Klasse voor Leraren 60

40
Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen Nr.60 • December 1995 Afwezig Afwezig

description

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen. Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

Transcript of Klasse voor Leraren 60

Page 1: Klasse voor Leraren 60

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen

Nr.60 • December 1995

AfwezigAfwezig

Page 2: Klasse voor Leraren 60

(advertentie)

Page 3: Klasse voor Leraren 60

De lerarenopleiding wordtgrondig hertekend. p. 28-29.

Afwezig en niemand merkthet. Vizier p. 4-11.

Achter het masker van deleraar. p. 32-33.

IN DIT NUMMER

4-11Schitteren door afwezigheid

Het begint soms met geestelijke afwezigheid. Later zitten ze ookniet meer lichamelijk op de schoolbanken waar ze thuis horen.Meestal glippen ze jaar na jaar door de mazen van het net. Eenverhaal van briefjes en brossers.

14Geen briefgeheim

De onderwijsminister heeft een brief geschreven waarin hij hetbeleid voor de volgende jaren uitstippelt. Belangrijke opties voorhet onderwijs van de 21ste eeuw. Scheur open die brief.

15-16Naar Isotopolis

U straalt 8500 Becquerel uit en uw halveringstijd bedraagt onge-veer 5730 jaar. Kortom: u krijgt de kans kennis te maken metIsotopolis. De wereld van kernenergie, afval en radio-activiteit.

28-29Leraars leren levenslang

Voortaan is het beroep van leerkracht gekoppeld aan levenslangleren. Maar ook de lerarenopleiding zal er weldra heel andersuitzien. En zit er voor beginnende leerkrachten toevallig eenmentor in de zaal?

30-31Hoger doorgelicht

De inspectie heeft een nieuwe reeks doorlichtingen in het hogeronderwijs afgewerkt. Daarin staan zwart op wit de sterke enzwakke kanten van elf verschillende opleidingen. De begeleidingvan eerstejaarsstudenten kan bijvoorbeeld zowat overal beter.Wat nog meer?

32-33Het masker van de leraar

Soms dwingen de leerlingen hun leraars om een rol te spelen: degrapjas, de autoritaire, de koele. Daar blijkt niemand echt geluk-

kig mee te zijn. We volgen een studiedag waarop de maskers ook letterlijk vallen.

En ook…

• Journaal. Vrije dagen. Lerarenopleiding.Nieuwe plannen. p. 12-13.

• Idee. Nieuwe wijn in nieuwe zak-ken. p. 15-24.

• Zeker lezen. Zeker zien. Zekerdoen. En een spelletje. p. 23-26.

• Signaal. Studeren in Vlaanderenen Nederland. En signalen uit derest van de kosmos. p. 34-35.

• De mazelen. Algemene aanvaltegen mazelen, dikoor en rode hond.p. 37.

• Infolijn. Van schoolbus tot borst-voeding. p. 38.

CM

CD

FLIPPO’SDe knikkers leken even terug vanweggeweest. Maar glas heeft het duidelijkmoeten afleggen tegen karton: deflippo’s hebben de speelplaatsen ver-overd. Er staan griezels op, popzan-gers, stripfiguren en New-Age-sym-bolen. Je kan ze winnen, ruilen, ko-pen of tussen de chips uitvissen. Leer-krachten zien die rages vaak het eerst:van dino’s tot joints, van oorbellen totneusbellen. Soms wordt het ene ver-boden en terwijl het schoolreglementwordt aangepast, duikt het andere alop. Zo mochten in een grote secun-daire school tot vorig jaar de jongensgéén staartjes dragen. Vanaf dit schooljaarzijn de staartjes er voor langharigenverplicht: voor de veiligheid en tegenhet spieken. Achterhoedegevechtenwaarvan een mens in onderwijs be-grijpelijkerwijze soms flippo wordt.

KLASSE NR.60 3

Maandblad voor Onderwijsin VlaanderenUitgegeven door het Ministerievan de Vlaamse GemeenschapDepartement Onderwijs

Nr.60 • December 1995

HoofdredacteurLeo BormansProduktcoördinatorDiana De CaluwéRedactiePatrick De BusscherGaby De MoorJan T’SasSecretariaatAnny Lecocq

KLASSE wordt gemaakt door eenautonome redactie.Foto’s: Luc DaelemansCartoons: CampPrepress: Artefact

Verantwoordelijke uitgeverGeorges Monard

Abonnement (10x per jaar): 600 fr.Gunsttarief (studenten, enz.): 300 fr.Alle Vlaamse leerkrachten, PMS-medewerkers enz. (van elk net en vanelk niveau) krijgen KLASSE gratis.Adreswijzigingen uitsluitend regelen viade eigen schooladministratie.

KLASSE, Koningsstraat 138, 1000 BrusselTel. redactie 02-211 46 60Tel. coördinatie 02-211 46 58Tel. abonnementen 02-211 46 62Tel. publiciteit 02-211 46 58Telefax 02-211 46 61

Page 4: Klasse voor Leraren 60

V I Z I E R m

4 KLASSE NR.60

Ouders halen hun (lagere-school)kinderen al eenseen week of meer van school om mee te genietenvan een goedkopere vakantie buiten het hoogsei-zoen. Een weekje zal toch geen kwaad kunnen? Geefmaar wat extra huiswerk mee. In het secundaironderwijs een dagje afwezig blijven is geen drama:een briefje van thuis, een medisch attest als het watlanger duurt en alles is in orde. Wie 18 is, kantrouwens zelf een briefje schrijven. Lessen gemist?Bah, er is een Mister Copy om de hoek en Jan legt het

e wel uit als ik het niet snap. Van

universiteitsstudenten wordt sinds mensenheuge-nis door de goegemeente aanvaard dat ze af en toe

brossen. Logisch dat ditook in het hoger onder-wijs buiten de universi-teit gebeurt. Hoorcolle- ges? Kan je even goed de cursus thuis studeren, heethet. Bovendien vallen studenten toch niet meeronder de wet op de leerplicht, so what?

BriefjesZiekte en familiale omstandigheden zijn wel demeest vanzelfsprekende redenen van afwezigheid

bij leerlingen. De door de wetvoorziene regelingen om die af-wezigheid te legitimeren houdendan ook voldoende soepelheid inom school noch thuis nodeloos teverontrusten: een briefje, een medisch attest, detoestemming van de directie. Dat sommigen ervanprofiteren, moet men er maar bij nemen. Zo’n vaartzal het wel niet lopen. Of toch?Neem nu dat lagere-schoolkind dat jaarlijks leswe-ken mist voor de vakantie van pa en ma. Voorsommige kinderen, die vaak al met achterstandbegonnen zijn, gaat cruciale onderwijstijd verlo-

ren. Op termijn kost hen dat de opleiding die zemisschien hadden aangekund. Andere kinderengaan de schooltijd relativeren: zomaar van schoolwegblijven, het kan blijkbaar. Zo ontstaat eenspijbelmentaliteit. Er wordt gevreesd dat die men-taliteit al vaste vorm neemt in de derde graad van

De afwezigen

Page 5: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 5

het basisonderwijs en zich doorzet in de eerstegraad van het secundair. Wie spijbelen aan eenbepaalde leeftijdsgroep toeschrijft, heeft het goedmis. En al blijft 25 % van alle spijbelaars thuis omhuiswerk te maken of lessen te leren, wat doet dieandere 75 %?

LastpostWat ons bij de leerling van het secundair brengt.Een briefje schrijven is niet moeilijk. Leerlingenschrijven er zelf, bootsen een handtekening na ofkrijgen het grootmoedig mee van pa of ma die vande school toch al geen erg hoge dunk hebben. En eenmedisch attest is ook geen probleem: op sommige

scholen wordt daar een handeltje in gedreven, el-ders heeft een arts de naam snel zo’n attest af televeren. Soms doen leerlingen aan medical shopping:ze bezoeken met een vage klacht net zoveel dokterstot ze het gouden attest in handen krijgen. Leraarszijn blij als lastpost X er eens een dag niet is en voor

sommige directies is de kous af als de afwezigheidgewettigd wordt. Dan gaat immers geen subsidieverloren. Men vergeet hierbij wel dat toevalligespijbelaars het risico lopen regelmatige spijbelaarste worden en regelmatige spijbelaars lopen een niette ontkennen maatschappelijk risico. Een dossier bijde politie, niet wegens spijbelen maar wegens klei-ne criminaliteit, kan het gevolg zijn. De grens isflinterdun. En lang niet alle spijbelgevallen wordendoor de school ontdekt, integendeel.En de brossende student? Indirect kost hij de maat-schappij heel wat geld, want meestal haalt hij deeindmeet niet en zijn honderdduizenden franken

tevergeefs in hem geïnvesteerd. De stevige brossermoet niet denken dat hij het wel alleen zal bolwer-ken. De praktijk bewijst het tegendeel. Behalve voordie ene, de witte raaf die het hele jaar afwezig bleefen toch slaagde. Die krijgt natuurlijk altijd gelijk.Van iedereen. ■

krijgen soms gelijk

Page 6: Klasse voor Leraren 60

6 KLASSE NR.60

Lagere-schoolkinderen zullen om diverse rede-nen minder vaak op eigen initiatief van de schoolwegblijven dan leerlingen uit het secundair. Datneemt niet weg dat ook zij erg vaak afwezig kunnenzijn, geestelijk afwezig én lichamelijk.

SukkeldrafjeHet begint soms al in de kleuterklas. De kleuter

praat niet, er is nauwelijks contact met de kleuterlei-der, hij is weinig betrokken bij de activiteiten in deklas. Soms reageert hij apathisch, soms agressief. Inhet lager onderwijs komen andere symptomen bo-ven: slechte of sterk wisselende schoolresultaten,niet of nauwelijks reageren op het lesgebeuren. Deleerling haakt af. Zelfs kleine criminaliteit en spijbe-len komen voor. Toch is het best mogelijk dat hijonder minder oplettende ogen op een sukkeldrafjetot voorbij het zesde leerjaar geraakt, maar dan is hetmeestal onherroepelijk uit. Het algemeen secundairblijkt plots veel te hoog gegrepen, de doorverwijzingnaar 1B of naar het Buitengewoon Onderwijs is voorde ouders soms een onaanvaardbare schok. De leer-ling ervaart een teleurstelling die alle motivatie on-der zijn voeten wegmaait. Aandacht op alle frontenkan misschien nog de meubelen redden, maar haddit niet vroeger moeten gebeuren?

NormaalOnderzoek in 32 Brusselse Nederlandstalige se-

cundaire scholen wees uit dat ruim 66 % van deafwezigheden wordt gedekt met een medisch attest.28 % van de leerlingen bracht een briefje van deouders binnen en meer dan 6 % bleef ongewettigd

afwezig. De gemiddelde afwezigheidsgraad in descholen bedroeg 3,46. Ter verduidelijking: als dezegraad 100 zou zijn, dan zouden alle leerlingen vaneen school alle dagen afwezig zijn. Aangezien hethier om gemiddeldes gaat, moet het duidelijk zijndat heel wat scholen met minder afwezigheden tekampen hebben, sommige echter met heel wat meer.In één school bedroeg het percentage ongewettigdeafwezigheden zomaar eventjes 44 % bij een afwezig-heidsgraad van 9,31. Langdurige afwezigheid neemttoe met de leeftijd. Vooral bij meerderjarige leerlin-gen rijst een groot afwezigheidsprobleem. Verder ishet verschijnsel niet noodzakelijk migrantgebon-den, al was dit de verwachting voor wat Brusselbetreft. Wel wisselen migranten vaak van school enbeginnen zij een eventuele spijbelcarrière op vroege-re leeftijd dan autochtone leerlingen. Leerlingen diemeermaals ongewettigd afwezig zijn, brengen ookvaak medische attesten binnen. Zij veranderen dik-wijls van school en stapelen de C-attesten op. En tenslotte nog dit: leerlingen met een groot aantal onge-wettigde afwezigheden vindt men meestal in dezelf-de scholen.

LeefwereldIn het DepartementOnderwijs werkt eenspeciale cel aan het pro-bleem. Christine Dupont

coördineert de aanpak van het spijbelen. Zij zet demeest voorkomende motieven voor afwezigheidop een rijtje.CHRISTINE DUPONT: «Een eerste reeks wordt alsvanzelfsprekend, normaal en legitiem aanvaard:gezondheidsproblemen, ziektes, heelkundige in-grepen. Een tweede reeks omvat heel geloofwaar-dige niet-medische redenen: omstandigheden alsoverlijden of echtscheiding. Relationele moeilijkhe-den in de school, de klas, het eigen gezin of devriendengroep zijn ook frequent. Wat daarbuitenvalt, stuit nogal eens op onbegrip of verwijt: menvindt de jongere negatief ingesteld, op het slechtepad of men verwijst naar thuissituaties, waarinopvoedingsproblemen niet anders dan verwachtkunnen worden. Al deze gegevens illustreren in elkgeval hoe afwezigheden vaak verwijzen naar ande-re problemen, die te maken kunnen hebben met deleefwereld en de leefomstandigheden van de jonge-ren. Die leefwereld situeert zich op drie niveaus:school of klas, gezin, vriendengroep en vrijetijds-omgeving. Vaak zijn het omstandigheden of rela-tieproblemen in deze drie contexten die aanleidinggeven tot een probleem van afwezigheid. De aan-pak van afwezigheid moet dan ook geïntegreerdgebeuren: alle partijen moeten erbij betrokken worden.»

DekkingsmechanismeHeel vaak fungeert het medisch attest als dek-

kingsmechanisme voor andere afwezigheden dandie door ziekte. Dus ook voor spijbelen. Het attest isbovendien een middel om twijfelachtige afwezighe-den administratief wit te wassen. In een onderzoekbij 650 leerlingen blijkt dat 8 % van hen in éénschooljaar meer dan vijf medische attesten binnen-bracht. Dat geeft een doktershonorarium van onge-veer 305.000 fr., te verdelen over een groep van 50leerlingen, die samen goed waren voor 555 attesten.Het ging hier echter niet altijd om ziekte. Rijst devraag: in welk bedje is onze jeugd dan wel ziek?Hierrond is in Brussel een gezamenlijk onderzoek

fwezigheid heeftel gezichten. Heteest opvallende

Eerstgeestelijk

afwezig

Avem

aspect van afwezigheidis dat de leerling of stu-dent er gewoon niet is:zijn stoel blijft leeg. On-derschat, maar even be-langrijk is een tweede,bijna onheilspellendaspect: lijfelijk is de leer-ling in de klas aanwezig,maar geestelijk niet. Hijheeft afgehaakt. Soms aljaren geleden. En zo ont-staat het fenomeen dateen kind in de lagereschool heel wat jaren mee-drijft om in het secun-dair langzaam maar ze-ker weg te zinken. Endan vraagt zo’n leerlingzich vroeg of laat af: watheb ik op school in gods-naam verloren?

Page 7: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 7

met onderwijs- en welzijnswerkers gevoerd.Niet minder dan 25 clusters van problemen dui-

ken op die al of niet rechtstreeks kunnen leiden totspijbelen. Acht ervan zijn leerlinggebonden. Zo kanzwakke motivatie tot een gebrek aan respect voor dereglementering leiden en dus tot spijbelen. Dat doetook een gebrekkige schoolloopbaan waarin faal-angst, prestatiedruk en negatieve ervaringen in wis-selwerking treden met verkeerde school- en studie-keuzes. Onbegrip, onvoldoende of te eenzijdige com-municatie kunnen de relatie met de leerkracht en desfeer in de klas vertroebelen. De kloof tussen hetschoolgebeuren en de leefwereld van de jongereleidt tot demotivatie. De gezinssituatie, het gebrekaan steun bijvoorbeeld, kan weer een andere factorzijn, evenals de groepsdruk, die maakt dat er gespij-beld wordt voor de kick of om erbij te horen. En tenslotte kan het feit dat leerlingen uit werken gaan ookeen probleem vormen, of dit nu voor het geld(status!) gebeurt of uit materiële noodzaak.

Naar de tandartsScholen klagen over handeltjes in medische at-

testen, dokters die gelijk wat voorschrijven, leerlin-gen die dokters afdweilen op zoek naar zo’n afwezig-heidscertificaat... De Orde der Geneesheren heeftrichtlijnen opgesteld i.v.m. het medisch attest. Hetattest kan enkel worden gegeven nadat de patiëntpersoonlijk door de arts onderzocht werd. Het attestmoet leesbaar zijn. Het moet duidelijk herkenbaarde identificatiegegevens van de arts bevatten, inclu-sief het ordenummer, en het moet gedateerd zijn opde dag dat het werd opgemaakt (behalve in situatiesvan chronische zieken). Begin- én einddatum van deafwezigheid moeten worden vermeld. Wie een dag nazijn afwezigheid de dokter bezoekt, kan nog wel eenattest krijgen, maar daarop moet staan: «Volgensaanneembare verklaring van de patiënt en na depatiënt onderzocht te hebben, kan worden verklaarddat...» Enkel artsen kunnen een medisch attest schrij-ven (dus ook de tandarts), een kinesist (voorlopig)niet. Niet alles kan doorgaan als een doktersbriefje.

Een en ander betekent niet dat elke leerlingzomaar tijdens de schooluren op consultatie kangaan of behandelingen ondergaan. In principe moe-ten deze bezoeken gepland worden buiten de schooluren.De directie kan hierop een uitzondering toestaanwanneer de situatie hiertoe aanleiding geeft. Als aanal de hierboven opgesomde eisen niet voldaan is,kan men niet spreken van een medisch attest.

SchoolartsAls er een vermoeden is van misbruik, kan over-

leg met de huisarts en samenspraak met de school-arts, MST en PMS-centrum helpen. Daarnaast kun-nen de huisartsenkringen aangesproken worden.Die organiseren o.a. lokaal overleg tussen huisart-sen. De schoolarts kan zelf een bijkomend selectiefonderzoek uitvoeren als hij dit wenselijk acht. Alshet voorschrijfgedrag van de huisarts problemengeeft en hij in dit verband alle medewerking weigert,blijft voor de school de weg naar de Orde derGeneesheren over. Hier werkt een procedure in driestappen: een klacht richten aan de provinciale raden(de Orde heeft in elke provincie een ProvincialeRaad), het betwiste medische attest toevoegen en ineen brief de achtergronden schetsen en de directeaanleiding tot de klacht uiteenzetten, met vermel-ding van de ondernomen pogingen tot overleg ensamenwerking met de betrokken arts, enz.

PakkansEnkele jaren geleden werd de spijbelproblematiek al eens onderzocht door de vrije

PMS-centra in opdracht van het tijdschrift Caleidoscoop en dit bij meer dan 1300leerlingen uit ASO, TSO en BSO. Toen bleek 1 % vaak en langdurig te spijbelen, 4 % tweeà drie dagen per week, 11 % soms en 84 % niet. Jongens bleken dubbel zo vaak te spijbelenals meisjes. Dit bleek vooral in het BSO (42 % spijbelt vaak of soms). De piek ligt in delaatste twee jaar van het secundair onderwijs, maar het spijbelgedrag ontstaat meestal veelvroeger. Tussen haakjes: volgens de Nederlandse professor Van der Hulst ligt 60 % van despijbeloorzaken buiten de school, maar ze worden wel manifest binnen de school.

Spijbelen is een stiekeme bedoening, want slechts in 38 % van de gevallen komen deouders er achter als hun kind spijbelt. 71 % van de spijbelaars zegt dat de school het nooitontdekte, 21 % zegt: dikwijls niet. De pakkans op school is dus heel miniem en als u danweet dat onopgemerkt spijbelen opnieuw aanzet tot spijbelen... Dat de spijbelaars perdefinitie in café of lunapark rondhangen, is een beeld dat op zijn minst genuanceerd moetworden: 18 % maakt (eerst) schoolwerk, 12 % helpt thuis (bedrijf, winkel, huishouden),slechts een kleine 49 % gaat zich werkelijk amuseren. ■

GEESTELIJK TOT LIJFELIJK AFWEZIG:SIGNAAL EN REMEDIE

Risico-leerlingen komen op alle leeftijden voor en op tal van niveaus. Er zijn leerlingenmet faalangst of slechte schoolresultaten, leerlingen met een moeilijke thuissituatie,leerlingen van wie de ouders te hoge verwachtingen hebben, leerlingen met lagesociale vaardigheden, enz. Die zenden allemaal min of meer specifieke signalen uit.We pikken er een voorbeeld uit (de moeilijke thuissituatie) en geven een overzicht vansignalen voor een afwezigheidsprobleem en mogelijke remedies.

• te laat komen, laattijdig afgehaaldworden;

• erg stil of erg agressief zijn;• concentratieproblemen hebben;• taalvaardig zwak zijn;• zwak zijn in sociale vaardigheden;• zoeken naar affectie en aandacht;• regressief gedrag vertonen;• non-verbale uitdrukking van emoties

en spanningen.

• slechte of soms onverklaarbaar veran-derende schoolprestaties;

• sociaal isolement;• gedragsmoeilijkheden.

• ondoordachte studiekeuze;• toegeven aan de groepsdruk;• straatcultuur;• verandering in waarden en normen-

besef;• sociaal isolement;• zelfbeeld: geen identificatie met ouders.

• attent zijn voor de signalen en er opingaan;

• een vertrouwensrelatie opbouwen, des-noods in de eigen taal van kind;

• de precieze oorzaken en achtergrondenvan problemen nagaan en daarvoorhulp zoeken;

• ouders benaderen, communicatieka-nalen naar hen uitbouwen met hulpvan welzijn.

• attent zijn voor de thuissituatie bij debeoordeling van de mogelijkheden vanhet kind;

• vaardigheden en weerbaarheid bij hetkind versterken om met conflictsitua-ties om te gaan;

• nauwgezet omgaan met slechtereschoolprestaties, zeker als ze onver-klaarbaar zijn;

• extra aandacht hebben voor begelei-ding.

• extra aandacht besteden aan jongensdie toegeven aan de groepsdruk

• studiebegeleiding en keuzebegelei-ding benadrukken en opvolgen

• extra aandacht hebben voor het in-schrijvingsmoment (aanwezigheidouders, gesprek,...);

• het belang van allochtone referentie-personen uitbouwen;

• extra aandacht hebben voor meisjes uitkansarm of migrantengezin met proble-men, vooral voor overgang naar S.O.

Secundair Onderwijs

Lager Onderwijs

Kleuterschool r e m e d i e ss i g n a l e n

LEERLINGEN MET EEN MOEILIJKE THUISSITUATIE

Page 8: Klasse voor Leraren 60

8 KLASSE NR.60

In het kleuteronderwijs is legitimatie van afwe-zigheid niet vereist. Voor afwezigheden van korteduur in basis- en secundair onderwijs volstaat eenbriefje van de ouders. Meerderjarige leerlingen mo-gen zelf zo’n briefje schrijven, maar niet ongelimi-teerd. Een medisch attest is verplicht vanaf meerdereopeenvolgende dagen afwezigheid wegens ziekte:vijf in het basisonderwijs en drie in het secundair.Nog in het secundair is het attest verplicht na eenherhaald aantal afwezigheden wegens ziekte of tij-dens het examen. Andere legitimaties van afwezig-heid zijn een bewijsstuk, b.v. bij staking van hetopenbaar vervoer, of - enkel in het secundair - een

toestemming van de di-rectie (in het secundairkan de directie een leer-ling maximum drie da-

gen vrij geven om persoonlijke redenen of om deel tenemen aan een sport- of culturele manifestatie).Andere afwezigheden moeten via de directie aan hetDepartement Onderwijs worden voorgelegd.

Leerlingen die gedurende een schooljaar meerdan 92 dagen afwezig zijn, kunnen dat schooljaar inprincipe geen getuigschrift of diploma halen.

AfwezigheidspolitiekAls een kleuter zijn afwezigheid niet moet wettigenomdat hij niet leerplichtig is, zou hetzelfde moetenopgaan voor de universitair en de hogeschoolstu-dent. Of niet?HERMAN STYLEMANS, verificateur HOBU (HogerOnderwijs Buiten de Universiteit): «Universiteitenhebben hun intern reglement om met afwezigheidom te gaan. In het HOBU is er momenteel eenevolutie aan de gang. Tot het academisch jaar 94-95geldt in het HOBU een subsidieregeling gebaseerdop de studentenaantallen per afdeling. Elke hoge-school moet telkens op 1 februari die aantallenopgeven aan de Administratie Hoger Onderwijs.Een Besluit van de Vlaamse Executieve bepaalt o.a.dat de student werkelijk aan de onderwijsactivitei-ten moet deelnemen, maar houdt bij het vaststellenvan een financieringspercentage ook rekening metb.v. verleende vrijstellingen. Er moet in elke hoge-school hoe dan ook een interne controle gebeurenvan de aanwezigheden. De manier waarop dat ge-beurt, is door de overheid geleidelijk doorgeschovennaar de hogeschoolbesturen. Volgens richtlijnenvan het Departement Onderwijs moet die controlewel ten minste om de 14 dagen op onregelmatigetijdstippen gebeuren. Ongewettigde afwezigheden,afwezigheden met briefje of medisch attest moetenworden genoteerd in het aanwezigheidsregister. Be-gin jaren negentig kregen de hogescholen de gele-genheid zelf het mechanisme van deze materie uit tewerken en te verankeren in een huishoudelijk regle-ment. Dat reglement moet vóór het begin van hetacademisch jaar aan de student worden kenbaargemaakt. Het moet ten minste informatie bevattenover de organisatie van het onderwijs, het examen-en tuchtreglement en de geldende regelgeving. Zobeschikt de hogeschool over een controle-instru-ment op basis waarvan zij attesten, diploma’s, ver-voersabonnementen, e.d. kan uitreiken en heeft de

overheid een controle-instrument waarop ze kansteunen om subsidies, studiebeurzen, verblijfsver-gunningen voor buitenlandse studenten, kinderbij-slag, enz. toe te kennen. Studenten moeten dus weldegelijk aanwezig zijn en hun afwezigheid legitime-ren, al zijn de tijdsbeperkingen en limieten uit hetsecundair niet van toepassing, ook niet de 92-dagen-regel.»Er zijn zogenaamde strenge scholen en zogenaamdsoepele. In sommige hogescholen is het blijkbaarveel gemakkelijker om te brossen dan in andere.Vanwaar het verschil?HERMAN STYLEMANS: «Alles hangt af van de kwali-teit van het controlemechanisme. De hogescholenzijn wel gebonden aan de richtlijnen, maar deuitwerking en administratieve procedure bepalenzij zelf. Als een school de afwezigheidsproblema-

tiek echt ter harteneemt, zorgt zij er-voor dat een om-budsdienst of stu-diebegeleidings-dienst eraan werkt.

In heel wat hogescholen gebeurt dit trouwens ook.Maar natuurlijk bouwen scholen die zich inzakestudentenaantal in hun bestaan bedreigd voelen,soms wat meer tolerantie in om toch maar aan hetbroodnodige aantal inschrijvingen te komen. Voorsommige studenten is permissiviteit nu eenmaaleen lokmiddel. Met de invoering van het HOBU-decreet op 13 juli 1994 werd dit echter grotendeelsverholpen.»Met het HOBU-decreet zijn schaalvergroting, de-regulering en enveloppefinanciering een feit. Is eriets veranderd in de afwezigheidspolitiek?HERMAN STYLEMANS: «Een van de nieuwighedenis dat de subsidiëring van deze grotere entiteiten nuniet langer uitsluitend afhangt van het aantal in-schrijvingen op 1 februari. De hogescholen krijgeneen bepaald bedrag uit het vooraf bepaald budgetbestemd voor het Hoger Onderwijs Buiten de Uni-versiteit van de Vlaamse Gemeenschap. Hiermeebedruipen zij zichzelf. Enveloppefinanciering heetdit. De dikte van deze enveloppe wordt nu meebepaald door de personeels- en werkingskosten enhet beleid wordt bepaald door een lokale Raad vanBestuur. Een groeiend of dalend aantal studentenbetekent pas op latere termijn een eventueel grote-re of kleinere enveloppe. Om budgettaire redenenblijft het aantal regelmatige en financierbare stu-denten dus belangrijk, maar er zijn ook pedagogi-sche gronden. België telt een enorm hoog aantalfalende studenten. Het is onze plicht de slaagkan-sen van de student te verhogen. Om dat te doenmoeten we hem in ideale omstandigheden aan destartlijn brengen en die ligt in de school, nieterbuiten.»

BoeteIn Nederland spreekt men van vakantieverzuim:

ouders gaan tijdens de schooltijd met vakantie ennemen hun (meestal lagere-school)kind mee. Hunaantal neemt nu al tien jaar toe en ook in ons landbestaat het fenomeen. Vele directies geven mettegenzin hun toestemming om de leerling niet teverliezen. Nog in Nederland krijgen deze ouderseen boete, maar die weegt niet op tegen de winst diezij maken dankzij de laagseizoenstarieven op reis.Afgedaan als een bagatel, maar toch een probleem.Allochtone kinderen die te laat weer opduiken in

eglemente- van afwe-

Briefjesen brosserseid op school is bij-

er streng. Als een

De rring

zighzondleerling meer dan eenhalve dag ongewettigdafwezig is, wordt hij voordat schooljaar in princi-pe niet langer beschouwdals regelmatig en kan deschool haar subsidie voordie leerling verliezen. InBelgië is er leerplicht vanafhet jaar waarin men 6wordt. De leerplicht geldtin principe voor 12 school-jaren. Leerplicht is ech-ter geen schoolplicht.Thuisonderwijs kan dus,maar wie in een schoolwordt ingeschreven, moetdaar een regelmatige leer-ling zijn. De regelgeving,die in de eerste plaatsgeldt voor het basis- enhet secundair onderwijs,stelt dan ook dat afwe-zigheid op school moetworden gewettigd. Ditzorgt jaarlijks voor on-telbare briefjes van thuisen attesten van de dok-ter.

Page 9: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 9

de basisschool en die zo al een taalachterstandhebben, kunnen niet meer bijgewerkt worden enmissen op langere termijn misschien de opleidingdie ze anders wel hadden aangekund. Hier is wel alerg aan gewerkt vanuit schoolopbouwwerk. Waarhet toch gebeurt, merken kinderen dat van schoolwegblijven zomaar kan en mag. Niet erg bevorde-rend voor hun mentaliteit. En dan zijn er nog deouders die spijbelgedrag van hun kinderen tolere-ren, ja, zelfs ondersteunen.Spijbelaars in de maak dankzij thuis?CHRISTINE DUPONT, coördinator spijbelen: «Erzijn in het besproken onderzoek heel wat ouderge-bonden factoren genoemd bij afwezigheid van leer-lingen. Weinig steun of opvang door de ouders,ouders die andere prioriteiten stellen dan de onder-steuning van hun kinderen bij het schoolgebeurenvanwege werkdruk of kansarmoede, is zo’n factor.Een gebrek aan communicatie en informatie tus-sen school en ouders is een andere. Ouders dragenvaak onbewust bij tot het afwezigheidsprobleemvan hun kind door het probleem niet te onderken-nen, het te negeren of zelfs te versterken. Zij voelenzich vaak ook onmachtig. Preventief werken dringtzich hier op: scholen moeten het contact met deouders bijzonder ter harte nemen en dit vanaf deinschrijving, met onthaalinitiatieven en zo. De oudersvoor de school motiveren en de drempel zo laagmogelijk leggen, dat is de boodschap. We moetendus afstappen van de klassieke individuele ouder-avond. Denk aan thema-ouderavonden, leerlingendie een project voorstellen, e.d.»

GeseponeerdAfwezigheidscontrole lijkt een complexe aange-legenheid. Wat zegt de wet?SONJA VAN CRAEYMEERSCH, stafmedewerker se-cretariaat-generaal: «De wetgeving inzake de con-trole op de leerplicht bestaat momenteel uit tweeluiken. Ten eerste is er de controle van de inschrij-vingen. Volgt iedere leerplichtige wel onderwijs?Elk gemeentebestuur geeft in augustus een lijst vande leerplichtigen door aan de inspectie. Die roeptvanaf oktober de schoolhoofden bijeen om al deingeschreven leerlingen aan te stippen op de lijstenvan de gemeente. Tot voor kort gebeurde dit alle-maal manueel. Ten tweede is er de controle opregelmatig schoolbezoek. De schooldirecties zijnhiervoor verantwoordelijk. Zij moeten maande-lijks een lijst met ongewettigd afwezige leerlingennaar de inspectie sturen. Die stuurt de ouders daneen aanmaning om zich in orde te stellen met deleerplicht. Als dat niet helpt, komt het dossier bij deprocureur van de Rechtbank van Eerste Aanlegterecht.»Deze wetgeving dateert van 1957. Hoe goed pastzij nog bij de huidige onderwijsrealiteit?SONJA VAN CRAEYMEERSCH: «Er zijn gebreken enhiaten. Ten eerste was het manueel controleren vande inschrijvingen een bijzonder tijdrovende enweinig effectieve procedure. De recent ingevoerdeautomatisering met het rijksregisternummer alsbasis moet hier een oplossing brengen. Over dub-bele inschrijvingen staat in de wetgeving momen-teel niets. Nochtans is het voor de overheid vanbelang te kunnen nagaan welke leerlingen zij dub-bel subsidieert. Ten tweede is een directie nietgauw geneigd alle ongewettigde afwezigheden temelden vanwege het directe risico op subsidiever-lies. Ten derde lost de aanmaningsprocedure via de

inspectie meestal niet zoveel op en de gevallen diebij de procureur terecht komen, worden vaak gese-poneerd. Ten slotte ontbreken twee belangrijkeluiken: controle op herinschrijving van wie tijdenshet jaar van school verandert en controle op herin-schrijving voor wie tijdens het schooljaar van schoolwordt verwijderd. Momenteel weet namelijk nie-mand wat een leerling uitspookt die tijdens het jaarvan school gaat.»

RijksregisterMomenteel wordt druk gewerkt aan een herzie-ning. Hoe kan de leerplichtcontrole geoptimali-seerd worden?SONJA VAN CRAEYMEERSCH: «Sinds dit schooljaarworden zowel in lager als secundair onderwijs de

binnengekomen lijsten met de namenvan de ingeschreven leerlingen en hunrijksregisternummer getoetst aan deleerplichtige leeftijdsgroep in het rijks-register. De informaticacel van het De-partement Onderwijs krijgt hiervoordus de toegang tot de rijksregistergege-vens. Alles gebeurt nu centraal en ge-automatiseerd. Dubbele inschrijvingen en veranderingen van school kunnen via een aan-gepaste reglementering en met een brief naar deouders door het Departement worden aangepakt.Voor de problematiek van niet-ingeschreven leer-plichtigen en die van ongewettigde afwezighedenlijkt het noodzakelijk meer buffers in te bouwen.De lijst van ongewettigd afwezige leerlingen zoubijvoorbeeld eerst bij het PMS terecht kunnenkomen. Het PMS zou dan contact opnemen met deleerlingen, de ouders, de school of andere partnersen de zaak met hen proberen op te lossen. Voorniet-ingeschreven leerlingen zou na een aanma-ning het Comité van Bijzondere Jeugdzorg kunnenworden ingeschakeld. Indien dit geen gevolg heeft,wordt het dossier doorgestuurd naar een bemidde-lingscommissie. Die beslist of er een laatste pogingwordt ondernomen of dat het dossier naar dejeugdrechter gaat. Ook de motieven om leerlingenuit de school te verwijderen moeten sterk wordenverduidelijkt, in de eerste plaats in het schoolregle-ment. Momenteel zijn die motieven veel te vaaggeformuleerd. Een en ander houdt natuurlijk nieu-we taken in voor het Departement Onderwijs eneen samenwerking tussen Onderwijs, Welzijn enJustitie. Maar alle overleg hieromtrent moet nogbeginnen.» ■

Een gebrek aan communicatietussen school en thuis

“Ze gaan tijdens

het schooljaar met

vakantie”

Page 10: Klasse voor Leraren 60

10 KLASSE NR.60

In welke zin kan de school zelf de oorzaak zijnvan een afwezigheidsprobleem?CHRISTINE DUPONT, coördinator spijbelen: «Uitons onderzoek blijkt dat in veel scholen begelei-ding en opvang ontbreken. Er is geen echte ver-trouwenspersoon aan wie leerlingen de echte re-den van hun afwezigheid kunnen melden. Derelatie leerkracht-leerling ligt moeilijk: er is spra-ke van een afstandelijke houding tegenover deleerlingen. De lessen zijn saai. De leerling schijntook de straat te worden op gejaagd door eennegatief schoolklimaat en een algemeen gevoelvan ontevredenheid: te weinig communicatie tus-sen leerkrachten en directie, een gebrek aan soli-dariteit tussen de verschillende collega’s en teweinig omkadering in verband met de behoeftenvan de leerlingen. Andere factoren kunnen deondoelmatige samenwerking tussen school enPMS zijn. Of de schoolorganisatie loopt mank:geen goede opvang bij het wegvallen van lessen,een gebrekkige schoolinfrastructuur, gebrek aanoverlegmogelijkheden en hierdoor onvoldoendesamenwerking tussen verschillende relevante in-stanties. Ten slotte is er ook nog de positie van demeerderjarigen, die zich afvragen of de schoolre-gels voor hen nog wel gelden.»

NetwerkBuiten de school gebeurt al heel wat controle

op spijbelen en zijn mensen en instanties er meebezig. Er zijn leerlingvriendelijke initiatieven vande politie, van straathoekwerkers, van particulie-ren. Zo luiden zes cafés in Heist-op-den-Berg zelfsregelmatig een spijbelbel, die leerlingen moet aan-sporen weer naar school te gaan. Er zijn de initia-tieven van het welzijnsveld in het algemeen, maarhet brengt allemaal weinig aarde aan de dijk als deschool niet meewerkt.Met welke visie kan een school het afwezig-heidsprobleem effectief aanpakken?

CHRISTINE DUPONT: «Er is maar één weg en dat isbegeleiding en preventie. Repressieve methodeszijn ten overvloede uitgeprobeerd en werken niet.Wij pleiten wat het secundair onderwijs betreftvoor de ondersteuning van scholen in de uitbouwvan leerlingenbegeleiding. Werk met spijbelactie-plannen en verbeter het schoolklimaat ten voorde-le van leerlingen en leerkrachten. Dat kan doorruimte voor eigen inbreng te scheppen via para-scolaire activiteiten en zo. Optimaliseer de studie-keuzebegeleiding en bewaar daarin een belang-rijke rol voor het PMS, dat zich voor kansarme enmigrantenleerlingen moet laten helpen door part-ners van buiten de school, in jeugd- en buurtwerkbijvoorbeeld. Durf het oudercontact herzien. Endoe iets aan communicatie. De samenspraak metleerlingen, ouders, leerkrachten en PMS-begelei-ders moet versterkt worden. De leerplichtcontro-le-mechanismen kunnen een steun zijn als demoeilijkheden de schoolse mogelijkheden over-stijgen. Bij de mogelijkheden van de school komtechter ook de mobilisatie van de welzijnsvoorzie-ningen in de regio. We gaan er van uit dat schoolen welzijn in een netwerk samen kunnen werken,zowel om individuele hulp te bieden als om pre-ventief te handelen.»

StrategieVerschillende recente publikaties stellen actie-

plannen voor om met een afwezigheidsprobleemom te gaan. Het zou onbegonnen werk zijn al dieinformatie dunnetjes over te nemen. We geven uéén stramien om een afwezigheidsprobleem aante pakken en één om het te voorkomen.

Aanpak: Hulpverlening - Doorverwijzing -Behandeling1. Afwezigheden registrerenVermits het probleem vaak onvoldoende, te laatof niet wordt opgemerkt, moet men eerst duide-lijk weten wie al of niet gewettigd afwezig is enmet welke frequentie. Dat kan enkel door correcteregistratie.• Afwezigheden worden dagelijks centraal geno-

Rodekaart

lost nietsop

de leerlingt gezin, aan

et echterlost in dewat als die

Het kan aan liggen, aan he

de maat-schappi j .Het afwe-zigheids-

probleem moworden opgeschool. Maar school het probleem zelfin de hand werkt? Watals een directie oudersof leerkrachten de deurwijst met «We zullen hetonderzoeken» en verderniets onderneemt? Ofenkel maar rode kaar-ten uitdeelt? Soms lijkthet spijbelprobleem opdat van drugs: sommigescholen zwijgen het hetliefst dood. Op andereplaatsen bestaat een ac-tieplan.

De meeste leerlingenglippen gewoon door de

mazen van het net. Deschool merkt het niet.

Page 11: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 11

teerd, elke les of op onregelmatige tijdstippen.• De frequentie van afwezigheden wordt geregeld

in kaart gebracht: per leerling, per klas, enz.2. Afwezigheden opvolgen• Afwezigheden moeten altijd gewettigd worden.• De verantwoordelijke moet de jongere aanspre-

ken over het hoe en waarom van zijn afwezighe-den. Een goede en snelle diagnose kan veelonheil voorkomen. In deze context kan het ookbelangrijk zijn de ouders voor een gesprek uit tenodigen. Tijdens dit gesprek kunnen afsprakenworden gemaakt.

• Bijzondere aandacht moet er zijn voor opeen-volgende afwezigheden binnen een bepaaldeperiode, attesten voor één leerling van verschil-lende dokters, afwezigheden die lang na defeiten worden gewettigd, afwezigheden die uzelf in vraag stelt, ongewettigde afwezigheden,...

• De opvolging gebeurt door het hulpopvoedendpersoneel, de titularis of de vertrouwensleer-kracht, de schoolarts,... Dit kan verschillen naar-gelang de situatie. Een vereiste is in elk geval datzowel jongeren als leerkrachten weten bij wiezij terecht kunnen met vragen, signalen, pro-blemen,... en dat de verantwoordelijke perso-nen over de nodige tijd en ruimte beschikken.

3. Signalen opvangen en herkennen in de klas• Afwezigheid wordt vaak voorafgegaan door

opmerkelijke gedragsveranderingen in de klas:desinteresse, ‘vergeten’ van taken, boeken, nietmeer in orde zijn met schriften, geregeld klagenover hoofdpijn, buikpijn, uitgesloten of gepestworden, dalende schoolresultaten,...

• In de eerste plaats zal de leerkracht de signalenregistreren. Als hij er zelf niet met de jongerekan over spreken, dan moet hij het aan depersoon doorgeven die dat wel kan. De leer-kracht moet in die herkenningstaak nageschooldworden.Hij moet bij de aanpak betrokken blij-ven.

4. Samenwerken met het PMS en met het ruime-re welzijnsveldDe school kan niet elke problematiek aan. Het isdan ook belangrijk dat men de grenzen ziet vanhet eigen kunnen. De PMS-medewerker kan hier-bij helpen. Hij zou zicht moeten hebben op hetruime welzijnsveld en kan dus de juiste partneraanspreken als een jongere die nodig heeft. Hijkan de brug zijn tussen externe begeleiders enschool.

Preventie: Werken aan welbevindenEnorm belangrijk in aanpak en preventie vaneender welk probleem in de school is het zoge-naamde psychisch welbevinden van leerkrachtenen andere personeelsleden in het algemeen. Hetwelbevinden en de betrokkenheid van leerlingenwordt maar mogelijk als leerkrachten en anderepersoneelsleden zichzelf gesteund en gewaardeerdvoelen. Dit kan maar als zij in een goede organisa-tie mogen werken en ondersteund worden bij(moeilijke) vervulling van hun taak, die ruimeromschreven moet zijn dan die van lesgever.1. De directieDe directie speelt een belangrijke rol, wat zich uitin een aantal taken:• borg staan voor een democratische communi-

catiestijl;• zoeken naar mogelijkheden om leerlingbege-

leiders, mentoren, groene leerkrachten, enz.

aan te stellen en te integreren in het korps;• leerlingbegeleiding stimuleren;• voldoende overlegmomenten inlassen om klas-

functioneren, klasklimaat en probleemgedragvan jongeren te bespreken;

• nascholing benadrukken en mogelijk makendoor tijd en ruimte te creëren, zichzelf nascho-len als coach;

• ruimten en middelen ter beschik-king stellen voor para-scolaire acti-viteiten, voor contact- en gespreks-ruimten voor jongeren en voor jon-geren en leraars;

• alle leerkrachten stimuleren en ondersteunenin hun waaier van taken;

• partners uit het welzijnsveld aanspreken omsamen preventie op te starten.

2. Op school• met de jongeren in gesprek gaan over hun

rechten en plichten binnen het onderwijs;• het schoolreglement bespreken met de leerlin-

gen én de ouders als doelgroep;• leerlingen kansen geven om bij leraars, de PMS/

MST-medewerker, enz. terecht te kunnen metvragen en problemen;

• binnen en buiten de school para-scolaire activi-teiten organiseren die een open communicatietussen leerkracht en leerling mogelijk maken.

3. In de klas• zorgen voor een vriendelijke, open sfeer;• leerlingen vertrouwen geven;• steun en bereikbaarheid tonen;• grenzen stellen;• zelfstandigheid en initiatief stimuleren;• positieve verwachtingen uiten;• leerlingenparticipatie stimuleren. ■

MEER INFORMATIE* Gratis brochure Leerplicht Leerrecht. Alle informatie over de leerplicht in eennotedop.Departement Onderwijs - AID - Koningsstraat 71 - 1000 Brussel - + 02-219 18 00 -fax 02-219 77 73* Officieuze Blauwe Codificatie voor het Hoger Onderwijs.Departement Onderwijs - AID - Koningsstraat 71 - 1000 Brussel - + 02-219 18 00 -fax 02-219 77 73* Probleemgedrag op school. Zeer bruikbare handleiding voor allerlei probleem-gedrag op school. U vindt er inspiratie voor zowel hulpverlenend als preventief werken ook meer referenties naar relevante literatuur. Kostprijs: 315 fr. Zie ook onzerubriek Zeker Lezen, blz. 23.Comité voor Bijzondere Jeugdzorg - Zandstraat 255 - 8200 Brugge - + 050-45 41 05* Leerplicht in het buitengewoon onderwijs, huisonderwijs, vrijstelling vanleerplichtDepartement Onderwijs - Inspectie-generaal Basisonderwijs - Koningsstraat 138 -kamer 405 - 1000 Brussel - + 02-211 42 11* Spijbelpreventieproject Brussel. Een bundel over de onderzoeksgegevens en dewerking van het project is verkrijgbaar op eenvoudige aanvraag.Departement Onderwijs - Rijksadministratief Centrum - Arcadengebouw - lokaal3068 - 1000 Brussel - + 02-210 51 11 (contactpersoon: Christine Dupont)* Algemene informatie, specifieke adressen en telefoonnummersDepartement Onderwijs - Afdeling Informatie en Documentatie (AID) - Infolijn -Koningsstraat 71 - 1000 Brussel - + 02-219 18 00 - fax 02-219 77 73

Bent u met een afwezigheids- of spijbelproject bezig of omgekeerd: hebt u eenafwezigheidsprobleem waar u geen weg mee weet? Hebt u vragen of voorstellen?Deel het ons mee. We geven uw vragen en ideeën door aan de afdeling in hetDepartement Onderwijs, die met deze materie bezig is.Klasse (afwezigheid) - Koningsstraat 138 - 1000 Brussel

Welke school heeft

een actieplan?

Page 12: Klasse voor Leraren 60

…/…regelen als kosteloos onderwijs

12 KLASSE NR.60

J O U R N A A L

Meer geld. Er komen meer financiële mid-delen vrij voor het basisonderwijs. Datkomt doordat de werkingstoelagen in hetsecundair onderwijs slechts een gedeeltelij-ke indexaanpassing krijgen. De opbrengstdaarvan of zowat 150 miljoen frank gaatnaar het basisonderwijs. Met deze maat-regel in de begroting 1996 haalt de Vlaamseregering een dubbelslag binnen. Ze anti-cipeert op de kritiek dat er naar verhou-ding te veel geld naar lonen en te weinignaar werking gaat én ze begint het rela-tief te grote aandeel van het secundaironderwijs terug te dringen. Met het bijko-mende geld kan het basisonderwijs de zorg-breedte en de administratieve omkade-ring versterken. De Vlaamse Onderwijs-raad (VLOR) verzet zich echter tegen hetplan om het werkingsgeld van de secun-daire scholen niet te indexeren omdat degevolgen als «moeilijk te overzien» zijn.Overigens keurde het Vlaamse parlementhet plan nog niet goed.

Win-win. «De laatste tijd missen we in hetsecundair onderwijs signalen vanuit hetbedrijfsleven. Enkele jaren geleden klaag-den de ondernemingen nog steen en beenover bijvoorbeeld de gebrekkige talenken-nis van de afgestudeerden. Vandaag ho-ren we geen signalen meer en worden wete weinig geïnformeerd. We horen alleendat scholieren potentiële werklozen zijn.»Dat zegde Arthur Vandervee, directeur vanhet Koninklijk Atheneum Mortsel op de24ste openingszitting van het Academie-jaar van de Personnel Managers Club(PMC).

Vandervee vindt dit gebrek aan samenwer-king tussen onderwijs en industrie eengemiste kans. De industrie kan namelijkhet secundair onderwijs impulsen gevenrond bijvoorbeeld vergadertechnieken eninformatica. Maar ook het bedrijfsleven isbij de samenwerking gebaat, want als dieuitblijft, betalen ondernemingen uitein-delijk de rekening. Op dit moment is ernog altijd een tekort aan technisch ge-schoolden. Bij een betere samenwerkingmet het bedrijfsleven kunnen scholieren

beter geïnteresseerd raken in technischeberoepen en lost het tekort zich vanzelfop. Vandervee vroeg zich ook af hoeveelouders hun kind stimuleren de technischekant op te gaan. Vroegere pogingen totsamenwerken zijn het deeltijds leren enwerken en de stages. Maar Vandervee vindtdat het bedrijfsleven voor deze projectente weinig interesse toont, omdat bedrijvennu eenmaal winst moeten maken.Volgens August Lauryssen, directeur van deVTI-Hotelschool Spijker, heeft het technischonderwijs dankzij de algemene vormingeen goede theoretische onderbouw. «Debasisvaardigheden worden nog altijd am-bachtelijk onderricht. Bovendien zijn deopleidingen zeer polyvalent en krijgt ookattitudevorming veel aandacht. De scho-lieren wordt zin voor verantwoordelijkheiden discipline bijgebracht. Zo’n concept isuniek voor heel Europa», meent Lauryssen.Maar het technisch onderwijs heeft ookzwakke punten. De beroepsgerichte oplei-dingen zijn sterk ingekrompen. Het avond-en weekeinde-onderwijs kampt met weiniggemotiveerde leerlingen. Bovendien zijnde beperkte stagemogelijkheden een grootprobleem. In buurlanden kunnen leerlin-gen vier keer langer op stage.Ook de gebrekkige communicatie tussenopleidingen en het bedrijfsleven staat eensamenwerking in de weg. Kennelijk gelooftniet iedere ondernemer in het nuttig effectvan stages.Günther Baumgärtner, technisch opleider bijBASF Antwerpen, wijst erop dat het be-drijfsleven steeds beter opgeleide medewer-kers nodig heeft. «Enkel hooggekwalificeerdpersoneel kan zich snel en effectief aannieuwe werkmethoden aanpassen. De we-reld waarin ondernemingen zich begeven,wordt steeds harder. Scholen moeten dezeevolutie kunnen volgen. Ook de opleidin-gen moeten zich naar de trends in hetbedrijfsleven richten. En dat kan enkel alsbeide partijen samenwerken in een win-win situatie.»Lauryssen en Baumgärtner zijn voorstan-ders van samenwerking op basis van vrijoverleg, zonder dat de overheid te veel despelregels bepaalt en een vast kader vanregels en wetten creëert. Maar niet iedereschool heeft dezelfde kansen om tot inten-sieve samenwerkingsprojecten met bedrij-ven te komen. Het beleid zou een kaderkunnen vormen waarbinnen iedereen ge-lijke kansen krijgt.

Bedroevend en alarmerend. Eén op de 4van de Vlaamse laatstejaarsleerlingen se-cundair onderwijs weet niet dat de Twee-de Wereldoorlog werd beëindigd in 1945,63 % weet niet in welk jaar België onaf-hankelijk werd, 16 % slaagde er niet inom ons land aan te wijzen op de wereld-kaart, een op de vijf kan geen enkelenaam van een federaal minister noemen,40 % weet Bosnië niet liggen op een blin-de wereldkaart en voor 77 % blijkt Nieuw-Zeeland onvindbaar,... We kunnen de weet-

Niets gemist?De onderwijsminister denkt er-aan het systeem van de herexa-mens in het secundair onderwijsdefinitief af te schaffen. Hij vindtdat leerkrachten van septembertot eind juni de tijd hebben omhun leerlingen te evalueren. En-kele gezondheids- en familialeredenen kunnen het eindoordeeluitstellen. ■ Tot eind deze maandkunnen alle ouders van de191.500 kinderen die in het Ne-derlandstalig Gemeenschapson-

d e r w i j sschool lo-

pen, naar de stembus. Voor detweede keer, sinds de oprichtingvan de Autonome Raad voor hetGemeenschapsonderwijs (ARGO)in 1988, worden zo’n 340 lokaleschoolraden (LORGO’s) door deouders verkozen. Op 1 april 1996moet de LORGO volledig zijn sa-mengesteld. Een LORGO kanonder meer tijdelijke leerkrach-ten aanstellen en contractuelepersoneelsleden in dienst nemen.Hij beheert ook de schoolgebou-wen en bepaalt de strategischedoelstellingen van de school ofscholen die onder zijn bevoegd-heid valt. ■ Wie aan een Vlaam-se universiteit geneeskunde wilstuderen, zal vóór de aanvangvan de eerste kandidatuur eerstmoeten slagen voor een centraalgeorganiseerde toelatings- of be-kwaamheidsproef. Die komt erwaarschijnlijk vanaf oktober1996. Vlaams minister van On-derwijs Luc Van den Bossche enfederaal minister van Volksge-zondheid Marcel Colla zijn heterover eens dat er te veel artsenzijn in ons land. De federaal mi-nister wil daarom een contingen-tering. Na afloop van de studiezou slechts een beperkt aantalvan de kandidaat-huisartsen enspecialisten het beroep mogenuitoefenen. Deze maatregel zouals stok achter de deur worden ge-houden, mochten de maatrege-len van de gemeenschappen on-voldoende resultaat opleveren.De Vlaams minister wil met eentoelatingsproef de instroom vangeneeskundestudenten beperken.Het academisch centrum voorhuisartsgeneeskunde van de KULeuven berekende intussen datBelgië in het jaar 2000 op de kopaf slechts 8063 voltijds werkendehuisartsen nodig heeft. Dat komtneer op één huisarts voor 1300inwoners. Nu zijn er meer dan12.000 erkende en actieve huis-artsen werkzaam. ■ Met maat-

Page 13: Klasse voor Leraren 60

…/…

KLASSE NR.60 13

niet-lijn nog verder doortrekken, waaruitblijkt dat het kennisniveau van de scho-lieren bedroevend, verontrustend en zelfsalarmerend is. Dat beweert althans Rea-der’s Digest via Marketing Unit na een en-quête bij 600 leerlingen in het SO. Overi-gens vindt elk jaar wel weer een onder-zoek plaats waarin wordt aangetoond datde parate kennis van de jongeren opnieuwgedaald is. Bovendien klagen de universi-teitsprofessoren op hun beurt elke keerweer over eerstejaars-studenten die nietmeer geïnteresseerdzijn, steeds moeilijkerleerstof memoriserenen alle inspanningentot het minimum be-perken. Professor Ka-rel De Clerck van devakgroep Pedagogiekaan de UniversiteitGent relativeert de on-heilsboodschappen.«In 1933 stelde rec-tor August Vermey-len dat de eerstejaars-studenten niet vol-doende kunnen den-ken of zich uitdruk-ken en hij vond hetmiddelbaar onderwijsveel te formeel en teeenzijdig. In 1948werd volgens de Uni-versitaire Stichtingonze intellectuele eliteaangegrepen door dealgemene vervlak-king. Maar ik stel vastdat de professoren alsinds 1835 hun be-klag doen over eenvoortdurende achter-uitgang in de geeste-lijke vorming van dejongelieden. Ze zeg-gen dus al 160 jaarhetzelfde. L’histoire serépète.»

Koekjesfabriek. Tegen 1 september 1997komen in het secundair onderwijs perso-nen die nieuwe samenwerkingsverbandenen/of fusies technisch-materieel zullen be-heren. Voor die functie geeft de onderwijs-minister de voorkeur aan de term beheer-der of schoolbeheerder in plaats van ma-nager. Een manager doet meer denkenaan de bedrijfswereld, terwijl men de schoolniet kan vergelijken met een koekjesfa-briek. De term manager kreeg ingang toenhet auditkantoor Ernst&Young de ARGOdoorlichtte. In dat doorlichtingsrapport pleitmen voor professionalisering van de orga-nisatiestructuur van de lokale raden. Hetcollege voor het dagelijks bestuur zou wor-den gedirigeerd door een voltijds manager.Bij de hervorming van het SO komt er eensamenwerking tussen scholen in een ver-

Vrije dagen. In de lavorige schooljaar stespectie vast dat 5 Vscholen te veel vrijeregeringsbesluit vanpaalt dat een schoogen per schooljaar schooljaar 1993-199tie in 16 secundaire ding van het bewuvast. Elf daarvan krgeldboete, een terugvan de werkingssubvrije en 2 gemeenschaonderhandeling hiefde sanctie van 4 vrigemeenschapsscholRaad van State. Diespraak. Eind vorig de inspectie van hewijs 149 scholen in avan waren in overtzijn nog in onderzodat de scholen nog maar eerst de gelegte verweren.

ruimd, regionaal verband. Hierbij kan meneen aantal administratief-technische op-drachten uit het huidige directieniveau lich-ten. Een beheerder kan die specifieke op-drachten uitvoeren, gecoördineerd en pas-send in een schaalvergroting, samen metde pedagogische directie, die het globalebeleid bepaalt. Die beheerder kan menveeleer als een hulp bekijken, niet als eenbedreiger van de bevoegdheden van dedirecteur. Overigens kan volgens de minis-

ter, een beheerder bestuit de onderwijswereldzelf komen.

HOBU. De bijna 30 ho-gescholen die Vlaan-deren telt na de fusiesmoeten een bedrijfs-revisor benoemen alscommissaris-revisorvoor de controle vande jaarrekening. Degrote autonomie waar-over de hogescholenvoortaan beschikken,gaat gepaard met strik-te regels voor boekhou-ding en begroting enmet externe controledoor een bedrijfsrevi-sor. Zo kan de finan-ciële autonomie eenprofessionele gestaltekrijgen.Tot nu toe valt op hoeweinig besturen eenzicht hebben op hunrijkdom of armoede.De meesten voerdeneen kasboekhoudingdie enkel de geldbe-wegingen registreerde.Van een echt finan-cieel beleid was geensprake. Het hoge-schooldecreet voorzietnu in het voeren vaneen vermogensboek-houding en het opstel-len van een begroting.

Zittenblijvers. Het aantal zittenblijvers inhet eerste jaar van het secundair onderwijsligt lager dan algemeen werd gedacht. Hetaantal is vooral hoog in de latere leerja-ren. Dat zegt prof. Jan Van Damme van deKU Leuven. Over het aantal zittenblijversen mislukkers in het Vlaams onderwijs zijnnog niet zoveel precieze en onbetwiste cij-fers in omloop. Prof. Van Damme probeertduidelijkheid te brengen. In het eerste jaarSO vindt hij maar 3,64 % van de leerlin-gen dat dit zelfde jaar overdoet. In hettweede jaar is dat 6,67 %, in het derde8,29 %, in het vierde 9,49 % en in hetvijfde 10,25 %. De cijfers voor het alge-meen secundair onderwijs liggen bedui-dend lager dan die voor het technisch,beroeps- en kunstonderwijs. ■

tste weken van hetlde de onderwijsin-aamse secundaire dagen gaven. Een 17 april 1991 be- maar zes vrije da-

ag geven. In het4 stelde de inspec-cholen een overtre-te regeringsbesluitgen in januari eenbetaling van 10 %idie. Het ging om 9psscholen. Na enigee onderwijsministere scholen op. De 2n trokken naar dedeed nog geen uit-chooljaar bezocht secundair onder-le netten. Vijf daar-eding. De dossiersk. Dat wil zeggeniet werden beboet,nheid krijgen zich

moet de armoede in Vlaanderenworden aangepakt. Dat zegt deSociaal-Economische Raad vanVlaanderen (SERV). Het leerplicht-onderwijs moet volledig gratis zijnvoor kinderen uit arme gezinnenen ze moeten ook worden ontlastvan de bijkomende kosten. Inhet hoger onderwijs zou voor diegroep het inschrijvingsgeld ver-laagd moeten worden. ■ De PMS-centra moeten in de schoolva-kanties en ‘s avonds meer voorde ouders en oudere scholierentoegankelijk zijn, althans volgensLuc Martens, Vlaams minister vanCultuur. Hij ziet de PMS-centraals deskundige partners van deouders en de school bij de opvoe-ding van jongeren. Daarom moethet personeel soepel kunnen wor-den ingezet. Martens wil af van debestaande 35-uren-week plus 3uren zelfstandige lectuur. Hij pleitook voor een schaalvergroting.Een bestuur op grotere schaalmaakt namelijk een verschuivingvan het personeel met het oog oplangere openingstijden makke-lijker. ■

Bij de buren.De Waalse werkgeversorganisatieUnion Wallonne des Entreprises(UWE) maakt zich zorgen overde kwaliteit en de kostprijs vanhet Franstalig onderwijs. Boven-dien is volgens de werkgevers dekwaliteit van het secundair on-derwijs ondermaats. Jaarlijks ver-laten 40.000 jongeren de secun-daire scholen, vooral in het tech-nisch en beroepsonderwijs, zon-der diploma op zak. Slechts 40 %van de leerlingen haalt het laat-ste jaar van het secundair op denormale leeftijd. Toch telt hetFranstalig secundair onderwijsbijna tweemaal zoveel leraarsals gemiddeld in de OESO-lan-den. Daarom heeft het volgensde UWE geen zin bijkomend geldte vragen voor de herfinancie-ring van het Franstalig onder-wijs. ■ In Nederland wil de staats-secretaris voor onderwijs 100miljoen gulden (bijna 2 miljardfrank) extra uittrekken voor hetonderwijs aan de kleutergroe-pen op de basisschool. ■ De Eu-ropese Commissie heeft een ad-viesgroep opgericht voor alle vra-gen die te maken hebben metonderwijs en vorming in dezesnel veranderende maatschap-pij. De adviesgroep moet zichvooral buigen over de vraag hoede behoeften aan arbeid en vor-ming beter op elkaar afgesteldkunnen worden. ■

a

l

lm

sse

s

dje stlrene

Page 14: Klasse voor Leraren 60

14 KLASSE NR.60

De vrije keuze van de ouders en leerlingen blijftessentieel. Tot nu toe moesten de leerlingen in hetbasis- en secundair onderwijs een geschikt aanbodkunnen vinden binnen maximaal redelijke afstanden.Een indeling van het onderwijslandschap in subregio’sdie beantwoorden aan een sociale realiteit, vervangtnu het vroegere principe. Binnen de (sub)regio’s blijftde vrije keuze gewaarborgd en krijgt ze een zinvollereinvulling. Ook in het leerlingenvervoer zullen deregio’s een rol spelen. Bovendien leveren ze de basisvoor de hertekening van de ruimtelijke organisatievan de PMS-centra. In een eerste fase worden regio’svoor het secundair onderwijs afgebakend. Ze dienenimmers voor de herstructurering en een meer ratione-le organisatie van het aanbod in het SO.

Duidelijke afsprakenAutonomie en responsabilisering kregen al een

eigen invulling bij de herstructurering van de hoge-scholen. Ze krijgen die nu ook in het secundair enhet basisonderwijs. Het Vlaams regeerakkoord gaatuit van een radicale versterking van de autonomie enverantwoordelijkheid van (en in) de lokale school-omgeving. Hierbij zorgen de scholen zelf voor kwa-litatief hoogstaand onderwijs en roepen ze genoegactieve interesse bij de jongeren op. Ze staan zelf invoor het ontwerpen van een eigen beleidsplan en -visie, en voor het voeren van een eigen verantwoorden creatief personeelsbeleid, evaluatie en nascholinginbegrepen.

Deregulering en autonomie maken van de schoolgeen loutere uitvoerder meer van gedetailleerde re-gels en instructies van de onderwijsminister en zijndepartement of van het net waartoe de school be-hoort. Maar dit wil niet zeggen dat de overheid zichhelemaal terugtrekt. Zij stelt minimale doelstellin-gen voor, bevordert bepaalde maatschappelijke prio-riteiten, stelt een aantal vitale belangen en rechtenveilig, vooral voor de zwakkeren en verschaft daar-toe de nodige middelen in ruil voor duidelijke af-spraken. Of met andere woorden, de overheid scheptde voorwaarden voor kwaliteitsonderwijs en bepaaltde streefnormen ervoor. Belangrijk daarbij zijn deeindtermen, maar ook de opleiding en de nascholingvan de leerkrachten en directies.

EnveloppeDe beheersing van het onderwijsbudget is een

prioriteit. Groei is noodzakelijk maar een expo-nentiële groei kan niet langer worden verant-woord. Daarom neemt de Vlaamse onderwijs-overheid haar verantwoordelijkheid. Het studie-aanbod optimaliseren (reductie van de studie-richtingen), de nadelige gevolgen van het systeemvan de derde betaler uitschakelen en de perso-neelskosten en werkingsmiddelen verantwoordfinancieren zijn hierbij aangewezen.

Een ingrijpend project van het DepartementOnderwijs is de regelgeving herschrijven, moder-niseren en vereenvoudigen. Er komen regelingenvoor alle netten en voor éénzelfde niveau. Eén vande beleidsprioriteiten is het decreet over het ge-woon en het buitengewoon basisonderwijs verderuitwerken en afronden. Dit project wil de regelge-ving, die nu over een veelheid van wetten enreglementen is verspreid, in één decreet samen-brengen en indien mogelijk vereenvoudigen. Voorde administratieve ondersteuning en de werkings-middelen voorziet het regeerakkoord in de toeken-ning van een enveloppe. De enveloppefinancieringwordt ook in het secundair onderwijs ingevoerd.

StudiegebiedenHet huidige secundair onderwijsaanbod is ver-

snipperd en overlapt elkaar soms. Er zijn te veelkleine scholen en er worden te veel verschillendestudierichtingen ingericht. Bovendien organiseertmen dezelfde studierichting vaak meerdere kerenop korte afstand van elkaar en binnen hetzelfdenet. Daardoor moeten versnipperde technischerichtingen gespecialiseerde en vaak kostelijke uit-rusting inzetten voor een veel te klein aantalleerlingen. Elke school zou voldoende bevolktestudierichtingen moeten kunnen aanbieden. Deoverheid opteert voor een radicale herstructure-ring van het SO. Het aantal studierichtingen ver-minderen is de eerste stap in de richting van eenrationeel onderwijsaanbod. Om dat aanbod door-zichtiger te maken zal men de studierichtingenhergroeperen in studiegebieden. Dat zijn richtin-gen die bij elkaar horen door hun inhoud, hunvereiste infrastructuur en dezelfde beroepssectorwaarop ze voorbereiden. Daardoor zullen de meestescholen maar enkele studiegebieden organiseren.Uit de definitie van studiegebied volgt ook dat debetrokken school in de regel over meerdere leer-krachten met dezelfde bekwaamheidsbewijzen zalkunnen beschikken. Zo kan er een stabieler teamvan leerkrachten worden gevormd, die de ont-wikkelingen in hun vakgebied makkelijker kun-nen volgen.

Per regio en per net (officieel/vrij) moeten descholen streven naar samenwerkingsverbanden. Binneneen samenwerkingsverband kan een breed onder-wijsaanbod een leerlinggerichte oriëntering maximaalondersteunen. Daardoor wordt het mogelijk omleerlingen tijdig en volkomen verantwoord opbasis van hun individuele capaciteiten naar hettechnisch of het beroepssecundair onderwijs teoriënteren. Wellicht kan men zo het bekendeuitval- of watervaleffect vermijden.

Streefdatum voor de geplande hervormingen inhet SO is 1 september 1997. (Wordt vervolgd.) ■

School maken in Vlaanderen - een voorwaardenschep-pend en integrerend onderwijsbeleid voor de 21ste eeuw -beleidsprioriteiten 1995 - 1999

B E L E I D a k k

Geenbriefgeheim

meer concrete

Kwaliteit, deregulering,autonomie en responsa-bilisering zijn de vier cen-trale pijlers in de beleids-brief van de onderwijs-minister. Zijn brief is een

uitwerking van de basis-opties die al in het regeer-

o o r d

vervat zaten. Nu debat-teert het Vlaamse parle-ment erover. Maar ookde leerkrachten en de vak-bonden willen mee deschool maken in Vlaan-deren. KLASSE bladert inde beleidsbrief.

Geen halve remedies: deoverheid opteert voor eenradicale hervorming van hetsecundair onderwijs.

Page 15: Klasse voor Leraren 60

IDEE

KLASSE ACTIE: RADIOACTIEFNee, dit is heus niet het werk van eenhedendaags schilder of plastisch kun-stenaar, hier zijn andere kunstenaarsaan het werk geweest. Zo ziet name-lijk een vat geconditioneerd laag ra-dioactief afval eruit als u er een stukuit snijdt. Wij zagen het in levendelijve gebeuren: radioactiviteit, de ver-werking van nucleaire afvalstoffenen de berging van radioactief afvaldoor NIRAS, de Nationale Instellingvoor Radioactief Afval en VerrijkteSplijtstoffen. Stralingsvrije spitstech-nologie. Precies om dit te kunnen zeg-gen, verkenden wij voor u het terrein.En aangezien de kust veilig is, is hetnu uw beurt. NIRAS nodigt 500 leer-krachten met collega of partner uitkennis te maken met de wereld vanradioactiviteit, de verwerking van ra-dioactieve afvalstoffen en de bergingervan. U hebt al zoveel gehoord engelezen over radioactiviteit. Nu hebtu de kans om er op een veilige af-stand toch heel dicht bij te komen. Gamet KLASSE mee naar Isotopolis.

Page 16: Klasse voor Leraren 60

GRATIS RONDLEIDINGµ JA, graag een geleide rondleiding in Isotopo-

lis. Stuur mij een toegangsbewijs voor tweepersonen.

Naam:.........................................................

Nummer identiteitskaart: ..............................

Adres: .........................................................

...................................................................

Telefoon: .....................................................

Naam collega/partner: .................................

...................................................................

Nummer identiteitskaart: ..............................

School: ........................................................

Voorkeurdatum(s): .......................................

Voorkeurtijdstip(pen): ..................................

KLASSE in Isotopolis - NIRAS - Onderwijsproject -Valentine Vanhove - Madouplein 1 - 1030 Brussel- + 02-212 10 34 - fax 02-212 10 40

a = algemeen, b = basisonderwijs, s = secundair en hoger onderwijs

16 KLASSE NR.60

KLASSE IN ISOTOPOLIS aUw halveringstijd bedraagt ongeveer 5730 jaar.8500 Becquerel straalt u uit en toch voelt u erniets van. Met deze KLASSE houdt u zowaaralfastralen tegen. Wilt u samen met uw leer-lingen deze raadsels ontsluieren? Dan is het dehoogste tijd om eens naar Isotopolis te gaan.Dat is geen stad uit De Wolkeneters van Suskeen Wiske, maar een informatiecentrum waar-in u alles leert over ioniserende straling enradioactief afval. En hoe.De overheid laat radioactieve afvalstoffen diein België geproduceerd worden, beheren dooreen instantie die de veiligheid van de bevol-king en het milieu centraal stelt. Die instantieheet NIRAS (Nationale Instelling voor Radio-actief Afval en Verrijkte Splijtstoffen). Het de-bat over het beheer van radioactieve afvalstof-fen is hiermee echter niet afgesloten. Het zal inde toekomst nog vaak worden opgenomen en

dus is het noodzakelijk dat ookonze jongeren erop worden voor-bereid.Daarom heeft NIRAS een educa-tief project uitgewerkt. Doelgroepzijn de 15- tot 18-jarigen, maarnatuurlijk is dit een kluif voor àllejongeren en dus ook voor onder-wijzers en voor docenten hogeronderwijs. Het project is vakover-schrijdend. Radioactief afval isimmers een thema met vele facet-ten en dus wordt het hier niet téwetenschappelijk-technisch behan-deld.Enkele jaren geleden wees een uit-gebreid onderzoek uit dat onzebevolking niet wakker ligt van denucleaire activiteiten in België. Eenzekere onverschilligheid en gebrekaan informatie kwamen duide-lijk aan het licht. Op het maat-schappelijke prioriteitenlijstje vanschoolgaande jongeren tussen 15en 18 jaar bleek de problematiekal evenmin hoge ogen te werpen.Het antwoord van NIRAS en Bel-goproces was Isotopolis en het heleeducatief project loopt onder deauspiciën van de Europese Ge-meenschap. Men zou het voor

minder au sérieux nemen.Centraal in het project staat een bezoek aanIsotopolis, het informatiecentrum over radio-actieve afvalstoffen in Dessel, provincie Ant-werpen. Als voorbereiding op dit bezoek en alsaanvulling achteraf is er voor zowel leerlingenals leerkrachten een uitgebreid informatiepakketvoorzien: drie verschillende brochures, woor-denlijsten, informatiefiches en voor de leer-kracht ook nog een handleiding. Normaalgaat het informatiepakket het bezoek vooraf,maar voor een keer draaien wij de rollen om.Vergezeld van collega of partner kunnen

500 lezers van KLASSE gratis een geleid be-zoek brengen aan Isotopolis in Dessel. Na-dien krijgt iedereen het informatiepakketmee naar huis. Stuur onderstaande bon vol-ledig ingevuld naar NIRAS. Het gevraagdenummer van de identiteitskaart heeft uit-sluitend te maken met veiligheidsvoorschriften.Om uw bezoek zo persoonlijk mogelijk temaken en de be-zoekersgroepenniet te groot te doenuitvallen, zijn eenhele reeks datumsvoorzien: zaterdag16 december, 20 en27 januari, 3 en 17februari om 10 uur of om 14 uur, woensdag17 en 24 januari om 14 uur. Vermeld dedatum en het tijdstip van uw voorkeur.KLASSE in Isotopolis - NIRAS - Onderwijspro-ject - Madouplein 1 - 1030 BrusselHet programma ziet er als volgt uit:Na ontvangst in Dessel en een introductie leertu via een korte video op een ludieke manieralle essentiële begrippen kennen die met ra-dioactiviteit te maken hebben. Daarna wor-den groepen van ongeveer 15 personen ge-vormd voor een bezoek aan de tentoonstelling,die uit drie modules bestaat. Deskundige gid-sen leiden u er doorheen. Module 1 behandeltradioactiviteit in het algemeen. Er is een mini-laboratorium waar kleine maar reële experi-menten worden uitgevoerd; de spectaculairenevelkamer maakt radioactiviteit en ionise-rende straling zelfs zichtbaar. In module 2wordt radioactief afval uit de doeken gedaan.Hoe ziet het eruit? Wat gebeurt ermee? Een enander kunt u ook volgen op foto’s en monito-ren. Ten slotte wordt in module 3 via maquet-tes uitgelegd hoe radioactief afval kan wordengeborgen. U brengt ook een bezoek aan de sitevan Belgoproces. Dat is de industriële verwer-kingsmaatschappij van NIRAS. Daar kunt uhet allemaal wat concreter en toch veilig afge-schermd zien. Er zijn twee stops: een bij deverwerking van radioactieve stoffen en een bijhet opslaggebouw van radioactief afval. Wezijn dan ongeveer 2,5 uur verder. Na de discus-sieronde krijgt u de geïllustreerde informatie-map mee naar huis. Die is vooral bedoeld omhet bezoek met uw leerlingen voor te bereiden.Ook dat bezoek is trouwens gratis.

KIJKEN NAAR WERKEN sHet Arbeidsspel is een gratis video naar aanlei-ding van de 100ste verjaardag van het Ministe-rie van Tewerkstelling en Arbeid. Gespeelde frag-menten en archiefbeelden wisselen elkaar 32minuten lang af. Alle hoogtepunten van degeschiedenis van de arbeid komen aan de beurt:het ontstaan van de vakbonden, de invoeringvan het sociale zekerheidsstelsel, de oprichtingvan het ministerie, de uitwerking van de ar-beidsreglementering, enz. Bij de video hoort eenmini-krant. Deze Arbeidskrant beschrijft inkorte artikels de Belgische arbeidsreglemente-ring, de sociale zekerheid en de instellingen.Video en mini-krant richten zich hoofdzakelijktot leerlingen van de derde graad secundaironderwijs en tot studenten hoger onderwijs.Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid - Belliard-straat 51 - 1040 Brussel - + 02-233 40 13 - fax 02-233 44 88

Page 17: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 17

GEDETACHEERDE GEZOCHT a• Vereniging voor Promotie van Gezondheid opSchool vzw (Proges) - Christine de Coninck -Schildknechtstraat 9 - 1020 Brussel - + 02-42249 41 - fax 02-422 49 89 zoekt een vastbe-noemd leerkracht voor de herwerking van demappen GVO-materiaal voor de basisschoolGezondheid, je kan er zelf iets aan doen!Deze actualisering (qua inhoud en lay-out)zal rekening houden met ontwikkelingsdoe-len en eindtermen basisonderwijs. Alle leer-krachten kunnen anderzijds hun wensen, ver-wachtingen, tips, enz. kenbaar maken.• Bouworde vzw - Tiensesteenweg 145 - 3010Leuven - + 016-25 91 44 - fax 016-25 91 60zoekt een vastbenoemd leerkracht (jonger dan40 jaar) voor propaganda in scholen envorming van vrijwilligers. Bouworde is eenvrijwilligers-organisatie die sociale projectenrealiseert in de bouwsector, in binnen- enbuitenland.• Pedagogisch Instituut J.L. Vives Vzw - Landelij-ke Jeugddienst voor Speelprojecten - Cordoea-niersstraat 13 - 8000 Brugge - + en fax 050-3406 70 zoekt een vastbenoemd leerkracht (max.36 jaar) met ervaring in het jeugdwerk voorde organisatie van kadervorming, ondersteu-ning van plaatselijke speelprojecten (speel-plein/jeugdatelier) en redactie van een tijd-schrift.

WIN UW SCHOOLREIS aWeet u al waarheen dit jaar met uw school-reis? Waarom niet naar Nederland? Het Neder-lands Bureau voor Toerisme heeft een nieuweSchool- en Groepsreizenbrochure klaargestoomd.Daarin vindt u 35 kant-en-klaar ideeën vooreen dagtocht in Nederland. U kunt deze bro-chure gratis thuis ontvangen. Gewoon aan-vragen.

Aan de brochure is een leuke wedstrijd ver-bonden. De klas die vóór 15 januari aan dehand van de School- en Groepsreizenbrochurede leukste dagtocht naar Nederland weet uit testippelen, kan deze schoolreis gratis maken!Nederlands Bureau voor Toerisme - Bram Soete -postbus 136 - 1050 Brussel 5

KUNST IN HET aGEMEENSCHAPSONDERWIJSGeoArt staat voor «kunst in het gemeenschaps-onderwijs» en stelt tegen zeer voordelige voor-waarden kunsttentoonstellingen ter beschik-king van de scholen. In samenwerking met de

ARGO zorgt ze voor de kunstwerken, het ver-voer, een begeleider voor opstelling en afbraak,tentoonstellingsmaterialen, drukwerken (ca-talogi, uitnodigingen en affiches) en de verze-kering. In januari start GeoArt IV.Cobra toont 30 representatieve werken. Eenbegeleidend educatief pakket bestaat uit eenmediatheek met videobanden, diareeksen ennaslagwerken én een syllabus met geschied-kundig overzicht en lesideeën voor het secun-dair onderwijs. De bedoeling is ook dat descholen die deze tentoonstelling aanvragen,tegelijk een tweede tentoonstelling maken metwerken van hun leerlingen, geïnspireerd doorCobra.Roger Raveel omvat 80 werken: schilderijen,kleurenzeefdrukken, kleurensteendrukken, wit-zwartetsen en kleurenhoutsneden. Raveel stel-de zelf dit geheel samen met het accent op zijngrafisch werk van de jaren zestig tot vandaag.Een uitgebreide mediatheek (boeken, video-banden en een diareeks) vergezelt dit project.Speciaal voor basisscholen is het project Pop-pen- en figurentheater in Vlaanderen: 24 Vlaamsetheaters leenden een 60-tal poppen en figurenuit die samen een goed momentbeeld geven.Ook decorelementen, ontwerptekeningen enpoppen in verschillende stadia van afwerkingzijn in de tentoonstelling opgenomen. Op-nieuw is er een mediatheek beschikbaar metvideobanden, diareeksen en naslagwerken.Kunstenaars uit het Gemeenschapsonderwijsten slotte toont werk van vooral jonge kunste-naars (vaak leraars plastische opvoeding) enenkele gevestigde waarden.GeoArt vzw - secretariaat: Frank De Smedt - KTA II -Oude Vest 172 - 9200 Dendermonde - + 052-2136 30 - fax 052-22 13 70

KLASSE-SERVICE a• Hans Schmidt - Merelstraat 16 - 9840 De Pinte -+ 09-282 88 24 - fax 09-282 64 02 schreef metGuido De Bruyker de kindermusical Beloofdt isbeloofd. De auteurs dragen hun werk op aanalle leerlingen met leermoeilijkheden onderhet motto Mag ik ook eens missen, mag het ookeens fout? Deze musical voor de lagere school isgebaseerd op het sprookje De rattenvanger vanHamelen. Hij duurt ongevaar 80 minuten vooreen onbeperkt aantal spelers.• Youth for Understanding-Vlaanderen - Regastraat47 - 3000 Leuven - + 016-29 06 14 organiseertinternationale studentenuitwisselingen. Voorleerkrachten is er een speciaal programma:een studiereis naar Japan (zomer 96), metnadruk op intensieve kennismaking met deplaatselijke bevolking, ontdekking van de we-reld van het Japanse onderwijs, enz. Meerinformatie bij de organisator/samensteller/gids:Marieke Van Beylen - Stan Daneelsstraat 25 -2275 Lille-Gierle - + en fax 014-55 38 68• Stichting Vredeseducatie - Veeartsenijstraat 165- 3572 DJ Utrecht - Nederland - + 00-31-302723500- rekeningnr. voor België 645-1334970-91 - ver-spreidt de kindermusical De Polykroon vanIdem Dito van Mar van der Velden. Het is eenvrolijke musical voor het zesde jaar lager on-derwijs over de positieve kanten van de multi-culturele samenleving. Het hele pakket (mu-ziekcassette, 30 tekstboekjes en handlei-ding met lessuggesties, decorbeschrijving enregie-aanwijzingen) kost 1500 fr. Een proef-pakket kost 170 fr.

VLAANDEREN aEN BRUSSELHet Vlaams OnderwijscentrumBrussel vzw (VOC) wil contac-ten tot stand brengen tussenscholen uit Vlaanderen en scho-len in Brussel. Het project be-staat erin contactdagen teorganiseren waarop twee klas-sen van hetzelfde net en het-zelfde niveau, één uit Vlaan-deren en één uit Brussel, el-kaar zouden leren kennen inBrussel. De Brusselse klas «gidst»de Vlaamse klas en de tweeklassen werken samen één ofander project uit. Als u hierinbent geïnteresseerd neemt uhet best zo snel mogelijk con-tact op metVOC-secretariaat - Martelaarsplein21 - 1000 Brussel - + 02-218 1000 - fax 02-219 57 00

Page 18: Klasse voor Leraren 60

18 KLASSE NR.60

(advertentie)

VEILIG (T)HUIS bBrandwonden, vergiftiging, elektrocutie, snij-wonden, verstikking,... Verreweg de meesteongevallen gebeuren niet op straat of op hetwerk, maar thuis. In en om uw eigen huis nogwel. En om het met een cliché te zeggen: hetgevaar loert overal. Vooral voor kinderen, diede ervaring missen van de volwassene en dieachter de bekoring van wat niet mag hetgevaar niet zien. Het Provinciebestuur vanAntwerpen wil hier iets aan doen met een

echte doe-tentoonstelling voor vol-wassenen en voor kinderen. Umag gratis komen poolshoogtenemen, mèt uw kinderen erbij,om het later met uw leerlingennog eens over te doen. De doel-groep is vooral kinderen van hetbasisonderwijs, maar natuurlijkzijn het ook de volwassenen diethuis een veilig klimaat moetenscheppen en dus raden wij ieder-een aan de interactieve tentoon-stelling Veilig (t)huis te bezoe-ken. En waarom er op school geenproject over veiligheid rond we-ven?Veilig (t)huis is een organisatievan het Antwerps Provinciaal Vei-ligheidsinstituut in samenwerkingmet de vzw Koördinatie Veilig-heid in de Privésfeer. De tentoon-stelling voor kinderen is opgevatals een gestileerd huis waarin zijal spelend leren over veiligheid inen om de woning. Maar voor dekinderen hun gang mogen gaan,

n type-

… aantal

............

............

............

............

ir - hoger

uari

iligheids-8 - 2000

krijgen zij, indien gewenst, een voorbespre-king. Dan, na een uurtje spelend leren, verza-melen zij zich in een zithoek op allerlei origine-le en ergonomische stoelen om na te praten.Tot slot worden alle kinderen uitgenodigd ommee te tekenen aan de langste tekening terwereld. Het hoofdthema is natuurlijk Veilig(t)huis en eind maart, als de vereiste vier kilo-meter papier zijn volgetekend, komt er eenrecordvermelding in het Guiness Book of Re-cords. Voor het totale bezoek met uw leerlin-gen rekent u het beste een hele voor- of namid-dag.KLASSE geeft u en 74 andere leerkrachtende kans met collega of partner of zelfs metde kinderen (6-12 jaar) erbij een type-rond-leiding mee te màken in het Veiligheidsin-stituut. Stuur bijhorende bon volledig inge-vuld naar het Veiligheidsinstituut. Als hetlot u gunstig gezind is, krijgt u dan eenvoorbespreking, een geleide uitprobeerwan-deling, een infomap en een nabesprekingbij een kopje koffie. Alles goed voor onge-veer 2 educatieve uurtjes. De datums: woensdag20 december en 10 januari om 15 uur; zater-dag 13 en 20 januari om 9, 11 of 15 uur.Mocht u uit de boot vallen voor de georgani-seerde rondleiding, loop dan toch eens bin-nen bij Veilig (t)huis. Het evenement loopttot 20 maart 96. Vindt u Antwerpen wat ver?Geen nood. Na 20 maart wordt Veilig (t)huiseen reizende tentoonstelling. Uw gemeentekan ze zelfs tegen redelijke voorwaarden aan-vragen.Veilig (t)huis - Provinciaal Veiligheidsinstituut - Ko-ningin Fabiolazaal - Jezusstraat 28 - 2000 Antwer-pen - + (03)203 42 18 - fax (03)203 42 30

VEILIG (T)HUISµ JA, ik ben sterk geïnteresseerd in ee

rondleiding bij Veilig (t)huis.Stuur mij … toegangsbewijzen (= volwassenen / … aantal kinderen)

Naam:.............................................

Adres: .............................................

.......................................................

Mijn school: .....................................

Mijn onderwijsniveau: basis - secunda

Voorkeurdatum(s): 20 december10 - 13 - 20 jan

Voorkeurtijdstip(pen): 9 - 11 - 15 uur

Veilig (t)huis met KLASSE - Provinciaal Veinstituut - Anne de Dieu - Jezusstraat 2Antwerpen

Page 19: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 19

KLAVERTJE DRIE aKlavertje Drie is een uitwisselingsproject vooralle klassen van de derde graad lager onder-wijs, het volledige secundair onderwijs en hetpedagogisch hoger onderwijs. Het project iseen realisatie van de Ministeries van Onder-wijs van de Vlaamse, Franse en DuitstaligeGemeenschap, in samenwerking met de Ko-ning Boudewijnstichting. De uitwisselingen moetendan ook plaatsvinden tussen klassen uit tweeof drie Belgische Gemeenschappen. Ze zijn«gericht op de ontdekking van elkaars culture-le achtergrond en leefsituatie, met respect voorieders eigenheid». In dit kader kan de uitwisse-ling zowel pedagogische als culturele, sportie-ve en familiale activiteiten omvatten.Hoe verloopt zo’n uitwisseling praktisch? Erzijn verschillende mogelijkheden. U ontvangteen klas van een andere Gemeenschap, eenzogenaamde bilaterale uitwisseling. Hier-voor is een beurs beschikbaar van 25.000 fr.voor de gastheer-klas. Een andere mogelijk-heid is dat u twee klassen ontvangt (één uit deFranse en één uit de Duitse Gemeenschap) ofdat u met die twee klassen op een andereplaats samenkomt. Voor zo’n trilaterale uit-wisseling kunt u een beurs van 40.000 fr.krijgen. Als bijkomende steun stelt de NMBSgratis treintickets ter beschikking voor de ge-zamenlijke verplaatsing van uw klas van ennaar het verblijf. In het lager onderwijs duurteen uitwisseling ten minste 3 volledige dagen(met 2 opeenvolgende overnachtingen). Inhet secundair onderwijs en het pedagogischhoger onderwijs duurt ze minimum 5 volledi-ge dagen (4 opeenvolgende overnachtingen).Het is wenselijk dat alle leerlingen deelnemenaan de uitwisseling; in elk geval moet tenminste 75 % van de leerlingen eraan deelne-men.Een eerste fase (tot 30 januari) is al in ganggeschoten. Voor uitwisselingen tussen 30 ja-nuari en 31 oktober 1996 kunt u nog tot 15januari beursaanvragen indienen. De juryselecteert op 30 januari de projecten die voorsubsidiëring in aanmerking komen.Inlichtingen en aanvraagformulieren: Koning Bou-dewijnstichting - programma Burgerzin - Brederode-straat 21 - 1000 Brussel - + 02-549 02 14 - fax 02-511 52 21

VLOT sIn oktober zag een gloednieuwe vereniging hetlicht. De netoverschrijdende Vereniging Leer-krachten Oude Talen (VLOT) wil concrete pro-blemen bestuderen en aanpakken via specialewerkgroepen. Daarnaast behartigt VLOT debelangen van haar leden en organiseert lezin-gen, uitstappen, reizen en contacten met clas-sici uit het buitenland.Het lidmaatschap voor 96 bedraagt 500 fr.voor actieve leden en 250 fr. voor studenten ensympathisanten. Op dinsdag 16 januari (19.30u.) is er een eerste contactavond en ideeën-wisseling in het prachtig gerestaureerde café

van de Antwerpse Opera: De Caveau - VanErtbronstraat 2 - 2018 Antwerpen (hoek Roosevelt-plaats). Liefst zo snel mogelijk inschrijven oponderstaand adres.VLOT vzw - André Deleersnyder, voorzitter - JanVerspeyenstraat 8 - 9000 Gent - meer inlichtingen:Paul De Pooter - + 03-385 12 73 of MarjorieHoefmans - + 03-236 84 17 of Ilse Joos - + 03-21976 88

JONGEREN EN TECHNOLOGIE sFTI Technoland (de nieuwe naam voor Flan-ders Technology International) vindt plaatsin Flanders Expo (Gent) van 15 tot21 april 1996. U kunt er kennisma-ken met de nieuwste toepassingenvan wetenschap en technologiein alle domeinen van uw leefwe-reld: werken, wonen, voeding, ont-spanning, enz. Er is opnieuw eenspeciale dag voor leerlingen van dederde graad secundair onderwijs (allerichtingen). Op vrijdag 19 april ishet JET-dag (Jongeren en Techno-logie) en kunt u met uw leerlingengratis een bezoek brengen aan FTITechnoland.Uw leerlingen moeten dit gratis bezoek welverdienen! Dat doen ze door visueel en creatiefhun visie weer te geven over een item van onzeleefwereld in de 21ste eeuw: een maquette,video-montage, software, toneelstuk, collage,enz. De nadruk ligt daarbij op vakoverschrij-dend groepswerk, zowel voor leerlingen alsleerkrachten én op communicatie. Meer in-lichtingen vindt u in de gratis Documentatie-map JET Project.Stichting Flanders Technology International - Ha-linka De Visscher - Jozef II-straat 30 - 1040 Brussel- + 02-219 79 00 - fax 02-219 49 81

INLEVEN IN ANDERE CULTUREN bHet Kinderwereldatelier organiseert inleefpro-gramma’s in de culturen van Turkije, Zaïreof Peru, vooral voor leerlingen van de derdegraad. Zo’n programma duurt een halve dagen is geënsceneerd als een reis en verblijf inhet gekozen land (met decors, kledij, voorwer-pen, enz.). U bereidt zo’n programma hetbeste grondig voor in de klas. Die voorberei-ding duurt in principe drie dagen. Het Kinder-wereldatelier stelt hiervoor trouwens materi-aal ter beschikking. In principe vraagt deorganisatie ook dat de leerkracht vooraf deel-neemt aan een vormingsnamiddag in hetatelier.Het Kinderwereldatelier heeft trouwens eenvrij uitgebreid navormingsprogramma, meto.a. basissessies over onze kijk op mensen uitandere culturen, verdiepingssessies over soli-dariteitsacties voor de derde wereld en groeipij-nen in het samenleven met andere culturen. Erzijn ook zeer praktische verdiepingssessiesover werken met de aangeboden inleefpro-gramma’s (zo’n sessie wordt u verondersteld tevolgen als u met uw klas op bezoek wilt ko-men); over werken met een Afrikaanse speel-goedkoffer in de klas of over kinderboeken alsopen venster op de wereld. Er is een uitgebreidprogramma beschikbaar met alle verdere ge-gevens.Kinderwereldatelier - Rolwagenstraat 73 - 2018Antwerpen - + 03-235 20 76 - fax 03-272 05 82

RED DE AARDE a1 maart 1996 is de Dag voormundiale vorming. Dit school-jaar is het thema duurzameontwikkeling. Onder het mottoRed de Aarde wil deze cam-pagne jongeren warm makenom onze aarde ook voor dekomende generaties leefbaarte houden. Begin vorige maandkreeg u op school reeds eeninfopakketje, met daarin eenaffiche en een infofolder waarinactueel lesmateriaal wordtaangeboden.Wil u actief meewerken aande Dag voor mundiale vor-ming? Hebt u concreet lesma-teriaal of adressen nodig? Zoektu een bruikbaar werkmodelof een blikvanger voor 1 maart?Contacteer dan meteen hetNationaal Centrum voor Ont-wikkelingssamenwerking - Werk-groep Mundiale Vorming - My-riam De Keyser, Willi Aerts ofHugo Miguet - Vlasfabriekstraat11 - 1060 Brussel - + 02-539 2620 - fax 02-539 13 43

Page 20: Klasse voor Leraren 60

20 KLASSE NR.60

Page 21: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 21

WEDSTRIJDEN• PAK JE PEN! bDe 5de ECI-verhalenwedstrijd voor leerlingen der-de graad lagere school heeft als centrale themaPak je pen! Ook deze keer is de wedstrijd gekop-peld aan een Unicef-project. Voor elk ingestuurdverhaal schenkt ECI 25 fr. aan Unicef voor eenvredesopvoedingsproject voor kinderen in Burundi.Aan de vorige editie (1993) namen meer dan30.000 verhalenmakers deel. Duizend jonge schrijverskrijgen een boek. Vijftig winnaars komen methun ouders naar een spetterend feest op 2 juni.Vijf laureaten mogen met hun hele klas énleerkracht én directeur meefeesten. De echte win-naar van de wedstrijd gaat met zijn ouders naarDisneyland (USA). Insturen moet wel vóór 22december. Vraag het reglement.ECI voor boeken en platen - Plantin en Moretuslei220 - 2018 Antwerpen - + 03-271 17 45 - fax 03-235 61 06

• WEDSTRIJDEN IN VOORDRACHTKUNSTa* De 47ste Nationale Wedstrijd in Voordracht-kunst om het Dr. Jan Oscar De Gruyterjuweelstaat open voor jongeren van 8 tot 17 jaar. Zijbrengen een gedicht en prozastuk naar eigenkeuze. Over heel Vlaanderen vinden schiftingenplaats. De laureaten hiervan worden uiterlijk op15 januari voorgedragen voor de finale (12 fe-bruari in Gent). Wie niet aan de schiftingen kandeelnemen, kan vóór 10 januari inschrijven vooreen speciale schiftingsronde op 20 januari inGent. Voor de eindlaureaten zijn er het gegeerdeJuweel, Koninklijke Zilveren en Bronzen medail-les, plaketten, diploma’s en prijsboeken.* De Nationale Wedstrijd in Voordrachtkunstvoor Liefhebbers staat open voor iedereen van-af 18 tot 25 jaar die dictie, voordracht of toneel-spelen (of lesgeven hierin) niet als beroep ofdeeltijds beroep uitoefent. Ook deze kandida-ten brengen een gedicht en prozastuk naareigen keuze. De inzet van de wedstrijd zijnprijsboeken en diploma’s. Inschrijven gebeurtvóór 10 januari. De wedstrijd zelf vindt plaatsop 20 januari in Gent.K. M. De Melomanen - Dr. J. O. De Gruyterjuweel -Hubert Frère-Orbanlaan 602 - 9000 Gent - + 09-223 12 45

• PAROLE À DEUX sHet welsprekendheidstornooi Frans Parole àdeux staat open voor leerlingen van de derdegraad secundair onderwijs uit alle onderwijs-netten. De leerlingen nemen deel in duo (maxi-mum drie duo’s per school). De wedstrijd ver-loopt in twee delen: de expositio van het stand-punt (5 min.) en de verdediging (6 min.; beant-woorden van vragen van publiek en jury). Hetonderwerp is vrij, maar beide sprekers moetenevenredig aan bod komen. De nadruk ligt opde spreekvaardigheid (het publiek boeien enovertuigen). Aan het tweede deel is dus meertijd verbonden, maar ook meer punten. Regio-nale selectieproeven vinden plaats op 7 en 14februari (plaatsen afhankelijk van de verde-ling van de inschrijvingen per regio). De finalevindt plaats op 6 maart. Deadline: 15 januari.Centrum voor Didactiek - Sectie Frans - Prinsstraat13 - 2000 Antwerpen - + 03-220 46 81 - fax 03-220 46 79

KUNST IN EEN KOFFER bSleuteltje in het museum is een uitleenkoffervoor het Oostvlaamse lager onderwijs. Sleutel-

tje neemt u en uw leerlingen mee op eenverkenningstocht door een museum. De kof-fer bevat didactisch materiaal voor de leer-kracht, een videoclip, de mascotte Sleuteltje endrie educatieve spellen. Eén van de vier verteltover de taken die een museum vervult; Wiedoet wat? toont de mensen achter de schermenvan een museum en Museumdomino gaat overhet gevarieerde aanbod van musea.Kleurenkriebels is een tweede uitleenkoffer, ditkeer over kleuren en kijken naar kunst. Dezekoffer (samengesteld door vzw Rasa) bevat eenKijkwijzer (concrete hulp bij het kijken naarkunstwerken), drie ingelijste reprodukties vankunstwerken, didactisch materiaal voor de leer-kracht én spelmateriaal om uw leerlingen staps-gewijs in de wereld van kleuren en beeldendekunsten te leiden.Leerkrachten uit Oost-Vlaanderen kunnen beidekoffers twee weken lang gratis ontlenen (waar-borg: 7000 fr.).Provincie Oost-Vlaanderen - Provinciehuis - Afdeling91 - Kunst en Cultuur - Gouvernementstraat 1 -9000 Gent - + 09-267 80 00 - fax 09-267 81 99

PIANO OP SCHOOL aDe European Piano Teachers Association (EPTA)is een internationale organisatie van pianis-ten en pianoleraars. EPTA wil helpen het peilvan de lessen piano en van het pianospelen teverhogen en het isolement van de pianoleraarte doorbreken. Daartoe organiseert de vereni-ging conferenties, studiedagen, lezingen/reci-tals, cursussen, enz. Er is voorts nog een twee-jaarlijkse wedstrijd, een eigen vaktijdschrift eninternationaal contact en informatie-uitwisse-ling. Lid worden kost 1000 fr. Studenten en 60+betalen 600 fr., erelid wordt u voor 1500 fr. enbuitengewoon lid (niet-vakmusici en sponsors)voor 2000 fr.Recent hebben BRTN - Departement Vorming enEPTA de handen in elkaar geslagen met alsresultaat de CD Riffs & Cliffs (74 min.; 21 titels

van 18 componisten). Jonge vertolkers (laurea-ten van de EPTA-wedstrijd) vertolken hierophoofdzakelijk recente werken van Belgische com-ponisten. Hiermee willen beide initiatiefnemerseen alternatief repertoire pianomuziek aanbie-den voor de leerlingen én leraars van de piano-,samenspel- of kamermuziekklas. De CD kost650 fr. en is verkrijgbaar bij BRTN - EducatieveUitgaven - Kamer 3N7 - 1043 Brussel - + 02-741 5435 of op onderstaand adres.EPTA vzw - Boesbeeklaan 27 - 9051 St. Denijs-Westrem - + 09-221 78 45 - Inlichtingen over EPTA:Roland De Munck, voorzitter - + 03-458 07 44

POSITIEF BSO sHet project Positieve modellenin het beroepsonderwijs steuntinitiatieven die de socialeweerbaarheid van leerlingenberoepssecundair onderwijsverhogen. Scholen (voltijds endeeltijds) beroepssecundaironderwijs (ook beroepsvoor-bereidende klassen in de eer-ste graad), PMS-centra, mid-denstandsopleiding en centravoor deeltijdse vorming kun-nen tot 16 februari projectenindienen. Elk geselecteerd projectkrijgt 50.000 fr.De inhoud van uw project moetaansluiten bij één of meer vande doelstellingen: begeleidingvan leerlingen, ondersteuningvan leerkrachten en opvoe-dend personeel, vanuit de di-rectie werken aan het school-klimaat, leerlinggericht wer-ken, samenwerken met exter-ne organisaties en/of via derelatie school-ouders.Selectiecriteria zijn bijvoor-beeld: realisatie van het pro-ject tussen 15 april 1996 en 30juni 1997; de hele school moethet project ondersteunen énhet project heeft een uitstra-ling binnen de hele school enbij voorkeur is er een samen-werking tussen school, PMSen andere organisaties.Koning Boudewijnstichting - Pro-gramma Solidariteit - Brederode-straat 21 - 1000 Brussel - + 02-549 02 59 - fax 02-511 52 21

Page 22: Klasse voor Leraren 60

22 KLASSE NR.60

(advertentie)

ZWERVEN aOVER HET WATERBent u op zoek naar een «ande-re» schoolreis? Misschien kun-nen Chris en Barbara u helpen.Met het binnenvaartschip Car-la varen zij over ‘s lands wate-ren. Het schip is ingericht voor30 passagiers, met 9 kajuitenen een grote living (bruikbaarals eetzaal, speelzaal, klaslo-kaal, videoruimte, enz.). De schip-pers hebben enkele (meerdaagse)trajecten uitgestippeld, maar ukunt ook samen met hen eeneigen menu samenstellen.Philippe Perneel - Hugo Verriest-straat 14 - 8000 Brugge - + 050-33 55 84

DE REACTIES• Ontwikkeling met KLASSE.U heeft enthousiast gereageerdop de actie rond ontwikkelings-hulp die we in de vorige KLAS-SE voorstelden. Zo’n 1000 leer-krachten vroegen meteen debrochure leermiddelen aan ommee te werken in de klas. En

honderden scholen vroegen een werkatelier aan.Ook voor de tijdschriften en boeken rond mun-diale vorming is de interesse groot. Hopelijkhoort u er nog van.• Het speciale rekeningnummer blijft geopend.Daarop kunt u een bijdrage storten voor hetinitiatief Ontwikkeling met Klasse. Uw geld komtdan terecht bij een uniek scholingsprogrammain Burkina Faso. U herinnert zich dat met 200frank (uw 200 frank!) meteen vijf leerlingen inAfrika aan de slag kunnen. Een woordenlijst, eenrekenboek, een schrift, een balpen en een leikosten samen zo’n 40 frank. Uw bijdrage kan denieuwe start betekenen voor mensen die hetalléén niet rooien. We wachten nog op uw duit inhet zakje om in volgend nummer een tussen-stand van het ingezamelde bedrag te publiceren.Lees nog even de informatie in de vorige KLASSEop p. 13, 14 en 15. Stort dan meteen het bedragop dit speciale rekeningnummer 310-0785572-55 van NCOS/11.11.11 met gewone vermelding:KLASSE. Vanaf 1000 frank ontvangt u een fis-caal attest. Uw bijdrage is van het grootste be-lang. Bent u bereid om uw collega’s in BurkinaFaso te ondersteunen? En hoeveel Vlaamse leer-krachten zullen dat samen met u doen? Wijhouden u op de hoogte van het verloop van deactie: hier en ginder.Nationaal Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking- Marleen Vos - Vlasfabriekstraat 11 - 1060 Brussel -+ 02-539 26 20.• Meer dan 700 leerkrachten vroegen een vrij-kaartje aan voor Up With People. Misschienheeft de onschuldige hand u al naar gindergeloodst. Ook de meer gedetailleerde aanvragenvoor een dagje Up With People op uw schoolworden ondertussen ernstig bekeken. Wie bij degelukkigen is, hoort daar nog over. Vragen?

Up With People België - Roodebeeklaan 44 - 1040Brussel - + 02-735 01 80 - fax 02-736 86 97• Ook voor het Kaaitheater loopt het storm.Uiteindelijk zullen meer dan 500 leerkrachteneen uitnodiging krijgen voor een kennismakingmet de voorstellingen en de educatieve aanpakvan het Kaaitheater. Graag gedaan.Kaaitheater - Agna Smisdom - Akenkaai 2 - 1000Brussel - + 02-201 58 58• Kleur. Meer dan 3000 leerkrachten hebben eenCaran d’ Ache paneel aangevraagd. Dat waren erzovéél dat ze in Zwitserland moesten wordenbijgemaakt. De verzending kan dus even duren.Voor de tekenwedstrijd kwamen een duizendtalinzendingen binnen. De prijzen zijn ondertussenook al uitgereikt. In ’96 komt er een grote inter-scholenactie waaraan u met uw klas in groepkunt deelnemen.Caran d’ Ache - PB 21 Anderlecht 3 - 1070 Anderlecht• Duizenden leerkrachten hebben Vlaanderen aldoorkruist voor de bijzondere initiatieven in deVlaamse culturele centra naar aanleiding van deculturele actie Meesterstukken. Het is een cultu-reel, vormend en educatief evenement geweestdat voorlopig zijn gelijke niet kent. Hartelijk dankaan alle organisatoren, begeleiders en deelne-mers voor zoveel aanstekelijk enthousiasme.De initiatiefnemers vragen uitdrukkelijk om uw(positieve en negatieve) ervaringen te melden.FEVECC - Meesterstukken - Sainctelettesquare 19 -1210 Brussel• Meer dan 5000 lezers hebben hun weg gevon-den naar het Museum met Klasse in Brussel.Daar had de Educatieve Dienst dan ook zijnbeste beentje voorgezet. Interesse voor een be-zoek met uw leerlingen?Museum voor Schone Kunsten - Educatieve Dienst -Museumstraat 9 - 1000 Brussel - + 02-508 34 50

Page 23: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 23

ZEKERLEZEN

ALGEMEEN a• LEERKRACHTENSTAGES IN EUROPABeroepsgerichte stages voor leerkrachten in deEuropese Gemeenschap: voorbereiding, orga-nisatie en evaluatie, ervaringen en veel prakti-sche informatie. Dat vindt u in het duidelijkgestructureerd vademecum Organisatie vanleerkrachtenstages binnen de Europese Unie.Schrijf 100 fr. + 50 f. verzendingskosten over oprek.nr. 001-1660385-15 van de vzw Leerkrachten-stages - Fontainasplein 9-11 - 1000 Brussel

• VAKTIJDSCHRIFTEN (3)Het tijdschrift Informatie Vernieuwing Onderwijs, kortwegIVO, bericht viermaal per jaar over algemeen onderwijskun-dige, pedagogische en didactische thema’s, b.v. communica-tie op school, drugbeleid, evaluatie, de geïntegreerde proef,vakoverschrijdend leren, enz. Wetenschap en praktijk, met denadruk op het laatste. Een jaarabonnement kost 400 fr. enkan op elk ogenblik ingaan.Karel Raeymaekers - de Roest d’Alckemadelaan 10 bus 12 - 2600Berchem - tel/fax 03-230 83 17

• NIET OP DE OPENBARE WEG GOOIEN A.U.B.500 leerlingen die tweemaal daags een drankje nuttigen opschool. Het levert al gauw 162.000 drank-verpakkingen per jaar op. Redenen ge-noeg om aan herbruikbare verpakkin-gen te denken. De Bond Beter Leefmilieuhelpt u met eenvoudige maatregelen aanafvalpreventie te doen in uw school. Mi-lieutips in een nieuwe brochure voor100 fr. + verzendingskosten.Duurzame drankverpakkingen op school -Bond Beter Leefmilieu - Overwinningsstraat26 - 1060 Brussel - + 02-539 22 17 - fax 02-539 09 21

• LITERATUURLIJKDe nieuwe VSVJ-documentatiemap overonze eigen Vlaamse jeugdboekenschrij-vers bevat meer dan 120 bladzijden nut-tige informatie over Anne Provoost, Ma-rita de Sterck, Maria Jacques, Gerda vanCleemput, Jo Briels, Paul Kustermans,Maria Heylen, Detty Verreydt, Gil Van-der Heyden, Bart Moeyaert en vele ande-ren, uiteraard met bijhorende boeken-lijst.Documap VSVJ (Vlaamse Schrijvers Voor deJeugd), 300 fr. + 65 fr. portkosten - AugustVan de Wielelei 302 - 2100 Deurne

• PESTEN, GEDAAN ERMEE!De Engelsen noemen het bullying en inGroot-Brittannië kostte het zelfs al eenaantal leerlingen het leven. Er lopen nunationale campagnes om er wat aan tedoen. Reden te meer om bullying of pes-ten op school ook in uw klas en op uwspeelplaats au sérieux te nemen. Van-daar het boek Pesten, gedaan ermee!Dat is een erg complete handleidingvoor elke volwassene die via kinderenof jongeren in aanraking komt met pes-ten. Het pestgedrag wordt steeds bruta-ler en gemener. Geen flauwekul, geentaboe. Openlijk praten is een must. Pes-ten, gedaan ermee! geeft u inzicht,adviezen en tips om er op een pedago-gisch verantwoorde manier iets aan tedoen.Pesten, gedaan ermee! 395 fr. - BDJ - Jeugd& Vrede - Van Elewyckstraat 35 - 1050Brussel - + 02-640 19 98 - fax 02-640 07 74

• PROBLEEMGEDDirectie, leerkrachtenmedewerkers,... Hoe om met probleemgedde handleiding Problewordt u via 22 vormdrag de weg gewezenstappen zetten, evenEen lijvige map tegenComité voor Bijzondestraat 255 - 8200 Bru

• ZOVEEL GA IK LWegwijs in de ontwieindtermen van het basse Raad keurde op 8 fkelingsdoelen en de gewoon basisonderwworden in acht genober 97. Intussen kanbereiden. Daarom sen Communicatiecechure Zoveel ga ikgeeft enig inzicht inhouden en kenmergratis. Ze is ook op In(http://www.artefacDepartement Onderw71 - 1000 Brussel - + 0219 77 73

GRATIS BOEKENKLASSE geeft van Pmee! 20 exemplarenwe hiervoor wel eenkeuze motiveert. Bovlade 5 gratis abonn(Informatie Vernieuwachten. Om hiervokomen volstaat eenmelding IVO. Misscgelukkigen. We pumet namen van winnmaar als u erbij bemogelijk van ons. VKLASSE - Zeker Lezen straat 138 - 1000 Bru

BASISONDERWIJS b• DE MAGIE VAN DE SPORTHet B.O.I.C. (Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité)heeft een pedagogisch dossier klaar met voorstellen en sugges-ties voor een projectweek rond Olympisme, sport en waarden.Het pakket is bedoeld voor leerlingen van het 5de en het 6deleerjaar. Het bevat aangepast lesmateriaal voor bijna allevakken en als uitsmijter een smaakmaker voor een mini-Olympiade. Alle ingrediënten voor een Olympische week in hetzicht van Atlanta 96. Een boek in trainingspak. Kostprijs: nihil.B.O.I.C. - Boechoutlaan 9 - 1020 Brussel - + 02-479 19 40 - fax 02-479 46 56

• ZIE, EEN ZWALUW!Natuureducatie voor natuurbehoud. Dat is de doelstelling ach-ter het lessenpakket Zie, een zwaluw: 11 blz. teksten metopdrachten. En waarom er geen leerwandeling aan koppelen?U krijgt de brochure gratis!De Wielewaal vzw - Graatakker 11 - 2300 Turnhout - + 014-41 22 52- fax 014-43 96 51

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• KOSMOGRAFIEPhilips heeft een nieuwe Edudisc klaar, een onderwijs-CD-i getiteldKosmografie: 500 professionele beelden, 70 schema’s en heel watteksten, dit alles afgestemd op de leerplannen. Alle teksten en

schema’s staan nog eens afgedrukt in dehandleiding voor de leerkracht.Kosmografie, CD-i + handleiding, 2500 fr. -Philips Media - Onderwijsgroep - Tweesta-tionsstraat 80 - 1070 Brussel - + 02-525 7771 - fax 02- 525 77 99

• MEER DAN PLASTICPlatform is een Europees educatief pro-ject. Het wil via praktische oefeningen enprojecten de leerling inwijden in een aantalaspecten rond kunststof: technische as-pecten, impact op het milieu, socio-eco-nomische weerslag,... Voor leerkrachtenwetenschappen (leerlingen tweede en derdegraad) uit alle studierichtingen, maar devakoverschrijdende dimensie maakt Plat-form ook bruikbaar voor anderen. Eengratis exemplaar van dit fraaie pakketmoet u wel schriftelijk aanvragen.Platform secretariaat - R.Vandendrieschelaan5 - 1150 Brussel

• VRIENDELIJKWilt u iets doen rond mundiale vor-ming? Dan heeft COOPIBO een interes-sante brochure voor u. Ze heet Werkenaan een wereldvriendelijke school, kost150 fr. en biedt u een model om een daglang jongeren de kans te geven actief tedenken en te werken rond een thema.Motivatie van directie, leerkrachten, leer-lingen, keuze van een thema, taakverde-ling, extra tips en veel nuttige adressen,werkfiches, het staat er allemaal in.COOPIBO - Lieve Vercauteren - Naamsesteenweg573 - 3001 Heverlee - + 016-40 31 31 - fax016-40 55 31

• UILENSPIEGELTijl Uilenspiegel, een verhaal van vijfeeuwen is een knap gedocumenteerdelesbrief, samengesteld door leraars, overCosters lolbroek. Het werk bevat zoveeldidactische invalshoeken dat een projectrond Tijl perfect kan worden uitgewerktin de lessen Nederlands, Frans, Duits engeschiedenis. Bodemprijs: 100 fr. Schrif-telijk te bestellen.Tijl Uilenspiegel, een verhaal van vijf eeuwen -V.V.L. - Zwijgerstraat 37 - 2000 Antwerpen

AG astudiemeesters, PMS-aat u in de praktijkag bij leerlingen? Inmgedrag op schooln van probleemge-

signalen opvangen,ueel doorverwijzen. een kortingprijs.e Jeugdzorg - Zand-ge - + 050-45 41 05

REN! bkelingsdoelen en desonderwijs. De Vlaam-bruari 95 de ontwik-indtermen van hetjs goed. Ze moetenen vanaf 1 septem-

iedereen zich voor-elde de Informatie-Eindtermen de bro-leren! samen. Dieachtergronden, in-en. De brochure isernet te raadplegenbe/eindtermen/).s - AID - Koningsstraat2-219 18 00 - fax 02-

esten, gedaan er-weg. Graag haddenriefje waarin u uw

ndien liggen in onzeementen voor IVOwing Onderwijs) ter in aanmerking te

kaartje met de ver-ien bent u bij deliceren geen lijstjears (plaatsgebrek!),t, hoort u zo snel

el geluk. voorkeur - Konings-

sel

R, gree:t

rg

Ekieei

m

tl

kt

t.ij

be

o hbane+s

Page 24: Klasse voor Leraren 60

(advertentie)

Page 25: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 25KLASSE NR.60 25

ZEKERZ I E NZEKERZ I E N

• CONFRONTATIES: TOT 14/1/96 a111 hedendaagse kunstenaars uit België enLuxemburg tonen hun werk in een echte con-frontatie van ideeën. Het prachtige educatiefluik bij deze tentoonstelling brengt kunst echtdichter bij de jeugd. Een klasbezoek bestaat uiteen actieve rondleiding en een atelier. Tijdensde rondleiding krijgen de leerlingen kijk- endoe-opdrachten om zo de werken grondig tebekijken en hun waarneming te verwoorden.Informatie over kunstenaars en kunsthistori-sche gegevens kunnen de leerlingen opvragen

via een databank. In het atelier worden de opgedane indrukkenverwerkt en gaan de leerlingen de confrontatie aan met inhou-den, vormtaal en technieken. Bij dit project horen ook eeneducatieve map en een zoekwedstrijd waaraan u met de heleklas kunt deelnemen.De toegang is gratis. Een (aangepaste) actieverondleiding + atelier + educatieve map kost100 fr per leerling basisonderwijs en 200 fr. perleerling secundair onderwijs.Begijnhof - Centrum voor Kunsten - Zuivel-markt 33 - 3500 Hasselt - + 011-21 15 90 -fax 011-23 50 90 - inlichtingen educatieveprogramma’s: + 011-22 99 31

• DE STOUTMOEDIGE DIEFTE aVAN HET LAM GODS: TOT 7/1/96Het bekende paneel De rechtvaardige rechtersis nog steeds zoek nadat het in de nachtvan 10 op 11 april 1934 verdween uit hetberoemde veelluik van de gebroeders VanEyck. Deze tentoonstelling schetst een beeld

van de interesse die dezekunstroof over heel dewereld wekte. Foto’s,krantenkoppen, geluids-opnamen, beeldban-den, gerechtelijke stuk-ken en professionele sce-nografische reconstruc-ties maken van u enuw leerlingen speurdersin Vlaanderens groot-ste thriller. Daarnaastleert u nog veel meerover de turbulente ge-schiedenis van het LamGods.

De toegangsprijzen bedragen 150 fr. (indivi-duele bezoekers), 120 fr. (reductiehouders) en60 fr. (scholengroepen). Wie zijn uitstap naarGent wil combineren met een bezoek aan hetLam Gods zelf, betaalt 200 fr. (160 fr. voorreductiehouders). Een geleid bezoek aan detentoonstelling kost 1500 fr.Centrum voor Kunst en Cultuur - St. Pietersabdij- St. Pietersplein 9 - 9000 Gent - + 09-222 0762 - fax 09-221 70 62

• DE KUNSTBANK: aREIZENDE TENTOONSTELLINGENHet Beest verbeeld bekijkt de afbeeldingvan het dier in een veertigtal originelekunstwerken uit fotografie, schilderkunst,grafiek en sculptuur. De nadruk ligt hier-bij op waarneming en verwoording en opde relatie tussen het werk en de toegepastetechniek. Didactisch materiaal illustreertbijvoorbeeld etsen en zeefdrukken. Dit projectricht zich vooral tot 10-plussers.Mark groet de dingen werkt rond kunst-ambacht, design en kunst. De begrippen

GALLO-ROMEINSTONGERENArcheologie komt evolledig vernieuwdseum van Tongerende talrijke plaatselirend vanaf de prehstaat centraal en hileen maar kastjes ktentoonstelling (gecnincx), met uiteengGrieks amfitheater,18de-eeuws theater;structureerde chaosde Gallo-Romeinse platteland en ten slmet vondsten uit dMerovingers makenmoeite waard.De toegangsprijs bed(vanaf 20 personen), sdervaliden betalen 15lager en secundair ongang is gratis voor kindeen speciaal gezinstariis gesloten op maandsen Kerst en NieuwjaaGallo-Romeins MuseuKielenstraat 15 - 370039 14 - fax 012-39 10

Een extraatje voor Kteraan in dit nummvertentie van het Gseum. In ruil voor hadvertentie ontvanpost een gratis toegratis exemplaar vinfopakket.

MUSEUM aht tot leven in het Gallo-Romeins Mu-Het museum toontke vondsten, date-storie. De bezoeker mag meer dan al-jken. Een attractie-eëerd door Stijn Co-spatte dodecaëder,gezonken schip ene schijnbaar onge-

van de prehistorie;ultuur van stad entte grafpresentatiese dynastie van deeen bezoek zeker de

agt 200 fr. Groepenudenten, 60+ en min-fr. en schoolgroepenerwijs 75 fr. De toe-ren tot 7 jaar. Er is ookf: 400 fr. Het museumgvoormiddag en tus-. - Dienst Informatie -

Tongeren - + 012-23 50

LASSE-lezers! Ach-er vindt u een ad-allo-Romeins Mu-t bonnetje bij dezegt u per kerendeangskaart én eenan het educatieve

materie, vorm en functionaliteit worden verduidelijkt door deontleding en bespreking van artisanale voorwerpen (vazen,serviezen, stoelen, tapijten, tafeldoeken, enz.). Een geanimeerdetheaterles staat eveneens op dit programma voor de tweede enderde graad secundair onderwijs.Bij beide tentoonstellingsprojecten hoort begeleiding, didactisch materi-aal en een wedstrijd voor de bezoekende leerlingen.De Kunstbank vzw - Centrum voor Kunst- en Beeldeducatie - LydiaAndries - Vaartstraat 30 - 3000 Leuven - + en fax 016-23 31 23

• LA BEAUTÉ INSENSÉE: TOT 28/1/96 aDokter, psycholoog en kunsthistoricus Hans Prinzhorn verzamel-de tussen 1919 en 1921 een unieke collectie van meer dan 6000schilderijen, tekeningen, collages, montages, beeldhouwwerken,enz. afkomstig uit verschillende Europese inrichtingen voor psy-chiatrische patiënten. Uit deze collectie, bewaard in Heidelberg,

toont Charleroi ons een 300-tal werken.De toegangsprijs bedraagt 170 fr. Studenten(12-25 jaar), 60+ , CJP en groepen (minimum20 personen) betalen 130 fr. Jongeren van 8tot 12 en schoolgroepen (één leerkracht gratisper 15 leerlingen) betalen 70 fr. De toegang isgratis voor kinderen onder de 8 jaar. Een geleidbezoek kost 1200 fr. (max. 20 leerlingen pergroep).Palais des Beaux-Arts - Place du Manège -6000 Charleroi - + 071-30 15 97 - fax 071-33 42 97

• 200 JAAR CULTUURLEVEN aIN VLAANDEREN: PERMANENTDe vaste collectie van het Archief en Mu-seum voor het Vlaamse Cultuurleven (AMVC)is volledig herzien en geactualiseerd. Ukrijgt er een overzicht van het cultureleleven in Vlaanderen van 1780 tot 1980.Voor het eerst komt ook de periode naWereldoorlog II aan bod. Avant-garde, Vlaam-se Beweging, Muziek- en Theaterleven enLiteratuur zijn de grote thema’s in eenunieke verzameling.Het museum is permanent toegankelijk (zon-dag en maandag gesloten). Een inkomticketkost 75 fr. Groepen, 60+ en CJP betalen 30 fr.Schoolgroepen en inwoners van Antwerpenhebben gratis toegang.AMVC - Minderbroedersstraat 22 - 2000 Ant-werpen - + 03-232 55 80 - fax 03-231 93 10

• KINDERATELIERS MODE bEN KUNST 1960-1990: TOT 7/1/96Leerlingen van 5 tot 12 jaar kunnen zichuitleven als echte couturiers en kunste-naars. Ze verwerken stoffen tot kleren ofkunstwerkjes, ontwerpen kostuums metdiverse materialen, hertekenen hun ei-gen silhouet met behulp van oude kleren,verzinnen allerlei personages en kunnenhun fantasie los laten op de silhouettenvan Mickey & Minnie Mouse. Uiteraardstaat ook een geleid bezoek aan de ten-toonstelling Mode en Kunst 1960-1990 ophet programma.De ateliers vinden plaats elke dinsdag, donder-dag, vrijdag en zaterdag, enkel op afspraak.Deelnemen kost 1500 fr. per groep van maxi-mum 12 leerlingen. Zo’n atelier duurt 2 uren.Op zaterdag kunnen de kinderen ook indivi-dueel deelnemen, ook op afspraak. Dat kost150 fr. per deelnemer.Vereniging voor Tentoonstellingen - Paleis voorSchone Kunsten - Koningsstraat 10 - 1000Brussel - + 02-507 84 69 - fax 02-511 05 89

ce. jijire d co

rat0deearm

e

g

Page 26: Klasse voor Leraren 60

26 KLASSE NR.60

ZEKERDOEN

DRUGS EN JONGEREN sFun & Facts 95 is een speciale eindejaars-week met kinderprogramma, praatavond,concert en oudejaarsfuif. De praatavond(28/12 in Kultuurcomplex De Valkaart inOostkamp; 29/12 in Zaal Oosthove in Wervik)heeft als thema Drugs en jongeren. Op desprekerslijst staan twee specialisten uit dedagelijkse praktijk en een vertegenwoordi-ger van politie of rijkswacht. Daarnaast iser een panel met Minister van Binnen-landse Zaken Johan Vande Lanotte, Jo Le-maire, Kris Wauters, Herman Brusselmans eneen BRTN-journalist (als moderator). Vraaghet volledige programma aan.Fun & Facts - Rik Stael - Beerststraat 32 - 8600Diksmuide-Vladslo - + 051-50 37 91 - fax051-51 06 11

CURSUSSEN EN STUDIEDAGENALGEMEEN a• Raadsels van het heelal (10, 17, 24 en 31/1);De bijdrage van de islam aan de Europesecultuur (11, 18 en 25/1, 1, 8 en 15/2).UPV-VUBrussel - Pleinlaan 2 - 1050 - Brussel - + 02-629 27 50• Samenloop (telkens in het Kasteel van Scho-ten): Contemplatieve orden in de katholieke kerk(16/2); Het atheïsme: kenmerken en invloeden (8en 15/3); Krachtlijnen van de boeddhistische

filosofie (19 en 26/4).Tibetaans Instituut KSGL vzw - Kruispadstraat 33 - 2900 Schoten - + 03-685 09 19 - fax 03-685 09 91• Parnas danst: Onderwijsgerichte dansstages: Jazzdans, Aero-bics & Localetics, Cardio Funk en Hiphop (13 tot 15/12); Afrikaan-se of Israëlische dansen (10/2).ILO-Parnas - Katrien De Cuyper - Stationsstraat 301 - 1700 Dilbeek- + 02-466 51 51• Opleiding individuele psychotherapie: richting Pesso-thera-pie: van maart 96 tot juni 1998 (inschrijven vóór 1/1/96).Kern vzw - Centrum voor Psychotherapie en Relatievorming - Regentie-straat 17 - 9100 St. Niklaas - + 03-777 45 96

BASISONDERWIJS b• Bijscholing in teamverband, personeelsver-gadering, oudercontact of conferentie: Web-en weekschema’s uitwerken; Zinvol observerenin de kleuterklas; Betrokkenheid verhogen - ja,maar hoe?; Ervaringsgericht werken - hoe beginje eraan?; Overgang kleuterschool-lagere school;Seksuele voorlichting, is dat nog nodig? (datasteeds in overleg te bepalen).Louisa Pyl Peeters - Unitaslaan 17 - 2100 Deurne -+ 03-366 18 04

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• Het Antieke Rome en Ostia: 18 en 25/1, 1 en 8/2.Kempens Instituut voor Onderwijsbegeleiding - Patersstraat 26 - 2300Turnhout - + 014-41 00 92• Relationele en seksuele vorming: data in overleg te bepalen.Louisa Pyl Peeters - Unitaslaan 17 - 2100 Deurne - + 03-366 18 04• Sappho en Penelope. Antieke vrouwen vandaag: 24/1/96.Nascholing Oude Talen & Griekenlandcentrum - p/a Prof. Dr. F. Decreus -Blandijnberg 2 - 9000 Gent - + 09-264 40 26• Studiedag voor leerkrachten Duits: 26/1 in Brussel, 8/2 inLeuven en 7/3 in Brugge.Goethe-Institut - Belliardstraat 58 - 1040 Brussel - + 02-230 39 70 - fax02-230- 77 25

CONGRESSEN EN SYMPOSIAALGEMEEN a• Doodnormaal? Verdriet en rouw bij leerlingen: 17/1 inUtrecht, Nederland.Omgaan met verdriet en rouw bij leerlingen (4 tot 20 jaar) alsopdracht voor de school.Katholiek Pedagogisch Studiecentrum - Postbus482 - 5201 AL ‘s Hertogenbosch - Nederland -+ 00-31-73-624 72 47

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• Visie op de opdrachten van het Deel-tijds Kunstonderwijs: 13/12 in Turnhout.Voorstelling visietekst, bespreking in groe-pen (per studierichting), panel met gemeen-schapsinspectie (eindtermen, externe kwa-liteitsbewaking).Onderwijssecretariaat van de Steden en Ge-meenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG)- Ravensteingalerij 3 bus 7 - 1000 Brussel - + 02-502 09 05 - fax 02-502 12 64• Moet je horen! Moet je horen? Proble-men en gevolgen van een auditieve han-dicap in het hoger onderwijs: 18/4 in

Utrecht, Nederland.Interuniversitaire Werkgroep Voorzieningen Gehandicapten - p/a WillemBarentszstraat 5 - 3572 PA Utrecht - Nederland - + 00-31-30-271 80 21- fax 00-31-30-272 16 28• 9de Europees Salon van de Student: 27 tot 30/3 in Brussel.Studeren in Brussel en Vlaanderen (net-overschrijdende informatieover de departementen van de nieuwe hogescholen); Lifelonglearning (nascholing en bijscholing in Europa); Duits informatie-dorp (Duitsland is speciaal gastland); MBA-dag op 30/3; Humani-taire ruimte (humanitaire organisaties stellen hun programma’svoor); Euromeeting on Higher Education, enz.Europees Salon van de Student - In-Medias - Kazernestraat 86 - 1000Brussel - + 02-514 10 11 - fax 02-514 48 18• 12de Gespreksdagen Katholiek Hoger Onderwijs Brussel: 25,26 en 27/1.KOCB - Ninoofsesteenweg 339 - 1080 Anderlecht - + 02-441 13 73 - fax02-410 65 95• 7de Studie-Informatiedagen SID-IN-Limburg: 23, 24 en 25/1in Genk.SID-IN-Limburg - Stadsomvaart 9 - 3500 Hasselt - + 011-22 11 91 - fax011-23 49 93• Landelijke Dag Studievaardigheden 96: Succesvol studeren:3/5 in Rotterdam, Nederland.

Oproep voor papers en bijdragen rond de con-gresthema’s: studiemethoden en succesvol stude-ren; succesvolle aansluiting tussen secundair enhoger onderwijs; professionalisering van docen-ten; onderwijsomgeving en studiesucces; stimule-ren, motiveren en succesvol studiegedrag.Congressecretariaat - Erasmus Forum - Alexandra Goud- Postbus 1738 - 3000 DR Rotterdam - Nederland -+ 00-31-10-408 29 45 - fax 00-31-10-453 07 84

KLASSE-MENT aOm het aflopende jaar in schoonheid te eindi-gen, legt de Standaard Boekhandel nogmaalsvijf boekenbons van 2000 fr. onder onze kerst-

boom. Tot en met 29 december kunt u ons uw nieuwsjaarkaartmet het (juiste) antwoord sturen.Winnaars opgave 22: François Van Laecke (De Pinte), DominiqueDe Waegeneire (Heusden), Ann Wachters (Aartselaar), Sil Wellens(Heverlee) en Jenny Berden (Hasselt).Oplossing opgave 23: da Vinci (Prins William wandelde Etonbinnen; zijn grootmoeder is Elisabeth II van Engeland; de eersteElisabeth -dochter van Hendrik VIII- liet haar nicht Maria Stuartonthoofden; Maria was twee jaar getrouwdmet Frans II van Frankrijk; zijn grootvaderheette Frans I, bevorderde humanisme enrenaissance en benoemde Leonardo daVinci tot hofschilder).Opgave 24: «Human history becomes more and more a racebetween education and catastrophe» schreef een Engels auteur(1866-1946). De man is vooral bekend voor zijn utopische romans.Eéntje uit 1898 werd door een Amerikaan met een eetje meer inzijn naam op 30 oktober 1938 op de radio gebracht, met grote

paniekreacties bij het nietsvermoedendepubliek tot gevolg. De radioman werd film-regisseur en waagde zich in 1963 aan eenonverfilmbaar geacht boek over een onbe-paalde man in een onbepaald land, diewordt gearresteerd voor een niet genoem-de misdaad. De Duitstalige Boheems-Joodseschrijver (1883-1924) van het gelijknami-ge boek trok het nutvan zijn leraars in twijfel,daar hij toch een an-der mens was gewor-den dan wat zij vanhem hadden willenmaken. In welke Euro-pese stad werd hij ge-boren?KLASSE-MENT - Konings-straat 138 - 1000 Brussel

Page 27: Klasse voor Leraren 60

(advertentie)

Page 28: Klasse voor Leraren 60

28 KLASSE NR.60

Beginnende leerkrachten hebben voortaan rechtop aanvangsbegeleiding. Met een ervaren leerkrachtals mentor naast zich kunnen ze zich wellichtsneller van de praktijkschok herstellen. De aan-vangsbegeleiding is een nieuw punt in de hervor-ming van de lerarenopleiding. Vorige maand keurdede Vlaamse regering principieel het voorontwerpvan decreet goed waarbij de lerarenopleiding en denascholing van leerkrachten in Vlaanderen eennieuw en aangepast reglementair kader krijgen.

In het voorontwerp opteert het beleid voor eendiepgaande initiële opleiding (zonder verlengingevenwel van de studieduur) én voor een systema-tische en permanente opleiding tijdens de volledi-ge loopbaan.

KansenIn 1993 onderstreepte de Vlaamse Onderwijs-

raad (VLOR) dat de vakinhoudelijke vereistenvoor de leerkrachten zich situeren tussen polyva-lentie en vakspecialisatie. Hoe jonger de leerlin-gen hoe polyvalenter de leerkracht. En hoe ouderde leerlingen hoe groter de vakspecialisatie van deleerkracht moet zijn.

Een gemeenschappelijke basisopleiding vande regenten, onderwijzers en kleuteronderwijzerskrijgt sterk de nadruk. Op dit draagvlak vindenook alle vormen van voortgezette opleiding eensteunpunt. Deze gemeenschappelijkheid slaat opal de opleidingsonderdelen waarmee alle leraarsvan hoog tot laag te maken hebben. Dat heeftvoordelen. Alle leraars, waar zij ook tewerkge-steld worden, zullen een gemeenschappelijke on-derwijstaal gebruiken. Uiteraard bevordert dit desamenwerking en de inzetbaarheid. De gemeen-schappelijkheid schept ook maximale kansen voorde loopbaanontwikkeling.

Bruggen leggenDe gemeenschappelijke basisvorming - de le-

raar als didacticus, opvoeder en lid van een «orga-nisatie» - wordt uitgebouwd via modules. Diemodules zorgen ook voor het onder de knie krij-gen van specifieke, leeftijdsgebonden vaardighe-den en lesbevoegdheden. Tijdens zijn initiële op-leiding in een Departement Lerarenopleiding aaneen hogeschool verwerft een aspirant-leraar despecifieke deskundigheden van respectievelijk le-raar kleuteronderwijs, leraar lager onderwijs ofleraar eerste en tweede graad secundair onder-wijs.• De leraar kleuteronderwijs (kleuteronderwijzer):De eigenheid van het kleuteronderwijs, dat nietenkel specifieke leeftijdsgebonden vaardighedenbijbrengt, maar ook een creatief en speels karakterheeft, is een voldoende legitimatie voor een speci-fieke opleiding.• De leraar lager onderwijs (onderwijzer):

De klemtoon ligt hier op de algemene inzetbaar-heid. Deze polyvalente aspirant-leraar krijgt dekans om tijdens de initiële lerarenopleiding be-paalde onderdelen en/of leerdomeinen verder uitte diepen. Het initiatief hiervoor ligt bij het Depar-tement Lerarenopleiding.• De leraar eerste en tweede graad secundaironderwijs (regent):In het secundair onderwijs (SO) blijft de eerstegraad voor de regent voorbehouden. De derdegraad is voor de vakspecialisten: licentiaten, ge-gradueerden, ingenieurs, enz. De tweede graad iseen ontmoetingsplaats voor regenten en licentia-ten, in een sterkteverhouding gelijk aan die vanvandaag.

De eerste graad SO heeft behoefte aan eensemi-polyvalente leerkracht die een brug kan leg-gen tussen enerzijds het lager onderwijs dat sterkop basisvorming is gericht en anderzijds op demeer vakkengerichte tweede en derde graad SO.Daarom kan elke kandidaat-regent één van zijngekozen vakken uitdiepen voor het lesgeven in detweede graad SO en de derde graad van het be-roepssecundair onderwijs (BSO). Die keuze maakthij na het eerste jaar opleiding. Regenten zouden,na een voortgezette opleiding, overigens ook in devijfde en zesde klas van het lager onderwijs te-rechtkunnen.

PuntengewichtDe kandidaat-regent kiest modules uit de op-

leidingseenheden (vakken) die de hogeschool kanaanbieden. Elke opleidingseenheid heeft een vast-gesteld puntengewicht. De student moet in debasisopleiding drie punten in zijn module opne-men. Of, elke basiscluster bestaat uit een aantalopleidingseenheden (vakken) voor een totaal vandrie punten.• Opleidingseenheden met een gewicht van éénpunt: aardrijkskunde, geschiedenis, Engels, wis-kunde, fysica, Latijn, biologie, Frans, Nederlands,godsdienst, niet-confessionele zedenleer, econo-

O P L E I D I N G

Leraarsleren levenslang

De laatste jarenis de opdrachtvan de leerkrach-

ten anders, veeleisenderen vooral complexer ge-

De lerarenopleiding wordt grondighertekend.

worden. Het gaat hierzowel om vakkennis endidactiek, opvang en be-geleiding van jongeren,

samenwerking met col-lega’s als om de commu-nicatie met ouders en debrede samenleving. Hetonderwijs zelf zit in eenstroomversnelling met al-lerlei vernieuwingen enherstructureringen. Dezesnelle evolutie vereist eenbetere professionaliseringvan de leerkrachten. Zemaakt ook een herteke-ning van de opleiding ende nascholing noodzake-lijk. Voortaan is het be-roep van leerkracht ge-koppeld aan levenslangleren.

Page 29: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 29

mie, technisch-technologische opvoeding, buro-tica, project algemene vakken, kleding, bewe-gingsrecreatie.• Opleidingseenheden met een gewicht van tweepunten: mechanica-elektriciteit, voeding/verzor-ging-kleding, handel-burotica, bio-esthetiek-haartooi,hout-bouw, biotechnieken-land- en tuinbouw;muzikale opvoeding, plastische opvoeding, licha-melijke opvoeding.

De opleidingseenheid bewegingsrecreatie kanenkel worden gecombineerd met de opleidings-eenheid lichamelijke opvoeding.

Eén van de opleidingseenheden of vakken uitde basiscluster kan de student uitdiepen. De keu-zemogelijkheden worden in het voorontwerp vandecreet verfijnd.

VoortzettenDe Vlaamse universiteiten hebben al een aantal

initiatieven genomen voor de verbetering van huninitiële lerarenopleiding. Zo hebben ze zich geën-gageerd om een brug te slaan tussen de academi-sche opleiding en de academische lerarenoplei-ding. Die leidt studenten op voor onderwijsbe-voegdheid in de tweede en derde graad ASO, TSOen KSO.

Naast de initiële opleidingen zijn er voortge-zette lerarenopleidingen. Die zijn een middel omde inzetbaarheid van de leerkrachten te vergro-ten. Sommige bijkomende opleidingen, beperktin omvang en duur, kunnen worden aangebodenin posthogeschoolvorming en de postacademi-sche vorming: remedial teaching en vorming vancoördinatoren, interne kwaliteitsbewakers, men-toren en leraars volwassenenonderwijs.

Een hogeschool met een initiële lerarenoplei-ding voor kleuteronderwijzer en onderwijzer, kanvoor kleuteronderwijzers de voortgezette leraren-opleiding lager onderwijs organiseren. Met eenvoortgezette opleiding kunnen onderwijzers hetgetuigschrift van leermeester lichamelijke opvoe-ding behalen. Of het getuigschrift van leraar niet-confessionele zedenleer of godsdienst verwerven.Maar onderwijzers kunnen ook lesbevoegdheidverwerven voor het kleuteronderwijs. Ofwel kun-nen ze hun opleiding voortzetten om het getuig-schrift voor het eerste leerjaar B van het SO of hetgetuigschrift voor het project algemene vakkenvan het beroepsvoorbereidend jaar te behalen.

Leraars krijgen dus via die specifieke modules nieuwekansen in hun loopbaanplanning.

VraaggestuurdDe nascholing wordt mogelijk op drie manie-

ren: op initiatief van de Vlaamse regering, opinitiatief van de inrichtende machten en op initia-tief van de scholen zelf, wat voortaan onder denoemer van vraaggestuurde nascholing valt. Scho-len kunnen hierbij nascholing aanvragen, bestel-

len of kopen. Deze vraaggestuurdenascholing moet beter aansluiten bijde behoeften van de lokale school-teams en ingebed zijn in het eigenpedagogisch project. De middelen hier-voor worden direct aan de scholentoegekend op basis van een formuledie rekening houdt met onder meer het aantal organieke betrekkingen. Tussen 1996en 2003 evolueren de middelen voor de vraagge-stuurde nascholing van 110 tot 410 miljoen frank.

Volgend schooljaar krijgen de basisscholensamen 110 miljoen van het totale nascholings-budget van 230 miljoen. In 1997-98 wordt in hetbasisonderwijs het vraaggestuurd nascholingsbudgetmet 50 miljoen opgetrokken. De aanpassingen enveranderingen als gevolg van de invoering van deeindtermen verantwoorden deze operatie. In hetschooljaar 1998-99 krijgen ook de secundairescholen hun deel van de pot. (Zie tabel.)

MentorsBeginnende leerkrachten hebben voortaan recht

op de begeleiding van een ervaren leerkracht. Deschool waar hij zijn opdracht vervult, is verant-woordelijk voor de organisatie ervan. De equipesvan de onderwijsinspectie zullen de aanvangsbe-geleiding evalueren. Het basisonderwijs kan hier-voor middelen uit de nascholing aanwenden. Ditis een uitdrukkelijke versterking voor het systeemvan de ingroeibanen en het mentorship door erva-ren leraars.

Maar zover is het allemaal nog niet. Het voor-ontwerp van decreet over de lerarenopleiding ende nascholing gaat nu eerst voor advies naar deVlaamse Onderwijsraad (VLOR), de Sociaal-Eco-nomische Raad van Vlaanderen (SERV) en deRaad van State. ■

NAAR 530 MILJOEN FRANK VOOR NASCHOLINGMet vraaggestuurde nascholing beschikken de scholen en hun leerkrachten nu zelfover middelen, waarmee ze hun nascholing in overeenstemming met de behoef-ten kunnen uitbouwen. Deze middelen waarover de scholen autonoom kunnenbeslissen, worden elk jaar met 50 miljoen opgetrokken. Voor eigen nascholingsini-tiatieven, die onder meer onderwijshervormingen ondersteunen, reserveren deVlaamse regering en de onderwijsnetten jaarlijks elk 60 miljoen frank.

schooljaar niveau vraaggestuurd totaal1996-97 Basisonderwijs 110 2301997-98 BaO 160 2801998-99 BaO + Secundair Onderwijs 210 3301999-2000 BaO + SO 260 3802000-01 BaO + SO 310 4302001-02 BaO + SO 360 4802002-03 BaO + SO 410 5302003-04 BaO + SO 410 530

Elke beginnende

leraar krijgt een

mentor.

JONGE LEERKRACHTEN.Een oproep. Wat heeft u als jongeleerkracht gemist in uw opleiding?En wat vond u er juist sterk in?Graag uw ervaringen, voorstellenen kritiek naar KLASSE (OPLEI-DING) - Koningsstraat 138 - 1000Brussel.

Page 30: Klasse voor Leraren 60

30 KLASSE NR.60

Reële medezeggenschap voor de studenten ga-randeren en de docenten beter betrekken bij dewerking van hun adviesorganen is een vaak voor-komende aanbeveling van de doorlichtingsteams.In de opleiding bedrijfsmanagement bijvoorbeeldfunctioneert in alle hogescholen, op één na, eenstudentenraad. Toch ervaren de studenten eentekort aan inspraak bij het opstellen van het exa-menrooster. Veel directies klagen dan weer overhet gebrek aan belangstelling vanwege de studen-ten, zodat men in bepaalde studiejaren en optieszelfs de grootste moeite heeft om kandidaten tevinden.

In het academiejaar 1994-1995 kwamen 11 ver-schillende opleidingen in 43 hogescholen voor eendoorlichting aan de beurt: architect-assistent, be-drijfsmanagement, bouw, confectie, grafische be-drijven, houttechnologie, maatschappelijk advi-seur en assistent, mechanica, technologie en tex-

tiel. Elf personeelsleden van de Dienst voor Onder-wijsontwikkeling (DVO), zes ambtenaren van deAdministratie Hoger Onderwijs en Wetenschappe-lijk Onderzoek en 31 externe deskundigen ver-leenden hun medewerking. Elk doorlichtingsteamwerkte onder het voorzitterschap van een inspec-teur hoger onderwijs of een gedetacheerde mede-werker van de DVO.

In het decreet van 13 juli 1994 over de hoge-scholen van de Vlaamse Gemeenschap werden 47basisopleidingen van één cyclus en 63 opties vast-gelegd. De inspectie hoger onderwijs moet dieallemaal doorlichten. De 47 verschillende basisop-leidingen worden vooralsnog samen 357 keer aan-geboden. Op 31 augustus 1995 waren er hiervan155 doorgelicht.

Hoog bezetIn de laatst doorgelichte opleidingen hellen het

cursusmateriaal, de didactische uitrusting, midde-len en werkvormen veeleer naar de negatieve kantvan de balans. In veel hogescholen overheersentraditionele werkvormen, waarbij het ex cathedradoceren en het onderwijsleergesprek de voorkeurgenieten. Meer gebruik maken van de beschikbaredidactische middelen en meer variatie brengen inde gehanteerde werkvormen is een aanbeveling.Toch kan de inspectie niet blind zijn voor derealiteit. Omvang en kwaliteit van de didactischeuitrusting staan vaak in verhouding tot de groottevan de vestigingsplaats en/of de campus waarvan zedeel uitmaakt. Naast vestigingsplaatsen waar zelfseen simpele projectie al voor problemen zorgt envideogebruik amper ter sprake komt, zijn er anderemet een uitgebreide computerinfrastructuur enoverhead-projectiemogelijkheden in nagenoeg alleleslokalen. Soms is de beschikbare uitrusting in dewerkplaatsen van de opleidingen totaal verouderd.Andere hogescholen kunnen een grotere inspan-ning leveren opdat de studenten de computerinfra-structuur ook buiten de normale contacturen vrijzouden kunnen gebruiken. De meeste hogescho-

len investeren weliswaar in computerinfrastruc-tuur en software, maar de computerlokalen zijn ofhoog bezet ofwel ontbreekt er personeel om toe-zicht te houden.

In heel wat hogescholen zijn veel cursustekstenerg uitgebreid maar ze missen structuur. Het gaatvaak om compilaties van kopieën van artikels uittijdschriften en/of hoofdstukken uit boeken. Diezijn best een verwijzing of een opname als bijlagewaard, maar ze vormen geen samenhangende cur-sus op zichzelf en geven de visie van de docent nietweer. Af en toe laten docenten volledige handboe-ken kopiëren. Dit is deontologisch onverantwoordt.o.v. de auteurs en uitgevers van deze boeken.

Kosten besparenVeelal ontbreekt een goed werkende cursus-

dienst. De docenten zorgen soms zelf voor deaanmaak en de verspreiding van de cursusteksten.Hierbij houdt elke docent er zowat een eigen me-thode op na, wat tot klachten leidt bij de studenten.In een andere hogeschool moeten de docenten nogovertuigd worden van het nut van een cursustekst,

handboek of syllabus en vaneen werkschrift voor de oe-feningen, labo’s en praktijk-opdrachten.

Gelijksoortige extreme

verschillen als bij de didactische uitrusting treffende doorlichtingsteams aan bij het bibliotheek- enmediatheekbezoek. Aan de ene kant heb je enkeleboekenrekken in een multifunctionele ruimte waarmen ook versnaperingen kan kopen en aan deandere kant tref je moderne, geïnformatiseerdemediatheken aan. De bibliotheek van één hoge-school is bijvoorbeeld uitstekend uitgerust met eenuitgebreid en geautomatiseerd boeken- en tijd-schriftenbestand, computermedia als netwerkver-binding, CD-ROM, enz. Met de beschikbare mid-delen trachten vestigingsplaatsen toch hun biblio-theekbestand up to date te houden. Een groot deelvan de budgetten gaat naar tijdschriften en losbla-dige werken. Misschien kan een betere coördinatieover de hogescholen heen leiden tot meer efficiën-tie en kostenbesparing. Men kan de onderlingetoegankelijkheid van de aanwezige mediatheekbe-standen zeker nog verbeteren.

H O B U op w

Hogerdoorgelichtectie

een reeks

chtingen in het

De inspheeftnieuwe

doorlihoger onderwijs afge-werkt. Daarin staan zwart

it de

sterke en zwakke kan-ten van 11 verschillendeHOBU-opleidingen. In eenaantal hogescholen wer-ken vooral enthousiastedocenten. Er is een visieop de beroeps- en oplei-dingsprofielen. Die komttot uiting in de meestecursussen. Intussen streeftmen er permanent naarkwaliteitsverbetering.Maar beweren dat dit ide-aalbeeld een algemenetrend is in het hoger on-derwijs, is een illusie.

Meestal ontbreekt een duidelijkopleidings- en beroepsprofiel.

Page 31: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 31

StudiegidsDe doorlichtingsteams merken op dat de meeste

hogescholen beginnen met interne kwaliteitsbe-waking, maar ze is nog niet overal uitgebouwd toteen systeem. In enkele scholen functioneert eenwerkgroep Integrale Kwaliteitszorg (IKZ) of eenkwaliteitsombudsman. Deze hogescholen organi-seren geregeld enquêtes over hun opleiding bij destudenten. Een andere instelling onderzoekt deinstroom van de eerstejaarsstudenten.

Programmabewaking kan evolueren naar IKZ.Een verantwoorde afstemming van de inhoud vande cursussen op de vaak snel verschuivende eisenvan de beroepspraktijk, de onderlinge afstem-ming binnen en tussen de studiejaren alsook hetactualiseren van de inhoud, vereisen een perma-nente zorg. De samenwerking tussen de docentenkan worden versterkt. De rol van de algemeendirecteur of het departementshoofd is hierin cru-ciaal. Ook functioneringsgesprekken kunnen sys-tematischer plaatsvinden. Meer openheid en eenduidelijker omschrijving van de opdrachten kun-nen demotivatie en frustraties bij docenten voor-komen.

Nagenoeg alle hogescholen krijgen de aanbeve-ling de begeleiding van de eerstejaarsstudenten teverbeteren en te differentiëren. Naargelang van degenoten vooropleiding: ASO, TSO, BSO of KSO,verschillen immers de slaagkansen aanzienlijk. Menkan de begeleiding systematisch uitwerken, zowelnaar studiemethodiek als naar vakinhoudelijke as-pecten. Als er een monitoraat bestaat, kan menervoor zorgen dat de studenten de geboden kansentijdig en optimaal benutten. Een studiegids kan aande studenten correcte informatie verschaffen overde doelstellingen en de inhoud van alle onderwijs-activiteiten, hun onderlinge raakpunten, de werk-vormen, de aanbevolen literatuur en de wijze waar-op de evaluatie gebeurt.

Docenten aantrekkenEen netelig punt is het opleidings- en beroeps-

profiel. Die zijn in de meeste hogescholen vrijvaag en summier geformuleerd. Slechts enkelescholen hebben gedetailleerde beroepsprofielen,waarin ze de nodige aandacht besteden aan defuncties en de taken waarmee afgestudeerden in

het werkveld worden geconfronteerd. Daarom ismeer overleg nodig tussen de vertegenwoordigersvan het onderwijs- en het werkveld en anderemaatschappelijke geledingen. Uiteindelijk zijnmaatschappelijk gevalideerde en relevante beroeps-profielen nodig waarop de hogescholen zich kun-nen baseren bij het ontwikkelen en uitwerken vanopleidingsprogramma’s.

Over het algemeen onderhouden hogescholennauwe contacten met bedrijven uit de omgeving.

Toch wijst de inspectie erop ook demogelijkheden van de Europese uit-wisselingsprogramma’s beter te benutten.

In alle onderwijsnetten hoort mende klacht dat het niet makkelijk isdocenten aan te trekken en te behou-den die daarnaast ook nog voor eendeel in de dagelijkse beroepspraktijkstaan. Het risico dat voltijdse docen-

ten vervreemden van de realiteit wordt zowatoveral beseft, maar geeft nergens aanleiding toteen systematische verplichting tot nascholing.Ook het formuleren en realiseren van een bijscho-lingsbeleid, dat vertrekt van de reële bijscholings-behoeften van de docenten, komt zeer zelden vande grond.

Sommige instellingen geven de voorkeur aangemengde opdrachten, waarbij een docent tech-nische vakken ook belast wordt met beroeps-praktijk. Voor beperkte en gespecialiseerde op-drachten zoeken hogescholen naar mensen metpraktijkervaring die een onderwijsopdracht alsbijambt willen aanvaarden. De gebrekkige sala-riëring van deze opdrachten veroorzaakt echtereen vrij groot verloop en maakt dat men aan dezegastdocenten geen kwaliteitseisen durft te stel-len. ■

IMAGOBESCHADIGINGEen opleidingsdoorlichting in het hoger onderwijs van één cyclus verschilt vaneen schooldoorlichting in het lager en secundair onderwijs. Verscheidene hoge-scholen kunnen immers eenzelfde opleiding aanbieden. Zo bieden 24 hogescho-len bedrijfsmanagement aan. De opleidingsdoorlichters hebben onder meer oogvoor beleids- en adviesorganen, de interne kwaliteitsbewaking, de opleidings- enberoepsprofielen, de infrastructuur, de didactische uitrusting en de studentenbe-geleiding. De doorlichting stelt in het licht wat op een school leeft en brengt sterkeen zwakke punten van het opleidingsaanbod aan het licht. Daarvoor maakt hetdoorlichtingsteam een sterkte-zwakte analyse aan de hand van documenten die deadministratie en de inspectie hoger onderwijs aan de hogeschool opvraagt.Daarnaast gebruikt het doorlichtingsteam statistische gegevens over het perso-neel, studenten en examenresultaten. Belangrijk zijn de enquêtes bij docenten enstudenten.De feitelijke doorlichting gebeurt op basis van de analyse van de documenten enhet statistisch materiaal, de resultaten van de enquêtes, bezoeken en gesprekken.Alle betrokkenen vullen als het ware zelf de spiegel van hun school in. Hetdoorlichtingsteam helpt hen daarbij en reikt de nodige instrumenten aan. Erbestaat geen vooraf klaargemaakt en algemeen geldend criteriaboek. Het resultaatvan de doorlichting is een document dat met statistieken heel aanschouwelijk laatzien hoe de school in elkaar zit.Vooraleer de vaststellingen in een definitief verslag worden vastgelegd, krijgen dedirecteurs de kans om te reageren op het ontwerpverslag, waarin het doorlichtings-team zijn voorlopige bevindingen en aanbevelingen formuleerde. De vrees voorbeschadiging van het schoolimago na een doorlichting is, op enkele uitzonderin-gen na, nagenoeg verdwenen.Het jaarverslag van de opleidingsdoorlichtingen (academiejaar 1994-1995) ende volledige verslagen over bedrijfsmanagement, maatschappelijk assistent enadviseur, en mechanica kunt u gratis bekomen op het secretariaat van deInspectie Hoger Onderwijs - Koningsstraat 136 - 1000 Brussel - + 02-211 42 83.

De meeste docenten

staan gewoon ach-

ter hun katheder.

Page 32: Klasse voor Leraren 60

32 KLASSE NR.60

Even later mogen de collega’s vertellen wathen soms ergert bij hun buurman. «Dat de leer-lingen hem Stafke mogen noemen», oppert eenleraar wiskunde, «dat vind ik zo vernederend».Stafke speelt een rol op school. Hij legt ook uitwaar die vandaan komt: «Ik heb zelf altijd eenheel strenge opvoeding gehad en ik wil het metmijn kinderen en leerlingen heel anders aanpak-ken. Dat ze mij Stafke noemen, voel ik aan alseen teken van vertrouwen. Ik wil met hen opgelijke voet staan.» De leraar wiskunde kijkt zijnbuurman wat verbaasd aan. Zo had hij Stafkenog nooit bekeken. Achter zijn masker schuilteen mens.

Pompen«Dit is de leraar economie. Hoe hij lesgeeft?

Geen idee.» Dan na enige aarzeling: «Of toch.Als de leerlingen hun huiswerk niet gemaakthebben, moeten ze vooraan in de klas komenpompen. Dat heb ik tenminste horen zeggen.» Decollega’s blijken vrijwel niets te weten over el-kaars aanpak. Lesgeven is een schouwtoneel,ieder speelt zijn rol en krijgt zijn deel.

«Ik weet dat ik heel autoritair overkom», zegteen lerares boekhouden, «maar in mijn vorigeschool waren de leerlingen volledig losgeslagen.Daar voelde ik mij heel bedreigd. Dat ging zelfszo ver dat ik al mijn bordschema’s op transpa-ranten had gezet omdat ik mij voor de klas nietmeer durfde omdraaien om iets op het bord teschrijven.»

Haar collega’s luisteren geboeid naar haarverhaal. De rol die iemand speelt, heeft hij meestalook ergens geléérd. Niet in de lerarenopleiding,daar is iedereen het wel over eens. Je wordtgewoon voor de leeuwen gegooid. Over socialevaardigheden, omgaan met conflicten, jezelf kunnenzijn voor de klas, enz. daar had vrijwel niemandiets over gehoord. «En dus zet je maar het mas-ker op waarmee je het best kan overleven voor deklas», zegt een lerares geschiedenis.

Raakvlak«De leerlingen dwingen je ook een rol te

spelen», voegt een ander daaraan toe. «Ze wil-len en verwachten niet dat een leerkracht zich-zelf is.» Dat betwijfelen sommigen dan weer.En dan komen de getuigenissen van leerkrach-ten die in hun loopbaan een leermoment hebbenmeegemaakt waardoor ze hun masker hebbenafgegooid. Voor die ene autoritaire leraar wasdat het moment waarop hij tijdens een langdu-rige ziekte een kaartje kreeg van zo’n moeilijkeklas. «Kom a.u.b. gauw terug. We missen je.»Hij had het gevoel dat het gemeend was. En datbleek ook zo.

Dit is het moment waarop de trainer van degroepssessie ingrijpt: «Misschien stralen de leer-lingen wel desinteresse uit als ze de klas bin-nenkomen, maar het zou spijtig zijn als ze ookzo de klas verlaten. De leerlingen spelen ookeen rol. Maar ze willen wel een méns ontmoe-ten. Het komt erop aan een situatie te creërenwaarin iedereen zichzelf kan blijven én respectkan opbrengen voor de ander, vanuit een eerlij-ke interesse voor elkaar. Dat kan enkel als we demaskers afgooien en een raakvlak vinden waar-op alle betrokkenen elkaar echt kunnen on-moeten.»

R E P O R T A G Ebuurman voorstellen

We volgen eenstudiedag op eenschool met zo’n200 leerkrachten.Die zitten in klei-

Hetmasker

van de

leraarne groepen en moeten

niet zichzelf maar hun

.

«Naast mij zit Pierre», zegteen leraar. «Hij geeft in-formatica.» «Sorry», on-derbreekt Pierre, «ik geefhier al 25 jaar Frans.» Zeblijken elkaar alleen tekennen van bij de koffie-zetmachine. En daar gaanhun gesprekken toeval-lig altijd over computers.Dat is hun gemeenschap-pelijk raakvlak voor eengesprek. Achter dat mas-ker voelen ze zich veilig.Maar van echte commu-nicatie is hier natuurlijkgeen sprake.

Page 33: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 33

VerstoppenTijd voor een rollenspel. Een praktijkleraar

speelt een gesprek na dat hij onlangs had met deouders van een leerling die zich door hem gevi-seerd voelde. («U hebt een pik op hem, mijn-heer!»). Daarvoor moet hij een écht masker op-zetten. We horen de zinnen die in dergelijkesituaties te verwachten en te voorzien zijn. Hetgevecht om het eigen gelijk. Dan vraagt de traineraan de leraar om zijn masker (ook letterlijk) af tezetten. Er volgt een heel ander gesprek. Hij pro-beert bijvoorbeeld eens echt te luisteren naar hetverhaal van de ouders. Hij stelt vragen, voelt zichniet bedreigd, gaat niet meteen in de verdediging.Hij probeert te achterhalen wat er is fout gelopenin de relatie tussen de leerling, de leerkracht en deschool. Hij speelt niet alleen de rol van de leraar,hij is een mens. In plaats van alleen het negatievete benadrukken, wordt hier ook plaats gemaaktvoor een positieve boodschap.ROBERT BORREMANS, trainer Perspectief vzw:«Waarom zou een leraar niet mogen tonendat hij zijn leerlingen ook graag ziet, dat hijmet hen iets wil bereiken? In plaats vanzich te verstoppen, mag hij gerust tonendat hij ook een mens is. Voor de leer-lingen is de leerkracht het symboolvan de regelgeving op school. Hijzegt wat mag en niet mag, watmoet en wat verboden is. Het

gevaar bestaat dat ze hemenkel nog beschou-

wen als de re-

gelgever en ordehandhaver. Daarom is het be-langrijk dat hij ook laat zien welke mens daarach-ter schuilt en welke visie hij heeft.»

Eenzaam«Dat lukt me wel in kleine groepen», zegt een

lerares talen, «maar in een grote klas maken ze meaf als ik dat probeer». En een ander voegt eraantoe: «Ik verkoop gewoon mijn waren, meer niet.»Of een leraar dan nooit een rol mag spelen?SUZAN LANGENBERG, trainer: «Je mag natuurlijkje waren proberen te verkopen. Maar de leerlin-gen merken het ook wel als je iets probeert over tebrengen waar je als mens niet achter staat. Een rolspelen kan in bepaalde omstandigheden best nut-

tig zijn. Het gaat er alleen om dat je wéét wanneerje een rol speelt en wanneer je jezelf bent. Envooral of dat een bewuste keuze is of dat het

masker alleen dient als bescherming.Wie voortdurend met een masker rond-loopt, moet zich wel heel eenzaamvoelen. Daarom is het ook zobelangrijk dat je collega’s hebtdie je ondersteunen, bij wieje jezelf kan zijn en met wieje echt kunt samenwerken.Wie zich goed voelt, moet geenmasker dragen.»

Spanningen«Mooie theorie», hoor ik een

oudere deelnemerbrommen.En evenl a t e r

flapt hij heteruit: «Ik laat me

gewoon afslachten doorde leerlingen. Ik vecht niet

meer. De beste methode is gewoon:watjes in je oren steken voor je naar school komt.»Hij is moe gestreden. Maar het is juist om tebeletten dat zoiets ook met hen gebeurt, dat deanderen er nog wel tegenaan willen gaan. Span-ningen horen er nu eenmaal bij. Daar moet jemaar mee om leren gaan.SUZAN LANGENBERG: «De school is een netwerkvan spanningen. Spanningen tussen de verschil-lende groepen die daar samen komen, spanningtussen de bekende leeropdracht van de leerkrachten de onbekende leerbehoefte van de leerling,spanning tussen het systeem en de leefwereld vande leerlingen, hiërarchische spanningen, collegia-le spanningen, noem maar op. Maar dat is nietnoodzakelijk negatief. Je moet conflicten niet on-derdrukken en confrontaties niet uit de weg gaan.Als je ze goed aanpakt, kunnen er zeker efficiëntesamenwerkingsverbanden uit ontstaan. Het lijktsimpel, maar toch kunnen we veel problemen inhet onderwijs herleiden tot communicatiestoor-nissen. Elkaar beter informeren, tijd maken omecht naar elkaar te luisteren, ruimte zoeken vooreerlijke communicatie... Het lukt alleen als we aanelke betrokkene de kans geven zijn masker af tezetten en zich als een volwaardig persoon te enga-geren.» ■

PERSPECTIEFPerspectief VZW is een stu-diecentrum en adviesbureauvoor communicatieonderzoeken -praktijk. Zij adviseren scho-len, bedrijven en instellin-gen op het gebied van sa-menwerking, communicatieen conflictbeleving. Dat ge-beurt o.a. met cursussen voorleerkrachten en communi-catiedagen voor leerlingen(van lager tot hoger onder-wijs). Thema’s kunnen zijn:conflicten, minderheden,pesten, communicatie, mi-lieu, seksualiteit, burn out,politiek en rol of persoon.Perspectief VZW - Gelbergen-straat 52 - 3471 Hoeleden-Kortenaken - + 016-77 92 03- fax 016-77 00 60

«Ze dwingen me

een rol te spelen.»

Page 34: Klasse voor Leraren 60

34 KLASSE NR.60

S I G N A A L

Gepakt. Het principe van centrale examens is dat de overheidde examens, zoals u ze kent, centraal laat opmaken en naar descholen stuurt. Of de leerlingen komen naar een examencen-trum waar ze de tests afleggen. De ingevulde exemplarenworden teruggestuurd ter correctie en later volgen dan deresultaten. Men kent het systeem o.a. in Engeland en inNederland. En men kent het ook in Bangladesh, al kan hetdaar in en rond de examencentra wel eens behoorlijk warmworden. In de hoofdstad Dhaka hadden honderden jongerener bijvoorbeeld niets beters op gevonden dan antwoorden enbladzijden uit schoolboeken naar hun vrienden te gooien, diebinnen een wiskundetest aflegden. Toen de politie hier eeneind aan wou maken, raakte ze slaags met de jongeren en metde familieleden van de examinandi. Traangas en matrakken

kwamen eraan te pas en er vielen 25gewonden. Vorig jaar namen bijna 800.000

studenten deel aan het examen voor het diploma secundaironderwijs, dat een maand duurde. Ruim 4000 kandidatenwerden uitgesloten wegens spieken.

Beep! Dzoing! Crash! Kinderen die vaak met agressieve com-puterspelletjes spelen, zijn zelf agressiever en meer sociaalgeïsoleerd dan kinderen met een voorkeur voor niet-agressievecomputerspelletjes of kinderen die van de PC afblijven. Zehebben ook van bij het begin een opmerkelijk lager IQ. Hunfunctioneren op school wordt er echter niet door beïnvloed endat is toch enigszins verrassend. Computerspelletjes bekledenal de achtste plaats in de lijst van vrijetijdsbestedingen vanjongeren. TV-kijken, buiten spelen en naar muziek luisterenblijven de top drie uitmaken, maar boeken lezen gaat er bij decomputerspelfanaten op achteruit. Tot deze bevindingen kwa-men onderzoekers van de Universiteit Twente (Nederland) naonderzoek bij 346 lagere-schoolkinderen. Zij constateerdenook dat jongens veel meer computerspelletjes spelen dan meis-jes. Dit zou onder meer te maken hebben met het veeleermannelijke imago van de elektronische vriend.

Dilemma. Een Schots bedrijf levert sinds twee jaar gratistestkits waarmee scholen kunnen achterhalen of een leerlingal of niet experimenteert met drugs. Ook ouders kunnen dezedrugdetector krijgen. Aan de hand van enkele haren of urinevan het kind kunnenze immers gemakkelijknagaan of er drugs inhet spel zijn. Een ge-specialiseerd laborato-rium kan de verdachtestalen dan nauwkeuri-ger onderzoeken en dedrug identificeren. Al250 scholen gebruikenhet spul, maar de me-ningen erover zijn ver-deeld. Sommige testskunnen immers buitenmedeweten van het kind gebeuren en dat schaadt onvermij-delijk de relatie met de ouders. En precies de vertrouwensrela-tie tussen ouders en kind is zo belangrijk bij drugpreventie en-behandeling, aldus psychologen en drugbestrijders. De fir-ma die de spullen levert, voelt zich echter gesterkt door haarsucces, want ruim 90 % van de leerlingen die flirtten metdrugs, is dankzij de testkit op andere gedachten gebracht.

Aardig is lief. De meeste peuters en kleuters die veel ruziema-ken, komen uit een gezin waar de opvoeding op een nogalautoritaire manier en zonder veel overleg en redenering methet kind gebeurt. De kinderen nemen dit gedrag blijkbaarsnel over. Dat staat in het proefschrift van de Nederlandse dr.Simone de Roos. Zij volgde 24 jongens en 24 meisjes tussen 1 en5 jaar oud en ging na op welke manier ze speelden metvreemde kinderen en met kinderen die ze kenden. de Roosging vooral na hoe ze voor hun eigen belangen opkwamenzonder daarbij andere kinderen te kwetsen. Ruziemakende

STUDEREN IN NEDERLAND OF VLAANDEREN

Hartstikke plezantEr studeren meer Nederlanders hoger onderwijs in Vlaan-deren dan omgekeerd. Ze kiezen de studierichting die bijhen niet bestaat of wijken uit vanwege numerus clausus.De Vlaamse studenten zijn over het algemeen jonger danin Nederland. Omdat zittenblijvers daar worden gesubsi-dieerd - en bij ons niet - verandert men er vaker vanstudierichting en studeert men ook langer. Nog in Neder-land ligt het studieprogramma minder vast en is het meergericht op het verwerven van vaardigheden. Qua huisves-ting valt op dat Nederlandse studenten vaker zelfstandigwonen. De Nederlandse kotstudent gaat trouwens veelminder frequent naar huis dan de Vlaamse.Elk jaar neemt het aantal Nederlandse studenten in Vlaande-ren toe. In 1994 waren het er al 1791. Het gaat voor hetgrootste deel om studenten geneeskunde-en-aanverwanten,maar er zitten er ook heel wat in het Hoger Onderwijs Buitende Universiteit (HOBU), waar ze vooral op het vertalersdiplo-ma azen. De Vlaamse studenten in Nederland kiezen meergevarieerd over de verschillende sectoren en studierichtingen.In 1994 waren ze met ruim 800. Vlamingen blijven dus meerin Vlaanderen. Het aantal vrouwelijke studenten in beidelanden ligt momenteel rond de 50 %. Dat is een recenteevolutie, want van alle 25- tot 64-jarige Vlamingen die al eenHOBU-diploma hebben, is 59 % van het vrouwelijk geslacht;Nederland, met 47 % vrouwen in die leeftijdscategorie, is eenbeetje in de andere zin geëvolueerd.Numerus claususDe meeste studenten die kiezen voor een studie in het buiten-

land hebben een hogere sociale achtergrond. Van de Vlamin-gen heeft 60 % ook al secundair onderwijs gelopen in Neder-land en dus gaan ze er op de ingeslagen weg verder. 50 % vande Vlaamse universitairen in Nederland heeft wel een HOBU-verleden in Vlaanderen. De keuze van de Nederlanders voorde opleiding Vertaalkunde is een vrouwenaangelegenheid:80 % van de studentes kiest ervoor en dat met veel kans opslagen, want het merendeel kan een tot dan toe feillozeschoolloopbaan voorleggen. In de geneeskunde en haar va-rianten lijken de Nederlanders minder geschikt voor de studiedan hun collega’s in Nederland. Zij raakten vermoedelijk nietdoor de numerus clausus en proberen het nu hier.Dat brengt ons bij de motieven voor een studie in het buurland.Voor de Nederlanders gaat het vooral om de beperkingen vanhet studie-aanbod: er is een numerus clausus of de gewenstestudierichting bestaat bij hen niet. Dat laatste argument speeltook voor Vlamingen in Nederland mee. Zo kan je de richtingtekstwetenschap (met o.a. copy-writing) wel volgen in Utrecht,maar niet in Leuven, Antwerpen of Gent. Bovendien wordt hetargument nog bevestigd door de motivatiebevraging: buur-landstudenten kiezen meer bewust voor hun richting danstudenten die in eigen land blijven. Vlaanderen is voor Neder-landers ook interessant vanwege het lagere inschrijvingsgeld,terwijl Nederland onze landgenoten dan weer schijnt te lokkenvanwege het hogere verwachte inkomen na de (universitaire)studie. Op zich is dat wel vreemd, want een academischdiploma betaalt beter in Vlaanderen dan in Nederland.SubsidieZijn er verschillen in studieklimaat en -belasting tussen Vlaan-deren en Nederland? Studieculturen verschillen. Zo is men inNederland meer gewoon een gemaakte studiekeuze te her-zien en iets anders te gaan doen. Om te beginnen schijntzittenblijven in het secundair onderwijs er minder als een

Page 35: Klasse voor Leraren 60

KLASSE NR.60 35

kinderen spiegelen zich dus aan hun ouders, maar hier kanook hun eigen temperament voor katalysator spelen. Nogvolgens de onderzoekster hebben deze kinderen behoefte aanstrikte grenzen en normen. Voor de kleuterleider komt het erop aan het storende gedrag bij te sturen en het kind te oefenenin aardig zijn. Het kind heeft daar alle belang bij, wantkinderen die zich op de basisschool door hun gedrag buitende groep plaatsen, zullen sneller leerproblemen ervaren,zullen eerder de school verlaten, enz. Ten slotte moeten deouders hun kind van jongs af leren hoe het moet omgaan metgeschillen.

Klappen. Nedra Morris, een 51-jarige onderwijzeres in Saint-Louis (V.S.), die een zieke collega verving, berispte een jongenvan 9 jaar oud, die een opdracht weigerde uit te voeren.Daarop kreeg zij van het kind een drietal klappen. De onder-wijzeres kreeg ernstige ademhalingsmoeilijkheden en be-zweek aan een hartaanval. De leerling werd naar huis ge-stuurd en de politie moet nu via een autopsie uitmaken of denegenjarige schuldig is aan doodslag.

De kunst van het krabben. Een vrouwtjesluis is in drie wekenvolwassen en heeft dan in enkele weken tijd 50 tot 150afstammelingen. Zolang die niet op uw hoofd zitten, kunt udaar vermoedelijk wel mee leven, maar misschien zijn ze weldichterbij dan u denkt. Sinds 1970 worden er namelijk meerluizenproblemen gesignaleerd dan voordien, vooral in delagere scholen. Jonge kinderen hebben veel lichaamscontacten wisselen wel eens vaker mutsen en sjaals uit. En de luis, hijverhuist mee. Apothekers bevestigen de toenemende verkoopvan shampoos met permethrine, een doeltreffend natuurlijkanti-luisprodukt, vooral na de zomervakantie en in mei. Inhet verleden zijn te veel sterke middelen tegen luizen gepro-beerd (b.v. TNT), waardoor de beestjes erg taai zijn gewordenen werkelijk iedereen ze op bezoek kan krijgen. Enkel weke-lijkse controle van de haardos, vooral achter de oren en op de

hals, kan het probleem beperken, maar dan moet er ook naargehandeld worden. Dat is niet zo evident, want bij heel veelouders zitten luizen nog altijd in de taboesfeer. «Bij mijn kindkomt dat niet voor», zeggen ze. Het Medisch Schooltoezichtvan de scholen oefent bij wijze van algemene preventiegeregeld controles uit of maakt ouders er via een brief opattent als in de klas van hun kind een luis is gesignaleerd.

Schoolstrijd. De opheffing van de apartheid in de Zuidafri-kaanse scholen loopt niet van een leien dakje. In 1994, toende rassenscheiding in het onderwijs bij wet werd opgeheven,kwam het tot heel wat incidenten op en rond scholen die totdan onderwijs gaven aan uitsluitend blanke kinderen. Ofwelwerden de zwarte scholieren er botweg geweigerd of met eensmoesje wandelen gestuurd, ofwel werden ze er zwaar geïnti-mideerd. Nochtans neemt het aantal schoolplichtige Afrika-ners snel af, terwijl de zwarte jeugd groeit. Hierdoor ontstaanbijna automatisch gemengde scholen en zal het probleemvroeg of laat zichzelf oplossen. Toch ziet de toekomst er nogniet zo rooskleurig uit. Veel zwarte kinderen staan vijandigtegenover het onderwijs. Dat verklaart waarom van de blan-ke schoolverlaters bijna iedereen een diploma haalt en vande zwarte schoolverlaters niet eens de helft.

Outcast. In Nederland steekt een op de drie 14-jarigen regel-matig een sigaret op. Bij de 10- tot 12-jarigen rookt al vierprocent regelmatig. Dit laatste is een verdubbeling tegenover1993. In het algemeen is het aantal jonge rokers sinds 1994weer aan het toenemen en dat na een lange periode vandaling. Daarom heeft minister Borst van Volksgezondheidextra geld uitgetrokken voor een harde campagne tegen derokers. De minister roept ook de ouders op om met roken testoppen. Volgens haar is roken voor jongeren een mogelijkeweg naar druggebruik. Het liefst zou zij zien dat rokers, net alsin de Verenigde Staten, worden beschouwd als outcasts, watzoveel betekent als verstotenen. ■

probleem te worden ervaren als bij ons. Zittenblijvers verlie-zen er ook hun subsidie niet, zoals in Vlaanderen het geval is,en bovendien loopt de studiefinanciering in Nederland via destudent. Bij ons loopt die via de ouders, wat hen logischerwijsmeer invloed doet uitoefenen op destudie(keuze) van hun zoon of doch-ter. Ten slotte is de Vlaamse studentfinancierbaar tot hij 25 is, in Neder-land mag hij 27 zijn. Een en anderverklaart waarom Vlaamse studen-ten jonger zijn dan Nederlandse: bijde eerstejaars bedraagt het verschilgemiddeld anderhalf jaar.OngelijkIn Vlaanderen werken de studentenharder (meer uren) dan in Neder-land, zeker in het HOBU. Studerenin Vlaanderen is strakker geprogram-meerd, laat minder ruimte voor zelf-standigheid, vraagt meer inspanningen is meer gericht op het verwervenvan kennis dan op het verwervenvan vaardigheden en attitudes. Ver-schillen qua studeergedrag en stu-die-inzet zijn er echter niet. Opmer-kelijk is verder dat Nederlandse stu-denten in Vlaanderen meer dan an-dere studenten vinden dat de docen-ten niet iedereen gelijk behandelen.Hoe meer Nederlanders in een Vlaam-se instelling, hoe sterker dit gevoel.Vlaamse studenten brengen, veel meer dan Nederlandse,hun weekends en vakanties thuis door.

ONDERWIJS IN HIn Nederland kan megen van verschillendonderwijs geraken. Hebiedt er dan ook meebij ons. Er zijn bovendlange wegen om een wijs te halen.Vwo-opleiding, Havo,gramma’s, Mbo, Maover weten? Geen prorant publiceert een reen uitleg over het onlanden van de EuropeHet Onderwijs in Nedeschets, feiten cijfers ovtuur, informatie overchanismen, onderwijsleiding, bevoegdhedendie al aan bod kwamelië, Denemarken, Luxook België. Elke boekjUitgeverij Garant - TieKessel-Lo - + 016-25 31

ParkeerstudieHoe zijn de studieprestaties van studenten in het buurlandvergeleken met studenten in eigen land? Nederlandse univer-siteitsstudenten presteren in Vlaanderen slechter dan hun

thuisgebleven landgenoten. Ook inhet HOBU bestaat deze tendens. Uit-gesplitst in richtingen is de sectorgeneeskunde en haar varianten welhet enige zwakke broertje, en is er opdit gebied weinig verschil met deVlaamse studenten in Vlaanderen.Een belangrijke bevinding bij dezegroep studenten is dat slechts éénderde van de Nederlanders in Vlaan-deren van plan is de opleiding af teronden in Vlaanderen. De rest hooptalsnog ingeloot te worden in eigenland. Van de eerstejaars hoopt zelfs85 % snel weer terug te kunnen. Destudie in Vlaanderen kan hiermeegezien worden als een soort parkeer-studie. ■

Het onderzoek Studeren in Neder-land of Vlaanderen? Verschillen instudiesucces en studieklimaat liepin opdracht van de Vlaamse en Neder-landse ministeries van Onderwijs enWetenschappen. Voor meer informatieneemt u contact op met de Stichtingvoor Economisch Onderzoek (SEO) -

Universiteit Amsterdam - Roetersstraat 11 - 1018 WB Amsterdam- + 00-31-20-6 24 24 12

ET BUITENLAND via diverse leerwe-

niveau in het hoger secundair onderwijs mogelijkheden dan

ien heel wat korte eniploma hoger onder-

Hbo, doorstroompro-o,... Wilt u er meerleem! Uitgeverij Ga-ks boekjes met teksterwijssysteem in dee Unie. Zo krijgt u inland een historischeer de onderwijsstruc-euze- en selectieme-

nhouden, lerarenop-, enz. Andere landenn, zijn Frankrijk, Ita-mburg en uiteraard kost 315 fr.sesteenweg 83 - 3010

31 - fax 016-25 13 14

n tr

d

vbedsr

ki

een

Page 36: Klasse voor Leraren 60

(advertentie)

Page 37: Klasse voor Leraren 60

Krijg demazelen

KLASSE NR.60 37

Tot vorig jaar kregen alleen de meisjes op 11-jarige leeftijd nog een bijkomende inenting tegenrode hond omdat die ziekte ernstige gevaren ople-vert bij eventuele zwangerschap. Maar vanaf nukrijgen alle kinderen dus een inenting aangebo-den tegen mazelen, bof en rubella (rode hond).Normaal gezien zijn alle kinderen daar tegen

ingeënt als ze anderhalf jaar oud zijn. Door deinenting te herhalen rond 11 jaar is de bescher-ming van het kind hoger, én kan men de ziektenuitroeien. Andere vaccinaties door MST aangebo-den zijn: rond 5-6 jaar tegen polio en een gecom-bineerd spuitje dat hen behoedt voor difterie entetanus. Vanaf dan moet alleen tetanus nog her-haald worden, om de tien jaar.

Wie na zijn puberteit nog bof krijgt, looptgevaar op ontsteking van teelballen of eierstok-ken. Wie mazelen krijgt loopt het risico van eengevaarlijke (zelfs dodelijke) hersenontsteking. Dankzijeen nauwkeurige registratie van dergelijke ziek-ten hebben de Centra voor Medisch Schooltoezichthet gevaar snel onder ogen gezien en kan ermeteen worden ingegrepen. De equipes voor Me-disch Schooltoezicht maken elk jaar statistiekenvoor het ministerie van Volksgezondheid. Aan dehand daarvan kunnen wetgevingen worden bijge-stuurd. Zo wordt er al meer dan tien jaar geenopsporingstest tegen t.b.c. meer gedaan.

Vuile handenHet Medisch Schooltoezicht van Herk-de-Stad

en Sint-Truiden hield vorig schooljaar een en an-der nauwkeurig in de gaten. Zij hadden de indrukdat niet alle besmettelijke ziekten ook effectief

gemeld werden. Samenmet de scholen en

de huisartsenontwikkel-den ze eennieuw re-gistratie-systeemvoor demeer dan7000 leer-lingen die

zij begelei-den. Tussen

november 94en mei 95

(goed viermaanden school-

tijd) telden ze in hetkleuteronderwijs per leer-

ling ongeveer acht dagen afwe-zigheid wegens ziekte, in hetlager onderwijs 1,5 dag en inhet secundair nog ruim één dag.Grootste boosdoeners blijkende griep en keelpijn. Maar heel

opvallend aanwezig is ook gastro-enteritis of buik-griep. In het algemeen blijft een goede hygiënevan handen, nagels en voedsel belangrijk. Ook albescherm je je op die manier nog niet honderdprocent tegen virussen. Vlaamse scholen zijn ophet vlak van hygiëne echter het vieze kindje vande Europese klas (zie ook vorige KLASSE).DR. NICOLE DANIËLS, schoolarts: «Het is vangroot belang dat kinderen propere handen heb-ben en gezond voedsel krijgen. Gelukkig zijn ersteeds meer ouderverenigingen die druk uitoefe-nen op scholen om bijvoorbeeld vloeibare zeep enwegwerphanddoeken te gebruiken in plaats van

één vuil stuk zeep en één hand-doek voor iedereen. Neem daarnog bij het veelvuldig gebrek aanprivacy voor kinderen. Hoeveel

WC-deuren op school zijn stuk of kunnen nietdicht?»

ZiektebriefjesMaar de belangrijkste vaststelling betrof dus de

mazelen. Directies weten ook niet altijd wat erprecies aan de hand is. Er is pas een medisch attestnodig vanaf de vierde dag afwezigheid. En wiecontroleert altijd of er misschien sprake is vanbesmettelijke ziekten? Tussen de huisarts en deschoolarts is er geen gestructureerd overleg. Pasals een halve klas niet meer opduikt, gaat er somseen lichtje branden. Sommige leerlingen halentrouwens om de haverklap bij andere huisartseneen ziektebriefje. Dat zou voor de school al eenernstig signaal moeten zijn. Niet alleen om hetspijbelen tegen te gaan, maar ook omwille van dealgemene gezondheid op school.

Weinig inspanningEn wat moeten de leerkrachten L.O. doen met

het toenemend aantal leerlingen dat wegens ziek-te niet kan mee turnen?DR. GREET MERTENS, schoolarts: «Daar zit tochwel een aanzienlijke verbetering in. Een volledigevrijstelling krijgen ze nog zelden. Wel gedeeltelijkvoor bepaalde sporten bijvoorbeeld. Er loopt nu in15 Vlaamse Centra voor Medisch Schooltoezichteen project waarbij we speciale aandacht hebbenvoor de fysieke conditie bij jongeren. De leerkrachtlichamelijke opvoeding selecteert de sportzwakkekinderen. Die komen bij de schoolarts op bijko-mend onderzoek. Ze moeten bijvoorbeeld negenminuten fietsen tegen stijgende weerstand. Som-mige 12-jarigen kunnen dat niet. Vaak kijken zeteveel T.V. en is elke inspanning voor hen te veel.Nochtans is beweging essentieel voor de bloeds-omloop, hart, spieren en ademhaling. Elke menszou minstens drie uren per week sportief moetenbewegen: lopen, wandelen, fietsen, zwemmen. Datis geen heroïsche uitdaging hoor: een half uur perdag. Het is broodnodig, maar veel leerlingen halendat niet. Hun ouders en leerkrachten spijtig genoegmisschien ook niet.» ■

Het ganse project wordt gecoördineerd door de VlaamseWetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheids-zorg (VWVJ). De VWVJ is een ontmoetingsveld van allepersonen die werkzaam zijn in de preventieve gezond-heidszorg voor jongeren in Vlaanderen. U kunt erterecht voor meer informatie en suggesties: Onze LieveVrouwstraat 42 (1ste verdieping) - 3000 Leuven -+ 016-29 01 19 (maandag-, woensdag- en vrijdag-voormiddag).

G E Z O N D H E I D

Vorig jaar doken de ma-zelen weer op bij een aan-zienlijke groep jongerenin het hoger secundair

onderwijs. Ma-zelen is eenernstige ziek-te, zeker als

men ze op oudere leef-tijd krijgt. Vanaf dit jaarkomt er een herhalings-inenting voor alle kinde-ren van 11 jaar tegen

mazelen, bof en rodehond. Het vaccin (zo’n320 frank per persoon)wordt door het ministe-rie van de Vlaamse Ge-meenschap gratis terbeschikking gesteld vano.a. de equipes van hetMedisch Schooltoezicht.Die kunnen op deze ma-nier nog beter werk ma-ken van hun brede inzetvoor preventieve gezond-heidszorg. Besmettelijkeziekten kunnen een ern-stig probleemw o r d e n .Ook opschool.

Algemeneaanval tegenmazelen, dikoor enrode hond.

Page 38: Klasse voor Leraren 60

++INFOLIJN

Voor al uw vragenover onderwijs:

Koningsstraat 71

1000 Brussel

+ 02-219 18 00

38 KLASSE NR.60

BEVALLINGS- EN…Graag kreeg ik meer infor-matie over bevallingsverlof.Hebben ook tijdelijke leer-krachten hier recht op?Ja, maar voor tijdelijke leer-krachten is er een verschillen-de regeling. U bezorgt uw schooleen geneeskundig attest metde vermoedelijke bevallingsda-tum. Bent u een tijdelijke leer-kracht, dan bezorgt u dit attesteveneens aan uw ziekenfonds.Dan hebt u recht op 15 wekenbevallingsverlof, ten vroegstevanaf 7 weken voor die da-tum. Acht weken moet u ver-plicht ná de bevalling nemenen één week verplicht vóór debevalling. Afwezigheid wegensziekte tijdens de 7 weken voorde bevalling wordt automa-tisch als bevallingsverlof ver-rekend, behalve als u na deziekte opnieuw aan de slaggaat. Bevallingsverlof voor vast-benoemde leerkrachten is vol-ledig bezoldigd door het De-partement. Tijdelijke leerkrach-ten krijgen tijdens het beval-lingsverlof een uitkering vanhet ziekenfonds. Het bevallings-verlof komt in aanmerking voorde geldelijke en dienstanciën-niteit. Voor tijdelijke leerkrachtenis dit enkel het geval voor zo-ver het valt binnen de periodevan de aanstelling. Het verloftelt echter niet mee voor debepaling van het aantal da-gen bezoldigd ziekteverlof waar-op een tijdelijk personeelslidaanspraak kan maken.

Als u bevalt tijdens de zomer-vakantie zijn er twee moge-lijkheden. U bent een vastbe-noemd leerkracht. Uw vakan-tie geldt dan als bevallingsver-lof en u mag dus niet gewoonde vakantiedagen bij de 15weken bevallingsverlof optel-len. Wél kunt u de periode vanprenatale rust inperken tot 1week voor de bevalling. Zo hebtu nog 14 weken bevallingsver-lof na de datum van de beval-ling. Als u bijvoorbeeld op 24augustus zou bevallen, hebt una 1 september nog 13 wekenbevallingsverlof over. Voor tij-delijke leerkrachten is er thanseen gelijkaardige regeling. Ookzij krijgen de kans om een maxi-maal gedeelte van het prena-taal verlof uit te stellen tot nade verplichte 8 weken post-natale rust. De periode vanjaarlijkse vakantie (ook de pe-riode van uitgestelde bezoldi-ging voor tijdelijke of interim-leerkrachten ná het einde vande arbeidsovereenkomst) én deperioden van gecontroleerdewerkloosheid worden voortaanvoor de verlening van die post-natale rust beschouwd alsofde tijdelijke leerkracht gewoonwas blijven doorwerken.Bron: Onderwijszakboekje 1995-1996 - J. Heyvaert & G. Janssens -Kluwer Editorial - p. 286-295.

…BORSTVOEDINGSVERLOFIk ben op dit moment metbevallingsverlof. Kan ik daar-na zomaar op borstvoedings-verlof? Hoe zit dat precies inelkaar?Na afloop van het bevallings-verlof kunt u een onbezoldigdborstvoedingsverlof krijgen vanmaximum 3 maanden. U be-zorgt de school een medischattest met begindatum en ver-moedelijke einddatum. Dezeperiode telt mee voor de bere-kening van de anciënniteiten.Ook tijdelijke leerkrachten kun-nen dit verlof krijgen. U be-zorgt in dit geval uw zieken-fonds een aanvraag met hetdoel «in voortgezette verzeke-ring» te gaan én u moet eenverklaring op eer afleggen datu inderdaad ook borstvoedingzult geven. Het verlof geldt alsdienstanciënniteit, maar telt nietmee voor het bepalen van hetaantal dagen bezoldigd ziek-teverlof waarop een tijdelijkpersoneelslid recht heeft.Het borstvoedingsverlof moetalleszins onmiddellijk aansluitenop het bevallingsverlof én moetononderbroken en voor de vol-ledige opdracht worden geno-men. Voor tijdelijke leerkrach-

ten moet dit verlof bovendienvolledig vallen binnen de pe-riode van de aanstelling.Bron: Onderwijszakboekje 1995-1996 - J. Heyvaert & G. Janssens -Kluwer Editorial - p. 286-295

DE SCHOOLBUSOnze (secundaire) school heefteen eigen schoolbus. De leer-krachten hebben een beurt-rol om als begeleider mee terijden, maar dat telt niet meevoor onze uren. Voor de chauf-feur zijn dat wel werkuren.Hoe is dit mogelijk? En hoezit het met onze burgerlijkeaansprakelijkheid bij een on-geval?Sommige scholen bezitten in-derdaad een schoolbus voorhet vervoer van de leerlingenvan en naar school. Dat doenze op eigen kracht, want zekunnen hiervoor geen subsi-dies krijgen van de overheid.De «uren op de bus» tellen alswerkuren voor de chauffeur alsdeze activiteit is opgenomenin de omschrijving van zijnopdracht als lid van het mees-ters-, vak- en dienstpersoneel.Leerkrachten hebben als eer-ste taak lesgeven. In de be-staande reglementaire bepa-lingen is uw opdracht nog steedsuitgedrukt in wekelijkse lesurenen «uren op de bus» zitten dusinderdaad niet in uw wekelijk-se opdracht.Bent u verplicht tot begelei-ding van schoolbussen of magu dat weigeren? De decretenRechtspositie PersoneelsledenGemeenschapsonderwijs en Rechts-positie Personeelsleden Gesubsi-dieerd Onderwijs blijven vrij vaag:«de personeelsleden moeten hetbelang behartigen van het on-derwijs en van de instelling(en)waar zij werken, evenals vande leerlingen» en «de perso-neelsleden vervullen de takendie hun worden opgedragenpersoonlijk en nauwgezet». Eenmorele verplichting? De mi-nister wees in zijn antwoordop een parlementaire vraaghierover (Vlaamse Raad - Vra-gen en Antwoorden - vraagnr. 10 van 12 juli 1995) alles-zins ook nog op de «noodzake-lijke teamvorming in het ka-der van de werking van deonderwijsinstelling waar de leer-kracht fungeert.»Wat betreft uw burgerlijke aan-sprakelijkheid als u zo’n school-bus begeleidt, kunt u het besteuw instellingshoofd eens latencontroleren of in de verzeke-ringscontracten wel de vereis-te clausules zijn opgenomen.

LESGEVEN IN HOBUIk ben op zoek naar de wet-telijke bepalingen over hetaantal te presteren uren inhet HOBU. Het decreet spreektimmers wel over «volledigebeschikbaarheid» voor deschool, maar hoe rekbaar isdit begrip?Het nieuwe decreet stapt in-derdaad af van de traditione-le breuk, met in de noemerhet aantal lesuren voor eenvoltijds ambt. Een onderwijs-opdracht in het HOBU wordtvoortaan uitgedrukt in per-centages, waarbij elke halvedag op school wordt beschouwdals 10 % van de opdracht. Zois het immers mogelijk om deopdracht niet te beperken tothet lesgeven, maar kan menook rekening houden met uwandere activiteiten (voorbe-reiding, verbetering, overleg,onderzoek, enz.).Een voltijdse betrekking is dus(artikel 1, littera 43 van hetdecreet van 30 juni 1994 be-treffende de hogescholen inde Vlaamse Gemeenschap)een «betrekking waaraan eenopdracht van 100 procent ver-bonden is die een volledigebeschikbaarheid voor de ho-geschool inhoudt, gedefini-eerd overeenkomstig de gang-bare arbeidsduurregeling.»Volledige beschikbaarheidmoet u hier lezen als «hetniet uitoefenen van anderebezoldigde of onbezoldigdeactiviteiten naast de voltijd-se opdracht zonder toestem-ming van de hogeschool.»Anderzijds bepaalt artikel 111van hetzelfde decreet boven-dien dat elk voltijds lid vanhet onderwijzend personeelvan de hogeschool twee halvedagen per week ambtshal-ve mag afwezig zijn. Opnieuwnatuurlijk op voorwaarde datu die twee halve dagen geenandere bezoldigde activitei-ten uitoefent (tenzij de hoge-school hiervoor haar toestem-ming geeft).Hoeveel uren u per week moetwerken, wordt bepaald doorde hogeschool. Het hoge-schoolbestuur vult immers uwopdracht in en bepaalt uwtaakomschrijving. Het bestuurbepaalt dus ook voor elk ambthoeveel uren u effectief moetlesgeven, rekening houdendmet de gangbare werktijdre-geling.Meer informatie: DepartementOnderwijs - Afdeling HOBU -Koningsstraat 136 - 1000 Brus-sel - + 02-211 42 11

Page 39: Klasse voor Leraren 60

(advertentie)(advertentie)

Page 40: Klasse voor Leraren 60

verschijn

t maan

delijks (beh

alve in ju

li en au

gustu

s)

Afgiftekan

toor 8500 Kortrijk 1

Min

isterie van d

e Vlaam

se Gem

eensch

apD

epartem

ent O

nd

erwijs - R

edactiesecretariaat K

LA

SSEK

onin

gsstraat 138 - 1000 Bru

ssel

TIJD

SCH

RIF

T

4

281

België – B

elgique

PB

8500 KO

RT

RIJK

1

ONTWIKKELING MET KLASSEDe actie die we in vorig nummer aankondigdenloopt nog volop: ontwikkelingshulp met KLASSE.Zo’n 1000 leerkrachten vroegen de brochure leermid-delen al aan om rond mundiale vormingte werken in de klas. En honderdenscholen vroegen een werkatelier. Ho-pelijk strijken we daarvoor weldrabij u neer. Maar ook het specialerekeningnummer blijft geopendom een uniek scholingspro-gramma te steunen in Bur-kina Faso. We wachtennog op uw bijdrage omin volgend nummer eeneerste tussenstand tepubliceren van het in-gezamelde bedrag. Uherinnert zich dat met200 frank (uw 200frank!) meteen vijfleerlingen in Afrikaaan de slag kunnen.Doe zo snel mogelijkuw duit in het zakje oprekening 310-0785572-55 van het NCOS/11.11.11met vermelding KLAS-SE. Uw bijdrage is vanhet grootste belang.