Auschwitz Bulletin, 1982, nr. 06/07/08/09 Juni - September

8
nederlands auschwitz comité 26e jaargang nr. 6/7/8/9 juni/juli/augustus/september 1982 Secr.: E. Furth, Diemerkade 43, 1111 AC Diemen, tel.: 020-905310 bankrek.: AMRO BANK, bijk. van Baerlestr. 58, 1071 BA Amsterdam, spaarrek. 40.01.75.088 Gem. giro: 4875500, postgiro: 293087 t.n.v. NAC Redaktie: E. Tas, Amsteldijk 23, tel. 020-795716, 1074 HS Amsterdam Administratie krant: D. van Geens, Renkumhof 50, 1106 JB Amster- dam (Zuid-Oost), tel. 020-972869. De geweldspiraal stuiten Geweld heerst. Steden vol puin, een in flarden gebombardeerde hoofdstad, bommen en schoten in restaurants, te- gen diplomaten en huisvrouwen, vluchtelingen en kinderen. In Parijs een aanslag voor elke dag in een week. Zes doden, tientallen ge- wonden in de aloude Joodse wijk. Een antisemitische aanslag, zonder twijfel. Maar ook deze wordt van diverse zij- den in verband gebracht met het con- flict dat de staat Israël onder de leiding Begin/Sharon in Libanon uitvocht of nog uitvecht. Misdaden in een kosjer eethuis of een synagoge zijn niet zo maar geweldda- den, het is antisemitisch geweld, ons allemaal, helaas sinds duizenden jaren bekend. Woede, angst, verwarring en verdriet om geweld en bedreiging bevangen Europa. Tegelijk verschijnen er heillo- ze tekens aan de wand, zoals in Iran, waar oorlog wordt gevoerd en in het wilde weg gevonnist en waar Joodse kinderen in het geel gekleed moeten zijn. Natuurlijk hield de strijd in Libanon over en weer de gemoederen bezig. Bezorgdheid en verontwaardiging wis- selen elkaar af. Er werd gevochten en geschoten en gezocht naar een politie- ke oplossing, de enige die mogelijk echt een oplossing kan zijn. De wanhopige mensen in de Parijse Rue des Rosiers hebben verband ge- legd tussen het bloedbad in hun straat en Franse beoordelingen van het op- treden door de regering-Begin in Bei- roet. Zover hoeft men het heus niet te zoeken. Antisemitisme, de Franse journalist Michel Tatu heeft het nog eens gezegd, bestaat overal, dus ook in Frankrijk. Ook in Nederland. Toch heeft het geen zin om zelfs scherpe kritiek op de regering van Israël als antisemitisme af te doen, zoals premier Begin gewoon is. Hij zou dan thuis moeten beginnen; menige Israëli immers heeft een hard hoofd in het huidige regerings-, d.i. oorlogsbeleid. Evenzo de hoogbejaard, overleden zionistische oud-strijder Na- hum Goldmann en Herman Bleich. Intussen ontlenen de al te talrijke en ij- verige antisemieten aan zulke haviks- kreten een vrijbrief voor hun steeds brutaler en openlijker wandaden. Of het militair doorhakken van de on- ontwarbare knopen in Libanon de be- volking van Israël en omgeving ten goede komt zal moeten blijken. Goede vrienden van dit land zien het pessi- mistisch in, maar zullen er weinig aan kunnen doen. Antisemitisme wel en niet Inzake antisemitisme kan men de Franse justitie sinds jaar en dag verwij- ten dat zij de daders van inmiddels on- telbare aanslagen — die eerste augus- tusweek alleen al vijf tegen Joodse in- stellingen! — praktisch nooit weet te vinden. Maar een regering die, mis- schien tevergeefs, helpt zoeken naar politieke middelen om het bloedver- gieten in het Midden-Oosten te stelpen wordt ten onrechte als antisemitisch bestempeld. In de 'regio' het Midden-Oosten klet- teren de wapenen niet alleen in en om Beiroet. Het conflict Irak-Iran, niet zo heel ver er vandaan, woedt ook verder. De commentators noemen dat alles lo- kale of regionale oorlogen, iets groot- schaliger dan het individuele of groeps- Na de onthulling door prinses Juliana van het Hannie Schaft-monument, ontworpen door Truus Menger-Over- steegen. Haarlem, 3 mei 1982. gewijze terrorisme. Het laatste wordt als een internationaal verschijnsel be- schouwd. Latijns Amerika wemelt van de niet minder schietgrage militaire dictaturen; in Guatemala trof een bom een synagoge. Gevechten woeden in Afghanistan. En dichterbij, voor velen van ons heel dichtbij: Polen kent al dit hele jaar de noodtoestand, d.w.z. een militair (dwang) bestuur. Appèl voor Mauthausen Alsof dit allemaal nog niet erg genoeg is: een nog veel universeler en definitief geweld dreigt. Midden-, miniatuur- en zeer lange afstandsraketten kunnen naar vernietigingskracht en aantal alle leven op aarde ettelijke malen uitroei- en. Het menselijk vernuft keert zich tegen de mens. Mits we ons vernuft, ons verstand, goed gebruiken. Vervolg op pag. 2

description

Alsof dit allemaal nog niet erg genoeg is: een nog veel universeler en definitief geweld dreigt. Midden-, miniatuur- en zeer lange afstandsraketten kunnen naar vernietigingskracht en aantal alle leven op aarde ettelijke malen uitroei- en. Het menselijk vernuft keert zich tegen de mens. Mits we ons vernuft, ons verstand, goed gebruiken. Vervolg op pag. 2 Appèl voor Mauthausen Antisemitisme wel en niet 26e jaargang nr. 6/7/8/9 juni/juli/augustus/september 1982 Vervolg van pag. 1 Vervolg van pag. 3

Transcript of Auschwitz Bulletin, 1982, nr. 06/07/08/09 Juni - September

Page 1: Auschwitz Bulletin, 1982, nr. 06/07/08/09 Juni - September

nederlands auschwitz c o m i t é

26e jaargang nr. 6/7/8/9 juni/juli/augustus/september 1982

Secr.: E. Furth, Diemerkade 43, 1111 AC Diemen, tel.: 020-905310 bankrek.: AMRO BANK, bijk. van Baerlestr. 58, 1071 BA Amsterdam, spaarrek. 40.01.75.088 Gem. giro: 4875500, postgiro: 293087 t.n.v. NAC Redaktie: E. Tas, Amsteldijk 23, tel. 020-795716, 1074 HS Amsterdam Administratie krant: D. van Geens, Renkumhof 50, 1106 JB Amster­dam (Zuid-Oost), tel. 020-972869.

De geweldspiraal stuiten Geweld heerst. Steden vol puin, een in flarden gebombardeerde hoofdstad, bommen en schoten in restaurants, te­gen diplomaten en huisvrouwen, vluchtelingen en kinderen. In Parijs een aanslag voor elke dag in een week. Zes doden, tientallen ge­wonden in de aloude Joodse wijk. Een antisemitische aanslag, zonder twijfel. Maar ook deze wordt van diverse zij­den in verband gebracht met het con­flict dat de staat Israël onder de leiding Begin/Sharon in Libanon uitvocht of nog uitvecht. Misdaden in een kosjer eethuis of een synagoge zijn niet zo maar geweldda­den, het is antisemitisch geweld, ons allemaal, helaas sinds duizenden jaren bekend. Woede, angst, verwarring en verdriet om geweld en bedreiging bevangen Europa. Tegelijk verschijnen er heillo­ze tekens aan de wand, zoals in Iran, waar oorlog wordt gevoerd en in het wilde weg gevonnist en waar Joodse kinderen in het geel gekleed moeten zijn. Natuurlijk hield de strijd in Libanon over en weer de gemoederen bezig. Bezorgdheid en verontwaardiging wis­selen elkaar af. Er werd gevochten en geschoten en gezocht naar een politie­ke oplossing, de enige die mogelijk echt een oplossing kan zijn. De wanhopige mensen in de Parijse Rue des Rosiers hebben verband ge­legd tussen het bloedbad in hun straat en Franse beoordelingen van het op­treden door de regering-Begin in Bei­roet. Zover hoeft men het heus niet te zoeken. Antisemitisme, de Franse journalist Michel Tatu heeft het nog eens gezegd, bestaat overal, dus ook in Frankrijk.

Ook in Nederland. Toch heeft het geen zin om zelfs scherpe kritiek op de regering van Israël als antisemitisme af te doen, zoals premier Begin gewoon is. Hij zou dan thuis moeten beginnen; menige Israëli immers heeft een hard hoofd in het huidige regerings-, d.i. oorlogsbeleid. Evenzo de hoogbejaard, overleden zionistische oud-strijder Na­hum Goldmann en Herman Bleich. Intussen ontlenen de al te talrijke en ij­verige antisemieten aan zulke haviks-kreten een vrijbrief voor hun steeds brutaler en openlijker wandaden. Of het militair doorhakken van de on­ontwarbare knopen in Libanon de be­volking van Israël en omgeving ten goede komt zal moeten blijken. Goede vrienden van dit land zien het pessi­mistisch in, maar zullen er weinig aan kunnen doen.

Antisemitisme wel en niet

Inzake antisemitisme kan men de Franse justitie sinds jaar en dag verwij­ten dat zij de daders van inmiddels on­telbare aanslagen — die eerste augus-tusweek alleen al vijf tegen Joodse in­stellingen! — praktisch nooit weet te vinden. Maar een regering die, mis­schien tevergeefs, helpt zoeken naar politieke middelen om het bloedver­gieten in het Midden-Oosten te stelpen wordt ten onrechte als antisemitisch bestempeld. In de 'regio' het Midden-Oosten klet­teren de wapenen niet alleen in en om Beiroet. Het conflict Irak-Iran, niet zo heel ver er vandaan, woedt ook verder. De commentators noemen dat alles lo­kale of regionale oorlogen, iets groot­schaliger dan het individuele of groeps-

Na de onthulling door prinses Juliana van het Hannie Schaft-monument, ontworpen door Truus Menger-Over­steegen. Haarlem, 3 mei 1982.

gewijze terrorisme. Het laatste wordt als een internationaal verschijnsel be­schouwd. Latijns Amerika wemelt van de niet minder schietgrage militaire dictaturen; in Guatemala trof een bom een synagoge. Gevechten woeden in Afghanistan. En dichterbij, voor velen van ons heel dichtbij: Polen kent al dit hele jaar de noodtoestand, d.w.z. een militair (dwang) bestuur.

Appèl voor Mauthausen

Alsof dit allemaal nog niet erg genoeg is: een nog veel universeler en definitief geweld dreigt. Midden-, miniatuur- en zeer lange afstandsraketten kunnen naar vernietigingskracht en aantal alle leven op aarde ettelijke malen uitroei­en. Het menselijk vernuft keert zich tegen de mens. Mits we ons vernuft, ons verstand, goed gebruiken.

Vervolg op pag. 2

Page 2: Auschwitz Bulletin, 1982, nr. 06/07/08/09 Juni - September

Neen tegen atoomvernietiging 'De overlevenden van de massa-vernietiging door de nazi's zeggen neen tegen de vernietiging van de mensheid door atoomwapens'. Onder dit motto zal op zondag 26 september in het voormalige kamp Maut-hausen een internationale bijeenkomst worden gehouden van oud-verzets­strijders, vervolgden en nabestaanden van nazi-slachtoffers om te waarschu­wen tegen de kernwapenwedloop. De oproep gaat uit van een voorbereidingscommissie waarin o.a. de voorzit­ters van een viertal internationale kamporganisatie en verzetsorganisaties van acht landen zitting hebben; onder hen voor Nederland Joop van Baaren van de Expogé. Ruim 90 organisaties van verzet en vervolging in Europa en Israël betuigden adhesie. De plechtigheid in Mauthausen zal duren van 11.00 tot 12.30 uur. Het woord zal worden gevoerd door de Oostenrijkse minister van binnenlandse zaken en vertegenwoordigers van het verzet. Er zal een gemeenschappelijke verklaring worden voorgelezen. Er hebben zich al vele honderden deelnemers, vooral uit Italië, Frankrijk en de Bondsrepubliek gemeld. Vanuit Nederland bestaat nog gelegenheid aan de manifestatie deel te nemen a ƒ 400,— p.p. De bus vertrekt op 24 sept. en komt op 28 sept. terug. Er wordt gezorgd voor twee overnachtingen onderweg; zaterdag 25 en zondag 26 sep­tember wordt overnacht in de omgeving van Mauthausen. Wie mee wil neme zo snel mogelijk contact op met mevr. M. Vlaskamp-Kwak, Johan v.d. Waalstraat 36, 1098 PM Amsterdam, tel.: 020 - 944657. Het spreekt vanzelf dat een delegatie van het N A C aanwezig zal zijn. 'Mauthausen' besluit de vredesweek van 19 tot 26 september.

Mauthausen stenen gevoegd met bloed de muren tegen klaagt het duizendvoudig wenen de eindeloze stoet doden klimmend uit de Steinbruch dragend stenen stenen stenen stenen

Uit: De warme bakker van de liefde, door Nico Wijnen

Vervolg van pag. 1

En hier mogen we iets troostrijks mel­den. In het kleine, kwetsbare Neder­land is ver en diep doorgedrongen dat de kernwapenwedloop van alle kali­bers dient gestuit. Driekwart jaar na de machtige, onver­getelijke demonstratie op het Amster­damse Museumplein ontplooien zich dagelijks initiatieven in dezelfde geest, natuurlijk nu tevens om een nieuwe re­gering met Hollanditis te krijgen. Deze heilzame ziekte verbreidt zich, al is het nog niet snel genoeg. Tussen een half en een heel miljoen betogers in het New Yorkse Central Park, een groepje vrouwen, nog lang niet genoeg, en he­lemaal geen ingezetenen in Moskou, die afbouw van kernwapens ook ter plaatse verlangden — het is allemaal een broodnodig begin. Het moet van alle zijden, landen, werelddelen, rich­tingen, leeftijden en leefwijzen, ge­slachten en huidskleuren komen. Uiteraard blijven wij, overlevenden van een ongehoorde slachting, niet achter. De voorzitter van het Inter­nationale Auschwitz Comité, onze vriend dr. Maurice Goldstein, is een van de oud-gevangenen die oproepen om van de Appellplatz van Mauthau­sen een appèl te doen uitgaan tot be­houd van de aarde, de mensheid en de toekomst. Mogen alle mensen dit horen. De ge-weldspiraal is te stuiten.

Vervolg van pag. 3

Zijjn moeder werd vermoord in een ziekenhuis. Zijn haat tegen de nazi's is zo groot dat hij gezworen heeft nooit van zijn leven nog een stap in Polen of Duitsland te zetten. Veel Israëli's kun­nen deze emotionaliteit aanvoelen, ze­ker wanneer Begin bezweert dat joden zich nooit meer willoos naar de slacht­bank zullen laten leiden en dat Israël zal terugslaan wanneer bloed van on-schuldigen vloeit. Het is echter politiek onjuist en onver­standig de PLO op één lijn met de na­zi's te stellen. Hoewel de PLO er naar streeft 'Palestina te zuiveren van de zi­onistische aanwezigheid' (art. 15 van het Palestijnse handvest) en meerdere keren onschuldigen bewust om het le­ven heeft gebracht, is het toch ook een politieke beweging met een ideologi­sche achtergrond. De PLO komt op voor het recht van

het Palestijnse volk op een eigen staat en ziet zich geconfronteerd met het recht van eht joodse volk op een eigen staat in hetzelfde gebied. Arafat wil een Arabische staat Palestina, waar jo­den mogen blijven wonen, maar dan wel als rechteloze godsdienstige min­derheid. Dit is voor Israël uiteraard onaanvaardbaar en omdat de PLO het niet alleen bij woorden laat, bomaan­slagen pleegt en beschietingen uit­voert, wordt er thans in Libanon ge­vochten. Maar dat maakt Arafat nog geen Hitier, zoals premier Begin be­weert. Het lijkt erop alsof de Israëlische mi­nister-president bij gebrek aan vol­doende politieke argumenten, zich verlaagt tot het niveau van zijn tegen­standers in de Arabische wereld. Dat is onbegrijpelijk omdat er wel degelijk redenen te vinden zijn voor Israël's op­treden in Libanon. Al gaat het alleen al om het destabiliserende karakter van

de gewapende PLO-eenheden in die staat, die er sinds 1975 mede schuldig aan zijn dat er onder de Libanese bur­gers zo'n 100.000 doden en 200.000 gewonden yielen. In de Herald Tribune kwam onlangs de Libanese gouverneur in Nabatya aan het woord, die over de PLO-in-vloed in zijn stad vertelde: Tk werkte. Ik verdroeg het onverdraaglijke. Macht had ik niet. Ze wilden geen po­litie meer. Nooit konden we zeggen wat we dachten.' de PLO had boven­dien een wapenarsenaal opgebouwd dat groot genoeg was voor een leger van 200.000 man en dat zeker in de toekomst tegen Israël gebruikt zou zijn, gezien de uitgangspunten van de PLO en haar leiders. Of dit ook een actie van een dergelijke omvang en in­tensiteit wettigt, is de vraag. Zeker is dat premier Begin er beter aan zou hebben gedaan niet in demagogie over

Vervolg op pag. 4

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1982, nr. 06/07/08/09 Juni - September

Het MO-conflict: nazi's? Begin's vergelijking van PLO met nazi's doet Israël geen goed Drie stemmen over het Midden-Oosten

De gebeurtenissen in het Midden-Oosten hebben zoveel vragen en emoties op­geroepen dat het NAC meent zijn lezers te gerieven door een drietal gezagheb­bende stemmen nog eens te laten klinken. Het zijn drs. Ronny Naftaniel, directeur van het CIDI (Centrum voor Informa­tie en Documentatie over Israël), mr. J.L. Heldring, columnist van NRC/Han-delsblad en Arie Kuiper, gastschrijver in het NIW. Hun artikelen verschenen in de genoemde bladen resp. op 16, 17 en 6 augustus j.l. Van het laatste artikel drukken wij alleen het slot af.

Tk voel me als premier gemachtigd op­drachten te geven aan een sterk leger dat staat voor Berlijn waar, tussen on­schuldige inwoners, Hitier en zijn tra­wanten zich schuil houden.' Dat schreef premier Begin afgelopen week in een brief aan president Reagan over de Israëlische omsingeling van Beiroet. Al eerder had de Israëlische premier gemeend Jasser Arafat met Hitier te moeten vergelijken en de PLO met de nazi's. Voor een parle­mentaire commissie schetste hij in emotionele bewoordingen een directe lijn tussen bange joodse kinderen die in schuilkelders zitten voor PLO-be-schietingen en de joden die in concen­tratiekampen de dood in de gaskamers tegemoet zien. Deze opmerkelijke vergelijkingen, maar dan omgekeerd, treft men al lan­ger aan bij Israël's tegenstanders. Van­af 1967 wordt Israël in allerlei inter­nationale organen gelijkgesteld met na­zi's. De Unesco veroordeelde de op­gravingen in Jeruzalem als 'misdaden

tegen de cultuur' en zionisme is door de V.N. een vorm van racisme ge­noemd. Bij de huidige Israëlische acties in Libanon wordt er gesproken van ge­nocide tegen onschuldige Libanese burgers. PLO-leider Arafat probeert vriend en vijand te laten geloven dat het Palestijnse verweer tegen de om­singeling van West-Beiroet gelijk staat aan de opstand van het getto van War­schau. Serieus zijn deze aantijgingen niet. Het is natuurlijk waar dat er bij de invasie in Libanon veel — en in mijn ogen te veel — slachtoffers onder de burgerbe­volking zijn gevallen, maar geen enkele Israëlische regering heeft ooit het doel gehad het Palestijnse volk uit te roeien. Voor de nazi's was de totale vernieti­ging van het joodse volk een hoofd­doel. Zij koesterden een raciale haat te­gen volstrekt onschuldige en ongewa­pende mensen. Die haat was zo sterk, dat, ondermeer volgens Sebastiaan Haffner in zijn boek 'Kanttekeningen bij Hitier', deze er de voorkeur aan gaf

Felix Nussbaum, schilderij

goederenwagons met joden naar de vernietigingskampen te laten rijden in plaats van ze te gebruiken voor het broodnodige transport van wapens naar het oostfront. Toen in april 1943 de Joden in het Get­to van Warschau in opstand kwamen, waren er al meer dan 300.000 joden in Warschau door de nazi's naar de ver­nietigingskampen gebracht. De Zio­nistische en Bundistische getto-strij­ders hadden slechts enkele honderden handwapens, maar vochten zich dood, omdat ze wisten welk lot hen wachtte. Wat een verschil met de 6000 goed be­wapende PLO-militairen, die boven­dien van Israël een vrijgeleide krijgen als ze Beiroet willen verlaten. De vijanden van Israël hanteren deze historische vervalsingen evenwel om­dat zij de westerse wereld willen ont­doen van zijn schuldgevoel jegens de joden. Veel Palestijnen zijn er heilig van overtuigd dat dit schuldgevoel ge­leid heeft tot het ontstaan van Israël. Door te doen alsof de zionisten geen haar beter zijn dan de nazi's, denken ze het westen de reden te kunnen ontne­men Israël te steunen. De Palestijnen werpen zch daarbij op als de eigenlijke slachtoffers van de Holocaust. Met opzet gaan zij hiermee voorbij aan het feit dat het Palestijnse leiderschap — de Moefti van Jeruzalem — in de oorlogsjaren en daarvoor de nazi's on­dersteunde en zich verzette tegen de immigratie van joden uit het door Hit-Ier bedreigde Europa. Daarnaast heb­ben de Palestijnse leiders elk compro­mis dat moest leiden tot een verdeling van Palestina verworpen. Tot de dag van vandaag is hun wens: één onver­deeld en vooral Arabisch Palestina. Dat twee volkeren aanspraak maken op hetzelfde stuk land en daarover een conflict hebben, kan moeilijk aan nazi­ideeën of methodes worden toegesch­reven.

De tweede wereldoorlog maakt een belangrijk onderdeel uit van premier Begin's ruim voor handen zijnde reto­riek. Verleden jaar nog kwam hij in een ernstig conflict met bondskanselier Schmidt, toen hij hem en alle overige Duitsers verantwoordelijk stelde voor de moord op de 6 miljoen joden. Ter verontschuldiging moet aangevoerd worden dat bijna de gehele familie van de uit Polen afkomstige premier is uit­gemoord. Zijn vader werd door de nazi's teza­men met 500 andere joden neergescho­ten en in de rivier de Boeg gegooid.

Vervolg op pag. 2

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1982, nr. 06/07/08/09 Juni - September

Beiroet: doel en middelen

'Help Israël de wereld uit; om te be­ginnen uit Libanon'. Deze leus was te lezen op een sticker, die eind juni op een lantaarnpaal in de buurt van de Nijmeegse universiteit aangetroffen werd. Zo wordt de slogan van het In­terkerkelijk Vredesberaad misbruikt om een nieuw soort Endlösung aan te prijzen. Nu, dat de Israëliërs geen en­gelen zijn, wisten we al lang. Maar dat is geen reden hen nu als een soort baar­lijke duivels te beschouwen. Ze doen niet anders dan wat, sinds het begin van de mensheid, alle volken hebben gedaan: hun macht gebruiken voor het bereiken van een politiek doel. Wat is het politieke doel van Israël? De ver­nietiging van de PLO als militaire or­ganisatie. Dat doel kan niet bereikt worden dan ten koste van veel on­schuldige mensenlevens — Palestijnse en Libanese — want de PLO heeft ver­kozen zich te verschansen te midden van een burgerbevolking, zoals zij haar munitiedepots bij voorkeur in scholen en ziekenhuizen plaatste. Dat er onder die gijzelaars vele slacht­offers vallen, is vreselijk maar onver­mijdelijk. Weliswaar is het aantal slachtoffers dat de Israëlische bombar­dementen onder de Libanese burger­bevolking maken, nog altijd heel wat minder dan het aantal slachtoffers dat het Palestijnse schrikbewind jarenlang onder die zelfde bevolking maakte (en dat minder publiciteit kreeg), maar dat kan niet als rechtvaardiging voor het Israëlische optreden gelden. Het enige juiste criterium waarnaar be­oordeeld kan worden of de bombarde­menten gerechtvaardigd waren, is het politieke doel ervan: de vernietiging van de PLO. Rechtvaardigde dat die bombardementen en het verlies aan onschuldige mensenlevens dat daarvan het gevolg was? Die vraag wordt dan niet gesteld als abstract probleem, maar als opgaaf aan politici, die in de eerste plaats verant­woordelijk zijn voor veiligheid en wel­zijn van eigen staat en volk; die dus, als het mensen met een geweten zijn, te maken hebben met een conflict van morele plichten. Rechtvaardigde het politieke doel van Hitiers nederlaag de Engelse en Amerikaanse bombardementen op de steden van het bezette Nederland? Zijn de Nederlanders die omkwamen bij

deze bombardementen op Rotterdam in 1943 of Den Haag in 1945 slacht­offers van een misdaad? Het antwoord hangt af van de waarde die men aan het politieke doel hecht. Zo ook met de bombardementen op Beiroet. Worden die door het politieke doel gerechtvaardigd? Het hang ervan af welke waarde men eraan hecht. De Europeaan of Amerikaan zal de ver­nietiging van de PLO een minder be­langrijk doel vinden dan de Israëliërs, die ervan overtuigd zijn dat de PLO uit is op vernietiging van hun staat. Vanuit deze overtuiging — en wie zijn wij dat wij de Israëliërs hun veilig­heidsgevoel zullen dicteren? — menen zij in grote meerderheid dat de vernie­tiging van de PLO het middel der bombardementen rechtvaardigt. De Israëliërs te zeggen dat dit niet zo is, riekt naar schijnheiligheid. Zeker, heel wat Israëliërs hebben be­denkingen en geven daar ook lucht aan. Er zijn er die door het gebruik van geweld als zodanig, zeker als onschul-digen er het slachtoffer van worden, in gewetensmoeilijkheden komen. De­zen zijn, zoals overal, een kleine min­derheid (wat niets omtrent de intrinsie­ke waarde van hun standpunt zegt). Dan zijn er die, realistischer, vrezen dat de PLO slechts via verovering van Beiroet eronder te krijgen is. Verove­ring betekent gevechten van straat tot straat, van huis tot huis. Dus talloze gesneuvelden aan Israëlische kant. Een afschrikwekkend vooruitzicht. De effecten van de bombardementen op de publieke opinie — en, via haar, de politiek — van bevriende landen doen ook velen aarzelen. Het zijn ster­ke benen die het totale isolement van eigen land kunnen dragen. Vooral voor diegenen die sterke banden — persoonlijke of intellectuele — met Europa en Amerika hebben, is dit moeilijk. Voor de Israëliërs van Afri­kaanse of Aziatische herkomst min­der, en die worden steeds talrijker. Premier Begin is geboortig uit Polen, maar hij vreest om andere redenen het isolement niet: hij schijnt niet slechts de Duitsers, maar de hele wereld ver­antwoordelijk te stellen voor de holo­caust. Dat de wereld zich nu tegen Is­raël keert, is slechts een bevestiging van wat hij al geloofde. Kunnen al diege­nen die, in rimpellozer dagen en al dan

niet vanaf de kansel, zeiden dat wij al­len schuldig zijn aan Auschwitz, hem nu ongelijk gaan geven? Maar Begin is niet uitsluitend profeet of bezetene. Hij kent de grenzen van Israëls macht — wanneer iemand ze voor hem trekt. En dat heeft president Reagan vorige week gedaan, toen hij hem dreigde met een diplomatieke breuk als hij de bombardementen op Beiroet niet zou staken.

Vervolg op pag. 6

Vervolg van pag. 2

de Holocaust te vervallen, maar meer oog te hebben voor het politieke aspect van de Palestijnse kwestie. Met het uitschakelen van de PLO in Zuid-Libanon en Beiroet zijn niet de politieke aspiraties van de Palestijnen verdwenen. Als de Arabische staten en Israël hier nu geen rekening mee hou­den, zal blijken dat Israël misschien voor enkele jaren rust heeft aan zijn noordgrens, maar dat het wezenlijke conflict blijft. Het Palestijnse verlangen naar zelfbe­schikking valt immers niet te bagatelli­seren door verwijzingen naar de nazi's. Ook om andere reden is de woordver­vuiling t.a.v. de Holocaust te betreu­ren. Jarenlang hebben historici en overlevenden van de grote ramp zich ingespannen de wereld duidelijk te ma­ken wat de nazi's met de joden hebben gedaan. Het onderwijzen van de Ho­locaust heeft — overigens tot grote er­gernis van allerlei antisemitische groe­pen — tot doel een vernietiging van een dergelijke omvang de mensheid voortaan te besparen. Premier Begin zei hierover bij de Nederlandse uitzen­ding van de televisieserie de Holo­caust: 'Die film brengt de volken en vooral de jongeren weer onder het oog wat het joodse volk overkomen is. Daarom is die film belangrijk. Men leert ervan overal in Europa'. Het valt te vrezen dat het misbruiken van be­grippen als nazi's, Holocaust en get­to's, niet alleen de werkelijke tegen­stellingen in het Midden-Oosten ver­sluieren, en er een heftig emotionele draai aan geeft, maar ook afbreuk doet aan de waarschuwing aan de wereld, die de moord op de 6 miljoen joden nog steeds is. En ook dat is een kwalijk aspect van het huidige Arabisch-Israëlisch con­flict.

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1982, nr. 06/07/08/09 Juni - September

Oud en nieuw vuil Pantserwagens in Amsterdam als be­scherming tijdens de Joodse feestda­gen: het is een geruststellend bedoeld, schrikbarend bericht. Een demonstratie bij de Dokwerker, in datzelfde Amsterdam als protest en uiting van verontwaardiging over bommen in Parijs en een antisemitisch pamflet, dat ouderen onweerstaanbaar aan de glorietijd van de Stürmer doet denken. Dit, terwijl in Bochum en Düsseldorf in Hannover en Dortmund massa­moordenaars van Lodz en Riga, in Auschwitz en Wladimi-Wolynsk te­rechtstaan, meestal op vrije voeten. Karl Frenzel, eind 1966 tot levenslang veroordeeld wegens de moord in Sobi­bor op minstens 150.000 Joden (waar­onder ruim 34.000 Nederlandse) heeft revisie van zijn proces verkregen en zal de cel wel voor de bejaardenflat gaan verruilen. Het bovenstaande betreft sinds lang gepakte en vaak al berechte zeer zware misdadigers. Hun Nederlandse colle­ga's hebben zich merendeels over de Oostgrens gerept, soms voor, soms na hun veroordeling. Na een lange lij­densweg werd een speciale officier van justitie voor hun geval aangewezen. Slechts twee van ruim 300 veroordeel­de en ontsnapte oorlogsmisdadigers konden worden gepakt tijdens de ambtsperiode van de inmiddels terug­getreden jhr. mr. L. de Beaufort, die zich begrijpelijkerwijze pessimistisch uitliet over de kans enigen van deze fi­guren alsnog te grijpen.

De racistische Centrumpartij (één van de twee) kan voor de tv komen, wat gelukkig tot gezonde protestreacties leidt. Een heruitgave van Mein Kampf in België — met Nederlands materiaal — brengt daar en vooral hier en tot in Bonn de verdedigers van de democra­tie in actie. niet is bewezen, moet uit de omloop worden genomen. Op bevel van de rechtbank te Stuttgart. Niet alleen maatschappelijke werkers en onderwijsmensen in München con­stateerden onder de Beierse jeugd een toeneming van rechts-extremistische activiteiten ofwel sympathie voor neo-en oude-nazi's. Het feit is ook doorge­drongen tot het regeringsgebouw te Stuttgart (Baden-Würtemberg), waar minister Herzog zei dat dergelijke groeperingen geweld, tot terreurdaden toe, in praktijk brengen. 'Wij weten, het rechts-extremisme marcheert,' er­kende hij. Ook in Bonn heeft de Bondsminister van binnenlandse zaken, Herbert Baum, gewaarschuwd tegen rechts-ex­tremistische groepen, die 'een antise­mitisme van het ...walgelijkste soort' beoefenen, evenals haat tegen buiten­landers. Ook staan zij in contact met soortgelijke groeperingen in andere landen. 'De beginnende aanwas van zulk racisme moet door democraten nadrukkelijk worden bestreden', aldus Baum. Ook voor Nederland geldt dit, sinds telefonische en directe bedreigingen en afzichtelijke schotschriften al geen uit­

zondering meer zijn. Vandaar dan ook de demonstratie bij de Dokwerker, ge­organiseerd door Vrouwen voor Vre­de. Ook het N A C legde daar een bloemstuk neer.

Geen overwinnaars

De conclusie is duidelijk en komt altijd ook 'na Libanon', weer op hetzelfde neer: wat moet gebeuren is dat het Is­raëlische en het Palestijnse volk eikaars bestaan en eikaars gerechtvaardigde verlangen naar politieke en nationale zelfbeschikking erkennen. Voor mij staat nog steeds vast dat het vooral de politiek-steriele houding van de Arabische landen sinds 1947 is ge­weest die elke redelijke oplossing van het probleem heeft tegengehouden. De Israëlische houding en ook de radicaal afwijzende houding van de Likoed-re-gering is daar een reactie op, al moet worden erkend dat Begin de hele situ­atie handig uitbuit om zijn eigen doel­einden, de sluipende annexatie van Ju-dea en Samaria, te verwezenlijken. Het lijkt mij een objectieve vaststelling dat het de houding van de Arabische lan­den en van de PLO is die dat proces mogelijk maakt. Maar eens zal toch, na Sadats spectacu­laire reis naar Jeruzalem, een tweede politieke doorbraak tot stand moeten komen.

Arie Kuiper

Verklaring Comité vrouwen tegen fascisme uitgesproken door Vera Ebels op zondag 22 augustus 1982

Wij staan hier, omdat er in Europa weer joden zijn vermoord. Niet in de 'donkere Middeleeuwen'. Niet in de jaren van fascistische bezetting, maar nu, in de zomer van 1982. Het antisemitisme, dat eeuwenlang een smet heeft geworpen op de Euro­pese cultuur, leeft nog steeds. Het uit zich in moordaanslagen op joodse res­taurantbezoekers in Parijs. Het uit zich ook in Amsterdam, in pamfletten die oproepen tot jodenhaat. Wij menen, met al degenen die hier zijn gekomen, dat er voor antisemitis­me, evenmin als voor andere vorm van racisme en discriminatie (als vrouwen

Vervolg op pag. 6

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1982, nr. 06/07/08/09 Juni - September

Met de moed der wanhoop Heel druk was het bezoek aan de ten­toonstelling van tekeningen uit Ausch­witz door gevangenen, die na een maand te Tilburg op 9 juni in de Am­sterdamse Mozes- en Aaronkerk be­gon. In Amsterdam hebben wethouder Po­lak en Annie Fels-Kupferschmidt, de Voorzitster van het Nederlands Ausch­witz Comité, de expositie geopend. Onze lezers weten dat er in Auschwitz en Birkenau verschillende categorieën gevangenen waren. De Joodse 'Haft-linge' hadden praktisch geen enkele mogelijkheid een potlood of een stuk papier te hanteren. Onder de niet-Joodse Poolse gevange­nen lukte het enkelen in het diepste ge­heim iets te schetsen of te tekenen. Het kwam voor dat SS-ers bij een gevangen schilder een landschapje of portret bes­telden. De meeste tekeningen zijn ge­maakt in de meubel- en de glasmakerij. In januari 1941 ontstond een schilders­atelier, ook 'museum' genoemd. De beruchte kampcommandant Höss heeft vooral ten eigen bate een verza­meling tekeningen e.d. laten aanleg-

Anme Fels-Kupferschmidt, de voorzit­ster van het Nederlands Auschwitz Comité, spreekt bij de opening van de tentoonstelling.

Vervolg van pag. 4

Betekent dit dat hij zijn politieke doel niet zal bereiken? Dat de PLO als mili­taire organisatie niet vernietigd zal worden? Dat dus de bombardementen voor niets zijn geweest? De komende dagen zullen aantonen of de PLO Bei­roet zal verlaten. Zo ja, dan hebben de bombardementen zeker geholpen dit doel te bereiken, een doel welks be­langrijkheid voor Israël niet door an­deren voorgeschreven kan worden.

J. L. Heldring

gen. De Poolse kunstenaar Targosz heeft verschillende collega's hier aan het werk kunnen houden, wat soms hun leven gered of althans verlengd heeft. Weliswaar verklaarde Höss in 1943 de werkstukken tot 'onzinnige Kitsch', maar hij was er zelf tuk op, net als ver­scheiden van zijn SS-onderhorigen. De getoonde tekeningen en schilderij­en hebben op de meeste bezoekers die­pe indruk gemaakt, getuige hun uitla­tingen in het daartoe bestemde boek. De werken behoren toe aan het Staats-museum Auschwitz en zijn uitgezocht en in een catalogus toegelicht door de directeur, Kazimierz Smolen. Ons mi­nisterie van CRM maakte de tentoon­stelling ook financieel mogelijk. Te Tilburg trad het Kultureel Sentrum op als gastheer, gastvrouwen en -heren van het Mozeshuis namen op het Wa-terlooplein de honneurs waar, bijge­staan door de jonge Duitsers van de Aktion Sühnezeichen, een groep stu­denten en ons comité. Een zeer aange­name samenwerking.

E.T.

Vervolg van pag. 5

denken we dan ook aan onderdruk­king op basis van sekse, waar wij mee worden geconfronteerd), geen ruimte mag bestaan. Het is genoeg geweest! De bloemen die hier aan de voet van de Dokwerker worden neergelegd, vor­men een vervolg op de Februari­staking, die grootse daad van verzet te­gen antisemitisme. Het is triest dat zo'n vervolg nodig is. Het is goed, dat het er is gekomen. Antisemitisme vormt een onderdeel van de fascistische ideologie. Maar het komt ook los van het fascisme voor. Wij verzetten ons tegen antisemitisme. Wij verzetten ons tegen de opvatting die de joden verantwoordelijk wil stel­len voor de politiek van de Israëlische regering. We danken alle hier aanwezige perso­nen en organisaties, in het bijzonder de joodse en de Palestijnse, voor het feit dat ze hier zijn. We voelen ons daar­door gesterkt. Het antisemitisme heeft lang genoeg bestaan. We zullen de strijd ertegen voortzetten tot de dag dat het is verdwenen.

De warme bakker van de liefde 'Terreur en dood hebben diep in mijn leven gesneden', schrijft Nico Wijnen achterin zijn laatste bundel 'de warme bakker van de liefde'. En deze bakker 'heeft zoete broodjes gebakken met amandelspijs gevuld' Liefdesgedichten, verzen over zijn woonplaats Den Haag, over zijn rei­zen. De betrokkenheid van de verzetsstrij­der bij de wereld om hem heen is blij­ven bestaan. Naast een reeks publika-ties blijkt dat uit zijn functie van secre­taris van de Nederlandse Maatschappij voor letterkunde. Tegelijk bekent hij: Tk leef in een schelp en kom daar zel­den uit' en noemt hij zich een schelp­dier. Nico Wijnen heeft zijn schelp juist al­tijd openstaan. Zo kon hij andere dich­ters vertalen, b.v. 'Eerste blad van dag­boek' van Ho Tsji Minh: Deze dagen in gevangenschap zal ik benutten, verzen laten klinken die mij de dag der vrijheid naderbij brengen.

Dichter en gevangene: dat onderwerp liet Wijnen niet los. Zie het vers Bu-chenwald:

Buchenwald

in het beukenbos bij Weimar zou Goethe gaarne zijn gedichten hebben geschreven zittende onder een enorme eeuwenoude beukeboom

wij zagen geen bos wij zagen geen bomen wij zagen ook Goethe niet en lazen zelfs geen gedichten

want Goethe was dood de bomen gesloopt en alle poëzie vermoord

wij als mensen geboren werden nummers cijfers

bestemd om uitgewist te worden

Een boekje om te herlezen. E.T.

Nico Wijnen, De warme bakker van de liefde, Nijgh & van Ditmar, 's Gra-venhage, 1982. Prijs: ƒ 18,50.

Page 7: Auschwitz Bulletin, 1982, nr. 06/07/08/09 Juni - September

Praten in Californië Verplichting en verantwoordelijkheid

In 1971 werd ik opgebeld door een le­raar van de Joodse zondagsschool waar mijn zoon een leerling was. De leraar vroeg mij of ik over mijn ervaringen gedurende de holocaust wilde praten. Ik heb mijn kinderen, zoon en doch­ter, uitgebreid verteld wat er met de Joden in Europa was gebeurd in 1940-1945. Ik voelde dat als mijn plicht te­genover hun, vooral wat er gebeurd was met hun grootouders, tantes, ooms, nichtje; ze moeten het weten. Het was natuurlijk heel moeilijk voor mij, zoals voor alle overlevenden die over hun ervaringen praten met hun kinderen. Maar om voor 35 schoolkinderen te praten is of was een ander geval. Ik ben geen geschoolde spreker en dan over de holocaust te praten, neen, dat was 'onmogelijk'. Ik vertelde de leraar dus: het was 'onmogelijk' voor mij op zijn verzoek in te gaan. Ik had geen vrede met mijzelf, een soort tweestrijd vond diep in mij plaats. Ik vroeg mij af: heb ik, een sur-vivor, een overlevende, het recht om 'stil' te zijn? Of moet ik mijzelf 'verge­ten' en aan de kinderen denken? Ik nam toen een beslissing waarvan ik nooit spijt heb gehad! Ik belde de le­raar terug, vertelde hem precies wat ik voelde en beloofde te komen 'praten'. Van slapen kwam niet veel, met moeite kon ik iets eten.

Tekening uit Auschwitz: Twee ge­vangenen, tent. Met de moed der wan­hoop.

Ik vroeg mijn zoon om achter in de klas te gaan zitten, (liefst: 'verstop je'), omdat ik voelde dat ik door mijn emo­ties niet kon praten èn mijn zoon zien. Ik heb een heel goed geheugen, da­tums, namen enz. vergeet ik niet. Toch begon ik met zweet in mijn handen en trillende benen te praten. Geheel on­voorbereid begon ik zo in 1961 en doe het sindsdien aldoor. Ik praat over de holocaust, de uitroeiing van de Joden, om verschillende redenen. Ten eerste: ter nagedachtenis van mijn vermoorde familie. Ten tweede: ter nagedachtenis van onze zes miljoen onschuldige ver­moorden. Dit is mijn verplichting in mijn hart. Maar ik praat ook over de toekomst als een verantwoordelijkheid tegenover jullie, als een boodschap en als een waarschuwing dat er nooit meer een holocaust mag plaats vinden. Ander­half miljoen Joodse, onschuldige kin­deren zijn vermoord, kinderen, velen van jullie leeftijd, die nooit een kans hebben gehad om een leven te leiden waar ze recht op hadden. Terwijl ik praat, ben ik in gedachten weer daar! Ik huil van binnen, soms kan ik niet praten, huil openlijk, ik schaam me er niet voor, dat ben ik, Eddy Wijnschenk, overlevende. Na een uur praten kwamen er veel vra­gen; terwijl ik praatte, kon men een speld horen vallen. Dat is nu elf jaar geleden. Sinds 1961 ga ik naar scholen, kerken enz. enz. Ieder jaar vraagt de rabbijn van onze synago­ge mij om voor de kinderen te praten. Ik vind het verschrikkelijk! Als ik na afloop thuis kom, ga ik naar bed. Ik ben volkomen leeg, ik geef alles wat ik heb. Toen begon ik contact op te nemen met radiostations. Vele hebben een programma met een gast en men kan opbellen om de gast vragen te stellen. De interviewer van zo een programma heeft de verantwoording dat het een 'topprogramma' wordt. Daarom wor­den er grotendeels mensen als gast uit-genmodigd die 'bekend' zijn. Natuur­lijk kreeg ik 'neen' op mijn verzoek eens gast te zijn, maar ik gaf het niet op! Het was en is mijn verplichting om te vertellen, vertellen zolang ik de kracht heb, want als wij, overleven­den, er niet meer zijn, wie doet het dan? Onze groep wordt kleiner en

kleiner en over 5, 10 of 15 jaar is er misschien geen survivor meer in leven. De verplichting die ik voel maakt mij zo sterk dat ik moet slagen. Eindelijk, in november 1978, kreeg ik een kans om gast te zijn in een radioprogram­ma. Ik was nog nooit in een radiostu­dio geweest, laat staan dat ik ooit voor een microfoon had gepraat. Dat ik bang was is te zacht uitgedrukt. Ik mocht als het 'goed' ging een uur praten en een uur vragen van de luiste­raars beantwoorden. Sinds 1978 ben ik gast geweest in elf verschillende radio­programma's. Sommige stations vra­gen mij zelfs opnieuw. Het is mijn opinie dat alle overleven­den de verantwoordelijkheid hebben om te vertellen. Ja, het doet pijn, ja, we huilen, ja, het duurt twee tot drie da­gen om bij te komen. Maar hebben wij overlevenden het recht om onze kinde­ren, kleinkinderen, ja alle kinderen de wetenschap van de verschrikkelijke massamoord op onze zes miljoen te onthouden? Vrienden, overlevenden, als het moge­lijk zou zijn onze geliefden, die zijn vermoord, één vraag te stellen en die vraag is: 'Wat willen jullie dat ik, over­levende, doe?', dan zou het antwoord zijn: 'Vertel, vertel, vertel.' Zij die er niet meer zijn kunnen die vraag niet beantwoorden, hun stem­men zijn er niet meer. Maar wij hebben onze stemmen, wij kunnen vertellen en wij moeten vertellen, opdat ons na­geslacht en hopelijk alle kinderen kun­nen opgroeien in vrede met al hun rechten en zonder angst voor de tik op de deur.

Eddy Wijnschenk San Bruno,

California, USA

BETH SIMCHA Beth Simcha zal weer over enige tijd een spreekuur bejaardenhulp JMW houden op maandag, dinsdag en woensdag van 12.45 tot 13.45 uur. Nu al is er elke zondag van 13 -17 uur in­stuif. Op 20 september is iedereen welkom op de Rosj-Hasjanareceptie. Op 27-9 is het huis wegens Jom Kippoer geslo­ten, maar op de overige maandag-, dinsdag- en woensdagmiddagen wordt er gediscussieerd en gekiend, worden er dia's vertoond of zang- resp. klein-kunstprogramma's geboden. Inlichtingen zijn te verkrijgen op het clubadres Beth Simcha, de Lairesse-straat 13, tel. 020-738780.

Page 8: Auschwitz Bulletin, 1982, nr. 06/07/08/09 Juni - September

Portegiezen en Tedescos Persoonlijk 'Portegiezen en Tedescos...' het klinkt als een historisch verhaal. Dat was het ook, deze nu voorbije tentoonstelling in het toekomstige Joods Historisch Museum, eens de Grote Synagoge van de Hoogduitse of Asjkenazische Jo­den. De geschiedenis van de twee Joodse gemeenten, die, de een op de vlucht voor de Inquisitie, de andere voor oor­logsgeweld, hier voor eeuwen een vei­lige haven vonden. Veiligheid en be­scherming, vooral vergeleken met de 17de eeuwe wereld om de Republiek der Verenigde Nederlanden heen en in het bijzonder in Amsterdam, Mokum Alef, de Eerste Plaats. Het Joodse leven in Amsterdam bloei­de dan ook als zelden tevoren in de Joodse geschiedenis en niet voor niets lieten de Portugese — eigenlijk uitge­weken Spaansen, en uiterlijk Katholiek geworden — Joden hun Synagoge uit­voeren als navolging van de tempel te Jeruzalem, door een Amsterdamse bouwmeester. Het is niet moeilijk, uitgaande van de huidige en gewenste discriminatie-

Rachel Over de jaren van oorlog en vervolging verschijnt voortdurend meer. En, wat goed is, juist ook voor kinderen. Meermalen hebben wij dit soort boe­ken al aanbevolen. Rachel, een meisje als jij! door Kitty Coster vertelt de belevenissen van een niet-Joods meisje met haar Joods vriendinnetje van 1939 tot, zeg '43, het bittere eind. Rachel is een eenvoudig, zuiver ver­haal. Kinderen, vooral meisjes, van een jaar of tien, elf zullen er veel in her­kennen (zoals de ondertitel al sugge­reert) en daarom het verre en vreemde in zich opnemen van een verleden en vergleden tijd, die voor hun grootou­ders nooit meer overgaat. Een uitgelezen cadeautje dat weer een steentje bijdraagt om actief en op je hoede te zijn. Een kleine opmerking: in het slot­hoofdstukje moordt Hitler de Joden uit om hun geloof, maar de nazi's

wetgeving, het hoofd te schudden over de beperkingen die de Joodse groep toch nog had te verduren; terecht wij­zen de samenstellers van de catalogus op de opmerkelijke ruimheid van op­vattingen en gedrag te Amsterdam. Niemand minder dan Hugo de Groot kreeg de opdracht van de Staten van Holland, die een algemene en geen louter stedelijke regeling wilden, een 'Ordre' op de Joden op te stellen. Reli­gieuze en handelsvrijheid werd daarin vastgelegd. Van gettobewoning, zoals elders, was geen sprake. Zowel het Romeinse recht als de voorzienigheid Gods en de Christelijke naastenliefde kwamen er bij de Groot aan te pas om de door hem gewenste tolerantie te motiveren. Het Christendom mocht geen gevaarlijke invloed ondergaan, geduld, niet gelijkgesteld werden de Joden. De Staten volgden het advies van de beroemde jurist niet, zodat de steden, allereerst Amsterdam, vrije armslag behielden. Wel werd een apart kenteken voor Joden, elders nogal eens geëist, in geheel Holland verboden.

E.T.

moordden wegens zg. ras. Uiteraard zijn alleen via een kerkgenootschap Jo­den te vinden, maar ongelovige of ge­doopte Joden werden evengoed uitge­roeid als orthodoxe. De schrijfster lukt het uitstekend de stappen en voorschriften die de Ra­chels en hun buurt naar de gruweldood voerden uit te stippelen zonder de in­gehouden toon los te laten. Rachel is een aanwinst. 'Wij kunnen Rachel niet meer redden', zegt rabbijn Sjalom Awraham Soeten-dorp in zijn woord vooraf. 'Maar wèl zullen jullie, wanneer jullie volwassen zijn, samen kunnen zorgen dat de we­reld rustig en veilig is voor iedereen!' Laten we het hem helpen hopen.

E.T.

Rachel, een meisje zoals jij! Kruse-man's Uitgeversmaatschppij b.v., Den Haag, 1982. Prijs: ƒ 10,90.

Met grote voldoening vernamen wij dat dr. Hans Hers, wijd en zijd bekend als internist van Centrum 45 te Oegst-geest ridder in de orde van de Neder­landse Leeuw is geworden. Dr. Hers, verzetsstrijder van het eerste uur, vier jaar lang gevangene van de nazi's, heeft ongetelde oud-gevangenen medisch en menselijk bijgestaan. Hij heeft zich een onvervangbare plaats verworven in het hart van zijn patiënten, voor wie geen moeite hem teveel is. Dr. Hers hield een korte, ontroerde en ontroerende toespraak. Een andere veelzijdige en in verzets­kringen bekende arts is deze zomer overleden: de Haagse huisarts Jan Beunders. Op allerlei manieren heeft hij al deze jaren op de bres gestaan voor zijn vele vrienden. De Stichting Centrum '45 heeft sinds 1 juli een nieuwe directeur. Hij zal de al­gemene zaken van het leiden van het Centrum regelen. Als psychiater fungeert al enige maan­den de heer A. Boomer. Een nieuwe directeur treedt vanaf 1 september ook op bij Joods Maat­schappelijk Werk (JMW) te Amster­dam. Het is de heer Michael Rosegg, die te Tel Aviv is geboren en in Am­sterdam heeft gestudeerd. Hij is de op­volger van drs. Nico Boeken, die met vervroegd pensioen is gegaan. Ons co­mité en onze lezers zullen van Nico Boeken nog veel horen.

Felix Nussbaum

In mei waren in de Haarlemse Vishal schilderijen te zien van Felix Nuss­baum, een Duitse Joodse schilder, die in 1944, veertig jaar oud vanuit Brussel naar Auschwitz is gebracht en ver­moord. Tot april van dat jaar heeft hij gewerkt aan de schilderijen die in Haarlem waren te zien. De voorstellingen van dood en prikkel­draad zijn dus geen neerslag van kam­pervaringen, maar de visie van een on­dergedoken Jood.

Alle foto's in dit nummer zijn gemaakt naar dia's van Jacques I. Furth.