Klasse voor Leraren 39

36
Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen nr. 39 • November 1993 Uitgedokterd NIEUWE DOKTERS VOOR ZIEKE LERAARS Uitgedokterd Uitgedokterd

description

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen. Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

Transcript of Klasse voor Leraren 39

Page 1: Klasse voor Leraren 39

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen

nr. 39 • November 1993

UitgedokterdNIEUWE DOKTERS VOOR ZIEKE LERAARS

UitgedokterdUitgedokterd

Page 2: Klasse voor Leraren 39

(advertentie)

Page 3: Klasse voor Leraren 39

De nieuwe leraarsworden anders opgeleid.p. 24-25

Ziek voor de klas?Een nieuwe aanpak.VIZIER p. 4.

Maandblad voor Onderwijsin VlaanderenUitgegeven door het Ministerievan de Vlaamse GemeenschapDepartement Onderwijs

Nr. 39 / November 1993

RedactieLeo BormansPatrick De BusscherGaby De Moor

RedactiesecretariaatDiana De CaluwéAnny Lecocq

Foto’s: Luc DaelemansCartoons: Dirk VercamptVormgeving: Artefact, Leuven

Verantwoordelijke uitgeverDaniel Vandenberghe, bestuursdirec-teur, Algemene Onderwijsdienstenen Voorlichting

KLASSE verschijnt tien keer per jaar enwordt gedrukt op chloorvrij papier.Elke Vlaamse school krijgt twee gratisexemplaren.Voor persoonlijke abonnementen enpubliciteit belt u 02–211 46 58.

KLASSEKoningsstraat 138 8ste verdieping1000 BrusselTel. redactie 02–211 46 60Tel. secretariaat 02–211 46 58Telefax 02–211 46 61

Op zoek naar de verdwenentrede van de meester.p. 28-29

KLASSE NR.39 3

IN DIT NUMMER

4-11Als leraars ziek worden

Maandagziekte en pensionitis? Leraars zijn niet méér ziek dan an-deren maar de controle was tot nu toe weinig efficiënt. Er wordt eennieuwe regeling uitgedokterd en daar moet iedereen wel bij varen.

13Studenten in de enveloppe

Er komen in het hoger onderwijs waarschijnlijk veel minder maargrotere scholen: nog 20 in plaats van 135, met tussen de 4000 en6000 studenten. Wat zal men precies in hun enveloppe stoppen?

24-25Nieuwe lerarenopleiding

Het voorstel ligt op tafel: een grondige hervorming van de lera-renopleiding. Wat gebeurt er met nieuwe onderwijzers, regentenen licentiaten? Hoe en waar leert men in de toekomst het vak?

26-27De beste papegaai krijgt een tien

Twee Vlaamse onderzoekers schreven nauwgezet het verloop uitvan een hele reeks lessen. Ze wilden weten hoe leraars en leerlingencommuniceren in de klas. En wat blijkt? Koko krijgt een tien.

28-29De meester verdient beter

Wanneer had de onderwijzer wél aanzien? Waar haalde hij dat enhoeveel verdiende hij? Een historisch onderzoek naar de mytho-logische trede van de meester.

30-31Geen lege vaten vullen

Geen zinsontleding meer in de lagere school? Weg met demoderne wiskunde? Uit welk vaatje tapt men eigenlijk met denieuwe eindtermen voor taal en rekenen?

En ook…

* BASISEDUCATIE. Voor wie uit de boot viel. p. 12

* JOURNAAL. Onderwijsactualiteit. p.14

* KLASSE-IDEE. Gratis naar het Europlanetarium. Enandere leuke dingen voor leraars. p. 15-21.

* DE INFOLIJN. Als we het antwoord kennen, géven wehet ook. p. 22

* SIGNAAL. Tekens aan de wand voor school- enklaspraktijk. p. 23

* DE STERREN VAN EUROPA. Het succes van deEuropese onderwijsprogramma’s bij Vlamingen. p. 33

300 FRANKSteeds meer mensen willen een per-soonlijk abonnement op KLASSE. Leer-krachten (en al wie door het Departe-ment Onderwijs wordt betaald) krij-gen het blad vanaf 1 januari gratis.Maar ouders, leden van lokale enparticipatieraden, studenten en an-dere geïnteresseerden willen het bladóók. Daarom hebben we vanaf nuvoor al die mensen één gunsttarief:300␣ fr. voor één jaar KLASSE (10 num-mers). Het volstaat dat bedrag over teschrijven op rekeningnummer 091-2203004-66, Ministerie van de VlaamseGemeenschap, Departement Onderwijs,Informatie & Bibliotheek, Konings-straat 71, 1000 Brussel.Vermeld wel «ABO KLASSE».

Page 4: Klasse voor Leraren 39

4 KLASSE NR.39

Het liep mank met de nationale Administratieve Gezondheidsdienst (AGD)van het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. Althans bij decontrole op de afwezigheid wegens ziekte in het onderwijs. Een ziekeleerkracht moest zich maar erg zelden aanmelden voor een controle-onderzoek in het kabinet van de AGD. En haast nooit kreeg hij een controle-

V I Z I E R arts aan de deur. Wie een tijdje «ziek» wilde zijn, zat dus vrij veilig.Ook wie aan het einde van zijn loopbaan begon te lijden aan «pensionitis»en zijn spaarpot met ziekteverlof opgebruikte, kon rustig naar Spanje. Datzal veranderen. Er wordt een nieuwe regeling uitgedokterd.

Weinig controleBij de AGD stonden sinds 1985 tachtig deeltijdse controle-artsen in voor decontrole op het ziekteverzuim van meer dan 800.000 ambtenaren. Hunkilometerkrediet werd beperkt tot 12.000 kilometer per jaar. Wie ziek wasliep daardoor slechts in één op de twintig gevallen kans op een controle-bezoek. Bovendien kon de AGD amper cijfers of statistieken voorleggenaan het Departement Onderwijs. De onderwijsminister stelde bijgevolg dedoeltreffendheid van de dienst in vraag.Het gaat hem niet alleen om controles. De AGD staat ook in voor aanwer-vingsonderzoeken. Hij moet nagaan of leerkrachten al of niet medischgeschikt zijn. Voor een benoeming is zo’n onderzoek beslissend. Maar alshet meer dan een jaar duurt eer het oordeel tot de inrichtende machtdoorsijpelt, kan dat op zijn minst voor problemen zorgen.

Privé-firmaVeelvuldige afwezigheden wegens ziekte wegen ook door in de onderwijsbe-groting. Zieke leerkrachten blijven immers doorbetaald tijdens hun afwe-zigheid. Ze worden weliswaar niet allen vervangen maar als een leraarlanger ziek is dan 10 werkdagen moet zijn vervanger intussen ook wordenbetaald.Daar de AGD er niet in slaagt systematisch en doeltreffend controles uit tevoeren wordt daarom voortaan een privé-firma ingeschakeld. Deze firmamoet ook cijfers bijhouden en statistieken afleveren. Zo tracht het Depar-tement Onderwijs meer zicht te krijgen op het «ziektebeeld» van de leraars.Er worden zo’n 20.000 controles per jaar gepland.Vanaf januari 1994 verliest de AGD de bevoegdheid voor de controle op deafwezigheid wegens ziekte. Die controle wordt nu toevertrouwd aanartsen van een privé-firma. Het Departement Onderwijs heeft nog nietdefinitief beslist welke firma deze opdracht krijgt. Eerdere berichten in depers hierover waren onjuist.

MaandagziekteMet de privatisering van deze controle opent het Departement geen jachtop zieke personeelsleden. Wie echt ziek is, is ziek. Daar verandert de nieuweaanpak niets aan. Wél wil men met een meer efficiënte controle misbruikenals maandagziekte en pensionitis opsporen, sanctioneren en vooral ontmoe-digen. Hiermee hoopt de Vlaamse regering 550 miljoen frank te besparen.Toch is niet iedereen er gerust in. Private controle-instellingen schatten demisbruiken algemeen op gemiddeld 20␣ %. Maar sommige controle-artsenzetten in hun ijver 40␣ % van de «zieken», al of niet volledig genezen, weeraan het werk. Artsen die te veel «begrip» tonen, dreigen voor hun mede-werking namelijk bedankt te worden. Bij de AGD lag de graad vanwerkhervatting rond 4␣ %.«Onder de controle-druk zullen overspannen leerkrachten schrik krijgen entoch naar school gaan. Daarmee zijn de leerlingen niet gediend», vrezensommigen. Maar dat er iets moet veranderen, daar is zowat iedereen hetover eens. ■

Page 5: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 5

Nieuwedokters

voor ziekeleraars

Page 6: Klasse voor Leraren 39

6 KLASSE NR.39

Leraars zijn niet méér

In grote ASO-scholen blij-ven leraars het minst wegwegens ziekteverlof. Inkleine landelijke secun-daire scholen doen ze datzes keer meer. In het ba-sisonderwijs is het ziek-

Eerst even naar Nederland. In het schooljaar1991-92 lag het ziekteverzuim in het onderwijs daarop gemiddeld 7␣ %. Dat wijkt amper af van hetlandelijke gemiddelde voor andere beroepen. Ookhet Europese gemiddelde zou op zowat 7␣ % liggen.Veel cijferaars wantrouwen evenwel vergelijkingenvan het ziekteverzuim in de bedrijfswereld met datin het onderwijs. Cijfers bevatten vaak andere facto-ren. Eigenlijk zou men alleen de hoogopgeleiden uitde bedrijfswereld met de leraars mogen vergelijken.

teverzuim het hoogst enin het hoger onderwijsbuiten de universiteit(HOBU) het laagst. Eenbeeld van de zieke le-raars in Vlaanderen enomgeving.

Nadat het ziekteverzuim in het Nederlandseonderwijs de afgelopen tien jaar telkens toenam,tekent men nu voor het eerst een daling op. In hetschooljaar 90-91 lag het ziekteverzuim nog opbijna 8␣ %. Maar het aantal langdurige ziektegeval-len neemt af. Hierdoor wordt in de statistieken degemiddelde duur van de ziekteperiode veel korter.Voor het ziekteverzuim noteert men nu volgendegemiddelde percentages: basisonderwijs 6,5␣ %; spe-ciaal onderwijs (basis en voortgezet) 7,7␣ %; alge-meen voortgezet onderwijs (AVO) 6,4␣ %; voorbe-reidend beroepsonderwijs (VBO) 7,7␣ %; middelbaarberoepsonderwijs (MBO) 7,3␣ %; hoger beroepson-derwijs (HBO) 8,9␣ %. Dit laatste cijfer is fel toegeno-men omdat de registratie nu zorgvuldiger gebeurt.

Stress op schoolVolgens de Nederlandse ontwikkelingspsycho-

loog, dr. Leo G.M. Prick werken vooral de relatiefhoge stress en de geringe arbeidstevredenheid we-gens organisatorische problemen op school hetziekteverzuim in de hand. In de meeste Nederland-se scholen zijn leraars van boven de 50 een uitster-vend ras. Veel oudere leraars worden geheel ofgedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaard. Opgebrand.

Het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheiden Cultuur formuleerde een beleid ter bestrijdingvan stress onder leraars. Om het ziekteverzuimterug te dringen moeten scholen nu net als bedrij-ven met een bedrijfsgezondheidszorg werken. Nogaltijd ziet de schooldirectie stress te veel als een

ken van stress niet wegneemt. Stel dat de nieuwecontrole-instelling tal van uitgebluste leraars op-nieuw arbeidsgeschikt verklaart. Is dat dan eenbesparing op de personeelskosten, het werkloosmaken van een interim-leraar of een verzorgingvan de onderwijskwaliteit?

Het onderwijzend personeel veroudert snel. Datwijzen statistieken uit. Vooral bij de mannen in hetbasisonderwijs valt dit op: de meesten zijn nutussen 41 en 50 jaar oud. Het secundair en het

persoonlijk probleem. Maarstress moet veeleer als eenschoolprobleem wordengezien. De belangrijksteoorzaak van stress blijktnamelijk het functionerenin de klas te zijn, het slechtoverweg kunnen met dedirecteur of met de colle-

ga’s, een te zwaar takenpakket of een klas volongemotiveerde leerlingen.

In Groot-Brittannië lijdt minstens 1 leraar op de5 aan angstverschijnselen en ernstige stress-symp-tomen. De mentale gezondheid van de leraars is erook veel slechter dan het gemiddelde van de bevol-king. Enkele symptomen: 13␣ % gaat vroegtijdigmet pensioen, 29␣ % drinkt te veel, 13␣ % neemtgeregeld kalmerende middelen en 7␣ % zit aan deslaappillen.

Oudere leraarsBij ons zeggen vertegenwoordigers van het on-

derwijzend personeel dat een strengere controle opde afwezigheid wegens ziekte de mogelijke oorza-

Geen schoolopvoeringen

meer van «Le malade

imaginaire».

Voor elke 100 leraars die werkelijk voor de klasstaan moeten er 108 betaald worden.

hoger onderwijs volgen dezelfde trend.Misschien moet er in het onderwijs ook eens

worden gedacht aan volwaardige «uitgroeibanen».Dat is nog wat anders dan «terbeschikkingstellingwegens persoonlijke aangelegenheden, voorafgaandaan het rustpensioen», waar men het verder moetstellen met de helft of ten hoogste drie kwart vanhet salaris.

Schoolopvoeringen van «Le malade imaginai-re» worden alvast strenger aangepakt. Ziek zijn- liefst niet op maandag - wordt nog uitsluitendvoorbehouden aan echte zieken. Maar hoeveel mensenworden er in het onderwijs echt ziek? Daar hebbenze in het federale België noch in de Vlaamse Ge-meenschap een boekhouding van. Men heeft dusgeen zicht op het gemiddeld percentage ziektever-zuim in het onderwijs. Toch zorgt op het Departe-ment Onderwijs de Cel Begroting voor een eerstevoorzichtige raming.

Acht leraars extraHet Departement moet ongeveer 108 leraars

betalen voor elke 100 die werkelijk voor de klasstaan. Statistici noemen dit verschil een afwijkingtussen organieke en budgettaire voltijdse equivalen-ten (O/B). Het klinkt ingewikkeld maar het orga-nieke personeelsbestand van een school wordtbepaald op basis van het aantal leerlingen en deaanwendingscoëfficiënt. Dit aantal organieke ambtendaalt. Maar de laatste tien jaar blijft het aantal

Page 7: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 7

ziek dan anderen

budgettaire ambten, die dus op de betaalrolvan het Departement Onderwijs blijven staan,vrij constant. Nu betalen de werkstations132.688 budgettaire voltijdse equivalentenuit. Volgens onderwijsminister Luc Van denBossche betaalde het Departement vorig school-jaar 1,6 miljard voor 1107 voltijdse equiva-lenten, leraars die géén les gaven. Dit schooljaarverwacht men er 1400. De kloof tussenorganieke en budgettaire ambten groeit. Er

worden dus nagenoeg evenveel leraars be-taald maar er staan er steeds minder voor deklas. Volgens een voorzichtige analyse vande Cel Begroting van de Dienst Begroting enBoekhouding bedroeg in 1991 de globaleafwijking O/B in het basis-, secundair enhoger onderwijs buiten de universiteit meerdan 8␣ %.

Meer dan 15 wekenDe belangrijkste afwijkingsfactoren zijn

terbeschikkingstelling wegens volledigeontstentenis van betrekking (17␣ %); terbe-schikkingstelling wegens gedeeltelijke ont-stentenis van betrekking (13␣ %); bevallings-verlof (6,5␣ %); terbeschikkingstelling voor-afgaand aan het rustpensioen (5,5␣ %) enterbeschikkingstelling wegens opdracht (4␣ %).Maar dé belangrijkste oorzaak van de afwij-king O/B is het ziekteverlof met 37␣ % (20,5␣ %langer dan 15 weken). Afwezigheden we-gens ziekte van minder dan tien werkdagenwerden hierin niet meegeteld.

In de jaren tachtig steeg het aantal afwe-zigheden om gezondheidsredenen in hetonderwijs sterk. Onder meer prof. G. Tistaert(KU Leuven) nam deze trend waar. Of dietrend zich doorzet? De Cel Begroting deedeen rondvraag in de werkstations. De be-sluiten van dit beperkt onderzoek moetenwe met de nodige omzichtigheid interprete-ren. Op het ogenblik worden de gegevens

van de jaren 1992 en 1993 verwerkt. Het isde bedoeling dit cijfermateriaal uitgebreidstatistisch te toetsen om in een tweede fasede nodige verbanden te kunnen leggen tus-sen de afwijkingsfactoren en de andere be-schikbare informatie zoals leeftijdsopbouwvan het onderwijzend personeel en de op-deling tussen vasten en tijdelijken. Laterzullen deze gegevens een steviger basis vor-men om de afwijking O/B te bepalen en te

verklaren en vooral om de impact van hetafwezig zijn wegens ziekte juister in te schatten.

Basisonderwijs:veel ziekteverlof

De belangrijkste redenen voor de afwij-king O/B in het basisonderwijs zijn ziekte-verlof met 45,5␣ % (24␣ % langer dan 15 we-ken) en bevallingsverlof met 12,5␣ %. Datlaatste percentage is te verklaren door hetgroot aantal vrouwelijke personeelsleden,vooral in het kleuteronderwijs.

Per net valt vooral het hoog aantal loop-baanonderbrekingen op in het gemeen-schapsonderwijs (meer dan 7␣ %) en de gro-te verschillen in afwijking tengevolge vanbevallingsverlof: 6␣ % in het gemeenschaps-onderwijs, 21,5␣ % in het officieel gesubsi-dieerd en 13␣ % in het vrij gesubsidieerdonderwijs.

Secundair onderwijs: voor-al in kleine scholen

In het secundair onderwijs zijn de be-langrijkste afwijkingsfactoren: ziektever-lof met 37␣ % (22␣ % langer dan 15 weken);terbeschikkingstelling (TBS) wegens vol-

ledige ontstentenis van betrekking met 19␣ %(waarvan 5␣ % structureel) en TBS wegensgedeeltelijke ontstentenis van betrekkingmet 13,5␣ %. Eveneens te vermelden zijn:TBS wegens opdracht (5␣ %), loopbaanon-derbreking (4␣ %) en bevallingsverlof (4␣ %).

Leraars blijven het minst weg wegensziekteverlof in grote ASO-scholen, terwijlze er zes keer meer voor wegblijven inkleine landelijke scholen. Scholen in moei-

lijkheden hebben het meest af te rekenenmet ziekteverzuim. Vooral het aantal ziek-teverloven langer dan 15 weken ligt erbeduidend hoger, tien keer hoger dan ingrote ASO-scholen. Het ziekteverzuim inTSO-BSO-scholen en concentratiescholenligt meer dan de helft lager dan in de kleinelandelijke scholen.

HOBU: weinig ziekteverlofOpvallend is dat in het hoger onderwijs

buiten de universiteit het ziekteverlof noggeen 22␣ % van de afwijking O/B verklaart(slechts 4␣ % langer dan 15 weken). TBSzorgt hier voor het grootste aandeel: 33␣ %wegens volledige ontstentenis van betrek-king (20␣ % structureel) en 23,5␣ % wegensgedeeltelijke ontstentenis van betrekking(16␣ % structureel). Het aandeel TBS wegensopdracht bedraagt net als in het secundaironderwijs iets meer dan 5␣ % en het beval-lingsverlof verklaart opmerkelijk 9,5␣ % vande afwijking O/B. ■

AUDIT ONDERWIJS - INTERIMRAPPORT tenbehoeve van de Gemeenschapsministers vanBegroting en Onderwijs - Departement Onder-wijs - Secretariaat-Generaal - DBB-Cel Begroting

Het Departement betaalt meer leraars dan er werkelijk voor de klas staan. Dat verschil is voor een groot deel te wijten aan ziekteverlof: 45,5 % in het basisonderwijs, 37 % in het secundair en 22 % in het HOBU. Het diagram houdt geen rekening met baaldagen en griepjes, korter dan 10 werkdagen. Het geeft wel een beeld van het aantal langdurige ziekteperiodes.

21,5 % 24 %

15 % 22 %

18 %

Basis45,5 %

Secundair37 %

HOBU22 % 4 %

van 10 dagen tot 15 weken ziekmeer dan 15 weken ziek

van 10 dagen tot 15 weken ziekmeer dan 15 weken ziek

van 10 dagen tot 15 weken ziekmeer dan 15 weken ziek

Page 8: Klasse voor Leraren 39

8 KLASSE NR.39

Lesgeven lijkt een vrijstresserende bezigheid tezijn, meenden de tien-tallen huisartsen waar-bij KLASSE op het spreek-

De huisartsen spreken• «Ze klagen over keelpijn of hebben haast geenstem meer. Midden september komen de eerstegevallen binnen. Dat is ver het enige waar leer-krachten opvallend meer over klagen. Die patiën-ten kunnen wegens hun beroep niet na drie dagenopnieuw aan het werk. Meestal schrijf ik dan eenweek voor. In bepaalde periodes constateer ik bijkleuteronderwijzeressen nogal eens vaker eenbesmetting door salmonella, met diarree of eenontsteking van het maag-darm-kanaal tot gevolg.Meestal is de patiënt hierdoor een drietal wekenwerkonbekwaam. Het kan echter veel langer du-ren eer je van een salmonellabesmetting helemaalgenezen bent. Leraars lichamelijke opvoeding hebbengeregeld rugklachten door een verschoven tus-senwervelschijf. Een van mijn leraars-patiënten isdaardoor eigenlijk voor 50 procent invalide... maarzijn directie weigert hem een halftijdse baan tegeven.»• «Ik sta bekend als een slechte verlof-voorschrij-ver. Mijn boekje met medische attesten wordtmaar langzaam dunner. Misschien heeft dat temaken met de vlottere manier waarmee collega’sin de regio ziekteverlof voorschrijven. Hoewel,voor ernstige gevallen schrijf ik meteen een maandvoor, vooral als ik weet dat de leerlingen in de klasdaar voordeel bij hebben. Wat helpt het een ande-re leerkracht op de rand van een zenuwinzinkingte brengen als je die overbelast met het bijkomendtoezicht op een twintigtal leerlingen van een ziekecollega. Vaak heeft hij aan zijn eigen klas al be-hoorlijk de handen vol.»• «De vastbenoemden in het onderwijs zijn vrijgoed beschermd. Ze kunnen al eens makkelijkerziek worden. In de particuliere sector daarente-gen durven de werknemers niet meer zo vaakafwezig te blijven wegens ziekte, vooral in kleine-re bedrijven waar de vakbond zwak staat. Ze gaansoms met een bronchitis en 40 graden koortswerken. Toch merk ik op, althans bij mijn cliën-teel, dat het ziekteverzuim ook bij leerkrachtenvermindert. In kleine wijkscholen met een goedeteamgeest blijven ze niet zo maar thuis. Spontaanbeperken ze het ziekteverzuim tot een mini-mum. Soms gaan ze ziek of niet helemaal her-steld naar school. Ze hebben er respect voor decollega’s die hen moeten vervangen. Soms dringteen patiënt aan meer dan tien werkdagen ziekte-verlof ineens voorgeschreven te krijgen. Zijndirectie zou hem dat ingefluisterd hebben ommeteen recht te hebben op een tijdelijke leer-

kracht. Maar ik ben daar voorzichtig in.»• «Als een leerkracht en de directie met elkaaroverhoop liggen, ontstaat uit dat conflict negatie-ve stress. Deze disstress is dus niet direct te wijtenaan de persoonlijkheid van de leraar maar aan deconflictsituatie, aan de school dus. Of aan debemoeizucht van de ouders. De druk wordt tegroot, de arbeidsvreugde neemt af en de oudereleraars beginnen uit te rekenen hoeveel jaren zenog moeten werken eer ze met pensioen kunnengaan. Ze beginnen een neurasthenie te kweken.Een van mijn patiënten is een lerares van 52 jaar.Die is al drie jaar thuis omdat ze de conflictsituatieniet meer aankan.Stress kan zich op veel manieren uiten: verhoogdebloeddruk, hart- en vaatziekten en tal van psycho-somatische aandoeningen waaronder depressie hetmeest voorkomt. Sommigen geraken psychischover hun toeren en beginnen ineens meer straf tegeven. Aan het einde van het schooljaar komen erwel meer naar het spreekuur in een depressievetoestand. Dat zijn de leraars met een moeilijkeklas die hen geestelijk wurgt. Die willen danopgepompt worden om het nog enkele weken volte houden. Een depressie kan natuurlijk ook meeontstaan uit familiale moeilijkheden. Een depres-sieve leraar heb ik eens een jaar thuis gelaten.Maar dat is een grote uitzondering.»• «Alcoholisme duikt op school ook op. In detussenuurtjes wordt er geregeld gedronken. Ikkende een leerkracht die prima les gaf als hijnuchter was. Maar hij was een destructief drinker.Uiteindelijk heeft de pensioencommissie hem metvervroegd pensioen gesteld.»• «Sommigen willen eigenlijk bijkomende vakan-tie. Ze omkleden dat met een aantal klachten.Maar de uiteindelijke diagnose luidt: psychischeen beetje uitgeblust. Dat is een typisch verschijn-sel in de herfst en in de lente. En dan zijn erdegenen die het niet meer zien zitten en hun dagenoppakken. Dat begint vanaf 54 jaar.Er zijn er diedaar rond voor uit komen. En als ze van mij geendepressie op hun attestje meekrijgen, gaan ze driestraten verder. Door het huidige overaanbod aanartsen is het blijkbaar geen probleem om aanziekteverlof te geraken. Tal van collega’s komenveeleer uitzonderlijk met dit soort gevallen incontact maar ik heb er toch al enkelen ziek ge-maakt. Met een depressie, rugklachten en hogebloeddruk kan je alle kanten uit. Ik heb nog nooitgeweten dat de AGD een van mijn patiëntenopnieuw aan het werk zet.»

uur ging.Maar of le-raars lijdenaan beroeps-

ziekten? Naast de klas-sieke uitzonderingen ziende artsen nauwelijks ver-schillen in de ziektebeel-den van leraars en be-roepen uit de particulie-re sector. Leraars zijn al-vast geen profiteurs. Ze-ker niet in vergelijkingmet andere openbarediensten, verzekeren art-sen ons. Toch moeten zesoms opgepompt worden.En verschijnselen als ziek-tedagen opsparen en pen-sionitis zijn een teken aande wand. Twaalf getui-genissen.

Hoe pompje leraars op?

Page 9: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 9

Negatieve stress komt vaak door eenconflict op school.

• «Als u klaagt over uw rug kan ik u voor vierweken werkonbekwaam verklaren», verklapt devolgende arts, «terwijl ik een collega ken dieiemand met sciatique tien jaar thuis kan latenblijven. Die patiënt zeemt wel elke vrijdag samenmet zijn vrouw de ramen... Misschien is de con-trole-arts goed bevriend met de huisarts.»• «Ik betwijfel of een private controle-instellingwinst zal opleveren», weerlegt een andere huisarts.«Wat gaan de controle-artsen doen met de echtegevallen van depressie, want die bestaan ook. Diezijn meestal al in handen van een psychiater. Envan zware virale aandoeningen zoals geelzucht kande huisarts de nodige argumenten en de analyse-resultaten voorleggen. Stel dat ze op misbruiken alspensionitis vallen. Maar die leraars bollen uit. Ik hebdaar begrip voor. Die kunnen niet meer voor eenklas staan. Misschien hebben ze nog interesse voorminder stresserend werk op het secretariaat of zomaar het onderwijs kan daar niet in voorzien. Zoiemand opnieuw werkbekwaam verklaren? Na tweedagen wordt hij weer ziek...»

Een controle-arts:ontradingseffect• «Ik ben in enkele bedrijven controle-arts. Iktreed niet bijzonder streng op. Maar een effectievecontrole heeft een ontradingseffect. In een jaar tijdis het absenteïsme wegens ziekte van 6␣ % naar2,5␣ % gezakt.»

De leraars: ondanks alles• «Ik sta in het buitengewoon onderwijs. Dit jaarloopt het op onze school mis met de verdeling van delesuren. Ik word in de beroepsgerichte vormingopgescheept met 13 leerlingen. Dat is een onmoge-lijke taak. Intussen wordt een collega bevoordeeldmet slechts 3 leerlingen. Daar word ik ziek van.»

• «Ik zou eigenlijk thuis kunnen blijven», zegteen lerares derde graad ASO, TSO en BSO. «Doorspanning op mijn stembanden ben ik nog moei-lijk verstaanbaar. Dat duurt nu al enkele jaren enhoogst waarschijnlijk zou ik mij kunnen latenafkeuren. Maar dat doe ik niet. Ik geef graag lesen wil mijn beroep niet kwijt. Daarom gebruik iknu in de klas een micro met een klein zendertje.Het is wel vermoeiend en het vraagt ook eenextra inspanning van de leerlingen. Maar hetgaat wel.» Haar verhaal illustreert de houdingvan veel leerkrachten die NIET in het nieuwskomen, niet profiteren en er ondanks alles voorzorgen dat ze ‘s morgens voor hun klas staan.Ziek of niet ziek.

Een schooldirecteur:ziektedagen opnemen• «Een leerkracht speelde het klaar om de dag nade paasvakantie ziek te worden voor de rest vanhet schooljaar. Hij ging dan uitrusten in Spanje.Net voor de grote vakantie kwam hij fit en spring-levend weer eventjes naar school. Dat herhaaldehij heel cynisch drie keer na elkaar. Toen heb ik deminister, de administratie en de AGD gevraagdhoe zoiets kon. Pas nadat de ministerzelf is tussengekomen werd die leraaropnieuw aan het werk gezet.In mijn schoolgroep heb ik dit gevalals voorbeeld gebruikt. Het begon na-melijk een algemeen verschijnsel teworden bij de leraars tussen 50 en 60jaar van de technische afdeling. Haasteen vijfde van hen leed aan een ofandere vorm van pensionitis. En dat begon navol-ging te krijgen in de middenschool. Het ziektever-lof werd zelfs gepland van februari tot einde mei.In juni waren er slechts examens en die periodewas draaglijker voor de zieken.Blijkbaar bestaan er artsen met corrupte praktij-ken die dergelijk ziekteverlof willen voorschrij-ven. Als directie sta je daar machteloos tegenover.Er moeten twee dingen gebeuren. Maatregelennemen om het profitariaat in te dijken. Maar wemogen ook niet blind blijven voor het probleem.Als zovelen rond 58 jaar hun ziekte-dagen trachten op te nemen, is dat eenteken aan de wand. Dat betekent dateen aantal leraars helemaal zijn opge-brand en niet meer mee kunnen.Volgens mijn ervaring doet dat ver-schijnsel zich vooral voor in het tech-nisch en beroepsonderwijs. Het is in-derdaad vaak geen sinecure in eennijverheidsschool te staan. Maar er iseen tweede reden voor het wegblij-ven. Sommigen hebben, naast hunopdracht in het onderwijs, nog ande-re bezigheden. Veel leraars houtbe-werking hebben thuis een ateliertje.Die zijn in hun vrije tijd volop aan hetwerk. Die zijn nog zinvol bezig. Voorhen zou het een goede oplossing zijnmochten ze via hun opgespaard ziek-teverlof de school voortijdig kunnenverlaten. Dat is misschien de redendat pensionitis meer voorkomt in hettechnisch en beroepsonderwijs dan inhet algemeen vormend secundair on-derwijs.» ■

In een goed team

gaan leraars soms

ziek naar school.

Page 10: Klasse voor Leraren 39

Geenheksenjacht

Het Departement Onder-wijs legt 20 miljoen op-zij om zowat 20.000 con-trole-onderzoeken per jaar

Niet zo lang geleden was er nog een denkpisteom een globale enveloppe aan scholen of aangroepen van scholen toe te kennen voor vervan-gingen wegens ziekte, behalve voor arbeidsonge-vallen, bevallingsverlof en terbeschikkingstellingwegens ziekte. Intussen ligt deze piste bij dearchieven opgerold maar ze baarde wel enkelecijfers. De globale enveloppe voor het basisonder-wijs was vastgesteld op 4␣ % van het totaal aantalvoltijdse ambten waar een school(groep) regle-mentair recht op heeft. Voor het secundair onder-wijs was dat 3␣ %. Voor basis- en secundair onder-wijs samen rekende men op een enveloppe van3,7 miljard. De reële kosten lagen echter hoger enwerden geraamd op 4,5 miljard. Er bleef een saldoover van 752 miljoen. Dit getal werd wat inge-spalkt en is nu in de nieuwe controle-aanpak debasis voor de vooropgestelde besparing van 550miljoen.

Baaldagen afgeteldAls het Departement pakweg geen 500 voltijd-

se vervangers van zieke leerkrachten meer moetbetalen, is het besparingsdoel ruimschoots be-reikt. Men denkt hier vooral aan de «pensionitis»-gevallen omdat iedereen wel weet heeft van min-stens een geval. Maar concrete, harde cijfers ont-breken alsnog. Het Departement wijst vooral opde nieuwe mogelijkheden van de controle. De

baaldagen en het on-nodig rekken vanziekteverlof om eenvervanger af te pin-

gelen liggen nu in deeerste vuurlinie van de

besparingen. Als de directiehet te gortig vindt dat een leer-

kracht regelmatig een baaldagje neemtop maandag, kan ze controle aanvragen. Het al ofniet hebben van een doktersbriefje speelt hiergeen enkele rol.

Specialist op controleHet Departement wil duidelijk het «oneigen-

lijk gebruik» van ziekteverlof terugschroeven meteen ontradingstactiek en een strengere controle.Voor «pensionitis»-lijders luidt de diagnose vande behandelende arts of specialist veelal depressie.In zo’n geval stuurt de controle-instelling ook eenspecialist ter plekke. De zieke en zijn arts zullendus sluitende argumenten op de operatietafel moetenkunnen leggen. De private controle-instelling krijgtnochtans geen bijzondere richtlijnen mee. Ze hoeft

ting opnieuw ziek te worden. Als bij een betwis-ting het oordeel van een arbitrage-arts wordt inge-roepen, vallen de bijkomende kosten ten laste vanhet Departement. Na onderhandelingen met devakbonden bleek het niet haalbaar de kosten vande dure arbitrages af te wentelen op het perso-neelslid dat in het ongelijk werd gesteld.

Het opnemen van opgespaarde ziektedagengeldt alleen voor echte zieken. Men kan er nietvervroegd mee op pensioen gaan. Ook daar zalmen met een verse loep op toekijken. Toch twij-felt men eraan of deze nieuwe reglementering hetgewenste effect zal hebben. Strengere controlesinvoeren om het aantal langdurige periodes vanziekte gevoelig terug te schroeven volstaan niet.Het schoentje wringt ergens anders.

Gouden handdrukOudere en/of uitgebluste leraars moeten aan-

trekkelijke uitstapmogelijkheden krijgen. De AGDverklaarde vroeger tal van leraars ongeschiktvoor verder werk in het onderwijs maar nog welgeschikt voor een administratieve functie. Aandie beslissing kon echter geen gevolg wordengegeven. Het basisonderwijs beschikt niet overspecifieke administratieve functies. In het se-

niet per se op twee controle-bezoeken één leraarvervroegd weer voor de klas te zetten. Men hooptdat de controle-artsen gewoon hun werk doenvolgens hun deonthologie. Na een jaar volgt ereen evaluatie, waarbij zal worden onderzocht hoeveel«zieke» leraars terecht of onterecht het werk moestenhervatten.

Zelfs met de vernieuwde reglementen is hetnog mogelijk om na een verplichte werkhervat-

Alleen de misbruikentegengaan.

cundair on-derwijs zou-den er welmeer moge-l i jkhedenzijn voor eenjob in het middenkader. Veelal begon de betrok-ken leraar als laatste redmiddel te lijden aan«pensionitis», bij gebrek aan een redelijke uit-stapmogelijkheid.

Als terbeschikkingstelling en reaffectatie tersprake komen vinden veel directies het trouwensfrustrerend dat het altijd de jongste in dienst is diemoet verdwijnen. Vaak is die leerkracht al hele-maal geëngageerd in het schoolteam. Intussenverlangen in diezelfde school oudere leraars nietsliever dan eruit te stappen. Er staat nog nietsconcreets op papier maar de idee leeft om eengunstige uitstapregeling te bedenken voor wieouder is dan 55 zodat de jongere in dienst kanblijven. Het Departement vermoedt dat een grootaantal leraars met «pensionitis» vrijwillig het on-derwijs zouden verlaten als het financieel verliestot een minimum wordt beperkt. Een eventueleuitstapregeling moet aantrekkelijk zijn, zo nietheeft ze geen zin. In afwachting van deze goudenhanddruk, gezondheid! ■

Geen ziektedagen

meer opsparen.

te kunnen be-talen. «Bekijkdat niet als een

heksenjacht», beklem-toont secretaris-generaalGeorges Monard. Tochhoopt men 550 miljoente besparen met de nieu-we regeling voor de con-trole op het ziektever-zuim. Waar staat de stokachter de deur?

Page 11: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 11

De nieuwe regeling i.v.m. ziekteverlof gaat waarschijnlijk in vanaf 1 januari 1994. Na deafsluiting van de gunningsprocedure ontvangt elke school een omzendbrief met deprecieze richtlijnen, waaronder de naam van de private controle-instelling, de adres-sen waar de medische attesten en de aanvragen van controles naartoe gestuurdmoeten worden en de nieuwe formulieren.

en watveranderter niet?• Zoveel dagenIn principe kunnen vastbenoemde ledenvan het onderwijzend personeel die wegensziekte verhinderd zijn hun ambt normaaluit te oefenen tot 30 dagen bezoldigd ziek-teverlof per jaar krijgen. Om het totaalaantal dagen precies te bepalen wordt reke-ning gehouden met de sociale en de geldelij-ke anciënniteit. Dat is een ingewikkelde be-rekening, waarbij uw werkstation u kanhelpen.

• Zoveel regelsHet geneeskundig AGD-nummer blijft al-leen behouden voor de materie die de AGDnog behandelt. De AGD blijft bevoegd vooraanwervingsonderzoeken, arbeidsongeval-len (formulier AGD 1B) en als pensioen-commissie. Het AGD-formulier voor arbeids-ongevallen (AGD 1 B) blijft bijgevolg gel-dig. Ook de reglementering van het ziekte-verlof (de berekening van het krediet aanziektedagen, de wijze van betaling van ziekepersoneelsleden, de terbeschikkingstellingwegens ziekte) verandert niet.

Wat verandert er...• Wat moet een ziek personeelslid doen?Bij afwezigheid wegens ziekte voor méér dan één dag moet hij, naast de onmiddellijkemededeling, een afwezigheidsattest zenden naar de schooldirectie en een medisch attestnaar de controle-instelling.Het AGD 1-formulier wordt vanaf 1 januari niet meer gebruikt. Met afwezigheidsattest enmedisch attest worden nieuwe formulieren bedoeld die het Departement Onderwijs opmaakt.Daarop moet de behandelende arts een aantal voorgeschreven inlichtingen invullen.Op het afwezigheidsattest, dat naar de directie gaat, staat geen diagnose. Zo wordt hetmedisch geheim bewaard. Maar op het medisch attest, dat naar de controle-instelling gaat,staat wel een diagnose zodat de controle-arts een vertrekpunt heeft.

• Wat moet de directie doen?De directie kan een controle vragen als ze dat nodig vindt. Ze moet een afschrift van deafwezigheidsattesten zenden naar het bevoegde werkstation op het Departement Onder-wijs als een personeelslid tijdens het lopende schooljaar méér dan 60 kalenderdagenafwezig is wegens ziekte.

• ControleHet werkstation op het Depar-tement Onderwijs kan nu ookeen controle-onderzoek aanvragenop schriftelijke, telefonische ofgefaxte vraag. Personeelsledendie afwezig zijn wegens ziektekunnen ook zelf een controle-onderzoek aanvragen via hunwerkstation. De tussenkomst vande directie is daarbij niet nodig.Controle-onderzoeken gebeu-ren in principe bij het perso-neelslid thuis. Wie het huis magverlaten en bij wie de controle-arts zich tevergeefs aanmeldt,wordt opgeroepen om naar decontrole-instelling te gaan. Decontrole-arts laat in dat gevaleen bericht na.

• BeroepAls de behandelende arts de diag-nose van de controle-arts niet

kan bijtreden, wijzen beiden gezamenlijk een arbitrage-arts aan. De controle-instelling doetdaarvoor een beroep op medici die geen controle-arts zijn. De arbitrage-arts kan ook niet uitdezelfde regio van de behandelende arts komen. De arbitrage-arts doet binnen 24 uur zijnonderzoek en geeft de betrokkene onmiddellijk een afschrift van zijn definitieve beslissing.De controle-instelling zal de directie op de hoogte brengen van de beslissing van de controle-arts, van het akkoord tussen behandelende en controlerende arts of van de arbitragebeslissing.Het Departement wordt enkel verwittigd van de beslissingen, akkoorden of arbitrage beslis-singen in de gevallen waarin het zelf een controle-onderzoek aanvroeg.

• SanctiesEen nalatig personeelslid dat bijvoorbeeld de beslissing van de controle-arts om het werk tehervatten naast zich neerlegt, kan van zijn inrichtende macht een tuchtstraf krijgen.Bovendien wordt hij als onwettig afwezig beschouwd en verliest hij zijn recht op salaris ofsalaris-toelage voor de duur van de afwezigheid. Wie meer dan 10 kalenderdagen onwettigafwezig is wordt ambtshalve en zonder opzegging ontslagen.

Page 12: Klasse voor Leraren 39

12 KLASSE NR.39

beleidsorganen. Het Vlaams Ondersteuningscen-trum voor de Basiseducatie staat in voor de begelei-ding van de centra op het vlak van organisatie-opbouw, opleiding en bijscholing van de lesge-vers, ontwikkeling van goed leermateriaal, data-verzameling, rapportage, onderzoek en interna-tionale contacten. Er is daarnaast ook een Raadvoor de Basiseducatie die werkt als een autonoomadviesorgaan van de Minister. De raad adviseertover erkenning of niet-erkenning van de centra enover opties voor de toekomst.

De basiseducatie is een beetje kleine broer inhet Vlaamse onderwijs. Er zijn 29 Centra voorBasiseducatie, zowat 10.000 cursisten per jaar,280 lesgevers en een budget van zowat 450␣ mil-joen frank. Dat is niet veel als je het vergelijktmet het Onderwijs voor Sociale Promotie met zijn140.000 cursisten en een budget van 2,6 miljardfrank. De lesgevers in de basiseducatie werkenmomenteel met een bediendenstatuut. In de toe-komst zullen zij wellicht een statuut krijgenbinnen het onderwijs.

Steeds meer jongeren diegéén diploma secundaironderwijs behaalden,komen rond hun twin-tigste o.a. leren lezen en

B A S I S E D U C A T I Eschrijven in een centrumvoor basiseducatie. Daarzijn nu al 21␣ % van decursisten jonger dan 25jaar. En hun aantal stijgt.

Voor wieuit de bootviel

De cursisten zijn vroeger nooit verder geraaktdan de tweede graad secundair onderwijs. Ze zijnopvallend jong. Bijna 60␣ % is jonger dan 35 jaaren de groep beneden de 25 jaar blijft stijgen. Demeerderheid (58␣ %) van de deelnemers zijn vrou-wen. Een kleine meerderheid (55␣ %) zijn Belgen,een aanzienlijke minderheid (45␣ %) zijn vreem-delingen. De helft van hen komt uit Turkije ofMarokko.

Meer dan analfabetenHUGO VERDURMEN, Directeur Vlaams Ondersteu-ningscentrum voor de Basiseducatie (VOCB):«Vlaanderen telt nog altijd zo’n 250.000 mensendie niet of onvoldoende kunnen lezen en schrij-ven. Het VOCB is er echter niet alleen op uit om

erkenning te vinden voor hetalfabetiseringsprobleem. Die er-kenning is er immers al, ookbudgettair. Basiseducatie is van-daag meer dan alleen maar le-ren lezen en schrijven. Onzecursisten willen sociale vaardig-heden leren, willen hun maat-schappelijk functioneren en hunpersoonlijke ontplooiingskansenverbeteren. De centra voor ba-siseducatie moeten leren den-ken in termen van rendementen efficiëntie. Het nieuwe doelvan de centra voor basiseduca-tie is om het cursussenaanbodaantrekkelijker te maken en meerte doen aansluiten op een be-paalde opleiding of werksitua-tie. De cursisten willen nu voor-al op korte termijn scoren wantze willen beter werk. Niet overdrie jaar, maar over drie maan-den. Ten slotte blijft voor onssteeds de uitdaging om die mensente bereiken die in achterstands-situaties of in risicogroepen opde arbeidsmarkt zitten.»

De centra voor basiseducatieworden ondersteund door twee

De cursisten willen resultaat,niet binnen drie jaar maarbinnen drie maanden.

EindtermenDe Commissie voor Pedagogische Zaken van het

VOCB werkt ondertussen samen met de Dienstvoor Onderwijsontwikkeling (DVO) aan eindter-men voor de basiseducatie. De basiseducatie wilimmers werk maken van een echt intensief aan-bod taal- en rekenvaardigheid, sociale kennis ensociale vaardigheden met duidelijke eindtermenén gericht op doorstroming in ander onderwijs- ofopleidingsaanbod.VERDURMEN: «Er liggen grote uitdagingen in deherstructurering van het volwassenenonderwijs.Dat kan trouwens van ons nog wat opsteken.Cursistgerichtheid, maatwerk, ruimte voor cur-sistenbegeleiding, trajectbegeleiding, explicieteaandacht voor doelgroepen in achterstandssitua-ties of de problematiek van sociale uitsluitingvind je allemaal in de basiseducatie terug. Delaatste twee jaar hebben we prioriteit gegeven aande organisatorische uitbouw van de centra. Nu ishet tijd om het cursusaanbod evenwichtiger temaken en beter af te stemmen op de werkelijkebeginsituatie van de cursisten en op hun verwach-tingen.»

PluralismeVERDURMEN: «Het volwassenenonderwijs staat meevooraan op de politieke agenda van de VlaamseMinister van Onderwijs. Wij pleiten natuurlijkvoor een verdere integratie van de basiseducatiein het volwassenenonderwijs. Maar dat betekentniet dat de vroegere pedagogische of organisatori-sche verworvenheden op de helling worden gezet.Wij willen absoluut niet dat het pluralisme verlo-ren gaat.»

De basiseducatie is niet netgebonden en wil dieonafhankelijkheid behouden. Toch wil ze graaghaar eigen plaats innemen binnen het volwasse-nenonderwijs. Aan ambities is er trouwens geengebrek. Dit schooljaar wil men graag het aantalcursisten fors zien stijgen. Het volwassenenon-derwijs is in beweging en kleine broer basiseduca-tie laat zijn tanden zien. ■

Vlaams Ondersteuningscentrum voor de Basiseducatie- Frankrijklei 64 - 2000 Antwerpen - +␣ 03-226 84 83 -fax 03-226 82 29

Page 13: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 13

Studenten in deenveloppeVan de 135 hogescholen

blijven er weldra maareen twintigtal meer over.Hogescholen met 4000 tot

6000 studenten kunnenop een optimale enveloppevoor hun financieringrekenen. Dat staat in hetvoorontwerp van decreetop de hogescholen in deVlaamse Gemeenschap. Deschaalvergroting van hethoger onderwijs buitende universiteit (HOBU)krijgt op 1 oktober 1994definitief vorm. De nieu-we regelingen voor on-der meer financiering enbeheer treden in werkingvanaf januari 1995. In-tussen roept het ontwerp-decreet ook spanningenop.

H O G E R O N D E R W I J S

blijven nog zes autonome officiële instellingenover: twee in Oost-Vlaanderen en één in elkeandere provincie. In het vrije net onderhandeltmen nog over de fusies. Deze fusie-operatie iswellicht niet eenvoudig, omdat instellingen meteen verschillende schoolcultuur onder één enkeladministratief bestuur komen. Daarenboven lig-gen de afdelingen vaak verspreid over een heleprovincie.

Er komen minder maar groterehogescholen.

Onze afgestudeerden van het hoger onderwijsmoeten op de Europese arbeidsmarkt hun con-currentiepositie behouden. Studenten hoeven goedonderwijs ook niet in de buurlanden te zoeken.Net als de universiteiten kunnen de hogescholenvoortaan soepeler meespelen op het internationa-le toneel. De overheid schept daarom voorwaar-den voor een kwaliteitsgericht hoger onderwijs.Die kwaliteit moet echter betaalbaar blijven. Hetbeschikbare krediet van bijna 17 miljard moet eenoptimale besteding krijgen.

VersnipperingIn Vlaanderen zijn de meeste hogescholen te

klein terwijl het onderwijsaanbod relatief groot is.Dat leidt tot versnippering van mogelijkheden enmiddelen. Vorig jaar waren er in meer dan 100van de 135 HOBU-instellingen van het korte type(HOKT) minder dan 600 studenten ingeschre-ven. Hetzelfde gold voor 7 van de 26 hogescholenvan het lange type (HOLT). Daarnaast kwam geenenkele van de 14 kunsthogescholen aan 600 stu-denten.

Nu komen er twee schaalvergrotingen: éénvoor de hogescholen en hun inrichtende machtenen één voor de opleidingen. Het totale aantalhogescholen vermindert tot een twintigtal. Er

Toch kan een grotere hogeschool zich beteropstellen als een volwaardig alternatief voor deuniversiteit én als partner ervan. Het budget krijgteen doelmatiger besteding. Het wordt mogelijkkostbare apparatuur, bibliotheken, sociale voor-zieningen en andere vormen van dienstverleningaan de studenten te concentreren. De schaalver-groting en de enveloppe-financiering vereisen weleen soepeler personeelsbeleid en een beter mana-gement. Deregulering houdt immers zelfdisciplinein want met de globale enveloppe moeten zowelpersoneels- als werkingskosten betaald worden.

De enveloppe-financiering is een prikkel voorbeheersbare schaalvergroting. Instellingen met4000 tot 6000 studenten krijgen een optimalefinanciering. Op deze wijze voorkomt men ookechte mastodont-hogescholen.

SpanningenBetaalbare kwaliteit omvat kwaliteitszorg en

-bewaking. Hiervoor zouden, net als bij de uni-versiteiten, visitatiecommissies kunnen instaan.

Het hoger onderwijs van het korte type krijgteen nieuwe organisatie in studiegebieden, oplei-dingen en opties, met de mogelijkheid tot voort-gezette opleidingen. Nieuw in het voorstel vandecreet is dat nu ook de opleiding in de kunstenintegraal in het hoger onderwijs wordt opgeno-men.

Het ontwerpdecreet roept onvermijdelijk span-ningen op. De universiteiten willen tegenover dehogescholen hun eigenheid bewaren. De hoge-scholen mogen, volgens rector Dillemans van deKU Leuven, het schaarse geld voor wetenschap-pelijk onderzoek niet afsnoepen van de universi-teiten. In het HOBU vraagt men zich af of detewerkstelling van de vastbenoemde lesgeversniet in gevaar komt. Artikel 204 van het ontwerp-decreet beperkt het aantal vastbenoemden tot tenhoogste 64 % van het onderwijzend personeel.Nu is dat 80 %. Benoemingen en ontslagen han-gen trouwens voortaan af van de autonome be-slissingen van de directie van de hogeschool zelf.

De enveloppe wordt nog niet dichtgeplakt. Devakbonden stuurden het ontwerp al bij. Daar-door komt er in het schoolbestuur een tegen-macht. Onderhandelingscomités bespreken sa-men met het bestuur de arbeidsvoorwaarden, devakantieregeling inbegrepen. De vakbonden be-treuren het invoeren van de enveloppefinancie-ring. De socialistische en liberale vakbond blijvenop het gevaar van de politisering wijzen in deofficiële hogescholen omdat het verkozen perso-neel onvoldoende aanwezig is in de bestuursor-ganen. Dra stoppen ook de Vlaamse Onderwijs-raad (VlOR), de Sociaal Economische Raad vanVlaanderen (SERV) en de Raad van State hunadvies nog in de HOBU-enveloppe. ■

Page 14: Klasse voor Leraren 39

J O U R N A A L

14 KLASSE NR.39

Meer neuzen geteld. De eerste telling inhet onderwijs bevestigt de trend vanvorig jaar. Er zijn dit schooljaar meerkleuters (+2,09␣ %), minder leerlingen inhet lager onderwijs (-1,31␣ %) en meerscholieren in het secundair onderwijs(+0,69␣ %) in vergelijking met septem-ber 1992. In concrete getallen: kleuter-onderwijs 218.905 kopjes, lager onder-wijs 395.786 koppen, secundair onder-wijs 435.918 en buitengewoon onder-wijs 36.297 leerlingen. Dat geeft eenalgemeen totaal van 1.086.906 leerlin-gen in het basis- en secundair onderwijs

tegenover 1.083.746in september 1992.

Vrouwvriendelijk. Het voorontwerp vandecreet op de hogescholen in de VlaamseGemeenschap werd gewijzigd. Dat gebeurdena onderhandelingen met de vakbon-den. De financiering van hogescholenmet een aantal tussen 4000 en 6000studenten ligt nu op een platform. Onge-acht of ze nu 4001 of 5999 studentenhebben, worden ze gelijk gefinancierd.Er werd daarenboven een vrouwvriende-lijke maatregel doorgedrukt. Voordat elkehogeschool zijn eigen financieringsen-veloppe krijgt stopt men een som in eenglobale pot om de zwangerschapsverlo-ven te betalen. Zo belast de aanwezig-heid van vrouwelijk personeel de instel-ling niet meer. Of om het met de woor-den van de onderwijsminister te zeggen:«Minder-zwangere hogescholen zijn so-lidair met de meer-zwangere.»

ting zijn 10.000 leerplichtige kinderenofwel niet ingeschreven ofwel regelma-tig afwezig. Waar medewerking van deouders uitblijft worden sancties overwo-gen. Zo zouden ze geen kinderbijslagmeer krijgen.

Magere schoolkoe. De Europese Gemeen-schap bezuinigt vanaf volgend jaar opde uitgaven voor schoolmelk. Zo’n 31miljoen leerlingen van de basisschoolen het secundair onderwijs profiteerdenvan dit gesubsidieerde melkrietje. Maarsinds 1980 zijn de kosten vervijfvou-digd. Dit jaar zou de regeling zowat 8miljard uit de EG-begroting opslokken.Dat is te veel vonden de ministers vanlandbouw. De steun voor de melkbede-ling wordt van 125␣ % van de richtprijsteruggebracht tot 95␣ %.

Vrouwen jonger, mannen ouder. Hetgros van het mannelijk personeel in hetVlaams onderwijs is tussen 31 en 55jaar oud. De vrouwen tussen 26 en 45.In het basisonderwijs is het vrouwelijkonderwijzend personeel opmerkelijk jon-ger, tussen 21 en 45 jaar, terwijl deleeftijdspiramide van de mannen er hetbreedste is tussen 41 en 50 jaar. Hetbasisonderwijs bestaat uit 76␣ % onder-wijzeressen en 24␣ % onderwijzers. In hetsecundair onderwijs zijn de geslachtenmin of meer gelijk verdeeld.

Gebuisd. Van de studenten die nu nahet secundair onderwijs naar de univer-siteit gaan mislukt 57␣ %. Daarom pleit

de Contactgroep Academisch Onderwijs vanhet Nationaal Fonds voor Wetenschap-pelijk Onderzoek (NFWO) voor de in-voering van maturiteitstoetsen. Profes-sor Piet Janssen van de KU Leuven werk-te zo’n toets uit voor psychologie. Hijbeschouwt de toets als een niet-bindendadvies en hoopt op meer zelfselectie vande student. Wel zouden studiebeurzenen andere financiële voordelen eraangekoppeld kunnen worden. Intussenzakten de slaagcijfers aan de KU Leuventijdens het academiejaar 1991-92 naareen dieptepunt. Van alle eerstejaars slaag-den nog geen 45␣ % (vroeger 48␣ %), inde humane wetenschappen 40␣ % (vroe-ger 44␣ %), in de medische wetenschap-pen 48␣ % (vroeger 56␣ %) en in de exactewetenschappen 55␣ % (vroeger 56␣ %).

Gratis is duur. Bij onze Franstalige bu-ren tasten de ouders ook in de beurs voorschooluitgaven: gemiddeld 5167 frankper jaar in het kleuteronderwijs, 10.888frank in het lager en 18.044 frank in hetsecundair onderwijs. In Vlaanderen be-talen de ouders gemiddeld 3611 frankvoor een schoolgaande kleuter en 8039tot 10.286 frank voor een lagere-school-kind. In het Vlaams secundair onderwijszijn de gemiddelde kosten 15.632 frankper scholier. De verschillen tussen descholen zijn evenwel indrukwekkend. Inde ene school betalen ouders 7500 franken in een andere 24.000 frank.

Uitgezonden. Afgestudeerde mannenhoger secundair technisch en beroeps

Recyclage. In de eerste graadvan het Franstalig secundaironderwijs leggen vanaf vol-gend schooljaar de scholie-ren nog enkel een examen afaan het eind van het tweedejaar. Om die operatie voor tebereiden moeten alle betrok-ken leraars twee dagen bij-scholing volgen. Ook de di-recteurs en de inspecteurs krij-gen een recyclage.

Minder banen. In het secun-dair onderwijs veroorzaaktende inkrimping van de mini-mumpakketten en de toepas-sing van 98␣ % van het aan-wendingspercentage een ver-lies van 1026 voltijdse ba-nen. In de praktijk verliezenzowat 2000 leraars uren. Op1 september gingen ook nog363 leraars met pensioen.

Ouders gestraft. De Intermi-nisteriële Conferentie voor hetMigrantenbeleid keurde eenactieplan goed. Dat dient omin het Brusselse het school-verzuim bij migrantenjonge-ren te bestrijden. Naar schat-

Geven en nemen. Volgend jaar beschikt onderwijs over 218,2miljard beleidskredieten. Hiervan gaan 169,6 miljard naarlonen, 20 miljard naar werking, 20 miljard naar universiteitenen 8,3 miljard naar diversen. Dat is in het totaal 6,7 miljardmeer dan dit jaar en 17,2 miljard meer dan in 1992. In derubriek lonen zijn de grootste stijgers inspectie (+10␣ %) enkunstonderwijs (+11␣ %). De rubriek werking heeft als grootstedaler de sociale sector HOBU (-25␣ %). Stijgers zijn zeevaarton-derwijs (+443␣ %) en inspectie (+16,5␣ %). In de rubriek univer-siteiten wordt 27␣ % minder aan fundamenteel onderzoekuitgegeven. Als stijgers vallen in de rubriek diversen op:algemeen onderwijs en vorming (+9,5␣ %), voorrangsbeleid(+4,5␣ %) en studietoelagen (bijna 3␣ %). Dalers zijn afstands-onderwijs (-1␣ %) en leerlingenvervoer (-4␣ %).

vinden opvallend veel werkvia een uitzendkantoor. Eénop de vijf geraakt hiermee aaneen eerste job. Bij de vrouwe-lijke collega’s is dit één op deelf. Dit constateerde Jan Denysvan het Hoger Instituut voorde Arbeid na een steekproef inhet Leuvense. Volgens hemgroeit in deze tijd van recessiede interesse voor een interim-job. Maar interimjobs blijkenminder dan gemiddeld aan tesluiten bij de gevolgde studie-richting. Dit wijst duidelijk opeen tweede keuze bij het zoe-ken naar een baan.

Regent. Zolang de discussieover het nieuw perspectief vanhet lerarenambt niet afgerondis, omschrijft het aangepastontwerpdecreet op de hoge-scholen de regent als een ge-aggregeerde voor het lager se-cundair onderwijs. Voorlopigblijft alles dus bij het oude.Zowel de huidige als de kan-didaat-regenten behoudenhun onderwijsbevoegdheid inde eerste en tweede graad.Meer daarover op p. 24.

Page 15: Klasse voor Leraren 39

IDEE

EEN, TWEE, DRIE... MARSIn de Genkse bossen staat een ultramo-dern planetarium, het meest modernevan België. In het Europlanetarium krij-gen uw leerlingen weer sterretjes in deogen. Er is een programma voor elkeleeftijd. En leerkrachten mogen dankzijKLASSE gratis op bezoek tot eind januari.

Page 16: Klasse voor Leraren 39

16 KLASSE NR.39

EEN, TWEE, DRIE...MARS aWat maakt de aarde zo speciaal dat er blijk-baar enkel hier leven voorkomt␣ ? Is er elders inhet heelal leven mogelijk␣ ? Welke acties heeftmen al ondernomen om met andere levens-vormen in contact te komen␣ ? In het Europlane-tarium kunt u met uw leerlingen de prachtigesterrenhemel boven Vlaanderen en de rest vande wereld ontdekken. Een ultramoderne au-dio-visuele installatie brengt u samen met DirkFrimout aan boord van de Space Shuttle. Ubeleeft een spannende ontdekkingstocht naaronze buren in het zonnestelsel, u maakt kennismet het fenomeen meteoren en u bekijkt enke-le sterrenbeelden die onze nachtelijke sterren-hemel sieren. Een bezoek aan het Europlanetarium duurtzo’n anderhalf uur. U kunt het gemakkelijkcombineren met tal van andere attracties inde provincie Limburg. De Educatieve Dienststaat trouwens tot uw dienst om een speciaalprogramma voor uw bezoek samen te stel-len.De toegangsprijs bedraagt 70␣ fr. per leer-ling. Enkele keren per jaar verschijnt eeninfoblad voor leerkrachten waarin watdieper wordt ingegaan op items als eclip-sencyclus, remote sensing enz. Als u uwnaam en adres doorgeeft krijgt u dit gratisthuisbezorgd.GRATIS TOEGANGWie zich als leerkracht meldt (met de groetenvan KLASSE) mag tot eind januari gratis bin-nen in het Europlanetarium. Er zijn voorstel-lingen op woensdag (15 u. en 16 u. 30), vrijdag(20 u.) en zondag (15 u. en 16 u. 30). Reserve-ren is wenselijk.STERRENKIJKDAGOp 23 november verwachten alle volkssterren-wachten u voor een blik in de ruimte. Vooradressen en uren belt u 089-35 27 94 (Lim-burg), 03-455 24 93 (Antwerpen), 09-264 47 75(Oost-Vlaanderen) en 050-39 05 66 (West-Vlaan-deren).Europlanetarium - Educatieve Dienst - Kattevennen19 - 3600 Genk - +␣ 089-35 27 94

RECENT ONDERZOEK aUitgevoerd in opdracht van het Ministerievan de Vlaamse Gemeenschap, DepartementOnderwijs (Fonds voor Kollektief Fundamen-teel Onderzoek - Ministerieel Initiatief). U kuntbij de onderzoekers zelf een exemplaar bestel-len.• De mythe van het tweede diploma? Explo-ratief onderzoek naar de deelname aan post-graduate studies, aangepaste onderwijsor-ganisatie in het licht van wijzigende te-werkstellingsmogelijkheden (FKFO-MI-pro-ject nr. 90.15)Onderzoek door F. Van Holen (promotor: prof. dr. A.Libotton) - VUBrussel - Faculteit voor Psychologie enOpvoedkunde - Eenheid Onderwijskunde - Pleinlaan 2- 1050 Brussel - +␣ 02-641 26 27• Opvang van en onderwijs aan eerstejaars-studenten aan de Vlaamse universiteiten.Een evaluatief overzicht (FKFO-MI-projectnr. 91.03)Onderzoek gecoördineerd door I. Jacobs (interuni-versitaire stuurgroep o.l.v. prof. dr. J. Heene) - VlaamseInteruniversitaire Raad - Egmontstraat 5 - 1050Brussel - +␣ 02-512 91 10• Vergelijkend onderzoek naar de systemen

van kwaliteitszorg in het hoger onderwijs inNederland, Frankrijk en het Verenigd Ko-ninkrijk (FKFO-MI-project nr. 92.10)Interuniversitair project in het kader van NFWOContactgroep Academisch Onderwijs - Onderwijsuitgevoerd door dr. C. Nelissen, met de medewer-king van M. Bronders (promotor: prof. dr. R. Dejae-gere) - VUBrussel - Pleinlaan 2 - 1050 Brussel -+␣ 02-641 20 77

PAROLE À DEUX sHet zesde Spreekvaardigheidstornooi Frans als vreemdetaal komt eraan. De wedstrijd is voorbehoudenaan leerlingen van de derde graad secundaironderwijs. De leerlingen nemen per twee deel,maximum drie duo’s per school. De wedstrijdbestaat uit twee delen: de uiteenzetting vaneen standpunt (het onderwerp is vrij) en deverdediging (beantwoorden van vragen vanpubliek en jury). Beide deelnemers moeten inbeide gedeelten evenredig aan bod komen. Denadruk ligt wel op de spreekvaardigheid, deovertuigingskracht, het vast in de schoenenstaan. Op het tweede gedeelte staan dan ookmeer punten.Inschrijven kan tot 14 januari. Op 2 en 9februari zijn er regionale schiftingsproeven enop 2 maart vindt de finale plaats in Antwer-pen.Centrum voor Didactiek - Sectie Frans - Prinsstraat13 - 2000 Antwerpen - +␣ 03-220 46 80

IN 2000 BEN IK GROOT bAlle kinderen van de vijfde en zesde klaskunnen meedoen aan de verhalenwedstrijdvan ECI. De opdracht is een verhaal vanmaximum twee handgeschreven bladzijdenover het onderwerp In 2000 ben ik groot. Deel-nemen is gratis en voor elke deelnemer stortECI 25␣ fr. op de rekening van Unicef voor eengezondheidsprogramma in Vietnam. Tot 15december kunnen uw leerlingen nog verha-len opsturen. De vijftig beste inzenders komensamen op een kinderfeest op 29 mei 1994. Deeerste prijs is een reis naar Disneyland (Vere-nigde Staten) voor de winnaar en zijn/haarouders.ECI-verhalenwedstrijd - Plantin en Moretuslei 220 -2018 Antwerpen 1 - +␣ 03-235 76 60

NIET WAT JE ZIET sKijken naar en spreken over moderne kunststaat centraal in de mobiele schooltentoon-stelling Je ziet niet wat je ziet. U kunt de ten-toonstelling naar uw school halen en De Kunstbankorganiseert er ook rondleidingen bij. Daar-door worden de leerlingen actief betrokken(o.a. met een creatieve wedstrijd). Dit projectis opgenomen in de Dynamo 2-catalogus (nr.26).U kunt ook workshops en lezingen organiseren.In de workshops leert Idriz Jossa uw leerlingent-shirts bedrukken, van ontwerp tot eindfase. Indrie sessies van drie uur maken ze zo ook kennismet de wereld van de beeldtaal. Malou Swinnenschetst in haar lezing de geschiedenis en pro-blematiek van de portretfotografie aan de handvan foto- en videomateriaal. De lezing duurtanderhalfuur voor maximum 25 leerlingen.Op 11 en 12 december houdt de Kunstbankzijn jaarlijkse opendeur. U hoort dan ook meerover nieuwe projecten die op stapel staan.De Kunstbank - Lydia Andries - Vaartstraat 30 -3000 Leuven - +␣ 016-23 31 23

ABS-SYSTEEMBij elke tip in het katern vindtu een letter: a, b of s. Datverwijst naar de specifieke doel-groep van het idee. a staatvoor algemeen, b voor basis-onderwijs en s voor secundairen hoger onderwijs. Zo vindtu snel uw weg in het groteaanbod.

NAMASTE NEPAL sIn Namaste Nepal! -wat bete-kent «gegroet Nepal»- lezenwe het reisverslag van achtleerlingen (Wereldklassers uithet Zeelyceum in Den Haan)die ter plaatse op verkenninggingen. Zij vertellen over hetdagelijks leven en overlevenvan hun leeftijdgenoten: vooralde meisjes hebben het nietmakkelijk in deze mannen-maatschappij. De brochure isgratis verkrijgbaar op schrif-telijke aanvraag.Algemeen Bestuur Ontwikke-lingssamenwerking - Informatie-dienst - Marsveldplein 5 bus 57 -1050 Brussel

Page 17: Klasse voor Leraren 39

ZEKER zien.

KLASSE NR.39 17

CHARTA 91 aVoor een nieuw onderwijselan is een open Charta-forum rond onderwijsdemocratisering, verdraag-zaamheid, antiracisme en mundiale vorming.Het forum richt zich tot leerkrachten, studen-ten en scholieren van alle netten en van allestudieniveaus in Vlaanderen. Op het programmastaan toneel (Sneeuw van K. De Feyter, voor 14-plussers), debatten over de kwaliteit van onsonderwijs en over non-discriminatie, een workshop(educatieve ateliers in democratie) en de pre-sentatie van het Charta-manifest. Er zijn per-manente informatiestands en er is kinderop-vang.Het Charta-forum vindt plaats op 20 novem-ber in Sint-Niklaas. De toegangsprijs bedraagt150␣ fr. voor leerkrachten en 100␣ fr. voor scho-lieren.Charta 91 - Walter Lotens - Grétrystraat 2C - 2018Antwerpen - +␣ 03-239 54 90

TONEEL OP SCHOOL s• ZELF «AJAX» SPELENDit is een eenakter van 45 min. over de machts-honger en hebberigheid van Odysseus versushet rechtvaardigheidsgevoel en de droom vanAjax. Leraar Danny Pleumeekers schreef hetvoor leerlingen van 12 tot 14 jaar. U kunt

makkelijk heel de klas bij de enscenering be-trekken. De tekstbrochure kost 30␣ fr.Vereniging Vlaamse Leerkrachten - Zwijgerstraat 37- 2000 Antwerpen - +␣ 03-237 65 59• HOUDBAAR TOT DONDERDAGDe acteurs spelen een hele reeks botsingen uit,zonder pasklare antwoorden, maar vooral viarechtstreekse dialoog. Het stuk gaat over men-sen die toevallig met elkaar geconfronteerdworden. Misschien komen ze zelfs in conflictmet het publiek. Dit publiek bestaat bij voor-keur uit leerlingen van 14 tot 16 jaar, maxi-mum 200 per opvoering. Er is ook een begelei-dingsmap voor de leerkracht beschikbaar. Deuitkoopsom bedraagt 19.000␣ fr.Theatergezelschap Maria Verstappen - Kalliope FV -Moonsstraat 24 - 2018 Antwerpen - +␣ 03-238 44 55

VERKEERSBORDEN bOp het verkeersbordenvel staan vijf borden. Zezijn niet ingekleurd en u kunt ze makkelijkkopiëren naar een A4-blad. U kunt één gratisexemplaar aanvragen. U beschikt zo over goed-koop illustratiemateriaal én u kunt de borden(als u ze op een stevige ondergrond kleeft) ookgebruiken voor praktische verkeersoefeningen.Verkeerspedagogisch Instituut - Spinnersstraat 29 -8800 Roeselare - +␣ 051-21 04 17

• IN DEPOT - UIT DEPOT: VAN 13/11 TOT 30/1 aHet museum toont zijn vaste collectie kunst uit de 19de en20ste eeuw.De toegang is gratis voor het basisonderwijs. Leerlingen secun-dair onderwijs betalen 50␣ fr. Een rondleiding kost 2500␣ fr. vooreen groep van maximum 20 leerlingen. Er zijn ook museumles-

kunst worden steeds meer nieuwe technologieën gebruikt:camerabewaking, toonkasten met vochtigheidsregeling, digi-tale technologie in muziek en fotografie, CAD-CAM-toepassin-gen in de architectuur. Deze tentoonstelling toont zelfs detoekomst: jonge kunstenaars werken vanuit Antwerpen via eenPC-modemverbinding met een weefgetouw in Deerlijk.De tentoonstelling is vrij toegankelijk. Na afspraak is zelfs hetgeleid bezoek gratis.KB-Technocentrum - Galerij KB-Toren - Eiermarkt - 2000 Antwerpen -+␣ 03-202 96 30

• VIJF MILJARD MENSEN aOnder het motto «allemaal anders, allemaal familie» is dezetentoonstelling gewijd aan de biologische verscheidenheid van

de menselijke soort en degenetische grondslagen vandeze verscheidenheid. Deel-thema’s zijn de grote varia-tie aan lichaamskenmerken,de genetische lotto, de evo-lutie, biologie en cultuur enz.De toegangsprijs bedraagt100␣ fr. per leerling. Een ge-leid bezoek kost 1200␣ fr. vooreen groep van maximum15 leerlingen (één begelei-der gratis). Over het peda-gogisch project Bio Post leestu meer elders in dit katern.Koninklijk Belgisch Instituut voorNatuurwetenschappen - Educa-tieve Dienst - Vautierstraat 29 -1040 Brussel - +␣ 02-627 42 52

• ANDREAS VESALIUS: TOT 5/12 sBrusselaar Andries van Wezel of Andreas Vesalius staat sym-bool voor het ontluiken van het wetenschappelijk denken in de16de eeuw. De tentoonstelling spitst zich toe op het experimenten het onderwijs in de anatomie. Pedagogische panelen illus-treren de overgang van de scholastiek naar observatie enexperiment.De toegang is gratis. Een geleid bezoek kost 1000␣ fr. voor eengroep van maximum 25 leerlingen.Koninklijke Bibliotheek Albert I - Educatieve Dienst - Keizerslaan 2 -1000 Brussel - +␣ 02-519 53 71

sen en -ateliers gepland (1000␣ fr.voor maximum 20 leerlingen).Koninklijk Museum voor Schone Kun-

sten - L. de Waelplaats - 2000 Antwerpen - +␣ 03-238 78 09

• DE AREND EN DE ZON: TOT 19/12 aDe centrale tentoonstelling van Europalia␣ 93␣ Mexico overloopt3000␣ jaar Mexicaanse kunst: van Olmeken over Zapoteken,Totonaken, Mayas, Tolteken,Mixteken en Azteken tot de19de en 20ste eeuwse kun-stenaars en fotografen. Eenrijk en gevarieerd overzicht.De toegang bedraagt 80␣ fr.per leerling. Een geleid be-zoek kost 1200␣ fr. per klas-groep.Paleis voor Schone Kunsten -Ravensteinstraat 23 - 1000 Brussel- +␣ 02-507 84 69

• BRUSSEL VAART:VAN 13 TOT 28/11 aErgens onder Brussel vloeientwee kanalen samen. De ten-toonstelling belicht de ge-schiedenis van deze kana-len, de industrialisatie in de19de eeuw én de toekomstplannen. Er zijn themastands oversluizen, vaartuigen, sociaal leven enz.Er zijn rondleidingen voor de derde graad lager onderwijs envoor de eerste drie jaren secundair onderwijs. Daarbij is ookeducatief lesmateriaal voorzien. De prijs voor dit alles is 60␣ fr.per leerling.Gemeenschapscentrum De Linde - Bart Van Herck - Cortenbachstraat 7- 1130 Haren-Brussel - +␣ 02-242 31 47

• TECHNOLOGIE IN DE KUNST: TOT 31/12 sBij het bewaren, beveiligen, presenteren en creëren van

Page 18: Klasse voor Leraren 39

JONGE ONDERZOEKERS sBio Post is een onderzoekpakket voor leerlin-gen van 12 tot 16 jaar. Ze corresponderen inklasverband met een wetenschappelijk on-derzoeker op basis van twee onderzoekschrift-jes. De leraar fungeert hierbij als tussenper-soon. Het thema sluit aan bij de vakken biolo-gie, aardrijkskunde, geschiedenis/sociale vor-ming, moraal/godsdienst en Nederlands. Deleerlingen gaan op zoek naar de biologischevariabiliteit van de menselijke soort in tijd enruimte en naar de genetische basis hiervoor.Dit project is opgezet n.a.v. de tentoonstellingVijf miljard mensen: allemaal anders, allemaalfamilie in het Koninklijk Belgisch Instituut voorNatuurwetenschappen (KBIN)(zie ook ZekerZien).Elke deelnemende leerling krijgt twee onder-zoekschriftjes, één in november en één in fe-bruari. Daarin vinden de leerlingen informa-tie én opdrachten. Voor de leraar is er ook eenhandleiding met meer achtergrondinforma-tie, een reeks aanvullende thema’s, experi-menten en activiteiten. De leerlingen corres-ponderen met een wetenschappelijke peter overde experimenten en de bereikte resultaten. Hijgeeft tips wanneer de leerlingen vastlopen enevalueert de resultaten. In mei wordt het pro-ject afgesloten met een slotdag, een multicul-tureel feest, waarop alle inzendingen getoondworden. De leerlingen werken er o.a. met hunpeter aan een laatste opdracht.Deelnemen kost 350␣ fr. per leerling. Daarvoorkrijgen ze twee onderzoekschriftjes, gratis toe-gang tot de slotdag, een gratis bezoek aan detentoonstelling én post van hun peter. Wie

héél snel telefonisch inschrijft mag nog mee-doen met dit project!Focus Research - Bio Post - Triomflaan 63 - 1160Brussel - +␣ 02-646 75 53 - de tentoonstelling looptin het KBIN - Vautierstraat 29 - 1040 Brussel - +␣ 02-627 42 52

KLASSE SERVICE a• ZUID-OOST-ENGELANDStudiereizen voor het (hoger) secundair onder-wijs naar Londen, East Sussex, Kent en WestSussex. Er zijn enkele basisprogramma’s, maarop verzoek kunt u uw eigen programma hel-pen opstellen. U verblijft in gastfamilies en per10 leerlingen kan één leerkracht gratis mee.Pat Moss Educational Visits - The Old Warehouse -Western Road - Shoreham by Sea - West Sussex BN43 5WD - Engeland - +␣ 00-44-273-441 211• PARTNERSCHOLEN GEZOCHTIn het oostelijk deel van Duitsland (de vroegereDDR) bestaat grote belangstelling voor uitwis-selingen met scholen uit andere Europese lan-den. Hieronder vindt u een aantal mogelijkepartners voor uw school.- Ernst-Barlach-Gymnasium - Dr. Kohlhagen - Tols-toiweg 15 - D-18273 Güstrow - Duitsland- Gymnasium III - Hr. Ober-Blöbaum - Dr. T. Neu-bauer Str. 2 - D-16303 Schwedt/Oder - Duitsland -+␣ 00-49-3332-22221- Gymnasium II - Hr. Meissner - Dr. W. Kulz-Viertel 1- D-16303 Schwedt/Oder - Duitsland - +␣ 00-49-3332-32200- Gesamtschule I mit gymnasialer Oberstufe - M.Verch - D-17291 Prenzlau - Duitsland - +␣ 00-49-3984-2602

(advertentie)

Page 19: Klasse voor Leraren 39

ZEKER lezen.

KLASSE NR.39 19

TWAALF ROND DE TAFEL aUw klas is een soort afspiegeling van de rassen-problemen in de maatschappij en u hebt daarals leerkracht niet meteen een antwoord op. Ofu zoekt naar inzichten in de inhoud en metho-diek van de verschillende werkvormen. DeStichting-Lodewijk de Raet heeft voor u mis-schien een oplossing klaar. Zij organiseert im-mers geregeld cursussen over Werken aan eenbetere relatie in multiculturele klassen en Mijnmethodische werkvormen efficiënt gebruiken. Zo-dra een groep van minimum twaalf belang-stellenden is samengesteld kan zo’n cursusvan start gaan. De praktijk van elke dag in uwklas en de problemen die er zich voordoen zijndan het uitgangspunt van de cursus.Stichting-Lodewijk de Raet - Liedtsstraat 27-29 -1210 Brussel - +␣ 02-242 01 11

JIJ EN KANKER aDe brochure Jij en kanker geeft tips om elke dagiets te doen om kanker te vermijden: niet of

minder roken, smakelijk en tóch gezond etenenz. Zeventig procent van de kans op kankerkunt u namelijk zelf beïnvloeden; roken envoeding samen zijn goed voor 65␣ % van dekankersterfte. U kunt de brochure gratis enonbeperkt aanvragen.Vlaamse Kankerliga - Koningsstraat 217 - 1210 Brus-sel - +␣ 02-225 83 02 en Kom op tegen kanker - AdolfMaxlaan 55 bus 2 - 1000 Brussel - +␣ 02-219 62 99

ALGEMEEN a• KINDEREN IN HUN TEKENINGENWat leren tekeningen ons over de persoonlijkheid en de gevoe-lens van het kind? Een overzicht van de verschillende psycholo-gische benaderingen en nieuwe inzichten.De psychologie van kindertekeningen - G.V. Thomas & A.M.J. Silk -

Swets & Zeitlinger - Antwoordnummer202 - 2160 VB Lisse - Nederland - +␣ 00-31-2521-35111 - 180 blz. - ± 550␣ fr.

gemakkelijk in en rond de school.Samen spelen, samen leren - Melanie Rice - Helmond/Standaard Uitg.- +␣ 03-239 59 00 - ± 795␣ fr.

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• VIJF JAAR LATERZe studeerden af in ’86 en ’87. Vandaag werkt 55␣ % in departiculiere sector, 26␣ % in overheidsdiensten en 18␣ % in degezondheids-, welzijns- en sociaal-culturele sector. Van de vol-t i jds werkenden verdient 88␣ % meer dan 60.000 frank

per maand, 80␣ % meer dan 70.000␣ fr. enbijna één op drie meer dan 100.000␣ fr.

Hierbij is een groot verschil tussenmannen en vrouwen. Ruim 20␣ % vande afgestudeerden wil liefst van jobveranderen. Deze nieuwe brochure

schetst een boeiend (cijfer)beeldvan de eerste jaren van de car-rière van pas afgestudeerden.Follow-up van KULeuven-afgestu-deerden na vijf jaar - Diane Smedts- Dienst voor Studie-advies KUL -Atrechtcollege - Naamsestraat 63- 3000 Leuven - +␣ 016-28 43 11- 42 blz. - 120␣ fr.• WETENSCHAP VOOR JONG ENOUD

Nog een nieuwe Ooggetuigen-reeks! Ooggetuigen Exact brengtde wetenschappelijke ontdekkingen en uitvindingen dieonze wereld en onze waarneming van deze wereld hebbenveranderd. Er komen nog delen bij.Elektriciteit - Steve Parker / Materie - Christopher Cooper - StandaardUitg. - +␣ 03-239 59 00 - 2 x 63 blz. - 2 x 495␣ fr.• POËZIE UIT HET BOEKDe auteurs tonen hoe gezond, boeiend en gevarieerd de heden-daagse poëzie is. Ze beginnen met jonge, onbekende dichters engaan dan pas naar gevestigde waarden; Gezelle en Co vindenwe achteraan. Het boek is bedoeld voor de derde graad en er isook een handleiding voor de leerkracht (prijs nog niet bekend).InVers - Erik Heyman, Koen Stassijns & Ivo van Strijtem - StandaardEducatieve Uitgeverij - +␣ 03-239 59 00 - 204 blz. - 495␣ fr.• ALLES VOOR DE STUDENTDe papiermolen, studeren, op kot, op en rond de campus,privileges van studenten én een reeks praktische tips; dat is deinhoud van het tweede studentenboek. Het brengt de(kandidaat)student zo snel mogelijk bij de gewenste informa-tie.Studentikoos - Kurt de Gendt - Berthoutstraat 16 - 2600 Berchem -+␣ 03-239 31 06 - 192 blz. - 200␣ fr.

• DE SPELLENSPECIALISTLeerkracht Piet Notebaert testte meer dan 240 gezelschapsspel-len. Met de selectielijsten kunt u zelf een verantwoorde speelotheekopbouwen. De originele beoordeling loopt van één (ga lieverbij de buren spelen) tot vier hartjes (verslavingsgevaar).Gids Gezelschapsspellen - Piet Notebaert - Brugeoise-straat 11 - 8310 Brugge - +␣ 050-35 93 07- 250␣ fr.• ZITTENBLIJVENIn een nieuwe publikatie maaktde VlOR een analyse van hetzittenblijven in Vlaanderen.Daarna schetst dit cahier eenprojectmatige aanpak van hetprobleem en een reeks essen-tiële aandachtspunten hier-bij.Zittenblijven in het basisonder-wijs en in het secundair onderwijs. Advies van de Vlaamse Onderwijs-raad - VlOR - Jozef II-straat 68 - 1040 Brussel - +␣ 02-231 00 17

BASISONDERWIJS b• KINDERVERSJESTekenares Guusje Slegers verzamelt kinderversjes en maakt erprachtige, eigentijdse illustraties bij. Een kijk- en voorleesboekvoor kleuter- en lagere school.Daar vaart een man op zee/Een koetje en een kalfje/Een aapje woueens lollig zijn - Guusje Slegers - Helmond/Standaard Uitgeverij -+␣ 03-239 59 00 - 3 x 64 blz. - 3 x 290␣ fr.• JONGE WETENSCHAPPERSEen vulkaan doen uitbarsten, om een hoekje kijken, je eigenogen ontdekken, een elektromagneet bouwen: 101 boeiende engrappige proeven die jongeren vanaf 8 jaar zelf kunnen uitvoe-ren.101 verrassende proeven - Neil Ardley - Standaard Uitgeverij - +␣ 03-239 59 00 - 128 blz. - 695␣ fr.• SAMEN AAN DE SLAGMeer dan 400 praktische spelletjes, activiteiten en versjes voorleerkrachten die hun leerlingen willen helpen bij het spelendverkennen van de wereld om hen heen. Alle materiaal vindt u

Zelf-beïnvloedbare factoren Niet zelf-beïnvloedbare factoren

% K A N K E R S T E R F T E

35 %30 %

2 % 3 %6 % 4 %

20 %

Voeding Roken Zonnen Alcohol Leefmilieu Beroep Andere

(Pollutie,straling)

Bron: The causes of cancer, R. Doll & R. Peto, 1982

Page 20: Klasse voor Leraren 39

20 KLASSE NR.39

FITTE JEUGD sEurofit bestaat uit acht moto-rische tests, één uithoudings-test en drie lichaamsmetin-gen. Het is een gestandaardi-seerde testbatterij, ontwikkelddoor de Raad van Europa entoegepast in heel Europa. Blo-so stelt handboek en score-kaarten gratis ter beschikkingvan alle leerkrachten licha-melijke opvoeding. De test wordttweemaal per jaar afgenomen.Zo kan de leerkracht LO ookde ouders tijdig alarmeren alsde score te laag ligt. Meer dan1500 leerkrachten hebben reedseen bijscholing gevolgd. Is uwconditie goed genoeg om henbij te houden?Bloso - Koloniënstraat 31 - 1000Brussel - +␣ 02-510 35 06

WERELDBOOT bKinderen afkomstig uit alle hoeken van dewereld bevaren de wereldzeeën op zoek naarleeftijdgenoten in de Derde Wereld. Het video-magazine De Wereldboot komt tweemaal perjaar in uw klas aanmeren. Het geeft leerlingenvan de tweede en derde graad een beeld van hetleven in een ontwikkelingsland. Niet de armoe-de staat daarbij centraal, wél het gewone dage-lijkse leven.De drie eerste afleveringen spelen zich af inTurkije, Vietnam en Jemen. Elk half jaar komter een nieuwe aflevering bij. Ze kosten ongeveer450␣ fr. per stuk (550␣ fr. vanaf 1 januari). Devoorganger van de Wereldboot heette Uit de bol:van deze serie zijn nog steeds 11 afleveringenverkrijgbaar tegen dezelfde prijs.Voorlichtingsdienst Ontwikkelingssamenwerking vanhet ministerie van Buitenlandse Zaken - Postbus20061 EB Den Haag - Nederland - +␣ 00-31-70-34841 84

BOEKEN VOOR DE FEESTEN aSinterklaas en Kerstmis staan voor de deur. Tipsvoor mannen met baarden.• Het grote boek voor Sinterklaas/Het groteboek voor Kerstmis - Anne Takens - Van Hol-kema & Warendorf/Standaard Uitg. - +␣ 03-23959 00 - 128 blz. - 695␣ fr.Een dubbel lees- en voorleesboek (vanaf 3 jaar).• Robin en Sinterklaas - Sjoerd Kuyper - Leo-pold/Uitg. Singel 262 - +␣ 03-233 77 11 - 48 blz.- 199␣ fr.Een voorleesboek vol humor (3 tot 6 jaar).• Vanilla P. - Marc de Bel - Davidsfonds/Info-dok - +␣ 016-22 87 44 - 140 blz. - 445␣ fr.Schatrijke tiener beleeft een Kerst die ze nietlicht zal vergeten (vanaf 11 jaar).• Dag Sinterklaas 2 - Hugo Matthysen - Deda-lus - +␣ 03-233 77 11 - 32 blz. - ± 399␣ fr.Wat doet de Sint met stoute kinderen? Wiebetaalt al dat speelgoed? Waarom is ZwartePiet zwart? Dit boek geeft alle antwoorden (van-af 12 jaar).• En nu is het Kerstmis - Desmond Morris - VanHolkema & Warendorf/Standaard Uitg. - +␣ 03-239 59 00 - 112 blz. - 395␣ fr.Internationale folklore, traditie en symboliekrond de kerstviering (voor het hele gezin).• Wie de koek krijgt, wie de gard/Wat zijn uwtakken wonderschoon! - Ed van Eeden - DeBoekerij/Standaard Uitg. - +␣ 03-239 59 00 -72 en 64 blz. - 2 x 250␣ fr.Twee leuke boeken over de geschiedenis vandeze vieringen en de gebruiken errond (voor hethele gezin).• Prisma Kant-en-klare Sinterklaasgedich-ten - Ron & Wim Schröder - Het Spectrum/Standaard Uitg. - +␣ 03-239 59 00 - 176 blz. -295␣ fr.Ruim 450 gedichten voor wie op 5 decemberweer tobt met rijm en ritme (voor het helegezin).

PROMETHEUS aTheater Prometheus gaat met uw leerlingen opeen speelse, creatieve en vooral professionelemanier op zoek in de wereld van de literatuuren het theater. Uw leerlingen krijgen de kansom gedichten, verhalen en theater zélf actief tebeleven. Het gezelschap biedt vier workshopsaan die u gewoon op uw school kunt organise-ren. U vindt hen ook in de Dynamo2-catalogus(nr. 61 en nr. 62).

Op een theaterspeeldag krijgen uw leerlingentheaterinitiatie in één (5000␣ fr.) of twee (7000␣ fr.)spelsessies van telkens twee lesuren. Het pro-gramma is geschikt voor leerlingen van 6 tot 16jaar, maximum 30 deelnemers per sessie.In de gedichtenfabriek duikt Mieke Felix sa-men met leerlingen van 12 tot 18 jaar naar debron van alle literatuur, de oeroude mythes. Uwleerlingen moeten actief meewerken in tweesessies van 50 minuten. Het programma kost7500␣ fr. (+␣ 8␣ fr./km) voor één groep (40 tot 70leerlingen) en 12.500␣ fr. voor twee groepen opdezelfde dag.Vertellingen Kahaani is een programma voorleerlingen van 6 tot 14 jaar. Mieke Felix biedtop dit ogenblik vier lange vertellingen aan (±60 minuten per verhaal). Ze vertelt voor groe-pen van 40 tot 80 leerlingen, maximum driegroepen per dag. U betaalt 7000, 10.000 of13.000␣ fr.Er is ook nog de theaterinitiatie: vertrekkendvanuit literatuur, theater, poëzie, dans of plasti-sche kunst zet Prometheus met uw leerlingeneen groepswerking op waarbij het spel van dejongeren zelf centraal staat. Elke sessie duurtdrie lesuren voor 10 tot 30 leerlingen. U betaalthiervoor 7500␣ fr. +␣ 8␣ fr./km.Theater Prometheus - Tentoonstellingslaan 87 - 9000Gent - +␣ 09-225 28 08

DE GROEIBOX bVierentwintig kinderen tussen 9 en 12 jaar brachtenideeën rond democratie, mensenrechten enwereldvrede tot uiting in een Groeibox tegendiscriminatie, racisme en fascisme. Het projectwerd opgezet in Freinetschool De Buurt en wordtgratis uitgeleend aan andere scholen.In de Groeibox zit een handleiding voor deleerkracht (boordevol tips, lesschema’s, werk-bladen enz.), een ruim aanbod aan boeken(gelezen en beoordeeld door de kinderen), eenaantal video’s, een diareeks, creatieve werkre-sultaten, actietips en ideeën voor uitstapjes enz.De bedoeling is dat u met dit materiaal aan deslag gaat, daarbij nieuwe ervaringen opdoet endeze ervaringen op uw beurt in één of anderevorm aan de Groeibox toevoegt. De box zaldaardoor groeien, en ook het aantal klassen datopkomt tegen racisme en fascisme.De Buurt - Ludo Merkx & Anne Vanquathem - Kartui-zerlaan 20 - 9000 Gent - +␣ 09-225 06 44

ZON IN DE KLAS aWerkt uw klas ook met zonneënergie? Waar-schijnlijk niet, maar met kant en klare lespak-ketten kunt u ze toch in de klas brengen. De zonals bron is bedoeld voor de derde graad van delagere school. Het pakket bestaat uit een hand-leiding met kopieerbare werkbladen voor deleerlingen, actuele achtergrondinformatie eneen video met o.a. praktische toepassingen vanzonneënergie in Nederland en in Indonesië.Het pakket kost 385␣ fr., BTW en verzendings-kosten niet inbegrepen.Zonnestroom richt zich tot de eerste en tweedegraad secundair onderwijs. Het pakket bestaatuit een handleiding, achtergrondinformatie,kopieerbare werkbladen en een video over elek-triciteit uit zonnecellen en toepassingen inNederland. Dit alles neemt één lesuur in beslagen kost 290␣ fr., BTW en verzendingskosten nietinbegrepen.MEMO-Leuven - Media marketing organisatie - Groen-veldlaan 3 bus 3 - 3001 Heverlee - +␣ 016-20 12 88

Page 21: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 21

CURSUSSENALGEMEEN a• BETER OMGAAN MET ONS GEHEUGENOns geheugen optimaal doen functioneren: 5 avonden vanaf 18/11.ONZE CULTUUR - ANDERE CULTUREN

MIGRANTEN OP SCHOOLErvaringen uitwisselen en ideeën en oplossingen aanreiken inverband met de culturele verschillen tussen Belgen en migran-ten tijdens en buiten het klasgebeuren. Op 16 en 23/11.Kempens Instituut voor Onderwijsbegeleiding - Patersstraat 26 - 2300Turnhout - +␣ 014-41 00 92• WHAT MAKES ADVANCED LEARNERS TICK?Wat willen gevorderde leerlingen? Meer van hetzelfde of ietstotaal anders? Lezing op 24/11 voor leraars Engels derde graadsecundair onderwijs en hoger onderwijs.

British Council - Jozef II-straat 30 -1040 Brussel - +␣ 02-219 36 00

CONGRESSEN EN SYMPOSIAALGEMEEN a• EINDTERMEN WISKUNDEStudiedag op 27/11 over de eindter-men voor het basisonderwijs, leer-gebied wiskunde: een aantal voor-drachten en een forumgesprek.Voor leerkrachten basisonderwijsen eerste graad SO.

Vlaamse Vereniging Wiskunde Leraars - Elzenhoutstraat 1 - 2610Wilrijk - +␣ 03-449 24 42

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• JONGEREN EN CULTUURStudiedag op 10/12 in Brussel.CJP - Waterkrachtstraat 36 - 1040 Brussel - +␣ 02-230 95 70.• RATIONEEL ENERGIEGEBRUIK DOOR WARMTE/KRACHT - KOP-PELINGStudiedag op 15/12 over kleinschalige projecten die o.a. ookscholen kunnen toepassen.Provinciale Industriële Hogeschool van West-Vlaanderen - Graaf Karelde Goedelaan 5 - 8500 Kortrijk - +␣ 056-21 54 65• TEACHER EDUCATION FOR TEACHING YOUNG LEARNERSVan 9 tot 20/4 in Twickenham, Engeland.FACILITATION STYLES FOR TEACHER TRAINERSVan 23/5 tot 4/6 in Hastings, Engeland.MANAGING THE TRAINING AND DEVELOPMENT OF HEADTEACHERSVan 10 tot 22/4 in Bognor Regis, Engeland.THE ENTREPRENEURIAL UNIVERSITY: MANAGING RELATIONS WITHINDUSTRY AND THE COMMUNITYVan 14 tot 26/5 in Danbury Park, Essex, Engeland.British Council - Jozef II-straat 30 - 1040 Brussel - +␣ 02-219 36 00

Onze cultuur geprojecteerd tegendie van andere beschavingen: vijfavonden vanaf 24/11.

Limburgse Volkshogeschool - Geraetsstraat 25 - 3500 Hasselt - +␣ 011-22 76 24• KOSMOGRAFIEDrie lessen op 16, 23 en 30/11die alle aspecten van de hemel-mechanica verduidelijken.Europlanetarium - Kattevennen 19 -3600 Genk - +␣ 089-35 27 94• OMGAAN MET CONFLICTENEen geweldloze aanpak waarbijniemand verliest of wint: 25/11en 2/12 in Gent of 10 en 17/3 inAntwerpen.Jeugd en Vrede - Van Elewyckstraat 35 -1050 Brussel - +␣ 02-640 19 98

BASISONDERWIJS b• HOE MIEKE MOM HAAR MAFFE MOEDER VINDT...Drie sessies over methodieken voor roldoorbrekend werken metlees- en spelmateriaal. Op 17 en 24/11 en 1/12.Kempens Instituut voor Onderwijsbegeleiding - Patersstraat 26 - 2300Turnhout - +␣ 014-41 00 92

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• GESCHIEDENISHet corporatisme: op 17/11 en 19/1.KLASSIEKE TALENThema geneeskunde: de pest (17/11); Politieke moord in deAnnalen van Tacitus (Germanicus, Britannicus)(8/12).LANDBOUWWETENSCHAPPENOp 1/12 is er de Postuniversitaire onderwijsdag: duurzamelandbouw.Departement voor Lerarenopleiding RUG - St. Pietersplein 5 - 9000Gent - +␣ 09-264 35 48• KUNSTGESCHIEDENIS: GRIEKENLANDDrie sessies op basis van het leerplan geschiedenis eerste graadsecundair onderwijs. Op 16, 23 en 30/11.

ZEKER doen.

VIDEO-OPSTELLEN sEen nieuwe videoproduktie wil u aanzettenom audiovisuele media en de audiovisueletaal zelf te gebruiken in uw dagelijkse praktijk.De praktijkervaring voor de leerlingen en deinteractie tussen inhoud, medium video enleerling staan hierbij centraal. Video-opstellenis trouwens een compilatie van 10 werkstuk-ken van leerlingen uit de derde graad secun-dair onderwijs. Het project is een verdere prak-tische toepassing van de mogelijkheden vanhet vroegere Schuim-project.Video +␣ begeleidende brochure +␣ diskette kos-ten samen 600␣ fr.Centrum voor Onderwijsmedia - Koningsstraat 138- 1000 Brussel - +␣ 02-211 45 58

KLASSE-MENT aVeel lezers blijken een wedstrijdje in KLASSEwel op prijs te stellen. Dat leiden we alles-zins af uit de vele inzendingen die we elkekeer binnen krijgen. Er kan echter elke maandmaar één winnaar zijn. Die krijgt een boe-kenbon ter waarde van 2000␣ fr., geschon-

ken door de Standaard Boekhandel. Ver-meld a.u.b. naam, adres, telefoonnummerén eventueel uw functie in het onderwijs.Jan De Maeyer uit Vilvoorde wint de eersteboekenbon (opgave 1).Oplossing opgave 2: Als u alle letters van hetvisitekaartje van GERARD SILO uit STADENdooreenschudt krijgt u zijn beroep: GODSDIENST-LERAAR. De naam van de winnaar maken wevolgende maand bekend.Opgave 3: Als u in de volgende optelling allewoorden vervangt door een synoniem krijgt ueen uitkomst waarmee in onderwijs leerlingeneen venster op de wereld krijgen.

karakter+␣ zeer vermogend+␣ sigma+␣ bekwaamheid???????????????

We verwachten uw antwoord ten laatste op 26november. De juiste oplossing én een nieuwe op-gave vindt u in het volgende nummer van KLASSE.Klasse(ment) - Koningsstraat 138 - 1000 Brussel

Page 22: Klasse voor Leraren 39

22 KLASSE NR.39

++INFOLIJN

Koningsstraat 711000 Brussel

+ 02–219 18 00

ZIEK EN(NIET) VERVANGENEr komt een nieuwe ziekte-regeling. Gaat er daarbij ookiets veranderen aan de rege-ling voor vervanging van eenzieke collega?Over de nieuwe regeling overafwezigheden wegens ziekteleest u meer in het Vizier vandit nummer. De regeling voorvervanging van een zieke col-lega verandert niet. Een ziekeleerkracht moet nog steeds meerdan 10 werkdagen afwezig zijneer de school aanspraak kanmaken op een bezoldigde ver-vanger.Voor het buitengewoon engewoon basisonderwijs wordthierop een uitzondering ge-maakt: er mag onmiddellijkeen tijdelijke leerkracht aan-gesteld of aangevraagd wor-den in elke vestigingsplaats(wijkschool) van elke school,indien deze wijkschool slechts1 of 2 kleuterklassen telt. De-zelfde regel geldt ook voor ver-vangingen in 1 of 2 lagereklassen, per wijkschool be-schouwd. (Omzendbrief NO/100/PB/SA/1101 van 1/7/1981)Tijdelijke vervangingen zijn ookniet mogelijk en worden nietbezoldigd of betoelaagd indiende afwezigheid van het te ver-

vangen personeelslid begint na 31 mei of ein-digt voor 1 oktober. (Omzendbrief O/14.5/SH/JSvan 27/5/1986)Uitzonderingen bevestigen altijd de regel. Neemdaarom eerst het liefst contact op met hetbevoegde werkstation.

BEKWAAMHEIDSBEWIJZENAlle informatie over de bekwaamheidsbewij-zen voltijds secundair onderwijs, deeltijds be-roepssecundair onderwijs en deeltijds secun-dair zeevisserij-onderwijs is beschikbaar op disketteof als losbladig boek. De diskettes bevattenreeds de bekwaamheidsbewijzen voor gods-dienstleraars, zowel voor katholieke godsdienstals voor islamitische, joodse en protestantsegodsdienst. Het boek bevat deze informatieniet. Scholen die de oude diskettes bezaten hebbenondertussen de nieuwe versie gratis toegestuurdgekregen. Enkel wie vroeger noch het boek,noch de diskette(s) heeft aangevraagd én ad-ministratief afhangt van de administratie Se-cundair Onderwijs kan nu boek of diskette(s)gratis krijgen. Andere belangstellenden kun-nen deze informatie aankopen.De informatie is beschikbaar op één 3,5 inchdiskette (35␣ fr. +␣ 45␣ fr. verpakkings- en verzen-dingskosten; bestelnr. 154.2) of op twee 5,25inch diskettes (60␣ fr. +␣ 45␣ fr.; bestelnr. 154.3).De losbladige publikatie telt ±1000 blz. en kost525␣ fr. +␣ 90␣ fr. (bestelnr. 154.1).Theo Van Wayenberge - RAC Arcadengebouw -kantoor 5109 - 1010 Brussel - +␣ 02-210 52 83 -Verkoopadres: Dienst Verkoop van Publikaties -Koningsstraat 71 - 1000 Brussel - +␣ 02-219 18 00

EXTRA LESURENSommige secundaire scholen organiseren34 of 36 lesuren in plaats van 32. Dat zijndan lessen informatica, dactylo, steno, tekst-verwerking enz. waarvoor de leerlin-gen extra betalen. Mag een schoolmeer lesuren organiseren␣ ? Magde school daarvoor geld vra-gen van de ouders␣ ? Kan deschool de leerlingen ver-plichten deze lessen tevolgen␣ ?Het maximum aantallestijden in het secun-dair onderwijs kan va-riëren (zie ook KLASSE35 p.␣ 21). In TSO, BSOen KSO telt een normaallesrooster soms 36 urenper week. Dit maximumis vastgesteld op basis vande overheidsfinancie-ring: die is immers ge-plafonneerd op het ni-veau van dit maximumaantal wekelijkse lestij-den. Elke inrichtendemacht is wél vrij om ditmaximum te overschrij-den. Die extra uren ko-men echter niet in aan-merking voor financie-ring.Dergelijke uren moetenwél in verband staan methet programma dat deleerling heeft gekozen. Het

is aangewezen dat die extra uren vermeldstaan in het schoolreglement dat leerlingenen ouders bij de inschrijving krijgen zodat allepartijen er vooraf weet van hebben.De school mag daarenboven geen enkel directof indirect schoolgeld vragen voor het onder-wijs dat leerlingen volgen ter vervulling vanhun leerplicht. Dat betekent dat het secundaironderwijs, ongeacht het aantal lestijden, inalle opzichten kosteloos moet zijn.Als de school buiten de gehanteerde en goed-gekeurde leerprogramma’s en dito lestabellencursussen tegen vergoeding wil organiserenmoeten deze volstrekt facultatief en vrijblij-vend blijven. Die lessen zijn trouwens niet aande onderwijswetgeving en -reglementeringonderworpen. De school kan haar leerlingenevenmin verplichten dergelijke extra lessen tevolgen.Bron: Vragen en Antwoorden Vlaamse Raad - Vraagnr. 138 van 2 april 1993

OUTPLACEMENTEind december 1992 beslisten de ministersDetiège en Van den Bossche om werklozeleerkrachten de mogelijkheid te bieden alsconsulent te werken bij de uitvoering vanhet begeleidingsplan voor werklozen. Hoe-veel leerkrachten hebben hierop gereageerden hoeveel zijn er nu aan het werk? En zijner ook al leerkrachten gedetacheerd naar dewelzijnssector?Alle scholen hebben in februari 1993 eenomzendbrief over outplacement gekregen.Een tiental personen heeft daarop zijn kan-didatuur ingediend bij de VDAB. Slechts 4van hen voldeden aan de voorwaarden vooreen wedertewerkstelling bij de VDAB. Degeplande maximumduur van deze detacheringis voorlopig bepaald op twee jaar, maar zalwaarschijnlijk worden verlengd. De gedeta-

cheerden volgen de vakantierege-ling van de VDAB, niet die

van onderwijs. De betrok-kenen kunnen enkel

worden teruggeroe-pen als er bij de

inrichtendem a c h tvan des c h o o lwaar ze

v a s t b e -noemd zijneen definitiefvacant ambtkomt.Ook de we-dertewerk-stelling vanwerkloze leer-k r a c h t e n

naar de welzijns-sector is van start ge-

gaan. Een vijftiental leerkrach-ten hebben reeds een over-eenkomst afgesloten. De ver-wachting is dat naarmate hetproject meer bekend wordter ook meer kandidaten zul-len opduiken.Bron: Vlaamse Raad, Vragen enAntwoorden, Vraag nr. 161 van7 mei 1993

Page 23: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 23

Afkeer van rekenenDe meeste kinderen zijn van na-ture gefascineerd door getallenmaar dat leren ze op school somsaf, zodat ze een afkeer krijgenvan rekenen. Dat komt vooraldoordat leerkrachten hen de angstinblazen om fouten te maken.Nochtans kun je alleen creatiefdenken als je ook fouten magmaken. Maar dikwijls gaan cij-fers en getallen op school eeneigen leven leiden. Het Ameri-kaanse rapport What Works advi-seert rekenen weer te verbindenmet het oplossen van problemen. Datdoen kinderen graag. Maar hun impulsi-viteit moet worden gekanaliseerd. Slechteprobleemoplossertjes beginnen te snel aande opdracht zonder zich eerst af te vragenwat de beste methode is om iets aan tepakken. De leerkracht kan hen wijzen opverschillende mogelijkheden en de leer-lingen zelf de beste weg leren kiezen.

Leraar spelenHet werkt van kleuters tot volwassenen: jeleert beter als je het ook eens aan eenander mag uitleggen en dus regelmatig derol van de leraar mag overnemen. Kinde-ren die iets aan elkaar duidelijk moetenmaken, leren door de directe feedback ookaan welke eisen goede uitleg moet vol-doen. Kleuters kunnen elkaar al taken enspelletjes uitleggen. Bij jongeren en vol-wassenen is het de beste methode omstrategisch handelen te ontwik-kelen. De Russische pedagoogKuljutkin boekte uitstekende re-sultaten door studenten in hetleerproces om beurt andere rol-len in de groep te laten vervul-len, bijvoorbeeld de ene keerals creatief ideeënspuwer en devolgende keer als de strengstecriticus van andermans ideeën.Af en toe zelf de leraar mogenspelen is een leerrijke rol maarleraars geven die taak niet graaguit handen.

Licht in de klasGroei, prestaties en gedrag vanleerlingen worden sterk beïn-vloed door het licht in het klas-lokaal. Dat hebben Canadesepsychologen aangetoond natwee jaar onderzoek bij 327scholieren. Net als plantengedijen kinderen minder goedbij slechte verlichting.In klassen die worden verlichtmet TL–buizen met het volle-dige spectrum ontpoppen scho-lieren zich het best. Zij preste-ren beter, groeien sterker envertonen minder tandbederf.Daarentegen wordt de ontwik-keling van het kind onder de

der–pessimistische kijk» op dewereld gegeven.Ze hebben alles al een keergezien en meegemaakt. Nietskan hen nog shockeren. Maarvolwassen worden willen zeliever niet. Volgens de mees-ten gaat hun kindertijd veel tesnel voorbij.

Vervelende speeltijdenVoor de helft van de leerlin-gen in het secundair onder-wijs is het speelkwartier opschool niet altijd ontspannend(nooit: 4␣ %, meestal niet: 18␣ %,soms wel, soms niet: 23␣ %).Jongens oordelen iets positie-ver dan meisjes maar tussende graden en onderwijsvormenis er geen significant verschil.Voor 17␣ % van de leerlingen isde speeltijd altijd ontspannend,voor 37␣ % meestal. De vrijePMS–centra, die het onderzoekuitvoerden, stellen dat het tochwel nodig is na te gaan hoe delesonderbrekingen voor meerleerlingen een echte verpozingkunnen worden. Nu zijn zevoor te veel leerlingen nog ver-velend en gewoon verloren tijd.

Laat geboren? Pech!Leerlingen die tijdens de eerste drie maanden van het jaargeboren worden, hebben 20␣ % meer kans om aan universitai-re studies te beginnen dan leerlingen die tijdens de laatste driemaanden verjaren. Dat is de onthutsende vaststelling vanprof. J. Van Damme (KUL) in een nog niet gepubliceerde studie.Van de eerstejaars aan de universiteit is 26␣ % geboren injanuari, februari of maart en maar 21␣ % in oktober, novem-ber of december. Nochtans worden er in beide periodes even-veel kinderen geboren (24␣ %). Wie dus enkele maandenouder is heeft in ons onderwijs meer kansen dan de jongerenvan hetzelfde jaar. Die lopen zelfs meer risico om ooit in hetbuitengewoon onderwijs terecht te komen.Dat toont volgens Van Damme op een schrijnende manier aanhoe moeilijk ons onderwijs blijkbaar kan omspringen metindividuele verschillen tussen leerlingen. Iedereen moetaltijd op hetzelfde ogenblik over dezelfde sloot.

energie–besparende natriumlampen meet-baar geremd. Het onderzoek bevestigt watdierproeven al hadden aangegeven: bot-ten en tanden, evenals verscheidene stof-wisselingsfuncties hebben veel licht meteen breed spectrum nodig.In het belang van de leerlingen zoudenscholen dus veel aandacht moeten beste-den aan de verlichting van de klasloka-len.

StilzwijgendLeerkrachten onderschatten het presta-tieniveau van buitenlandse kinderen enverwachten dat ze thuis nauwelijks gesti-muleerd worden. Door die stelselmatigeonderwaardering gaan zij het inderdaadelk jaar een beetje slechter doen. Datstelden onderzoekers aan het NijmeegseInstituut voor Toegepaste Sociale Wetenschap-pen vast. Door een speciale intelligentie-

test (waarin taal geen rol speeltmaar abstract inzicht wordt ge-meten) werd duidelijk dat eengrote groep buitenlandse leerlin-gen veel meer capaciteiten heeftdan op school gewoonlijk blijkt.Er zijn echter grote verschillentussen scholen. Vaak is het stil-zwijgend in de cultuur van eenschool geslopen dat je niet te veelvan die kinderen mag verwach-ten, terwijl een school twee stra-ten verderop wél goede resulta-ten met hen boekt. Groot knel-punt daarbij is volgens de onder-

zoekers dat scholen niet geneigd zijn el-kaars werkwijze te vergelijken.

Niet willen deugenJongeren tussen 16 en 18 hebben genoegvan een maatschappij waarin alles mag.Zij zouden liever leven in een tijd mettaboes en regels, om ze te kunnen door-breken. Dat blijkt uit een onderzoek dateen Duits reclamebureau heeft uitgevoerdbij 3000 jongeren in 20Europese landen. Vol- S I G N A A Lgens het onderzoek zouden jongeren hetgevoel hebben dat zij bij hun volwassen-wording iets belangrijks missen: het inopstand komen tegen bestaande regels.De huidige maatschappij waarin vrijwelgeen taboes meer zijn (volgens het on-derzoek hebben jongeren tegenwoordigveel minder problemen met hun ouders)en de onophoudelijke stroom informatievan de media heeft de jongeren een «hel-

Page 24: Klasse voor Leraren 39

24 KLASSE NR.39

Kleuterleiders, onderwij-zers, regenten en licen-tiaten worden binnenkortallemaal leraars. Dat steltde onderwijsminister voorin zijn discussienota overde hervorming van de le-

O P L E I D I N Grarenopleiding. De «on-derwijzers» specialiserenwat meer en de «regen-ten» wat minder. Het heleambt van leraar krijgteen nieuw perspectief. Denieuwe leraars kunnenbeter bruggen leggen bijbelangrijke overstappen:van de kleuterschool naarde eerste klas, van dezesde klas naar de eerstegraad secundair en vande eerste naar de twee-de graad secundair.

Er komen nieuwe leraars met een andere oplei-ding en andere bevoegdheden. Vandaag is hetberoep van leraar misschien moeilijker, maar ze-ker anders geworden. Geen leraar kan nog zijnloopbaan afwerken met de bagage aan kennis diehij tijdens zijn opleiding opgeslagen heeft. Hijwordt nauwelijks direct en systematisch voorbe-reid om te werken met jongeren met een ergverschillende aanleg, sociale herkomst en motiva-tie. Bovendien is de school een instelling gewor-den waar de samenleving alle problemen droptwaarvoor ze geen onmiddellijke en pasklare op-lossing heeft. Deze overbevraging leidt tot onder-wijsconsumentisme. Veel leraars krijgen er eengevoel van onbehagen van. Ten slotte krijgen descholen steeds meer autonomie en verantwoor-delijkheid toegeschoven. Binnen deze context kunnenalleen goed samenwerkende schoolteams de eindter-men en de geplande eigen onderwijsdoelen ver-wezenlijken. Al deze veranderingen maken eengrondige, zij het in fasen ingedeelde, herzieningvan het leraarsschap nodig. De leraar van morgenmoet professioneel zijn. Dat betekent dat hij be-reid is gedurende zijn hele loopbaan nascholingte volgen. Deze operatie kan slagen als de loop-baan aantrekkelijker gemaakt wordt.

Brede opleidingAls het van de voorstellen afhangt krijgt de

nieuwe leraar vanaf 1995 of 1996 zijn opleidingaan een departement voor lerarenopleiding (DLO) ineen hogeschool of aan een universiteit. Deze depar-

tementen krijgen een autonome plaats binnen destructuur van de nieuwe schaalvergrote en multisec-toriële hogescholen. De eigenlijke opleiding kanhet best ingebed worden in een modulaire struc-tuur. Een module bevat een geheel van kennis,vaardigheden en attitudes om een bepaaldberoeps(sub)profiel te bereiken. De opleidingswegen -duur van een module kan, afhankelijk van debeginsituatie, verschillen van student tot student.

De nieuwe leraar, in het kleuter- tot het hogeronderwijs, moet een polyvalente opvoeder wor-den die jongeren kan begeleiden in de ontwikke-ling van hun persoonlijkheid. Tegelijk is hij eenvakspecialist. Alleen neemt de mate waarin deleraar vakspecialist moet zijn, geleidelijk toe metde leeftijd van de leerlingen, terwijl zijn polyva-lentie veeleer afneemt. Geen enkele leraar is alleenpolyvalent opvoeder of alleen vakspecialist. Daar-om spreidt men een gemeenschappelijke basis-opleiding over drie jaar. Die vergemakkelijkt latereen eventuele overgang naar een ander onderwijs-niveau, mits het volgen van een voortgezette op-leiding. Dat biedt perspectieven om de vlakkeloopbaan te doorbreken. De «nieuwe regent» zitniet langer heel zijn loopbaan gekneld tussenlager onderwijs en hoger secundair.

PeterschapAan een verlenging van de initiële opleiding

wordt niet gedacht. Wel gaat meer aandacht naarde ingroei in de loopbaan. Deze nazorg kan viasamenwerking tussen de lerarenopleiding en degeassocieerde nascholingscentra, de begeleidings-dienst en de school. Om de eventuele praktijk-schok te verzachten kan een mentor, een peter, eenvakcollega, een interne begeleider of de directie debeginnende leerkracht opvangen. Aan de oplei-ding en ondersteuning van deze onderwijsverzor-gers moet het DLO ook zorg besteden. Nascho-lingscentra geven tijdens de verdere loopbaanvan alle leraars een permanente ondersteuning.

De hogescholen nemen voortaan ook een aan-tal deeltijdse en voortgezette opleidingen voorhun rekening. Hieronder vallen onder meer depedagogisch-didactische opleidingen om een ge-tuigschrift voor pedagogische bekwaamheid te be-halen. Voorts kan men er een voortgezette oplei-ding volgen voor buitengewoon en volwassenen-onderwijs

Allemaal leraarsAl wie voor de klas staat, zal «leraar» heten. Watzijn dan nog de verschillen?

Beginnende leraars krijgenvoortaan een mentor.

Nieuweleraars

leggenbruggen

Page 25: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 25

• Leraar kleuteronderwijs: eigenheidHet bijbrengen van specifieke leeftijdsgebondenvaardigheden, maar vooral het creatieve en speelsekarakter geven een eigenheid aan het kleuteron-derwijs en rechtvaardigen een aparte opleiding.Daarin ligt een accent op de overgang naar het lageronderwijs. Kandidaten kunnen tijdens of na deinitiële opleiding een beperkte uitbreidingsmodulevolgen voor de eerste graad lager onderwijs, waar-mee een brugfunctie wordt gecreëerd.• Leraar lager onderwijs: uitdieping tweede taalDe polyvalente onderwijzer blijft maar hij krijgteen sterkere inhoudelijke bagage mee. Naast detypisch onderwijskundige, didactische en onder-wijspsychologische vakken, wordt elke kandidaatgrondig geïnitieerd in het aanleren van basisken-nis en -vaardigheden in de verschillende domei-nen zoals Nederlands, wiskunde, wereldoriënta-tie en muzische vorming. In het lager onderwijswil men de spanning tussen polyvalentie en toe-nemende vakgerichte specialisatie verminderen.Daarom krijgt de kandidaat nu de kans zijn ge-aardheid en vaardigheden binnen een aantal do-meinen uit te diepen. Voor de derde graad werdentwee modules voorgesteld: optie cultuur-, mens-wetenschappen en tweede taal en de optie weten-schappen. Bovenop deze opties kan worden geko-zen voor godsdienst of zedenleer. De nieuwe op-leiding legt ook meer nadruk op de specifiekebenadering van de leerlingen eerste graad, waar-door nodeloos zittenblijven en leerproblemenmisschien voorkomen kunnen worden.

Een leraar lager onderwijs kan een aanvullen-de voortgezette opleiding voor de eerste graadsecundair onderwijs volgen voor de optie dieaansluit bij zijn eigen optie. Hij legt hiermee debrug naar het secundair onderwijs.• Leraar eerste graad secundair: minder vakin-houdelijke verdiepingDeze «middenschool-leraar» geeft alleen les in deeerste graad van het secundair onderwijs maarmet een uitgebreider geheel aan vakdomeinen. Metdit type leraar legt men een brug tussen depolyvalent georiënteerde leraar lager onderwijsen de meer gespecialiseerde en vakgerichte leraartweede en derde graad secundair onderwijs.

Vijf specifieke opties worden voorgesteld: we-tenschappelijke optie met basiselementen uit devakdomeinen wiskunde, biologie, aardrijkskun-de, fysica, wetenschappelijk werk, natuurweten-schappen en technologische opvoeding; taalkun-dige optie met Nederlands-Engels of Engels-Fransen eventueel Nederlands-Frans; maatschappelij-ke optie met aardrijkskunde, geschiedenis, eco-nomie, handel en biologie; expressievakken metbasisvaardigheden uit muzische, plastische en verbaleexpressie; technologische optie met mechanica,nijverheidstechnieken, hout, bouw, elektriciteitof gezinstechnieken, verzorgingstechnieken, voe-ding, kleding, textiel. Het is mogelijk om tijdensde initiële opleiding godsdienst of zedenleer tevolgen. Binnen elke optie worden ook de funda-menten gelegd van de didactiek beroepsonder-wijs en buitengewoon secundair onderwijs.

De leraar eerste graad secundair onderwijs kaneen voortgezette opleiding voor één vak volgenvoor de tweede graad secundair. Hij kan met eenspecifieke optie ook terecht in de derde graadlager onderwijs.

Als overgangsmaatregel behouden alle huidige enkandidaat-regenten, opgeleid binnen het huidige systeem,

hun onderwijsbevoegdheid. Ze mogen dus ook lesge-ven in de tweede graad secundair onderwijs, als deinrichtende macht van de school dat zo beslist.• Leraar tweede en derde graad beroepssecun-dair onderwijs: nieuwMet deze nieuwe leraar algemene vakken erkentmen de eigenheid vanhet beroepsonderwijs.Een taalkundige, eenwiskundige-weten-schappelijke en eenmaatschappelijke optieworden voorgesteld.• Leraar lichamelijke opvoeding: geen aanhangselHij is bevoegd voor het kleuteronderwijs, hetlager en de eerste graad secundair onderwijs.Lichamelijke ontwikkeling ondersteunen en op-timaliseren kan men niet zo maar als aanhangselaan gelijk welke leraar toevertrouwen.• Leraar tweede en derde graad SO: zwaardereopleidingDe licentiaten algemene vakken in de tweede enderde graad van het secundair onderwijs (ASO,TSO en KSO) en de docenten voor de lerarenop-leiding krijgen hun didactische beroepsopleidingaan de universiteit. De initiële opleiding bestaatuit twee complementaire delen. Een deel van deoptievakken van de vakopleiding wordt gebruiktvoor een vakdidactische vertaling van de leerstofnaar het secundair onderwijs. Dit deel bedraagtminimum 270 uren studie- en onderwijsactivitei-ten. In het tweede deel zit algemene en vakdidac-tiek en stage, goed voor minimum 630 uren.

Via het behalen van een getuigschrift kan dezeleraar ook lesgeven in de eerste graad secundaironderwijs (v.b. Latijn en Grieks), in de tweede enderde graad beroepsonderwijs en in het volwasse-nenonderwijs. Hij kan dus voort bruggen leggentussen onderwijsniveaus.

Tussen de hogescholen en de universiteiten zalde overheid samenwerkingsverbanden voor di-dactisch onderzoek, nascholing en vakgroepwer-king ondersteunen. ■

De volledige tekst van de discussienota «Het leraren-ambt in een nieuw perspectief» van de Vlaamse Minis-ter van Onderwijs en Ambtenarenzaken kunt u inzienop school.Mevr. Kaat Damman verzamelt de discussiestof op deAdministratie Hoger Onderwijs en WetenschappelijkOnderzoek - kamer 314 - Koningsstraat 136 - 1000Brussel

Alle huidige regenten be-

houden hun bevoegdheid.

Page 26: Klasse voor Leraren 39

26 KLASSE NR.39

De bestepapegaai

krijgt een

10Twee onderzoekers no-teerden woord voorwoord de vragen, ant-woorden en opmerkin-gen van leerlingen en leer-

R A P P O R Tkrachten in de les. Hunbesluit? Er worden maarweinig echte vragen ge-steld, leerlingen lerenvooral de leraar naar demond praten en... de bestepapegaai krijgt nog al-tijd een tien.

De onderzoekers schreven minuut per mi-nuut het lesverloop uit van twaalf willekeurigelessen (eerste en vierde jaar ASO en BSO). Daar-na gingen ze op zoek naar de onderliggendecommunicatiepatronen. Uiteraard kunnen weze niet veralgemenen maar iedereen zal toch eenen ander herkennen.

Eén woord is genoegEen eerste vaststelling: leraars stellen veel

vragen maar er zit weinig variatie in. Veruit demeeste vragen laten maar één antwoord toe (ge-sloten kennisvragen). Het verwachte antwoord isdan ook meestal erg kort, vaak slechts één woord.Het is goed of fout. Veel minder frequent zijnbegripsvragen waarbij leerlingen iets in eigen

betreuren het toch. Door middel van dit soortvragen geven leerlingen immers te kennen welkedenkweg ze aan het volgen zijn en of ze iets(niet) begrepen hebben. Een leerkracht die oorheeft voor deze vragen kan zo heel wat te wetenkomen over het proces van kennisverwerving inzijn les. Maar dat gebeurt dus bijzonder weinig.Toch zien we ook grote verschillen: het aantal ende soort vragen hangen af van de aanpak van deleerkracht.

De leraar centraalCommunicatie in de klas verloopt duidelijk

heel anders dan in de dagelijkse omgang tussenmensen. Het gesprek ligt van te voren groten-deels vast en het is de man of de vrouw vooraandie het meest praat en bepaalt wie wanneer watmag zeggen. Zoiets heet gecentraliseerd taalge-bruik.

Leerlingen verzetten zich daar stilletjes ofopenlijk tegen door bijvoorbeeld gewoon te doenalsof ze luisteren, door met andere dingen bezigte zijn of door irrelevante opmerkingen te ma-ken.

Niet onderbrekenDe onderzoekers besluiten dat hun analyse

van vragen en antwoorden veel zegt over degangbare manier van leren op school.

In alle geobserveerde lessen wordt frontaal enklassikaal les gegeven: de leraar spreekt en deleerlingen luisteren. De leraar is de sturendekracht: hij heeft het volledige lesverloop in han-den. De leerstof staat van tevoren vast, evenals demanier waarop die leerstof zal worden overge-dragen. De leerkracht heeft de structuur van delessen in het hoofd, meestal parallel met die vanhet schoolboek. Later reproduceren de leerlin-gen wat de leraar heeft voorgezegd.

woorden moeten uitleggen en toe-passingsvragen waarbij ze geleerde zakenmoeten toepassen in nieuwe situa-ties. Zelden of nooit mogen leerlin-gen zelf gegevens ontleden (analyse),zelfstandig en creatief denken (syn-these) of een persoonlijke meninggeven (evaluatie). Na elk antwoordkomt de leraar weer meteen aan de

beurt. Als het antwoord goed is, herhaalt hij hetmeestal nog eens letterlijk. Van echte communi-catie is weinig sprake.

Waar moet dat staan?Leerlingen stellen zelf veel minder vragen:

gemiddeld één per acht minuten. Precies de helftdaarvan gaan over hoe iets moet worden geno-teerd en over toetsvragen en opdrachten (vakex-terne vragen).

Leerlingen stellen maar weinig inhoudelijkevragen. De onderzoekers telden er in totaal 38 intwaalf lesuren. Dat lage cijfer komt overeen metbuitenlands onderzoek maar de onderzoekers

Leerlingen leren

vooral de leraar naar

de mond praten.

Page 27: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 27

De leerlingen komen weinig aan het woord.Als ze praten, dan is dat in antwoord op eenvraag van de leerkracht. Heel af en toe nemenleerlingen zelf het initiatief om een vraag testellen of een spontane opmerking te maken,maar dat valt niet altijd in goede aarde. Op diemanier maken de leerlingen zich de regels van deschoolse werkelijkheid eigen. De leerstof staatcentraal en zoiets onderbreek je niet met vragen,tenzij de leraar plots zegt dat het om examenstofgaat. Het is met een frontaal-klassikale aanpakook niet altijd eenvoudig om op alle spontanevragen en opmerkingen onmiddellijk in te gaan:sommige leerlingen lopen al vooruit op de leer-stof, terwijl anderen nog wat achterna huppelen.Bij een klassikale aanpak wordt leren als eencollectieve activiteit beschouwd, terwijl het ei-genlijk een strikt individuele aangelegenheid is.

Vragen? Geen vragen!Soms onderbreekt de leerkracht zijn verhaal

om te vragen of alles duidelijk is, of de leerlingenalles begrepen hebben. Leerlingen reageren hierzelden of nooit op: ze willen zich immers nietprofileren als dommeriken. Leerkrachten ver-wachten ook weinig respons op hun kreet «Zijndaar nog vragen over?» Meestal laten ze nietmeer dan een adempauze om te reageren en gaanze meteen weer voort met hun verhaal.

Tijdens de les worden leerlingen vaak ge-bruikt om de kennis die de leerkracht wil over-brengen, te helpen verwoorden. Vandaar hetoverwicht van gesloten kennisvragen waarvanhet antwoord van tevoren vaststaat. Soms zijndat aanvulvragen. En dan gebeurt het nog vaakdat de leerkracht het antwoord van de leerlingvertaalt in dat ene antwoord dat in het voorafuitgestippelde verhaal past. Leerlingen wordendan soms woorden in de mond gelegd die zeeigenlijk helemaal niet hebben uitgesproken.

De omgekeerde wereldVan echt leren kan hier geen sprake zijn. Echt

leren is jezelf vragen stellen, verwonderd zijnover een bepaald fenomeen, een authentiek pro-bleem ervaren en daarvoor een oplossing willenvinden. In de dagelijkse realiteit dienen vragenom aan informatie te komen waarover men nietbeschikt. Op school is het precies de omgekeer-de wereld: de leraar stelt vragen waarop hij het«enige echte» antwoord al kent. Dat is een vande basiskenmerken van de typisch «schoolsevraag».

Een andere functie van de schoolse vraag is tetoetsen of de leerstof wel in goede orde is aange-komen. De leerlingen moeten de leerstof die deleerkracht hun heeft ingelepeld, op geregeldetijdstippen kunnen reproduceren. Afhankelijkvan de eisen die elke leerkracht stelt, moeten zedat op een welbepaalde manier doen: soms let-terlijk, dan weer in eigen woorden, nu in sche-mavorm en dan voluit. Ze moeten meestal metschade en schande ondervinden op welke ma-nier ze bij welke leraar de meeste punten kunnenbehalen. Want dat is het doel waarmee leerlin-gen op school kennis verwerven: slagen voor detoets of het examen.

Slechts in een klein aantal gevallen mogenleerlingen tijdens lesmomenten spontaan vragenstellen of opmerkingen maken. De leerkracht die

«MANNEN, WORD EENS WAKKER»lk Wind wordt veroorzaakt door, dat weet je ook.

ll Euh... luchtdruk...

lk ‘t Is lang geleden, maar ‘t is niet één luchtdruk die wind veroorzaakt, maar...

ll Verplaatsing van luchtdruk...

lk Wind is verplaatsing van lucht. En van waar naar waar gaat wind?

ll Verplaatsen van luchtdruk...

lk Nee, luchtdruk verpl... Luchtdrukgebieden verplaatsen zich. Inderdaad, hè.Maar wind waait van... naar...

ll Hoge luchtdruk naar lage luchtdruk.

lk Ja. Mannen! Word eens wakker! Wind waait van een gebied met een hogeluchtdruk naar een gebied met een lage luchtdruk. Dus wind wordt eigenlijkveroorzaakt door een verschil in luchtdruk. Ja?

De leerlingen hebben de kennis niet echt verworven. Ze weten wel ongeveer waaroverhet gaat (het heeft iets te maken met luchtdruk en verplaatsing), maar niet exact. Zeraden het antwoord en goochelen wat met woorden. De leerkracht geeft hun de pap inde mond maar aan de kern van de zaak is niets veranderd. Over een paar weken, dagenof misschien uren kunnen de leerlingen weer niet verwoorden wat wind precies is, tenzijze het van buiten hebben moeten leren voor een overhoring. Leren wordt door deleerlingen vaak in samenhang gezien met een toets of examen. Daarna mogen ze hetweer rustig vergeten.

daarop ingaat en daar tijd voor vrij maakt, effentde weg voor het echte leren: al pratend de werke-lijkheid interpreteren op basis van kennis diemen al heeft. De onderzoekers hebben het ge-voel dat er op school heel wat kansen wordengemist om die weg in te slaan. ■

Het project «Nederlands in de niet-taalvakken» werdgefinancierd door het Departement Onderwijs en uit-gevoerd door Veerle Geudens en Rita Rymenans. Pro-motor is prof. dr. Frans Daems (UFSIA). U kunt hetonderzoeksrapport bestellen bij Rita Rymenans - De-partement Didactiek en Kritiek (UIA) - Universiteits-plein 1 - 2610 Wilrijk - +␣ 03-820 29 79.

Page 28: Klasse voor Leraren 39

28 KLASSE NR.39

De meesterverdient beter

«Leeglopers, sleppeheren en bezijkte zakken»zo werden schoolmeesters rond 1900 in West-malle en Hooglede nog genoemd. In 1904 schrijftChristene School dat «talrijke onderwijzers gepij-nigd worden door hun gemeentebesturen die henluiaards noemen.» Een onderwijzer schrijft in1911: «Prent de kinderen in de klas maar allemaatschappelijke deugden in, wanneer gij zelfdoor de maatschappij als haar uitschot wordtbehandeld.» Voor de Tweede Wereldoorlog wasde kritiek op de onderwijzers van «veel pré en veelcongé» ruim verspreid.Wanneer had de onderwijzer dan wel aanzien?Professor MARC DEPAEPE (KUL): «Dat zogezegdeaanzien is sterk opgeblazen. De enige periodewaarin wij er in ons onderzoek iets van gevondenhebben zou begin jaren ’30 kunnen zijn. Toenwerd de onderwijzer in verhouding goed betaald.Er heerste toen bovendien een op zijn zachtstgezegd gezagsvriendelijk klimaat waardoor de sterkehand van de meester wel enig aanzien genoot.»Prof. FRANK SIMON (VUB/RUG): «Dat aanzien haaldehij trouwens vooral uit zijn talrijke nevenactivi-teiten in het dorp. De schoolmeester was bij alleverenigingen betrokken en zijn autoriteit werd eraanvaard. Op het platteland werd hij dan ookhoger geacht dan in de stad. Dat beeld van de

overal gewaardeerde onderwijzer gaat alleen opvoor een korte periode in de jaren ’30 en dannagenoeg alleen op het platteland.»Het aanzien van de meester is een mythe?DEPAEPE: «Al in de loop van de 19de eeuw was ereen beroepsethos gegroeid waarbij het onderwij-zersschap vaak in holle en bombastische bewoor-dingen werd opgehemeld als een soort roeping ofzending. In de opleiding en vakbladen werd deonderwijzer verheerlijkt als een soort modelvader:plichtsbewust, vol toewijding en met een totaleinzet. De voedstervaders der beschaving, de scheppersvan het volksgeluk, noemde de directeur van derijksnormaalschool in Lier hen nog in 1907.

Maar in de realiteit was de onderwijzer veelsterker dan nu afhankelijk van de lokale bewinds-lieden. Alles trouwens was sterk hiërarchisch: demeester moest luisteren naar het schoolhoofd ende inspectie. En op hun beurt moesten de leerlin-gen en de ouders luisteren naar de meester. Demaatschappij is vooral op dat vlak sterk veran-derd. Er is nu meer professionalisering en samen-werking.»

DoodgraversbaantjeDe onderzoekers verzamelden veel gegevens

over het inkomen en de koopkracht van de onder-

In 1884 kloegen onder-wijzers in Vlaanderen alover het «prestigeverlies»

doodgravers-baantje». Wan-neer werd de le-raar dan wél gewaar-deerd? Daarvoor hebbendrie professoren de ge-schiedenis van loon, aan-zien, koopkracht enz. uit-gevlooid. En wat blijkt?De trede waarvan altijdsprake is als symbool voorhet vroegere aanzien vande meester heeft blijk-baar nooit echt bestaan.

De meester moest eenmodelvader zijn maar daar

werd hij slecht voor betaald.

O N D E R Z O E Kvan hun beroep. In 1906vroegen ze «herklasseringvoor hun slecht betaalde

Page 29: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 29

wijzers tijdens de laatste honderd jaar. In 1884bedroeg het wettelijk minimumloon van een ge-meentelijk hulponderwijzer 1000␣ fr. per maand.Maar één op de vier verdiende nog minder dandat. Om rond te komen met een gezin had je toenminstens 1250␣ fr. nodig. De onderwijzers kloe-gen met petities over te lage lonen en prestigever-lies. Ze vergeleken hun inkomen met dat vangendarmes, arbeiders en spoorwegbedienden, za-gen dat ze er bekaaid van afkwamen en spraken in1911 van «hongerlonen».

Een gunstiger klimaat kwam er pas met deeconomische boom na 1926. Door de automati-sche indexering enz. steeg de koopkracht van deonderwijzer tussen 1927 en 1932 met 50␣ %. (Eendergelijke toename deed zich alleen nog voortussen 1971 en 1975).

In vergelijking met de andere beroepsgroepenwaren de jaren dertig voor de onderwijzers degunstigste. Zij behoorden toen bij de best bezol-digde loontrekkenden.

Met de crisis en de oorlog ging alles echter weersnel bergaf. In 1936 noemde minister Spaak mijn-werkers en onderwijzers de slechtst betaalde cate-gorieën en in vakbladen noemde men het een«kosters- en doodgraversbaantje». De oorlog be-tekende natuurlijk een diep dal. Maar nadien ginghet salaris steeds omhoog, al daalde de koop-kracht even begin jaren tachtig. Nu is die schadeechter weer ingehaald.

Grote klassenProf. MAURITS DEVROEDE (KUL): «De gemiddeldeonderwijzerswedde heeft altijd flink boven hetinkomen gelegen van arbeiders en landbouwersen lichtjes beneden dat van de bedienden. Maartussen 1895 en 1991 is het reële inkomen van deonderwijzer (de nominale wedde gedeeld doorhet prijsniveau) verdrievoudigd. Dat betekent dateen onderwijzer met zijn wedde nu driemaal meergoederen en diensten kan kopen dan een eeuwgeleden.»DEPAEPE: «Ondanks de zogezegde crisis binnenhet beroep kunnen we ook zeker stellen dat destatutaire bescherming van de leraar tegen dewillekeur van zijn werkgever nog nooit zo goedgeweest is als nu. Tegelijk zijn de arbeidsverhou-dingen met schoolhoofd, inspectie enz. zeker minderhiërarchisch geworden. Er is meer samenwerkingmaar dit participatiemodel strekt zich ook uit naarouders en leerlingen. Daardoor kan de leraar zichwel aangetast voelen in zijn professionele autono-mie.»

Ook de arbeidsvoorwaarden zijn in de loop derjaren sterk verbeterd. Zo had in 1911 een onder-wijzer in een gemeenteschool nog gemiddeld 45leerlingen in zijn klas. Klassen van meer dan 60leerlingen waren normaal. Splitsen mocht maarvanaf 70 leerlingen. In Gent was er in 1902 eeneerste leerjaar met 77 leerlingen en één onderwij-zer.

Landmeter na de lesDe meeste onderwijzers konden vroeger alleen

maar het hoofd boven water houden door eenbijberoep, al zijn daar altijd beperkingen op ge-weest. Herbergier mocht bijvoorbeeld niet. Maargemeentesecretaris, penningmeester, koorzangeren organist konden meestal wel. Handelsactivitei-ten werden dikwijls op naam van de echtgenote

uitgeoefend en bijlessen werden meestal niet offi-cieel betaald. In 1911 oefende één vierde van allelekeonderwijzers een officieel toegelaten bijbe-roep uit. Hoe velen dat deden zonder toelating,blijft de vraag. Het cumuleren nam steeds toe.

Een tweede inkomen was voor veel onderwij-zers bittere noodzaak. In 1936 had een gezinminstens 26.000␣ fr. nodig om rond te komen. Een

Het aanzien van de

meester, een mythe?

gehuwd beginnend onderwijzerverdiende toen 14.000␣ fr. Aan heteinde van zijn loopbaan kwam hijpas aan 27.000␣ fr. In 1945 warenbijbetrekkingen buiten het on-derwijs zo goed als algemeen. Res-trictieve bepalingen van de overheid om cumultegen te gaan haalden niet veel uit. Er waren altijdachterpoortjes. Het basisinkomen is nadien stil-aan gestegen. In de loop der jaren werden ook alleverschillen weggewerkt voor wie hetzelfde werkdeed: geslacht, vestigingsplaats, schoolnet of bur-gerlijke stand spelen geen rol meer. Het is ooitanders geweest. ■

De studie werd uitgevoerd op initiatief van het Christe-lijk Onderwijzers Verbond. «Geen trede meer om op testaan» (Pelckmans, Kapellen, 1993) is een fraai uitge-geven, sterk gedocumenteerd en vlot leesbaar boek van346 blz. over alle aspecten van de maatschappelijkepositie van de onderwijzer(es) in de voorbije honderdjaar. U kunt het boek bestellen voor 1250 frank bij COV- Koningsstraat 203 - 1210 Brussel - +␣ 02-217 40 50.

1895 1905 1915 1925 1935 1945 1955 1965 1975 1985 19950

50

100

150

200

250

300

350

De evolutie van de koopkracht van de onderwijzersweddetussen 1895 en 1991 (1895 = 100)

De onderwijzer kan met zijn inkomen nu driemaal meer kopen dan honderd jaargeleden. Maar die evolutie is niet in rechte lijn verlopen.

Page 30: Klasse voor Leraren 39

30 KLASSE NR.39

OP EENKATTEBELLETJE

Voor het hele leergebied taal wordeneindtermen geformuleerd voor vaardig-heden, taalbeschouwing en attitudes. Hier-onder geven we telkens een voorbeeldvan wat de leerlingen na het basisonder-wijs volgens de nieuwe eindtermen moetenkunnen, tonen, beantwoorden...

• Luisteren:• Vragen of mededelingen over de tele-foon begrijpen en noteren op een katte-belletje.

E I N DT E R M E N• Een beluisterde tekst herkennen alsverhaal, dialoog, beschrijving, reclame...• Voldoende weerbaarheid tonen omdat wat men beluisterde te toetsen aande eigen inzichten.

• Spreken:• Vragen van de leerkracht over taal,wereldoriëntatie, wiskunde... structure-rend beantwoorden, d.w.z. zelf verban-den leggen tussen verschillende kennis-elementen: chronologisch ordenen, hoofd-zaken selecteren en weergeven, oor-zaak en gevolg aangeven, voorbeeldenals illustratie geven.• Aangeven hoe men de geprekssituatiedenkt aan te pakken: waarover gaatmen het hebben, wat weet men al overhet onderwerp, wat moet zeker wordenmeegedeeld... nadenken over spreek-strategieën.• Spreekzekerheid tonen, graag het woordnemen.

• Lezen:• Uit opdrachten in schoolboeken deessentiële informatie halen. Reclame enadvertenties in folders voor hobbyma-teriaal, speelgoed, jeugdboeken... kri-tisch lezen.• Meedelen hoe men bepaalde tekst-soorten herkent; ontdekken welke kop-regel de aandacht trekt in reclametek-sten of welk tekstblok overtrokken posi-tieve voorstellingen bevat.• Leesplezier tonen. Zin hebben in hetvastnemen of kiezen van allerlei tekstenom het eigen weten, denken en voelente stimuleren.

• Schrijven:• Voor een krant of een jeugdtijdschrifteen goed gestructureerde tekst schrij-ven over een gebeurtenis, een merk-waardig persoon... Een verslag schrij-ven over een informatieve t.v.-uitzen-ding.• Het verband aangeven tussen de schrijf-wijze van een werkwoord en het onder-werp in een zin.• Bereid zijn om de spelling, de lay-outen het handschrift te verzorgen.

Er zitten zo’n 250 leraars, direc-teurs en ouders in de zaal. Zebuigen zicheen heledag over devoorgestel-de eindter-men basisonderwijs. Er is veel dis-cussie maar vooral ook veel ani-mo en enthousiasme om er samenwerk van te maken. «Kinderenzijn geen lege vaten», zegt eendeelnemer. «We moeten aanslui-ten bij wat er al in zit en daar nietzomaar vrijblijvende kennis in gie-ten.» Ook bij de Infocel Eindtermenstaat de telefoon niet stil. Er isbijna elke dag ergens in Vlaande-ren een info-avond. De brede maat-schappelijke discussie is volop aande gang. Velen willen weten wel-ke minimumdoelen in eindtermenworden omschreven. Welke voor-stellen zitten er bijvoorbeeld inhet vat voor taal en wiskunde?

Geen lege

Taal: meer doenDe beginvraag is niet wàt leerlingen we-

ten over taal, maar wat ze ermee kunnendoen. Daarom staat taalvaardigheid (luiste-ren, spreken, lezen en schrijven) centraal.Kinderen leren actief, in wisselwerking metde omgeving. Het standaard-Nederlands opde basisschool moet bijgevolg herkenbaaraansluiten bij de dagelijkse belevingswereldvan het kind.Er ontstond paniek en opluchting tegelijktoen bleek dat er geen zinsontleding meervoorkomt in de eindtermen basisonder-wijs. Hoe zit het ermee?ROGER STANDAERT, directeur Dienst voor On-derwijsontwikkeling (DVO): De grammati-ca was op de lagere school een grote enmoeilijke brok. Men deed aan zinsontle-ding en somde woordsoorten op. Maar veel-al was er geen verband met het functioneletaalgebruik. Men leerde een aantal vakter-men. Vaak verschilde de terminologie vantaalboek tot taalboek. Een leerling die in dezesde klas vertrouwd geraakte met de per-soonsvorm liep kans om in het eerste jaarsecundair voor een andere term te staan.Naast de wereldvreemdheid en de hoge ab-stractiegraad was er geen eenheid in hetgrammatica-onderwijs. Dit soort toestandleidt de leerlingen niet tot inzicht in taal entaalgebruik. Maar door middel van tekstont-

leding bijvoorbeeld is zinsontleding eigen-lijk wel opgenomen in de eindtermen. Maardat moet altijd gebeuren in een zinvollecontext en op het begrips- en gebruiksni-veau van het kind.Wordt het dagelijks dictee afgeschaft?STANDAERT: Spelling blijft zeker belangrijkmaar we hechten minder belang aan despitsvondigheden ervan. We trachten veel-eer de leerlingen een spelling-geweten bij tebrengen om de nonchalante houding tegen-over correct spellen tegen te gaan. Nietsstaat het dagelijks dictee in de weg als hetmaar in verband staat met wat de leerlingenop dat ogenblik leren.

Gedaan met

slordig spellen.

Page 31: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 31

MET DEZAKREKENMACHINE

Het huidige wiskunde-onderwijs is te over-laden. Daardoor komt het inoefenen vanbasisvaardigheden in het gedrang: hoofd-rekenen, cijferen, schatten, toepassingenin de dagelijkse realiteit van rekenvaardig-heden, praktijkgericht metend rekenen,ruimtelijke oriëntatie...De eindtermen voor het leergebied wis-kunde zijn ingedeeld in meer algemene enconcrete eindtermen. De meer algemenezijn doelstellingen en attitudes voor hetgeheel van het wiskundig leerproces. Deleerlingen moeten bijvoorbeeld bij een re-kenkundige werkwijze een keuze kunnenmaken tussen schatten, cijferen of de zakre-kenmachine. Leerlingen moeten de wiskun-detaal ook begrijpen buiten de lessen, zodatze schema’s, tabellen en grafieken in krantenen tijdschriften kunnen interpreteren.De concrete eindtermen zijn opgesplitst indrie grote domeinen: getallen, meten enmeetkunde.

• Getallen:Onder getalbegrip zijn de eindtermen on-dergebracht voor kennis en inzicht van hetbegrip hoeveelheid in het algemeen en opde verschillende mogelijkheden waarophoeveelheden via getallen worden uitge-drukt. Bij bewerkingen staat het verwerkenvan getallen centraal: optellen, aftrekken,vermenigvuldigen, delen, schatten en cij-ferrekenen met de zakrekenmachine. Hier-onder volgt telkens een voorbeeld van watde leerlingen moeten kunnen.• Getalbegrip: Breuken beschouwen alseen stuk van, een verhouding, een verde-ling, een deling, een operator, een getalmet een plaats op een getallenlijn, eenkans.• Bewerkingen: Uitgevoerde bewerkingenkritisch controleren met de zakrekenma-chine.

• Meten:Heel wat concrete meetvaardigheden kun-nen aan bod komen buiten de schoolmu-ren. Dat kan gaan van het hanteren van deschaal tot het meten van meetkundigegrootheden zoals oppervlakte en volume.• De meest gangbare maateenheden inverband brengen met betekenisvolle situa-ties, zoals bijvoorbeeld 1/4 l = een flesjefrisdrank.

• Meetkunde:Deze eindtermen hebben onder meer be-trekking op oriëntatie en lokalisatie in eentwee- en driedimensionale ruimte, het her-kennen en benoemen van vormen, hetmaken van eenvoudige meetkundige teke-ningen.• Zich ruimtelijk oriënteren op basis vanplattegronden, kaarten, foto’s, coördina-ten in een rooster en gegevens over afstanden richting.

vaten vullen

Wiskunde: minder abstractWiskunde is vaak een struikelblok voor

heel wat leerlingen van de basisschool. Zezijn nog niet rijp voor abstracte inhoudenen redeneringen zoals ze voorkomen in dehuidige wiskunde-leerplannen. Dat veroor-zaakt faalangst en een blijvende afkeer voorwiskunde.Sommige kranten wisten te melden dat demoderne wiskunde wordt afgeschaft. Kloptdat?STANDAERT: De moderne wiskunde wordtniet afgewezen. Ze wordt wel minder ab-stract. Geen theorie om de theorie. In denieuwe eindtermen komen de begrippen uitde verzamelingenleer niet meer als doel opzich voor. Een aantal voorstellingswijzenzoals het venndiagram en de relatiepijlenkunnen evenwel interessante hulpmidde-len zijn voor het wiskundig denken vankinderen. De formele logica wordt pas op-genomen in de eindtermen van de eerstegraad secundair onderwijs.En de breuken?STANDAERT: In de breuken-toestand lietenwe de dingen weg die in de praktijk tochnooit toegepast worden. Zo is het vermenig-vuldigen en delen van breuken alleen inbepaalde omstandigheden zinvol. Daaren-tegen hebben veel oefeningen geen zin om-dat ze niet verwijzen naar concrete situaties.

Of vindt u misschien de uitkomst van85/105: 3/5 nuttig en nodig om uw leefka-mer te kunnen behangen?Leren leerlingen nog cijferen als ze voort-durend hun zakrekenmachine mogen ge-bruiken?STANDAERT: Nu komt er veel meer tijd vrijom te cijferen. De zakrekenmachine is hier-bij een controle-middel. De zak-japannerkomt niet in de plaats van het leren rekenenmaar de kinderen leren hem wel gebruiken.Welke volwassene grijpt niet naar zijn re-kenmachine voor wat meer ingewikkeldeberekeningen? ■

Meer tijd om

te cijferen.

De maatschappelijke discussie over deeindtermen loopt nog tot 15 december.Op school en in de openbare bibliotheekkunt u alle voorstellen over eindtermenvoor het basisonderwijs inkijken. Vragenof opmerkingen kunt u kwijt bij InfocelEindtermen - Postbus 920 - 1000 Brussel- +␣ 02-219 18 00 en fax 02-219 77 73.

Page 32: Klasse voor Leraren 39

(advertentie)

Page 33: Klasse voor Leraren 39

KLASSE NR.39 33

De Vlaamse jongeren trekken naar alle EG-lidstaten. Er is niet echt meer een concentratie naarbepaalde landen toe zoals in het begin. Zo trokkenin 1988 nog 40␣ % van de Vlaamse Erasmus-studen-ten naar Nederland. Nu staan andere landen aan detop. Voor de landen van de Europese VrijhandelsAssociatie (EVA) is echter nog weinig belangstel-ling. Die zijn dan ook pas in 1990 tot de program-ma’s toegetreden. Europarlementslid An Hermansanalyseerde de cijfers. En overal blijkt de enthou-siaste deelname van Vlaanderen.

Erasmus: het vlaggeschipErasmus is gemeengoed geworden in het Vlaamse

hoger onderwijs. In het schooljaar ’92-’93 werkten113 (of één vierde) van de Belgische instellingendie voor deelname in aanmerking komen mee.

Vlamingen nemen somsdubbel zo vaak deel aan

Europese onderwijsprojectendan naar verhouding kan

worden verwacht.

Tempus: Oost-EuropaDit programma organiseert uitwisselingen tussen

hogescholen van EG-landen en Oosteuropese landen.Aan deze Gezamenlijke Europese Projecten (GEP’s)kan het bedrijfsleven ook deelnemen. In ’91-’92was België betrokken bij 114 GEP’s of 5,6␣ % vanhet totaal. Bij 23 projecten was een Belgischeinstelling coördinator. België ontving 52 Oosteu-ropese docenten en 58 studenten en stuurde zelf30 docenten en 1 student uit.

Lingua: vreemde talenLingua omvat navorming voor leerkrachten

SO en HO (Actie I), mobiliteitsbeurzen voorstudenten (Actie II) en taaluitwisselingen voorleerlingen SO en studenten HO (Actie IV). ActieII is volledig identiek aan Erasmus. In ’91-’92gingen 79 Belgische studenten naar het buiten-land.

Vorig jaar hebben 182 Vlaamse taalleraars eenbeurs gekregen (Actie I). Frans, Duits en Engelsspannen de kroon, maar één leerkracht ging zichzelfs in het Iers bijscholen. Dit jaar zijn er reeds450 beurzen toegewezen, een zeer grote stijgingdus. Vorig jaar namen 563 leerlingen en studen-ten deel aan een uitwisselingsproject. Dit jaar zijner dat reeds 594. ■

Het volledige rapport heet Europa en het onderwijs.Europese onderwijsinitiatieven en de deelname vanVlaanderen - An Hermans, m.m.v. Freddy Evens -Belliardstraat 97 - bureel 4096 - 1047 Brussel - +␣ 02-284 52 19Meer informatie ook bij het Vlaamse Erasmusagent-schap (ook voor Tempus) - Departement Onderwijs -RAC Arcadengebouw - 3de verdieping - 1010 Brussel -+␣ 02-210 54 19Comett Informatiecentrum - Departement Onderwijs -RAC Arcadengebouw - 3de verdieping - 1010 Brussel -+␣ 02-210 51 23Vlaams Lingua-agentschap - Departement Onderwijs -RAC Arcadengebouw - 3de verdieping - 1010 Brussel -+␣ 02-210 51 22

De Vlaamse onderwijsin-stellingen nemen zeeractief deel aan de Euro-pese onder-wijsprogram-ma’s. Belgiëheeft slechts 3␣ % van hettotaal aantal studentenin het Europees hogeronderwijs. Toch ligt het

R A P P O R Taantal studenten, jonge-ren, goedgekeurde pro-jecten en partnerschap-pen vaak dubbel zo hoogdan men op basis vanons aandeel in het Euro-pese geheel mag verwach-ten. Ook de Vlaamse leer-krachten zijn sterk ver-tegenwoordigd.

Desterren

van

EuropaVlaanderen nam deel met 57 instellingen. Ze wisse-len studenten of docenten uit of ontwikkelen nieu-we gemeenschappelijke studieprogramma’s. Belgiësloot 813 partnerschappen af met buitenlandseinstellingen voor hoger onderwijs of 6,2␣ % van allepartnerschappen. Ons land ontvangt 4␣ % van hetErasmus-budget. We scoren dus hoog: België teltimmers slechts 3␣ % van het totaal aantal studentenhoger onderwijs in de EG. De Vlaamse Gemeen-schap betaalt 25 % van de beurzen.

Vorig academiejaar trokken 333 Belgische do-centen of professoren naar het buitenland om ergemiddeld drie weken te gaan lesgeven. Vooraltalen en ingenieurswetenschappen scoren hierbijgoed. Het aantal studentenuitwisselingen is de laat-ste jaren steeds blijven stijgen. In drie jaar tijd is hetaantal verzesvoudigd tot 1550 per jaar voor Vlaan-deren alleen. De gemiddelde verblijfsduur is nu ietsmeer dan vijf maanden en het gemiddelde beursbe-drag is zo’n 8000␣ frank per maand. Engeland, Frankrijk,Duitsland, Spanje en Nederland zijn (in die volgor-de) de populairste bestemmingen.

Comett: bedrijfsstagesComett omvat partnerschappen tussen hoge-

scholen en ondernemingen, bedrijfsstages voorstudenten, cursussen, de ontwikkeling van didac-tische pakketten en studies en analyses van oplei-dingsbehoeften. Aan elk project moeten zowelondernemingen als hogescholen deelnemen. In1991 werden 17 Belgische projecten door de EGbetoelaagd, goed voor 4,3␣ % van het Comett-bud-get. Anderzijds namen Belgische hogescholen enondernemingen toen deel aan 31␣ % van de projec-ten, goed voor 363 Belgische partnerschappen.België stuurde in de periode ’90-’92 454 studentenuit en ontving 554 buitenlandse studenten.

Page 34: Klasse voor Leraren 39

(advertentie)

Page 35: Klasse voor Leraren 39

(advertentie)

Page 36: Klasse voor Leraren 39

Afgiftekantoor Brussel X

- Ministerie van de V

laamse G

emeenschap

Departem

ent Onderw

ijs - Redactiesecretariaat K

LASSE

Koningsstraat 138 - 1000 Brussel

TIJD

SCH

RIFT

verschijnt maandelijks (behalve in juli en augustus)

U.V.

HOE TEVREDEN ZIJNLERAARS OVER HUN JOB? ␣ %

zeer tevreden

eerder tevreden

neutraal

enigszins ontevredenten zeerste ontevreden

(Leerkrachten basisonderwijs - HIVA-rapport - Bart Van Hooreweghe -1993)

14

44

16

242