Klasse voor Leraren 46

36
Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen Nr.46 • Juni 1994 Leraars en de minister Leraars en de minister

description

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen. Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

Transcript of Klasse voor Leraren 46

Page 1: Klasse voor Leraren 46

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen

Nr.46 • Juni 1994

Leraars ende ministerLeraars ende minister

Page 2: Klasse voor Leraren 46

(advertentie)

Page 3: Klasse voor Leraren 46

Zonder gezichtsverlies.p. 4-11.

Maandblad voor Onderwijsin VlaanderenUitgegeven door het Ministerievan de Vlaamse GemeenschapDepartement Onderwijs

Nr.46 • Juni 1994

RedactieLeo BormansPatrick De BusscherGaby De Moor

RedactiesecretariaatDiana De CaluwéAnny Lecocq

Foto’s: Luc DaelemansCartoons: Dirk VercamptVormgeving: Artefact, Leuven

Verantwoordelijke uitgeverDaniël Vandenberghe, leidendambtenaar A.O.V.KLASSE verschijnt tien keer per jaaren wordt gedrukt op chloorvrijpapier.Abonnement (10 nummers perjaar): 300␣ fr.Het bestand van gratis abonnemen-ten wordt beheerd door de wedde-dienst. Fouten of wijzigingen in hetadres moeten dus via de schoolad-ministratie worden geregeld.

KLASSEKoningsstraat 138 8ste verdieping1000 BrusselTel. redactie 02-211 46 60Tel. secretariaat 02-211 46 58Tel. abonnementen 02-211 46 62Tel. publiciteit 02-211 46 58Telefax 02-211 46 61

KLASSE NR.46 3

MEER DAN EEN MILJOENElke dag krijgen we brieven en tele-foons van mensen in het onderwijsdie gewoon willen zeggen hoe sterkze KLASSE appreciëren. Het realismevan dit blad werkt blijkbaar voor velenstimulerend over de grenzen van re-gio’s, netten, vakken en niveaus heen.En het bevordert de communicatiemet zoveel mensen die elk op hunmanier met onderwijs bezig zijn. Datzijn er veel: zo’n 150.000. Elke dagopnieuw. We wensen hen allemaaleen deugddoende vakantie. Of zeverdiend is, daar twijfelt waarschijn-lijk alleen uw buurman aan. Het besteantwoord op zijn argwaan lijkt tochnog altijd: waarom probeert u hetniet eens zelf? Meer dan een miljoenleerlingen per dag. Dat moet je ver-dienen. Elke dag.

IN DIT NUMMER

4-11Leraars en de minister

Het leek zo dicht bij het einde van het schooljaar wel even op hetLaatste Avondmaal. KLASSE schoof met twaalf onderwijsmensenaan tafel bij de minister van onderwijs. Maar het kwam niet toteen voetwassing.

24-25Klas aan de kade

Waar gaan kinderen van binnenschippers, kermisexploitanten,circusuitbaters, zigeuners en woonwagenbewoners naar school?En hoe leg je aan die kinderen

bijvoorbeeld uit wat een kelder is? Een reportage.

26-27Erin, erdoor en eruit

Elke school verzamelt heel wat gegevens over leerlingen. Maardikwijls blijven die gewoon in de kast zitten. Nochtans levert eenefficiënt gegevensbeheer veel inzicht in de in-, door- en uitstroomvan de leerlingen op uw school.

28-29Business op school

In 250 scholen runnen de leerlingen een eigen bedrijfje. Voor zo’nmini-onderneming doen ze alles zelf. Ze verkopen aandelen, maken een produkt en verkopen hetook. Ondernemingsgeest op school.

30-31Vlaamse leraars naar het buitenland

Stel dat u er voor minstens twee jaar tussenuit wilt. Les geven inChina, Thailand, Zambia of Zuid-Amerika? Dat kan. Er is vooralvraag naar mensen in technische opleidingen en in de vormingvan leerkrachten ter plaatse.

32-33Stotteren

Stef struikelt over zijn woorden. De klas lacht. En de meester weetóók niet hoe hij hem het beste helpt. Zo’n 4␣ % van de kinderenstotteren. Hoe ga je daarmee om in de klas?

En ook…

• GEEN KLEIN GELD. De onderwijsbegroting.p. 12

• DE NIEUWE EDISON. Geautomatiseerde com-municatie. p. 13.

• JOURNAAL. Met de vinger aan de pols. p. 14.• KLASSE-IDEE. Gratis naar de Romeinen? Geen

probleem. p. 15-21.• DE INFOLIJN. Tientallen vragen per dag.

p. 22.• SIGNAAL. Over efficiënte en andere leraars.

p. 23.• OUTPLACEMENT. Een baan buiten het onder-

wijs. p. 34.

KLASSE verschijnt (net als u?) niet in julien augustus. Vanaf september zijn we erallemaal hopelijk weer. Tot dan.

Wat doet u met de gegevensover leerlingen? p. 26-27.

Les geven in het buitenland.p. 30-31.

Leraars met vakantie.

Page 4: Klasse voor Leraren 46

4 KLASSE NR.46

V I Z I E R

Leraarsen de ministerLeraarsen de minister

Page 5: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 5

De minister kan niet wachten. Al halverwege de voorstelling vande deelnemers aan het gesprek, voelt hij dat ze waarschijnlijkallemaal om meer middelen en een betere ondersteuning zullenvragen.VAN DEN BOSSCHE: «Ik ga met u akkoord. We kunnen nooit te veel gelduitgeven aan onderwijs. Daarin ligt de toekomst van onze maat-schappij. Maar dat vinden mijn collega’s van welzijn, verkeer,milieu enz. óók allemaal voor hun sector. Wat wij spenderen aanonderwijs kan met brio de vergelijking met alle andere Europeselanden doorstaan. Maar er zit wel een sterk onevenwicht in onzeuitgaven: meer dan 43␣ % gaat naar het secundair onderwijs. Alleandere geledingen moeten samen tevreden zijn met iets meer dande helft van de middelen. Dat is helemaal geen verwijt aan deleerkrachten secundair onderwijs maar we kunnen dat verschilook niet wegmoffelen.»Daarmee is de toon gezet voor een uitgebreid rondetafelgesprektussen twaalf onderwijsmensen en de minister van onderwijs. ■

Page 6: Klasse voor Leraren 46

6 KLASSE NR.46

Het toverwoord in onderwijs lijkt tegenwoor-dig wel schaalvergroting. Gelooft u daar echt inals de oplossing voor veel problemen?VAN DEN BOSSCHE: Voor het HOBU geloof ik daarzeer sterk in maar voor het basisonderwijs hele-maal niet. Dat moet onder de kerktoren blijven.Ook voor het secundair onderwijs geloof ik nietper se in schaalvergroting. Dat is het HOBU niet.Ik voel me oneerlijk behandeld als men mij uit-spraken over het HOBU in de schoenen wil schui-ven alsof die ook gelden voor het secundair on-derwijs. Twee ASO-scholen met hetzelfde aanboden van hetzelfde net kunnen in dezelfde stad naastelkaar functioneren. Die kunnen bijvoorbeeld eentotaal ander profiel hebben. Elke school mag haareigen sfeer behouden. Als ze een bepaalde grootteheeft regelt het centraal gezag het urenpakket ende algemene administratie. Maar het pedagogischproces is voor het lokale team. We moeten ons wel

afvragen wat de toegevoegde waarde is. Maar dieis moeilijk objectief vast te stellen.

We kunnen trouwens ook het carrièreverloopvan de leerkrachten lokaal laten beheren en dankan je overgaan naar enveloppe-financiering.Daar zullen we toch toe moeten komen. Hethuidige systeem van de overheid als derde beta-ler is slecht.Elke school probeert er toch het beste van temaken.VAN DEN BOSSCHE: Ik zal iets gevaarlijks zeggendat tegen mij kan worden gebruikt. Ik begrijp diedirecteur die zijn bril opzet en nagaat hoe hij elkreglement zodanig kan lezen dat zijn school erbeter van wordt. In feite probeert een goededirecteur mij maximaal te melken. Ik ben debetalende partij. Als ik overdreven gemolkenword en mijn uier valt droog moet ik maarmaatregelen uitvaardigen die er voor zorgen datze wat minder lang aan mijn uier hangen. Dat isde ongezonde dynamiek van het systeem.Enveloppe-financiering lost niet alles op.VAN DEN BOSSCHE: Nee, maar neem nu pensionitis.Ik begrijp de directeur die zegt: «Kamiel komt nietmeer maar dat geeft niet want nu heb ik voorhetzelfde geld een frisse tijdelijke in de plaats.» Infeite consacreert die directeur daarmee a-sociaalgedrag dat fictief ziekteverlof toch altijd is. Somsgaat dat heel ver. Ik was onlangs in een school dieuit een diep dal kwam. En daar zegden ze me: «Dedirecteur is ziek en we hebben er voor gezorgd dathij ziek blijft want als hij terug komt, is het hierweer om zeep.» Het mag niet maar ik begrijp het.

zij kracht, hoop, verdrietof ontgoocheling halen.Onderwijs heeft veel ge-zichten. En iedereen diein onderwijs actief is be-paalt op zijn manier hetgezicht van het onder-wijs. Dat van de ministeris misschien het meestbekende maar in de loopvan het gesprek zegt hijzelf dat «de kwaliteit vanhet onderwijs gelukkig nietwordt bepaald door dekwaliteit van de minis-ter.» Het gaat om de kwa-liteit van al die leerkrachtendie het dagelijks waar ma-ken voor de klas. Tijd vooreen confrontatie. Met zichtop onderwijs.

Onderwijsheeft veel

gezichten

De twaalf deelnemerswerden (elk tot hun ei-gen verbazing) gewoongepikt uit de 150.000 le-zers van KLASSE en doorons uitgenodigd in Brus-sel. Het werd niet alleeneen boeiende confronta-tie met elkaar en met deminister. We vroegen henook wat zij zelf persoon-lijk het voorbije school-jaar het meest boeiende,vervelende, frustrerendeof stimulerende vondenin het onderwijs en waaruit

Page 7: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 7

Met enveloppe-financiering krijgt de schoolmeer financiële verantwoordelijkheid. Uiteraardkan dat alleen als het draagvlak van de schoolgroot genoeg is. Als dat te klein is wordt hetnatuurlijk een ramp. Op dat vlak kan schaalver-groting mogelijk zijn. Maar we moeten er voor-zichtig mee omspringen. De leerlingen en deleraars moeten zich in zo’n school goed blijvenvoelen. Dat is uitermate belangrijk.

KleingeestigIn het vrij secundair onderwijs wil men blijk-baar wel naar schaalvergroting.VAN DEN BOSSCHE: Die voorstellen komen niet vanmij. Maar mijnheer Boone van het VSKO, die eenverstandig man is, ziet natuurlijk ook wat erbudgettair aan de hand is. Die stelt ook de over-uitgave voor het secundair onderwijs vast. En hijkent de overheid. Die kan op sommige momen-ten wel eens lineair met een maatregel komen dievoor iedereen geldt. Hij redeneert waarschijnlijkzo: «Laat mij het proces op gang brengen zodatwe zelf meewerken aan de beheersing van dekosten. Ik doe dat liever zelf want dan kan ik hetop mijn eigen maat en naar mijn eigen behoeftendoen, dan dat de overheid het mij gaat opleggen.Dan is het waarschijnlijk al te laat.»Welke discussie wilt u in het secundair onder-wijs dan voeren?VAN DEN BOSSCHE: Die van hetaantal studierichtingen in ASObijvoorbeeld. Moeten we die echtallemaal handhaven? Door tevoorzien in zoveel mogelijkhe-den organiseren we een con-currentieslag tussen scholen diereclame maken met het aantalstudierichtingen dat ze aanbie-den, ook al zitten daar somsmaar twee leerlingen in.

We moeten ons durven af-vragen welke richtingen nognuttig zijn. Bij de ouders wek-ken we trouwens dikwijls deverkeerde indruk dat ASO thetop of the bill is. Daardoor wor-den heel veel kinderen naar eenverkeerde studierichting georiën-teerd. We zijn nu precies aanhet nagaan wat nog het verschilis tussen bijvoorbeeld Econo-mie-Moderne Talen in ASO enTSO-Handel of tussen ASO-Mens-wetenschappen en TSO-SocialeTechnieken. De commissie diedat onderzoekt brengt daarovereind juni verslag uit.

Op de Staten Generaal overhet TSO werden trouwens ookal domeinen geformuleerd. Zoblijft er wel een vrije schoolkeu-ze maar wordt het aanbod gere-duceerd tot één officieel en éénvrij, niet van álle netten iets dus.Dat zijn allemaal stappen in degoede richting. Maar in het se-cundair onderwijs werken wedus niet aan zo’n globaal plan alsin het HOBU. Dat is niet moge-lijk en niet wenselijk. Maar we

moeten wel langzaam tot een grotere beheersingvan het secundair onderwijs komen.Het globaal plan komt er ook in het HOBU(voorlopig?) niet.VAN DEN BOSSCHE: Dat zou bijzonder spijtig zijn.Als scholen in het hoger onderwijs willen overle-ven zullen ze hun schaal moeten vergroten of zegaan eronder door. Ook een aantal universitei-ten waarschuw ik: ze zijn de oorlog aan hetverliezen. Ik vrees dat de kleinheid van onsgrondgebied onze geest begint te beïnvloeden.Hoe ver ligt Hasselt eigenlijk van Oostende? Wekomen in Europa sneller dan we denken totAmerikaanse toestanden. Daar vragen ze nietwelk diploma je hebt maar wáár je dat behaaldhebt. Als wij in Vlaanderen overal heel versnip-perd hetzelfde aanbieden, daalt de kwaliteit. Datis uiteindelijk in het nadeel van de democratise-ring van ons onderwijs. Op het einde van eenhele schoolloopbaan, die ons 235 miljard perjaar kost, kiezen dan die kinderen uit familieswaar er het geld en de horizon voor is om inBologna te gaan studeren omdat wij die kwaliteitniet kunnen bieden. Nochtans kunnen we metgrotere hogescholen en met hetzelfde budget dieinternationale uitdaging wel aan.

In orde op papierU wilt de scholen meer autonomie geven.

VAN DEN BOSSCHE: Ja. De politie-ke wereld heeft vele jaren ge-blunderd door te denken datBrussel macht heeft. Brussel heeftde macht niet die het zichzelftoedicht. Ik kan omzendbrie-ven sturen zoveel ik wil. En alsik voor controle zorg zal ookelke directeur ervoor zorgendat hij op papier in orde is.Dan krijg je veel paperasserijmet de schijn dat alles in ordeis. Maar dat klopt niet. Neembijvoorbeeld de bijkomende les-tijdenpakketten voor het eer-ste leerjaar. Dat is vorig jaaroveral zeer positief uitgeval-len. Maar één van de zevenvoorwaarden daarvan was datde school een akkoord moestsluiten met het buitengewoononderwijs. Op papier is dat ookoveral gebeurd. De handteke-ningen staan er. Een directricebuitengewoon onderwijs ver-telde me zelfs dat ze door 37directeurs was aangesprokenom samen te werken. Zij wasplots de meest beminde vrouwvan Vlaanderen. In werkelijk-heid is er nagenoeg nergensvan enige concrete samenwer-king sprake geweest. Formeelis dat dus in orde maar in depraktijk schiet er niets van over.Nu hebben we die voorwaardezo goed als weggelaten.

Maar als we de lokale scho-len meer verantwoordelijkheidgeven en laten nemen moet erook een plaatselijke tegenmacht

Jaak Van Hulle,directeur lager onder-wijs, Waardamme«Wij vormen met onze achtklassen niet zo’n grote school.Ik geef dan ook nog acht uurles per week. Maar met mijnvijftig jaar ben ik toch blij datik kan zeggen dat ik elke dagoptimistisch naar school ga.Onderwijzen is een fantas-tisch beroep. Elke dag metlevend materiaal werken scheptunieke kansen. Wie oog enoor heeft voor alles wat rondhem gebeurt en in een crea-tieve geest met kinderen sa-menwerkt is ‘s avonds moeen gelukkig.Ik hoop dat jonge mensendie nu nog kiezen voor hetonderwijs een groot harthebben voor kinderen.»

Stephane Soetaers,leerkracht normaal-school, Leuven«Als begeleidster van didac-tische stages kom ik in veleklassen van de lagere school.Enhier ontmoet ik leerkrachtendie werken met een enormeinzet en een groot enthou-siasme, met een open geestop de wereld, plannend enorganiserend, constant be-slissingen nemend en pro-blemen oplossend, enormbetrokken bij hun creatievewerk.En dan denk ik: «In de be-drijfswereld zouden dit ge-zochte managers zijn, ge-waardeerde kaderleden, dienog extra zouden wordengemotiveerd door allerlei te-gemoetkomingen. En hier...heeft hier ooit iemand tegendeze leerkracht gezegd datzij (hij) het goed doet?» Wel-iswaar kom ik ook wel eensin een klas als in een verstar-de, verkilde wereld, vreemdvoor kinderen en hun erva-ringswereld.Maar het enthousiasme ende werkkracht van mijn stu-denten in de normaalschoolstimuleert me telkens opnieuw.Wat me wel verontrust zijnde onrustige kinderen, le-vend zonder veel structuur,zich verliezend in allerlei ge-beurtenissen en materiëledingen... steeds meer het slacht-offer van hun opvoeding.»

Page 8: Klasse voor Leraren 46

8 KLASSE NR.46

zijn. Een aantal conflicten zullen nu immersplaatselijk moeten worden opgelost. De vakbon-den zullen zich daarom ook moeten reorganise-ren. En elke school zal haar eigen managementmoeten ontwikkelen. Er is geen toverformuledie voor elke school opgaat. Omdat ik elke weekminstens in één school op werkbezoek ga, zie iktelkens weer hoe één maatregel in verschillendescholen verschillende effecten heeft. Dat weer-houdt me om al te veel centraal te regelen.Toch hebben veel leerkrachten de indruk dat ernooit rust en stabiliteit in het onderwijs komt.VAN DEN BOSSCHE: Dat begrijp ik niet. Deze maat-schappij verandert met een nooit geziene snel-heid. Daar moeten we mee leren leven. Pleitenvoor de grote rust in onderwijs, kan niet. Onder-wijs is een communicerend vat met de maat-schappij. Via de kinderen stroomt de maatschap-pij er met al haar steeds veranderende eigen-schappen voortdurend in. Of je dat nu graag hebtof niet: onderwijs zal zichzelf voortdurend op-nieuw moeten definiëren. Dat kán nooit rustigzijn.Maar soms verandert er toch te veel en te snel.VAN DEN BOSSCHE: Dat mag je toch ook niet over-drijven. De eenheidsstructuur is er gekomen najarenlange discussie en werd progressief inge-voerd. Dat kan je toch geen don-derslag noemen. De eindtermenzaten al in een decreet van Da-niël Coens dat we nu stap voorstap uitvoeren. Daar nemen wetoch de tijd voor? We zullenzeker niet overhaast te werk gaan.

Onderwijs blijft een perma-nente uitdaging voor al wie erwerkt. Vraag overigens eens inde bedrijven hoe vaak ze daarmoeten bijscholen, veranderen,aanpassen, herstructureren enz.We mogen ons toch in het on-derwijs ook niet isoleren van demaatschappelijke werkelijkheid.

Goed nieuwsEr wordt veel over burnout ge-sproken in het onderwijs.VAN DEN BOSSCHE: Stel dat 5␣ %(zoals in elk bedrijf) burnoutis, dan tel ik er 7500 in heel

inderdaad overbevraagd. En daarom moet hetonderwijs aan de maatschappij ook soms durvenzeggen: «Stik! Wij lossen uw problemen nietallemaal op.» We kunnen voor drugs, aids, racis-me enz. niet onze ogen sluiten maar soms wil demaatschappij alles op de schouders van het on-derwijs schuiven. Laat me eerlijk zijn: dikwijlsschieten de ouders te kort in de opvoeding vanhun kinderen. Dat kunnen wij op school nietallemaal rechtzetten. Stel je voor: er zijn oudersdie voor vier bladzijden straf naar de rechtertrekken! Gelukkig heeft die rechtbank zich on-bevoegd verklaard. Anders hadden alle leerkrachtenmorgen ontslag kunnen nemen. De mentaliteitvan veel ouders is echt aan het verloederen.Samen kunnen we het wel aan maar onderwijsalleen voor alles laten opdraaien, dat kan dusniet.Heel wat leerlingen zijn schoolmoe. Ga daar alsleerkracht maar voor staan.VAN DEN BOSSCHE: We hebben de leerplicht met debeste bedoelingen verlengd maar we hebben deleerlingen niet altijd even goed kunnen opvan-gen. Dat is ook een heel moeilijke opdracht. Ikdenk vooral aan leerkrachten algemene vakkenin het beroepsonderwijs. Niet iedereen is ge-schapen om dat aan te kunnen. En ook de oplei-

ding schiet te kort. Eigenlijkzouden leerkrachten moetenkunnen kiezen voor die rich-tingen en er speciaal voor op-geleid en begeleid moeten wor-den.

Maar ook oudere kleuter-leidsters bijvoorbeeld kunnenhet moeilijk krijgen. Ik heb geenantwoord en geen geld vooreen oplossing. Misschien moeter meer mobiliteit mogelijk zijnin het carrièreverloop van eenleerkracht zodat hij op oudereleeftijd iets anders kan doen.Maar daar hebben we het per-spectief niet voor.

Wedde verhogenWilt u de vaste benoeming af-schaffen?VAN DEN BOSSCHE: Iemand ge-raakt zeker niet méér gemoti-veerd als een mogelijk ontslagvoortdurend als het zwaard vanDamocles boven zijn hoofd hangt.De vaste benoeming volledigafschaffen is contraproduktief.Maar we zouden toch wel demogelijkheid moeten hebbenop te treden tegen wie echt ingebreke blijft. Anderzijds heb-ben we voor jonge afgestudeerdenook nog geen voldoende aan-trekkelijk aanbod. Voor de ba-sisschool op dit ogenblik wel.Maar jonge licentiaten kunnenwe nog dikwijls te weinig per-spectief bieden op een volledi-ge betrekking.Als u de leerkrachten beterzou betalen...VAN DEN BOSSCHE: We zijn met

Anne De Belder,secundair en hogeronderwijs, Melle«Wat mij het voorbije schooljaarhet meest trof is een indrukdie reeds enige tijd bestaat:de algemene demotivatie. Datis een bedroevende en frus-trerende ervaring. Ze situeertzich op verschillende vlak-ken: bij de leerlingen (gemisaan toekomstperspectief) enbij de leerkrachten (demoti-vatie van de leerlingen, voort-durende veranderingen enbezuinigingen, weinig stabi-liteit en zekerheid). Hopelijklijdt het beleid niet aan de-zelfde ziekte.Toch blijft onderwijs boeien.Vooral dankzij die jonge men-sen die toch nog geïnteres-seerd zijn en leergierigen dieje op het einde van elk school-jaar het gevoel geven dat jetoch weer iets verwezenlijkthebt.»

Jos Baelus, directeurbuitengewoon lageronderwijs, Westerlo«Bij de aanvang van dit school-jaar was ik aangenaam ver-rast over de samenwerkingtussen het buitengewoon on-derwijs en het gewoon lageronderwijs. Die was tenmin-ste bedoeld in de omzend-brief aanvullende omkade-ring eerste leerjaar lager on-derwijs. Eindelijk zou er con-tact zijn, belangstelling voorelkaars werk! Die samenwer-king is geen werkelijkheidgeworden. Ontgoochelend!Ik vraag me af of dat in detoekomst toch niet mogelijkis. Stimulerend vond ik ditjaar wel dat er nu een finan-ciële waardering komt voorhet B.O.-getuigschrift. Ein-delijk! Maar ik maak me tochzorgen over de toekomst vanhet buitengewoon onderwijs.»

Vlaanderen. Dat isveel en dat is wei-nig. Maar die men-sen komen in demedia. Er zijn ernochtans véél meerdie elke dag onge-looflijk enthousiast

werken in onze scholen. Diegeraken spijtig genoeg zeldenin het nieuws want ja, dat isgoed nieuws. We mogen hetprobleem zeker niet ontwijkenmaar we moeten wel de hélerealiteit van ons onderwijs be-kijken.Toch vinden ook veel onder-wijsmensen dat ze overbelastzijn.VAN DEN BOSSCHE: Onderwijs is

«De mentaliteit van

de ouders is aan het

verloederen.»

Page 9: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 9

150.000 leerkrachten. Er is heelweinig speelruimte. Wedde opzichzelf zal nooit motiverendwerken. Een weddeverhogingheeft een effect van twee maan-den. De kleuterleidsters zijn erbijvoorbeeld in vijf jaar tijd met25␣ % op vooruit gegaan. Maarik moet de eersten met vlag enwimpel nog tegenkomen. Dathoeft ook niet. Nu worden zejuist betaald. Vroeger werdenze onderbetaald. We kunnen nietméér of te véél betalen. Maar deverloning moet wel juist zijn.Als we daarnaast werken aanhet inhoudelijk boeiend makenvan de job, werkt dat ook moti-verend.

Oeh! en Oef!Welke plaats krijgt de méns inons onderwijs, zowel de leer-kracht als de leerling?VAN DEN BOSSCHE: De leerkrach-ten maken ons onderwijs. Ge-lukkig wordt de kwaliteit vanhet onderwijs niet bepaald doorde kwaliteit van de minister. Hetgaat om de persoonlijke kwali-teit van al die leerkrachten. Datis een uiterst boeiend maar kwets-baar produktie-apparaat. Maarook de mens achter de leerlin-gen moet meer aan bod komen.We hebben nu misschien gene-raties afgeleverd met specialis-ten die veel weten over nietsmaar maatschappelijk analfabe-ten zijn. Dat is heel erg voor eenmaatschappij. Met de eindter-men krijgen we een nieuwe kans.De school mag zich niet eendui-dig richten op het verstand vande leerlingen. Ze moeten nietover zo weinig mogelijk zoveelmogelijk weten. Laten we hetonderwijsproces verbreden.Toch leeft er in de scholen ook enige angst voordie eindtermen.VAN DEN BOSSCHE: Het debat moet zijn tijd krijgen.Het is een ambitieus plan dat ernstig en rustigmoet worden uitgevoerd. Daarbij moeten weniet alleen de inhouden bepalen maar ook deleerkrachten begeleiden om die zo efficiënt mo-gelijk over te brengen. Tussen de beslissing en dedefinitieve uitvoering moeten we iedereen tijdgeven om naar de nieuwe situatie toe te groeien.Begrijpt u de angst van sommigen?VAN DEN BOSSCHE: Angst is een slechte raadgever.Ik volg die redenering niet. Als je aan onderwijs-mensen vraagt hoe het gaat, zeggen ze: «Slecht!».Kondig je daarop een grondige hervorming aan,roepen ze: «Oeh! Nog slechter!». Trek je dan dehervorming in, zeggen ze: «Oef!». En iedereen isweer gelukkig. Dat heeft waarschijnlijk te makenmet onze angst voor alles wat nieuw is. In plaatsvan geboeid te zijn door het nieuwe, klampen weons graag vast aan het bestaande. We zijn tochwel een conservatief volk: houden wat we heb-

Tony De Bleeckere,directeur PMS, Mechelen«Vervelend vind ik de admi-nistratieve rompslomp vanpersoneelsdossiers bijvoor-beeld. Zou dat nu echt nieteenvoudiger kunnen? Frus-trerend is dan weer de erva-ring dat onze hulpverleningniet altijd geapprecieerd ofopgevolgd wordt. Kracht enhoop haal ik uit de positievefeedback van jongeren, ouders,leerkrachten en directies.Ondanks de minder roos-kleurige berichtgeving valtme trouwens nog altijd depositieve ingesteldheid op vanonze jongeren en de sterkebekommernis van talrijke leer-krachten en directies om hunleerlingen.Wat me wel pijn doet is denegatieve beeldvorming rondhet PMS, alsof wij samenmet het onderwijs de schuldzijn van alles wat er fout looptin de maatschappij.»

Karin Feremans, leer-kracht lager onderwijs,Duffel«Ik geef nu vier jaar les en ikmerk dat ik me al beter kaninleven in de leefwereld vande kinderen. Ik voel de be-hoefte om rekening te hou-den met het anders zijn vanelke leerling. Dat is niet altijdeven gemakkelijk. Wat meerspecialisatie in mijn beroepzou welkom zijn. Het is voormij bijvoorbeeld een onmo-gelijke opdracht om alle vak-ken even goed te geven.Gelukkig werk ik ook 12 uurals taakleerkracht. Ik voel meecht aangetrokken tot kin-deren met leermoeilijkheden.De grote brok leerstof is voorhen heel moeilijk te verte-ren. Ik stel me trouwens vra-gen over het evenwicht tus-sen onze aandacht voor deleerstof en voor de mens achterde leerling. Ook naar de in-tegratie van pas afgestudeerde,onervaren leerkrachten in onsonderwijs zou meer aandachtkunnen gaan.»

ben, is de leuze.U bedoelt zo iets als: eenmaalminister, wil je altijd minis-ter blijven.VAN DEN BOSSCHE (lacht): Voormij gaat dat in ieder geval nietop. Er zijn andere leuke jobs inhet leven. Eigenlijk zou ieder-een regelmatig eens iets heelanders moeten kun-nen doen. Ookmensen in het on-derwijs.

ExtrainjectiesBelgië heeft blijk-baar het wereldre-cord zittenblijven. Wat kun-nen we daaraan doen?VAN DEN BOSSCHE: Zittenblijvenis niet altijd een mislukking.Soms is het ook een zegen.Maar het loopt fout als leerlin-gen alleen maar studeren omniet te moeten blijven zitten.Ze verzamelen dan punten zo-als ze later geld willen verdie-nen. Onze maatschappij heefteen rare kijk op «slagen in hetleven». Daarvoor kijkt men bij-voorbeeld naar de lengte vande wagen waarmee men rijdt.Maar kunt u geen structureleoplossingen aanbrengen. Hetjaarklassensysteem doorbre-ken bijvoorbeeld?VAN DEN BOSSCHE: De onderwij-zer in het eerste leerjaar heeftin feite een onmogelijke op-dracht. Hij moet al die kinde-ren boeien en zowel de slimsteals de traagste enorm veel bij-leren.Dat weten we al langer. Maarwat gebeurt daaraan?VAN DEN BOSSCHE: Veel. We heb-

ben vorig jaar het lager onderwijs een eerstevoorzet gegeven met een bijkomende omkade-ring van 500 miljoen. Nu gaan er extra miljoe-nen naar de overgang van het kleuteronderwijsnaar de eerste klas lagere school. En ook devolgende jaren moet het basisonderwijs extrainjecties krijgen, ook qua administratieve om-standigheden. Het geld daarvoor zullen we waar-schijnlijk langzaam maar zeker moeten halen inhet secundair onderwijs. Het basisonderwijs isin de loop der tijden het kind van de rekeninggeworden en dat wreekt zich. Als we de financie-ringsnormen heroriënteren kunnen we al van inhet basisonderwijs het zittenblijven voor eenstuk vermijden.En in het secundair dan?VAN DEN BOSSCHE: Daar moeten we naar een her-waardering van het TSO. Ouders ervaren hetTSO nog altijd als een falen van hun kind. Zeluisteren niet naar het PMS of naar de leerkrach-ten en willen hun kinderen kost wat kost in hetASO houden. Soms komen die dan uiteindelijkpas na de tweede graad in het TSO terecht. Hun

«De grote rust in

onderwijs? Die

komt er nooit.»

Page 10: Klasse voor Leraren 46

10 KLASSE NR.46

dan al enigszins beschadigdzelfbeeld loopt daar dan nogeens extra schade op omdat zeniet kunnen volgen. Ze mis-sen immers de vaardighedenuit de tweede graad.Zouden we niet beter de mid-denscholen afschaffen en te-rug naar een zesjarige struc-tuur gaan?VAN DEN BOSSCHE: Officieel heb-ben we wel middenscholen maarin werkelijkheid is dat op on-telbare plaatsen gewoon eenzesjarige structuur. Ik was on-langs nog in een grote schoolen vroeg aan een leerling ineen eerste leerjaar secundairin welke klas hij eigenlijk zat. Die zei me zo fierals een gieter: «In het eerste jaar Latijn, mijnheerde minister.» De directeur keek even naar hetplafond. In de klas daarnaast stelde ik mijn vraagopnieuw. Daar was het antwoord: «In het eerstejaar technische humaniora.»

De directeur zei me achteraf dat ik dat moestbegrijpen. De buitenwereld wil dat zo. Andersverliezen ze zogezegd leerlingen aan de concur-rentie. En de reclamefolders van scholen liegener niet om, eh: 6 jaar Latijn, 6 jaar technisch enz.En vindt u dat goed?VAN DEN BOSSCHE: Ik kan vaststellen wat er ge-beurt: een typisch Belgische op-lossing. En als u het mij per-soonlijk vraagt: ik ben geen voor-of tegenstander van het ene ofhet andere systeem. De huidigeoplossing vind ik niet eens zogek.

■ Buitengewoononderwijs

VAN DEN BOSSCHE: «Basisscholensturen de leerlingen veel te laatnaar het buitengewoon onder-wijs. Ze willen die leerlingen zolang mogelijk houden. We ziendat ook aan de datum waaropplots zwaar karaktergestoorden(type 3) worden ontdekt: ná 1februari als de leerlingen geteld

gewoon onderwijs vinden we ook dikwijls demeest enthousiaste leerkrachten. We stellen trou-wens toch wel een evolutie vast: ouders aanvaar-den type 8 (leermoeilijkheden) nu veel gemak-kelijker dan enkele jaren geleden. Maar het zoubeter zijn mochten de leerlingen zeer vroeg naarhet buitengewoon onderwijs worden doorver-wezen. Als ze daar goed begeleid worden kun-nen ze na één of twee jaar terug naar het basison-derwijs. Eventueel zouden we het buitengewoononderwijs dan nog een soort volgrecht mee kun-nen geven voor enkele uren voortgezette bege-leiding van dat kind in het gewone basisonder-

wijs.»

■ PMSVAN DEN BOSSCHE: «De OESOwas ontgoocheld over het ver-schil tussen de theorie en depraktijk bij de PMS-centra. Deopdracht is dan ook zodaniggroot en de omkadering zoda-nig klein dat de twee niet terijmen zijn. Het PMS zal in detoekomst moeten kiezen: of-wel meer personeel (dat weniet kunnen betalen) ofwel deopdrachten beperken en eigenklemtonen leggen.»

■ BasisonderwijsVAN DEN BOSSCHE: «Heel watdirecteurs moeten inderdaadnog enkele uren les geven. Maarhun situatie is er de laatstejaren al heel sterk op vooruit-gegaan. Als het budget datmogelijk maakt moeten we aldie directeurs klasvrij maken.Dat is de richting maar nogniet de realiteit. Er zijn 2000basisscholen en 3000 vestigings-plaatsen...»VAN DEN BOSSCHE: «Aan de extra-omkadering van het eerste leer-jaar zijn een aantal voorwaar-den verbonden. Niet gelijk welkeklas die boven de 20 leerlingenkomt heeft er dus recht op. Ermoet bijvoorbeeld een taakle-raar zijn enz. Misschien kun-nen we enkele uitzonderingen

Anny Devreker, leer-kracht ASO, Kortrijk«Ik ben lerares lichamelijkeopvoeding en daarnaast ookombudsleerkracht. Uit de goe-de verstandhouding met deleerlingen put ik enorm veelkracht. Het is dan ook eenplezier zoveel extra-scolaireactiviteiten te kunnen orga-niseren (naar film, toneel,concert enz.). Ook uit deinternationale uitwisselings-projecten haal je veel vol-doening. Ze geven kleur aanhet schoolleven, zowel voorde leerlingen als voor de leer-krachten.»

François Cremers,praktijkleraar TSO-BSO,Bree«De snel wijzigende maat-schappij brengt voor de jon-geren die ons toevertrouwdzijn ook andere normen mee.Normen waarmee wij nietzo vertrouwd zijn. Toch vraagtdezelfde maatschappij aanons om leerlingen hierin tebegeleiden (relatiebekwaam-heid, drugs, aids...). Steedsinteresse blijven opbrengenvoor deze thema’s en ze be-spreekbaar maken met deleerlingen maakt me somsmoe. Gelukkig bezitten wijeen leerkrachtenteam waarwe ook onze kleine kantenmogen tonen. Dat geeft moeden kracht om verder te gaan.»

Eric Rutten, directeur TSO, Maaseik«Voor mij zit de uitdaging erin het indivi-dualisme dat in het onderwijs sterk aan-wezig is, te doorbreken. Dit schooljaar isdat een prioritair aandachtspunt geweest:het belang doen inzien van samenwer-ken in groep en het stimuleren van devakgroepwerking. De energie en inzetvan een groep leerkrachten en leerlingenkan bergen verzetten en daarop moetworden ingespeeld. Alzo groeit de waar-dering van leerkracht, leerling en directie.Frustrerend is het dan weer wel te moe-ten vaststellen dat niet iedereen er zichvan bewust is dat het algemene school-klimaat bepaald wordt door de wijzewaarop ieder individu de zaak aanpakt.Maar er is hoop.»

zijn. We hebben ge-vallen ontdekt vanleerlingen van 10, 11jaar die alleen maarwat zaten te kleurenachteraan in de klas.Het PMS mocht dieklasjes zelfs niet bin-nen van de directeur.Zoiets is immoreelen zeker niet in het

belang van het kind. Anderzijdsis er de grote terughoudendheidvan de ouders. Die zouden mis-schien meer in contact moetenworden gebracht met andereouders die ook al kinderen inhet buitengewoon onderwijs heb-ben. Meestal zijn hun ervarin-gen zeer positief. In het buiten-

«Het basisonderwijs

was het kind van

de rekening

geworden.»

Page 11: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 11

maken maar dan moet je metstevige argumenten komen: aan-tonen dat je echt met remedialteaching werkt bijvoorbeeld.

■ Secundaironderwijs

VAN DEN BOSSCHE: «Qua groeps-gebeuren is het secundair on-derwijs op dit ogenblik één vande slechtst draaiende fabriekenin Vlaanderen. In het basison-derwijs werken leerkrachten vaakbeter samen. Waarschijnlijkhangt dat samen met het feitdat elke leerkracht zijn eigenvak geeft. Nochtans is een goe-de samenwerking zowel voorde leerlingen als voor de leer-krachten bijzonder zinvol.»

■ InspectieVAN DEN BOSSCHE: «De nieuweinspectie en de doorlichtingenwerken goed. Ik stel alleen vastdat de inspectie basisonderwijsnog veel te weinig de nieuwesfeer van het decreet op de in-spectie vastheeft. In het secun-dair onderwijs hebben ze denieuwe stijl beter te pakken. Inhet basisonderwijs is dat waar-schijnlijk nog een tijdelijke si-tuatie. Het zal wel evolueren.»

■ StagesVAN DEN BOSSCHE: «Het selectie-ambt in oefen-scholen is inderdaad op sterven na dood. Ikgeloof daar niet in. Het is niet omdat je vandaaggoed lesgeeft dat je dat morgen ook nog kan.»VAN DEN BOSSCHE: «Ook op de vraag uit het hogerpedagogisch onderwijs om leerkrachten die sta-ges begeleiden officieel te erkennen (en extra tevergoeden) moet ik negatief antwoorden. Hetpedagogisch onderwijs kiest die mensen bestzelf zodat ze bij hun eigen doelstellingen aan-sluiten. Eventueel zou je zo’n leraar wel eenmandaat kunnen geven maar dan liefst zo dat hetelk jaar kan worden vernieuwd.»

■ FransVAN DEN BOSSCHE: «Ik stel ook vast dat de kennis

Hilde De Buck, directrice midden-school, Knokke-Heist«Ik ben heel blij directeur te zijn van eenkleine middenschool waar contact nogmogelijk is. Ik denk dat het afstandelijket.o.v. het personeel in een mastodont-school mij minder zou liggen. Dat men-selijk contact met leerlingen, leerkrach-ten, ouders en buitenstaanders vraagtwel zeer veel tijd. Het is dan soms ook zeerfrustrerend dat steeds meer een beroepwordt gedaan op de directie voor admi-nistratie, vergaderingen allerhande, aan-pak van maatschappelijke problemen (eenaanpak die steeds op de school verhaaldwordt)... En dat in een tijd waarin jesteeds minder recht hebt op personeel.»

Danny De Waele, leer-kracht ASO, Zwijnaarde«Het meest boeiende en sti-mulerende is het intens, in-formeel en direct contact metde leerlingen ook en vooralin parascolair verband (va-kantiekampen, naschoolse ac-tiviteiten, leerlingentoneel,...).Ik leer telkens opnieuw dejongeren zien als een «part-ner» waarmee je samen pro-jecten organiseert; nieuwedingen beleeft en ervaart. Jeziet ze dus minder als «leer-ling» (hoewel ze dat uiter-aard ook en vooral blijven).Ook de vriendschappelijkeen solidaire samenwerkingop school werkt stimulerend.Wat me wel blijft ontgoo-chelen is dat veel ouders (waar-schijnlijk goed bedoeld) hunkind tegen beter weten in (?)te lang en nutteloos een ver-keerde, te hoog gegrepenrichting doen volgen. Als hetdan mislukt, worden niet zeldende leerkracht en de schoolmet de vinger gewezen.»

Mariette Es,kleuterleidster, onderwij-zeres, Antwerpen«Soms zitten er zoveel kleu-ters in mijn klas dat ik meafvraag of ik dit wel tot mijnpensioen zal kunnen volhou-den. Maar de dagelijkse spon-taneïteit van al die kinderenmaakt veel goed. Wij zijnook een oefenschool voorstudenten en ik stel me tochwel vragen over het niveauvan de instroom voor onsberoep. Hopelijk gaat dat nietachteruit.»

van het Frans achteruitgaat. Maarvan het voorstel om in het ba-sisonderwijs een speciale leer-kracht Frans voor die uren in teschakelen, verwacht ik geen heil.Dan zou ik dat bijvoorbeeld ookvoor wiskunde moe-ten doen want hoe-veel leerlingen kie-zen in het secundaironderwijs voor eenminimum aan wis-kunde omdat ze ereen afkeer van ge-kregen hebben in hetbasisonderwijs?»

■ Laakbare prak-tijkenVAN DEN BOSSCHE: «Er wordenheel wat zaken door scholenaan mij gemeld. Als ik vind datde Commissie Laakbare Prak-tijken daar advies moet overuitbrengen, speel ik dat door.Zo is dat onlangs nog gebeurdmet twijfelachtige propagandadoor bepaalde scholen. Maardie commissie werkt slecht enveel te traag. De feiten hebbenal een grijze baard eer ik kanoptreden. Dat moet in de toe-komst sneller gaan.»

■ StudiemeestersVAN DEN BOSSCHE: «In veel gevallen kunnen weons afvragen of de manier waarop we de taak vanstudiemeesters enz. invullen nog rendabel isvoor deze tijd. Ik denk dat we moeten evoluerennaar een aanpak en een invulling die de scholenzelf bepalen. Laat de school zelf kiezen welkprofiel ze wil voor dat ambt. Dan wordt hetgedragen door het hele team en krijg je ook dejuiste mensen op de juiste plaatsen. Dat kan voorelke school verschillen. Bovendien kost het onsniet méér. Het is gewoon een betere aanwendingvan het huidig beschikbare geld.»

■ OmbudsleerkrachtenVAN DEN BOSSCHE: «Die leerkrachten leveren dik-wijls prachtig werk. Maar zo’n functie is maarzinvol als het schoolteam vindt dat ze nodig is. Ik

zal ze nooit opleggen voor allescholen want dan maak ik devergissing tussen wat ik cen-traal theoretisch kan goedvin-den en de praktische efficiën-tie in een school. Dat hangtvan de directie af en van alleleerkrachten op een school.Soms moet zo’n ombudsleer-kracht immers ook tegen dekar van collega’s kunnen rij-den. Dat kan alleen als hetteam die functie aanvaardt. Endaarvoor moet het individua-lisme, dat veel leerkrachten nogeigen is, op die school al watdoorbroken zijn. Anders is heteen maat voor niets.» ■

«Die leerlingen

zaten achteraan

in de klas maar

wat te kleuren.»

Page 12: Klasse voor Leraren 46

12 KLASSE NR.46

Onderwijsuitgaven per niveau – 1991

Klas

se G

rafie

k

In procent

0 20 40 60 80 100 %

32,30

29,50

30,30

29,80

30,30

34,30

32,50

15,50

37,20

46,30

40,70

50,70

50,80

52,00

31,40

39,60

65,90

41,60

21,40

29,80

19,00

19,40

17,70

34,30

27,80

18,70

21,10

Denemarken

Nederland

België

Vlaanderen

Frankrijk

VS

OESO-gemid.

Duitsland

Japan

Basis Secundair Hoger

De Vlaamse overheid doetvoor het onderwijs eenaanzienlijke inspanning.Vlaanderen besteedt im-mers jaarlijks bijna de helftvan zijn begroting aanonderwijs. Het procen-tueel aandeel voor on-derwijs evolueerde van43,6␣ % in 1991 naar 46␣ %

Geenklein

geldB E G R OT I N G

in 1992. Maar de Cel Be-groting van het Depar-tement Onderwijs haal-de nog andere cijfers uitde computer, zoals de kost-prijs per leerling.

leerlingenvervoer, PMS-centra en OSP werdenhierin niet meegeteld.

VerplichtIn 1991 gingen 59␣ % van de onderwijskredie-

ten van de Vlaamse Gemeenschap naar het vrijgesubsidieerd onderwijsnet (hoofdzakelijk katholiekonderwijs). In dit net zitten ook veruit het groot-ste aantal leerlingen. 28␣ % ging naar het gemeen-schapsonderwijs en 13␣ % naar het officieel ge-subsidieerd net (gemeentelijk, stedelijk en pro-vinciaal onderwijs).

De overheidskost in België/Vlaanderen perleerling varieert enorm per onderwijsniveau enook per net. Het gemeenschapsonderwijs is voorde drie niveaus duurder dan het gesubsidieerdeonderwijsnet met uitzondering van het secun-dair officieel gesubsidieerd onderwijs in België.Er zijn evenwel een aantal factoren die gedeelte-lijk de meerkost van het gemeenschapsonder-wijs kunnen verklaren. Dit net is meer verspreidin kleinere entiteiten waardoor ze minder schaal-voordelen voortbrengen. Voorts is dit officiëlenet verplicht om elke leerling - ook deze metleermoeilijkheden - te aanvaarden. Bovendienmoet het naast godsdienst ook het vak niet-confessionele zedenleer aanbieden.

Dure studentenEen gemiddelde leerling in het secundair on-

derwijs (± 200.000␣ fr.) kost de Vlaamse overheid(in 1992) meer dan het dubbele van een leerlingbasisonderwijs (± 80.000␣ fr.) en ook meer daneen Hobu-student (± 180.000␣ fr.). Die kost danweer minder dan de helft van de kost van eenuniversiteitsstudent (± 375.000␣ fr.).

Als we de uitgaven per jaar per universiteits-student gelijkstellen aan 100, bedraagt de kostvoor een leerling in het basisonderwijs 21, in hetsecundair onderwijs 54, in het hoger onderwijsbuiten de universiteit (Hobu) 48 en in het bui-tengewoon onderwijs 82. ■

De Vlaamse onderwijsbegroting is tijdens deperiode 1988-1992 van 165.942 naar 199.393miljoen frank geëvolueerd. Dit is een stijging met20␣ %, wat neerkomt op een gemiddelde jaarlijksestijging met 5␣ %.

Van de begroting besteedde Vlaanderen in 1991afgerond 17,5␣ % aan het hoger onderwijs en bijna27␣ % aan het basisonderwijs tegenover 45,5␣ %aan het secundair onderwijs. De Franse Gemeen-schap had voor het secundair (42,5␣ %) en hethoger onderwijs (16␣ %) minder geld over.

In het diagram vergelijken we de besteding vande middelen per onderwijsniveau in de OESO-landen. Uitgaven die niet verdeelbaar zijn zoals

Vlaanderen geeft relatief veel geld uit aan het secundair onderwijs.De uitgaven voor het basis- en hoger onderwijs liggen duidelijk lagerdan het OESO-gemiddelde.

Page 13: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 13

leverancier gevonden die het Departement com-municatie-software, handtekeningen-software encentrale apparatuur zal leveren. Deze leverancierlevert NIET de modems voor de verschillendeinstellingen, noch de aangepaste software die deinstellingen nodig hebben om met het Departe-ment te «praten».

De meeste scholen zijn op dit moment reedsgeautomatiseerd. Maar niet alle pakketten zijnook geschikt om aan EDISON mee te werken.Scholen die de trein niet willen missen zullen dushun leverancier moeten aanspreken om hun pak-

ket aan te passen óf zullen zelfs naar een anderpakket (en eventueel een andere leverancier) moetenuitkijken. Elke school zal immers vanaf septem-ber 1995 in staat gesteld worden om leerlingge-gevens en personeelsgegevens via elektronischeweg naar het Departement te sturen. Daardoorzullen trouwens ook nog andere formulieren dande PERS-formulieren in onbruik raken. Het De-partement zal bijvoorbeeld uit het ene pakketpersoneelsgegevens dat de scholen doorsturenook statistieken kunnen afleiden.

Ongeldige handtekeningHet «formaat» voor de leerlingentelling was al

langer klaar. De formaten om de PERS-formulie-ren 1, 2, 3, 4, 5 en 6 te vervangen zijn er nu ook.vijftien experimenteerscholen zullen ze volgendschooljaar uitproberen. Enkele knelpunten moestendaarbij wel worden opgelost. Zo was er bijvoor-beeld het probleem met het veld Opmerkingendat u op alle PERS-formulieren vindt. De compu-ter wil deze informatie wel graag verwerken,maar kan dat alleen als ze gestructureerd in eenveld binnenkomt. Een ander probleem is dat vande elektronische handtekening die nog steedsniet rechtsgeldig is. Daarvoor is de Basisovereen-komst Elektronische Gegevensuitwisseling (BOEG)ontwikkeld. School en Departement sluiten alshet ware een contract af waarbij de elektronischehandtekening door beide partijen wordt erkend.

Weg en weerTot hiertoe was er enkel sprake van het door-

geven van informatie van de scholen naar hetDepartement. In de toekomst zal ook aan deomgekeerde weg worden getimmerd. De scholenzullen dan gestructureerde berichten van het De-partement kunnen ontvangen én er iets mee doen.Opnieuw betekent dit dat de software in uwschool voldoende intelligent moet zijn om dezetaken aan te kunnen. U hebt er dus alle belang bijuw leverancier aan te spreken om uw automatise-ringspakket zo intelligent mogelijk te maken. Inde toekomst zou u immers allerlei bruikbareinformatie in uw elektronische brievenbus kun-nen vinden. Meer dan alleen maar omzendbrie-ven en wijzigingen in de wetgeving. ■

Inlichtingen: Departement Onderwijs - DepartementeleInformatica Cel - Freddy Deprez - RAC Arcadenge-bouw - 7de verdieping - 1010 Brussel - + 02-210 54 39- fax 02-210 54 15

Volgend schooljaar zorgthet Departement Onder-wijs voor een wereldpri-

C O M M U N I C A T I Ewel in financiële kringen,in ziekenhuizen enz. Inons land maken ook rijks-wacht, politie en belas-tingen hiervan gebruik.Maar voor onderwijs baantVlaanderen de (elektro-nische) weg. EDISON isdaarbij de gids.

DenieuweEdison

meur in de com-municatie tussenschool en over-heid. Vijftien experimen-teerscholen zullen via elek-tronische weg informa-tie naar het Departementkunnen sturen. Zoietsbestaat op wereldvlak al

EDISON staat voor Electronic Data Interchangetussen School- en Onderwijscomputer. De schoolvan de toekomst zal niet alleen de leerlinggege-vens, maar ook alle personeelsgegevens via com-puter en modem naar het Departement sturen.Op dit moment worden de personeelsgegevens,én de wijzigingen, nog via de bekende PERS-formulieren naar het Departement gestuurd. Datbetekent dat de werkstations elke maand zowat20.000 wijzigingen moeten doorvoeren op eenbestand van ongeveer 160.000 personeelsledenen 4500 instellingen (scholen, PMS-centra enz.).Het EDISON-project wil hieraan iets doen.

Praten met BrusselEen inventaris van leveranciers van automati-

seringspakketten leverde 52 namen op. Zij heb-ben samen aan zo’n 3000 instellingen softwaregeleverd, de kleinste automatiseerder aan éénschool, de grootste aan 625 scholen. De geleverdesoftware gaat van een gewoon buroticapakket totintelligente software en van spotgoedkoop totheel duur. Via een openbare aanbesteding is een

Page 14: Klasse voor Leraren 46

14 KLASSE NR.46

Meer verdienen. Tegen 1996 verdienen de leerkrachten vanhet kleuteronderwijs evenveel als hun collega’s in het lageronderwijs. Dat werd afgesproken in de collectieve arbeids-overeenkomst (CAO) die vorige zomer tussen de onderwijsmi-nister en de vakbonden werd afgesloten. De Vlaamse regeringbesliste nu principieel tot een gefaseerde gelijkschakeling vande salarissen. De eerste van de drie fasen ging al in op 1januari 1994.

Zorgverbreding. Een kwart van de leer-lingen in het basisonderwijs zou leerbe-dreigd zijn. De vraag rijst of leerkrach-ten niet te vlug besluiten dat kinderenuit lagere sociale milieus automatischals probleemgevallen moeten wordenbekeken. Drie kwart van de zittenblij-vers zijn kinderen van wie de ouders tenhoogste lager secundair onderwijs volg-den. Deze groep maakt 19␣ % van deouders uit. Hun kinderen lopen vier-maal meer kans in het buitengewoononderwijs terecht te komen. De socialeherkomst speelt dus blijkbaar een nega-

tieve rol bij de be-oordeling van leer-

problemen. Dat bracht een enquête vande Vakgroep Onderwijskunde (RU Gent)aan het licht. Hieraan werkten meerdan 1000 leerkrachten uit het kleuter-en lager onderwijs mee. De resultatenervan werden uitvoerig besproken ophet Forum Basisonderwijs dat de Vlaam-se Onderwijsraad (VLOR) organiseerde.Over de aanpak van de zorgverbreding,waardoor elk kind maximale kansenkrijgt, hebben de leerkrachten uiteenlo-pende visies. Ze blijken het niet eens tezijn over het nut van een vrij keuzeaan-bod van leerstof voor snellere leerlin-gen, noch over het groeperen van min-der snelle leerlingen. Meer dan de helftvan de leerkrachten zijn tevreden overde eigen aanpak van niet al te ernstigeleer- of ontwikkelingsproblemen.

Omkadering. De Vlaamse regering be-sliste principieel dat het pakket uren-leraar in het voltijds secundair onder-wijs in het schooljaar 1994-1995 be-houden blijft op 98␣ %.

Stenen voor scholen. Wie een school wilbouwen moet dat niet eerst via een koe-pelorganisatie aanvragen. Het dossierkan rechtstreeks bij de Dienstvoor Infrastructuurwerken vanhet Gesubsidieerd Onderwijs(DIGO) ingediend worden. Definanciële tussenkomst van deDIGO bedraagt 70␣ % voor hetbasisonderwijs en 60␣ % voorde andere onderwijsniveaus(uitgezonderd universiteiten).Sinds 1989 kende de DIGOmeer dan 15 miljard subsi-dies toe voor scholenbouw: 15miljard in het vrij onderwijsen 4 in het officieel. Dit jaarstelt de DIGO zowat 3 miljardter beschikking. Maar dewachtlijst neemt toe. In 1992moesten in het vrij onderwijsvoor 857 miljoen frank ge-subsidieerde bouwwerkenwachten. Eind 1993 was ditopgelopen tot 2,5 miljard envandaag al tot 3 miljard. Inhet officieel onderwijs daaldede wachtlijst licht, van 2,2 eind

1992 tot 2,1 miljard eind 1993. Veel ge-meenten en provincies willen of kunnennamelijk niet langer wachten en nemende investering volledig voor hun reke-ning. De inrichtende machten dienenminder dossiers in omdat ze drie jaarmoeten wachten voor er een princieps-akkoord komt. Men kan bij DIGO te-recht voor hulp bij de erg technischematerie van een bouwdossier.

Afgeschaft. Na de invoering van deeindtermen verdwijnen de kantonnaleproefwerken voor leerlingen van de zesdeklas van het lager onderwijs. Deze proef-werken werden door de inspectie ge-sponsord en golden daardoor als eenwaarmerk van de overheid. Maar viade eindtermen krijgt het basisonder-wijs zijn eigen doeleinden. Hierdoorzal de aandacht naar een breder seg-ment van leerlingen gaan en niet al-leen naar degenen die doorstromen naarhet Algemeen Secundair Onderwijs. Talvan onderwijzers zeggen trouwens datze in de zesde klas haast niets andersdoen dan hun beste leerlingen trainenop de centrale toetsen. Het blazoenvan hun school hangt er immers vaakvanaf.

Jongens en meisjes samen. De veralge-mening van het gemengd onderwijs inhet secundair moet in een decreet wor-den opgenomen, adviseerde de Raad vanState. De Raad meent dat deze veralge-mening een grote principiële keuze is enbijgevolg per decreet door de VlaamseRaad (het Vlaamse parlement) moet wordengeregeld. Eerder wilde de Vlaamse rege-ring deze maatregel doorvoeren met eeneenvoudig besluit. Ze wilde daarmee eenEuropese richtlijn uitvoeren. Deze omvateen wet van 1978 die verbiedt mannen ofvrouwen wegens hun geslacht de toe-

gang tot beroepsopleidingen te ontzeggen.Het algemeen secundair onderwijs werdvoorheen niet gespecifieerd als beroeps-opleidend. Maar in 1989 vond de Raadvan State dat dit met de invoering van deeenheidsstructuur wel kon. De onderwijs-minister ging begin dit jaar in op hetadvies van de Vlaamse Onderwijsraad(VLOR) om gemengde scholen te veral-gemenen. Daar de Vlaamse regering zelfkan bepalen wat onder de noemer be-roepsopleidingen valt dacht ze met eenbesluit de veralgemening van het ge-mengd onderwijs te kunnen invoeren.Het advies van de Raad van State veran-dert niets aan de houding van de Vlaam-se Raad waar de grote meerderheid voor-stander is van gemengd onderwijs. Demaatregel zou in september1995 ingaanvanaf het derde jaar secundair. De eerstetwee jaren van het algemeen secundaironderwijs zouden in principe al gemengdmoeten zijn.

Geen krijtjes. In Rusland verdient eenschoonmaakster in een Westers win-kelfiliaal meer dan een hoogleraar. Hethoger onderwijs wordt er schandelijkverwaarloosd. Nochtans zijn de Russi-sche intelligentsia altijd een belangrij-ke maatschappelijke steun geweest vande politieke hervormingen van Gor-batsjov en Jeltsin. Maar nu dreigen zijhet slachtoffer van die hervormingente worden en daarmee dreigt ook depresident zijn laatste maatschappelij-ke steunpilaar te verliezen. In Moskouprotesteerden personeelsleden van in-stellingen voor hoger onderwijs. Huneisen zijn elementair: uitbetaling vanachterstallig salaris en verhoging vande nationale begroting voor het hogeronderwijs. Sinds de economische libe-ralisatie van 1992 is er geen geld meervoor de aanschaf van nieuwe appara-

tuur voor laboratoria, vancomputers, van boeken envan eenvoudig onderwijsma-teriaal. Zelfs krijt voor deborden ontbreekt.

Levensgevaarlijk. In Frank-rijk moeten ten minste 500scholen dicht omdat ze le-vensgevaarlijk zijn. Die con-clusie trekt de onderwijsbondFSU. Het gaat vooral om pre-fab-gebouwen. Die werdende afgelopen jaren onder drukvan het groeiende aantal leer-lingen in alle haast opge-trokken. Intussen voldoen1883 scholen niet aan de of-ficiële veiligheidseisen. Tegen339 schoolleidingen is pro-ces-verbaal opgemaakt om-dat de gebouwen niet deu-gen. Volgens de Franse con-sumentenbond zijn 200.000leerlingen dagelijks in gevaar.

J O U R N A A L

Page 15: Klasse voor Leraren 46

IDEE

GRATIS NAAR DE ROMEINENHet gloednieuw Gallo-Romeins Museum inTongeren is een pareltje van hedendaag-se architectuur en van eigentijdse ten-toonstellingen. Langsheen de meest uniekearcheologische vondsten word je meege-nomen op ontdekkingsreis naar de oor-sprong der dingen. Heldhaftige Galliërsen fiere Romeinen komen als het wareeven tot leven. Alsof je er zelf bij was,beleef je opnieuw de gewoonten en degebruiken van onze verre voorouders. Enleerkrachten mogen het gratis meema-ken tijdens de maanden juli en augustus.

Page 16: Klasse voor Leraren 46

ABS-SYSTEEMBij elke tip in het katern vindtu een letter: a, b of s. Datverwijst naar de specifieke doel-groep van het idee. a staatvoor algemeen, b voor basis-onderwijs en s voor secun-dair en hoger onderwijs. Han-dig systeem. Al zeggen we hetzelf.

16 KLASSE NR.46

GRATIS TOEGANGMet deze bon kunt u in juli en augustus 1994 alsleerkracht gratis binnen in het nieuwe Gallo-Romeins Museum van Tongeren.

Naam: .........................................................

Adres: ..........................................................

...................................................................

School: ........................................................

Functie en leerjaar: ......................................

Datum bezoek: ...........................................

NAAR DE ROMEINEN aWie waren de eerste bewoners in onze strekenen hoe leefden zij? Welke invloed hebben deRomeinen op onze beschaving gehad? Warende Oude Belgen inderdaad de dappersten onderalle Galliërs? In het nieuw Gallo-Romeins Mu-seum kunt u het niet alleen zien. U kunt hetvooral aan den lijve ondervinden. Gedaan dusmet louter kastjes kijken, de oudheid komt op-nieuw tot leven en u staat er middenin.Het Gallo-Romeins Museum concentreert zich inalles op één idee: de persoonlijke beleving vanons verleden, op een boeiende manier gebracht.Ontspanning en vorming, fantasie en verbeel-ding, kennis en wetenschap hebben daarbijieder hun deel. U kunt natuurlijk gewoon demuseumcollectie bezoeken. Dat op zich is reedsde moeite waard, maar deelname aan het ate-

lier is pas echt een uitdaging. Daarbijworden de creativiteit en nieuws-gierigheid danig op de proef ge-steld, want de beleving zal nogintenser zijn wanneer uw leerlin-gen zelf aan de slag gaan. Deeducatieve medewerkers zorgenvoor de gepaste begeleiding. Inoverleg kan een speciaal program-ma worden samengesteld. Ookde gidsen leiden u vakkundig rond.Wel tijdig reserveren! Een bezoekaan het Gallo-Romeins Museum istrouwens perfect te combinerenmet een uitstap in de Haspen-gouwse omgeving (VVV Tongeren:+ 012-39 02 55).De toegang tot het museum be-draagt 200␣ fr. voor volwassenen.Kinderen tot 7 jaar kunnen gratis

binnen en van 7 tot 14 jaar voor 75␣ fr. Groepenvan minimum 20 personen betalen 150␣ fr. perpersoon. Schoolgroepen betalen 75␣ fr. per leer-ling (lager en secundair onderwijs) of 150␣ fr.(hoger onderwijs). Een gezinskaart kost 400␣ fr.U vindt het museum vlak naast de basiliek.Het is elke dag open van 10 u. tot 18 u. (opwoensdag en donderdag zelfs tot 21 u.). Enkelgesloten op maandagvoormiddag.Tijdens de maanden juli en augustus nodigenwij u als leerkracht uit om zelf vast te stellendat het nieuw Gallo-Romeins Museum als geenander zijn inhoud toont en u tot persoonlijkegetuige maakt van een ver en mysterieusverleden. Met dit toegangsbewijs uit KLASSEkunt u gratis binnen. Voor de andere leden vanuw gezin betaalt u hiermee in totaal maximaal200␣ fr. (de halve prijs van een gezinskaart).Gallo-Romeins Museum - Educatieve Dienst - Kielen-straat 15 - 3700 Tongeren - + 012-23 39 14

ANDERSTALIGE KLEUTERS bKnoop het in je oren en Laat wat van je horen zijntwee nieuwe tweede-taalmethodes voor an-derstalige kleuters in meertalige groepen. Knoophet in je oren is vooral geschikt voor kleuters (± 4jaar) die vrijwel onaanspreekbaar zijn in hetNederlands. De Vlaamse versie bestaat uit eenaangepaste handleiding en 10 audio-cassettesmet veertig ingesproken verhaaltjes rond tweeMarokkaanse kleuters, Brahim en Samira. Bijelk verhaal horen twee of drie lessen die ingaanop de woordenschat uit het verhaal. Er is ookvisueel ondersteunend materiaal: kijkplaten,woordkaarten en stripboekjes. Een set Knoop het

in je oren kost 2050␣ fr. + 170␣ fr. verzendingskosten.Het vervolgpakket Laat wat van je horen is vooralgericht op anderstalige kleuters (± 5 jaar) die alenigszins aanspreekbaar zijn in het Nederlands.De Vlaamse versie bestaat uit een aangepastehandleiding en 8 audio-cassettes met ingespro-ken verhaaltjes rond vijf kleuters met verschillen-de nationaliteiten die in dezelfde straat wonenen van alles meemaken. Er zijn ook kijkplaten,een luisterboek en posters. Een set Laat wat van jehoren kost 1675␣ fr. + 170␣ fr. verzendingskosten.Navormingsproject Taalstimulering - PMS-centrumvan het Gemeenschapsonderwijs - Weg naar As199A - 3600 Genk - + 089-35 50 61

DE WINNAARS a• In KLASSE (nr. 44) vond u een prijsvraag i.v.m.Vlaanderen Vakantieland. Meer dan 1200 lezershaalden de brochure meteen in huis en stuur-den de bon in. De winnaar van de VlaanderenVakantiebon (7500␣ fr.) is Kris Steenackers uitDuffel. Prettige vakantie!• Voor de opendeurdag voor leerkrachten inBokrijk schreven via KLASSE 13.000 deelnemersin. Dat werd een succes (tot het onweer begon!).Met de KLASSE-wedstrijd in het oude schooltjeviel die dag een driedelige Van Dale te winnen.Die gaat naar An Vertonghen uit Steenhuffel.

KLASSE-SERVICE• STUDENTENBLADEN aWillem Bruyndonx doet onderzoek naar studen-tenbladen van hogescholen en universiteiten inVlaanderen. Wie stuurt hem exemplaren?Willem Bruyndonx - Phicom - Frankrijklei 25 - 2000Antwerpen

• MOEDERTAALONDERWIJS aDe leden van het International Mother TongueEducation Network doen onderzoek naar de in-houd van het moedertaalonderwijs en probe-ren zo tot internationale vergelijkingen te ko-men. Voor informatie, vragen en suggesties:Kris Verbeeck, IMEN-correspondente Vlaanderen -Tiensestraat 33 - 3000 Leuven - + 016-22 71 89(na 18 u.)

• GEDETACHEERDE GEZOCHT a* MILAC zoekt een vastbenoemd leerkracht (max.40 jaar) voor de omschakeling naar een wer-king met jonge beroepsmilitairen.MILAC vzw - Johan Breugelmans - E. Maxlaan 57 -1040 Brussel - + 02-736 76 86* Vrouwelijke Kristelijke Arbeidersjeugd zoekt eenvastbenoemd leerkracht (max. 35 jaar) voor hetnationaal secretariaat. Solliciteren vóór 15 juni.VKAJ-nationaal - Lea Derveaux - Paleizenstraat 90 -1210 Brussel - + 02-216 50 29* Vlaams Ondersteuningscentrum voor de Basis-educatie zoekt een vastbenoemd leerkracht voorde bijscholing van educatieve werkers in debasiseducatie.VOCB vzw - Hugo Verdurmen - Frankrijklei 64 - 2000Antwerpen - + 03-226 84 83* De Koning Boudewijnstichting zoekt dringendeen vastbenoemde regent uit het katholiekonderwijs voor een milieu-educatief projectvan het programma Leefomgeving.Koning Boudewijnstichting - directeur Guido Knops -Brederodestraat 21 - 1000 Brussel - + 02-511 18 40* De Katholieke Jeugdraad zoekt een vastbe-noemde leerkracht als stafmedewerker.KJR - Luc Claessens - Paleizenstraat 90 - 1210Brussel - + 02-216 64 80

Page 17: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 17

• GERARD MERCATOR: TOT 24/7 aDit jaar vieren we de vierhonderdste verjaardag van Mercator.De tentoonstelling schenkt vooral aandacht aan de relatie metPlantijn. Ook andere cartografen komen aan bod. Een apartluik belicht 16de eeuwse, in Antwerpen gedrukte reisverhalenen landbeschrijvingen. De toegang is gratis voor schoolgroe-

• ALS DE STRIJD VERADEMT: 6/8 TOT 18/9 aEen honderdtal schilderijen, tekeningen en schetsen tonen hetkunst- en geestesleven van de frontsoldaten (1914-1918). Kijk-kasten geven een overzicht van alle culturele initiatieven dieaan het IJzerfront werden opgezet. De toegang is gratis.Stedelijke Feestzaal Vismijn - Marktplein 7 - 8620 Nieuwpoort - + 058-23 55 94 of Luc Filliaert - + 058-23 66 64

• DIER EN PLANT AAN DE WAND: 17/7 TOT 24/7 aDe School van Toen toont wandplaten vandieren en planten. De permanente ten-toonstelling over het schoolleven vroegeris die week ook open. De toegang is gratis.De School van Toen - Historisch Archief enDocumentatiecentrum - Klein Raamhof 8 (na-bij Poel) - 9000 Gent - + 09-225 29 03

• HANS MEMLING: 12/8 TOT 15/11 aHans Memling stierf in 1494 in Brugge.Een huldetentoonstelling toont eenma-lig retabels, portretten, devotieschilderijenenz. Werken van tijdgenoten, gebruiks-

voorwerpen, edelsmeedwerk, meubilair enz. illustreren leven,werk en tijd van Memling.Schoolgroepen betalen 150␣ fr. per leerling. Rondleidingen kos-ten 1200␣ fr. (20 leerlingen, anderhalf uur).Voor de tweede en derde graad secundair onderwijs is er eeneducatieve lesmap. De map (250␣ fr.) sluit aan bij heel watvakken én is bruikbaar als gids voor de tentoonstelling.Speciaal voor leerkrachten zijn er gratis educatieve promo-tiedagen op 29/8 en 7/9, telkens om 14 u. of om 15 u. U kuntinschrijven met bijgaand strookje tot 30 juni.Opsturen naar:Groeningemuseum - Dijver 12 - 8000 Brugge - + 050-34 79 59

ZEKER zien. pen. Een geleid bezoek kost 1200␣ fr.voor 20 leerlingen en duurt twee

uur (aanvragen: Gidsenbeurs - + 03-23201 03). vzw Acanthus verzorgt ook (kunst-historische) rondleidingen. Die kosten2300␣ fr. voor 20 leerlingen (aanvragen:+ 03-239 06 38).Museum Plantin-Moretus - Vrijdagmarkt 22 -2000 Antwerpen - + 03-233 02 94

• KONGO, EEN TWEEDE VADERLAND:TOT 15/9 aBoeken en brochures, foto’s, kaarten enwandplaten, affiches, handboeken, te-keningen, film, brieven, schriften enz.illustreren hoe in België werd lesgegevenover Kongo en hoe het onderwijs in Belgisch Kongo (1908-1960)was georganiseerd.De toegangsprijs bedraagt 20␣ fr. per leerling. Een geleid bezoekkost 1000␣ fr. voor anderhalf uur (aanvragen: Dienst voor Toeris-me - + 057-20 07 24).Stedelijk Onderwijsmuseum - Stadhuis - Grote Markt - 8900 Ieper -+ 057-20 26 23

• HET WEER EN HET KLIMAAT IN BELGIË: TOT 14/8 aHet KMI presenteert weer en klimaat in een kijk- en doeten-toonstelling. Astronomische factoren, algemene luchtcircula-tie, reliëf, zeestromingen enz. worden op panelen toegelicht.Allerlei toestellen (thermometerhut, pluviometer enz.) wordengedemonstreerd. Computerprogramma’s leveren weergegevensvan over heel de wereld.De toegang is gratis. Leerlingen derde graad lager onderwijsleren gratis een weerbericht opstellen met de getoonde toestel-len. Leerlingen secundair onderwijs leren via een gratis taken-blad zelf weergegevens interpreteren.Hortus M. Thiery - Berouw 55 - 9000 Gent - + 09-225 05 42

• VAN SUFFRAGETTES TOT KIESGERECHTIGDEN: TOT 18/9 aCampagnes (manifesten, krantenartikels), verkiezingsaffichesen de kleding van vier generaties vrouwen (van 1894 tot nu)tonen de geschiedenis van het vrouwenkiesrecht.De toegang is gratis voor -6-jarigen en scholen uit de Brusselseagglomeratie. Oudere leerlingen (niet uit Brussel) betalen 50␣ fr.Een geleid bezoek duurt één uur en kost 850␣ fr. voor een groepvan 25 personen (aanvragen: + 02-513 89 40).Museum voor het kostuum en de kant - Violetstraat 6 - 1000 Brussel -+ 02-512 77 09

VAKTIJDSCHRIFTEN aZoekt u ook vaak naar onderwijstijdschriftenom u verder te informeren over uw job? DeBibliotheek Sociale Wetenschappen van de KULeuven beschikt over een hele collectie. Nieuwis dat u ze nu ook per post kunt raadplegen.Om de drie maanden krijgt u een pakket metinhoudsopgaven van de belangrijkste tijd-schriften. Hierop kunt u aankruisen van welkeartikels u graag een kopie zou ontvangen. Ustuurt de lijst terug en krijgt dan per kerendepost uw artikels toegestuurd. Deze service kost1000␣ fr. per jaar + 5␣ fr. per te kopiëren pagina(om de zes maanden afgerekend). Op dit mo-ment zijn de domeinen massamedia, communi-catiemedia, mediakunde en didactisch mediage-bruik al beschikbaar. Andere sociaal-weten-schappelijke en technologische domeinen vol-gen in een later stadium.Bibliotheek Sociale Wetenschappen KUL - E. VanEvenstraat 2B - 3000 Leuven - + 016-28 32 95

KLEUR BEKENNEN sHet Europees Paspoort tegen Racisme raakt stil-aan ingeburgerd. Op dit moment zijn er zo’n50.000 exemplaren verspreid in Vlaanderen, dehelft hiervan via de school. Nieuw is het lessen-pakket Ik beken kleur. Werken rond het EuropeesPaspoort tegen Racisme voor leerlingen van 14tot 18 jaar. De bedoeling is om in de les Neder-lands, Frans, esthetica, godsdienst, zedenleerenz. ten minste één uur per jaar rond dit themate werken. Het pakket schetst mogelijke reactiesop het thema «racisme», diverse betekenissenvan het begrip, de geschiedenis van de mensen-rechten, de Belgische wetgeving inzake racismeenz. Ten slotte geeft het bundel ook praktischetips om met het paspoort te werken in uw klas.Elke secundaire school heeft automatisch eengratis exemplaar gekregen.Departement Onderwijs - Centrum voor Informatieen Documentatie - Veronique Adriaens - Konings-straat 71 - 1000 Brussel - + 02-219 95 27

✁GRATIS NAAR MEMLING

O ik kom naar de promotiedag op 29/8om 14 u./om 15 u. (*) met één / twee personen (*)

O ik kom naar de promotiedag op 7/9om 14 u./om 15 u. (*) met één / twee personen (*)

O ik bestel …… lesmappen en stort …… x 250␣ fr. oprekeningnr. 091-00117006-53

(*) Gelieve uw keuze te omcirkelen.Naam: .................................................................................Adres: .............................................................................................................................................................................Tel.: ....................................................................................

Page 18: Klasse voor Leraren 46

18 KLASSE NR.46

DRAAI DAN...• 078 -15 15 15 aHoe vrij ik veilig? Waar kan ik terecht voor eenHIV-test? Wat zijn de symptomen van aids? Devrijwilligers van de aids-telefoon krijgen dezevragen elke dag. De aids-telefoon zoekt mo-menteel nieuwe vrijwilligers-telefonisten metvoldoende vrije tijd om maandelijks minstenstwee telefoonbeurten te doen en één bijscho-lingsavond te volgen. De kandidaten wonenliefst in de brede regio Antwerpen. Ze moetenwel de intentie hebben zich voor langere tijd(enkele jaren) te engageren. Solliciteren vóór 1september!In september start een nieuwe opleiding: eenmedische cursus, een psycho-sociale trainingen een telefoon-stage.vzw Stichting Aids Gezondheidszorg (Stag) - Postbus169 - 2060 Antwerpen 6 - + 03-236 69 69 - fax 03-236 55 55

• 078 -15 40 60 sTot 20 juli kunnen studenten met moeilijkhe-den tijdens de blok- en examenperiode bel-len naar het groene nummer 078 -15 40 60.Voor de telefonische hulplijn Teleblok betaaltde oproeper het gewone zone-tarief, van waarhij ook belt én het gesprek komt niét afzonder-lijk op de telefoonrekening. In 1993 kregen de100 vrijwilligers een kleine 1000 oproepen,gemiddeld 15 minuten per gesprek. Twee der-de van de oproepers zijn meisjes. De leeftijd ligttussen de 12 en 25 jaar, maar vorig jaar blekenextra veel scholieren tussen 12 en 15 jaar tehebben gebeld. Ook mensen uit de omgevingvan de studerende (ouders, vrienden) grijpensoms naar de telefoon.De problemen zijn divers: studiemoeilijkheden(studiemethode en -planning, desinteresse), psy-chologische klachten (stress, faalangst), fysiekeklachten (ziektegevoel, behoefte aan genees-middelen). Vaak wordt geklaagd over eenzaamheidof relatieproblemen (vriend, vriendin, ouders).

ROEFEL a83.000 kinderen, 6319 volwassen begeleiders,163 gemeenten, 7800 activiteiten: dit is de cijfer-balans van Roefel 93 in Vlaanderen. Op 25 junistelt zich de uitdaging om deze cijfers te verbete-ren op de vierde Roefeldag. Op die Dag van hetKind kunnen kinderen tussen 6 en 13 jaar eenkijkje nemen achter de schermen van de grote-mensenwereld. Het is een grote uitprobeerdagwaarop de kinderen kunnen bezoeken, kijken,doen, tasten en proeven. U kunt hieraan mee-werken in uw gemeente: wordt Roefelbegelei-der, organiseer iets in uw school enz.Voor meer informatie is er bij elk provinciebe-stuur een Roefelsecretariaat: Antwerpen (EddyRabaut, + 03-240 55 15), Brabant (Paul De Rons,+ 02-219 24 80), Limburg (Inge Claes, + 011-2375 85), Oost-Vlaanderen (Julien Claus, + 09-22338 11) en West-Vlaanderen (Katrien Devliegher,+ 050-40 33 29).Koning Boudewijnstichting - Secretariaat Roefel -Brederodestraat 21 - 1000 Brussel - + 02-511 18 40

IEDER SPEELT ZIJN ROL sIn Leuven groeit een boom: The Wise Tree is eengroep fanaten die spellen ontwerpen en hetfantasie-rollenspel willen promoten. De spel-len zijn ook bruikbaar in uw klas. Uw leerlingenmoeten immers hun fantasie leren gebruiken,hun creativiteit en logisch inzicht gebruiken en

samen werken op zoek naar de oplossing. Elkeleerling speelt een rol: alles wat hij vervolgenszegt of doet beïnvloedt het verhaal en de afloop.De mogelijkheden zijn legio: u kunt het spelkopen en u inwerken tot spelleider. Via StichtingKamiel Bizaar (Keizerslaan 21 bus 9 - 1000 Brussel)kunt u ook een begeleid rollenspel organiserenvoor uw klas: zo’n spel duurt 3 à 4 uren en kost2500␣ fr. (+ 10␣ fr./km reiskosten). U kunt tenslotte bij The Wise Tree een gratis kennisma-kingsboekje bestellen, mini-spel inbegrepen (éénpostzegel van 16␣ fr. voor verzendingskosten).The Wise Tree - Johan Wuyckens - Postbus 255 -3000 Leuven 1 - + 016-23 33 99 (‘s avonds) ofStichting Kamiel Bizaar - + 02-511 36 93 (kantoor-uren)

MILIEU DE BOOT IN aEen binnenschip is omgevormd tot een varen-de klas. U krijgt eerst aangepaste werkbladenom uw leerlingen in de klas voor te bereiden.Tijdens de tocht zelf krijgen de leerlingen op hetdek uitleg over de vervuilde rivier en over levenen landschap aan de waterkant. In het laboanalyseren de leerlingen waterstalen en gaandieper in op watervervuiling en -zuivering. Eententoonstelling, een video en aquaria makenhet geheel compleet.De Milieuboot vzw vaart in opdracht van en metsteun van de Vlaamse minister van Leefmilieu envan de Administratie Milieu, Natuur en Landin-richting (AMINAL). U vindt de boot ook in denieuwe Dynamo2-catalogus (project 179).In de herfst vaart de boot in de Denderstreek. Inde lente van volgend jaar is de zeeschelde (streekvan Dendermonde) aan de beurt. Meevarenkost 50␣ fr. (tot 18 jaar) of 150␣ fr. (vanaf 18 jaar)per leerling, met een maximum van 60 leerlin-gen per boottocht van drie uren.De Milieuboot vzw - Korte Nieuwstraat 12 - 9300Aalst - + 053-77 92 89

WEDSTRIJDEN• KING KONG AWARD aDe 17de King Kong Award wordt uitgereikt aaneen verhaal in het fantastische genre (sf,fantasy, horror). U mag maximum 2 verhaleninsturen van elk maximum 12.500 woorden.Uw verhalen zijn oorspronkelijk Nederlandsta-lig, nog niet eerder gepubliceerd én nog nieteerder ingestuurd voor deze wedstrijd. U schrijftelk verhaal onder een pseudoniem en steekt ereen gesloten enveloppe bij (uw naam en adreserin, uw pseudoniem erop). Deelnemen kost ±180␣ fr. (ƒ 10). De hoofdprijs bedraagt ± 18.000␣ fr.(ƒ 1000). Inzenden vóór 1 augustus.Jaap Boekestein - Meloenlaan 12 - 2691 JS ‘s -Gra-venzande - Nederland

• JEUGDPOËZIEWEDSTRIJD aBeringen schrijft een jeugdpoëziewedstrijd uitin drie leeftijdscategorieën: tot 11 jaar, van 12tot 15 jaar en van 16 tot 21 jaar. Het thema isvrij en de deelnemers mogen onbeperkt gedich-ten insturen (maximum lengte: 35 regels). Degedichten moeten in vijfvoud ingezonden wor-den met een schuilnaam onder elk gedicht(naam, adres en geboortedatum in een geslo-ten omslag met uw schuilnaam erop). Tweepostzegels van 16␣ fr. bijvoegen en inzendenvóór 15 augustus.Wedstrijd Stad Beringen - Zuid & Noord vzw - EdithOeyen - Hanebergstraat 75 - 3581 Beverlo-Beringen- + 011-34 49 91

VERHAAL aVAN EEN TAALHet verhaal van een taal iseen vierdelige BRTN-serie overde geschiedenis van de Ne-derlandse taal. Ook de rolvan het Nederlands in de we-reld, de dialecten, de taalnor-men enz. komen daarbij aanbod. De reeks wordt (her)uit-gezonden op woensdagen 1,8, 15 en 22 juni, telkens om 23u. op TV1. U kunt de reeks ookkopen op video: u betaalt dan2000␣ fr. voor 4 cassettes, ver-zendingskosten inbegrepen.BRTN - Herman Meyssen, hoofd-producer Cultuur - A. Reyerslaan52 - Kamer 7 L 64 - 1043 Brussel- + 02-741 31 11

Page 19: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 19

CULTUUR OP SCHOOL• SNEEUWWITJE bEen originele schoolvoorstelling voor kinderentussen 5 en 8 jaar is zonder twijfel Sneeuwwitje.Alle figuren, voorwerpen en decorelementen wordengevormd door oude muziekinstrumenten. Ze krijgenallemaal een sprekend karakter dankzij vormge-ver en poppenspeler Karel Van Ransbeeck. Diegeeft voor of na de voorstelling ook educatieveworkshops. Er is geen podium nodig. De kinde-ren zitten rond de speler. De voorstelling duurt 50minuten voor maximum 80 kinderen.Poppentheater De Spiegel - Kleine Nieuwedijkstraat4 - 2800 Mechelen - + 015-20 51 02

• STRIPS aU kunt uw eigen stripfestival organiseren op uwschool met de mini-tentoonstellingen van StripKoksijde. Er zijn tentoonstellingen rond Kieke-boe, Tiny, Bakelandt, Pol de Pinguïn, Strips inVlaanderen of De fiets in de strip. Er is ook allerleianimatie: radspel, schminken, mix van teken-films, kindershows enz. Meer informatie en prij-zen vindt u in de gratis folders. Van 16/7 tot 7/8 iser bovendien het 9de Stripfestival in Koksijde.Strip Koksijde - Capucijnenlaan 34 - 8670 Koksijde -+ 058-51 88 10

• MOBIELE TENTOONSTELLING sHet thema van Je ziet niet wat je ziet is kijkennaar en spreken over moderne kunst: vandocumentaire fotografie over kunstfotografienaar plastisch werk, met een installatie alsafronding. Er zijn rondleidingen, de leerlingenworden actief betrokken en het boek geeft uheel wat informatie om (vakoverschrijdend) inde klas te gebruiken. U kunt ook workshops(zeefdrukken) en lezingen (portretfotografie)aanvragen. Dit project zit ook in de DynaMo2-catalogus (nr. 76).vzw De Kunstbank - Lydia Andries - Vaartstraat 30 -3000 Leuven - + 016-23 31 23

• TANGOTANGO sMentaal gehandicapte acteurs van Theater Stapbrengen Tango, een audio-visueel spektakelvol humor en poëzie. Frans Buyens maakt ereen film over: Tangotango heeft geen dialogen;de geluidsband bestaat vooral uit originelemuziek-composities. De film maakt duidelijkdat «anders» zijn eigenlijk niet bestaat. U kuntvoor uw school speciale voorstellingen organi-seren. Dit project is nr. 102 uit de DynaMo2-catalogus.Jekino - Koninklijke St. Mariastraat 2 - 1030 Brussel- + 02-219 48 96

ALGEMEEN a• FICTIE INHOUDELIJK ONTSLOTENDe Centrale Openbare Bibliotheek van Gent ontsluit ruim 6500fiction-werken in een themacatalogus. Dat leidde tot deze niet-uitputtende lijst van 1500 themawoorden om heel wat zoekwerkin allerlei naslagwerken overbodig te maken.

dair onderwijs en het belang van een goede studiekeuze.David en Co bij Meester Kaaiman - KWB-KAV-Onderwijsdienst - Lakense-straat 76 - 1000 Brussel - + 02-210 88 24 - 50␣ fr. (verzendingskosteninbegrepen)

• SPELIDEEËNDeze map geeft ideeën om te werken rond emoties met kinderentot 6 jaar. U leest over taal- en sociaal-emotionele ontwikkeling.De spelideeën zelf zijn verdeeld in negen thema’s: boos zijn, ruzieover speelgoed, een baby erbij, dieren, knuffel kwijt enz.

Boos, Bang, Blij - Wilma Strik & Marga Borg-horst - Samson H.D. Tjeenk Willink/KluwerEditorial - + 02-719 16 15 - 148 blz. -1670␣ fr., leerkrachten krijgen een beoorde-lingsexemplaar (50␣ % korting)

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• PUBERTEITLeefsleutels voor jongeren traint 12- tot 14-jarigen om gezonde keuzes te maken enrisico’s in te schatten (drugs, alcohol, ge-neesmiddelen enz.). Nu is er ook een mapvoor ouders, om samen sociale vaardig-heden (zelfvertrouwen, tegen groepsdrukingaan enz.) te oefenen.De verwonderjaren - Lions-Quest Europe - Hun-delgemsesteenweg 1 - 9820 Merelbeke -+ 09-230 38 69 - 210␣ fr. - rekeningnummer290-0031356-46

• DE COMPLETE ALICEHet avontuur van Alice heeft al generaties kinderen én volwasse-nen geboeid. Deze nieuwe vertaling grijpt terug naar de oor-spronkelijke tekst van Lewis Carroll, met o.a. een pas in 1977herontdekte passage. De originele illustraties van John Tennielzijn er ook weer bij.De Avonturen van Alice in Wonderland/De spiegel door - Lewis Carroll -Uitg. Van Goor/Standaard Uitg. - + 03-239 59 00 - 352 blz. - 995␣ fr.

• JOBSTUDENTENDeze gratis brochure geeft kandidaat-jobstudenten de nodigeinstrumenten in handen om aan de slag te gaan. Belastingen,loon, ongevallen enz. passeren de revue. Nuttige adressen enbrochures openen deuren voor meer vragen én antwoorden.De jobgids - Willy Sarlée - ZAP/MJA - St. Jansstraat 32 - 1000 Brussel -+ 02-515 02 52

Themalijst: verhalende literatuur in-houdelijk ontsloten - Jeanine De Schutter

& Johan Velter - COB-Gent - Graaf van Vlaanderenplein 40 - 9000 Gent- + 09-225 33 30 - 203 blz. - 495␣ fr.

• TAALVier nieuwe uitgaven in de reeks PrismaTaal: Grammaticale tips (goed Neder-lands schrijven en spreken), Snellezen (ef-ficiënt omgaan met geschreven tekst), Helderen pakkend schrijven (schrijven zonderproblemen) en Taalspelletjes (taal als veel-zijdig speelgoed).Het Spectrum/Standaard Uitg. - + 03-239 5900 - 4 x120 blz. - 4 x 150␣ fr.

• PERSONEELSMANAGEMENTAanbevolen lectuur voor directies én leer-krachten. Het boek schetst de context vansociaal beleid, personeelswerk en me-dezeggenschap en instrumenten om er-aan te werken (personeelsbeoordeling, func-tiewaardering enz.).Leerboek sociaal beleid - Teun van Aken & KeesPlaisier (red.) - Uitg. Lemma/Uitg. Van In - + 03-480 55 11 - 405 blz. -1176␣ fr.BASISONDERWIJS b• VAKANTIEWERKSpelen én de leerstof herhalen: vakantieblaadjes behoeden dekinderen in de «grote vakantie» voor het «grote vergeten». Er zijnzeven uitgaven (één per jaar van hoogste kleuterklas tot zesdeklas) met reken- en taaloefeningen, spelletjes, puzzels enz.Vakantieblaadjes - Mandelvijver 2 - 8720 Wakken - + 056-60 09 64 -80 blz. per deel - 250␣ fr. per deel

• MEESTER KAAIMANDeze brochure brengt een informatieve strip over de overgangvan de zesde klas naar het secundair onderwijs. De ouderskrijgen daarnaast informatie over de structuur van het secun-

ZEKER lezen.

Page 20: Klasse voor Leraren 46

de Europese verkiezingen (12 juni). De brochu-re Eurotrends voor de leerlingen en bijhorendepedagogische fiches kunt u gratis aanvragenbij de Eurofoon (+ 078-15 19 92).Ministerie van Buitenlandse Zaken - Bestuursdirec-tie Voorlichting en Documentatie - Henk Mahieu,informatieambtenaar - Quatre Brasstraat 2 - 1000Brussel - + 02-516 81 11

NIEUW OP SCHOOL• INTERCULTURELE BASISAGENDA bDe Basisagenda 94/95 voor leerlingen (120␣ fr.per exemplaar) heeft het o.a. over meer dan 60feest- en gedenkdagen uit vele culturen, overafspraken en huiswerk plannen en over ge-zond ontbijten. De Basisagenda 94/95 voor deleerkracht (310␣ fr. per exemplaar) geeft achter-grondinformatie en lesideeën rond de feest- engedenkdagen, praktische lessuggesties voorhuiswerkplanning, korte artikels over school-beleid, een jaarplanner enz.Bakermat Uitgevers - Postbus 209 - 2800 Mechelen 2- + 015-29 01 21

• CURSUSPAPIER HERUITGEVONDEN aLuc Vandebroek heeft met 4 Stripes het cursus-papier opnieuw uitgevonden. Vier gerasterdeverticale stroken nodigen uit tot gestructureerdnoteren. Bij het instuderen is de structuur dusmeteen duidelijk. 4 Stripes is gerealiseerd in witmilieuvriendelijk kringlooppapier.Luc Vandebroek - Hazerik 21 - 3582 Koersel -+ 011-42 59 63

• LERAARSAGENDA sEr is een nieuwe agenda, speciaal voor leer-krachten, met herschikbare tabbladen eneen functionele indeling per klas en perlessenrooster. De agenda is vooral bedoeldvoor leraars secundair en hoger onderwijs. Ukunt de agenda nu bestellen tegen het spe-ciale promotietarief van 495␣ fr. per exem-plaar (speciale korting vanaf 10 exempla-ren).KIMA - Postbus 235 - 3500 Hasselt

NATUUR IN DE STAD bIn de Hasseltse binnenstad kunt u een stukjenatuur ontdekken. Het Provinciaal Natuurcen-trum is er immers gelegen in het Begijnhof, inhet centrum van de stad. Voor leerlingen vande derde graad is er een natuurzoektocht. Deleerlingen ontmoeten er de natuur dicht bijhuis én leren meer over heden en verleden vanhet Begijnhof zelf. De bedoeling is dat uwleerlingen in kleine groepjes allerlei opdrach-ten uitvoeren. Daarbij kunnen ze gebruik ma-ken van eenvoudige materialen uit een na-tuurexploratiekoffer. Dat zijn bijvoorbeeld loepjes,hoogtemeters, verrekijkers, kompassen en zoek-kaarten voor planten en vogels. In het docu-mentatiecentrum vinden ze bovendien lucht-foto’s, oude kaarten en boeken. De juiste ant-woorden zijn beschikbaar en de beste leerlin-gen krijgen een prijs.De zoektocht duurt anderhalf uur. U kunt hemnog doen tot 31 oktober. De opdrachtenbun-dels kunt u kopen in het documentatiecen-trum tegen 25␣ fr. per exemplaar (en u kunt zenatuurlijk ook kopiëren). De materialenkofferkunt u daar ook uitlenen tegen 200␣ fr. Vraageerst de gratis informatiefolder.Provinciaal Natuurcentrum - Begijnhof - Zuivelmarkt33 - 3500 Hasselt - + 011-21 02 66

OVER DE GRENZEN aEen primeur! Voor het eerst in deze rubriek eenkorte bijscholing van bij ons. En hoe staat hetmet uw Spaans? In september is er namelijkook een korte bijscholing in Córdoba. Reis enverblijf zijn in principe gratis. Uw aanvraagmoet ondertekend zijn door uw instellings-hoofd en uw inrichtende macht. ¡Qué vivaEspaña!

VLAANDEREN• Mensenrechten en kinderrechten in klasen school: 25 tot 29/10 in Gent.25 buitenlandse en 12 Vlaamse leerkrachtensecundair onderwijs praten over lesgeven overmensen- en kinderrechten én over het zelftoepassen van wat ze doceren. Daarnaast zienze kinderen en jongeren aan het werk (bv.Speeltheater). Zaterdag 29/10 is een open ses-sie waarop iedereen welkom is voor informatieover het centrale thema en de conclusies vande deelnemers aan de bijscholing. De voerta-len zijn Frans en Engels.

SPANJE• VIII simposio sobre la enseñanza de lageología/8th symposium on geology teaching:12 tot 17/9 (kandidatuur indienen ten laatsteop 17/6).Inlichtingen en inschrijvingsformulieren: Departe-ment Onderwijs - Secretariaat-generaal - DienstInternationale Betrekkingen - Leen Mortier - RACArcadengebouw - 3de verdieping - kantoor 3087 -1010 Brussel - + 02-210 51 10

VERENIGDE NATIES sAlle 16-18-jarigen kunnen volgend jaar de50ste verjaardag van de Verenigde Naties (VN)meevieren. Speciaal voor hen is immers eenenorme educatieve campagne op het getouwgezet onder de titel Samen één wereld. Belgiëin de Verenigde Naties. Samen één wereld is eenbrochure (16 blz.) voor de leerlingen die degeschiedenis en evolutie van de VN schetst inalgemene termen. Speciaal voor de scholenzijn er ook nog 20 pedagogische fiches, eenvideofilm (18 min., vier talen op één cassette)en een reizende tentoonstelling (16 panelenwaaraan de school één of meerdere eigen pa-nelen kan toevoegen). Als uw leerlingen aldeze informatie verwerkt hebben kunt u ookeen Blauwhelm, VN-specialist of diplomaatin uw klas uitnodigen die over zijn eigen erva-ringen komt vertellen.Uw leerlingen kunnen volgend schooljaar ookdeelnemen aan een grote wedstrijd. De op-dracht is om in groepjes van maximum 5leerlingen een VN-boodschap aan de Belgischebevolking te schrijven, illustreren of visualise-ren in versvorm, proza, tekenverhaal of illus-tratie (twee-dimensioneel). De leerlingen kun-nen deze boodschap bijvoorbeeld uitwerkenals een nieuw paneel bij de reizende tentoon-stelling. Alle werkstukken moeten vóór 1 mei1995 (volgend jaar!) ingeleverd worden. EénNederlandstalige groep en één Franstalige groepmag in september 1995 naar New York voor dejaarlijkse Algemene Vergadering van de VN.Alle materiaal is gratis te verkrijgen bij deprovinciale INFOSERMI-afdelingen van hetMinisterie van Landsverdediging in Antwer-pen (+ 03-231 24 20), Brugge (+ 050-33 58 62),Brussel (+ 02-513 31 22), Gent (+ 09-222 6261) en Hasselt (+ 011-27 47 35).Er is ook educatief materiaal beschikbaar over

20 KLASSE NR.46

LERAARS WISSELEN aDe ministers van onderwijs vande Vlaamse Gemeenschap ende Franstalige Gemeenschapgaan leerkrachten uitwisselen.In de eerste plaats denken zedaarbij aan taalleerkrachtenFrans en Nederlands. Ze on-derhandelen ook met de Ko-ning Boudewijnstichting omde mobiliteit van leerlingentussen beide Gemeenschappente bevorderen.Scholen die interesse hebbenvoor uitwisseling van taalleer-krachten of uitwisseling vanleerlingen nemen snel (liefstschriftelijk) contact op met deverantwoordelijke. In de loopvan de maand september krij-gen deze scholen verdere in-formatie over het concrete ver-loop van de uitwisselingen.Departement Onderwijs - Jan Ceu-lemans - Koningsstraat 138 - ka-mer 517 - 1000 Brussel - + 02-211 45 85

Page 21: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 21

CURSUSSEN EN STUDIEDAGENALGEMEEN a• Effectief leidinggeven: 26-28/9, 6-8/12, 21-23/2 en 18-20/4in Borgloon-Hoepertingen.Stichting-Lodewijk de Raet - Liedtsstraat 27-29 - 1210 Brussel -+ 02-242 01 11

ZEKER doen. • Dag van de jonge leerkracht:26/10.

Studienamiddag over jonge leerkrachten versus oudere colle-ga’s, regenten versus licentiaten, prille positieve ervaringen,onmogelijke dromen enz.Vereniging Vlaamse Leerkrach-ten - Zwijgerstraat 37 - 2000Antwerpen - +03-238 90 20

SECUNDAIR EN HOGERONDERWIJS s• Chemistry for life: 24/9.Academische zitting voorleerkrachten chemie n.a.v.de 75ste verjaardag van deInternationale Unie voorZuivere en Toegepaste Che-mie (IUPAC).Koninklijke Academie van Bel-gië - Nationaal Comité voorScheikunde - Paleis der Acade-miën - Hertogsstraat 1 - 1000Brussel - + 02-511 26 23• Studiereis naar Peak Dis-trict: 16 tot 24/8.Een groep leraren Engels trektnaar het Peak District: Bux-ton, de Cotswolds, Stratford-upon-Avon en Oxford.Vereniging Vlaamse Leerkrach-ten Engels - JF Kennedylaan 8 -

2630 Aartselaar - + 03-887 64 54• Sommerfest: 22/6.Zomerfeest in het Goethe-Institut met voorstelling van leerboe-ken en ander studiemateriaal (video, computer enz.).Fortbildungskurs für Deutschlehrer in der Erwachsenenbil-dung: Methodik-Didaktik Deutsch als Fremdsprache: vanaf10/10.Goethe-Institut - Belliardstraat 58 - 1040 Brussel - + 02-230 39 70• Leraars naar ChiliYouth For Understanding gaat van ± 25/7 tot 15/8 met een

groep leerkrachten secun-dair onderwijs naar Chili.Later komen Chileense leer-krachten naar Vlaanderen.U hebt een basiskennis En-gels en/of Spaans? Meerei-zen kost ± 85.000␣ fr., allesinbegrepen.YFU Vlaanderen vzw - KoningAlbertlaan 32 - 3000 Leuven -+ 016-29 06 14

CONGRESSEN ENSYMPOSIAALGEMEEN a• Violence in the family:13 tot 15/10 in Amsterdam.Congres over geweld in defamilie en kindermishande-ling. Kandidaat-sprekerskunnen zich nog tot 1/8melden.Congressecretariaat - BureauPAOG-Amsterdam - Tafelberg-weg 25 - 1105 BC Amsterdam -Nederland - + 00-31-20-56648 01

TAALUITWISSELING aAlle jongeren van 8 tot 20 jaar kunnen via deWaalse Ligue des Familles hun kennis van hetFrans bijschaven. De formule van de ClubTaaluitwisseling is eenvoudig. De jongere ver-blijft één of twee weken in een Franstalig gezinmet een jongere van zijn leeftijd. Daarna ver-toeft zijn Franstalige leeftijdsgenoot een gelijkeperiode in het Vlaamse gezin om er Neder-lands te leren. De inschrijvingssom bedraagt750␣ fr. (administratie- en opzoekkosten). Inruil hiervoor zoekt de Club Taaluitwisselingeen Franstalige en Nederlandstalige kandi-daat bij elkaar die aan elkaars wensen enverwachtingen voldoen. De uitwisselingen kunnengebeuren tijdens elke vakantieperiode. Beidefamilies krijgen de gelegenheid om elkaar voorde uitwisseling te contacteren.Ligue des Familles - Club Taaluitwisseling - Mevr.Bertrand-Tahon - Rue de Soignies 35 - 1400 Nijvel -+ 067-21 33 57

VRIENDEN ZONDER GRENZEN bAan Meteor I namen vorig schooljaar 533 scholen,833 leerkrachten en 20.825 leerlingen deel.Maar dat aantal zal nog verhogen, want nu iser ook Meteor II. Meteor II is een uitleenkoffermet drie sets brochures, drie sets dia’s + audio-cassettes met achtergrondinformatie en eenvideo (3 x10 minuten). De koffer vertelt overMelakou uit Ethiopië, Betty uit Liberia en Vladi-mir van de Filippijnen, drie nieuwe «vriendenzonder grenzen» van initiatiefnemer Artsenzonder Grenzen. Vijfde- en zesdeklassers kun-

nen zo op een originele manier kennismakenmet leeftijdsgenoten elders ter wereld. Voor deleerkracht zijn er pedagogische steekkaartenmet tips voor klassikaal gebruik en aanvullen-de informatie.U kunt de koffer gratis ontlenen, een maandlang, mits een waarborg van 300␣ fr.Artsen zonder Grenzen - Jeugdproject - Deschamp-heleerstraat 24 - 1080 Brussel - + 02-414 03 00

KLASSE-MENT aEén opgave, één winnaar. Die mag voor 2000␣ fr.boeken kopen met een bon geschonken doorde Standaard Boekhandel. Een brief(kaart) methet antwoord, uw naam en adres en eventueeluw functie in het onderwijs naar KLASSE kanvan u de winnaar van deze maand maken.Winnaar opgave 8: Inge Braeckman uit Zele.Oplossing opgave 9: Het paard springt naarhet 12-letterwoord LEERMIDDELEN.Opgave 10: Vervang de cijfers door de over-eenkomstige nazaten van alfa en beta en ukrijgt een 10-letterwoord dat dezer dagen krantenen scholen in beroering brengt.

5 9 1 4 4 2 0 5 1 8 1 3 5 1 4We verwachten uw antwoord ten laatste op 26augustus. De juiste oplossing én een nieuweopgave krijgt u in september. Prettige puzzel-vakantie!Klasse-ment - Koningsstraat 138 - 1000 Brussel

Page 22: Klasse voor Leraren 46

22 KLASSE NR.46

++INFOLIJN

Voor al uw vragenover onderwijs:

Koningsstraat 711000 Brussel

+ 02-219 18 00

komt de onderwijsminister diehet daarom nodig acht om insancties te voorzien.Volgens het besluit van de Vlaam-se Regering van 17 april 1991(art. 3, § 4 en 5) kunnen delessen voor alle leerlingen ofvoor een leerlingengroep in hetsecundair onderwijs maximumzes schooldagen geschorstworden om de instellingen instaat te stellen opdrachten ver-bonden aan het onthaal of deevaluatie van de leerlingen terealiseren. Ten hoogste één dagmag worden opgedeeld in tweehalve dagen.Om dezelfde redenen kunnende lessen voor de leerlingenvan het basisonderwijs de laat-ste schooldag vóór de zomer-

vakantie één halvedag geschorst worden.De inspectie en de ve-rificatie zullen over-tredingen van de re-geling vaststellen. Scho-len van het gesubsi-dieerd onderwijs kun-nen een gedeeltelijketerugvordering van dewerkingstoelagen vanhet voorgaandeschooljaar als sanc-tie oplopen. Voor de

scholen van het gemeenschaps-onderwijs kan als sanctie eenbedrag ingehouden worden opde werkingsmiddelen die aande ARGO zijn toegekend.Bron: omzendbrief OND/I/1/SVC/

SD (20-4-1994) en Besluit van deVlaamse Regering van 17 april 1991tot organisatie van het schooljaarin het basis- en secundair onder-wijs, in het deeltijds onderwijs en inhet onderwijs voor sociale promo-tie, erkend of gesubsidieerd door deVlaamse Gemeenschap.

BEDRIJFSVOORHEFFINGNu heb ik weer een terug-vordering voor bedrijfsvoor-heffing ontvangen. Hoe zitdit systeem eigenlijk in me-kaar? Moet ik dit echt beta-

len? Ik ben leerkracht en wordtdus betaald door het Depar-tement Onderwijs.Elk jaar opnieuw moet het De-partement Onderwijs weddenterugvorderen die ten onrech-te zijn uitbetaald. In 1993 wa-ren er bijvoorbeeld 2512 terug-vorderingen in het basis- enbuitengewoon onderwijs, 5599in het secundair onderwijs en873 in het hoger onderwijs.Dat betekent niet dat de over-heid zo dikwijls heeft geblun-derd. In het basis- en buitenge-woon onderwijs is 59␣ % en inhet secundair onderwijs 66␣ %van deze terugvorderingen tewijten aan de scholen die wij-zigingen te laat hebben door-gegeven naar Brussel.Normaal moet u bij zo’n te-rugvordering enkel de netto-wedde terugbetalen. Als dewedde is uitbetaald vóór 1 de-cember van het vorige jaareist de overheid de belastbarebruto-wedde terug, de effec-tief ingehouden bedrijfsvoor-heffing dus inbegrepen. Datkomt omdat de belastingendie zijn ingehouden op de weddevan vorige jaren reeds zijndoorbetaald aan de Admini-stratie der Directe Belastingenen niet meer geregeld kunnenworden. En «vorig jaar» be-gint voor de overheid op 1december: voor betalingen na1 december van het voorgaande

jaar kunnen de belastingennog wel worden geregeld endan eist de overheid enkel netto-bedragen terug.

Het Departement Onderwijsprobeert deze terugvorderingentot een minimum te beperken.De werkstations betalen nu veelsneller en correcter uit dan hetvroegere systeem. Anderzijdskunnen sommen die nog tij-dens hetzelfde jaar worden te-ruggevorderd voortaan onmid-dellijk intern verrekend wor-den. Ten slotte zal een grootdeel van de uitvoerende takenin de toekomst geautomatiseerdworden, ook in de communi-catie tussen school en departe-ment. Door deze maatregelenzullen hopelijk veel problemenworden vermeden.Omzendbrief Ministerie van Fi-nanciën Directie II/6 Ci. RH 244/294.315 (5 oktober 1981) enVlaamse Raad, Handelingen Com-missie voor Onderwijs, Vormingen Wetenschapsbeleid, Vergade-ring van 9 februari 1994

VLAAMSE VOORLICHTING«België is een federale Staat,samengesteld uit de gemeen-schappen en de gewesten.» Zoluidt artikel 1 van de nieuweBelgische Grondwet. Die isvorig jaar grondig en defini-tief (?) gewijzigd. De nieuwetekst is daarenboven helemaalhernummerd en herschikt. Inde nieuwe brochure De gecoör-dineerde Grondwet vindt u devolledige tekst van de grond-wet. Daarenboven krijgt u erde volledige «concordantieta-bellen» gratis bij. Zo kunt ugemakkelijk beide versies metelkaar vergelijken en nakij-ken waar de artikels uit deoude grondwet nu zijn beland.De bevoegdheden van alleVlaamse ministers en de sa-menstelling van hun kabinettenvindt u in de brochure de Vlaam-se regering. U vindt er ook alleadressen en telefoonnummersvan de overheidsinstellingendie onder de bevoegdheid vande verschillende ministers res-sorteren.Beide brochures liggen onder-tussen op uw school ter inzage.Ministerie van de Vlaamse Ge-meenschap - Dienst Pers, Voor-lichting en Ontvangst - Boude-wijnlaan 30 - 1210 Brussel -+ 02-507 55 77

Wanneer begint de grote vakantie precies?

UW REACTIESchrijf ons wat u goed of slecht vindt in KLASSE, in uw

beroep, in het onderwijs of kortom in dekosmos in het algemeen (of in het bijzon-der). Uit de reacties pikte de onschuldige

hand deze maand die van Paul Van Hullebusuit Damme. Hij krijgt enkele nieuwe educatieve

boeken van Uitgeverij Garant.

KINDERBIJSLAGDe Rijksdienst voor Kinderbij-slag voor Werknemers (RKW)stuurt sommige leerkrachtenbegin juni een formulier P12.Alle rechthebbenden die eenvoorrangsrecht op kinderbij-slag uitoefenen afwijkend vande normale reglementering (zieook Infolijn KLASSE 44 vanapril 1994) krijgen deze P12:bijvoorbeeld de gescheiden le-vende moeder of vader, demoeder wiens echtgenoot eenzelfstandige activiteit uitoefent,de moeder die opnieuw ge-huwd is, de grootouders...De RKW vraagt om dit formu-lier onmiddellijk per kerendepost terug te sturen. Als hetformulier niet terugkomt zoudit kunnen leiden tot een on-derbreking van de betalingen.Rijksdienst voor Kinderbijslag voorWerknemers - Dienst Onderwijs -Trierstraat 70 - 1040 Brussel -+ 02-237 24 50

DE LAATSTESCHOOLDAGEN«Ik kan niet dulden dat scho-len de derde en vierde weekvan juni nog nauwelijks on-derwijs verstrekken. Bepaal-de scholen interpreteren de re-geling van de vakanties envrije dagen en van de optima-le aanwending van de school-tijd zeer ruim.» Tot dat besluit

Page 23: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 23

Sex op school. De meeste Engelse jongeren verkiezen voor-lichting door hun ouders en leerkrachten. Maar in de praktijkdraait dat heel anders uit. Ze halen de meeste informatie bijvrienden (34␣ %). Ouders (15␣ %) scoren nog lager dan film entelevisie (17␣ %). Eén derde van de 16-jarige jongens en éénvijfde van de meisjes hebben nog nooit over sex gesprokenmet ouders, leerkrachten of dokters. Het rapport Young Peoplein 1993 zegt dat één vierde van de leerlingen voorlichtingdoor leerkrachten verkiezen boven die door ouders, vrien-den en de media.

Het kneepje van de leraar. De vragendie de leraar in de klas stelt zouden in75␣ % van de gevallen tot correcte ant-woorden moeten leiden. Dat stellen deAmerikaanse onderzoekers Brophy enGood (Handbook of research on teaching).Het is op elk niveau belangrijk veelvragen te stellen, de leerlingen te latenoefenen en hen regelmatig de hoofd-punten in hun eigen woorden te latensamenvatten. Maar de reactie van deleraar op een antwoord kan ook veelkapot maken. Als het gedeeltelijk cor-rect is, bevestigt hij best het goede deelen sluit er bij aan met leerstofspecifiekefeedback. Fouten van leerlingen moetenzo snel mogelijk worden opgemerkt enverbeterd.Eén kneepje onderscheidt de efficiëntevan de niet-efficiënte leerkracht. Hij steltéérst de vraag, wacht dan even en duidtnadien pas de leerling aan die moetantwoorden. Op die manier wordt elkeleerling verplicht om na te denken enkrijgt hij daar ook de tijd voor. Als deleerling wordt aangeduid voor de vraagwordt gesteld of als er onvoldoende tijdwordt gelaten om na te denken, missende vragen hun stimulerend effect in deklas.

De hel? De collega’s! Steeds meer le-raars haken af, niet wegens de leerlin-gen maar omdat de relatie met de colle-ga’s ernstig is verstoord. Leo Prick (Inter-vu, Amsterdam) begeleidt zulke leerkrach-ten zodat ze na verloop van tijd weeraan de slag kunnen. Volgens hem is hetniet verwonderlijk dat juist nu zoveelleraars op gevorderde leeftijd voor heteerst problemen krijgen met collega’s.Ze hebben meestal jaren lang als een

heeft dat invloed op hun hele levenswij-ze die rustiger is geworden.

Vechten voor computers. Nu de com-puterschroom door de meeste leerkrach-ten is overwonnen, is het vaak dringenvoor het (enige) computerlokaal opschool. Dat blijkt uit onderzoek aan deUniversiteit Twente. Het gevecht om hetcomputerlokaal dreigt ertoe te leidendat veel leerkrachten er dan maar meeophouden de computer in hun onder-wijs te integreren. Lesroosters komenvaak niet overeen met de vrije uren vanhet lokaal enz. Nochtans zijn er ookscholen waar het beter loopt. Daar heeftmen een centrale computercoördina-tor aangesteld. Hij zorgt niet alleen voorgoed lokaalbeheer en een efficiënte uur-verdeling. Hij bestelt ook de software,coördineert de nascholing, wijdt nieuwgeïnteresseerde leerkrachten in en be-geleidt de leerkrachten die computerswillen gebruiken. Op de scholen waar

dat gebeurt, gebruiken volgens het on-derzoek 65␣ % van de leerkrachten com-puters in hun lessen.

De computerschool. Een Tilburgse scho-lengemeenschap wil over twee jaar elek-tronisch onderwijs invoeren. Ongeveerduizend leerlingen hoeven dan niet meerdagelijks naar school maar kunnen meteen modem en telefoonlijn op hun ei-gen computer de lessen volgen. Via hetbeeldscherm kan de leraar hen overho-ren en vragen beantwoorden. Op schoolzal eerst enkele uren per dag telelesworden gegeven. Uiteindelijk zal veer-tig procent van het lespakket via decomputer worden onderwezen. Op ditogenblik krijgen al vijftig leerlingenenkele uren les per computer. De schoolleent hen een PC met kleurenscherm eneen printer. De proefwerken worden voor-lopig nog wel op schoolafgenomen maar decomputerleerlingen scoren daarbij evenhoog als degenen die alle lessen op deschoolbanken volgen. Toch zullen in detoekomst computers en klassikaal on-derwijs elkaar aanvullen. Computers zijnbijvoorbeeld zeer geschikt voor kennis-verwerving volgens je eigen tempo envoor individuele begeleiding. In het klas-sikale deel komt meer tijd vrij voor so-ciale vaardigheden.

Ik doe wat de anderen doen. Niet deleraar, niet de ouders maar de klasge-noten zijn de grootste bepalende factorbij de studiekeuze na het secundair on-derwijs. Dat blijkt uit onderzoek in Ne-derland door de Katholieke Universiteit Bra-bant. Het netwerk van de klas zet denorm en speelt een sleutelrol bij de ver-

dere studiekeuze. Op de eneschool kiezen ze bijvoorbeeldheel vaak voor opleidingenin de juridische sector, terwijlop de andere juist taal- enculturele opleidingen favorietzijn. Deze verschillen tussenscholen worden bovendiensteeds groter naarmate hetmoment van de definitievekeuze nadert. De leerlingendie in eerste instantie noghadden gekozen voor eenopleiding die afwijkt van denorm, besluiten vaak alsnogom zich te comformeren metde anderen. Het omgekeerdeis zelden het geval. Bijna nooitwordt een normale opleidingverwisseld voor een in de restvan de klas ongebruikelijkeopleiding.De rol van de leerkracht inhet keuzeproces is niet heelgroot. Volgens de scholierenwordt hun keuze in de eersteplaats beïnvloed door fami-lie en vrienden.

éénling kunnen optreden tothet moment waarop de schoolals organisatie meer eisen gingstellen. Daardoor moeten leer-krachten meer samenwerkenen hun aanpak op elkaarafstemmen. Meestal gaan dieveranderingen samen metschaalvergroting, nieuwe pro-gramma’s, nieuwe directiesen coördinatoren enz. Rede-nen genoeg voor conflicten.Voor een succesrijke begelei-ding moeten deze leerkrach-ten wel willen inzien dat eendeel van de oorzaak ook bijhenzelf ligt en ze moeten dewerksituatie zelf willen ver-beteren. Dankzij een trainingin conflicthantering, timemanagement, actief partici-peren enz. kunnen deze leer-krachten weer aan de slag.Ze hebben dan meer inzichtin hun eigen aanpak en koes-teren andere verwachtingentegenover collega’s, directieen leerkrachten. Uiteindelijk

S I G N A A L

Page 24: Klasse voor Leraren 46

24 KLASSE NR.46

Kinderen van binnenschip-pers gaan niet naar huis,ze gaan aan boord. Naarschool gaan ze alleen tij-dens het laden en los-sen. Voor de kleinstenvan de schipperskinde-ren ligt het inderdaadniet zo simpel om naareen kleuterschool te gaan.

Klasaan de

kade

Maar de Schroefin Antwerpen ende Boei in Gentleggen boeienuit. Deze tweevzw’s zorgen voor lig-plaatsklassen aan de kade.De kleuters worden inde haven, dicht bij deligplaats opgevangen.Leerplichtige kinderengaan meestal op inter-naat. Andere kinderen vantrekkende bevolkings-groepen, kermisexploitan-ten, circusuitbaters, zi-geuners en woonwagen-bewoners, blijven vaakverstoken van regelma-tig onderwijs, ondanksde leerplicht. Vlaanderentelt zowat 2000 trekkendekinderen. Het Departe-ment Onderwijs onder-

De speelkooi aan dek is zelden de geschikteplaats om jonge schipperskinderen de gepaste mo-toriek aan te leren. Springen, lopen, fietsen is er nietbij. En de havenbuurt is allesbehalve een veiligespeelbuurt voor kleuters. Daarom nam de laatstejaren de vraag toe om ook aan die kinderen eenvorm van kleuteronderwijs aan te bieden. Maar datis een hele opdracht als het schip de ene dag inFrankrijk aan de kade ligt en de week daarop inNederland. In Vlaanderen zorgen momenteel tweevzw’s, de Schroef en de Boei, naar Nederlands mo-del voor een ligplaatsklas. De schippers kunnen ervan zodra ze aanmeren hun kleuters naar de klasbrengen. Deze initiatieven kaderen in een Euro-

pees netwerk voor varende kleuters. Met het Ankerin Luik is er al een intense samenwerking. Neder-land verrichtte al jaren pionierswerk en heeft zevenligplaatsklassen. Duitsland en Frankrijk varen stil-aan in het kielzog.

BrugfiguurIn de twaalf bestaande ligplaatsklassen wordt

het lesgebeuren op elkaar afgestemd. De leerkrach-ten organiseren zoveel mogelijk passende activitei-ten om de integratie van de kinderen in de gewonemaatschappij te vergroten. In elke klas komendezelfde aspecten aan bod zoals de thema’s uit deNederlandse Kleuter aan boord-map en de tv-uit-zending Koekeloere. De leerkrachten leggen de na-druk op de taalontwikkeling. Telkens gaat het omeen afgerond geheel daar ze niet weten of de kleuterde volgende dag aanwezig zal zijn. Dat ligt aan hetaanbod op de schippersbeurs.CHRIS WIJCKMANS, De Schroef: «Deze kinderen heb-ben een eigen woordenschat. Ze gaan niet naar dekelder maar naar het vooronder en ze gaan aanboord i.p.v. naar huis. Door het lawaai op het schipgebruiken ze vaak één-woord-zinnen. Daar er wei-nig leefruimte is hebben ze weinig bewegingskan-sen. Broers en zussen hebben minder invloed ophet ontwikkelingsproces van de kleuter daar ze opinternaat zitten. In ons onderwijs moeten we dusrekening houden met een specifieke beginsituatie.»LINDA JOOSEN, kleuterleidster van een ligplaatsklas:«Het Dit ben ik-mapje begeleidt de kleuter van deene school naar de andere. Daarin zitten het inter-nationaal paspoort, coderingskaarten, berichten aande ouders en de leerkrachten, versjes en liedjes eneen activiteitenkalender van de verschillende scho-len. Met de coderingskaart weet elke leerkracht opwelk niveau de kleuter staat en wat hij aan en nogniet aankan. Dit leerlingvolgsysteem van Neder-landse oorsprong is nog in volle ontwikkeling.

Maar toch is er al regelmatig contact tussen deleerkrachten van alle ligplaatsklassen. Dankzij dezeinitiatieven gaan de kleuters meer naar school, watmeteen tot betere resultaten leidt bij de overgangnaar de lagere school en het internaat. De netwerk-begeleidster zorgt voor de coördinatie van de ver-schillende projecten. Zij is tegelijk een brugfiguurtussen school en gezin. Ze wil de kloof tussen deschipperswereld en de wal verkleinen.»

Grote tournéeKermiskinderen beginnen al zeer vroeg mee te

draaien in de kostwinning van hun ouders enverliezen snel hun motivatie om te leren. Vooralvanaf het vierde leerjaar lager onderwijs lijken deaandacht en de discipline in de klas sterk af tezwakken. In het secundair volgen de meesten deel-tijds onderwijs, waarbij ze gebruik kunnen makenvan een bijzondere regeling voor de trekkende be-roepsbevolking. De cursussen worden aangebodentijdens de winterperiode zodat de kinderen vrij zijntijdens het kermisseizoen. Ondanks deze regelingis het absenteïsme groot.

Vorig jaar startte een begeleidingsproject voorkermiskleuters. Ze regelmatiger en meer naar hetkleuteronderwijs lokken, was de hoofddoelstelling.MARC VERLOT, opdrachthouder Departement On-derwijs: «Het kwam erop neer dat in een aantalgemeenten met een grote kermis, de zogehetengrote tournée, ter plaatse een school werd aange-zocht die de kleuters voor de tijd van de kermis zouopnemen. Het project liep een jaar maar het werdstopgezet wegens gebrek aan belangstelling. Meestalwerd slechts een derde tot maximaal de helft van dekleuters bereikt. Momenteel wordt in samenspraakmet de kermiswereld gezocht naar een meer aange-paste formule die enerzijds tegemoet komt aan devragen en anderzijds organiseerbaar is.»PATRICK STUBBE, projectbegeleider: «Kermiskleuters

R E P O R T A G Esteunt voor elk van diegroepen experimenteer-projecten. Of hoe krijgje een Roma-zigeuner eneen Voyageur naar school?

Page 25: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 25

vormen evenwel niet per definitie een probleem-groep. Ongeveer 20␣ % volgt regelmatig onderwijs.Sterke punten, zoals een zeer hoge zelfredzaam-heid, verliezen echter hun waarde als er een school-se achterstand ontstaat door het niet genieten vankleuteronderwijs. Bij zeker de helft van deze zeermobiele gezinnen is er interesse voor kleuteron-derwijs, maar aangepast aan hun eigen situatie,zoals bijvoorbeeld via een rijdende kleuterschool.»

Roma en ManoesjenWoonwagenbewoners zijn allemaal zigeuners,

luidt het in de volksmond. Toch zijn er verschillen-de groepen en culturen.NELE GOETHALS, onderzoekster RU Gent: «Vlaande-ren telt twee zigeunergroepen: Roma en Manoesjen.Ze beschouwen zichzelf als verschillende etnischegroepen maar zouden verre gemeenschappelijkewortels kunnen hebben in Indië. Tweemaal zogroot in aantal zijn echter de Vlaamse woonwagen-bewoners of Voyageurs die een eigen subcultuurhebben ontwikkeld.

Manoesjen verbleven lange tijd in Germaanselanden. De eersten bereikten ons land in het beginvan de 15de eeuw. Ze spreken een eigen taal, hetManoesj. Hun tweede taal is Nederlands, wat ze inde omgang met Gadjé of niet-zigeuners spreken.

Na de afschaffing van de slavernij in Roemeniëkwam er een grote migratie op gang door heelEuropa. Vanaf het eind van de 19de eeuw bereiktende Roma ons land. Hun taal is het Romanes en alsomgangstaal met Gadjé gebruiken ze Frans. Ne-derlands is voor hen dus een derde taal.

Voyageurs hebben in oorsprong niets met dezigeunergroepen gemeen, behalve hun woonvorm.Zij zijn Vlamingen die vanaf de tweede helft van de19de eeuw om uiteenlopende redenen, zoals ar-moede, een woonwagen betrokken. Na verloopvan tijd ontwikkelden zij een authentieke subcul-tuur.

Roma en Manoesjen hebben een cultuur vanmondelinge overdracht en zijn dus traditioneelanalfabeet. Hun manier van denken, hun ethiek enhun opvoedingssysteem verschilt grondig van hetonze. Alle waarden en vaardigheden worden hetkind via directe participatie doorgegeven. Geleide-lijk aan wordt het zo voorbereid op zijn latereberoepsleven. De school, met haar rigide structu-ren en haar buiten het dagelijkse leven geconstru-eerde levensproces, is deze volkeren vanuit cultu-reel oogpunt dan ook vreemd. Bovendien is ze eeninstelling van Gadjé, voor wie ze een zo grootmogelijke afstand bewaren. De eeuwenlange ver-volging en stigmatisering door de niet-zigeunersspeelt daarin zeker een rol. Ook in de subcultuurvan de Voyageurs is de communicatie in hoofdzaakmondeling.

Een aantal recente ontwikkelingen in de huidi-ge samenleving doen de vraag naar een utilitairebeheersing van lectuur en schrift bij de woonwa-genbewoners echter toenemen. Van deze groepengaat 70␣ % van de leerplichtige kinderen met eenzekere regelmaat naar school, maar 30␣ % gaat min-der dan twee dagen of helemaal niet naar school.»

Diep waterIn Mortsel en Holsbeek loopt een experimenteer-

project met Rom-kinderen, in As met kinderen vanwoonwagenbewoners. Naast deze drie scholen heeftde Regenboog in Sint-Jans-Molenbeek (Brussel) een

lange traditie van werken met zigeunerkinderen. Zekan daarbij een beroep doen op de bijkomendemiddelen uit het onderwijsvoorrangsbeleid.HANS KEULEERS, projectleraar in Mortsel: «De kinde-ren zijn verdeeld over twee groepen. De jongstekinderen vormen de toeleidingsklas waar de nadrukvooral ligt op het verwerven van voorschoolsevaardigheden. In de leerklas, met de oudste kinde-ren, worden echte leermomenten voortaal en rekenen ingebouwd. Als eenkind een niveau behaalt dat aansluit bijéén van de reguliere klassen wordt hetin die klas geïntegreerd voor dat be-paald onderdeel. Bijvoorbeeld aanvan-kelijk lezen in het eerste leerjaar. Naast deze leerge-richte integratiemomenten streven we er zoveelmogelijk naar sociale integratiemomenten in tebouwen, zoals gezamenlijke zwemlessen, uitstap-jes en speeltijden.»PATRICK LAHOUSSE, projectleraar: «De ouders van deRom-kinderen zijn bang voor ons onderwijs. Zevragen zich bijvoorbeeld af wat de gevolgen zijnvoor hun machtspositie binnen het gezin, hun rol,hun voorbeeldgedrag. Wij trachten een vertrou-wensrelatie met de leerlingen uit te bouwen terwijlwe ook open en luisterbereid zijn tegenover deouders. Maar we ervaren dat er een gebrek is aaneen gepaste didactiek, methodische aanpak en on-dersteuning. Eén van de Rom-kinderen zegt bij-voorbeeld tijdens een ruzie met een Vlaams kind:ik weet je wonen en ik kom je huis afbranden. Dezesituatie vraagt een juiste aanpak en interpretatiedoor de verschillende leerkrachten en leerlingen.

Angst leidt tot directe conflictsituaties in deschool. De Roms plaatsen zich als gesloten groeptegenover de vreemde gewoonten, de vreemdekinderen en de vreemde systemen. Andere om-gangsvormen en patronen van niet-zigeuners be-moeilijken persoonlijke contacten en banden. Zewillen stoer overkomen maar in de zwemles blij-ken ze voor de eerste keer diep water te zien envluchten ze als bange hazen. Ze hebben behoefteaan een leerkracht waar ze altijd een beroep opkunnen doen. We organiseren ook verschillendevormen van samenzijn. Dat kan een kookbeurtzijn.» ■

Volgonderwijs voor kinderen van rondtrekkende ouders.

«Wat is een kelder,

juffrouw?»

Page 26: Klasse voor Leraren 46

26 KLASSE NR.46

Erin,erdoor

eneruit

«We hadden op schooleen heel pak gegevensover onze leerlingen», zegteen directeur,«maar eigen-lijk deden wedaar nietsmee. Door ze nu eens ern-stig te bekijken hebbenwe veel meer inzicht ge-kregen in de instroom,doorstroom en uitstroomvan onze leerlingen. Wekwamen daarbij tot ver-

G E G E V E N S B E H E E Rrassende vaststellingen.»Voor de laatste opdrachtvan de wedstrijd Laure-aat Schoolmanagementdoken de teams van 71Vlaamse scholen in de ge-gevens die de school overhaar leerlingen verzamelt.

Waar komen ze vandaan, wat doen ze hier enwaar gaan ze naartoe? Dat zijn de vragen die jejezelf stelt als het gaat over instroom, doorstroomen uitstroom van leerlingen. Blijkbaar staan weinigscholen daar bij stil. Het persoonlijk dossier vaneen leerling zit soms ver en veilig weggeborgen. Hetwordt pas bovengehaald bij ernstige problemen.

Nochtans beschikt elke school over een schataan informatie die op verschillende niveaus nuttigkan zijn. Het punt is dat er weinig efficiënt gebruikvan wordt gemaakt.

Er moeten niet eens nieuwe opvragingen gebeu-ren. Tot het standaardpakket van bij te houdeninformatie behoren meestal de individuele leerlin-genfiches, het aantal leerlingen (op de eerste schooldag,1 oktober, 1 februari) en de attesten die uitgereiktworden op het einde van het schooljaar. Als u dieinformatie alleen maar als een administratief gege-ven beschouwt en er verder niets mee doet, laat uenkele mooie kansen liggen om heel wat bij te lerenover uw school. Als u bijvoorbeeld enkel de indivi-duele leerlingenfiches bijhoudt, kunt u wel deleerlingen individueel opvolgen maar leert u niets

veel. U moet ze kritisch durven bekijken. Boven-dien wordt de interpretatie van de informatie pasecht interessant als u op een of andere manier eenvergelijking kunt maken. Waarmee kunt u verge-lijken? U kunt de resultaten van het huidige schooljaareens naast die van voorgaande jaren leggen of naastdie van andere vergelijkbare scholen. Maar u kuntze ook vergelijken met gemiddelden of met nor-men. Zo stellen sommige scholen in het begin vanhet schooljaar een aantal normen op en gaan zenadien na in hoeverre die normen bereikt zijn. Erzijn dus verschillende criteria mogelijk. Pas als uéén of meer criteria als vergelijkingsbasis hanteert,kunt u zinvolle conclusies trekken.

Achter slot en grendelWat loopt er op dit ogenblik fout met het gege-

vensbeheer in de scholen? Dat verschilt van schooltot school maar een algemene vaststelling is tochwel dat scholen over heel wat gegevens beschikkenmaar dat ze er veel te weinig mee doen. Veelscholen houden alleen die gegevens bij waartoe zeverplicht worden door de overheid (het Departe-ment Onderwijs en de inrichtende macht). Zezitten soms achter slot en grendel en niemand doeter verder wat mee.

Aanvankelijk zal het wel wat tijd en energiekosten om de grote hoeveelheid informatie te sys-tematiseren en te interpreteren. Maar als er éénkeer een systeem in zit kan elke vergelijking zinvol-le gegevens opleveren voor het schoolbeleid. Daar-voor is het uiteraard belangrijk dat de informatievoor alle leerkrachten toegankelijk is. Er zijn ookgelegenheden waarop informatie kan worden mee-gedeeld aan het personeel (een studiedag, een per-soneelsvergadering). Hoe meer de leerkrachtenweten, hoe meer ze zelf ook ideeën en oplossingenkunnen aanbrengen voor bepaalde problemen. Be-langrijk is dan wel dat er een kanaal is voor de

bij over bepaalde tendensen die plaats-vinden binnen de school. Dat kan noch-tans heel belangrijk zijn voor de toe-komst. Ouders en leerlingen beoorde-len de school op de kwaliteit die zebiedt. Vandaar het belang om die kwa-liteit continu op te volgen. Door eenefficiënter gegevensbeheer kunt u de

beschikbare informatie gebruiken om de resulta-ten van de school te evalueren en om (indiennodig) ergens bij te sturen. In de huidige, sterkconcurrerende omgeving neemt het belang van eenkritische evaluatie van de eigen resultaten sterk toe.

VergelijkenCijfers en gegevens zeggen op zichzelf niet zo

De gegevens zaten

in de kast.

En daarmee uit.

Page 27: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 27

leerkrachten om hun voorstellen te uiten (klassera-den, vakwerkgroepen enz.).

Niet te snappenHet gebeurt nog wel eens dat leerkrachten plots

op een vergadering worden overdonderd door cij-fers en tabellen waar ze weinig of niets van begrij-pen. Zoiets werkt bijzonder demotiverend. Als erinformatie wordt doorgespeeld moet die voldoen-de duidelijk en verstaanbaar zijn.

We moeten trouwens ook niet alles weten. Elkeschool gaat best voor zichzelf na wat ze precies wilweten en waarom. Op basis daarvan werkt mendan een informatiesysteem uit. Niet alle ingewon-nen gegevens moeten trouwens onmiddellijk wor-den gebruikt. Het is belangrijk dat er prioriteitenworden gelegd, bijvoorbeeld de evolutie nagaanvan een nieuwe studierichting.

De medewerkers die belast zijn met het invoe-ren en beheren van de informatie kunnen trou-wens een actieve rol spelen. Zij kunnen adviesuitbrengen hoe de informatie het best wordt inge-voerd en welke mogelijke combinaties tussen gege-vensbestanden het interessantst zijn. Daarom moe-ten alle betrokkenen op voorhand de doelstellin-gen van het informatiebeheer kennen en weten inwelke onderwerpen de school vooral geïnteres-seerd is. De betrokkenheid van alle medewerkers iseen belangrijke hefboom voor de optimaliseringvan het informatiebeheer.

Als u de keuze hebt, gebruikt u het beste eencomputer. Met een geautomatiseerd informatie-systeem kunt u standaardgegevens op diverse ma-nieren opvragen en combineren (per schooljaar,per studierichting, per vak enz.). Bovendien kunt uop die manier vermijden dat u verschillende kerendezelfde informatie moet noteren en verzamelen.

InstroomOp het vlak van de instroom van leerlingen gaan

veel scholen na uit welke andere scholen en ge-meenten de leerlingen afkomstig zijn. Ze gebrui-ken die informatie dan voor de recrutering vanleerlingen voor het volgend schooljaar. Uit de ver-gelijking blijkt immers waar de sterke en zwakkeplaatsen zitten. Andere scholen kunnen aan dehand van de gegevens al op voorhand bepalen welkpercentage van de potentiële leerlingen uiteinde-lijk naar de school zal komen. Als ze een dalende ofstijgende trend vaststellen kunnen ze meteen opzoek naar de oorzaken daarvan.

Sommige scholen bezorgen zelfs de lijsten vande leerlingen per gemeente aan de ouders zodat zijeventueel met andere families kunnen afsprekenvoor gemeenschappelijk vervoer. Heel wat scholenverzamelen ook meer informatie dan de overheidvraagt. Zo gaat men op sommige plaatsen na wat deschoolachterstand is van de leerlingen op het ogen-blik dat ze instromen. Stelt men vast dat die gemid-deld of in sommige speciale gevallen erg groot is,dan kan men bijsturen door aangepaste remedië-ring of lessen in studiemethode.

Een andere school houdt de sociale herkomstvan de leerlingen bij. Op die manier kunnen zijbijvoorbeeld beter rekening houden met de wen-sen van de ouders en met hun financiële mogelijk-heden voor studiereizen enz.

Informatie van een totaal andere soort is de wijzewaarop de leerlingen naar school komen (auto, fiets,bus, trein...). Indien bijvoorbeeld blijkt dat veel

leerlingen gebruik maken van het openbaar vervoer,kunnen de lestijden daaraan aangepast worden.

DoorstroomOok gegevens van leerlingen die al op school

zijn, kunnen belangrijke informatie verschaffen.Als u het aantal leerlingen per studierichting en peronderwijsvorm regelmatig bijhoudt en vergelijktkrijgt u bijvoorbeeld een accuraat beeld van detoekomstige leefbaarheid van sommige richtingen.

Door de uitreiking van de attesten jaar na jaar opte volgen, kunt u bijvoorbeeld ook vaststellen waarer eventueel systematisch meer zittenblijvers zijnof B-attesten worden uitgereikt. Ligt het aan devakken, aan de verschillende loopbanen van deleerlingen of aan de verschillende evaluatienormenvan de leerkrachten? De cijfers vertellen u dat nietmaar een objectieve vergelijking is een stevige basisvoor een degelijke interpretatie.

Sommige scholen gaan ook na of het advies vande klasseraad of het PMS al dan niet opgevolgdwordt. Als deze gegevens gedurende een aantaljaren worden bijgehouden kan men het belang vandat advies veel beter inschatten. Klopt het bijvoor-beeld dat het mislukken van leerlingen vaak kanworden toegeschreven aan het niet opvolgen vanzo’n advies? Belangrijke informatie voor een effi-ciënte communicatiestrategie naar de ouders toe.

UitstroomHet is voor elke school leerrijk op te volgen

wanneer leerlingen weggaan en waarom. Ligt hetaan de studierichtingen, aan de sfeer op de school,aan het image...? Ook gegevens over het verderecarrièreverloop van de leerlingen (onderwijs, werk...)kunnen interessant zijn als ze vergeleken wordenmet bepaalde normen (voorgaande jaren, gemid-delden van andere scholen...). Het is wel moeilijkom contact te blijven houden met oud-leerlingenmaar de extra-inspanningen die daarvoor moetengebeuren renderen meestal wel. Zo kwam één vande scholen na een enquête bij oud-leerlingen tot devaststelling dat meer dan de helft van de leerlingendie de richting mechanica hadden gevolgd in descheikundige nijverheid terecht kwamen. Daarombesliste de school om een labo procestechnologieuit te bouwen. Tot tevredenheid van iedereen.

Maar zonder een kritische reflectie op de be-schikbare gegevens was het er nooit gekomen. ■

De wedstrijd Laureaat School-management werd dit jaarvoor het eerst georganiseerddoor de Vlerick School voorManagement. De analyse vanhet gegevensbeheer op schoolwas de vijfde en laatste op-dracht voor de teams in dedeelnemende scholen. Alledeelnemers bevestigden datde opgelegde reflectie optelkens een nieuw specifiekdomein van het schoolbe-leid erg stimulerend werkte.Door de verslaggeving overde wedstrijd hoopt KLASSEdie dynamiek ook aan ande-ren door te geven.Vlerick School voor Manage-ment - Bellevue 6 - 9050 Gent- + 09-210 97 11

Waar komen uw leerlingenvandaan en waar gaan ze naartoe?

Page 28: Klasse voor Leraren 46

28 KLASSE NR.46

Businessop

schoolEen groep laatstejaars vanhet secundair onderwijswil na schooltijdeen heuse mini-ondernemingrunnen. Ze wijzen onderelkaar een algemeen di-recteur aan en ze star-ten een financieel, eenadministratief, een tech-nisch en een commercieel

M I N I - O N D E R N E M I N G E Ndepartement op. Kan hetprofessioneler? Leerkrach-ten staan hen vrijwilligbij en ze kunnen ook nogeen beroep doen op ex-terne raadgevers uit hetbedrijfsleven. De ene mini-onderneming maakt bij-voorbeeld hand madegeldbeursjes, brillezakjesen sleutelhangers. Deandere verkoopt zeep. In250 scholen zijn 3000 leer-lingen met zo’n mini-on-derneming actief.

Het commercieel departement houdt een markton-derzoek, informeert hoe het met de concurrentie isgesteld, organiseert verkoopactiviteiten en regelt dereclame. Het administratief departement zorgt voorhet personeelsbeleid, stelt verslagen op van de verga-deringen en contacteert de aandeelhouders. Tenslotte verzorgt het financieel departement de boek-houding, vult de BTW-aangifte in, betaalt de lonenuit en regelt de contacten met de bank.En nieuwelingen in het vak kunnen dat allemaalprobleemloos aan?KELLENS: Ze houden zelfs een gedetailleerde boek-houding bij. Maar hierbij helpen studenten van hethoger onderwijs buiten de universiteit die eeneconomische opleiding volgen. Zij treden voor onsop als rekening-commissaris. In andere mini-on-dernemingen kunnen dat vrijwillige raadgevers uithet bedrijfsleven zijn. Zoals in een echte onderne-ming wordt er gewerkt met BTW, RSZ en belastingop de winst. Kortom, ze handelen als echte zaak-voerders, ook al besteden ze doorgaans niet meerdan drie uren per week aan hun bedrijfje.

KampioenSlagen de leerlingen er uiteindelijk in iets teverkopen?KELLENS: Dat is niet altijd even makkelijk omdat weuiteraard erg regionaal gebonden zijn. Meestal ishet aanvragen van een verkoopstand op een marktof in een warenhuis al een hele opgave. Onzebedoeling is echter niet om hopen winst te makenmaar om iedere deelnemer een beter inzicht tegeven in het bedrijfsleven. Hoewel ieder departe-ment eigen taken heeft, worden deze niet extreemgescheiden. Elke week zijn er vergaderingen waar-op alle problemen aan bod komen. En iedereen

Saccalino is een Italiaans klinkende naam voorzakje. Na een brainstorming kozen een tientalleerlingen van het Koninklijk Atheneum Turnhoutvoor het verwerken van lederafval. Kleine lederenrestjes zouden aan de hand van een model uitge-knipt en verwerkt worden tot onder meer geld-

beursjes.Monique Kellens is lerares econo-

mie en begeleidde vorig schooljaar de mini-on-derneming Saccalino.Om een onderneming te starten heb je toch eerstkapitaal nodig. Schoot de school dat voor?KELLENS: Nee, de deelnemers gaan zelf op zoek naaraandeelhouders. Elke ondernemer verkoopt zevenaandelen van 300 frank, één aan zichzelf, één aande ouders, één aan de leraars en de andere aanvrienden of mensen uit het zakenleven.

De aandeelhouders worden ook driemaal perjaar uitgenodigd op een algemene vergadering waarde verschillende directeurs de activiteiten van hundepartement uitleggen, hun produkt voorstellenen de financiële resultaten bespreken.Welke taken hebben die leerlingen-directeurs vande departementen?KELLENS: Het technisch departement zorgt voor hetprodukt en dus ook voor de leveranciers, doet aanstockbeheer en aan kwaliteitscontrole. Het is voort-durend in contact met de commerciële directie om-dat de produktie de verkoop moet kunnen volgen.

Een onderneming starten metzeven aandelen van 300 frank.

Page 29: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 29

springt in waar hij dringend nodig is.Uw bedrijfje scoorde ook buiten de eigen regioerg goed.KELLENS: Eerst namen we deel aan de regionaleselectie. Daarna geraakten we in Brussel voor deBelgische finale. We hadden er ons bijzonder goedop voorbereid. Iedere directeur van een departe-ment had een speech in vier talen opgesteld. Wegebruikten geluidscassettes, transparanten, dia’sen video om onze voorstelling aantrekkelijk temaken. Prominenten uit de bedrijfswereld steldenachteraf vragen in het Engels, Frans en het Neder-lands aan onze verschillende directeurs. Onze mini-onderneming werd met de nationale titel bekroond.We kregen een cheque van 100.000 frank en eenticket naar Oxford voor de Europese finale.Deden daar ook Oosteuropese landen aan mee?KELLENS: Daar werd de omvang van het educatieveproject Jonge Ondernemingen pas echt duidelijk.Europa bleek groter dan het geografisch geheel.Buiten ons waren er ook deelnemers uit Argentinië,Denemarken, Duitsland, Guatemala, Ierland, Is-raël, Malta, Nederland, Hongarije, Slowakije, Li-touwen en het Verenigd Koninkrijk.En de voertaal is uiteraard Engels?KELLENS: Inderdaad, het verslag, de voorstelling, deinterviews... In het verslag dat we vooraf moestenopstellen kroop veel tijd en werk. Dit bestond uit debalans en de resultatenrekening, organogram, ver-loop van de activiteiten, verkoopgrafieken... Westelden onze onderneming voor in het befaamdeSheldonian-theater onder een grote publieke be-langstelling. Spijtig genoeg werden we geen Euro-pees kampioen. Die eer viel een Engelse jongeonderneming te beurt.

Er was gedurende dit verblijf een gezonde com-petitiegeest. De verstandhouding tussen de ver-schillende teams was opperbest. De deelnemershebben mensen met een andere taal en cultuurbeter leren kennen en begrijpen. Ze kregen dus nietalleen een veel beter inzicht in de realiteit van hetbedrijfsleven maar ze leerden ook op menselijkvlak veel bij. Ze leerden werken in groep, maaktenafspraken en na een tijdje heerste er een echteteamspirit. En het belangrijkste: een aantal vaardig-heden die ze op school leerden konden ze inpraktische ervaring omzetten.

Negen maandenHet onderwijs in België telt elk jaar ongeveer

250 mini-ondernemingen. Samen groeperen zeeen 3000-tal jongeren tussen 16 en 25 jaar (vooralleerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs)en meer dan 400 raadgevers.

Het hele project wordt in België overkoepelddoor de vzw Jonge Ondernemingen - Jeunes Entrepri-ses. Dat is een neutrale en onafhankelijke vereni-ging. Haar raad van beheer bestaat uit leraars,kaderleden uit de ondernemerswereld en vroegerejonge ondernemers.Business binnen de schoolmuren, kan dat wel?MARLEEN IJSEWIJN, Jonge Ondernemingen: Binnen elkeklasstructuur heb je leiders. Zij verdelen het spel entijdens een klasdiscussie nemen zij het woord. Inhet project mini-onderneming worden zij alge-meen directeur. Iemand die zeer vlot contacten legtwordt commercieel directeur en wie stiptheid na-streeft heeft waarschijnlijk belangstelling voor dejob van financieel of administratief directeur.

Deze jongeren van het secundair onderwijs,

ongeacht de gevolgde richting, creëren, beheren enontwikkelen hun eigen mini-onderneming. Deonderneming werkt volgens het schema van eenvennootschap op aandelen met een leefduur vannegen maanden.Kunnen ze ook boxershorts verkopen?IJSEWIJN: Waarom niet? Het produkt varieert: badar-tikelen, panty’s en sokken, T-shirts, fuiven en fees-ten, sjaaltjes, vleesbroodjes, fantasiejuwelen en me-ringues met chocolade. De jonge ondernemers kie-zen hun produkt of dienst met toegevoegde waardeen ze verkopen op basis van een door henzelf uitge-voerde marktstudie. Ze leren de kostprijs, de ver-koopprijs en hun mini-salaris berekenen.

Walt DisneyWaar komt de idee vandaan?IJSEWIJN: Uiteraard is het idee om jongeren de geurvan het zakenleven te laten opsnuiven overgewaaiduit de Verenigde Staten. Een zekere Horace A.Moses, directeur van een papierfabriek in Massa-chusetts, vatte in 1919 het plan op om leerlingen aldoende de basisprincipes bij te brengen van hetbeheren van een bedrijf. Learning by doing dus.

Bijgestaan door mensen als Henry Ford, John D.Rockefeller en Walt Disney werd de mini-onderne-ming boven de doopvont gehouden en werd deformule een enorm succes. In 1963 stak de idee deAtlantische Oceaan over naar Groot-Brittannië.Dertien jaar later bereikte het ook het Europeesvasteland. De beweging Jonge Ondernemingen deedhaar intrede in België in 1977. Eerst hadden we een50-tal mini-ondernemingen. Ondanks een dalingte wijten aan herstructureringen, telden we vorigschooljaar 96 mini-ondernemingen in Vlaanderen,110 in Wallonië en 19 in Brussel. In totaal gaat hetom 1272 jongens en 1579 meisjes.De leerlingen krijgen een economisch model voor-geschoteld, waarbij succes en winstbejag wordengeprezen. Vanuit sommige hoeken in de onder-wijswereld wordt daarop kritiek geuit.IJSEWIJN: Laten we eerlijk zijn. De mini-onderne-mingen trachten de realiteit te benaderen. De aan-deelhouders zijn sympathisanten en hun produk-ten verkopen het vlotst binnen de eigen schoolom-geving en de vriendenkring. Het leven van dezemini-onderneming speelt zich af in de bekendeleefwereld en het is de taak van de jongeren om uitdie cocon te breken. Het is aan hen om de hand-schoen op te nemen en met al hun capaciteiten huneigen grenzen te verleggen.SOFIE VANDERHAEGEN, leerling in Brugge, mini-on-

vzw Jonge Ondernemingen - MarleenIJsewijn - Dr. Elie Lambottestraat 10- 1030 Brussel - + 02-245 13 80 - fax02-245 01 87

derneming Tinozza: «We wilden echtalles zelf doen. Een klantvriendelijkewinkel, het ombouwen, het geschilderen het gesleur. Alle ideeën in een potje,een beetje roeren: doosje, papier, was-hand, zeep, badkuipje, sticker... Ti-nozza kon open. Dan kwam het moei-lijkste, het meest onvoorspelbare on-derdeel van heel het project: de klantmet grote K. Vindt hij onze produkten mooi, loktonze affiche, zijn we niet te duur? Alles valt mee.Onze verkoopcijfers bewijzen het. Ik heb kwalitei-ten leren kennen die in gewoon schoolverband niettot uiting kunnen komen: een perfecte verkoopsterdie klanten rond haar vinger windt; een top-telefo-niste die er niet voor terugschrikt de leverancier opzijn fouten te wijzen... We hebben er heel veel meegeleerd.» ■

Leerlingen runnen

met succes een

eigen bedrijfje.

Page 30: Klasse voor Leraren 46

30 KLASSE NR.46

Bij het ministerie van onderwijs in Botswanavind je vier Vlaamse leerkrachten secundair on-derwijs. In China werken nu 19 leerkrachten endocenten en dit jaar komen er nog bij voor hetvoortgezet technisch onderwijs. Die zullen ervooral werken aan de opleiding van technischeleerkrachten. Ook in Ecuador is onze aanwezig-heid sterk gestegen. Er werken nu 15 leerkrach-ten.

Aan de leerplannen en de lerarenopleiding inSwaziland werken ook Vlamingen. Ze geven erbovendien les in talen, wiskunde, wetenschap-pen en technische vakken.

In Zambia werken de 17 leerkrachten voorlo-pig nog in secundaire scholen. Ze geven er voor-al wetenschappelijke vakken. Daarnaast vindenwe nog Vlaamse leerkrachten in Indonesië, Burundi,Kenya, Malawi, Namibië, Botswana, Suriname,Thailand, Vietnam en Zimbabwe. In drie landenworden de bestaande programma’s stilaan afge-bouwd: Colombia, Lesotho en de Seychellen.

Meer dan lesgevenDe werking wordt gecoördineerd door de Vlaamse

Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking enTechnische Bijstand (VVOB) en de Minister vanOnderwijs is voorzitter van de Raad van Bestuur.Het is een instelling van de Vlaamse Gemeen-schap die Derde Wereld-landen helpt bij hunontwikkeling door deskundigen uit te zenden:artsen, informatici, ingenieurs enz. Meer dan70␣ % zijn echter leerkrachten en docenten enwerken in het onderwijs. Sinds kort ligt hetaccent meer op de vorming van toekomstigeleerkrachten dan op het gewone lesgeven zelf.Daarom zoekt de VVOB nu ook leerkrachten en

Vlaamse leraars

Zo’n 250 Vlaamse leer-krachten vertrekken inseptember weer naar hetbuitenland. De landenwaar ze les geven varië-ren van China, Thailand

ressante ver-goeding enb e h o u d e nhier al hun rechten. Er isnu vooral vraag naar tech-nische leerkrachten enleerkrachten die willenhelpen aan de opleidingvan toekomstige leraarsin de 18 landen waarVlaanderen mee samen-werkt. Vanuit welk landstuurt u de huidige col-lega’s volgend jaar eenkaartje?

U I T W E Gen Namibië tot Zambiaof Zuid-Amerika. Dat doenze voor minimum tweejaar. Ze krijgen een inte-

woordvoerder, die ook instaat voor het lokalesecretariaat. Tijdens regelmatige follow-up-zen-dingen komen wij de ontwikkelingsprogram-ma’s ter plaatse evalueren en bespreken. Allekandidaten krijgen jaarlijks een eigen budgettoegewezen voor de aankoop van beroepsmate-riaal.»

Ook techniekDrie kwart van alle uitgestuurde VVOB-des-

kundigen werken in het onderwijs. Ongeveer60␣ % van die groep staan voor de klas of zijnbeleidsmedewerker bij het plaatselijke Ministe-rie van Onderwijs. Daarom is de pedagogischebegeleiding van de programma’s in het middel-baar onderwijs voor VVOB een prioriteit.

Het onderwijs blijft verreweg het belangrijk-ste werkterrein van de VVOB. In 1993 waren indeze sector 182 deskundigen werkzaam. De ont-wikkelingslanden hebben voor het secundaironderwijs vooral behoefte aan leraren wiskundeen wetenschappen en aan leerkrachten voor hettechnisch en beroepsonderwijs. Van de deskun-digen die in 1993 in het secundair onderwijswerkzaam waren, heeft 74␣ % een diploma in depositieve of de toegepaste wetenschappen, 26␣ %heeft een diploma in de humane wetenschappen.

Een deel van deze deskundigen is betrokkenbij het lokale onderwijsbeleid: lerarenopleiding,navorming, onderwijsvernieuwing, leerplanont-wikkeling. Veel ontwikkelingslanden hebbenonmiskenbaar behoefte aan degelijke opleidings-programma’s voor geschoolde technici.De leerkrachten zijn meestal op drie niveausactief.WILLY BLOCKX: «VVOB-deskundigen die als leer-

docenten met ervaring en niet alleen jonge leer-krachten die even naar het buitenland willen.Vastbenoemde leraars behouden trouwens hunrechten. Zij worden voor minimum twee jaar terbeschikking gesteld wegens bijzondere opdracht inhet buitenland.WILLY BLOCKX, secretaris-generaal VVOB: «Westellen hoge eisen aan de persoonlijkheid envorming van de deskundigen die we uitsturen.Een onafhankelijk selectiecomité met bestuurs-leden van VVOB en afgevaardigden van de aca-demische wereld, het bedrijfsleven en de onder-wijsinspectie interviewt de kandidaten voor eenfunctie. Zij zoeken de kandidaat die het bestbeantwoordt aan het door het gastland geschets-te profiel.

Aan de geselecteerden geven we niet alleeninformatie over hun toekomstige functie, maarook een aangepaste vormingscursus die hen wegwijsmaakt in de cultuur en leefgewoonten van deregio waar ze zullen werken. Voor die cursuswerken we samen met de Vlaamse universiteitenen de inspectie van het Vlaams Ministerie vanOnderwijs. Bovendien volgen de kandidaten eenABOS-vormingscyclus om meer vertrouwd teraken met ontwikkelingswerk.

Ter plaatse worden ze opgevangen door onze

Page 31: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 31

naar het buitenland

kracht voor de klas staan, zijn actief op hetoperationele niveau: ze vervangen lokale krach-ten omdat die gewoon niet beschikbaar zijn. Alsze daarnaast met collega’s samenwerken, para-scolaire activiteiten organiseren of betrokkenworden bij de lerarenopleiding, zijn ze ook actiefop het tweede niveau, dat van de opleiding envorming. Als ze met de directie of het ministeriesamenwerken aan de ontwikkeling van nieuweleerplannen of onderwijstechnieken, gaat vanhun interventie een maximaal en duurzaam ef-fect uit.»

Komen en gaanUit Botswana komen drie van de vier leer-

krachten secundair onderwijs terug. De klem-toon ligt er nu meer op het technisch en beroeps-onderwijs. Daarvoor zijn al twee nieuwe des-kundigen afgereisd. Hun opdracht bestaat in desupervisie van lokale technici en de permanentevorming van een lokaal technisch kader. In Bots-wana werken nu 13 Vlamingen.

Naar Namibië worden op verzoek van hethoger technisch onderwijs docenten uitgestuurdmet know-how op het gebied van computer- enlandbouwwetenschappen.

Het VVOB-programma in Swaziland is volle-dig op onderwijs gericht. Maar nu het ontwikke-lingsniveau en de welvaart er zo snel stijgen,trekken de Vlamingen er zich terug.

Daartegenover staan dan weer de nieuwe zen-dingen naar landen als Vietnam. Daar is een grotebehoefte aan extra know-how. In de toekomstwil de VVOB er docenten Engelse en Fransetaaldidactiek naartoe sturen maar ook specialis-ten in de lerarenopleiding.

Extra vergoedingDe VVOB-deskundigen die in het kader van

een landenprogramma worden uitgestuurd, sluiteneen arbeidscontract af met een lokale over-heidsinstantie. Die betaalt hen een salaris uit.Om dat salaris aan te passen aan de westersenormen ontvangen ze van de VVOB bovendieneen vergoeding in Belgisch geld die afhankelijkis van hun diploma en hun beroepsanciënniteit.Om de verschillen in koopkracht tussen dediverse landen te compenseren, betaalt de VVOBeen koopkrachtvergoeding en staat zij in voorde overzeese sociale zekerheid van de deskun-digen.WILLY BLOCKX: «Van de lokale overheid wordt bijde aanwerving van een VVOB-deskundige mini-maal een zelfde financiële kost gevraagd als vooreen evenwaardig lokaal deskundige. Zo vermij-den we dat Derde-Wereldlanden een beroep doenop onze bijstand louter om budgettaire rede-nen.»

Wie naar het buitenland trekt wordt niet aanzijn lot overgelaten. De VVOB zorgt er zelfs voordat alle betrokken leerkrachten KLASSE blijvenontvangen. En er komen regelmatig pedagogi-sche verantwoordelijken langs vanuit Vlaande-ren.

DURFT U HET AAN?VVOB zoekt vooral gekwalificeerde leraars ASOen TSO, ingenieurs, informatici, artsen en veeartsen,alsook deskundigen met ervaring in leraren-vorming.Voor reis- en bagagekosten, sociale zekerheid(ziekte, pensioen en invaliditeit), ongevallen-en repatriëringsverzekering, een gemeubeldehuisvesting, een lokaal loon en een bijkomen-de expatriatie-vergoeding in Belgisch geld zor-gen VVOB en het betrokken ministerie in hetontwikkelingsland.Vastbenoemde leraars kunnen genieten vaneen «ter beschikkingstelling wegens bijzonde-re opdracht in het buitenland.»Durft u de uitdaging aan om gedurende mini-mum twee jaar uw vakkennis en onderwijser-varing ten dienste te stellen van een ontwikke-lingsland, neem dan contact op met de VVOB- Maria-Theresiastraat 21 - 1040 Brussel - + 02-217 76 15 of fax 02-217 57 73.De VVOB-vacatures verschijnen vanaf nu ookregelmatig in KLASSE en op BRTN-teletekst p.737.

WILLY BLOCKX: «De deelnemers aan de pedagogi-sche zendingen die in 1993 werden gehouden,deden een aantal concrete aanbevelingen om dekwaliteit van de onderwijsprogramma’s te ver-hogen. Zo vinden ze dat de kandidaten goedmoeten worden voorbereid op het Franse ofEngelse onderwijssysteem, met name op de leer-plannen en de gebruikte handboeken. Daarnaastmoet de onderwijssamenwerking geleidelijk wordengeoriënteerd naar de lerarenopleiding in scholenvoor junior teachers, lagere normaalscholen, pe-dagogische lycea en de universitaire centra voorlerarenopleiding.» ■

Drie kwart van de uitgestuurdedeskundigen werken in het

onderwijs.

Page 32: Klasse voor Leraren 46

32 KLASSE NR.46

«Mee...mee...meester»,Stef krijgt het niet ge-zegd. «Spreek wat lang-zamer», zegt de mees-

Stef struikeltover zijnwoorden

ter. Maar dat maakthet alleen maar er-ger. De rest van deklas begint te lachen.Vandaag werken de truc-jes niet die Stef heeft uit-gevonden om zijn stot-teren te verbergen. Ende meester weet óók niet

S T O T T E R E Nhoe hij hem het best helpt.Hij bestraft de lachers.Maar dat maakt het al-leen maar erger voor Stef.Naar schatting 3 à 4␣ %van alle kinderen kam-pen in meer of minderemate met stottergedrag.Daar zijn drie keer meerjongens dan meisjes bij.Hoe ga je daarmee om inde klas?

Soms weet Stef wel degelijk het goede ant-woord maar wendt voor het niet te kennen uitangst om te spreken. Dat is vermijdingsgedrag.Zo heeft een stotteraar soms de neiging om dezinsvolgorde aan te passen aan zijn behoeften eneen makkelijk woord vooraan te plaatsen ook alsdat grammaticaal niet klopt. Stef begint zijn zinbijvoorbeeld steevast met ook. Deze trucjes die-nen om het starten van het spreken makkelijker temaken. De stotteraar tracht in bepaalde situatieshet aantal frustraties en sociale bestraffingen tebeperken door ze gewoon uit de weg te gaan. Hetmeest extreme gedrag is zwijgen.

Anderen zoeken een uitweg voor de spanningbij het spreken via een tic. Ze knipperen met deogen, klakken met de tong, trekken grimassen,stampen met de voeten of maken onwillekeurigebewegingen met de armen. Dat heet vechtgedrag.Het is een poging het stotteren tegen te gaan. Wiesystematisch wegkijkt of oogcontact vermijdt lijkthet vechten al te hebben opgegeven.

KortsluitingWe laten allemaal wel eens een steekje vallen

als we spreken: we maken onze zin niet af, weherhalen woorden of we vullen pauzes op meteuh’s en hmm’s. Dat is haperen. Niets aan dehand. Dat is een gewone onvloeiendheid, zoals dewetenschappers dat zeggen. Wanneer stotterenwe dan? De zogeheten normale onvloeiendhedenkomen voor tussen verschillende woorden. On-vloeiendheden die we stotteren noemen situerenzich binnen een woord. Typisch voor stotterenzijn gedeeltelijke woordherhalingen (herhalingvan een klank: f f fiets of van een lettergreep: fie fiefiets), klankverlengingen (fffiets) en blokkerin-gen. Plofklanken p t k bij een woordbegin zijnvaak struikelstenen. Deze verschijnselen vormende kern van het stotteren. Bovendien gaan dezestottermomenten meestal gepaard met een duide-lijk waarneembare toename van spierspanning inhals en aangezicht.

Bijna onvermijdelijk ontstaan naast de kern-stottergedragingen een aantal negatieve denkpro-cessen en emoties, inwendige stottergedragin-

Stotteren isgeen ziekte

maar eengedrag.

gen. Voorbeelden van negatieve denkprocessenzijn: «Het zal weer niet gaan vandaag», «Zekijken allemaal naar me», «Iedereen zal met melachen», «Ik kan niets»... Deze processen lokkengeleidelijk negatieve emoties uit, meer angst,meer spanning en via deze weg ook meer stotte-ren. Op den duur krijgt heel het gevoel vaneigenwaarde van de stotteraar het hard te verdu-ren.

Stotteren is geen ziekte maar een gedrag. Watzijn de oorzaken ervan? Erfelijke factoren zoudenmee in het spel zitten maar dit is nog geen officieelwetenschappelijk standpunt. Sommige onderzoekerszeggen categorisch dat de oorzaak niet bij deouders ligt. Andere stotteroorzaken brengen weonder bij uitlokkende factoren. Het taal- en spraak-vermogen van een kind ontwikkelt zich tegen eenbepaalde snelheid. Als het expressievermogen zichsneller ontwikkelt dan de spreekmogelijkhedenvan het kind, kan het een kortsluiting krijgen dieeventueel uitmondt in stotteren. Een andere be-langrijke uitlokkende factor is emotioneel gebon-den. Een kind dat vlug emotioneel vatbaar isstruikelt sneller over zijn woorden. Een laatstegroep oorzaken heeft te maken met een slechtetiming van de spraakorganen. Maar de ademha-ling staat niet rechtstreeks in verband met hetstotterprobleem zelf. Stotteren is evenmin hetgevolg van conflicten of emotionele trauma’s uitde vroege kinderjaren. Er is ook geen enkel ver-band tussen stotteren en intellectuele mogelijk-heden. Gemiddeld zijn stotteraars even intelligentals niet-stotteraars.

Page 33: Klasse voor Leraren 46

KLASSE NR.46 33

WondermiddeltjesUit recent onderzoek blijkt dat kinderen zich

op veel jongere leeftijd van hun stotteren bewustzijn dan men vroeger altijd dacht. Vaak hebben zeal voor hun derde levensjaar in de gaten dat ze«anders» spreken dan andere kinderen.

Volgens de huidige stand van zaken weet mendat stotteren en stamelen mogelijk al begint vanafde leeftijd van twee jaar: 50␣ % van de stotteraarsstottert voor ze vier jaar zijn, 75␣ % voor hun vijfdejaar en bijna 100␣ % voor hun negende jaar.

Vroeger dacht men dat het kind het stotterenwel zou ontgroeien. De behandeling bestond uittijd-brengt-raad. Wel paste en past men allerleimiddelen toe als intoneren, melodieus en zachterspreken om stotteren te vermijden. Men wil hier-mee de onvrijwillige herhaling uit de weg gaan.Maar hiervoor is een sterk concentratievermogen

nodig. Kinderen be-schikken daar echternog niet over. De voor-gestelde methoden zijndus voor hen onbruik-baar.

Kan men stotterenoverigens helemaalwegkrijgen? Dit ge-drag zou niet hele-maal te genezen zijn.Wondermiddeltjesbestaan niet. Wel kun-nen in individuelegevallen tijdelijke ver-beteringen bekomenworden.

Toch bestaan errevalidatiecentra voor

stotteraars. Therapeuten zijn van mening dat stot-terende kinderen zo snel mogelijk moeten wor-den opgevangen. Jonge stotteraars kweken name-lijk al snel verkeerde automatismen die de zaakalleen maar verergeren. Beter is het stotteren aante pakken in een eenvoudigere vorm zonder tewachten tot de tics, een ontregelde ademhaling ofeen psychosociale impact het gedrag van het kindbeïnvloeden. Een goede stottertherapie duurt minstenstwee à drie jaar. Hier horen onder andere relaxa-tie- en ademhalingsoefeningen bij. Ze dienen omhet kind lichaamsbewuster te maken zodat hetzich niet te gespannen voelt als het spreekt. Hetkind wordt weerbaarder gemaakt. Het leert dereacties van onbegrip inschatten en verwerken.Het is immers bekend dat kinderen soms ergwreed tegenover leeftijdgenoten zijn en zekertegenover stotteraars.

UitlachenNaast een mogelijke stottertherapie kan ook de

leerkracht een belangrijke bijdrage leveren omhet stottergedrag van een leerling op te vangen.Birgitte Hermans en Ludo Max, beide logopedist-stottertherapeut in het Universitair ZiekenhuisAntwerpen, geven enkele algemene regels mee.

Wat stotteraars beschrijven als het meest ver-velend aan hun stotteren is meestal niet het feit dater zich in hun spraak onvloeiendheden voor-doen maar wel de angst om te stotteren en omtelkens weer met negatieve reacties vanuit deomgeving geconfronteerd te worden. Deze reac-ties getuigen geenszins van slechte bedoelingen.

Integendeel. Maar niet alleen de stotteraar voeltzich hulpeloos. Ook de gesprekspartner weetvaak niet hoe zich te gedragen.

Stotteraars geven zelf raad mee: «Probeer ge-woon te doen. Gedraag u zoals u zich zou gedra-gen tegenover iemand die niet stottert.» Gewoondoen tegenover een stotteraar betekent niet dat umoet doen alsof er niets aan de hand is en alsof uhelemaal geen herhalingen, verlengingen of blok-keringen opmerkt.➀ Een allereerste tip is: durf er met hem over tespreken. Hoe openlijker u over stotteren durft tespreken, hoe groter de opluchting voor hem zalzijn.➁ Gedurende een normale conversatie behoudtu oogcontact met uw gesprekspartner. Doe ditook tijdens een gesprek met iemand die stottert.Verval echter ook niet in aanstaren.➂ In een gesprek wacht u normaal tot de anderuitgesproken is vooraleer u er met een eigenantwoord of tegenverhaal op reageert. Trachtdeze regel ook te hanteren in gesprekken met uwstotterende leerling.➃ U vult in een gesprek wel eens een woord aan.Veel stotteraars stellen dat echter niet op prijs enreageren nogal eens (in gedachten) met: «Ik kanhet alleen ook wel... als u me tenminste de tijdgeeft.» Andere stotteraars vinden het dan weerwel prettig als ze wat hulp krijgen. Maar waaromzou u hem niet zelf vragen wat hij verkiest?➄ Als u plots om een merkwaardige gedraging vaniemand moet lachen verontschuldigt u zich en uverklaart de reden van uw lachen. Dat kan u in eengesprek met iemand die stottert net zo doen.➅ Als u merkt dat de betreffende leerling onrus-tig of zenuwachtig is of u merkt dat hij zich extragaat inspannen, laat u het best even weten dat utijd hebt: «Ik weet dat je stottert, dat het eenbeetje moeilijk voor je is, maar ga gerust je gang,doe maar kalm aan, neem rustig de tijd...»Het heeft echter totaal geen nut opmerkingen te

• Ludo Max en Birgitte Hermans -Praktijk voor stottertherapie - Be-ringersteenweg 77 - 3550 Heusden-Zolder - + 011-42 60 55• Universitair Ziekenhuis Antwer-pen - Revalidatiecentrum voor Spraak-& Gehoorgestoorden - Wilrijkstraat10 - 2650 Edegem - + 03-829 11 11• Centrum voor Stottertherapie -Isabella Brantstraat 5 - 2018 Ant-werpen - + 03-216 03 90• Vereniging Ouders van Stotteren-de Kinderen vzw (OSK) - Engel-beekstraat 36 - 3290 Schaffen -Contactpersonen: Nicole Alaerts+ 013-33 71 81 - Erna Vander-veken + 052-37 00 87 - Paula Ver-heyden + 016-44 67 60• Videofilm «Ik stotter gewoon...» -huurprijs bij OSK 400␣ fr. - ver-koopprijs 1800␣ fr.• Stotteren voorkomen (1993) -William H. Perkins - Uitgeverij Kluwer- 148 blz. - 1318␣ fr.

maken als: «Adem eerst eens diepin», «Doe eens meer je best», «Tikmet je hand», «Probeer eerst na tedenken voor je spreekt» of «Praatlangzamer». Dat maakt het alleen maarerger.➆ Het is absoluut niet nodig degenedie stottert te sparen bij leesbeurten,mondelinge overhoringen, gedichtenvoordragen enz. Integendeel. Vaak wordt het alszeer frustrerend ervaren om tijdens dergelijkeactiviteiten als enige overgeslagen te worden.➇ Tracht tekenen van ongeduld bij uzelf tevermijden. Dergelijke tekenen zijn: adem inhou-den, gespannen wachten, onrustig en zenuw-achtig zijn...➈ Misschien zal het gebeuren dat andere kinde-ren uit de klas met het stotteren lachen, dat ze eropmerkingen over maken, of dat ze het al pla-gend imiteren. Uit gesprekken met volwassenstotteraars weten we dat ze het tijdens hun school-jaren vaak erg vervelend vonden te merken datdeze andere kinderen hiervoor door de leer-kracht, in aanwezigheid van alle klasgenoten,bestraft werden. Het lijkt ons dan ook aangewe-zen dit onderwerp op een open en niet-bestraf-fende manier in de klas te bespreken, of als hetom slechts één kind gaat, het probleem indivi-dueel te bespreken. ■

«Praat langzamer»,

maakt het alleen

maar erger.

Page 34: Klasse voor Leraren 46

34 KLASSE NR.46

Sinds vorig jaar kunnensommige personeelsledendie in het onderwijs enin PMS-centra ter beschik-king gesteld zijn wegensontstentenis van betrek-king weer aan de slagbuiten hetonderwijs. Zijkunnen opvrijwilligebasis tewerkgesteld wor-den in de gezondheids-en welzijnssector. Maarhet Departement Onder-wijs denkt in de toekomstook aan andere moge-lijkheden van outplace-

ment. Hoewel er een om-zendbrief over bestaat isde mogelijkheid tot out-placement amper bekend.

Buitenhet onderwijs

werken

der de voorwaarden van hun onderwijsopdracht.Ze behouden ook hun recht op een reaffecta-

tie of wedertewerkstelling in de onderwijssector.Het is dus mogelijk dat men opnieuw een lesop-dracht moet aanvaarden. Maar voor de perso-neelsleden die vrijwillig tewerkgesteld zijn bui-ten de onderwijssector worden de plichten be-perkt tot het aanvaarden van een reaffectatie ineen definitieve vacature in hetzelfde ambt bij deeigen inrichtende macht of bij de inrichtende

Wie op school volledig boventallig is, of vol-gens de ambtelijke taal ter beschikking is gesteldwegens ontstentenis van betrekking, ziet na ver-loop van tijd een deel van zijn salaris afvloeien.Tijdens de eerste twee jaar krijgt hij een wacht-wedde die gelijk is aan zijn laatste wedde. Vanafhet derde jaar daalt de wachtwedde jaarlijks. Ofhij zou gereaffecteerd moeten worden... Voorbepaalde richtingen is de kans op reaffectatieechter haast nihil. Hier verdwenen vakken uitsommige richtingen, enkele gespecialiseerde scholenmoesten hun deuren sluiten. De betrokken leer-krachten komen niet meteen in aanmerking omhun of een ander vak te onderwijzen. Toch is erook voor hen een mogelijkheid om weer aan deslag te geraken.

TevredenSinds het project outplacement in april 1993

startte, werden 75 personeelsleden uit het se-cundair en hoger onderwijs wedertewerkgesteldin de gezondheids- en welzijnsector. En ze zijntevreden. Het zijn geheel of gedeeltelijk terbe-schikkinggestelden wegens ontstentenis van be-trekking met de volgende bekwaamheidsbewij-zen: verpleging en paramedische functies, GLSOhuishoudkunde en GLSO snit en naad. De mees-te verpleegkundigen kwamen terecht in de ge-zondheidssector (ziekenhuizen of rust- en ver-zorgingstehuizen) of in de bejaardenzorg. DeGLSO huishoudkunde en de GLSO kleding wer-den veeleer tewerkgesteld in de welzijnssectorwaar ze een job kregen die verband houdt metergotherapie, opvoeding, opleiding en navor-ming van personeel enz. Hun vakantieregelingspraken zij af met de nieuwe werkgever.

WeddeOok wie tewerkgesteld is in het niet-organie-

ke ambt van administratieve hulp in het basison-derwijs kan via outplacement naar de gezond-heids- en welzijnssector overstappen.

Deze tewerkstelling wordt gelijkgesteld meteen wedertewerkstelling. Dit betekent dat de per-soneelsleden hun activiteitswedde uit het onder-wijs ontvangen. Het Departement Onderwijs be-taalt de wedde voort uit. De personeelsledenbehouden hun recht op bevordering tot eenhogere wedde, hun aanspraak op een selectie- ofbevorderingsambt en hun recht op pensioen on-

macht die de school overnam. Maar zoals ge-zegd, de kans blijft klein.

RuilpartnerVerpleegkundigen of personeelsleden met een

paramedische functie die wedertewerkgesteld zijnin een organiek ambt in het onderwijs (bijvoor-beeld in het ambt van studiemeester-opvoeder)kunnen uitstappen op voorwaarde dat ze ver-vangen worden door een ander ter beschikkinggesteld personeelslid of een ruilpartner. De per-soneelsleden moeten zelf op zoek gaan naar eeneventuele ruilpartner. Dat ligt niet zo simpel enhet kan lang duren. Wie op zoek is naar eenruilpartner, of bereid is om als boventallige teruilen, kan daarom een oproep plaatsen in KLASSE.

GroeienBinnen het project Outplacement wordt ge-

zocht naar zinvolle mogelijkheden om structu-reel boventallige leerkrachten in te schakelen inde diensten van de Vlaamse Gemeenschap. Zoliep er naast de overeenkomst met het Departe-ment Welzijn ook een overeenkomst met deVlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Be-roepsopleiding (VDAB). Dit is nu voorlopig ge-stopt. Op het ogenblik is er een overeenkomstmet Leefmilieu in voorbereiding.

Er blijft een duidelijke vraag naar uitstapmo-gelijkheden buiten het onderwijs, ook voor leer-krachten met andere diploma’s. Veel personeels-leden verkiezen immers buiten het onderwijs,maar in hun eigen discipline, te werken, i.p.v.binnen de school belast te worden met admini-stratieve of willekeurige pedagogische taken. HetDepartement wil in de mate van het mogelijkedit initiatief rond outplacement breder maken.Er kunnen bijvoorbeeld later overeenkomstengesloten worden tussen onderwijs en de sectorcultuur. Outplacement hoeft dus niet beperkt teblijven tot Gezondheid en Welzijn. Het initiatiefkan groeien. ■

• Meer details vindt u in de omzendbrief OND/I/2/NS/na van 10-2-1993.• Bijkomende inlichtingen worden u graag verstrektdoor Martine De Cuyper (secundair onderwijs) - ka-mer 4087 - RAC - Arcadengebouw - 1010 Brussel -+ 02-210 52 03 en Karel Van der planken (hogeronderwijs) - kamer 011 b - Koningsstraat 138 - 1000Brussel - + 02-211 43 58.

OUTPLACEMENT

Verder kijken dan het bekende.

Page 35: Klasse voor Leraren 46

(advertentie)

(advertentie)

Page 36: Klasse voor Leraren 46

Afgiftekan

toor 8500 Kortrijk 1

Min

isterie van d

e Vlaam

se Gem

eensch

apD

epartem

ent O

nd

erwijs - R

edactiesecretariaat K

LA

SSEK

onin

gsstraat 138 - 1000 Bru

ssel

TIJD

SCH

RIF

Tversch

ijnt m

aand

elijks (behalve in

juli en

augu

stus)

België – B

elgique

PB

8500 KO

RT

RIJK

1

4281

Prettige

vakantie !