Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 09/10 September Oktober

6
nederlands auschwitz comité 17de jaargang, nr. 9-10 sept.-okt. 1973 secr.: victorieplein 32', amsterdam-z., postgiro 293087 bankrek.: AMRO, bijk. van baerlestraat, amsterdam-z. gem.giro N 5500 N.A.C. red.: amsteldijk 23, amsterdam-z Geen grap en geen museumstuk Een nieuw werkseizoen heeft inge- zet. Nu is vakantietijd zelden kom- kommertijd geweest: zijn niet twee wereldoorlogen in de zomerweken uitgebroken? In vredestijd gaan con- ferenties, overleg en uitvoering van besluiten gewoon door. De nieuwe regering moest lang voor prinsjesdag aan de slag, zoals wij al- len hebben gemerkt en u hierachter kunt lezen. Er komt dan ook voor onze mensen iets uit de bus. Er zijn zowaar als de vanouds beken- de zeeslang weer berichten over de drie van Breda opgedoken in een deel van de pers. De minister-president heeft daarna op zijn persconferentie nadrukkelijk verklaard en dit ook later tegenover leden van het Cen- traal Orgaan Voormalig Verzet en Slachtoffers herhaald dat geen en- kele stap t.a.v. de drie of een van hen zal worden gedaan zonder vooraf- gaand beraad met dit Centraal Or- gaan. Er bestaat daarnaast een schriftelijke belofte van de minister van justitie van Agt met dezelfde in- houd. Er is in deze wel verband gezocht met het regeringsjubileum van ko- ningin Juliana en de gevoerde dis- cussie over amnestie. Het kan zijn. Maar merkwaardig lijkt ons dat over onze oostgrens al geruime tijd een campagne wordt gevoerd voor vrij- lating van deze drie en hun kompaan Kappler, die in Italië vastzit. Wij herinneren ons dat de gevangenhou- ding van de laatste „goed voor het museum" werd geacht door niemand anders dan Bondskanselier Willy Brandt. Is werkelijk alle nazirommel en fascisme louter museum werk? Laat ons een ogenblik niet denken aan de nog steeds lijdende slacht- offers en ook niet aan de pakhuizen vol ijzeren en hakenkruizen, die grif genoeg van de hand gaan. Laat ons niet eens stilstaan bij vice-admiraal Poser, die de NAVO-ministers van buitenlandse zaken in juni 1973 zo hartroerend de gevaren ter zee, te land en in de lucht voorhield; hij kan het weten ,een dertig jaar geleden joeg hij met zijn duikboot het Ne- derlandse vrachtschip Winterswijk naar de kelder. Of bij oud-Wehr- machtsofficier Ernst Feber, die nu in Limburg NAVO-chef wordt, ook over Nederlandse jongens. Geen museumstuk is „Die Auschwitz- lüge", een pas verschenen werkje van een zekere M. Roeder. „Mij viel op hoe elegant onze gevangenen waren gekleed. Ook schoonheidsverzorging ontbrak niet," verzekert de schrijver over het dodenkamp. Wat daar in zijn voorstelling wel ontbrak waren de gaskamers. „De totale verliezen (als bij een leger red.) van de joodse bevolking bedroegen 200.000" . . . Uiteraard wil de schrijver Rudolf Hess vrij en het Duitse rijk hersteld hebben. En toch is de uitgeverij waar dit fraais verschijnt van „Gemein- nutz" verklaard. „Deutschland ruft dich", een lofzang op het Hitier- regiem van ene Banszerus, stelt het aantal gedode joden op 300.000, „waarschijnlijk slechts een fragment- je van wat het Duitse volk aan on- schuldig vermoorden te betreuren heeft." HITLER-MODE „Hitier is een mode-artikel gewor- den", schreef dr. Berman te Tel Aviv o.a. over de acht boeken aan Hitier gewijd, volgens sommigen een symp- toom zo niet van terugkeer van sym- pathie voor de 'Führer', de schepper van het misdadige 'Derde rijk', toch in ieder geval van heimwee, in het bijzonder bij de oudere generatie in West-Duitsland, het verlangen naar het gouden tijdperk, toen Hitiers moordregiem zegevierde, toen hij de heerser over heel Europa was. Een deel van de publicisten ziet in dit verschijnsel een vrij gevaarlijke reac- tie van bepaalde maatschappelijke kringen ... en een heel of half be- wust streven naar een 'sterke man' die 'orde' in de wereld zou scheppen. Zij zien de nieuwe 'Hitlergolf' en de 'Hitler-mode' als een symptoom van openlijk of verdekt neo-nazisme en neo-fascistische stromingen voor de toekomst." Sterke kritiek rees bij de vertoning van de film „De laatste tien dagen van Hitier", een Brits-Italiaanse co- productie, waarin de beroemde ac- teur Alec Guinnes Hitier als een hys- terische psychopaat uitbeeldt. „Deze film," aldus wordt de kritiek samen- gevat, „maakt Hitier los van het ge- hele afschuwelijke nazi-systeem, los van het gehele terroristische appa- raat van S.A. en S.S., van de nazi- Wehrmacht, zelfs los van de Hitier- partij. De film maakt Hitier los van het historische proces, van de tien- tallen sociale, economische en poli- tieke feiten, deels specifiek Duitse en deels meer algemene, die hebben ge- leid tot fascistische regiems niet al- leen in Duitsland, maar ook in Ita- lië, in Spanje en in Portugal. Deze film wekt de belachelijke indruk dat het fascistische Derde rijk is ontstaan door toedoen van een geestelijk ge- stoorde, een psychopaat... Deze film desoriënteert de kijkers ... en heeft de tendens Hitier a-politiek te doen voorkomen. Het hoofdthema: hoe mesjogge Hitier was." Protest en waakzaamheid tegen het „Hitler-festival" met zijn vloedgolf van boeken (heruitgaven van Mein Kampf!), films en platen van Hit- Iers bloeddorstig gebral achten ook wij geboden. Ook volgens ons lijdt het geen twijfel dat de nieuwe Hit- ler-mode direct of indirect de neo- nazi of fascistische bewegingen steunt. „Zijn er duistere figuren be- zig om op deze wijze op te wekken tot een hernieuwde nazistische maat- schappij te komen?" wordt in het augustus-nummer van Aantreden van de Expogé gevraagd. Ook hier te lande blijkt een neiging om het inlandse fascisme of schoon te wassen of als alleen maar dol- komisch voor te stellen. Het eerste Vervolg op pagina 2

description

secr.: victorieplein 32', amsterdam-z., postgiro 293087 bankrek.: AMRO, bijk. van baerlestraat, amsterdam-z. gem.giro N 5500 N.A.C. red.: amsteldijk 23, amsterdam-z Vervolg op pagina 2 17de jaargang, nr. 9-10 sept.-okt. 1973 kunnen rooien, maar een weg terug naar Nederland is er ook niet. Vervolg van pagina 1 N.A.C. Jos Slagter

Transcript of Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 09/10 September Oktober

Page 1: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 09/10 September Oktober

nederlands auschwitz c o m i t é

17de jaargang, nr. 9-10 sept.-okt. 1973

secr . : victorieplein 32 ' , amsterdam-z., postgiro 293087 bankrek.: AMRO, bijk. van baerlestraat , amsterdam-z. gem.giro N 5500 N.A.C. red.: amsteldijk 23, amsterdam-z

Geen grap en geen museumstuk Een nieuw werkseizoen heeft inge­zet. N u is vakantiet i jd zelden kom­kommert i jd geweest: zijn niet twee wereldoorlogen in de zomerweken uitgebroken? In vredestijd gaan con­ferenties, overleg en uitvoering van besluiten gewoon door. D e nieuwe regering moest lang voor prinsjesdag aan de slag, zoals wij al­len hebben gemerkt en u hierachter kunt lezen. E r k o m t dan ook voor onze mensen iets uit de bus. E r zijn zowaar als de vanouds beken­de zeeslang weer berichten over de drie van Breda opgedoken in een deel van de pers. D e minister-president heeft daarna op zijn persconferentie nadrukkel i jk verklaard en dit ook later tegenover leden van het Cen­traal O r g a a n Voormal ig Verzet en S lachtof fers herhaald dat geen en­kele stap t .a .v. de drie of een van hen zal worden gedaan zonder vooraf ­gaand beraad met dit Centraal O r ­gaan. E r bestaat daarnaast een schrifteli jke belof te van de minister van justitie van Agt met dezelfde in­houd.

E r is in deze wel verband gezocht met het regeringsjubileum van k o ­ningin J u l i a n a en de gevoerde dis­cussie over amnestie. H e t kan zijn. M a a r merkwaardig li jkt ons dat over onze oostgrens al geruime tijd een campagne wordt gevoerd voor vri j ­lating van deze drie en hun kompaan Kappler , die in I ta l ië vastzit . Wi j herinneren ons dat de gevangenhou­ding van de laatste „goed voor het museum" werd geacht door niemand anders dan Bondskanselier Wi l ly B r a n d t . Is werkeli jk alle nazirommel en fascisme louter museum werk? L a a t ons een ogenblik niet denken aan de nog steeds lijdende slacht­offers en ook niet aan de pakhuizen vol ijzeren en hakenkruizen, die grif genoeg van de hand gaan. L a a t ons niet eens stilstaan bij vice-admiraal Poser, die de N A V O - m i n i s t e r s van

buitenlandse zaken in juni 1973 zo hartroerend de gevaren ter zee, te land en in de lucht voorhield; hij kan het weten ,een dertig j a a r geleden joeg hij met zijn duikboot het N e ­derlandse vrachtschip Winterswijk naar de kelder. O f bij oud-Wehr-machtsoff ic ier Ernst Feber, die nu in Limburg N A V O - c h e f wordt , ook over Nederlandse jongens. Geen museumstuk is „Die Auschwitz-lüge" , een pas verschenen werkje van een zekere M . Roeder . „Mi j viel op hoe elegant onze gevangenen waren gekleed. O o k schoonheidsverzorging ontbrak n i e t , " verzekert de schrijver over het dodenkamp. W a t daar in zijn voorstelling wel ontbrak waren de gaskamers. „ D e totale verliezen (als bij een leger — red.) van de joodse bevolking bedroegen 2 0 0 . 0 0 0 " . . . Ui teraard wil de schrijver R u d o l f Hess vrij en het Duitse rijk hersteld hebben. En toch is de uitgeverij waar dit fraais verschijnt van „Gemein-n u t z " verklaard. „Deutschland ruft d ich" , een lofzang op het Hi t ie r -regiem van ene Banszerus, stelt het aantal gedode joden op 3 0 0 . 0 0 0 , „waarschi jnli jk slechts een fragment­je van wat het Duitse volk aan on­schuldig vermoorden te betreuren h e e f t . "

H I T L E R - M O D E

„Hi t ie r is een mode-art ikel gewor­den" , schreef dr. Berman te Te l Aviv o.a. over de acht boeken aan Hit ier gewijd, volgens sommigen een symp­toom zo niet van terugkeer van sym­pathie voor de 'Führer ' , de schepper van het misdadige 'Derde ri jk' , toch in ieder geval van heimwee, in het bi jzonder bij de oudere generatie in West-Duits land, het verlangen naar het gouden ti jdperk, toen Hit iers moordregiem zegevierde, toen hij de heerser over heel Europa was. Een deel van de publicisten ziet in dit

verschijnsel een vrij gevaarli jke reac­tie van bepaalde maatschappeli jke kringen . . . en een heel o f hal f be­wust streven naar een 'sterke m a n ' die 'orde ' in de wereld zou scheppen. Zi j zien de nieuwe 'Hi t lergol f ' en de 'Hi t ler -mode ' als een symptoom van openlijk of verdekt neo-nazisme en neo-fascistische stromingen voor de toekomst . " Sterke krit iek rees bij de vertoning van de f i lm „ D e laatste tien dagen van H i t i e r " , een Bri ts- I tal iaanse co­productie , waarin de beroemde ac­teur Alec Guinnes Hi t ier als een hys­terische psychopaat uitbeeldt. „Deze f i l m , " aldus wordt de krit iek samen­gevat, „ m a a k t Hi t ier los van het ge­hele afschuweli jke nazi-systeem, los van het gehele terroristische appa­raat van S .A. en S.S. , van de nazi-Wehrmacht , zelfs los van de H i t i e r -part i j . D e f i lm m a a k t Hi t i e r los van het historische proces, van de tien­tallen sociale, economische en poli­tieke feiten, deels specifiek Duitse en deels meer algemene, die hebben ge­leid tot fascistische regiems niet a l ­leen in Duitsland, m a a r ook in I t a ­lië, in Spanje en in Portugal . Deze f i lm wekt de belacheli jke indruk dat het fascistische Derde rijk is ontstaan door toedoen van een geestelijk ge­stoorde, een p s y c h o p a a t . . . Deze f i lm desoriënteert de kijkers . . . en heeft de tendens Hi t ie r a-polit iek te doen voorkomen. H e t hoofdthema: hoe mesjogge Hi t ier w a s . " Protest en waakzaamheid tegen het „ H i t l e r - f e s t i v a l " met zijn vloedgolf van boeken (heruitgaven van Mein K a m p f ! ) , f i lms en platen van H i t -Iers bloeddorstig gebral achten ook wij geboden. O o k volgens ons lijdt het geen twijfel dat de nieuwe H i t ­ler-mode direct o f indirect de neo­nazi of fascistische bewegingen steunt. „Zijn er duistere figuren be­zig om op deze wijze op te wekken tot een hernieuwde nazistische m a a t ­schappij te k o m e n ? " wordt in het augustus-nummer van Aantreden van de Expogé gevraagd. O o k hier te lande bli jkt een neiging om het inlandse fascisme of schoon te wassen of als alleen maar dol­komisch voor te stellen. H e t eerste

Vervolg op pagina 2

Page 2: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 09/10 September Oktober

Pensioen en W.U.V Weinig lezers is het onbekend dat het N . A . C . al meer dan acht j aar op pad is voor het verkri jgen van pensioen voor vervolgden. W e zijn nu zover dat er een aparte wet is ( W . U . V . ) die nu wordt toegepast. H o e en wanneer, dat leest u elders in dit b lad. Die re­geling is nog geen pensioen. Hebben wij nu ons standpunt verlaten? H e ­lemaal niet. Wi j hebben een succes bereikt, er is een belangri jke stap voorwaarts gedaan. O o k daarna zul­len er nog wensen bli jven. O n z e al­lereerste wens is nu dat de wet snel wordt uitgevoerd en de mensen zo weinig mogeli jk hoeven te wachten — hoevelen hebben niet gewacht tot het te laat is? Wij blijven vasthouden aan ons ver­langen: volledige pensionering zeker v c o r oud-gevangenen. D i t , het standpunt van ons comité, hebt u in al onze publicaties kunnen volgen. H e t komt overeen met de op­vatt ing van drs. V o o g d , lid der 2e K a m e r , die ons het volgende schreef:

Enige tijd na het optreden van het kabinet Den U y l werd ik door een redacteur van het Nieuw Israëlitisch Weekblad benaderd met de begrijpe­lijke vraag of ik, nu er een nieuw kabinet was, een poging zou doen om alsnog de perasioewregering voor de vervolgden te realiseren. I k heb geantwoord nog altijd vol ­strekt overtuigd te zijn van de recht­vaardigheid van zulk een regeling, maar dat ik, voorlopig althans, geen motie terzake zou indienen. D e reden daarvoor is dat de K a m e r nu een­maal de Uitkeringsregeling had aan­vaard , de uitwerking en realisering daarvan, mede gezien de grote toe­loop, veel tijd heeft gekost, en het mij bekend was dat het ministerie, na samen met de Uitker ingsraad met grote toewijding eraan te hebben ge­werkt , de zaak nu vrijwel rond had. D a t nu weer doorkruisen met een

motie voor een andere regeling zou betekenen dat de vervolgden, die al zo lang wachten, nóg weer een tijd langer zouden moeten wachten, om­dat een nieuwe (pensioen) regeling weer een aanzienli jke tijd van uit­werking vergt. I k zou daarmee de vervolgden geen dienst bewijzen, te­meer omdat de door de K a m e r aan­genomen motie wel geen optimale rechtvaardigheid geeft, maar wel een aantal verbeteringen aanbracht . H e t onder deze omstandigheden in­dienen nu van een pensioenmotie zou m.i. minder het belang van de ver­volgden dienen dan wel een polit ieke manoeuvre zijn; tegen het betrekken van de vervolgden in de part i jpol i ­tiek heb ik nu juist alti jd bezwaar ge­had.

Brief uit Californië Ik ben 35 j aar en was met mijn moe­der Celine drie j a a r in Bergen-Belsen. Zoals zovele Nederlanders woonach­tig in Amerika heb ook ik afstand van mijn Nederlandse nationaliteit gedaan. Nie t vri jwillig, m a a r er zijn hier bepaalde jobs die je alleen maar kunt krijgen, indien je de Ameri ­kaanse nationaliteit bezit . H i e r in Los Angeles alleen al wonen zo 'n paar honderd Nederlanders , die net als ondergetekende geen kans op een uitkering hebben, alleen maar omdat zij van nationaliteit zijn veranderd. Ongeveer twee j a a r geleden hebben wij een brief aan H . M . Koningin

Ju l iana geschreven en haar verteld wat de reden van de afstand van on­ze Nederlandse nationaliteit was ; dat we dit noodgedwongen moesten doen, omdat de ouderen onder ons in hun vaderland geen huisvesting kon­den krijgen, noch een bestaan konden opbouwen en dat de Nederlandse re­gering ons in geen enkel opzicht de helpende hand heeft toegereikt. D e enige hoop van dat handjevol over­levenden was Amerika en, zoals hierboven reeds gezegd, hebben som­mige ex-gevangenen hier weer een bestaant je kunnen opbouwen. Helaas zijn er zovelen die het ook hier niet

kunnen rooien, m a a r een weg terug naar Neder land is er ook niet.

Deze brief uit Los Angeles spreekt voor zichzelf . Beter kunnen wij ons standpunt niet toelichten, dat im­mers steeds inhield: niet alleen de emigratie, m a a r ook het opgeven van het Nederlanderschap is bij veel men­sen de reactie op de vervolging ge­weest en direct voortgevloeid uit hun oorlogslot. Deze mensen zijn in N e ­derland vervolgd en hebben nog van de nasleep daarvan te lijden. Wi j bl i j ­ven voor hun rechten opkomen. D e huidige wet voorziet daarin nog niet. Wi j willen dat deze wet volledig w o r d t toegepast en uitgevoerd, m a a r vergeten onze verre vrienden niet.

N.A.C.

Vervolg van pagina 1

vindt men in , .De Nederlandse fas­c is ten" door W i m Zaal , die dezelfde lieden al eens als „ D e herstel lers" heeft afgeschilderd. „Mussert is nooit komiek geweest, maar alti jd be lachel i jk" , schreef A . Koolhaas in Vr i j Neder land ( 2 2 -9) boven zijn recensie van Adriaan Venema's „Mussert" . M e t de criticus begrijpen wij niet hoe de toneelgroep die vorig j aar met „ D e k a n n i b a l e n " zozeer „nooit meer A u s c h w i t z " uit­droeg zich nu bezondigt aan „een

infame bagatellisering van het fas­c isme" . W a t de auteur „aan de kaak wilde stellen is te gevaarli jk om met een reeks grappen af te doen" , aldus J o o p Bromet in het N . I . W . van 2 1 - 9 . „Mussert . . . als een anti-held te por­tretteren is gevaarli jk en getuigt van een volledig voorbijzien aan wat er werkeli jk is gebeurd tijdens de T w e e ­de Wereldoorlog. Een visie die alleen m a a r blind kan maken voor toekom­stige gebeurtenissen." Toekomstige en huidige, mogen wij wel zeggen. „Bruut fasc isme" noem­

de de minister-president wat zich in Chi l i afspeelt . E r ligt een oceaan en een hal f rond tussen hier en daar . M a a r wij weten dat er ondanks die afstanden samenhang bestaat en niet alleen symbolisch: de I . T . T . die daar een duistere rol speelt, steunde hier v lakbi j destijds Hi t i e r . In elk geval is het bemoedigend dat zoveel Neder ­landers de les hebben geleerd en geen enkel fascisme, niet van toen en niet van nu, niet van hier en niet van daar willen vergoeli jken of grappig vinden. W a n t het is geen grap, zo­min als een museumstuk.

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 09/10 September Oktober

Gesprek in Rijswijk De chaos wordt stopgezet

O p 16 juli j .1 . togen vi jf man, onder wie drie vrouwen van het Neder ­lands Auschwitz Comité naar het ministerie van C R M in Ri jswi jk. Wi j maakten daar kennis met de U i t k e -ringsraad en hadden daarna een ern­stig en openhartig gesprek met de nieuwe staatssecretaris, de heer W . Meijer en een hoge ambtenaar , de heer P . Versteeg.

Inhoud van het gesprek was de cri­tiek die wij in verschillende num­mers van ons blad hebben gebracht op de enorme stagnatie bij het in werking treden van de nieuwe wet v o o r oorlogsslachtoffers , nu genoemd de W . U . V .

Wi j namen geen blad voor de mond en zeiden wat u hier herhaaldeli jk hebt gelezen en nog veel meer. E r bleek op het departement al een tus­sentijds rapport voor de Tweede k a ­mer te zijn gemaakt dat o.i. volledig aangaf w a t er moet gebeuren om de achterstand enigermate te verkleinen.

Inmiddels hebt u de brief van het ministerie ontvangen over de nieuwe voorschotregeling op uitkeringen en medische en sociale begeleiding. E r wordt nu in Ri jswijk snel gewerkt. H e t is voor ons allen van belang dat ons blad er goed wordt gelezen. N o g belangri jker is de grote waardering die de staatssecretaris uitte in de woorden: „Comité , ga zo voort in uw en in ons belang. Wi j komen hier­door rechtstreeks te weten w a t onder uw aanhang van slachtoffers lee f t . " E r is nu eindelijk schot gekomen in de uitvoering van de nieuwe wet. O n z e act ivitei t en ons contact met u hebben de regering ertoe gebracht verstrekkende maatregelen te nemen: meer dan honderd ambtenaren erbij , meer vri jheid voor die ambtenaren om handelend op te treden en snel verstrekte voorschotten. D o o r de snelheid waarmee voorschotten nu worden verstrekt zijn fouten niet uit­gesloten. D e staatssecretaris heeft ons verzekerd dat er van terugbetalen van teveel uitgekeerde voorschotten geen sprake zal zijn, ook niet als de aanvraag van de betreffende persoon later wordt afgewezen.

N a af loop van het openhartige en nuttige gesprek dat wij met hem had­den, zei de staatssecretaris dat hij graag regelmatig contact met ons zou willen houden. Wi j zijn daar heel blij om.

H e t gesprek in Ri jswijk heeft beves­tigd hoe positief de rol van ons co­mité is en hoezeer het uw steun in alle opzichten verdient .

De oplossing Wij moeten ons goed voor ogen stel­len dat de Uitkeringsraad voor een onmogeli jke taak stond. H e t actieve ingrijpen van de staatssecretaris en de enorme inspanningen van de uit­keringsraad onder de bezielende lei­ding van de toekomstige secretaris, de heer Lemaire , hebben in een be­trekkeli jke korte tijd al een sprong in de goede richting mogelijk gemaakt . N u moet er ook nauwlettend op wor­den toegezien dat de sociale diensten van de diverse gemeenten dit v lot af ­werken, opdat geen stagnatie ont­staat door een kortzichtige perso­neelspolitiek.

Amsterdam toont karakter Verheugend is het nu al te kunnen melden dat alle voorschots-beschik­kingen die Amsterdam uit Ri jswijk heeft ontvangen, al zijn verwerkt . Een heel groot compliment voor de ambtenaren van Amsterdam: de be­schikkingen die zij uitgeven en die volledig in orde zijn bevonden, sprin­gen uit boven het schema volgens de vastgestelde algemene bepalingen van Ri jswi jk.

De uitkeringsraad blijft verantwoordelijk D a t de uitkeringsraad niet alles al­leen kan is heel begrijpeli jk. Ze wordt daarom bijgestaan door geneeskundi­gen, juristen en grotendeels door de Stichting ' 4 0 - ' 4 5 . V o o r de te nemen beslissingen bli j f t zij echter verant­woordeli jk . Als kritische kant teke­ning: er wordt gesproken over het aantrekken van o.a. twee dienst­plichtige artsen. Wi j hebben niets te­gen deze jonge artsen, maar betwi j fe­len sterk of zij voldoende van de specifieke problemen van onze men­sen op de hoogte zijn.

Hoe liggen de bedragen? Hoewel de regering een maximaal bruto-bedrag van 8 5 % van ƒ 1300 per maand als voorschot op een de­finitieve uitkering heeft gesteld, zul­len de meeste bedragen naar onze mening veel lager liggen. H e t inko­men dat bi jna iedereen in verschil­lende vormen heeft wordt hier gro­tendeels op gekort . D e bevroren bedragen van hen die onder de R O I en I I vielen (meestal niet- joodse Nederlanders) zullen eveneens in de richting van de W . U . V . worden verhoogd. Deze ver­hogingen nemen ook in oktober een aanvang. D a t is ook wel nodig: het waren schandalig lage bedragen van een twintig en dertig gulden per maand.

Onze algemene indruk U i t het bovenstaande ziet u de stand van zaken. H e t bestuur van de Stichting ' 4 0 - ' 4 5 werkt nog steeds aan de voorbereiding van de nieuwe opzet : te zijner tijd zal de St icht ing de hele afwikkel ing op zich nemen. D a t geeft nu stagnatie en hoe hard er ook door de overbelaste ambtenaren wordt gewerkt, naar onze mening is dit een ernstige zaak. E r bestaan bij de Stichting plannen om de overna­me in gedeelten te gaan uitvoeren. D e praktische verwezenli jking kan pas in 1974 worden tegemoet gezien. In feite betekent dit dat dan pas de definitieve uitbetalingen werkel i jk­heid gaan worden. E r zal nog heel en heel veel werk verzet moeten worden voor wij zul­len beschikken over een soepel uitke­ringsapparaat dat a la minute de be­staande en ontstaande tekorten kan opvangen. Gezien de leefti jd en ge­zondheidstoestand van velen van on­ze mensen kan dat lange wachten voor al te velen rampzalig zijn.

Jos Slagter

Voorschotten E r zou nu wat gebeuren, dachten wij na het gesprek in Ri jswijk en die in­druk is juist gebleken. D e wachten­den — het zijn er meer dan de 7 0 0 0 , wat wij eerst schatten, hebben allen een brief uit Ri jswi jk ontvangen. Een extra-nummer van ons blad, dat wij een ogenblik hebben overwogen, bleek niet meer nodig. O m over enige exacte ci jfers en in­zichten te kunnen beschikken hebben wij hier en daar bij off ic iële instan­ties ons licht opgestoken. O p 7 sep­tember gingen wij weer naar Ri j s ­wijk om u kersverse inlichtingen te geven. D e cijfers worden hier zo summier mogeli jk weergegeven om verwarring te voorkomen. O p 2 0 juli begon de verzending van de formulieren voor voorschotten. Deze zijn onder te verdelen in a) voor periodieke uitkering

(dus vervolgden) b) voor nagelaten betrekkingen

(weduwen etc.) c ) voor bijzondere voorzieningen één

of meermalen (b .v . medische kos­ten enz.)

E r zijn totnutoe 5 0 0 0 van zulke for ­mulieren verzonden, een 8 0 0 formu­lieren gingen naar het buitenland. H e t betreft hier oude aanvragen met uitzondering van die voor sociale b e geleiding. Ongeveer 3 5 0 0 personen hebben hun formulieren alweer ingevuld terug­gestuurd, ongeveer 1 5 0 0 hebben dat

Vervolg op pagina 4

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 09/10 September Oktober

Het leven gaat door D i t interview hadden twee mede­werksters van het N . A . C . in 1 9 7 2 in Amstelveen. Wi j leggen u dit verhaal van iemand die „gewoon doorging" voor, nu er voor velen die er onder­door dreigden te gaan w a t meer uit­zicht komt . „ D a t komt door de oorlog — ik vond dat een te gemakkeli jk excuus. D a t was afgedaan, het leven lag voor me. Ik had mijn leefti jd mee. I k ben nu 4 4 . Ik kon niet bouwen op de fun­damenten van mijn jeugd. I k dacht : dat deurtje dichtklappen. V a n augustus '42 was ik ondergedo­ken, alles bij e lkaar hadden we het grandioos, hadden de mensen in de hongerwinter iets extra 's dan waren eerst moeder en ik aan de beurt . J e was jong, m a a r het zette een stem­pel op het hele leven. M e t acht a tien j a a r hoorde ik van joodse vluchtel in­gen die geld, goederen, onderdak no­dig hadden. Bi j de mobilisatie in 1 9 3 9 had vader de papieren in orde om weg te gaan. D a t k o m t niet hier, zei vader en hij wilde zijn familie en zaken niet in de steek laten. W e woonden in Groningen en verhuisden achter de waterl inie . In mei ' 42 werd vader gearresteerd — diezelfde avond ging hij naar Amersfoor t . Zet u maar een potje eten k laar , hadden ze nog tegen moeder gezegd. V a d e r is nooit teruggekomen, mijn twee zus­sen ook niet, de oudste was pas in januari '45 bij illegaal werk gepakt en nog na de bevrijding omgekomen, dat is nog erger.

N a de oorlog was ik over met moe­der; ik moest geld verdienen, had niets geleerd en ging naar de avond­school. In ' 48 zijn we getrouwd, mijn

Vervolg van pagina 3 nog niet gedaan. W a a r o m niet, daar­over bestaan verschillende meningen. Wanneer u een formulier thuis hebt en niet weet wat u er mee aan moet, bel dan een van onze mensen op of vraag het direct aan de Uitker ings­raad in Ri jswijk, tel . 0 7 0 - 94 92 3 3 .

Aanvang uitbetalingen Wanneer begint nu eindelijk de uit­betaling van voorschotten? zult u vragen. In feite is die al begonnen, al zijn de aantallen, op het ogenblik, nog laag te noemen. T o t 1 oktober j .1. was er aan de instanties van de zeven gemeenten al opdracht gege­ven tot uitbetaling aan ca . 1 3 0 0 men­sen. Binnenkort zullen grotere groe­pen een voorschot kri jgen. D e ver­houding is ca . 7 0 % voorschot op een periodieke uitkering en ca . 30°/o op een eenmalige en/of medische bege­leiding.

man had er drie en een ha l f j aar k a m p opzitten, ik wilde niet de dupe zijn van zijn oorlogservaring. H i j is acht of negen j a a r geleden in e lkaar geklapt. „ U moet niet zo hard wer­k e n " , zei de dokter . „ In het kamp moest ik hard werken, anders . . . " Toen k w a m het erun., voor het eerst. H i j is vi jftien j a a r ouder dan zijn 'eeft i jd. En toch had ik me voorge­nomen dat alles afgedaan zou zijn. Toen ik zelf een kind had en het meisje de leeftijd kreeg die voor mij verloren is gegaan, wilde ik haar al­les geven en aan alles mee laten doen, omdat ik zelf zoveel gemist had. Hoewel het me van binnen pijn deed wilde ik niet de fout maken het k ind verwend in het leven te sturen. Mijn dochter is daar nu dankbaar voor . Een kind te veel in de watten leggen is niet goed. W e stuurden haar naar een kinderboerderi j , een enig kind moet weten dat er ook andere kin­deren zijn en niet de dupe worden van wat de ouders hebben meege­m a a k t . Ze moet weten wat er ge­beurd is. M a a r dat stempel mag ik niet doorgeven. Mijn dochter heeft geleerd werk a f te maken, al is het 't schoonmaken van e^n auto. Zij is reëel. O p het lyceum vroeg ze : waar ­om beginnen we niet met de jongste geschiedenis? H e t is dat ik thuis er wel eens iets van hoor. Wi j praten er niet over. Mijn mans kampervaringen ken ik door zijn nachtmerries, nu hooguit elke maand eens, vroeger was dat om de andere nacht. H e t is er en het is niet weg te denken. H e t deurtje gaat dicht — wanneer de generatie van mijn doch­ter is uitgestorven. W e hebben wil ­lens en wetens geprobeerd onze doch­ter niet te beladen. V o o r 7 0 procent o f minder zijn we geslaagd. En om haar niet te bederven. W a a r o m heb ik geen opa? vroeg ze alti jd. Ze is nu getrouwd, zat een paar jaar in Amerika . Ze is in verwachting. In j e jonge jaren is het gemakkeli jker e lkaar te vinden, met je confl icten. O m me heen zie ik wel vrouwen die de moed opgeven. N u we samen ouder worden is het de kunst e lkaar op te vangen. W e zijn elk zelfstan­dige persoonli jkheden."

Opgetekend door E. T.

Ziek-niet ziek? Slachtoffer en/of nagelaten betrekking Al v a n a f 1 juli 1968 bestaat er een uitkering die gaat om slachtoffers en nagelaten betrekkingen en waarbi j ziek en niet ziek een rol spelen. T o c h zijn er mensen die er niet uitkomen.

Wi j hebben wel bij herhaling op deze aspecten gewezen, m a a r toch krijgen wij brieven en vragen binnen. O m het eenvoudig te houden: J kunt s lachtoffer èn nagelaten be­trekking zijn. Een uitkering wordt slechts aan één van beide gegeven. ( E r zijn uitzonderingen.) W a a r o m slechts één uitkering aan een van bei­de echtgenoten? D e wet gaat name­lijk van de kostwinner of kostwin-ster uit. D a t is in de meeste gevallen de man . Als u een gehuwde vrouw en ook een s lachtoffer bent, kunt u, wanneer dat medisch nodig wordt bevonden, medische en sociale bege­leiding aanvragen (dieetkosten, huis­houdhulp, verwarming, extra v a k a n ­tie enz. enz . ) , meestal ongeacht uw inkomen.

Een nagelaten betrekking is in de meeste gevallen een weduwe van een overleden s lachtoffer . D e weduwe kan ook s lachtoffer zijn, maar komt dan alleen in aanmerking voor de h-ovenstaande medische en/of sociale begeleiding, als ze ziek is. O m deze uitkering te krijgen moet men ziek zijn tengevolge van de oorlogsom­standigheden ' 4 0 - ' 4 5 (het zg. causaal verband) . Als nagelaten betrekking hoef t dat niet. H e t ziek zijn (als bo­ven aangegeven) geldt als eerste voorwaarde . E r zijn, zoals in bi jna iedere wet, uitzonderingen. Als u er niet uit kunt komen, informeert u dan daar w a a r u u gemeld hebt. Wi j zijn natuurli jk ook bereid u elke in­format ie te geven, m a a r sluit u dan s.v.p. een postzegel voor antwoord in.

Het invullen van het formulier

D a t van de 5 0 0 0 personen er 1 5 0 0 zijn die tot op heden hun formulier niet hebben ingevuld en terugge­stuurd wijst ons inziens op een kor t ­sluiting. H e t aanta l is volgens ons te hoog om er zo m a a r aan voorbi j te gaan. Zeker , er zijn er die om de een of andere reden er eigenlijk niet aan willen beginnen. T o c h moeten er be­paalde oorzaken zijn en wij zouden graag daarover worden ingelicht. Misschien willen zij die een formu­lier hebben gekregen, maar niet in­gezonden ons het waarom meedelen. Wi j geloven dat er een aantal men­sen zijn die het moeili jk vinden om een bruto bedrag op te geven. H e t is toch heel eenvoudig. U w bruto in­komen bestaat uit wat u in uw hand kri jgt vermeerderd met w a t u aan belasting en A . O . W . wordt afgetrok­ken. Wees niet bang ons te vragen u te helpen.

Het bestuur

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 09/10 September Oktober

Een held van onze tijd

30 jaar na de opstand van Sobibor

Dit art ikel en de bijgevoegde oproep tot de over levenden van Sobibor (en in zekere zin zijn de Nederlandse over­levende vervolgden dat alle­maal) ontvingen wij van Alexander Petsjorski uit Ros-tow a/d Don. Petsjorski , een tweede luitenant in het Rode leger, was met andere joden uit een kri jgsgevangenkamp naar de dodenfabriek Sobibor gestuurd. Drie w e k e n later, nu 30 jaar geleden, leidde hij de opstand in Sobibor, waar toen meer dan een half mi l ­joen mensen waren ver­moord, daaronder ruim 33.000 Nederlanders, een op de drie nazi-slachtoffers.

In het dodenkamp Sobibor kwam ik in september 1 9 4 3 aan met een groep die was weggevoerd uit de stad Minsk en waar in zich 2 0 0 0 man be­vonden. Vier dagen waren wij on­derweg zonder water en eetwaren in kapot te goederenwagons met 7 0 - 8 0 man in elk. Toen wij in Sobibor aankwamen werden er uit onze groep 80 man timmerlui en meubelmakers gehaald voor het uitvoeren van dringend werk en de overigen werden dezelfde dag verstikt in de gaskamers en op brandstapels verbrand. V a n a f de eerste dag van onze aan­komst in het k a m p stelden de oude gevangenen van Sobibor ons voor tot hun illegale groep toe te treden voor het organiseren van een opstand en vlucht uit het k a m p . N a onze instem­ming kreeg ik op de eerste bijeen­komst van het illegale comité de lei­ding. In de loop van enkele dagen werd door het illegale comité een plan uitgewerkt voor de opstand en de vlucht van alle gevangenen. In de ateliers lieten de fascisten de beste spullen van de vermoorde men­sen voor zich veranderen, die stuur­den ze als pakket ten naar huis. Wi j besloten deze ateliers te gebruiken voor de vernietiging van de fascis­ten.

H e t illegale comité werkte het vol­gende plan ui t :

D e opstand begon op 14 otkober 1 9 4 3 , de 22ste dag van mijn aanwe­zigheid in Sobibor , om 15 uur 30 . In sector 2 werden de spullen van de vermoorde mensen gesorteerd en werkten vier fascisten. D a a r moesten wij ze vernietigen door ze uit te no­digen een nieuwe leren jas te komen ki jken, die wij van tevoren hadden k laargemaakt . Wi j nodigden ieder af­zonderli jk uit en ruimden ze op die manier al lemaal uit de weg. O m vier uur lieten we ze een v o o r een naar de kleer- en schoenmakersateliers in sector 1 komen. Een kwart ier later

een tweede paar en nog een kwart ier later een derde paar en daar hebben we ze verniet igd; de lijken verborgen we op een vooraf in orde gemaakte plaats . O m 15 uur 30 stelt de „ k a p o " (een tolk, een gevangene) de mensen op zg. voor het werk, brengt ze naar de poort van de eerste sector en voert ze naar de hoofdpoort . Onderweg moesten wij een wapendepot aanval ­len en in geval van verzet van de kampbewaking een gevecht aangaan bij de hoofdpoort . D icht in de buurt bevond zich een bos. Bi jna alles verliep bij ons volgens het uitgestippelde plan, wij vernietigden elf fascistische officieren, een deel van de mensen maakte zich meester van het wapendepot en holde naar de hoofdpoort , naar de mijnenvelden en sneed de prikkeldraadomheining door. Velen zijn daar omgekomen. D i t gebeurde op 14 otkober 1 9 4 3 , toen de frontli jn ver, meer dan dui­zend ki lometer van het kamp a f was en daarom rekenden wij alleen op onze eigen kracht .

N a de gewapende opstand van de ge­vangenen likwideerde de SS-leiding op bevel van H i m m l e r het k a m p . D e Hit ler-misdadigers deden alles om de sporen van hun misdaden te verber­gen. D e kampgebouwen werden ge­heel vernietigd en het gehele terrein werd met jonge boompjes beplant . D e volgende dag werd door de fascisten een dri j f jacht dwars door het bos ge­organiseerd. Gemotoriseerde afdel in­gen en vliegtuigen werden ingezet. Velen werden bij die dri j f jacht ge­dood. U i t verschillende bronnen werd bekend dat ongeveer 3 a 4 0 0 man zich hebben gered. O p het ogen­blik zijn er, voorzover mij bekend, van de oud-gevangenen van het do­denkamp Sobibor ongeveer dertig mensen, verspreid in de verschillende landen van de wereld, nog in leven. V a n hen leven er zeven in de S o w ­je t -Unie .

In verband met de 30ste jaardag van onze opstand wil ik hierbij alle oud­gevangenen van Sobibor geluk wen­sen met onze overwinning op het fas­cistische dodenkamp Sobibor .

BESTE VRIEND I k wens je geluk met de 30ste ver jaardag van onze overwinning op de H i t l e r -beulen in het dodenkamp Sobibor op 14 oktober 1943 en met onze tweede ge­boortedag. O n z e overwinning en de vlucht van het hele kamp dwongen de fascisten het kamp van de aardbodem weg te vagen, daarmee probeerden zij de waarheid over de wandeden van het fascisme voor de progressieve mensheid te verbergen. Wi j oud-gevangenen van het fascistische dodenkamp hebben niet het recht dit te vergeten. Ons hele leven moeten wij de wereld de waarheid over het fascisme vertellen, over zijn beestachtige gedaante, in welke vorm het ook verschijnt. Gewezen oorlogsmisdadigers lopen nog in vrijheid rond onder bescherming van enige regeringen van kapitalistische landen. Soms verheffen die niet verslagen fascisten hun stem om opnieuw de mensheid in een smerige oorlog te slepen. Gelukkig begrijpen de mensen in de wereld dat en laten zij geen nieuwe oorlog toe. Vergeet niet dat wij in de voorhoede moeten staan en onze stem van pro­test tegen herleving van het fascisme verheffen. Vergeet het niet! Geen ruimte voor het fascisme! Neen! Beste vriend, ik wens je een goede gezondheid en veel geluk voor jezelf en je gezin.

Alexander Petsjorski leider van de opstand in Sobibor

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 09/10 September Oktober

Belangrijk: herdenking 1974 O f herdenken na zoveel jaren — en we naderen de 29ste herdenking — nog zinvol is, die vraag hoort men steeds minder. H e t is langer geleden, maar er gebeurt steeds meer wat doet denken aan Auschwitz en dus de be­vrijding van Auschwitz zinvol houdt. Juis t omdat staatsgrepen en discri­minatie, rassisme en misbruik van wetenschap hoogtij vieren, democra­tie en vrijheid van meningsuiting in woord, geschrift en ook optreden aan alle kanten bedreigd worden, daar­om is de Auschwitz-herdenking niet iets van gisteren, m a a r van vandaag. O m precies te zi jn: precies op 27 j a ­nuari, 2 9 j a a r na de dag waarop het Sowjet- leger de poorten van het gro­tendeels verlaten kamp openbrak. O o k dit j a a r zal de herdenking 's middags worden gehouden in het J o o d s Cultureel Centrum Buitenvel -dert in de van de Boeckhorsts traat te

Amsterdam Buitenveldert . Herdenken is een vorm van strijd, wi j schreven het al eerder, het ver­langen iets positiefs te doen tegen de ontmenseli jking. O n z e herdenking zal ook nu zijn doordrongen van verant­woordeli jkheid tegenover onze do­den en gericht op het welzijn van wie nu leven. H e t zal ons sterken om verantwoordel i jk verder te leven. U kunt helpen. M e t sympathie be­tuigen. D o o r anderen alvast aan te sporen mee te gaan. Als dat nog niet gaat , m a a k t u dan per giro iets over . D e toegangskaarten zijn ook ditmaal gratis. U kunt ze nu al bestellen. E n denkt u er ook aan: op 27 januari worden er weer bloemen gelegd bij de urn op de Nieuwe Oosterbergaaf-plaats . O o k u zult daar welkom zijn.

Vergeet giro 293087 of N5500 niet!

Het bestuur

Eenzaamheid In een overvol land, als het onze, zijn er zeer vele mensen, helaas, erg eenzaam. Zi j verliezen hun echtge­noot o f echtgenote. Als er al kinde­ren zijn, zijn die het huis uit en lei­den hun eigen leven en zo bl i j f t de ouder wordende en meer hulp be­hoevende mens alleen achter . In onze gejaagde samenleving, w a a r ieder zijn eigen zorgen heeft , verslapt de belangstelling voor de medemens. H e t is een probleem waarover vele humanitaire organisaties zich zorgen maken en ook de overheid aandacht aan besteedt, met f inanciële hulp al­leen is dit niet op te lossen. Met een beetje menselijk gevoel echter kan men leed verzachten en dit is een taak voor ons al lemaal . V o o r onze mensen, oud-gevangenen en nabestaanden van oorlogsslacht­offers is het probleem van de een­zaamheid nog nijpender dan voor an­deren. Zi j kwamen uit de kampen te­rug o f bleven achter zonder naaste familieleden. V o o r zover het moge­lijk was kregen zij nieuwe echtgeno­ten, nieuwe vrienden, maar ouders, broers en zusters waren verdwenen. Anderen bleven alleen en speciaal voor hen had het verdere leven geen waarde meer.

N u zij allen ouder worden en velen w a t hun nog restte, vroegti jdig ont­valt , is het leven voor hen extra moeili jk. D e verloren familieleden worden dubbel gemist; er zijn geen zusters o f broers meer om te troosten en bij te staan in hun leed. B i j veel mensen laat de fysieke toe­stand veel te wensen over en belet hun ' t huis te verlaten om gezelschap en verstrooiing te zoeken. Eenzaam

en wanhopig zijn er velen, als er al hulp komt , soms telaat , belanden zij in zieken- en bejaardenhuizen. Bi j toevallige bezoeken aan het „ C e n ­trum ' 4 5 " , aan de Jelgersma of Sinaï-kliniek komt men veel van „onze mensen" tegen. Een beetje belangstelling of een be­zoekje, voor zover men het nog kan opbrengen, wordt zeer op prijs ge­steld en kan het leed dat ziekte en eenzaamheid met zich meebrengen, iets verzachten. V o o r een beetje be­grip is dit art ikelt je bedoeld, zonder te sentimenteel te worden. Wi j doen een dringend beroep op allen om te helpen waar het mogelijk is.

Eef Furth

Wil t u ons blad lezen en blijven lezen? Hoeveel jaren achtereen hebben wij het verteld en geschreven: als u gaat verhuizen, stuur ons dan ook een kaar t ! W a t er bij u gebeurt, van verhuizen tot trouwen, stuur ons ook bericht. Geen wijziging op uw girobil jet , want dat lezen wij niet alti jd. Stuur ons gewoon een verhuiskaart . Let o p ! Ieder blad dat wij om welke reden dan ook terug ontvangen wordt uit onze kartotheek gelicht en verdwijnt voor alti jd. Ons blad wordt steeds belangri jker voor u. Een kaar t je aan ons secreta­riaat , meer is niet nodig. M a a r ook niet minder.

Administratie

V o o r z i t t e r N A C in Israël O n z e voorzi t ter , J o s Slagter bevindt zich van ha l f oktober tot hal f no­vember in Israël . Nederlanders in Israël kunnen zich schrifteli jk tot hem wenden: f a m . H . ,S. Slagter A m i d a r 18 , Nes-Zionah.

Oorlogsmisdaden en de 3 „Enkele aspecten van de strafrechte­lijke reactie op oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de mensel i jkheid" behandelt het proefschri f t van mr . C . F . Rüter , waarmee deze aan de U n i ­versiteit van Amsterdam tegelijk de doctorstitel en een professoraat ver­kreeg. O f is de volgorde net omge­keerd? H e t blad Fol ia Civi ta t is citeert R ü ­ter : „het waarom van oorlogsmisdri j­ven (is) nooit goed o n d r e z o c h t " en „de drie van Breda moeten in vr i j ­heid worden gesteld" . D e schrijver bl i jkt zich verder zorgen te hebben gemaakt over de oorlogs­misdaden gepleegd door het ver­zet . . . . R ü t e r onderscheidt (bli jkens dezelfde samenvatt ing) twee soorten cr imina­liteit in deze; de ene wordt door de overheid van de daders afgekeurd (omdat zij het oorlogvoeren bemoei­li jkt b .v . ) , de tweede wordt door die overheid niet gewenst, maar op de koop toegenomen. Wi j dachten nog steeds dat de oorlogsmisdaad die ons uit de tweede wereldoorlog maar al te goed bekend is door de nazi -over-heid was uitgedacht, georganiseerd en uitgevoerd. Befehl was inderdaad Befehl èn misdadig. Aanklagers in de Bondsrepubliek zoeken nogal eens naar bewijzen van privé-moordlust of extra-moorden bovenop het bevo­len kwantum. Overigens bli j f t ieder natuurli jk verantwoordel i jk : de uit-vaardiger en de uitvoerder van het Befehl .

D e nieuwe hoogleraar vindt levens­lang voor de drie van Breda een „in­humane s t r a f " , die zou dienen „om te boeten voor het schuldig nalaten van het Nederlandse v o l k " . D a t heb­ben we al vaker gehoord. R ü t e r gaat nog verder : hij werpt tegenstanders van vri j lating voor de voeten: „de Bi jzondere Rechtspleging wordt dan een alibi voor hen die maar al te gaarne eigen falen en eigen schuld naar de Duitsers doorschuiven." Z o loopt terecht gebrachte krit iek op de slappe berechting van Nederlan­ders die misdaden tegen de menselijk­heid begingen via gelijkstelling van door het verzet gemaakte fouten met nazi—misdaden uit op een aanklacht tegen „het Nederlandse v o l k " en ver­goelijking van de nazi 's . Koren op de revanchistenmolen.

E . T .