Klasse voor Leraren 17

38

description

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen. Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

Transcript of Klasse voor Leraren 17

Page 1: Klasse voor Leraren 17
Page 2: Klasse voor Leraren 17

(advertentie)

Page 3: Klasse voor Leraren 17

(advertentie)

Page 4: Klasse voor Leraren 17

(advertentie)

Page 5: Klasse voor Leraren 17

KLASSEMaandblad voor Onderwijs inVlaanderenUitgegeven door het Ministerievan de Vlaamse GemeenschapDepartement Onderwijs

RedactieLeo BormansPatrick De BusscherGaby De Moor

Koningsstraat 1388ste verdieping1000 BrusselTel. redactie 02–211 46 60

02–211 46 61Tel. abonnementen enadministratie 02–211 46 58Telefax 02–210 54 09

ProduktiesecretariaatAnny Lecocq

AdministratieDiana De Caluwé

Verantwoordelijke uitgeverF. De Smul

Voorzitter RedactiecomitéJ. Helincks, directeur–generaal

Foto’s : Luc DaelemansCartoons : Dirk VercamptLay–out : Artefact, Leuven

Gedrukt op de persen van hetMinisterie van de Vlaamse Ge-meenschap, DepartementenOnderwijs en Leefmilieu &Infrastructuur.

Abonnementen–␣ 700 fr. per jaar (10␣ nummers)–␣ Speciaal tarief uitsluitend voorleerkrachten␣ :␣ 450 fr. op rekening-nummer 091–2203004– 66 vanMinisterie Vlaamse Gemeenschap,Departement Onderwijs, Informa-tie en Bibliotheek, Koningsstraat150, 1000 Brussel, met vermeldingvan naam, voornaam en adres.

Uw onderwijsliteratuur :Centrale BibliotheekKoningsstraat 150, 1000 Brussel.Tel. 02–210 53 73Uitlening per post:Tel. 02–210 53 80Uw vragen over onderwijs :Centrum voor Informatie enDocumentatieKoningsstraat 150, 1000 Brussel.Tel. 02–210 54 00

IN DIT NUMMER KLASSE nr. 17 September '91

VIZIER p. 6–15U had dat hier de voorbije maanden moeten meemaken␣ : eengigantische verhuis van mensen, meubels en dossiers. Hetministerie heet nu Departement Onderwijs en is grondiggereorganiseerd.KLASSE trekt dozen, kasten en deuren open en leidt u rond inde nieuwe structuur van het departement.Brussel hoeft niet dat ondoorzichtig kluwen te zijn waarin allesen iedereen vastloopt. Een diepgaande verandering.

ACTIE p. 16–19– Scholen werken mee aan een leefbare aarde␣ : van hier tot inhet regenwoud.– Negenduizend leerkrachten zetten ook de tweede stap naarde computer in de klas.– Jongeren weten meer over drugs dan hun leraars. Maar hoelang nog␣ ?

GIDS p. 20–23– Twintig lezers van KLASSE nemen onderwijsminister Coensonder vuur.– Stages in het buitenland.– Wat is er nieuw dit schooljaar␣ ?

PERS p. 24–25Over onderwijs wordt ontzettend veel geschreven. KLASSEknipt voor u in kranten en tijdschriften.

FORUM p. 26–29– Leerlingen falen niet, wel het systeem.– We leren leerlingen te weinig kritisch denken.– Knelpunt. Hoe gaat u om met faalangst␣ ?

DE INFOLIJN p. 31De rubriek Schoolagenda verdwijnt. In de plaats daarvan komtDe Infolijn voor al uw vragen over onderwijs. En interessan-ter nog␣ : ook voor de antwoorden daarop.

IDEE p. 33–38De rubriek IDEE wordt nog overzichtelijker. Vier grote blok-ken␣ : Zeker Lezen, Zeker Zien, Zeker Weten en Zeker Doenmet de beste onderwijstips voor literatuur, tentoonstellingen,vorming en activiteiten. Daarnaast steeds meer bruikbareideeën voor de dagelijkse praktijk. Graag gedaan.

OVERROMPELD

Ons briefje bij de wedde–uittreksels zorgde hier voor een overrompeling.

Zo’n vijfduizend leraars vroegen een proefexemplaar aan van KLASSE.

Velen hadden het blad nooit gezien. En de meesten namen meteen een

abonnement.

Hartelijk welkom aan al die nieuwe lezers en aan de tienduizenden die nu elke maand in KLASSE

duiken voor wat hen boeit␣ : onderwijs.

In de volgende nummers o.a. de leraars van de toekomst en de (de)motivatie van de leraars.

Een stafkaart voor deonderwijsdoolhof.VIZIER p. 6

20 lezers van KLASSE nemenminister Coens onder vuur.GIDS p. 20

Leerlingen moeten niet tesnel hun vinger opsteken.FORUM p. 26

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣5

Page 6: Klasse voor Leraren 17

6 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

Grote verhuis op het Departement Onderwijs.

VIZIER

Het studiebureau Andersen Consulting heeft het oude ministeriedoorgelicht (zie KLASSE 2, februari 90). De resultaten van dat onderzoekzijn samengebracht in een Informatiestuurplan. Dat omvat 49 projecten,gespreid over vijf jaar. Kostprijs één miljard frank. Het plan werd een jaargeleden door de Vlaamse Executieve goedgekeurd en dit schooljaar zijnde eerste effecten ervan in de scholen voelbaar.

EEN GROOT PLANHet plan wordt uitgevoerd door de administratie samen met het

studiebureau dat instaat voor de kwaliteitsbewaking.Secretaris–generaal Georges Monard␣ : «We willen zo snel mogelijk af

van het oude en versleten ministerie–imago. Binnenkort zal het Departe-ment Onderwijs zich kunnen meten met andere goed functionerendedienstverlenende bedrijven. Wij zijn resoluut de weg van de modernise-ring ingeslagen. Dat is een breed begrip, ik weet het. Maar we zijn danook op verschillende terreinen tegelijk actief␣ : reorganisatie, rationalise-ring, informatisering, een stevig management en een cultuurwijzigingbinnen het departement. Projectmatig werken maakt daar onder andere

deel van uit. Maar één van de hoofddoelstellingen isdienstverlening afgestemd op het onderwijsgebeuren.Daarom is het voor ons van zeer groot belang onzeklantenrelatie goed te verzorgen, zowel met de scholenals met de leerkrachten. Zij brengen het onderwijs tenslot-te tot bij de leerling en verdienen van het departement eenoptimale ondersteuning. Ook de inrichtende machten, deouders, de leerlingen en het brede publiek hebben rechtop een betere dienstverlening. De onderwijsgemeen-schap en elke Vlaamse belastingbetaler verwacht dat hetjaarlijks miljardenbudget accuraat wordt besteed. Daar-om zetten wij nu alle moderne technieken in om hetonderwijsbeleid te ondersteunen en met het gegeven

budget het beste resultaat te bereiken.Het gaat om een groot project waarvan de werkstations, de scholen-

interface en de automatisering van het departement meteen het sterkstin het oog springen.

Uit het onderzoek bleek dat we niet alleen de informatiestroomtussen school en departement moeten optimaliseren, maar ook deinformatiestromen en de verwerking binnen het departement. Zonderdat sluitstuk rendeert geen enkel moderniseringsinitiatief.»

STIJGENDE PRODUKTIVITEITFrans Decuyper, leider Departementale Informatica Cel␣ : «De admi-

nistratieve functies zullen een pak produktiever verlopen. Vooral in deverwerking van de personeelsdossiers zit een produktiviteitswinst vandertig procent. Die wordt natuurlijk maar geleidelijk aan opgebouwd, nade invoering van alle toepassingen. Op vier jaar moet dat doel bereiktzijn. Maar er zijn nog meer voordelen␣ : betere dienstverlening aan onzeklanten, gerationaliseerde en geautomatiseerde communicatie met descholen, betere doorstroming binnen het departement zelf, uitbetalingvan correcte bedragen, aanmaak van precieze beleidsinformatie enz. Wevolgen de uitwerking van het plan stap voor stap, dag na dag. We hebbenal heel wat gerealiseerd maar uiteraard zijn er her en der vertragingen enmoeilijkheden. Het budget voor informatica werd met 100 miljoenverhoogd. Maar we hadden 171 miljoen gevraagd. En er is dringendbehoefte aan meer informatici, programmeurs en operateurs.»

NIET OP EEN DAGDaniël Coens, Gemeenschapsminister van Onderwijs␣ : «Er bestaat

nog altijd drempelvrees in de scholen en bij de leraars voor het groteonderwijsdepartement. Ten onrechte. Wij werken er hard aan diedrempel te verlagen. Het nieuwe netwerk voor dienstverlening moet inde toekomst de relatie tussen het departement en de scholen en deleraars aanzienlijk verbeteren. We gaan doelgerichter communiceren enbeter samenwerken.»

Uiteraard zal de brug tussen droom en daad niet in één dag af zijn.Het gaat om een vijfjarenplan. Of iedereen, zowel in de scholen als op hetdepartement, even goed om kan met de kinderziektes, afstotingsver-schijnselen en immuniteitsproblemen valt nog af te wachten. ❏

HET MINISTERIEVANONDERWIJSBESTAAT NIETMEERMAAR WATKOMT ERIN DEPLAATS ?Het Ministerie van Onderwijs bestaat niet meer. Kafka zal

lachen. En met hem al wie ooit verloren liep in het Brussels

kluwen van gangen en paperassen. Als iets in Brussel

vastzat, zat het pas goed vast. Maar wat is er in de plaats

gekomen␣ ? Een departement dat plots de mond vol heeft

van klantvriendelijkheid en management. Dienstverlening

voor Koning Klant. U fronst begrijpelijkerwijs de wenk-

brauwen. En toch, honderdvijftigduizend klanten. Dat moet

je verdienen elke dag. Wie dit VIZIER uitleest krijgt alvast

een klantenkaart.

Page 7: Klasse voor Leraren 17

VIZIER

NOG SLECHTS ÉÉN ADRES !UW WERKSTATION BEHANDELT UW ADMINISTRATIEFEN UW GELDELIJK DOSSIER IN ÉÉN MOEITEHet dienstenlabyrint waarbij de ene dienst per school werkte, de andere per

kanton, een derde per provincie en weer een andere met een alfabetisch

klassement behoort tot het verleden. De diensten voor

het geldelijke en het administratief beheer van de loop-

baan versmelten tot één enkel werkstation dat u vlugger

zal kunnen helpen.

Eén van de 49 werkstat

Van een onderwijsbudget van 182 miljardfrank wordt ongeveer 130 miljard rechtstreeksuitbetaald aan personeelsleden uit het onder-wijs. In de werkstations wordt dus het groot-ste deel van het onderwijsbudget «omgezet» inuitbetalingen van wedden en vergoedingen.

WAT IS EEN WERKSTATION ?In een werkstation zijn 5 tot 7 ambtenaren

gezamenlijk verantwoordelijk voor de volle-dige afhandeling van 3500 tot 4700 leerkrach-tendossiers. Het (al of niet) uitbetalen vanwedden en vergoedingen aan het onderwijs-personeel hangt af van voorafgaande admini-stratieve controles en handelingen␣ : nazichtvan algemene subsidiëringsvoorwaarden, di-ploma’s, gegeven vakken, opgenomen verlo-ven enz. Daarnaast is er de controle van deomkadering per school of instelling.

Vlaanderen wordt voor elk onderwijs-niveau (basisonderwijs, secundair onderwijs,hoger onderwijs…) onderverdeeld in gebie-den waar één werkstation de scholen van allenetten bedient.

Voorbeeld : werkstation 1 behandelt depersoneelsdossiers van het gewoon en bui-tengewoon basisonderwijs van de regio West–Vlaanderen I, zowel van het gesubsidieerdonderwijs als van de gemeenschapsscholen.

VOORDELENElk werkstation kan klantgericht wer-

ken. Het heeft een goed overzicht overwat er in zijn regio gebeurt.

tions rekenen erop dat de schoolsecretaria-ten alle vragen bundelen. Waar en wan-neer de werkstations te bereiken zijn leest u

Het R.A.C.-Arcadengebouw

De dossiers van eenbepaalde school zijndirect lokaliseerbaaromdat de ontdub-beling in deeldos-siers nu wordt ver-meden. De vroegere communicatiestroom tus-sen de diensten geldelijke en administratieveloopbaan wordt overbodig. Een dossier kandus vlugger worden behandeld. De toevalligeafwezigheid van een bepaalde ambtenaar maggeen vertraging meer veroorzaken.

GROTE REORGANISATIEHet Departement Onderwijs beleefde een

interne reorganisatie– en bijscholingsopera-tie, enig in de annalen van de administratie. Inhet totaal waren er 450 personeelsleden recht-streeks bij betrokken. Een omvangrijk vor-mingsprogramma maakte deze personeelsle-den vertrouwd met de nieuwe taakinhoud.Personeelsleden van het departement heb-ben zelf de vormingscursussen samengesteldnaar eigen behoeften en vanuit praktijkerva-ringen. De cursus moet nadien ook dienen alsnaslagwerk, zodat er uniformiteit komt in debehandeling van de dossiers. Vroeger werdde reglementering wel eens op een individue-le manier geïnterpreteerd. Men wil ook po-lyvalente ambtenaren vormen die hunvroegere specialiteit (b.v. administratieve loop-

baan) aan elkaar doorgevenzodat ze op termijn zelfstandigbeide soorten dossiers kun-nen beheren.

Voor de 41 gewone on-derwijs–werkstations zullen 250personeelsleden van niveau2 zich ontfermen over meerdan 160.000 dossiers. Dreigter overbelasting␣ ? In som-mige werkstations werkenze namelijk niet allen vol-tijds. Om problemen metonderbemanning op te

vangen wil men vlinders of mobiele ambte-naren inzetten. Dit zal echter pas kunnen alshet personeelskader van het departement

voltallig is. Van de1268 eenheden zijner op het ogenblik1180 ingevuld. Er isdus op het ogenblikeen onderbezetting.

EVEN GEDULDVooral in de start-

periode zullen de per-soneelsleden van dewerkstations hoe danook zwaar wordenbelast. Alle dossiers

moeten immers opnieuw worden gearchi-veerd. Leerkrachten die in meer dan éénschool zijn tewerkgesteld moeten een hoofd-dossier krijgen. Daarbij komt nog de aanpas-sing van het personeel aan de nieuwe werkfi-losofie en organisatiestructuur␣ : in een goederelatie met de klanten de kwaliteit van hetgeleverde werk zelf kunnen opvolgen vanbegin tot einde. Het zal waarschijnlijk één totanderhalf jaar duren eer de werkstations effi-ciënt en op volle kracht zullen draaien. Maarer zit alvast muziek in. Later zullen de dossiersvolledig uit de anonimiteit kunnen wordengehaald. Uw dossier zal een gezicht krijgen enook de ambtenaar zult u wellicht persoonlijkleren kennen als hij bij u op school langskomt. Maar deze plannen zitten nog in eentoekomstscenario. Over enkele jaren kunnende onderwijsdiensten wellicht worden gede-concentreerd. U zult dan niet steeds naarBrussel moeten bellen of schrijven. Wie inLimburg woont kan dan bij zijn werkstation inHasselt aanbellen. ❏

GOED OM WETEN– U kunt het nummer en het adres van uwwerkstation vinden in de omzendbrief vanhet Ministerie van de Vlaamse Gemeen-schap – Departement Onderwijs (ProjectWerkstations) van 6 mei 1991.–␣ Kijk ook eens de brochure Moderniseringvan het departement onderwijs in. Elkeschooldirectie kreeg dit document toege-stuurd.– Kan elke leerkracht om het even wanneerzijn werkstation bellen␣ ? Nee. De werksta-

ions.

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣7

in de omzendbrief van eind augustus.

Page 8: Klasse voor Leraren 17

8 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

VIZIER

* V

anaf

1 ja

nuar

i 199

2 on

der

deze

adm

inis

trat

ie.

NIEUWE NAMENEr is nu één Ministerie van de Vlaamse Gemeenschapmet zes departementen␣ : Coördinatie; Algemene Za-ken, Financiën; Welzijn, Volksgezondheid, Cultuur;Leefmilieu, Infrastructuur; Economie, Werkgelegenheid,Binnenlandse aangelegenheden en tenslotte Onder-wijs. Dat is het grootste departement, goed voor bijna dehelft van de begroting.Het vroegere Ministerie van Onderwijs heet dus nuofficieel en met een mond vol␣ : Departement Onderwijsvan het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Hetis onderverdeeld in (naar dalende volgorde van hiërar-chie) administraties, besturen en diensten. Het departe-ment wordt geleid door secretaris–generaal GeorgesMonard.Daniël Coens is Gemeenschapsminister van Onderwijs.

Het centrale adres␣ :Rijksadministratief Centrum (R.A.C.)

Arcadengebouw1010 Brussel

✆ 02–210 51 11.Op de volgende bladzijden leidt Ariadne u door denieuwe organisatiestructuur van het departement. Volgtu de draad␣ ?

Page 9: Klasse voor Leraren 17

VIZIER

SECRETARIAAT–GENERAAL

Secretaris–generaal :Georges Monard

R.A.C. – Arcadengebouw3de verdieping1010 Brussel

✆ 02–210 51 11Fax 02–210 53 72

Georges Monard, manager van hetDepartement Onderwijs.

De secretaris–generaal is de manager vanhet Departement Onderwijs en coördineerthet beleid, samen met de directeuren–gene-raal van de verschillende administraties. Hij isde hoogste bestuurlijke leider van het Depar-tement Onderwijs.

Zijn eigen bureau telt maar 6 mensenmaar hij heeft een staf van 270 medewerkers.

1. STAF BELEIDDeze staf heeft vooral conceptuele takeni.v.m. de voorbereiding en opvolging van hetbeleid.a. Vorming (✆ 02–210 51 25)

Hier organiseert men vorming en opleidingvan de ambtenaren.

b. Organisatie–ontwikkeling en IntegraleKwaliteitszorgDe organisatieverantwoordelijke is voort-durend bezig met projecten om de werkingvan de diensten van het departement teverbeteren. Dat gebeurt vaak in samenwer-king met een studie– en adviesbureau.

c. Cel Internationale Betrekkingen(✆ 02–210 51 18)Hier houdt men zich bezig met internationaleverdragen, akkoorden en werkprogram-ma’s. Men centraliseert ook de aanvragenvoor zendingen van onderwijsmensen naarhet buitenland.

d. Cel Studie en Wetenschappelijk Onder-zoek (✆ 02–210 51 56)Zorgt voor opvolging en coördinatie van dedossierstroom tussen het kabinet van deminister en de verschillende administraties.Coördineert de beantwoording van schrif-telijke vragen door de leden van de Vlaam-se Raad en helpt de secretaris–generaaldossiers voorbereiden.

2. ALGEMENE ADMINISTRATIEVEDIENSTENDeze staf heeft vooral operationele taken omhet departement goed te laten functioneren.a. Personeelsbeheer (✆ 02–210 51 27)

Deze cel is verantwoordelijk voor het func-tioneel personeelsbeheer binnen het de-partement.

b. Financiën en Begroting (✆ 02–210 51 61)Hier stelt men de jaarlijkse begroting opvan het departement en volgt men decentrale boekhouding op.

c. Informatica (✆ 02–210 54 86)De departementale informaticacel zorgt voorde specifieke informaticatoepassingen vanhet departement. Ze beheert een eigencomputercentrum met 120 P.C.’s en 400aangesloten beeldschermen. Op dit sys-teem worden o.a. de 170.000 dossiersvoor de uitbetaling van het personeelvan de scholen beheerd.

d. Logistiek (✆ 02–210 63 24)Hier regelt men o.a. de aanko-pen voor het departement, be-rekent men de budget-ten en beheert men demagazijnen, gebouwen envoertuigen. Het depar-tement beschikt ook overeen eigen drukkerij.

e. Juridische dienst(✆ 02–210 51 82)Voor geschillendossiers,arbeidsongevallen,schoolverzekeringen,juridische adviezen, enz.

f. Verbindingsfunctie gebouwen(✆ 02–210 50 65)Hier leveren ingenieurs o.a. technische bij-stand voor de toelagen aan bouw– enverbouwingswerken.

g. Bestuur Algemeen Beheer van het per-soneel van de onderwijsinstellingen(✆ 02–210 51 72)Ondersteunt de werking van alle dienstendie personeelsdossiers behandelen, lost al-gemene probleemsituaties op, bestudeertde arbeidsmarkt voor leerkrachten, enz.

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣9

Page 10: Klasse voor Leraren 17

10 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

VIZIER

ADMINISTRATIE BASIS– ENBUITENGEWOON ONDERWIJS

Directeur–generaal :Chris De Graeve

Koningsstraat 138, 3de verdieping1000 Brussel

✆ 02–211 42 11

Totaal aantal personeelsleden : 195

ADMINISTRATIESECUNDAIR ONDERWIJS

Bestuursdirecteur :G. Vergauwen

R.A.C. – Arcadengebouw, 5de verdieping1010 Brussel

✆ 02–210 51 11

Totaal aantal personeelsleden : 341.

1. BESTUUR OMKADERING BASIS– EN BUITENGEWOONONDERWIJSa. Dienst Beheer, Toelagen en Controle

Werkt wettelijke en reglementaire teksten uit, behandelt de juridischeproblemen, berekent en verleent de werkingstoelage, coördineert decontrole (inspectie en verificatie).

b.Dienst Organisatie BasisonderwijsGaat na of elke basisschool aan de normen voldoet, controleert hetpersoneelskader, enz.

c. Dienst Organisatie Buitengewoon OnderwijsGaat na of elke school van het buitengewoon onderwijs aan denormen voldoet, controleert het personeelskader, enz.

2. BESTUUR PERSONEELBeheert de administratieve en geldelijke loopbaan van het personeel,behandelt reaffectaties en terbeschikkingstellingen, berekent de ge-zinslasten, lost problemen op i.v.m. wedde en belastingen.

WERKSTATIONS BASIS– ENBUITENGEWOON BASISONDERWIJS

(Koningsstraat 138, 1000 Brussel, ✆ 211 42 11)a. Gewoon en buitengewoon basison-derwijs :1 – 2 : West–Vlaanderen3 – 5 : Oost–Vlaanderen6 – 8 : Antwerpen

9 – 10 : Brabant11 – 12 : Limburg

b. Buitengewoon secundair on-derwijs :13 : West– en Oost–Vlaanderen14 : Antwerpen, Brabant en Lim-

burg

1. BESTUUR OMKADERING SECUNDAIR ONDERWIJSa. Dienst Beheer, Toelagen en Controle

Werkt wettelijke en reglementaire teksten uit en staat de scholen bijvan het secundair onderwijs. De dienst stelt de leerlingenaantallenvast, controleert de boekhouding van de scholen en berekent, betaalten controleert de werkingstoelagen.

b. Dienst OrganisatieGaat na of elke secundaire school aan de normen voldoet, controleerthet personeelskader enz.

2. BESTUUR PERSONEELBeheert de administratieve en geldelijke loopbaan van het personeel,behandelt reaffectaties en terbeschikkingstellingen, berekent de ge-zinlasten, lost problemen op i.v.m. wedde en belastingen.

WERKSTATIONS SECUNDAIR ONDERWIJS15 – 18 : West–Vlaanderen19 – 23 : Oost–Vlaanderen24 – 30 : Antwerpen31 – 34 : Brabant35 – 38 : Limburg.

Page 11: Klasse voor Leraren 17

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣11

VIZIER

ADMINISTRATIE HOGERONDERWIJS EN WETENSCHAP-

PELIJK ONDERZOEK

Waarnemend Directeur–generaal :Jan Adé

Koningsstraat 136, 1000 Brussel✆ 02–211 42 11

Fax 02–211 42 50Totaal aantal personeelsleden : 151

ADMINISTRATIEPERMANENTE VORMING

Directeur–generaal :Karel Peeters

Koningsstraat 172, 1000 Brussel✆ 02–219 55 61✆ 02–219 36 23

Totaal aantal personeelsleden : 80

1. BESTUUR UNIVERSITAIR ONDERWIJS– Dienst Omkadering en Personeel– Dienst Financiering en Controle van de Universitaire Instellingen

2. BESTUUR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

3. BESTUUR HOGER ONDERWIJS BUITEN DE UNIVERSITEIT– Dienst Algemeen Beheer– Dienst Organisatie, Werkings– en uitrustingstoelagen– Dienst Inspectie en Verificatie

4. BESTUUR PERSONEEL H.O.B.U.•

WERKSTATIONS HOGER ONDERWIJSBUITEN DE UNIVERSITEIT

(Koningsstraat 138, 1000 Brussel,✆ 02–211 42 11)

39 : West– en Oost–Vlaanderen40 : Antwerpen41 : Brabant en Limburg

1. BESTUUR AFSTANDSONDERWIJS(Kunstlaan 43, 1040 Brussel, ✆ 02–513 74 64, fax 02–511 44 14)

Hier werkt men de cursussen uit voor de tienduizenden die (gratis)afstandsonderwijs volgen. Iedereen krijgt tijdig zijn nieuw lespakket en erwordt samengewerkt met 300 correctoren.

2. BESTUUR DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS(Koningsstraat 172, 1000 Brussel, ✆ 02–219 55 61 – ✆ 02–219 36 23)

Gaat na of elke instelling aan de normen voldoet; stelt de personeelska-ders vast; berekent en betaalt de werkingstoelagen; telt de leerlingen encontroleert de boekhouding.

3. BESTUUR VOOR VOLWASSENENONDERWIJS(Koningsstraat 172, 1000 Brussel, ✆ 02–219 55 61 – ✆ 02–219 36 23)

Hier wordt nu alles gecoördineerd wat vroeger Sociale Promotie heette␣ :avond– en weekendonderwijs voor volwassenen (bijscholing, herscho-ling en nascholing). Zo’n 140.000 mensen volgen elk jaar specialetaalleergangen, technische en beroepsopleidingen.

4. BESTUUR BASISEDUCATIE(Koningsstraat 172, 1000 Brussel, ✆ 02–219 55 61 – ✆ 02–219 36 23)

Dit bestuur wordt pas nu operationeel. Het is een samenvoeging vaninitiatieven voor laag– of ongeschoolde volwassenen. Een veertigtalinstellingen organiseren voor die doelgroep (waarvan ongeveer 50 %migranten) cursussen alfabetisering, rekenen en sociale vaardigheden.

WERKSTATIONSPERMANENTE VORMING

(Koningsstraat 172, 1000 Brussel,✆ 02–219 55 61 – ✆ 02–219 36

23)a. Deeltijds Kunstonderwijs

42 : West– en Oost–Vlaande-ren43 : Antwerpen, Brabant enLimburgb. Volwassenenonderwijs(voorheen : Sociale Promo-tie)44 : West– en Oost–Vlaande-ren45 : Antwerpen46 : Brabant en Limburg

GRATIS STUDEREN PER POSTHET AFSTANDSONDERWIJS

GROEIT SNELDe grootste school van Vlaanderen telt zo’n 50.000volwassen studenten. Die lopen school per post bij hetBestuur Afstandsonderwijs van deVlaamse Gemeen-schap. De dienst functioneert als een echt bedrijf met 50vaste personeelsleden, een eigen drukkerij en 300correctoren. Per week gaan er 8000 zendingen de deuruit : op maat gesneden van elke individuele cursist.Op vier jaar tijd verviervoudigde het aantal deelnemers.De service is gratis. U kunt zowat alles op verschillendeniveaus volgen␣ : talen, wiskunde, handel, bedrijf enadministratie, sociale wetenschappen, natuurwetenschappenen techniek.Vraag de brochure «Verder Leren» voor alle nodigeinformatieBestuur Afstandsonderwijs van de Vlaamse Gemeen-schap – Kunstlaan 43 – 1040 Brussel – ✆ 02–513 74 64

Page 12: Klasse voor Leraren 17

VIZIER

ADMINISTRATIE ALGEMENEONDERWIJSDIENSTEN EN

VOORLICHTING

Directeur–generaal :Jozef Helincks

Koningsstraat 138, 1000 Brussel✆ 02–211 44 42

Fax 02–211 46 70Totaal aantal personeelsleden : 243

300.000 BOEKEN VOOR UDE CENTRALE ONDERWIJSBIBLIOTHEEK IS

NOG TE WEINIG BEKENDDe centrale onderwijsbibliotheekbezit zo’n 300.000 boeken en700 tijdschriften. Die kunnen gra-tis worden uitgeleend en geraad-pleegd (ook via de post) door alleleraars, inspecteurs, directeurs, amb-tenaren en P.M.S.–medewerkers.Toch is de bibliotheek nog te weinigbekend. Wie een trefwoord opgeeft krijgt nochtans meteen een lijst metbruikbare publikaties, vaak met een korte inhoudsbeschrijving. Ook opde inhoudstafels van tijdschriften kunt u zich abonneren. Artikels dieu dan interesseren worden voor u gefotokopiëerd en opgestuurd. Zeskeer per jaar ontvangen de schooldirecties samen met de omzendbrie-ven een selectie van de nieuwe aanwinsten van de bibliotheek.Centrale Bibliotheek – Koningsstraat 150 (eerste verdieping) – 1000Brussel. Open op werkdagen van 10 u. tot 17 u. – ✆ 02–210 53 73 –Voor uitlening per post 02–210 53 80

VIDEO EN SOFTWARECENTRUM VOOR ONDERWIJSMEDIA

Ook de service van het Centrum voor Onder-wijsmedia is gratis. U kunt er kiezen uit duizen-den educatieve films en stapels videomate-riaal. Uitzendingen van de schoolradio en –televisie worden voor u gekopieerd. Er is ookeen aanbod diareeksen en transparanten.Er wordt nu hard gewerkt aan de educatievecomputersoftware voor klasgebruik. U kuntdaarvan alvast een catalogus (ook op diskette)aanvragen.Hier is ook het Vlaams centrum van het Euro-

pees EURYCLEE–netwerk actief. U kunt er terecht voor informatie over degevolgde nationale strategie bij de introductie van nieuwe informatie-technologieën (N.I.T.) in het onderwijs in de diverse Europese lidstaten.Centrum voor Onderwijsmedia – Handelskaai 7 – 1000 Brussel –✆ 02–217 41 90

m

1. BESTUUR OMKADERING DIDACTISCHE ONDERSTEUNINGa. Centrum voor Onderwijsmedia

(Handelskaai 7, 1000 Brussel, ✆ 02–217 41 90)Koopt, maakt, beheert en distribueert audio–visuele middelen vooronderwijsdoeleinden. Verzamelt, beoordeelt en verspreidt educatievesoftware.

b.Centrum voor Informatie en Documentatie(Koningsstraat 150, 1000 Brussel, ✆ 02–210 54 00)Geeft de codificatie van de onderwijswetgeving en omzendbrieven uit.Verzamelt, verwerkt en verspreidt pedagogische en administratieveinformatie.Beheert de bibliotheek van het departement voor alle onderwijskrach-ten, geeft KLASSE uit, werkt databanken uit, enz.

2. BESTUUR P.M.S. BEGELEIDING(Koningsstraat 138, 1000 Brussel, ✆ 02–211 42 11)

Voor de administratieve en financiële loopbaan van het personeel vande P.M.S.–centra, de algemene organisatie, werkingstoelagen, inspec-tie, verificatie, enz.

3. BESTUUR BEGELEIDING, NAVORMING EN UITWISSELING(Koningsstraat 138, 1000 Brussel, ✆ 02–211 42 11)– Begeleiding : logistieke ondersteuning en beheer van de personeels-

dossiers van de inspectie en de pedagogische begeleidingsdiensten.– Navorming : opvolging, controle en uitbetaling van navormingsprojec-

ten; secretariaat van de verkenningscommissie studiediensten.– Uitwisseling : binnen en buiten de culturele akkoorden, internationale

(pedagogische) zendingen en uitwisselingen (binnen en buiten deEuropese projecten)

4. BESTUUR STUDIETOELAGEN(Koningsstraat 138, 1000 Brussel, ✆ 02–211 46 68)

Voert de wetgeving op de studietoelagen uit. Behandelt jaarlijks meerdan 150.000 dossiers.Er zijn buitendiensten in Antwerpen, Brugge, Brussel,Gent en Hasselt.

5. BESTUUR LEERLINGENVERVOER(Koningsstraat 138, 1000 Brussel, ✆ 02–211 42 11)

Net– en niveauoverschrijdende organisatie, beta-ling en controle van leerlingenvervoer(vooral in het Buitengewoon Onderwijs).Er zijn buitendiensten in Brugge, Gent,Mechelen, Leuven en Hasselt.

6. BESTUUR STATISTIEK(Koningsstraat 138, 1000 Brussel,✆ 02–211 42 11)

Dit bestuur maakt het statistischjaarboek van onderwijs, verleentdiensten aan instellingen en stu-

Uw centrum voor Infor

12 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

denten die cijfergegevens nodig hebben en werkt mee aan beleidssta-tistieken en internationale onderwijsstatistieken.

7. BESTUUR SPECIFIEKE ONDERWIJSPROBLEMENDit bestuur groepeert een aantal ambtenaren die met diverse onder-wijsdiensten bijzondere vernieuwingen en (internationale) ontwikke-lingen volgen :

a. COMETT (voor internationale samenwerking tussen bedrijven en hethoger onderwijs).

b. Commissie voor gelijke kansen van jon-gens en meisjes in het onderwijs.c. Nieuwe technologieën in het onder-wijs.

d. Onderwijsprojecten van het E.S.F.e. Erkenningscommissie van de na-vorming.

WERKSTATIONS47 : P.M.S.–centra, inspectie en bege-leiding (voor alle provincies) Ko-ningsstraat 138, 1000 Brussel,✆ 02–211 42 11

atie en Documentatie.

Page 13: Klasse voor Leraren 17

VIZIER

VOOR AL UW VRAGENOVER ONDERWIJSHET CENTRUM VOORINFORMATIEEN DOCUMENTATIE

HOEVEEL EN WELKEWERKSTATIONS ?

Basisonderwijs en buitengewoonlager onderwijs ______________ 12Buitengewoon secundair onderwijs 2Secundair onderwijs (voltijds endeeltijds) ___________________ 24Hoger onderwijs (volledig leer-plan) ________________________3Deeltijds kunstonderwijs _________2P.M.S.–centra _________________1Onderwijs sociale promotie(zonder kunstonderwijs) _________3Gesubsidieerde contractuelen(Geco’s), administratief personeel,meesters–, vak– en dienstpersoneelvan alle onderwijsniveaus________2

Totaal __________ 49 werkstations

HET INFORMATIECENTRUMHet Departement Onderwijs heeft een vol-waardig informatiecentrum. U kunt er terechtmet al uw vragen over onderwijs. Dat kanschriftelijk of telefonisch. Het centrum formu-leert zelf zo snel mogelijk een antwoord ofverwijst u door naar de bevoegde instantie.Hier komen vooral vragen terecht als «Waarkan ik Spaans studeren in avondonderwijs␣ ?»,«Wie kan me helpen bij mijn studiekeuze ?» en«Wat is mijn diploma waard in het buiten-land␣ ?»Het centrum doet o.a. een beroep op bestan-den van scholen op alle niveaus, met inbegripvan onderwijs voor sociale promotie. Dezebestanden zijn opsplitsbaar per regio, perstudierichting enz.

Centrum voor Informatie en Documentatie

Koningsstraat 150 – 2de verdieping –

1000 Brussel

Open op werkdagen van 9 u. tot 12 u.

en van 13 u. tot 16 u.

Algemeen telefoonnummer : 02–210 54 00

Fax : 02–210 54 09

HET DOCUMENTATIECENTRUMZowel het aanbod van onderwijsinformatieals de vraag ernaar groeit enorm. Het Depar-tement Onderwijs wil de vakliteratuur vooriedereen toegankelijk maken. Daarvoor wordtsteeds meer de computer ingeschakeld. Rele-vante teksten worden geselecteerd en doortrefwoorden (descriptoren) gekarakteriseerden gecatalogiseerd.❑ ADIOV (Automatisch Documentatie– enInformatiesysteem voor Onderwijs in Vlaan-deren) bevat binnenkort de documentairebeschrijvingen van de belangrijkste Vlaamseonderwijsliteratuur (boeken en tijdschriften)en officiële documenten (normatieve om-zendbrieven, zendingsverslagen, jaarversla-gen, vragen en antwoorden Vlaamse Raad,rapporten).Deze databank bevat hoofdzakelijk docu-menten vanaf 1990. Vanaf 1992 zijn gedrukteaanwinsten– en themalijsten beschikbaar.

ADIOV – Koningsstraat 150 – 1000 Brussel –

✆ 02–210 53 96

❑ EURYDICE (European Documentation andInformation Center)Voor de internationale documentatie op on-

derwijsvlak is er vanuit het Centrum voorInformatie en Documentatie een aanzet totinventarisatie van alle aanwezige documenta-tie, uitgaande van de E.G., de O.E.S.O., deRaad van Europa, UNESCO enz.Dankzij de deelname aan EURYDICE be-schikt het Centrum ook over een ruim arse-naal aan documentatie, vooral in de vorm vanantwoorden op onderwijsvragen, gesteld doorde andere lidstaten van de Europese Ge-meenschap.EURYDICE – Koningsstraat 150 – 1000 Brussel –

✆ 02–210 54 01

❑ EUDISED (European Documentation andInformation System for Education) is eenEuropees onderwijsnetwerk voor documen-tatie en informatie. Het stelt informatie terbeschikking over het onderwijs en de onder-zoeksprojecten in de 23 lidstaten van de Raadvan Europa.

EUDISED – Koningsstraat 150 – 1000 Brussel –

✆ 02–210 53 96

DE ONDERWIJSREGLEMENTERINGDe hele onderwijsreglementering zit in eengeüniformiseerde verzameling die permanentwordt bijgewerkt en aan alle scholen wordtverstuurd.❑ «De blauwe produkten» : De OfficieuzeCodificatie van de Onderwijswetgeving en –reglementering is een naslagwerk voor scho-len, ambtenaren, politici enz. Het wordt maan-delijks bijgewerkt. (Voor aanvullingen, adres-wijzigingen, verzendingen enz. Koningsstraat172 – ✆ 02–219 30 36 of 02–219 28 23)❑ «De witte produkten» : De Coördinatievan de Omzendbrieven publiceert om deveertien dagen de geldende normatieve om-zendbrieven in hun meest recente versie. Zegeven uitleg bij de onderwijswetgeving enbevatten bijkomende richtlijnen.❑ TrefwoordenlijstenVoor het opzoeken en ontsluiten van wetten,besluiten of omzendbrieven die onder debevoegdheid van het Departement Onder-

wijs vallen, zijn er uitvoerige, gesystematiseer-de en bijgewerkte trefwoordenlijsten beschik-baar. (✆ 02–210 53 99)

PUBLIKATIES❑ Het persoverzichtHet Centrum voor Informatie en Documenta-tie maakt elke dag een knipselmap van water in de pers (kranten en tijdschriften) overonderwijs verschijnt. De selectie telt dagelijkszo’n 25 bladzijden. Het persoverzicht ver-schijnt zes keer per week en het wordt u elkedag opgestuurd voor 5000 frank per jaar.U kunt ook een proefexemplaar aanvragen.(✆ 02–210 53 92)❑ Voor vragen die vaak worden gesteldmaakt het centrum steeds meer speciale bro-chures. De populairste zijn Het Nederlands-talig Onderwijs in België (in acht talen ver-krijgbaar), Een baan in het onderwijs, eveneruit (herziene uitgave 1990), Beleidspolitieken strategieën i.v.m. onderwijshervormingenen Educatieve actieprogramma’s in het kadervan de Europese Gemeenschap . Deze bro-chures werden ter beschikking gesteld vanalle scholen en kunnen in de eerste plaatsdaar worden geraadpleegd. (✆ 02–210 54 00)❑ Alle andere publikaties van het Departe-ment Onderwijs zijn te koop bij de DienstVerkoop van Publikaties : de diverse codifica-ties, het Statistisch Jaarboek, brochures als «DeA.R.G.O., het politiek akkoord», alle leerplan-nen, lijsten van de gemeenschapsinrichtingenen van de provinciale, gemeentelijke en vrijegesubsidieerde inrichtingen voor secundairen voor hoger onderwijs, volledig leerplan ensociale promotie.U kunt ook een catalogus aanvragen.Dienst Verkoop van Publikaties – Rijksadministra-

tief Centrum – Arcadengebouw – 2de verdieping –

Rivolistraat 58 – 1010 Brussel – ✆ 02–210 50 86 ❏

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣13

Page 14: Klasse voor Leraren 17

VIZIER

HET KABELSPOORVAN HET KABINETHet is een eeuwig misverstand maar het Departement Onderwijs is niet het

kabinet van de minister. Het departement telt zo’n 1200 medewerkers, het

kabinet enkele tientallen. Hoe het departe-

ment in elkaar zit las u op de vorige bladzij-

den. Het is met kabelsporen verbonden met het

kabinet van de minister op de zesde verdieping van

het Arcadengebouw. Daarmee is ook duidelijk wie het

snelst kan vallen␣ : de minister en zijn kabinet. Het

departement is blijvender van aard. Al bevolkt de

ploeg van Daniël Coens nu ook al tien jaar het kabinet␣ :

een record. VEEL MINDERPAPERASSENSCHOLENINTERFACE :HET MES IN DE PA-PIERBERG

DE VLAAMSE REGERINGDaniël Coens is één van de elf gemeen-

schapsministers die samen de Vlaamse Rege-ring vormen. De Vlaamse Regering voert hetbeleid ten aanzien van de Vlaamse Gemeen-schap (persoonsgebonden materies) en hetVlaams Gewest (plaatsgebonden materies).

Binnen de Vlaamse Regering draagt Coensde politieke verantwoordelijkheid voor hetonderwijsbeleid. Om dat onderwijsbeleid ge-stalte te geven beschikt hij over een belangrijkbudget (192,2 miljard frank). Dit budget maaktzowat de helft uit van de totale middelenwaarover de Vlaamse overheid beschikt.

DE MINISTER EN ZIJN KABINETIn zijn politieke opdracht wordt de minis-

ter bijgestaan door een aantal medewerkersdie samen zijn kabinet vormen. De algemeneleiding van het kabinet berust bij de kabi-netschef, die ook de regerings– en parle-mentaire verplichtingen van de minister coör-dineert. De kabinetschef wordt bijgestaandoor een adjunct–kabinetschef.

Daarnaast zijn er nog een beperkt aantal

14 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

stafmedewerkers die elk een bepaalde sec-tor van het onderwijsbeleid toegewezen krij-gen. Binnen die sector staan zij in voor hetvoorbereiden van de beleidsbeslissingen inde vorm van decreten, besluiten, omzend-brieven enz.

De stafmedewerkers staan aan het hoofdvan een cel. Naast de cellen die zich specifiekbezig houden met de onderwijsproblematiekzijn er nog een aantal cellen die meer algeme-ne opdrachten hebben␣ : persdienst (relatiesmet de media), juridische dienst, kabinetsse-cretariaat (administratie van het kabinet) enprivé–secretariaat (persoonlijke briefwisselingvan de minister).

HET KABINET EN HET DEPARTEMENTONDERWIJS

Er is een nauwe samenwerking tussen deadministratie van het Departement Onderwijsen het kabinet.

De administratie steunt de minister in devoorbereiding van de dossiers en zorgt voorde opvolging en uitvoering van goedgekeur-de besluiten, decreten enz.

De contacten tussen de minister en zijnkabinet enerzijds en de Secretaris–generaalen zijn administratie anderzijds verlopen viade uitwisseling van interne nota’s en voortdu-rend overleg. Ze zitten tenslotte in hetzelfdegebouw. ❏

De Gemeenschapsminister van Onderwijs

R.A.C. – Arcadengebouw – Blok F

6de verdieping – 1010 Brussel

✆ 02–210 62 11

fax (02) 210 62 23

Vanaf 1 september is de papierstroom

tussen de scholen en Brussel sterk

verminderd. Vroeger moesten tien-

tallen formulieren, vaak met dezelf-

de gegevens, worden verstuurd naar

veel verschillende diensten. Met het

Project Scholeninterface wordt het

aantal formulieren nu radicaal ver-

minderd. Maar dat is niet het enige

positieve resultaat.

De paperassen waren iedereen boven hethoofd gegroeid. Scholen werden wanhopigals ze voor de zesde keer dezelfde informatiemoesten sturen naar weer een andere dienstvan hetzelfde ministerie. En in het ministeriewas er gebrek aan coördinatie. Nu wil menelk gegeven nog slechts één keer centraalopvragen en het in Brussel naar de verschil-lende diensten doorspelen. Dat zorgt nietalleen voor minder papier. Iedereen werkt nuook met dezelfde gegevens.

Het project Scholeninterface rationaliseertde informatiestroom tussen de scholen en het

Page 15: Klasse voor Leraren 17

VIZIER

Departement Onderwijs. Dat gebeurt op vierdomeinen␣ : de formulieren, de statistieken, hetschoolnummer en de gebruikte woordenschat.

DEZELFDE FORMULIERENDe formulieren zijn ingrijpend veranderd

op het vlak van inhoud, vorm en organisatie.Alle formulieren die door de Scholeninterfacewerden ontworpen of herzien hebben dezelf-de lay–out. Ze zijn gemakkelijk in te vullenmet printer of schrijfmachine. Overtollige op-vragingen zijn er niet meer bij. Omdat deinformatie nu doelmatiger wordt opgevraagd,kunnen verschillende diensten de gegevensgebruiken. Het aantal formulieren wordt daardoortenminste gehalveerd.

SNELLE STATISTIEKENPeter Cloos (Scholeninterface)␣ : «Het de-

partement vroeg tot nu toe minstens dertigprocent gegevens te veel op. Daar kon nie-mand iets mee doen. Nu moet de schoolalleen nog doorgeven wat echt nodig is voorbeleidsdoeleinden. Dat kan daardoor véélsneller en de verwerking gebeurt onmiddel-lijk met de modernste methoden. Daardoorbeschikt het departement nu over een actu-ele databank. De secundaire scholen kun-nen dit schooljaar hun leerlingenaantallen alvia een diskette doorgeven. Later kunnenook de andere onderwijsniveaus dat doen enwordt een rechtstreekse elektronische ver-zending van de gevraagde gegevens viamodem mogelijk.»

GEEN SCHOOLNUMMER MEERVanaf dit schooljaar verdwijnt het begrip

schoolnummer. Tot nu toe moesten scholen

trouwens verschillende schoolnummers ge-bruiken voor de verschillende diensten. Datwas een onhoudbare situatie. Om alle mis-verstanden te vermijden mag nu op geenenkel formulier nog een schoolnummer voor-komen. Het wordt vervangen door het uni-forme coderingssysteem van de instellings-kenmerken.

Frieda Minne (Scholeninterface)␣ : «Hetwordt allemaal gemakkelijker en eenvoudi-ger maar spijtig genoeg moeten we daarvoordoor een aanpassingsperiode. Dat zal vaniedereen een extra–inspanning vragen. Voorsommige scholen betekent het nieuwe con-cept een heel andere manier van werken.Maar ook bij ons op het departement zijn destappen tussen het concept en de concretise-ring ervan moeilijk. Uiteindelijk zal iedereener nochtans wel bij varen. Wij werken hard

aan een meer gebruiksvriendelijke commu-nicatie met de scholen en de leraars. Als dieminder administratieve rompslomp hebben,komt er meer tijd vrij voor het pedagogischproject van de school en voor de lessen zelf.En daar komt het in onderwijs toch op aan,niet␣ ?» ❏

DE TOREN VANBABEL GESLOOPT

IEDEREEN GEBRUIKT NUDEZELFDE WOORDENSCHAT

Tot nu toe gebruikte iedereen andere woorden omhetzelfde begrip aan te duiden. Daardoor leiddenonderwijswegen vaak naar Babel. Dankzij de Werk-groep Lexicon is er nu overeenstemming over eeneenduidige betekenis van de belangrijkste onderwijs-begrippen. Daar zal iedereen rekening mee moetenhouden voor formulieren, wetgeving en geautomati-seerde systemen. De formulering is niet altijd evenleesbaar maar naar verluidt wel volledig.

GEDEFINIEERDE BEGRIPPENAMBTEen functie die in de onderwijssector wordt uitgeoe-fend en door de Gemeenschap wordt gefinancierd.De Vlaamse Executieve stelt de verschillende ambtenvast en maakt een indeling in wervings–, selectie– enbevorderingsambten.BETREKKINGDe concrete werkgelegenheid in een bepaald ambt ineen instelling, uitgedrukt in een door de InrichtendeMacht bepaald aantal prestatie–eenheden per weeken, indien het een onderwijsopdracht betreft, metvermelding van het onderwijsniveau, het vak en despecialiteit ervan of een ermee gelijkgestelde activi-teit, en in voorkomend geval, de graad of cyclus en deonderwijsvorm of de opleidingsvorm.Een betrekking kan volledig of onvolledig zijn. Eenvolledige betrekking stemt overeen met het aantalprestatie–eenheden vereist voor een ambt met volle-dige prestaties.NETa. Het Gemeenschapsonderwijs : het onderwijs en deP.M.S.–centra ingericht door de Vlaamse Gemeen-schap, waarvan de bevoegdheden van inrichtendemacht worden uitgeoefend door de Autonome Raadvoor het Gemeenschapsonderwijs.b. Het gesubsidieerd officieel onderwijs : het onder-wijs en de P.M.S.–centra ingericht door de provin-cies, de gemeenten of enig andere publiekrechtelijkepersoon, met uitzondering van de Autonome Raadvoor het Gemeenschapsonderwijs, en dat in aanmer-king komt voor subsidiëring door de overheid.

c. Het gesubsidieerd vrij onderwijs : het onderwijsen de P.M.S.–centra ingericht door een natuurlij-ke persoon of een rechtspersoon en dat in aan-merking komt voor subsidiëring door de over-heid.OPDRACHTAantal prestatie–eenheden per week door eenpersoneelslid verricht in een bepaald ambt in eeninstelling en, indien het een onderwijsopdrachtbetreft, in een bepaald onderwijsniveau, in eenbepaald vak en de specialiteit ervan of een ermeegelijkgestelde activiteit, en in voorkomend geval,de graad of cyclus en de onderwijsvorm of deopleidingsvorm.PRESTATIE–EENHEIDDe basiseenheid die voor een bepaald ambt doorde Vlaamse Executieve wordt vastgesteld.TITULARISHet personeelslid dat in een vacante betrekking isgeaffecteerd of aangesteld.VACANTDe betrekking die niet is toegewezen aan een totde proeftijd toegelaten of vastbenoemd perso-neelslid, of aan een personeelslid, vastbenoemden erkend daar waar de erkenning bestaat of aaneen personeelslid gelijkgesteld met de definitieferkende personeelsleden of aan een personeels-lid gelijkgesteld met de in vast verband benoemdepersoneelsleden.

OPERATIONELE TERMENNIVEAUKleuter, Lager, Secundair, Hoger Onderwijs.SOORT ONDERWIJSGewoon, Buitengewoon Onderwijs.SOORT PROGRAMMAVoltijds onderwijs, Deeltijds beroepssecundaironderwijs, Deeltijds secundair zeevisserijonder-wijs, Deeltijds kunstonderwijs, Onderwijs voorSociale Promotie.SOORT INSTELLINGSchool, Inrichtende Macht, P.M.S. of M.S.T.–centrum, Internaat, Andere.SOORT INRICHTENDE MACHTVlaamse Gemeenschap, A.R.G.O., Provincie,Gemeente, O.C.M.W., Intercommunale, Privaat-rechtelijke rechtspersoon.

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣15

Page 16: Klasse voor Leraren 17

16 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

ACTIE

ELKE BOOM IS ERTWEE WAARDSCHOLEN WERKEN MEE AAN EENLEEFBARE AARDE

LINGUAIK MAAK EEN KNOOP IN

MIJN ZAKDOEKIk ben leraar vreemde talen en ik wil eennascholingscursus volgen in het buiten-land.Ik wil een beurs van Lingua.Zes maanden vooraf vraag ik een beursaan het Lingua Agentschap.

WIJ MAKEN EEN KNOOP IN ONZEZAKDOEK

Wij willen voor onze leerlingen een uit-wisselingsprogramma met scholen uithet buitenland opzetten.Wij willen dit programma eerst bespre-ken met een partnerschool in het buiten-land.Wij plannen dit voorbereidend bezoekna 1 september 1992␣ : tegen 1 maart1992 vragen wij een toelage aan hetLingua Agentschap.Wij plannen dit voorbereidend bezoekna 1 februari 1992␣ : tegen 1 oktober1991 vragen wij een toelage aan hetLingua Agentschap.Wij willen uitwisselen na 1 september1992␣ : tegen 1 maart 1992 vragen wijeen toelage aan het Lingua Agentschap.Wij willen uitwisselen na 1 februari 1992␣ :tegen 1 oktober 1991 vragen wij eentoelage aan het Lingua Agentschap.

ALLEN MAKEN EEN KNOOP IN HUNZAKDOEK

Biedt Lingua nog andere mogelijkhe-den␣ ?Waar kan ik met mijn vragen terecht␣ ?Hoe bekom ik een gids voor aanvra-gers␣ ?Het Lingua Agentschap staat erop u tedienen.

Vlaams Lingua Agentschap – JulienDegraeve – coördinator–secretaris –R.A.C. Arcadengebouw – bureau

3083 – 1010 Brussel –✆ 02–210 51 22 – fax 02–210 53 72

Er gaat iets fout met het milieu op

onze planeet. Dat weet u al langer.

Wereldsolidariteit (N.G.O.) en de Bond

Beter Leefmilieu (koepel van milieu-

verenigingen) werken nu echter sa-

men een campagne uit waarbij scho-

len, milieuverenigingen, socio–cul-

turele organisaties en beleidsmakers

de milieupro-

blemen ter har-

te nemen. Het

lespakket voor

de vijfde en zes-

de klas basison-

derwijs biedt al-

vast knappe

mogelijkheden.

In het Noorden werd en wordt niet steedsefficiënt met natuurlijke hulpbronnen omge-sprongen. In het Zuiden heeft ontbossing hetmilieu zware slagen toegebracht. Wij staan alsgemeenschap nu voor problemen die degehele wereld aangaan…

Annick Declercq␣ : «Wij roepen de leer-krachten op om te werken rond milieuvraag-stukken. Met dit initiatief willen we de toe-komstige generaties bewust maken van hunverantwoordelijkheid voor het leefmilieu.

Socio–culturele organisaties kunnen wer-ken rond het thema Milieu en Derde Wereld.We vragen ze één boom, een linde, te plan-ten. De linde draagt de boodschap mee vanwaakzaamheid voor ons leefmilieu en herin-nert er ons aan dat de milieu–redding, hier enin de Derde Wereld, ook onze zaak is.

De Vlaamse gemeentebesturen nodigenwe persoonlijk uit om concreet hun bijdragete leveren aan de milieuzorg. Wij tredennamelijk naar buiten met een politieke eis.Aan de leerkrachten stellen we voor om hetthema Milieu en Derde Wereld op te nemen

in hun leerprogramma. We hebben daarvooreen goed pakket didactisch materiaal.

HET REGENWOUDCentraal in het lespakket staat de Derde

Wereld. Het spitst zich concreet toe op Haïti,dat we als voorbeeld voor de ontbossings– ende erosieproblematiek stellen. Hierbij makenwe de vergelijking met de Belgische situatieduidelijk. We betrekken hierin bevolking,gezondheid, onderwijs, woon– en leefom-standigheden, economie en landbouw.

Naast het cen-trale deel van hetlespakket komt hetTropisch Regen-woud als achter-grondinformatie aanbod. De leerlingenkrijgen inzicht in hetregenwoud en zijnbewoners, de rede-nen waarom hetwordt bedreigd, desociale en ecologi-sche gevolgen van

de ontbossing en hoe de ontbossing via hetbroeikaseffect ook bij ons voelbaar is.»

U kunt het pakket inbedden in verschil-lende vakken, zoals biologie (betekenis vande wortels van bomen en planten voor hetvasthouden van de aarde), aardrijkskunde(lokalisatie van de resterende regenwoudenen broeikaseffect) en geschiedenis (in de tijdvan de Romeinen was heel West–Afrika be-bost).

Het lespakket is zo samengesteld dat unauwelijks iets hoeft voor te bereiden. Perlespakket krijgt u heel wat lessuggesties mee.Dit pakket kost 200 frank. ❏

Deleerlingen

leren het verbandzien tussen onze

situatie en de ontbossing inde Derde Wereld.

Inlichtingen :

Actie Elke boom is er twee waard

Annick Declercq

Luxemburgstraat 23 bus 5

1040 Brussel

✆ 02–514 12 50 toestel 34

of 02–514 05 00

Page 17: Klasse voor Leraren 17

ACTIE

HOE GAAT U OM MET GEHANDICAPTEN ?EEN BIJSCHOLINGSCURSUS VOOR OUDERS EN LEERKRACHTEN

EEN COMPUTER OOKIN JOUW KLAS␣ ?!TWEEDE FASE MET SUCCES GESTART

De computer in de klas wordt in de komende jaren de derde partner

naast de leerling en de leraar. Nieuwe educatieve software en de

integratie van nieuwe informatietechnologie zullen het leerproces

kwalitatief doen vooruitgaan. Negenduizend leerkrachten schreven

in voor de tweede fase van het multimediaal project.Het vraag– en

bbeaarreemp

n he kang

Computers in de klas: negenduizendleerkrachten zetten nu ook de tweedestap.

Een computer ook in jouw klas is eenco–produktie van het Ministerie van deVlaamse Gemeenschap – DepartementOnderwijs en de Instructieve Omroepvan B.R.T.N.Bestuur Afstandsonderwijs – Kunstlaan43 – 1040 Brussel – ✆ 02–513 74 64Bij het Centrum voor Onderwijsmediakunt u terecht voor een voorlopig over-zicht van educatieve software – Handels-kaai 7 – 1000 Brussel – ✆ 02–217 41 90

Gehandicapten hebben recht op een optimale leef– en

leerwereld. Daarom is er behoefte aan bekwame leraars,

opvoeders en therapeuten die overweg kunnen met he-

dendaagse methodes en technieken.

De Brabantse provinciale normaalleergang voor buitengewoononderwijs bestaat al sinds 1913 maar het programma werd voortdurendgeactualiseerd. Daardoor sluit het ook aan bij de huidige noden vanveldwerkers, opvoeders, leerkrachten en therapeuten.De specifieke vorming is gespreid over twee jaar. De leergang is modulairgestructureerd. Het eerste jaar is meer algemeen gericht. Maar in hettweede jaar kunt u kiezen tussen verschillende specialisatie–afdelingen.Deze komen overeen met de types in het buitengewoon onderwijs : dementale, visuele, auditieve en fysieke handicaps. Ook over de behande-ling van de karakter– en leerstoornissen kunt u een specialisatie volgen. Erwordt gestreefd naar een goede verhouding tussen theorie en praktijk.

Ouders van gehandicapte kinderen kunnen zich als vrije leerlinginschrijven. Zij hebben immers recht op informatie en op inzichten. Metbijkomende vaardigheden kunnen ze hun kinderen beter helpen. Eenbijzondere module van de leergang maakt hun opvoedingstaak en hunrelatie met de school en de buitenwereld gemakkelijker.

De leergang richt zich ook naar leerkrachten uit het gewonebasisonderwijs, de aanpassingsklassen en het beroepsonderwijs. Vanhen wordt immers verwacht dat ze de problemen vroegtijdig opsporen,de eerste opvang en hulpverlening verzorgen én dat ze aan de oudersgoede raad kunnen meegeven. Deze belangrijke taken vereisen kennisvan zaken. ❏

Informatie :

Provinciale Normaalleergang voor Buitengewoon Onderwijs

Provinciebestuur van Brabant – U. De Stercke

Gasthuisstraat 31 (6de verdieping) – 1000 Brussel – ✆ 02–515 76 10.

Het nieuwe academisch jaar begint op 1 oktober om 17 u.30.

Hugo Buermans, projectleider en directeurBestuur Afstandsonderwijs␣ : «Bij diverse vak-ken kunnen we de computer inschakelen alseen didactisch hulpmiddel om de leerproces-sen bij de leerlingen te begeleiden en te stimu-leren én als leermiddel waardoor de leerlingenzelfstandig leerinhouden en vaardigheden ver-werven. Leren met de computer wordt eenprioriteit.

Om op korte termijn een grotedoelgroep bij te scholen mikkenwe op een systeem binnen hetafstandsonderwijs om een neto-verschrijdende schriftelijke bijscho-lingscursus uit te werken. De doel-groep van deze schriftelijke cursuszijn alle leerkrachten van wie ver-wacht wordt dat zij nu of in de nabije toekomstde computer in hun lessen willen integreren.

Het uitgewerkte project past volmaakt bin-nen de opties van multimediaal afstandson-derwijs␣ : er is schriftelijk materiaal, er zijnondersteunende T.V.–uitzendingen, er zijn oe-fencentra met begeleiders en speciaal geconci-pieerde oefenpakketten. En er is vooral oogvoor de zelfstudie en zelfevaluatie van deleerkracht–cursist.»

ALLE VAKKENNegenduizend cursisten vroegen intussen

om het tweede deel (A + B) dat specifiek op deleervakken is gericht. Dit deel omvat de vakken

ken hegestieve wene kant

of de coklas wel zi

anderbeklemtoni

basisonderwijs, buitengewoon onderwijs, ta-len, aardrijkskunde, economie, wiskunde, na-

tuurwetenschappen, industriële tech-nieken en dienstverlenende tech-nieken.

Het derde deel, maar feitelijkvierde cursusboek, behandelt deaanschaf van educatieve software,het didactisch gebruik van toepas-singssoftware, de realisatie van edu-catieve software en de uitrustings-problematiek.

De onderwijsminister is princi-pieel voorstander van het goed-koop ter beschikking stellen vansoftware via het departement. Maaraan deze software–pakketten moeteen kwaliteitslabel worden toege-kend. Amper vijftien procent vanhet huidige marktaanbod is peda-gogisch verantwoord. Een netover-schrijdende evaluatiecommissie speelthier een cruciale rol. De evaluatieverloopt in drie fasen. Eerst is er eentechnische beoordeling. Nadien komteen pedagogisch–didactische eva-

luatie. Ten slotte volgt de validering. Maar datproces is een werk van lange adem. ❏

uitroepte-n een sug-de. Aan des de vraaguter in de

ad. Aan dent is er de

dat hij eenmust is.

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣17

Page 18: Klasse voor Leraren 17

ACTIE

De ene naald is de andere niet, maarwelke leraar ziet het verschil?

NIEUWONDERWIJSNETRESPECT VOOR ELKELEVENSBESCHOUWING

De v.z.w. Vlaams Onderwijs OverlegPlatform (V.O.O.P.) is een overkoepelendoverlegorgaan van inrichtende machten diebehoren tot het gesubsidieerd onderwijs. HetV.O.O.P. groepeert onderwijsinstellingen, P.M.S.–centra en pedagogische begeleidingscentra dieeen niet–confessioneel en ongebonden ka-rakter hebben.

De vereniging heeft als algemeen doel degemeenschappelijke belangen te behartigenvan de aangesloten centra en onderwijsinstel-lingen, wat ook het onderwijsniveau is waartoeze behoren. Ze beoogt een samenwerking omde gemeenschappelijke technisch–administra-tieve onderwijsproblemen op te lossen. Zij wilals consultatie– en adviesorgaan voor de over-heid fungeren en als dusdanig door haarerkend worden.

Het V.O.O.P. coördineert en organiseertbijscholings– en bedrijfsstages en andere na-vormingsactiviteiten om de basisopleiding teactualiseren en de onderwijservaringen uit tewisselen. Hiervoor werd het V.O.O.P.–navor-mingscentrum V.O.N.A.C. opgericht.

Gesubsidieerde, vrije, niet–confessionelescholen hadden in het verleden te maken metonder meer de volgende problemen␣ :– weinig of geen doorstroming van onderwijs-

informatie,– geen vertegenwoordiging van vrije niet–

confessionele en ongebonden scholen inoverlegorganen waardoor een groot deelvan de achtergrondinformatie en het inzichtin beleidsvisies verloren ging,

– moeilijkheden met de uitbetaling van hunsubsidies,

– moeilijkheden om met nieuwe afdelingen testarten, zelfs als ze juridisch en administratiefin orde waren,

– er was een onprettig gevoel bestendig tus-sen hamer en aanbeeld te worden gedrukt.

Het V.O.O.P. wenst haar rechten in de Vlaam-se Onderwijsraad (Vl.O.R.) te verdedigen. Devoorzitter Diana Van Cotthem heeft zitting inde algemene raad van de Vl.O.R.Tal van onderwijsinstellingen traden al toe totde vereniging. ❏

Inlichtingen :

V.O.O.P.

Martelarenplein 1

1000 Brussel

✆ 02–523 94 90

(mevr. D. Van Cotthem)

18 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

DRUGS OPSCHOOLJONGEREN WETENER MEER OVER DANHUN LERAARS

Als je sterk gescheurde sigaretteblaad-

jes, leeggeknepen citroenen of repen

chocolade waarvan enkel het zilver-

papier is gebruikt, op school vindt is

de kans groot dat er drugs worden

gebruikt. Dat mag echter geen reden

zijn om er meteen streng in te vliegen.

Jonge druggebruikers worden veel beter

geholpen als u kalm de oorzaak van

hun druggebruik kunt achterhalen.

Hoe vroeger ze echter ontdekt wor-

den hoe beter. Dankzij een videocas-

sette van de rijkswacht worden direc-

teurs, ouders en leerkrachten nu daarbij

geholpen.

Uit schrik voor AIDS laten meer jongerennu de spuit links liggen. Maar ze snuiven enroken bijvoorbeeld meer heroïne. Een studieheeft uitgewezen dat twee procent van delaatstejaarsstudenten in Brussel regelmatig drugsgebruiken. Ze onderschatten meestal het ge-vaar ervan. Het aantal drugdoden is in Brusselop drie jaar tijd verdubbeld. Bovendien wordter veel gestolen. Eerst uit de zakken vanouders, broers en zussen. Later op school enin de buurt. Wie dagelijks cannabis gebruiktkomt toe met 50 à 100 frank per dag. Maar inBrussel alleen zouden 3000 verslaafden harddrugs gebruiken. Die hebben gemiddeld zo’nduizend frank per dag nodig om drugs tekopen. Tel maar uit. En zwaar verslaafdenhebben véél meer geld nodig. Een gramcocaïne of heroïne kost 3000 à 4000 frank.

LERAARSOuders en leraars weten meestal weinig

of niets over drugs. Daarom heeft de rijks-wacht een videocassette over drugs ontwik-keld. Ze is niet voor de jongeren zelf bedoeld

maar voor ouders en leerkrachten is hetprogramma bijzonder verhelderend. Op driekwartier tijd leert u de soorten drugs kennen,de gevolgen voor de gebruiker, de prijs, degevaren én de manier waarop u de gebruikersvan bepaalde drugs kunt herkennen. Wie decassette op school wil bekijken krijgt trou-wens ook ter plaatse uitleg door een rijks-wachter die de drugs bijheeft. Wie eraan ruiktkan de geur later gemakkelijker herkennen.

Op de videocassette vertellen ook enkelejongeren waarom ze naar drugs grijpen␣ :nieuwsgierigheid, aanvaard willen worden ineen bepaalde groep, school en vervelingontvluchten of zo gemakkelijk mogelijk zo’ngroot mogelijk gevoel van euforie en plezierkrijgen.

GEEN PANIEKInitiatiefnemer Lt. Dirk Van Aerschot␣ : «Pa-

nikeer niet meteen als je hasj of marihuana opschool vindt. Met repressief optreden los jehet probleem niet op. Probeer in de eersteplaats te vermijden dat jongeren naar drugsgrijpen. Praat erover, hou de dialoog open entracht aan te tonen dat ze ook zonder drugskunnen leven. Als ze er toch gebruiken pro-beer je best in alle kalmte de oorzaak van hundruggebruik te achterhalen. Maar hoe vroegerhet ontdekt wordt, hoe beter. En op dat vlakkunnen leerkrachten een grote rol spelen..» ❏

U kunt de video met begeleiding gratis

aanvragen in uw eigen rijkswachtdistrict.

De coördinator is Kapitein Heuzel,

Leuvensesteenweg 58

1000 Brussel

✆ 02–507 92 04

Page 19: Klasse voor Leraren 17

ACTIE

MENS␣ :

s van KLASSE kunnen een gunstabonnement nemen voor 625 fr.

orten op rekening 000–1610496–05, t.a.v. S. De Nollin, Mens).

JONGERENPRIJS 1992 : inlichtingen en reglement.

rescoördinator S. De Nollin – Te Boelaerlei 23 – 2140 Borgerhout

✆ 03–322 74 69 – fax 03–321 02 77

ERGER JE NIETElk nummer bevat een dossier met achtergrondin-formatie zoals u die nergens anders vindt.Mens 1 : Wie is bang voor dioxinen ?Mens 2 : Leven en sterven met chloorfenolen.Mens 3 : Zware problemen met zware metalen.Mens 4 : Het broeikaseffect.

Vaste rubrieken :MENS erger je niet : over wat er mis gaat in hetleefmilieu en hoe men leert door scha en schande.Onderzoek ten dienste van het leefmilieu : kleineen grote verbeteringen, resultaten van succesvolonderzoek.Politieke standpunten : de beleidslijnen van deoverheid i.v.m. actuele milieuproblemen.

MILIEU OPCOMPUTERSOFTWAREWEDSTRIJDVOOR JONGEREN

Naar aanleiding van het zevende

multidisciplinair symposium Com-

puters in Onderwijs, Onderzoek en

Geneeskunde wordt ook weer een

Jongerenprijs uitgeschreven.

Hoe kan de informatica tot een beterinzicht bijdragen in de vele aspecten van demilieuproblematiek ? Zo luidt het hoofdthemavan het zevende multidisciplinair symposiumdat op 16 mei 1992 in het Limburgs Universi-tair Centrum van Diepenbeek wordt gehou-den.

De speciale Jongerenprijs 1992 wordtuitgeloofd voor de meest verdienstelijke stu-die waarbij de informatica geïntegreerd is inde aanpak van een milieuprobleem.

Er is drie keer 30.000 frank te verdienen.De eerste twee prijzen gaan naar originele enzelf geschreven software voor de didactischeen biomedische sfeer. Een derde bedrag gaatnaar milieu en computer. De opdracht luidthier␣ : hoe kunnen we milieu en computersamenbrengen. Hoe kunnen we bijvoorbeeldeen natuurdomein beheren met de computerof hoe kunnen we via bepaalde programma-tuur de milieuproblematiek beter benaderen.In tegenstelling met de twee andere prijzenhoeven de jongeren hier geen origineel enafgewerkt softwarepakket in te zenden. Origi-nele ideeën, commentaar bij of verbeteringenaan bestaande programma’s of een schets vanwat op diskette zou kunnen worden uitge-werkt komen in aanmerking. De inzendingmag groeien uit een samenwerking tussen deleerling en de leraar.

De Jongerenprijs is bestemd voor leerlin-gen/studenten tussen 15 en 25 jaar. De inzen-dingen moeten binnen zijn vóór 15 april1992. De jury houdt bij de beoordeling reke-ning met de leeftijd. De inzenders van de

geselecteerde werken moeten be-reid zijn hun werkstuk te komenvoorstellen. Alle deelnemers ont-vangen een speciale herinnerings-medaille van het Ministerie van deVlaamse Gemeenschap – Departe-ment Onderwijs. Zij kunnen daar-enboven hun werk demonstrerenop het symposium van 16 mei in hetLimburgs Universitair Centrum. ❏

MENSEEN NIEUW MILIEU-

TIJDSCHRIFT OP SCHOOLMet de steun van het Departement Onderwijs kunnen de leraars gratis kennis maken

met MENS, een nieuw tijdschrift voor milieu–educatie, natuur en samenleving.

MENSMENS

Lezer

(st

Cong

Dr. Sonja De Nollin, coördinator␣ : «Wevinden dat het grote publiek en in het bijzon-der de scholieren behoefte hebben aan objec-tieve informatie over wat er werkelijk aan dehand is met het milieu. Greenpeace bijvoor-beeld maakt de mensen wel wakker maarslaat op wetenschappelijk gebied soms fla-ters. We moeten de jongeren op de juistemanier sensibiliseren. Ze wijzen zelf vaak meteen beschuldigende vinger naar de industrieterwijl ze eigenlijk hun eigen vervuilende rolvergeten. Begin bij jezelf als MENS is onzeboodschap.»

Het driemaandelijks milieutijdschrift MENS(Milieu–Educatie␣ : Natuur & Samenleving)rolt sinds januari van de pers. Het is ontstaanuit de werkzaamheden van de Vlaamse Vere-niging voor Biologie.

Het tijdschrift wil een indringende eneducatieve visie op het leefmilieu geven.MENS symboliseert de onontkoombare, col-lectieve verantwoordelijkheid van de mensenvoor hun leefmilieu. Het is geen strijdbladvoor om het even welke belangengroep.Bijzondere zorg is besteed aan de juistheidvan de informatie die niet specialistisch ismaar wel didactisch en multidisciplinair. Hier-voor zorgt een grote groep wetenschapslui endidactici. Zo verlenen meer dan vijftig specia-listen uit universitaire en industriëlelaboratoria en uit overheidsinstel-lingen hun medewerking. Voor deverschillende topics zetten zich tel-kens de bevoegde specialisten uitde adviesraad in.

De Nollin␣ : «We zouden graaghebben dat ons tijdschrift terecht-komt bij alle milieugevoelige le-raars. De dossiers zijn goed begrij-

pelijk voor leerlingen vanaf 16 jaar. De in-houd ervan is boeiend didactisch basismateri-aal. Daarom sporen we de directies aan hettijdschrift ter beschikking te stellen van deleerkrachten die in hun lesopdrachten metmilieu geconfronteerd worden.»

Het Departement Onderwijs stuurt dezowat 1500 scholen voor secundair onderwijselk gratis de eerste jaargang van vier nummersop. De leraars kunnen hun oordeel gevenover de gebruikswaarde van MENS bij hunleeropdracht. ❏

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣19

Page 20: Klasse voor Leraren 17

20 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

GIDS

Coens : De omkade-ring moet verbeteren.

We hebben genoeggoeie coureurs, maar

niet genoeg goeiefietsen␣ !

KAARTEN OP TAFELTWINTIG LEZERS BIJ DE MINISTERDit keer géén officiële afgevaardigden rond de tafel op het kabinet van de

Gemeenschapsminister voor Onderwijs Daniël Coens. Wel twintig gewone

leraars, directeurs, praktijkleraars, P.M.S.–medewerkers

enz. van alle niveaus en uit alle netten. Allemaal lezers van

KLASSE. Zij kwamen met veel vragen naar Brussel. Die

werden niet allemaal opgelost. Maar een antwoord kwam

er wel gedurende een gesprek van bijna drie uur.

Gelukkig kwam de minister zelf wat later zodat ook

kabinetschef Peter Degadt er nog een woord tussen

kreeg.

Enkele flarden uit het gesprek.

– Hoe lang blijft men nog «sollen» metleraars door hun opdracht bijvoorbeeldover vier scholen te spreiden ? Dat is tochslecht voor de leraar, de school én hetonderwijs…– Degadt : De reaffectatieregeling werd in 1973ingevoerd toen het probleem nog niet be-stond. Ze kende een veel groter numerieksucces dan ooit was bedoeld. Dat houdt ver-band met de denataliteit en de vaste benoe-ming. Als er geen vaste benoeming zou be-staan, zouden de leraars net als in een bedrijfontslagen worden als er minder leerlingenwaren. We kunnen vastbenoemde leerkrach-ten toch niet gewoon thuis laten en verderbetalen␣ ?– Een boventallige leraar kan toch ook inde school nuttig werk verrichten. Als wede reaffectatie niet fundamenteel herzienworden misschien wel de excessen opge-lost maar de problemen blijven.– Degadt : Als gereaffecteerde ergens binnen-wandelen is niet plezant. Dat is een verplichtmaneuver. Maar meestal valt het na enkeleweken wel mee. Alleen als je op verschillendescholen belandt wordt het een probleem. Dataantal zouden we moeten beperken. Maarreaffectatie is een maatschappelijke keuze.We hebben voorstellen gedaan rond zonaleurenpakketten met autonome besteding. Hetanders inschakelen van leraars werd daarbijgestimuleerd. Maar die voorstellen bleken syn-dicaal niet bespreekbaar. Toch blijf ik erbij datwe de visie moeten versoepelen en de op-dracht van de leraar breder omschrijven danhet lesgeven. Sommige scholen zijn nochtanste klein. Daarom moeten we zonaal werken,met een «pool» van leerkrachten als een vat volmenselijke energie.

– Coens : Uit de denataliteitscijfers voor dekomende jaren blijkt dat we nog lang niet vande reaffectatie en terbeschikkingstellingen afzijn. Maar we gaan de regeling wel in eennieuw decreet vastleggen.

RUST ROEST– Weer een decreet␣ ? Wanneer stopt u daareens mee en komt er eindelijk rust in hetonderwijs␣ ? Aan de basis wordt dat alle-maal moeilijk om te volgen␣ !

– Coens : De grotestructurele verande-ringen zijn nu alle-maal achter de rug.Nu we het onder-wijs eindelijk auto-noom voor Vlaan-deren mochten re-gelen moest het heleonderwijsbestel innieuwe Vlaamse ter-men wettelijk wor-den uitgebouwd. Datheeft niet alleen vanons veel werk ge-

vraagd, ook van de mensen aan de basis. Ikbesef dat, maar we hebben dan ook veelgerealiseerd. Daarbij hebben we gekozen voorglobale pakketten om een veelvoud aan lossedecreten te vermijden. Maar stilstaan zal hetonderwijs natuurlijk nooit. Dan versteent het.– U lanceert wel van alles maar waar blij-ven de middelen␣ ? In 1978 kreeg onder-wijs nog 20␣ % van het overheidsbudget,nu nog 13␣ %.– Degadt : Uw cijfer slaat op het Bruto Natio-naal Produkt maar wij krijgen nog altijd 20␣ %van het overheidsbudget. De staatsschuld isimmers zo sterk toegenomen. Maar tien jaargeleden betaalden wij precies evenveel leer-krachten als nu␣ : 124.565 full–time eenheden.Er zijn wél verschuivingen gebeurd␣ : bezuini-gingen in het secundair onderwijs, meer mid-delen in het basisonderwijs, expansie in hethoger onderwijs en bezuinigingen in het uni-versitair onderwijs. Er wordt nu zo’n 190 mil-jard aan onderwijs besteed. Nog meer is niethaalbaar. Bovendien bieden meer middelenniet altijd de juiste oplossing. Sommige instel-lingen blijven draaien in een intensive–caretoestand. We moeten de moed opbrengen omvragen te stellen en het onderwijsbudget kri-tisch te bekijken. Hier en daar kan het zekerrendabeler. De gemeenschap investeert enormin onderwijs. En die inspanning is in verhou-ding niet afgenomen. Maar we moeten oppas-sen dat er de komende jaren geen te kleineentiteiten ontstaan die te veel geld opslorpen.– Pleit u nu voor de grote scholen␣ ?– Degadt␣ : Ik pleit zeker niet voor grootschalig-heid. Er zit een optimum tussen groot en klein.– Coens : Uit de vooruitzichten tot 1998 blijktdat de financieringswet niet houdbaar is. Zekerniet bij de franstaligen maar ook de Vlaamse

Page 21: Klasse voor Leraren 17

GIDS

AT

Aanrek

euvesm

erteu Emrmr Sc, Gi Van Bouter, k Vande

n we dat betalen␣ ? Misschien kunnen we hetet minder leraars die we nog beter betalen.

Gemeenschap zal bij ongewijzigd beleid moe-ten bijpassen. Ofwel moeten er middelen wor-den verschoven binnen de Vlaamse Gemeen-schap, ofwel moeten er bijkomende over-drachten komen van de nationale kas.

DE CENTEN– Dat is ver van onze deur. Op dit ogenblikmoeten wij het rooien met de opbrengstvan een wafelslag en pensenkermissen.– Degadt␣ : Ook dat moet een onderdeel vor-men van de herwaardering van het leraars-ambt. De scholen moeten betere middelen,lokalen enz. krijgen. Iedereen 1 of 2␣ % opslaggeven lost niets op. Elk procent kost 1,5 miljarden daar zou je heel wat praktische, concretezaken mee kunnen oplossen. Maar daar zitveel minder syndicale druk op dan op eenweddeverhoging !– Coens : Er is een budgettair probleem.Onderwijs krijgt al de helft van de begrotingvan de Vlaamse Gemeenschap. De anderehelft is voor de tien andere ministers. Nochtanskunnen we het niet met minder middelendoen. De onderwijsparticipatie neemt toe en eris een betere omkadering. Het onderwijs ismoeilijker geworden dan tien of twintig jaargeleden. De inhoud is verbeterd en we werkennu voor álle kinderen tot 18 jaar, niet alleenvoor hen die de afvallingskoers hebben over-leefd. Maar de omkadering zal nog moetenverbeteren. We hebben genoeg goeie coureursmaar niet genoeg goede fietsen.– Wanneer komt er een echte financiëleherwaardering van de leraar␣ ? Wie wil eranders nog in hetonderwijs aan deslag␣ ?– Coens : Hela, hela.We hébben iets gedaanhé. Zes procent dat isniet niks en we hebbeneen aantal onrechtvaar-dige anomalieën weg-gewerkt. De som vandie opwaardering zalniet min zijn. En hoemoeten we dat beta-len␣ ? Misschien kunnenwe het ook met minderleraars die we nog be-ter betalen. Dan kun-nen we ook strengerzijn bij de selectie vande leraars die we diplo-meren.– Waarom doorbreektu de vlakke loopbaan niet␣ ? Misschien nieteens met een (star ?) middenkader maarmet een soepel meer–uren–pakket voorelke school␣ ?– Coens : Het onderwijs is op dat vlak eenstrakke, stabiele structuur en wijzigingen wor-den niet gemakkelijk aanvaard. Het doorbre-ken van de vlakke loopbaan hebben we met

WIE Z

AAN TDe twintig lezers vhet rondetafelgespAnny Cooreman, LAntwerpen, Dirk DChico Detrez, AntwOostende, Ludo FraGilles, Leopoldsburg,Eddy Maes, Dendelissen, Bree, ValeeSchrevers, BrusselOudenaarde, Remle, Hedwig Van deVan Dooren, TurnhMoens, O.L.V.–WavOud–Turnhout, EriLievin Vincke, Love

de vakbonden be-sproken maar er isblijkbaar nog een rij-pingsproces nodig.Dat verondersteltimmers een funda-mentele aanpassingvan de cultuur. Er isruimte voor een mid-denkader maar dieruimte is relatief be-perkt. Autonomie enparticipatie zijn voormij de sleutelwoor-den om in de lokaleschool soepel te kun-nen werken. Je kuntleraars vrij makenvan allerlei belang-rijke taken maar voorlopig wordt de vlakkeloopbaan voor de meeste leraars niet door-broken, neen.– Waarom krijgen leraars die zich bij-scholen enz. niet meer centen of promo-tiemogelijkheden␣ ?– Coens␣ : Eigenlijk zou tegenwoordig ieder-een zich voortdurend moeten bijscholen omniet ter plaatse te blijven trappelen. Maar alswe objectieve criteria kunnen vastleggen omextra scholing te valoriseren moet dat kun-nen. We werken de navorming nu structureeluit. Het onderwijs was trouwens het eersteopenbaar ambt om daarin te voorzien en devalorisering is in voorbereiding. Tegen juni’94 moeten de nieuwe sectoriële onderhande-

lingen rond zijn, onderandere over de herzie-ning van de wedde-schalen. Wij zullen denavorming ter sprakebrengen. Maar waarzullen we het geld ha-len␣ ? Bovendien vraagthet van de syndicatenop dat vlak ook om debegane paden te verla-ten en zich dynamischerop te stellen.

ZITTENBLIJVERS– Er is een eenvou-dig besparingsmid-del␣ : schaf al die ver-schillende netten afen bouw één grotepluralistische schooluit.

– Coens : Ik huiver van een samenleving waarde overheid structureel alles in handen heeften geen keuze laat. Ik ben voor de vrijheidvan onderwijs␣ : het organiseren ervan is vrijen de mensen kiezen vrij. Religie heeft daarmisschien minder mee te maken dan hetvertrouwen dat men geeft aan een bepaaldeschool. Zo’n samenleving vind ik waardevol.

MEE

FEL␣ ? KLASSE die aan deelnamen␣ :en, Diane De Laet,adryl, Poperinge,pen, Didier Finet,r, Antwerpen, Bertile Janssens, Brussel,onde, Maggy Ne-hodts, Diest, Pauluy Van Bouwel,n Cleemput, Hal-osch, Leuven, Luk, Claire Van Geet–Huug Van Gompel,n Hecke, Gent engem.

Coens : Hoe moeteook m

Waarom zouden we onze verscheidenheidherleiden tot één type␣ ? Misschien kunnen erop lokaal vlak wel meer en betere afsprakenworden gemaakt. maar ook hier geloof ik datmeer lokale autonomie en participatie daarwel toe zal leiden.– Als elk net autonomie krijgt, wat is dannog de taak van de minister van onder-wijs. Heft die zichzelf op␣ ?– Coens : Het gebeurt niet dikwijls dat minis-ters zoveel verantwoordelijkheid afstaan. Maarik heb dit altijd zo gewild. De autonomie isgoed voor het onderwijs én voor de minister.Die is er niet voor één net maar voor heel hetonderwijs, onafhankelijk boven de netten inhet algemeen belang. Ik moet een beleidbepalen en goed lesgeven mogelijk maken.Ik moet niet bezig zijn met dingen die derechtstreeks betrokkenen zelf beter kunnendoen. Onderwijs is uw leven maar ook mijnleven… Ik ben eigenlijk nooit uit onderwijsweggeweest.– U bent dus een zittenblijver van for-maat. Maar dan wel uit eigen wil. Wat nietkan worden gezegd van het stijgend aan-tal zittenblijvers op de Vlaamse school-banken. Wat doet u daaraan␣ ?– Coens␣ : Men moet durven differentiëren bijde begeleiding van leerlingen en dan ookdurven afstappen van gelijke evaluatie ennormering bij ongelijke leerstof. In het lageronderwijs is bovendien een belangrijke taakweggelegd voor de taakleraars.– Die functie hebt u wel op papier ge-creëerd maar in de praktijk kunnen demeeste scholen ze niet organiseren.– Coens␣ : In een kleine school twee leerjarensamen plaatsen in een graadklas en daarnaastvoor een taakleraar zorgen is niet per séslecht. Maar ik zie ook wel dat ouders daarweigerachtig tegenover staan. Maar taakle-raars kunnen altijd worden ingeschakeld alsde school daar een prioriteit van maakt.– Dat werkt alleen in grote scholen.– Coens␣ : Er zijn meer en minder kwetsbarescholen. Een bepaalde correctie is op dit vlak

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣21

Page 22: Klasse voor Leraren 17

GIDS

Coens : Je kunt leraars vrij maken voorallerlei belangrijke taken, maar voorlopigwordt de vlakke loopbaan voor demeeste leraars niet doorbroken.

misschien wel nodig om waarborgen in tebouwen voor scholen die echt met zwakkeleerlingen bezig zijn. Grote scholen kunnenwe verplichten want die kunnen het opbren-gen. Elders moeten we waarschijnlijk meerstimulerend optreden.Maar de nieuwe structuur in het secundaironderwijs is toch wel een goede stap in derichting van een betere oriëntatie.– Een goed gestructureerde middenschooldie werkt met een gedifferentieerd leer-plan en met een goed pedagogisch con-cept heeft heel wat minder zittenblijvers.Maar zo’n school krijgt geen extra–mid-delen.– Coens : Ik geloof in een middenschool.Maar er zijn er niet zoveel échte. Er moet danwel een aangepaste bovenbouw op volgen ofanders verschuiven we alleen maar het pro-bleem.– Het is altijd hetzelfde. Men vindt dat welsympathiek. Maar leraars en scholen dieecht goed werk leveren worden niet gefa-voriseerd. De structuur van ons onder-wijs veroorzaakt de problemen. De leer-

22 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

AANPASSINGHet aantal voltijdse ambten in de aanpassingsklas846,5. Dat waren er 37 minder dan het jaar vooschooljaar 1988–1989. Weinigen klagen over de vatbaar.Zo kan men meer kansen scheppen voor echte leerhvan de leerlingen te onderzoeken en erop in te speldoor te trekken naar de evaluatie. Door diagnostiscontdekt waar het leerproces fout loopt.Jongeren met leerproblemen moeten meer aandworden en vervolgens aangepaste oefeningen krijnaar de aanpassingsklas. Belangrijk is ook dat deinroept én opvolgt. In laatste instantie kan externe

plannen zijn niet aangepast enz. enz.– Coens : Ik moet toch het pedagogischproject van een school niet vastleggen, hé␣ ?Ik verwacht veel van de vernieuwde onder-wijsbegeleiding. En voor de leerplannen zalde nieuwe Dienst Onderwijsontwikkelingook veel goed werk kunnen leveren. Boven-dien is de omkadering in Vlaanderen langniet zo slecht.– Spijtig genoeg is de tijd om. We bedan-ken u voor uw spontane medewerking.Het gebeurt niet zo vaak dat de basisrechtstreeks met de minister kan spre-ken.– Coens : Veel van uw opmerkingen zijn te-recht en ze getuigen van een grote betrok-kenheid. Ik ben echt blij dat ik aan ditgesprek heb kunnen deelnemen. We heb-ben de datum wel enkele keren moetenverschuiven want een minister heeft het óókdruk. U hebt tenminste nog een vrije woens-dagnamiddag als deze.– Die gaat u toch zeker ook niet afpak-ken␣ ?– Coens : Geen sprake van␣ ! ❏

SKLASSENsen lager onderwijs bedroeg vorig schooljaarrdien, maar nog steeds 65,5 meer dan in hetkwaliteit. Wel is een en ander voor verbetering

ulp voor alle leerlingen. Door de beginsituatieen. Door meer differentiatie in te bouwen en dithe toetsen, zodat de leraar bij de foutenanalyse

acht krijgen. Ze moeten sneller opgespoordgen. Eventueel kan de leraar ze doorverwijzen school tijdig de hulp van het P.M.S.–centrum hulp of buitengewoon onderwijs nodig zijn.

LERAARSOPSTUDIEREISSoms moet u voor uw vormingsstage

niet eens over de grens␣ : deze maand

een uitstapje naar Han–sur–Lesse.

Daarnaast een pakket aanbiedingen

voor leraars technische en beroeps-

scholen om zich in Oostenrijk ver-

der te vormen. Tenzij anders ver-

meld moet uw inschrijving zes we-

ken voor de aanvangsdatum bij Leen

Mortier toekomen. U moet uw aan-

vraag laten ondertekenen door uw

instellingshoofd én door uw inrich-

tende macht. Als uw aanvraag wordt

goedgekeurd zijn reis en verblijf in

principe gratis.

BELGIE– van 25 tot 27 november (limietdatum␣ : 1oktober).l’Amérique latine, des grandes découvertesaux réalités d’aujourd’hui.

OOSTENRIJK– Nr. 122036, van 26 tot 28 februari.Bau von Sonnenkollektoren.– Nr. 132025, van 27 tot 30 april.Marketing in Theorie und Praxis.– Nr. 322026, van 20 tot 23 januari (uw limietda-tum␣ : 26 november).Computer–Aided Software Engineering.– Nr. 332038, van 30 maart tot 2 april.Praxis der französischen Fachsprache in Betrie-ben (in Parijs; kennis van het Duits niet vereist).– Nr. 332089, van 31 maart tot 3 april.Moderne Methoden der Vermessungstechnik.– Nr. 322104, van 6 tot 9 april.Computernetzwerke.– Nr. 322136, van 4 tot 7 mei.Ökologischer Verkehrswegebau.– Nr. 342122, van 6 tot 9 april.Weinkultur.– Nr. 422059, van 21 tot 23 januari (uw limietda-tum␣ : 26 november).Matrizenrechnung in der Statik.– Nr. 432024, van 28 tot 30 april.Wirtschaftsraum Salzkammergut.

Page 23: Klasse voor Leraren 17

GIDS

DE BESLISSING ISGEVALLEN

Het begin van een nieuw schooljaar confronteert u telkens met heel wat

nieuwigheden. Het overzicht dreigt daarbij verloren te gaan. Zoals u van

– Nr. 722035, van 26 tot 28 februari.Gußtechniken für das Kunsthandwerk.– Nr. 902222, van 23 tot 26 maart.Kreative Lernmethoden.– Nr. 902344, van 4 tot 8 mei.Ideologie und Wirklichkeit des Nationalsozia-lismus (voor alle leraars).– Nr. 902582, van 19 tot 23 oktober 1992.1968 und die Folgen (voor alle leraars).– Nr. 912109, van 23 tot 27 maartTestmöglichkeiten im Kraftfahrzeugwesen.– Nr. 912275, van 18 tot 22 mei.

KLASSE gewoon bent zetten we een aantal vernieuwingen op een rijtje.

Alternative elektrische Energieerzeugung.– Nr.912359, van 12 tot 16 oktober 1992.E.D.V. im grafischen Gewerbe.– Nr.922096, van 24 tot 28 februari.Artificial intelligence.– Nr. 922136, van 9 tot 12 maart.Elektrische Energieversorgung.– Nr. 922164, van 6 tot 9 april.Chemiefasern.– Nr. 922174, van 2 tot 5 maart.Biotechnologie.– Nr. 922229, van 16 tot 19 maart.Die Methode der finiten Elemente (F.E.M.)– Nr. 922235, van 11 tot 14 mei.Blechbearbeitung.– Nr. 922295, van 30 maart tot 2 april.Die Wiener U–Bahn.– Nr. 932066, van 6 tot 9 april.Personalentscheidungen im modernen Be-trieb. ❏

Inlichtingen eninschrijvingsformulieren␣ :

Departement Onderwijs

Secretariaat–generaal

t.a.v. Leen Mortier

R.A.C.

Arcadengebouw

3de verdieping

kantoor 3087

1010 Brussel

✆ 02–210 51 10

PARTICIPATIERADENHet decreet over de participatieraden in

het gesubsidieerd onderwijs treedt pas inwerking vanaf 1 januari 1992. Dit om descholen niet onnodig te belasten in het beginvan het schooljaar.

De participatieraden zijn organen waarinde inrichtende macht informatie geeft, over-leg pleegt, advies of instemming vraagt vanverkozen vertegenwoordigers van de ouders,de leerlingen, de leerkrachten en de buiten-wacht. Wie de leraar zal vertegenwoordigenis nog niet uitgemaakt. De vakorganisatieshebben het voordeel dat het gestructureerdegesprekspartners zijn en dat de individuelevoorgedragen leden op een organisatie kun-nen terugvallen. Anderzijds biedt de partici-patieraad een breder forum dan personeels-zaken alleen. Vanuit deze optiek moet hetpersoneel vanuit een niet–vakbondsgerichtevisie ook een kans op vertegen-woordiging krijgen. In de con-sensustekst van het katholiekonderwijs is echter alleen spra-ke van kandidaten voorgedragen doorde erkende vakbonden.

Voor het gemeentelijk en provinciaal on-derwijs moest een tussenoplossing komen.De betrokken overheden zijn immers auto-noom en zijn niet verplicht toegevingen tedoen aan een overlegorgaan. Voor het ge-meentelijk en provinciaal onderwijs zijn erdus geen thema’s waarmee de participatieraadmoet instemmen.

OMKADERINGSNORMENDe nieuwe aanwendingspercentages lig-

gen hoger dan vorig jaar. De besparing met0,6␣ % valt weg en de daling van het aantalleerlingen is minder groot.

In het kleuteronderwijs ligt het aan-wendingspercentage nu op 99,75␣ %. Dat is0,35␣ % meer dan vorig schooljaar. In hetlager onderwijs ligt het op 98,5␣ % (+␣ 0,4␣ %).De denataliteit in het lager onderwijs bedraagtdus 1,5␣ %.

De secundaire scholen mogen 99,7␣ %aanwenden (+␣ 1,5␣ %). De denataliteit bedraagthier immers slechts 0,3␣ %.

Vanaf dit schooljaar mogen de secundaire

scholen tot maximaal 3␣ % van het totalelesurenpakket opsparen voor het volgendeschooljaar. Dat is vooral interessant voor scholendie een nieuwe afdeling willen oprichten.

In het buitengewoon basisonderwijsstijgt het aanwendingspercentage met 0,5␣ %naar 95␣ %. In het buitengewoon secundaironderwijs stijgt het aanwendingspercentagemet 1␣ %, maar met 94,5␣ % blijft het door dedaling van het aantal leerlingen toch nog0,5␣ % beneden het peil van het basisonder-wijs.

INSPECTIE & BEGELEIDINGDe Vlaamse regering heeft het ontwerp-

decreet over inspectie en begeleiding defini-tief goedgekeurd. Inspectie en begeleidingopereren voortaan onafhankelijk van elkaar.De inspectie is belast met de kwaliteitscon-trole over de netten heen. Ze wordt op 50/50basis gerecruteerd uit het vrij en het gemeen-schapsonderwijs. De pedagogische bege-leiding is gericht op kwaliteitsverbetering enis een zaak voor de netten zelf. Die mogen elkeen pedagogische begeleidingsdienst opzet-ten en krijgen hiertoe de nodige middelenvan de overheid.

Voor de pedagogische adviseurs basison-derwijs neemt de overheid de bestaandeweddeschalen voor de inspecteurs basison-derwijs over. Dat doet ze ook voor het secun-dair onderwijs, zij het met een vereenvoudi-ging van deze weddeschalen. De pedagogi-sche adviseurs krijgen dus dezelfde wedde-schalen als de inspecteurs. ❏

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣23

Page 24: Klasse voor Leraren 17

24 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

PERS

JONGEREN EN SEKSJongeren die op heel vroege leeftijd een rijk gevuld seksleven ontwikke-

len, lopen een grotere kans om later een negatief beeld van zichzelf te krijgen.Wie vanaf 18–19 jaar dergelijk seksueel gedrag vertoont, heeft hiertoeminder kans. Tot deze verbazende vaststelling komt prof. Leni Verhofstadt–Deneve van de R.U.G. aan de hand van een onderzoek naar adolescentiepro-blemen bij 800 Vlaamse jongeren. De enquête wijst uit dat 70 procent van de15 en 16–jarigen een «lief» heeft. Twintig procent van die groep gaat overtot coïtale seks met de betrokken relatie. Het onderzoek stelt dat de Vlaamsejongeren hun seksualiteit ernstig tegemoet treden. Wederzijds begrip enaffectiviteit zijn geen loze woorden. Toch tonen de betrokken jongens zichmeer voldaan, ontroerd, gelukkig of volwassen. Meisjes reageren veelminder enthousiast en hebben zelfs schuldgevoelens. ❏

(De Morgen)

LEER FRANSIn een brochure «Frans uw

kans» van het Overlegcomité vande Verenigingen van Leraren Frans(O.V.L.F.) staat dat het met dekennis van het Frans in Vlaande-ren duidelijk bergaf gaat. Vieren-zestig procent van de bedrijvenklaagt over tekortkomingen bijafgestudeerden uit het middelbaaren het hoger onderwijs. Bij uni-versitairen zou de taalkennis Franszelfs nauwelijks uitsteken bovenhet humanioraniveau.

De belangrijkste tekortkomin-gen die bedrijven opsommen zijngebrekkig spreken voor een pu-bliek, stuntelig rapporteren en eengebrek aan kennis van de Fransehandelscorrespondentie.

De leraars wijten de gebrek-kige kennis van het Frans aan hetinvoeren van een eenheidsstruc-tuur in het onderwijs, waardoorhet aantal uren Frans drastischwerd verminderd. Ook overvolleklassen en het verplicht opdrijvenvan het lestempo om het leerpro-gramma af te krijgen zouden eennefaste invloed uitoefenen. ❏

(Het Volk)

DAG CHEFChef, daar spreek je geen opvoeders mee aan. Dat zeg je tegen een

agent, een cipier of een kok. Niet tegen het schoolhoofd. In de zowat 2000basisscholen van de Franse Gemeenschap wordt de chef of het schoolhoofdvoortaan aangesproken met directeur. Onderwijsminister Jean–Pierre Gra-fé besloot officieel de term chef d’école te vervangen door directeurd’école. Grafé beoogt hiermee een grotere morele waardering voor dege-nen die de zware verantwoordelijkheid dragen een basisschool te leiden. ❏

(Le Soir)

VRIJZINNIGNaar aanleiding van 20 jaar

Unie Vrijzinnige Verenigingenheeft voorzitter Leo Ponteur geëistdat de vrijzinnigheid nog dit jaargrondwettelijk erkend wordt. Datis trouwens voorzien in de rege-ringsverklaring. Ponteur kondig-de aan dat de Unie bijna zeker deinrichtende macht wordt voor decursus niet–confessionele moraalin de scholen.

Artikel 14 van de grondwetgarandeert de vrijheid van ere-dienst, maar artikel 117 bepaaltdat de staat enkel voor de erkendegodsdiensten de wedden van debedienaren van erediensten tenlaste neemt. In ons land werdende katholieke, protestantse, jood-se, anglicaanse, orthodoxe en is-lamitische godsdienst reeds erkend.

De U.V.V. eist een dergelijkeerkenning ook voor de niet–con-fessionele levensbeschouwing.Ponteur noemde het een princi-piële aangelegenheid waaruit moetblijken of deze samenleving wer-kelijk tolerant en pluralistischis. ❏

(Het Volk)

LERAARS ZIEKEr heerst grote medische on-

rust in de onderwijswereld. Post-cursale depressie heet de nieuwe,erg veel voorkomende aandoeningbij leerkrachten. De slachtoffersdeden de besmetting meestal optijdens nascholingsprogramma’svoor leraars die zo theoretisch enklasvreemd zijn dat de leraar dieterugkeert in de school na eenkorte incubatietijd een praktijk–shock krijgt als gevolg van de im-plementatie–lacune waarmee hijgeconfronteerd wordt.

Ongeveer zo beschrijven PaulMahieu, Kris Peeters en Kris Vanden Branden (Universiteit Antwer-pen) de gevolgen van het gebrekaan marketing–inzicht van de mees-te nascholingsorganisatoren in hetonderwijs. ❏

(Het Nieuwsblad)

VOORRANGSBELEIDSCOORT MATIGVeertigduizend leerlingen uit

de tweede, vierde en zesde klas vanzevenhonderd Nederlandse basis-scholen werden getoetst op taal–en rekenvaardigheid. Nederland teltzeventig onderwijsvoorrangsgebie-den waar scholen en welzijnsorga-nisaties speciale aandacht beste-den aan bevolkingsgroepen met eenachterstand. Vooral «zwarte» scho-len vallen op in positieve zin. Dezescholen stimuleren hun leraars omhoge eisen te stellen aan de leerlin-gen. Zij besteden meer tijd aan taalen rekenen en geven dikwijls huis-werk op. Allochtonen krijgen vaakaparte lessen of extra oefeningen.

Het algemeen beeld van deprofessionaliteit is echter niet zopositief. Scholen doen weinig meerdan extra personeel aanstellen enklassen kleiner maken. Vervolgensgaan ze op de oude voet verder.Veel kinderen worden trouwens tenonrechte ingedeeld bij de achter-standsgroep. De onderzoekers stel-len zelf dat het beleid de doorsneebasisschoolleerling lijkt op te vat-ten als een leerling met onderwijs-achterstand.

De prestaties van allochtonekinderen blijven dramatisch. Hunachterstand bij taal en rekenen isin de tweede klas reeds zo grootdat een inhaaloperatie quasionmogelijk is. De lage toetssco-res gaan trouwens niet samenmet lagere scores op intelligen-tietoetsen. ❏

(Het Schoolblad)

Page 25: Klasse voor Leraren 17

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣25

PERS

HOOGBEGAAFDENONDERPRESTEREN

Uit onderzoek van T. Mooijaan de Katholieke Universiteit Nij-megen blijkt dat hoogbegaafde leer-lingen door het gewone onderwijsin hun ontwikkeling worden belem-merd en aanzienlijke schade in hunpersoonsontwikkeling kunnen op-lopen.

Een hoogbegaafd kind zal nietnoodzakelijk hoog presteren in hetonderwijs. Vaak vertoont het de-zelfde symptomen als moeilijk le-rende kinderen : druk en asociaalgedrag, huiswerk niet maken, spij-belen, lage cijfers. Speciaal onder-wijs voor zwakbegaafde leerlingenbestaat, maar apart onderwijs voorhoogbegaafden wordt te weinignodig geacht. Nochtans bestaat erin het gewone onderwijs een grotekans dat deze hoogbegaafden zichvervelen en gedemotiveerd raken.De stof is te saai en te gemakkelijk,er is geen uitdaging. Het onderwijsdwingt deze leerlingen tot onder-presteren dixit Mooij.

Mooij stelt trouwens dat gelij-ke kansen enkel worden verwezen-lijkt via een ongelijk onderwijsaan-bod. Dergelijk optimaal aanboddient te gebeuren via een indivi-dualisering van het onderwijsleer-proces. De leraar kan zo hoogbe-gaafde leerlingen in hun ontwikke-ling stimuleren. Deze leerlingenkunnen op hun beurt een positieveinvloed hebben op het onderwijs inde groep of klas. En voor de leraarbetekent het meer arbeidsvreugde.❏

(P.C.O.–magazine)

EVENWICHTVERSTOORD

Het Vermeylenfonds zegt datde gelijke behandeling van het offi-cieel en het vrij onderwijs het even-wicht tussen de netten verstoort.

De nieuwe gelijke omkade-ringsnormen voor het secundaironderwijs houden volgens het Ver-meylenfonds een verlies in van 150tot 200 leraarsbanen voor het ge-meenschapsonderwijs en een 300–tal voor het gemeentelijk en pro-vinciaal onderwijs, terwijl het vrijonderwijs door de gelijke normeneen 150–tal leraarsbanen zou win-nen.

Het fonds vindt dat van hetbeginsel van de gelijke behande-ling moet worden afgeweken tel-kens als deze de vrije schoolkeuzein het gedrang brengt. ❏

(Het Nieuwsblad)

MAROKKAANSEKINDEREN

Aan de Rijksuniversiteit Leiden promoveerde T. Pels met een onder-zoek naar de verschillende leefwerelden van het Marokkaanse gezin en deNederlandse school. Het culturele kapitaal dat Marokkaanse kinderen vanhuis uit meekrijgen is niet hetzelfde als waar het Nederlandse schoolsys-teem op verder bouwt. Vandaar ook de achterblijvende schoolprestatiesvan deze kinderen.

Marokkaanse kinderen leren zich te oriënteren op en te voegen naarhun sociale omgeving. Kinderen staan niet centraal, maar vormen een deelvan het geheel, dat constant wijzigt door het komen en gaan van familiele-den en bekenden. Nederlandse kinderen krijgen veel meer persoonlijkeaandacht en leren zich onafhankelijk en assertief op te stellen. De materiëlewereld van Nederlandse kinderen bereidt hen beter voor op de schoolwe-reld. Die schoolwereld sluit niet aan bij de verwachtingen en de gezinscul-tuur van de Marokkaanse ouders.

De leraar scheept zijn Marokkaanse leerlingen op met dubbele bood-schappen : enerzijds is er onderwijs in de eigen taal en cultuur en besteedthij aandacht aan de culturele achtergrond van de leerlingen. Maar ander-zijds gaat hij het spreken van de eigen moedertaal in de klasgroep tegen enworden de kinderen soms hard geconfronteerd met hun anders–zijn enanders–presteren. ❏

(Staatscourant)

ZITTENBLIJVEN ?BAH !

Een jaar overdoen op de ba-sisschool lost voor de leerling nietsop. Zittenblijvers blijven slechterpresteren dan hun klasgenoten,hebben minder plezier in leren engaan niet graag naar school. Datzijn de voornaamste resultaten vaneen Nederlands onderzoek door deuniversiteit van Groningen.

Jaarlijks blijft één à twee pro-cent van alle Nederlandse basis-schoolleerlingen zitten. Jongensmoeten vaker een jaar overdoendan meisjes. Leerlingen uit lageresociale milieus en buitenlandse leer-lingen blijven vaker zitten. Dat geldtook voor vroege (in de zomer ge-boren) kinderen.

Eén op de tien basisscholenheeft het zittenblijven afgeschaft.Soms blijven kinderen met proble-men nog wel een jaar extra opschool zonder alle vakken van eenleerjaar over te doen.

Volgens de onderzoekers is hetsysteem van leerstof per leerjaareen directe reden voor het zitten-blijven. Scholen met een ander aan-pak (bv. Montessorischolen) heb-ben in principe geen zittenblijvers.❏

(Haagsche Courant)

UIT DEKINDERMONDVoelen de kinderen zich goed

binnen de schoolmuren ? In het al-gemeen wel. De school is wel eenbeetje oubollig, zegt 51 % van on-dervraagde vijfde– en zesdeklassersuit Waals Brabant. Er is volgens92 % evenwel genoeg ruimte in deklassen. De uitrusting wordt echterniet overal als voldoende beoor-deeld.

Er is grote vraag naar meerinformatica–cursussen (92 %) metaangepast materieel, meer sport enlessen lichamelijke opvoeding (72 %)en meer buitenschoolse activiteiten(84 %).

Er zijn te weinig speeltijden(71 %) en ze zijn ook te kort (54 %).De ideale klas telt minder dan 20leerlingen, zodat de leraar zich metiedereen bezig kan houden. (Dit isslechts het geval voor minder dande helft van de ondervraagden). Bijde belangrijkste kwaliteiten van deleraar krijgen gevoel voor humoren vriendelijkheid de voorkeur opgoed kunnen onderwijzen. De groot-ste gebreken van de leraar zijn «brul-len» (1 op 3) en te veel straf geven.❏

(L’instant)

Page 26: Klasse voor Leraren 17

26 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

FORUM

deSPRAAK-MAKERS

LEERLINGEN FALEN NIET,HET SYSTEEM FAALTWE KRIJGEN DE SOCIALEONGELIJKHEID NIET WEG

Prof. Lowe ziet in alle landen van de O.E.S.O. een voortdu-

rend streven naar gelijke kansen in onderwijs. Maar het

resultaat valt tegen. Het blijft volgens hem de vraag of

onderwijs culturele verschillen wel echt kan wegwerken.

Toch blijft het een grote uitdaging.

Als leerlingen niet "slagen",faalt ook de school.

Fr. Schoenaers, afgevaardigdebeheerder Durox N.V. en voorzit-ter V.K.W. Brussel␣ : «De zogezeg-de kloof tussen school en bedrijfis kleiner dan algemeen wordtverklaard. Er is echter meer␣ : beideorganisaties worden ook gecon-fronteerd met een aantal gemeen-schappelijke problemen. Thema’szoals inspraak, teamwork en col-legialiteit, gezag en gezagsstructu-ren, informatie en communicatie,permanente vorming, macht, flexi-biliteit, motivatie, management enmanagementstructuren, beleidsplan,kwaliteitszorg, onthaal van nieu-we medewerkers, enz. zijn al evenactueel in de school als binnen hetbedrijf.Samenwerking tussen onderwijsen onderneming is niet alleen nut-tig maar ook noodzakelijk.»

Mgr. A. Daelemans, ere–direc-teur–generaal van het N.S.K.O.␣ :«Het probleem bij de jongeren vannu is drieledig␣ : ze kunnen nietaan een werk BEGINNEN, ze kun-nen er niet aan VOORTDOEN enze leren het niet AFWERKEN. Wordthet niet dringend tijd dat we voor-al aan dat laatste meer aandachtbesteden op school␣ ? We moetenmeer komen tot een echt produktof een performance. Daarom moetenwe veel meer met projectenwerken waarin jonge mensen netals in een bedrijf theorie en prak-tijk leren koppelen. Zo brengenwe weten en doen dichter bij el-kaar. En pas dan heeft onderwijsecht zin.»

Paula D’Hondt, Koninklijk Com-missaris voor het Migrantenbeleid␣ :«Misschien zijn sommige leraars

racisten maar we moeten niet over-drijven. Onder druk van hun om-geving, ouders en collega’s kun-nen leerkrachten wel eens eennegatieve houding krijgen. Maarracisme is fundamenteel een pro-bleem van gebrek aan opleidingen vorming. Ook optreden tegenracisme moet worden aangeleerd,evenzeer aan een onderwijzer inVeurne dan aan een onderwijzerin Molenbeek. Als we de oplei-ding niet verbeteren gaan we naareen vervlakking die de toekomstvan onze kinderen compromitteert.En meer dan ooit hebben we goedgevormde schoolhoofden nodigdie corrigerend en stimulerendkunnen optreden. Maar vandaagzijn schoolhoofden te vaak nietveel meer dan boekhouders. Ikvrees dat er ten gronde iets schortaan ons onderwijssysteem.»

Bijna alle nationale onderwijs-autoriteiten hebben een actief be-leid gevoerd om de toegang totalle niveaus van het onderwijs tevergemakkelijken. Ze hebben inhet bijzonder getracht alle scholendezelfde middelen te geven enscholen in zeer arme gebiedenzelfs bijkomende hulp te verstrek-ken. Ze hebben ook kindgerichteen individuele leermethodes aan-gemoedigd. Het is echter duidelijkdat de uitbreiding van het onder-wijs op zich niet automatisch desociaal–economische ongelijkhe-den wegwerkt.

Geen enkel land heeft zoveelenergie gestoken in het bevorde-ren van gelijkheid van kansen alsZweden. Alle leerlingen van ze-ven tot zestien jaar lopen school inhet officieel onderwijs waar er qua

leervermogen een evenwichtigeverdeling is in de klassen, en 96procent van hen gaat naar secun-daire scholen die een polyvalenteopleiding bieden. De infrastruc-tuurnormen liggen hoog en zijnoveral gelijk. De verschillen in degemiddeld opgedane kennis tus-sen scholen belopen slechts tienprocent tegen vijfentwintig voorde scholen in het Verenigd Ko-ninkrijk en de Verenigde Staten.Zweden scoort ook goed in deinternationale vergelijkende lees–en wiskundeproeven. Door deZweedse verworvenheden kondende verschillen tussen de socialeklassen evenwel niet worden uit-gewist. De Zweedse ervaring toontdus aan hoe moeilijk het is hetideaal van sociale gelijkheid na testreven.

DE OUDERSDe culturele ongelijkheden die

het gevolg zijn van de sociaal–economische status vallen het meestop in het onderwijs na de leer-plicht. En dat is niet verwonderlijk.In het hoger secundair onderwijsstelt men vast dat er een directverband bestaat tussen de sociaal–economische status van de oudersen de faalkansen van hun kinde-ren. Er kunnen echter veranderin-gen in twee richtingen wordenvastgesteld. De eerste is dat deleerplicht feitelijk verlengd wordtdoor het vrijwillig «voortstuderen».De tweede is de snelle uitbreidingvan de mogelijkheden voor jonge-ren om een beroepsopleiding tecombineren met het onderwijs datvaak halftijds wordt gegeven. Deculturele ongelijk-heden komen hetsterkst naar voorop universitair ni-veau. Hier zijn, naarlanden verschil-lend, de lageresociaal–economi-sche groepen grof-weg onderverte-genwoordigd ende hogere inko-mensgroepenoververtegen-woordigd.

De factor die voor jongerenhet meest doorslaggevend is omstudies na de leerplicht voort tezetten, is het onderwijsniveau van

hun ouders. Hoe hoger dit niveau,hoe waarschijnlijker het is dat deleerling zo lang mogelijk zal willenverder studeren. Omgekeerd, hoelager het niveau, hoe waarschijnlij-ker het is dat de leerling zo vroegmogelijk het onderwijssysteem zalwillen verlaten. Hoe kunnen deouders bewuster worden gemaaktvan het leervermogen en de be-hoeften van hun kinderen en hoekunnen ouders uit kansarme ge-zinnen worden geholpen om eenpositieve, eerder dan negatieve,invloed uit te oefenen op de op-voeding van hun kinderen␣ ? Dit iseen probleem waaraan onderwijs–en opleidingsautoriteiten bijzon-der veel aandacht moeten beste-den. De ouders moeten beseffenwat de scholen en opleidingscen-

tra trachten te doen voor hun kin-deren. Ze zullen ook elementairewaarheden, zoals het nauwe ver-band tussen het kunnen lezen en

Page 27: Klasse voor Leraren 17

FORUM

«JUFFROUW IS DATPROBLEEM WEL EEN

PROBLEEM␣ ?»

Een kind moet niet onmiddellijk opeen vraag antwoorden. Maar dat

leren we hem niet.

Jo Ritzen, minister van onderwijsin Nederland␣ : «Vlaanderen enNederland hebben er ontzettendveel belang bij om samen op tetrekken in een eenwordend Euro-pa, zoniet gaan we de boot missenen de duimen moeten leggen voorgrote landen die niet altijd metonze rijke culturele eigenheid re-kening houden. Die samenwer-king, die op verscheidene terrei-nen tot integratie kan leiden, is nietlanger een kwestie van willen maarvan moeten. Daarom moeten weproblemen overwinnen die tussenons bestaan. Laten we stoppenmet het zoeken naar stenen desaanstoots in onze relatie. Er is veelmeer wat ons verbindt dan watons scheidt. De staatkundige her-vorming in België biedt ons allekansen om die gedroomde sa-menwerking te realiseren.» ❏

schrijven, moeten erkennen. Deoverheid tracht in vele landen derol van de ouderverenigingen teversterken en uit te breiden, ge-deeltelijk uit hoofde van de demo-cratisering, maar ook, en steedsmeer, als een manier om zoveelmogelijk ouders te doen samen-werken met de leraars van hunkinderen.

FALENEen nieuwe benadering van

het probleem van ongelijkheid ishet schrappen van het begrip «fa-len» uit de onderwijswoordenschat.Eigenlijk faalt het systeem zelf tenopzichte van de zogenaamde «on-succesvolle» leerling want het slaagter niet in hem het nodige bij tebrengen. Een nauwkeurigere enconstructievere term zou «onvol-doende» zijn. Leerlingen met on-voldoendes die op deze maniergeïdentificeerd worden krijgen danindividuele aandacht om hun spe-cifieke problemen op te sporen enop te lossen. ❏

Prof. John Lowe (Engeland) is bij de

O.E.S.O. verantwoordelijk voor het

onderzoek van de onderwijspolitiek.

Hij formuleerde zijn stelling op het

Colloquium «Onderwijs in het jaar

2000» van de Koning Boudewijn-

stichting.

Vansina␣ : «Een kind moet nietonmiddellijk op een vraag ant-woorden. Dat toont alleen aan dathet antwoord hem als een mecha-nisme is ingepraat. Met dergelijkebrainwashing kunnen we niets doen.Kinderen moeten hun verstand lé-ren gebruiken. Iemand naar demond kunnen praten mag geennorm zijn. Spijtig genoeg gebeurtdat nog veel te veel in ons onder-wijs. Jonge mensen moeten voort-durend informatie herkauwen. Zeleren niets in vraag stellen. Noch-tans hangt de oplossing van een

probleem nauw samen met deanalyse en de definiëring ervan.

DRUGSNeem bijvoorbeeld het drug-

probleem in Amerika. Je kunt datop drie manieren definiëren␣ :1. Het probleem ligt bij de onge-controleerde produktie van deColumbiaanse boeren. De oplos-sing is dan de grootscheepse ver-nietiging van de produktie.2. Het probleem ligt bij de crimi-nele distributie van drugs. De op-lossing ligt dan bij de bestrijding

van de georganiseerde misdaad ineigen land.3. Het probleem zit in onze maat-schappij zelf. De mensen kunnende realiteit niet aan en willen eraanontsnappen. Drugs zijn dan eenpijnlijke respons op een zieke si-tuatie. Het drugprobleem en op-lossingen moeten in dat geval demaatschappelijke realiteit voorpotentiële gebruikers wijzigen.De oplossing van een probleemhangt dus altijd samen met dedefinitie ervan. Maar wie leert dataan zijn leerlingen␣ ? De vraag magblijkbaar nooit in vraag wordengesteld.

ONZEKERHEDENDe maatschappij evolueert bij-

zonder snel. Dat kan geen enkeleleraar volgen. Daarom kan hij zichniet beperken tot kennisoverdracht.Hij moet zijn leerlingen leren om-gaan met onzekerheden, met on-voorspelbare veranderingen en snelwijzigende verwachtingen. Toepas-singsgericht onderwijs is echt on-voldoende. Leerlingen moeten nietalleen weten wat al geweten is.We moeten de wetenschappelijkegeest vormen waarin speurwerk,vernieuwingsdrang, verrassing ennieuwsgierigheid centraal staan.Natuurlijk moeten jonge mensenook voldoende bagage hebbenmaar die verandert óók snel metde tijd. Veel leraars zijn bang vanvernieuwing en onzekerheid endragen dat over op hun leerlingen.Iets nieuw zou wel eens onbe-kwaamheid kunnen reflecteren endaarom grijpen ze snel terug naaroude patronen.

We moeten leerlingen lerenzichzelf te blijven en tegelijkertijdhun waarden te durven verande-ren als ze niet meer relevant zijn ineen veranderende samenleving. Menzegt wel eens dat men zo’n hou-ding hééft of niet heeft. Dat is fout.We kunnen die houding ontwik-kelen. Maar dat gebeurt nog veelte weinig op school. Leerlingenmoeten daar vooral problemen le-ren OPLOSSEN. Maar nog belang-rijker is dat ze problemen ZIEN.»␣ ❏

Prof. Dr. Leopold S. Vansina (Institute

for Organizational and Social

Development) doceert in Leuven en

formuleerde zijn stelling op de

studiedag School– en Bedrijfscultuur

van het V.K.W. in Leuven.

SCHOLEN LEREN KINDEREN TEWEINIG KRITISCH DENKEN«Leraars eisen van hun leerlingen vaak dat ze meteen

antwoorden op een vraag. Leerlingen die tijd vragen om

het probleem te ontleden en eventueel de vraag in vraag te

stellen, worden niet geduld. Laat staan dat het onderwijs

zo’n houding zou stimuleren. En dat is spijtig», zegt prof.

Dr. Leopold S. Vansina.

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣27

Page 28: Klasse voor Leraren 17

FORUM

DELATGELIJK?

Onderwijsminister Coens heeftde lat (onder het mom de eerlijkeconcurrentie te bevorderen) weergelijk gelegd.

De gemeentebesturen moetenvanaf nu dezelfde voordelen voorleerlingen van het gemeentelijkonderwijs ook toekennen aan dezevan het Vrij en Gemeenschapson-derwijs. De toepassing, vanaf 1september 1991, slaat op de voor–en naschoolse opvang en het mid-dagtoezicht, ook op het gebruikvan gemeentelijke sportinfrastruc-tuur, enz…

Als leerkracht van een gemeen-teschool zou ik het heel goedkunnen aanvaarden ware het nietdat het gemeentelijk onderwijsnogmaals in de verdrukking zalkomen. Of is dat de bedoeling vande minister om nog slechts tweeonderwijsnetten over te houden inVlaanderen␣ ?

De lat wordt gelijk gelegd inéén richting, enkel ten voordelevan het vrij onderwijs. Zo’n maat-regel wordt een zware last voor degemeentebesturen, denk maar aande kleinere gemeenten of aan eenstad zoals Brugge. Dat wordt eenserieuze meer–uitgave. De vreeszit er in dat heel wat gemeentebe-sturen hun gemeentescholen zul-len sluiten omdat de lasten nietmeer te dragen zijn. Is dit de be-doeling van de minister␣ ?

Daarenboven kan het vrij on-derwijs zo maar fusioneren metandere scholen om het pedago-gisch contact te verzekeren. (bv.bij een daling van het aantal leer-lingen.) Zo komt een vrije schoolzelden in de problemen. Zij kun-nen ook resturen van de ene vrijeschool naar de andere school over-hevelen. Door al die middelenondersteunen zij elkaar. Is dat eer-lijke concurrentie␣ ? Al die maatre-gelen kunnen wij in het gemeente-onderwijs niet uitvoeren omdatelke gemeente autonoom is. Wijzijn afhankelijk van het gemeente-bestuur dat aan de macht is. De

28 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

politieke structuur speelt hier eengrote rol␣ ! Indien wij door de ge-boortedaling minder leerlingen opschool hebben, kunnen wij zomaar niet fusioneren of resturenkrijgen… Minister Coens leg hiereens de lat gelijk␣ !

Zorg voor een degelijke struc-tuur van het gemeenteonderwijswaardoor de last van de gemeen-tekas wordt weggenomen. Andersis het somber gesteld met de ge-meenteschool die de pluralistischeschool van onze Vlaamse gemeen-schap is.

Wie neemt het op voor degemeenteschool␣ ? ❏

J.B., Sint–Kruis–Brugge

NASCHRIFT : De lat ligt wel dege-lijk gelijk.Sinds de schoolpactwet (1959) goldals regeling inzake sociale voorde-len dat de gemeenten «geen enkelonderscheid mogen maken tussende kinderen, welke scholen die ookbezoeken. Zij hebben evenwel geenenkele verplichting tegenover dekinderen die de Rijksscholen be-zoeken». In het decreet van 5 juli1989 werd de verplichting uitge-breid tot het gemeenschapsonder-wijs.De lijst van de toegestane socialevoordelen dateert van 1960 en isnog altijd van toepassing. Het ismijn bedoeling deze lijst in te kor-ten en vooral te moderniseren. Devoorschoolse opvang, het middag-toezicht en de «toegang tot de zwem-kommen» zouden behouden blij-ven als sociaal voordeel. «Bedelingvan voedsel, kleding en het orga-niseren van schoolkoloniën, speel-pleinen en dagkuren» zal ik voor-stellen te schrappen.De gemeentebesturen kunnen au-tonoom beslissen welke sociale voor-delen zij wensen toe te kennen. Detoevoeging van de leerlingen uithet gemeenschapsonderwijs kan dusmoeilijk leiden tot sluiting van ge-meentescholen.Wat het fusioneren van scholenbetreft gelden voor het gemeente-lijk onderwijs dezelfde regels alsvoor het gesubsidieerd onderwijs.Ten slotte␣ : het instand houden enhet tot bloei brengen van het ge-meentelijk onderwijs is in de eersteplaats afhankelijk van de gemeen-telijke overheden. Zij genieten daar-voor wedde– en werkingsmidde-len die gelijk zijn aan die van het

vrij onderwijs. Gemeenten die on-derwijs organiseren krijgen jaar-lijks een extra toelage uit het ge-meentelijk investeringsfonds. Hetfeit dat het gemeentelijk basison-derwijs de voorbije jaren een groeikent toont aan dat het met hetgemeentelijk onderwijs goed gaat.

Daniël Coens,Gemeenschapsminister van

Onderwijs

VAKANTIE-WERKZINLOOS?OUDERS REAGE-REN

Mocht men ook eens statistie-ken maken over het totaal aantal«werkuren» van leerlingen dan zoublijken dat dit wel eens het totaalaantal werkuren van hun leerkrachtenoverschrijdt.

Veel leerkrachten blijken ophet einde van het schooljaar werke-lijk oververmoeid. Zeker is, dat ookveel leerlingen dit zijn, en niet in hetminst de zwaksten. Het is dan ooktenzeerste verwonderlijk, en vol-gens mij onrechtvaardig, dat prak-tisch alleen in het onderwijs zo’nsituatie is ontstaan waarin juist die-genen die het meest vechten vooreen welverdiende vakantieperiodeook diegenen zijn die van anderenvakantiedagen afnemen door hungedwongen schoolse activiteiten opte leggen. Het opleggen van vakan-tiewerk of herexamens is zondermeer een inbreuk op het recht opvakantie, het verlengt gewoon hetschooljaar.

En zelfs indien de leerkrachtdenkt dat het voor enkele indivi-duele leerlingen pedagogisch teverantwoorden zou zijn, dan nogkan men zich terecht afvragen ofdit opweegt tegen de vele finan-ciële, sociale, psychologische offysieke bezwaren waarvan de leer-kracht geen weet heeft, daar hijzijn leerling niet volgt tijdens devakantieperiode. Het is eveneensde vraag of het sowieso wel recht-vaardig is.

Leerlingen met vier herexa-mens zijn geen uitzondering. Erzijn helaas voorbeelden van leer-lingen met acht en negen herexa-mens. Ook de opgedragen leer-stof is geen «leerstofonderdelen»maar «alles kennen van het eerste,het tweede of beide semesters sa-men». Er zijn zelfs leerkrachten dieopenlijk twijfelen aan de slaagkan-sen van de leerling die de doorhenzelf opgelegde herexamensmeemaken. Er zijn leerkrachtendie kinderen eerst herexamensopleggen en hun daarna de raadgeven eraan te verzaken. De direc-teur van de school waarin mijndochter les volgde zegde mij let-terlijk dat voor de laatstejaars deherexamens geen enkel nut heb-ben, maar toch legde diezelfdeschool herexamens op aan dielaatstejaars.

Het is eveneens geen uitzon-dering dat kinderen (en het zijnveelal de zwaksten) twee of meerjaren na elkaar een herexamenhebben. Deze kinderen kunnenwerkelijk door te weinig ontspan-ning gedurende en na het school-jaar, overgeprikkeld geraken, faal-angst opdoen, schoolmoe wordenenz…, met alle gevolgen vandien.

Het aantal kinderen met her-examens loopt in de duizenden,het zijn geen uitzonderingen maarde algemene regel. Het is eensociaal probleem geworden.

Om al deze redenen zou ikwillen vragen aan alle pedagogen,leerkrachten en toekomstige leer-krachten, ouders, en aan alle mon-dige studenten, om allen druk uitte oefenen bij de directies en in-richtende machten, om de klasse-raden in eer en geweten definitiefte laten delibereren in juli en zouiteindelijk te komen tot de af-schaffing van elk opgelegd vakan-tiewerk. Als men zijn leerlingenkent na tweederde van het school-jaar, kent men ze zeker na deeindproeven. Daar zullen herexa-mens niets aan veranderen.

Gelieve dit schrijven niet op tevatten als een aanklacht tegen leer-krachten. Het is alleen een pogingom te wijzen op de onrechtvaar-digheid van het huidig deliberatie-systeem waarvan de leerlingen enhun familie het slachtoffer zijn enwaartegen zij zich niet afzonderlijkkunnen verzetten, tenzij men sa-menwerkt. ❏

Antoine Raman, Serskamp

Page 29: Klasse voor Leraren 17

FORUM

KNELPUNT

KNELPUNT KNELPUNT

FAAL

ANG

STFA

ALAN

GSTHULP!

ECONOMIE!Omwille van de herstructu-

rering van het secundair onder-wijs werden in alle netten nieu-we lessentabellen opgesteld. Eco-nomie is nu het stiefkind van deeenheidsstructuur. Indien het debedoeling is 18–jarigen weerbaarte maken in de maatschappij vanvandaag – zoals toch wordt voor-gehouden – kunnen de opstel-lers bezwaarlijk worden gefelici-teerd !

Het aantal lestijden voor deeconomische vakken werd in dederde graad van het algemeensecundair onderwijs met 1/3 ver-minderd ! Honderden leerlingenzullen het secundair onderwijs ver-laten zonder ooit te hebben ge-hoord over aandelen, index, le-nen, R.S.Z., kasbons, belastingen,rendabiliteit, erfenissen, enz. Bo-vendien wordt blijkbaar niet inge-zien dat de economische weten-schappen van een ongemeen gro-te algemeen–vormende waarde zijn.De Vereniging van Leraren in deEconomische Wetenschappen dringterop aan

– dat de tabellen zeker voor 1993zouden worden aangepast, zo-dat alle leerlingen in de derdegraad in elk jaar ten minste éénuur economie zouden krijgen;

– dat alle directeurs zouden in-zien dat ze hun leerlingen eendienst bewijzen door hen eco-nomie als complementaire acti-viteit aan te bieden;

– dat de ouders deze wens zou-den onderschrijven door voorhun kinderen deze noodzakelij-ke vormingscomponent te ei-sen;

– dat de leerlingen zelf zoudenbeseffen dat ze in een door deeconomie beheerste wereld, eralle belang bij hebben noties teverwerven van algemene eco-nomie, van recht en wetgevingen van bedrijfseconomie. ❏

Frank Verberckt, voorzitter vande Vereniging van Leraren in de

Economische Wetenschappen

In elke klas presteren wel leer-lingen onder hun mogelijkhe-den uit faalangst. Wat doet udaaraan ?Leraar A : «Niets bijzonders. Faal-angst zit in het karakter en deopvoeding. Wat kan ik daaraanveranderen␣ ?»Leraar B : «Ik zet de leerlingen zoweinig mogelijk tegen elkaar op.Hoe minder competitie, hoe min-der faalangst.»Leraar C : «Door wat meer kleineoefeningen tussendoor kunnenfaalangstige leerlingen stap voorstap controleren of ze de leerstofsnappen. Daar voelen ze zich dui-delijk beter bij.»Leraar D : «Vooral bij grote toetsengaan ze onderpresteren. Bij deopstelling van mijn toets hou iksinds kort meer rekening met mo-gelijke faalangst. Of het helpt, weetik niet.»

Faalangst wordt inderdaad beïn-vloed door het gezin en de socio–culturele omgeving. (Leraar A). Maarop school kunnen we er toch ietsaan doen.De drie laatste leraars spannenzich op drie belangrijke vlakken inom faalangst te voorkomen␣ :omgaan met leerlingen, nieuweleerstof aanbrengen en kennis toetsen.Wie op elk vlak voldoende aan-dacht heeft voor mogelijke faal-angst kan veel problemen vermij-den.

1. POSITIEVE OMGANG(LERAAR B)

Leerlingen moet u motiverenvanuit de léérstof. Sommige le-

raars slagen daar niet in en maske-ren dat onvermogen door een on-gezonde competitie als motivatiein te bouwen. Faalangstige leerlin-gen kruipen dan in hun defensie-ve schulp. Ze hebben nochtansveel feedback nodig. Die com-mentaar van de leraar mag bestnegatieve punten bevatten maardan hebt u het liefst over de taaken niet over de persoon van deleerling. Sommige leraars aanvaar-den leerlingen maar echt als zegoede prestaties leveren. Voor faal-angstige leerlingen is een persoonlijkeerkenning door de leraar, los vanresultaten, nochtans erg belang-rijk. Zij zijn geneigd mislukkingentoe te schrijven aan oorzaken bin-nen henzelf (zoals intelligentie).Successen schrijven ze daarente-gen toe aan factoren buiten hen-zelf (geluk, gemakkelijk). De le-raar moet die toeschrijvingen pro-beren om te buigen naar oorzakenbinnen henzelf. Die kunnen zeimmers beïnvloeden. Zo ontdek-ken ze dat ze zelf verantwoorde-lijk kunnen zijn voor geleverdeprestaties. Het spreekt vanzelf dateen veilige, niet–bedreigende sfeerin de klas voor de leerlingen ergbelangrijk is.

Haal ze dus bijvoorbeeld nietvoor een mondelinge ondervra-ging voor de klas. Zeker jongeadolescenten ervaren deze publie-ke meting als een bedreiging vanhun sociale positie in de groep.

2. DUIDELIJKE LEERSTOF(LERAAR C)

In nieuwe leerstof zien faal-angstige leerlingen meestal iets

bedreigends. Weer nieuwe moge-lijkheden om te mislukken␣ ! Eengoed gestructureerde les heeftbeter resultaat. In het begin formu-leert u duidelijk doel en kern vande les en geeft u zo mogelijk eentijdschema aan. Dat geeft hen hou-vast.

Door wat meer kleine oefe-ningen tussendoor kunnen ze blij-vend controleren of ze het snap-pen. Zorg er in ieder geval ookvoor dat de les is afgerond. Deeigenlijke instructie kan niet devolgende les worden voortgezet.Ze moet rond zijn enige tijd vóórhet lesuur om is.

3. EENDUIDIGE TOETSEN(LERAAR D)

Faalangstige leerlingen preste-ren op een toets zwakker dan zekunnen. Na een toets hebt u alsleraar dus geen zicht op hun wer-kelijke kennis en mogelijkheden.Maak daarom de invloed van faal-angst op het toetsresultaat zo kleinmogelijk. Veel opdrachten zijn zoingewikkeld en meerduidig gefor-muleerd dat leerlingen erin ver-ward geraken. Stel de vragen dusklaar en duidelijk en in opklim-mende moeilijkheidsgraad. Zorgervoor dat de leerlingen de op-bouw van de toets kennen enherkennen.

Leer ze realistische doelstellin-gen nastreven. Faalangstige leer-lingen hebben juist veel te hoge ofte lage verwachtingen.

Geef de leerlingen voldoendetijd, overval hen niet met onaange-kondigde proefwerken en probeerde beoordeling zo snel mogelijkna de toets te geven. Daardoorvermindert de spanning aanzien-lijk. ❏

«Omgaan met faalangst»

(Ard Nieuwenbroek en Jos de Vries,

’s Hertogenbosch, 1991) is een

schitterend basisboek dat wordt

aangevuld door een oefenboek als

trainingsprogramma om te leren

omgaan met faalangst.

Het werd uitgegeven door het

Katholiek Pedagogisch Centrum van

’s Hertogenbosch en u kunt het

bestellen bij :

Berkhout B.V.

postbus 484

6500 A.L. Nijmegen.

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣29

Page 30: Klasse voor Leraren 17

(advertentie)

Page 31: Klasse voor Leraren 17

DE INFOLIJN

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣31

INFOLIJN

Een nieuwe rubriek voor UW vragen over onderwijs. Wij

leggen ze voor aan wie erop kan antwoorden. Voor de vragen

aan de minister waren wij bij het

rondetafelgesprek met lezers van

KLASSE. Voor de Communicatie

met Brussel volgden we de informa-

tievergaderingen waarmee het De-

partement Onderwijs in juni naar

alle Vlaamse provincies trok.

DE INFOLIJN

VRAAG HET DE MINISTER ZELFHebben leerlingen het recht om hun afgelegde toetsen en even-tueel hun dossier in te zien␣ ?Coens␣ : De afgevaardigde van de klasseraad of van de inrichtende machtmoet bij examenbetwistingen aantonen dat de genomen beslissinggegrond is. Hij moet dit doen aan de hand van het dossier van debetrokken leerling.In het geval tuchtmaatregelen genomen worden hebben de leerling enzijn ouders alleszins inzagerecht in het dossier van de leerling.Op grond van welke argumenten kunnen scholen nog weigerenleerlingen in te schrijven op basis van hun sexe ?Coens : In het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs en in het Gemeen-schapsonderwijs mag de inrichtende macht geen onderscheid makentussen de sexen. Het betreft openbare diensten waarbij inzake toeganggeen enkel onderscheid mag worden gemaakt. In het vrij onderwijs zijner gaandeweg heel wat gemengde scholen gekomen maar het gaat hierom een cultuurfenomeen. Er is formeel weinig grond om gemengdonderwijs te weigeren. Men heeft eigenlijk geen poot om op te staan.Maar in het vrij onderwijs kan men nog steeds niet–gemengd onderwijsorganiseren als dit een gevolg is van het pedagogisch project van deinrichtende macht. Daarop zijn wel enkele uitzonderingen, bijvoorbeeldinzake de toegang tot het beroepsonderwijs. Dergelijke onderwijsinstel-ling mag niemand weigeren op basis van de sexe wanneer in dezelfdegemeente geen zelfde passend onderwijs van hetzelfde karakter georga-niseerd wordt waar de leerling dezelfde opleiding kan krijgen.Kunnen we het tolereren dat steeds meer ouders hun kinderentijdens schooldagen meenemen op vakantie ?Coens : Neen en nog eens neen. Dat heb ik vorig jaar trouwens ook zeeruitdrukkelijk gezegd op radio en T.V. tijdens mijn regeringsmededelingn.a.v. het nieuwe schooljaar.De inspectie zal de minimumdoelen inspecteren. Elk net magmaximumdoelen plannen. Maar wie zal die inspecteren ?Coens : Daar is niet expliciet in voorzien. De Gemeenschapsinspectieinspecteert inderdaad alleen de minimumdoelen, de eindtermen. Deverdere opvolging en begeleiding vallen onder de verantwoordelijk-heid van de nieuwe pedagogische adviseurs van de begeleidingsdien-sten.

Voor een specifiek probleem kunt u terecht bij al de adressen die we inVIZIER van deze KLASSE publiceren. Voor uw vragen over onder-wijs moet u bij het Centrum voor Informatie en Documentatie zijn␣ :

Koningsstraat 150 – 1000 Brussel

✆ 02–210 54 00

COMMUNICATIE MET BRUSSELOnze school beschikt (nog) niet over een computer. Wordt het eenverplichting diskettes te gebruiken␣ ?Nee. We willen wel informatisering mogelijk maken en zijn trouwensbenieuwd naar het percentage scholen dat dit schooljaar op de byteszal springen.Kunnen we de gegevens ook per fax versturen␣ ?Ja. Maar op dit ogenblik zijn er op het departement nog te weinigfaxtoestellen om ze op grote schaal te gebruiken. Er is ook nog geensluitende reglementering i.v.m. de geldigheid van handtekeningen opeen gefaxt document.Als we een rechtzetting opsturen van een oud document moetenwe dan daarvoor een nieuw of een oud formulier gebruiken␣ ?Vanaf 22 juli ’91 een nieuw formulier, ook voor rectificatie van «oude»formulieren.Moet een leraar die een opdracht heeft in het secundair onderwijsen in het H.O.B.U. twee formulieren invullen␣ ?Ja. Die dossiers worden in andere werkstations behandeld.Als rationalisatie het doel is van de actie moeten we dan gegevensdie ongewijzigd blijven niet meer telkens opnieuw doorgeven␣ ?In principe moet enkel wat wijzigt nog worden opgegeven. We willende papierberg weg.Wordt het schoolnummer van een gesloten school ook vervangendoor de instellingskenmerken␣ ?Als er nog betalingen moeten gebeuren (b.v. aan niet overgenomen per-soneelsleden) zal een gesloten school ook instellingskenmerken krijgen.Van elk formulier wordt maar één exemplaar meer vereist. Hoemoet het met de afschriften die vroeger aan de leerkracht en deinrichtende macht werden gestuurd␣ ?Het Departement heeft maar één exemplaar meer nodig. De verschil-lende diensten wisselen de gegevens nu onderling uit. De school moetzelf het initiatief nemen of en hoe ze het personeelslid en de inrichtendemacht een exemplaar bezorgt.Ook de school krijgt blijkbaar geen afschrift meer van het docu-ment. Hoe kunnen wij dan weten of er iets verkeerd is␣ ?Als het Departement niet reageert kunt u er vanuit gaan dat alles O.K.is. We gaan u nog alleen lastig vallen bij foutieve mededelingen.Bijvoorbeeld als een leerkracht 10 uren algemene vakkengeeft en als blijkt dat de school maar voor 5 urenwordt gesubsidieerd. Dan hoort u van ons.Wat met formulier BPA1 dat vroegerbij een aanstelling moest worden in-gevuld␣ ?Opgelet ! Wij spreken hier over de com-municatie met het Departement. De cor-respondentie met de inrichtende mach-ten (b.v. met de ARGO) blijft. Dus ookhet formulier waarover u het heeft.

STUDIETOELAGENIk heb altijd een studietoelage ontvangen en plots krijg ik geenaanvraagformulier meer. Val ik nu uit de boot␣ ?Wie vorig jaar een geldige aanvraag instuurde ontvangt normaal gezienautomatisch een hernieuwingsformulier. Maar de Dienst voor Studie-toelagen is daar niet toe verplicht. Wie om een of andere reden bij hetbegin van het schooljaar geen nieuw formulier krijgt moet er zelf eenafhalen in zijn onderwijsinrichting of er een aanvragen bij de Dienstvoor Studietoelagen. Zorg er in elk geval voor dat uw aanvraagformu-lier vóór 31 oktober 1991 bij de dienst is.

Meer inlichtingen bij de Dienst voor StudietoelagenNIEUW ADRES␣ :

Koningsstraat 138, 6de verdieping, Brussel. ✆ 02–211 42 11

DE INFOLIJN

Page 32: Klasse voor Leraren 17

(advertentie)

Page 33: Klasse voor Leraren 17

IDEE

NAVORMING

Net zoals de grote netten biedtook het Navormingscentrum voorhet Stedelijk en Gemeentelijk Kleuter–en Lager Onderwijs een ruim cur-sus–aanbod aan. Enkele thema’szijn stellen, tweede taal Frans, ver-keersopvoeding, muzikale vormingen computer. Voor de directies iser een cursus Schoolmanagement.Het Navormingscentrum heeft allepraktische gegevens in een gratisinfo–brochure gebundeld. ❏

NC–VBSG – Aarlenstraat 53/5 – 1040

Brussel – ✆ 02–233 20 45

ORIGAMI

Origami is de Japanse kunstvormvan het papiervouwen. In Belgiëkennen we sinds 1979 een vereni-ging met meer dan 1000 leden. Devereniging heeft een eigen leden-blad Ori–Magazine met nieuwtjesen een Ori–Service om de ledenaan papier en boeken te helpen.

Voor leraars die hieraan weleens een les willen wijden is ereen gratis folder (enkel twee post-zegels van 14 fr. bijvoegen). ❏

Belgisch–Nederlandse Origami Socië-

teit – Postbus 49 – 2440 Geel –

✆ 014–58 71 20

NIEUWETENTOONSTEL-LINGEN❑ Uit het verleden ge-put – Gebruiksgoed vanopgraving tot museum␣ :tot 15 oktober.Wat kunnen opgravingen onsleren over het dagelijks levenvan vroeger␣ ? Aan de hand vande verzameling Gruyaert werptdeze tentoonstelling zowel eenlicht op het vak van opgraver alsop de leefcultuur in de 17de en18de eeuw. Keuken en voedsel-bereiding, de gedekte tafel, kle-dij en hygiëne, spel en ontspan-ning zijn de vier thema’s.De toegang is gratis. De cataloguskost 500 fr. Een geleid bezoekmet een klas kost 450 fr. en moetu vooraf aanvragen. Afhankelijkvan uw interesse kan de gidsandere klemtonen leggen.Provinciaal Museum voor Kunstam-

bachten Sterckshof – Hooftvunderlei

160 –2100 Deurne–✆ 03–324 02 07

❑ Eeuwige rust, vereeuwigdleven : tot 6 oktober.De Gallo–Romeinse grafheuvelsin Haspengouw geven hun ge-heimen prijs. Crematieresten, vaat-werk, glas, juwelen en anderegebruiksvoorwerpen zijn een te-ken van blijvend respect voor deoverledenen.Naast de tentoongestelde voorwer-pen zijn er informatieve teksten,foto’s, een video en een diapro-jectie. De catalogus kost 350 fr.Het museum is enkel ’s namid-dags open, maar u kunt al vanaf8 u. ’s morgens een geleid be-zoek plannen. Dat kost 650 fr.voor de gids en 25 fr. per per-soon toegangsgeld.Stedelijk Museum – Marktstraat –

8460 Oudenburg – ✆ 059–26 89 34

of Dienst Cultuur – ✆ 059–26 88 91

❑ Monumental in sponsoring:tot 30 oktober.Hedendaags monumentaal kunst-werk van 18 kunstenaars ge-sponsord door de organisatorenof met privé–sponsors. Leerlin-gen uit zowel lager als secundaironderwijs zijn welkom.De toegang tot het beeldenparkis gratis. Een gratis rondleidingduurt één uur en voor de bege-leidende leraar is de catalogusgratis beschikbaar. Eventueel kunt

u uw bezoek aan hetbeeldenpark combine-

ren met andere activitei-ten (Kasteel van Marnix

van St. Aldegonde, Streek-museum De Zilverreiger enz.).

In het beeldenpark kunt uook een meegebrachte pic–nic

nuttigen en aan democratischeprijzen drank inslaan.Foundation Helan–Arts – Luipegem 77

– 2880 Bornem – ✆ 03–889 01 69

KLASSETIP VAN DE MAAND❑ Schone kunst in BrusselDe Brusselse Koninklijke Musea voorSchone Kunsten bieden het hele jaarinteressante educatieve programma’saan voor uw leerlingen en studen-ten.– Wat is een kunstmuseum␣ ?Voor leerlingen 5de en 6de jaarlager onderwijs en 1ste en 2de jaarsecundair onderwijs. De leerlingenleren hun waarnemingen en meningenover kunstwerken verwoorden. Deles duurt anderhalf uur en kost 80 fr.per leerling (max. 15 deelnemersper groep). De leraar kan vooraf dewerkmap aanvragen.– Rondleidingen secundair on-derwijsVoor leerlingen vanaf het 3de jaarsecundair onderwijs. De leerlingenbestuderen zowel inhoud als vormvan de kunstwerken. De rondleidingduurt één uur en kost 60 fr. perleerling (max. 20 deelnemers pergroep). Er zijn twee klasteksten␣ :één voor de afdeling Primitieven enéén voor de afdeling 16de eeuw.– Lesgeven in een kunstmuseumVoor studenten hoger pedagogischonderwijs en aggregatiestudentendie willen weten wat een museum-bezoek op pedagogisch vlak kanbieden. Het programma duurt tweeuur en kost 80 fr. per deelnemer(max. 10 deelnemers).Educatieve Dienst van de Musea voor

Schone Kunsten – Museumstraat 9 –

1000 Brussel – ✆ 02–513 96 30 – toestel

230

POST UIT BRUSSEL

Een kort overzicht van interessan-te omzendbrieven. Raadpleeg zeop uw school␣ !❑ HET SCHOOLJAARDe organisatie van het schooljaarin het basis– en secundair onder-wijs, in het deeltijds onderwijs enin het onderwijs voor sociale pro-motie ligt voor eeuwig vast.Omzendbrief 0/14.5/CR/SH/NC van 11

juni 1991

❑ LESTIJDENPAKKETTENDe lestijdentabellen voor het basis-onderwijs vanaf dit schooljaar zijnbekend. Nieuw is o.a. dat perschool een ambt van directeur buitendit pakket is toegekend. In kleinescholen blijft de directeur belastmet een gedeeltelijke onderwijsop-dracht.Omzendbrief B/HJ/LC/HDB van 12 juni

1991

❑ VOLTIJDS OF DEELTIJDSDe prestatieregeling in het gewoonbasisonderwijs met de invullingvan voltijdse respectievelijk deel-tijdse opdrachten.Omzendbrief B/HJ/LC/HDB van 5 juli

1991

❑ ADMINISTRATIEVE HULPDe directeurs van het gesubsidi-eerd gewoon en buitengewoonbasisonderwijs krijgen een admi-nistratieve GECO–hulpkracht. Hetaantal uren van de opdracht isafhankelijk van het aantal leerlin-gen en het aantal vestigingsplaat-sen van de scholen.Omzendbrieven B/HJ/LC/HDB van 20

juni '91 en B/CB/LC/HDB van 5 juli '91

❑ WERKINGSTOELAGENDe berekening van de werkings-toelagen vanaf dit schooljaar␣ : allesover punten en hun geldwaarde.Omzendbrief van 28 juni 1991␣ ❏

AMNESTY INTERNATIONAL

De nieuwe campagne vanAmnesty International loopt onderhet thema Licht ze uit het donker.Affiches, briefkaarten en zelfkle-vers tonen hetzelfde zwarte sil-houet. Achter die schaduw staan30 jaar Amnesty International maarook 30 mensen. Gevangen, gefol-derd, verbannen of verdwenen.

De actie wordt verder onder-steund met T–shirts, actiefolders,advertenties enz. Vanaf deze maand

kunnen de scholen een schrijf–ze–vrij–dag organiseren ten voordelevan de 30 slachtoffers. De actieloopt tot 10 december, de Interna-tionale dag van de mensenrechten.␣ ❏Amnesty International – Kerkstraat 156

– 2060 Antwerpen 6 – ✆ 03–271 16 16

– Lid worden kost 800␣ fr. Jongeren,

werklozen, dienstplichtigen en gewe-

tensbezwaarden, het tweede lid van

een gezin en gepensioneerden betalen

slechts 350 fr.

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣33KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣33

Page 34: Klasse voor Leraren 17

(advertentie)

Page 35: Klasse voor Leraren 17

IDEE

BALLETGIDSJeugd en Dans werkt aan eenballetgids om alle scholen enalle personen die in Vlaande-ren met ballet bezig zijn in éénpublikatie samen te brengen.Uw vermelding is gratis.Jeugd en Dans – Nationaal Secreta-

riaat – Meistraat 2 – 2000 Antwer-

pen – ✆ 03–231 97 50

EEN DAGJE BRUSSEL

V.U.–kamerlid Vic Anciaux enhistoricus Paul De Ridder organi-seren sinds ruim een jaar op zater-dag en zondag een dagje Brusselvoor Vlaamse verenigingen en groe-pen. Brussel telt zo’n 300.000 Vla-mingen en is daarmee de tweedegrootste Vlaamse stad na Antwer-pen. Toch kent de gemiddeldeVlaming deze stad slecht én heefthij er een negatief beeld van.

Een dagje Brussel begint metklassieke toeristische activiteitenmaar een busrit of wandeling langsminder bekende stukjes vanBrussel staat ook op het program-ma. Tot slot is er een korte uiteen-zetting over de concrete leefsitua-tie van Brusselse Vlamingen en denieuwe instellingen van het hoofd-stedelijk gewest. Bedoeling is vooralte tonen dat Brussel een stad iswaar mensen wonen. In de toe-komst plannen de initiatiefnemersthema–bezoeken zoals een ArtNouveau–tocht, Breugel in Brus-sel en het industrieel–archeologischerfgoed. ❏

Kabinet van Staatssecretaris V. An-

ciaux – Louizalaan 106 – 1050 Brus-

sel – ✆ 02–646 33 50

SCHOOLUITWISSELINGEN

De Italiaanse regio Toskanewil een netwerk van schooluitwis-selingen met andere Europese re-gio’s opzetten. Catalonië, Saarlanden Languedoc–Roussillon doen almee en ook het Vlaams onderwijs-ministerie heeft er wel zin in. Hetproject kan immers perfect kade-ren binnen het Euroklassen–initia-tief. Op 15 oktober 1992 gaan wevan start voor een proefperiodevan drie jaar.

Er zijn wel een aantal voor-waarden. De uitwisselingen moe-ten plaatsgrijpen in het kader vande school én met de ganse klasse-groep. Gemeenschappelijke peda-gogische projecten met een Euro-pese dimensie staan hierbij cen-traal. De vreemde taal is een com-municatiemiddel, maar nooit eendoel op zich. Jongeren van 11 tot18 jaar kunnen zo twee weken inFirenze, Pisa of Sienna verblijven.␣ ❏Geïnteresseerde scholen contacteren het

Vlaams Lingua Agentschap – R. Devre-

ker – R.A.C. – Arcadengebouw – 1010

Brussel – ✆ 02–210 51 22

LICHAMELIJKE OPVOEDING

In Brussel werd de EuropeseVereniging voor LichamelijkeOpvoeding (EU.P.E.A.) boven dedoopvont gehouden. De vereni-ging verzamelt, verwerkt en ver-spreidt informatie en onderhoudtde contacten met de EuropeseGemeenschap en de Raad vanEuropa. De nationale verenigin-gen willen de lichamelijke opvoe-ding de plaats geven waar de kin-deren volgens hen recht op heb-ben.␣ ❏

EU.P.E.A. – E. De Boever – Waterkluis-

kaai 16 – 9040 St. Amandsberg –

✆ 091–29 30 80

VORMING VOORLERAARS❑ ALGEMEEN– Seminarie Schoolmanage-

ment␣ : 22 oktober, 27 no-vember, 13 februari en 5mei (eerste schooljaar van twee).(Org. : A).

– Probleemgedrag niet op onzeschool␣ ? : 2 oktober (campus Kort-rijk). (Org. : A).

– Doeltreffende communicatie voorbedrijf en instelling␣ : 8 sessies van2 oktober tot 27 november. (Org.: C).

– Op verhaal komen. Vertellen enschrijven over alledaagse dingen(weekend van 18 tot 20 okto-ber); Trainingscursus drama entaal (4 weekends␣ : 25–27 okto-ber, 22–24 november, 13–15 de-cember en 17–19 januari). (Org. :E).

– Anthroposofie, een wegwijzer␣ ?(25 september tot 17 juni); Eu-rythmie (27 september tot 19 juni);Inleidingscursus R. Steinerpeda-gogie (12 oktober tot 23 mei).(Org. : F).

– Hoe word ik als leerkracht sociaalvaardig␣ ? (16 sessies vanaf 17 sep-tember); Hoe maak ik mijn leer-lingen sociaal vaardig␣ ? (16 ses-sies vanaf 19 september).(Org. : G).

– Cyclus Vrouw en Samenleving.Drie modules␣ : Vrouw en litera-tuur (1 oktober tot 10 december);Geschiedenis van het denken vanen over vrouwen (8 novembertot 24 januari); Eenheid in ver-scheidenheid (13 maart tot 12juni). (Org. : H).

– De nieuwe media : impact op hetculturele leven in de jaren 90␣ : 28september. (Org. : M).

❑ BASISONDERWIJS– Kleuters uitdagen tot intens be-

zig zijn (16 oktober); Dyslexie(12 december); Een computerook in jouw klas␣ ? (14 en 21 ok-tober en 4 november). (Org.: I).

– Agressie bij kleuters (16 oktober);Hoe ongewenst gedrag aanpak-ken op school␣ ? (16 oktober).(Org. : J).

❑ SECUNDAIR ONDERWIJS– Inspraak op school␣ : 19 oktober.

(Org. : B).– Informatienamiddag Kleding␣ :

Multimediaal Leerpakket Verocad␣ :23 oktober (Aalst). Inschrijven vóór15 oktober. (Org. : D).

– Meer doen met video (5, 12 en19 oktober); Pers, omroep enfilm in de klas (9, 16 en 23

oktober). (Org. : E).– Wat na de school␣ ? (16

en 23 oktober, 12, 19 en26 november).(Org. : J).

– Error Correction (2 okto-ber); Learn to teach English (7

tot 11 oktober); Authentic mate-rials in the language classroom

(21 november). (Org. : K).– Andere accenten in het leerplan

eenheidsstructuur (2 oktober); P.C.Hooft␣ : een reis in de tijd (16 en23 oktober); George Janssens␣ :10 jaar later (24 en 30 september,8, 15 en 22 oktober); la BD enclasse de français langue étran-gère (1 oktober); AuthentischesMaterial stimuliert (9 en 16 okto-ber); Nieuwe visies op de Mid-deleeuwen (12 en 19 oktober);Milieu en economie (15 en 22oktober); Economie en ethiek(10 en 17 oktober). (Org. : L).

DE ORGANISATOREN␣ :A␣ : Postuniversitair Centrum West–Vlaanderen – KULAK – E. Sabbe-laan 53 – 8500 Kortrijk –✆ 056–21 79 31B␣ : Aktiegroep Kritisch Onderwijs –Pacificatiestraat 34 – 2000 Ant-werpen – ✆ 03–248 06 98C␣ : Kluwer Opleidingen – Desguin-lei 6 – 2018 Antwerpen 1 –✆ 03–237 00 65D␣ : A. Vekeman, inspectrice – Wa-terhoflaan 14 – 1750 Lennik –✆ 02–532 02 30E␣ : Stichting–Lodewijk De Raet –Liedtsstraat 27 – 1210 Brussel –✆ 02–242 01 11F␣ : Vrije Volkshogeschool – K. Mer-cierlei 15 – 2600 Berchem –✆ 03–239 66 13G␣ : I.P.S.O.C.– bijscholing – Door-niksesteenweg 145 – 8500 Kortrijk– ✆ 056–22 15 24H␣ : Vrouwenstudies U.I.A. – Uni-versiteitsplein 1 – 2610 Wilrijk –✆ 03–820 20 20I␣ : Ten Doorn – Zuidmoerstraat125 – 9900 Eeklo –✆ 091–77 13 26 toestel 252J␣ : Centrum voor Didactische Ver-nieuwing – VIIde Olympiadelaan25 – 2020 Antwerpen –✆ 03–827 78 90 toestel 280K␣ : The British Council – Jozef II–straat 30 – 1040 Brussel –✆ 02–219 36 00L␣ : Centrum voor Didactiek – Prins-straat 13 – 2000 Antwerpen –✆ 03–220 46 81M␣ : P.I.C.S. Dommelhof – Toekomst-laan 5 – 3910 Neerpelt –✆ 011–64 27 05

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣3535

Page 36: Klasse voor Leraren 17

(advertentie)

Page 37: Klasse voor Leraren 17

IDEE

KIND IN HET HOSPITAAL

Onder deze naam schenkt deStichting Jacques Brel informati-ca– en pedagogisch materiaal aanziekenhuisscholen verbonden aanpediatrische afdelingen over heelBelgië. Hiermee willen ze ook debrug slaan tussen de ziekenhuis-school en de thuisschool van hetkind. De rol van de thuisschool ishierbij van groot belang. Tal vanVlaamse ziekenhuisscholen zijn reedsbij de actie betrokken.

De Stichting staat open voor aluw suggesties en stuurt u graageen gedetailleerd dossier over haaractie. ❏

Stichting Jacques Brel – Leen Verbist –

Passage 44 bus 12 – Kruidtuinlaan 44

– 1000 Brussel – ✆ 02–218 26 75 (niet

op maandag)

ONDERWIJSINFORMATIE

Op de V.U.B. staat een grotedatabank die zo’n 15 andere gege-vensbanken kan raadplegen rondpublikaties over het onderwijs. Wieinformatie vraagt over een bepaaldonderwerp krijgt binnen 10 werk-dagen een referentielijst met bibli-ografische gegevens en van elkdocument een abstract of samen-vatting. Een gemiddelde opzoe-king kost 800 fr. voor ongeveer150 referenties op 35 afgedruktepagina’s of op floppy disk. ❏

V.U.B. – Eenheid Onderwijskunde –

Pleinlaan 2 – 1050 Brussel –

✆ 02–641 26 28

KINDERRECHTSWINKEL

In de kinderrechtswinkel kun-nen kinderen en jongeren terechtmet alle vragen en problemen diemet rechten en wetten te makenhebben. Om de discussie over derechten van het kind levendig tehouden hebben ze een lespakketontworpen voor het lager en se-cundair onderwijs. Hierin zitten o.a.de officiële ontwerptekst voor deconventie van de rechten van hetkind en een aantal spelen rond ditthema. Het pakket kost 250 fr.␣ ❏Kinderrechtswinkel – Kleine Hertsber-

gestraat 1 – 8000 Brugge –

✆ 050–33 95 84

NIEUWEPUBLIKATIES❑ ALGEMEEN– Leerproblemen opschool. Niet inpakkenmaar aanpakkenEen symposiumverslag met zo-wel theoretische als praktischebijdragen. Naast de teksten vande lezingen komen immers ookde praktijkvoorbeelden aan bod,niet als te volgen model, wel alsillustratie hoe u bepaalde ideeënin de praktijk kunt omzetten.Centrale Raad van het Katholiek Lager

Onderwijs – Guimardstraat 1 – 1040

Brussel – ✆ 02–507 06 64 – 284␣ blz. –

350 fr. (zonder verzendingskosten)

– SleutelreeksDe Sleutelreeks telt reeds 14 titels.Het zijn dunne boekjes met eengroot lettertype voor volwassenendie nog niet zo gemakkelijk lezen.Lezen zonder moeite dus, maarwél boeiend en zinvol.Uitgeverij Infodok – Brabançonnestraat

95A – 3000 Leuven – ✆ 016–22 87 44

– 185 fr. per deeltje

– Vertaal !Een computerprogramma met woor-denlijsten Engels–Nederlands &Nederlands–Engels én met demogelijkheid meteen de vertalingvan een woord op te roepen. Hetdraait op MS–DOS–computers enis resident te gebruiken onder Word-Perfect. Het heeft zo’n 80.000 En-gelse en Nederlandse ingangen metsynoniemen, taaleigen voorbeeldenen grammaticale informatie.Uitgeverij Het Spectrum/AND Software/

Maurice de Hond Consultancy – 8

diskettes van 5,25 inch of 4 diskettes

van 3,5 inch – 5.900 fr. (zonder B.T.W.)

– Elementair woordenboekNederlandsDe zowat duizend nuttigste woor-den die anderstaligen die Neder-lands leren het vaakst tegen ko-men. Op basis van deze woorden-schat zijn de toetsen ElementaireKennis voor het Certificaat Neder-lands samengesteld.L. Beheydt & L. Wieers – Uitgeverij Van

In – 123 blz. – 240 fr.

– Europees ABCEen historiek van de Europeseintegratie én een overzicht van alleEuropese organisaties en instellin-gen in een uitgebreide trefwoor-denlijst.Stichting Ryckevelde – Ryckevelde 10 –

8340 Damme – ✆ 050–35 27 20 – 62

blz. (losbladig) – 130 fr.

– Aggregatie H.S.O. –V.U.B.

Up–to–date informatie overde nieuwe lerarenopleiding

aan de V.U.B. Verder ookrecente gegevens over de struc-

tuur van het onderwijs, het le-raarsambt, sollicitatieprocedures

en educatieve organisaties.Interfacultair Departement voor Lera-

renopleiding V.U.B. – Pleinlaan 2 –

1050 Brussel – ✆ 02–641 24 32 – gratis

brochure.

❑ BASISONDERWIJS– Spelend bewegen, bewegendspelenEen bundel educatieve spelletjes –zo’n honderd stuks – voor alleleeftijdsgroepen op de basisschool.De spelletjes gebruiken bewegingals middel om aan sociale encreatieve vorming te doen.Uitgeverij De Sikkel – 398 fr.

– Wat werkt hoe? Hoe werktwat ?Meer dan honderd eenvoudigeproeven rond lucht, licht, water enbeweging tonen hoe en waaromer in de wereld om ons heen vanalles gebeurt. Kinderen maken spe-lenderwijs kennis met natuurkun-dige principes in een boek datniet voor niks Fun with scienceheet.Brenda Walpole – Uitgeverij Helmond

– 172 blz. – 790 fr.

– Milieu en Derde WereldEen pakket didactisch materiaalvoor de 5de en de 6de klas vande basisschool. Het bundel spitstzich concreet toe op Haïti en geefteen aantal uitgewerkte lessugges-ties voor biologie, aardrijkskunde,geschiedenis enz.Aktie Elke Boom is er twee waard –

Luxemburgstraat 23 bus 5 – 1040 Brussel

– ✆ 02–514 12 50 toestel 35 – 200␣ fr.

– Buitengewoon gewoonEen vijftigtal bekende Vlamingenrichten een ode aan het buiten-gewoon onderwijs type 8 en 1(respectievelijk normaalbegaafdekinderen met leermoeilijkhedenen licht mentaal gehandicapte kin-deren).Een waaier van verhalen, beschrij-vingen en beschouwingen, versjesen tekeningen.B.L.O. – Heiveld 21a – 1745 Opwijk –

✆ 052–35 41 95 – 100 blz. – 390 fr.

❑ SECUNDAIR ONDERWIJS

– Personal SchoolagendaDeze agenda voor leerlingen mid-delbaar en hoger onderwijs zegtniet alleen wat er te doen staat,maar ook hoe de leerlingen hunstudieactiviteiten kunnen aanpak-ken. Een groot aantal studietips eninformatie rond studiefinanciering,verder studeren, vakantiejobs enz.zetten de leerling op de juiste weg.Wetenswaardigheden, citaten, puz-zels, I.Q.–tests en andere breinbre-kers zorgen voor een frisse noot.J.G. Zonnenberg – Uitgeverij Het Spec-

trum – 256 blz. – 195 fr.

– Robotica. De mechanische armblootgelegdHet 5de deel van een reeks bro-chures rond technische evoluties.Vroeger verschenen al Laser, Bio-technologie, Halfgeleiders en Ge-heugen. In een heldere taal schet-sen de auteurs de voorgeschiede-nis, de techniek én de toekomst-perspectieven van de robotica. Zekergeschikt voor leerlingen hoger se-cundair onderwijs.Jeugd & Technologie/Kredietbank – Grote

Markt 19 – 1000 Brussel – ✆ 02–517

56 06 – 100 fr. per exemplaar.

❑ KLASSETIP VAN DE MAAND– GROOT SYNONIEMENWOORDENBOEKEen leerkracht is een leermeester,onderwijsgevende, onderwijskracht,docent, instructeur, leraar, lesboer,onderwijzer, frik, schoolfrik of school-vos. Meer dan 45.000 trefwoordenin alfabetische volgorde in éénhandig boekdeel. Dit boek geeftveel eigentijdse woorden en uit-drukkingen en verwijst voortdu-rend naar woorden met een ver-wante (steeds ruimere) betekenis.Van Dale Lexicografie – 1240 blz. –

2950 fr.

KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣37KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91 ␣37

Page 38: Klasse voor Leraren 17

38 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

IDEE

38 KLASSE NR.17 SEPTEMBER '91

EUROPALIA 1991PORTUGAL

❏ TENTOONSTELLINGENVan Gent tot Charleroi envan Antwerpen tot Bergen kuntu van eind september tot einddecember genieten van de oudeen moderne Portugese kunst encultuur. Enkele voorbeelden. Triomfvan de barok (Paleis voor SchoneKunsten Brussel, van 19 septembertot 22 december, 60␣ fr. per leerling)geeft een beeld van de 18de eeuw-se Portugese cultuur. Portugal enVlaanderen, Europa in het verschiet(Museum voor Oude Kunst, Brus-sel, van 27 september tot 8 decem-ber, 50␣ fr. per leerling) illustreert debetrekkingen tussen de ZuidelijkeNederlanden en Portugal tussen1550 en 1680. Feitorias (Museumvoor Schone Kunsten Antwerpen,van 29 september tot 29 december,70␣ fr. per leerling) gaat over dePortugese kunst ten tijde van degrote ontdekkingen van eind 14deeeuw tot 1548). Triptico (Museumvoor Hedendaagse Kunst Gent, van29 september tot 5 januari, 50␣ fr.per leerling) geeft een overzichtvan de moderne schilder– en beeld-houwkunst.

Wie meer over deze en anderetentoonstellingen wil weten kanbij Europalia de gratis festival-brochure aanvragen. Daarin zijnook alle muziek–, dans– en thea-termanifestaties aangekondigd.

❏ WEDSTRIJDENLeerlingen basisonderwijs ma-ken een tekening met als themaPortugese ontdekkingsreizen in de

XVde en XVIde eeuw(licht bristolpapier, 41

x 29 cm). Leerlingensecundair onderwijs

ontwerpen een kruis-woordraadsel van 17 x 17

vakjes met op de 10de hori-zontale lijn de woorden ISA-

BELLA en PORTUGAL. Hori-zontaal en verticaal plaatsen zenamen of voorwerpen uit deverschillende tentoonstellingen.Portugese voorzetsels of voeg-woorden van maximaal drie let-ters mogen ook. Winnaar is deleerling die het minste zwartevakjes gebruikt én wiens om-schrijvingen het leukst, schran-derst, origineelst zijn. Elke in-zending bestaat uit een blad meteen oningevuld kruiswoordraadselen de omschrijvingen en eenblad met een ingevulde puzzel.Beide groepen sturen in vóór 15november. Deelnemen mag in-dividueel of in groep (maximum6 deelnemers per groep) metéén tekening of één puzzel perindividuele deelnemer of per groep.

– EUROPALIA BROCHUREEen brochure voor leraars enleerlingen secundair onderwijsmet achtergrondinformatie overgeschiedenis, cultuur en dage-lijks leven in Portugal. De bro-chure is een goede inleiding voor-aleer één van de vele tentoon-stellingen of manifestaties te be-zoeken. Ze kost 150 fr. per exem-plaar en 120 fr. vanaf 10 exem-plaren.Europalia – Koningsstraat 10 – 1000

Brussel – ✆ 02–507 85 50

FIETSEN. WHAW !

De videofilm Fietsen. Whaw !duurt zo’n 18 minuten en zet jon-geren van 10 tot 14 jaar aan totveiliger fietsgedrag. De film in-formeert over de nieuwe verkeers-reglementering en stimuleert dejongeren tot nadenken over huneigen gedrag én dat van andereweggebruikers.

Voor de leraar is er ook eenbegeleidende brochure met ach-tergrondinformatie over jonge fiet-sers, de inhoud van de video entips voor de verwerking in de klas.Video + brochure kosten 500␣ fr.␣ ❏Belgisch Instituut voor de Verkeersvei-

ligheid – Haachtsesteenweg 1405 – 1130

Brussel – ✆ 02–244 15 11

Hendrik deZeevaarder is

het symbool vande koloniale

macht vanPortugal.

EEN WEEK VREDE

Vechten of samenwerken is hetthema van de tweede Vlaamsevredesweek van 30 september tot6 oktober. Pax Christi Vlaanderenwerkt de inhoud uit onder heteigen thema Geef vijandsdenkengeen kans␣ ! Zij willen de vijands-beelden afbouwen door ontmoe-ting en dialoog.

Voor het onderwijs is er spe-ciaal materiaal ter beschikking. Kijk–in–kleur is een lesbrief voor dederde graad van de lagere school(14 blz., 50 fr.). Een verhaal schetsthet beeld vriend–vijand en kortetips en suggesties bieden de mo-gelijkheid het thema creatief uit tewerken.

Vijand–denken. Out␣ ! is eenlesbrief voor de tweede graad vanhet secundair onderwijs (18 blz.,50 fr.). Hoe groeien vijandsbeel-den en welke zijn de kansen totafbouwen ervan␣ ? Met concretetoepassing op Soedan.

Theater De Mus werkt op vraagvan Pax Christi een voorstelling uitrond vijandsbeelden. Het stuk voor

twee acteurs duurt 50 minuten,richt zich tot leerlingen vanaf 12jaar en vereist geen decor of spe-ciaal materiaal. Na de voorstellingvolgt een nabespreking van nog-maals 50 minuten. De prijs is 13.500fr. en de inrichter kan subsidieskrijgen van de Vlaamse Gemeen-schap.

Voor het hoger secundair on-derwijs maakte de Wereldmedia-theek een diareeks met klankcas-sette (80 dia’s, 3000 fr. aankoop-prijs, 400 fr. huurprijs per week).

Vijand in beeld (pocket, 64blz., 195 fr.) bundelt verschillendebijdragen rond vijandsbeelden.

Ten slotte organiseert Pax Christiop 29 september een ontmoetings-feest in Genk, Mechelen, Bruggeen Gent. Dat wordt een spelna-middag waarbij allerlei activitei-ten, ook de hier opgesomde, mo-gelijk zijn. Wie dat wil kan trou-wens zelf zo’n ontmoetingsfeestorganiseren in het weekend van 5en 6 oktober. ❏

Pax Christi Vlaanderen – Italiëlei 98A

– 2000 Antwerpen – ✆ 03–225 00 22

PETRA–JONGERENPROJECTEN

Het PETRA–programma con-gresseert op 5 oktober in het CCDe Blank in Overijse. De voorbijejaren heeft het PETRA–program-ma van de Europese Commissie inVlaanderen een veertigtal jonge-renprojecten eenmalig een finan-ciële injectie gegeven. Centraal staansteeds de participatie en zelfver-antwoordelijkheid van de jonge-ren (zie ook KLASSE 11).

Op het congres evalueren dedeelnemers het PETRA–program-ma en de ondersteunde projecten.De organisatoren willen daarnaasteen aanzet geven tot de doorstro-ming van de bevindingen van dezeprojecten naar het lokaal, provin-ciaal en nationaal beleid. Uiteraardwillen ze ook het PETRA–programmaverder bekendmaken. Het con-gres begint om 9 u.30 en loopt afom 17u.30. Prijs␣ : 600 fr. met mid-dagmaal en 300 fr. zonder. ❏

Uitgebreide folder : Jeugddienst voor

Maatschappelijke Participatie – Liedts-

straat 27–29 – 1210 Brussel –

✆ 02–242 00 92

Inschrijvingen : Eddie Brebels – Lim-

burgse Volkshogeschool – Stationsplein

3 – 3500 Hasselt – ✆ 011–22 76 24