Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

24

Click here to load reader

description

natuurlijk verkade chocolade, u proeft wel waarom! voor een lekker kopje koffie in een aangename sfeer naar Kalverstraat 142 Amsterdam Kinkerstraat 111 Amsterdam Telefoon 18 62 03 AMSTERDAMSEWEG 206 AMSTELVEEN TELEFOON 020-5402911 mode voor jonge mensen KONINKLIJKE EMBALLAGE Kalverstraat 14 Tel. 24 59 10 AMSTERDAM INDUSTRIE loopt voor op de schoenenmode van morgen

Transcript of Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

Page 1: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari
Page 2: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

natuurlijk verkade chocolade, u proeft wel waarom!

KONINKLIJKE E M B A L L A G E

INDUSTRIE

VAN LEER B.V,

A M S T E R D A M S E W E G 2 0 6 A M S T E L V E E N

TELEFOON 020-5402911

PISA loopt voor op de schoenenmode van morgen

Kalverstraat 14 Tel. 24 59 10

AMSTERDAM

Boetiek Tric mode voor jonge mensen

Kinkerstraat 111

Amsterdam

Telefoon 18 62 03

voor een lekker kopje koffie in een aangename sfeer naar

e ópreóóo

Kalverstraat 142 Amsterdam

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

nederlands auschwitz c o m i t é

HERDENKINGSNUMMER

Oplaag: 25.000 exemplaren

22e jaargang nr. 1, januari 1978

Secr.: E. Furth, Diemerkade 43, Diemen, tel. 020-905310 Bankrel.: AMRO Bank, bijk. Van Baerlestr., Amsterdam-Z. Gemeente Giro N5500 N.A.C. - Postgiro nr. 293087 Redactie: E. Tas, Amsteldijk 23, Amsterdam-Z., tel. 795716 Administratie: telefoon 020-1841 59

Zodat het zich niet herhaalt

Eind '77 bracht het einde van Charlie Chaplin, waarschijnlijk de grootste komiek aller tijden, in elk geval de meest geziene en beminde. Een halve eeuw de belicha­ming van de integere kleine man, de waardige sjlemiel. En de anti-fascist, toen dat nog niet vanzelf sprak. Anti-fascist zijn spreekt ook nu niet voor iedereen vanzelf. Niet voor de rechters die Lucas, veroordeelde kamparts van Ausch­witz meteen loslieten, omdat hij in 'Not-stand', d.i. met doodstraf bedreigd, men­sen het gas in gestuurd zou hebben. Niet bij de Westduitse radio, die Thies Christophersen, auteur van Die Ausch­witzlüge voor de microfoon liet verzekeren dat van de Auschwitz-mug een olifant wordt gemaakt. Niet zij die de SS-beulen in een Auschwitz-proces of Kappler bloe­men sturen. En niet de autoriteiten van Solltau die voor de uit Italië ontvoerde oorlogsmisdadiger Kappler extra bewaking en gebeden hebben ingesteld. Anders kan het ook. In het oeroude Worms, 'een van de heiligste plaatsen van het avondland', waar misschien de burcht der Nibelungen stond en zeker eeuwen­lang keizers zetelden, in dit Worms houdt een soort tempeltje de herinnering levend aan de strijders tegen het fascisme en voor vrijheid en recht. De gotische synagoge is er zoals hier en daar elders zorgvuldig gerestaureerd. De Westduitse vakbondsjeugd signaleert bezorgd dat steeds meer rechters SS-ers vrijlaten en anti-fascistische demonstranten straffen en daarnaast de hoger en hoger oplopende Hitlergolf. De studerende jeugd blijft niet achter en noemt de universiteit van Düsseldorf — nog steeds officieus — de Heine-universi-teit en verbindt de naam van Carl von Ossietzky, de door de nazi's vermoorde kampioen voor de vrede, aan die van Oldenburg. Van universiteiten gesproken: natuurlijk zal het iedere aanhanger van het voornaamste mensenrecht, het recht op leven, deugd doen dat een vooraanstaand en* dus gevangen rassisme-bestrijder in Zuid-Afrika te Amsterdam een ere-docto-raat heeft gekregen. Nadat dezelfde facul­teit een studieweek aan het fascisme had gewijd. Anderzijds constateert men aanvallen op het verzet van 1940 of 1933 tot '45. Klassiek is het geschrift van de weduwe van von Ribbentrop, 'De oorlogsschuld

van het verzet'. Een jonge zetter is berispt door een Beierse rechter, omdat hij anti­fascistische manifesten verspreidde tegen een neo-nazimars. . bij Dachau! Ook in Nederland dient in sommige kringen het verzet merkbaar als schop-steen. Nu eens heet het dat er maw een handjevol goede Nederlanders is gt-weest, alsof tienduizenden onderduikers door een enkeling konden worden verzorgd. Of alleen halfgaren in verzet. Dan weer droegen de slachtoffers en niet de nazi's schuld. Of men haalt de schouders op over die oude sokken, terwijl het verzet vooral een jeugdbeweging was, zoals kan blijken uit de leeftijd van de gevangenen: verzetsgepensioneerden zijn nog lang niet allemaal bejaarden. Feitelijk betekenen de beroepsverboden bij onze buren ook een klap tegen het verzet. Een Sylvia Gingold, kind en kleinkind van verzetslieden, mag niet in vaste dienst les­geven, d.w.z. niet voor een nieuwe Duitse jeugd werken, wat elke neo-nazi vrijstaat. De plaag van het antisemitisme raast niet minder, eer meer rond. Van Argentinië tot Slowakije, van het Engelse Nationale Front tot Australië, daar waar vrijwel geen en waar veel joden zijn. Er wordt ge­sproken over mensenrechten en menigeen denkt dan allereerst aan het recht van joden om de Sowjet-Unie te verlaten. De vraag is of zonder antisemitisme aldaar zovelen zouden willen vertrekken. Onheil­spellende publikaties en feiten volgen elkaar op: er dreigt een proces tegen een joodse wiskundige, Sjtsjaranski. Sowjet-advocaten durven, Franse advocaten mo­gen hem niet verdedigen.

TERREUR EN ANTI-TERREUR

Geen dag zonder aanslagen en overvallen. Op vliegvelden en in cafés, in Italië en Frankrijk, bij leren en Basken en ook hier. Op iedere Raststatte, bij iedere Bundes-autobahn treft men foto's van gezochte terroristen aan. Een sensatiepers doet, alsof die met vooruitstrevende intellec­tuele kringen zijn gelijk te stellen. 'Ik heb ervaring met terreur,' verklaarde Bernt Engelmann, de voorzitter van de Duitse schrijversbond op 12 oktober te Frankfurt. 'Weliswaar als iemand die terreur moest ondergaan, als een van de weinige overlevenden van de vernieti­

gingskampen. Als actieve terroristen ston­den daar leden van een misdadige ver­eniging tegenover ons. Verbluffend ge­noeg zitten thans van de vroegere leiders van deze terroristengroep — ik moet eigenlijk zeggen bende — slechts weini­gen achter de tralies, maar wel ettelijken in de Bondsdag en juist in die fractie (CDU) die nu de ergste lasteraars en scherpslijpers levert, ja waar enige heren het terrorisme liefst met straatterreur zouden beantwoorden.' Bondsdaglid Waltemathe van de SPD heeft opgemerkt dat terroristen het twaalf jaar lang in Duitsland voor het zeggen hadden, de Tweede Wereldoorlog ont­ketend en miljoenen joden vermoord hebben. 'Wij hebben na de ineenstorting van het fascisme een democratische maat­schappij opgericht, die wij niet door een handvol gewelddadigen mogen laten stuk-bombarderen.' Evenzo de hoofdredacteur van de Monde diplomatique van november: 'Terrorisme dient voortreffelijk de doeleinden van de hogepriesters van de Orde. Het recept van deze kampioenen is onveranderlijk: meer orde door minder wettelijkheid. Alleen de grootste koelbloedigheid en het scrupu­leus eerbiedigen van de wettelijkheid kunnen een democratie helpen zich tegen terrorisme te verdedigen. Niet minder, maar juist meer democratie.' Ook onder elkaar hebben de staten de terreurmiddelen lang niet afgelegd en er wordt gezocht naar nog perfider wapens, zoals een neutronenbom. Geen werelddeel zonder meer of minder gewapend conflict. In het Midden-Oosten, een van de ge­vaarlijkste en gevoeligste brandpunten, wordt althans gepraat, al is men nog lang niet uitgepraat voor er vrede is. Wat oorlog is, we weten het helaas alle­maal, wij die langer leven en zij die pas in deze wereld komen kijken. Ook de punk-jeugd, die niks wat kan schelen en naast veiligheidsspelden hakenkruisen draagt. Zou die nooit hebben gehoord dat onder dit teken kinderen zijn vergast en verbrand en een halve generatie jonge volwassenen aan de helse machten is geofferd? De Russische schrijver Arboezow laat een van zijn personages zeggen: 'Wij moeten zo leven dat het zich niet herhaalt.' Dat moet ook. Bijvoorbeeld geïnspireerd door de bescheiden taaie zwerver met bolhoed en stokje.

ET.

Omslag: ets van Harry van Kruiningen uit de serie Het ontstaan van het leven.

Splitsing van water in waterstof en zuurstof.

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

R U B I N S T E I N

E L I S A B E T H A R D E N

S T E N D H A L

D R . P A Y O T

L A N C Ö M E

O R L A N E

A Y E R

en alle bekende Franse Parfums

Parfumerie Parisienne B E E T H O V E N S T R A A T 5 A h o e k A p o l l o l a a n , A M S T E R D A M

T E L E F O O N ( 0 2 0 ) 7 9 6 3 7 1

O o k v a n u i t A m s t e l v e e n g e m a k k e l i j k te b e r e i k e n .

Alle boeken op het gebied van de strijd tegen het fascisme verkri jgbaar bij:

PEGASUS

o.a.lmmortal Feat Een fotoboek over de verrichtingen van de Sowjet legers in de 2e wereldoorlog, gebonden f 32,45

W. N. Wyssozki - Unternehmen Terminal zum 30 Jahrestag des Potsdammer Abkommen 207 blz., ingen. f 5,25

PEGASUS Leidsestraat 25 Amsterdam, tel. 231138

ess e; bv ISARWEG 6

Amsterdam- Sloterdijk Tel. 11 1232

T E I D B M B . V .

Import beenbekleding voor dames-heren

en kinderen PRODUCTIEWEG 52

TEL. 071 -899245 ZOETERWOUDE - RIJNDIJK

BONEWIT IS EN BLJFT DÉ HORLOGER-JUWELIER V A N A M S T E R D A M AL BIJNA 50 JAAR!

DOOR EIGEN IMPORT V A N UURWERKEN EN JUWELEN V A A K

60 % GOEDKOPER

ALBERT CUYPSTRAAT 166 TEL. 79 0 9 78

Meubel- en Tapijthuis

V A N D E R B I J L

VanWoustraat 4 en 6 Telefoon 737165

Amsterdam

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

HERDENKING EN REÜNIE ZONDAG 29 JANUARI 1978 te Amsterdam

13 uur Herdenking en bloemlegging bij het Monument

Nieuwe Oosterbegraafplaats, ingang Kruislaan, vertrek: stipt 13 uur.

14.30 uur Reünie in het restaurant van de RAI, Europaplein 8

Aangeboden wordt een kopje koffie of thee met cake (bon op uw kaart). Burgemeester W. Polak zal het woord voeren. Muzikale omlijsting: sopraan Mirjam Krieg met haar medewerkers; Else de Graaff, Wilma ter Linde en aan de piano Thom Bollen. Toegang vrij. Kaarten op aanvraag op het secretariaat: mevr. Eva Furth, Diemerkade 43, Diemen, tel. 020—905310. Indien voorradig ook aan de zaal.

18.00 uur Diner Na afloop van de reünie is er de gelegenheid om aan een gezamenlijke maaltijd deel te nemen.

Het familie-zigeunerorkest 'Lavotta', bestaande uit 4 per­sonen, zal o.l.v. Nello Basely het muzikale gedeelte ver­zorgen.

VERVOER voor de Kruislaan, bus 8 en tram 9. Naar RAI-restaurant kunt u bus 8 nemen. Voor de RAI: bussen 8 en 15, tram 4, ook bussen uit Amstelveen. Ruime parkeergelegenheid voor de hoofdingang van de RAI.

Jan Wolkers over

zijn ontwerp: Een gedenkteken maken op de plaats waar de urn met as van slachtoffers uit het concentratiekamp Auschwitz in de neder­landse aarde rust, lijkt een onmogelijke taak. Hoe kan je een vorm vinden om een misdaad te gedenken waarvan je het gevoel hebt dat die nog niet uitgewist zal zijn als onze planeet over twee of twee­duizend eeuwen in het heelal zal zijn opgelost. Tot barstens toe kan je je hersens afpijnigen of er een beeld wil opdoemen dat die schande en dat leed bij benadering zou kunnen weergeven. Je kijkt naar de hemel en je begrijpt niet dat dat blauwe uit­spansel boven die ontzetting heeft gestaan, even onaangedaan en vredig als boven een wei met bloemen. En in een visioen van rechtvaardigheid zie je de blauwe lucht boven je vol barsten trekken, alsof de verschrikking die daar op de aarde onder haar heeft plaatsgehad voorgoed de eeuwigheid geschonden heeft. Zo ben ik op het idee gekomen om gebro­ken spiegels op dat kleine stukje aarde waar die urn met as neer te leggen. Voorgoed kan op die plaats de hemel niet meer ongeschonden weerspiegeld worden. Een paar technische gegevens. Het ge­denkteken bestaat uit een oppervlak van achttien vierkante meter gebroken spie­gels, in drie segmenten van drie bij twee meter. De spiegels liggen veilig tegen weersinvloeden opgesloten tussen platen hardglas van een centimeter dikte. Met het geheel is twaalfhonderd kilo glas gemoeid. Met vakmanschap en liefde is net door Glasindustrievan Tetterode uit­gevoerd. Bij herdenkingen stel ik me voor dat bloemen en kransen gewoon op het glas neergelegd kunnen worden.

Jan Wolkers

Bij de onthulling van het Auschwitzmonument, ontworpen door Jan Wolkers

In het grijs gebroken licht zie ik, grijsgebroken, jouw gezicht

In het wreed gebroken blauw, zie ik, wreedgebroken, jou

Kom ik het Teken naderbij zie ik, tussen twee breuken heel even ongebroken, mij.

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

H o f l e v e r a n c i e r

Wereld's groofste speciaalzaak voor

Nappa en suède kleding

Exclusieve modellen en kleuren

NIEUWENDIJK 133-143

HET DUMPPALEIS N i e u w e n d i j k 1 5 3 - N i e u w e n d i j k 7 1

A M S T E R D A M • • + • + • • » » + • • • •

De grootste en best

gesorteerde speciaalzaak voor

vrijetijdskleding

H.H. Emigranten 10% korting

V E R K O O P V A N : B R A N D K A S T E N M U U R K L U I Z E N G E L D K I S T E N S L O T E N E T C .

G E D I P L O M E E R D E

O P T I C I E N S

TELEFOON 020-166927

HANDELSOPLEIDING

D i n k g r e v e B o e k h o u d e n M . O . S . P . D . M . B . A . M a r k e t i n g C o m p u t e r k u n d e

P r a k t i j k d i p l o m a ' s B o e k h o u d e n T a l e n T y p e n , S t e n o M i d d e n s t a n d s d i p l o m a E r k e n d e o p l e i d i n g

KANT.: WILLEMSPARKWEG 31. AMSTERDAM-Z.

761176 LES-ADRESSEN IN ZUID

* WEST * SLOTERMEER * NOORD * AMSTELVEEN

Lid van de V.P.O. Vraagt prospectus

Page 7: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

HET PROCES MENTEN Om drie redenen voldoe ik gaarne aan het verzoek van de redactrice: 1) wij kennen elkaar sinds de lagere school; 2) hebben de uitvoerige verslagen in de pers toch niet altijd een geheel juist beeld van de zaak-Menten gegeven, evenmin als de perstekeningen vaak een treffende gelijke­nis vertoonden met de voornaamste be­trokkenen; 3) ondanks de enorme vooraf­gaande publiciteit is na de publikatie van het vonnis en de commentaren in dag- en weekbladen deze zaak grotendeels uit de belangstelling verdwenen. Overigens zal zowel Menten zelf in beroep gaan tegen het vonnis bij de Bijzondere Raad van Cassatie, als ook de Officier van Justitie, mr. A. F. J . C. Habermehl. Deze laatste omdat hij niet alleen deelname door Menten aan de massamoord te Podhorodze begin juli 1941, maar ook aan die te Uryce eind augustus 1941 bewezen acht. De Officier van Justitie had levens­lang geëist. Menten werd op 14 december j. l . door de Bijzondere Strafkamer van de Amsterdam­se rechtbank veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf, wegens deelname aan de massamoord te Podhorodze, waarbij twin­tig tot dertig inwoners van dit dorp, meest joden, werden gedood. Menten, die in de buurt van Podhorodze, te Sopot, sinds de twintiger jaren een landgoed bezat, en die met een landeigenaar uit Podhorodze, de joodse Isaac Pistyner, een oom van de Israëlische Haviv Kana'an, die de zaak reeds in 1949/1950 vergeefs aanhangig had proberen te maken, in zeer langdurige processen over grondbezit gewikkeld was geweest, oefende hiermee waarschijnlijk een soort particuliere wraakactie uit op leden van de familie Pistyner en hun aan­hang. Verder op enige Polen — de rent­meester Nowicki, zijn vrouw en zijn zwager —, alsmede op de plaatselijke leider van de Communistische Jeugd, Pistoliak, een Oekrajiener. Het zou onjuist zijn aan te nemen, dat Menten hierbij uit­sluitend door antisemitisme werd geleid; immers, van de eerder die dag door de Oekrajiense hulppolitie gearresteerde joden liet hij er twee — Samuel Schift en Altmann — weer naar huis gaan, daar ze hem twee jaar tevoren een belangrijke dienst hadden bewezen. In zekere zin leidde deze 'goede' daad van Menten ten slotte tot zijn veroordeling. Schiff, die de oorlog overleefde, vertelde wat er te Podhorodze was gebeurd na de oorlog aan enkele anderen, ook aan Kana'an. Hij is inmiddels overleden, maar in 1950, toen Kana'an zijn actie begon, leefde hij nog. Onder de getuigen waren drie Poolse zusters — thans woonachtig in het tegen­woordige Polen — die als jong meisje de executies hadden bijgewoond. En dan ver­der enige nog in Podhorodze, dat thans tot de Sowjet-Unie behoort — wonende Oekrajieners.

Terug naar Lemberg

In het gevolg van de oprukkende Duitse troepen kwam Menten, die in september

1939 voor de oprukkende Russen met zijn vrouw naar Krakau was gevlucht, begin juli 1941 naar het gebied van Lemberg terug, en wel als 'Sonderführer' (aange­steld voor speciale diensten), d.w.z. als tolk bij de staf van dr. Eberhard Schoen-garth, 'Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD', die hij uit Krakau goed kende. Schoengarth werd overigens later overgeplaatst, in 1944 naar Nederland, waarheen inmiddels ook Menten begin 1943 was teruggekeerd, en waar Schoen­garth — die in 1946 door de Engelsen is gefusilleerd — hem vaak opzocht. Het strekt overigens Menten tot eer dat hij na de dood van zijn vriend Schoengarth de opvoeding van diens dochter geheel be­kostigde. De eigenlijke reden, waarom Menten zo spoedig als hij daartoe gelegenheid kreeg, met de Duitse troepen naar Oost-Galicië terugkeerde, en wel zogenaamd als tolk, hoewel zijn kennis van het Pools niet perfect was, ofschoon veel beter (hij had ten slotte bijna twintig jaar in Polen ge­woond) dan hij tijdens het proces voorgaf, was waarschijnlijk, zoals ook de Recht­bank aanneemt, om zijn bezittingen daar, die door de Russen in beslag waren ge­nomen, te bezoeken en te redden wat er te redden viel. De Rechtbank merkte hier­over op: 'Ook past in dit beeld de persoon van de verdachte: een man, voor wie geld en goed in zijn leven een alles over­

heersende rol hebben gespeeld en voor wie daarom het herkrijgen van een zo om­vangrijk onderdeel van zijn vermogen als zijn — kort voor de oorlog op ruim een miljoen Zwitserse Franken geschatte — bezittingen in Sopot van een zeer groot belang moet zijn geweest.'

Uryce

De gebeurtenissen in het naburige Uryce op 27 augustus 1941, waarbij ruim 200 joden, mannen, vrouwen en kinderen werden gedood achtte de Rechtbank niet voor 100 procent bewezen. Wel zegt zij 'niet uit te sluiten dat verdachte ook bij deze executie betrokken is geweest'. Menten en zijn verdediger, mr. L. van Heyningen, hebben voortdurend getracht Abe Pollak (thans woonachtig in New York) en vooral Michael Hauptmann, thans woonachtig in Stockholm, die als kroongetuigen, en nog wel kroongetuigen uit het 'vrije westen' van bijzonder belang waren, als leugenaars te bestempelen. Op uiterst grievende wijze probeerden ver­dachte en zijn verdediger Hauptmann als bedrieger te ontmaskeren en als agent van de KGB. Hij zou zelfs helemaal geen Hauptmann heten, maar Mirski (de naam waarvan hij zich inderdaad tijdens zijn onderduik en daarna bediende) en zou zelfs geen jood zijn, en nooit in Uryce hebben gewoond.

Uryce bestond overigens uit twee ge­deelten, een klein Oekrajiene dorp, waar vrijwel geen joden woonden, en een nederzetting voor petroleum-exploitatie met vele joodse employés en hun ge­

zinnen. Menten had ongetwijfeld grote be­langstelling voor petroleum.

De Kelderstukken

Als belangrijk bewijsmateriaal werden door de Rechtbank documenten beschouwd, die slechts bij toeval tijdens het proces en het vooronderzoek gezonden zijn, nl. de zogenaamde Kelderstukken, die natuurlijk door Menten en zijn verdediger prompt als vervalsingen werden bestempeld. Deze zgn. Kelderstukken bestaan uit een veertigtal mappen met particuliere papie­ren van Menten, gevonden in 1953 door het Nederlandse Gezantschap te War­schau bij het uitzoeken van de resten van het archief van het voormalige Nederland­se consulaat te Krakau, destijds gevestigd in een huis waar van april 1940 tot eind januari 1943 ook Menten woonde en zijn kantoor had. Zij werden destijds overgebracht naar het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag, waar zij vijfentwintig jaar ergens ongelezen lagen, totdat in maart j . l . de commissaris der Rijkspolitie G. G. J. Peters — die in het gehele onderzoek een belangrijke rol heeft gespeeld — ook deze mappen vond. Zij bevatten grotendeels copieën van door of namens Menten getypte brieven, meest op briefpapier met zijn briefhoofd en soms door hemzelf in zijn handschrift van kanttekeningen of correcties voorzien. Ook een origineel met de hand geschreven brief, door Menten gericht aan de Duitse autoriteiten in Polen, waarin hij o.a. zijn sympathie voor de Duitse zaak en voor de SS betuigt. Verder deelt hij daarin — in verband met een tegen hem van andere Duitse zijde ingebrachte beschuldiging — mede dat hij eind juni 1941 met de staf van de Befehls­haber der Sicherheitspolizei als SS-Sonderführer in Lemberg is gekomen om deze bij de uitvoering van diens taak be­hulpzaam te zijn, daar hij door zijn lang­durig verblijf in de streek deze goed kende. Menten heeft ter rechtszitting bij hoog en bij laag volgehouden dat deze brieven Russische vervalsingen zijn en dat de Russen perfect de kunst beheersen van het bedriegelijk nabootsen van hand­schriften. Een schriftkundige bij het mi­nisterie van Justitie heè*ft echter met 'aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid' verklaard, dat het handschrift inderdaad dat van Menten is. De deskundige A. J . van der Leeuw, van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumenta­tie — die evenals de politie-deskundigen Peters en Pasterkamp — voor. zijn na-speuringswerk de allerhoogste lof ver­dient, heeft voorts geconstateerd dat een van deze stukken op een groot aantal punten overeenkomt met stukken, die hijzelf in het Berlin Document Center heeft geraadpleegd.

Andere zgn. 'vervalsingen'

Tot de andere documenten, waarvan Menten en zijn verdediger bij hoog en bij laag volhielden dat het vervalsingen wa­ren, behoort de fpto van Menten in SS-uniform. Volgens Menten was de daarop afgebeelde persoon niet hijzelf wat hij o.a.

Page 8: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

ininimiiiiiiiiiii ZDlMPEL-FIX

van t hofflaan 53 iel. 92 48 73 amsterdam-oost

a d v i e s & i n s t a l l a t i e b u r e a u zel fbouw centrale verwarming ML chewing gum

Dagelijks vers vlees uit eigen slagerij

Dagelijks verse zuivelprodukten

Dagelijks vers fruit en groente

Rond Munt & Station

galerie Mignon Supermarkten Reguliersbreestraat 19, tel. 242994 - Nieuwendijk 175, tel. 244078

HERGO

Beethovenstraat 49 Maasstraat 53

Buitenvéldertselaan 40 Pretoriusstraat 53

Uw adres voor 1e klas VLEES EN VLEESWAREN

Speciaal aanbevolen: OSSE KOOKWORST

Tel. 713098

WIJ VERNIETIGEN

ZELFüW ARCHIEF

ï i l

Dé specialist ARCHIEFVERNIETIGING

JO BLIK OUD-PAPIERHANDEL

Vliegtuigstraat 8 Telefoon 155358-157592 b.g.g. 822268

Geopend: maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 16.00 uur

Boekhandel

Robert Premsela

Van Baerlestraat 78 Telefoon 72 42 66

Mevrouw, zoveel gordijnen heeft u nog nooit bij elkaar gezien

én vakkundig gemaakt bij de gordijnspecialist:

Theeboom B.V. Maasstraat 16, tel. 724827

Kosher levensmiddelenbedrijf Zondags open

Page 9: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

In gesprek met Heeroom en tante Daatje

In een bejaardenflat te Oss stonden pastoor Cox en zijn trouwe huishoudster Daatje Croonen ons te woord . Opgedra­gen aan alle stille helpers in zwarte jaren.

'Jaren na de oorlog was ik gevraagd te spreken in Amsterdam. Toen heb ik een preekske gehouden over de barmhartige Samaritaan, die hielp waar anderen voor­bijgingen. Het begon in juli '42, het wegsturen van joden. Die twee uit Amsterdam zijn de eerste dag gevlucht, veur de middag waren ze al bij mij. Dat zat zo: een broer van Sam werkte bij een bakker. En een nichtje van de bakkerin of een Iers meisje zei: 'Ik weet een pastoor, die helpt u zeker.' Ik zat in Maren-Kessel aan de Maas bij Oyen, ik had een ruime pastorie. Ik hoefde ze niets te vragen. Daarna kwa­men de vader en moeder van Jetty met haar, met Jetty. Ik heb nog nooit zo een gehaaid jong gezien. Als ze een veld­wachter zag, schoot ze tegen mij aan. 'Wil je achter op de fiets?' vroeg ik haar vaak. En ik nam haar mee. 'Heeroom, hoe komt u aan dat kind?' hoorde ge wel. En dan zei ik: 'Hè'k in mijn vrije tijd ge­knutseld.' Zo ging dat. Later is ze inge­schreven als een nichtje van de huis­houdster, tante Daatje. Die hield zoveel van die kleine, liever was ze er zelf aan gegaan dan dat haar iets overkwam. Nou, een nichtje van de huishoudster, die kan allicht bij de pastoor logeren, nietwaar? Nee, voor die tijd had ik nooit met een jood gesproken. In '41, ik was adviseur van de politiebond, van de veldwachters zei je toen, en ik gaf wel mijn opvattingen ten beste over de tyrannie en een politie­man in Vught (het was er maar één) ver­telde meteen rond dat diejen pastoor het hele zuiden in zijn macht had. Pastoor werd ik in '37. Ik was toen al twintig jaar priester en al die tijd kapelaan geweest. Ik kwam in Maren. Arm was die parochie, hoor. Alleen een enkele sigaren­fabrikant bezat iets. Tegen die zei ik: als ge de mensen maar te eten geeft. Dat eerste paar mensen uit Amsterdam zat hier een half jaar. In '42 was eten het enige dat waarde had. Ze gaven ons wat eten, we zijn toen zelf aan het regelen gegaan. We kregen koren van de boeren, rijst en suiker van de bakker. Ze wisten dat het bestemd was voor mensen die honger hadden. Ze vroegen niets, verraad is er nooit geweest. Ja. natuurlijk hadden we contact met anderen, ook buiten het dorp. Drie maanden aan één stuk hadden we twaalf personen in huis. Drie nichtjes, kinderen van een broer die moest onder­duiken, een neef, de koster en de Am­sterdammers. De laatste oorlogsmaand kwamen er behalve die twaalf nog 63

andere mensen over de vloer. Daarna is het dorp gebombardeerd en geëvacueerd en zaten we met ons vijven acht maanden bij de zusters. Heel goed hebben we het daar gehad. Allerlei mensen zijn bij ons gekomen. Er was een vliegveld in Kessel, daar hebben ze een hele dag naar een Engelse piloot gezocht, de dorpelingen dan. Ze hebben er maar de pastoor bij­gehaald en 's nachts kon die piloot weer vertrekken. Als er jongens in het dorp werden opge­roepen om naar Duitsland te gaan, dan zorgde ik voor valse papieren voor alle­maal en ik vond ook nog wel plaatsen voor ze. Met anderen samen, natuurlijk. We hadden onder elkaar, hoe noem je dat, een code. Je moest wel goed uit­kijken. We wisten immers dat er mensen moesten onderduiken, ieder die meedeed was zeer vertrouwd. Later hoorde ik dat er in Kessel nog een paar joodse jongens zaten. Bij ons in de tuin hadden we twee schuil­kelders. Die hebben de jongens zelf ge­graven, jongens die naar Duitsland moes­ten. Zodra er onraad was bij de boeren, gingen de jongens die daar zaten onze kelder in. Alleen zij. Onze eigen mensen doken weg in het schuurtje, als het nodig was. Tante Daatje heeft nog wel met Jetty in onze schuilkelder gezeten, toen er eens veertien Duitsers om het huis stapten. Jetty was amper drie, ze moest haar iets vertellen, het kind mocht niet bang worden. Alle gevaren van mijn leven, daar ben ik doorheen gekropen. We hebben altijd ge­holpen, als er volk kon logeren. Soms zit ik erover na te denken. Hoe het kon. Ik was ongetrouwd, beschikbaar voor anderen. Eens kwam een vrouw vragen of ik nog een meisje (die was iets ouder) in huis wilde nemen. Ik dacht: als ik dat kind erbij neem, verongelukken ze allemaal. Ik wist niet wat te doen om Jetty veilig te stellen. Ik heb het toen niet gedaan, nog een meisje erbij, maar het viel me zwaar, ik denk er nog steeds aan. Gelukkig is dat andere meisje ook gered. Tante Daatje deed een gelofte: als Jetje behouden blijft, ga ik te voet naar Den Bosch ter bedevaart. En ze heeft het gedaan. Nee, geld hebben we toen van niemand gevraagd. Ik ben ereburger van de ge­meente Lith geworden, want ik heb gezorgd dat de nieuwe kerk van Maren-Kessel er kwam. Tante Daatje heeft een pauselijke onderscheiding gekregen. Onze gasten van destijds en hun vrienden hebben verzetspensioen voor haar aange- | vraagd. Een poosje geleden waren we drie weken in Amerika. Te gast bij onze eerste onderduikers. Dat was geweldig.' E.T. i

^ met behulp van een arts-osteopaath ra trachtte te bewijzen door de afwijkende ^ dimensies van zijn neus. Op de allerlaatste 5 zitting voor de uitspraak werd echter een ö> brief voorgelezen van een voormalige ver-> pleegster in het Johannes de Deo zieken-£ huis in Den Haag, dat Menten daar in

1948 een neus-correctie had ondergaan.

'Ne bis in idem'

Het argument waarop verdachte en zijn verdediger zich veelvuldig beriepen, nl. dat Menten reeds in 1949 voor de zaken waarvoor hij thans terecht stond, was be­recht, zodat hij thans volgens het principe 'ne bis in idem' (niet tweemaal voor dezelfde zaak) niet opnieuw kon terecht­staan, werd door de Rechtbank ook ver­worpen. Eveneens het argument dat hij in feite van de oorlogsmisdaden, waarvan hij thans werd beschuldigd, was vrijgespro­ken door de weigering van de Nederlandse regering, in 1950 en opnieuw in 1952, hem voor deze feiten, of althans de massa­moord te Uryce, aan Polen uit te leveren.

Rol van Menten bij de executie

De Rechtbank achtte het van geen over­wegend belang of bij de executies in Podhorodze Menten de leiding had, naar sommige getuigen zeiden, dan wel het eigenlijke schieten gebeurde door de andere twee in Duitse uniform geklede personen. Maar anderen verklaarden immers: 'tussen (hen)... bestond een zo volledige eensgezindheid en samenwer­king . dat het zonder belang kan worden geacht wie van hen op de slachtoffers heeft geschoten en wie het bevel heeft gegeven tot het dichtgooien van de kuil met daarin mogelijk nog levende slacht­offers'.

Betrouwbaarheid van getuigen

Menten en zijn verdediging herhaalden uit den treure dat de getuigen è charge allemaal onbetrouwbaar zijn, en wel a) omdat getuigen van achter het IJzeren Gordijn per se onbetrouwbaar zouden zijn, hun getuigenissen alle door de KGB waren 'voorgebakken', en b) omdat ooggetuigen van massamoorden, die zelf toevallig deze hebben overleefd, eveneens per se onbe­trouwbaar zouden zijn, daar hun waar­neming destijds door hun eigen angsten en emoties werd vertroebeld. De Rechtbank merkt hierover op: ad a): '. dat de enkele omstandigheid, dat ge­tuigenverklaringen en andere bewijsstuk­ken uit die landen afkomstig zijn, aller­minst de conclusies wettigt dat daaraan geen waarde is toe te kennen. Ook in andere landen aan deze zijde van het zgn. IJzeren Gordijn, waaronder de Bonds­republiek Duitsland, is bij de berechting van in Oost-Europa gepleegde oorlogsmis­drijven mede van dergelijke bewijsmidde­len gebruik gemaakt.' ^ Verder wijst de Rechtbank erop, dat de j getuigenissen uit Oost-Europa verkregen * zijn op verzoek van de Nederlandse justitie o eri politie. 2 'In de derde plaats steunt het bewijs niet 2 alleen op voormelde verklaringen, maar >

Page 10: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

f II ) ACCOUNTANTS-ADMINISTRATIEKANTOOR li

V A N D E R

IIOSST J. H A A N

, Jl , * Accountancy * Administraties * Belastingzaken

Botenmakersstraat 78, Zaandam Tel. 075-168551 Postbus 283

* Accountancy * Administraties * Belastingzaken

Botenmakersstraat 78, Zaandam Tel. 075-168551 Postbus 283

EXCLUSIEVE HERENMODE LEIDSESTRAAT 44 AMSTERDAM

TEL. 232301 O o k v o o r u w a a n g i f t e n i n k o m s t e n b e l a s t i n g en v e r m o g e n s b e l a s t i n g .

PEPER JEWELS P.V .B .A .

P IETER C A L L A N D L A A N 365 A M S T E R D A M 1018

P E L I K A A N S T R A A T 86 2000 A N T W E R P E N T E L E F O O N (031) 31 94 85 - 86 T E L E X 33786 P E P G E M .

F R O M BEGIN CLEAVAGE T O — END BRILLIANCE

JUWELEN MET BRILLANT

RINGEN

HORLOGES

BROCHES

HANGERS

ARMBANDEN

cv . drukkerij heiermanm co. Elandsstraat 147, 169-173

A m s t e r d a m Telefoon 0 2 0 - 2 2 72 67

BOEKDRUK OFFSET

A l l e i l lustratie, boek- en handels­drukwerk

Prima kwaliteit en service, snelle levering

'T HONK Interieurverzorging

Kunstni jverheid

Middenweg 105-107-107a Telefoon (020) 35 12 22

Amsterdam (Oost)

F O T O - E N F I L M S T U D I O ' S

H E N K

B g M S Utrechtsestraat 20, tel. 243210

Van Woustraat 242, tel. 720666

Meer dan 1 0 0 % s e r v i c e

FLOWER 700

Alb. Cuypstraat 57

VISHANDEL

Voor al uw bloemwerk

AMSTERDAM(Z) tel. 020-720123

MAASSTRAAT 27

AMSTERDAM - TELEFOON 427482

U w adres ! Wilt u meer exemplaren van dit herden­kingsnummer ontvangen? Wilt u het blad van het Nederlands Auschwitz Comité geregeld ontvangen? Hebt u adressen van belangstellenden in binnen- of buitenland? Geeft u dit op aan de administratie

D. van Geens Orteliusstraat 178hs. Amsterdam W. tel. 020-184159

Page 11: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

Internationaal tegen oud-SS Hebt u, als u tot de ouderen wordt ge­rekend, gedacht dat uw kinderen op uw leeftijd van toen nog van SS-marsen en feestjes-met-gezang zouden horen? Vast en zeker niet. Toch zijn ze er. Niet alleen op de vlooien­markten liggen de eretekens en -degens. Zijzelf, onder hun beruchte en vervloekte naam van 'Totenkopf' of 'Das Reich' komen in de HIAG, hun zg. hulpvereni­ging, hun dreigementen en strijdzangen uitbrallen. Geen fantasie, geen uitzonde­ring. Het gebeurt, week in, week uit, in een of andere Westduitse stad. Toch werden alle SS- of Waffen-SS-een-heden, onderdelen, clubs, uitgaven, on­derscheidingen en wat dies meer zij, te Neurenberg in 1946 tot misdadige organi­saties verklaard en verboden. Net als de NSDAP, de nazi-partij, de Gestapo en de SD. In art. 25 van de Bondsgrondwet is dit algemene verbod overgenomen. De rege­ring van de Bondsrepubliek heeft verder de stellingname van de Verenigde Naties inzake 'maatregelen die tegen nazisme en onverdraagzaamheid jegens ras moesten worden genomen' uitdrukkelijk aanvaard. Desondanks heeft de Bondsregering de nu al jaren durende activiteiten van de SS-ers

niets in de weg gelegd. Ene Wissebach, een Bondsdaglid voor de CDU, slaat zich nu nog op de borst wegens zijn lidmaat­schap van de SS. De alte Kameraden kunnen hun gelief­koosde gezangen geregeld in hun lijfblad Der Freiwillige opslaan. Verschillende uit­geverijen, zoals Schütz-Verlag en Druffel-Verlag, staan geheel ter beschikking van de SS-heren. En de Bondsminister van Binnenlandse Zaken noemt dat allemaal een 'grondwettig beschermd rechtsgoed'. Daarentegen vermeldt de veelbesproken beschikking over de 'Verfassungsschütz' uit 1976 de HIAG en andere SS-clubs met geen woord. Een SS-er is kennelijk niet 'radicaal'. De verklaring van de Verenigde Naties is door de Bondsrepubliek nooit ge­publiceerd en niet eens in het Duits ver­taald. Een korte tijd tegen de oudgedien-denclub 'Leibstandarte Adolf Hitier' inge­steld vooronderzoek werd haastig ge­staakt. Ontelbare protesten zijn er al tegen het hele ex-SS-bedrijf vernomen in alle hoeken van Europa en uiteraard ook in hun Heimat. Nu bestaan er in de kringen van verzet en slachtoffers uit het eens door de nazi's geteisterde Europa plannen voor een grootse gemeenschappelijke demonstratie tegen de hernieuwde activi­teit van de aartsvijand van het mensdom, die niet alleen door het wereldgeweten, maar ook door het wereldtribunaal in de ban is gedaan. Een reeks organisaties enz., daaronder het Nederlands Auschwitz Comité, heeft in dit verband een oproep opgesteld, die wij onzerzijds hieronder publiceren.

Oproep voor demonstratie te Keulen op 22 april 1978 Wij, vertegenwoordigers van landelijke en internationale organisaties van oud-ver­zetsmensen, gedeporteerden en oorlogs­slachtoffers uit de landen van West- en Oost-Europa, roepen op deel te nemen aan een grote demonstratie in Keulen.

Wij demonstreren: — voor ontbinding van de organisaties

van ex-SS-ers, — voor een verbod van hun bijeen­

komsten en demonstraties, — tegen rehabilitatie van het nazisme.

De nazi-tyrannie heeft met zijn oorlog, volkerenmoord en massaterreur, die meer dan 50 miljoen mensen en het verlies van onschatbare materiële goederen kostten, alle Europese volken onnoemelijk lijden gebracht. Het tribunaal voor oorlogsmis­dadigers te Neurenberg heeft SS en Waffen-SS veroordeeld als misdadige organisaties. Elke poging om de SS weer op te richten is verboden. Dit staat met zoveel woorden in de overeenkomsten tussen de geallieerden van 1945, evenals in de Bondsgrondwet, die uitdrukkelijk gewag maakt van de bestaande geldigheid van deze overeenkomsten en het wordt nog eens onderstreept door de Verenigde Naties, die de verbreiding van de rassisti­sche en nazi-ideologie eenstemmig heb­ben veroordeeld. De SS-organisaties treden steeds vaker en

steeds provocerender op. Zij houden ver­gaderingen, waar de nazi-dictatuur en zijn leiders worden verheerlijkt, terwijl zij die tegen Hitier en voor de belangen van het Duitse volk hebben gestreden worden be­lasterd. Dat is voor ons onaanvaardbaar. Het Duitse volk wijst in overgrote meer­derheid het nazisme evenzo van de hand als wij. Ook ten tijde van de verzetsstrijd hebben wij nooit het Duitse volk gelijk­gesteld met Hitier en zijn regime. Wij ondersteunen allen die tegen het optreden van oude en nieuwe nazi's strijden. Wij handelen in de geest van de mannen en vrouwen die in Duitsland en in Europa hun leven gaven in de strijd tegen de nazi­dictatuur. Wij willen op 22 april in Keulen een bijdrage leveren voor onderling begrip tussen de volken. Wij demonstreren in het belang van een vreedzame en vrije toe­komst voor ons werelddeel.

Wij doen een beroep op: — alle verzetsstrijders, nabestaanden der

slachtoffers en hun organisaties, — alle door het nazisme om redenen van

politiek, ras of godsdienst vervolgden, — alle slachtoffers van de nazi-oorlog, — de gehele Europese publieke opinie.

Ondersteunt onze strijd. Neemt deel aan de grote internationale demonstratie op 22 april 1978 te Keulen.

m . ook op daarmee op essentiële punten « overeenstemmende verklaringen van ge-c tuigen uit Israël, de Verenigde Staten en > de Bondsrepubliek Duitsland, terwijl ook $ archiefstukken een belangrijke rol spelen.' | Ten aanzien van de onbetrouwbaarheid > van getuigen a charge (overigens volgens

de verdediging blijkbaar niet van getuigen a décharge) over gebeurtenissen van zo lang geleden, bv. tegenstrijdige verklarin­gen op ondergeschikte punten, stelt de rechtbank dat herinneringen aan diep in­grijpende gebeurtenissen ook na vele jaren nog sterk blijken, en dat anderzijds jjjist bepaalde tegenstrijdigheden de conclusie wettigen, dat deze verklaringen niet zijn 'voorgebakken' en 'voorgekookt'.

Mentens karakter

Ten slotte wijdt de Rechtbank een be­schouwing aan Mentens karakter, mede aan de hand van een uitvoerig psycho-logisch-psychiatrisch rapport dat op de laatste zittingsdag vóór het requisitoir door de president werd voorgelezen, en tevens aan Mentens bewering, dat hij, in plaats van joden te hebben gedood, juist in de jaren 1940 tot en met 1942 veel goeds voor joden in Polen heeft gedaan, en dat 'begunstiging van joden' de be­langrijkste beschuldiging zou zijn geweest in het door het SS-und Polizeigericht te Krakau in 1942 tegen hem ingestelde onderzoek. De Rechtbank merkt t.a.v. dit laatste op dat in de hierover beschikbare documen­ten de beschuldiging van 'jodenbegunsti-ging' niet voorkomt. Daaraan kan worden toegevoegd, dat hij ook op uiterst cyni­sche wijze heeft blijk gegeven van gering­schatting van, zo niet minachting voor zijn medemensen, voor zover hij meent dat deze zijn minderen zijn. 'Het soort men­sen, dat in die dorpen woonde, waren en zijn nog steeds debiele en seniele figuren,' zo zei verdachte onder meer, en bij een andere gelegenheid: 'Met de familie Pisty-ner heb ik geen sociaal verkeer gehad; zij hadden geen stoel om op te zitten; wat moest ik in dat huis zoeken?' 'Dit door verdachte ook ter rechtzitting van zichzelf geschapen beeld is niet in strijd met het oordeel van de Rechtbank, dat hij zich aan het bewezen geachte heeft schuldig gemaakt. Voorts hebben de vele niet als juist te aanvaarden ontkenningen van verdachte bijgedragen tot de over­tuiging van de rechtbank dat aan de door verdachte volgehouden betuigingen van zijn onschuld geen waarde is te hechten.'

verdediging

Een van de opvallendste aspecten van dit proces, is de wijze, waarop de verdediger mr. L. van Heyningen, meende zijn ver­dediging te moeten voeren, omdat hijzelf, naar hij verklaarde, overtuigd was van Mentens onschuld, hetzij omdat hij zich meende te moeten aansluiten bij de op­vatting van Menten over de beste wijze 8 van verdediging. Menten zal overigens j wellicht de lastigste en meest veeleisende * cliënt zijn geweest die enig advocaat ooit ° te verdedigen kreeg, te meer daar hij alles -g het beste meende te weten. Zo voerde 2 Menten, nadat Van Heyningen reeds >

Page 12: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

NIKS A A N DE HAND

Niks aan de hand wat zou d'r kunnen zijn in het Nederland van minister Colijn? we zijn neutraal altijd geweest 't is hier één fijn ideaal kolossaal oranjefeest we drinken thee bij de radio bij de NCRV en de KRO wie doet ons wat? d'r gebeurt ons niets we hebben toch de waterlinie en 'n kazemat en 'n leger op de fiets Colijn zegt het zelf niemand die ons iets maakt, niets wat ons raakt ga maar rustig slapen de regering waakt.

In het land van Sinterklaas suikergroen en marsepein onze naam is haas net doen of we d'r niet zijn.

Niks aan de hand geen centje pijn alle koppen in het zand net doen of d'r niet zijn.

de hoge berg van kinderschoenen die in Auschwitz achterbleef is opgeruimd, en praktisch niemand die het daar nog over heeft er staat een Anne Frankhuis en er is een comité en 'n oud beschimmeld Mentendossier

Ook voor deze tijd een goede les de struisvogel-mentaliteit heeft het meeste succes is de beste methode ook in onze periode met nieuwe goden en 'n nieuwe code en nieuwe doden

niks aan de hand in deze maatschappij ga maar rustig slapen met het ethisch reveil

heroïne, martelingen derde wereld, gijzelingen weer de werkloosheids-factor en de snelle kweekreactor dictatuur en overkill wanneer wordt het eindelijk stil conjunctureel en structureel veel te veel, teveel teveel veel te veel wat er allemaal komt wij zijn lekker afgestompt

niks aan de hand rozegeur en maneschijn alle koppen alle koppen alle koppen alle koppen

kern-koppen

atoomkoppen Niks aan de hand

Annie M. G. Schmidt uit: Foxtrot

Ik stapte op verkeerde tijden in verkeerde treinen vergat te luisteren naar omroepers op de stations

UIT tot ik verlaten stond VERSTEENDE PIJN in een verzandend landschap

EEN HUIS waarvan ik naam noch droogte kende

Ik hoorde orkanen juichen op verre oceanen terwijl ik trachtte sappen uit een kaktusvrucht te persen waarvan de stekels pijnigden

Doch het vruchtvlees laafde

Langzaam leidden mijn haperende schreden mij terug naar nieuw bewoond gebied

Ik bouwde moeizaam

Op een huiverende duintop Margot tussen de stekelige helm

H. de Hartog en zwaarbewolkte luchten

Uit Wending, Uit betonnen eenzaamheid een fundament mei 1977 en uit versteende pijn een huis

maar tactvol wezen en aardig zijn voor die gevaarlijke gek dat krankzinnige brein daarginds in Berlijn

als hij volken uit wil roeien: tactvol zijn, niet mee bemoeien heel Europa naar de hel vriendelijk zeggen: dank u wel

miljoenen doden miljoenen joden tactvol zijn is de beste methode lief zijn voor de psychopaat geeft het beste resultaat

want over veertig jaar wie zal het dan nog weten in de jaren zeventig, pak weg is het allemaal vergeten

Page 13: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

Charles Roeloffz, illustratie in de Kroniek van Kunst en Kuituur van februari 1936 Overgenomen uit de catalogus van Anti­fascisme in Nederland (Amsterdams His­torisch Museum, 1977)

Om der kinderen wille

Jiddish

Mijn vader zong de liedjes die zijn moeder vroeger zong later voor mij, die ze half verstond.

Ik zing dezelfde woorden weer heimwee fladdert in mijn keel heimwee naar wat ik heb.

Om der kinderen wille, om hun argeloos gepraat, verhoed, dat Gij met ons in vijandschap gaat.

Om de kinderen, die men heeft omgebracht. God, zegen voor altijd ons nageslacht.

Om de kinderen in school, maak een einde aan dit rouwen, omdat wij teniet zijn gegaan.

Lea Goldberg, 1911

Zing voor mijn kinderen wat ik zelf niet versta x

zodat zij later, later?

Voor de rozen verwelkt zijn drinken wij al het bloemenwater.

Verdrietige intieme taal het spijt me dat je in dit hoofd verschrompelde. Het heeft je niet meer nodig maar het mist je wel.

Judith Herzberg Uit: Beendgras, v. Oorschot, Amsterdam

De treinen zijn gegaan: verlangend zoemden de rails voortdurend van herinneringen aan vaderlanden: sabels klinken, water ruist. Al zwervend vinden elkaar 's nachts de ogen van reizigers, naar ergens op transport gesteld. Een vleugelschaduw, bliksem, angst. En bleke vingers raken in het donker, en luistrend naar zichzelf, vertelt er een iets van een zoon, een huis, dat op een tuin zag. De treinen zijn gegaan en bleven weg.

I. S. Herschberg

Uit: De muze kent geen Babel, Querido, 1959

Page 14: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

HELENA RUBINSTEIN

KELTUM PLEET GOUD & ZILVER UURWERKEN OPTIEK

Drukker Sr Vaal MAASSTRAAT 33 - AMSTERDAM - TELEFOON 796655

DRUKKERIJ DE NOORDSTER B.V.

Dir. H. Van Heuvelen

Voor al uw drukwerk Handels Kantoor Reklame Familie

*Sinds 1905

Amsterdam-O. Schollenbrugstraat 22 Telefoon 020-35 52 01

A t h e n e u m Boekhandel een tuin in de wi ldernis

NIEUWSCENTRUM

Atheneum boekhandel

Spui 14-16, Amsterdam, telefoon 020 - 233933/226248

De grootste bruids- en cocktailafdeling vindt u bij:

Modehuis De Vries B.V.

verder brengen wij voor u een ruime keus in japonnen, mantels, pakjes, broekpakken etc.

Alsmede een uitgelezen bontcollectie.

Kalverstraat 3-5 - tel. 266258 - 237634 (bij de Dam)

cDeklantblijft ^Kalief

bij Con&Verdonck Con & Verdonck heeft een uitstekende naam hoog te houden in de Perzische tapijtenwereld. Daarom, wat er ook gebeurt, de klant blijft kalief. En natuurlijk doen wij er alle moeite voor om u goed te adviseren. Hoeveel perzen wilt u z ien 7

Tien, twintig, vijftig'' Con & Verdonck ziet u graag komen.

G n A4rdonek Amsterdam-Den Haag-

Rotterdam- Arnhem-Eindhoven

A

Page 15: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

Fragmenten Auschwitz-Dachau transport

Verschenen in de herdenkingsnum­mers van 1974 t / m 1977

Ik kan er niet omheen. Het mes zal het ontleedwerk blijven doen. 'Es ist nicht wahr' moet meer dan ooit, steeds op­nieuw, weerlegd worden. Hoewel: op­nieuw schrijven is opnieuw beleven. Na de reddende dronk kregen wij een bo­venmenselijke behoefte, een dierlijke drang naar slaap. Nu de slopende dorst eniger­mate genormaliseerd en bedwongen was, deden mijn kwetsuren en kneuzingen zich weer terdege gelden. De prominenten, de overheersers in de wagon, strekten zich behaaglijk uit. Ze wisten zich in onderling ploegverband beurt om beurt bewaakt en beschermd. Minus de lijkenhoop, was er een nijpend plaatsgebrek gebleven. Ik had grote moeite overeind te blijven.

Chronologisch kan ik mijn verslag niet meer geven, niet meer van dag, nacht, rijden en stilstaan of van waken of slapen gewagen. De draad is mij ontgleden. Er hebben zich als het ware twee neder­zettingen van tegen en op elkaar gekropen en liggende mensen gevormd. Voor de overigen is er geen plaats. Zij moeten doorlopen, door een gang die naar de wagon leidt, waar mannen hen opwach­ten en afranselen. Ook ik moet dat pak slaag ondergaan. Ik wilde een plaats innemen bij een van de groepen, maar werd sfeeds evenals de anderen die geen plaats vinden konden, met schoppen en slagen verdreven. We werden steeds teruggeschoven. Alles deinde en schommelde alsof we in een kermistent waren en wij geen plaatsje in de draaimolens konden veroveren. Steeds tuimelden en duikelden wij verder en weer terug door de gang, een martelgang. Her­haaldelijk probeerde ik een plaats bij een van de mensenhopen in te nemen, maar even veel malen werd ik weer teruggesla­gen. Ik raakte dodelijk vermoeid. Waar­schijnlijk had ik buiten bewustzijn gevoch­ten, want weer bij kennis gekomen lag ik midden tussen de 'vooraanstaanden'. De reeds eerder genoemde voorarbeider hield mijn beide benen vast en drukte met alle kracht zijn gespijkerde laars tussen mijn liezen, terwijl een ander mij op mijn gezicht stond te trappen. Ten slotte wist ik mij weer op te richten en uit hun buurt te komen.

V L U C H T

Ik was kreupel en had pijn van mijn kruis tot mijn gekwetste voeten. Ik moest een plaats vinden om te kunnen rusten, te slapen. Ik vluchtte naar de borsthoge lijkenhoop. Enige mannen, waarbij een paar bekenden van mij, hadden er een

plaats op ingenomen. Uit de woeste maal­stroom, uit het verstikkende moeras, hoopten zij zich op dit dodeneiland voor­lopig in veiligheid te hebben gebracht. Met tegenzin van hun en mijn kant schikten ze wat op en met moeite kon ik op de afgedekte schonkige schouders en schedels, aan de uiterste punt gaan zitten. Zo betwistten wij de doden ruimte en rust. Of nu de dode lichamen gerangschikt, ge­ordend onder ons lagen, of de mensen tussen ons uitgleden en stierven, mij blijft het gevoel van schending bij. Naast mij zat een stadgenoot in een ietwat gunstiger positie, omdat hij aan beide kanten iemand naast zich had. Met een hoge hese stem vergruisde hij bij mij de hoop om tot rust te komen. Behalve dat hij met dat ijle gelispel tegen mij zat te kletsen, scheen het of hij mij van de hoogte wilde duwen. Vroeg ik hem om stil te zitten en zijn klep dicht te houden, sjilpte hij terug: 'Ik zit stil, ik word zelf geduwd.' Hij praatte, praatte, duwde en praatte, hij magnetiseerde mij. Ik moet erkennen, hij ging allervriendelijkst door alsof wij onbe­zorgd op een bank zaten, genietend van zon en vrije natuur. Niets was minder waar. Misschien ijlde hij wel. Steeds mee drong hij op, millimeter na millimeter. Als een gletscher van de bergheljing gleden

Illustratie van A. Favier uit 'Ondergang' van dr. J . Presser

wij af. Bijna niet waarneembaar, maar gestaag; niet te stuiten.

H A L L U C I N A T I E S

Een tiental geheel naakte mannen bevond zich in de wagon. Enigen van hen droegen een kampdeken die schouders en rug bedekte. Zij stonden rondgeschaard onder een groot gat in de zoldering en klemden hun handen vast om de rand. 't Leek een tableau, een allegorische voorstelling. Naaktfiguren die hun armen en handen naar een lichtbron opgeheven hielden. Van deze mannen klommen er een paar door het vreemdsoortige luik het dak op. Zij werden er onmiddellijk weer afgescho­ten. Het zal wel een onopgelost mysterie blijven of ik dit voorval- gezien of ge­droomd heb. Toen vrienden die van mij gescheiden werden na de dodentocht, die zij door discipline en meer ruimte beter hadden doorstaan, zich weer bij mij voegden, vroeg mij een: 'Werden er bij jullie ook naakte mannen in de wagon geduwd?'

BIS A U F W E I T E R E S

Ik opende mijn ogen. Ik had het bewust­zijn weer herkregen. Mijn benen en romp lagen schuin omhoog tegen de stapel ge­plakt, als een penis over de balzak. Mijn hoofd steunde tegen de ijzeren rand van de schuifdeur. Door een kier streek een verfrissende wind langs mijn gezicht. In het begin, toen wij ons meer milieu­bewust gedroegen, deed de reet als urinoir dienst. Gechoqueerd was ik echter niet. Uitgedroogd als wij waren, moesten wij toch niets meer kwijt. Waarschijnlijk had de ingeademde onbedorven lucht mij weer wat op streek geholpen, misschien heeft die spleet mij zelfs het leven gered. Spiegelhelder, oogverblindend weerkaats­te de sneeuw buiten een vlammend zon­licht. Intussen klaar wakker nu, echter gerad­braakt en nog verrekkend van de pijnen, realiseerde ik mij mijn toestand en verblijf­plaats. Een bundel stro, symbool van ergste armoede en diepste ellende was voor ons een super de luxe, een hemelbed geweest. Voor het eerst voelde ik mij vernederd. Ik droop af en raakte verloren in het duister en in de verpestende stank der ontbinden­de lichamen, de rottende lijken.

JACQUES I. FURTH

Page 16: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

Cees Tak

Dames-, heren- en kinderspeciaalschoenen

Bilderdijkstraat 69, Amsterdam Tel. 129465 - 124193

Bekouw Mendes makelaars in assurantiën

Wij willen u helpen

nu en later, bij uw financiering en het treffen van de juiste voorzieningen voor de toekomst.

wettelijke aansprakelijkheid hypotheek, brand, inboedel, diefstal, ongeval, auto.

onze service houdt niet op na het sluiten van de polis.

II Bekouw Mendes Stadhouderskade 2 Amsterdam 0 2 0 - 21 26 26

LOU LAP lapt de prijzen aan zijn laars

Vestigingen: AMSTERDAM - HAARLEM ROTTERDAM - DEN HAAG

See m m o r r i s bef ore you buy yourreal sheepskin coat.

Uitgebreide sortering dames- heren-en

kinder suede-nappa-en

lamsvacht jassen.

Haarlem: Barteljorisstraat, Tel. (023) 312655 Amsterdam: Leidsestraat, (bij Koningsplein), Tel. (020)223596

T Groothandel in heren- en jongensconfectie

Keizersgracht 806-808 , te lefoon 235337 en Confec t iecent rum, toren I I , 5e e t a g e , te le foon 153542

A l o d n i m i:.v. H A N D S C H O E N E N G R O O T H A N O E L

SCHIPH0LWEG 1011 BOESINGHELIEDE

TEL. 02505-673

Page 17: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

Uit Maandblad geestelijke volksgezondheid (MGV), mei 1977.

Begeleiding van getuigen in het proces tegen de oorlogsmisdadiger L te Roermond Herma Kok-Carstens en Fanny de Vries

Beschrijving van de ervaringen welke twee maatschappelijk werksters opdeden bij de unieke begeleiding van 5 oorlogsslacht­offers die in de periode van 21-11-76 tot 2-12-'76, als getuige optraden in het proces tegen de oorlogsmisdadiger L. te Roermond.

Inleiding De vijf getuigen, nu wonende in Israël en Duitsland, overleefden het getto van Warschau en achttien concentratie­kampen, waaronder het verschrikkelijke kamp Bobruisk, alwaar onder meer L. de dienst uitmaakte. Deze zwaar door de oorlogsmisdaad ge­troffen slachtoffers hadden reeds hun ge­tuigenis afgelegd in Hamburg tijdens een proces tegen de 'chef' (de kampcomman­dant) van L. Zoals begrijpelijk was dit proces in Duits­land zeer emotioneel voor hen. Hun gru­welijk oorlogsverleden werd weer opge­haald. Zij stonden hierbij geheel alleen in een voor hun gevoel vijandig land, zonder enige opvang of begeleiding. Zij zagen hun mede-getuigen niet en hadden zo­doende ook geen steun aan elkaar. De enige echtgenote, die naar Hamburg was meegekomen, werd zelfs in de rechtszaal naast de vrouw van de verdachte ge­plaatst. Duidelijk was, dat allen zich daar eenzaam en verlaten gevoeld hebben. Na dit proces waren zij zonder uitzondering lichamelijk en geestelijk ziek en moesten zij zich onder medische behandeling stel­len. Maanden waren nodig totdat enig herstel intrad.

Met dit slechte voorbeeld voor ogen, meenden de verantwoordelijke mensen van de Bijzondere Strafkamer van de Arrondissementsrechtbank te Roermond, dat begeleiding van de getuigen nood­zakelijk was. Deze begeleiding bleek een uniek gebeuren, dat voorzover ons bekend is, nooit eerder in Nederland plaatsvond. De Stichting Joods Maatschappelijk Werk

(hierna te noemen JMW) werd in verband met haar specialistische werkzaamheden ten behoeve van Joodse oorlogsslacht­offers verzocht deze getuigen bij te staan. De rechtbank te Roermond is via de Algemene Reklasserings Vereniging (ARV) te Roermond geattendeerd op de moge­lijkheden van JMW. Intensief overleg van de rechtbank niet alleen met ons volgde, waaruit onder meer resulteer­de, dat een psychiater zich bereid ver­klaarde de medisch-psychiatrische begelei­ding van de getuigen gedurende het gehele proces op zich te nemen. Tijdens de voorbereidende gesprekken met de rechtbank, de ARV, de psychiater en recherche werd reeds een eerste begin gemaakt met onze taak, welke tijdens het gehele proces een uiterst belangrijke plaats zou blijven innemen, te weten het aan alle betrokkenen in dit proces geven van verduidelijking. Verduidelijking vanuit onze kennis over en ervaring met het be­geleiden van zware Joodse concentratie­kampslachtoffers, die in dit geval tevens Israëlische staatsburgers zijn met de daar­uit voortvloeiende problematiek ofwel in Duitsland leven als leden van een minder­heidsgroep met een eigen religieus karak­ter. Deze verduidelijking bestond uit: 1 het uitleggen van het concentratiekamp (KZ)-syndroom, zowel in lichamelijke, geestelijke als sociale zin. 2 het weergeven van mogelijke reactie­wijzen van mensen, die een dergelijke diep-traumatische ervaring hebben door­gemaakt, op hun directe omgeving ten gevolge van veelvuldige associaties met dit verleden, bijvoorbeeld bij het zien van gestreepte kleding. Het wederom naar voren brengen van de verschrikkingen van het kamp Bobruisk zou waarschijnlijk alle reeds door de oorlog ontstane traumata opnieuw doen oplaaien en verergeren. Op grond van de ons bekende vreselijke aanklacht tegen L. konden wij hier zeker van uitgaan. In het vooroverleg met de psychiater bespraken wij welke de basisuitgangspunten zouden

kunnen zijn voor onze gezamenlijke hulp­verlening aan deze getuigen. Alleen hun naam, adres en geboortedatum waren ons bekend. Tevens wisten wij, dat zij bijna allemaal de wens uitgesproken hadden om hun echtgenoten mee te mogen nemen en dat dezen ook inderdaad mee zouden komen. Wij spraken af: a dat wij in gesprekken met de getuigen over hun kampperiode hun ervaringen en emoties niet zouden toedekken, maar zouden proberen in te gaan op datgene, wat zij naar voren zouden brengen.

b dat wij ons zouden moeten beperken tot een hulpverleningsrelatie tijdens de procesperiode (5-10 dagen).

c dat wij zoveel mogelijk frustraties uit de directe omgeving zouden opvangen en zo mogelijk weren. Wij dachten hierbij vooral aan de pers en andere publiciteitsmedia.

d om te trachten hun verblijf in Nederland met excursies te veraangenamen. e dat wij onze eigen emoties, onzeker­heden en onze onderlinge relaties aan het einde van elke dag gezamenlijk zouden evalueren. In het kader van de voorbereiding oriën­teerde de psychiater zich bij het Centrgm '45 en bij een psychiater werkzaam bij de Joodse Geestelijke Gezondheidszorg.

Kennismaking

Vanwege de bescherming van de getuigen konden en mochten wij onze verblijfplaats niet kenbaar maken aan onze omgeving. De vrijdag vóór het proces vernamen wij van de ARV, dat wij niet met de getuigen in Sittard zouden verblijven, zoals was af­gesproken. Op het laatste moment werd namelijk de beveiliging aldaar toch niet toereikend bevonden. In de plaats hiervan was een hotel gekozen in het toeristische, witte dorpje Thorn. Tevens werd ons door het ministerie van Justitie medegedeeld, dat de families uit Israël zondagavond omstreeks tien uur op Schiphol zouden aankomen en door ver­tegenwoordigers van het ministerie en van de Israëlische ambassade zouden worden afgehaald. De getuige uit Duitsland zou met zijn eigen auto komen. Om de getuigen en hun echtgenoten zo goed en zo snel mogelijk op te vangen, spraken wij af om zondag tegen de avond in het hotel aanwezig te zijn. De psychia­ter zou maandag om vijf uur komen en proberen om de getuigen afzonderlijk te spreken.

Thorn Toen wij zondag in Thorn aankwamen bleek al gauw dat zowel de eigenaar als de gerant van het hotel op de hoogte waren van onze komst en hun taak ten behoeve van de getuigen. Het hotel was reeds van binnen en buiten goed bewaakt door de rijkspolitie. De agenten waren niet in uniform gekleed en onopvallend ge­stationeerd. Het hotel — in oude stijl opgetrokken en met een binnenplaatsje — gaf direct een vriendelijke, verzorgde indruk en daardoor een veilig en besloten gevoel. Spoedig maakten wij nader kennis met een van de rechercheurs.

Page 18: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

r ; ML van Amerongen De . samenzwering tegen ! Simon Wiesenthal

Dit indrukwekkende b o e k krijgt u k a d o als u zich a b o n n e e r t

o p Vrij Nederland.

r I

I k abonneer mij nu op Vri j Nederland Ik betaal per • kwartaal (ƒ 2 8 , 5 0 ) • halfjaar (ƒ 57 , - ) • jaar ( ƒ 1 1 4 , - ) (hokje naar keuze dichtmaken a .u .b . ) • als welkomgeschenk ontvang ik het boek: " D e samenzwering tegen Simon Wiesenthal " (winkelwaarde ƒ 17 ,50 ) *

1

L ^ • - • 1 D e o p b r e n g s t van dit boek k o m t ten goede aan het W i e s e n t h a l f o n d s

Naam: . - — . — -

Adres: Plaats:

Bon opsturen in open envelop zonder postzegel aan: Vrij Nederland, Antwoordnummer 3 0 4 3 , 1000-PA Amsterdam. Betalen na ontvangst van de acceptgirokaart. O f bel even: 020-262375

Speciale koopjes in de oudste stoffenzaak van

AMSTERDAM

KALVERSTRAAT 146-150, hoek Spui Amsterdam — Telefoon 23 22 64

Oldenburg-De Beethoven

V N V 7 < 5 BEVEILIGING 1 ^ ^

V E R NACHTVEILIGHEIDSDIENSTEN B V A ° 1 9 0 2

# HOOFDKANTOOR TE AMSTERDAM VOSS/USSTRAAT 8 TELEFOON 71 27 11 (4 hfi.eij

Bewaking • Geüniformeerde

portiersdiensten • Beririjlsbewaking • Mobiele

veihqheidspatrouilles • Brandpreventie controle • Periodieke

brandveiligheids-inspecties

Alarmering • Brand • Inbraak • Overval • Computerbeveiliging 9 Technisch alarm • Aansluiting op eigen

stil-alarmcentrale voor geheel Nederland

• Eigen gesloten mobilofoonnet

Vestigingen 1 Amsterdam* - Rotterdam - 's Hertogenbosch -Tilburg - Alkmaar - Nijmegen - Hengelo - Enschede

E X C L U S I E V E H E R E N K L E D I N G E N - M O D E

Kalverstraat 141-145, Amsterdam

D a m e s ,

al leen bij ons koopt u het voordel igst V o o r al u w stof fen

STOFFENHUIS Linnaeusstr. 34 Amsterdam Tel. 3531 16 M A R C U S

Page 19: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

Deze rechercheur stelde ons voor aan de getuige Wasserstein en zijn vrouw, die vanuit hun woonplaats in het zuiden van Duitsland naar Thom waren gereden. De heer W. (58) bleek een grote, goed verzorgde man, zijn echtgenote (50) een chique, nerveuze verschijning. Het was duidelijk, dat zij blij waren om ons te zien. Zij voelden zich angstig en alleen. Mevr. W. kon dat meteen goed verwoorden. Onmiddellijk werden wij door hen in hun leven betrokken en ingeschakeld. Zij ver­telden, waar zij vandaan kwamen, spraken over hun huidige situatie in Duitsland, over hun kinderen, op wie zij zeer trots waren. De heer W. vertelde ook direct over zijn functie in Bobruisk. Hij was daar 'kok' en memoreerde de meest gruwelijke zaken, die hij daar met de verdachte L. had meegemaakt. Voor ons was het op dat moment moeilijk om onze functie uit te leggen en welke instantie wij vertegen­woordigden. Zij begrepen, dat wij door een Joodse organisatie waren ingezet en dat was vol­doende voor hen. Wij van onze kant wilden hen graag de kans geven, hun ge­voelens kenbaar te maken over de reis, over het komende proces en vooral over het weerzien in de avond met de vier mede-kampbewoners. De heer W. vertel­de ons deze mensen nooit meer gezien te hebben, wel een andere getuige uit Israël, die niet mee kon komen. Hij praatte veel, was zeer onrustig, doodmoe van de tocht, en liep steeds heen en weer. Hij moest en zou blijven wachten op de anderen, al werd het midden in de nacht, slapen kon hij toch niet. De laatste nachten waren af­schuwelijk geweest. Hij had veel medicij­nen ingenomen en had daarvan een heel koffertje bij zich. Mevrouw W. zei ons ook in het kamp te zijn geweest. Zij is een Duitse Joodse vrouw, die haar gehele familie in het kamp heeft verloren. Na de oorlog is zij snel met de heer W. Ge­trouwd, want 'hij lijkt zo op mijn vader'. Hij is alles voor haar, ze maakte zich dan ook grote zorgen over hem.

Onzekere verwachtingen

Vanaf het vliegveld werd door de ver­tegenwoordiger van Justitie opgebeld, dat de acht Israëli's waren aangekomen, ledereen was doodmoe. De mannen keken onmiddellijk naar de heer W . en herkenden hem. Hij was de oudste van hun vijven, de man in de keuken van Bobruisk. Ze omhelsden hem. De dames maakten kennis met elkaar. Allen gingen dicht bij elkaar zitten. De familie W. intro­duceerde ons. Wij zorgden voor koffie en probeerden hen wat op hun gemak te stellen. Ze zagen er allemaal slecht, oud en vooral moe uit. Gelijkstelling aan Hollandse kampslacht­offers, waarmee wij dagelijks contact hebben, zou wel eens verkeerd kunnen zijn. Wij maakten hen duidelijk, dat wij, mochten zij ons nodig hebben, ook 's nachts, direct bereikbaar zouden zijn en dat er ook een psychiater/arts tot hun be­schikking stond. Deze introductie was, zo bleek later, voor de getuigen uitzonderlijk. Zij dachten evenals in Hamburg alleen te zijn, vandaar ook, dat hun vrouwen waren meege­komen. Achteraf vertelden ze zich na een zware en vermoeiende reis thuisgevoeld te

hebben bij vriendelijke, begrijpende men­sen. Ook het hotelpersoneel deed veel moeite hen zo groot mogelijke service te verlenen. Tevens werd hen uitgelegd, waar de bewaking gestationeerd was. Voor de Israëli's onder hen was dit ons inziens de gewoonste zaak van de wereld, zij zijn dergelijke bewakingen in Israël gewend. De eerste tekenen van een 'groep' of meer eigenlijk 'één familie' willen zijn, kwamen naar voren. Gezamenlijk, elkaar steunend, wilde men deze ingrijpende periode door­leven. Ze spraken met ons af, om om half negen in de ochtend te ontbijten aan één grote tafel, niet apart. 'We moeten allen bij elkaar blijven'. Niemand deed 's nachts een beroep op ons. Velen waren 's morgens vroeg uit de veren. Ze wilden er naast het proces ook wat van maken, iets van Holland/Europa zien. Het was wel van meet af aan duidelijk, dat zij ons voor alles nodig hadden: angsten over het proces, verhalen over Bobruisk, het vertalen van hun gevoelens naar de omgeving, maar ook voor postzegels of het voeren van telefoongesprekken met Israël.

Onze belangrijkste ervaringen met de getuigen tijdens het proces De individuele verwachtingen van de ge­tuigen waren voor het grootste deel gericht op een 'katharsis', een afsluiting van het verleden en hoop op een volledige genezing voor de toekomst.In de oorlog waren zfj de gevangenen en slaven, nu is misdadiger L. de gevangene en zijn zij de vrijen, die nog een leven voor zich hebben. Reeds na de eerste dag bleek, dat de confrontatie met L. in de rechtzaal zeer essentieel zou zijn. De getuigen en wij trouwens ook, waren allen uiterst gespan­nen. Na deze confrontatie waren de meesten van hen eigenlijk ontdaan en ver­bijsterd over het feit, dat men hem niet meer herkende, daar hij nu een ziek en zwak uitziende man geworden was. Aan de andere kant versterkte dit al dadelijk hun zelfvertrouwen. Zij voelden zich hier­door allemaal, ondanks hun ernstige licha­melijke eri psychische klachten, gezonder en sterker. Tijdens het gehele proces is dit gevoel bij allen aanwezig gebleven. Ook tijdens de getuigenverklaringen zelf, waarin men de meest afschuwelijke gebeurtenissen uit Bobruisk naar voren moest brengen. Groot was dan ook hun teleurstelling, dat L. een belangrijk deel van deze getuigen­verklaringen niet behoefde aan te horen. Men was bang als gevolg van zijn af­wezigheid bepaalde agressieve gevoelens niet op de juiste wijze te kunnen uiten, waardoor men vreesde, dat de essentie niet over zou komen. Immers, de getuigen spraken niet alleen voor zichzelf, maar voor alle slachtoffers van Bobruisk, ver­moorden en overlevenden.

Invoelend

In de rechtzaal werd met de uitermate in­voelende wijze van vragenstellen door vooral de President van deze Bijzondere Strafkamer, mr. H. J. te Strake, een be­langrijke bijdrage geleverd aan het welzijn

van de getuigen. Zij kregen allen de kans zich volledig uit te spreken, hun emoties te tonen en bij alle moeilijke vragen werd door de President in een toelichting verklaard, waarom hij juist deze vraag in déze formulering aan déze getuige moest stellen. Dit laatste was in het begin nog niet het geval geweest, namelijk toen bij de eedaflegging, die volgens de Joodse wet geschiedde, de vraag gesteld moest worden of men familie van de verdachte was. Hierbij kwamen enorme emoties los. Afgezien van de rechtbank zelf, waren ook alle andere bij deze rechtzaak betrok­ken functionarissen bijzonder attent voor de getuigen. Telefoongesprekken met Israël konden worden gevoerd; de ge-uniformeerde bewakers van het gebouw zorgden er door hun rustig en vriendelijk optreden voor, dat niemand in paniek raakte bij het zien van zoveel uniformen. Het ontmoeten van mensen in politie-kleding of militair uniform doet meestal direct denken aan de vervolging. Dit was even het geval toen de getuigen uit veilig­heidsoven/vegingen per 'boevenbusje' ver­voerd moesten worden. De Justitie was echter na een verzoek onzerzijds bereid andere vervoermiddelen in te zetten. Tevens werkte zij tot op het hoogste niveau eraan mee, dat onze verblijfplaats geheim bleef, zodat de mensen een veilig en rustig pied è terre hadden. Op de voor ons meest onverwachte mo­menten, bijvoorbeeld tijdens een wande­ling, onder een televisieprogramma, ge­durende de maaltijden, kwamen zij met hun concentratiekampervaringen. Daarnaast vóelde iedere getuige de be­hoefte om, voordat hij in de rechtszaal een getuigenis moest afleggen, ons als het ware als generale repetitie deze getuigenis te vertellen. Met hen konden wij toen hun angsten en verdriet delen en ook onzeker­heden, of zij wel in staat zouden zijn te zeggen wat zij wilden zeggen. Zij deelden met ons niet alleen concentratiekamp­leven, maar ook hun huidig bestaan in Israël, respectievelijk Duitsland. Heel be­langrijk was hierbij, dat gelukkig allen kinderen en sommigen al kleinkinderen hadden, hetgeen .voor hen een houvast voor de toekomst betekende, evenals een prettige soms rustige werkkring. Al heel snel viel het ons op, dat deze mensen flinker bleken dan wij aanvankelijk dachten. Het verbaasde hen, dat wij zo precies op de hoogte waren van hun problemen in verband met het KZ-syndroom en op welke wijzen de gevolgen van hun verblijf in de kampen zich nu manifesteerden.

Een aantal van de echtgenoten hoorde nu pas voor het eerst wat hun man werkelijk had meegemaakt. Met elkaar hadden zij hier vrijwel nooit zo openlijk over ge­sproken. Het geven van uitleg pver allerlei zaken was uitermate belangrijk, over bijvoor­beeld de gang van zaken bij de Nederland­se rechtspraak, Hollandse gewoonten e.d. Voortdurend kwam naar voren hoe moei­lijk deze mensen onzekerheden en on- 8 veilige situaties konden verdragen. Ons j hulpaanbod was vooral op de totale a

persoon van de getuigen gericht. Men o zocht steun, aandacht en liefde door, 5> meer dan wij gewend waren, letterlijk £ tegen je aan te leunen, je te omarmen en >

Page 20: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

gedurende anderhalve dag zijn pleidooi had gehouden, zelf ook nog eens op 30 november gedurende vele uren een plei­dooi in eigen zaak, blijkbaar omdat hij meende het zelf beter te doen dan zijn ver­dediger. Ook waren soms tijdens de rechts­zitting Menten en zijn verdediger het niet met elkaar eens. Dit was echter toch een betrekkelijke uitzondering. In het alge­meen voerde mr. Van Heyningen een zeer onsympathieke verdediging. Natuurlijk heeft elke verdachte recht op een advocaat, en heeft deze de plicht zijn cliënt op de best mogelijke wijze bij te staan. Ook betekent het feit dat een advocaat een bepaalde verdachte ver­dedigt, niet dat hij de door deze gepleegde feiten verdedigbaar vindt of voor de ver­dachte zelf sympathie heeft. Mr. Van Heyningen ging echter, door zijn voortdurende pogingen alle getuigen a charge als leugenaars te ontmaskeren en door zijn voortdurende betoog, dat het hier kennelijk om een door de Russen opgezette campagne ging, — beweringen, die door vele der aanwezige journalisten ijverig werden gepubliceerd — mijns inziens de grenzen van de oirbaarheid verre te buiten. Blijkbaar dachten hij en Menten dat ze hiermee bij de rechters succes zouden hebben. Het vonnis bewijst dat ze in feite het tegenovergestelde resultaat bereikten.

Getuigen a décharge; professor Rüter

Menten en zijn verdediger hadden verder moeite noch kosten gespaard om allerlei getuigen en getuigen-deskundigen a dé­charge te vinden, wier verklaringen door vele journalisten eveneens uitvoerig wer­den weergegeven. Op mij maakten de meesten een, laat ik zeggen, nogal 'merk­waardige' indruk. Uit het vonnis blijkt, dat de rechters blijkbaar ook niet veel waarde aan hun verklaringen hechtten. Op een uitzondering na worden hun namen zelfs niet genoemd. Die ene uitzondering wil ook ik hier noemen, en wel vanwege het gezag, dat hij zichzelf toekent en blijkbaar in sommi­ge kringen ook geniet. Trouwens, ook de 'Werkgroep Recht en Openheid in de Zaak Menten' heeft in haar Informatie Bulletin tot tweemaal toe op zijn merkwaardige optreden gewezen, nl. dat van de nog jeugdige professor C. F. Rüter, sinds een jaar of twee hoogleraar in het Strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Rüter, oorspronkelijk door de verdediging aangetrokken als getuige-deskundige, maar later als deskundige op gelijke voet met de heer A. J . van der Leeuw toe­gelaten door de rechtbank, schreef zijn dissertatie over processen tegen oorlogs­misdadigers in West-Duitsland, waar hij daartoe geruime tijd vertoefde. Met een ongelooflijke kwajongensachtige arrogantie en zelfingenomenheid, die men in de tegenwoordige democratische tijd nauwelijks meer mogelijk zou achten, trad hij op niet alleen tegenover sommige getui­gen è charge, maar ook tegenover de heer Van der Leeuw die — in tegenstelling tot hemzelf, die alleen maar verscheen wan­neer hij zelf moest getuigen — alle zittingen bijwoonde, en tegenover de Officier van Justitie en zelfs tegen de rechters. Eén voorbeeld: toen de officier,

mr. Habermehl, opmerkte een van zijn redeneringen niet te kunnen volgen, zei Rüter: 'Ach, begrijpt u dat dan werkelijk niet? Nou, dan kan ik het u niet uitleggen. Meneer de President, deze man is niet te helpen.' Volgens Rüter kan Menten nooit betrok­ken zijn geweest bij de massamoord te Podhorodze omdat volgens hem dit ge­bied op 7 juli 1941 nog oorlogsgebied was, ook kan Menten geen lid geweest zijn van de SS daar daarvan (in tegenstelling tot de Waffen SS) geen niet-Duitsers lid konden zijn en konden ook SS-ers de executies niet hebben uitgevoerd. Maar het meest opmerkelijke was, naast zijn arrogantie, wel zijn gebrek aan geloof in getuigenissen van oorlogsslachtoffers. Trouwens, naast professor Rüter was er nog een hoogleraar in de rechten, profes­sor N. E. Algra te Utrecht, die eerst in een college voor eerste-jaars-studenten, en later in het Utrechts Nieuwsblad van 3 november j . l . , betoogde dat Menten niet zou mogen worden veroordeeld.

Journalisten

Ook de artikelen van een aantal journa­listen — soms in gerenommeerde bladen — waren, vooral in het begin, uitgespro­ken pro-Menten. Het is overigens opmerkelijk dat de aan­vallen van Menten en Van Heyningen zich voortdurend op Knoop richtten, maar dat zij TROS Aktua, dat toch ook in belang­rijke mate tot de berechting heeft bijge­dragen, o.a. door tot tweemaal toe een tv-ploeg naar Podhorodze te sturen, onge­moeid lieten. Zou daaraan toch niet een zekere mate van antisemitisme ten grond­slag liggen, evenals aan hun voortdurende bewering, dat Knoop de zaak voornamelijk uit commerciële overwegingen, om finan­cieel gewin, was begonnen? Afgezien daarvan, dat dit onjuist is, welk bezwaar kan Menten hebben tegen het maken van financiële winst, waarvan hijzelf nooit afkerig is geweest?

De rechtbank

Ten slotte, lest best, dienen hier, naast de kundigheid van de Officier van Justitie, mr. Habermehl, met zeer grote lof de drie leden van de rechtbank worden genoemd, mevrouw mr. G. G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, mr. H. baron van Imhoff, en bovenal de president, mr. J . A. Schröeder. Met een fabelachtige kennis van de inhoud van de talloze dossiers, grote eenvoud en menselijkheid, vriende­lijk maar vastberaden als het ten slotte noodzakelijk was, onvermoeibaar, steeds alert, uiterst intelligent en steeds het juiste woord wetend te vinden, ook in onver­wachte situaties, en met een volledige be­heersing van de moderne talen, leidde hij de vijfentwintig zittingen die de verhoren in beslag namen, en daarna nog eens die van het requisitoir, de pleidooien en het weerwoord van Menten op een wijze die de bewondering wekte van vriend en vijand van Menten. Eén voorbeeld van zijn menselijkheid: toen een der getuigen a charge over een bepaald topografisch detail sprak, dat op een grote foto naast de tafel van de rechters zichtbaar was, en

Menten verlof kreeg om ook dichterbij te komen, verzocht mr. Schöeder commissa­ris Peters tussen Menten en de getuige plaats te nemen, opdat deze laatste niet vlak naast Menten zou behoeven te zitten. Ook bewondering verdienen de rechters voor dit uiterst gedegen vonnis in een materie, die veel moeilijker was dan de leek wellicht geneigd zou zijn aan te nemen. Het lijkt mij overigens onjuist om deze rechters te verwijten dat zij niet 'de onderste steen boven' hebben gebracht en geen opheldering hebben verschaft over de gebeurtenissen onmiddellijk na de oorlog. Dat is een zaak, niet voor deze Bijzondere Strafkamer, maar voor de 'historische' commissie Schöffer. Men zou ook erover kunnen debatteren, of een gevangenisstraf van vijftien jaar voor de 78-jarige Menten genoeg is, of te laag, of te hoog. Persoonlijk zou ik haar zeker niet te laag noemen, te meer daar Menten ten slotte slechts door een toeval voor de rechter is gekomen, en er zeker nog anderen ongestraft rondlopen. In elk geval: het overheersende gevoel bij mij — en waarschijnlijk ook bij anderen — na dit vonnis is allerminst er een van vol­doening dat Menten thans zijn verdiende loon heeft gekregen. Het is veeleer een gevoel van dankbaarheid dat dit heden ten dage in Nederland mogelijk bleek.

HENRIETTE BOAS

Vervolg v a n p a g . 19

te zoenen. Voor hun verdriet en vreugde was ruimte. Zij mochten huilen en hun agressie en andere emoties tonen. B.v. de reactie van de getuigen op de door één van hen gememoreerde gebeurtenis 'dat de honden in het kamp beter waren dan de mensen; de honden lieten op een bepaald moment hun voedsel voor de kampbewoners staan'.

Samenvatting

Door de unieke mogelijkheden ons door de rechtbank verleend, konden wij met alle betrokkenen deze optimale hulpver­leningsrelatie opbouwen. Het lijkt ons evident, dat deze zinnig en bovenal nuttig is geweest. De getuigen, voor wie dit een buiten­gewoon moeilijke periode in hun leven was, toonden in feite tijdens dit gehele proces minder de symptomen van het kampsyndroom, dan — zoals uit verhalen bleek — in hun dagelijks leven in Israël en Duitsland. Of hun hoop, uitgesproken vóór de aanvang van het proces, om bevrijd te worden van de angsten en andere psychi­sche gevolgen van hun vervolging, be­waarheid werd, is ons niet bekend. Wel, dat zij na het proces direct met plezier op vakantie in Europa konden gaan. Ook toonden dankbare brieven aan, dat het proces — gevoerd op deze wijze en aangevuld met deskundige hulp — in ieder geval geen extra problemen had opgele­verd. Het is onze bedoeling om hen over enige tijd te vragen, welke invloeden zij dan van het bijzonder enerverende verblijf in Ne­derland hebben ervaren.

Page 21: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

Altijd hebben de zingende zigeunerviolen meer smart dan vreugde verklankt. In de Tweede Wereldoorlog hebben de nazi's in hun rassenwaan een heel groot deel van die violen voorgoed tot zwijgen gebracht. Enkele instrumenten liggen nog in een barak in Auschwitz. Het lot van de zigeuners is nog onge­wisser, nog minder bekend dan dat van de joden. Het aantal door de nazi's ver­moorde joden wordt op grond van onaf­hankelijke, elkaar aanvullende berekenin­gen op zes miljoen geschat. De nazi's zelf traden b.v. in Nederland op als nauw­gezette boekhouders des doods, elders ontvolkten zij als een sprinkhanenplaag hele landstreken en staat er haast geen letter te boek. Men zal er wel moeilijk ooit achter komen hoeveel kinderen er vergast zijn. Maar ieder weet drommels goed dat praatjes van neo-nazi-propagandisten over 'slechts een paar honderdduizend' ver­moorde joden schandelijke praatjes zijn. Nog erger staat het met het andere doel­wit van de genocide, de volkerenmoord, nl. de zigeuners. De schattingen — en meer dan dat is niet mogelijk — schom­melen tussen de één en drie miljoen slachtoffers. Anders dan de joden, het volk van het boek, hebben de zigeuners gedurende hun eeuwenlange zwerftochten nooit geschreven. Hun taal leeft dus slechts als spreektaal, al hebben buiten­staanders daar nu wel enige studies aan gewijd. Zij kennen legenden, geen ge­schiedenis. Zelfs van de grootste tragedie uit hun historie getuigen schriftelijk alleen de nummers op de arm van sommige oude­ren. Ook hier in Nederland, waar alle transporten uit Westerbork zijn bijgehou­den, waar de gedeporteerden zijn geteld, weet men niet meer dan dat enige treinen met zigeuners zijn 'opgevuld'. Hoeveel mannen, vrouwen, kinderen? Voor immer onbekend. Ook de naoorlogse geschiedenis van de zigeuners is weinig rooskleurig. Het Ne­derlands Auschwitz Comité is al vele malen ook voor deze vervolgden in het krijt getreden. Er doen zich nogal eens

moeilijkheden voor, zowel met in Neder­land ingeburgerde zigeuners als met fami­lies uit andere, vaak Oosteuropese landen, die aan onze grens verschijnen. Meestal verkiezen zigeuners ook vandaag de dag in hun caravans enz. te blijven, maar dan wel op gunstig geoutilleerde terreinen. De nieuwe CRM-bestuurders zullen nog wel met dit probleem te maken krijgen. Zigeuners die destijds in Nederland zijn vervolgd, hun weduwen en hun nabe­staanden hebben natuurlijk recht op een WUV-uitkering. Wij kunnen ons evenwel niet aan de indruk onttrekken dat nog steeds rechthebbenden uit deze kring niet de weg hebben gevonden, vooral omdat vele betrokkenen zelf oproepen, persver­slagen en formulieren niet kunnen lezen, leder die in de gelegenheid komt zou hun daarbij de helpende hand moeten reiken.

AANLOOP

Er is de afgelopen tijd wel enige aandacht aan de zigeuners besteed. Maar niets her­innert aan hun deel van de tragedie tussen 1933 en 1945. Dat wil men veranderen. Er is een stichting opgericht, ROM, die streeft naar gelijkberechtiging, tolerantie en behartiging van de belangen der zigeuners. De bedoeling is een monument ter nagedachtenis van de vermoorde en vervolgde zigeuners op te richten. Heieen Levano heeft hiervoor een ontwerp ge­modelleerd, evenals voor een penning. E. Claus ontwierp een reeks zilveren minia­turen. Men hoopt dat het monument in brons kan worden gegoten en zoekt een plaats. Zigeuners en gevestigde Nederlanders doen hierbij samen, naar wij hopen vooral met het resultaat dat een betere behande­ling een beter bestaan en beter begrip voor de zwervende musici zal zijn weg­gelegd. Er valt nog veel te doen.

vrienden organi-aprll eeri bezoek aan *"' t«er jonge mensen.

bij om secretariaat.

D a n k aan o n z e adver tee rders die h ie lpen d e z e u i tgave m o ­geli jk te m a k e n .

N A C

P E N N I N G M E E S T E R

Mijn stukjes kunnen misschien de indruk vestigen dat ik een soort geldwolf ben, die alleen maar aan de centjes denkt. Daar­om: mijn drijfveren om mij in te zetten voor het NAC — met instemming van mijn vrouw, mijn onontbeerlijke hulp uit hoofde van haar vroegere functie: boekhoudster. Bovendien stemmen onze opvattingen vrijwel overeen. Zo vanaf de oprichting heb ik het NAC geldelijk ondersteund, na mijn pensione­ring in 1969 ook daadwerkelijk. Ik was het eens met hun strijd voor (im)materiële bij­stand voor de vervolgden om levensbe­schouwing, ras en geloof en de strijd tegen elke vorm van fascisme, rassen­discriminatie en gewelddadige onderdruk­king van de vrije meningsuiting. Dit is meer dan ooit nodig. Symbool van die strijd is ons monument met op een glazen plaat ons motto: 'Nooit meer Auschwitz'. Een blijvende waarschuwing voor jong en oud voor het vreselijke waartoe de mens kan komen. Het is niet de taak van het comité om zich voor een bepaalde politieke partij uit te spreken en het doet dit ook niet, maar door onze strijd tegen het fascisme doen we in bepaald opzicht toch aan politiek. Het spreekt vanzelf dat ons streven tevens inhoudt te strijden voor een maatschappij waar oorlog niet meer mogelijk is en een ieder, waar ter wereld ook, onder de gunstigste omstandigheden in welzijn kan leven, naar ieders aard en capaciteiten. Het zal altijd strijden en streven zijn, maar het gaat er maar om op welk niveau en met welke middelen. Schrik niet, nu ga ik verder als penning­meester. Ik ben redelijk tevreden met wat er is binnengekomen van onze nieuw ver­zonden accept-girokaarten. Giften van f 200, van f 10, van f 5. Voor elke bijdrage zijn wij dankbaar. Toch lijkt het mij goed u nog eens voor te leggen waar wij financieel mee te maken hebben. Wij geven 5 a 6 maal per jaar een kleine krant uit (6000 ex.) en een grote herdenkings­krant, oplaag 25.000. In 1977 kostte dit f 70.000. Met de kosten voor herdenking, reünie, briefpapier, telegrammen, adres-seermachine, porti en las but not least het monument hadden wij f72.000,— nodig. Dit kwam er dank zij onze be­gunstigers. Hartelijk dank! Mocht u uit dit alles gemerkt hebben dat u te weinig hebt gegireerd of dit hebt ver­geten, dan kunt u dit nog herstellen. Postgironummer 293087 en gemeentegiro Amsterdam N 5500, beide t.n.v. NAC, Amsterdam. Tot slot wil ik nog een oproep richten tot degenen in de leeftijd van 35 tot 55 jaar die bereid zijn zich bij onze werkers aan te sluiten om ons werk voort te zetten. Hopelijk tot ziens op 29 januari!

F. Degen, penningmeester NAC, Mr. Treublaan 22", Amsterdam-O., telefoon 941848.

Page 22: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

ISRAËL AIRLINES I n s a m e n w e r k i n g m e t H3

g a a n w i j z e k e r i e d e r e w e e k n a a r i 5 & A a Als u plannen hebt in die r icht ing,kies dan ook voor één van onze vrije groeps­reizen. U kunt ons bel len of de bon invullen. DAGELIJKS INDIVIDUELE ITE-REIZEN U kunt zelf uw reisdata bepalen met een minimum verblijf van één week en maxi­maal één kalendermaand, terwijl u één­maal mag onderbreken in Europa op de heenreis en éénmaal op de terugreis. * Transferkosten per privé auto of sherut

op aanvraag. $ Vele mogelijkheden voor één- of meer­

daagse tours door Israël.

STUDENTEN- EN SCHOLIERENRETOURS (vraag onze speciale tarieven)

( KAN ONGEFRANKEERD IN OPEN ENVELOPPE WORDEN TOEGEZONDEN )

Folders en inlichtingen bij:

NET W O R L D T O U R I S T ORGANIZATION Rokin 9-15 Amsterdam Telefoon 020-243350*

Wij verzorgen al uw reizen over de gehele wereld.

Page 23: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

j b e l ( 0 2 0 ) 9 1 4 4 0 0 v o o r e e n a b o n n e m e n t o f p r o e f a b o n n e m e n t

De AGO is een groot vercekeringsconcern.

Met onbeperkte verzekeringsmogelijkheden.

Tegen goede voorwaarden en gunstige premies.

Met te hoog. Niet te laag. Maar aangepast aan uw speciale situatie.

Informeer eens.

verzekeringen

SCHNABEL official C^^rT service C / - ° ^ -

MORRIS AUSTIN

Uitdeuken - spuiten - moffelen Autoreparaties - revisie - doorsmeren

Tevens: financieringen, alle verzekeringen

LAAT ONS UW Y AUTO VERZORGEN

Schnabel - 2e Boerhavestr. 17 - A'dam • Tel. 020-35 31 26

Antiekzaak Bettina en Carola Wolf

Nes 89 — Amsterdam-C. Telefoon 020 -248339

Bij M. V E R D O O N E R

UW TAARTEN EN BOLUSLEVERANCIER

NU OOK GODIVA BONBONS

CHOCOLATIER

M. VERDOONER Gelderlandplein 55 TEL. 44 10 56 (ook zondag tot uw dienst)

Page 24: Auschwitz Bulletin, 1978, nr. 01 Januari

'JQnkorf