Klasse voor Leraren 38

36
Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen nr. 38 • Oktober 1993 Pestkoppen. Waarom krijgen ze vrij spel? Multimedia. De nieuwe leraar heet CD-I. Ontdekking. Er zit een holon in uw klas. Pestkoppen. Waarom krijgen ze vrij spel? Multimedia. De nieuwe leraar heet CD-I. Ontdekking. Er zit een holon in uw klas. Herwaardering: nu of nooit ? Herwaardering: nu of nooit ?

description

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen. Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

Transcript of Klasse voor Leraren 38

Page 1: Klasse voor Leraren 38

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen

nr. 38 • Oktober 1993

Pestkoppen.Waarom krijgen ze vrij spel?

Multimedia.De nieuwe leraar heet CD-I.

Ontdekking.Er zit een holon in uw klas.

Pestkoppen.Waarom krijgen ze vrij spel?

Multimedia.De nieuwe leraar heet CD-I.

Ontdekking.Er zit een holon in uw klas.

Herwaardering:nu of nooit ?Herwaardering:nu of nooit ?

Page 2: Klasse voor Leraren 38

(advertentie)

Page 3: Klasse voor Leraren 38

Slechts 7␣ % van de gepesteleerlingen kan bij de leraarterecht. Enquête p. 13.

Het nieuwe voetstuk van deleraar. VIZIER p. 4.

Het individu staat niet langercentraal. Maar wat dan wel␣ ?Onderzoek p. 30–31.

KLASSE NR.38 3

IN DIT NUMMER

4–11Herwaardering van de leraar

Dat het aanzien van de leraar de jongste jaren sterk is gedaald, wistu al. Maar nu zijn er ook ernstige voorstellen om er iets aan tedoen. Het nieuwe zelfbewustzijn van de leraars: nu of nooit␣ ?

12De pestkoppen krijgen vrij spel

Slachtoffers en pestkoppen hebben bij het begin van het school-jaar ruime aandacht gekregen in de media. Uit onderzoek blijktnu dat ze vrijwel nergens terecht kunnen, ook niet bij de leraar.

13Uitwisseling

Meer dan 100 Vlaamse basisscholen wisselen elk jaar voor enkeledagen uit met Waalse scholen. Een leerrijke ervaring voor leerlingenén leerkrachten. Maar er zijn meer Vlaamse kandidaten dan Waalse.

24–25De nieuwe leraar heet CDI

Met de nieuwe ontwikkelingen in multimedia is echt interactiefonderwijs mogelijk. De leerling dialogeert met een televisie-scherm en leert er blijkbaar ook veel mee bij.

26–27Eindtermen

De concrete inhouden van de voorstellen voor nieuwe eindter-men zijn nu bekend. Welke vakkennis en welke sociale vaardig-heden verwachten we van de leerlingen voor de maatschappij vanmorgen␣ ?

30–31Er zit een holon in uw klas

Er groeit een nieuw mensbeeld. De klas zit niet meer vol indivi-duen maar vol holons. En de leraar is er ook één. Dat heeftbelangrijke gevolgen voor opvoeding en onderwijs.

En ook…

• JOURNAAL. Onderwijsactualiteit in zakformaat p. 14.

• KLASSE–IDEE. Zeven bladzijden ideeën voor boeiend onderwijs p. 15–21.

• DE INFOLIJN. Het topje van uw vragen enantwoorden p. 22.

• SIGNAAL. Bruikbare bevindingen voor schoolen klas p. 23.

• TAALEXAMEN. De ene meester moet meerFrans kennen dan de andere p. 28.

• SCHOOLADMINISTRATIE. Wat doet uals de softwareboer belt p. 29.

• DYNAMO 2. Schitterende lijken en anderebekroonde schoolprojecten p.33.

Maandblad voor Onderwijsin VlaanderenUitgegeven door het Ministerievan de Vlaamse GemeenschapDepartement Onderwijs

Nr. 38 / Oktober 1993

RedactieLeo BormansPatrick De BusscherGaby De Moor

RedactiesecretariaatDiana De CaluwéAnny Lecocq

Foto’s: Luc DaelemansCartoons: Dirk VercamptVormgeving: Artefact, Leuven

Verantwoordelijke uitgeverDaniel VandenbergheAlgemene Onderwijsdiensten en Voor-lichting

KLASSE verschijnt tien keer per jaar enwordt gedrukt op chloorvrij papier.Elke Vlaamse school krijgt twee gratisexemplaren.

KLASSEKoningsstraat 138 8ste verdieping1000 BrusselTel. redactie 02–211 46 60Tel. secretariaat 02–211 46 58Tel. abonnementen 02–211 46 62Tel. publiciteit 02–211 46 58Telefax 02–211 46 61

DE VIER MURENHet was even wennen, het nieuwe

uitzicht van KLASSE. Maar uw reacties

zijn overwegend positief. Uiteraard

houden we rekening met uw sugges-

ties. Zo merkt u in dit nummer beter

waar de (sterk geapprecieerde) ru-

briek «KLASSE–IDEE» precies begint

en eindigt. Dit uitgebreid katern mid-

den in het blad toont elke keer weer

hoe het onderwijs zich niet beperkt

tot de vier muren van de klas.

Gelukkig maar.

Page 4: Klasse voor Leraren 38

AfzienAanzien

V IZ IER

werdAfzienDE HERWAARDERINGVAN DE LERAAR

Aanzien

Page 5: Klasse voor Leraren 38

KLASSE NR.38 5

Het aanzien van de leraar is de jongste jaren sterk gedaald. Hetnatuurlijk respect voor «de meester» is verdwenen. Dat kunnenwe vaststellen en/of betreuren. Maar nostalgie zal niet baten.De leraar staat trouwens niet alleen. Dezelfde opmerking valt telezen in de vakbladen van artsen, bankiers, apothekers, politicien advocaten. De maatschappij is veranderd en de natuurlijkestatus van veel beroepen is verdwenen. Dat zorgt voor onzeker-heid. Sommigen zoeken naar oorzaken en verklaringen, ande-ren naar schuld en boete. Weinigen komen met een oplossing,uit vrees daarop te worden vastgepind.

Minder dan een kanarieMaar nu is er de groep IMTEC–reflectie 2020 die haar nek uit-steekt met een indringend rapport over de professionaliseringvan de leraar. In de groep zijn professoren, onderwijsspecialis-ten en bedrijfsmensen actief en haar vorige rapporten over delerarenopleiding kregen veel aanzien.In dit VIZIER overlopen we hun belangrijkste voorstellen om hetberoep van de leraar te herwaarderen.Daarin staan de leraar en de ontwikkeling van zijn professiona-liteit centraal. Het rapport wijst aan welke deskundigheid ver-eist is om een nieuwe maatschappelijke waardering voor hetlerarenberoep mogelijk te maken. Daarvoor moet uiteraard watgebeuren aan de lerarenopleiding («De dierenarts heeft vijf jaaruniversitaire vorming en beroepsopleiding achter de rug. En de leraarvan onze kinderen? Zijn die dan minder waard dan een kanarie␣ ?»)

Nieuw zelfbewustzijnLeraars hebben ook recht op een andere verloning, aangepastenascholing, nieuwe loopbaanperspectieven, goed managementen betere werkomstandigheden. Eén aspect verbeteren zal geenoplossing brengen. Veeleer is een gezamenlijke aanpak van elkdeelprobleem aangewezen. Dat kan in grotere scholen die meerlokale autonomie krijgen.Wie betere leraars wil, moet ze ook betere scholen geven.Daarom spreekt de IMTEC–groep van een Copernicaanse revolu-tie die in het onderwijs wel in woorden maar nog altijd niet indaden wordt gerealiseerd: de leerling i.p.v. de leerstof centraalen de collegiale groep i.p.v. de individuele leraar op zijn eilandvoor de klas.De IMTEC–groep bekijkt de nieuwe structuren voor medezeg-genschap met argwaan. («Wie de leraars, de echte professionals,buiten spel zet of miskent, maakt elke dynamische ontwikkelingonmogelijk. Het ziet ernaar uit dat de praktijk van de interactie in hetVlaamse onderwijsbeleid zo’n miskenning manifesteert.»)Er wordt veel verwacht van een nieuw zelfbewustzijn van elkeleraar. Die moet beseffen dat hij invloed heeft op het school– enonderwijsbeleid. Daarvoor moet hij alle kansen krijgen.Hoe wil je trouwens dat anderen je beroep waarderen als je datzelf niet doet? Leraar zijn is in alle tijden en alle culturen eeneerbaar beroep geweest. Voor de herwaardering daarvan zaliedereen een inspanning moeten leveren: nu of nooit. Uw reac-ties op dit VIZIER worden doorgespeeld aan de IMTEC–groep. ■

Page 6: Klasse voor Leraren 38

Het beeld van de leraarals absolute alleenheer-ser in de eigen klas heeftde vele onderwijsvernieu-wingen overleefd. Het isnochtans vol-ledig achter-haald. Je kan

Het debat over de onderwijskwaliteit van dejaren negentig spitst zich onder meer toe op dekwaliteit van de leraar. Dan wordt gewoonlijk ookbetreurd of vastgesteld dat hij zijn status in desamenleving steeds verder ziet afkalven. Hoe komtdat␣ ? Wie ziet hoe het onderwijs binnen de maat-schappij steeds meer onder sociaal–economischedruk staat en naar nut en efficiëntie wordt be-vraagd, verwondert zich daarover niet. De school iseen instelling waar de samenleving alle problemendumpt, waarvoor ze geen onmiddellijke en paskla-re oplossing heeft. Er is geen probleem zo groot(AIDS, verkeersslachtoffers, vandalisme, gebrek aanverdraagzaamheid, xenofobie, achteruitgang vande lichamelijke conditie) of de school hoort het opte lossen. Dit soort onderwijsconsumentisme tastde vereiste autonomie van het onderwijs aan. Deleraars zijn daarvan de eerste slachtoffers. Hunonderwijs wordt een gewoon marktprodukt. Kunnenwe die statuserosie nog tegengaan␣ ?

Diploma’s minder waardDe status van bepaalde beroepen hangt

nauw samen met de waardering die we heb-ben voor het niveau, de inhoud en de duurvan de opleiding die eraan voorafgaat. Datbepaalt de waarde van het diploma.

De toenemende deelname aan het ho-ger onderwijs is verantwoordelijk vooreen diplomadeflatie. Wat in groot aantalbeschikbaar is, vermindert in marktwaar-de. Diploma’s waarmee leraars hun jobmogen uitoefenen, zouden bij schaarstemeer in trek zijn. In het recente verleden

was er meestal een teveel aan leraars. Hettekort dat zich voor sommige functies stilaan

aandient, is mee veroorzaakt door de precairesituatie van het lerarenstatuut en de lage

waardering voor het beroep.Omdat het beroep onvoldoen-

de hoog in aanzien staat, wordthet door waardevolle kandida-

ten niet langer gekozen. Veel uni-versiteitsstudenten zetten zich nietmeer in voor een aggregaat en de

lerarenopleiding moet uit steedslagere niveaus recruteren. Hetniveau van de nieuwe leraarskan dan ook alleen op peilblijven als de neerwaartse

spiraal wordt gestopt en de opleiding wordt ge-herwaardeerd. Ze moet niet alleen aantrekkelijkerworden maar de nieuwe leraars ook nieuwe din-gen leren, aangepast aan een gewijzigde samenle-ving waarin leerkrachten soepel en mobiel moe-ten zijn.

Meer verdienenEen ander middel om het beroep meer aanzien

te geven is een hoger salaris, al wordt ook hierbijerkend dat die maatregel op zich niet zal volstaanvoor de beoogde herwaardering. Het gaat om hetgeheel van werkvoorwaarden: goed salaris, eensoepele werkregeling, een aantrekkelijk statuut,nascholingsmogelijkheden, een goede schoolor-ganisatie enz.

Volgens het IMTEC–rapport trekken meer ge-motiveerde leraars vanzelf hun beroepsprestigeop en werkt een positief zelfbeeld aanstekelijk opde omgeving. Mooi gezegd, maar ga dat maar eensuitleggen aan leraars en directies die te makenhebben met boventalligheid, terbeschikkingstel-ling wegens ontstentenis van betrekking, reaffec-tatie en wedertewerkstelling. Deze strakke regu-leringen zijn gebonden aan de regeling van debevoegdheidsbewijzen, de concordantieregels, derechtspositie en de verlofstelsels. Het personeels-beleid van een school is daardoor zo ingewikkelden strikt van bovenaf gestuurd, dat het vervreem-dend werkt en haast elke positieve planning en(bij)sturing op termijn verhindert. Directies die

Betere leraars␣ ?

Geef ze betere scholen.

een «human resources management» willen in depraktijk brengen, voelen er zich te veel doorbeknot.

Het IMTEC–rapport ziet een oplossing in meerlokale autonomie, schaalvergroting en samen-werking om de belangen van de school als organi-satie te verzoenen met de rechtmatige personeels-verzuchtingen naar stabiliteit van betrekking, eenminder vlakke loopbaan, een beloning naar ver-dienste, een erkenning van de professionele des-kundigheid… zonder dat de bekostigende over-heid de rekening gepresenteerd krijgt.

de leraar niet los zienvan zijn school. Wie destatus van de leraar wilverhogen moet dan ookresoluut de school her-waarderen. Die is geenoptelsom van haar indi-viduele leraars. En zijzelfzijn niet langer alleen heeren meester in hun klas.Wie betere leraars wilmoet werken aan beterescholen. En liefst ook te-gelijk aan alle andereoorzaken van de verlo-ren eer van de meester.

meester

Deverloren eer

van de

Page 7: Klasse voor Leraren 38

KLASSE NR.38 7

Eilanden verlatenDe leraar en zijn klas zijn geen eiland meer. In

het rapport heet het dat de kwaal «een verkeerdbegrepen en achterhaalde opvatting is van eenniet langer functionele professionele autonomie».Zo’n houding isoleert de leraar immers in hetmicro–gebeuren van zijn klas. Wie daarmee vredeneemt, werkt afgescheiden van zijn collega’s, zijnschool en vaak ook van de bredere maatschappij.Hij denkt dat hij heer en meester is van zijn klas.Nochtans ontsnappen hij en zijn leerlingen nietaan de ingrijpende invloed van de hele school, hetruime onderwijsbeleid en maatschappelijke evo-luties (de zogeheten meso– en macroniveaus).

«De oude, beperkte professionaliteitsopvattingsteunt op de illusie van een autonoom functione-rende professional», zegt het rapport. En zo kanhet dus niet langer. Het statusprobleem van deleraar aanpakken kan alleen als men bereid isresoluut de school te herwaarderen.

Betere leraarsScholen zijn meer dan losse werkverbanden

van onderwijskundige professionals, deskundigelk op hun terrein en daar in wezen enkel tegen-over zichzelf verantwoordelijk voor de onderwijs-praktijk van elke dag. Scholen horen ook meer tezijn dan een functioneel–organisatorisch geheelwaarin beheersproblemen, administratieve takenen middelendistributie hun beslag krijgen. Deherwaardering van de lerarenfunctie moet met deherwaardering van de school als instelling samengaan. De professionals brengen er, afzonderlijk enin team, hun deskundigheid in om samen zowelonderwijskundig als beheers– en beleidsmatig deschoolorganisatie, haar structuur en cultuur, testuren en te ontwikkelen. Deze ontwikkeling steuntop een open en brede professionaliteitsopvatting.Ze voegt een supplementaire waarde toe aan hetonderwijsgebeuren van de klas. De leraar wintaan eigenwaarde naarmate hij zich in dat procesvan verbetering en ontwikkeling van de schoolor-ganisatie weet in te schakelen, ertoe wordt opge-roepen en zich ervoor beloond weet. Het is in dierichting dat we een oplossing voor de maatschap-pelijke herwaardering moeten zoeken: de indivi-duele professionele autonomie inleveren om inteam aan groepsdeskundigheid te winnen.

Geen encyclopedieDe hedendaagse leraar moet ook afleren een

encyclopedie te willen zijn. Het heeft geen enkelezin te denken dat men zichzelf kan volstampenmet kennis die men dan gedurende dertig jaarlost. Andere systemen dan het leraarsbrein zijngeschikter om de altijd veranderende kennis op teslaan.

Natuurlijk moet de leraar wel een vak –wis-kunde, Nederlands, scheikunde…– kennen, maarhet is verkeerd te denken dat deze kennis hetbelangrijkste is. Hij gebruikt ze immers vooral omde leerlingen te laten ervaren wat leren is. Hijdraagt geen inhouden over opdat anderen die hunleven lang zouden vasthouden, maar hij draagtinhouden beslist ook over wegens de vormendewaarde ervan. Hij leert anderen hoe te leren, zodatze gedurende een heel leven waarin leren voort-durend noodzakelijk zal zijn, hun weg kunnenvinden.

We moeten er dan ook mee ophouden in deopleiding van de leraars (beginopleiding, oplei-

ding–tijdens–het–werk en bijscholing) de nadrukte leggen op de vakkennis. Een universitair dievier jaar Latijn en Grieks studeert zonder aan eenklas te denken, en dan vlug vlug nog wat kennisvan opvoedkunde en didactiek opsteekt, dat kanniet meer.

De opleiding van alle leerkrachten (kleuterlei-der, onderwijzer, regent, licentiaat) wordt ookhet best in de ruimst mogelijke mate toever-trouwd aan Instituten voor Lerarenopleiding. Diezullen tenminste aandacht hebben voor wat le-

Een school is niet de

optelsom van haar leraars.

raars van encyclope-dieën onderscheidt: zemoeten weten om tegaan met mensen dieleren. Er moeten ookgeschoolde mentorenkomen (voor de begeleiding van stages van aspi-ranten) en supervisoren (voor de supervisie vande loopbaaningroei). Mentoraat en supervisie vereiseneen eigen deskundigheid en horen niet langerthuis in een vrijblijvende sfeer van goedbedoeldamateurisme. Het zijn kaderfuncties die een eigenhonorering verdienen.

Betere scholenBetere leraars en betere lessen krijg je alleen in

betere scholen. Om de kwaliteit te verbeteren vanwat in de klas gebeurt, moeten we dus de schoolverbeteren. Dat kan volgens het rapport alleen alser een nieuwe professionaliteitsopvatting komt vanhet beroep van leraar. In de nieuwe beroepscodeis iedereen samen verantwoordelijk voor het ge-heel van de onderwijsopvattingen en het school-beleid. De nieuwe professionele status van deleraar is dan ook afhankelijk van de kwaliteit vanzijn interactie op elk niveau en van de rol die hemdaarin is toegemeten: de klas, de school en hetalgemeen beleid.

Het hangt allemaal samen en wie maar éénkwaaltje aanpakt bestrijdt alleen een symptoomin plaats van de hele ziekte. Het IMTEC–rapportzet de onderdelen waaraan voor een algemeneherwaardering moet worden gewerkt op een rij-tje: de opleiding van nieuwe leraars en de profes-sionele navorming van wie al aan de slag is, zowelde materiële als de immateriële verloningssyste-men, de werkvoorwaarden en de betrokkenheidvan alle leerkrachten bij de organisatie, hun car-rièreperspectieven en loopbaanvooruitzichten, deonderwijsvisie en organisatiestructuur, de regle-mentering en het autonomiebeleid, de taakopvat-ting en de arbeidstevredenheid en de motivatievan elke leraar.

«Er zijn diverse hefbomen die elk maar eenbeperkt effect hebben, maar samen een krachtigeimpuls van kwaliteitsverbetering geven», zegthet rapport. «Het welbevinden als leraar is af-hankelijk van het goed functioneren bin-nen en samen met het hele school-team. Daarvan straalt een pro-fessionele deskundigheid naar bui-ten uit waardoor het beroepsprestigevanzelf aan waardering zal win-nen.

De sleutel voor een betere sta-tus van de leraar ligt dan ook ineen betere school, waarvoorhet onderwijsbeleid van deoverheid een aantal voorwaar-den moet scheppen.» ■

Page 8: Klasse voor Leraren 38

Het prestige en de moti-vatie van de leraar kun-nen zeker omhoog alsscholen van binnenuit hunprofessionaliteit bewijzen.

RuimteDaarvoor moet het be-leid ruimte scheppen enmaatregelen nemen.Waar moeten het onder-wijs en zijn leraars dannaar toe␣ ?

zelfbewuste leraars

voor

Nu is het salaris van de leraar alleen afhanke-lijk van zijn functie, diploma en aantal jarendienst. Of je je echt bekwaamt of inzet wordtnauwelijks beloond. IMTEC stelt voor de begin-salarissen te verhogen om het beroep aantrekke-lijker te maken en het geld van de tweejaarlijkseverhoging (minstens gedeeltelijk) aan de scho-lencoöperatie toe te kennen voor een functiever-loning. Dat moet vrij en autonoom gebeuren, in

samenspraak met demedezeggenschapsra-den en volgens daargoedgekeurde aanwen-dingscriteria.

Het komt erop aandat de leraar zich alsprofessional in zijn des-kundigheid erkendweet en dat hij de ge-legenheid krijgt zichvoort te vervolmakenen professioneel te ont-wikkelen. Dat kandoor hem een kader-functie te geven maarook door faciliteitente verlenen voor na-vorming, bedrijfssta-ges of deelname aanwerkgroepen; artikels,realisaties en ideeënte publiceren en op-drachten te belonenvoor projecten, sta-gebegeleiding, samen-werking of organisa-tie. Om voldoendevoeling met de prak-tijk te behouden zouiedereen wel minstenseen halve opdracht inde klas moeten be-houden.

Verschillende loopbanenIn een groep van samenwerkende scholen is er

meer plaats voor een gedifferentieerde personeels-formatie: verschillende onderwijsfuncties, een mid-denkader en ondersteuning. Die mogen niet langereen aanstelling voor het leven betekenen en al hetpersoneel moet worden betrokken bij het gevoerdepersoneelsbeleid: het organogram, de functiepro-fielen, de nascholing en de criteria voor werving,promotie, verloning, beoordeling en evaluatie.

Er moet dan wel een nieuw pensioenstelselkomen. Nu wordt voor de berekening daarvan hetsalaris van de laatste vijf jaar bekeken. Dat geeftaanleiding tot promoties met het oog op pensioeni.p.v. efficiëntie en vernieuwing. Het nieuwe sys-teem moet rekening houden met het salaris van dehele loopbaan en mag niemand stimuleren «aande top te eindigen».

Verplichte navormingDe opleiding volstaat niet om de nodige des-

kundigheid en vaardigheden te ontwikkelen. Depraktijkschok is groot. Iedereen moet goed bege-leid kunnen ingroeien en zich nadien tijdens zijnhele carrière vormen en bijscholen. Dat is eenrecht én een plicht. Er steekt een onvermoedeknow–how bij de leraars. Daar wordt nu nietsmee gedaan. Die niet–geïnstitutionaliseerde na-scholingsmogelijkheden moeten we stimulerenen belonen.

De geïnstitutionaliseerde nascholing moet meerafgestemd worden op schoolverbetering.

Bijzondere kredieten moeten de kans geven opeen sabbatjaar als remedie tegen burn out, om teherbronnen of zich te bekwamen. Op die manierkrijgen we een herwaardering van het menselijkkapitaal dat op school aanwezig is. Ook de exter-ne begeleiding moet naast een professionele on-dersteuning van leraars aan teamgerichte projec-ten werken.

En voor de directie is de tijd van goed bedoeldamateurisme definitief voorbij. Hun professionaliteitstimuleert de professionaliteit van hun medewerkers.

Er steekt een onvermoedeknow-how bij de leraars. Daarwordt nu niets mee gedaan.

Page 9: Klasse voor Leraren 38

KLASSE NR.38 9

Scholen en hun besturen moeten hunisolatie doorbreken en samenwerken metandere scholen, begeleiding, nascholing, on-dersteunende netwerken enz. Daarvoor moetenze zich eerst bewust worden van hun eigenidentiteit. Die wordt verwoord in een eigenopvoedingsproject en gerealiseerd via hetschoolwerkplan.

Betere werkomstandig-heden

De werkvoorwaarden beïnvloeden sterkhet gevoel van eigenwaarde en de beroepsmo-tivatie. Daarvoor zijn het schoolbestuur ende directie verantwoordelijk. Die moeten eencollegiale organisatie uitbouwen waarin nietde top alleen beslist maar iedereen ernstig bijhet beleid wordt betrokken. Het IMTEC–rapport stelt daarbij in vraag of in de bestaan-de officiële structuren voor medezeggenschapde leraars wel voldoende aan bod komen envraagt tegelijkertijd een meer collegiale enleerlinggerichte aanpak: «De geïnstitutiona-liseerde vertegenwoordigingsmonopolies, deveelvormige, ingewikkelde en ondoorzichti-ge structuren lijken veeleer een rem op eendeskundig engagement dan een stimulansvoor schoolverbetering.

De beroepscode van de onderwijsgeven-den dient nog veel meer op een open enbrede professionaliteit te worden afgestemd.Een daadwerkelijke leerlinggerichtheid,gekoppeld aan de legitieme belangen van deschoolorganisatie, moet voorop staan. Hetmodel van een sterk autonoom functione-rende leraar is niet langer werkzaam. Hetalternatief van een grotere beroepssamen-hang en een collegiaal schoolbeleid onder-vindt nog te veel structurele, institutioneleen vooral mentale weerstand.»

Samenwerking belonenHet samenwerkingsmodel dat in het nieuwe

voorstel voorop staat is niet gangbaar, nochvanzelfsprekend. Daarom moet de centraleoverheid een aantal voorwaarden scheppenom de andere richting te kunnen opgaan:autonomie verlenen aan scholen die samen-werken; alle regels ombuigen die samen-werking afstraffen of bemoeilijken; nascho-ling en ondersteuning bevorderen die zichop schoolteams en groepen leraars richt,ruimte scheppen voor een menselijker per-soneelsbeleid met een eigen verantwoorde-lijkheid voor formatie, verloning en vor-ming in schaalvergrote gehelen.

Het IMTEC–rapport wil de centrale stu-ring nog verder afgrenzen: «Scholen die be-wijzen dat ze met hun beleidsruimte woeke-ren, verdienen aanmoediging en ondersteu-ning. Waar dit met een humaan personeels-beleid en een op de leerling afgestemde orga-nisatie–ontwikkeling gepaard gaat, kan eengroep van zelfbewuste, positief georiënteer-de en naar deskundigheid gevaloriseerde le-raars mee beleidsverantwoordelijkheid op-nemen. In zo’n schoolklimaat is engagementgeen ijdel begrip. Ze schept ruimte waarinonderwijsgevenden hun professionaliteit tenvolle kunnen ontplooien.» ■

BREED PROFESSIONEEL

Met collegiale beleidsverantwoordelijk-heid.

Op de persoon van de leerlingen.

Rekening houden met verschillen tus-sen leerlingen (adaptief).

Leren zoeken naar verschillende alter-natieve oplossingen (divergent).

Om er creatief mee om te gaan en ineen breder verband te plaatsen.

Ook algemene onderwijsvisie, beheeren beleid.

Als een visie– en beleidsontwikkelaar.

Leerlinggericht.

Op leerervaringen.

Betekenisvolle situaties.

Uit ervaring, getoetst aan theorie.

De brede sociale context.

Ruim betrokken op collega’s en op depraktijk.

Betrokken op de collega’s en op depraktijk.

Coöperatie (algemene visie en samen-werking).

Sterk betrokken bij vakgroepen, vereni-gingen en onderzoek.

Regelmatig.

Sterk betrokken, ook voor theoretischevervolmaking.

Als een rationele activiteit.

Intrinsiek (echte interesse).

Ze mogen zelfstandig zijn en initiatiefnemen.

HOE PROFESSIONEEL BENT U␣ ?Scholen en leraars die zich professioneel gewaardeerd willen weten moeten blijk gevenvan een brede professionaliteit. Op 21 punten kunt u nagaan of u en uw school zich«beperkt» of «breed» professioneel kunnen noemen.

BEPERKT PROFESSIONEEL

1. Hoe is uw school georganiseerd␣ ?Directie (en staf) aan de top met daar-onder individuele leraars.

2. Waar is uw onderwijs vooral op gericht␣ ?Op de deskundigheid van de leerlingen.

3. Hoe gaat u om met normen␣ ?Streng schiften uitsluitend op basis vande leerstof (selectief).

4. Hoe leert u leerlingen omgaan met problemen␣ ?Leren zoeken naar de enige oplossing(convergent).

5. Waartoe dient informatie in de klas␣ ?Om een antwoord te geven op eenvraag.

6. Hoe ver reikt de verantwoordelijkheid van de leraar␣ ?Beperkt tot onderwijs in eigen klas ofvak.

7. Hoe ziet u de schooldirectie␣ ?Als bureaucraat en beheerder.

8. Welke doceerstijl hanteert de leraar␣ ?Leerstofgericht.

9. Waarop liggen de accenten in de les␣ ?Op leerprodukten.

10. Welk criterium wordt er gebruikt om de leerstof te kiezen␣ ?Kennisrelevantie.

11. Waaruit leidt de leraar de onderwijsdoelen af␣ ?Uit eigen ervaring.

12. Wat is het onderwijsperspectief van de leraar␣ ?Strikt beperkt in tijd en ruimte tot wataan de orde is.

13. Welke visie heeft de leraar op het klasgebeuren␣ ?Geïsoleerd, beperkt tot klas en vak.

14. Hoe wordt de gebruikte methode door de leraar zelf geëvalueerd␣ ?Door innerlijk zelfonderzoek.

15. Op welke professionele waarde oriënteert de leraar zich ?Autonomie (vakdeskundig eiland).

16. Hoe ver reikt de professionele betrokkenheid van de leraar␣ ?Liefst enkel tot onderwijsactiviteiten.

17. Leest de leraar vakliteratuur␣ ?Onregelmatig.

18. Hoe groot is de interesse van de leraar voor nascholing␣ ?Beperkt tot praktische cursussen.

19. Hoe wordt onderwijs door de leraar ervaren␣ ?Als een intuïtieve activiteit.

20. Hoe worden de leerlingen gemotiveerd␣ ?Extrinsiek (beloning door nut en cijfers).

21. Hoe zelfstandig mogen de leerlingen zijn␣ ?Ze zijn vooral afhankelijk van de leraar.

Page 10: Klasse voor Leraren 38

10 KLASSE NR.38

In hetIn het

blijkbaar dehuidige publie-ke opinie overde leraar en zijnberoep. En de leraar speelthet spelletje mee: de voet-veeg van de samenleving.

«Ze zijn allemaal over-spannen of uitgeblust,hebben niets meer te zeg-gen, kunnen hun beroepniet meer aan en wie kan,vlucht uit het onderwijs.»Dat is kort samengevat

rend cynisme in, en refereert aan opbou-wende normen, veeleer dan neerhalend af tebreken.»R. LAUMEN (algemeen inspecteur–generaal):«Het is niet helemaal verantwoord te be-weren dat de status van het beroep vanleerkracht gedaald is. Het is wel zo, datdeze status niet meer bepaald wordt vol-gens dezelfde regels als vroeger. Dat istrouwens ook niet meer mogelijk wegensde veranderingen in de sociale context vande maatschappij. De status van het beroepis impliciet zelfs gestegen. Men vraagt im-mers tegenwoordig dat de school, de direc-ties en de leerkrachten taken op zich ne-men en prestaties leveren die vroeger niettot hun opdracht behoorden. Men ver-wacht van de school en de leerkrachten datde leerlingen een vorming meekrijgen die

de meeste levens-problemen helptoplossen.»

Dat is niet niets.De leraar moet nietmet de vinger wor-den gewezen. Hetis een slechte ge-

Beweren dat er niets aan de hand is, isnatuurlijk volksbedrog. Maar de overdre-ven aandacht die de media besteden aanrelatief kleine groepen in het onderwijs ver-tekent het beeld grondig. Je zou nog verge-ten dat er nog veel goeds gebeurt in deVlaamse scholen, elke dag opnieuw. Als inhet secundair onderwijs 13␣ % van de leer-

lingen ordeverstoorders zijn, blijven er nog87␣ % die dat niet zijn. Bij de leerkrachtenzou 17␣ % ontevreden zijn over zijn beroep.Als in hetzelfde onderzoek blijkt dat drievierde wel tevreden is en waarschijnlijk op-nieuw voor het beroep zou kiezen, is datuiteraard géén nieuws. Uit allerlei rappor-ten worden dikwijls uit hun verband geruk-te zinsneden overgenomen om het gegroei-de beeld telkens opnieuw te versterken.

Eigen schuldDe leraar speelt het spelletje eigenaardig

genoeg dikwijls mee. Hij heeft dan de nei-ging tot «maatschappelijk masochisme» enkomt niet met de successen maar met deellende naar buiten. Hoe wil je dat iemand jeberoep waardeert als je dat zelf niet doet␣ ?

J.L. VANDERHOEVEN (KUL): «Leraars latenzich door de samenleving de schuld in deschoenen schuiven voor een falend onder-wijs, terwijl de maatschappij zelf geen ant-woord meer weet op de vraag naar het soortonderwijs dat ze voor zichzelf en haar kin-deren wenst. Bovendien zijn er allerlei be-langengroepen die aan onvrede hun voort-bestaan danken. Het is makkelijker troepente mobiliseren voor protesten dan hen warmte maken voor een gezamenlijke en con-structieve aanpak van een blauwdruk voorsamenlevingsopbouw. Dat het onderwijsdaaraan meedoet, bevestigt enkel dat elkemaatschappij het onderwijs krijgt, dat zeverdient. Onderwijs blijft een spiegel van desamenleving.»

DemotivatieOok andere onderzoekers in binnen– en

buitenland wijzen erop dat leraars soms eendemotivatie–crisis krijgen aangepraat diedan als een zichzelf waarmakende voorspel-ling gaat werken en hen inderdaad demoti-veert.

Het IMTEC–rapport stelt dat «op dezewijze voort over onderwijs praten, niet lan-ger kan». Het negatieve beeld dat wordtopgehangen doet geen recht aan de veleleerkrachten die met veel energie en inzet,dag in dag uit leerlingen les geven en bege-leiden. Er zijn zwakke punten, maar ookveel sterke. De zwaktes zijn extra uitdagin-gen om bij te sturen.M. ELCHARDUS (in een rapport voor de Ko-ning Boudewijnstichting over onderwijs):«Leraars kunnen beter leren hun terechteonvrede met bestaande toestanden in posi-tieve acties, veranderingsstrategieën en naarde toekomst gerichte plannen om te zetten.Blijven kankeren helpt niet. De kracht vanhet innoverend vermogen cultiveert bewustpositieve waarden, tegen het alles denigre-

woonte geworden laatdunkend over onder-wijs en leerkrachten te spreken. Ook datmaakt het beroep onaantrekkelijk. Alleengemotiveerde leraars zijn in staat een bredeen open professionaliteitsopvatting gestaltete geven. ■

De groep IMTEC–reflectie 2020 heeftmet de steun van de Vlaamse Ministervan Onderwijs de jongste drie jaareen project «lerarenopleiding» uitge-werkt. Dat bestaat uit drie delen. Van-daag ligt het eindrapport voor: Deprofessionalisering van de leraar en zijnopleiding. De eindredactie daarvan wasin handen van Adrien Vanderheeren.

Een pact voor uw schoolHet IMTEC–rapport omvat bovendien een

origineel en gedetailleerd uitgewerkt pact vanprofessionele schoolverbetering en een profes-sionele beroepscode die u voor uw eigen schoolconcreet kunt invullen en met alle betrokkenenkunt bespreken. Een bijzonder handig en effi-ciënt werkmodel voor elke school.

U kunt het volledige rapport (120 blz.) be-stellen bij Adrien Vanderheeren␣ – Rode Poort-straat 7 – 8870 Izegem – +␣ 051–30 54 65

Daarvoor kunt u gewoon 300␣ fr. overschrij-ven op zijn rekening: 000–1007051–94 metvermelding IMTEC 3.

Deleraar

is hetpispaaltje

Page 11: Klasse voor Leraren 38

KLASSE NR.38 11

vizierInternationaal

IMTEC is een internationale beweging enstaat voor International Movements Towards Edu-cational Change. In Vlaanderen is de voorzitter:prof. dr. Jan De Groof, commissaris van de VlaamseExecutieve bij de UA en het LUC.De overige leden zijn:Yvan Bostyn, administrateur–generaal VDAB;prof. dr. Karel De Clerck, RUG;prof. dr. Johan Heene, RUG;René Laumen, algemeen inspecteur–generaal;Theo Liket, IMTEC–Nederland;Georges Monard, secretaris–generaal Departe-ment Onderwijs;Filip Sampers, manager education and training,Ford Genk;dr. Roger Standaert, directeur Dienst voor On-derwijsontwikkeling (DVO);Ludo Van de Kerckhof, manager job–filling andind. relations, Alcatel/Bell;Adrien Vanderheeren, directeur Instituut de Péli-chy, Izegem;Walter Verbeke, adviseur studiedienst VlaamsEconomisch Verbond (VEV);Wim Vertommen, directeur Algemene Pedagogi-sche Begeleidingsdienst, NSKO. ■

vizier

leerlingen terechtwijst, hun werk evalueerten hun studie sanctioneert. Daarvoor moe-ten we echt werk maken van de pedagogiekvan de beginsituatie.

Daarmee wordt bedoeld het consequentin acht nemen van de beginsituatie van alleleerlingen om daarop inhouden en metho-des van het onderwijs af te stemmen. Pro-fessionals ontkennen niet gauw dat ze an-ders werken. Het hoort immers zo. Tochgeeft de realiteit veelal een ander beeld. Deverschoningsgronden zijn legio: de instroom-kwaliteit wordt gehekeld, de voorgangershebben het verknoeid en hun leerplan nietafgewerkt, de leerlingen zijn het blijkbaarallemaal vergeten en alle vroegere moeite istevergeefs geweest, ouders sloegen de ad-viezen van PMS en klasseraad in de windenz. Men beroept zich dan op het leerplanom toch maar van een verondersteld bereiktniveau te vertrekken. Het zou kunnen dateindtermen nog meer alibi’s verschaffen omdeze pedagogiek opzij te schuiven.

Blinde vlekkenDe gangbare onderwijsopvatting blijft sterk

intellectualistisch en cognitief ingekleurd,met in het secundair onderwijs een daaraanverbonden hiërarchie in de onderwijsvor-men. De vanzelfsprekendheid hiervan blijftverbazen. Even verbazend is een zekere in-fantilisering van het beroepsonderwijs. Hetstandpunt over de opleiding van generalis-ten die men voor dat onderwijs in sommigeontwerpen van advies geschikt acht, spreektter zake boekdelen. Dit bewijst eens te meerdat vakkennis het uitgangspunt is, waar-rond de hele lerarenopleiding draait, en dat

Er is een Copernicaanse revolutienodig in het onderwijs. Niet deleerstof maar de leerlingmoet centraal staan, nietde individuele leraar maarde groep. Elk on-derzoek en elkeschoolreclamefolder zin-gen al lang datzelfde liedjemaar in de praktijk blijft alles bijhet oude. We weten het wel, wezeggen het ook maar we doen hetniet. Op veel scholen draait de zonnog rond de aarde.

gaat het met de schoolanalyse door deinspectie en de vakoverschrijdende the-ma’s in de formulering van de eindtermenal een heel stuk in die richting. Ook dat isCopernicaans: het lokale schoolbeleid inhet middelpunt.

Fnuikend vergifOndanks alle praktische bezwaren die de

utopie in de weg staan, lijkt het de moeitewaard de stap te wagen om leerlinggerichten in team collegiaal verantwoordelijk tehandelen. De daartoe vereiste open profes-sionaliteit wordt gaandeweg en al doendeontwikkeld. Om op die weg te vorderensuggereert het IMTEC–rapport dat een school-bestuur en een directie met hun professio-nele medewerkers een pact afsluiten, ge-steund op een code van brede en openprofessionaliteit.

Dat pact steunt op ontwikkelingsprinci-pes vanuit een code van zachte waarden.Dat maakt het kwetsbaar. Cynici hebbenhet al bij voorbaat afgeschreven. Maar zon-der open en kwetsbare opstelling is in eenpedagogische context bezwaarlijk een weerbarehouding denkbaar. Die weerbaarheid is hetenige wapen tegen het fnuikend vergif vande sluipende malaise. Openheid, duidelijk-heid, betrokkenheid, deskundigheid, bespreek-baarheid, engagement, begrip, menselijk-heid, relatiebekwaamheid… brengen waar-den en normen (opnieuw) binnen in hetschoolbeleid, die anders onder het primaatvan de technische rationaliteit, de exclusie-ve prestatiegerichtheid en de economischedruk waren bedolven en dreigden te ver-stikken. ■

Efficiënt onderwijs draait niet meer rondde leerstof. Zelfs na decennia onderwijsin-novaties en inzichten die dat bewijzen blijfthet volgens het IMTEC–rapport «de te rea-liseren Copernicaanse omwenteling die eenopvoedingsgemeenschap omvormt en ef-fectiever maakt». Al zijn er op dit vlak welgrote verschillen tussen scholen, de eerstevoorwaarde voor een nieuwe en brede pro-fessionaliteit is toch «het resoluut in defocus zetten van de leerling, tegen de ge-woonte in om de leerstof als richtsnoer tenemen».

Altijd een alibiVoorop staat de bevordering bij de leer-

lingen van een eigen persoonlijkheid en eenzelfstandige identiteit volgens eigen moge-lijkheden, belangstelling en prestaties. Hetpositieve, meer dan het negatieve, krijgt deklemtoon, ook in de wijze waarop men

de vereiste beroepsbekwaamheden, com-municatieve vaardigheden en relationelecompetenties slechts op een tweede, onder-geschikte plaats komen.

De daartoe vereiste cultuuromslag isniet vanzelfsprekend. Overigens is niet en-kel het onderwijsbeleid van de overheideen te nemen hindernis, zelfs niet de groot-ste. Het zijn vooral de anders georiënteer-de lokale gewoonten, ingebakken voor-oordelen en diepgewortelde, jarenlang ge-groeide toestanden, zo al geen wantoestan-den, verworven rechten, blinde vlekken enverkrampte belangenverdediging, die dedroom in de weg staan. Men hoeft niet tewachten tot de lerarenopleiding, de na-scholing, de begeleidingsdiensten, de in-spectie en het onderwijsbeleid hun werk-wijze en inzichten op die nieuwe aanpakhebben afgestemd. Het zou anders wel eens«wachten op Godot» kunnen worden. Al

De zonof de aarde ?

Page 12: Klasse voor Leraren 38

Depestkoppen

krijgenvrij spel

ENQUETE

uitgelachen, uitgesloten,geslagen en bedreigd.

Bijna de helftvan die leer-lingen ervarennergens hulp en staan eralleen voor. Slechts 7␣ %van de gepeste leerlin-gen zeggen dat zij vande leraars enige hulp ofbescherming krijgen. Datblijkt uit het eerste groot-schalige onderzoek daar-over in Vlaanderen.

De cijfers komen overeen met de gegevens dieeerder al in het buitenland werden vastgesteld. InVlaanderen worden 18␣ % van de jongeren in lichtemate gepest, jongens (22␣ %) meer dan meisjes (12␣ %).Vooral jongens in de eerste graad hebben er last van.

Ongeveer 2,5␣ % van de leerlingen secundair on-derwijs worden in erge mate gepest. In reële cijfersbetekent dat voor het secundair onderwijs dat er11.000 leerlingen het slachtoffer zijn van ernstige

onderwijsgraden ongeveer even hoog (tussen 2 en3␣ %). Naar onderwijsvorm echter blijken de BSO–leerlingen de grootste risicogroepen te zijn. Heterge pesten komt in de tweede en derde graad vanBSO drie– à viermaal meer voor dan in ASO enTSO, nl. 4 à 5␣ % tegen 1 à 1,5␣ %.

Weinig hulpDe meeste gepeste leerlingen worden uitgela-

chen, uitgescholden en uitgesloten. Verbaal enpsychologisch geweld dus. Toch worden ook 10␣ %

van hen bedreigd en geslagen. Bij 6␣ %worden regelmatig spullen vernield.

Twee derde van de gepeste leer-lingen zeggen dat ze van zich afbij-ten als ze gepest worden. Eén op

de drie doet dat dus niet enondergaat de ellende gelaten,

soms jaren lang. Opvallendis hoe weinig hulp de slacht-offers krijgen: 40␣ % zeg-gen dat ze er helemaalalleen voor staan envan niemand enigehulp ervaren. Dat per-

centage is in alle doel-groepen van het onder-zoek hetzelfde. Als zewel bescherming of hulp

krijgen, komt die in veruitde meeste gevallen van vrien-den en medeleerlingen. Le-raars komen nauwelijks alsbeschermers voor (7␣ %), di-rectie en surveillanten nogminder (2␣ %). Buiten deschool kunnen de slachtof-fers ook niet terecht. Am-per 3␣ % ervaart hulp vanouders, broers of zussen.

Snel ingrijpenIn KLASSE 25 (mei ’93)

vindt u een uitvoerig dos-

VAN WIE KRIJGT DE GEPESTELEERLING HULP?

Van vrienden, medeleerlingen 47␣ %Van niemand 40␣ %Van leraars 7␣ %Van ouders, broers, zussen 3␣ %Van directie, surveillant 2␣ %Van vreemden 1␣ %

sier over pestkoppen en hun slachtoffers. We over-lopen nog eens bondig enkele aanbevelingen aanscholen en leerkrachten om niet langer de kop inhet zand te steken.• Hou de leerlingen beter in de gaten (zowel in deklas als op meer afgelegen plaatsen op school) enreageer onmiddellijk. Niet ingrijpen vat de pest-kop op als een stilzwijgende goedkeuring en zokomt het van kwaad tot erger.• Geef zelf het goede voorbeeld door niet te discri-mineren en het ook van anderen niet te dulden.• Leg meer nadruk op samenwerking en geza-menlijke prestaties dan op concurrentie en compe-titie.• Maak treiteren bespreekbaar en maak daaroverafspraken met de klas: we doen het niet, we helpeneventuele slachtoffers en sluiten niemand uit. Posi-tief gedrag wordt beloond en gestimuleerd.• Bestraf ongewenst gedrag onmiddellijk en kor-daat. Let er wel op dat u niet de pestkop als persoonmaar wél zijn gedrag bestraft. Niet vernederen ofkwetsen dus, wel in duidelijke taal afbakenen watniet kan en waarom.• Pak de zaak grondig aan. Treiterproblemen slechtsterloops ter sprake brengen maakt de zaak alleenmaar erger. Het slachtoffer wordt immers bedreigd.Hij moet zich volledig beschermd weten. Pestkop-pen praten zich soms handig uit de slag. Praat metde betrokkenen afzonderlijk én in kringgesprek-ken. Volg de evoluties op de voet.• Pesten is een groepsfenomeen. De zaken moetendan ook in groep (de school, de klas) wordenaangepakt en opgevolgd. Organiseer er een apartebijeenkomst over, stel een vertrouwenspersoonaan, zorg voor efficiënt toezicht en begeleiding enz.Onderzoek toont aan dat gezamenlijke maatrege-len ook echt resultaat hebben en het pestgedrag opschool met de helft kunnen terugdringen. ■

Het onderzoek werd uitgevoerd door de Vrije PMS–centra in Vlaanderen bij meer dan duizend leerlingenin het secundair onderwijs van het vrije onderwijsnet.De resultaten staan in Caleidoscoop van augustus ’93(CSBO – M. Lemonnierlaan 129 – 1000 Brussel –+␣ 02–513 57 08)

pesterijen. Het percentage isvoor jongens en meis-jes in de verschillende

Ongeveer 20␣ % van deleerlingen in het secun-dair onderwijs worden opschool gepest. Ze worden

Page 13: Klasse voor Leraren 38

KLASSE NR.38 13

MeerVlaamse scholen

willen naarWallonië

Meer dan 100 Vlaamse basisscho-len wisselen elk jaar voor enkeledagen uit met Waalse scholen. Niet

alleen de leerlingen maar ook deleerkrachten verbeteren er hun ken-nis van de tweede taal bij.Zo’n uitwisselingsproject isniet altijd makkelijk, wel mo-gelijk. Er zijn namelijk meer Vlaamsekandidaten dan Waalse. Maar hetDepartement Onderwijs bemiddelt.

ze in Gesves een stapje voor.Een bijzondere lerares geefter de lessen Nederlands.Ook de ouders wordenbij dit uitwisselingspro-ject ingeschakeld. Kuntu ze daarvoor motiveren␣ ?VANPAESCHEN: We hebbengeen moeilijkheden methet vinden van gastgezin-nen. Na schooltijd gaat deFranstalige leerling mee naarhuis met zijn correspon-dent. De leerlingen leer-den elkaar vooraf kennenvia correspondentie. Ze we-ten dus wie ze als gast zul-len ontvangen. We vragenwel dat er wat meer zougebeuren dan ’s avonds met zijn allen voor tvte zitten. Maar alleen al de communicatie aantafel is bijzonder leerrijk. Je leert op school niethoe je in een vreemde taal de appelmoes moetvragen.Tenzij je in het dialect ook al «compote»zegt natuurlijk.VANPAESCHEN: Ach, wij houden het eenvou-dig. ’s Morgens kunnen ze kiezen tussenverschillende ateliers. In het ene kunnen zeeen lied leren, in het andere bijvoorbeeldcijfers en letters spelen. ’s Namiddags organi-seren we in de omgeving leerwandelingenonder leiding van een tweetalige gids. Maarer is een uitwisseling. Het ene jaar trekken wijnaar Gesves als gasten en het andere jaarspelen wij gastheer. Beide scholen tellen hetbest ongeveer eenzelfde aantal leerlingen inde hoogste klassen. Dat vergemakkelijkt deopvang. En de kosten voor het hele projecthouden we laag, zowat 450 frank per leerling.Steken de leerkrachten er ook wat van op␣ ?VANPAESCHEN: Vooraf ontmoetten zij elkaarenkele keren om kennis te maken en om deplannen op elkaar af te stemmen. Er is duseen ernstige voorbereiding vereist. Maar tij-dens de uitwisselingsactiviteiten leren ookzij vlotter de tweede taal spreken. Ze durvenweer meer. De schrik om fouten te maken

«Zo’n uitwisseling is geen tijdverlies. Indie drie dagen steken ze meer praktischFrans op dan uit dertig bladzijden van hetleerboek», zegt Johan Vanpaeschen, direc-teur van de basisschool Bolderberg uit Heus-den. Zij organiseren al voor de derde keereen uitwisselingsproject met een school uitGesves in de provincie Namen.VANPAESCHEN: Toch startte die eerste uitwis-seling met veel problemen. Dat eerste jaarschreven 130 Vlaamse scholen in voor hetproject tegen slechts 60 Waalse scholen.Het vinden van een partnerschool was dusniet evident. Toen we de lijst van de inge-schreven scholen afbelden, bleken tal vanscholen niet echt gemotiveerd te zijn. Daar-enboven lag Limburg slecht in de markt.Waalse scholen wilden veeleer naar de kust.Maar uiteindelijk kwamen we in contactmet de Vrije Basisschool van Gesves.Wilt u op deze manier ook communautairemisverstanden uit de weg ruimen␣ ?VANPAESCHEN: De leerlingen motiveren omeen andere taal aan te leren is natuurlijk debelangrijkste doelstelling. De lessen Fransworden levendiger. De leerlingen horen dedagelijkse omgangstaal. Maar de kans om debeide Gemeenschappen ongedwongen dich-ter bij elkaar te brengen speelt nog meer mee.De kinderen leren anderstalige leeftijdgeno-ten van een ander milieu kennen. Daaruitvloeit een persoonlijke verrijking voort.

De contacten blijven niet beperkt tot eendriedaagse gebeurtenis. Er groeien blijven-de relaties uit. Ook tussen de leerkrachten.

Franse appelmoesVolstaat de schoolse kennis van de tweedetaal in de vijfde en zesde klas wel om decommunicatie tussen de kinderen moge-lijk te maken␣ ?VANPAESCHEN: Die is niet voldoende maar kin-deren hebben daar weinig problemen mee.Desnoods gebruiken ze ook Engelse of Duit-se woorden en de universele gebarentaal. Hetniveau in onze Waalse partnerschool is ver-gelijkbaar met het niveau van de kennis vande tweede taal in Vlaanderen. Misschien zijn

vermindert. Vroeger aangeleerde kennis komtopnieuw naar boven. Het zelfvertrouwen groeit.In deze veeleer gemoedelijke sfeer sprekenwe trouwens af elkaars foute uitdrukkingente verbeteren.

Zelf kiezenZo’n uitwisseling duurt minimum drie en

maximum vijf dagen. U mag er een weekendaan plakken. Natuurlijk gaat de klasseleraarmee. Een stagiair van het pedagogisch hogeronderwijs of een ander persoon buiten hetlerarenteam mag hem daarbij vergezellen. Umoet niet zelf op zoek naar een Waalse klas,hoewel er in de praktijk toch nog wat tele-foontjes aan te pas komen. Het DepartementOnderwijs bundelt en verspreidt de aanvra-gen uit Vlaanderen en Wallonië. Die kunt ukrijgen als u vóór 30 oktober inschrijft. ■

Nuttige informatie over deze uitwisselingsprojec-ten met Wallonië voor de hoogste klassen van hetbasisonderwijs kunt u lezen in de omzendbriefOND/II/CDG/PB/1a/002 van 15 juni 1992 of aan-vragen bij de Administratie Basis– en Buitenge-woon Onderwijs – Koningsstraat 138 – 1000Brussel – Paul Boelen – +␣ 02–211 44 99Of praat eens met directeur J. Vanpaeschen – VrijeBasisschool Bolderberg – Kluisstraat 15 – 3550Heusden–Zolder – +␣ 011–25 44 35

U ITWISSEL ING

Er wachten nog heel watVlaamse scholen op eenWaalse partner om over hettaalmuurtje te wippen.

Page 14: Klasse voor Leraren 38

14 KLASSE NR.38

Loonsverhoging. U las het al in de vori-ge KLASSE: op 1 november 1993 krijgenalle personeelsleden van het onderwijsen de PMS-centra één procent loonsver-hoging. Daar komt nog eens 1000 frankbruto bij (en niet “netto” zoals in vorigartikel stond). De totale loonsverhogingvan ongeveer 4 % is gespreid over tweejaar.

Bijkomende leerkrachten. Aan het ein-de van de lagere school heeft 17 % vande leerlingen al een achterstand. In hetbuitengewoon onderwijs (types 1 en 8)

zich over het thema «opvoeding tot bur-gerzin en democratie». Tijdens het Bel-gisch Voorzitterschap zullen ook nogwerkloosheid en xenofobie worden aan-geraakt. In een tijd van economischerecessie en steeds verdere technologi-sche specialisatie dreigen de zwakste enminst gemotiveerde jongeren als eerstenuit de boot te vallen en tegen het eindevan de leerplicht direct geconfronteerdte worden met werkloosheid. Een groepvan misschien 25 % van de betrokkenjongeren kan de welvaartsstaat en dedemocratie in de Westerse wereld invraag stellen en op termijn zelfs be-dreigen. Er komt een algemene bezin-ning over de verdere uitbouw van hetberoepsonderwijs en de beroepsoplei-ding.

Leerlingen bekennen kleur. Van de leer-lingen in het secundair onderwijs vindt88 % het goed dat migrantenjongerenin hun school les zouden volgen, ofheeft daar geen mening over. Of er ophun school al migranten zijn of niet,blijkt op die houding geen effect te heb-ben. Ongeveer 12 % reageert in elk ge-val afwijzend: jongens (20 %) veel meerdan meisjes (5 %). De onverdraagzaam-heid verdubbelt telkens bij de overgangvan ASO (7 %) naar TSO (15 %) en BSO(30 %). Dit blijkt uit een onderzoek vande vrije PMS-centra bij leerlingen uit hetsecundair onderwijs. Uit nadere analy-se blijkt wel dat de sterk negatieve hou-ding van jongens in het BSO aanzien-lijk daalt als er ook effectief al migran-ten op hun school zitten: van 50 naar37 %. Bij meisjes in BSO maakt dat geenverschil (14 %).

Geld voor computers. Zowat 1400 klei-nere scholen krijgen een eenmaligeenveloppe van 65.000 frank voor deaankoop van een PC met software.Daardoor kunnen ze deelnemen aanhet informatiseringsproject van het De-partement Onderwijs.

Gevaar in de schoolstraat. Van de ver-keersslachtoffers in 1989 waren er 7742jonger dan 14 jaar. Hiervan werden er1543 gedood of zwaar gewond. Dat blijktuit cijfers van het Belgisch Instituut voorde Verkeersveiligheid (BIVV). Van deleerlingen in het Vlaams lager onder-wijs gaan zowat 37 % te voet naar schoolen gebruiken 23 % de fiets. Bijna 40 %van de ongevallen gebeuren in de wijkvan de school, in de schoolstraat of aande schoolpoort. Het verkeersgedrag vande jongeren beïnvloeden is niet een taakvan het onderwijs alleen. Een actievegemeentelijke overheid en de ontwikke-ling van veiligheidscontracten kunnenhet aantal jonge verkeersslachtoffersterugdringen. Vorig jaar sloten 273 scho-len, waarvan 183 van de Vlaamse Ge-meenschap, een «veiligheidscontract»af met het BIVV. Zo’n contract verplichtde onderwijsinstelling de route van haarleerlingen naar school grondig te eva-lueren. Het BIVV stelt hiervoor verkeers-deskundigen ter beschikking.

De nieuwe werklozen. Geen enkele rich-ting in het ASO geeft hoopvolle werk-vooruitzichten. Echt gunstige studierich-tingen zijn er volgens de Vlaamse Dienstvoor Arbeidsbemiddeling en Beroeps-opleiding (VDAB) alleen in TSO, BSO enin het hoger onderwijs te vinden. WalterVerbeke, woordvoerder van het VlaamsEconomisch Verbond (VEV), raadt jon-geren ten stelligste af, het bij ASO tehouden: «Wie ASO volgt moet bijnaautomatisch aan een hogere studie be-ginnen, van welk type dan ook. Datgeeft in elk geval meer kans op werk.Secundair onderwijs kan volstaan maardan moet men kiezen voor praktijkge-richte, technische richtingen.»

Techniek afgeslankt. In het Franstaligonderwijs blijven er van de 450 studie-richtingen in het secundair technischen beroepsonderwijs nog slechts 150 over.Onderwijsminister Di Rupo wil trouwens

in heel het secundair onder-wijs het studieaanbod samen-drukken. Hij treft ook maat-regelen voor scholieren metleermoeilijkheden. Vanafvolgend jaar in septemberworden de leerlingen van heteerste en tweede jaar secun-dair permanent geëvalueerd.Nu al kunnen scholen pasexamen afnemen na het twee-de jaar. Daardoor is er meertijd om sommige leerlingenop hun waarde bij te werken.Een honderdtal scholen koosal voor die formule. Er wordtook gewerkt aan «eindter-men», aan een verbeteringvan de programma’s van diejaren om ze beter te latenaansluiten bij de basisschool.

neemt het aantalleerlingen sinds

1985 met 41 % toe. Kinderen met leer-problemen moeten dus al van in deeerste klas beter worden opgevangen.De helft van de zittenblijvers lopen im-mers die leerachterstand al op van inhet eerste leerjaar. Om een aanvullen-de omkadering van de eerste klas tefinancieren trok de Vlaamse regering407 miljoen frank uit. Scholen die vandeze mogelijkheid gebruik wensten temaken, moesten een actieplan indie-nen dat onder meer de overgang van dekleuter- naar de lagere school versoe-pelt. Scholen in kansarme buurten kre-gen voorrang. De extra-omkadering werdingedeeld in 6, 9, 12 of 15 aanvullendelestijden. In het totaal vroegen 1597scholen 20.088 aanvullende lestijdenaan. Hiervan werden er bij het beginvan dit schooljaar 12.132 toegekend inzowel het gemeenschapsonderwijs, hetofficieel als het vrij gesubsidieerd basis-onderwijs. Globaal konden dus bijnatwee derde van de aangevraagde aan-vullende lestijden positief worden inge-vuld. Omgerekend kunnen daardoor505 extra-leerkrachten in het basison-derwijs aan de slag.

Reiskosten vergoed. Alle personeelsle-den in het onderwijs, zowel in het ge-meenschaps- als in het gesubsidieerdonderwijs en de PMS-centra, hebbenrecht op een tegemoetko-ming in de reiskosten als zehet openbaar vervoer gebrui-ken. Zij krijgen dezelfde re-geling als de personeelsle-den van de Vlaamse Gemeen-schap. Deze tegemoetkomingvalt ten laste van de werkge-ver, de inrichtende overheiddus.

Democratie bedreigd. Voorhet eerst in de geschiedenisvan de EG hebben topver-antwoordelijken voor hetBasisonderwijs in de twaalflidstaten elkaar in Brusselontmoet. Ze wisselden vangedachten over inhoud, struc-tuur en recente vernieuwin-gen. Deze maand buigen ze

JOURNAAL

Scholieren zoeken vaker een job. In het ASO zou gemiddeld32␣ % werken na schooltijd, in het TSO en het BSO respectieve-lijk 62␣ % en 64␣ %. Toch werken 85␣ % van deze jongerenminder dan 15 uren per week, hoofdzakelijk in het weekend.Slechts 6␣ % werkt ‘s avonds en ongeveer 10␣ % werkt ook opwoensdagmiddag.

Page 15: Klasse voor Leraren 38

IDEE

VRIENDEN ZONDER GRENZENMalakou uit Ethiopië is leerling én schoen-poetser. Eigenlijk wil hij piloot worden.Hij is één van de drie Vrienden ZonderGrenzen die zijn verhaal vertelt in denieuwe video van Artsen Zonder Gren-zen. Die zit in de pedagogische kofferMeteor II die u gratis mag uitlenen voorgebruik in de klas.

Page 16: Klasse voor Leraren 38

16 KLASSE NR.38

klassen met zowat 175.000 leerlingen deel aandeze wedstrijd van uitgeverij Altiora. Dit jaarstaat de wedstrijd in het teken van Kom optegen Kanker. De wedstrijd zelf is opgevat alseen spannende zoektocht met onderweg eenaantal ludieke vragen. De oplossingen vindt uvia tekeningen, rebussen, doe–proeven, vraag-stukken, woordspelletjes enz. De wedstrijd looptin de verschillende tijdschriften van de uitge-verij en op vier niveaus: kleuters met een eigenformule in Dopido (3–4 jaar) en Doremi (4–6jaar), eerste graad lagere school in Zonnekind,tweede graad in Zonnestraal en derde graad inZonneland. U moet géén abonnement op detijdschriften hebben: de nodige nummers wor-den u desgevraagd gratis toegestuurd.De winnende kleuterklas wordt volledig nieuwingericht. De winnende lagere school–klas magvier dagen op bosklassen. Elke deelnemendeklas krijgt trouwens een prijs. Uw antwoordfor-mulier moet u wel uiterlijk op 29 oktober op-sturen.Reuzewedstrijd – Postbus 54 – 3271 Averbode –+␣ 016–78 02 02 of Kom op tegen Kanker – AdolfMaxlaan 55 – 1000 Brussel – +␣ 02–219 62 99

TOUT SIMENON sLeerlingen die al eens iets van Simenon gele-zen hebben kunnen in Luik nog tot 31 oktoberde schepper van Maigret beter leren kennen. Eris de grote Simenon–tentoonstelling met re-constructiedecors uit zijn leven en werk (200␣ fr.voor groepen, gratis pedagogisch dossier) en eris de bewegwijzerde Simenon–route door devolkswijken van Luik waar de schrijver zijnjeugd doorbracht (gratis brochure). De wan-deling begint bij het VVV–kantoor naast deingang van de tentoonstelling in het hartjevan de stad. Alles kan in het Nederlands maaris ook uitstekend geschikt voor een levendigedag Frans.Info tentoonstelling: Tout Simenon – Féronstrée 86 –4000 Luik – +␣ 041–21 09 09. Info wandeling:Dienst voor Toerisme – Féronstrée 92 – 4000 Luik –+␣ 041–21 92 21

SPELEN MET POPPEN aDe opleiding tot volwaardig poppenspeler duurtdrie of vier jaar. Het schooljaar loopt vanoktober tot mei, telkens twee avonden perweek. Daarna weet u er echt alles van. Heelveel cursisten komen trouwens uit het onder-wijs. Wie het allemaal wat te lang vindt, kanook afzonderlijke lessen volgen. Die beginneneind oktober. Op enkele avonden leert u danbijvoorbeeld handpoppen maken en aankle-den of komische figuren maken.School voor Poppenspel – Kadodderstraat 14 –2800 Mechelen – +␣ 015–21 83 66

VRIENDEN ZONDER GRENZEN bMalakou uit Ethiopië, Betty uit Liberia en Vlade-mir uit de Filippijnen zijn de drie nieuwe vrien-den zonder grenzen. Zij vertellen hun verhaalin de pedagogische koffer Meteor II. Dit pro-ject van Artsen Zonder Grenzen laat leerlingenuit de vijfde en zesde klas op een originelemanier kennismaken met leeftijdsgenoten el-ders ter wereld. Aan Meteor I namen vorigschooljaar 533 scholen, 833 leerkrachten en20.825 leerlingen deel.Meteor II is een uitleenkoffer met drie sets bro-chures met het levensverhaal van onze vrien-den zonder grenzen, drie sets dia’s + audiocas-settes met achtergrondinformatie en een videodie in drie maal tien minuten de kinderen livein uw klas brengt.Nieuw in vergelijking met de eerste koffer isdat u nu ook pedagogische tips krijgt om deaangeboden informatie nog beter te kunnengebruiken in de klas. Ten slotte zijn aan denieuwe versie ook nog enkele spelletjes toege-voegd.U kunt de koffer gratis uitlenen. U haalt hemzelf af bij de dichtsbijzijnde vertegenwoordigervan Artsen Zonder Grenzen en u mag hemdan maximum één maand behouden.Artsen Zonder Grenzen – Meteorproject– Descham-pheleerstraat 24 – 1080 Brussel – +␣ 02–414 03 00

RECENT ONDERZOEK aUitgevoerd in opdracht van het Ministerie vande Vlaamse Gemeenschap, Departement On-derwijs (Fonds voor Kollektief FundamenteelOnderzoek – Ministerieel Initiatief). U kunt bijde onderzoekers zelf een exemplaar bestellen.• Ontwikkeling en toetsing van criteria voorkrachtige en gebruiksvriendelijke compu-terleeromgevingen voor het verwerven vandenkvaardigheden en voor programmatuurin het onderwijs (FKFO–MI–project nr. 90.01)Onderzoek uitgevoerd door prof. dr. E. De Corte,prof. dr. H. Olivié en prof. dr. L. Verschaffel (met demedewerking van H. Schrooten, A. Vansina en C.Liekens) aan de KULeuven – Faculteit Psychologieen Pedagogische Wetenschappen – Centrum voorInstructiepsychologie en –Technologie – Vesalius-straat 2 – 3000 Leuven – +␣ 016–26 62 48 enFaculteit Wetenschappen en Toegepaste Weten-schappen – Groep Informatica–didactiek en Gege-vensbanken Onderzoek – Celestijnenlaan 200A –3001 Heverlee – +␣ 016–20 10 15.• Onderzoek naar evaluatietechnieken inhet secundair onderwijs voor de vakken bio-logie en chemie (FKFO–MI–project nr. 90.02)Onderzoek door prof. dr. G. Tistaert, met medewer-king van M.–J. Janssens en L. Wouters (medepro-motoren: prof. dr. L. Brandt en prof. dr. F. DeMeuter) – KULeuven – Faculteit der Psychologischeen Pedagogische Wetenschappen – Centrum voorLerarenopleiding – Vesaliusstraat 2 – 3000 Leuven– +␣ 016–28 62 46• Bezetting en ontwikkeling van de verschil-lende studierichtingen in het hoger onder-wijs (FKFO–MI–project nr. 90.14)Onderzoek door prof. M. Geivaerts, met medewer-king van C. Joly – VUBrussel – Faculteit ToegepasteWetenschappen – Pleinlaan 2 – 1050 Brussel –+␣ 02–641 30 32

KOM OP TEGEN KANKER bAlle leerlingen van 3 tot 13 jaar kunnen methun klas deelnemen aan een speels–creatievewedstrijd. Vorig jaar namen meer dan 8000

ABS–SYSTEEMBij elke tip in het katern vindtu een letter: a, b of s. Datverwijst naar de specifieke doel-groep van het idee.a staat voor algemeen, b voorbasisonderwijs en s voor se-cundair en hoger onderwijs.Zo vindt u snel uw weg in hetgrote aanbod.

SIGNAAL VOORTONEEL aSignaal Klasse(n) brengt kin-der– en jeugdtoneel in uw klas.Een aantal op het Signaalfes-tival genomineerde produk-ties gaat op toernee door Vlaan-deren. Tegelijk kunt u in deklas aan de slag gaan. Hetproject bestaat uit een voor-bereidende studiedag voor deleerkrachten, een gratis edu-catief pakket om een bezoekaan een voorstelling klassi-kaal voor te bereiden, het be-zoek aan de voorstelling zelfen ten slotte de klassikale ver-werking van de ervaringen vande leerlingen. De resultatenvan de deelnemende klassenworden in mei ’94 gepubli-ceerd door de jury van de Sig-naalprijs. Dit project staat inde Dynamo 2–catalogus alsnr. 35.Federatie van Vlaamse ErkendeCulturele Centra – Bondgenoten-straat 52 – 1190 Brussel – +␣ 02–347 27 59

Page 17: Klasse voor Leraren 38

ZEKER zien.

KLASSE NR.38 17

• EEN DAGBOEKVOOR DE TOEKOMST aHet Belgische luik van de Dewereld van Anne Frank, 1929–1945 trekt zelfstandig doorVlaanderen. Het beschrijft België

voor klassen met enige voor-kennis.Provinciaal Textielmuseum Vrieselhof– Schildesteenweg 79 – 2520 Oe-legem – +␣ 03–383 46 80

• KOFFIE EN TABAK:TOT EIND 1993 aHet MIAT brengt hulde aantwee genotsmiddelen die stil-aan in het verdomhoekje ge-raken, want o zo schadelijkvoor de gezondheid. De nieu-we opstelling toont een kof-fiebranderij met koffie–eta-lage met voorwerpen en ma-chines enerzijds en een aan-tal machines van een siga-renmakerij anderzijds. Daar-naast zijn er ook educatievepanelen, illustratiemateriaal,een catalogus , een brochurevoor kinderen (80␣ fr.) en na-tuurlijk ook rondleidingen(1000␣ fr. voor maximum 25leerlingen).Museum voor Industriële Archeo-logie en Textiel – Minnemeers 9 –9000 Gent – +␣ 09–223 59 69

• OPENDEURDAGENVOOR LEERKRACHTEN aDe Educatieve Dienst geeft uitlegover de educatieve program-ma’s voor basis–, secundair,hoger pedagogisch en kunst-onderwijs en voor de aggre-gaties. U krijgt ter plaatse eenmap met alle gegevens en eencatalogus. De opendeurdagenvinden plaats op 6, 13, 20 en27 oktober, telkens van 14 u.tot 16 u. 30. Telefonisch in-schrijven is verplicht.Koninklijke Musea voor SchoneKunsten van België – EducatieveDienst – Museumstraat 9 – 1000Brussel – +␣ 02–508 34 50

toen Anne Frank in het Ach-terhuis opgesloten zat én Bel-gië vandaag. Teksten, pam-fletten, slogans en foto’s metcommentaar tonen hoe nudezelfde taal wordt gebruiktals toen.U kunt deze tentoonstellingnaar uw school halen. Allemateriaal kan in een middel-grote bestelwagen en u kuntde tentoonstelling in één uuropzetten. De huurprijs is 6500␣ fr.per 10 dagen (één week mettwee weekends). Er zijn affi-ches en folders, er is een video,een handleiding en een cata-logus en er zijn educatieve pak-ketten (handleiding, werkbla-den en dia’s).Aan De Wereld van Anne Frank isook een petitie–wedstrijd ver-bonden. De ondertekenaarsverklaren te ijveren voor eenverdraagzame en democratischesamenleving. De school die ge-middeld per leerling het hoog-ste aantal handtekeningen ver-zamelt, mag met vijftig vanhaar leerlingen gratis naarAmsterdam, een geleid bezoekaan het Achterhuis inbegrepen.U kunt inschrijven tot 1 no-vember. Ten laatste op 31 maartlevert u uw handtekeningen in.De wereld van Anne Frank – Post-bus 877 – 1000 Brussel 1 – +␣ 02–502 64 01

ZOEKEN NAAR BOEKEN bAlle vijfde en zesde klassen krijgen op 8, 9 en10 november een speciaal programma voor-geschoteld op de Antwerpse Boekenbeurs. Stu-denten van de St. Thomas Hogeschool (nor-maalschool) onthalen de klas op een alterna-tieve beurs. Die visualiseert negen thema’s:liefde, spanning, techniek enz. Daarna gaande leerlingen in de Boekenbeurs gericht opzoek naar boeken over hun lievelingsthema.Deelnemen is gratis maar inschrijven is wélverplicht.Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boek-wezen – Hof ter Schriecklaan 17 – 2600 Berchem –+␣ 03–230 89 23

FRANS OP DE SCÈNE sLeraars Frans uit het hoger secundair onder-wijs kunnen op 15, 16 en 17 oktober deelne-men aan een seminarie over jeugdtoneel inde Franse taal. Tijdens dit weekend wordtvooral gepraat over dramatische expressie doorspeltechnieken én hoe u deze dramatische ex-pressie kunt integreren in een vreemde taal opschool.

Na dit weekend kunt u dan zelf met uw klaseen toneelactiviteit uitwerken in het Frans.Maandelijks zijn er ook informatievergaderin-gen over dit project dat de naam Artscènemeekreeg. Alle toneelprojecten worden voor-gesteld tijdens een mini–festival en twee groe-pen kunnen later deelnemen aan het interna-tionaal festival van La Roche–sur–Yonne inFrankrijk.Service Culturel de l’Ambassade de France –St. Jacobsnieuwstraat 50 – 9000 Gent –+␣ 09–225 25 29 of Grace–Roeland – Krijgslaan 18– 9000 Gent – +␣ 09–221 60 45

LEERSTOORNISSEN bWat zijn leerstoornissen? Hoe vaak komen zevoor? Hoe kunt u ze herkennen? Hoe evolue-ren ze? De informatievideo Leerstoornissen geeftin 18 minuten een antwoord op deze vragen.Hij vertelt er meteen ook bij hoe het Revalidatie-centrum Sint–Lievenspoort deze kinderen onder-zoekt en behandelt. De video en de bijhorendetekst kosten 900␣ fr.Revalidatiecentrum Sint–Lievenspoort – Sint–Lievens-poortstraat 129 – 9000 Gent – +␣ 09–223 81 71

AMBIORIX ACHTERNAbMet de klas naar Tongeren iseen kant–en–klaar lessenpakketom onze oudste stad te ver-kennen. Auteur Pim Lakay biedtu een uitgewerkte introductie-les, vijf exploratielessen en eenevaluatieles voor de prijs van220 oude Belgische franken.Dienst voor Toerisme – Stadhuis-plein 9 – 3700 Tongeren – +␣ 012–23 29 61

• EUROPA AAN TAFEL:TOT 31 DECEMBER aDe Europese eet– en tafelcul-tuur in vier afleveringen: voe-dingsprodukten, tafelmanie-ren, etiquette, etymologie vanbepaalde termen enz. De Han-delsbeurs (Twaalfmaanden-straat) zet Antwerpen en zijnrol op culinair gebied centraalmet ruim 250 voorwerpen. HetMuseum Plantin–Moretus/StedelijkPrentenkabinet toont kook– enreceptenboeken in manuscripten druk én foto’s van dezegerechten vanaf de late mid-deleeuwen tot omstreeks 1650.Het Volkskundemuseum (Gilde-kamersstraat 2–6) evoceert deAntwerpse restaurants en voe-dingswinkels omstreeks 1900.Het Museum Brouwershuis(Adriaan Brouwersstraat 20)heeft het uiteraard uitgebreidover het Antwerpse bier vroe-ger en nu.Alle tentoonstellingen zijn gratistoegankelijk voor schoolgroe-pen. Rondleidingen kunt uaanvragen bij de StedelijkeGidsenbeurs (+␣ 03–232 01 03;

1000␣ fr.) of bij vzw Acanthus(+␣ 03–226 93 00; 2300␣ fr.).Inlichtingen: Museum Plantin–Moretus/Stedelijk Prentenkabinet– Vrijdagmarkt 22–23 – 2000Antwerpen – +␣ 03–233 02 94

• ZILVER EN ZIJDE:TOT EINDE 1993 aHet museum toont zijn collec-tie kleren, kerkelijke gewaden,borduurwerk en weefsels uitzijde. Ook kunstzijde is ruimvertegenwoordigd in de ten-toonstelling. Vaak zijn de stoffenverweven of geborduurd metzilverdraden. Bij een gewoongeleid bezoek (500␣ fr. voorschoolgroepen, duurt 1 u. 30)krijgt u ook een demonstratiespinnen, weven en kantklos-sen. Een creatief bezoek (625␣ fr.,2 u. 30) bestaat uit een rond-leiding, demonstraties en ate-lierwerk rond zijde en kunst-zijde, textielgrondstoffen, kleur-stoffen en textieldruk, kant,mode en accessoires, weeftech-nieken enz. Een studiebezoekaan een bepaalde afdeling(500␣ fr., 2 u.) is vooral bedoeld

Page 18: Klasse voor Leraren 38

GIVE KIDS THE WORLD aU en uw school kunnen de hartewens van eenongeneeslijk ziek kind vervullen: Mickey Mouseontmoeten. Give Kids The World–Europe brengthen én hun familie naar Disney World in Flori-da voor een kosteloze achtdaagse vakantie. Dekinderen verblijven er in het Holiday Inn KidsVillage, een dorp dat speciaal is gebouwd omdeze «wenskinderen» op te vangen. Jaarlijkskunnen hier zowat 4000 families logeren.Give Kids The World is al in veel landen eenbegrip en vraagt nu ook de steun van alleVlaamse scholen. U kunt bijvoorbeeld zelf eenactie lanceren, u kunt uw leerlingen stimule-ren om iets te organiseren of u kunt uw jaar-lijkse opendeurdag aan dit thema wijden. Elkeschool die een bijdrage stort van 45.000␣ fr.krijgt in ruil een waardebon van 10.000␣ fr.voor de aankoop van school– of sportmate-riaal. De actie wordt gesteund door Van Gastelbvba (schoolmateriaal), Lotto Belgium NV (sport-artikelen), Bulo (schoolmateriaal), Arbo Sports-wear (sportartikelen) en Borsumij Sport Bel-gium NV (Adidas sportartikelen). De bons zijnniet in geld omwisselbaar en elke school kanslechts één bon krijgen. Uw 45.000␣ fr. brengtéén ziek kind naar Florida: vliegtuigticket, zak-geld en onkostenbijdrage voor het verblijf inhet vakantiedorp.Give Kids The World–Europe – Pascale Somers –Woluwe Office Park 1 – Neerveldstraat 101 – 1200Brussel – +␣ 02–773 55 11

KLASSE SERVICE a• LEERKRACHTEN RUILENDe Franse vereniging Echanges Enseignants orga-niseert uitwisselingen tussen leerkrachten: gewo-ne vakanties, huisruil, taalcursussen, klassenuit-

wisselingen enz. Nieuw is dat de vereniging nuook Vlaanderen heeft ontdekt en dus naarstigzoekt naar Vlaamse leerkrachten die één of ande-re ruil met hun Franse collega’s willen aangaan.Echanges Enseignants – Avenue des Lilas 6 – 64000Pau – Frankrijk – +␣ 00–33–59 02 30 30

• NOORDPOOLWANDELINGMitsuro Ohba wandelt tussen eind februari eneind mei van het Russische Komsomlec Islandnaar het Canadese Ellesmere Island (zowat1730 km in vogelvlucht) via de Noordpool.Om de eenzaamheid wat te verdrijven wil hijonderweg graag communiceren met scholenuit de hele wereld. Hij vertelt over zijn ervarin-gen en u kunt hem vragen stellen. Het heleproces verloopt via PC–modemverbindingenmet het basiskamp van de expeditie.Mitsuro Ohba – Room 510 – 2–17–4 – Shinjuku –Shinjuku–ku – Tokyo 160 – Japan – +␣ 00–81–3–3354–0192 – fax 00–81–3–5995–2642

• NATIVE SPEAKEREen native speaker in uw Engelse les? Dat kan.De Vlaamse Vereniging Leraren Engels heeft daarvooreen afspraak met Valerie Carroll. U kunt haarrechtstreeks bellen om haar uit te nodigen inuw klas: +␣ 03–775 39 27.

• NEDERLANDS IN PRAAGMartine Roovers is een Vlaamse onderwijzeres dieNederlands geeft in Praag aan kinderen vanVlaamse en Nederlandse diplomaten, bedrijfslei-ders enz. Haar schooltje telt 13 leerlingen en heet’t Nopje (Nederlands Onderwijs Praag). Zij zoektbruikbare boeken, brochures of lespakketten (o.a.over het leven in Vlaanderen en de Vlaamsecultuur) voor kinderen van 4 tot 12 jaar.Martine Roovers – Narodni Obrany 8 – 160 00 Praha6 – Tsjechische Republiek – +␣ 00–42–2–342 88 73

(advertentie)

MEERDERJARIGEN sWie achttien wordt is in prin-cipe niet meer gebonden doorhet schoolreglement. Als demeerderjarige toch naar schoolkomt betekent dit echter dathij het reglement aanvaardten er door gebonden blijft. Deinfofolders Rechten van de meer-derjarige en Meerderjarig op 18jaar schetsen rechten en plichtenvan jongeren tot 21 jaar. Zekosten 100␣ fr. per exemplaar.Info Jeugd – Prinsstraat 15 – 2000Antwerpen – +␣ 03–231 07 58

Page 19: Klasse voor Leraren 38

ZEKER lezen.

KLASSE NR.38 19

ALGEMEEN a• LINKS EN DE SCHOOLKWESTIEDit boek vertelt over de rolvan levensbeschouwelijk linksen de schoolkwestie in de pe-riode 1918–1940. In een lan-

ge reeks van coalitieregerin-gen ontstond het bekende over-legmodel. De strijdpunten inhet onderwijs speelden al eengrote rol tussen de twee we-reldoorlogen. Het Schoolpactvan 1958 is de pasmunt diewe hiervoor moesten betalen.Tyssens werpt meteen een nieuwlicht op een witte vlek in degeschiedschrijving.Strijdpunt of pasmunt – JeffreyTyssens – VUBPress – Pleinlaan 2– 1050 Brussel – +␣ 02–641 2111 – 995␣ fr.• SPELLING GROEIT MEEGoed materiaal voor spellingvinden is een kwelling voorleerkrachten én leerlingen. Hetnieuwe van dit spellingsboekligt in het feit dat het met hetkind mee kan opgroeien:vanaf het derde leerjaar tothet einde van de studies. Demethode is gedurende verschil-lende jaren uitgeprobeerd opleerlingen met leermoeilijkhe-den. Hun leeftijd varieerde van8 tot 25 jaar.Als spelling een kwelling is –Eureka Onderwijs – Wagenweg 1– 3000 Leuven – +␣ 016–23 8893 – 700␣ fr. (+␣ 100␣ fr. verzen-dingskosten)• BRUSSELHet Nederlandstalig onder-wijsaanbod in Brussel is voor-gesteld in een handige én gra-tis publikatie. Daarnaast vindtu er ook informatie over bij-komende vormingsmogelijk-

heden en over het Vlaamsegemeenschapsleven in onzehoofdstad.Gids voor het NederlandstaligOnderwijs in Brussel – VlaamsOnderwijscentrum Brussel – Mar-telarenplein 23 – 1000 Brussel –+␣ 02–218 10 00• HET VERHAAL VAN HET PMSDe PMS–Centra hebben steedsmeegebouwd aan de onder-wijsevoluties en –revoluties. Datleest u uitgebreid in deze ge-schiedenis van meer dan tach-tig jaar PMS–bedrijvigheid.Het verhaal begint in 1912met de stichting van het eer-ste Bureel voor Beroepsoriën-tering.

Historiek vande PMS–Centra –Patrick Sacré – VUBPress– Pleinlaan 2 – 1050 Brus-sel – +␣ 02–641 21 11 – 450blz. – 995␣ fr.

BASISONDERWIJS b• SCHOONSCHRIFTKinderen moeten ook van-daag nog vloeiend en lees-baar leren schrijven zeggende auteurs in een pleidooivoor de herwaardering vanhet «schoonschrift». Ze ge-ven heel wat achtergrondin-formatie om een schoolwerk-plan «schrijven» uit te wer-ken én geven tips voor hetvroegtijdig opsporen en be-geleiden van leerlingen metschrijfproblemen.Een nieuwe kijk op schrijfonder-wijs – Caroline Andries (red.) –Uitg. Acco – +␣ 016–29 11 00 –84 blz. – 560␣ fr.

• KUNST VOOR JONG EN OUD (1)De reeks Kunst voor Kinderenbrengt kinderen vanaf 10 jaarin contact met beroemde kun-stenaars. Na Magritte is nuRubens aan de beurt. Aan dehand van reprodukties roeptde auteur een sfeer op die dekunstenaar kenmerkt, zonderin theoretische verklaringente vervallen.Rubens – Lillo Canta – Uitg. Da-vidsfonds/Infodok – +␣ 016–22 8744 – 36 blz. – 499␣ fr.• KUNST VOOR JONG EN OUD (2)De Franse schilders Rousseauen Degas leiden ons een zon-dag rond in hun atelier envertellen uitvoerig én heel be-vattelijk over hun leven enwerk. Een heel leuke reeks voor

kinderen vanaf 10 jaar. Eer-der verschenen al delen overRembrandt en Picasso.Op bezoek bij…Rousseau – Gil-les Plazy / Op bezoek bij…Degas– Rosabianca Skira–Venturi –Gottmer/Uitg. Singel 262 –+␣ 03–233 77 11 – 2 x 56 blz. –2 x 699␣ fr.

SECUNDAIR ONDERWIJS s• KUNST VOOR JONG EN OUD (3)In de Ooggetuigen–serie is ernu ook een Ooggetuigen Kunst.

De eerste delen zijn gewijd aanGauguin en Van Gogh. Naasteen massa reprodukties krijgtu ook meer informatie overhun leven en hun schilder-technieken. Andere delen (Mo-net, Perspectief enz.) zijn invoorbereiding.Gauguin – Michael Howard / VanGogh – Bruce Bernard – Stan-daard Uitg. – +␣ 03–239 59 00 –2 x 64 blz. – 2 x 495␣ fr.• LEIDINGGEVEN IS LASTIGHoe kunt u mensen motive-ren? Met welke ingrepen kuntu uw team versterken? Hetantwoord op die vragen isin het (hoger) onderwijs neteven iets anders dan in hetbedrijfsleven. Toch is daarook meer en meer sprake

van management. Ditlosbladig handboek

kunt u gebruiken alsstudie–, praktijk–

én naslagwerk.Management inhet hoger onder-wijs – SamsomH.D. Tjeenk Wil-link/Kluwer Edito-rial – +␣ 02–719

15 11 – 3450␣ fr.• OVERZICHTSLIJSTEN

Enkele overzichtslijsten hel-pen u voortaan om dé juistefolder, brochure, video of stripte vinden. Pakket 1 geeft lijs-ten over seksualiteit, aids enverslaving. Pakket 2 behan-delt schoolverlaters, studiemo-gelijkheden en leren studeren.Pakket 3 ten slotte bundeltgedichten, dagboeken en levens-verhalen.Pluralistische Organisatie voor Bi-bliotheekgebruik – Tiensevest 142– 3000 Leuven – +␣ 016–22 8933 – 150␣ fr. per pakket + verzen-dingskosten

OPEN DEUR IN DE RUIMTE aOp 23 en 24 oktober gooit het Euro Space Centervan Rédu zijn deuren open voor alle leerkrach-ten en hun partner.U kunt er kennis maken met de nieuwsteprogramma’s voor jongeren van 10 tot 18jaar.Naast de klassieke rondleiding vindt u er vierspeciale stands rond astronomie, observatievan onze planeet, raketten en telecommuni-catie. Op vertoon van een bewijsje dat uleerkracht bent, hebben u, uw partner en uwkinderen tot 6 jaar gratis toegang tot hetCenter.Er is ook een gratis tweedaagse ruimtestagein het Euro Space Center te winnen voor 15leerlingen en hun leerkracht.Deze stage loopt van vrijdagavond tot zondag-avond.Euro Space Center – Rue devant les Hêtres 1 – Rédu–Transinne – 6890 Libin – +␣ 061–65 64 65

ONDERWIJS OP CD–I aDe interactieve CD (CD–I) Onderwijs in Vlaan-deren behandelt in woord, beeld en klank alleaspecten van het Vlaamse onderwijssysteem.Een historisch gedeelte schetst de mijlpalen inde onderwijsgeschiedenis. Een tweede deel te-kent de structuur van ons onderwijs. Een derdedeel geeft het meest recente cijfermateriaalover het onderwijs in Vlaanderen. Allerlei gra-fieken en tabellen beantwoorden vragen overde evolutie van de schoolbevolking, over zit-tenblijven, over jongens en meisjes enz. Hetvierde deel ten slotte verschaft uitleg over ter-men uit het onderwijsjargon en over instellin-gen, gebeurtenissen en onderwijsvormen.De CD–I is beschikbaar in vier talen: Neder-lands, Frans, Duits en Engels. Via een gemoti-veerde aanvraag kunt u hem gratis krijgen(zolang de voorraad strekt).Centrum voor Informatie en Documentatie – Ko-ningsstraat 71 – 1000 Brussel – +␣ 02–219 18 00

Page 20: Klasse voor Leraren 38

ONDERWIJS IN EUROPA aKent u het EURYDICE–netwerk? Het is het be-langrijkste instrument voor uitwisseling vaninformatie op onderwijsgebied in de EG. Vanaf1994 doen ook de landen van de EuropeseVrijhandels Associatie (EVA) mee. Elk landheeft een of meerdere «eenheden» die partici-peren aan het netwerk. De Europese Eenheidcoördineert de werking. Via het netwerk wordtin de eerste plaats informatie uitgewisseld overhet onderwijsbeleid binnen elke lidstaat enover de organisatie van de onderwijsstelsels.De eerste doelgroep zijn de nationale en EG–beleidsmakers. Een belangrijke vorm van dienst-verlening is het opstellen van vergelijkendeanalyses. De publikaties op basis hiervan zijnbeschikbaar voor het grote publiek.Sinds kort zijn er twee nieuwe EURYDICE–publikaties. Talenonderricht in het lager en se-cundair onderwijs geeft algemene informatieover het onderricht van moderne vreemdetalen in de EG–landen. Grafieken en tabellenverduidelijken hoeveel jaren en uren vreemdetalen aangeboden worden. Verder wordt geke-ken naar het aanbod in lager en secundaironderwijs, naar de opleiding en navormingvan leraars vreemde talen en naar uitwisse-lingsprojecten voor leraars en leerlingen. Hier-bij wordt ook LINGUA niet vergeten.Het vrij onderwijs: vorm en statuut schetst wette-lijk kader, types van scholen, voorwaardenvoor het inrichten van scholen, financiering,statuut van de toegekende kwalificaties enstatuut en arbeidsvoorwaarden van de leer-krachten voor het vrij onderwijs. Het begripvrij of privé–onderwijs blijkt niet in elk landdezelfde lading te dekken. De brochure geeftook statistische gegevens over leerlingen, le-raars en scholen.Beide publikaties zijn gratis beschikbaar ineen Engelse, Franse en Duitse versie. U vraagtze best aan met een gele briefkaart bij deEuropese Eurydice–eenheid – M. Carthé – Aarlen-straat 15 – 1040 Brussel. U vermeldt uw naamen adres, de titel van de publikatie, de gewens-te taal en graag ook een korte omschrijvingvan de reden waarom u de publikatie aan-vraagt.Inlichtingen: Vlaamse Eurydice–eenheid – Departe-ment Onderwijs – Centrum voor Informatie en Do-cumentatie – Wim François & Herman Deceuninck –Koningsstraat 71 – 1000 Brussel – +␣ 02–219 87 54& 02–219 70 26 – fax 02–219 77 73

EUROKLASSEN: SNEL ZIJN sHet aantal Vlaamse klassen dat voor een weekuitwisselt met een andere Europese klas isdit jaar verdubbeld. Er zijn nu al zo’n veertigscholen kandidaat. Het Departement Onder-wijs subsidieert zulke initiatieven: 3500␣ fr. perleerling, 6000␣ fr. per begeleider (één per achtleerlingen, maximum drie). Ook het tegenbe-zoek aan Vlaanderen wordt gesubsidieerd (1500␣ fr.per bezoekende leerling, maximum 37.500␣ fr.).Dank zij deze forfaitaire bedragen is er veelminder paperasserij nodig.Het mag evenwel niet gaan om vermomdeschoolreizen, wel om onderwijskundige samen-werkingsprojecten tussen klassen vanaf hetvierde jaar secundair onderwijs. Aanvragenvoor dit schooljaar moeten binnen zijn vóór 10november.Er is een recente omzendbrief hierover op uw school(nr. OND/VI/4 van 24 mei). Meer informatie bij

Departement Onderwijs – Euroklassen – Jan Ceu-lemans – Koningsstraat 138 – 1000 Brussel –+␣ 02–211 45 85

WERKEN MET BOEKEN aMet de boekenbeursmappen van KCLB kunt uvoor, tijdens en na de boekenbeurs werken metboeken. Er zijn mappen voor de derde graadlagere school en voor de eerste graad secundaironderwijs. De basismap geeft algemene infor-matie rond het boekenbeursbezoek en tips enwerkvormen voor de voorbereiding, het eigen-lijke bezoek en de naverwerking. De werkmapbevat een literatuurlijst en een uitgewerkt op-drachtenpakket. De mappen kosten 200␣ fr. perstuk, basismap + werkmap samen hebt u voor350␣ fr., telkens exclusief verzendingskosten.Katholiek Centrum voor Lectuurinformatie en Biblio-theekvoorziening – Mutsaertstraat 32 – 2000 Ant-werpen – +␣ 03–232 77 94

OVER DE GRENZEN aEen nieuw pakket korte vormingsstages inhet buitenland: deze maand staat onze neusnaar Duitsland en Schotland. We geven ueen selectie uit het ruime aanbod. Meer infor-matie over deze en andere programma’s krijgtu bij het Secretariaat–generaal – Dienst Interna-tionale Betrekkingen. Laat uw aanvraag teke-nen door uw instellingshoofd en door uw in-richtende macht en stuur alles naar Brussel.Als het gastlanduw aanvraagaanvaardt zijnreis en verblijf inprincipe vollediggratis.

DUITSLANDInschrijven tenlaatste vijf wekenvóór de aanvangvan de stage.• Christoph Colum-bus 1492 bis 1992:Lateinamerika inGeschichte undGegenwart (nr. 204,van 10 tot 14/1)• Schulspiel in derGrund- und Haupt-schule (nr. 211, van 17 tot 21/1)• Gewalt an Schulen (nr. 220, van 24 tot 28/1)• Werken in der Hauptschule (nr. 225, van 24 tot 28/1)• Entwicklungen im Bereich der Büroautomatisie-rung (nr. 227, van 31/1 tot 4/2)• Formen der Lerzielkontrolle im Lateinunterricht (nr.229, van 31/1 tot 4/2)• Sexualerziehung in der Grundschule (nr. RWS/93/48/01/02, van 29/11 tot 1/12)• Der Freistaat Sachsen – geographisch betrachtet (nr.D 05–3–138, van 31/1 tot 2/2)• Theatertage für Pädagogen am StaatsschauspielDresden 1994 (nr. D 08–5–89, van 22 tot 25/2)• Antike Workshop: Sophokles (nr. 411319, van 15 tot17/2)• Konflikte austragen – Konsens erreichen (nr. 410110,van 20 tot 22/1)

SCHOTLANDInschrijven vóór 21/1.• Quality assurance in the secondary school (nr. 4/94 van 14 tot 16/3)• Aspects of secondary school management (nr. 5/94van 25 tot 29/4)Inlichtingen en inschrijvingsformulieren: DepartementOnderwijs – Secretariaat–generaal – t.a.v. Leen Mor-tier – RAC Arcadengebouw – 3de verdieping – kan-toor 3087 – 1010 Brussel – +␣ 02–210 51 10

LEZEN VOOR MINDER aLeraars en leerlingen kunnenvia International Student Sub-scriptions aanzienlijke kortin-gen krijgen op de abonnements-prijs van tal van kranten entijdschriften. Deze korting blijftgeldig zolang u leraar of leer-ling blijft. Klapper op de lijst iseen korting van meer dan 70␣ %op de kioskprijs van Time. Devoorstellingsfolder van ISS iszelfs helemaal gratis.ISS – Te Boelaerlei 30 – 2140Antwerpen – +␣ 03–235 78 77

20 KLASSE NR.38

PARLEMENT IN BEELD sDe Vlaamse Raad heeft eenvideo gemaakt over ontstaan,opdracht en werking van ditparlement van alle Vlamin-gen. De video vertelt de situa-tie zoals ze nu is. Daardoor ishet een goed vertrekpunt omuit te leggen wat er zal veran-deren na de volgende verkie-zingen. Bij de video hoort ookeen brochure. Die tekst is wélgeactualiseerd en aangepastaan de inhoud van het St.Michielsakkoord. Scholen krij-gen video en brochure gratis.Vlaamse Raad – Voorlichtings-dienst – Paleis der Natie – Natie-plein 2 – 1000 Brussel – +␣ 02–513 99 50

Page 21: Klasse voor Leraren 38

KLASSE NR.38 21

ZEKER doen.

CURSUSSENALGEMEEN a• GEWELDLOZE OPVOEDINGCursussen op elk niveau overgeweldloze opvoeding en ge-zag in de klas: lagere (17 en

24/11 en 1/12 in Eeklo) ensecundaire school (één zater-dag op 23/10 in Gent).De Vuurbloem – Rapaertstraat39 – 8310 Assebroek–Brugge –+␣ 050–37 10 17• INLEIDING IN DE WESTERSEGESCHIEDENISVijf avonden vanaf 19/10 overde Middeleeuwen.WIJ EN DE ANTIEKENVijf voormiddagen vanaf 20/10 over de cultuur van Grie-ken en Romeinen.Volkshogeschool Elcker–Ik – Breu-ghelstraat 31–33 – 2018 Ant-werpen – +␣ 03–218 65 60• THE MILLENNIUM CONFERENCESVooruitblikken op de omwen-telingen van de 21ste eeuw:De grenzen van de genees-kunde? Bio–etische reflecties(20/10); Onderneming, werken maatschappij (18/11); Hu-manitaire acties: naar een even-wicht tussen nationale soe-vereiniteit en mensenrechten(13/12).Koning Boudewijnstichting – Bre-derodestraat 21 – 1000 Brussel –+␣ 02–511 18 40• VAKOVERSCHRIJDENDStemtechniek voor leerkrach-ten (9, 16 en 23/11); Het school-werkplan (9/11); Beginnendeen andere leerkrachten gerichtondersteunen (16/11).Centrum voor Beroepsvervolma-king Leraren – UIA – Universiteits-plein 1 – 2610 Wilrijk – +␣ 03–820 29 61

BASISONDERWIJS b• DANSLABO, CREATIEF DAN-SEN MET KINDERENDrie studienamiddagen voorkleuterleidsters op 17 en 24/11 en 1/12.Centrum Pulhof Navorming –

Grotesteenweg 489 – 2600 Ber-chem – +␣ 03–230 12 78• VAKOVERSCHRIJDENDIk wil differentiëren, maar hoe?(17/11); Hoe komen tot hetformuleren van een opvoedings-project? (24/11); Zelfredzaam-heid bij kleuters ontwikkelen(24/11); Schoolrijpheid testenin de 3de kleuterklas (8/12).Centrum voor Didactische Ver-nieuwing – VIIde Olympiadelaan25 – 2020 Antwerpen – +␣ 03–827 78 90

SECUNDAIR ONDERWIJS s• ENGELSHoe evalueren binnen het nieu-we leerplan?: 24/11.FRANSHoe oefeningen maken in Fransvreemde taal (28/10); Moder-ne Franse literatuur in de 3degraad SO (9/11); Hoe evalue-ren? (18/1).GESCHIEDENISInzake recht en extreem–rechts(20/11); Militarisme, nationa-lisme, katholicisme (29/1).NEDERLANDSNieuwe accenten in het leer-plan Nederlands 3de graadASO, TSO, KSO (20 en 27/10);Creatief schrijven en stude-rend lezen in het BSO (27/10en 10/11).RECHTAanwerven van personeel bin-nen het juridisch kader vande onderneming: 18/11.IDEA/Centrum voor Didactiek –UFSIA – Prinsstraat 8 – 2000 Ant-werpen – +␣ 03–220 46 80• NATUURWETENSCHAPPEN ENWISKUNDEMisvattingen bij het fysica–onderwijs (24/11); Hormonenen anabolica: groeipromoto-ren (27/10); Orde in wanor-de: vloeibare kristallen (20/10); Voorstelling van krom-men en parametrisatie (10/11); Introductie in de bio-technologie (2 en 5/2/94).TALENFalsche Freunde (17/11); Re-mediëring spelling– en leespro-

blemen moderne vreemde ta-len (20/10, 16 en 25/11); Lis-tening comprehension andvideo (17/11); Intercultureelliteratuuronderwijs (24/11).Centrum voor Beroepsvervolma-king Leraren – UIA – Universiteits-plein 1 – 2610 Wilrijk – +␣ 03–820 29 61• VAKOVERSCHRIJDENDDyslectische kinderen vrageneen andere didactische aan-pak: een kritische reflectie (10/11); Omtrent deliberaties (17/11); Zelf cursusmateriaal ont-wikkelen (1/12).Centrum voor Didactische Ver-nieuwing – VIIde Olympiadelaan25 – 2020 Antwerpen – +␣ 03–827 78 90

nieuwingen, inspectie, bege-leiding, leerkrachten, promo-tie en profilering van de school,opleiding tot schoolhoofd ennavorming, samenwerking metVlas.Vlaamse Actieve Schoolhoofden –Schuurhovenberg 25 – 2360 Oud–Turnhout – +␣ 014–41 54 80• VROEGTIJDIGE ONDERKENNINGVAN DYSLEXIEBij 3– tot 7–jarigen kunt u alde eerste tekenen van lees– enspellingproblemen opmerkenén aanpakken. Symposium op12/11 in Zaltbommel, Neder-land.Voor Vlaanderen: Sprankel – Weer-standslaan 7 – 3500 Hasselt –+011–22 54 79

SECUNDAIR ONDERWIJS s• CHRISTIAN UNIVERSITIES ANDEUROPEAN CULTUREDe rode draad van het con-gres zijn de intellectual andpolitical responsabilities vaneen universiteit. De centralethema’s zijn cultural depriva-tion, multicultural society, cul-ture and economics en law, Eu-ropean culture and policy–ma-king. Congres van 10 tot 13november.UFSIA – Congres 1993 – Prins-straat 13 – 2000 Antwerpen –+␣ 03–220 41 11• EUROPA IN ZIJN DIVERSE AS-PECTENColloquium over Europesecultuur, de veiligheid in Euro-pa na de Koude Oorlog, na-tionalisme en het kruitvat vande Balkan. Op 13 novemberin Brussel.Vereniging Leraren Geschiedenisen Maatschappijleer/VerenigingLeraren Geschiedenis – RobertLenaerts – Binnenveld 27 – 2490Balen – +␣ 014–81 14 55• TWEEDE DAG VAN DE DO-CENTEN RECHT HOKTStudiedag op 28 oktober overde staatshervorming, met pa-rallelle zittingen over handels-recht en jeugdrecht.IDEA/Centrum voor Didactiek –UFSIA – Prinsstraat 13 – 2000Antwerpen – +␣ 03–220 46 80

KLASSE–MENT aOnderwijsmensen zijn blijkbaar ook goede denk-sporters. We kregen een heel pak correcte in-zendingen binnen op onze eerste opgave. Elkemaand kan er echter maar één winnaar zijn.Die krijgt een boekenbon ter waarde van 2000␣ fr.Vermeld a.u.b. naam, adres, telefoonnummerén uw functie in het onderwijs.Oplossing opgave 1: Het cryptische beroepvan een «vreemdeling in het onderwijs» is eenRARE in de LES of LE/RARE/S of LERARES. Denaam van de winnaar maken we volgende

maand bekend.Opgave 2: In het hiernavolgende visitekaartjekunt u –door het schudden van de letters– eenberoep terugvinden. Welk beroep van zestienletters zoeken we?

GERARD SILO – STADENWe verwachten uw antwoord ten laatste op 29oktober. De juiste oplossing én een nieuweopgave vindt u in het volgende nummer vanKLASSE.Klasse(ment) – Koningsstraat 138 – 1000Brussel

CONGRESSEN EN SYMPOSIAALGEMEEN a• COMPUTERS EN ONDERWIJSSymposium op 16 oktobervoor leerkrachten, directiesen schooladministrators metreferaten over gebruik vande computer in de klas enin de schooladministratieen over multimedia in hetonderwijs. In workshops kuntu programma’s testen en eris een praktijkbeurs met de-monstraties.Centrum voor Beroepsvervolma-king Leraren – UIA – Universiteits-plein 1 – 2610 Wilrijk – +␣ 03–820 29 61

BASISONDERWIJS b• SCHOOLLEIDING & SCHOOL-BELEIDHet eerste Vlas–congres op 13november in Diepenbeek heeftacht werkgroepen: ouders, ver-

Page 22: Klasse voor Leraren 38

22 KLASSE NR.38

++INFOLIJN

Koningsstraat 711000 Brussel

+ 02–219 18 00

Koningsstraat 711000 Brussel

+ 02–219 18 00

DEELTIJDSEN EN PENSIOENIk werk momenteel in het stelsel van dedeeltijdse loopbaanonderbreking. Welkegevolgen heeft dit eigenlijk op mijn laterepensioenregeling␣ ?Kort samengevat worden voor uw pensioenbe-rekening op het einde van uw loopbaan alleeffectief gepresteerde maanden opgeteld. Alsu een jaar volledig hebt gewerkt, telt dat voor12 maanden, werkt u halftijds dan telt hetvoor 6 maanden enz.De maanden dat u afwezig was wegens uwdeeltijdse loopbaanonderbreking kunnen tóchnog meetellen voor uw pensioenberekening.U moet ze dan wel valideren. De eerste 12maanden afwezigheid tellen nog gewoon mee.De volgende 48 maanden –uw loopbaanon-derbreking beloopt maximum 60 maanden–tellen alleen mee als u een storting doet van7,5␣ % van uw niet–ontvangen loon. Als utijdens uw loopbaanonderbreking nog eenkind ten laste hebt onder de zes jaar moet uslechts de laatste 24 maanden valideren. Op-gelet: u kunt zo slechts tot maximum 20␣ %van uw effectief gepresteerde maanden recu-pereren.Dit klinkt heel ingewikkeld maar een prak-tisch voorbeeld zal dit snel duidelijk maken.Een onderwijzeres is 53 jaar. Zij telt 28 dienst-jaren en heeft één jaar deeltijdse loopbaanon-derbreking genoten. Zij zou nu verder metdeeltijdse loopbaanonderbreking willen blij-ven en toch zo spoedig mogelijk willen vol-doen aan de voorwaarden om een terbeschik-kingstelling voorafgaand aan het rustpensioente bekomen. Dat kan ze in theorie vanaf 55jaar áls ze 30d iens t ja renheeft. Ze heeftdus nog 2 jaarnodig. Als zehaar deeltijdseloopbaanon-derbreking nietvalideert moetze nog vier jaardeeltijds lesge-ven om aantwee dienstjarente komen. Alsze haar deeltijd-se loopbaanon-derbreking ech-ter wél valideertheeft ze al na twee jaar lesgeven haar 30dienstjaren. Ze betaalt dan 7,5␣ % van het niet–ontvangen loon van 12 maanden afwezig-heid. Op dat moment heeft ze 29 jaar of 348maanden effectief gewerkt. Twintig procentdaarvan is 69,6 maanden: haar 12 maandenvalidering vallen daar dus ruim binnen. Moei-lijker is het niet.

AFWEZIG WEGENS ZIEKTEHet schijnt dat de controle op het ziektever-zuim van het onderwijspersoneel is veran-derd. Wat moet ik nu concreet doen als ikziek word␣ ?Het ziekteverlof wordt vanaf dit schooljaarniet meer gecontroleerd door de Administra-tieve Gezondheidsdienst (AGD), maar dooreen privé–firma. De overheid wil hiermee mis-bruiken (langer afwezig dan nodig, pensioni-tis, maandagziekte enz.) opsporen, sanctione-

ren en ontmoedigen. Dit is geen heksenjacht,wél is het gunstig sociaal statuut van de ziekepersoneelsleden enkel gewaarborgd als het enkelvoor de echte zieken blijft voorbehouden.Concreet moet u bij ziekte van méér dan 1 dagdoor uw arts twee formulieren laten invullen:een afwezigheidsattest voor uw directeur eneen medisch attest voor de controle–instelling.Als directies het nodig vinden een afwezigheidwegens ziekte te laten controleren, kunnen zede controle–instelling contacteren. Die stuurtdan een controle–arts. Vindt deze de afwezig-heid niet gerechtvaardigd dan contacteert hijde behandelende arts. Bereiken beide artsengeen akkoord dan wordt in gezamenlijk over-leg een scheidsrechter aangewezen die de defi-nitieve beslissing neemt.Als een personeelslid meer dan 60 kalenderda-gen afwezig is tijdens het lopende schooljaarmoet de directie de attesten doorsturen naarhet bevoegde werkstation. Daar kan men be-slissen een controle aan te vragen.De nieuwe reglementering voorziet in sanctiesvoor wie in gebreke blijft.Meer gedetailleerde informatie over de nieuwereglementering en de nieuwe formulieren vindtu in de ministeriële omzendbrief die ondertus-sen in uw school is aangekomen.

WIE IS BEVOEGD␣ ?Klopt het dat de Vlaamse regering niet zelf-standig de leerplicht kan verkorten zonder onzeWaalse vrienden te raadplegen␣ ? Waar is deVlaamse Gemeenschap op onderwijsvlak danprecies bevoegd voor␣ ? Toch wel voor de wed-des van de leerkrachten, zeker␣ ?

Wel voor deweddes, maarniet voor depensioenen. DeVlaamse Ge-meenschap isbevoegd voorálle aspectenvan het onder-wijsbeleid, vanhet voorschoolsonderwijs in depeutertuinenover het basis–en secundaironderwijs tothet universitaironderwijs, de

post– en parascolaire vorming, de om– enbijscholing en de beroepsopleiding.Drie onderwijsaangelegenheden zijn echternog nationaal gebleven: het vaststellen vanhet begin en het einde van de leerplicht, deindeling van het onderwijs in niveaus en destudieduur van elk niveau en ten slotte depensioenregeling van de leerkrachten. De wed-deregeling daarentegen is dus wel gefederali-seerd.Als u meer wilt weten over de werking en de be-voegdheden van de Vlaamse Raad kunt u een gratisinformatiebrochure aanvragen. U kunt ook de open-bare vergaderingen bijwonen of een abonnementnemen op het Bulletin van Vragen en Antwoordenmet vragen van raadsleden en antwoorden daaropvan de ministers. Contacteer daarvoor de DienstVoorlichting van de Vlaamse Raad – Paleis der Natie– Natieplein 2 – 1000 Brussel – +␣ 02–513 99 50 –fax 02–513 53 37.

DIRECTEURVOOR DE KLASDe directeur van onze lage-re school staat zelf nog en-kele uren per week voor deklas. Zou hij zich eigenlijkniet beter voltijds met zijnwerk als directeur bezig hou-den of is hij verplicht voorde klas te staan?De onderwijsopdracht van dedirecteur in het kleuter– enlager onderwijs wordt inder-daad door de overheid bepaald.Per school is er een ambt vandirecteur. Die directeur heeftin het gewoon onderwijs eenonderwijsopdracht van 18 urenin scholen met minder dan 20leerlingen, 14 uren bij 20 tot129 leerlingen en 8 uren bij130 tot 179 leerlingen. Vanaf180 leerlingen moet de direc-teur niet meer voor de klas.In het arrondissement Brus-sel–Hoofdstad staat de direc-teur 18 uren voor de klas bijminder dan 20 leerlingen, 14uren bij 20 tot 69 leerlingenen 8 uren bij 70 tot 99 leerlin-gen. Vanaf 100 leerlingen ishij volledig vrijgesteld.In het buitengewoon basison-derwijs geldt nog een andereregeling. Hier heeft de direc-teur 18 lesuren bij minder dan20 leerlingen, 12 uren bij 20tot 39 leerlingen en 4 uren bij40 tot 59 leerlingen. Vanaf 60leerlingen is de directeur vol-ledig vrijgesteld.Bron: Tijdschrift voor Bestuurswe-tenschappen en Publiekrecht –juni 1993 – blz. 402

Page 23: Klasse voor Leraren 38

S IGNAAL

KLASSE NR.38 23

Maandag␣ ? Doof␣ !’s Maandags hebben dubbelzo veel jongeren ernstige ge-hoorproblemen (7,5␣ %) danop dinsdag of woensdag(3,5␣ %). Dat ligt aan hun dis-cotheekbezoek. Ook op don-derdag (8,5␣ %) horen ze veelslechter dan op vrijdag(4,5␣ %). Dat blijkt uit onder-zoek van het Antwerps Provin-ciaal Instituut voor Hygiëne bij3500 Turnhoutse jongerentussen 16 en 22 jaar. Het la-waai in dancings blijft minstens ééndag nazinderen. Op lange termijn vreestmen voor ernstige gehoorletsels. Slechtsvijf procent van de dancings zou zichaan de wettelijke limiet van 90 decibelhouden. De bastonen in de huidige dans-muziek zorgen ervoor dat jongeren vooralproblemen hebben met het horen vande lage tonen. Die zijn belangrijk bij hetgoed verstaan van de menselijke spraak.Heel wat leerlingen blijken ’s␣ maandagsalleen een soort gefluister te horen inplaats van gewone stemmen.

De beste schoolVijf eigenschappen waaraan het bestepedagogisch klimaat van een schoolmoet voldoen vat prof. van Parreren sa-men in Ontwikkelend Onderwijs (Acco,zesde druk 1993): aan iedereen voldoen-de (intellectueel) uitdagende eisen stel-len, zorgen voor regels die gevolgd wor-den en waarvan de leerlingen ook dezin inzien, op elk vlak respecttonen voor elke leerling alspersoon, leerlingen betrekkenbij activiteiten die dienen omde school als organisatiedraaiende te houden en opde juiste manier aandachtbesteden aan de persoonlijkeproblemen van leerlingen.

Vragen stellenHet juiste antwoord geven,daar komt het in de klasmeestal op aan: leerstof her-halen, uit het hoofd leren enreproduceren. Nochtans isecht leren: jezelf vragen stel-len en je eigen antwoordenformuleren. Een goede leraarhelpt daarbij. Maar hoe dik-wijls mogen leerlingen ech-te vragen stellen, foutenmaken, twijfelen en experi-menteren␣ ? Wie fouten maaktkrijgt slechte cijfers, wie vra-gen stelt levert een bewijsvan onkunde. Zo doodt hetonderwijs de natuurlijkenieuwsgierigheid van kinde-ren.De Stichting Centrum voor On-derwijsonderzoek van de Uni-versiteit van Amsterdam on-

Het lotto–rapportIn Nederland konden leerlin-gen die de rapportcijfers vanhun zes belangrijkste vakkenin juni correct voorspelden100.000 frank winnen. Lageof hoge cijfers maakten geenverschil. Een frisdrankbedrijforganiseerde deze stunt. Eengerechtsdeurwaarder verge-leek achteraf de prognosesen rapporten. De onderwijs-wereld waarschuwde voorvreemde effecten van de ac-

tie op de resultaten van de leerlingen.

Agressieve kleutersWelke opvoedingsstijl zorgt voor min-der of meer agressieve kleuters? Daar-voor observeerden de Engelse psycho-

Dino’s in de klasDeze maand verschijnt de nieuwe film van Steven Spielberg«Jurassic Park» pas bij ons in de bioscoop maar u had het algemerkt aan de pennezakken, sportschoenen en T–shirts in deklas: het gaat over dinosaurussen. De film is behoorlijk angst-aanjagend en zeker niet geschikt voor jonge kijkers maar dedino–rage is een algemeen succes. In Amerika hebben veelleraars daar op ingepikt. De lessen over de prehistorie en haarmonsters kunnen op veel meer dan gewone aandacht rekenen.Maar de film gaat ook over genetische manipulatie, eeninteressant aanknopingspunt voor biologie. Het meest valtechter te leren uit de handige merchandising. Er zijn pyja-ma’s, tandpasta, zeep, handdoeken, pennen, sleutelhangers,dekens, T–shirts, posters, hamburgers, schoolattributen, com-puterspelletjes, snoepjes, sportschoenen, boeken, pantoffels enspeelgoed in alle maten. Een Amerikaans blad berekende dateen jongen van acht die zijn dag volledig met dino wil inkledendaar 10.885␣ fr. voor nodig heeft, exclusief BTW.

derzocht wat leerkrachten kunnen doenom de nieuwsgierigheid van hun leer-lingen wel een kans te geven: een veili-ge omgeving creëren (anders reageertde leerling angstig op fouten en nieu-we dingen), bij een nieuw onderwerpde leerlingen eerst vragen laten for-muleren (in wat volgt zoeken ze daardan zelf een antwoord op), vragen te-rugspelen, de vraag in een bredere con-text plaatsen, voor materiaal zorgendat (zo mogelijk geïndividualiseerd) juistniet te gemakkelijk en niet te moeilijkis en waarmee de leerlingen zelf eenantwoord op hun vragen kunnen vin-den.De leraar moet ook niet alles weten enhij mag dat ook toegeven. Vaak stimu-leert een quasi onwetende houding deleerling om een oplossing te vinden. Al tedikwijls doet de leraar alles voor, legtalles (drie keer␣ !) uit en mogen de leerlin-gen zelf geen echte antwoorden zoeken.

logen Hinde, Tamplinen Barrett (AggressiveBehavior, 1993, nr.2) meer dan 100 kleu-ters zowel thuis als in hun gezin. Uithun onderzoek blijkt dat zowel autori-taire als toegevende moeders agressie-ve kinderen hebben. Alleen een be-paalde combinatie werkt positief. Kin-deren die thuis veel warmte krijgenmaar ook duidelijk weten waar de gren-zen liggen, zijn het minst agressief.

Tevreden leerlingen75␣ % van de leerlingen in het secun-dair onderwijs beoordelen de sfeer inhun klas als goed (46␣ %) of zeer goed

(29␣ %). Zo’n 15␣ % noemt desfeer noch goed, noch slecht.Slechts 7,5␣ % vindt de sfeerin de klas slecht en 2,5␣ %noemt ze zeer slecht: samenéén leerling op de tien. Devrije PMS–centra, die het on-derzoek uitvoerden bij meerdan 1000 leerlingen, wij-zen er toch op dat die tienprocent ontevredenen deklas als bedreigend erva-ren en daardoor ook meerrisico’s lopen op slechte pres-taties.

Demotiverende leidersEen leidinggevende kan zijnmedewerkers niet motive-ren. Als hij dat toch pro-beert, bereikt hij precies hettegenovergestelde: hij demo-tiveert ze. Dat stelt R.K. Spren-ger vast in zijn studie My-thos Motivation (Frankfurt,1991). Wat adviseert hijdan␣ ? Om hun medewerkersgemotiveerd te houden,moeten leidinggevendendingen LATEN in plaats vanDOEN. Verstandig delege-ren en ruimte laten is deboodschap.

Page 24: Klasse voor Leraren 38

24 KLASSE NR.38

MULT IMED IA

Van computers en video’sis al vaker gezegd dat zehet werk van de leraar

zullen overnemen. Metde nieuwste CD-I moge-lijkheden zit er dat voor De

nieuwe leraarheet

CD-I

het eerstook wer-kelijk in.In de klasreiken de revolutionairemogelijkheden van mul-timedia verder dan hetbekijken van pratendeplaatjes. De leerlingenkunnen nu ook zelfont-dekkend leren met hetbeeldscherm als interac-tieve leraar. Zoiets heetCD-I.

Voortaan kunt u de encyclopedie via CD-Iraadplegen in woord, beeld én klank. Of wilt uweten hoe een serpent eruit ziet? De CD-ROM«Musical Instruments» laat het horen, toont enbenoemt de belangrijkste onderdelen ervan envertelt zijn geschiedenis. Enkele leerlingen heb-ben nog nooit over Van Gogh gehoord. Geenprobleem. U haalt de CD-I-schijf «Oogst van dezon» boven en laat de leerlingen exploreren. Opdeze ontdekkingstocht leren ze niet alleen hetwerk van Van Gogh kennen maar ook hoe en waarhij leefde, zijn persoonlijkheid, zijn ziekte, zijnhechte vriendschapsband met zijn broer Theo...Er wordt een totaalbeeld van de mens en artiestgeëvoceerd. Een overvloed aan informatie over deschilder en zijn werk is zomaar beschikbaar opéén compact disk (CD).

Een les geschiedenis: hoe is België naar dehuidige politieke structuur gegroeid? U grijpt

naar de CD-I «Discover Belgium».Daarbij krijgt u informatie over ge-schiedenis, economie, politiek, kunsten cultuur, toerisme en opvoeding.Ook de bredere betekenis van Belgiëin Europa en in de wereld wordt be-licht. Door een gewone druk op deknop kunt u schakelen tussen de vijfbelangrijkste Europese talen.

Voorts staat zowat de hele Ant-werpse Zoo op een schijfje. Tot defoto’s van de Zweed Lennart Nillsonover de ontwikkeling van de mense-lijke vrucht krijgt u toegang via deCD-I «De geboorte van een kind».

Bepaalde programma’s gaan ver-der dan het integreren van audio envideo. Ze geven de gebruiker de mo-gelijkheid te manipuleren. Hij selec-teert niet enkel wat hij wil bekijkenen horen, maar hij speelt zijn eigengegevens door aan het programma.Hierdoor ontstaat er een dialoog tus-sen de gebruiker en de inhoud van deoptische schijf.

Beter onthoudenAn Vanoverschelde, lerares aan het KTA II van

Diest, experimenteert al een tijdje met multime-dia.Wat is er revolutionair aan om interactieve me-dia in de klas te gebruiken?VANOVERSCHELDE: De leerlingen onthouden beter,naargelang meer zintuigen betrokken worden inhet leerproces en de interactiviteit groter wordt.Door iets te lezen onthouden we 10 procent. Datverdubbelt als we dezelfde informatie ook horen.Het bekijken van beelden heeft een herinnerings-waarde van 25 tot 30 procent. Als we het auditievemet video combineren, onthouden we al meerdan de helft van de boodschap, tot 70 procent. Hetleren door zelf actief bezig te zijn heeft een herin-neringswaarde van 80 procent. De herinnerings-waarde klimt tot 90 procent als we op een oor-deelkundige manier deze verschillende media com-bineren en daarbij de interactie tussen leerling enleerinhoud stimuleren. Daarenboven sluit dezevorm van leren aan bij de beeldcultuur van dejongeren. Via deze weg blijkt de jeugd meer opente staan om te leren.Toch niet eenvoudig om deze technische midde-len in het leerproces te integreren.VANOVERSCHELDE: Een leraar kan deze multimedia-le elementen inzetten om persoonlijke accentente leggen in de leerinhoud. Hij kan uit een veel-heid van beelden, muziek en schema’s degeneselecteren die op dat moment optimaal zijn voorde ontwikkeling van het leerproces.

We kunnen zelfs een stap verder gaan en deleerling op ontdekkingsreis laten trekken doorhem zelfstandig te laten grasduinen in een over-vloed aan gestructureerde informatie. Hij maaktzelf zijn keuzes in de menustructuur, hij gaatzelfontdekkend leren. Het opzoeken in een elek-tronische encyclopedie wordt een spannend spel.

Gevaarlijke, te omvangrijke of tijdrovende schei-kunde- of fysikaproeven, die men niet in eengewone of normale klasomgeving kan uitvoeren,kunnen nu gesimuleerd worden. Hierbij geeft degebruiker zelf de parameters in. De leerling kan

Met CD-I kunnen de leerlingenop een revolutionaire manierzelfontdekkend leren.

Page 25: Klasse voor Leraren 38

KLASSE NR.38 25

GRATIS UITPROBERENU kunt alle verschillende vormen vaninteractiviteit met multimedia (CD-ROM,CD-I...) gratis bekijken en uitproberen inde demoruimte van het Centrum voorOnderwijsmedia (COM) van het Depar-tement Onderwijs - Koningsstraat 138 -1000 Brussel - Maak eerst een afspraak via+␣ 02-211 45 58 of via fax 02-211 45 52.Multimedia wordt ook besproken in deel3 van «Een computer ook in jouw klas»(1992), wat nog altijd gratis ter beschik-king is bij het COM.

altijd de proef overdoen.Op een aantrekkelijkevisuele manier met debijhorende geluidseffec-ten, krijgt hij feedback.Hij kan op zijn eigentempo de leerstof door-nemen, onderdelen de-gelijker inoefenen of her-halen. Het lesgeven wordt

uitdagender, het lerenwordt opwindend, de

school krijgt een ander ge-zicht.

Twee systemenCD, CD-I, CD-ROM... Hoe ziet

zoiets eruit en hoe werkt het precies?VANOVERSCHELDE: CD-I of Compact Disk

Interactive en de CD-ROM of Compact DiskRead Only Memory zijn alle twee optischeschijfjes met het uitzicht en grootte van eenaudio-CD.

Om een CD-I of interactieve CD te kun-nen raadplegen hebben we een CD-I-spelernodig. Dat toestel is zo groot als een video-recorder, is aansluitbaar op een gewoon tv-toestel en wordt met de muis, de tracker-ball, het spelpookje of de afstandsbedieningbestuurd. Door eenvoudig te klikken metde muis kun je de nodige selecties makenom de inhoud te bekijken. Het belangrijkstekenmerk van de CD-I is zijn interactiviteit.De gebruiker kan zelf gegevens, parametersof bevindingen inbrengen waarmee het pro-gramma verder werkt. In klimatologie bij-voorbeeld brengt u windkracht, windrich-ting, vochtigheidsgraad en temperatuur aande grond in en u krijgt een pracht van eenweerkaart.

Een tweede belangrijk afspeelapparaat iseen CD-ROM, aangesloten op een multime-diale computer met een kleurenscherm methoge resolutie (SVGA). Deze snelle en krachtigecomputer moet van het type MS-DOS, PS/2of Apple Macintosh zijn en een audiokaartbevatten. Het Macintosh en het PS/2 plat-form bieden geen enkel probleem. Alle nood-zakelijke multimedia-attributen zijn aanwe-zig. Met het MS-DOSplatform, draaiendonder Windows 3.1,is het wat meer uit-kijken naar de tech-nische specificaties encompatibiliteit tussende CD-ROM zelf, deaudiokaart en de con-trollerkaart. Dit allesis echter niet onover-komelijk.

De controllerkaartdient om de CD-ROMte sturen. Ze wordtsamen met de nodigestuurprogramma’s meegeleverd met de CD-ROM-speler. De audiokaart is nodig om demuziek, de gesproken tekst en de geluidsef-fecten weer te geven. Als u ook nog een

versterker en luidsprekers of een hoofdtele-foon aansluit kan u maximaal genieten vande multimedia-CD’s. De computermarkt biedtkant en klare multimedia PC’s met een inge-bouwde CD-ROM-speler en bijhorende kaarten.

De CD-I en CD-ROM zijn totaal ver-schillende multimedia-CD’s. Hoewel ze er

gevoelig schommelen en verschillen.Er zijn technische beperkingen. In te-

genstelling met de multimediale computer(CD-ROM) kan CD-I beeld en geluid simul-taan weergeven. Daartegenover kan je metCD-I onder meer geen geselecteerde gege-vens afdrukken.

Van CD-I onthouden

leerlingen drie keer meer.

Op dit ogenblik wordt de nieuwsteontwikkeling van de multimedia in onsland op de markt gebracht. De CD-filmof Video-CD kan 74 minuten bewegendebeelden met stereogeluid weergeven enkan worden afgespeeld op een CD-spelermet aangepaste interface, een CD-I-spe-ler en ook op een multimediale computermet de gepaste interface. Daens wordt de

eerste Nederlandsta-lige film op schijf.

Wat kost dat nu alle-maal? Voor een CD-I-speler betaalt men tus-sen 20.000 en 25.000frank. Een CD-I-schijfkost 600 à 1500 frank.Een multimediale com-puter kost compleet tot400.000 frank. Maar erzijn beslist klonen te vin-den die viermaal goed-koper zijn. Voor wie aleen krachtige computerheeft worden Starter Mul-timedia Upgrade Kits aan-geboden waarvan de prijs

schommelt tussen 23.000 en 35.000 frank. Erbestaat een aanbod van CD-ROM’s met eenkeuze tussen 5000 en 80.000 frank. De prijzenvan deze hard- en software kunnen op de markt

Zoals elke nieuwe technologie heeftook het toepassen van multimedia zozijn knelpunten. Leerkrachten wordennog niet opgeleid om multimedia effi-ciënt in de klas te gebruiken. Het aan-bod van goede educatieve CD-I- of CD-ROM-schijven is beperkt. En weinig scho-len hebben er al het materieel voor.Volgens een recent onderzoek van hetCentrum voor Onderwijsmedia (COM) -Departement Onderwijs bezitten slechts1␣ % van de Vlaamse basisscholen eenCD-ROM-speler. In het secundair on-derwijs hebben 5␣ % er een maar slechts2␣ % van de leraars kan er over beschik-ken. In het hoger onderwijs bezitten22␣ % van de directies een CD-ROM-con-figuratie. Amper 7␣ % van de leerkrach-ten kan er echter gebruik van maken.Maar de interactieve CD-I leraar is zon-der twijfel aan zijn opmars begonnen. ■

• Philips ontwikkelt samen met een groep Vlaamseonderwijsmensen 4 CD-I-programma’s voor hetsecundair onderwijs, twee voor biologie en tweevoor aardrijkskunde. S. Roels weet hier meerover: Philips Interactive Media Systems - Tweesta-tionsstraat 80 - 1070 Brussel - +␣ 02-525 77 71• IBM Blue Line - Victoria Regina Square 1 -1210 Brussel - +␣ 02-225 33 33• An Vanoverschelde (ARGO): Pastoriestraat113 - 3370 Boutersem - +␣ en fax 016-73 49 76

precies eender uitzien kan men zealleen op hun eigen toestel afspelen.Nochtans kunnen zowel de CD-I-speler als de CD-ROM van het multi-session-type Foto-CD’s weergeven.

Opmars in de scholen

Page 26: Klasse voor Leraren 38

26 KLASSE NR.38

E INDTERMEN

Als de verwarming uit-valt in de klas zijn deleerlingen in staat daar-

voor eenvoudige maar lo-gische verklaringen te be-denken. Dat wordt vol-

Eenpluimpje

leren geven

zingeving, leven in een multiculturele samenle-ving enz. worden hier aangesneden. De leerlingenkunnen bijvoorbeeld uitleggen wat de rol van deeerste minister is en waarom ons land blauwhel-men naar ex-Joegoslavië stuurt.• TECHNOLOGIE: De mens grijpt in in de na-tuur. Hij benut materialen, krachten, energie-bronnen en werktuigen om dingen te maken.Meer aandacht voor techniek in de lagere schoolkan ook bijdragen tot het doorbreken van dejongens-meisjes-rolpatronen voor techniek en tech-nische beroepen. Dat betekent niet dat een nieuw

kijk-, luister- of leesvakgeïntroduceerd wordt.Integendeel, met techno-logische vorming wordenkansen geboden om te ont-dekken, creatief te ont-werpen, te bouwen en teconstrueren. Centraal staanhet denkend handelen enhet handelend denken invoor leerlingen herken-bare technische contex-ten. Hoe rem je preciesmet je fiets en welk on-derdeel van een fietsremblokkeert het wiel? Hoe

Over enkele jaren worden de aparte vakken inde basisschool afgebouwd. In de plaats komen vijfleergebieden: lichamelijke opvoeding, muzischevorming, taal, wiskunde en wereldoriëntatie. Daar-naast worden leren leren en sociale vaardighedendoorlopend, van de eerste klas tot het laatste jaarvan het secundair onderwijs, in het leerprocesingeschakeld. In deze bijdrage wandelen we eensdoor het veld voorstellen voor wereldoriëntatie,sociale vaardigheden en leren leren.

Wereldoriëntatie (WO) is geen vreemdwoord op veel scholen. Maar soms wordthet een containerbegrip waar allevage vakken in terechtkomen. Ditleergebied wordt nu ingedeeld inzes samenhangende domeinen: na-tuur, mens, maatschappij, technolo-gie, tijd en ruimte.

Blauwhelmen• NATUUR: De leerlingen verwerven kennis,inzicht, vaardigheden en attitudes over zowelde levende als de niet-levende natuur. Doel-stellingen over gezondheidsopvoeding en mi-lieu-educatie sluiten hierbij aan. De leerlin-gen ontwikkelen bijvoorbeeld een idee vanwat oneindig ver is, van afstanden in het heelal,van de tijd sinds het ontstaan van de aarde. Of zezien in dat de sluiting van een milieuvervuilendefabriek de tewerkstelling in gevaar brengt.• MENS: Ik en mezelf; ik en de ander; de anderenen ik als groep waarbij ook aandacht gaat naarinterculturele communicatievaardigheden. De leer-lingen verwoorden welke gevoelens ze associërenmet verliefdheid. Ze illustreren dat het stoergedrag van jongens tegenover meisjes vaakverlegenheid of onzekerheid tegenover hetandere geslacht camoufleert.• MAATSCHAPPIJ: Cultuur, economie(consumentenopvoeding), samenle-vingsvormen, politiek, regelgeving,levensbeschouwelijke en esthetische

moet je de handleiding bij speelgoed of een con-structiedoos juist begrijpen? En hoe controleer jeof een constructie voldoet aan de vooropgesteldeeisen?• TIJD: Leerlingen verwerven inzicht en leren

omgaan met de dagelijkse (of cy-clische) tijd en met de histo-rische (of lineaire) tijd. Eenindeling in tien periodes schetstde eigen -vooral Europese-

gens de nieuweeindtermen vanhen verwacht

aan het eindevan de basis-school. Maar ook dat zeverliefdheid kunnen ver-woorden en moeten we-ten waarom onze blauw-helmen in Somalië zit-ten. Helemaal denkverszijn de vakoverschrijdendeeindtermen, leren leren ensociale vaardigheden. El-kaar een pluimpje lerengeven bijvoorbeeld.

Page 27: Klasse voor Leraren 38

KLASSE NR.38 27

geschiedenis chronologisch. De leerlingenkunnen hierbij zowel Caesar als Gorbatsjovin de juiste tijd situeren. Wat moeilijker ligthet onderscheiden van een feit en een me-ning. «Napoleon was een keizer» verwijstnaar een feit en «Napoleon was een goedman» naar een mening. Dat verschil moetende leerlingen kennen.• RUIMTE: De leerlingen moeten vooralvaardig worden in het zich oriënteren in deruimte, zowel in de eigen omgeving als invoor hen onbekende omgevingen. Een voor-beeld van zo’n eindterm is de afstand tussenthuis en een vakantiebestemming realis-tisch kunnen inschatten. Even moeilijker ishet samenvoegen van bronnenmateriaal,aspecten van het economisch, sociaal encultureel leven van mensen in een anderland reconstrueren en een analyse makenvan gelijkenissen en verschillen met huneigen leven.

Niet klikkenOm deel te nemen aan het sociale leven

moet je sociaal vaardig zijn. Daar de arbeidsteeds meer in groepsverband gebeurt is daartoeeen speciale sociale samenwerkingscompe-tentie vereist. De voorstellen over deze vaar-digheden zijn minimale eindtermen. Daar-door blijft er veel plaats over om een hogerwensniveau per school te ontwikkelen.

Wellicht maakt de volgende rist voor-stellen duidelijk wat men concreet bedoeltmet sociale vaardigheden. Het woord kun-nen nemen in een groepsgesprek; iemandlaten uitspreken en hem niet onnodig in derede vallen; niemand wegpesten; de anderbij gelegenheid eens een pluimpje geven;

een ander in moeilijkhe-den kunnen bijstaan doorbijvoorbeeld tijdens zijn af-wezigheid in de klas voorhem notities te nemen; deleiding op zich nemen vaneen taakgroepje of spel; zichverzetten tegen ten onrechteuitgelachen of gepest wor-den; zich niets laten ont-futselen; zich op de ach-tergrond of afzijdig kun-nen houden; niet klikken;hulp weigeren als daar eengoede reden voor is; deeigen onkunde of misluk-king kunnen toegeven zon-der valse excuses; zichdurven uitspreken over watmen wil; spontaan toezienop de naleving van de re-gels en de taakverdelingdie in de groep werden afgesproken; zichweten te verdedigen tegen ongewenste li-chamelijke nabijheid of intimiteit van leef-tijdgenoten of ouderen...

Kritisch luisterenBij het leren zijn het meegeven van atti-

tudes en de manier van aanpakken vaakbelangrijker dan de leerstof zelf. Maar in hetvele materiaal over leren leren vindt de niet-

«Stoer gedrag van jongens tegenovermeisjes verbergt vaak onzekerheidtegenover het andere geslacht», eeninzicht dat kinderen door de nieuweeindtermen wordt bijgebracht.

werk kunnen nalezen vooraleer het af tegeven hoort bij sturings- en controleactivitei-ten. Ten slotte zijn er algemene attitudes alszelf naar oplossingen zoeken voor men hulpvraagt. In de tweede graad bevatten de voor-stellen onder meer: mondelinge instructiesdie uit vier delen bestaan uitvoeren en thuiszelfstandig voort werken aan eenvoudig op-gelegde taken die op school grondig werdenvoorbereid. Voorts is het gebruiken van

Oók een eindterm: zich

leren verdedigen tegen

ongewenste intimiteiten.

gespecialiseerde leerkracht amperde weg. Ook de aanpak van leer-krachten en scholen verschilt enorm.Sommige leerkrachten besteden veelaandacht aan het leerproces, ande-

ren bijna geen. Vaker krij-gen leerlingen in hun school-

loopbaan verschillende ensoms verwarrende signalen overstudiemethoden en leren leren. De sa-

menhang ontbreekt en daarom wer-den eindtermen voor leren leren ge-

formuleerd vanaf de eerste klaslager onderwijs tot en met hetzesde leerjaar secundair onder-wijs. Hiermee kan de leerlingevolueren, van eenvoudige vaar-digheden, attitudes en techniekendie bij zijn ontwikkelingsni-veau passen, tot meer com-plexe in de hogere jaren vanhet secundair onderwijs.

In de eerste graad van delagere school kunnen deleerlingen bijvoorbeeld hunbank ordelijk organise-ren, alles klaar leggen

met het oog op een op-dracht of hun boe-kentas ordelijk schik-ken. Bij deze leervaar-

digheden en strategieënhoren nog andere concrete

doelstellingen als gedurende 10minuten geconcentreerd aan een op-

gegeven taak blijven werken, gedurende 5minuten gericht luisteren of wat gelezenwerd met eigen woorden navertellen. Een

middeltjes om iets in het geheugen op teroepen een sturingsactiviteit. Hierbij komtook het met eigen woorden herformulerenvan een opdracht aan bod. Uit een eenvou-dige tekst enkele kernzinnen halen, er be-langrijke dingen in onderstrepen of een be-perkte hoeveelheid leerstof actief inprentenzijn doelstellingen voor de derde graad. Leer-lingen moeten ook kunnen uitleggen watstorend is voor hun eigen leren en wat zedaaraan kunnen doen.

In kritisch luisteren als de leerkracht of demedeleerlingen iets naar voor brengen zit aleen overgang naar de eerste graad van hetsecundair onderwijs. Daar wordt nogal belanggehecht aan het leren van samenhangendeinformatie. De leerlingen moeten er verschil-lende leestechnieken kunnen toepassen: dia-gonaal of oriënterend, snel, skimmend, inten-sief, traag en nauwkeurig en er op letten datwat men denkt te lezen er ook werkelijk staat.

De maatschappelijke discussie over de eindter-men is aan de gang. U kunt op school en in deopenbare bibliotheken de hele verzameling voor-stellen van de eindtermen voor het kleuter- enlager onderwijs inkijken. Tot 15 december kuntu nog informatie vragen of opmerkingen kwijt bijInfocel Eindtermen - Postbus 920 - 1000 Brussel- +␣ 02-219 18 00 en fax 02-219 77 73.

Page 28: Klasse voor Leraren 38

28 KLASSE NR.38

TAALEXAMEN

Onderwijzer Guy D. geeftles in een Vlaamse lage-re school in het Brussel-

se. Omdat hij niet slaag-de voor het examen gron-dig Frans krijgt hij nu

«Niet alle Belgische onderwijzers zijn gelijkvoor de wet. Wie in het Brusselse werkt, wordtgediscrimineerd», zeggen sommige onderwijzers.In de lagere scholen van de Vlaamse taalgrensge-meenten en in het arrondissement Brussel-Hoofdstadis het onderwijs van het Frans als tweede taalwettelijk verplicht. Wie er het Frans onderwijstmoet een getuigschrift van grondige kennis vandie tweede taal voorleggen. Veel onderwijzersvrezen dat ze zonder dit bijkomend diploma geenkans maken op een benoeming. Is dat waar?RAF DEMETS, hoofdtaalinspecteur: «Het is niet waardat het getuigschrift van grondige kennis van deverplichte tweede taal Frans voor het onderwijs inde lagere scholen een voorwaarde is om benoemdte worden. In artikel 14 van de taalregeling in hetonderwijs staat dat dit onderwijs moet wordengegeven door een onderwijzer die het bewijs heeftgeleverd van zijn grondige kennis van de tweedetaal. Ook de Raad van State stelde in 1988 al datalleen van de onderwijzers die Frans geven eengrondige kennis van die taal wordt geëist. Dat alleonderwijzers in het bezit zouden moeten zijn vanzo’n bewijs is een onjuiste interpretering vanartikel 14. Wel veralgemenen de scholen deze

voorwaarde uit gemak. In het Brusselse ishet onderwijs van het Frans verplicht

vanaf de derde klas. Wie in deeerste of tweede klas les geeftmoet geen getuigschrift voor-leggen. Maar als hij wegensreorganisatie in de school hetjaar daarop voor een zesdeklas moet staan én zelf hetonderwijs in de tweede taalgeeft, moet hij zijn grondigekennis bewijzen. Een afwij-king hierop geldt voor éénjaar en kan slechts tweemaalhernieuwd worden.»

KlachtenAndere oplossingen zijn

evenwel mogelijk. In de Frans-talige gemeenschap wordenbijzondere leerkrachten opge-leid om uitsluitend de ver-plichte tweede taal Nederlandste onderwijzen. In de meesteVlaamse scholengemeenschap-pen kunnen onderwijzers die

wel het getuigschrift behaalden in alle klasseninstaan voor de verplichte lessen Frans. Dat ver-eist uiteraard een andere organisatie. In kleinerescholen kan dat voor moeilijkheden zorgen.

Dit taalexamen lijkt op het moeten behalenvan een bijkomend diploma omdat het na de nor-maalschool moet worden afgelegd. Dit examengrondig Frans integreren in het eindexamen vande pedagogische hogescholen is niet mogelijkwegens de huidige taalwetgeving. Het bewijs vande grondige kennis moet namelijk ten overstaanvan een bij KB ingestelde examencommissie wor-den geleverd.

Vaker zijn er klachten dat het examenpro-gramma te vaag is omschreven en dat de kandida-ten zich hierdoor moeilijk kunnen voorbereiden.De stof voor het examen omvat de kennis dienodig is om in de zesde klas Frans te kunnenonderrichten. Het examen zelf bevat een schrifte-lijk gedeelte met meestal een dictee uit een hand-boek tweede taal. Dat is ook de basis voor desteloefening.

Betuttelend?In het mondelinge gedeelte beoordelen de ju-

ryleden de taalbeheersing. «Ik kreeg allerlei meer-voudsvormen te verklaren en regeltjes uit te leg-gen», getuigt een kandidaat. «Ik vond de conver-satieproef nogal betuttelend en vrij willekeurig.Sommigen mochten gewoon over zichzelf pratenen anderen moesten een reeks synoniemen op-sommen.»

In het derde gedeelte krijgt de kandidaat opvoorhand een lesonderwerp. Hij kan dit didac-tisch gedeelte dus voorbereiden.

DEMETS: «Drie vierde van de kandidaten slagenuiteindelijk, ook al hebben ze daar soms meerbeurten voor nodig. Velen kunnen niet foutloosschrijven of drukken zich gebrekkig uit in hetFrans. De les hebben ze grondig voorbereid maareenmaal als ze in een gewoon gesprekje wordenbetrokken, vallen ze nogal eens vaker door deFranse mand.»

De regels voor de taalexamens over de kennisvan het Frans als tweede taal in het lager onder-wijs worden rond februari aangekondigd in eenomzendbrief. ■

Wie nu al meer inlichtingen wil neemt contact met hetsecretariaat taalexamens - Departement Onderwijs -mevr. G. Van Leuven - Koningsstraat 138 - bureau 522- 1000 Brussel - +␣ 02-211 45 91

Niet alle onderwijzers moeteneen getuigschrift behalen overhun grondige kennis van hetFrans.

Demeester moet

Frans kennen

van de inrich-tende machtzijn ontslag. Hij stondnochtans op het puntbenoemd te worden. «Hijmoet eerst maar buitende Brusselse agglomera-tie een job trachten tevinden», zegt zijn school-directeur. «Als hij laterslaagt voor het taalexa-men kan hij eventueelterugkomen.» Kan dat zomaar of bestaan er tweesoorten onderwijzers?

Page 29: Klasse voor Leraren 38

KLASSE NR.38 29

U kunt uw schooladmi-nistratie automatiseren.Softwareleveranciers le-veren hiervoor kant enklare pakketten. Het De-partement Onderwijs iszelf geen leverancier en Als de

softwareboeraanbelt

stelt ook geenbeste koopvoor. De marktis vrij en dàt maakt dekeuze net zo moeilijk.

in 1995. Voor het elektronisch doorseinenvan personeelsgegevens worstelt men nogmet de beveiliging. De informatici moeteneerst een soort elektronische handtekeningontwikkelen eer de scholen de interfacekunnen gebruiken.

Sommige scholen hebben nog geen com-puters of software. Zij kunnen hun gege-vens zoals vroeger op papier zetten. Datblijft dan wel een zware klus.

Andere scholen hebben wel computersmaar nog geen programma om hun admini-stratieve taken te automatiseren. Als ze nietwijs raken uit het marktaanbod kunnen ze

❻Kan de leverancier zijn produkt geduren-de een lange periode ondersteunen? Hoe-veel klanten heeft hij? Hoe groot is hetbedrijf en hoeveel winst boekt het?

Het basisonderwijs kan dit schooljaarvoor het eerst de leerlingentelling van fe-bruari op diskette naar het DepartementOnderwijs sturen. Vorig schooljaar maak-ten het secundair en het hoger onderwijs alkennis met de interface waarmee de scho-len hun gegevens voor de leerlingendata-bank via een elektronische weg kunnenovermaken.

Het Departement Onderwijs moedigt deelektronische weg aan om de gegevensstroomefficiënter te laten verlopen. Tal van scholenhebben niet gewacht op de aanmoedigingvan Brussel en beschikken al langer over eengeautomatiseerde schooladministratie. Daaromlegt het Departement geen bepaald soft-warepakket op. Het kan trouwens geen ge-standaardiseerd systeem voor alle scholenaanmaken. En een school kan in het be-stand van zijn eigen software-programmaveel meer gegevens opslaan dan het Depar-tement opvraagt. Elke school heeft anderebehoeften. Bijgevolg werd besloten dat descholen vrij mogen kiezen uit het markt-aanbod van de softwareboeren.

Elektronische handtekeningEr is wel een beperking aan die vrijheid.

Het Departement bepaalt namelijk de inter-face. Via de interface bepaalt het Departementwelke gegevens het nodig heeft en hoe dezegestructureerd moeten zijn. De softwareleve-rancier van de school moet natuurlijk eeninterface-programma ontwikkelen dat voldoetaan de technische eisen. Dat programma zaldan uit de databank van de schoolcomputerde nodige gegevens halen en ze verwerkenzodat het computerprogramma van het De-partement ze kan inlezen.

Op het ogenblik is er alleen een interfacebepaald voor het aanmaken van de leerlin-gendatabank. Interfaces voor de verwerkingvan de gegevens over de instellingen volgen

bij het Departement een invoerprogrammavoor de leerlingendatabank bekomen. Datis een minimaal programma waarmee meneen bestand kan aanmaken dat voldoet aande eisen van de interface. Het omvat even-wel geen volledige leerlingenadministratie.

Wie wel bij de softwareboer wil bestel-len, raadpleegt het best eerst zijn inrichten-de macht. Sommige overkoepelende orga-nisaties stellen een programma ter beschik-king. De klanten moeten hier een beroepdoen op een vaste leverancier.

Tien tipsVoor wie helemaal vrij mag kiezen geven wevolgende aandachtspunten.

❶Het commercieel programma moet dedoor het Departement gespecificeerde in-terface ondersteunen.

❷Informeer naar de prijs en let op de ver-houding prijs / functionaliteit. Sommigebetere pakketten kosten 100.000 frank. An-dere 20.000 of minder. Ze bieden natuurlijkniet allemaal dezelfde mogelijkheden. Som-mige pakketten bevatten overbodige «toe-ters en bellen», soms nutteloze functionali-teiten die wel indruk maken tijdens eendemonstratie.

❸Sommige geïntegreerde pakketten verei-sen een goede opleiding.

❹De wetgeving in de onderwijswereld ver-andert nogal eens. Geeft de leverancier degarantie dat hij zijn programma zal upgra-den? Onder welke voorwaarden zal hij datdoen en wat gaat dat kosten? Blijft hij devorige versie van het programma onder-steunen of moet de school een volledignieuw produkt kopen?

❺Zal de leverancier zijn programma aanpas-sen aan de wijzigingen aan de bestaande inter-face en aan de nog in te voeren interfaces?

kunt u alleen de toepassingsprogramma-tuur gebruiken?

❿De beste manier om een programma teevalueren is uw oor te luisteren leggen bijcollega’s die het al gebruiken. ■

Dringende technische vragen? Schrijf of bel naarHerman Van der Stichelen - DIC - DepartementOnderwijs - Rijksadministratief Centrum - Ar-cadengebouw - 1010 Brussel - +␣ 02-210 54 74Meer algemene inlichtingen? Vraag de brochureaan: «ONDERWIJS GAAT AUTO, De automati-sering van het Departement Onderwijs en deweerslag daarvan op de scholen» - Centrum voorInformatie en Documentatie - Koningsstraat 71 -1000 Brussel - +␣ 02-219 18 00

SCHOOLADMIN ISTRAT IE

❼Voorziet de leverancier in technische on-dersteuning zowel bij de invoering als bijhet gebruik van het programma?

❽Kunt u naar een helpdesk bellen als uwprogramma vastloopt?

❾Kunt u het programma zelf aanpassen enprogrammeren volgens uw behoeften of

Zestig procent van de Vlaamse scholenhebben een of meer computers in huis.

Page 30: Klasse voor Leraren 38

30 KLASSE NR.38

Het individu staat cen-traal in de westerse maat-schappij en dus ook nogaltijd in onze dagelijkseopvoeding en ons onder-wijs. Nochtans groeit erdoor allerlei nieuwe we-tenschappelijke inzichteneen nieuwmensbeeld:voorbij het in-dividu. Prof.Wielemans (KUL) legt debelangrijkste gevolgendaarvan uit voor leraars,leerlingen, scholen en be-

Er ziteen holon

in uw klasIedereen geeft zijn les of organiseert zijn school

zoals hij denkt dat het hoort. Die aanpak is nooittoevallig maar steunt steeds op een aan tijd enruimte gebonden dominant mensbeeld, ook albeseffen we dat niet altijd.PROF. WIELEMANS: «In onze westerse cultuur wordtde mens nog altijd zeer eng bepaald en opgevoed:als een onafhankelijk individu. Door de overac-centuering daarvan, ook in het onderwijs, gaanwe voorbij aan een andere, even wezenlijke di-mensie: de verbondenheid. Nieuwe wetenschap-pelijke inzichten op vele domeinen bewijzen datde mens méér is dan een individu. Hij is een

knooppunt van relaties. We kunnen dus op schoolniet langer vasthouden aan het individu–modeldat bijna uitsluitend persoonlijke aanleg en inzetbeloont, competitie stimuleert, vakken fragmen-teert, leerlingen scheidt en geneigd is alles teherleiden tot meetbare gegevens.»

Voorbij competitieHet nieuwe mensbeeld gaat «voorbij» het indi-

vidu. In de natuurwetenschap is het al langerduidelijk dat niet de groei van het organisme opzichzelf belangrijk is maar de co–evolutie van hetorganisme in en met zijn omgeving.PROF. WIELEMANS: «We zien dat de mens aangeslo-ten is op verschillende psycho–, socio– en ecosys-temen met vele lagen. Daarom kan competitieniet langer de centrale code zijn maar samenwer-king en wederzijdse afhankelijkheid. Dit nieuwemensbeeld heeft verregaande gevolgen voor hetbeeld van leerlingen, leraren en scholen, maarook voor de kwaliteit van hun interacties. Opvoe-ding en onderwijs moeten gericht zijn op hetmaximaal ontwikkelen van de mens in en samenmet zijn relaties.

Er rijzen daarbij heel wat vragen. Komt dekwaliteit van het onderwijs bijvoorbeeld hoofdza-kelijk tot uiting in het eindprodukt (kwaliteitsme-tingen op grond van examenuitslagen, aantallendoorstromers en zittenblijvers) of manifesteert diekwaliteit zich vooral in het dynamisch leer– enopvoedingsproces waarin leraars en leerlingen be-trokken zijn␣ ? Moet het onderwijs zich onderwer-pen aan het principe van de klantvriendelijkheid ofzijn er andere uitgangspunten waaraan ook deklantvriendelijkheid zich dient te onderwerpen␣ ?»

Een klas holonsProf. Wielemans heeft een indringende algemenevisie op de nieuwe mens ontwikkeld. Daarvoorsteunt hij op het historisch perspectief, de nieuwenatuurkunde, alternatieve psychologie en moder-ne sociologische theorieën. De mens komt daarinals «holon» naar voor: een geheel dat (net als elkander geheel in de natuur) bestaat uit zijn eigendelen én tegelijk een deel is van een groter geheel.Met «voorbij het individu» bedoelt hij voorbijreductie, fragmentering en economische wetma-

De mens is méér dan een individu: een holon.Dat geldt voor leraars én voor leerlingen.

ANALYSE

leidsvoerders. De klas zitvol holons en ook voor-aan staat er één: het «ik»wordt een knooppunt vanrelaties.

Page 31: Klasse voor Leraren 38

KLASSE NR.38 31

In dit kaderstuk plaatsen we zeven concrete inzichten uit de analyse van Prof.Wielemans naast elkaar. De eerste vier hebben betrekking op de relatie tussenleraar en leerling, de volgende drie op de inhoud van het onderwijs. In het «oude»mensbeeld staat het individu centraal, in het «nieuwe» zetten we een stap verder.

«Het individu centraal»

Oud

➊ De relatie tussen leraar en leerling isnog overwegend polair: de ene geeft, deandere ontvangt. De leraar weet alles. Hijmeet en evalueert de individuele aanleg,motivatie, interesse en inzet van de leer-ling.

➋ De leraar heeft een afstandelijke rolt.o.v. de leerlingen en de werkelijkheid.Hij scheidt kennen, kunnen en zijn indoceerbare en evalueerbare fragmenten.

➌ De leerstof staat centraal. De meestescholen reduceren jeugdigen tot «leerlin-gen». Volgens de foldertjes besteden zewel aandacht aan de gehele persoonlijk-heidsvorming maar het echte leven vol-trekt zich buiten de school of wordt uitge-steld en onderdrukt.

➍ Huidig onderwijs beloont onafhanke-lijk, individueel en competitief gedrag.Dat past nog bij het oude model waarinalleen persoonlijke begaafdheid, interesseen motivatie van de leerling centraal staan.

➎ Het onderwijs in de meeste Europeselanden steunt op scheiding: tussen alge-meen en beroepsonderwijs; tussen theo-rie en praktijk; tussen afzonderlijke on-derdeeltjes, schoolvakken en daarin ge-specialiseerde leerkrachten; tussen leer-lingen, schooltypes enz. Bovendien frag-menteren leerplannen de werkelijkheid.

➏ Typisch voor de westerse cultuur enhaar onderwijs is het streven naar objecti-viteit, rationele beheersing, logische con-sistentie en waarneembare feiten. Dit vei-lige denken lijkt een waardenvrije en neu-trale wegwijzer naar de toekomst.

➐ Sinds Galilei denken we dat weten-schappelijk experiment en meetbare ge-gevens (ook voor humane en sociale we-tenschappen) zaligmakend zijn.

«Voorbij het individu»

Nieuw

➊ Er komt een duale interactie tussenleraar en leerling. Zij zitten beiden in eencirculair leerproces dat een netwerk ismet vele lagen. Als de leraar de leerlingenevalueert, evalueert hij mede zichzelf.Zijn motivatie(-crisis) heeft onvermijde-lijk gevolgen voor de motivatie(-crisis)van de leerlingen.

➋ Leraar en leerling beïnvloeden elkaar.Ze «bewonen» elkaar en zijn in elkaarverankerd. Net als in de menselijke geestmoet er in de leersituatie eenheid eninteractie zijn tussen theorie en praktijk,tussen kennen, kunnen en zijn.

➌ Leraars, leerlingen en scholen zijn«beschreven met maatschappij». Ze le-ven in een web van relaties en strevingendat niet ophoudt aan de schoolpoort. Derelaties werken door in de hele school(eventueel via het verborgen leerplan).Het nieuwe verruimde mensbeeld roeptom een verruimde opvatting van leer-ling, leraar en school.

➍ Het groeiend bewustzijn dat mensennet als in een ecosysteem actieve onderde-len zijn van een levende planeet (met velelagen en systemen) legt veel meer de klemtoonop samenwerking en wederzijdse afhan-kelijkheid van alle betrokkenen. Dat moetenleraars en leerlingen leren.

➎ In een steeds complexer wordendemaatschappij is er meer behoefte aansynthesevorming, aan inzicht in de sa-menhang der dingen en zinzoekend ver-mogen. Dat humane en sociale weten-schappen in het onderwijs een secundai-re rol krijgen is bovendien een bedrei-ging voor de cultuur.

➏ Door de moderne fysica weten we datobjectiviteit niet bestaat omdat er altijdsamenhang is tussen waarneming en waar-nemer. Leerlingen moeten dus meer wordenvoorbereid op participerend weten enhandelen. Dit is een belangrijk inzichtvoor doelstellingen, eindtermen en eva-luatie. Wetenschap en technologie im-pliceren bovendien intellectuele en mo-rele verantwoordelijkheid van de mens.Dat is nooit waardenvrij.

➐ Nieuwe inzichten hebben duidelijkgemaakt dat die methode beperkt is («men-sen bevatten elektronen maar elektronenbevatten geen mensen»). We moeten duso.a. ook symbolische betekenissen lereninterpreteren, verschillende methodes aan-leren en ook in het onderwijs het zoe-kend karakter van elke methode bena-drukken.

tigheid naar een optimalisering van de mensdie moet leren meesturen, doel en zin zoe-kend participeren aan een evoluerende, le-vende planeet.

Als specialist in de relatie tussen maat-schappij, cultuur, opvoeding en onderwijslegt hij het verband uit tussen het nieuwemensbeeld en de schoolpraktijk maar geefthij ook adviezen voor vernieuwing, begelei-ding, lokaal en centraal onderwijsbeleid.

Misbruikt onderwijsPROF. WIELEMANS: «Enerzijds wordt de maat-schappij, waarin het onderwijs bestaat, zon-der al te veel discussie tot «norm» verhevenen tot veilig eindstation voor alle onderwijs-bestemmingen. Anderzijds ontstaat de in-druk dat het onderwijs wordt gebruikt, enzelfs misbruikt, om de zwaarste maatschap-pelijke problemen (werkloosheid, crimina-liteit enz.) op te lossen. Niettegenstaandedeze problemen niet of slechts in geringemate door het onderwijs zelf zijn veroor-zaakt, wordt het toch verantwoordelijk ge-acht er oplossingen voor te vinden. Anderekrachten, instellingen en instanties in die-zelfde maatschappij (b.v. het economischsysteem), die veel nauwer betrokken zijn bijde oorzaak van deze problemen en die veelmeer vermogen bezitten om er een oplos-sing voor te bieden, worden meestal vrijgesproken en ontlast van de verantwoorde-lijkheid. Zo wordt het idealisme van onder-wijsvernieuwers misbruikt en voorbestemdte mislukken omdat aan het onerwijs tézware en onrealistische taken worden opge-legd. Wanneer aan het onderwijs socialedoelstellingen worden opgelegd moet hetbij de realisering daarvan kunnen rekenenop de inzet van andere maatschappelijkesubsystemen. Zoniet moet het onderwijs(geïsoleerd, ideologisch misbruikt en «ge-promoveerd» tot autonome en verantwoor-delijke instelling) die taken afwijzen.»

Voorbij het individu – Prof. Wielemans (KUL) –Leuven – Apeldoorn 1993 – Uitgeverij Garant –+␣ 016–25 31 31 – 795␣ fr.)

Page 32: Klasse voor Leraren 38

(advertentie)

(advertentie)

Page 33: Klasse voor Leraren 38

KLASSE NR.38 33

DYNAMO 2

school gaat in het project Schitterende lijken met alleklassen ASO en TSO een heel jaar werken rond hetsurrealisme. Alle vakken zullen aangetast worden:alle talen, esthetica, geschiedenis, muziek, plastische

Amper vier procent vande scholen diende eensubsidieaanvraag in voor

een project om «de schoolin beweging te zetten»via Dynamo2 van hetDepartement Onderwijs.Toch gaat er dit jaarmeteen 3,6 miljoen naar102 projecten. De groot-ste beloning is voor de«Schitterende lijken» vanWaregem. Bent u er vol-gend schooljaar ook bij␣ ?

lijkenSchitterende

De eerste Dynamo 2–catalogus bevatte 109 aan-biedingen binnen zeven verschillende werkvelden:bedrijvige, culturele, democratische, gezonde, groe-ne, sportieve en veilige school. Elke school konhieruit een aanbieding selecteren en die in een eigenproject kaderen. Wie zijn gading niet vond, kon inde «open ruimte» zelf voorstellen formuleren. Inbeide gevallen bestond dan de mogelijkheid omvoor de concrete realisatie van duurdere projectenfinanciële steun van het Departement Onderwijs tekrijgen. De school moest dan wel zijn project om-standig motiveren mét oog voor de specifieke crite-ria van het Dynamo 2–project. Die criteria zijninpassing in het schoolwerkplan, longitudinale wer-king, continue werking, vakoverschrijdende aan-

pak en hoge participatiegraad van de leerlingen.Ondanks duizenden affiches en folders, spots op

radio en televisie en een catalogus op elke schoolgingen maar 146 scholen de uitdaging aan. Zijdienden 383 projecten in. De culturele school kreeg124 aanvragen, de democratische 93, de bedrijvige75, de groene 68, de gezonde 11, de sportieveeveneens 11 en de veilige school 1. De «open ruim-te» kreeg 81 aanvragen. Deze ongelijke verdelingwas al aanwezig in de catalogus zelf: de 109 aanbie-dingen waren zeer ongelijk verdeeld over de zevenwerkvelden. Op het eerste gezicht lijkt de deelne-ming vrij minimaal: slechts 1 op 27 scholen heefteen aanvraag ingediend. Veel projecten uit de cata-logus zijn echter gratis of bijna gratis. Hoeveel scho-len rechtstreeks contact nemen met de betrokkenorganisaties is niet geweten. Daarenboven is dezeeerste catalogus –eigenlijk een nulnummer– vrij laatverspreid. De nieuwe uitgave zal al in februari opelke school toekomen. Daardoor zullen de scholenveel meer tijd hebben om hun project uit te werkenen hun aanvraag in te dienen. Een aantal aanvragenbleken helemaal niet te voldoen aan de criteria. Zo ishet inderdaad niet de bedoeling dat het departementhet zoveelste schooluitstapje of het bijwonen vaneen theatervoorstelling betaalt.

DroombeeldenNa evaluatie kwamen 102 dossiers in aanmer-

king voor financiële steun door het DepartementOnderwijs. Dat is ongeveer één op drie. In totaal

werd dit jaar 3,6miljoen verdeeld.De bedragenschommelentussen 1800␣ fr.en 310.000␣ fr.Het hoogste be-drag gaat naareen «cultureel»project van hetHeilig Hartcol-lege en HeiligHart Handelsin-stituut uit Wa-regem. Deze

opvoeding enz. De school or-ganiseert tentoonstellingen,theater– en filmvoorstellingen, concerten en poëzie-voordrachten. De leerlingen maken zelf video–mon-tages, creëren poëzie en kortverhalen, ontwerpencomputerprogramma’s, visualiseren droombeeldenenz. Onderdirecteur Jean–Marie Noreillie: «Voor-eerst is het de keuze van de leerlingen zelf. Het themageeft de mogelijkheid om verschillende disciplinesin kunstuiting te raken, ook vanuit verschillendevakken. Ten slotte is het surrealistisch denken eenlevenshouding, een wijze van benaderen van derealiteit, die voor elke leeftijdsgroep een begripsni-veau kan insluiten. Deze wijze van «lateraal denken»is een onmisbare schakel in het opvoedingsmodeldat wij onze leerlingen willen aanbieden.» De Dyna-mo 2–stuurgroep vond dat dit project het best tege-moet kwam aan alle criteria en betaalt de helft van debegroting: 310.000␣ fr.

Het Centrum voor Deeltijds Onderwijs van Cam-pus Redingenhof Koninklijk Atheneum uit Leuven(2de en 3de graad) heeft een fietsatelier opgestart enkrijgt daarvoor 35.000␣ fr. De leerlingen recyclerenoude fietskaders en –onderdelen om reglementairefietsen te koop aan te bieden. «De pedagogischedoelstellingen zijn grotere betrokkenheid, verant-woordelijkheid en zelfstandigheid van de leerlingenen een verhoging van hun studiemotivatie. Puureconomisch willen we natuurlijk de fietsen verko-pen en een klantenbestand opbouwen», zeggen pro-jectverantwoordelijken Romain Blockx en Rita Beckers.

SteraanbiedingenHet Vrij Technisch Instituut uit Kortrijk (3de

graad BSO) knapt een woning op voor de VierdeWereld i.s.m. een sociaal verhuurkantoor en hetbuurtwerk en krijgt daarvoor 100.000␣ fr. Projectver-antwoordelijke Filiep Devoldere: «Het project is opschool voorbereid in de praktijk– en theorielessenvan de opleiding houtbewerking. Die leerlingen heb-ben alles uitgetekend en berekend. Tijdens de stage-periode gaan de afdelingen bouw, sanitair, elektrici-teit en schilderen–decoratie aan de slag. Er zal trou-wens ook heel wat vrijwilligerswerk buiten de schoolurenaan te pas komen, zowel voor leerlingen als voorleerkrachten.»

Elk jaar kiest de stuurgroep ook één speciaalthema. Deze eerste keer was dat de democratischeschool, meer bepaald het thema racisme en verdraag-zaamheid. De eerste bijzondere beloning gaat naarhet Koninklijk Atheneum I van Oostende waar delaatstejaars in alle lessen rond racisme zullen wer-ken. Zij mogen een bezoek brengen aan het AnneFrank–huis en de Anne Frank–stichting in Amster-dam.

Begin februari zal de nieuwe catalogus op uwschool toekomen. U hebt dan tot half mei om uwkeuze te maken, een project uit te werken en uwaanvraag in te dienen. De catalogus zal trouwens eenaantal steraanbiedingen bevatten: dure, maar waar-devolle initiatieven die extra worden getipt. Nieuw isook dat voortaan ook de leerlingen eigen projectenkunnen indienen. ■

Inlichtingen: Centrum voor Informatie en Documentatie –Veronique Adriaens – Koningsstraat 71 – 1000 Brussel –+␣ 02–219 18 00

Leerlingen uit het deeltijds BSOrecycleren oude fietskaders en–onderdelen tot «nieuwe»fietsen: één van de gesubsidi-eerde projecten.

Page 34: Klasse voor Leraren 38

(advertentie)

Page 35: Klasse voor Leraren 38

(advertentie)

Page 36: Klasse voor Leraren 38

GRAAG STUDERENBijna de helft van deleerlingen (zesde klas ba-sisonderwijs) zeggengraag (27␣ %) tot zeergraag (21␣ %) te stude-ren. Eén op de drie vindtstuderen niet leuk. Zestuderen niet graag(18␣ %) tot zeker nietgraag (13␣ %). De rest(21␣ %) weet het niet ze-ker. Er is op dit vlak geenverschil tussen jongensen meisjes.(School, gezin en welbe-vinden – H. Brutsaert –1993)

Afgiftekantoor Brussel X

- Ministerie van de V

laamse G

emeenschap

Departem

ent Onderw

ijs - Redactiesecretariaat K

LASSE

Koningsstraat 138 - 1000 Brussel

TIJD

SCH

RIFT

verschijnt maandelijks (behalve in juli en augustus)

U.V.