Strijdkreet

40
Magazine van het Leger des Heils Jaargang 125 nr. 5 Mark Rutte: 125 jaar praktische hulp uit overtuiging“Kom pap, we gaan die mensen dekens brengen” “Ik moet er niet aan denken om te stoppen met werken!” Corrie Krommenhoek-Oerlemans (92) Marco Borsato “Tegenover mij hoeft het Leger zijn relevantie allang niet meer te bewijzen.” Andre Rouvoet Doen wat je gelooft! Jubileumspecial Silvano (5) logeerde de laatste drie jaar van zijn leven bij het Leger des Heils Column

description

Jubileum editie

Transcript of Strijdkreet

Page 1: Strijdkreet

Magazine van het Leger des HeilsJaargang 125 nr. 5

Mark Rutte:“125 jaar praktischehulp uit overtuiging”

“Kom pap, we gaan die mensen dekens brengen”“Ik moet er niet aan denken

om te stoppen met werken!”Corrie Krommenhoek-Oerlemans (92)

Marco Borsato“Tegenover mij hoeft hetLeger zijn relevantie allangniet meer te bewijzen.”

Andre RouvoetDoen wat je gelooft!

Jubileumspecial

Silvano (5) logeerde de laatste drie jaar van zijn leven bij het Leger des Heils

Column

Page 2: Strijdkreet

COLOFONMagazine van het Leger des HeilsStichter: William BoothInternationaal leider: generaal Linda BondLeider Nederland: commissioner Hans van Vliet

RedAcTie en TRAfficLeger des Heils afdeling corporate communicatie:Jurjen Sietsema, Nathan Sudmeier, Marko MellemaHannah Boute, Menno de Boer, kapitein Robert-Paul Fennema

GRAfiscHe VoRmGeVinGLeger des Heils afdeling corporate communicatie:Nathan Sudmeier

dRukSenefelder Misset BV, Doetinchem

ReAGeRen?Leger des Heilst.a.v. redactiePostbus 3006, 1300 EH, [email protected]

GEEF OOK!Wilt u ons helpen?Stort uw gift op bankrekening 70.70.70.171 of word donateur. Kijk daarvoor op onze website www.legerdesheils.nl onder het kopje: ik wil helpen.Of bel: 036 - 539 8 134

Op de COveR INHOUd

Heilssoldate Dieuwertje Mulders (25) wist al op jonge leeftijd dat zij zich thuis zou voelen bij het Leger des Heils. Ze herinnert zich nog goed dat ze tijdens een koude winter als klein meisje met haar vader over straat liep en zei: “Kom pap, we gaan die arme mensen wat warme dekens brengen.”

3468 1112 14 16 18 2022263032343638

Voorwoord Minister-president Mark Rutte

Carola straalt in ‘De Andere Finale’Wat doet het Leger des Heils allemaal?

Net heilssoldaat: Annemiek en NettyHet Leger: ook als werkgever

Interview: Sara KroosEen kerk met gebruikte kleding en een stamtafel

Corrie Krommenhoek is geboren voor de bühneSilvano logeerde zijn laatste drie jaar bij het Leger

Wie heeft er nog een uniform in z’n kast?125 jaar Leger des Heils in beeld

Ed van Thijn rekende op het LegerColumn: André Rouvoet

Prison Gate: hulp aan de gevangenispoortCornel Vader ziet een Leger dichtbij mensen

Norman Bearcroft over de muziek van het LegerHans van Vliet ziet een Leger met toekomst!

Page 3: Strijdkreet

vOORWOORdMark Rutte

125 jaar praktische hulp uit overtuigingMajoor Bosshardt zei ooit: ‘Je kunt wel zeggen: bidden bewaar ik voor later, maar je weet nooit hoe laat het wordt.’ Dat is een prachtige en wijze uitspraak die in alle eenvoud kenmerkend was voor deze onvergetelijke vrouw. Maar niet alleen voor haar. Want is die combinatie tussen een praktische benadering en een diepe religieuze overtuiging niet typerend voor het hele Leger des Heils? Volgens mij wel en precies daarom is de organisatie na 125 jaar nog springlevend. Het eerste dat opvalt in de geschiedenis van 125 jaar Leger des Heils in Nederland is de continuïteit. Opgericht om concrete hulp te bieden aan mensen die aan de zelfkant van de samenleving terecht waren gekomen, helpt het Leger tot op de dag van vandaag iedereen die in zijn eentje van de rand dreigt te vallen. De doe-mentaliteit is ook gebleven: de mensen van het Leger steken de handen uit de mouwen en kennen geen kantoortijden. Tegelijkertijd staat er na 125 jaar een moderne en professionele organisatie die steeds verandert en bij de tijd blijft. De soepbus voor dak- en thuislozen is en blijft een vertrouwde verschijning in de straten van onze grote steden. Maar met relatief nieuwe aandachtsvelden als schuldhulpverlening en arbeidsvoorziening laat het Leger des Heils zien een goed oog te hebben voor eigentijdse maatschappelijke problemen. Daarbij staat niet een deelprobleem, maar de hele mens centraal en dat maakt de aanpak van het Leger uniek en uitermate effectief. Alleen daarom al is het Leger des Heils voor veel andere hulporganisaties en voor de overheid een aantrekkelijke en betrouwbare samenwerkingspartner. Kennis, kunde en betrokkenheid vormen een onverslaanbare mix. 125 jaar praktische hulp uit overtuiging is daarom niet alleen een mijlpaal om dankbaar bij stil te staan, maar ook een verleden dat een belofte inhoudt voor de toekomst. Al 125 jaar maakt het Leger des Heils het verschil in het leven van heel veel mensen die wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken. ‘God dienen, is mensen dienen’, noemde Majoor Bosshardt dat. Het beste en mooiste dat ik het Leger des Heils bij dit jubileum kan toewensen, is dat u nog lang in die geest verder werkt.

Van harte gefeliciteerd en nog vele jaren!

Minister-president

Strijdkreet 3Jubileumspecial

Page 4: Strijdkreet

op 26 mei brengen Rkk en het Leger des Heils het alternatieve songfestival ‘de AndeRe finale’. de 18-jarige carola is één van de gewone mensen waar het in het tv-programma om draait. een jonge vrouw met talent én met een bijzonder levensverhaal. “ik heb mijn moeder haar leven gered.”

foto: Ruben Timman Tekst: Pjotr van Lenteren

De ANDERE FinaleZaterdag 26 mei 2012Ned. 2 19:00 uur

Strijdkreet4 Jubileumspecial

Page 5: Strijdkreet

“Ik was was negen jaar en we zaten op de bank ‘Te land, ter zee en in de lucht’ te kijken. Dat deden we elke week. Mijn moeder voelde zich niet lekker en vroeg

mijn grote broer om de vaatwasser uit te ruimen. Iets later wilde ze een emmer. Het overgeven hield niet op. Ik heb 112 gebeld. Mijn broer dacht dat het een griepje was. Maar ze had een acute complicatie door galstenen. Ik heb haar leven gered. Mijn moeder kwam na de operatie niet bij bewustzijn. Ze hadden haar lever geraakt. Ze ging het volgens de dokter alsnog niet halen. We trokken in bij een van haar zussen, die anderhalf jaar voor ons heeft gezorgd. Dat was een moeilijke tijd, we zaten in een boerderij in Veelerveen, een boerendorpje, ver van onze vrienden. Onze tante had nooit kinderen gewild, en zocht naar een pleeggezin voor ons. Na anderhalf jaar kwam mijn moeder totaal onverwacht uit coma. Ze kon niets zeggen, maar we waren zo blij: we zagen dat ze ons herkende. Het eerste wat ze een paar weken later schreef was: ‘Ik heb ruzie met een zuster gehad.’ En toen ze ging praten wisten we meteen: ze is veranderd.”

“Ze heeft nu de hersens van een klein kind. Vreselijk eigenwijs is ze en ze vergeet veel. Toch ben ik weer bij haar gaan wonen, in het appartement dat ze kreeg bij de 24-uurszorg. Dat ging een tijd best goed. Ik zorgde voor haar. En ik had tenminste weer een moeder, die met me meeleefde. Als het uitging met een vriendje zei ze: ‘Er zijn meer jongens in de wereld’. Zoals moeders horen te zeggen. Ze is gehandicapt, maar ze doet moeite voor me. Jammer genoeg heeft ze een man ontmoet die ook verstandelijk gehandicapt is. Na onze eerste ruzie zei hij: ‘Ik zorg dat je in een pleeggezin komt.’ Ik heb zelf Jeugdzorg gebeld. Anders was ik weggelopen,

mijn tas stond al klaar. Een paar maanden later zat ik in Veendam in het jeugdhuis van het Leger des Heils.”

Inmiddels woont Carola op zichzelf waarbij zij wordt begeleid door het Leger des Heils. “Ik ben een positief meisje, ik ga door en hou vol. Misschien komt dat doordat ik zulke slechte voorbeelden heb gehad. Mijn vader was alcoholist en liep bij ons weg; mijn broer raakte door alle ellende aan de drugs. Ik heb een enorme hekel gekregen aan mensen die onder invloed zijn, de controle kwijtraken. Mijn moeder was een zorgzame moeder, lief, vrolijk, we mochten veel. Daar ben ik haar dankbaar voor en dat zal altijd zo blijven. We spreken elkaar elke dag. We shoppen samen, gaan naar de bioscoop en naar het zwembad. Er is tussen ons niets kapot gegaan. Hoogstens zeg ik wel eens: nu even een maandje niet. Ook mijn broer spreek ik gelukkig nog dagelijks, meestal via msn. Van de tijd voor haar ziekte herinner ik me weinig. Ik heb toen ik verhuisde ook niets bewaard. Ik was een doodgewoon meisje, dat liedjes zong en op straat speelde. Daaraan denken is te pijnlijk voor mij. Geluk is gewoon thuis zijn in een normaal gezin. Dat is ook het enige waar ik van droom, voor als ik hier weg ben. Een goede secretaresse worden, trouwen, en ’s avonds lekker op de bank voor de tv.”

De Andere FinaleCarola is één van de zes ‘gewone’ mensen waar het tv-programma ‘De ANDERE Finale’ om draait. Leo Fijen, hoofd RKK: “We laten met dit programma zien dat je geloof kunt doen. Mensen helpen, handen uit de mouwen steken.” Het Leger des Heils is er voor gewone mensen die soms een steun in de rug nodig hebben. Die mensen laten we stralen op 26 mei!

Strijdkreet 5Jubileumspecial

Page 6: Strijdkreet

zorg en welzijn1

Het Leger des Heils helpt ieder jaar duizenden mensen met vrijwilligerswerk, professionele zorg en persoonlijke begeleiding. Met het brede zorgaanbod kan het Leger bijna iedereen helpen.

Bij BosshardtBuurthuizen waar ontmoeting, activiteiten en een luisterend oor centraal staan.

HospicesEen liefdevolle plaats voor ernstig zieke mensen in de laatste periode van hun leven.

Arbeidsre-integratieHulp bij het opdoen van werkervaring en ritme. Onder begeleiding van proffessionals werken in onze 50|50 Stores, pastafabriek, catering, techniek, hotel.

Raad en daadbalieMoeite met invullen van een formulier? Of een andere praktische vraag? Kom langs bij de Raad en Daadbalie waar vrijwilligers hulp kunnen bieden.

VerslavingszorgHulp bij het afkomen van een verslaving. In ons ontwenningscentrum krijgen mensen intensieve begeleiding en leren ze te leven zonder drank en drugs en zoeken ze naar een nieuwe invulling van hun leven.

Maatschappelijke opvangEen bed, een bord eten. Daar begint het mee, daarna helpen we met meer zelfstandigheid, schuldhulpverlening, woon- werksituatie of verslavingszorg.

Preventie en maatschappelijk herstelHet Leger heeft verschillende projecten voor mensen die (bijna) niet meer zelfstandig kunnen leven. Dat kan intern zijn maar soms ook met een grote schoonmaak, of een vakantie voor mensen die er anders nooit uit kunnen. Onze soepbus brengt soep en brood bij mensen. Zo leren we bovendien (nieuwe) dak- en thuislozen kennen.

Het Leger des

Heils bestaat 125 jaar in Nederland. Met ruim 5.500

werknemers en 5.000 vrijwilligers is het Leger niet meer weg te denken uit de Nederlandse maatschappij.

Maar... wat doet het Leger des Heils eigenlijk

iedere dag?

ReclasseringStraf in de gevangenis uitgezeten? Het Leger helpt mensen bij hun terugkeer in de

samenleving.

Schuldbemiddelingsteeds meer mensen

hebben hulp nodig bij hun schulden.

soms zijn deze zo groot dat ze onoplosbaar lijken en een grote invloed hebben op het dagelijks leven. Het Leger des Heils helpt

mensen om overzicht te krijgen

en legt contact met instanties voor

schuldsanering.

Waarom leef ik? Bestaat God? Het zijn vragen die iedereen kent. Het Leger des Heils zoekt mee naar zingeving en antwoorden op levensvragen. We wijzen mensen op het bestaan van Jezus en op wat Hij voor hun leven kan betekenen.

SamenkomstenHet Leger des Heils heeft in Nederland op zeventig plaatsen kerken. Elke zondag komen we bij elkaar om ons geloof te beleven en te vieren. We maken muziek, zingen, lezen uit de Bijbel en denken met elkaar na over hoe we zin geven aan ons leven, en aan dat van anderen.

zingeving 2

Strijdkreet6 Jubileumspecial

Page 7: Strijdkreet

Alpha-cursusWat is geloven? Hoe lees ik de Bijbel? Vragen die beantwoord worden in een cursus voor iedereen die meer wil weten over het geloof, de Bijbel en de kerk.

InloopochtendenVeel kerkgebouwen van het Leger zijn toegangkelijk voor een praatje, een kop koffie en soms een gezellige maaltijd met elkaar.

Muziek en zangMuziek en zang zijn bij het Leger herkenbare geloofsuitingen. En muziek maken doe je samen. In veel plaatsen waar het Leger is zijn koren en muziekgroepen.

BijbelstudieVoor wie dieper wil graven en meer wil leren over wat er precies in de Bijbel staat.

Pastorale zorgHet Leger des Heils helpt mensen bij ingrijpende gebeurtenissen in hun leven. Een goed gesprek kan helpen om zaken een plek te geven.

Ieder jaar gooit een Nederlander gemiddeld veertien kilo kleding in de vuilnisbak. Zonde. Want die kleding kunnen we nog prima gebruiken. Daarom zamelt het Leger des Heils al meer dan honderd jaar gebruikte kleding en textiel in.

De kleding verkopen we aan sorteerbedrijven. Of we verkopen het zelf tegen sociale prijzen in onze kledingwinkels. Het geld gebruiken we om projecten te ondersteunen. We houden ook een deel van de kleding apart om uit te delen bij rampen en in noodsituaties.

Al meer dan honderd jaar werkt het Leger des Heils in het buitenland. We dragen bij aan de verbetering van leefomstandigheden ongeacht achtergrond of geloof.

Ons werk draagt bij aan de millenniumdoelstellingen op het gebied van gezondheidszorg, hiv/aids, onderwijs en training, opvang, landbouw, microkredieten, water en milieu, rampenbestrijding en wederopbouw. En doordat het Leger des Heils in zoveel landen aanwezig is, zijn we bij rampen snel ter plaatse.

Onze medewerkers, vrijwilligers en heilssoldaten leven en werken temidden van de lokale bewoners. Zij kennen de tradities, gevaren en mogelijkheden van hun omgeving als geen ander.

We maken zo veel mogelijk gebruik van de vaardigheden en middelen die in het land zelf aanwezig zijn. Het Leger ondersteunt met kennis en ervaring, training en organisatie. En, als het nodig is, met geld of goederen.

hergebruik 3

ontwikkelingssamenwerking4

Strijdkreet 7Jubileumspecial

Page 8: Strijdkreet

Annemiek en Metty zijn al jaren buurvrouwen. Ze wonen twee huizen van elkaar verwijderd in dezelfde straat in Emmeloord. Toch leerden ze elkaar pas kennen toen ze beide, afzonderlijk

van elkaar, een geloofsontmoeting (kerkdienst met een laagdrempelig en informeel karakter, red.) bezochten die het Leger in een buurthuis honderd meter verderop hield. Op Metty’s deurpost prijkt een sticker met het schild van het Leger des Heils. “Mensen mogen weten dat ze hier terecht kunnen als ze ons nodig hebben.”

En mensen hebben het Leger nodig, blijkt ook in Emmeloord. Metty: “Veel mensen weten ons te vinden. Vaak zijn het verrassend eenvoudige dingen waarmee we ze kunnen helpen. We komen veel eenzaamheid tegen en mensen zijn soms al blij als je even tijd voor ze neemt zodat ze hun verhaal kwijt kunnen. Zo kreeg ik te maken met een mevrouw met een psychische stoornis. Ze was aan het eind van haar Latijn en wilde er ook echt een eind aan maken. Nu bezoekt ze onze geloofsontmoetingen. We krijgen ook veel hulpaanvragen van verslaafde mensen. Met het netwerk dat het Leger heeft, kunnen we die, als we het zelf niet kunnen oplossen, doorverwijzen naar onze professionele hulpverlening.” Metty weet uit ervaring welke problemen een verslaving met zich meebrengt. Ze was getrouwd met iemand die aan heroïne en cocaïne verslaafd was.

“Hij is overleden, maar heeft wel een grote Metty

Via de krant het Leger in...

Het Leger des Heils pioniert in de polder. Almere herbergt het Nationaal Hoofdkwartier, een korps (kerkelijke gemeente) en hulpverlening en ook in Lelystad zijn een korps en hulpverleningsinstanties te vinden. Het gebied noordelijk van de Ketelbrug was voor het Leger des Heils, tot twee en een half jaar geleden, onontgonnen terrein. Dat veranderde toen de voorganger van het Leger in Kampen, luitenant Aalt Fikse, een advertentie in de plaatselijke krant liet plaatsen. De kop: “Heeft u het gehad met de kerk?” Een vraag direct op de man en vrouw af. De boodschap sprak Annemiek Posthumus (39) en Metty van Otterloo (40) meteen aan. Ze zeiden ‘ja’, werden heilssoldaat en zijn actief in de ‘buitenpost’ Emmeloord.Foto: Nathan Sudmeier Tekst: Jurjen Sietsema

Strijdkreet8 Jubileumspecial

Page 9: Strijdkreet

invloed op mijn leven, mijn psychische gezondheid en mijn persoonlijke ontwikkeling gehad. Met deze achtergrond begrijp ik welke dingen verslaafde mensen tegenkomen. Ik kan me goed in hun situatie inleven en waar mogelijk proberen te ondersteunen of door te verwijzen.”

Annemiek houdt zich ook bezig met praktische hulp aan mensen die van weinig moeten rondkomen. “Ik doe bijvoorbeeld een keer in de twee weken boodschappen voor iemand die het moeilijk heeft.” Het werk dat Annemiek en Metty doen, is vrijwilligerswerk. Volgens Annemiek werk dat in de knel komt doordat mensen min of meer gedwongen worden om meer te gaan werken. Alleen zo kunnen ze het hoofd in deze economisch zware tijden boven water houden. “Daardoor blijft er minder tijd over om dit belangrijke werk te doen.”

Heilssoldaat worden is een bewuste keuze. Metty: “Voor mij voelt het Leger als mijn aardse bestemming. Ik was vroeger lid van een evangelische gemeente op Urk, maar door wat ik heb meegemaakt, was ik God uit het oog verloren. Nu weet ik dat Hij mij niet uit het oog is verloren en misschien was alles wat ik heb meegemaakt wel nodig om te kunnen doen wat ik nu doe. Die advertentie raakte mij daarom ook meteen. De vraag was meteen raak. Ik heb contact opgenomen en Aalt Fikse hier thuis uitgenodigd. Het was een goed gesprek in een hele ongedwongen sfeer. Ik vroeg: ’Wie is jullie voorganger?’ Ik kom oorspronkelijk van Urk en daar was de voorganger, de dominee, een man aan wie je dat meteen merkte. Statig, wat streng. Aalt zei: ’Dat ben ik‘. Toen was het voor mij duidelijk. Hier wil ik bij horen.”

Annemiek groeide op in de Hervormde Kerk. “Ik heb in mijn leven een aantal verkeerde keuzes gemaakt, zoals een verkeerde opleiding. Ik was niet tevreden met mijn leven en voelde ook weinig meer bij wat er in de kerk gebeurde. Ik heb er een tijdlang afstand van genomen. Jaren later bezocht ik een Alphacursus. Het geloof, de Bijbel werd daar zo helder en inzichtelijk uitgelegd dat ik durf te zeggen dat ik daar het licht heb gezien. Vanaf die tijd ben ik gaan zoeken naar God’s plan met mijn leven. Ik ben ervan overtuigd dat Hij mij de weg naar het Leger des Heils heeft gewezen en mij mijn talenten heeft laten ontdekken. De keuze om heilssoldaat te worden, is voor mij in de eerste plaats een toewijding aan God.”

Als het aan Annemiek en Metty ligt, groeit het Leger des Heils in Emmeloord de komende jaren flink. Metty: “We hebben nu vijf heilssoldaten. Eén daarvan is mijn oudste zoon. Een kind van mijn eerste man.” Annemiek: “Er is meer dan voldoende werk voor ons als Leger des Heils hier in Emmeloord. Daarvoor zijn handen en harten nodig die ook hier de liefde van God laten zien. De liefde van waaruit wij geloven en werken.” Annemiek

Heilssoldaat worden is een bewuste keuze. Voor mij voelt het Leger als mijn aardse bestemming”

Strijdkreet 9Jubileumspecial

Page 10: Strijdkreet

Er straalt een rust van het Leger uit die kennelijk ontstaat door de zekerheid dat - wat er ook gebeurt - ze een ander, vaster baken hebbendan de meeste mensen.Mies Bouwman

Strijdkreet10 Jubileumspecial

Page 11: Strijdkreet

Het Leger des Heils:meer dan een werkgever!

“Bij het Leger des Heils werk ik eerst voor mensen, dan voor cijfers”egbert oostrahoofd inkoop en Aanbesteding

“Ik geloof met mijn handen. ‘Heart to God,

“Dit werk voelt als mijn roeping. Als ik een dakloze spreek, denk ik vaak: die persoon verschilt niet zoveel van mij.”

ferdinand van de Velde, manager instroomhuis (dagopvang verslaafde daklozen)

hands to people’, dat motto spreekt mij heel erg aan. Omzien naar elkaar vind ik ontzettend belangrijk.” sarien Horinga, teamleider Bij Bosshardt

Veel mensen weten het niet, maar naast de 5.000 vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten voor het Leger des Heils, zijn er ook 5.500 professionals betaald aan het werk voor mensen zonder helper. Juist omdat het Leger des Heils zijn cliënten de beste zorg wil geven, hebben we professionals met een hart voor de ander nodig.Foto’s: Maarten Feenstra & Ruben Timman Tekst: Menno de Boer

Werken in de zorg is natuurlijk al een uitdaging, maar werken met onze cliënten gaat vaak nog een stapje verder. De mensen die bij ons aankloppen, kunnen vaak nergens meer terecht. Om deze mensen goed te kunnen helpen, geven we de ruimte en vrijheid om naar eigen deskundig inzicht de zorg te verlenen die de cliënt nodig heeft. Onze professionals hebben daarbij de keuze uit een scala aan programma’s en producten die speciaal voor onze doelgroep zijn ontwikkeld.

Je eigen talenten gebruiken!Bovendien bieden we onze medewerkers de ruimte om persoonlijke passies, ook op het werk te gebruiken. Denk eens aan zang of dans, maar ook aan sporten of meer artistieke activiteiten. Onze visie is: als je jouw talenten in kunt zetten op je werk, dan geeft dat elke dag weer energie. En op die manier komen ook onze cliënten tot ontplooiing.

Verrassend, divers en zinvolWe zijn actief op vele gebieden. Daarom hebben wij een divers aanbod aan functies en mooie ontwikkelmogelijkheden binnen de organisatie. In de professionele zorg variëren onze activiteiten van maatschappelijke opvang, ouderen-, jeugd- en gezondheidszorg tot geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg, preventie en maatschappelijk herstel en reclassering. Andere activiteiten zijn: evangelisatie, kerkelijke sociale hulpverlening en pastorale zorg (vanuit de kerkelijke gemeenten van het Leger des Heils), kledinginzameling, internationale ontwikkelingssamenwerking en natuurlijk de ondersteunende diensten als communicatie en facilitaire dienst. Omdat ons werk altijd in het teken staat van ‘zorg voor de ander’, is iedere bijdrage zinvol. Zo oefenen we niet alleen ons vak uit, maar zijn we er, vanuit het Evangelie, ook voor de ander.

Strijdbaar en gedrevenBij het Leger komt de daad vaak voor het woord. We ondernemen actie zonder onnodig oponthoud van te veel overleg. We willen nu eenmaal strijden. Strijden tegen alles wat het leven van mensen kapot maakt: armoede, onrecht, uitsluiting en zinloosheid. Het Leger des Heils wil er zijn voor kwetsbare mensen. In het ‘er zijn’ voor kwetsbare mensen speelt bij ons de identiteit van de organisatie en het persoonlijk geloof van de medewerkers een belangrijke rol. We vragen dan ook van iedere medewerker om de doelstelling van het Leger des Heils te onderschrijven.

Word jij onze nieuwe collega? Wij zijn altijd op zoek naar enthousiaste collega’s. Van verpleegkundigen en specialisten in de zorg tot professionals op het gebied van communicatie en finance. Ben je geïnteresseerd en herken je jezelf in bovenstaande uitgangspunten? Kijk dan eens naar de actuele vacatures op onze website: werkenbijhetlegerdesheils.nl.

Strijdkreet 11Jubileumspecial

Page 12: Strijdkreet

“De sombere en zoekende Sara is er niet meer” “De sombere en zoekende Sara is er niet meer”

Strijdkreet12 Jubileumspecial

Page 13: Strijdkreet

Sara Kroos is na een aantal programma’s weer terug waar ze het liefste staat: op het randje. “Mijn vorige programma ‘Boheems’ was wat grover en wat rauwer, zeg maar over de rand. ‘Voor de leeuwen’ is veel meer gericht op de lach. Op mensen een leuke avond bezorgen.” De pers was laaiend enthousiast over ‘Voor de leeuwen’. NRC noemt haar zesde programma, haar beste. Foto: Rogier Veldman Tekst: Jurjen Sietsema

“Het is in elk geval een programma met een wat lichtere toets dan de voorgaande. Hoe dat komt? Ik merk dat ik zelf

wat ouder wordt en groei in mijn leven en in mijn werk. Dat hele rauwe gaat er vanaf. Ik ben gelukkig getrouwd en heb een dochter van negen. Dat is wel wat anders dan toen ik op mijn achttiende serieus begon met programma’s maken. De thema’s die een achttienjarige boeien, zijn zo anders dan de thema’s die iemand van begin dertig bezighouden. Bovendien had ik een heftige jeugd achter de rug en ik had een hoop te verwerken. Die sombere en zoekende Sara is er niet meer. Het is allemaal lichter geworden. Ik heb het allemaal achter me kunnen laten en dat heeft natuurlijk invloed op mijn programma’s. Ik ben vrolijk en heb zin in het leven. Dat spat er vanaf.”

Naar mensen kijken en analyseren hoe ze met elkaar omgaan, is de basis voor Sara’s werk. “In dit programma kijk ik naar hoe onhandig wij vaak met andere mensen omgaan. Dat doe ik bijvoorbeeld door mijn eigen sociale onhandigheid op de hak te nemen. Mensen gooien elkaar voor de leeuwen. De titel van dit programma is gebaseerd op het bijbelverhaal van Daniël in de leeuwenkuil. Het verhaal komt in een moderne versie terug in de voorstelling. Herman Finkers heeft de inleiding op het verhaal ingesproken. En in plaats van Daniël die door toedoen van zijn collega’s in de leeuwenkuil wordt gegooid, speelt het verhaal zich af in een toilet waarin iemand door zijn collega’s opgesloten wordt.” Sociale onhandigheid, verharding, egoïsme en onverschilligheid. Het zijn allemaal dingen die Sara anno 2012 om zich heen ziet. “Maar ik zie ook een tweede kant, een

andere stroming van mensen die zorg voor elkaar hebben, die op een goede manier op elkaar letten. Een mooi voorbeeld vind ik de gemeenschapszin die je op de sociale media hebt. Zelf zit ik op Twitter en zie ik berichten over vermiste kinderen voorbijkomen die mensen retweeten (doorsturen zodat anderen het ook kunnen lezen, red.) en die ik zelf natuurlijk ook retweet. Het is toch prachtig dat een kind daardoor eerder terecht is? Of als ik via de sociale media vraag om oude instrumenten voor een goed doel dat je dan zomaar gitaren, keyboards en noem maar op ook daadwerkelijk krijgt aangeboden. Mensen zijn de verharding beu en denken ‘we moeten het in deze crisistijd wel samen doen’.” Niet dat Sara in het theaterbezoek iets van een crisis merkt. “Mensen gaan denk ik juist in deze tijd graag naar een theater om een leuke avond te hebben. Eerder dan dat ze een dure vakantie boeken. Ik speel in elk geval veel voor uitverkochte zalen.”

Gemeenschapszin, je bekommeren om de ander. Dat zijn voor Sara waarden die ze ook in haar eigen leven hoog houdt. Zelf is ze al enkele jaren actief als ambassadrice van de jaarlijkse week van de Jeugdzorg en zet ze zich in voor andere goede doelen. “Als ik, op welke manier dan ook, mee kan werken aan het draaglijker maken van levens van mensen die het moeilijk hebben, dan vind ik dat een verantwoordelijkheid. Daarbij kijk ik ook naar jullie als Leger des Heils. Iedereen kan bij jullie terecht. Ook iemand die niet gelovig is. Jullie dringen je geloof in die zin niet op maar laten zien wat geloven voor jullie is; je bekommeren om een ander en om wie hij of zij is. Dat zou iedereen moeten doen. We zouden elkaar eens wat minder voor de leeuwen moeten gooien.”

SaraKroos

Ik ben vrolijk en heb zin in het leven”

Strijdkreet 13Jubileumspecial

Page 14: Strijdkreet

Een kerk metgebruikte kledingen een stamtafel Ooit preekte predikant en socialistenvoorman Ferdinand Domela Nieuwenhuis er. Nu kun je er voor een zacht prijsje gebruikte kleding kopen; de Booth Boutique in Harlingen. Ooit Lutherse Kerk, nu kledingwinkel en pleisterplaats voor iedereen die dat maar wil.Foto: Nathan Sudmeier Tekst: Jurjen Sietsema

Janny Rotteveel coördineert de dagelijkse gang van zaken. Zij en haar dertien vrijwilligers werken in een continurooster. “We zijn vijf

dagen per week open.” De kleding komt binnen via het inzamelpunt bij het korpsgebouw een paar honderd meter verderop of in de winkel zelf. “De kleding moet schoon, heel en vooral niet in de mode zijn. De kleur of opdruk maakt niet uit. Er komen hier mensen uit verschillende culturen hun kleding kopen. Surinaamse vrouwen willen bijvoorbeeld felle kleuren, Nederlandse vrouwen iets minder uitbundige. Iedereen vindt hier wel iets van zijn of haar gading. En dat voor prijzen vanaf € 2,50. Een kostuum heb je hier al voor € 10,00.” Janny besteedt veel aandacht aan de uitstraling van ‘haar’ zaak. Elke week richt ze nieuwe etalages in en ook de binnenkant ziet er piekfijn uit. Achter in de winkel staat

de koffietafel. De belangrijkste plek van de Booth Boutique. “Ik zeg wel eens: de winkel is gebouwd rondom de koffietafel.” Hier komen mensen dagelijks een kop koffie drinken. Even weg van huis, even onder de mensen. “Eenzaamheid is een groot probleem. De mensen die hier komen, zijn hier voor de gezelligheid. Onze koffietafel is hun ‘stamtafel’, maar dan met een kop koffie.” Sterke taal duldt Janny niet. “Dan moet je maar naar een andere winkel, zeg ik dan. Je bent hier bij het Leger des Heils.” Of de mensen weten waar het bij het Leger om draait? “Absoluut, en soms gaat het hier gewoon ook over het geloof. Dat kan hier, tussen alle gesprekken over de dagelijkse beslommeringen door.”

En wie er komen? “Iedereen. Van jong tot oud en van arm tot rijk. Voor mij is iedereen gelijk en even hartelijk welkom. Wij zijn er echt voor iedereen. Dat wilde William Booth, dat wilde Domela Nieuwenhuis en dat willen mijn vrijwilligers en ik ook. Daarbij moet ik altijd denken aan het liefdesgebod uit de Bijbel. ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht, en heb uw naaste lief als uzelf.’ Hier ben je welkom, wie je ook bent.”

Voor mij is iedereen gelijk en van harte welkom”

Strijdkreet14 Jubileumspecial

Page 15: Strijdkreet

Strijdkreet 15Jubileumspecial

Page 16: Strijdkreet

Foto: Nathan Sudmeier Tekst: Jurjen Sietsema

De 92-jarige brigadier Corrie Krommenhoek-Oerlemans is een bijzondere officier in het Leger des Heils. Ze schrijft, vertaalt en dicht liederen. Maar het gaat haar maar om één ding: “Ik wil graag het Evangelie brengen.”

echtpaar goed contact met Frits Philips, in die tijd de bestuursvoorzitter van het elektronicaconcern. “Hij droeg het Leger des Heils een warm hart toe en was bovendien een groot muziekliefhebber. Hij heeft het Leger vaak op diverse manieren een helpende hand toegestoken. Bijvoorbeeld door instrumenten te schenken aan ons muziekkorps.”

LiederenDe meeste bekendheid verwierf Corrie als lieddichter. Ze vertaalde en dichtte, vaak ook in samenwerking met haar zoon Dick (componist en leider van het Leger des Heils in Finland, red.), rond de 300 liederen. Een deel daarvan is opgenomen in de liederenbundel van het Leger des Heils.

“Liederen waren nodig”Schrijven of dichten doet ze niet meer. Die tijd is voorbij. “Ik deed het ook niet omdat ik van mezelf vond dat ik nu zo fantastisch kon schrijven. Ik deed het omdat er liederen nodig waren. Wat er was, was oud. Daarom moesten er nieuwe liederen komen in een taal die paste bij die tijd. Toen ze het mij vroegen, heb ik het maar gewoon gedaan.”

Veranderd “Ik wilde tenslotte het evangelie brengen. De boodschap van Jezus Christus laten horen. Muziek is daarvoor een prachtig middel, net als de andere activiteiten van het Leger des Heils. Maar uiteindelijk is het alleen de boodschap die telt. Het verhaal van Jezus Christus, zijn liefde voor de mensen in deze wereld en zijn dood aan het kruis waardoor de weg naar God weer werd vrijgemaakt. Ik ben veranderd door die boodschap. Ze heeft mijn leven vorm gegeven. Anders was ik misschien inderdaad op de bühne terechtgekomen of was ik boeken gaan schrijven. Wie zal het zeggen? Maar mijn leven is anders gelopen en ik heb gezien hoe vele anderen zijn veranderd doordat Gods liefde zichtbaar werd in hun levens. Als je dat ziet, dan wil je maar één ding. Dat iedereen dat Evangelie hoort. Dat was en is nog steeds mijn enige doel.”

A ls het Leger des Heils in Nederland al een ‘Grande Dame’ zou hebben, dan was het zeker brigadier Corrie Krommenhoek-Oerlemans. Welbespraakt, goed articulerend en met de

uitstraling van een artieste in de klassieke zin van het woord. Maar zonder een spoortje divagedrag. Ondanks haar inmiddels wat breekbare voorkomen, straalt ze één en al persoonlijkheid uit. Ze is zich daar verrassend goed bewust van: “Ik ben voor de bühne geboren,” zegt ze. “Daar ben ik uiteindelijk niet terechtgekomen, maar ik heb er een andere bühne voor in de plaats gekregen toen ik God leerde kennen. Het platform in de korpszaal.”

HBSAls jong meisje had Corrie Oerlemans al een duidelijk idee van wat ze wilde. Na de lagere school ging ze naar de HBS. Voor meisjes in die tijd niet zo vanzelfsprekend. “De maatschappelijk meest gewenste positie van een meisje was ‘achter het aanrecht’. Daar had je geen HBS voor nodig.”

Elkaar vasthoudenHet Leger des Heils uit haar jeugd herinnert ze zich nog goed. “Daar gebeurde altijd wat. De korpsen waren groot en de mensen gemotiveerd. Op het fanatieke af.” Via de padvinderij van het Leger vond ze haar weg in het korps en besloot ze op 16-jarige leeftijd heilssoldaat te worden. Jeugdwerk en padvinderij bleken een levenslange passie. Ook vandaag de dag nog bezoekt ze oud-padvinders. Een netwerk dat ze zelf opzette en in leven houdt, al is het zo zachtjes aan toch aan het uitdunnen. “Juist daarom moet je elkaar vasthouden. We delen lief en leed met elkaar.”

Frits PhilipsOndanks de zekerheid van een goede baan en een vast salaris, koos Corrie Krommenhoek voor het onzekere bestaan van heilsofficier (voorganger). Ze voelde zich geroepen om de boodschap die haar zelf had gegrepen aan anderen door te geven. Samen met haar man Theo leidde ze korpsen in het hele land. Van Groningen tot Eindhoven. In laatstgenoemde plaats kreeg het

Ik ben geborenvoor de bühne

“”

Strijdkreet16 Jubileumspecial

Page 17: Strijdkreet

“Ik moet er niet aan denken om te stoppen met werken!”

Strijdkreet 17Jubileumspecial

Page 18: Strijdkreet

Nog geen vijf jaar was Silvano Drijver toen hij in februari 2010 overleed. “We wisten dat hij niet oud zou worden,” zegt moeder Manoli Neira Rubio. “Bij de bevalling bleek de bovenste helft van zijn gezicht niet volgroeid. Hij is vanuit het kraambed daarom hals over kop naar het ziekenhuis gebracht. We waren verrast. Op de echo’s die tijdens de zwangerschap zijn gemaakt, was namelijk niets te zien.”Foto’s: Nathan Sudmeier Tekst: Jurjen Sietsema

D e bevalling bleek het begin van een leven met zorg. Neurologische problemen, de Mexicaanse griep en andere complicaties zorgden ervoor dat Silvano’s jonge leven zich

grotendeels in het ziekenhuis afspeelde. De rest van de tijd verzorgden zijn ouders hem thuis, in Beverwijk. Volgens vader Marco Drijver een loodzware periode maar tegelijkertijd een geschenk. “Silvano was ondanks alles het zonnetje in huis. Lachen was zijn manier om contact te maken. Hij was echt een enorme lolbroek.” Manoli herinnert zich de keer dat ze met Silvano bij de kapper was. “Hij had geen ogen van zichzelf maar protheses. Die kon hij er met één beweging uitwippen. Je had die kapster moeten zien kijken. Silvano gierde het uit van het lachen.”

De zorg thuis trok op een gegeven moment een te zware wissel op het gezin. Ook het leven van Silvano’s

oudere broer dreigde erdoor in de knel te komen. Een vakantie of een dagje weg kon zomaar ineens in het water vallen omdat Silvano plotseling weer naar het ziekenhuis moest. Daarom gingen Manoli en Marco op zoek naar een plek waar Silvano permanent verpleegd kon worden. “Het ziekenhuis kwam met de naam van kinderhospice ‘Het Lindenhofje’ in Amsterdam. Een huis van het Leger des Heils. Dat kenden we alleen van de kerstpot en de kledinginzameling.” De kennismaking met de medewerkers van het hospice was een schot in de roos. Marco: “Het blijft moeilijk om je kind uit handen te geven, maar we hadden hier wel meteen het gevoel dat Silvano in goede handen was.”

Zijn vrolijkheidmaakte het voor ons draaglijk

Silvano logeerde zijn laatste drie jaar bij het Leger des Heils

Wij zijn dankbaar dat juist wij de ouders van Silvano zijn geweest. Als dat niet zo was, dan weet ik niet wat er van hem zou zijn geworden”

Strijdkreet18 Jubileumspecial

Page 19: Strijdkreet

Silvano’s manier om contact te maken, viel in ‘Het Lindenhofje’ meteen op. Het personeel was dol op hem. Manoli: “Medewerkers hadden een prima dag als ze hun dienst begonnen en ze hem mochten verzorgen.”Het hospice werd al snel een tweede thuis voor Manoli en Marco. “We probeerden het zo goed mogelijk in te passen in ons eigen leven. ’s Morgens ging ik al vroeg naar Amsterdam. Marco ging vanwege zijn werk vaak ’s middags of ’s avonds. Ook in het hospice zelf proberen ze het leven zo normaal mogelijk te laten verlopen. Dat heeft ons geholpen om beter om te kunnen gaan met de situatie.” De tijd in het kinderhospice roept nog steeds warme herinneringen op. Manoli: “Het personeel was nooit te beroerd om een stap extra te zetten Ze waren er werkelijk altijd voor Silvano en voor ons. Ook bij de crematieplechtigheid was personeel van ‘Het Lindenhofje’ aanwezig. We hebben enorm veel aan ze gehad.” Elk jaar is er in het hospice een bijeenkomst waarin de in het hospice overleden kinderen worden herdacht. “Daarnaast hebben we nog steeds contact met een aantal ouders die we daar hebben leren kennen.” Eind februari 2010 ging het plotseling bergafwaarts met Silvano’s gezondheid. Dat ging zo snel dat hij niet langer in ‘Het Lindenhofje’

kon blijven en weer naar het ziekenhuis moest. Daar overleed hij in het bijzijn

van zijn ouders en broer. De urn met zijn as staat op een speciale plek in

de woonkamer. “Zo is hij toch nog bij ons.” Aan de muur hangt een fotocollage en een foto waarop een lachende Silvano te zien is. “Zo was hij en zo willen we hem herinneren. De jaren die we met hem mochten beleven, zijn een geschenk dat we altijd dankbaar in ons hart zullen blijven dragen.”

Strijdkreet 19Jubileumspecial

Page 20: Strijdkreet

Wie heeft er nog een

uniform in z’n kast?

Wie heilssoldaat zegt, zegt uniform. Dit unieke uiterlijke kenmerk van het Leger, dat voor talloze mensen aanleiding is geweest voor een goed gesprek, hoort er al vanaf het begin bij. “Om te laten zien dat ik blijf strijden tegen onrecht in de wereld,” zoals één van de eerste heilssoldaten zei.

De soldaten van het Leger des Heils dragen hun uniform vanaf 1878. Toen besloot stichter William Booth dat zijn vrijwilligersleger een echt leger moest worden en er ook zo uit moest zien. Dus, met uniformen, vlaggen en rangen. Niet om ´legertje´ te spelen maar om het enthousiasme, de gedrevenheid en de gezamenlijke strijd tegen onrecht en menselijke nood te onderstrepen.

Dat uitgangspunt is in 125 jaar niet veranderd, terwijl het Leger des Heils wel meegegroeid is met zijn tijd en uitgegroeid is tot een internationale organisatie die zijn strijd in 126 landen over de hele wereld strijdt, geïnspireerd door de liefde van Jezus Christus.

De herkenbare S op het uniform staat symbool voor ´salvation´. Het Engelse woord voor redding. Redding van onze zonden die leidt tot een rein, schoongewassen leven waarin alle dingen die wij ooit fout hebben gedaan niet langer van invloed zijn op de manier waarop God naar ons kijkt. Die redding is er voor iedereen, niemand uitgezonderd, die Jezus Christus als Redder in zijn leven wil toelaten.

Strijdkreet20 Jubileumspecial

Page 21: Strijdkreet

Ik krijg in het Leger des Heils volop de kans om mijn geloof handen en voeten te geven door muziek te maken. Geweldig om zo iets voor anderen te kunnen betekenen.

Claudia Toeter, heilssoldaat Arnhem

Strijdkreet 21Jubileumspecial

Page 22: Strijdkreet

Strijdkreet22 Jubileumspecial

Page 23: Strijdkreet

Strijdkreet 23Jubileumspecial

Page 24: Strijdkreet

Strijdkreet24 Jubileumspecial

Page 25: Strijdkreet

Strijdkreet 25Jubileumspecial

Page 26: Strijdkreet

Het Leger is een voorbeeld van tolerantie

Amsterdam, de bakermat van het Leger des Heils in Nederland. Hier was jarenlang het Nationaal Hoofdkwartier van het Leger des Heils gevestigd, deed lt.-kolonel Alida Bosshardt ( ‘de majoor’) haar werk en vonden duizenden mensen de weg naar één van de goodwillcentra in de binnenstad, op de Wallen of daarbuiten. Ook vandaag de dag is het Leger des Heils op alle fronten actief in de stad aan het IJ. Kerkgenootschap, hulpverlening en buurtsteunpunten gaan er hand in hand. Drs. Ed van Thijn was van 1983 tot 1994 burgemeester van Amsterdam. Hij maakte het Leger des Heils van dichtbij mee. “Een Leger om trots op te zijn.” Foto’s: Hollandse Hoogte & Archief Leger des Heils Tekst: Jurjen Sietsema

Strijdkreet26 Jubileumspecial

Page 27: Strijdkreet

“Amsterdam is een magneet. Mensen die er zijn geboren, willen er vaak

nooit meer vandaan en uit alle windstreken komen mensen voor kortere of langere tijd naar Amsterdam. Amsterdammers zijn trots op hun stad. Toen ik burgemeester van Amsterdam werd, had de stad een periode achter zich waarin het verloren leek. Met name de negentiende eeuwse wijken verpauperden en verkrotten. Hardnekkige werkloosheid, schrijnende armoede, drugsoverlast en ernstige criminaliteit waren er aan de orde van dag. Bij mijn start in Amsterdam was de weg naar boven inmiddels weer ingezet. Mensen moesten weer trots worden op hun stad.

Het Leger des Heils is in Amsterdam altijd een vaste waarde geweest. Het hoorde (en hoort) erbij. Mensen die problemen hadden, konden er altijd terecht. De deur was nooit gesloten. Ook waar wij als gemeente soms tegen de grenzen aanliepen van wat mogelijk was, wist het Leger des Heils op verrassend creatieve wijze iemand te helpen. Ook bij rampen heb ik gezien wat het Leger soms in het heetst van de strijd voor elkaar kreeg. Ik herinner mij die vreselijke avond van zondag 4 oktober 1992, de avond van de Bijlmerramp. Rond een uur of negen werd ik naar het Sportcentrum Bijlmer gebracht waar hulpverleners door heilssoldaten werden voorzien van koffie, broodjes, soep en dergelijke. Daar heb ik gezien dat de hulpverleners, bij wie die avond veel emoties losmaakte, even op adem konden komen en bij de mensen van het Leger des Heils hun verhaal konden doen. Prachtig om te zien hoe een eenvoudig luisterend oor soms wonderen kan doen en ervoor kan zorgen dat iemand op dat moment zijn belangrijke werk weer kan voortzetten. Natuurlijk heb ik ook regelmatig te maken gehad met ‘de majoor’.

Een geweldige, intelligente en betrokken vrouw. Een voorbeeld voor velen. Ook zij verstond de kunst om deuren te openen die voor veel mensen gesloten bleven. Haar onderhandelingskunsten waren beroemd op de burelen van de gemeente Amsterdam. Zij staat ook voor de tolerantie die het Leger des Heils kenmerkt en die ook hoort bij de stad Amsterdam. De Amsterdammers zijn er trots op. In een column heb ik al eens geschreven dat we, meer dan in de jaren tachtig en negentig, een multiculturele samenleving zijn. Op veel plaatsen gaat dat goed, leven we met elkaar. Maar vaker langs elkaar heen. We slikken onze ergernissen in, maar soms wordt het ons te veel. Zeker als jeugdbendes ons het leven zuur maken. Ook in mijn tijd als burgemeester waren er jeugdbendes zoals de eskimo’s van Warmoesstraat. Na een ernstig voorval stond ik diverse malen oog in oog met woedende buurtbewoners. Ik liet me dan minutenlang voor rotte vis uitmaken. Maar dan zei ik steevast: ‘Ik begrijp uw ongenoegen, de daders zullen hard worden aangepakt. Maar één ding moet u mij beloven: wij generaliseren niet. In deze stad wordt niemand over één kam geschoren. Wij zijn allen Amsterdammers, burgers van één stad, die zich regelmatig blauw ergeren aan onze buren, aan het gedoe op straat, aan het gemeentebestuur en aan de burgemeester. Maar één ding staat voorop: we zijn trots op onze stad.’ Omdat tolerantie ons handelsmerk was en hopelijk blijft. Het Leger des Heils is daarin een voorbeeld en ik hoop natuurlijk dat dat ook zo blijft.”

Het Leger des Heils is in Amsterdam altijd een vaste waarde geweest”

Strijdkreet 27Jubileumspecial

Page 28: Strijdkreet

Strijdkreet28 Jubileumspecial

Page 29: Strijdkreet

Strijdkreet 29Jubileumspecial

Page 30: Strijdkreet

Wat een mooi thema heeft het Leger des Heils uitgekozen voor zijn jubileum! ‘Doen wat we geloven, al 125 jaar’. Beter zou ik het werk van het Leger niet kunnen samenvatten.

H et geloof in God drijft tot daden, tot ‘doen’. Onze daden vormen de zichtbare kant van ons geloof. Die notie komen we op vele plaatsen in de Bijbel tegen. Aan de vruchten herkennen we de boom.

Geloof zonder daden is dood. Het is ook wel eens zo gezegd: “Getuig van God, desnoods met woorden.” Geloven is niets iets wat zich in het verborgene tussen jou en God afspeelt. Zeker, dat óók natuurlijk: de stille omgang met je Heer en Verlosser. Maar vanuit die geloofsverbondenheid ontstaat het verlangen om dat ook tot uiting te brengen in je leven, in je werk, in de omgang met anderen, in de besteding van je tijd en van je geld, in je manier van spreken. Kortom: in alle aspecten van je leven en in al je daden.

‘Practice what you preach’ heet dat in het Engels. Doen wat je gelooft, dus!

Is het u overigens wel eens opgevallen dat je dat op twee manieren kunt opvatten? Het kan een soort missionaire aansporing zijn, zoals in de brief van Jacobus: als je gelooft in de verlossing van je zonden, laat dat dan ook blijken uit je daden. Houd het niet voor jezelf, maar draag het de wereld in, met je woorden, maar zeker ook met je daden. Hieraan hebben we onder meer de vele christelijke initiatieven op het terrein van zorg en welzijn te danken: vrouwen en mannen konden en wilden niet anders dan anderen laten delen in wat zij in het geloof hadden gevonden en wilden er eenvoudig zijn voor hun naaste. “Wat gij gedaan (!) hebt voor de minste van mijn broeders...”Er is ook een andere kant aan dit motto. Dat zouden we meer de vermanende of disciplinerende betekenis kunnen noemen. Als anderen in onze omgeving ons van dichtbij meemaken en dingen opmerken in ons gedrag, ons spreken of onze keuzes die niet goed rijmen met wat we zeggen te geloven, dan kan ons dit worden voorgehouden: ‘practice what you preach...’ Doe wat je gelooft! Dat kan behoorlijk confronterend zijn! Het bepaalt ons erbij dat geloven niet vrijblijvend is, maar consequenties heeft. Én dat anderen - soms ook mensen die zelf níet geloven - op grond van het feit dat we volgelingen van Jezus (zeggen te willen) zijn, daar als vanzelfsprekend bepaalde verwachtingen bij hebben over hoe we in het leven staan.

Dat is eigenlijk wel heel mooi! Iets om te koesteren. En misschien ook wel een reden om het onszelf regelmatig af te vragen: doe ik nog wel wat ik geloof? Is het beeld dat ik met mijn leven neerzet wel het beeld van Christus? Of domineren in mijn gedrag en mijn spreken andere zaken, andere goden, of mijn eigen belangen wellicht?

Bij dit jubileum zeg ik tegen het Leger: doe wat je gelooft! Wees een getuigenis in de wereld. Blijf jezelf toetsen op de bron én het doel van je spreken en je handelen. En doe alles met vreugde, in dienst van onze Heer. Dan zullen jullie ook de komende tijd tot een zegen voor de samenleving zijn!

Doen wat je gelooft!Column: André Rouvoet

Strijdkreet30 Jubileumspecial

Page 31: Strijdkreet

De dankbaarheid die ik krijg in dit werk is onbetaalbaar.De lach van een kind is voormij genoeg. Daar doe ik het voor.

Janice Tol (19), vrijwilliger Bij Bosshardt

Strijdkreet 31Jubileumspecial

Page 32: Strijdkreet

‘Uit de bak, aan de bak’. Het is de titel van een documentaireserie die de NTR sinds 15 april van dit jaar uitzendt, maar het had gemakkelijk de populaire vertaling kunnen zijn van het werk van de mensen van het Prison Gate Office in Veenhuizen. Een wat minder in het oog springend stuk werk van het Leger des Heils, maar wel 100% William Booth: “Zolang er nog mannen naar de gevangenis gaan, erin en eruit, erin en eruit, zal ik strijden.”Foto: Nathan Sudmeier Tekst: Jurjen Sietsema

Iedere cliënt is anders, een mens met een verhaal die een respectvolle behandeling verdient en die het waard is om voor te strijden”

Een helpende hand aan de gevangenispoort

H et kantoor van het Prison Gate Office (PGO) staat zo’n beetje letterlijk aan de gevangenispoort in het

Drentse Veenhuizen. Ooit was dit een armenkolonie waar landlopers en ander schorremorrie werden opgevoed tot modelburgers. Inmiddels de plek waar drie gevangenissen staan, in vaktaal penitentiaire inrichtingen of P.I.’s genoemd.

De mensen van Prison Gate doen hun werk op een kleine 50 meter van de ingang van de P.I. Norgerhaven. Een plek waar langgestraften hun straf uitzitten. “Langgestraft ben je in Nederland als je meer dan een maand moet zitten,” zegt Harry Zuidema. Hij coördineert de PGO Veenhuizen. Samen met zijn collega’s Homme Jan Heida en Catrien Kort behandelt hij jaarlijks tientallen verzoeken om hulp. Een flink aantal van de gedetineerden die hun straf erop hebben zitten, kan daarna nergens terecht. Homme Jan Heida: “Vaak zijn ze tijdens hun detentie hun huis kwijtgeraakt of het contact met familie of vrienden verloren. Dan staan ze hier buiten de poort met een bus- of treinkaartje en geen plek om de nacht door te brengen. Voor deze mensen zijn wij er.” Het werk begint al binnen de muren van de P.I.’s in Veenhuizen, Ter Apel en Hoogeveen. “Gedetineerden kunnen een aantal maanden voordat ze vrij komen al aangeven of ze na het einde van hun straf onderdak hebben,” zegt Catrien Kort. “Dat geeft ons de mogelijkheid om een plek te regelen van waaruit ze verder kunnen zoeken naar woonruimte. Dan kijken we of ze wellicht doorverwezen kunnen worden naar andere vormen van hulpverlening. Een (ex-)gevangene heeft vaak meer problemen.” Volgens Harry Zuidema is de kans op terugval groot als iemand geen dak boven zijn hoofd heeft, niet weet hoe hij zijn dag door moet komen en geen uitzicht heeft op een beter

leven. “Dan zie je mensen zo weer de fout ingaan met als gevolg dat ze binnen de kortste keren weer achter de tralies zitten. Daarom wordt er binnen de muren van de P.I.’s ook veel aandacht besteedt aan de terugkeer in de maatschappij. Gedetineerden krijgen de mogelijkheid om een vak te leren en worden ook op andere manieren voorbereid op hun leven na detentie, maar niet voor iedereen betekent dat huisje, boompje, beestje.”

Het beeld van de (ex-)gedetineerde met een tas of een vuilniszak, die op één van de perrons in het dorp staat te wachten op de bus, is beroemd in de omtrek. Een wat treurige aanblik; mensen zonder bestemming. Homme Jan Heida is blij dat juist het Leger des Heils dit werk in zijn portefeuille heeft. “We hebben een breed netwerk van voorzieningen waar mensen voor kortere of langere tijd terechtkunnen. Veel van onze cliënten zijn mensen met een indicatie. Ze zijn verslaafd (geweest) of hebben een psychiatrische achtergrond. Dan lukt het vaak ze te plaatsen in één van onze opvangvoorzieningen.” Volgens Harry Zuidema lukt dat niet altijd en ook niet met iedereen. “We zien de laatste tijd toch een soort gevangene die niet helemaal in het klassieke plaatje past. Een nieuwe groep van goed opgeleide mensen die door verkeerde keuzes, soms ook door domme pech, tussen wal en schip vallen en vervolgens een keer met justitie in aanraking komen. Deze mensen kunnen niet via een indicatie worden geplaatst in een van onze voorzieningen. Dan moet je vaak alle zeilen bijzetten en al je creativiteit uit de kast halen om ze onder dak te krijgen. Dat is nog weleens een uitdaging, maar dat is ook wat je werk aantrekkelijk maakt en houdt. Iedere cliënt is anders, een mens met een verhaal die een respectvolle behandeling verdient en die het waard is om voor te strijden.”

Strijdkreet32 Jubileumspecial

Page 33: Strijdkreet

PRISONGATEPRISONGATE

PRISONGATE

Strijdkreet 33Jubileumspecial

Page 34: Strijdkreet

Het maatschappelijk werk van het Leger des Heils begon in Nederland 1890 met een paar houtkachels en een pan soep. Nu, 122 jaar later, staat er een hulpverleningsorganisatie van waaruit 5.500 professionals jaarlijks hulp bieden aan 35.000 van de kwetsbaarste mensen in onze samenleving. Hoe ziet dit werk er in de nabije toekomst uit? Een blik vooruit met envoy drs. Cornel Vader, directeur van de Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg.Foto: Nathan Sudmeier Tekst: Jurjen Sietsema

“O ns verleden is onze toekomst,” zegt Cornel Vader. “De basis van ons werk is niet veranderd. Wij zijn in de toekomst net zo nodig als in het

verleden. Dat je alle ellende uit de samenleving zou kunnen bannen is een utopie. De ideale maatschappij bestaat niet. Wat wel verandert, is de voortdurende professionalisering. We leren door ons werk en de mensen met wie we werken steeds meer. Uit dat proces is door de jaren heen een specifieke aanpak ontstaan met als uitgangspunt dat iedereen telt en iedereen een nieuwe kans verdient. Je kunt één, twee, drie, maar ook zeven keer in de fout gaan. Wij helpen je omdat je een nieuwe kans verdient. ‘Zeven maal zeventig maal’, zegt de Bijbel. Geduld is onze business.” “Het Leger des Heils werkt/strijdt op veel fronten. Wij werken met mensen aan de onderkant van onze samenleving. Mensen die het niet meer redden en hun perspectief kwijt zijn. Vaak mensen die al een slechte start maakten in hun leven. Hun uitzichtloosheid uit zich in verwarring en in voor de maatschappij onacceptabel gedrag waardoor deze mensen vaak in aanraking komen met justitie. Het Leger des Heils en justitie zijn goede partners. Wij zijn een belangrijke strafrechthervormer. Ons reclasseringswerk heeft model gestaan voor de reclassering van vandaag de dag. Geen nadruk op vergelding, maar op een nieuwe kans. Mensen moeten wel verder na hun straf. Bereid ze daarop voor. Leer ze een vak, zodat ze straks weer aan de slag kunnen, een doel hebben, zodat ze inhoud en zin kunnen geven aan hun leven. Een typische Leger des Heilsvisie.” Dat de Leger des Heilsaanpak een softe aanpak zou zijn, bestrijdt hij. “Wij zijn herkenbaar aan de resocialisatie van het stevige soort. Als het nodig is, hebben wij die stok achter de deur.” Justitie, andere departementen en lagere overheden, verwachten van ons dat wij vernieuwend zijn. Daarom staat er in de toekomst nog heel wat op de rol.

Een Leger dichtbij mensen

Een ander front waar het Leger des Heils werkt, is de straat. “Wij weten hoeveel nieuwe mensen er jaarlijks ongeveer op straat komen. De geluiden die je de laatste tijd hoort dat er veel meer mensen op straat belanden, kan ik niet bevestigen. Maar het zijn er ook niet minder. Dat vind ik verontrustend genoeg. Met ons werk willen we de komende tijd nog veel meer inzetten op preventie. In Nederland hoeven mensen namelijk niet op straat terecht te komen. Je kunt heel veel doen om dat te voorkomen. Daarom zijn gemeenten ook partners waar wij graag mee samenwerken. In ons werk moeten we trouwens, vanwege bezuinigingsmaatregelen, wel steeds slimmer met middelen omgaan. In de jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg en op andere plekken kan het best wat effectiever en daar zet ik de komende tijd sterk op in.” Het belangrijkste front waar het Leger werkzaam is, is volgens Cornel Vader toch de buurt. “We werken in honderden buurten in ons land. Op tal van plaatsen hebben we vooruitgeschoven posten, zoals de ‘Bij Bosshardt’ buurtsteunpunten. Van daaruit willen we betrokken zijn bij de buurt, weten wat er speelt. Wij zitten middenin de samenleving en willen de buurt van dienst zijn, ontvankelijk zijn voor wat er speelt, signaleren, helpen waar dat kan of de weg wijzen naar hulp. Omgekeerd geldt het ook: buurtbewoners in de gelegenheid stellen samen met anderen de straat leefbaar te maken door samen te vieren, te eten, dingen te ondernemen. Van wandelen en knutselen tot sporten en zingen. Naast onze gewone contacten, gebruiken we ook de sociale media om te kijken wat er zich in buurten afspeelt zodat buurten onderling van elkaar kunnen leren. Het Leger des Heils is er voor iedereen, dichtbij, toegankelijk. Op ons kun je rekenen. Zo was het 125 jaar geleden, en zo is het nog steeds. Ons verleden is onze toekomst.”

Cornel Vader over de toekomst van het welzijnswerk

Strijdkreet34 Jubileumspecial

Page 35: Strijdkreet

Niet met het vingertje wijzen, maar de helpende hand bieden... Fantastisch vind ik dat! Do

Strijdkreet 35Jubileumspecial

Page 36: Strijdkreet

Foto: Archief Leger des Heils Tekst: Jurjen Sietsema

Muziek speelt een belangrijke rol in het Leger des Heils. Het is een in het oog en oor springende manier om onze boodschap te laten horen. Het Leger zingt en speelt. Onze muziekkorpsen hebben een rijke historie. Al vrij vroeg in onze geschiedenis gebruikten we muziekkorpsen (‘brassbands’, blaasorkesten naar Engels model, red.) om de aandacht op onze boodschap te vestigen. Met succes. In de loop van de jaren werden de muziekkorpsen een vast onderdeel van onze samenkomsten. We noemen ze vaak ‘ons orgel’. Wat velen niet weten, is dat het Leger des Heils beschikt over een schat aan composities. En over een eregalerij aan gerenommeerde componisten, zowel binnen, als ook buiten het Leger. Foto’s: Archief Leger des Heils Tekst: Jurjen Sietsema

Strijdkreet36 Jubileumspecial

Page 37: Strijdkreet

Eén van hen is de nu bijna 90 jaar oude luitenant-kolonel Norman Bearcroft. Geboren en getogen in Engeland, maar inmiddels

alweer een aantal jaren woonachtig in de Verenigde Staten. Hij componeerde veel bekende stukken voor brassband en koor, richtte de wereldberoemde International Staff Songsters (het nationale koor van het Leger in Engeland) op, en droeg op talloze andere manieren bij aan de ontwikkeling van onze muziek en onze muzikanten.

Voor Norman Bearcroft is de brassbandmuziek één van de voornaamste kenmerken van het Leger. “Het is een belangrijk evangelisatiemiddel. Hiermee onderscheiden wij ons van andere kerken. Als we er ooit mee zouden stoppen, zijn we net als elke andere ‘gewone’ organisatie. Door middel van muziek hebben we in de jaren dat we bestaan zo enorm veel mensen bereikt. Dat geef je niet op. Daarom denk ik dat de brassbandmuziek, net als het zingen, altijd een kenmerk van het Leger des Heils zal blijven. Onze muziek spreekt van de liefde van Jezus Christus, in elke noot, in elk woord. Mensen worden erdoor geraakt, blijven staan. Dat is ook de oorspronkelijke bedoeling van onze muziek. Die werd en wordt gebruikt in openluchtsamenkomsten; een vorm van evangelisatie die ik zelf altijd erg mooi heb gevonden. Sterker nog, ik ben er dankbaar voor. Mijn vader, die ook heilsofficier was, leerde tijdens zo’n samenkomst op de straat mijn moeder kennen. Je zou dus kunnen zeggen dat ik er niet was geweest als die bewuste openluchtsamenkomst er niet was geweest.” De banden die Norman Bearcroft met Nederland heeft, zijn altijd sterk en warm geweest. Hij herinnert zich nog levendig zijn eerste bezoek aan ons land in 1961.

“Het was in het Concertgebouw in Amsterdam bij de inauguratie van het Stafmuziekkorps (nu Amsterdam Staff Band, red.). Mijn collega, kapitein Willem Palstra, werd aangesteld als kapelmeester. Ik mocht de eerste helft van het concert dirigeren. De wereldberoemde trombonist Maisie Ringham speelde een werk van één van onze bekendste componisten, Erik Leidzén (Concertino for Trombone and Band, red). Ik sliep in de inmiddels afgebroken Kweekschool voor heilsofficieren in Amstelveen en herinner me dat ik me daar het hoofd heb lopen breken over wat ik moest doen als de muzikanten en ik elkaar halverwege een stuk kwijt zouden raken. Ik sprak geen woord Nederlands. Gelukkig is alles goed gegaan. De band speelde geweldig.”

“Tijdens dat bezoek at ik samen met ‘de majoor’, luitenant-kolonel Alida Bosshardt. Wat een geweldige vrouw. Na mijn bezoek schreef ze mijn moeder om te vertellen over onze ontmoeting.In 2007 kreeg ik het verzoek om één van mijn arrangementen van een lied naar Nederland te sturen zodat de Amsterdam Staff Songsters het konden zingen tijdens haar uitvaartdienst.”Het Leger des Heils in Nederland noemt Norman Bearcroft een levendige en opwindende manier van Leger zijn, in zowel kerk als hulpverlening. “Voor mij is Nederland altijd het land geweest waar op Legergebied veel gebeurde. Veel spannende dingen ook. Zoals luitenant-kolonel Bosshardt die haar werk deed op de voor ons Engelsen beruchte Wallen in Amsterdam.

De Leger des Heilsmuziek in Nederland heeft altijd al op een hoog peil gestaan en ik ben ervan overtuigd dat die ook in de toekomst een grote bijdrage zal leveren aan het communiceren van onze boodschap: dat Gods liefde er voor iedereen is, niemand uitgezonderd.

Onze muziek spreekt van de liefde van Jezus Christus, in elke noot, in elkwoord”

Strijdkreet 37Jubileumspecial

Page 38: Strijdkreet

Als commissioner Hans van Vliet - leider van het Leger des Heils in Nederland en Tsjechië - op de praatstoel zit over het Leger, glinsteren zijn ogen en borrelen de verhalen als vanzelf naar boven. 125 jaar Leger des Heils zit hem in de genen. En in dat rijke verleden met die talloze verhalen, ligt volgens hem ook de sleutel voor de toekomst. “De mensen kwamen vroeger naar onze samenkomsten omdat er wat te beleven was. Er werd gelachen, gehuild, er was muziek, zang, noem maar op. En dat is onze kracht. Daarom moet er bij ons altijd wat te beleven zijn.” Foto: Ruben Timman Tekst: Menno Boer

Het Evangelie van Jezus Christus is volgens de leider van het Leger des Heils in Nederland de onmisbare basis voor alle activiteiten van het Leger. “Wij kunnen nog zoveel mensen helpen, maar als we ze niet van de liefde van Christus vertellen, gaan ze alsnog verloren. Al heb je er nog zo’n puinhoop van gemaakt in je leven, er is bij Jezus altijd genade. Hij houdt van je en dat willen we uitdragen in woord en daad.Als we het geloof uit onze activiteiten halen, zijn we onze legitimatie kwijt. Als we onze basis – dat is de verkondiging dat er voor iedereen redding is – verliezen, verliezen we ook ons bestaansrecht.”

Op de vraag hoe het Leger des Heils de komende 125 jaar zijn rol als geloofsgemeenschap zou moeten invullen, antwoordt hij: “We moeten in de eerste plaats blijven proberen vanuit een puur en zuiver geloof te leven en te delen. Dat gaat met vallen en opstaan. En daarin zijn we van elkaar afhankelijk. De manier waarop we ons geloof beleven, kan heel verschillend zijn. We zijn – gelukkig – niet allemaal hetzelfde. Pluriformiteit is belangrijk, dat moet je koesteren. En tegelijk elkaar ruimte geven. Het gaat mis als we elkaar de maat gaan nemen. Ten tweede zullen we een geloofsgemeenschap moeten zijn waarin mensen naar elkaar en naar de wereld omzien. Dat moet geen ‘maniertje’ zijn, maar een echte en oprechte levenshouding. Als het niet echt is, prikt de ander daar direct doorheen. Ten slotte moeten we inspirerend en uitdagend willen zijn.Laten de mensen maar nieuwsgierig worden naar wat ons drijft.”

Hans van Vliet weet heel goed dat de hedendaagse maatschappij tegenwoordig anders omgaat met geloven dan vroeger. Dat betekent volgens hem niet dat mensen niet meer open staan voor het Evangelie. “Als het Leger er niet was geweest, dan hadden letterlijk honderdduizenden mensen

Christus niet leren kennen. En waren zeer velen niet geholpen uit een uitzichtloze situatie. Onze relevantie is vandaag de dag net zo groot als vroeger; daar ben ik van overtuigd. Wat anders is geworden, is de vanzelfsprekendheid van onze boodschap. Dat wordt niet meer zo ervaren. Daarom moeten we creatief durven zijn. Zoeken naar nieuwe vormen, zonder de inhoud van onze boodschap geweld aan te doen. Dat betekent ook risico’s nemen en soms onderuit gaan. Maar dat is niet erg. Zo zijn we ook begonnen. Door anders te durven zijn, andere keuzes te maken. En te zoeken naar de kansen die er – ook vandaag nog – liggen.”

Op de vraag welke kansen hij dan momenteel ziet, antwoordt de commissioner: “Neem nou muziek. Wij zijn daar goed in. Overal zien we muziekscholen sluiten vanwege het wegvallen van subsidies. Laten we dat oppakken. Wij hebben de kennis en de mensen. Of evangelisatie-acties. Vroeger liep ik met de grote trom over de camping in Nijverdal om onze avonddiensten op de camping in te luiden. Je had meteen massa’s mensen achter je aan. Campings zijn er nog steeds en de kerken raken steeds leger… laten we het oppakken. De grote trom voor het Evangelie blijven roeren. Daar ligt onze toekomst.”

Commandant Hans van Vliet over de toekomst van het Leger des Heils

Strijdkreet38 Jubileumspecial

Page 39: Strijdkreet

Eenvoudig, open, vriendelijk,behulpzaam en vol levenswijsheid. Tegenover mij hoeven jullie jerelevantie allang niet meer tebewijzen.

Marco Borsato

Strijdkreet 39Jubileumspecial

Page 40: Strijdkreet

Ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken.Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie kleedden mij.Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.(uit de Bijbel, matteüs hoofdstuk 25)

Doen wat we geloven,al 125 jaar.

www.legerdesheils.nl