Klasse voor Leraren 40

36
Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen nr.40 • December 1993 Drugs op school Drugs op school

description

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen. Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

Transcript of Klasse voor Leraren 40

Page 1: Klasse voor Leraren 40

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen

nr.40 • December 1993

Drugsop schoolDrugsop school

Page 2: Klasse voor Leraren 40

(advertentie)

Page 3: Klasse voor Leraren 40

Leerkrachten bepalen hetgeslacht van de school.p. 24-25

Drugs!? Scholen schieten inpaniek wakker.VIZIER p. 4-11

Hoe tevreden zijn deeltijdseleerkrachten? p. 28-29

GRATIS KENNISMAKINGVolgende maand sturen we KLASSEnaar álle Vlaamse leerkrachten (ennaar al de anderen die door het De-partement Onderwijs worden betaald).Het adressenbestand is dat van deweddedienst. Fouten of wijzigingendaarin moeten dus via de schoolad-ministratie worden geregeld. Wie KLASSEook daarna gratis wil blijven ontvan-gen moet niets ondernemen. Voorwie het blad thuis dubbel ontvangt ofgeen interesse heeft zal er een ant-woordkaart inzitten om dat te mel-den. Ook scholen zullen één exem-plaar blijven ontvangen. Wie het bladniet gratis krijgt kan een persoonlijkabonnement nemen voor 300 frank.Oók geen geld.

KLASSE NR.40 3

IN DIT NUMMER

4-11Drugs op school

«Er zijn geen drugvrije scholen meer», zeggen de veldwerkers diedat kunnen weten. Eén op de vier jongeren krijgt wel eens drugsaangeboden. Wie leert hen daarmee omgaan? De meeste scholenreageren pas (in paniek) als het te laat is. Maar het kan ook anders.

12-13Het rapport van de leraar

Het kritisch oordeel van de leerlingen over hun leraars: hoe goedbieden ze de leerstof aan, hoe eerlijk is hun beoordeling, hoeveelleraars slagen erin orde te hou-

den en hoe groot is de afstand tussen leraar en leerling? Eenontnuchterend onderzoek.

24-25Man of vrouw voor de klas?

Jongens en meisjes reageren anders op een man of een vrouwvoor de klas. Het maakt een verschil uit voor hun inzet, resultaaten welbevinden. Lager en secundair onderwijs zijn op dit vlakblijkbaar tegenpolen. Het geslacht van de school wordt op ge-mengde gevoelens onthaald.

26-27Door de stolp van stilte

In Vlaanderen bestaan er een zestigtal speciale klasjes voor autis-tische kinderen. Speciaal opgeleide leerkrachten proberen er destilte te doorbreken. Toch worden autisten in het gewone onder-wijs nog te laat opgemerkt. Ze zien er soms ook heel «normaal»uit.

28-29Kiezen of delen

Eén kwart van de leerkrachten basisonderwijs werkt nu deeltijds.Dat is acht keer meer dan tien jaar geleden. Hoe functioneren diemensen? Een onderzoek naar hun ervaringen en die van hundirecties.

En ook…

• JOURNAAL. Al brachten de kraaien het uit. p. 14.

• KLASSE-IDEE. Het maandelijks vlooienspelstimulerende ideeën voor actief onder-wijs. p. 15-21.

• DE INFOLIJN. Er zijn geen domme vragen.p. 22.

• SIGNAAL. Iedereen heeft zo zijn zeg overonderwijs. Maar ga er maar eens aanstaan. p. 23.

• DOOR DE MUREN VAN DE KLAS. Op bezoek inde leefschool. p. 31.

• «ER VIEL 100 KG VAN MIJN SCHOUDERS».Getuigenissen van ouders die hun kindnaar het buitengewoon onderwijs (moesten)sturen. p. 33.

• DE VLIEGER GAAT OP. Het maatschappelijkdebat over de eindtermen zit erop. p. 34.

Maandblad voor Onderwijsin VlaanderenUitgegeven door het Ministerievan de Vlaamse GemeenschapDepartement Onderwijs

Nr. 40 / December 1993

RedactieLeo BormansPatrick De BusscherGaby De Moor

RedactiesecretariaatDiana De CaluwéAnny Lecocq

Foto’s: Luc DaelemansCartoons: Dirk VercamptVormgeving: Artefact, Leuven

Verantwoordelijke uitgeverDaniel Vandenberghe, bestuurs-directeur, Algemene Onderwijs-diensten en Voorlichting

KLASSE verschijnt tien keer per jaaren wordt gedrukt op chloorvrijpapier.Abonnement (10 nummers perjaar): 300␣ fr. Overschrijven op rek.091- 2203004-66 van Min. VlaamseGemeenschap, Informatie enBibliotheek, Koningsstraat 71, 1000Brussel. Vermeld «ABO KLASSE»

KLASSEKoningsstraat 138 8ste verdieping1000 BrusselTel. redactie 02-211 46 60Tel. secretariaat 02-211 46 58Tel. abonnementen 02-211 46 62Tel. publiciteit 02-211 46 58Telefax 02-211 46 61

Page 4: Klasse voor Leraren 40

V I Z I E R

Drugsop

Drugsopschoolschool

Page 5: Klasse voor Leraren 40

KLASSE NR.40 5

Het was een vreemd gezicht: duizendleerlingen die overdag tijdens de school-uren verplicht naar een fuif gingen. Allescholen van Lanaken stuurden er hun leer-lingen vanaf het derde jaar secundair onder-wijs naartoe. En de afwezigheden werdenzoals op een gewone schooldag nauwkeuriggenoteerd. In de zaal: flitsend licht, ambian-ce en keiharde muziek maar géén alcohol engéén drugs. De boodschap van zo’n soft-party is dat plezier maken ook zonder diespullen kan.

De activiteit was de apotheose van eenintensieve campagne bij scholieren tegenhet gebruik van drugs en alcohol. Ze magsymbool staan voor honderden acties die nutijdens het schooljaar overal in Vlaanderenworden georganiseerd. Vaak over de nettenen schoolmuren heen.

«Niet op onze school»Het taboe om over drugs te spreken is nu

op de meeste scholen al duidelijk doorbro-ken. Tot voor enkele jaren durfde men opgeen enkele school het woord nog maaruitspreken. Het probleem bestond niet. «Oponze school zijn geen drugs. Onze leerlin-gen gebruiken dat niet. Op andere scholenmisschien wel, maar bij ons niet.» Die sfeeris nu zo goed als verdwenen. De scholenzijn steeds minder bevreesd om zich te pro-fileren als een school met drugbeleid. Enouders appreciëren dat, vragen er zelfs om.

Er is nochtans geen reden tot paniek.Zo’n vijf procent van de Vlaamse school-gaande jeugd zou wel eens experimenterenmet illegale drugs, veel minder dan bijvoor-beeld in Nederland. Maar het gaat ook bijons al lang niet meer uitsluitend om kansar-me jongeren in duistere milieus. Drugs zit-ten in de recreatieve sfeer en zowat allejongeren kunnen ermee in contact komen.Ze duiken dus zonder twijfel op in élkeschool.

PaniekreactiesBetrapte leerlingen zomaar meteen van

school sturen en andere paniekreacties los-sen niets op. Het komt erop aan goed voorbe-reid te zijn en een samenhangend plan teontwikkelen. Daarvoor werken directie, leer-krachten, ouders en leerlingen het best sa-men. Het gaat immers om meer dan drugge-bruik alleen. Jongeren moeten van jongs afaan een kritische houding leren ontwikkelenom bewust te leren kiezen en bijvoorbeeld«nee» te kunnen zeggen. Een kwart van onzejongeren krijgt wel eens illegale drugs aange-boden. En experimenteren is leuk.

Leraars kunnen een grote rol spelen, ookal verschilt hun leefwereld sterk van die vanhun leerlingen. Op de soft-party in Lanakenmoesten zij gewoon in het café blijven wachten.Maar ook daar: géén bier. ■

Page 6: Klasse voor Leraren 40

6 KLASSE NR.40

De leraar heeft het al eentijdje in de gaten: Jurgengedraagt zich op school

anders dan vroeger. Ver-strooid, afwezig, slape-rig, nieuwe vrienden...

Met drugs

geen sociaal assistent, deouders zijn verantwoor-delijk, het kan ook lief-desverdriet zijn...». AlsJurgen later met drugsbetrapt wordt, is dat voorniemand een verrassing.Het was al twee jaar aande gang. Maar niemandhad iets ondernomen. Nuis hij van school gevlo-gen. Waar naartoe? Enwie is de volgende?

Ach, het zijn zijnzaken niet: «Ik ben

vanschool gevlogen

voor één van de volgende drie benaderingen.• WAARSCHUWEN. Ze halen films, dia’s, rijks-wachters en ex-verslaafden naar school in dehoop dat er een gedragsverandering ontstaatdank zij de afschrikkingsmethode. Centraal staathier de angst. Uit onderzoek blijkt dat dezemethode meestal wel effect heeft maar dan ave-rechts: het verbodene wordt aantrekkelijk, hetmarginale wordt bijzonder. Films en getuige-nissen zijn alleen zinvol als aanvulling bij eenuitgewerkter geheel.

• INFORMEREN. Ze leggen uit welke drugs erbestaan, wat gevolgen en gevaren zijn, wat on-gezond gedrag is en hoe je gezond kan leven.Men gaat er bij deze zakelijke aanpak van uitdat als het individu voldoende geïnformeerd is,het vrij een keuze kan maken voor gezond ofongezond gedrag. Uit evaluaties van deze bena-dering blijkt dat er wel een kennisvermeerde-ring ontstaat maar dat die weinig of geen effectheeft op het druggebruik als dusdanig.• AANLEREN. Ze leren de jongeren hoe ze beslis-singen kunnen nemen door alle voor- en nade-len van bepaald gedrag af te wegen. Daarnaleren ze vaardigheden aan om de gemaaktekeuzes waar te maken, bijvoorbeeld «nee» zeg-gen tegen snoep, alcohol, sigaretten, drugs enz.De nadruk ligt op het menselijk gedrag. Niet dedrugs zelf maar de mensen die drugs gebruikenstaan hier centraal, hun motieven en de situa-ties waarin ze het doen. Waarschijnlijk is dit demoeilijkste maar gecombineerd met de infor-matieve aanpak de meest doeltreffende.

De hele schoolDrugs zijn niet alleen een probleem voor de

gebruiker maar voor de hele school (directie,leraars, medeleerlingen, ouders) en de bredemaatschappij. De school kan echter niet wach-ten tot het «maatschappelijke probleem» is op-gelost. Wij vormen nu de samenleving van morgen.De knelpunten op een rijtje.• DIRECTIE. Klachten van ouders, verlies vanleerlingen, het imago van de school spelen blijkbaareen grote rol. Nochtans is de concrete aanlei-ding om iets te ondernemen meestal de kleinecriminaliteit die samen met drugs de kop op-steekt. Het illegale karakter ervan roept vragenop over juridische verantwoordelijkheid enz.De uitdaging bestaat erin op voorhand een glo-baal en toekomstgericht beleid uit te werken.• LERAARS. Zichtbare problemen met produktenof het gebruik ervan zijn er in de klas zelden.Wel wordt de leraar geconfronteerd met sto-rend bravouregedrag. Daarnaast leeft er onrustbij de leerlingen en glijdt er veel aandacht af vanhet pedagogische gebeuren. De leraar verliestcontact met de betrokken klas(sen), ervaartweinig openheid bij de leerlingen en heeft maarweinig vertrouwen in zijn eigen (drug)deskun-digheid om op terug te vallen. Hij wordt ookdikwijls op een zijspoor gezet, ofwel door hetcrisismanagement van een directie die plots

Leraars worden wel geconfronteerd met drug-gebruik maar weten meestal niet hoe ze er opmoeten reageren. Sommigen gaan zelf BOB-erspelen en proberen uit te vissen welke drugsgebruikt worden, waar ze verstopt zitten en wieer precies bij betrokken is. Anderen kijken evende andere kant op en gaan door met de les. Maarwat moet je ook doen? De directie verwittigen?Er ouders en politie bij roepen? Een goed drug-beleid op school geeft antwoord op die vragen.De leraar moet weten welke mechanismen er inwerking treden als hij probleemgedrag signa-leert en mensen verwittigt.

De rotte appelGeen enkele school is drugvrij. Dat ontken-

nen heeft geen zin. Het komt er dus op aanproblematisch druggebruik te voorkomen. Daarbijstaan drie begrippen centraal: duidelijkheid (meteen gedetailleerd drugplan), openheid (met eenvertrouwelijke sfeer waarin alles bespreekbaaris) en echtheid (met een consequente toepas-sing en overeenstemming tussen theorie en prak-tijk). De «rotte appel» opsporen en meteen vanschool verwijderen is geen echte oplossing, evenminals de ogen sluiten voor wat er gebeurt. Alsscholen wel iets willen doen, kiezen ze meestalLeraars zien wèl het bravoure-

gedrag.

Page 7: Klasse voor Leraren 40

KLASSE NR.40 7

wakker is geschoten of wel door vertrou-wensleerkrachten of externe deskundigenwaarbij hij zich niet betrokken voelt. Alsleerkrachten hun optreden niet kunnenplaatsen in een duidelijk globaal beleidgeeft het crisismoment alleen maar aan-leiding tot meer wrijving. Het is daarbijgoed om te weten dat het schoolklimaatniet alleen wordt bepaald door de ge-schreven regels maar ook (vooral?) doorde ongeschreven regels. Wat er op papiermooi uitziet moet ook in praktijk werken.• LEERLINGEN. Voor veel leerlingen zijn ervóór er iemand wordt betrapt geen «drug-problemen». Ofwel zijn ze er niet bij be-trokken, ofwel beleven ze plezier aan hetgebruik ervan of aan de uitdaging van desfeer die er rond hangt. Voor sommigeleerlingen is er wel twijfel, spanning endruk tot gebruik of geheimhouding. Alshet een keer is uitgelekt ontstaat er crisisin de klas, wantrouwen, verklikking, afre-kening (ook van andere conflicten dieniet direct met drugs te maken hebben).Als een klasgroep in zijn totaliteit tolerantstaat tegenover druggebruik tonen ze danweer weinig begrip voor de heisa die di-rectie en leerkrachten plots maken.

Betrapte leerlingen komen onder zwa-re druk te staan: directie, leraars, mede-leerlingen, ouders, politie enz. Het is voorhen heel moeilijk ooit nog vertrouwenterug te winnen. Als ze bovendien vanschool moeten veranderen en de span-ning thuis wordt opgevoerd houden ze ermeestal alleen nog drugvrienden aan over...• OUDERS. Voor ouders van betrokken leer-lingen betekent de melding van (school-se) drugproblemen een sterk confronte-rende uitdaging. Ze voelen zich schuldig,verliezen vertrouwen en hebben meestalautoriteitsproblemen met het eigen kind.De school verwacht van hen een oplos-sing. Soms moeten ze onmiddellijk opzoek naar een andere school...

Tijdige betrokkenheid van álle oudersbij het globale beleid van de school enalgemeen overleg kunnen veel onheil voor-komen. Spoedprocedures, geheimdoene-rij en crisisinterventies zorgen alleen vooreen niet te stoppen geruchtenmolen.• EXTERNE DESKUNDIGEN. Zodra drugge-bruik wordt vastgesteld krijgt een vaakreeds geruime tijd sluimerend geheel vangedragsproblemen de noemer «drugpro-bleem» opgekleefd. Daarmee heeft hetkind een naam en wordt alle heil van eenexterne deskundige verwacht die geachtwordt het probleem snel en efficiënt opte lossen. Noch de drugbrigade, de school-arts, het PMS of hulpverleners kunnenechter het probleem kant-en-klaar op-lossen. Scholen die denken het probleemte kunnen doorschuiven, blijven uitein-delijk met een kater achter. Externe des-kundigen kunnen ieder wel een specifie-ke bijdrage leveren maar alleen een glo-bale en gezamenlijke aanpak met eenvisie op langere termijn kan echt resul-taat opleveren. ■

«Onze goede naam!»

DIRECTIECoördineren en stimuleren

1. Paniekreacties. Alleen reageren op ge-isoleerde feiten, vermoedens en veron-derstellingen, de «rotte appel» snel ver-wijderen enz.

2. Het probleem verzwijgen of onderschat-ten. Niets ondernemen omwille van de«goede naam» van de school.

LERAARSDirecte schakel met de leerling

3. Bang zijn om zich met zo’n delicate enillegale zaken bezig te houden.

4. Niets doen omdat ze de signalen nietzien of omdat ze weinig of niets overdrugs afweten.

5. Op eigen houtje werken. Zelf thera-peut, politie-agent of psycholoog spe-len met het gevaar plots buitenspel testaan.

OUDERSConstructief deelnemen

6. Overhaast en in paniek de individueleouders bij de zaak betrekken.

7. De verantwoordelijkheid afschuivennaar de ouders.

LEERLINGENOp vertrouwen kunnen rekenen

8. Niet over drugs durven praten. Dat isprivé, persoonlijke vrijheid, we willenniet klikken...

9. Drugs zijn aantrekkelijk. Experimen-teren kan geen kwaad. Wat verboden ismoet leuk zijn enz.

EXTERNE DESKUNDIGENBegeleiden en ondersteunen

10.Het probleem uit handen geven. «Dedeskundige diensten zullen het wel op-lossen».

11.Snel directe oplossingen verwachten.«Haal de trukendoos maar boven enzorg ervoor dat de drugs en de gebrui-kers onmiddellijk uit de school zijn.»

1. Een drugbeleid uitwerken met duide-lijke afspraken voor alle betrokkenenen een goed onderbouwde visie op lan-ge termijn.

2. Gezamenlijke acties uitwerken met allescholen van de regio om enige profile-ring als drugschool te vermijden.

3. Gedrag begeleiden. Het gaat in de eer-ste plaats niet over de drugs maar overhet gedrag van de leerlingen.

4. Goed informeren. Niet alleen over deprodukten maar ook over achtergronden,psychische en sociale mechanismen.

5. Samenwerken. Alle leerkrachten moe-ten bij het globaal drugbeleid wordenbetrokken. Ook «vertrouwensleerkrach-ten» moeten door de hele school wor-den gedragen.

6. Alle ouders op voorhand bij het school-beleid betrekken, niet alleen in crisissi-tuaties.

7. Echte communicatiekanalen uitbouwentussen ouders en school (met een lagedrempel tussen thuis en de school).

8. Een open schoolklimaat creëren. Allevormen van gedrag zijn bespreekbaar.Jongeren mogen zelf initiatieven en ver-antwoordelijkheid nemen op school (nietalleen i.v.m. drugs).

9. Vaardigheden trainen op persoonlijken sociaal vlak om verschillende vor-men van gedrag te kunnen inoefenen.Hen betrekken bij het (drug)beleid.

10.Een gemengde werkgroep vormen metleraars, preventiewerkers, ouders enz.Zij werken het plan uit en volgen hetop.

11.Een globaal beleid uitwerken. Het pro-bleem samen bespreken en juist lereninschatten. Druggebruik komt er nietop één dag, de oplossing evenmin.

Valkuilen Strategieën

Elf valkuilen waar we kunnen intuimelen. Maar ook de strategieënom uit de put te geraken, of beter nog: hem te omzeilen.

Page 8: Klasse voor Leraren 40

8 KLASSE NR.40

Sinds vorig schooljaar belter elke week minstenséén school lichtjes in pa-niek naar het Centrum voorAlcohol- en andere Drug-problemen (CAD). «Het iszover. We zitten met drugsop school.» Drugs dui-

«Er zijn geen drugken nuoveral op.Het gaatniet langer uitsluitend omkansarme jongeren enduistere milieus. Met EVAen XTC zitten drugs nuin de recreatieve sfeer. Ensoms zitten er onopval-lende, jonge dealers inde klas.

«Voor het eerst moeten we nu niet langer zelfnaar de scholen stappen om iets rond drugs tedoen», zegt Carlo Baeten van het CAD, «Ze bellenons nu zelf op. Het gaat om crisisinterventies. Zeweten niet hoe ze met het probleem moeten om-gaan. Soms bellen ouders anoniem naar de school-directeurs met de melding dat hun kinderen zeg-gen dat er in die of die klas met drugs wordtgesjoemeld. Daar zit zo’n directeur dan mee. Som-migen staan perplex, met de rug tegen de muur.Anderen willen er meteen het hele politie-apparaatvoor inschakelen. De meesten weten echt niet hoeze ermee moeten omgaan. En sinds pakweg ander-half jaar is het aantal oproepen hier heel sterkgestegen. Er is geen reden tot paniek maar drugs

kan je nu vrijwel overal tegenkomen. Het is bij defuif- en ontspanningscultuur gaan horen en jonge-ren experimenteren graag.»

Ook bij het Jongeren Advies Centrum Tilt inBrussel is het aantal aanvragen om met drugpre-ventie naar scholen te komen tijdens de eerste zesmaanden van dit jaar verdubbeld: 120 aanvragentegenover 60 vorig jaar.

Hasj en XTCNochtans valt het druggebruik bij scholieren in

Vlaanderen nogal mee. Ongeveer 5␣ % van de jon-geren geven occasionele experimenten toe. Dat iser toch gemiddeld één in een klas van twintig.Slechts 1,5␣ % van de jongeren noemen zich regel-matig gebruiker. Het gaat daarbij in meer dan dehelft van de gevallen om hasj en marihuana. InWallonië bedragen die cijfers meer dan het dubbeleen in Nederland hebben volgens recent onderzoek17␣ % van de jongens en 10␣ % van de meisjes bovende twaalf ooit drugs gebruikt. Het alcoholgebruiknam in Nederland in vier jaar tijd zelfs lichtjes afmaar het gebruik van soft drugs tijdens de vierweken voor het onderzoek is er in die periodeverdubbeld tot 6,5␣ % van de jongeren.

De jaren negentigMaar ook in Vlaanderen neemt het druggebruik

toe. Hard drugs zijn niet het grootste probleem. Alis ook op dat vlak in Limburg bijvoorbeeld hetgebruik in acht jaar tijd verdrievoudigd. Uit eenrecente enquête aan het LUC bleek dat 21␣ % van deuniversiteits- en hogeschoolstudenten al ooit drugshebben gebruikt. Eén derde van hen zegt nog altijddrugs te gebruiken. Eraan geraken is geen pro-bleem. Vier op de tien ondervraagde studentenzeggen dat hen al ooit spontaan drugs werdenaangeboden, vooral marihuana en hasj (64␣ %) ofXTC (23␣ %). Dat gebeurt op fuiven en in cafés maarook gewoon bij vrienden.

Bovendien begint men steeds jonger met drugs.Jongeren beginnen soms vanaf 12 jaar al te experi-menteren, meestal echter rond 16 jaar. De spullenwaarmee ze experimenteren zijn vooral hasj, mari-huana en XTC. Die worden steeds gemakkelijkerbereikbaar en worden in een steeds minder crimi-neel aandoende sfeer verhandeld. Ze gebruikenook steeds meer verschillende middelen door el-kaar en drugs zijn sinds enkele jaren niet meervoorbehouden aan bepaalde risicogroepen.

Met drugs kan je ‘vrienden’ krijgen…

Met al die veranderingen houden directie enleerkrachten meestal geen rekening. Zij kijken nognaar het fenomeen drugs met de ogen van de jarenzestig of zeventig. Toen gingen joints nog gepaardmet enige marginalisering maar dat is niet langerhet geval.

ExperimenterenDe vroegere boodschap «blijf er van af, loop om

het drugmilieu heen» werkt nu niet meer. Eenkwart van de jongeren krijgt wel eens drugs aange-boden. Ze hebben dan algemene en persoonlijkevaardigheden nodig zoals problemen kunnen op-lossen, risico’s inschatten en kunnen weigeren.Vooral omdat recent druggebruik een groepsfeno-meen geworden is. Met drugs hoor je erbij, hetverleent je status in je groep, geeft snel plezier enverdrijft de eenzaamheid. Je moet durven experi-menteren. Dat doen ze met kleding en uiterlijkmaar ook met drugs. Het feit dat die illegaal zijn,maakt het nog spannender. De aantrekkingskrachtis groot. Vroeger stonden druggebruikers nog losvan de groep in klas of school. Nu zitten ze ermidden in. De belangrijkste redenen voor drugge-bruik zijn op dit ogenblik: meedoen (58␣ %) enproblemen vergeten (56␣ %). Dan volgen gezins-problemen (48␣ %) of moeilijkheden met relaties(40␣ %). Slechte schoolprestaties zijn goed voor34␣ % en evenveel jongeren grijpen naar de drugsom meer zelfvertrouwen te krijgen. Eén op de vierzegt drugs te gebruiken om meer vrienden te krij-gen. (Cijfers van de Europabarometer-enquête bijmeer dan 25.000 jongeren boven de vijftien).

Jonge dealersHet is voor de meeste jongeren geen probleem

om aan drugs te geraken, ook niet in de kleine

Page 9: Klasse voor Leraren 40

KLASSE NR.40 9

vrije scholen meer»

probleem. Opvallend is ook het sterk toegenomengebruik van medicatie. Op 18 jaar is 32␣ % van deondervraagde Vlaamse jongeren «gebruiker» van ge-neesmiddelen: pijnstillers, opwekkende, kalmerendeof slaapmiddelen. Ook hier is snel sprake van gewen-ning en verslaving. «Snel een pilletje en ik voel megoed». Je hoeft je tegenwoordig niet meer af te vragenwat je wezenlijk moet doen om je goed te voelenzonder al die spullen. Zo’n houding is gevaarlijk.

PolitieHet taboe om op school over drugs te spreken is

duidelijk overwonnen. Maar hoe vul je het nieuweagendapunt concreet in? De aanpak van de jarenzeventig en tachtig werkt niet meer. Toen werd het

dikwijls simpel voorgesteld: de politie moest hetaanbod verminderen (door de drughandel aan tepakken), preventie moest de vraag verminderen(door te informeren en te waarschuwen) en hulp-verleners moesten verslaafden genezen.

dorpen. Onlangs hielden bijvoorbeeld enkele hon-derden jongeren een protestmars tegen drugs doorde zes kerkdorpen van het landelijke Kortessem.Zij vertelden hoe je ook daar sinds kort evengemakkelijk aan drugs komt dan in de stad. Chiro-leiders stelden dat er nu blijkbaar even snel metdrugs wordt geëxperimenteerd dan enkele jarengeleden met «de eerste sigaret».

En de dealers zitten soms waar je ze niet ver-wacht. Zo schrokken de leerkrachten van een col-lege er vorige maand toch wel even van toen deonopvallende 16-jarige Frank zijn medeleerlingenbleek te bevoorraden. Hij bewaarde het spul in deboekentas van een knaapje uit het tweede jaar, datdoor hem stevig onder druk werd gezet. Daar hadniemand al die tijd iets van gemerkt.

JointsPreventie kan nooit perfect zijn. Jammer genoeg

zullen er altijd mensen zijn die drugs gebruiken.Maar op school moeten jongeren wel leren naden-ken over hun doen en laten. Daarvoor is een ver-trouwelijke sfeer nodig. Leerlingen moeten methun leraars op een open manier over drugs kunnenpraten. Het mag daarbij niet alleen gaan over «ver-bieden» en de leraar hoeft ook geen deskundige tezijn, wel een vertrouwenspersoon. Toch zoudenstilaan alle leraars enige basiskennis over joints,speed, EVA en XTC moeten hebben en over eenwerkbasis moeten beschikken om met een duide-lijke mening aan de slag te kunnen. Dat ze zichdaarbij door een globaal beleid gesteund moetenweten, staat buiten kijf.

PillenWe moeten ook andere middelen dan illegale

drugs bekijken. Alcohol is voor méér jongeren een

Nu ziet men dat het pro-bleem dieper zit. En daar-voor werkt bijvoorbeeld ie-dereen het best samen.Onderwijsminister Luc Vanden Bossche pleit ervoor niette snel de politie in te schakelen. Hij verwijstdaarbij naar de goede samenwerking tussen deLeuvense procureur des konings en de scholen. Deafspraak bestaat erin dat de scholen wel drugge-bruik signaleren maar dat het niet wordt vervolgd.Alleen dealers worden aangepakt. De rijkswachtzal er de school niet met veel machtsvertoon bin-nenvallen en de scholen hebben de verzekeringgekregen dat de zaak niet in de pers komt.VAN DEN BOSSCHE: «Als druggebruikers meteen vanschool worden gestuurd, verschuif je het probleemgewoon naar een andere school. Het beste werkenalle scholen en diensten in één regio intensiefsamen aan efficiënte preventie.» ■

HOE ZIE JE HET IN DE KLAS?Hieronder volgen enkele signalen die kunnen wijzen op mogelijk druggebruik. Let opvoor paniekreacties. De lijst is zeker niet volledig en veel van de signalen komen ookvoor als typisch adolescentenprobleem of bij moeilijkheden thuis, in relaties enz.• dalende schoolprestaties• geen interesse in schoolse activiteiten• spijbelen• zich niet houden aan afspraken, te laat komen,...• diefstallen op school• signalen van ouders (jongere is veel van huis weg, veranderingen in gedragspa-

troon)• afstandelijk, vermijden van contact• verminderde aandacht voor kledij en uiterlijk• aandacht voor statussymbolen• verandering van vrienden• sterke emotionele wijzigingen (uitgelaten, depressief,...)• veranderingen in karakter• weinig concentratie, afwezig in de klas• ongecontroleerd giechelen• heimelijk doen• verandering in gedrag na lesonderbreking of toiletbezoek.

De aanpak van de jaren

‘70 en ‘80 werkt niet meer

Page 10: Klasse voor Leraren 40

10 KLASSE NR.40

Een preventief drugbeleid op school steunt opdrie pijlers: een plan uitwerken, interventies vast-leggen en de leerlingen opvoeden. Gemakkelijkergezegd dan gedaan?• EEN PLAN UITWERKEN. Als er een duidelijk uitge-sproken drugplan is, kent iedereen de regels en deafspraken zodat ze gepast kunnen reageren.

Zo’n plan legt in de eerste plaats de grenzenvast van wat kan en niet kan op school, aan deschoolpoort, op schoolfeesten en bij schoolrei-zen. Liefst gaat het daarbij meteen al over roken,alcohol en medicatie. Daarna worden de gevolgenaangegeven als de grenzen worden overschreden.Hoe zal men reageren op dealers, op een groepvan gebruikers; welke zijn de gevolgen van een-malig en herhaald gebruik; worden ouders op dehoogte gebracht?

Tenslotte bevat het plan concrete strategieënvoor alle betrokkenen. Wat moeten leerkrachtendoen die druggebruik bij leerlingen ontdekken ofvermoeden; welke ruimte heeft een leerkracht die

door een leerling in vertrouwen wordt genomen;wie voert welke sanctie uit; hoe worden oudersbenaderd; hoe zit de samenwerking met de politieenz.• INTERVENTIES VASTLEGGEN. Er moeten sanctiesvolgen maar ook begeleiding. Het aanknopings-punt daarvoor is meestal niet het druggebruikmaar wel de achterliggende problemen en moti-vatie van de betrokken leerlingen. Die begeleidingwordt bij voorkeur door de school zelf georgani-seerd (PMS, MST, vertrouwensleerkracht...). Alser wordt doorverwezen naar externe hulpverle-ning moet de school de zaak wel blijven opvolgen.Doorverwijzen betekent niet uit handen geven.• LEERLINGEN OPVOEDEN. Preventie werkt op langetermijn door een globaal opvoedingsprogrammazowel in concrete lessen (gespreid over de ver-schillende leerjaren) als in het verborgen leerplandat tot uiting komt in het schoolklimaat. Dat iszeker zo belangrijk. Het gaat dan vooral om eenopen sfeer op school waarin leerlingen zelf ver-antwoordelijkheden krijgen en initiatief mogennemen. Alle leerlingen moeten daarin voldoendekansen krijgen om zich goed te voelen en eeneigen plaats te verwerven in het schoolgebeuren.

GroepsdrukEen succesrijk project is de internationale actie

Leefsleutels voor jongeren. Sinds de actie drie jaargeleden in Vlaanderen startte volgden al meer dan1200 leerkrachten een driedaagse basistrainingdie nu resulteert in gerichte preventieve opvoe-ding bij vele duizenden leerlingen over heel hetland. De leefsleutels kennen dit schooljaar eenfenomenaal succes. Het aantal trainingen is nogeens verdubbeld. Daaraan neemt altijd een teamvan een school deel waarvan minstens één direc-tielid. Het is immers de bedoeling concrete lessenin het lesprogramma in te bouwen; naar keuze 16,26, 40 of 80 lessen gespreid over één of twee jaar.Ze zijn bedoeld voor leerlingen van 12 tot 14 jaar.Die leren heel concrete sociale vaardigheden aan

Scholenwapenentegen drugs

Tot nu toe wa-ren scholen nietecht gewapendtegen drugs.Maar nu hebben

ze allemaal een uitgewerktdraaiboek ontvangen ommet een grondig plan destrijd aan te gaan tegendrugs. Uitbannen zullenwe ze daarmee niet maarhopelijk blijft het pro-bleem daardoor wel «be-heersbaar».

Met preventie moet je vroegbeginnen.

Page 11: Klasse voor Leraren 40

Draaiboek

KLASSE NR.40 11

Draaiboek• Het bijzonder degelijke pakket «Een drug-beleid op school» bestaat uit een uitvoerigdraaiboek en een handige begeleidersmap.Die werden gemaakt in opdracht van hetDepartement Onderwijs en Volksgezond-heid. U vindt er voorbeelden in van eenconcrete aanpak, schoolreglementen, uit-gewerkte lessen en studiedagen. Boven-dien staat er een uitgebreide lijst in van allebruikbaar materiaal.Elke Vlaamse school en PMS-centrum kreegde voorbije weken een omzendbrief om dehandleiding gratis te bestellen. Wie buitenschoolverband het materiaal wenst betaalt250␣ fr., verzendingskosten inbegrepen.De VAD heeft ook tientallen andere brochu-res, publikaties, folders en affiches.Vereniging voor Alcohol- en andere Drugpro-blemen - G. Schildknechtstraat 9 - 1020Brussel - +␣ 02-422 49 69 - fax 02-422 49 79.• Leefsleutels voor jongeren (12 - 14 jaar)is een project van Lions-Quest - Hundel-gemsesteenweg 1 - 9820 Merelbeke - +␣ 09-230 38 69 - fax 09-231 96 60.– Speciaal voor de derde graad van debasisschool zijn er drie uitstekende pro-gramma’s– Tralies in Wonderland, over genotsmidde-len in het algemeen (video, didactisch ma-teriaal, werkboek voor de leerlingen, info-folder voor de ouders). De video kost 800␣ fr.,de werkboeken 80␣ fr.Centrum voor Alcohol- en andere Drugproble-men - Luikersteenweg 134 - 3500 Hasselt -+␣ 011-27 42 98.– De gevaren van het Zwarte Pretpark, overtabakspreventie. Een spannend verhaal metmaandelijkse nieuwsbrieven enz. Groepjeskinderen kunnen zich nu inschrijven (snelzijn!) bij het Koördinatiekomitee AlgemeneTabakspreventie - G. Schildknechtstraat 9 -1020 Brussel - +␣ 02-422 49 19 fax - 02-42249 29• Op zoek naar de schat is een gratis pakketover goed gebruik van geneesmiddelen.Voor de leerkracht is er de gratis handlei-ding «De wondere wereld van het genees-middel». Research en Leven - Infopublic -Sonia Thibaut - Lambermontlaan 436 - 1030Brussel - +␣ 02-242 37 98• Vorming en ontwikkeling van de smaak(tweede en derde graad secundair onder-wijs) is een gratis pakket over alcoholge-bruik. Het eerste deel gaat in op het hoe enwaarom van drinken en leidt tot een eigenmening over alcohol(gebruik). Het tweededeel is een oefening in herkennen vansmaken en geuren. Forum voor verantwoordalcoholgebruik - Livornostraat 13 bus 5 -1050 Brussel - +␣ 02-539 36 64.• Groepen waar ouders terecht kunnenbestaan in Antwerpen (+␣ 03-225 26 27 en03-235 21 74), Genk (+␣ 089-35 77 51),Hasselt (+␣ 011-27 42 98), Brabant (+␣ 02-468 05 45), West-Vlaanderen (+␣ 050-3407 83) en Gent (+␣ 09-221 38 37).

om te kunnen kiezen, beslissen en weige-ren. Het gaat daarbij niet alleen om drugsmaar om kritisch denken, weerstaan aangroepsdruk enz. Tijdens de training krui-pen de leraars daarvoor in de huid van deleerlingen en leren ze vaardigheden aanrond zeven thema’s: puberteit, omgaan metgevoelens, betere contacten thuis en metvrienden, kritisch denken en beslissen, meerzelfvertrouwen door betere communicatieen weten wat je wil.ANNIEK VANDENDRIESSCHE, coördinator Leef-sleutels: «Voor Vlaanderen hebben we vooralhet onderdeel kritisch denken en beslissensterk aangepast. Er was hier ook nog al watdruk om meer informatie over de produk-ten zelf in te lassen. Die zit er nu wel in maarwe leggen toch meer nadruk op het procesvan kiezen en beslissen. We merken ook datsteeds meer scholen de leefsleutels gebrui-ken bij het begin van het schooljaar, tijdensde startdagen. Dan zijn de kliekjes nog nietgevormd en kan de groepsgeest gemakkelij-ker positief gestuurd worden. En de reactieszijn overal positief. Het programma geeft deleerkrachten echt een houvast en laat nogvoldoende ruimte voor de eigen creatieveinbreng.»

WonderlandEigenlijk kan je met preventie niet vroeg

genoeg beginnen. Voor de derde graad ba-sisonderwijs is er in Vlaanderen het succes-rijke project Tralies in Wonderland. Sindshet vier jaar geleden van start ging zijn er46.000 pakketten voor kinderen van 10 tot12 jaar van verkocht. Uitgangspunt is eenvideo over de verleiding van allerlei genots-middelen voor kinderen: snoep, video, com-puterspelletjes, reclame, televisie enz.CARLO BAETEN, CAD: «Die video is maar hetuitgangspunt. Daar kan de leraar de aan-

dacht mee trekken. Maar het gaat uiteinde-lijk om bewust leren consumeren, je asser-tiever opstellen. Dat kan je ook al aan jongekinderen leren. Als je weet dat er vele dui-zenden kinderen ’s morgens voor ze naarschool gaan al voor de video zitten en bewe-ren dat ze echt niet zonder kunnen... ja, danis de basishouding voor later al gelegd. Scholenzijn echt enthousiast over dat project. Maartoch merken wij dat ze dikwijls na één oftwee jaar afhaken. Als wij hen dan opbellenblijkt dat het project er toevallig is tussen uitgevallen. Het hangt meestal af van één en-thousiaste leerkracht. Van een volgehou-den en samenhangend beleid is op veelscholen geen sprake.»

Neen zeggenDruggebruik hangt nauw samen met het

algemene opvoedingsprobleem. De maat-schappij zit vol verleiding en jongeren heb-ben vaak niet geleerd om grenzen te trek-ken, kritisch te zijn, nee te zeggen en teweerstaan aan groepsdruk. Ook voor deouders valt het niet mee. De waarden zijnonduidelijk en onzekerheid is troef.TONY DECKERS, schooldirecteur Lanaken: «Wijhebben zeker geen groter drugprobleem danelders, integendeel. Maar wij nemen nu metalle scholen deel aan een soft-party. En datslaat aan. De discussie is open. Onze leerlin-gen gaan weer nadenken over echt pleziermaken. Ze moeten leren dat je daar geenXTC of alcohol voor nodig hebt.»AGNES DE DECKER, Therapiecentrum Sint-Niklaas: «De weg zonder drugs is een wegvan algemene opvoeding, weerbaarheid, zelf-respect, kritische geest, duidelijkheid. Deoplossing voor het drugprobleem ziet erniet anders uit dan de oplossing voor alleandere vormen van probleemgedrag. Scho-len en leerkrachten kunnen daarin een be-langrijke rol spelen.» ■

Page 12: Klasse voor Leraren 40

12 KLASSE NR.40

Het is dikwijls niet de schuld van de individueleleerkracht maar van het hele schoolklimaat en decultuur van de school. De specifieke werkomstan-digheden, de organisatie van de school, de directie,begeleiding, samenwerking enz. bepalen voor eengroot stuk het gedrag van de leerkracht. Maar dat isniet het probleem van de leerlingen. Zij hebben rechtop goede en goed functionerende leraars. Het onder-zoek steunt daarbij niet op de criteria van de leerlin-gen zelf maar op 24 wetenschappelijk onderbouwdeen internationale criteria om het pedagogisch-didac-tisch gedrag van de leerkracht te beoordelen.

Een groepsrapportHet gaat niet om individuele leerkrachten. Aan de

leerlingen werd gevraagd of op hun school bijnaniemand/ enkele/ meerdere/ of de meeste leerkrach-ten aan de criteria beantwoordden. De percentagesin de tabel geven de laatste twee categorieën weer en

vertellen dus hoeveel leerlingen vonden dat ophun school meerdere of de meeste leerkrach-

ten aan de eis voldeden.• Leerstof presenterenDe meeste leraars doen hun best. Ze sprekenduidelijk, zijn bereid het nog eens uit te

leggen als je het niet snapt en gaan stap voorstap vooruit. Maar daar houdt het op. Discussie

over de leerstof is meestal niet mogelijk (39␣ %) en deleerstof wordt zelden in een groter geheel gesitueerd.Daardoor missen de leerlingen de rode draad, hetkader, de verbanden. En het is net dat wat motive-rend zou kunnen werken. Leerlingen die het aan-deel en belang van de leerstof in een groter geheelzien, zijn bereid er harder aan te werken.

Ook met de afwisseling van werkvormen is hetpover gesteld (15␣ %). Volgens de leerlingen gevende meeste leerkrachten altijd op dezelfde manier les:vooraan staan en uitleggen. Groepswerk, video’s,

Hoe vervult de leraar zijntaak volgens de leerlin-gen? Daarvoor mochtenmeer dan duizend leer-lingen uit het vrij secun-

E N Q U Ê T E dair onder-wijs het rapport van hunleraars invullen. En watblijkt uit dezesteekproef?De Vlaamse le-raar zet zichwel in maarheeft weinigaandacht voor de indivi-duele leerling. Dat zitvolgens de onderzoekersin de stenen en de mu-ren van de school gebak-ken.

Hetrapportvan de

leraar

onderzoek, eigen activiteiten enz. komen héél zel-den voor. Nochtans zou ook dat de motivatie kun-nen verhogen.

Ten slotte is er weinig aandacht voor de indivi-duele leerling. Die mag in de les wel iets vragen(55␣ %) maar daarbuiten niet (22␣ %). Ook de sterkeleerlingen staan in de kou. Zij krijgen bijna nooitextra materiaal.• Prestaties beoordelenDe meeste leerkrachten geven rechtvaardig cijfers(79␣ %). De helft probeert ook de fouten van deleerling te begrijpen. Maar van feedback, begelei-ding, hulp en terugkoppeling is weinig sprake. Vol-gens drie vierde van de leerlingen kijken hun leraarsnauwelijks schriften of notities na, overlopen zezelden of nooit fouten na toetsen of examens en latenze bij twijfel de examens niet inkijken.LAURENT THIJS, onderzoeker: «Fouten worden dusvooral bestraft. Ze worden niet gebruikt om iets uit teleren. Ons onderwijs is blijkbaar vooral gericht opcijfers geven en daarmee is de kous af. Remediëren,bijwerken en differentiëren komen er nauwelijksaan te pas.»• Orde houdenDe meeste leraars slagen erin de les rustig te latenverlopen (66␣ %). Toch stelt één op de drie leerlingendat op zijn school slechts enkele leerkrachten datkunnen.

Over straffen zijn de meningen verdeeld. Ietsmeer dan de helft zegt dat het meestal rechtvaardigen consequent gebeurt. De rest vindt van niet.

Maar ook op het vlak van klasmanagement loopthet fout als de individuele leerling ter sprake komt:twee derde van de leerlingen ervaart weinig of geenaanmoediging van de leraars. En slechts 23␣ % van deleerlingen zegt dat er op zijn school meerdere leer-krachten zijn die een leerling waarderen en belonenals hij het goed doet.• Betrokken bij leerlingenDe omgang met de leerling als persoon is duidelijkhiërarchisch. De meeste leerlingen (53␣ %) vindendat hun leerkrachten te veel afstand houden.

Leerlingen mogen slechts zelden hun eigen me-ning zeggen (34␣ %) en de meeste leerkrachten heb-ben maar heel weinig oog voor leerlingen met per-soonlijke problemen (29␣ %).

En als leerkrachten de leerlingen ten onrechteberispen, kunnen ze dat maar slecht toegeven (17␣ %).PIET CASIER, onderzoeker: «De leerkracht presenteertzich te weinig als iemand die kan luisteren en die heteigen aandeel in een conflict onder ogen kan zien. Deleerling wordt daarbij meestal benaderd als leerling.

Page 13: Klasse voor Leraren 40

KLASSE NR.40 13

De meeste leraars hebben weinig voeling met watdaarachter leeft.»

Verrassende verschillenUiteraard zijn er enige verschillen in het onder-

zoek vastgesteld, niet tussen jongens en meisjesmaar wel tussen de verschillende graden en onder-wijsvormen. De verschillen zijn echter nooit van dieaard dat het dominante beeld dat uit de vorigeresultaten naar voor kwam, wordt gewijzigd. Watvalt er echter wel op?• Elke graad apartNaarmate de leerlingen ouder worden ervaren ze datde leerstof minder gestructureerd wordt aangebo-den en minder in het geheel wordt gesitueerd. Wezouden kunnen veronderstellen dat dat een bewustekeuze is en dat men leerlingen zelfstandiger laat zijn.Het tegendeel blijkt waar: de variatie in actieverewerkvormen bijvoorbeeld neemt nog af en er is in dehoogste graad nog minder differentiatie.

Leerlingen aanmoedigen, waarderen en belonenscoort over het algemeen al zeer laag maar in dederde graad doen maar half zo veel leraars dat dan inde eerste graad. Blijkbaar oordeelt men dat oudereleerlingen minder behoefte hebben aan positievebevestiging.

Voor discipline en een rustig lesverloop is detweede graad duidelijk de moeilijkste. Maar ook de«bereikbaarheid van de leerkracht» scoort in diegraad het laagst.

Ten slotte valt op dat naarmate de leerlingenouder worden, leerkrachten minder oog hebbenvoor hun persoonlijke problemen. Dat cijfer daaltvan 40␣ % in de eerste graad tot 19␣ % in de derde.Blijkbaar profileren leerkrachten zich daar meer alsvakdeskundigen en wordt de leerling nog meerondergeschikt aan de leerstof dan voordien al hetgeval was.• ASO, TSO en BSOOver bijna heel de lijn beoordelen ASO-leerlingenhun leerkrachten positiever voor het presenterenvan de leerstof. Wat in TSO en BSO wel gebeurt is dezaak nog eens uitleggen in de les (al zijn de leer-krachten daar buiten de les nog veel minder toebereid dan in ASO). Maar in BSO ervaren ze veelminder dat de leerkracht stap voor stap vooruitgaaten in TSO wordt de leerstof nog minder in een grotergeheel geplaatst. Voor het geheel van didactischhandelen scoort TSO het zwakst.

Fouten overlopen en er iets uit leren gebeurt inTSO (19␣ %) en BSO (15␣ %) nog minder dan in ASO(27␣ %). Ook examens mogen inkijken is in TSO enBSO minder het geval. Eén op de drie BSO-leerlin-gen vindt trouwens dat meerdere leerkrachten nietop een rechtvaardige manier cijfers geven. In TSO isdat 1 op de 4 en in ASO 1 op de 6.

Wat in BSO wél gebeurt is de schriften controle-ren. Dat is het enige punt waarop men hoger scoort:34␣ % tegenover 15␣ % in TSO en 8␣ % in ASO. Voorwaarderen en aanmoedigen is er weinig verschil.Straffen daarentegen ervaren TSO en vooral BSOminder rechtvaardig en consequent.

Het grootste verschil zit in het rustig lesverloop.In ASO en TSO stelt ongeveer twee derde van deleerlingen dat meerdere leerkrachten daarin slagen.In BSO zegt nog minder dan de helft dat. Volgens deleerlingen loopt de meerderheid van de lessen daardus uit de hand. Dat ligt vooral aan de ronduitdramatische resultaten van de tweede graad BSO.Zowel bij jongens als bij meisjes zegt twee derde daar

dat de meeste lessen chaotisch verlopen. In de derdegraad BSO is het resultaat aanzienlijk beter.

«Oog hebben voor persoonlijke problemen» scoortin de drie onderwijsvormen nagenoeg even laag, alzitten er in BSO waarschijnlijk meer leerlingen diebegeleiding nodig hebben (cfr. de resultaten vanonderzoek naar pesten en spijbelen). De leerlingen

GOEDE LERAARS24 wenselijke pedagogisch-didactische kenmerken voor «goede» leraars.Het percentage geeft aan hoeveel leerlingen het gedrag vaststellen bijmeerdere leerkrachten.Leerstof presenteren1. Spreekt duidelijk en hoorbaar. 88␣ %2. Legt het nog eens uit. 80␣ %3. Wijst op wat belangrijk is. 73␣ %4. Gaat stap voor stap vooruit. 68␣ %5. Geeft bijkomende uitleg in de les. 55␣ %6. Laat af en toe discussies toe over de leerstof. 39␣ %7. Situeert de leerstof in een groter geheel. 27␣ %8. Is bereid bijkomende uitleg te geven. 22␣ %9. Gebruikt afwisselende werkvormen. 15␣ %10. Geeft extra oefeningen voor sterke leerlingen 10␣ %Prestaties beoordelen1. Geeft rechtvaardig cijfers. 79␣ %2. Probeert fouten te begrijpen. 49␣ %3. Laat examens inkijken bij twijfel. 27␣ %4. Overloopt fouten na toets of examen. 23␣ %5. Kijkt schriften en notities na. 22␣ %Orde houden en klasmanagement1. Slaagt erin de les rustig te laten verlopen. 66␣ %2. Straft rechtvaardig. 57␣ %3. Straft consequent. 53␣ %4. Moedigt de leerlingen regelmatig aan. 38␣ %5. Waardeert en beloont regelmatig wie het goed doet. 23␣ %Betrokken zijn bij leerlingen1. Houdt niet te veel afstand. 47␣ %2. Laat toe dat leerlingen een eigen mening uiten. 34␣ %3. Heeft oog voor leerlingen met persoonlijke problemen. 29␣ %4. Kan eigen fouten toegeven. 17␣ %

De Vlaamse leraar zet

zich wel in maar heeft

weinig aandacht voor

de individuele leerling.

van TSO en BSO ervaren trouwensmeer afstand tegenover hun leer-krachten (62 en 65␣ %) dan in ASO(48␣ %).

Wel op papierVoor de onderzoekers is de grote

conclusie dat alle pedagogisch-di-dactische inzichten over wat goedeleraars zouden moeten doen wel oppapier staan, in onderzoek en theo-rie, maar dat daarvan in de praktijk maar heel weinigdoordringt. Ze hoeden er zich wel voor de individue-le leerkracht daarvoor de schuld te geven. Er zijnimmers grote verschillen tussen scholen. Dat bewijstde grote invloed van het schoolklimaat en de school-cultuur op het individueel handelen van de leer-kracht. Maar het betekent niet dat de conclusies vanhet onderzoek daarmee van tafel kunnen wordengeveegd, wel dat er in elke school op elk niveau sámenwerk van moet worden gemaakt. ■

Het onderzoek werd uitgevoerd door de vrije PMS-centrain opdracht van Caleidoscoop - CSBO - H. Lemonnierlaan129 - 1000 Brussel - 02-513 57 08

Page 14: Klasse voor Leraren 40

J O U R N A A L

14 KLASSE NR.40

Versjacherde doktersbriefjes. In hetBrussels gewest is op 10 leerplichtige kin-deren minstens één niet in een schoolingeschreven. Twee op de 10 zijn welingeschreven maar zijn haast perma-nent afwezig. Gemiddeld wordt 6,5␣ %van de schooltijd gespijbeld. Dat blijktuit een onderzoek van de Franstaligeonderwijsminister Elio Di Rupo. Het ge-middeld absenteïsme is niet groter inscholen met veel migrantenkinderen. Insommige Brusselse bon chique bon genre-scholen wordt er meer gespijbeld dan inzogeheten probleemscholen. Het absen-

teïsme legt zwakkeplekken bloot in

vooral het secundair onderwijs. Het spij-belpercentage in de tweede en derde graadvan het beroepsonderwijs ligt op 13␣ %.Vooral op plaatsen waar de directie zichterugtrekt in een administratieve torenen waar geen positieve schoolcultuurbestaat duikt het spijbelprobleem op.Ook grote schoolgemeenschappen hou-den het probleem minder onder contro-le. Vaak gaat afwezigheid samen metgeweld en vandalisme. Leerlingen wij-ten hun afhaken aan de onverdraagza-me en onrechtvaardige houding van hunleraars, de onmogelijke lessenroosters,het slechte lesgeven en de onaangepasteprogramma’s. Van de overheid krijgenook ouders een deel van de schuld. Zezouden zich laten manipuleren door hunkinderen. Ten slotte laten jongeren vanmeer dan 18 zich slechts inschrijvenomwille van de kinderbijslag. ‘s Nachtshebben ze evenwel een job zodat ze zichoverdag nog nauwelijks op school latenzien. Ze dekken hun afwezigheid in metdoktersbriefjes. Gestolen briefjes wordenvoor 200 frank per stuk onderleerlingen versjacherd.

Een tweede kans. In Vlaande-ren schreven in het startjaar1984 44 studenten in aan deOpen Universiteit. Nu zijn er dat1636. In vergelijking met Ne-derland is dat weinig. Daartelt deze vorm van onderwijs54.000 studenten. Hoewel deOpen Universiteit bedoeld isals tweedekansonderwijs heeftbij ons 53␣ % van de studentenal een diploma hoger onder-wijs. Eigenlijk wordt er dus meeraan bijscholing gedaan danhet bieden van een echte tweedekans. Nochtans kunnen ooklaaggeschoolden slagen als zegemotiveerd en intelligent zijn.Ruim 74␣ % van de studentenaan de Open Universiteit wer-ken voltijds. Zo’n 3␣ % zijn huis-vrouwen. De Open Universi-teit biedt 250 cursussen aan,verdeeld over 7 studiegebie-den. Het meeste succes heb-ben technische, sociale, cul-

tuur-, bedrijfs- en bestuurswetenschap-pen. Voorts volgen nog natuurwetenschap-pen, economie en rechten.

Naar de provincie. De werkstationsdie o.a. instaan voor de uitbetalingvan de salarissen van de leerkrachtenzullen in de toekomst naar de provin-cie verhuizen. Van bij de start werdende werkstations overigens per provin-cie georganiseerd. Bij de nieuwe aan-wervingen wordt rekening gehoudenmet de woonplaats van de kandidatenzodat een eventuele verhuis van werk-stations vanaf 1996 zonder problemenkan gebeuren. Het is nog wachten opde volledige informatisering van dewerkstations zodat er een vlotte uitwis-seling tussen de stations mogelijk is.Maar volgens de staf beleid van secre-taris-generaal Georges Monard zou inde loop van 1996 een derde van dedienstverlening van het DepartementOnderwijs al in de provincies zitten.

Twinning. Het onderwijsniveau van tech-nische secundaire scholen in voormaligeOostblokregio’s moet nauwer aansluitenbij de wensen van de industrie. Daaromwerd een onderwijsakkoord gesloten tus-sen de departementen Onderwijs vanVlaanderen en die van Tsjechië en Slowa-kije. Dat akkoord slaat op de uitwisselingvan leraars en samenwerking van tech-nische scholen. Elk jaar kunnen meerscholen het twinning-netwerk groter ma-ken. De organisatie Heuras coördineerthet project. Van de Vlaamse regering krijgtze hiervoor een subsidie van 7 miljoenfrank voor de periode tussen september1993 en eind 1994.

Onderwijshulp. De Russische Federatieheeft dringend behoefte aan hulp voorhet onderwijs en het wetenschappelijkonderzoek. Daarom ondertekenden deVlaamse en Nederlandse onderwijsmi-nisters een akkoord met de Russen. Erkomt samenwerking op diverse gebie-den: managementsopleidingen, versprei-ding Russische taal en cultuur, herwer-king van de Russische onderwijswetge-ving, aanpassing van de wetgeving aande vrije markteconomie, didactiek Fransen Engels als tweede taal, bijscholingleraars buitengewoon onderwijs, mini-ondernemingen en opleiding in hotelbe-roepen.

Eindtermen. «De basisschool bereidt nietlanger voor op het secundair onderwijs.Het secundair komt gewoon na het ba-sisonderwijs», zei Roger Standaert op eenstudiedag van de Stichting-Lodewijk deRaet. Standaert is directeur van de Dienstvoor Onderwijsontwikkeling. Deze dienstmaakte een bundel voorstellen voor mi-nimumdoelstellingen in het basisonder-wijs. Het accent ligt hierbij minder opeen encyclopedische feitenopeenstape-ling maar veeleer op de uitdieping viaoefening. Het klassieke schoolse lerenbeklijft te weinig. De uitwerking van devoorgestelde eindtermen vereist ondermeer vernieuwde leerplannen maar vooraleen andere onderwijsattitude. Vooral hetteam zal het schoolveld bespelen in plaatsvan de leraar als individu. Maar hoezullen de scholen deze vernieuwing aan-pakken? Hierrond hebben leraars enouders hun twijfels. Leraars moeten opde andere aanpak worden voorbereid. Eris dus dringend behoefte aan nascho-

ling. Van de 230 miljard frankvan de onderwijsbegrotingworden echter slechts 230 mil-joen besteed aan nascholing.«Daar staan we inderdaad nognergens», geeft de onderwijs-minister Luc Van den Bosschetoe.

Licentiaten. De Vlaamse Inter-universitaire Raad (VlIR) zegt ineen advies dat licentiaten en-kel zouden mogen les gevenin vakken waarvoor ze effec-tief een basisopleiding hebbengekregen. Nu geven acade-misch gevormde leraars somsles in andere vakken. Een clas-sicus staat bijvoorbeeld ook invoor de lessen geschiedenis.Volgens de VlIR is dat een be-dreiging voor de kwaliteit vanhet onderwijs. Voorts stelt deVlIR voor dat de lerarenoplei-ding aan de universiteit éénstudiejaar zou omvatten metten minste 1500 en ten hoog-ste 1800 uren onderwijs- enandere studieactiviteiten.

Buiscultuur. Vanaf 2005 wordt zittenblijven verboden in debasisscholen van de Franse Gemeenschap. Dit verbod geldt alvanaf volgend jaar in het eerste leerjaar van het secundaironderwijs, dan worden er alleen nog examens afgenomen nade eerste graad. Het verbod dient om onder andere de onkos-ten te milderen. Zittenblijven kost namelijk, alleen al in hetFranstalige landsgedeelte, 12 miljard frank per jaar. Maarzittenblijven hoort bij de Belgische traditie. Een serieuze schoolschrikt er niet voor terug leerlingen te buizen. Ecolo-senatorJacques Liesenborghs spreekt zelfs over de mislukking als cul-tuurfenomeen.

Page 15: Klasse voor Leraren 40

IDEE

ONRECHT KRIJGT EEN GEZICHTIn ons land schrijven 50.000 leerlingenbrieven naar wereldleiders die de men-senrechten aan hun laars lappen. MaarAmnesty International heeft ook knapeducatief materiaal voor uw klas of school.Onrecht krijgt een gezicht en inzet wordtconcreet.

Page 16: Klasse voor Leraren 40

16 KLASSE NR.40

ONRECHT KRIJGT EEN GEZICHT aDe Schrijf-ze VRIJ-dag is voorbij. Meer dan 50.000leerlingen hebben op 15 oktober weer meege-schreven. De aak met de 800 paar schoenen ligtook weer in zijn thuishaven. U en uw leerlingenkunnen echter het hele jaar door Amnesty Inter-national (AI) helpen, bijvoorbeeld met de nieu-we campagne.De voorbije tien jaren zijn méér dan 1 miljoenmensen het slachtoffer geworden van politiekemoorden en verdwijningen. Dit thema is danook de leidraad voor de campagne ’93-’94 vanAI. De werkwijze is eenvoudig én gekend: debetrokken regeringen worden voortdurend be-stookt met brieven die om opheldering vragen,om een onafhankelijk onderzoek, om vrijlatingvan politieke gevangenen enz. Het meest zicht-bare deel van zo’n campagne zijn de schrijfker-nen: elke maand organiseren meer dan 150schrijfkernen een schrijfavond. Iedereen die zinheeft kan daar brieven komen schrijven.U kunt natuurlijk ook met uw klas aan de slag.Leerlingen van de tweede en derde graad secun-dair onderwijs kunnen met hun leerkracht eenschrijfkern oprichten in hun school. Voorts is erheel wat educatief materiaal beschikbaar omin de klas aan de slag te gaan. Zo is er een speelsactieboek In de grond zijn ze aardig (185␣ fr.)waarmee u een spelnamiddag kunt organise-ren. Er zijn video’s die u gratis kunt uitlenen, ukunt lesmateriaal bestellen om een les overmensenrechten te geven, u kunt mensen uitno-digen voor een paneldiscussie enz. Meer infor-matie vindt u in de gratis Infobrochure Mensen-rechteneducatie.Amnesty International Vlaanderen - Kerkstraat 156 -2060 Antwerpen - +␣ 03-271 16 16

PUNCH bDe labo-bus van het Punch-team trekt van basis-school tot basisschool (alle netten). Leerlingenvan 8 tot 12 jaar mogen de Punch-test afleggen.Deze test is gebaseerd op de Eurofit-testbatterij enmeet kracht, snelheid, uithouding, lenigheiden evenwicht van de leerlingen. Geschikte com-puterprogramma’s zorgen voor een snelle ver-werking van de gegevens. De leerlingen krijgenadvies om hun resultaten te verbeteren. Via hetPunch-boekje legt de test de link met de ouders. Zijkrijgen er informatie over het nut van de afgeno-men tests en tips om hun kinderen te begeleidenbij de «voorgeschreven» oefeningen. Ze kunnende prestaties van hun kinderen ook vergelijkenmet die van leeftijdsgenoten.De labo-bus stopt gratis aan uw school. Er is weleen maximum gesteld van twee testdagen perschool.Mutualistische Jongeren Aktie - Punch - St. Jansstraat32 - 1000 Brussel - +␣ 02-515 02 52

MILIEU-EDUCATIE sIn Lier wordt de milieuproblematiek zo concreetmogelijk binnen de leefwereld van de leerlin-gen gebracht. Het Provinciaal Instituut voor Mi-lieu-Educatie beschikt daarvoor o.a. over eenpermanente tentoonstelling, drie leslokalen eneen labo voor eenvoudige proeven. Er is eeninfopakket voor leerkrachten als u de tentoon-stelling wilt bezoeken. Daarnaast kunt u ookeen specifiek milieuthema uitwerken in éénvan de leslokalen of in de natuur- en milieu-educatieve tuin. U kunt ook een geleide excursiemaken in de omgeving (waterspaarbekkens,

natuurgebied, sluizencomplex, waterzuiverings-of afvalverwerkingsinstallatie). Het documen-tatiecentrum staat gratis ter beschikking.Een schoolbezoek kost 50␣ fr. per leerling vooreen halve dag en 75␣ fr. voor een hele dag.Provinciaal Instituut voor Milieu-Educatie - Mechelse-steenweg 365 - 2500 Lier - +␣ 015-31 95 11

RECHTEN VAN HET KIND a• DE WINKELAlles wat u wilt weten over de rechten van hetkind vindt u in een speciale winkel in Brugge.Nu is er ook een speciaal lespakket, bruikbaarvoor alle leeftijden, zowel in lager als secundaironderwijs. U krijgt er een folder over de kinder-rechtswinkel, de tekst van de UNO-conventie,informatie over meerder- en minderjarigheid inBelgië en een literatuurlijst. U vindt er ook eentwintigtal methodieken om met jongeren rondhun rechten te werken: een kwis, een kwartet-spel, een vloergesprek enz.Dit lespakket kost 300␣ fr. +␣ 60␣ fr. verzendings-kosten.Kinderrechtswinkel - Kleine Hertsbergestraat 1 - 8000Brugge - +␣ 050-33 95 84

• DE OPLEIDINGVoor leerkrachten die de zaak echt willen uitdie-pen organiseert de RU Gent een postacademi-sche vorming rond de rechten van het kind. Hetprogramma omvat tien vrijdagnamiddagen tussen10/12 en 27/5/94 en handelt dit jaar over hettoezicht op de naleving van het VN-verdraginzake de Rechten van het Kind. Deelnemen kost3000␣ fr. +␣ 2000␣ fr. inschrijvingsgeld.Universiteit Gent - Centrum voor de Rechten van hetKind - Henri Dunantlaan 2 - 9000 Gent - +␣ 09-26462 85

ONDERWIJS IN EUROPA sSinds kort zijn er twee nieuwe EURYDICE-publikaties die elk een aspect van het hogeronderwijs belichten. Het EURYDICE-netwerk ishet belangrijkste instrument voor uitwisselingvan informatie op onderwijsgebied in de EG. Deeerste doelgroep zijn nationale en EG-beleids-makers maar daarnaast zijn er publikaties voorhet grote publiek in het algemeen en de leer-krachten in het bijzonder.Studiefinanciering voor studenten hoger onderwijsin de EG geeft per land informatie over inschrij-vingsgelden, vormen en voorwaarden van stu-diefinanciering enz.Toegang tot het hoger onderwijs in de EG schetstper land de toegangsvoorwaarden tot het ho-ger onderwijs: toegangsvereisten, numerus clausus,inschrijvingsvoorwaarden enz. Daarnaast leestu meer over erkenning van buitenlandse kwali-ficaties en studieperiodes, kennis van de onder-wijstaal en verblijven in het buitenland.Beide publikaties zijn gratis beschikbaar in eenFranse, Engelse en Duitse versie. U vraagt ze bestaan met een gele briefkaart bij de EuropeseEURYDICE-eenheid - M. Carthé - Aarlenstraat 15 -1040 Brussel, met vermelding van naam enadres, titel en gewenste taal en een korte om-schrijving van de reden waarom u de publikatieaanvraagt.Inlichtingen: Vlaamse EURYDICE-eenheid - Departe-ment Onderwijs - Centrum voor Informatie en Docu-mentatie - Wim François & Herman Deceuninck -Koningsstraat 71 - 1000 Brussel - +␣ 02-219 87 54 &02-219 82 74 - fax 02-219 77 73

abs-SYSTEEMBij elke tip in het katern vindtu een letter: a, b of s. Datverwijst naar de specifieke doel-groep van het idee. a staatvoor algemeen, b voor basis-onderwijs en s voor secundairen hoger onderwijs. Zo vindtu snel uw weg in het groteaanbod.

ENGELSE LES sLanguage teaching and learningbestaat uit twaalf televisieles-sen en een handboek. Het projectis bedoeld om uw rol als le-raar Engels te perfectioneren.De lessen gaan over instruc-ties geven, omgaan met fou-ten enz. Het boek geeft meerachtergrondinformatie enwerkbladen. Videos (2 x 76minuten) en boek kosten sa-men 4975␣ fr. (+␣ 75␣ fr. verzen-dingskosten).British Council - Jozef II-straat 301040 Brussel - +␣ 02-219 36 00

Page 17: Klasse voor Leraren 40

ZEKER zien.

KLASSE NR.40 17

• DE SAMEN: TOT 20/5 aHet Museum voor Blinden toont ons de Samen uit Fennoscandia.Wij kennen hen natuurlijk beter als de Lappen uit Lapland. Allevoorwerpen komen uit de eigen collecties en zijn zó geselecteerddat bezoekers ze met de vingers kunnen «lezen». Zienden zijneven welkom maar mogen de voorwerpen niét aanraken. De

tentoonstelling is trouwens uniek: delaatste tentoonstelling over de Samendateert uit 1937 in Stockholm.

De toegang is gratis en geleidehonden zijn toegelaten. Rondlei-dingen zijn gratis voor blinden en slechtzienden, andere klas-groepen betalen 700␣ fr. voor maximum 15 leerlingen.Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis - Museum voor Blinden -Jubelpark 10 (ingang Nerviërslaan) - 1040 Brussel - +␣ 02-741 72 14

• LES XX/LA LIBRE ESTHÉTIQUE -HONDERD JAAR LATER:TOT 27/2 sHonderd jaar geleden was Brusselsynoniem voor avant garde, een brui-sende smeltkroes van ideeën waar-toe vele buitenlandse kunstenaarsbijdroegen. Het eeuwfeest wordt ge-vierd met een tentoonstelling vanmeer dan 200 werken uit de eigencollectie van het museum.De toegangsprijs bedraagt 80␣ fr. perleerling. Een rondleiding kost 2000␣ fr.voor een groep van maximum 20leerlingen.Koninklijke Musea voor Schone Kun-sten van België - Museum voor OudeKunst - Regentschapsstraat 3 - 1000Brussel - + ␣ 02-508 34 50

• OP ZOEK NAAR DE SCHAT bHet Legermuseum stelt op een origi-nele manier de militaire geschie-denis van Riddertijd tot heden voor.De leerlingen krijgen eerst een ge-leid bezoek aan een gedeelte vande collectie. Dan krijgen ze een speel-boekje. De vragen hierin leiden henvan zaal tot zaal en uiteindelijk ontdekken ze «een schat». Erzijn twee leeftijdsgroepen: 6-8 jaar en 9-12 jaar. Het bezoekduurt anderhalf uur en kost 1500␣ fr. voor een groep vanmaximum 15 leerlingen.U kunt het museum ook op eigen houtje ontdekken. De

toegang is trouwens gratis. Een aantrekkelijke formule is eenvrij bezoek aan het museum, met een speciaal boekje voorkinderen van 6 tot 12 jaar.. Dit boekje kost 50␣ fr. en geeftuitleg over middeleeuwse krijgskunst, het Franse keizerrijken het ontstaan van het Belgisch leger. Om het leuk tehouden bevat het boekje ook raadsels, gemakkelijke vraag-jes en tekeningen.Koninklijk Museum van het Leger en van de Krijgsgeschiedenis -Educatieve Dienst - Jubelpark 3 - 1040 Brussel - + ␣ 02-733 44 93

• BRUXELLA 1238 sDe grote glazen ramen in het voetpad naast het BrusselseBeursgebouw blijken een nieuw ondergronds museum te«verbergen»: Bruxella 1238. Daar vonden onderzoekers im-

mers een stuk wal van het castel-lum, een versterking om de stad en-na veel gepeuter- het koor vaneen kerk, een kloostergang en eenkloostertuin uit 1238 met twaalfgoedbewaarde skeletten van pa-ters minderbroeders.De toegang bedraagt 80␣ fr. per leer-ling. Een geleid bezoek kost 850␣ fr.voor een groep van maximum 20leerlingen.Inlichtingen: Toeristische Dienst van deStad Brussel - Stadhuis - Grote Markt -1000 Brussel - + ␣ 02-513 89 40• SAMURAI: TOT 27/2 aDe bekende Japanse Toren is mo-menteel het decor van een grotetentoonstelling over Japanse wa-pens en wapenrustingen. De oudsteen meest begeerde voorwerpen blevenin Japan, maar na het verdwijnenvan de Samurai als krijgersklasse(1876) kwamen veel opmerkelijkevoorwerpen in het buitenland te-recht. De eigen collectie van hetmuseum is zo uitgebreid dat ze intwee delen wordt getoond. Deel 2is nu te bekijken.

De toegang bedraagt 80␣ fr. per leerling. Een geleid bezoekkost 1800␣ fr. voor een groep van maximum 20 leerlingen.Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis - Japanse Toren - VanPraetlaan 44 - 1020 Brussel - + ␣ 02-268 16 08 - voor rondleidingen:Educatieve Dienst - + ␣ 02-741 72 14

NIEUWS IN KITS aKits is een krant voor kinderen van 10 tot 14jaar. De krant wil een «venster op de wereldzijn en de jongeren via een eenvoudige, correc-te en frisse taal nauwer bij het wereldgebeurenbetrekken». Kits wil een volwaardige bron vanactuele informatie bieden. Elk onderwerp moetop zich nieuwswaarde hebben én moet dekinderen kunnen aanspreken. Kits verschijnttweewekelijks en kost 32␣ fr. in de krantenwin-kel. Een schoolabonnement (minimum tweeabonnementen op één adres) kost 500␣ fr. vooreen heel schooljaar.Van dezelfde uitgever is er ook nog Klap (eenmaandelijks nieuwsmagazine voor kinderenvan 8 tot 10 jaar, 440␣ fr. voor een schoolabon-nement), Knuffel (idem voor kinderen van 6 tot8 jaar, 630␣ fr.) en Kadoze (een maandelijkstijdschrift voor kleuters, 580␣ fr.). U kunt vanelke uitgave een proefnummer vragen.Bij elke uitgave hoort ook een handleidingvoor de leerkracht.De Eenhoorn Educatief - Vlasstraat 17 - 8710 Wiels-beke - +␣ 056-60 54 60

ENERGIE SPAREN aGratis lespakketten van de Brusselse Raad voorhet Leefmilieu (BRAL) laten leerlingen van 10tot 15 jaar kennismaken met rationeel ener-giegebruik. Enerzijds is er een educatieve les-map die de leerkracht kan gebruiken in delessen fysica, biologie, Nederlands, maatschap-pijleer enz. De map is beschikbaar in twee(tweetalige) versies: voor 10-12-jarigen en voor13-15-jarigen. Daarnaast is er het ganzen-bordspel Wat is Watt? dat u in klasverbandkunt spelen en de leerlingen speels in contactbrengt met energievragen.Het project is ontwikkeld door het CentrumInformatieve Spelen uit Leuven. Het aanbod ismomenteel enkel geldig voor de scholen vanhet Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. In detoekomst zal het project waarschijnlijk wordenuitgebreid naar heel Vlaanderen. Het ganzen-bordspel zelf zal op dat moment ook te koopworden aangeboden.BRAL - Vandendriesschelaan 11 - 1150 Brussel -+␣ 02-771 65 29 / Centrum Informatieve Spelen -Naamsesteenweg 164 - 3001 Leuven - +016-22 25 17

Page 18: Klasse voor Leraren 40

18 KLASSE NR.40

OLYMPIADES sHebt u in uw klas leerlingen die sterk zijn inchemie, fysica of biologie? Stimuleer hen danom mee te doen aan één van de Vlaamse Olym-piades voor Natuurwetenschappen. Meedoen is ookdaar belangrijker dan winnen. Uiterste inschrij-vingsdatum is 12 januari.De eerste ronde wordt gespeeld op 9 februari(chemie), 23 februari (fysica) en 9 maart (biolo-gie). Wie daar het Olympisch minimum haaltkan in de paasvakantie (5 tot 8 april) deelnemenaan een wetenschapskamp in Diepenbeek. Deeindronde vindt plaats op 30 april. De twee bestgeklasseerden per Olympiade kunnen vervol-gens begin juli deelnemen aan de InternationaleOlympiades: twee dagen competitie en acht da-gen internationale contacten, verbroedering entoerisme. Die vinden plaats in Bulgarije (biolo-gie), Noorwegen (chemie) en China (fysica).Limburgs Universitair Centrum - Linda Bradt - Universi-taire Campus - Gebouw D - 3590 Diepenbeek -+␣ 011-26 81 71

DOE ZE LEZEN bKant en klare werkmappen moeten de leerlin-gen stimuleren tot lezen en de behandelde on-derwerpen bespreekbaar maken. De mappensluiten aan op bestaande kinderboeken en ge-ven veel tips om in uw klas op een creatievemanier rond boeken te werken. Daarnaast krijgtu kopieerbare invulbladen, taalactiviteiten, los-se spelletjes, toneel, muzikale activiteiten, ma-nuele expressie en beweging. De reeks Werkboek-jes voor het Basisonderwijs is samengesteld dooreen team van onderwijzers in opdracht vanDavidsfonds/Infodok en het Centrum voor Informa-tieve Spelen/Onderwijsservice.De reeks bestaat momenteel al uit zeven delen.Twee voor de kleuterschool (twee prentenboekenvan Babette Cole), twee voor de eerste graad (LudwienVeranneman en Detty Verreydt), één voor de tweedegraad (Marc de Bel) en één voor de derde graad(Marc de Bel). De prijs bedraagt 99␣ fr. per deel.Davidsfonds/Infodok - Brabançonnestraat 95A - 3000Leuven - +␣ 016-22 87 44

OP WERELDREIS bIn januari leven met de nomaden, in maartboeddhist worden, in mei huwen bij de Maya-indianen en in oktober het regenwoud redden. Isdat moeilijk? Niet als u zich de NCOS-kalender ende bijhorende Wereldreislesbrieven aanschaft.Het Nationaal Centrum voor Ontwikkelingssamen-werking maakt elk jaar een nieuwe kalender: uvindt er elke maand een ander thema in teksten beeld. Voor elke graad van de basisschool is erdaarenboven nog een maandelijkse Wereldreis-lesbrief. Deze handige reisgids geeft suggestiesvoor mundiale vorming: achtergrondinforma-tie voor de leerkracht, besprekingen van kinder-boeken, nieuws over interessante initiatievenenz. U betaalt 200␣ fr. voor een jaargang van 10nummers. De kalender zelf kost 450␣ fr.NCOS - Vlasfabriekstraat 11 - 1060 Brussel - +␣ 02-539 26 20

BOEKEN IN DE KLAS bSpelen met prentenboeken en vertellen van verhalenkunt u leren. Het is alvast de titel van een vor-mingsprogramma over het klassikaal gebruikvan lectuur voor kinderen. Andere programma’szijn Werken met kinderboeken in de klas, Werkenmet poëzie bij kinderen en Creatief schrijven met

kinderen. In deze cursussen krijgt u werkvormenen methodes aangereikt én tegelijk wordt u warmgemaakt om uw leerlingen tot lezen aan tezetten. U kunt deze programma’s laten aanpas-sen aan uw eigen, concrete vragen én aan uweigen tijdschema (avond, zaterdag, woensdag,tijdens de schooluren...).Stichting-Lodewijk de Raet - Erik Vanhee - Liedtsstraat27-29 - 1210 Brussel - +␣ 02-242 01 11

UNITED WORLD COLLEGES sElk jaar krijgen een aantal Belgische jongeren dekans om de laatste twee jaren secundair onder-wijs te voltooien aan een United World College.Naast de gewone vakken besteden deze scholenruim aandacht aan persoonlijk werk en actiefengagement in allerhande activiteiten. Twee na-middagen zijn bijvoorbeeld gereserveerd voor«services» (redding op zee of in de bergen, sociaalwerk met gehandicapten enz.). Na twee jaarbehalen de leerlingen het Internationaal Baccalaureaatdat ook in ons land toegang geeft tot het hogeronderwijs. De kandidaten worden gekozen opbasis van maturiteit, verdraagzaamheid, acade-misch niveau, motivatie enz. De verkozenenkrijgen een studiebeurs aangepast aan hun be-hoefte.Belgische kandidaten kunnen naar vier Colle-ges: Zuid-Wales, Vancouver (Canada), New Mexico(USA) of Duino (Italië). De uiterste inschrijvings-datum is 31 december.Koning Boudewijnstichting - Fonds United World Colleges -Brederodestraat 21 - 1000 Brussel - +␣ 02-511 18 40

KLASSE SERVICE• STRAFFEN aTheo Flebus wil een boek schrijven over (alterna-tieve) straffen in het onderwijs. Daarvoor doet hijeen beroep op al zijn collega’s leerkrachten omhem hun manier van straffen mee te delen. Hij isvooral op zoek naar originele, zelf bedachtestraffen, naar «aardige» uitspraken, anecdotes,bloopers enz.Theo Flebus - Vertjenstraat 8 - 3945 Ham - +␣ 013-6718 13

• LERAARS RUILEN HUIZEN aNaar verhouding gaan leerkrachten heel veel opvakantie via een huisruilformule. U ruilt danhuis, inboedel, levensstijl, speelgoed enz. en blijftweg van de traditionele platgetreden paden vande gewone toerist. Wie zich aanmeldt vóór 8februari wordt opgenomen in het huisruilboekdat einde maart verschijnt.Taxistop - Dienst Huisruil - Onderbergen 51 - 9000Gent - +␣ 09-223 23 10

• PARTNERSCHOLEN GEZOCHT bEen Schotse basisschool is druk op zoek naarEuropese partnerscholen.Keir Hardie Memorial Primary School - Brannock Road -Newarthill - Motherwell - ML1 5DU Scotland

• EEN DUITSER IN ANTWERPEN sManfred Braam was leraar Nederlands in Duits-land. Nu is hij de vakconsulent Duits als vreem-de taal voor Vlaanderen. Hij wil scholen enleerkrachten helpen om de belangstelling voorde Duitse taal en cultuur te bevorderen. Hij wordtdaarbij gesteund door het project Duits als vreem-de taal van de UIA.Manfred Braam, Oberstudienrat - UIA - Universiteits-plein 1 - Gebouw D - 2610 Antwerpen - +␣ 03-820 2971 (dinsdag- en woensdagvoormiddag)

TOTAALBEURS aDe eerste Belgische totaalbeursvoor het onderwijs heet Edu-ca+. De beurs geeft een over-zicht van leerpakketten, in-formatica, recreatiemogelijk-heden, meubilair, sportinfra-structuur enz. voor alle niveausen alle netten. Het randpro-gramma -samen met het De-partement Onderwijs- biedt le-zingen over basiseducatie,multimediaal leren, verkeers-educatie, technologische op-voeding enz.De beurs vindt plaats op 12,13 en 14 januari. De officiëletoegangsprijs is 200␣ fr. In hetvolgend nummer van KLAS-SE vindt u meer informatie éneen gratis toegangsticket.Educa+␣ - p.a. Flanders Expo - Maalte-kouter 1 - 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem) - +␣ 09-241 92 11

Page 19: Klasse voor Leraren 40

ZEKER lezen.

KLASSE NR.40 19

ALGEMEEN a• KEN UW RECHTENAlweer de achtste editie van het Onderwijszakboekje: u vindt erde meest recente informatie over weddeverhogingen, vervroegddeeltijds pensioen, politiek verlof, ziekteverlof, cumulatie enz.Wie zich ook abonneert op de volgende editie krijgt tussentijds

een gratis nieuwsbrief toegestuurdén een prijsreductie.Onderwijszakboekje - Guy Janssens &

Johan Heyvaert - Kluwer Editorial - Excelsiorlaan 18 - 1930 Zaventem -+␣ 02-719 16 42 - 987␣ fr. voor abonnees; 1146␣ fr. voor niet-abonnees• REIZENDE ANIMATIEDe nieuwe Kinderanimatiegids geeft vijfentachtig tips om eenleuke namiddag op school te organiseren: clowns en schmin-kers, theatergezelschappen, buiksprekers enz. Compleet metalle praktische informatie.Kinderanimatiegids - Centrum Informatieve Spelen/vzw Onderwijs-service - Naamsesteenweg 164 - 3001 Leuven - +␣ 016-22 25 17- 60 blz. - 65␣ fr.• FEDERALE STAATAlle wetten over de nieuwe federale staats-structuur van België vindt u in één han-dige brochure. U krijgt er ook aan-vullende commentaar en verwij-zingen naar de wetshistoriek.De wetten betreffende de fede-rale staatsstructuur - Minis-terie van de Vlaamse Gemeen-schap - Departement Coör-dinatie - Dienst Juridische Stu-dies - Boudewijnlaan 30 -1210 Brussel - +␣ 02-507 57 24 - 255blz. - 480␣ fr.• KWALITEITSVERBETERINGSteeds meer scholen streven naar kwaliteitsverbetering viakleinschalige projecten. Dit boek schetst zeven recente (Neder-landse) projecten die het hele onderwijsveld overspannen. Sa-men bieden ze een mooi voorbeeld van hoe ook u kunt tewerkgaan.De proef op de som. Kwaliteitsverbeteringsprojecten in pedagogi-sche werkvelden - A.F.D. van Veen & C.M. van Rijswijk (red.) - GarantUitgevers - +␣ 016-25 31 31 - 176 blz. - 595␣ fr.

BASISONDERWIJS b• COLLEGIALE CONSULTATIEEen praktisch werkboekje om elkaar te helpen («collegialeconsultatie») in verbetering van het eigen onderwijs. Voorleerkrachten en begeleiders die er samen werk van willenmaken.Kijk op eigen kunnen - Drs. Henk Westerop - Christelijk PedagogischStudiecentrum - Postbus 30 - 3870 CA Hoevelaken - Nederland - +␣ 00-31-3495-41206 - 90 blz.• PROBLEEMGEDRAGVoor het eerst wordt op deze schaal gerapporteerd over gedrags-en emotionele problemen van kinderen van 3 tot 12 jaar. Ook

school- en leerproblemen komen daarbij aan bod. Dit boek iseen aanvulling op en een uitdieping van het eerste deel van hetonderzoeksrapport (in ’91 gepubliceerd), dat probleemgedragbeschreef voor 6 tot 12-jarigen.Gedrags- en emotionele problemen bij kinderen - Deel 2 - W.Hellinckx, A. De Munter & H. Grietens (red.) - Garant Uitgevers -+␣ 016-25 31 31 - 243 blz. - 980␣ fr.• SPELEN IS LERENIeder kind speelt, elke volwassene heeft vroeger gespeeld entóch is spelen géén vanzelfsprekende zaak. Dit boek gaat opzoek naar de betekenis van het spel in de ontwikkeling van hetkind. Het is dan ook een bron van inspiratie voor alle leerkrach-ten basisonderwijs.Spel werkt - Odra Buijs (red.) - Uitg. Phaedon/Centrum SpelmethodiekHMN Utrecht - Postbus 85055 - 3508 AB Utrecht - Nederland - +␣ 00-31-30-585 299 - 112 blz. - ± 550␣ fr.

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• DE JAARLIJKSE HECATOMBE

Elk jaar opnieuw sneuvelt ruim dehelft van de eerstejaarsstudenten

hoger onderwijs: de jaarlijkse he-catombe (slachting) te wijten aan

de ongeschiktheid van (te) veelstudenten én aan een gebrek-

kige didactiek in het hogeronderwijs. Dit boek wil rea-listische alternatieven aan-

reiken om de instroom van eer-stejaars kwalitatief te verbeteren én

om een vernieuwde didactiek aan te bieden.Van secundair naar hoger onderwijs - Is er een einde

aan die jaarlijkse hecatombe? - Contactgroep Acade-misch Onderwijs - Garant Uitgevers - +␣ 016-25 31 31 -

153 blz. - 595␣ fr.•SCHAAPJES ZONDER HERDERDe auteur kwam als kleuter naar België, kampte met heel wattaal- en andere problemen en belandde op de straat. Op 15-jarige leeftijd begon hij aan zijn autobiografie. Evelyne Schoetersheeft de ruwe (Franse) tekst bijgeschaafd en een pedagogisch-didactisch luik toegevoegd. Het boek is bedoeld voor de lessenFrans derde graad. Het is een uitnodiging tot reflectie en discus-sie over de problemen van migranten in België.Moutons sans berger. Une histoire vraie - Muharrem Türköz &Evelyne Schoeters - Uitgeverij De Sikkel - +␣ 03-309 13 30 - 102 blz. -280␣ fr.• DE KNOOP VAN GORDIANUSGordianus is een privé-detective. Niks abnormaals, behalve dathij leeft in het Rome van 80-70 voor Christus. Steven Saylorschrijft spannende detectiveromans. Niks abnormaals, behal-ve dat ze ook een bijzonder levendig beeld geven van hetdagelijks leven in het Rome van Cicero, Spartacus, Sulla enz.Geschiedenis kan inderdaad ook spannend zijn.Romeins bloed/Dood van een slavendrijver - Steven Saylor - DeBoekerij/Standaard Uitgeverij - +␣ 03-239 59 00 - 356 en 281 blz. - 2x 595␣ fr.

NAAR HET ZIEKENHUIS bHoe praat je met kinderen over een zieken-huisopname? Er is nu een pakket dat u daarbijkan helpen. De brochure Naar het ziekenhuis?Praat erover! (20␣ fr.) geeft ouders en leerkrach-ten tips om kinderen door zo’n moeilijke perio-de te helpen of om in de klas dit thema aan tesnijden. Er is daarnaast een reeks van drieposters (10␣ fr. per stuk) en een kwartetspel(50␣ fr.) om spelenderwijs over dit onderwerp tespreken. Ten slotte is er nog een tentoonstel-lingsstand die u gratis kunt uitlenen voor info-avonden, opendeurdagen enz.Kristelijk Ziekenfonds Sint-Michielsbond - Dienst GVO -Poincarélaan 78 - 1070 Brussel - +␣ 02-525 86 43

GRATIS KOGELLAGERS sDrie didactische posters tonen de belangrijkstetypes lagers, de toleranties, de passingen, demethodes en het gereedschap voor de montageen demontage van lagers. De posters meten 70x 100 cm, zijn geplastificeerd en u krijgt gratiséén set per school. U kunt ze bijvoorbeeld in hetpraktijklokaal mechanica ophangen.Er is ook een nieuwe publikatie. Het Hand-boek voor lageronderhoud (333 blz.) behandeltalle problemen bij montage, onderhoud, con-trole en lagerschade. Ook van dit boek kanelke school één gratis exemplaar bestellen.SKF Belgium - Dienst Produkt Marketing - Bazellaan 3 -1140 Brussel - +␣ 02-729 66 11

Page 20: Klasse voor Leraren 40

20 KLASSE NR.40

ACHTER DE SCHERMEN aIn januari en maart laat het Kaaitheater leer-krachten en studenten gratis kennismakenmet de wereld van het toneel. Het specialeactiviteiten-pakket omvat zeker een rond-leiding achter de schermen van het Luna-theater en een dramaturgische inleiding bijde voorstellingen Momentum (21 januari) enPhiloktetes (10 maart). Daarbij kan eventueelnog een gesprek komen met de regisseur of deacteurs of iemand die een bepaald aspect vande voorstelling belicht of... De concrete in-houd wordt bepaald als de voorstelling vastevorm heeft gekregen.Daarnaast zijn er nog steeds de gratis dra-matische inleidingen bij elke voorstellingvan het Kaaitheater. U kiest zelf of deze inlei-dingen in de school of in het theater plaats-vinden, tijdens de lesuren of erbuiten. U moetze wel minstens drie weken voor de voorstel-ling aanvragen. Een gratis jaarprogrammaligt ter beschikking.Kaaitheater - Agna Smisdom - Akenkaai 2 - 1210Brussel - +␣ 02-218 58 58

LEREN SMAKEN sJongeren moeten «leren» drinken, zegt hetForum voor verantwoord alcoholgebruik. Daar-om ook heeft het Forum een speciaal lespak-ket ontworpen om leerlingen van de tweedeen derde graad te leren smaken herkennen.Het pakket is vakoverschrijdend opgevat. Hetgaat eerst dieper in op drankgebruik: opbasis van een vragenlijst, juist-onjuist-testenen groepsdiscussies formuleert de leerling eeneigen mening over alcohol(gebruik). Daarnavolgt een oefening in het trainen van smaaken reuk. De oefening test de waarnemings-drempel voor zoet, zout, zuur en bitter. Hethele programma omvat ongeveer vier les-uren. Dit project is opgenomen in de Dyna-mo2-catalogus.Het pakket bestaat uit een handleiding voorde leraar, methodologische werkbladen voorhet eerste gedeelte, materiaal (bekers, glazen,lepeltjes enz. ) voor het tweede gedeelte, eenkoffer met ingrediënten (voor 20 leerlingen)en evaluatieformulieren.Op uw verzoek presenteert Forum dit pakketin een klas van uw school. Na afloop krijgt ueen gratis exemplaar van het lespakket. Ukunt ook een vormingsdag volgen om hetpakket correct te gebruiken.Belgische Federatie van Wijn en Gedistilleerd -Forum voor verantwoord alcoholgebruik - Livor-nostraat 13 bus 5 - 1050 Brussel - + ␣ 02-53936 64

VEILIG VRIJEN sElke donderdag, het hele schooljaar door,kunnen jongeren van 16 tot 21 jaar een stu-diedag volgen over psychisch en fysiek vei-lig vrijen. Op de studiedag wordt gewerktaan een grotere relatiebekwaamheid van dejongeren. Het gaat niet alleen om het voorko-men van ongewenste zwangerschappen ofseksueel overdraagbare aandoeningen, maarook over jongens- en meisjestaal enz. Hetproject is een gezamenlijk initiatief van hetCentrum Gezinsplanning en Seksuele Opvoeding(CGSO) en het Jongerenadviescentrum (JAC).U moet uw klas wel op voorhand inschrijvenwant er kan telkens maar één klas (zónder

hun leerkracht!) aan de slag in de lokalenvan het JAC. Deelnemen kost 2000␣ fr. perklasgroep.CGSO - Centrum voor Levens- en Gezinsvragen -Katia Van De Velde - K. Elisabethlaan 92 - 8000Brugge - +␣ 050-33 69 70

WEDSTRIJDEN• SAMEN IN EUROPA aSamen leven in Europa is het grote thema vande 41ste Wedstrijd van de Europese Dag van deScholen 1993-1994. Elke school mag per leef-tijdscategorie maximum twee schriftelijke en/of twee artistieke werken indienen. De leerlin-gen nemen individueel deel of in groepjes vanmaximum drie. De deelthema’s voor de schrif-telijke werken zijn Leven op school! (10-13jaar), Wat kan het ontdekken van «de anderen»ons leren? (14-16 jaar) en Hoe omgaan met derijkdom van de verscheidenheid? (17-21 jaar). Inde categorie artistieke werken (maximum90 x 120 cm) zijn meerdere technieken moge-lijk: pastel, schilderwerk, platte montages,collages enz. Dezelfde leeftijdscategorieën geldenook hier. De deelnemers geven hun werk eeneigen titel en voegen er een korte commen-taar (zes regels) bij.De werken worden uiterlijk op 15 februariingediend bij het Centrum voor Informatie enDocumentatie - Europese Dag van de Scholen -Koningsstraat 71 - 1000 Brussel. De beste wer-ken worden bekroond met een diploma, boe-ken en reisbeurzen naar landen van de EG ende Raad van Europa.Inlichtingen en inschrijvingsformulieren: Frans Vanden Bergh - Korte Vianenstraat 4/12 - 2300 Turn-hout - +␣ 014-41 38 07

• CREATIEF IN EUROPA sEurocreativiteit - voorbij de grenzen daagt uuit om een uitwisseling te organiseren meteen school uit een ander Europees land. Uwerkt een project uit dat uw leerlingen incontact brengt met zowel het schoolgebeu-ren als de leefomgeving van uw partner-school. U dient uw aanvraag in vóór 15januari. Voor 31 januari selecteert de jury25 projecten, maximum één per school (umag wél meer projecten indienen). Tussen 1februari en 1 augustus moet u dit projectuitvoeren. Elk geselecteerd project ontvangteen beurs van 50.000␣ fr.Koning Boudewijnstichting - Brederodestraat 21 -1000 Brussel - +␣ 02-511 18 40

• BIOLOGEN AAN HET WERK sDe Prijs voor Biologie J. Kets 1994 stimuleert deleerlingen van het zesde jaar secundair omzelf biologisch onderzoek te doen. De keuzevan het onderwerp is volledig vrij. De leerlin-gen mogen individueel deelnemen of in groepjesvan maximum drie. De jury hecht niet zozeerbelang aan boekenwijsheid, dan wel aan dewetenschappelijke werkmethoden, de litera-tuurverwerking, de wijze waarop wordt ver-slag gegeven én het enthousiasme voor hetonderwerp. Er is een prijs van 25.000␣ fr. voorelke taalrol van het officieel en het vrij onder-wijs. Het eindresultaat moet in twee exempla-ren ingezonden worden, uiterlijk op 15 april.Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde -F. Schrevens - K. Astridplein 26 - 2000 Antwerpen -+␣ 03-231 16 40 of F. Van Esch, inspecteur -Ambroossteenweg 144 - 1981 Zemst-Hofstade

WERK OP VIDEO sWerknemers in beeld is een reeksvideoprogramma’s die telkenseen actueel thema uit de werk-nemerswereld uitdiepen. Elkprogramma duurt 15 à 20minuten. Interessante thema’szijn bijvoorbeeld: jobstuden-ten, weer naar school, Euro-pa, integratie van gehandi-capten en studentenarbeid. Ukunt deze programma’s gra-tis uitlenen of ook aankopen(1500␣ fr. VHS en 2000␣ fr. U-Matic). Alle programma’sworden voorgesteld in een gratislosbladige brochure.ACV-Informatief - Wetstraat 121 -1040 Brussel - +␣ 02-237 35 37

ENQUÊTE aJongeren en racisme is eenwel zeer actueel thema: boe-kenreeksen, tentoonstellingenenz. willen jongeren op hetprobleem van het racisme wij-zen. Voor het eerst is er nu ookeen grootscheepse enquête diespeciaal de jongeren van 10tot 14 jaar wil bereiken. Zebestaat uit een reeks meer-keuzevragen, een aantal recht-streekse vragen, een woorden-associatie en enkele losse, speel-sere opdrachten. De jongerenworden daarnaast aangespoordom hun ervaringen in ver-haalvorm neer te schrijven.U kunt een exemplaar vandeze enquête bestellen, kopië-ren en onder uw leerlingenverspreiden. Zo hoopt de vzwPigmalion zoveel mogelijkVlaamse jongeren te bereiken.vzw Pigmalion - Stationsstraat33 - 9700 Oudenaarde - +␣ 055-30 13 18

Page 21: Klasse voor Leraren 40

KLASSE NR.40 21

ZEKER doen.

CURSUSSEN EN STUDIEDAGENALGEMEEN a• OMGAAN MET RACISMEVanuit concrete situaties geweldloos leren omgaan met racis-me en conflicten. Op 13 en 20/1 in Leuven of op 26/1, 2 & 9/2 in

Eeklo.De Vuurbloem - Rapaertstraat 39 - 8310Assebroek (Brugge) - +␣ 050-37 10 17

BASISONDERWIJS b• EINDTERMEN SOCIALE VAARDIGHEDENHoe krijg ik beter zicht op de vakoverschrijdende sociale vaar-digheden? Via welke trainingsmethodieken kan ik het alge-meen sociaal gedrag tot ont-plooiing brengen? Hoe ga ikconcreet te werk? Driedaagsseminarie voor leerkrachtenen directies kleuter- en lageronderwijs.Relatie-Studio - Voskenslaan 1679000 Gent - +␣ 09-220 70 00• GEWELDLOZE OPVOEDINGIN DE LAGERE SCHOOLStudiedag op 22/1 in Has-selt over geweldloos omgaanmet agressie in uzelf en in deklas.De Vuurbloem - Rapaertstraat39 - 8310 Assebroek (Brugge) -+␣ 050-37 10 17

SECUNDAIR ENHOGER ONDERWIJS s• DUITS (1)Een reeks studiedagen voorleerkrachten Duits (i.s.m. deBelgische Vereniging voorLeerkrachten Duits) in Brus-sel (29/1), Leuven (9/2), Luik (15/3), Brussel (27/3) en Namen(20/4).Goethe-Institut - Belliardstraat 58 - 1040 Brussel - +␣ 02-230 39 70• DUITS (2)Texteinsatz im Unterricht anhand von Beispielen is het thema van eenstudiedag voor leerkrachten Duits op 1/3 (inschrijven voor 24/1).VUBrussel - Instituut voor Taalonderwijs - M. Lutjeharms - Pleinlaan 2 -1050 Brussel - +␣ 02-641 26 07

• ENGELSIn een reeks seminaries kunt u kennismaken met de nieuwstematerialen en methoden voor Engels als vreemde taal: Teachingbusiness English (31/1 en 1/2); Teaching grammar (3/2), Errorcorrection and exploiting errors (9 en 10/2) en Developing listeningskills (23/2).British Council - Jozef II straat 30 - 1040 Brussel - +␣ 02-219 36 00

CONGRESSEN EN SYMPOSIAALGEMEEN a• MAATSCHAPPELIJKE RELEVANTIE VAN AMBULANTE REVALIDATIECongres op 22/1 in Wilrijk (UIAntwerpen).Stichting Integratie Gehandicapten - Lange Violettestraat 147 - 9000Gent - +␣ 09-225 10 74

SECUNDAIR ENHOGER ONDERWIJS s• AIDSPREVENTIE EN -VOORLICHTINGAAN SCHOLIEREN EN JONGERENDe Centra voor Geboortenregelingen Seksuele Opvoeding (CGSO) pre-senteren een nieuw preventiepro-gramma voor jongeren van 16 tot21 jaar. Op 19/1 in Oostmalle.Federatie CGSO - K. Albertlaan 167 -9000 Gent - +␣ 09-221 07 22• S.I.D.-IN LIMBURGAlle Limburgse laatstejaars kunnenin Genk klassikaal kennismaken methet hoger onderwijs op de vijfdeStudie Informatiedagen (25, 26, en27/1).S.I.D.-in Limburg - Vrij PMS II - Diri-kenlaan 4 - 3700 Tongeren - + ␣ 012-23 43 65• SIBA IN ANTWERPENLaatstejaars secundair onderwijskunnen kennismaken met het ho-

ger onderwijs op de elfde Studie-Infobeurs-Antwerpen (20, 21en 22/1).PMSSIBA - Dorpsbeekstraat 104 - 2040 Berendrecht - +␣ 03-568 79 31• GESPREKSDAGEN IN BRUSSELLaatstejaars secundair onderwijs kunnen kennismaken methet Brusselse hoger onderwijs op de tiende Gespreksdagen Katho-liek Hoger Onderwijs Brussel (20, 21 en 22/1).KOCB - Ninoofsesteenweg 339 - 1080 Brussel - +␣ 02-411 13 73

NATUURLEERPADEN aU kunt gratis geleide wandelingen makenlangs verschillende Wase natuurleerpaden. Denamen zelf nodigen al uit tot een bezoek:Stadspark (Sint-Niklaas), De Bolakkers (Nieuw-kerken), Den Bezekoek (Belsele), De Ster (Sint-Niklaas) en De Fondatie (Sinaai). Voor de eer-ste drie is er een brochure beschikbaar (50␣ fr.)en er is ook een boekje over de kruidentuin vanDe Ster (100␣ fr.).U kunt ook themawandelingen aanvragenvoor uw klas: bladkenmerken, bomen en strui-ken, bestuiving en bevruchting, zaadversprei-ding enz.Ten slotte is er een aangepaste videofilm terinleiding of afsluiting van uw bezoek en kun-nen uw leerlingen met een tiental microsco-pen de wereld van het kleine ontdekken.Natuurcentrum Walburg - Walburgstraat 37 - 9100Sint-Niklaas - +␣ 03-766 00 55

KLASSE-MENT aEen spelletje in KLASSE? Dat moet kunnen.De winnaar krijgt een boekenbon ter waarde

van 2000␣ fr., geschonken door de StandaardBoekhandel. Vermeld naam, adres, telefoon-nummer én eventueel uw functie in het on-derwijs.Winnaar opgave 2: Miet Fournier uit Overijse.Oplossing opgave 3: Als u de gegeven woor-den vervangt door een synoniem krijgt u vol-gende optelling: aard +␣ rijk +␣ s +␣ kunde = aard-rijkskunde. De naam van de winnaar makenwe volgende maand bekend.Opgave 4: De oplossing van volgende droedelgeeft lijn aan uw handelen.

wijs

richt

n

We verwachten uw antwoord ten laatste op 24december. De juiste oplossing én een nieuweopgave vindt u in het volgende nummer vanKLASSE.Klasse(ment) - Koningsstraat 138, 8ste verdieping -1000 Brussel

g

Page 22: Klasse voor Leraren 40

22 KLASSE NR.40

++INFOLIJN

Koningsstraat 711000 Brussel

+ 02–219 18 00

VERPLAATSINGSKOSTENBij ons op school is er eendiscussie ontstaan over hetal dan niet recht hebben opeen vergoeding van onzeverplaatsingskosten. Hoe isdit wettelijk geregeld?Vanaf 1 september 1993 is ereen nieuwe regeling voor detegemoetkoming van de werkge-vers in de onderwijssector in devervoerkosten van hun personeels-leden. Als u gebruik maaktvan het gemeenschappelijkopenbaar vervoer om u da-gelijks naar uw school te ver-plaatsen, krijgt u daarvoor eentegemoetkoming. Daarbij gel-den dezelfde voorwaarden diede NMBS stelt aan de bedien-den voor het bekomen vaneen sociaal abonnement. Hetplafond van de bezoldigings-grens van 900.000␣ fr. is daar-bij echter niet van toepassing.Het bedrag van de tegemoet-koming verschilt naargelangvan het vervoermiddel en wordtpas uitbetaald vanaf een mi-nimale verplaatsingsafstand(3 of 5 km). Dit bedrag wordtuitbetaald op het einde vande maand of bij het verstrij-ken van de geldigheidsduurvan het vervoerbewijs.Bron: Onderwijszakboekje 1993-1994 - J. Heyvaert & G. Janssens -Kluwer Editorial - p. 209

ROKEN OP SCHOOLVeel lokale raden en pedagogische colle-ges raken er niet uit: mag er nu gerooktworden op school of niet? In sommigescholen mag het niet, in andere alleen inde leraarskamer en in nog andere mogenzelfs de oudste leerlingen meeroken. Isdeze zaak dan niet wettelijk gereglemen-teerd?Er zijn twee koninklijke besluiten die dezematerie regelen. Het KB van 15 mei 1990(Belgisch Staatsblad 13 juni 90) verbiedt hetroken in bepaalde openbare plaatsen. Deschool is ook zo’n plaats en er mag dus nietworden gerookt. Tenzij...de inrichtende machthet anders bepaalt. Die heeft immers hetrecht om duidelijk begrensde ruimten in terichten voor rokers. Die ruimten moeten dui-delijk gesitueerd zijn, de ongemakken voorniet-rokers minimaal houden en mogen nietmeer dan de helft van de school beslaan.Het KB van 31 maart 1993 (Belgisch Staats-blad 26 mei 93) geeft een aanvulling bij hetAlgemeen Reglement voor de Arbeidsbescher-ming (ARAB) van 1946 en 1947. Het KB steltdat de werkgever de noodzakelijke maatre-gelen moet treffen om het rookgedrag tijdenshet werk en tijdens de rust- en etenstijden afte stemmen op de wederzijdse verwachtin-gen van de rokers en niet-rokers. Die maat-regelen moeten gebaseerd zijn op wederzijd-se verdraagzaamheid, respect voor de indivi-duele vrijheid en hoffelijkheid. Deze regle-mentering is ook op de scholen van toepas-sing, met de inrichtende macht in de rol vande werkgever.Geen van beideKB’s legt een al-gemeen rookver-bod op. De rolvan de inrichten-de macht blijftdus cruciaal. Desituatie zal dan ookverschillen vanschool tot school:de ene school kantotaal rookvrij zijn(als de inrichtendemacht beslist géénrookruimtes in terichten), de ande-re school kan voor-zien in rookloka-len voor leraars en/of leerlingen. Delectuur van hetschoolreglement isdus steeds aange-wezen.Bron: o.a. VlaamseRaad, Vragen en Ant-woorden, Vraag 209van 9 juli 1993

DE LIJNHet is soms moei-lijk om het minis-terie te bereiken.Tijdens de kan-tooruren staan wijimmers meestalvoor de klas. Is er

geen mogelijkheid om het ministerie bui-ten de kantooruren te bereiken?Die mogelijkheid bestaat inderdaad. Het Cen-trum voor Onderwijsmedia beschikt namelijkover een zogeheten elektronisch prikbord-systeem of COM-lijn, die u 24 uur op 24 uurkunt gebruiken. Om met dit systeem te wer-ken moet u enkel beschikken over een tele-foon en een computer met modem 1200 bps(V22) of 2400 bps (V22bis). Het nummer vande COM-lijn is 02-211 45 54.De COM-lijn bezit de kenmerken van eenBulletin Board System (BBS). In het briefpost-gebied kunt u berichten achterlaten. Infor-matie en mededelingen vindt u in het prik-bord-gebied. U kunt allerlei bestanden raad-plegen in het documenten-gebied. Specialeinteressegebieden zijn toegankelijk via zoge-naamde forums. Zo zijn er forums voor ba-sisonderwijs, wiskunde en wetenschappen,talen, techniek en Europese activiteiten. Inzo’n forum kunt u in debat treden over actu-ele onderwijsthema’s en informatie en be-standen uitwisselen.Voor meer informatie kunt u zich wenden tot ErikPlatteeuw - Centrum voor Onderwijsmedia - Ko-ningsstraat 138 - + 02-211 45 64 - fax 02-21145 52

MUTATIE VAN SO NAAR HOKTIk ben licentiaat en vast benoemd in hetsecundair onderwijs. Ik zou echter ook welwillen lesgeven in het hoger onderwijs,bijvoorbeeld in het korte type. Kan ik ditvia een mutatie-aanvraag␣ ?

Beide decreten overde rechtspositie vanhet onderwijsperso-neel spreken over demutatie. In het ge-meenschapsonder-wijs is de mutatiehet toewijzen op uw

verzoek van een anderebetrekking van het ambtwaarin u vast benoemd bentin een andere instelling. Inhet gesubsidieerd onderwijsis de mutatie het toewijzenbij een andere inrichtendemacht van een andere be-trekking van het ambt waarinu vast benoemd bent in eenandere instelling.De mutatie is dus steeds eenovergang van de ene be-

trekking naar de anderemaar steeds in het ambtwaarin u vast benoemdbent. Een ambt in het se-cundair onderwijs is niethetzelfde als een ambt inhet hoger onderwijs en duskunt u ook niet muterenvan secundair naar ho-ger onderwijs. U kunt mo-menteel enkel overstappennaar het hoger onderwijsvia een aanwervingspro-

cedure.Bron: Tijdschrift voor Bestuurs-

wetenschappen en Publiek Recht -april 93 - blz. 229

Page 23: Klasse voor Leraren 40

KLASSE NR.40 23

Kranten op schoolVan de laatstejaars in het se-cundair onderwijs lezen bijnade helft dagelijks een krant en8 op de 10 doen dat minstenseenmaal per week. Eén op de10 van de 18-jarigen zegt meerdan één krant te lezen. Maarwie alleen de strips op de laat-ste bladzijde bekijkt wordt ookals een krantelezer beschouwd.Dit criterium gebruikt althansFilip Vermeulen (KUL) in zijnlicentiaatsverhandeling «Jeugden Pers: onderzoek naar hetlectuurgedrag van de VlaamseJeugd». Toch bevat zijn studie enkeleopmerkelijke gegevens. In het beroeps-onderwijs zegt 76␣ % van de laatstejaarsdat er in de lessen gebruik wordt ge-maakt van de krant. In het technischonderwijs is dat het geval voor 67␣ % enin het algemeen vormend secundair on-derwijs voor 59␣ %.

Europees recordIn de analyse die The European dit jaarvan het onderwijs in Europa maaktespringt België sterk in het oog. De scho-lingsgraad ligt het hoogst, de uitgavenzijn gemiddeld maar van het aantalzittenblijvers valt Europa achterover:bijna 20␣ % in de lagere school. In Dene-marken, Griekenland en Engeland iszittenblijven onbestaande. Italië en Duits-land halen amper 1␣ %. Frankrijk, Span-je en Luxemburg komen aan6␣ %. The European rekent voordat het zittenblijven ons landelk jaar 12 miljard kost endat het alleen kan terugge-drongen worden als de men-taliteit van de leraars dras-tisch verandert omdat zitten-blijven «in België de traditio-nele techniek geworden is omleerlingen met leermoeilijk-heden aan te pakken.»

KletskopDe leerkrachten van Groot-Brittannië laten massaal hungezicht liften en hun haartransplanteren om hun ge-zicht voor de klas te redden.Een studie heeft uitgewezendat het onderwijzend perso-neel de beste klant is van deplastische chirurgie. In hetNationaal Ziekenhuis voor Es-thetische Chirurgie in Worces-tershire wordt om de vijf da-gen een lid van het leraren-korps opgenomen. De wreed-heden die leerkrachten moe-ten ondergaan omwille vanuiterlijke onvolkomenhedendrijven hen onder het mes.

Mozart of house?Tien minuten luisteren naar Mozart verbetert de intelligentie,het abstracte denken en het ruimtelijk voorstellingsvermo-gen. Dat blijkt uit een onderzoek van Amerikaanse weten-schappers aan de universiteit van Californië. De resultatenzijn gepubliceerd in het Britse blad «Nature».Er waren twee testgroepen studenten: de ene kreeg vóór deintelligentietests tien minuten lang een pianoconcert vanMozart te horen, bij de anderen bleef het stil. De eerste groephaalde betere resultaten op de test maar het effect hieldslechts een kwartier aan.De verruimende werking van de muziek zou kunnen berustenop de complexiteit ervan, menen de onderzoekers. Zij willenhun experimenten nu uitbreiden naar andere muzieksoor-ten. Eenvoudig gestructureerde muziek zou, zo vermoeden zij,de geestelijke prestaties eerder doen afnemen dan toenemen.Hoe complex is house-muziek?

Ze hopen door een operatie verlost tegeraken van scheldnamen als «flapoor»,«aardappelneus» of «kletskop».

Leraars willen ladderRuim drie kwart van de leraars in hetbasisonderwijs en twee derde van de leer-krachten in het secundair onderwijs zijntevreden met hun beroep. Dat blijkt uiteen onderzoek bij 2400 leerkrachten inNederland. De tevredenheid wordt voor-al bepaald door de intrinsieke beloning,de afwisseling en uitdaging in het werk.Meer dan de helft van de leerkrachtenvindt het lesgeven «zó veelzijdig dat jesteeds nieuwe mogelijkheden en uitda-gingen ontdekt».Jongere leerkrachten en vrouwen zijniets tevredener dan oudere of mannelij-ke leerkrachten. De grote meerderheid

pleit wel voor een meer even-wichtige verdeling van het ta-kenpakket. Dat zou elk jaar op-nieuw moeten bekeken en ver-deeld worden, rekening houdendmet ieders wensen en taakbe-lasting.Drie kwart van de leerkrachten isook voorstander van invoeringvan een carrièreladder, waarbijleerkrachten kunnen opklimmenvan beginnend naar junior totsenior, gekoppeld aan duidelijkepromotie-eisen en honorering. Nuervaren zij het beroep als eenfuik waaruit geen ontsnappenmogelijk is. Meer beroepsperspec-

tief kan daarin verandering brengen.

Drie c’sClothes, CD’s en cafés dat zijn de dingendie de huidige generatie jongeren tus-sen 16 en 18 interesseren. Dat blijkt uiteen grootscheeps onderzoek door eeninternationaal reclamebureau bij 3000jongeren in 20 Europese landen. Zezijn vooral geïnteresseerd in consume-ren en geld uitgeven. Daarbij zoekenze zelf hun stijl wel uit. Ze amuserenzich met eigen combinaties van klerenen muziek. Mozart én U2, clavecimbelén techno. Reclame vinden ze amu-sant. Hun favoriete spotjes zijn Nike,Coke en Levi’s. De slogan van Nike vathet best hun filosofietje samen: «justdo it». Daarbij is geld uiteraard be-langrijk. Een job moet dienen om snel

geld te verdienen. Maar zeervaren ook veel hulpeloos-heid: er is niets meer te ver-wachten. Of met de woor-den van U2: «I still haven’tfound what I’m looking for».

(Zelf)waarderingAls directie en leerkrachtendaadwerkelijk geloven in debekwaamheid van hun leer-lingen dan hebben die leer-lingen meer waardering voorzichzelf en ze ontwikkelen ookhogere leerverwachtingen.Dat blijkt o.a. uit onderzoekvan W.K. Hoy (Measuring or-ganizational climate, 1991). Inzo’n positief schoolklimaatzorgen gerichte aanmoedi-gingstechnieken en aangepastonderricht ervoor dat die ver-wachtingen ook worden in-gelost. Leerkrachten die ster-ker betrokken zijn bij hunonderwijstaak en hogere ver-wachtingen stellen in hunleerlingen slagen er vaker indie positieve houding op hunleerlingen over te brengen.En het omgekeerde blijkt ookwaar.

S I G N A A L

Page 24: Klasse voor Leraren 40

24 KLASSE NR.40

Naarmate er in het ba-sisonderwijs meer vrou-welijke leerkrachten opschool zijn, ervarenjongens meer stress,sociale isolatie, stu-die- en schoolvervreem-ding. Voor meisjes maakt

dat weinigverschil uit. In het secun-dair onderwijs is dat nethet tegenovergestelde. Zoblijkt uit recent onder-zoek in Vlaamse scholen.Waaraan ligt dat en watzijn de gevolgen voor onsonderwijs?

S T U D I E

Leerlingen reageren anders op mannen ofvrouwen voor de klas.

Man ofvrouwvoor de klas?

Onderzoek over een vrij lange periode in hetsecundair onderwijs heeft al aangetoond datmeisjes voordeel hebben bij een niet-gemengdeschool, zowel voor hun studie als voor attitudes.Voor jongens maakt het niet zoveel verschil uit,al zouden zij lichtjes voordeel halen uit eengemengde school. Uit recent onderzoek van prof.Brutsaert (RUG) in zestig scholen blijkt nu voorde basisschool net het tegenovergestelde. Voormeisjes maakt het weinig verschil uit maar opjongens hebben gemengde basisscholen een ne-gatief effect.

PROF. HERMAN BRUTSAERT: «Bepaald opmerke-lijk is dat niet de aanwezigheid van meisjes voorde negatieve impact zorgt maar wel het over-wicht van vrouwelijke leerkrachten in gemeng-de basisscholen. Dat heeft niets te maken met demanier waarop de onderwijzeressen door de jon-gens worden geëvalueerd. Integendeel. Maar blijk-baar voelen jongens zich op die leeftijd in eenvervrouwelijkte omgeving niet in hun schik.Voor hen wordt er door vrouwen meer nadrukgelegd op gedweeheid, conform gedrag, netheid,stilzitten enz. Vanuit het perspectief van de jon-gens verwezenlijken die eigenschappen het ide-aalbeeld voor meisjes maar niet voor jongens. Zijmissen mannelijke modellen. En dat zorgt voorspanningen.»

Geslacht van de schoolOm het geslacht van de school te bepalen

wordt in dit onderzoek dus niet alleen het ge-slacht van de leerlingen betrokken maar ook datvan de leerkrachten. En dat zorgt voor opmerke-lijke vaststellingen. Leerlingen reageren zowelvoor attitudes als lesgedragingen wel degelijkanders naargelang er een man of een vrouw voorde klas staat.

BRUTSAERT: «Mannelijke leerkrachten zoudenmeer denken en optreden in termen van sekse-stereotypes. Vrouwen zijn dan weer geneigd hetgedrag van leerlingen strenger te beoordelenmaar geven, paradoxaal misschien, ook meergoedkeuringen. Voor de studieprestaties zou hetgeen verschil uitmaken. Nochtans bleek al eer-der uit Vlaams onderzoek dat vrouwen meer deleerstofoverdracht centraal stellen en mannenmeer de pedagogische motieven.»

SeksistischHet is ook in het buitenland een algemene vast-

stelling dat jongens in het basisonderwijs gemiddeldlagere leerprestaties halen dan meisjes. De meesteonderzoekers wijten dat aan de «te vrouwelijke»omgeving voor jongens in het basisonderwijs.

Voor meisjes maakt het weinig verschil uitmaar jongens hebben in een gemengde schoolaanzienlijk minder zelfwaardering, studiebetrok-kenheid en schoolbetrokkenheid. Schoolgrootte,sociale herkomst enz. spelen daarbij geen rol.Naarmate het procentueel aandeel van meisjes opschool toeneemt ontwikkelen de jongens vluggerminderwaardigheidsgevoelens, zijn ze minder bijhet studiewerk betrokken en ervaren ze de schoolnegatiever.

Toch blijkt dat ze zich in een gemengde schoolbeter geïntegreerd voelen in de klas en schoolge-meenschap. Een tegenstrijdigheid in de resultaten?BRUTSAERT: «Niet noodzakelijk. Mogelijk voelenjongens zich op de gemengde school minder geï-

Page 25: Klasse voor Leraren 40

KLASSE NR.40 25

te verschillen voorkomen tussen gemengde enniet-gemengde scholen, noch bij jongens of bijmeisjes. Wel blijkt dat meisjes zich in niet-ge-mengde scholen veel meer gestimuleerd voelenom op het academische vlak te presteren.BRUTSAERT: « Dit zou niet alleen te maken hebbenmet het eerder strikt normatieve klimaat dat heerstin meisjesscholen, maar ook en vooral met het feitdat in dit type onderwijsinstelling de druk van deadolescente subcultuur minder voelbaar is. Ge-mengde secundaire scholen daarentegen creëren,juist door de (intimiderende) aanwezigheid vanjongens, een situatie die ertoe noopt zich te gedra-gen volgens de traditionele geslachtsrol zodat -voornamelijk bij meisjes- nogal wataandacht en energie gaan naar za-ken zoals populariteit, uiterlijk enmode.

Dat meisjes in de gescheidenscholen minder hinder ondervin-den van deze tienercultuur wordttrouwens bevestigd door de vast-stelling dat het zogeheten angstvoor succes-syndroom daar weinigontwikkelingskansen krijgt. Dit wilzeggen dat meisjes zich in klassi-tuaties, bij het beantwoorden vanvragen, bij discussies en qua be-trokkenheid bij klasactiviteiten, heel wat assertie-ver opstellen in de niet-gemengde school. Boven-dien bestaat het lerarenkorps van een meisjes-school hoofdzakelijk uit vrouwen. Deze vrouwe-lijke leerkrachten, die uiteraard een professioneleloopbaan hebben uitgebouwd, fungeren als rol-model en onderstrepen zodoende het belang vande studiegerichtheid voor meisjes. Dit zou, ter-loops gesteld, zelfs een bijkomende oorzaak kun-nen zijn voor het feit dat gemengde scholen -waarvakken als fysica en wiskunde doorgaans doormannen worden gedoceerd- veel minder roldoor-brekend werken dan oorspronkelijk werd ver-hoopt. Geslachtsroldifferentiatie wordt daar dusveeleer bevestigd dan afgezwakt, wat trouwensook blijkt uit de bevinding dat meisjes in niet-gemengde scholen veel positiever staan tegenoverhet uitoefenen van een beroepsactiviteit door devrouw, dan meisjes in de gemengde scholen.»

Meer vrouwenWat er ook van zij, uit het onderzoek blijkt

duidelijk dat op school het geslacht van de leer-krachten een grotere rol speelt dan het geslachtvan de leerlingen. In de praktijk is er tussen beidewel een verband. Het gaat daarbij niet om dewerkprestatie van vrouwelijke of mannelijke leer-krachten, noch om de evaluatie door hun leerlin-gen maar blijkbaar gewoon om het man- of vrouw-zijn met alle (onderbewuste?) gevolgen daarvan.

De vervrouwelijking van het onderwijs zetzich ondertussen door. In het secundair onder-wijs zijn meer dan de helft van de leerkrachtenvrouwen (54␣ %) en in het basisonderwijs zijn nudrie op vier leerkrachten vrouwen. Dat is geenprobleem, wel een vaststelling waarvan de gevol-gen voor het onderwijs en de leerlingen nauwkeu-rige opvolging en eventueel aangepaste begelei-ding verdienen. ■

Het volledige onderzoek en de interpretatie vindt u in destudie «School, gezin en welbevinden» (Herman Brut-saert - Leuven - 1993). Uitgeverij Garant.

Het geslacht van de

leerkrachten speelt

een grotere rol dan

het geslacht van de

leerlingen.

soleerd omdat er zich onder hen dan een soortsamenhorigheidsgevoel ontwikkelt (wij tegen demeisjes). Dit merk je bijvoorbeeld aan de doorhen af en toe gehanteerde denigrerende sek-sistische taal. Vermoedelijk raken de meisjes daarwel min of meer tegen gehard want uit ons onder-zoek blijkt dat de aanwezigheid van jongens in debasisschool geen weerslag heeft op het welbevin-den van de meisjes. Het is dan ook vooral hetgeslacht van de leraar dat voor de verschillendeeffecten zorgt. Ook bij meisjes stellen we dattrouwens vast. Ze staan doorgaans minder posi-tief tegenover hun leerkrachten naarmate het re-latieve aandeel van de vrouwelijke leerkrachtentoeneemt. Of ze in een gemengde school zitten ofniet, maakt daarbij geen verschil uit.»

Angst voor succesIn het secundair onderwijs komt er een andere

aap uit de mouw: de adolescente subcultuur. Uitinternationaal onderzoek (o.a. C. Riordan, Girlsand boys in school, New York, 1990) blijkt dat ervoor de aanpassing aan het schoolleven geen ech-

Page 26: Klasse voor Leraren 40

26 KLASSE NR.40

De kleuterjuf heeft hetwel gemerkt maar weetniet wat ze er aan moetdoen. Jorisziet er nor-maal uitmaar rea-geert onvoorspelbaar. Pastwee jaar later blijkt dathij een autist is. De diag-nose valt veel te laat. In

Door destolp van

stilteA U T I S M E Vlaanderen

bestaan er een zestigtalspeciale klasjes voor au-tistische kinderen. Daartrachten speciaal opge-leide leerkrachten doorde stolp van stilte te bre-ken.

Meer dan 10.000 Vlamingen hebben autisme.Ongeveer 2500 ervan zijn jonger dan 20 jaar. Vierop de vijf zijn jongens. Autisten zien er uiterlijkdoodnormaal uit. Maar ze herkennen geen emo-ties, weten niet wat liefde, haat of verdriet is. Zenemen de dingen rondom zich wel waar maar zebegrijpen er niets van. Ze zien geen verbanden.Voor hen is de wereld één grote chaos waar zegeen orde in krijgen. Het liefst sluiten ze zich danook af van die vreemde wereld.

«Ik ken die. Hij heeft me nog niets gezegd. Ik zaleens naar hem spuwen. Als ik spuw reageren demensen op mij.» De gecontacteerde persoon rea-geert inderdaad, zij het boos. Maar voor Joris washet een goed contact. Uiterlijk ziet Joris er nor-maal uit. Maar hij is een kind met autisme. Dat hijuiterlijk normaal lijkt is net het drama van dezehandicap. Daardoor krijgen kinderen met autis-me niet direct de verzorging en de begeleiding dienodig is om de wereld voor hen leefbaar te maken.

Autisme is een handicap van organische oor-sprong die het gevolg zou zijn van een verstoordehersenwerking en waarvoor geen medische be-

handeling bestaat. Ergens in onze hersenen be-staat een soort lijst van alle geregistreerde waarne-mingen met hun betekenis. Die zorgt ervoor datwe herkennen wat we voelen, zien en horen. Bijeen autistisch kind ontbreekt die lijst of ze isbeschadigd. Daardoor heeft het kind problemenmet waarnemen en herkennen. Zo’n kind gaat zichop een heel andere manier gedragen. Sommigenlijken onverschillig voor mensen en dingen uithun omgeving. Bij kleintjes zou je zelfs denkendat ze blind of doof zijn. Autisten leggen ergmoeilijk contacten.

Wegens het ontbreken van een goed omlijndeomschrijving van de aandoening is de diagnosemoeilijk. De meeste autisten vertonen een groteintellectuele achterstand en 80␣ % heeft een IQ vanminder dan 70. Toch verbazen anderen de buiten-wereld met hun talenten. Ze tekenen goed of zijnredelijk vlotte praters. Anderen ontwikkelen splin-tervaardigheden zoals een goed geheugen voorcijfers. Ze memoriseren makkelijk stukken vantelefoongidsen, zoals Dustin Hoffman in Rain Manbijvoorbeeld.

Een pop in de groepCIS SCHILTMANS, moeder van een autistisch kind:«Heel wat autistisch gestoorde jonge kinderengaan gewoon naar de kleuterschool. Bij wat beterbegaafde kinderen valt de stoornis immers nietdirect op. Wel worden ze op school bestempeldals koppig en onwillig. Alle autistische kinderengedragen zich echter verschillend. Het ene kindhoudt zich heel afzijdig. Het tweede doet daaren-tegen met alles mee zolang het erbij gehaald wordt.Dat kind is dan de pop van de groep. Maar zo gauwde groep geen actie meer vraagt gaat het weerergens aan de kant zitten. Weer anderen trachtenmee te doen maar gedragen zich heel bizar. Zereageren onvoorspelbaar tijdens het spel. Of zezeggen gekke dingen.

Als de kleuterjuf denkt dat er iets met het kindis, moet ze meer gericht kijken naar zijn spelge-drag. Een opvallende stoornis is het ontbrekenvan fantasie en inlevingsvermogen. Meedoen ineen rollenspel is bijvoorbeeld onmogelijk. Hetkind ervaart ook geen taakspanning. Het begintwel aan iets maar na twee minuten zit het alweerte niksen. Als de juf zich boos maakt of als ze eencomplimentje geeft begrijpt het kind dat niet.Belonen en motiveren is ellendig moeilijk. Hethelpt niet te zeggen: goed gewerkt.»

In zestig auti-klasjes trachtenleerkrachten door de stolp vanstilte te breken.

Ze krijgen geenorde in de chaos.

Page 27: Klasse voor Leraren 40

KLASSE NR.40 27

RENE LAMBEIR, vader van een autistisch kind: «Onskind ging al twee jaar naar school. Nooit haddenze ons iets gezegd over het bizarre gedrag vanonze zoon. Pas toen ik erover begon kwamen ookde leerkrachten los: hij deed niets, zat daar maarof liep rond en maakte van alles kapot... Het is zeerbelangrijk dat de school de ouders tijdig op dehoogte brengt. Meestal zijn leerkrachten bang omaan de ouders te zeggen dat er blijkbaar iets mis ismet hun kind. Zo krijgen ouders te lang eenpositieve boodschap van de school: er is niets aande hand, het zal wel voorbij gaan, we hebben nogzulke kinderen gehad...»

Een rood potjeSCHILTMANS: «Ontwikkelingsstoornissen zoals au-tisme zijn natuurlijk erg moeilijk te detecteren.Men dreigt karakteriële moeilijkheden, zenuw-achtigheid en hyperkinetisme te verwarren metautisme zelf. Op school kan het kind zich ookanders gedragen dan thuis.»

Leerkrachten kunnen de ouders van hun ver-moedens op de hoogte brengen. De Vlaamse Ver-eniging Autisme, een vereniging van ouders metautistische kinderen, geeft een brochure uit. Leer-krachten kunnen ze aan de ouders meegeven enhen vragen of ze bepaalde gedragingen thuis ookherkennen. Ouders voelen onmacht. Ze zoeken

door telkens dezelfde dingen in een grote regel-maat aan te bieden. Ze klampen zich namelijk vastaan vertrouwde zaken. Door steeds weer dezelfdehandelingen of bewegingen uit te voeren trachtenze hun wereld veilig te houden. Ze wiegen heen enweer, ze beluisteren steeds dezelfde melodie enz.Daarom is er tussen de school en de ouders voort-durend overleg nodig. De school mag het woordtoilet niet gebruiken als thuis wc de vertrouwdeterm is. Zo ken ik een kind dat aan rood het begrippijn koppelt. Het liep ooit eens een snee op vaneen mes. Voor hem veroorzaakte niet de snee depijn maar het rood bebloede heft van het mes. Datkind wil op school dus niet op een rood potjezitten om zijn behoefte te doen.»

Dure chocoladeLAMBEIR: «Zonder gespecialiseerde begeleiding boekteen autistisch kind nauwelijks vooruitgang. Opdat gebied loopt het al jaren fout. Velen leren welrekenen. Toch kunnen ze niet naar de winkelgaan en zelf uittellen hoeveel ze terugkrijgen van1000 frank. Een auto kan in hun wereld evenveelkosten als een reep chocolade. Mijn zoon leerdelezen toen hij elf was. Letterlijk. Niet inhoudelijk.Men moet ervoor zorgen dat ze het geleerde ookkunnen gebruiken in een concrete, voor hen ver-trouwde situatie. Daarom zouden ze in een spe-ciaal opvangcentrum het praktisch rekenen kun-nen oefenen: onder begeleiding naar de winkelgaan, leren dat je daar niet zomaar van alles uit derekken mag nemen, dat je aan de kassa in de rijmoet staan. Ze hebben eilandjes van intelligentiedie functioneel gemaakt kunnen worden. Ze leg-gen eigen associaties en een opvoeder moet dieontdekken om toegang tot het kind te krijgen.»

In Vlaanderen bestaan slechts enkele lokaleprojecten met een aangepaste opvoedingsmetho-de om autisten in de maatschappij te laten func-tioneren. Autisme wordt aanvaard als handicapmaar de overheid voorziet niet automatisch in eenspecifieke begeleidingsmogelijkheid. De meestenkomen daardoor terecht in het buitengewoononderwijs, type 2, dus bij de matig tot zwaarmentaal gehandicapten. Daar zijn ze eigenlijk nietop hun plaats. Hun opvang blijft afhankelijk vande goede wil en de inzet van leerkrachten, para-medici en directies. Vroeger werden kinderen metautisme al te vaak opgesloten in psychiatrischeinstellingen. Daar kregen ze geen enkele kans huntalenten te ontwikkelen.

De laatste jaren werden speciale programma’svoor autisten ontwikkeld. In North Carolina (VS)is men er bijvoorbeeld in geslaagd meer dan 90␣ %van de autisten in die mate te helpen dat ze zichbinnen de samenleving goed voelen.

Bij ons, in het Antwerpse OpleidingscentrumAutisme kunnen opvoeders en leerkrachten vanhet buitengewoon onderwijs een gespecialiseer-de opleiding volgen. De overheidssubsidiëringvan deze vzw is echter heel krap om de cursussente organiseren. Personen die in het centrumwerden opgeleid leiden in het buitengewoononderwijs van de drie schoolnetten een zestigtalauti-klasjes. Bij gebrek aan diagnostische afbake-ning van autisme worden de groepen in de klas-jes echter te groot. Soms zitten er kinderen meteen andere handicap bij. Dit project dreigt in dechaos te verdwijnen hoewel het enig in Europais. ■

• Autisme is het tweemaandelijkstijdschrift van de Vlaamse Vereni-ging Autisme (VVA) - lidgeld 750␣ fr.- rekeningnummer 001-2381238-61 - VVA - Groot Begijnhof 14 -9040 Sint-Amandsberg - +␣ (09)23818 18 - fax (09)228 98 79• Autisme, een handicap met velegezichten is een brochure van deVVA waarin u kennis maakt metautisme en aanverwante stoornis-sen. U krijgt ze toegestuurd in ruilvoor twee postzegels van 15␣ fr.• Autisme en voorzieningen - ka-dernota, diagnostiek, medische as-pecten, revalidatiecentra, thuisbe-geleiding, mpi’s en instellingen, on-derwijs, vorming, ouders, chartervoor personen met autisme....kortom,hoe het is en hoe het moet - uitgaveVVA - 127 p. - 1993 - 200␣ fr.• Breek je stilte - een boek doorbekende en minder bekende Vla-mingen; pittige statements, mar-kante ervaringen en bijzondere gevoe-lens rond «contact» met anderen -uitgave VVA / Komkom - 157 p. -1992 - 485␣ fr.• De wereld te wijd - het verhaalvan een moeder die met haar autis-tisch zoontje een zoektocht / reisonderneemt. Nicolas is hopeloosovergeleverd aan de chaos van in-drukken in zijn hoofd; raadselach-tig kind, onmogelijk kind en eenkind om van te houden - Annie VanKeymeulen - EPO - 142 p. - 1992 -550␣ fr.• De gek op de heuvel - de relatietussen Erik en Inge wordt volledigbeheerst door de autistische Ben-nie. Erik weet geen raad met Ben-nies vreemde gedrag. De confron-tatie wordt steeds scherper. Gespe-cialiseerde hulp opent onverwach-te perspectieven - Koen Vermeiren- Manteau - 253 p. - 1993 - 650␣ fr.• Autisme bij kinderen - wat isautisme, hoe kun je het herkennen,wat kun je eraan doen - Theo Peeters- uitgave Janssens Pharm. - 41 p. -1992 - 100␣ fr.• Opleidingscentrum Autisme vzwLaar 61 - 2140 Borgerhout -+␣ (03)235 37 55

steun. De ver-eniging kan zein contact bren-gen met ande-re ouders vaneen autistischkind en hetadres geven vaneen centrum

waar men uitsluitsel over de aandoening kangeven. Hoe vroeger autisme wordt vastgesteld hoebeter. De meesten krijgen pas een specifieke bege-leiding als ze zes jaar zijn. Veel kostbare tijd gaatintussen verloren.SCHILTMANS: «Autisme kan niet genezen worden.Maar we kunnen het leven van autisten sterkverbeteren. Met behulp van speciale oefenpro-gramma’s kunnen deze kinderen vaardighedenleren die andere kinderen spontaan ontwikkelen.Dat leerproces verloopt erg langzaam. Uitleggenis veel te abstract. Je moet ze letterlijk bij de handnemen en alles concreet voordoen. Je moet dewereld rondom hen vereenvoudigen. Dat kan je

Op school wordt

autisme te laat

opgemerkt.

Page 28: Klasse voor Leraren 40

28 KLASSE NR.40

Op dit ogenblik werken23␣ % van de leerkrach-ten in het basisonderwijsdee l t i j d s .Tien jaar ge-leden was datnog maar3␣ %. Een onderzoek bij10.000 leerkrachten inmeer dan 500 scholentoont nu aan hoe diemensen functioneren en

O N D E R Z O E Kwat de reacties zijn. Deleerkrachten blijken te-vreden, de directies rea-geren verdeeld. De weer-slag van een explosieveevolutie.

Kiezen ofdelen

zins tot zeer boeiend. Bij deeltijdsen is dat 92␣ %.Bij hen is er niemand meer die de job «helemaalniet boeiend» vindt. Toch ligt hier voor de mees-ten niet het grootste verschil. Zij vonden de jobvoordien ook al boeiend. Slechts één op de drievindt het boeiender ná de arbeidsduurverminde-ring.• Het werk is minder belastend.Hier zit het grootste verschil. Voordien vonden93␣ % van de betrokkenen hun werk enigszins(45␣ %) tot zeer (47␣ %) belastend. Als ze deeltijdswerken is die belasting spectaculair gedaald tot19␣ % (16␣ % enigszins en 3␣ % zeer).• Grotere algemene tevredenheid.Twee derde van de betrokkenen ervaart een veelgrotere arbeidstevredenheid als ze deeltijds wer-ken. Voordien was 58␣ % eerder tot zeer tevreden.Nadien stijgt dat tot 91␣ %. Toch stelt nog één opde drie dat deeltijds werk op dit vlak weinigverschil uitmaakt. Het is vooral de verminderdewerkbelasting die doorweegt.

Meer motivatieBelangrijkere kenmerken dan vol- of deeltijds

blijken het geslacht en de leeftijd. Vrouwelijkeleerkrachten hebben in het algemeen een beterewerkmotivatie, voelen zich meer gewaardeerd,appreciëren meer de arbeidsvoorwaarden, stellenzich leerstofgerichter op, ervaren hun werk meerals zinvol. Vrouwelijke deeltijdsen omschrijvenin vergelijking met vrouwelijke voltijdsen hunjob in grotere mate als zinvol. Bij mannen ligt ditnet andersom.

Jongere leerkrachten ervaren het minst waar-dering. Zowel de arbeidsvoorwaarden als de beeld-vorming in onze samenleving worden door henminder geapprecieerd. Zij stellen zich minderleerstofgericht op, hebben toch meer moeite metde inbreng van kinderen in hun lesgebeuren,

In collegiale scholen zorgt deeltijds werk voorde minste problemen.

De gemiddelde Vlaamse basisschool telt 18 vol-tijds werkende leerkrachten en een viertal deeltijdswerkenden. Vooral vrouwen gaan deeltijds. Vanhet totaal aantal mannen is 12␣ % deeltijds, van devrouwen 26␣ %. De verschuiving naar deeltijds werkis niet geleidelijk gebeurd. We kunnen werkelijkspreken van een explosieve groei. In 1981 waren ernauwelijks 3␣ % deeltijds werkende leerkrachten inhet basisonderwijs. Goed tien jaar later gaat dat alom 23␣ %. Het is trouwens een internationaal ver-schijnsel. Volgens de Internationale Arbeidsorgani-satie werkt in Duitsland, België, Canada, Frankrijken Japan 10 tot 20 procent van de beroepsbevol-king deeltijds, meestal uit eigen vrije wil. In Dene-marken, Groot-Brittannië en Noorwegen is hetzelfs tussen de 20 en 30␣ %. Koploper is Nederlandmet 38␣ %, een verdubbeling de laatste tien jaar. Inde 24 OESO-landen werkt een kwart van alle

Deeltijdsen zijn

een pak tevredener

dan voltijdsen.

vrouwen die actief zijn op de arbeids-markt, deeltijds.

Duo-banenHet Hoger Instituut voor de Arbeid

(HIVA) onderzocht nu de gevolgenvan deze evolutie voor het functione-ren van schoolleiding en leerkrachtenin het Vlaams basisonderwijs. Het gaat

hierbij niet om jonge tijdelijken die geen volledigebetrekking bij elkaar gesprokkeld krijgen. De meestenzijn vastbenoemd. Tachtig procent van de deel-tijds werkenden heeft een duo-baan.

Deeltijdse arbeid komt in 92␣ % van alle basis-scholen voor. In bijna de helft van de scholenwerkt zelfs meer dan 25␣ % van het personeeldeeltijds. Er werd geen verband vastgesteld metde schoolgrootte. Er zijn dus naar verhouding

even veel deeltijdsen in kleine als in grotescholen.

Minder spanningDe onderzoekers konden geen verschil vast-

stellen tussen deeltijdsen en voltijdsen in hetschools functioneren (relatie met directie en col-lega’s, werkmotivatie en ervaren waardering), al-gemene onderwijsoriëntatie (kindgerichtheid,vernieuwingsbereidheid enz.) of concreet gedragvan de leerkracht (klasmanagement, streven naardifferentiatie, persoonlijke relatie met de kinde-ren enz.).Toch zijn er belangrijke verschillen.• De job wordt boeiender.Voltijdsen noemen voor 78␣ % hun job als enigs-

Page 29: Klasse voor Leraren 40

KLASSE NR.40 29

komen minder toe aan individualisering en diffe-rentiatie.

Moeilijk lessenroosterDe meningen van directies over deeltijdse ar-

beid zijn nogal verdeeld, maar gemiddeld geno-men stelt men zich veeleer afwijzend op. Criticiwijzen op een resem problemen: organisatiepro-blemen, het geringer engagement van deeltijdsen,de negatieve invloed op onderwijskundig en pe-dagogisch vlak, de moeilijkere teamvorming, deafwijzende houding van ouders, de twijfelachtigepositie van tijdelijke vervangers bij arbeidsduur-vermindering. Wie deeltijdse arbeid wel weet tewaarderen zegt dat de leerkrachten enthousiasterzijn, meer gemotiveerd, minder belast en dat zemeer tijd hebben voor hun werkvoorbereidingen.

Deeltijdse arbeid heeft volgens de meeste di-recties geen negatieve invloed op de kwaliteit vanhet lesgeven. Deeltijdse leerkrachten die samenvoor een klas staan, stellen hun eigen vaste patro-nen van lesgeven sneller in vraag, precies omwillevan deze noodzaak tot samenwerking. Ze gevenelkaar spontaner feedback en ondersteuning, krij-gen door overleg een betere kijk op de kinderenen bieden de leerlingen een rijkere variatie aanleerervaringen aan.

Hun inzet ligt verhoudingsgewijze niet hogerdan bij de voltijds aangestelden het geval is. Deel-tijds werkenden hebben wel minder snel last vanstress, wat onder andere te maken kan hebbenmet een hoger competitiegevoel: wanneer leer-krachten samen verantwoordelijk zijn voor eenklas worden de lesgebonden taken immers meest-al verdeeld op basis van ieders deskundigheid.

Deeltijdse arbeid vereist enerzijds meer over-leg en heeft anderzijds tot gevolg dat de commu-nicatie en besluitvorming formeler en moeizamerverlopen. Het administratieve werk neemt toe.Het wordt noodzakelijk de functies en taken bin-nen de school te analyseren en dat kan een voor-deel zijn. De taakverdeling (en de samenstellingvan het lessenrooster) worden echter een stukmoeilijker en de samenwerking tussen alle leer-krachten wordt, ondanks de noodzaak tot meeroverleg, niet echt versterkt. Een zorgvuldige se-lectie van samenwerkende partners is noodzake-lijk, maar is in de praktijk moeilijk te verwezenlij-ken.

Geen individualistenDeeltijdsen hebben ook speciale sterke kanten.

Volgens de directies is 30␣ % van hen sterker danvoltijdsen betrokken bij extra hulp aan individue-le leerlingen, materiaalontwikkeling, onderwijs-vernieuwing en overleg met ouders en begelei-ders. Ook bij speciale activiteiten voor de kinde-ren (schoolreizen, vieringen, een schoolkrant enz.)doet één derde het beter maar één derde presteerthierbij volgens de directies ondermaats.

De schoolcultuur speelt een grote rol. Waarvoelen directies het minst problemen met deel-tijdse arbeid? In die scholen waar een sterkeoverlegcultuur is en de leerkrachten zich niet teindividualistisch opstellen. Andere scholen heb-ben er meer problemen mee. De soms aarzelendehouding van ouders wordt in de meeste gevallenvlot overwonnen door degelijke informatie overde aanpak en de gang van zaken.

De onderzoekers besluiten dat deeltijdse ar-

beid in het onderwijs voor iedereen een goedezaak is. Daar waar het nog problemen oplevertmoet er misschien eerst worden gewerkt aan eenbetere schoolcultuur waarin meer ruimte is voorechte samenwerking. ■

Deeltijdse arbeid in het basisonderwijs: zegen of gesel?Organisatorische en onderwijskundige effecten van deeltijdsetewerkstelling (Bart Van Hooreweghe, HIVA, KUL,Leuven 1993).Onderzoek in opdracht van de Vlaamse Minister vanOnderwijs.De studie telt 183 blz. en u kunt ze bestellen bij hetHoger Instituut van de Arbeid - E. Van Evenstraat 2E -3000 Leuven - +␣ 016-28 33 20

BOEIEND, BELASTEND, TEVREDEN?

Hoe boeiend vindt u uw job?

Vóór arbeidsduurvermindering Tijdens arbeidsduurvermindering

Helemaal niet

Niet zo

Neutraal

Enigszins

Zeer

1 %

8 %

13 %

40 %

38 %

0 %

2 %

6 %

33 %

59 %

Hoe belastend vindt u uw job?

Vóór arbeidsduurvermindering Tijdens arbeidsduurvermindering

Helemaal niet

Niet zo

Neutraal

Enigszins

Zeer

1 %

4 %

3 %

45 %

47 %

14 %

57 %

10 %

16 %

3 %

Hoe tevreden bent u met uw job?

Vóór arbeidsduurvermindering Tijdens arbeidsduurvermindering

Zeer ontevreden

Enigszins ontevreden

Neutraal

Eerder tevreden

Zeer tevreden

2 %

24 %

16 %

44 %

14 %

1 %

4 %

4 %

38 %

53 %

Page 30: Klasse voor Leraren 40

(advertentie)

Page 31: Klasse voor Leraren 40

In vijf leefgroepen krijgen de kinderenindividueel onderwijs.

leefgroep met leeshonger zit kan door deklasmuur heen wandelen en in de derdeleefgroep een initiatie aanvankelijk lezenkrijgen. De school is tegen taakleraars om-dat die de kinderen uit hun natuurlijkeomgeving/leefgroep halen. In het niveau-werk van elke leefgroep worden rekenen,lezen, schrijven, Frans, aardrijkskunde enz.daarom zoveel mogelijk individueel onder-wezen. Remediëring kan meteen. En zitten-blijven wordt onmogelijk.COPPITTERS: «Ik blijf erbij dat cognitieve vak-ken onderwijzen zoiets is als een huis opeen stevige ondergrond bouwen. Zoals eenmetselaar heeft elk kind zijn eigen tempo,ervaart het de bouwstenen of de leerstofanders en kan het niet op elk ogenblik evenaandachtig zijn. Het is dus verkeerd ervanuit te gaan dat elk kind op hetzelfde ogen-blik dezelfde soort leerstof in dezelfde tijds-spanne kan verwerken. Het meer traditio-neel onderwijs gelooft nog altijd in die uto-pische omstandigheden.

Kinderen die voor elk leerstofonderdeelondermaats presteren omdat ze algemeenminderbegaafd zijn verwijzen we naar hetgespecialiseerde buitengewoon onderwijs datdeze kinderen beter kan begeleiden. Leer-lingen met partiële achterstand kunnen wemet ons systeem van individueel werkenwel laten bijbenen. Ook de zogeheten meer-begaafden blijven met deze aanpak niet ophun leerhonger zitten.» ■

De Leefschool - basisschool van het Gemeen-schapsonderwijs - Keiberg 11 - Groenweg 4 -9860 Oosterzele - +␣ 09-362 49 63 en 09-362 61 09- fax 09-362 81 09

Er zijn scholen waar de klasmurendoorbroken worden, de klassiekeschoolborden verdwenen zijn enkinderen zoveel mogelijk indivi-dueel onderwijs krijgen. De Leef-school is zo’n school.

Door de murenvan de klasR E P O R T A G E

Klassen heten hier leeflokalen. Ze zijnknus ingericht met een eigen leefruimte,een keukenhoek, een kantoor-werkhoek,een knutselhoek... In deze basisschool krijgtelk kind een plateau waarop het zijn beleve-nissen, zijn frustraties kwijt kan. Daarom iser elke dag met de kinderen in elke leef-groep een kringgesprek. Daar worden deleefgroepregels vastgelegd en nieuwe on-derwerpen aangebracht. Het wij-gevoel wordter ook nog eens benadrukt.

Projectwerk gebeurt ’s namiddags. Eenonderwerp kiezen voor een project is eenhele bedoening. De leerlingen stellen crite-ria op en discussiëren tot ze een consensusbereiken. De eerste projecten zijn achter derug: «Hoe maken we gezond lekkers?», «Gevenwe spinnen een overlevingskans?», «Hoemaken we een echte boot?», «Hoe richtenwe een aquarium in?» en «De dinosaurus».In de projectlessen beoefenen de leerlingenvooral verschillende vaardigheden. Elk pro-ject moet ten slotte zoveel mogelijk eenoplossing brengen of een waarneembaar re-

conflicten opgelost kunnen worden. In hetbegin waren de leerlingen nogal schuchter.Maar nu blijkt dat iedereen zijn meningdurft te zeggen. Dat is voorwaar een zeergoede taaloefening. Intussen leren de jonge-ren van de ouderen en de ouderen ervarende leuke spontaniteit van de allerkleinsten.Ouders of participanten die zich niet kun-nen vrijmaken kunnen alles wat op hunhart ligt kwijt in een logboek.»

Er is een ver doorgedreven ouderpartici-patie. Ouders worden ook, op vrijwilligebasis, ingeschakeld in het schoolse gebeu-ren. Of ze knappen klussen op. Een vaderkwam de sleutel vragen om in het weekendop school binnen te kunnen om de zandbakvoort te vernieuwen. Een moeder bracht deovergordijnen netjes gestreken terug. De-mocratie als levensvisie meegeven veran-dert blijkbaar niet meteen iets aan het klas-sieke rollenpatroon: papa timmert en mamastrijkt.

Een huis bouwenDe directeur beklemtoont dat deze erva-

ringsgerichte methodeschool kleinschaligmoet blijven. Ze heeft nu 76 leerlingen,verspreid over 5 leefgroepen met elk onge-veer 15 leerlingen: 2 in de kleuterschool en2 parallelle groepen voor de 6-, 7- en 8-jarigen en een groep voor de 9-, 10- en 11-jarigen in de lagere school. Wie in de tweede

sultaat heb-ben. Voor deingang van deschool betrektnu bijvoor-beeld echt een

dinosaurus de wacht.Elke vrijdagnamiddag is er atelier-werk.

De kinderen kiezen dan zelf een begeleideren een atelier dat hun aanspreekt: koken,toneel, sport of knutselen.

De sleutel vragenIn de Leefschool geeft men democratie als

levensvisie mee aan de kinderen. De leefre-gels worden er strikt geëerbiedigd. Elke maan-dagmorgen komt de leefschoolraad sa-men in een forum. Alle kinderen van 2,5tot 12 jaar, de personeelsleden en zelfseen 25-tal ouders werken aan het fo-rum mee.ROLAND COPPITTERS, directeur: «Elkeparticipant wordt evenwaardig be-handeld, of hij nu minister, in-specteur, buur, leverancier, ouderof een kleuter van 3 jaar is. In hetforum bespreken we wat de vori-ge week werd gedaan, wat de toe-komst brengt en hoe eventueel

Zittenblijven

is onmogelijk.

Page 32: Klasse voor Leraren 40

(advertentie)

(advertentie)

Page 33: Klasse voor Leraren 40

KLASSE NR.40 33

«Het werd snel duidelijk», schrijft vader LudoMaes, «dat de meeste mensen, en ik zelf jammergenoeg ook, een totaal verkeerd beeld hebben vanhet buitengewoon onderwijs. Twintig, dertig jaargeleden werd het B.O. beschouwd als een opvang-centrum voor zwakzinnigen, voor kinderen dieheel weinig normale kansen hadden. Van dat beeldblijft tegenwoordig gelukkig niets meer over.»

VoorgelogenElf ouders van de H. Hartschool in Maasmeche-

len hebben op initiatief van het oudercomité hunbelevenissen bij de overgang van hun kind naar hetBuitengewoon Lager Onderwijs gebundeld. «Ikheb er lang over nagedacht» heet het resultaat.

De rode draad in zowat elk verhaal is het vrijvroege vermoeden van achterstand, de schok bij

vooruitgang die hij boekt, prijs ik hem enorm,want ik weet welke inspanningen dit kost. Ikschaam mij niet voor mijn kind, want voor mijheeft hij als mens evenveel waarde als eender wie.

Uitgestoten• Tot onze verbazing kregen we plots te horen datonze zoon schoolziek was. We hebben dan eenhele grote stap moeten zetten. Eigenlijk geloofdenwe niet in het buitengewoon onderwijs. We had-den er zelfs een beetje schrik van. Onze zoonvoelde zich in de nieuwe school echter onmiddel-lijk thuis. We konden onze ogen niet geloven,maar hij is nooit meer ziek geweest.• Eigenlijk had ik het wel door, vooral als ik mijnoudste zoon zag spelen met mijn jongste kind.Maar het kwam toch hard aan toen een buiten-

«Toen we hoorden datonze Inge naar het bui-tengewoon onderwijsmoest, zijn we door eendiep dal gegaan. Maartoen we later een rond-leiding kregen op de

«Er viel 100 kgvan mijn

schouders»

school washet alsof ereen last van

B U I T E N G E W O O N100 kg van mijn schou-ders viel.» Een citaat uiteen bundel getuigenis-sen van ouders die hunkinderen met de krop inde keel naar een BLO–school moesten sturen.

de bevestiging ervan, de vooroordelen en het dalwaar je dan door moet om uit te monden inuiteindelijke tevredenheid over de gemaakte keu-ze. Enkele getuigenissen.• De juf heeft mij voorgelogen omdat zij me dewaarheid niet durfde vertellen. Ze schoof de ver-antwoordelijkheid gewoon door naar de mensenvan het PMS. Van hen kreeg ik dan een koele,zakelijke mededeling. Praten over wat ik voelde,was onmogelijk. Het PMS raadde mij aan om mijnzoon de speelleerklas te laten volgen in het bui-

tengewoon lager on-derwijs. Toen kon ikdat nog niet aanvaar-den, ook al was ikeen kijkje gaan ne-men in de school. Watik daar zag en hoor-de, vond ik boeiend,maar ik was nog nietvoldoende overtuigdom mijn zoon te la-ten overstappen. Hetis geen gemakkelijkekeuze geweest en ikheb er emotioneelonder geleden. Nu zieik echter in dat onze

beslissing de juiste was. Het buitengewoon on-derwijs geeft mijn zoontje momenteel de bestekansen.• Ik ben er steeds voor uitgekomen welk onder-wijs hij volgt, alhoewel je in het begin soms rarereacties krijgt. Ik probeer hem ook een gevoel vaneigenwaarde mee te geven. Mensen die afkerigreageren zijn in mijn ogen zelf dom. Ik heb nuvrede met de situatie want ik weet dat ik de juistebeslissing heb genomen. Mijn kind voelt zichgoed in de school, heeft zelfvertrouwen gekregenmaar ook een aangenamer karakter. Voor elke

staander dit vermoeden bevestigde. Vooral de PMS–afgevaardige draaide er geen doekjes rond. Hetkwam soms grof over. Tijdens het gesprek met hetPMS wist ik dikwijls niet wat ik moest zeggen. Ikvoelde me machteloos, en ik had niet het gevoeldat de andere daar rekening mee hield. De klasti-tularis probeerde me te troosten en trachtte samenmet mij een oplossing te zoeken. Maar ik voeldeme schuldig en zocht dan ook naar oorzaken vande achterstand.• De leermoeilijkheden van mijn kinderen hebbenook bij mij sporen achtergelaten. Wanneer je

Ouders voelen zich

soms schuldig.kinderen naar het buitengewoon onderwijs moe-ten, lig je nachten wakker. Je voelt je schuldigomdat je denkt dat je fouten hebt gemaakt in deopvoeding. Je wordt overal geconfronteerd met deleermoeilijkheden van je kinderen, bijvoorbeeldtijdens de catechese (waar je kind niet meekan), inde Chiro (waar het wordt uitgestoten door deandere kinderen), de turngroep enz. Iedere keermoet je opnieuw voor hen opkomen, je moettelkens met deze problemen naar buiten stappenen er wordt niet altijd door iedereen even positiefop gereageerd. Het actief meewerken in het ouder-comité van het buitengewoon onderwijs heeft mijwel geholpen. Je leert de school, de ouders en deleerlingen beter kennen en je merkt dat je nietalleen zit met deze problemen.

Alleen de wetenschap dat mijn verhaal eensteun kan zijn voor andere mensen, heeft mij doenbesluiten mijn verhaal op papier te zetten. ■

U kunt de bundel (150 fr.) bestellen bij de H. Hartschool– Buitengewoon Lager Onderwijs – Heirstraat 174 –3630 Maasmechelen – + 089–76 12 08

Veel ouders lijden er emotio-neel onder om hun kinderennaar het buitengewoononderwijs te sturen.

Page 34: Klasse voor Leraren 40

gendeel deconcurrentie-strijd nog aan-gescherpt worden? Wel-ke gevolgen heeft huninvoering op het gebruik

D E B A T van leermidde-len en leerplannen? Zijnscholen vrij in datgenewat ze er bovenop wil-len verwezenlijken of leg-gen de netten dat vast?Er leven nogal wat vra-gen en zorgen over deminimale doelstellingen,de eindtermen. Maar devlieger gaat op.

Devlieger

gaat opHet breed maatschappelijk debat wordt op 15

december afgerond. De synthese ervan zal hope-lijk een zo concreet mogelijk antwoord geven opvragen en zorgen zoals deze drie.JULIA MOONS, kleuterleidster: «In het kleuteron-derwijs heten de eindtermen ontwikkelingsdoelen.De toepassing ervan vereist een andere aanpak.We moeten de kleuters meer kansen geven om teexperimenteren en ze aanzetten tot zelfstandighandelen en beslissingen nemen. We moeten hetkind meer individueel benaderen door een min-der klassikale aanpak. We juichen toe dat er meeraandacht komt voor het sociaal-emotionele in demens en dat er een verschuiving van het cognitie-ve naar het affectieve is. Maar de mensen aan debasis hebben angst deze nieuwe aanpak niet waarte kunnen maken zonder degelijke begeleiding.Er moet bij ons een mentaliteitsverandering ko-men.

Goed onderwijs betekent mensen klaar makenvoor de maatschappij van morgen, ze meer kansgeven om de kwaliteit van hun leven te verbete-ren. Zo kunnen ze een evenwicht zoeken tussenzichzelf, de natuur en de maatschappij. Kunnenwij verwachten dat de concurrentiële maatschap-pij plaats maakt voor een wereld waar de solidari-teit de hoofdnorm kan worden? Kan het de be-doeling zijn van de ontwikkelingsdoelen/eindter-men de kwaliteit van de samenleving te verbete-ren? Zo ja, welke maatschappij heeft men danvoor ogen?»

PropagandamiddelJAN CONINX, directeur lager onderwijs: «Het stofwordt uit de programma’s geschud. De eindter-men verleggen accenten. Ze zijn meer gericht naarinzichten, vaardigheden, strategieën en attitudes.Dankzij een doordachte basisvorming wordt eenmeer grondige verwerking mogelijk. De kinderenkrijgen daardoor een grotere kans op succes. Heel

pen? Zal ze efficiënt zijn? Zullen de netten elkapart hun leerplannen opstellen in de visie van deeindtermen? Of gaan ze rond de tafel zitten omeen gezamenlijk leerplan op te stellen?»

Geen aparte laatjesGUIDO OOGHE, leraar secundair onderwijs: «Wan-neer we met deze vernieuwing een verbeteringvan de onderwijskwaliteit nastreven, moet er aantwee voorwaarden voldaan worden. Ten eerste iseen zekere eenvormigheid vereist bij de toepas-sing van de eindtermen. Wat zal het gewicht vande eindtermen zijn bij de eindbeslissing? Zullenze voor de helft meetellen of voor drie kwart?Zullen ze niet gewoon opzij worden geschoven alshet erom gaat spannen of er volgend jaar voldoen-de leerlingen in bepaalde afdelingen zullen zitten?Een tweede voorwaarde voor het slagen van deoperatie eindtermen betreft de begeleiding van deinvoering ervan. Uit de voorgestelde eindtermenblijkt een holistische kijk op het opvoedingspro-ces. Het onderwijs is een totaliteitsgebeuren metzo weinig mogelijk aparte laatjes in de kast. Datdoet deugd aan mijn opvoedersziel. Een leraar is

wat eindtermen kunnen niet in exactepunten of procenten geëvalueerd wordenwaardoor het monster van de presta-tie- en leerdruk misschien wat terug-gedreven wordt. Ook de leerkrachtenmoeten hun routine in vraag stellen

en doorbreken.De school die het ernstig neemt met de eindter-

men zal waarschijnlijk weinig tijd overhoudenom kinderen vol te gieten met wetenschap. Wie erwat minder enthousiast over is kan veel vluggerbesluiten dat de eindtermen bereikt zijn en deeigenheid van de school in harde verf uitstrijken.Die school kan een zogenaamd zwaarder pro-gramma als propagandamiddel gebruiken. Datalles doet een aantal vragen rijzen. Hoe zal decontrole op het bereiken van de eindtermen verlo-

Zijn leraars

sociaal vaardig?

tenslotte nog wat meer dan een doorsluismecha-nisme van leerstof. Maar hoe moet ik al dat revo-lutionaire vertalen naar een concrete lessituatie?Neem nu het aanbrengen van sociale vaardighe-den. Wat moet ik ermee in mijn eindbeslissing?En heb ik zelf genoeg sociale vaardigheden?»

Het resultaat van het maatschappelijk debatover de eindtermen wordt nu in een synthese-nota gegoten en gaat samen met de voorstellenvan de Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO)voor advies naar de Vlaamse Onderwijsraad(VlOR). ■

• De Infocel Eindtermen blijft tot het einde van hetschooljaar uw vragen beantwoorden - Postbus 920 -1000 Brussel - +␣ 02-219 18 00 en fax 02-219 77 73• Verslagbrochure van de studiedag «Eindtermen: eenmeerwaarde voor ons onderwijs?» - 250␣ fr. - rek. nr.425-2087571-33 - Stichting-Lodewijk de Raet - Liedts-straat 27-29 - 1210 Brussel - +␣ 02-242 01 11 - fax 02-242 26 10

34 KLASSE NR.40

Zullen ze de niveauver-schillen tussen scholenwegnemen of zal inte-

De eindtermen zijn er ookvoor de hoogvliegers.

Page 35: Klasse voor Leraren 40

(advertentie)

Page 36: Klasse voor Leraren 40

Afgiftekan

toor Bru

ssel X - M

inisterie van

de V

laamse G

emeen

schap

Dep

artemen

t On

derw

ijs - Red

actiesecretariaat KL

ASSE

Kon

ingsstraat 138 - 1000 B

russel

TIJD

SCH

RIF

Tversch

ijnt m

aand

elijks (behalve in

juli en

augu

stus)

U.V.

«Wel, dach

t hij opeen

s, wat deed m

en de

schooljon

gens toch

een h

oop onn

ozelhe-

den van

buiten

leren. W

aar diende dat

nu

voor? Om

het n

a te volgen? H

addenze aan

hem

de taak eens overgelaten

, ‘tzou

heel w

at praktischer van

aard zijngew

eest.» (De W

itte, Ern

est Cla

es,19

20

)