dat dit door plaatsgebrek helaas uit het artikel was verdwenen. We zijn blij met deze aanvulling en hopen dat de geschiedenis van het Auschwitz Comité binnenkort nog eens in zijn geheel zal worden opgeschreven.

[^§e$i^^$^^)i^rpem, op '~-2^^n§*§êitj^ te de'dui- • nrt^"-BÏ##endaal werd • gefusilleerd. De herdenking steat.terhfè^ek#n}.tan de strijd tegen onderdrukking,' racisme, fascisme en discri­minatie. Aanvang 13.30 uur. Informatie op nr. 020-6256903

Exposities:

T/m 15 juni 1994: Charles Breijer, fotograaf in bezet­tingstijd. Plaats: Verzets­museum Friesland, Zuider­plein 9-13, Leeuwarden. Tel. 058-133335

Op 16 juiij994 wordt in het expositiecentrum van Westerbork de tentoonstel­ling 'Kinderen van Wester­bork' geopend door minis­ter van Binnenlandse Zaken Ed van Thijn. Ter gelegen­heid van deze expositie ver­schijnt leen speciaal Wester­bork cahier. Het eerste, door Van thijn gesigneerde nummer zal worde» over­handigd aan de penning­meester 'vin' h'etïAuichvvltz Comité, deïtêVJïMï» Wa­terman, geboren op 17 au­gustus 1943 in Westerbork.

T/m 19 juni 1994; Fotografie geschiedenis Beeldvorming

y|^o%land''eh de Tweede ïj^eidoodoiijP^ate Fries ^ ^ ^ ï ^ l « r f n W k t : 2 * '

M11I&30Ö1

'•-,0

Deze tekening is gemaakt door Karl Stojka, een Oostenrijkse zigeunerjongen die Birkenau

overleefde. Hij werd op 3 maart 1943 in Wenen gearresteerd en met meer dan duizend

Roma en Sinti naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Later werd hij op transport gesteld

naar Buchenwald en Flossenburg. Tijdens de dodenmars naar Dachau werd hij op 24

april 1945, kort na zijn veertiende verjaardag, bevrijd. In Wenen ontwikkelde hij zich tot

een amateur-kunstenaar; het centrale thema in zijn werk is de vervolging van joden en

zigeuners door de nazi's. Een tentoonstelling van zijn tekeningen en schilderijen is onder

de titel Ein Kmdin Birkenau tot 30 mei 1995 te zien in Herinneringscentrum Kamp Westerbork,

Oosthalen 8, Hooghalen, tel. 05939 - 2600.

Page 24: Auschwitz Bulletin, 1994, nr. 03 Mei

Dit keer een maand eerder: Tweejaarlijkse reis naar Polen

Van 16 t/m 21 oktober 1994, een maand vroeger dan gebruikelijk, organiseert het Nederlands Auschwitz Comité een reis naar Auschwitz, Birkenau, Sobibor en Treblinka. De reis, die een dag langer duurt dan andere jaren en mede een educatief karakter heeft, zal 1250,- per persoon gaan kosten op basis van een tweepersoons kamer. (1375,- voor een eenpersoons kamer). De prijs is inclusief vliegreis Amsterdam-Warschau-Amsterdam, transfers per touring car en verblijf in hotels in Krakow en Warschau. N.B.: deze prijsopgave is onder voorbehoud van gelijkblijvende vliegtarieven en koersen.

Belangstellenden kunnen zich vóór 15 mei schriftelijk opgeven bij de heer J. Waterman, Wulp 30,1111 WJ Diemen. Er is slechts een beperkt aantal plaatsen. Aanmelding betekent derhalve niet automatisch dat u deel kunt nemen aan de reis.

B O N Wilt u zich (gratis) abonneren op dit blad of heeft u familie, vrienden of kennissen die op de hoogte willen blijven van de activiteiten van het Nederlands Auschwitz Comité? Indien u onderstaande bon invult en opstuurt naar dhr. Jacques Grishaver, Knoopkruid 54, 1112 PV Diemen, ontvangen zij vijf maal per jaar het blad van het Nederlands Auschwitz Comité. Aan het abonnement zijn geen kosten verbonden. Wel ontvangen alle abonnees één maal per jaar een acceptgirokaart voor een vrijwillige donatie ten behoeve van de voortgang van het werk van het Nederlands Auschwitz Comité.

naam:

adres:

postcode en woonplaats:

land:

Opsturen naar dhr. Jacques Grishaver, Knoopkruid 54, 1112 PV Diemen (Als u het blad niet wilt beschadigen kunt u de bon ook fotocopieren of overschrijven)