Klasse voor Leraren 92

48
Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen Nr.92 • Februari 1999

description

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen. Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

Transcript of Klasse voor Leraren 92

  • Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen

    Nr.92 Februari 1999

  • (advertentie)

  • U hebt hem herkend: de idealeleerkracht. Vizier p. 4-11

    De nieuwe docenten in hogeronderwijs. p. 34-35

    Ruil je job: s avonds lesgeven.p. 36-37

    KLASSE NR.92 3

    IN DIT NUMMER

    4-11De ideale leerkracht

    We moeten het u niet vertellen: leraars hebben een zwaar beroepen doen veel meer dan lesgeven alleen. De buitenwereld heeftdaar soms een heel ander idee over. De nieuwe functiebeschrij-vingen brengen de mogelijke werkvelden en nodige vaardighe-den in kaart. Een robotfoto van de ideale leerkracht.

    32-33De kijk op onderwijs verandert

    Jonge Vlamingen die voor onderwijzer studeren, hebben eenandere kijk op de prioriteiten en de aanpak van hun beroep dan onderwijzers met ervaring. Nieuwonderzoek toont aan waar de verschillen precies liggen. Bovendien worden de resultaten ookinternationaal vergeleken.

    34-35Hoger onderwijs

    Ze zijn met meer dan 9000 en zouden een prinsenleven leiden, delectoren in het hogeschoolonderwijs. Geen disciplineproblemen,weinig corrigeerwerk, ng meer vakantie. Maar in de hogeschoolheten lesuren belastingspunten en de werkdruk stijgt ziender-ogen. Turbo-les in de aula major.

    36-37Ruil je job: avondonderwijs

    Een dag lesgeven in een heelandere onderwijsomgeving? Maghet ook een avond zijn? Marti-ne ontdekt het verschil tussendagonderwijs en avondonder-wijs. Ze stoot op gemotiveerde studenten die zo hun eigen kijkhebben op onderwijs. En ze kruipt heel laat haar bed in.

    n Journaal p.12-14 met beroepsprofielen n Idee p. 15-30 metveel water n Signaal p. 38-39 met witte en zwarte scholen nDialoog p. 40-42 met uw vrienden n

    EXTRA BIJLAGE (nr. 6) :GEWELD OP SCHOOL

    Na pesten, faalangst, participatie, kindermishande-ling en drugs het zesde uitneembare deel voor uwmap De Eerste Lijn.

    Deze maand in Klasse voor Ouders(15 februari): n De taakbelasting van leerkrachten n Geweldloosopvoeden n Tips voor opvoeding en onderwijs n

    Deze maand in Klasse voor Jongeren(20 februari): n Nieuws n Portretten n Actie n Participatie nBeelden n Dromen n Realiteit n Humor n Reporta-ges n Verrassingen n

    Klasse op Internet: n Mr dan wat papier kan (ver)dragen: www.klasse.be

    Maandblad voor Onderwijsin VlaanderenUitgegeven door het ministerievan de Vlaamse Gemeenschapdepartement Onderwijs

    Nr.92 Februari 1999

    Hoofdredacteur Leo BormansProductcordinator Diana De CaluwEindredacteur Gaby De MoorRedactie Veerle Devos, Myriam Paquet, Jan TSas,Jan Van den Bossche, Michel Van LaereRedactiesecretaris Patrick De BusscherSecretariaat Anny Lecocq

    Fotos Luc DaelemansCartoons CampVormgeving Artefact

    Verantw. uitgever Georges Monard,Hendrik Consciencegebouw, 1210 Brussel

    Abonnement (10x per jaar): 900 fr.Alle Vlaamse leerkrachten, PMS-medewerkers enz.(van elk net en van elk niveau) krijgen KLASSEgratis.Adreswijzigingen uitsluitend regelen via de eigenschooladministratie.

    Er is ook een Klasse voor Ouders (t.e.m. tweedejaar secundair onderwijs) en een Klasse voorJongeren (van het derde tot het zevende jaarsecundair onderwijs) voor scholen die dat wensen.

    KLASSE, H. Consciencegebouw, E. Jacqmainlaan165, 1210 BrusselTel. redactie 02-553 96 86Tel. cordinatie 02-553 96 94Tel. abonnementen 02-553 96 84Tel. publiciteit 02-553 96 94Tel. KLASSE voor Ouders 02-553 96 90Tel. KLASSE voor Jongeren 02-553 96 92Telefax 02-553 96 85E-mail [email protected] www.klasse.be

    DE VIERDE LIFTU kan het nieuwe gebouw van hetdepartement Onderwijs binnenkomendoor (naar keuze) een bos, het strand,de stad of een schoolspeelplaats. Nietdat er vier ingangen zijn maar wel vierthemaliften. U zal het niet geloven,maar het is wr. Elke lift confronteert uniet alleen met een andere panorami-sche foto maar ook met de bijhorendegeluiden. Als u boven komt, weten weprecies welke lift u genomen hebt. Defluiters komen uit het bos, de rustigenvan het strand en de opgejaagden uitde stad. Alle personeelsleden die inBrussel wat dreigen vervreemd te gera-ken van de onderwijspraktijk wordenverplicht elke dag de vierde lift te ne-men: die van de rumoerige school-speelplaats. Naast beeld en geluid krijgt,naar verluidt, elke lift weldra ook eeneigen geur. Als de inspectie nu op uwschool ook de lucht in dozen probeertte steken, weet u waarvoor dat dient:de vierde lift. U bent gewaarschuwd.

    brieven

  • V I Z I E R

    4 KLASSE NR.92

    De ideale leerkracht? Daar heeft iedereen zo zijn eigen mening over. PopulaireStef probeert kost wat kost sympathiek over te komen bij de leerlingen. Anderensloven zich uit om op een goed blaadje te staan bij de directie, elke nascholing te

    volgen die zich aandient, zich in de ivoren toren van alwetendheid opte sluiten, dag en nacht voor alles beschikbaar te zijn, elk feest teorganiseren, alle persoonlijke problemen proberen op te lossen, het

    geweten van de school te spelen of iedereen de les te lezen. Sommigen trekken erzich niets van aan: ze doen gewoon hun werk (of ze doen het niet). Over anderenzijn de meningen verdeeld: zij vinden zichzelf geweldig, de rest vindt van niet.

    FunctiebeschrijvingTot nu toe bestond er geen functiebeschrijving van het beroep leraar. In deopleiding werd er niet over gesproken, bij de aanwerving bleef de taakomschrij-ving vaag, wie vast benoemd geraakte werd nog nauwelijks gevalueerd. Ieder-een wordt verondersteld zich aan te passen aan de gewoonten van de school. Datkan soms erg ver gaan: leerlingenvervoer organiseren, de school helpen verbou-wen, huisbezoeken afleggen of voortdurend voor allerlei activiteiten moetenopdraaien. Soms lijkt het erop dat een bingo-avond organiseren of een musicalregisseren sterker doorweegt dan een jaar lang goed lesgeven. Enwat is dat trouwens, goed lesgeven. Veel leerkrachtenvoelen zich juist op dat vlak alleen, onzeker of in desteek gelaten. Wie beoordeelt, helpt of begeleidthen? En op welke basis gebeurt dat?

    De geu

    r van

  • KLASSE NR.92 5

    de ide

    ale ler

    aar

    VerplichtIn de priv-sector en bij de ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap zijn defunctiebeschrijvingen al langer bekend. Ze worden er gebruikt om een volwaar-dig human resources beleid te kunnen voeren. Deze mogelijkheid wordt nu ookaan het onderwijs geboden. Voorlopig kunnen scholen er vrijwillig mee experi-menteren, over enkele jaren worden ze overal verplicht. Functiebeschrijvingenscheppen voor iedereen duidelijkheid. De inrichtende macht en de directiecreren een eenduidig verwachtingspatroon: de leerkracht weet precies wat vanhem wordt verwacht. Hij wordt aangemoedigd en ondersteund. Als hij ookprofessioneel en in een open sfeer wordt gevalueerd, voelt wie goed werkt zichgewaardeerd, wie nog zoekt kan hulp krijgen en wie niet voldoet kan wordenterechtgewezen.

    Slechte ademDe modellen van functiebeschrijvingen zijn nu zowel in het basis- als in hetsecundair onderwijs rond. De basisscholen hebben ze al ontvangen. In hetsecundair zijn ze net op school beland via de elektronische weg. Als u ze inkijkt,zal u verrast opkijken hoe concreet en gedetailleerd ze soms zijn. Niet iedereen iser trouwens even gelukkig mee. Zowel de inrichtende machten als de vakbondenhebben er zo hun vragen bij. Klasse geeft u in dit nummer een eerste inkijk. Uoordeelt zelf. In de marge van dit debat vroeg Klasse voor Jongeren ook even aande leerlingen welke eigenschappen de ideale leerkracht volgens hen moethebben. Hun mening loopt vaak wonderwel parallel met de deskundige tabellenvol pedagogisch-didactische eigenschappen die u nu worden voorgeschoteld. Deleerlingen voegden er echter n belangrijke eigenschap aan toe, die we nergensanders terugvonden: een leraar moet lekker ruiken. De lichaamsgeur of slechteadem van sommige individuen blijkt hen werkelijk af te stoten. Maar om de andereidealen te bereiken zijn parfum en aftershave waarschijnlijk niet voldoende. n

  • Buitenstaanders hebbenvaak geen beeld van detaken die een leerkrachtvervult en de vaardig-heden die hij daarvoornodig heeft. Een leraargeeft les, ja. Maar daar-naast is hij ook organi-sator, evaluator, bege-leider, teamlid, opvoe-der enz. Hij moet vak-bekwaam zijn, leerling-gericht, pedagogischgedreven, sociaal, kri-tisch, soepel en rela-tiebekwaam. Bovendienverwacht men dat hijblijft geloven in de jon-geren met wie hijwerkt. Ondanks al-les. Al die taken enattitudes zijn nuvoor het eerst inkaart gebracht.Mt de hulp vanleerkrachten.

    genten en licentiaten maarook voor directies, cor-

    dinatoren, taakleerkrachten, praktijkleraars, tech-nisch adviseurs en paramedisch personeel. Ze kanworden toegepast in gewoon en buitengewoon on-derwijs. Iedereen krijgt een functiebeschrijving vol-gens hetzelfde algemeen model. Uiteraard verschil-len de resultaatgebieden (met de concrete taken) ende competenties (met de nodige vaardigheden). Elkpersoneelslid krijgt een persoonlijke en specifiekefunctiebeschrijving. Die hangt samen met opdracht,onderwijssoort, vak, onderwijsniveau van de leer-lingen enz. Hij vindt er duidelijk in verwoord watprecies van hem wordt verwacht n waarom.

    De leraars sprekenHoe zijn die lijsten vol taken en vaardighe-

    den tot stand gekomen? Ze zijn niet doorambtenaren, beleidsverantwoordelijken ofpolitici bedacht en vastgelegd. Ze komen vande betrokkenen zelf. Daarvoor heeft het de-partement Onderwijs hetzelfde human re-

    sources bureau aan het werk gezet dat ook defunctiebeschrijvingen voor de ambtenaren van deVlaamse Gemeenschap heeft uitgewerkt: Hay. Zijhebben lang en uitvoerig gepraat met meer danduizend leerkrachten basis- en secundair onder-wijs, directies enz. van alle netten en uit heel hetland. Die kwamen telkens in kleine groepjes naarBrussel voor diepgaande gesprekken. De mede-werking van de deelnemers aan de vele gespreks-panels was buitengewoon enthousiast, zeggen zebij Hay. Ze waren heel kritisch maar altijd positief.Zowel in het basis- als in het secundair onderwijsbleek uit alle tussenkomsten de enorme inzet voor

    6 KLASSE NR.92

    De realiteitvan van-daag n deactiviteitenvan morgen

    U zal uw ogen niet geloven als u defunctiebeschrijvingen voor het eerst door-neemt: een stapel papier vol taken eneigenschappen waaraan geen enkele Su-perman kan voldoen. Bij sommigen zalde moed in de schoenen zinken (Datkan ik nooit!), anderen worden kwaad(Ze vragen nog niet genoeg van ons)of lachen de voorstellen weg (Nogmaar eens een papieren revolutie). Wiede zaken rustig bekijkt, ontdekt er ze-

    ker ook nieuwe mogelijkheden in. Het heleproces van functiebeschrijvingen zal de school-cultuur grondig veranderen. Daarom wordthet ook stap voor stap ingevoerd. Vanaf sep-tember 1997 experimenteren de basisscholener al vrijwillig mee. Nu kunnen ook de secun-daire scholen dat. Over enkele jaren worden defunctiebeschrijvingen overal verplicht.

    Voor iedereenEen functiebeschrijving is een individuele over-

    eenkomst tussen directie (of inrichtende macht)en elk lid van een personeelscategorie. Elke func-tiebeschrijving omvat twee grote delen. De resul-taatgebieden geven de belangrijkste domei-nen weer waarop het schoolbestuur binnende functie resultaten verwacht (lesgeven, les-sen voorbereiden, leerlingbegeleiding, nascholingenz.). Om die resultaten te kunnen bereikenmoet een leraar in elk gebied een hele reeksconcrete activiteiten en taken kunnen uitvoeren (rap-porten invullen, klassenraden volgen, vakliteratuurlezen enz.). Deze competenties zijn de vaardighe-den, bekwaamheden en persoonlijke eigenschap-pen die de leraar nodig heeft om de resultaten tekunnen bereiken (leerlinggericht, pedagogisch ge-dreven, positief ingesteld enz.). De concrete beteke-nis of inhoud van elke competentie wordt verduide-lijkt door een lijst gedragsindicatoren (moeilijke za-ken nog eens uitleggen, opdrachten duidelijk for-muleren, ook de zwakkeren aanmoedigen enz.).

    Dit is de algemene structuur van elke functiebe-schrijving: voor kleuterleiders, onderwijzers, re-

    Ik geef les,ja

    Elk personeelslid krijgt een persoonlijkeen specifieke functiebeschrijving.

  • hun leerlingen en de grote betrokkenheid bijhun school. Wij hebben vooral geluisterd, geno-teerd, gegevens geordend en zo getrouw mogelijkweergegeven. Wij hebben gepeild naar wat er van-daag door de mensen in onderwijs wordt gepres-teerd, maar ook naar de wijzigingen en accentver-schuivingen die zij in de nabije toekomst verwach-ten. Daarna hebben we al deze elementen gebun-deld: de realiteit van vandaag n de activiteiten vanmorgen, zoals de betrokkenen die zelf zien.

    CatalogusDe functiebeschrijvingen zoals ze nu worden

    voorgesteld zijn geen overzicht van wat nuvan lk personeelslid kan worden gevraagd.Het is veel meer een basiscatalogus van moge-lijkheden waaruit elke inrichtende macht (school-bestuur) voor elk personeelslid een aangepaste be-schrijving kan distilleren. Van sommige activiteitenof taken vragen ook de onderzoekers zich (net als debetrokken leerkrachten) af of ze wel echt tot defunctie behoren. Daar zullen de bewindvoerdersen de inrichtende machten zich over moeten uit-spreken, stelt Hay. De gevolgde werkwijze vormtde grote kracht van het document (omdat het zeerherkenbaar is), maar illustreert ook de beperkingervan. In deze teksten zit geen beleidsvisie of weten-schappelijke benadering. Elke inrichtende machtzal ze dan ook moeten inpassen in de eigen school-visie en het opvoedingsproject van de school.

    Warm waterDe functiebeschrijvingen kunnen dus van school

    tot school verschillen. Het departement Onder-wijs legt de inhoud ervan niet op. Wij biedenmodellen aan en de inrichtende machten doendaarmee wat ze willen, zegt Hilde Lesage, afde-lingshoofd in de administratie Secundair Onder-wijs. We hebben voor het secundair onderwijsalleen decretaal vastgelegd dat de inrichtende machteen functiebeschrijving moet opstellen en gebrui-ken. Er moeten resultaatgebieden en competen-ties in staan en op basis daarvan moet een evalua-tie volgen. Meer heeft de overheid niet vastgelegd.De modellen zijn louter voorbeelden. Een inrich-tende macht kan ze helemaal volgen of ze volledignaast zich neerleggen. Men kan er taken uithalenof aan toevoegen naargelang van het pedagogischproject, het schoolwerkplan enz. De overheidbiedt met de uitgeschreven modellen alleen on-dersteuning aan, zodat niet elk schoolbestuur hetwarm water opnieuw moet uitvinden.

    In de definitieve functiebeschrijvingen zullenwaarschijnlijk ook waarden voorkomen (christe-lijke, algemeen menselijke enz.) die u uiteraardniet in de algemene modellen vindt.

    ZelfevaluatieDe minister van Onderwijs wil de plaatselijke

    schoolgemeenschappen meer autonomie en ver-antwoordelijkheid geven, ook op het vlak vanpersoneelsbeheer. Voor directies en inrichtendemachten vormen ze een basisinstrument voor eenglobaal en coherent personeelsbeleid. Voor de leer-krachten kunnen ze leiden tot kritische zelfevalua-tie, meer duidelijkheid en perspectief. Voor debrede samenleving ten slotte, kan dit project bij-dragen tot beter inzicht in en waardering voor debrede waaier van veeleisende functies in onderwijs.

    Op de vingers tikkenDe leerkrachten die aan de opstelling van de

    functiebeschrijvingen meewerkten, waren er meestalenthousiast over. Toch formuleren ze ook vragen,vooral als de evaluatie ter sprake komt: zal die weleerlijk gebeuren en hangt er ook straf of beloningaan vast? Hoe kunnen we een veiligheid inbou-wen zodat het geen bijkomend machtsinstrumentwordt? Kunnen wij op onze beurt ook de directieevalueren? Een functiebeschrijving geeft de reali-teit weer, maar zegt nog niets over de hoeveelheidvan het werk. Hoe kunnen we dat verrekenen?Wat doen we met taken die strikt genomen nietbij het pakket van de leerkracht horen? Het gevolgvan de functiebeschrijving mag zeker niet zijn dat

    leerkrachten nog meer belast worden. Menmoet ze vooral gebruiken om het eigen per-soneelsbeleid op school dynamischer te ma-ken, niet voor inspectie of nog meer admini-

    stratie. Hoe zal dit instrument worden gehanteerdvoor personeel dat in verschillende scholen werkt?Het gevaar zit er ook in dat men het alleen zalgebruiken in negatieve zin: om mensen op devingers te tikken. Dat kan niet de bedoeling zijn.

    VriendjespolitiekUiteindelijk zullen de functiebeschrijvingen

    ook dienen om personeelsleden te evalueren. Datgebeurt op dit ogenblik nog bijna nergens op eensystematische manier. Als het goed gebeurt, kanzon evaluatiesysteem nochtans veel directe feed-back geven om bij te sturen, zowel voor elkpersoneelslid als voor het beleid van de school.Dat kan de kwaliteit van het onderwijs ten goedekomen. Toch hebben veel mensen daar vragenbij. Ze vrezen vriendjespolitiek, meer controle enstress wegens mogelijke sancties. Eventuele diffe-rentiatie kan bovendien de sfeer tussen de colle-gas verpesten. Een evaluatiesysteem is maar zin-vol als het in een positieve sfeer gebeurt, als deevaluatie zich niet tot een momentopname be-perkt, als de afspraken duidelijk zijn en als menzich niet beperkt tot n informatiebron (de di-recteur kan niet alles weten). Voor zon grondigehervorming zijn opschool een open com-municatiecultuur, ver-antwoordelijkheidszin,vertrouwen en eenpositieve ingesteldheidvan alle betrokkenen nodig. Maar dat zijn tenslot-te ook eisen die we aan de leerlingen durvenstellen en waarop we hen beoordelen. Waaromzouden die dan niet kunnen gelden voor leer-krachten, school en inrichtende macht?

    CoachenAls voor elke job en functie op school een

    duidelijke taakomschrijving bestaat (ook voor di-rectie, cordinatoren, middenkader enz.), kan diehandig gebruikt worden om nieuwe kandidatenaan te werven en te selecteren. Zo kan het gemak-kelijker worden om de juiste persoon op de juisteplaats te krijgen. Bovendien wordt het een handiginstrument voor de zelfevaluatie en het nascho-lingsbeleid van de school. Daaraan is er blijkbaarbehoefte. Evaluatie moet in de eerste plaats dienenom alle medewerkers volwaardig te kunnen onder-steunen, helpen en coachen waar het kan. Als tenslotte ook de lerarenopleiding met dergelijke func-tiebeschrijvingen rekening houdt, zijn ook jongeleerkrachten beter op hun veeleisende taak voorbe-reid. Met de beroepsprofielen die nu zijn goedge-keurd is die garantie al ingebouwd. n

    Adiov, de afdeling Informatie en Do-cumentatie Onderwijs Vlaanderen,verzamelde voor u een pakket tekstenen artikels rond het trefwoord func-tiebeschrijving. Wie interesse heeft,krijgt gratis een overzichtslijst vantitels met eventueel een korte beschrijvingvan de inhoud. In de onderwijsbiblio-theek kan u artikels inkijken of terplaatse kopiren. Adiov - E. Jacqmain-laan 165 - 1210 Brussel - tel 02-55366 50 tot 52 - fax 02-553 66 54 -www.ond.vlaanderen.be/adiov/

    KLASSE NR.92 7

    Kunnen wij op onze beurt

    ook de directie evalueren?

    Inpassen inde eigenschoolvisie

  • 4. brengt elementaire leefregels, sociale vaardigheden,waarden en normen bij (om bij te dragen tot de algemeneopvoeding van het kind, als aanvulling op de opvoeding diede ouders geven).b.v.: De kleuterleider geeft de kleuters een positief zelfbeeldmeeDe onderwijzer leert kinderen zelfstandig worden, brengt zeassertiviteit en (zelf)discipline bij1 2 3 4 5

    5. evalueert de bereikte resultaten (om de eigen werkwijzebij te sturen en de ouders of eventueel ook externe instantieste informeren).b.v.: De kleuterleider evalueert schoolrijpheidsproeven, houdtheen en weer-boekjes bijDe onderwijzer overhoort leerlingen, maakt foutenanalyses1 2 3 4 5

    6. werkt mee aan klasoverschrijdende activiteiten (om bijte dragen tot een goede werking van de school in haargeheel).b.v.: De kleuterleider organiseert de medewerking van deouders, begeleidt de rijenDe onderwijzer staat in voor de organisatie van het niveau-lezen, de schoolkrant1 2 3 4 5

    7 a. voert verzorgingstaken uit voor de kleuters (om bij tedragen tot hun algemeen fysiek welzijn).v.b.: De kleuterleider zorgt voor de nodige reservekledij,signaleert en bestrijdt luizen1 2 3 4 5

    7 b. begeleidt kinderen (heeft aandacht voor hun persoon-lijke behoeften en problemen om het algemeen welzijn vanhet kind te bevorderen).b.v.: De onderwijzer bouwt een vertrouwensrelatie op, heeftaandacht voor kindermishandeling en seksuele misbrui-ken1 2 3 4 5

    8. communiceert vlot en overlegt met het schoolteam (omde klasactiviteiten efficint te integreren in het grotere geheel).b.v.: De kleuterleider doorbreekt de eigen klasruimte, over-legt individueel met collegasDe onderwijzer participeert aan het multidisciplinair overleg1 2 3 4 5

    Er zijn 13 mogelijke resultaatgebieden en 16 competenties. Bijelk van hen selecteren we enkele concrete voorbeelden. Diegelden vaak zowel voor kleuterleiders als voor onderwijzers.De scheiding gebeurt hier alleen bij wijze van voorbeeld.

    DE RESULTAATGEBIEDENZowel de kleuterleider in het gewoon basisonderwijs als deonderwijzer in het gewoon lager onderwijs1. plant en bereidt zijn lessen eventueel in overleg met decollegas voor (om op een professionele, didactische enpedagogische verantwoorde wijze te kunnen klashouden, inovereenstemming met het pedagogisch project van deschool, het schoolwerkplan en volgens het leerplan en deontwikkelingsdoelen/eindtermen).Voorbeelden van activiteiten:De kleuterleider maakt een algemeen jaarplan op met ont-wikkelingsdoelstellingen voor onder andere taal-, wiskundi-ge- en muzische ontwikkelingDe onderwijzer bereidt elke les of dagonderdeel concreetvoor en bepaalt de mogelijkheden van differentiatie enevaluatie1 2 3 4 5

    2. zorgt voor een geschikte leeromgeving en een goedeklasorganisatie (om in de best mogelijke omstandighedenkinderen te kunnen opvoeden).b.v.: De kleuterleider zorgt dat elke kleuter bezig is, vermijdtwachttijden, richt vooraf de klas in met aangepast materiaalDe onderwijzer moedigt kinderen aan en waardeert hen, laatze meebeslissen over bepaalde zaken en voorstellen doen,hanteert humor1 2 3 4 5

    3 a. houdt klas (in de lijn met de voorbereiding, maar speeltsoepel in op de reacties van de kleuters).b.v.: De kleuterleider evalueert, remedieert en stuurt onmid-dellijk de activiteiten bij, heeft aandacht voor zorgverbre-ding, heeft oog voor problemen1 2 3 4 5

    3 b. geeft les (realiseert of streeft de beoogde lesdoelen namet maximale kans op slagen).b.v.: De onderwijzer leert kinderen leren, leert ze plannen,hun werk organiseren en een samenvatting maken, laat zezelf toetsen of ze de zaken begrepen hebben1 2 3 4 5

    8 KLASSE NR.92

    Twee jaar geleden kreeg het

    basisonderwijs al elf modellen

    van functiebeschrijvingen. Ba-

    sisscholen kunnen ze vrijwillig

    en geleidelijk uitproberen. Te-

    gen 2002 heeft waarschijnlijk

    elk personeelslid een functie-

    beschrijving op maat. Zo weet

    hij precies wt zijn opdracht in-

    houdt en he hij die moet uit-

    voeren. De taken en vaardighe-

    den uit de modellen zijn alleen

    een verzameling van voorbeel-

    den. Men moet ze niet allemaal

    in zijn zak hebben. Een over-

    zicht van de mogelijkheden voor

    een concrete functiebeschrijving

    in het basisonderwijs.

    BEGIN ERAANBeoordeel even uzelf (of leuker nog:uw collegas) voor resultaatgebie-den en competenties. Zelfevaluatieals kritisch begin.1 = niet2 = weinig3 = min of meer4 = nogal5 = helemaal

    Humorkunnen hanteren

  • 9. onderhoudt goede contacten met de ouders (om het kinden zijn achtergrond te begrijpen).b.v.: De kleuterleider maakt afspraken met ouders die optredenals begeleider van sommige activiteiten (zwemmoeder)De onderwijzer houdt open klasdagen, info-avonden, ouder-contactavonden1 2 3 4 5

    10. onderhoudt goede contacten met externe personen ofinstanties (om informatie uit te wisselen en activiteiten opelkaar af te stemmen).b.v.: De kleuterleider heeft contacten met de buurtwerkingDe onderwijzer van het zesde jaar onderhoudt contacten metde secundaire school1 2 3 4 5

    11. voert administratieve taken uit (om de gegevens overde kleuters/leerlingen up to date te houden).b.v.: De kleuterleider werkt lesvoorbereidingen uit, steltbegeleidingsdossiers opDe onderwijzer houdt evaluatielijsten per leergebied of on-derdeel bij1 2 3 4 5

    12. staat in voor eigen bijscholing (om op de hoogte teblijven van de actualiteit en van de meest recente evolutiesop het vakgebied).b.v.: De kleuterleider neemt vakliteratuur door, wisselt ken-nis en ervaringen uit met collegasDe onderwijzer woont lessen van collegas bij om feedbackte geven en om er zelf van te leren1 2 3 4 5

    13. begeleidt beginnende collegas en/of stagiairs (om bijte dragen tot de praktische vorming van jonge leerkrachten).b.v.: De kleuterleider neemt deel aan de eindbespreking metde pedagoogDe onderwijzer is mentor voor een beginnende collega1 2 3 4 5

    DE COMPETENTIESDe kleuterleider en de onderwijzer zijn vakbekwaam. Inzichthebben in de cognitieve, sociaal-emotionele vaardighedenvan 2,5- tot 6-jarigen is bijvoorbeeld een gedragsindicatorvoor de kleuterleider. Een gedragsindicator voor de onder-wijzer is bijvoorbeeld kunnen omgaan met nieuwe technolo-gien (pc, tekstverwerking, cd-rom, Internet).Daarnaast zijn er persoonlijke bekwaamheden. Zowel dekleuterleider als de onderwijzer1. is kindgericht (vertrekt vanuit de leefwereld van het kind).1 2 3 4 5

    2. heeft geduld (gaat rustig en beheerst om met de kinderenen hun ouders).1 2 3 4 5

    3. heeft observatievermogen (pikt zowel verbale als non-verbale signalen op).1 2 3 4 5

    4. heeft organisatietalent (organiseert planmatig en doel-treffend taken).1 2 3 4 5

    5. werkt samen met anderen (werkt constructief aan eengemeenschappelijk doel).1 2 3 4 5

    6. is relatiebekwaam (gedraagt zich in het contact assertiefen diplomatisch).1 2 3 4 5

    7. is sociaal ingesteld (heeft oog voor sociale, maatschap-pelijke fenomenen).1 2 3 4 5

    8. is vernieuwingsgericht (ontwikkelt nieuwe werkvormenen didactische materialen).1 2 3 4 5

    9. is flexibel (staat open voor andere meningen).De kleuterleider1 2 3 4 5

    10. geeft geborgenheid (geeft de kleuter een gevoel vanveiligheid).1 2 3 4 5

    11. is creatief (verzint nieuwe aanpakken om de aandachtvan de kleuter te prikkelen).1 2 3 4 5

    12. heeft gevoel voor verantwoordelijkheid (waakt preven-tief en daadwerkelijk over de veiligheid en gezondheid van dekinderen).1 2 3 4 5

    13. is enthousiast (zet zich bewust en positief in voor deontwikkeling van de kleuter).1 2 3 4 5

    De onderwijzer:14. gelooft in eigen kunnen (heeft vertrouwen in eigenaanpak, straalt autoriteit uit).1 2 3 4 5

    15. is kritisch ingesteld (stelt eigen methoden en aanpak invraag).1 2 3 4 5

    16. is betrokken (engageert zich ten volle voor zijn beroep envoor het pedagogisch project van de school).1 2 3 4 5

    DE GRIJZE ZONEDe functiebeschrijving zorgt voor beter contact en samenwerking tussen de directeur en het personeel. Zowel positieve alsnegatieve punten in de opdracht komen nu makkelijker naar voren, zegt directeur Louis Van Mulders van de VrijeBasisschool in Wemmel.Een functiebeschrijving is een individuele overeenkomst tussen directie en een lid van een personeelscategorie (zie kader overde elf modellen). Elke functiebeschrijving bestaat uit twee delen. In de resultaatgebieden zitten de taken die een personeelslidtot een goed einde moet brengen (lesgeven, lessen voorbereiden). Elke functie vereist ook persoonlijke bekwaamheden,kwaliteiten en vaardigheden. Competenties dus, zoals pedagogische gedrevenheid.

    Uitzonderlijke omstandighedenIn het basisonderwijs bestaan positieve takenlijsten. De directie kan van een personeelslid eisen alles te doen wat op dietakenlijst staat. Maar er bestaat ook een negatieve takenlijst. De volgende taken kunnen niet in de functiebeschrijvingopgenomen worden: busvervoer organiseren, onderhouds- of herstellingswerken uitvoeren in en van de school, meewerkenaan en bijwonen van godsdienstige, levensbeschouwelijke of sociaal-culturele activiteiten buiten schoolverband, kinderenopvangen tijdens klasvrije namiddagen en vakanties. Slechts uitzonderlijk en op een niet-systematische wijze kunnen devolgende taken opgelegd worden: bijlessen of therapie geven voor en na de schooluren, huisbezoeken afleggen,middagtoezicht houden, busbegeleiding verzekeren, het verkeer regelen op de openbare weg, administratieve en/oforganisatorische taken van de directie of het schoolbestuur vervullen. Toch kan men vrijwillig zulke prestaties leveren. Eris nog een grijze zone. Opdrachten die gebonden zijn aan specifieke schoolsituaties (levensbeschouwing, pedagogischproject) mogen wel in de functiebeschrijving na onderhandeling in het lokale comit. Dit comit bepaalt de begrippenin uitzonderlijke omstandigheden en op niet-systematische wijze.

    DE ELFMODELLEN

    Elke functie op school kan verschil-len. De beschrijvingen worden danook op maat gemaakt. De overheidbiedt elf verschillende modellen aanvoor het basisonderwijs: kleuterlei-der in het gewoon basisonderwijs;kleuterleider in het buitengewoonbasisonderwijs; onderwijzer (met defunctie van klasleraar) in het ge-woon lager onderwijs; onderwijzer(met de functie van klasleraar) inhet buitengewoon lager onderwijs;taakleerkracht; directeur gewoon enbuitengewoon basisonderwijs; ad-ministratief personeel - gewoon enbuitengewoon basisonderwijs; leer-meester godsdienst/zedenleer; leer-meester lichamelijke opvoeding; lo-gopedist/kinesitherapeut; verpleger/kinderverzorger in het buitengewoonbasisonderwijs.

    KLASSE NR.92 9

    Een leraar geeft geborgen-heid.

  • 6. zet zich in voor de school als organisatie (draagt bij totde goede werking en uitstraling van de school en biedt deleerlingen noodzakelijke vormingskansen aan).b.v.: werkt mee aan het schoolwerkplan, is actief in eenwerkgroep of overlegorgaan, vervult een specifieke taak(klasleraar, onthaal, materiaal, promotie, uitwisselingen, schoolkrant,lessenrooster, feesten enz.), houdt toezicht, vervangt afwezi-ge leraars, organiseert reizen en activiteiten1 2 3 4 5

    7. overlegt en werkt samen (zorgt voor een goede commu-nicatie met alle schoolbetrokkenen om hun betrokkenheiden engagement te verhogen).b.v.: met de directie (raadplegen en problemen bespreken),met de collegas (vakgroepen, vakoverschrijdend samen-werken, elkaar helpen, samen ontspannen), met de ouders(zelf contact opnemen, informeren, helpen), met externen(PMS, inspectie, begeleiding, organisatoren, bedrijven)1 2 3 4 5

    8. doet administratieve taken (verstrekt informatie envoldoet aan opgelegde verplichtingen).b.v.: maakt rapporten op, houdt leerlingendossiers bij,bereidt klassenraden voor, noteert aanwezigheden, kijktagendas na, maakt jaar- en dagplan op, maakt verslagen1 2 3 4 5

    9. doet aan nascholing (om op de hoogte te blijven, nieuwemethodes te kunnen toepassen en nieuwe vaardigheden teontwikkelen).b.v.: volgt pedagogische studiedagen, cursussen en stages,leest vakliteratuur, leert omgaan met nieuwe media, bezoektbedrijven en beurzen, woont lessen van collegas bij enwisselt ervaringen uit1 2 3 4 5

    10. begeleidt stagiairs en jonge leraars (om hen te vormenen vlot te laten integreren).b.v.: geeft voorbeeldlessen aan leerkrachten in spe, maaktnieuwe leraars wegwijs, speelt cursussen en informatiedoor, staat jonge leraars met raad en daad bij1 2 3 4 5

    DE COMPETENTIESIn de eerste plaats is de leerkracht vakbekwaam. Hij be-heerst zijn vak en de leerstof, bezit een brede maatschappe-lijke kennis (politiek, cultureel, sociaal en technologisch), isop de hoogte van de eindtermen en kan die vertalen naar zijneigen vak, kan met moderne technologien omgaan, kent deverticale samenhang in zijn vakgebied, spreekt en schrijft

    DE RESULTAATGEBIEDENDe leraar1. plant de lessen en bereidt ze goed voor (om op eenpedagogisch-didactisch verantwoorde manier efficint leste kunnen geven).b.v.: volgt het leerplan, maakt een jaarplan op, kiest of maaktcursussen, zoekt didactisch materiaal, informeert zich, be-paalt doelstellingen, structureert zijn les, differentieert, werkttoetsen en oefeningen uit, stemt inhoud en activiteiten af opzijn collegas1 2 3 4 5

    2. geeft goed les (om leerlingen zelfstandig te leren leren).b.v.: schept een geschikt leef- en leerklimaat (goede afspraken,aangename sfeer, wederzijds respect enz.), brengt de leerstofsoepel aan (vragen, herhalen, verschillende werkvormen enz.),leert de leerlingen leren (schematisch werken, informatieopzoeken, kritisch denken, zelfstandig werken enz.)1 2 3 4 5

    3. begeleidt leerlingen individueel en als groep (om hunpersoonlijke ontplooiing te bevorderen, goede resultaten tebereiken en hen te orinteren bij hun studiekeuze).b.v.: neemt deel aan klassenraden, maakt tijd om naarleerlingen en ouders te luisteren, brengt ernstige problementer sprake in het schoolteam en zoekt mee naar oplossingen,geeft inhaallessen, begeleidt leerlingen die moeilijk leren1 2 3 4 5

    4. evalueert de leerlingen en zichzelf (om de leerlingen tewaarderen, te motiveren en te remediren en om zijn eigenwerkwijze te kunnen bijsturen).b.v.: observeert en evalueert vorderingen, geeft toetsen entaken, bespreekt resultaten, zoekt naar redenen in geval vanonvoldoendes (ook in zijn eigen aanpak), laat examenvragendoor een collega nalezen, vraagt aan de leerlingen wat zijvinden van zijn manier van lesgeven, stuurt planning enaanpak bij1 2 3 4 5

    5. voedt de leerlingen op (brengt elementaire leefregels,sociale vaardigheden, waarden en normen bij om hen tehelpen ontwikkelen tot kritische, weerbare en verantwoor-delijke mensen).b.v.: brengt burgerzin en beleefdheid bij, leert samenwerkenen een eigen mening formuleren, geeft waarden mee, houdtklasgesprekken over hedendaagse problemen als drugs enpesten, geeft zelf het voorbeeld in taal en houding, straftleerlingen op een aangepaste manier, geeft hen inspraak1 2 3 4 5

    10 KLASSE NR.92

    De secundaire scholen kregen

    zopas een rondzendbrief over

    de functiebeschrijvingen en op

    het Internet een catalogus van

    zestien modellen. Die hebben

    allemaal een vergelijkbare struc-

    tuur, maar uiteraard verschilt

    de concrete invulling. Wij maak-

    ten voor u, bij wijze van voor-

    beeld, een samenvatting van

    de functiebeschrijving van een

    leraar algemene vakken in de

    tweede en derde graad secun-

    dair onderwijs.

    Durven afwijken

  • correct Nederlands. Om resultaat te kunnen halen binnen dediverse resultaatgebieden moet hij bovendien beschikkenover een aantal basiscompetenties.De leraar...1. is leerlinggericht (kan zich inleven in de leef- en denkwe-reld van de leerlingen en zijn aanpak daarop afstemmen).b.v.: maakt tijd om naar hen te luisteren, vangt signalen op,kent hun voornamen, is vriendelijk maar durft eisen stellen,geeft toetsen tijdig terug en bespreekt fouten, legt ietsopnieuw uit, geeft schouderklopjes, aanvaardt de leerlingenzoals ze zijn (met talenten en beperkingen), toont interessevoor wat ze doen, houdt rekening met hun mening, isdiscreet, houdt contact1 2 3 4 5

    2. is pedagogisch gedreven (geeft gevarieerd, boeiend envernieuwend les).b.v.: legt de moeilijke dingen op een eenvoudige manier uit,gebruikt afwisselende werkvormen (groepswerk, spel, oe-feningen, projectwerk enz.), differentieert binnen de klas,laat de leerlingen maximaal participeren, legt verband tus-

    sen theorie en praktijk, zorgt voor een creatieve opstellingvan de werkruimte, is dynamisch, zorgt voor humor, rust enevenwicht1 2 3 4 5

    3. heeft psychologisch inzicht (kan gepast reageren).b.v.: reageert niet impulsief, kan conflictsituaties analyse-ren, stelt zich nooit superieur, arrogant of denigrerend op,weet wat kwetst en wat motiveert, kan praten met probleem-leerlingen, weet hoe hij moet reageren tegenover ouders,anticipeert op probleemgedrag (schoolmoeheid enz.)1 2 3 4 5

    4. is sociaalvoelend (toont gemeende interesse en heeftoog voor de brede maatschappij).b.v.: aanvaardt dat anderen anders zijn, staat open voorandere ideen, discrimineert niet, geeft ook de zwakkereneen kans, is attent, stimuleert maatschappelijk engagement,houdt rekening met de verschillende achtergrond van deleerlingen, kan vertrouwen geven, leert leerlingen omgaanmet andere culturen en sociale geledingen1 2 3 4 5

    5. is relatiebekwaam (kan contacten leggen en onderhou-den).b.v.: durft iedereen in de ogen kijken, laat mensen uitspre-ken, blijft kalm en beleefd, staat open voor kritiek, beoordeelthet gedrag in plaats van de persoon, staat open voor vragenvan anderen, voelt aan als er problemen zijn, helpt conflictenoplossen, gaat gemakkelijk een gesprek aan, hanteert eencorrecte taal1 2 3 4 5

    6. is teamgericht (werkt met anderen aan een gemeen-schappelijk doel).b.v.: houdt rekening met het vak van collegas, durft eeneigen standpunt verdedigen maar dringt het niet op, pleegthorizontaal en verticaal overleg, toont respect voor het werkvan al het personeel, wisselt lesvoorbereidingen uit, wil ookleren van anderen, maakt tijd voor anderen, kan een groepstimuleren, gaat sociaal om met collegas (iets gaan drinken,een bezoekje enz.)1 2 3 4 5

    7. is kritisch voor zichzelf (is bereid zichzelf en zijn eigenaanpak in vraag te stellen).b.v.: vraagt raad en feedback, analyseert (studie)resultatenen trekt er ook voor zichzelf conclusies uit, durft toegeven datanderen het soms beter weten, durft zichzelf in vraag stellen,zoekt een klankbord en steun, stelt hoge eisen voor zichzelf,kent eigen sterktes en zwaktes, kan kritiek aanvaarden1 2 3 4 5

    8. is flexibel (houdt rekening met wijzigende omstandighe-den en stemt zijn gedrag erop af).b.v.: pint zich niet vast op vroeger was het beter, kan

    improviseren, durft afwijken van het leerboek, past zijn lesaan, kan ook een beslissing uitvoeren waar hij zelf niethelemaal achter staat, past zich aan aan nieuwe opdrachten,boeken, programmas, regels, klassen, methoden, de men-taliteit van de leerlingen1 2 3 4 5

    9. kan organiseren (kan planmatig en doeltreffend werken).b.v.: heeft een duidelijk doel en tijdschema, geeft duidelijkeopdrachten, maakt afspraken en komt ze na, komt niet telaat, houdt rekening met andere activiteiten en onverwachtesituaties, kan de verhouding tussen inspanning en resultaatgoed inschatten, volgt een duidelijke planning1 2 3 4 5

    10. is positief ingesteld (zet zich op een enthousiaste enpositieve manier in).b.v.: gelooft in de zin van onderwijs en de school, houdt vanzijn beroep, doet meer dan gevraagd wordt, is ook buiten delesuren op school, straalt energie uit, probeert in elke leerlingiets goeds te vinden, zet zich af tegen negativisme, inspireertleerlingen en collegas, verdedigt de school, brengt vernieu-wing, gelooft in de jongeren en de toekomst1 2 3 4 5

    11. is authentiek (blijft zichzelf en is consequent in denkenen handelen).b.v.: legt niets aan de leerlingen op waar hij zelf niet aanvoldoet, zegt in de klas hetzelfde als op de klassenraad,roddelt niet, geeft het voorbeeld, speelt geen rol, is geengesloten boek voor de leerlingen, neemt verantwoordelijk-heid, kan zich verontschuldigen1 2 3 4 5

    DE ZESTIENMODELLEN

    Directie; kader; cordinator; leraar1e graad algemene vakken; leraar2e,3e en 4e graad algemene vakken;leraar 1e lj. B / BVJ (beroepsvoorbe-reidend jaar) algemene vakken /BSO PAV (project algemene vak-ken); leraar technische en prakti-sche vakken (4 graden); leraar tech-nische en praktische vakken DBSO(deeltijds beroepssecundair onder-wijs); leraar beroepsgerichte vorming(OV2 - OV3 gemengd); leraar ASV(algemene sociale vorming) buiten-gewoon onderwijs (OV1 - OV2);leraar ASV buitengewoon onder-wijs (OV3) en leraar OV4 (zie ookgewoon SO); leraar godsdienst zedenleer; leraar muziek, esthetica,plastische opvoeding, lichamelijkeopvoeding; technisch adviseur / tech-nisch adviseur-cordinator; parame-disch personeel (verpleger / kinder-verzorger); paramedisch personeel

    (logopedist / kinesitherapeut).

    D I S C U S S I EWanneer worden de functiebeschrijvingen ingevoerd? In de rubriek Journaal (p. 12-13) vindt u devoorgestelde planning. De functiebeschrijvingen bieden stof tot discussie. De vakbonden kwamen al aan het woord in Klasse70 (p. 9). Klasse vroeg nu ook (kort en bondig) de mening van de Argo en de drie koepels van inrichtendemachten. U vindt hun reactie op p. 42. U kan ook zelf reageren. Er is een forum op Internet (www.klasse.be) en uw brieven zijn welkom voorde rubriek Dialoog. In de vorige Klasse voor Jongeren (20 januari) en de volgende Klasse voor Ouders (15 februari) lichtenwe de functiebeschrijvingen ook toe voor leerlingen en ouders. Misschien de eerste aanzet voor een opengesprek? Het artikel in Klasse voor Jongeren kan u eventueel ook gebruiken om u zelf te laten

    beoordelen door uw leerlingen. Waarom niet?

    KLASSE NR.92 11

    van het leerboek

  • n STUDIETOELAGEN

    Keurig uitbetaaldVoor het school- en academie-jaar 1998-1999 betaalde deVlaamse Gemeenschap ruim1,13 miljard frank uit voor66.198 studietoelagen in hethoger en secundair onderwijssamen. Alle scholieren of stu-denten die recht hebben opeen studietoelage en van wiehet dossier volledig was, kre-gen hun uitbetaling.In het hoger onderwijs zijn17.420 studietoelagen uitbetaald(1524 meer dan in 1997-1998)voor een totaal bedrag van 832miljoen frank (132 miljoen meerdan vorig schooljaar). De gemid-delde toelage in het hoger on-derwijs bedraagt in 1998 47.758frank. In het vorig academie-jaar was dat 3730 frank min-der. Het aantal aanvragen(47.544) was in 1998 ongeveergelijk aan dat in 1997 (47.865).Er zijn nog 17.800 dossiers inberaad tegenover 19.500 in1997. Het gaat om dossiers dierechthebbenden indienen, maarwaarvoor de administratie bij-komende gegevens moet opvra-gen. Maar steeds meer dossierskomen volledig binnen, dank-zij de voorlichting over de stu-dietoelagen. De administratie be-taalt sneller uit, omdat de afde-ling studietoelagen van het de-partement Onderwijs een sys-teem van overuren toepast tus-sen 31 oktober en 31 decem-ber. De personeelsleden van dezeafdeling moeten in deze perio-de minstens zeven overuren perweek presteren en mogen maxi-mum twee dagen vakantie permaand nemen.Voor het secundair onderwijsis ruim 81 procent van de dos-siers van de 120.000 aanvra-gen behandeld. Er is 302 mil-joen frank uitbetaald en de ge-middelde toelage bedraagt er6194 frank. Of 78 frank meerdan vorig schooljaar. De af-handeling gaat hier wat tra-ger omdat eerst de provincia-le diensten hun werk terzakemoeten afronden.

    n LAAKBARE PRAKTIJKEN

    Nog geen sanctieDe Commissie laakbare praktijken voor het basisonderwijs ontvingin een jaar tijd (cijfers tot eind september 1998) 12 klachten en25 vragen. Deze commissie werd eind vorig jaar opgericht. Onderlaakbare praktijken worden verstaan: oneerlijke concurrentietussen scholen; politieke propaganda; activiteiten die ontoe-laatbare concurrentie inhouden tegenover handelaars. Dat zijnbijvoorbeeld verkooppraktijken die er niet op gericht zijn uni-formiteit in pedagogisch-didactisch handelen tot stand te brengenen producten en diensten aanbieden die niet in rechtstreeksverband staan met het schoolleven en niet in het belang zijnvan de onderwijsopdracht. De commissie behandelt ook vra-gen en klachten over de kosteloze toegang en praktijken instrijd met de regelgeving op de sociale voordelen. Over de laak-bare praktijken kwamen zes klachten binnen, over de kostelozetoegang twee en over de sociale voordelen vier. Hieruit vloeidentwaalf adviezen voort. Maar er viel nog geen enkele sanctie. Deregels over de openbaarheid van bestuur zijn van toepassing opde klachtendossiers, zodra een eindbeslissing is genomen.

    n INTERNET

    Tegen eenbetaalbare prijsAlle Vlaamse lagere en secun-daire scholen, maar ook hetdeeltijds kunstonderwijs, decentra voor basiseducatie ende instellingen voor socialepromotie krijgen tegen 20.000frank (+ BTW) per jaar onbe-perkt toegang tot Internet. DeVlaamse regering en Belga-com hebben een overeen-komst afgesloten om de surf-kosten in de scholen tot eenminimum te beperken. Dit ak-koord past in het beheerscon-tract dat de telefoonmaat-schappij afsloot met de fede-rale overheid. Het zegt datBelgacom de nodige lijnenmoet leveren om scholen,openbare bibliotheken enziekenhuizen tegen betaalba-re prijzen toegang te geventot het net. De scholen moe-ten wel zelf hun Internetpro-vider kiezen en betalen. Intotaal kunnen 2383 scholengebruik maken van deze nieu-we mogelijkheid. Tot 31 de-cember 1999 kunnen ze eenaanvraag indienen. Maxi-mum 24 maanden genietenze van de gunstvoorwaarden.

    Scholen tegen gunstvoorwaar-den op het net: bel het groenenummer van Belgacom 0800-91126.

    HOGESCHOOLONDERWIJSIN N CYCLUS

    HOGESCHOOLONDERWIJSIN TWEE CYCLI

    UNIVERSITAIRONDERWIJS

    vrouwelijk mannelijk

    59 %

    41 %

    52 %

    48 %40 %

    60 %

    12 KLASSE NR.92

    n HOGER ONDERWIJS

    Steeds meer studentenIn het academiejaar 1998-1999 studeren in het hoger onder-wijs (hogescholen en universiteiten) globaal 154.939 studen-ten. Dit is het resultaat van de beperkte statistische telling van30 oktober 1998. Deze telling is een momentopname. De aan-tallen kunnen nog lichtjes schommelen, omdat studenten zichkunnen inschrijven tot in februari. In vergelijking met de vorigespoedtelling stijgt de totale studentenpopulatie met 2.383 of1,5 procent. Het aantal vrouwelijke studenten bedraagt 53procent van het totaal aantal studenten hoger onderwijs.De studiegebieden handelswetenschappen en bedrijfskundeen onderwijs van het hogeschoolonderwijs hebben de grootsteaangroei, respectievelijk met 1415 en 332 studenten meer. On-derwijs telt trouwens 15 procent (14.572) van de hogeschool-studenten. Handelswetenschappen en bedrijfskunde ligt aande kop met 33 procent (32.555), gevolgd door industrile we-tenschappen en technologie met 18 procent (17.636). Het stu-diegebied gezondheidszorg is goed voor bijna 12 procent (11.221).In het universitair onderwijs blijft het studiegebied rechten,notariaat en criminologische wetenschappen het grootste aan-tal studenten tellen met 15 procent (8411). Op de tweede plaatsstaat economische en toegepaste economische wetenschappenmet 12 procent (6913), gevolgd door psychologische en peda-gogische wetenschappen met 9,5 procent (5460) en wetenschap-pen met 9 procent (5194). Op de vijfde plaats staat nog altijd deopleiding geneeskunde met 8,5 procent (4806 studenten).De belangrijkste verschuiving is te merken in geneeskundeen tandheelkunde, waar sinds 1997-1998 een toelatingsexa-men werd ingevoerd. Dit academiejaar bestaat het examenvoor de eerste maal uit twee gedeelten: informatieverwervingen -verwerking en kennis en inzicht in de wetenschappen.Dat heeft gevolgen. Het aantal generatiestudenten (studentendie zich voor de eerste keer inschrijven in een eerste jaar vaneen universitaire opleiding) geneeskunde daalt dit academiejaarmet 46 procent tot 381 studenten. Voor tandheelkunde is ereen daling met 63 procent tot 26 studenten (zie ook artikelover het hogeschoolonderwijs p. 34-35).

    53 procent van de studenten hoger onderwijs zijn vrouwen.(BST- Beperkte statistische telling van de studenten in het hoger

    onderwijs op 30 oktober 1998 - departement Onderwijs)

    Voor het schooljaar1998-1999 betaaldehet departementOnderwijs al voormeer dan 1 miljardfrank uit aan stu-dietoelagen.

  • KLASSE NR.92 13

    Niets gemist?n Georges Monard, de se-

    cretaris-generaal van hetdepartement Onderwijs,

    gebruikt als eerste hogerambtenaar de sabbat-regeling,ingesteld door de Vlaamseregering voor haar personeel.Hij wil zich herbronnen en eenbad nemen in de schoolprak-tijk. Daarnaast heeft hij een stu-dieonderwerp: de afstand tus-sen het beleid en de uitvoe-ring ervan in de praktijk. Zijnleersabbat loopt van Pasen tothet einde van het schooljaar.Veel scholen nodigden hem aluit voor een luisterstage.n Vlaams onderwijsministerEddy Baldewijns laat een actie-plan opstellen tegen het ge-weld op school. Maar volgenshem kan de school niet allesalleen oplossen. Ze moet ookkunnen steunen op ouders,welzijns- en gezondheidssec-tor, jeugdverenigingen, sport-clubs, straathoekwerkers,OCMWs, sociaal werkers, bij-zondere jeugdzorg en politie.De minister ziet geen heil inrepressie als enig antwoord.n Het onderwijs zou overschoolmaatschappelijke wer-kers moeten beschikken. Daar-voor pleit Vlaams volksverte-genwoordiger Kris Van Dijck(VU), omdat scholen behoeftehebben aan meer sociale bege-leiding. Volgens hem plaatsende maatschappelijke evolutiesde scholen voor een nooit ge-ziene verantwoordelijkheid.n In het gemengd basisonder-wijs zitten meer jongens metleerachterstand dan in niet-gemengde jongensscholen.Dat leert een bevraging doorde Vakgroep Sociologie van deRUG. In scholen waar ookmeisjes zitten, heeft meer dan14 procent van de jongens eenachterstand van een of meerjaren. In niet gemengde scho-len is dat slechts 10 procent.n Het vierdegraads beroepson-derwijs in de verpleegkunde,vroeger bekend als niveau A2,kan op de steun rekenen vande onderwijsminister. Er is na-melijk onrust in de opleidin-gen verpleegkunde. Alleen eenhogeschoolopleiding van driejaar zou voor de toekomstigeverpleegkundigen genoeg kwa-liteitsgaranties bieden. Noch-tans gaan stemmen op om devierdegraadsopleiding van hetBSO te behouden. 4000 Vlaam-se studenten volgen nu dezehervormde opleiding. Dewerkgelegenheid van de af-gestudeerden is bijna gega-

    randeerd wegens de prak-tijkgerichte opleiding.

    n FUNCTIEBESCHRIJVINGEN

    Het planHoe en wanneer worden defunctiebeschrijvingen (ZieVizier p. 4-11) ingevoerd?In het basisonderwijs kunnende scholen ze weliswaar alvrijwillig toepassen, maar overde veralgemeende invoeringervan ondertekenden de be-trokken partijen nog geenovereenkomst. Het luik eva-luatie ligt moeilijk bij ondermeer de vakbonden. Streefda-tum voor de definitieve invoe-ring van een evaluatiesysteemblijft evenwel 2006. De mo-dellen van functiebeschrijvin-gen van elf personeelscatego-rien in het basisonderwijswerden gepubliceerd in hetStaatsblad en kwamen in deschool via de blauwe produc-ten als bijlage van het Besluitvan de Vlaamse regering van17 juni 1997.In het secundair onderwijskunnen de eerste scholen metde functiebeschrijvingen be-ginnen vanaf 1 september 99.Scholen waar al een open com-municatiecultuur bestaat,zullen er sneller klaar voor zijndan andere. De (vrij om-vangrijke) catalogus met mo-dellen voor functiebeschrij-vingen is van het Internet teplukken op de website van hetdepartement Onderwijs:www.ond.vlaanderen.be onderde rubriek secundair onderwijs.Wie niet kan downloaden, kanze op diskette verkrijgen. Zoworden de modellen voor zes-tien personeelscategorien aanalle scholen terbeschikking ge-steld. Vanaf sep-tember 2004moeten in prin-cipe alle secun-daire scholen defunctiebeschrij-vingen toepas-sen. De evalua-tie veralgeme-nen volgt in het schooljaar2005-2006. De onderhande-lingen hierover met de vak-bonden zijn in het secundaironderwijs al grotendeels ge-voerd. Een vastbenoemd per-soneelslid krijgt ontslag na tweeopeenvolgende definitieveevaluaties met eindconclusieonvoldoende in zijn loopbaanbinnen dezelfde inrichtendemacht. Beroep is mogelijk,maar de beroepsproceduredaarvoor is nog niet rond.

    n DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS

    67.000 leerlingen volgen muziekschoolDe meeste leerlingen, zon 40.000, beginnen met de muziek-school in het lager onderwijs. In het secundair zijn er zon 16.000jongeren ingeschreven en bij de +18-jarigen nog eens 11.000.Officieel volgen ze allemaal na hun gewone les- of dagtaak lesin het deeltijds kunstonderwijs. Daar kan je naast muziek (67.000leerlingen), woordkunst (18.000 leerlingen) en dans (4000 leer-lingen) ook nog beeldende kunsten volgen. Dat laatste is dejongste jaren erg populair geworden. 46.000 leerlingen vol-gen nu die richting.Zeven jaar geleden was dat nog maar 39.000. Het aantal leerlin-gen muziek en woordkunst is al die tijd nagenoeg gelijk geble-ven. Dans verliest leerlingen (zon 30 % in zeven jaar tijd). Intotaal gaat het deeltijds kunstonderwijs de jongste jaren ge-staag vooruit: van 128.000 in 1994 tot 135.000 in 1998.Er volgen veel meer vrouwen dan mannen deeltijds kunston-derwijs: muziek 62 procent, beeldende kunst 65 procent,woordkunst 72 procent en dans 98 procent.

    n ONDERWIJS VOOR SOCIALE PROMOTIE

    Naar een moderne avondschoolWie de school verliet zonder getuigschrift of diploma kan ditweldra alsnog behalen in het Onderwijs voor Sociale Promotie(OSP). Dit is n van de vernieuwingen die het ontwerp vandecreet op de aanpassing van het OSP, ook bekend als avondon-derwijs, omvat. Meer dan 132.000 personen volgen nu OSP opsecundair niveau in 180 instellingen. Op niveau hoger onder-wijs zijn er dat meer dan 14.000 in 69 instellingen. Het OSPomvat zowel kook- en naaicursussen en plastische vorming alstaalonderricht en cursussen die een tweede kans geven op eenvolledige secundaire onderwijsopleiding. Tegenwoordig kun-nen jongeren zonder een afgewerkte secundaire opleiding al-leen via de centrale examencommissie een diploma behalen.Het vernieuwd secundair niveau van het OSP sluit beter aanop het aanbod van het voltijds secundair onderwijs. Een dui-delijk gestructureerd aanbod moet individuen en werkgeversmakkelijker wegwijs maken in de studiegetuigschriften.Nieuw is ook het veralgemeend en gemoderniseerd onderwijsin modules. Met dit systeem kunnen cursisten een korte, speci-fieke opleiding volgen. Deze korte opleidingen (modules van40 tot 240 uren) beantwoorden aan de behoeften van de ar-beidsmarkt. In dit modulair systeem zullen jongeren van hetberoepsonderwijs, waar de modularisering ook zal worden in-gevoerd, aanvullende modules kunnen afleggen om ze te kapi-

    taliseren tot een volwaardig diploma.Instellingen voor OSP kunnenvoortaan geleidelijk gebruik maken vanafstandsonderwijs. Volwassenen kun-nen dan zelfstandig en onafhankelijkvan tijd en plaats studeren (zie ookartikel over de avondschool p. 36-37).

    n DIRECTIES

    Waar zijn we mee bezig?Vorig schooljaar gaf in Nederland een honderdtal directeurs er debrui aan omdat hun takenpakket te zwaar werd. Bij ons bestu-deerde professor Paul Mahieu (Universitaire Faculteiten Sint-Ig-natius - Antwerpen) het veranderende takenpakket van school-directeurs. In de jaren vijftig bewaakten directeurs als ideologende visie van de school. Tien jaar later, toen het onderwijs aanzien-lijk uitbreidde, werden ze bureaucraten. In de jaren zeventig kwamde democratische inspraak op de voorgrond. In de jaren tachtigwerd rationaliseren de boodschap. Directeurs werden professio-nele managers. Nu overheerst de cultivering. Directeurs reflecte-ren over de zaken waar hun school maatschappelijk mee bezig is.

    Straks kan men via de avondschoolnog een diploma algemeen, technischof beroepssecundair behalen.

  • 14 KLASSE NR.92

    Louter kennis overbren-gen voldoet blijkbaar nietmeer. Van een leerkrachtwordt veel meer verlangd,zoals sociale en commu-

    nicatieve vaardigheden bij-brengen en attitudes vor-men. Daar zijn wij nietvoor opgeleid, zeggensommigen dan. De beroeps-profielen kunnen daarinverandering brengen.

    Als leerkracht moet je duidelijk weten wat menallemaal van je verwacht. Deze vereisten legde deoverheid nu vast in beroepsprofielen. Dat zijnomschrijvingen van de kennis, vaardigheden enattitudes van de ervaren leraar bij zijn beroepsuit-oefening. Er is een component met gemeen-schappelijke beroepsvereisten voor alle leraarsty-pes en een met de specifieke beroepsvereistenvoor elk leraarstype. Maar niet elke leraar is met-

    een ervaren. Daarom omschrijven debasiscompetenties de kennis, vaardig-

    heden en attitudes waarover iedere afgestudeerdemoet beschikken om op een volwaardige manierals beginnende leraar te kunnen fungeren.

    Vier leraarstypesBeroepsprofielen en basiscompetenties Daar-

    naast bestaan er ook nog functiebeschrijvingen,zoals u in het Vizier (p. 4-11) van deze Klasse kanlezen. Krijgt de leraar nu twee portretten? Defunctiebeschrijvingen en beroepsprofielen/basis-competenties legden elk een andere weg af.

    De functiebeschrijvingen zijn een neerslag vanwat het human resources bureau Hay filterde uitmeer dan duizend gesprekken met mensen van deonderwijswerkvloer. Leraars hadden er dus meerdan hun zeg in. In het basisonderwijs kwamen elfmodellen van functiebeschrijvingen tot stand enzestien in het secundair. Op basis van deze model-len en na onderhandelen, formuleren de functie-beschrijvingen vrij gedetailleerd wat een indivi-duele leerkracht in een individuele school moetdoen. Dat hangt af van het pedagogisch project,zijn ervaring, zijn interesse

    De beroepsprofielen daarentegen vertrekkenvan wat de brede maatschappij en het bedrijfslevenvan een leraar verwachten. Ze steunen op weten-schappelijk werk en op internationale vergelijkin-gen. De taken die daaruit voortvloeien zijn in eensamenhangende visie op onderwijs ingebed. Ty-pisch is ook dat ze vertrekken van vaardigheden ende daaraan gekoppelde kennis vermelden. De Dienstvoor Onderwijsontwikkeling (DVO) maakte een voorstelvoor een beroepsprofiel voor elk leraarstype: deleraar kleuteronderwijs, de leraar lager onderwijs,de leraar secundair onderwijs groep 1 (regent) ende leraar secundair onderwijs groep 2 (licentiaat).De Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) gaf hieroveradvies aan de Vlaamse regering.

    IdeaalbeeldDe functiebeschrijvingen van Hay en de be-

    roepsprofielen/basiscompetenties van de DVO stem-men op veel punten overeen. Nochtans weerspie-gelen de beroepsprofielen veeleer het ideaalbeelddat de overheid, als vertegenwoordiger van de

    maatschappij, heeft over de manier waarop ervarenleraars functioneren. Om in het beroep te stappenheeft een beginnende leraar basiscompetenties no-dig. Door middel van verdere professionalisering,nascholing, begeleiding, zelfstudie, kortom perma-nente vorming, zal de beginnende leraar door-groeien naar wat zijn beroepsprofiel van hem eist.De departementen lerarenopleidingen gebruikennu de basiscompetenties om er hun opleidingspro-gramma op af te stemmen. De basiscompetentieszullen ook dienen om de lerarenopleiding door telichten (visitatie). Beroepsprofielen helpen de in-spectie om scholen door te lichten. Functiebe-schrijvingen daarentegen zijn een instrument voor

    de lokale school om taken van iedere individueleleraar op te stellen en op te volgen.

    Tien typefunctiesHet beroepsprofiel en de basiscompetenties

    omvatten drie clusters van verantwoordelijkhe-den van de leraar. Deze omvatten op hun beurtfunctionele gehelen: tien typefuncties. Hierin staanverscheidene vaardigheden verwoord, met eenomschrijving van de vereiste kennis. Een tientalberoepshoudingen, zoals leergierigheid en flexi-biliteit (attitudes), ondersteunt de vaardigheden.A. De leraar is verantwoordelijk voor de lerende als:1. begeleider van leer- en ontwikkelingsproces-sen (in het gemeenschappelijk beroepsprofiel ende gemeenschappelijke basiscompetenties houdtdit in dat hij de vaardigheid moet hebben ombijvoorbeeld de beginsituatie van de leerlingen ende groep te achterhalen);2. opvoeder (b.v. een positief leefklimaat creren);3. inhoudelijk expert (b.v. in het onderwijsaan-bod horizontale en verticale verbanden leggen);4. organisator (b.v. de administratieve taken cor-rect uitvoeren);5. innovator / onderzoeker (b.v. kennisnemenvan de resultaten van onderwijsonderzoek).B. De leraar is verantwoordelijk voor de school /de onderwijsgemeenschap als:6. partner van de ouders / verzorgers (b.v. inoverleg met het team de ouders informeren overen betrekken bij het klas- en schoolgebeuren);7. lid van een schoolteam (b.v. de eigen pedagogi-sche en didactische opdracht en aanpak in team-verband bespreekbaar maken);8. partner van externen (b.v. contacten leggen,communiceren en samenwerken met jongeren-adviescentra, gemeentelijke jeugdinitiatieven enz.);9. lid van de onderwijsgemeenschap (b.v. deel-nemen aan het maatschappelijk debat over onder-wijskundige themas).C. De leraar is verantwoordelijk voor de maat-schappij als:10. cultuurparticipant (b.v. belangrijke informa-tie identificeren in bijvoorbeeld het sociaal-poli-tiek domein). n- Alle departementen lerarenopleiding ontvingen meerdereexemplaren van de Beroepsprofielen en basiscompetentiesvan de leraren.- Genteresseerden kunnen een exemplaar kopen bij het departe-ment Onderwijs - Afdeling Informatie en Documentatie (AID) -Cel Publicaties - E. Jacqmainlaan 165 - 1210 Brussel - tel 02-55366 53 - fax 02-553 66 54 - [email protected] een exemplaar toegestuurd wil krijgen, schrijft eerst 215 fr.over op rekeningnummer 091-2203006-68 - MNST VlaamseGemeenschap - OND-verkoop publicaties - 1000 Brussel -referentienummer 209.1.

    B E R O E P S P R O F I E L E N

    NieuweNieuwe leraars in de maak

  • Bron van alle levenWaar komt het leidingwater vandaan? Hoe ziet een watertorener vanbinnen uit? Wat zit er in het water dat u dagelijks door dekranen ziet lopen? Even stilstaan bij de bron van alle leven ende vragen borrelen op. Ook bij leerlingen. Of onze watervoor-raad eindig is, wat de kwaliteit van regenwater is, welke virus-sen en bacterin erin gedijen, of je veilig van de kraan magdrinken, wat water kost Op zondag 21 maart liggen de ant-woorden voor het grijpen. Dan is het Wereldwaterdag. Over dehele aardbol wordt de aandacht van het publiek gevestigd ophet belang van water. In Vlaanderen laten twaalf watertorens,distributiecentra en waterzuiveringsstations u een kijkje nemenachter de waterschermen. Het hele gezin mag meekijken. Voorleerkrachten liggen speciale infopakketten klaar. Bent u klaarvoor een tocht door de waterleiding?

  • a = algemeen, b = basisonderwijs, s = secundair en hoger onderwijs16 KLASSE NR.92

    Provincie Maatschappij

    AntwerpenAntwerpenAntwerpenAntwerpenAntwerpen AWW

    PIDPA

    Oost-VlaanderenOost-VlaanderenOost-VlaanderenOost-VlaanderenOost-Vlaanderen TMVW

    VMW

    IMWV

    West-VlaanderenWest-VlaanderenWest-VlaanderenWest-VlaanderenWest-Vlaanderen IWVA

    VMW

    Vlaams-BrabantVlaams-BrabantVlaams-BrabantVlaams-BrabantVlaams-Brabant TMVW

    VMW

    LimburgLimburgLimburgLimburgLimburg AQUAFIN

    IWM

    VMW

    NamenNamenNamenNamenNamen BIWM

    Adres / plaats

    Mechelsesteenweg 64 - Antwerpen

    Heist op den Berg

    Omleidingsweg - Lebbeke

    Waterproductiecentrum Kluizen -Nieuweweg 1 - Ertvelde/Evergem

    Gentweg 18 - Evergem

    Bezoekerscentrum De Doornpanne -Doornpanne 1 - Oostduinkerke

    Waterproductiecentrum De Gavers -Beneluxlaan 100 - Stasegem -Harelbeke

    Huinegem 47 - Asse

    Waterproductiecentrum Het Rot - Kaaikant -Nieuwrode/Holsbeek

    Waterzuiveringsstation Houthalen-Centrum -industriepark-Centrum Zuid - Houthalen.

    Watertoren - Grumstraat - Landen

    Waterproductiecentrum Nieuwerkerken -Raasbeekstraat -Binderveld/Nieuwerkerken.

    Oude pyrietmijn van Saint-Marc Vedrin(5 km ten noorden van Namen)

    Programma en timing

    10-17 uur: Kennismaking met de verschillende aspecten van waterdistributie, met denadruk op comfort en dienstverlening. U krijgt ook een ticket waarmee u die dag eenrondvaart op de Schelde kan maken. Daar vinden demonstraties plaats overdrinkwaterbevoorrading aan schepen en olie-afskimming door het afvalschipPoseidon. Pendelbussen rijden u heen en terug.

    10-18 uur: Geleide bezoeken en animatieproramma in de watertoren.

    10-12 en 13-16 uur: Bezoek aan de watertoren, tot boven in de kuip, met toelichtingover het verloop van de waterdistributie.

    10-16 uur: Animatieprogramma en bezoek aan de oppervlaktewaterwinning- enbehandelingsinstallaties. In de infomap voor leerkrachten vindt u o.a. uitleg over deuitleendienst van tentoonstellingsmateriaal.

    10-17 uur: Rondleiding en technische informatie in de dispatching van Evergem,waar de waterdistributie wordt georganiseerd. Met demonstratie van de aansluit-bocht, een nieuwe techniek voor watervoorziening in woningen. Voer voor technici.

    10-17 uur:: Geleide bezoeken aan het waterbedrijf en aan de watertoren vanOostduinkerke. Welke cyclus het water doorloopt, leert u uit een tentoonstelling. Hierook een proefproject rond waterzuivering in de duinen.

    10-16 uur: Animatieprogramma in combinatie met de Vlaanderendag.

    10-12 en 13-16 uur: Vrij bezoek aan de gewestelijke exploitatiedienst van Asse meto.a. de werking van de dienst Studie en Controle en van het Geografisch InformatieSysteem (GIS). Vooral interessant voor leerkrachten aardrijkskunde.

    10-16 uur: Animatieprogramma in combinatie met de Vlaanderendag.

    11-17 uur: Animatieprogramma rond het thema Red Neptunus. Werking van hetwaterzuiveringsstation.

    10-17 uur: Geleide bezoeken aan de watertoren.

    10-16 uur: Animatieprogramma in combinatie met de Vlaanderendag.

    9.30-17 uur: Geleide bezoeken aan de oude pyrietmijn van Vedrin.Daar wordt met pompen die 130 meter onder de grond zitten water opgevangen,waarna het wordt gezuiverd en opgestuwd.Met rondleidingen in het Nederlands.

    Water met Klasse AWij verbruiken gemiddeld 120 liter leidingwater per dag per persoon. Slechts vijfliter zit in eten en drinken. 21 liter stroomt in het bad, 17 liter passeert langs de

    douchekraan en 16 liter draait rondjes in de wasmachine. Maar hetrecord is voor de riool. Per dag jagen we vier volle emmers water,samen 43 liter, door het toilet. Onderzoekers zeggen dat we waterverspillen. Vroeg of laat krijgen we problemen met drinkwatervoor-ziening, klinkt het pessimistisch. Uit statistieken blijkt dat we vooralthuis en op school zuiniger kunnen omspringen met water. Meer dande helft van het leidingwater (56 %) verbruiken we namelijk daar. Enwaar blijven we dat water halen? Amper 20 procent van ons opper-vlaktewater voldoet aan de basiskwaliteitsnorm. Zonder waterzuive-ringsstations zouden we op droog zaad zitten. Al verbetert de situatiestilaan. In 1990 was de kwaliteit van 20 procent van ons oppervlak-tewater uiterst slecht, in 1994 was dat nog 5 procent. Volgend jaar

    zal ruim 60 procent van van onze bevolking op een zuiveringsinstallatie aangeslo-ten zijn. We hoeven vooralsnog niet te vrezen dat we binnenkort soep zullenmoeten koken met flessenwater. Ons leidingwater is drinkbaar. Maar dat we hetzomaar uit de kraan kunnen tappen, is verre van evident. Kennen u en uw leerlin-gen de weg die water aflegt? Tijd voor een verkenning.Op zondag 21 maart kunnen alle Vlaamse leerkrachtenOp zondag 21 maart kunnen alle Vlaamse leerkrachtenOp zondag 21 maart kunnen alle Vlaamse leerkrachtenOp zondag 21 maart kunnen alle Vlaamse leerkrachtenOp zondag 21 maart kunnen alle Vlaamse leerkrachtenmet hun gezin kennismaken met watertorens, distributie-met hun gezin kennismaken met watertorens, distributie-met hun gezin kennismaken met watertorens, distributie-met hun gezin kennismaken met watertorens, distributie-met hun gezin kennismaken met watertorens, distributie-en productiecentra en waterzuiveringsstations in heelen productiecentra en waterzuiveringsstations in heelen productiecentra en waterzuiveringsstations in heelen productiecentra en waterzuiveringsstations in heelen productiecentra en waterzuiveringsstations in heelVlaanderen. Speciaal voor leerkrachten liggen informa-Vlaanderen. Speciaal voor leerkrachten liggen informa-Vlaanderen. Speciaal voor leerkrachten liggen informa-Vlaanderen. Speciaal voor leerkrachten liggen informa-Vlaanderen. Speciaal voor leerkrachten liggen informa-tiemappen klaar. Op de meeste plaatsen krijgt u eentiemappen klaar. Op de meeste plaatsen krijgt u eentiemappen klaar. Op de meeste plaatsen krijgt u eentiemappen klaar. Op de meeste plaatsen krijgt u eentiemappen klaar. Op de meeste plaatsen krijgt u eenrondleiding. Er zijn tentoonstellingen, technische demon-rondleiding. Er zijn tentoonstellingen, technische demon-rondleiding. Er zijn tentoonstellingen, technische demon-rondleiding. Er zijn tentoonstellingen, technische demon-rondleiding. Er zijn tentoonstellingen, technische demon-straties en animatie. Ook een Scheldetocht zit in het menu.straties en animatie. Ook een Scheldetocht zit in het menu.straties en animatie. Ook een Scheldetocht zit in het menu.straties en animatie. Ook een Scheldetocht zit in het menu.straties en animatie. Ook een Scheldetocht zit in het menu.Om deel te nemen aan deze actie hoeft u gn bon op teOm deel te nemen aan deze actie hoeft u gn bon op teOm deel te nemen aan deze actie hoeft u gn bon op teOm deel te nemen aan deze actie hoeft u gn bon op teOm deel te nemen aan deze actie hoeft u gn bon op testuren. U wandelt , f ietst , r i jdt of spoort naar desturen. U wandelt , f ietst , r i jdt of spoort naar desturen. U wandelt , f ietst , r i jdt of spoort naar desturen. U wandelt , f ietst , r i jdt of spoort naar desturen. U wandelt , f ietst , r i jdt of spoort naar debestemming(en) van uw keuze. Om recht te hebben op uwbestemming(en) van uw keuze. Om recht te hebben op uwbestemming(en) van uw keuze. Om recht te hebben op uwbestemming(en) van uw keuze. Om recht te hebben op uwbestemming(en) van uw keuze. Om recht te hebben op uw

    informatiepakket toont u ter plaatse dit aan uinformatiepakket toont u ter plaatse dit aan uinformatiepakket toont u ter plaatse dit aan uinformatiepakket toont u ter plaatse dit aan uinformatiepakket toont u ter plaatse dit aan ugerichte exemplaar van Klasse. Vraag ook naargerichte exemplaar van Klasse. Vraag ook naargerichte exemplaar van Klasse. Vraag ook naargerichte exemplaar van Klasse. Vraag ook naargerichte exemplaar van Klasse. Vraag ook naarhet gratis het gratis het gratis het gratis het gratis BlauwboekBlauwboekBlauwboekBlauwboekBlauwboek, dat u in meer dan 50 vra-, dat u in meer dan 50 vra-, dat u in meer dan 50 vra-, dat u in meer dan 50 vra-, dat u in meer dan 50 vra-gen alle geheimen van drinkwater doet doorslik-gen alle geheimen van drinkwater doet doorslik-gen alle geheimen van drinkwater doet doorslik-gen alle geheimen van drinkwater doet doorslik-gen alle geheimen van drinkwater doet doorslik-ken.ken.ken.ken.ken.De Wereldwaterdag is een actie voor het grote pu-bliek. Vorig jaar lokte ze over heel Belgi tienduizendbezoekers. Er is dus nog veel ruimte over voor u en uwgezin. Hieronder vindt u een overzicht van de Vlaamse bedrijven die hun deurenopenstellen. Haal er een kaart van Vlaanderen bij en maak uw keuze.In ons land cordineert Belgaqua de Wereldwaterdag. Dat is de Belgische be-roepsfederatie voor de watersector. Ze overkoepelt bedrijven voor de productie,distributie en zuivering van water. Een van de doelstellingen van de federatie is u,de gebruiker, zo goed mogelijk informeren over de productie, kwaliteit, controle endistributie van drinkwater. Wie daarover vragen heeft, kan te allen tijde terecht ophet gratis telefoonnummer 0800-14614. Belgaqua publiceerde ook het Blauw-Blauw-Blauw-Blauw-Blauw-boekboekboekboekboek, dat u tijdens de Wereldwaterdag gratis wordt aangeboden. Daarin meer dan50 vragen en antwoorden over drinkwater: algemene vragen over de herkomst,productie en kwaliteit van het water, maar ook praktische vragen over de bescher-

    ming van uw waterleiding tegen vorst, over chloor en anderestoffen in water, over drinkbaarheid en kalkaanslag. Met af-sluitend besparingstips en raadgevingen voor alle verbruikers.

    Ook in de provincies Henegouwen, Namen, Luik en Luxemburgzetten organisaties hun deuren open. Watertorens, waterzuive-ringsstations, productie- en distributiecentra. Genteresseerdenkunnen bij Belgaqua een folder aanvragen met het completeaanbod van de Wereldwaterdag.Eric Van de Meerssche - dienst Public Relations - Belgaqua -Waterloosesteenweg 255 b 6 - 1060 Brussel - tel 02-537 43 02- fax 02-539 21 42 - [email protected] Water Dag

  • KLASSE NR.92 17

    C U L T U U R C E L V A N H E T D E P A R T E M E N T O N D E R W I J SC A N O N m e t K L A S S EVlaggen en Wimpels AHet proefproject rond de kunstmagneetscholenkunstmagneetscholenkunstmagneetscholenkunstmagneetscholenkunstmagneetscholen toont de resultaten van tweejaar werking op een studiedag studiedag studiedag studiedag studiedag op 10 maart in het Centrum voor Amateurkunsten(CVA). Iedereen die vanuit het onderwijs begaan is met multiculturele initiatievenen kansarme milieus kan op deze studiedag terecht voor een evaluerende enpraktijkgerichte initiatie. Met als uitdrukkelijke bedoeling dat u vervolgens zelf inuw klas aan de slag gaat. Meer inlichtingen over deze studiedag krijgt u bij hetCVA - tel 02-555 06 13 - fax 02-555 06 10 - [email protected].

    Muzische werkdagen B Enkele honderden leerkrachten en directies basisonderwijs n laatstejaarsstu-denten onderwijzersopleiding kregen in oktober en november 98 een basisvor-ming rond muzische vorming. Zij kunnen nu ook inschrijven voor een OpvolgdagOpvolgdagOpvolgdagOpvolgdagOpvolgdag(n per provincie). Tijd om ervaringen uit te wisselen, te kijken wat er in uwklaspraktijk is veranderd. Alle deelnemers aan de basisvorming krijgen eenpersoonlijke uitnodiging, met het volledige programma. U kan alvast de datanoteren in uw agenda: 8 maart (Vlaams-Brabant), 11 maart (West-Vlaanderen),15 maart (Limburg), 22 maart (Oost-Vlaanderen) en 23 april (Antwerpen). De vraag van vele deelnemers aan de basisvorming naar het Wat komt er nuhierna? krijgt een antwoord met drie tweedaagsen drie tweedaagsen drie tweedaagsen drie tweedaagsen drie tweedaagsen Verdere Vorming. Verdere Vorming. Verdere Vorming. Verdere Vorming. Verdere Vorming. Speciaalbedoeld voor leerkrachten die zich willen verdiepen in de rol die muzischevorming kan spelen in andere leerdomeinen (wiskunde, taal, wereldorintatie,lichamelijke opvoeding...). Telkens kunnen 50 leerkrachten volledig gratis deel-nemen. En voorwaarde: de Verdere Vorming is enkel gericht op leerkrachten dieal hebben deelgenomen aan de basisvorming of leerkrachten die (via eengemotiveerde aanvraag) aantonen dat ze reeds ervaring hebben met muzischevorming. De Verdere Vorming vindt plaats tijdens de paasvakantie in CC West-rand Dilbeek (6 en 7 april), Dommelhof Neerpelt (8 en 9 april) en ProvinciaalVormingscentrum Malle (14 en 15 april). Stuur meteen een briefkaart of uwgemotiveerde aanvraag naar Wisper - Canon Muzische Werkdagen - VerdereVorming - Diestsesteenweg 104 - 3010 Leuven.

    Kunstenaars voor jongeren SGemotiveerd, doordacht, ambitieus, maar vooral... actief-creatief. Achttien scholen hebben de selectie overleefd in dediverse domeinen van kunst en cultuur. Hun leerlingen kun-nen meteen, samen met de kunstenaars die aan dit projectmeewerken, aan de slag. Tegen het einde van dit school-jaar is de Vlaamse onderwijswereld hierdoor 18 kunstreali-saties rijker. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

    Hobo 4 SGoed nieuws voor lectoren muzische vorming in de lerarenopleidinglectoren muzische vorming in de lerarenopleidinglectoren muzische vorming in de lerarenopleidinglectoren muzische vorming in de lerarenopleidinglectoren muzische vorming in de lerarenopleiding. Hetprogramma van Hobo 4 valt stilaan in zijn definitieve plooi. Op 12 maart vormtopera het creatieve uitgangspunt. Vanaf 9.30 u. wordt gewerkt rond het integre-integre-integre-integre-integre-ren van muziektheaterren van muziektheaterren van muziektheaterren van muziektheaterren van muziektheater binnen het onderwijs. Als u s avonds rond 21.30 u. deMuntschouwburg (Brussel) verlaat, hebt u als klapstuk de repetitie van de operaoperaoperaoperaoperaPelleas en MelisandePelleas en MelisandePelleas en MelisandePelleas en MelisandePelleas en Melisande kunnen bijwonen. Alle genteresseerden schrijven dus hetbeste meteen (en zeker vr 25 februari) in bij Kunst in Zicht - Warandestraat 42- 2300 Turnhout - tel 014-47 21 56 - fax 014-42 08 21 - [email protected].

    Onderwijs sings the blues SEen nieuw muziekprojectnieuw muziekprojectnieuw muziekprojectnieuw muziekprojectnieuw muziekproject voor de derde graad secundair onderwijs staat mo-menteel in de steigers. Bedoeling: alle leervakken linken aan de bluesbluesbluesbluesblues. Zin omuw deel(tje) bij te dragen? Schrijf meteen naar onderstaand adres met vermel-ding I sing the blues.

    Zap op pin SDuizend leerlingen zesde jaar secundair onderwijs (en hun leerkrachten) krijgen vande Koning Boudewijnstichting de kans concrete voorbeelden van participatie enparticipatie enparticipatie enparticipatie enparticipatie eninspraakinspraakinspraakinspraakinspraak te ontdekken in bedrijven en instellingenbedrijven en instellingenbedrijven en instellingenbedrijven en instellingenbedrijven en instellingen. Daarmee sluit de KoningBoudewijnstichting de actie Jouw school is onze school af n trekt ze de actieopen naar de brede maatschappij. Deze gratis inkijkdaggratis inkijkdaggratis inkijkdaggratis inkijkdaggratis inkijkdag heet Zap op Pin enverwijst naar Zappen op Participatie en INspraakZappen op Participatie en INspraakZappen op Participatie en INspraakZappen op Participatie en INspraakZappen op Participatie en INspraak. Hij vindt plaats op donderdag6 mei in Brussel.Tijdens de voorbije vijf jaar hebben meer dan vierhonderd scholen secundaironderwijs op een of andere manier meegewerkt aan de vele activiteiten van Jouwschool is onze school. De actie liep in samenwerking met de onderwijsnetten en hetdepartement Onderwijs. Ze heeft gezorgd voor meer aandacht voor leerlingenpar-ticipatie en verdieping van een leerlingbetrokken schoolklimaat. De afsluitende strikrond het pak bevat drie onderdelen:1. De publicatie van een stevig boekboekboekboekboek over inspraak op school.2. Een beleidsgerichte studiedagstudiedagstudiedagstudiedagstudiedag op donderdag 29 april.3. Een actiedagactiedagactiedagactiedagactiedag op donderdag 6 mei: Zap op Pin voor leerlingen (en hunleerkrachten) zesde jaar secundair onderwijs.Tijdens de actiedag trekken de leerlingen in kleine groepjes naar tientallen bedrij-ven en instellingen in en rond Brussel: banken, fabrieken, hotels, computerbedrij-ven, media, politieke en sociale organisaties, ziekenhuizen, hoger onderwijs, wel-zijnsorganisaties, overheidsinstellingen, sport en cultuur Ze gaan er op zoek naarconcrete voorbeelden van participatie en inspraak in de dagelijkse werking vandeze bedrijven. Ze stellen vragen over hoe die organisaties kansen geven aanjonge mensen, hoe in een eigentijds werkklimaat actieve participatie zit ingebakkenen leggen verbanden met de kansen op inspraak die zij zelf op school hebbengekregen: Zijn wij klaar voor hen en zijn zij klaar voor ons? Gn gewoonbedrijfsbezoek dus maar een actieve inkijkdag in de (al dan niet participatieve)bedrijfscultuur van moderne bedrijven en organisaties.KiezenPer school kunnen maximum vier leerlingen (zesde jaar) en n leerkracht deelne-men. Zij komen s morgens samen op de Heizel in Brussel en vertrekken van daaruitin kleine groepjes (met begeleiding) naar twee bedrijven of organisaties (n in devoormiddag en n in de namiddag). De deelnemers krijgen op voorhand een lijstvan mogelijkheden waarin ze hun voorkeur kunnen aanduiden. In de late namid-dag komt iedereen terug samen op de Heizel voor een korte nabespreking en eenmooie afsluiting. Deelnemen aan de dag en het vervoer in de stad zijn gratis. Umoet alleen zelf op de Heizel geraken en weer terug.InspraakKlasse en Klasse voor Jongeren volgen deze initiatieven met veel sympathie op.Participatie, betrokkenheid, engagement, inspraak en samen school maken vor-men de basis van het concept Klasse. U weet dat ook Klasse voor Jongerengegroeid is uit de ontmoetingsdagen rond inspraak van de Koning Boudewijn-stichting. Wij houden u vanzelfsprekend op de hoogte.InschrijvenAlle scholen die de voorbije jaren aan een actie van Jouw school is onze schoolhebben meegewerkt, hebben in januari een inschrijvingsformulier voor de actiedag

    op hun school ontvangen. Voor de an-dere scholen is zon formulier onderwegper post. Meteen inschrijven want hetaantal deelnemers is beperkt.U krijgt meer inlichtingen bij BureauCommunicatie en Educatie - Membrug-gerweg 43 - 3700 Tongeren - tel 012-2350 89 - fax 012-26 23 19 [email protected]

    De Koning Boudewijnstichting nodigt alleleerlingen zesde jaar secundair en hunleerkrachten uit voor de actieve inkijkdag

    Zap op pinZap op pinZap op pinZap op pinZap op pinParticipatie en INspraak te kijk in BrusselDonderdag 6 mei, afspraak op de Heizel

    Hoe bereikt u Canon?Canon Cultuurcel gooit zijn netten uit vanuit het departement On-derwijs - E. Jacqmainlaan 165 - 1210 Brussel. U kan de verschillen-de medewerkers ook telefonisch of per e-mail bereiken: Erna Schel-straete - tel 02-553 96 67 - [email protected]/ Luc Nijs - tel 02-553 96 66 - [email protected] / PietConvents - tel 02-553 96 69 - [email protected] /Deanne Durant (secretar iaat) - tel 02-553 96 63 [email protected] - fax 02-553 96 75

  • 18 KLASSE NR.92

    V-dag 1999

    Democratie moet je verdienen!Van 29 maart tot eind mei kunnen meer dan 20.000 leerlingen deelnemenaan een indrukwekkende reeks educatieve activiteiten rond democratie envrede. Deelnemen is daarenboven compleet gratis. Net als tijdens de vorigeedities van de V-dagen neemt het departement Onderwijs alle kosten voorzijn rekening. U betaalt enkel de reis naar de verschillende locaties.Het startschot wordt gegeven op 29 maart in de Kinepolis-zalen in de Vlaamseprovincies (zie ook p. 27). U kan dan mt uw leerlingen een vertoning bijwonenvan de films Saving private Ryan of La vita bella. Twee indrukwekkende filmsover de thematiek van oorlog, geweld en waanzinnig racisme.Na de paasvakantie kan u deze thematiek verder uitdiepen door een bezoek tebrengen aan n van de historische sites. Nieuw is dat V-Dag de activiteiten heeftuitgebreid tot ALLE Vlaamse provincies. U vindt in de brochure (midden februari opelke school beschikbaar) een overweldigend aanbod. Thematische gidsbeurten inde historische sites of hun omgeving, film en video, podiumkunsten, reizendetentoonstellingen, voordrachten, videoconferenties... Elk programma heeft zijn ei-gen doelgroep. Gemeenschappelijk bij alle programmas is de aandacht voor defundamentele rechten in de democratische samenleving van vandaag.In de klas Elke secundaire school krijgt begin mei een cd-rom met een interactief spel overMensenrechtenMensenrechtenMensenrechtenMensenrechtenMensenrechten. Amnesty International verbindt hierbij vier verhalen: een kind ineen denkbeeldig Zuid-Amerikaans land, een blanke verpleegster in een Afrikaansvluchtelingenkamp, een immigrantenfamilie in Europa en een vakbondsleider inZuid-Oost-Azi. Links naar de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens enactuele voorbeelden versterken de relatie met de echte wereld. De wedstrijd wedstrijd wedstrijd wedstrijd wedstrijd Jeugd en CivismeJeugd en CivismeJeugd en CivismeJeugd en CivismeJeugd en Civisme laat uw leerlingen werken rond het themaGelijkheid. De prijzenpot bevat 250.000 fr.Doelgroep: vanaf derde graad lager on-derwijs. Vijf kortverhalenkortverhalenkortverhalenkortverhalenkortverhalen behandelen vanuitverschillende invalshoeken de thema-tiek vrijheid-onvrijheid, grote en kleinedemocratie. Vlaamse jeugdauteurs (Bet-tie Elias, Dirk Nielandt, Jamil Shakely,Jan Simoen en Kolet Janssen) scherp-ten hun pen. Er zijn 700 exemplaren gra-tis beschikbaar voor het lager onderwijs(1 exemplaar per school!). De brochure brochure brochure brochure brochure De rechten van de MensDe rechten van de MensDe rechten van de MensDe rechten van de MensDe rechten van de Mens(Vereniging voor de Verenigde Naties vzwen Maklu-Garant) is gratis beschikbaarop 700 exemplaren. De videocyclus videocyclus videocyclus videocyclus videocyclus Weten waarom!Weten waarom!Weten waarom!Weten waarom!Weten waarom! (FransBuyens & Lydia Chagoll) brengt negen uurfilmmateriaal over de periode tussen beidewereldoorlogen in Duitsland (eerste deel)en getuigenissen van negen mensen overde aanloop naar WO II, de bezetting, hetverzet en de concentratiekampen (tweededeel). Er zijn 40 exemplaren beschikbaar.VlaanderenEen deel van het programma is niet ge-koppeld aan een bepaalde provincie! In samenwerking met Belgacom komener videoconferenties met Nobelprijswin-videoconferenties met Nobelprijswin-videoconferenties met Nobelprijswin-videoconferenties met Nobelprijswin-videoconferenties met Nobelprijswin-naars voor de Vredenaars voor de Vredenaars voor de Vredenaars voor de Vredenaars voor de Vrede (of mensen uit hunonmiddellijke omgeving). Antjie Krog (Zuid-Afrikaanse dichteres en verslaggeefster vande Waarheidscommissie), Dr. Sein Win (Bir-ma, namens Aung San Suu Kyi) en BobStoker (burgemeester Belfast) werken waar-schijnlijk mee. U vindt de meest actueleinformatie hierover op www.pienternet.be.Scholen die hieraan willen meewerkenmoeten wel aantonen dat hun deelnamekadert binnen een actieve jaarwerking rondhet veld democratische school.In hetzelfde kader komt ook de DalaiLama naar Vlaanderen. Meer informatiehierover vindt u hiernaast.Doelgroep: vanaf 14 jaar (voertaal: En-gels).

    samen met Teleclass International (Japan) komt er een reeks videoconferentiesvideoconferentiesvideoconferentiesvideoconferentiesvideoconferentiesrond vrede, democratie en verdraagzaamheid. Vier scholen kunnen meedoen (van-af 15 jaar). De dag dat Tommy drie werdDe dag dat Tommy drie werdDe dag dat Tommy drie werdDe dag dat Tommy drie werdDe dag dat Tommy drie werd is verteltheaterverteltheaterverteltheaterverteltheaterverteltheater over de verschrikking van hetkampleven en de drang om te overleven (Het Paleis). Doelgroep: 10-14 jaar (max.60 leerlingen per groep).

    Provincie AntwerpenVredescentrum Als u binnenkomt in de permanentepermanentepermanentepermanentepermanentetentoonstellingtentoonstellingtentoonstellingtentoonstellingtentoonstelling in het Antwerpse Vredes-centrum stapt Dulle Griet uit het beroemdeschilderij van Pieter Brueghel en nodigt uuit voor een actief bezoek. Via speelsemethodieken leren de leerlingen verban-den leggen en eigen meningen formule-ren. Er is een handleiding per leeftijdsgroep om het bezoek voor te bereiden.Doelgroep: vanaf derde graad lager onderwijs (max. 30 leer-lingen). De workshopsworkshopsworkshopsworkshopsworkshops van textieldrukatelier Mwasitextieldrukatelier Mwasitextieldrukatelier Mwasitextieldrukatelier Mwasitextieldrukatelier Mwasi zijn aanlei-ding tot een interculturele ontmoeting. Het atelier wordt im-mers gerund door vluchtelingenvrouwen waarmee de leerlin-gen in dialoog gaan. Doelgroep: 10-12 jaar (max. 20 leerlin-gen). Twee MensenrechtenwandelingenMensenrechtenwandelingenMensenrechtenwandelingenMensenrechtenwandelingenMensenrechtenwandelingen tonen hoe de metropoolAntwerpen in gebouwen, sculpturen, schilderijen enz. sporenbevat van de opvattingen over burgerrechten doorheen deeeuwen. Doelgroep: 14-18 jaar (max. 25 leerlingen).

    De workshop workshop workshop workshop workshop Afri-Afri-Afri-Afri-Afri-kaans dansenkaans dansenkaans dansenkaans dansenkaans dansen laat derijkheid van andereculturen op een pretti-ge wijze ervaren. Doelgroep: 6-12 jaar(max. 20 leerlingen). VluchtelingenvrouwenVluchtelingenvrouwenVluchtelingenvrouwenVluchtelingenvrouwenVluchtelingenvrouwen van het Mwasi-project getuigen over hun ervaringen ende wijze waarop ze Belgi ervaren. Doel-groep: vanaf 12 jaar (max. 30 leerlingen). Laatste getuige Laatste getuige Laatste getuige Laatste getuige Laatste getuige Sonia KoganSonia KoganSonia KoganSonia KoganSonia Kogan geeftenkele voordrachten over haar ervaringentijdens WO II en hoe ze zelf de oorlog konoverleven. Doelgroep: 10-14 jaar (max.30 leerlingen).BreendonkHet Nationaal Gedenkteken van het FortNationaal Gedenkteken van het FortNationaal Gedenkteken van het FortNationaal Gedenkteken van het FortNationaal Gedenkteken van het Fortvan Breendonkvan Breendonkvan Breendonkvan Breendonkvan Breendonk biedt tal van mogelijkhe-den: een programma van een halve dagbijvoorbeeld, met eventueel een rondlei-ding door een laatste getuige. U kan terplaatse ook een aantal videos bekijken.Doelgroep: vanaf 14 jaar.

    MechelenOok in het Joods Museum voor VerzetJoods Museum voor VerzetJoods Museum voor VerzetJoods Museum voor VerzetJoods Museum voor Verzeten Deportatieen Deportatieen Deportatieen Deportatieen Deportatie (Kazerne Dossin) kan u

    Ontmoet de Dalai LamaTot dusverre ben ik alleen maar bevestigd in mijn overtuiging, dat - waar jeook gaat - mensen in wezen allemaal dezelfde zijn, een paar oppervlakkigeverschillen ten spijt. (Dalai Lama)V-dag ontvangt, in samenwerking met het Tibetaans Instituut, de 14de DalaiLama tijdens zijn bezoek aan Vlaanderen. Een uitzonderlijke kans voorEen uitzonderlijke kans voorEen uitzonderlijke kans voorEen uitzonderlijke kans voorEen uitzonderlijke kans voorVlaamse leerlingenVlaamse leerlingenVlaamse leerlingenVlaamse leerlingenVlaamse leerlingen om met deze man te dialogeren over mensenrechten,vrede, boeddhisme, liefde en hoop.De Dalai Lama leeft in Dharamsala (Noord-India), samen met het merendeelvan de Tibetanen in ballingschap. Hij is geestelijk en politiek leider van deTibetanen, boeddhistisch leraar, woordvoerder voor de vrede... In die hoeda-nigheid is hij voortdurend onderweg. Op 10 december 1989 ontving hij deNobelprijs voor de Vrede.Een van zijn vele reizen brengt hem op 6 mei in Antwerpen. Dit bezoekEen van zijn vele reizen brengt hem op 6 mei in Antwerpen. Dit bezoekEen van zijn vele reizen brengt hem op 6 mei in Antwerpen. Dit bezoekEen van zijn vele reizen brengt hem op 6 mei in Antwerpen. Dit bezoekEen van zijn vele reizen