Strijdkreet #11
-
Upload
leger-des-heils -
Category
Documents
-
view
215 -
download
0
description
Transcript of Strijdkreet #11
Magazine van het Leger des HeilsJaargang 127 nr. 11
LIENTJE MAST“Elke dag breng ik mijn dank aan God”
ROSA DINNISSENOver veiligheid in Nederland
EX-LIJFWACHT SADDAM“Voor mijn executie bleef de deur op slot”
Hoe veilig zijn we nog?
redactieHoofdredacteur Majoor Robert Paul Fennema
EindredacteurMenno de Boer
Redactie | [email protected] SietsemaWillemijn de JongNathan SudmeierMarko Mellema
VormgevingNathan SudmeierMichelle de Bree
Traffi cArnoud van Roosmalen
CoverNathan Sudmeier
reageren & abonnementenLEGER DES HEILST.A.V. REDACTIEPOSTBUS 3006, 1300 EH, ALMERERedactie | [email protected] | www.legerdesheils.nl
drukSenefelder Misset BVMercuriusstraat 357006 RK Doetinchem
strijdkreetMAGAZINE VAN HET LEGER DES HEILSStichter | William BoothInternationaal leider | Generaal André CoxLeider Nederland | Commissioner Hans van Vlietwww.legerdesheils.nl | [email protected]
© Leger des Heils 2014Het Leger des Heils is een internationale beweging en behoort tot de universele christelijke kerk. Zijn boodschap is gebaseerd op de Bijbel. Zijn dienstverlening wordt gestimuleerd door de liefde tot God. Zijn opdracht is het Evangelie van Jezus Christus te prediken en in Zijn naam menselijke nood te lenigen zonder enige vorm van discriminatie.
nr. 11
Wat kan het stormen in je leven. Wat kan het donker zijn om je heen. Wat kan de angst je om het hart slaan. Geweld op straat, drugsgebruik onder jongeren, ebola, vogelgriep, oorlogen en aanslagen, het neerhalen van vlucht MH17, de dreiging van Islamitische Staat... Logisch dat we ons angstig gaan voelen. Moeten we bang zijn voor dit soort ontwikkelingen? Of zijn we bang voor niets en wordt angst ons aangepraat? Is er een antwoord op angst? Is er licht in de duisternis?
Magazine van het Leger des HeilsJaargang 127 nr. 11
LIENTJE MAST“Elke dag breng ik mijn dank aan God”
ROSA DINNISSENOver veiligheid in Nederland
EX-LIJFWACHT SADDAM“Voor mijn executie bleef de deur op slot”
Hoe veilig zijn we nog?
INHOUDRosa Dinnissen over veiligheid in Nederland 4
Lientje Mast heeft Als 8
Jack nieuwenhuizen: Niet in mijn achtertuin! 12
Moeder, laat het lampje aan! 14
Rasak Avakthi nog altijd bedreigd en achtervolgd 18 Bang in het donker? 20
strijdkreet | 3
Rosa Dinnissen (Clingendael) over veiligheid in NederlandSamenwerken, meedoen en waakzaam zijn
Jurjen Sietsema Clingendael/ANP
De Islamitische Staat (IS), Oekraïne, Mali, Somalië en Afghanistan. Het zijn maar een paar brandhaarden in de wereld van vandaag. Nederland is militair en op andere manieren actief in al deze gebieden en in de strijd tegen IS. Maar, wat betekent dat voor onze eigen veiligheid? In Nederland zelf?
4 | strijdkreet
‘Een wankele wereldorde’. Zo heet de strategische monitor 2014 die Clingendael, het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen, in juni uitbracht. Een jaarlijks rapport waarin het instituut trends in de ontwikkelingen op het wereldtoneel beschrijft. Trends afkomstig uit het vele onderzoek dat Clingendael doet en waarop ministeries als Buitenlandse Zaken en Defensie mede hun beleid baseren. Eén van de onderzoekers is Rosa Dinnissen. Ze studeerde onder andere politicologie, liep stage op Clingendael en ‘bleef hangen’. Ze houdt zich als onderzoeker onder meer bezig met interne en externe veiligheid. Nederland is waakzaam
Dat de wereldorde wankel is, bevestigt ze: “Er gebeurt veel, en veel tegelijkertijd in de wereld.” Toch is ze niet bang voor de veiligheid in Nederland zelf. “Als ik naar mezelf kijk, dan voel ik mij zeker niet onveilig in Nederland. De Nederlandse overheid zit er bovenop. Toch weet je van tevoren natuurlijk nooit wat er kan gebeuren. Daarom is het belangrijk om waakzaam te zijn en dat is Nederland in mijn beleving zeker. Alles wat we kunnen doen om eventuele dreigingen in kaart te brengen, trends te signaleren en eventuele onveilige situaties voor te zijn, doen we.” Internationaal samenwerken belangrijk
Ondanks de relatief veilige situatie in Nederland liegen de conclusies in de monitor van Clingendael er niet om. De spanningen tussen de grote mogendheden, de Verenigde Staten, China, Rusland en de Europese Unie (EU) nemen toe en daarmee het risico van incidenten en conflicten. Ook in de staten die rondom de EU liggen, zijn er meer conflictsituaties waardoor de veiligheid in de EU gevaar zou kunnen lopen. Internationale samenwerking is daarom het kernwoord. Ook binnen de EU en de Verenigde Naties. Daarin speelt Nederland volgens Rosa een belangrijke rol. “Het is niet zo dat wij een klein land zijn dat in internationaal verband niet wordt gezien. Integendeel. Wij hebben veel kennis in huis op het gebied van internationale verhoudingen, diplomatie en op militair gebied. Die kennis delen we met andere landen. Ook in de conflictgebieden waar we bijvoorbeeld militairen en politiemensen trainen. Vooral daar ligt onze kracht. Wij kunnen geen hele vloot F16’s
leveren, maar we hebben wel hoogwaardige kennis in huis en de mensen die die kennis kunnen overdragen.” Media werken mee aan gevoel van onveiligheid
Begrijpt Rosa dat mensen zich in Nederland, als ze naar het journaal kijken, niet altijd even veilig voelen? “Ja. Er is natuurlijk ook wel een zekere dreiging, maar wat ik te weinig in de media hoor, is hoe hard er in Nederland aan wordt gewerkt om binnenlandse dreigingen te beperken. De media werken mee aan het groeiende gevoel van onveiligheid door bijvoorbeeld de IS-terroristen een platform te geven. Aan elk filmpje wat ze de wereld insturen, besteden de media direct en uitgebreid aandacht. Daarmee bereiken de terroristen het doel dat ze met deze filmpjes nastreven: afschrikken en angst zaaien. Het zijn mensen met een heel slim communicatiebeleid en tot nu toe bereiken ze hun doel. Ze willen aandacht en de media geeft ze die. De beelden zijn gruwelijk en je moet er niet aan denken dat zoiets hier zou gebeuren. Dan is het vervolgens niet vreemd dat de gemiddelde Nederlander, die geen volledige kennis heeft van wat er achter de schermen van de nationale en internationale politiek gebeurt, bang is voor aanslagen in ons land. Ik denk dat journalisten, en anderen die terroristische groeperingen zoals IS een platform bieden, zich moeten realiseren welke impact zij als informatievoorzieners kunnen hebben op de emoties en spanningen die er onder de bevolking leven. Als je de ene kant van het verhaal laat zien, moet je ook aandacht besteden aan de andere kant.”
Niet meedoen is geen optie
Hoe kwetsbaar is Nederland eigenlijk, als het om veiligheid gaat? “Naar mijn mening niet kwetsbaarder dan de meeste Europese landen. Je moet er altijd rekening mee houden dat je, als je meedoet aan vredesoperaties in landen als Afghanistan, Mali en Somalië, kwetsbaar bent. Deze kwetsbaarheid is misschien wat toegenomen door de deelname van Nederland aan de strijd tegen IS. Er zijn landen en bevolkingsgroepen die je dat niet in dank zullen afnemen. Maar niet meedoen, is geen optie. Wij maken deel uit van de NAVO, van de EU en van de Verenigde Naties en zetten ons overal in de wereld in voor mensenrechten, veiligheid en ontwikkeling. Wij
strijdkreet | 5
kunnen ons niet afzijdig houden. Dat zou betekenen dat we ons buiten deze internationale verbanden stellen en dat zou misschien nog wel veel negatievere gevolgen kunnen hebben voor onze veiligheid.” Dominantie Europa op wereldtoneel neemt af “Zeker is, dat er continu veel verandert in de wereld en dat we niet weten hoe dat zal uitpakken. De wereld wordt gekenmerkt door onzekerheid en complexiteit. We zien wel dat de dominantie van Europa in de wereld afneemt. Economisch en politiek. Een land als China is veel machtiger geworden en in de toekomst zullen daar nog andere Aziatische landen, zoals Zuid-Korea, Indonesië en natuurlijk India, bijkomen.Daar moeten we in de toekomst rekening mee gaan houden. Daar staat tegenover dat de Verenigde Staten militair nog steeds een leidende rol spelen in de wereld, al lijkt het erop dat zij zich steeds meer willen richten op de eigen interne problemen zoals energieonafhankelijkheid. We weten niet of de machtsspreiding in de wereld vreedzaam zal verlopen en hoe stabiel de opkomende mogendheden uiteindelijk zijn. Kijk bijvoorbeeld naar Rusland. Een land dat relatief dichtbij ligt. Hoe gaat het zich opstellen tegenover Europa in de toekomst? Naar aanleiding van de Oekraïne-crisis en de ramp met MH17, maar daarvoor al, is de verhouding met dit land behoorlijk afgekoeld. Er zal heel wat voor nodig zijn om de verhoudingen te herstellen naar het niveau van de laatste jaren. Daarin spelen diplomatie, politiek en economische verhoudingen een grote rol. Dat is denk ik ook belangrijk voor onze eigen positie in de wereld. Hoe sterk is het economisch herstel in Nederland, in Europa?” Hard blijven werken aan veilige wereld
Samenwerken, meedoen en waakzaam zijn. Dat zijn de belangrijkste eigenschappen waarmee Nederland zijn eigen veiligheid binnen de wereld kan waarborgen. “We hebben de wereld veel te bieden. Veel kennis en de wil om samen met andere landen te werken aan een veilige wereld. Daarom ben ik er niet bang voor dat onze eigen veiligheid direct gevaar loopt. Maar dat er hard aan gewerkt moet worden, dat is zeker. Vrede en veiligheid zijn nooit vanzelfsprekend geweest en dat zullen ze waarschijnlijk ook nooit worden...”
6 | strijdkreet
Hoe veilig zijn
we nog?
strijdkreet | 7
Lientje Mast heeft ALS… en toch:
“Elke dag breng ik mijn dank aan God”
Lientje Mast Guus Mast
8 | strijdkreet
strijdkreet | 9
Er is niets wat me gelukkiger maakt. Dank voor mijn liefde-
volle en zorgzame man, voor ons gezin, voor dierbare familie
en vrienden en hun muur van gebed om ons heen, voor 65
jaar gezondheid, voor alles wat ik nog wel kan, enz. enz. Zo is
mijn/ons bidden veranderd in danken. Vragen zijn overbodig,
die zijn allang bij Hem bekend. Het hartzeer om elkaars
verdriet is verreweg het moeilijkst. Maar ook hierin zorgt de
Heer voor ons: zijn hartverwarmende troost is genoeg voor
elke nieuwe dag.
Hoewel met vertraagde tred, dienen lichamelijke beperkin-
gen zich onontkoombaar verder aan. Van het slechte spreken
heb ik het meeste last. Zo lang dat lukt, doe ik in AMC, VU
en UMC mee aan allerlei wetenschappelijk onderzoek. Er is
enorm veel behoefte aan data van ALS-patiënten. Op deze
manier mag ik iets betekenen voor andere/toekomstige
patiënten, waarbij m'n hart vooral uitgaat naar die jonge
gezinnen, waarvan een ouder door ALS is getroff en.
Als heilssoldaat heb ik jarenlang de meest mooie teksten mo-
gen zingen en uitspreken. Over de dagelijkse kracht en liefde-
volle troost van onze Heiland. Ik kan alleen maar zeggen: het
is waar!! Uitsluitend door Zijn kracht kan ik sterk zijn, daar is
geen enkele eigen verdienste bij. En op mijn beurt mag ik juist
door mijn ziek-zijn de naam van God verheerlijken. Daarbij
verbleekt alles. 'De Heer wil ik loven, zolang ik leef, mijn God
bezingen zolang ik besta!' (Psalm 146:2)
Guus en ik zien de toekomst vol vertrouwen tegemoet. De
kinderen zijn fantastisch voor ons, dat kan niet beter. We
lachen, huilen en bidden samen. God is goed!”
Hoe veilig voelen wij ons nog tussen de dreigingen van vandaag de dag? Ebola, de confl ictsituatie tussen Rusland en Oekraïne, het neerhalen van vlucht MH17, de dreiging van Islamitische Staat... De media komen met zoveel angstige verhalen, dat het bijna lo-gisch is dat mensen zich angstig gaan voelen. Zijn we inderdaad zo bang? En waar zijn we dan bang voor? Voor geweld? Voor wat ons misschien kan worden aangedaan? Of gaat het nog dieper? Gaat het – als je maar lang genoeg door redeneert – eigenlijk om de angst voor de dood? Lientje Mast, heilssoldate en tot voor kort werkzaam voor het Kerkgenootschap van het Leger des Heils, kreeg dit jaar te horen dat ze een levensbedreigende ziekte heeft. Je hele veilige wereld stort in. Wat doet dat met je? Hoe veilig ben je dan? Ben je bang? Ze schreef haar eigen relaas…
“Begin januari '14 kwam de diagnose: u bent getroff en door de
ernstige spierziekte ALS. M'n man en ik waren verbijsterd, we
wisten amper wat ALS inhield (de Ice Bucket Challenge was
nog niet begonnen). In de maanden daarvoor waren er toe-
emende gezondheidsklachten: vertraagd lopen, struikelen,
krachtverlies in handen, vingers die niet meer aan te sturen
bleken, verslikken en moeizamer spreken. Aanvankelijk had ik
voor alles een verklaring...
Omdat ALS een zeldzame ziekte is, werden de symptomen
eerst niet als zodanig door de huisarts herkend en pas bij
het derde consult werd ik doorverwezen naar de neuroloog
in plaats van naar de fysiotherapeut en podoloog. Ineens
ernstige gezichten alom, uitgebreid onderzoek, second opin-
ion in AMC en toen de uitslag. De professor wond er geen
doekjes om: levensverwachting 3 tot 5 jaar, want er is nog
geen doeltreff end medicijn. Op de terugreis kwam de eerste
regel van Psalm 23 in mijn gedachten: 'De Heer is mijn Herder,
mij ontbreekt niets'. Deze regel werd vanaf dat moment ons
uitgangspunt bij alles. En zo kon het gebeuren, dat dankbaar-
heid voor Gods ontelbare zegeningen de grondtoon werd in
plaats van angst, ook toen het desastreuze verloop van deze
ziekte ons duidelijk werd. Elke dag opnieuw breng ik mijn
dank aan God.
‘De Heer is mijn Herder, mij
ontbreekt niets’
10 | strijdkreet
strijdkreet | 11
Niet in mijn
achtertuin!Willemijn de Jong
12 | strijdkreet
‘Not in my backyard’. Het is een inmiddels
bekend begrip voor het fenomeen
‘ik vind het prima als verslaafden
en psychiatrische patiënten worden
geholpen, maar niet in mijn buurt’. Waarom
willen mensen cliënten van het Leger des
Heils bijvoorbeeld niet als buur hebben?
Is het angst voor overlast? We vroegen
het aan de buurman van De Blinkert, een
locatie voor verslaafde en psychiatrische
patiënten van het Leger des Heils.
“Bang? Haha, moet ik even rechtop gaan staan?”
lacht Jack Nieuwenhuizen als ik vraag of hij bang is
voor de cliënten van de Blinkert. Nee, bang is hij niet.
Maar dat Jack en zijn gezin maar enkele meters van de
zorginstelling in Baarn afwonen, is hen lange tijd niet in
de koude kleren gaan zitten. “Een jaar geleden hebben
we nog overwogen om te verhuizen. Ik begrijp dat deze
mensen moeten worden opgevangen, maar dat ze dat
midden in een rustige woonwijk doen, dat snap ik niet.”
Toen de doelgroep van de Blinkert veranderde
van demente bejaarden naar mensen met een
verslavingsachtergrond en zorgindicatie, steigerde de
buurt.
“De oude mensen werden pas om tien uur uit bed
gehaald en lagen er om zeven uur weer in. Daar hebben
we nooit last van gehad.” Inmiddels heeft buurman Jack
een redelijke relatie met de Blinkert, maar ook hij was fel
tegen de komst van de nieuwe bewonersgroep. “Ineens
lopen er hier colonnes mensen van de Blinkert naar de
supermarkt verderop. Daarbij lopen, nou ja zwálken, ze
langs mijn tuin. Dat heb ik geweten, hoor. Lege blikjes en
flessen, maar de tuin werd ook als toilet gebruikt.”
Spijkers
De straat waar de Blinkert aan ligt, werd meer en
meer een openbare vuilnisbak. Maar dat was niet het
enige dat lastig was voor de buurman. “Als cliënten
of medewerkers op het balkon stonden, zeker tijdens
nachtdienst, hoorden we alles van ze. Het was of ze naast
m’n bed stonden. Inmiddels hebben we er geen last meer
van hoor, nu we afspraken hebben gemaakt – maar ik
vond ’t verschrikkelijk.” Jack is met vier megaspijkers
naar de directeur gestapt en heeft gezegd: ‘Hier, die zijn
voor jullie balkondeur’. Eens per jaar is er een buurt-
barbecue op de Blinkert en daar gaan Jack en zijn vrouw
trouw heen. “Dan merk je wel dat er daarbinnen van
alles gebeurt. Er zijn natuurlijk ook mensen die de straat
helemaal niet meer op komen. En ja, als buurman van
deze bewoners kun je boos worden om de overlast, of je
kunt vrienden worden met de instantie en samen zorgen
voor oplossingen. Zo hebben we hier een vuilnisbak
geplaatst en dat scheelt nu een hoop vuil op straat. En
als er hier een cliënt in de tuin van de buren staat te
plassen, dan treed ik wel op. Ik breng dan bijvoorbeeld
zijn rollator naar de receptie – mogen zij de cliënt op
komen halen. Die kan namelijk niet zonder rollator
teruglopen.” Zijn vrouw vult aan: “Ja, ik moet wel
kinderen opvoeden. De regels die in deze buurt gelden,
gelden ook voor hen. Er zit een kleuterschool naast de
Blinkert, die kinderen schrikken zich wild als er een
ontsnapte cliënt in zijn onderbroek op de stoep zit. Kijk,
dan brengen we ‘m wel terug hoor. Een psychose is wel
wat anders dan dronkenschap.”
Straatstenen
Dat ze nu zo goed op kunnen schieten met de leiding
van De Blinkert, komt volgens Jack door de verbeterde
communicatie. “Ik stap gewoon binnen als ik ergens last
van heb. Als er een halfleeg biertje onder de nieuwe auto
van mijn dochter ligt, breng ik die naar de receptie. Dan
voel je je wel de zeikerd, maar de situatie is daardoor
inmiddels wel een stuk verbeterd.”
Op de vraag of ze nu opnieuw hun huis zouden kopen,
zo vlak naast het Leger des Heils, schiet Jack in de lach.
“Als ik nu zeg dat ik mijn huis niet meer zou kopen, dan
raak ik het straks aan de straatstenen niet meer kwijt. De
buurt is er met deze cliënten ook een stuk kleurrijker op
geworden, hoor. Weetje, het heeft gewoon twee kanten.
Enerzijds durf ik de cliënten niet aan te spreken op
hun gedrag, omdat ik geen lege fles door mijn ruit wil.
Anderzijds maken we regelmatig een praatje met ze en
kunnen we vaak met ze lachen. Zolang je goed blijft
communiceren met het personeel van De Blinkert, is het
prima wonen hier!”
“ De situatie is een stuk verbeterd”
strijdkreet | 13
“Bang voor jou en bang voor mij, bang voor dood en bang voor pijn, moeder laat het lampje aan, ‘t is donker hier.” Ken je dat lied ‘bang’ van Doe Maar? Want dat is herkenbaar, toch? Bang zijn we allemaal. Voor de IS, een enge ziekte uit Afrika of – dichterbij huis – bang voor een dodelijk ongeluk. En dat terwijl we nog steeds in een van de veiligste landen ter wereld leven. Waarom zijn we toch zulke angsthazen? En is ons onveilige gevoel terecht?
Volgens Jos Jazie, behandelcoördinator van het
Angstcentrum, is angst onze sterkste emotie. “Angst heeft
een beschermende functie en waarschuwt ons. Dat doet hij
op twee manieren. Hij zorgt ervoor dat we iets niet durven
dat gevaarlijk voor ons is. We zouden bij een autosnelweg
bijvoorbeeld zomaar oversteken als onze gezonde angst ons
niet zou waarschuwen. De tweede manier is angst vooraf. Je
wordt bang voor onheil dat zou kunnen komen. Bijvoorbeeld
als je hoort dat je kind naar het ziekenhuis is gebracht. Dat
maakt je alert op wat komen gaat.” Heel gezond dus, dat bang
zijn.
“We bekijken alles voortdurend vanuit angst, onze
samenleving is doordrenkt van angst,” zegt Damien Danys,
een Vlaamse hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van
Amsterdam, in een interview met Vrij Nederland. Hij somt in
het artikel onze hedendaagse angsten op: angst voor ebola
en terrorisme, voor mobieltjes en drones, voor koolhydraten
en suikers, voor vaccins tegen baarmoederhalskanker en
CO2-opslag in de grond. Volgens Damien willen we in deze
tijd alles zoveel mogelijk controleren. Controle over onszelf
en de wereld is het hoogste ideaal. Maar dat maakt bang,
want het leven en de wereld om ons heen is nu eenmaal niet
controleerbaar.
Remco Spithoven doet zijn promotieonderzoek naar
het gevoel van onveiligheid van Nederlanders. Remco
onderzoekt wat de belangrijkste reden is voor een gevoel
van onveiligheid. Hij geeft aan dat onze belevingswereld in
korte tijd heel complex is geworden en dat we er daardoor
veel minder grip op ervaren. Er komt ook veel negatieve
informatie op ons af via media en mensen om ons heen,
maar we kunnen niet inschatten hoe groot de dreiging voor
onszelf is. Remco: “Ons brein heeft van nature meer aandacht
voor dreigingen. En op het journaal zie je ook voornamelijk
wat er mis gaat in de wereld, want anders is het geen nieuws.
De gruwelijke dingen die in Syrië gebeuren, zie ik nu op mijn
computer in een fi lmpje. De ellende van de wereld staat in
levende beelden op ons netvlies. Tijdens mijn onderzoek
merk ik dat mensen niet precies de verhalen over criminaliteit
weten terug te vertellen die ze dagelijks horen, maar het
gevoel van dreiging dat je van die verhalen krijgt, blijft wel
hangen.”
Hans Boutellier, professor op het gebied van veiligheid,
schreef in zijn boek ‘de veiligheidsutopie’ dat Nederland
in een veiligheidsparadox leeft: hoe veiliger het land, hoe
banger de mensen zijn. Remco sluit hierbij aan: “Hoe veiliger
we objectief zijn, hoe meer ruimte er is om ons druk te maken
over zaken die ons waarschijnlijk niet zullen raken. Je hebt
Moeder, laat het lampje aan, ‘t is donker hier!
Willemijn de Jong Andrey Yurlov
14 | strijdkreet
tijd om je af te vragen hoe dat toch moet met de IS ver weg,
omdat je niet bang hoeft te zijn dat je morgen geen brood
op de plank hebt. Verder hebben criminaliteit en dreigingen
in het algemeen een symbolische betekenis. We zijn bang
voor al het grote waar we geen grip op hebben en wat we
niet begrijpen.”
Uit het onderzoek van Remco blijkt dat mensen zich wel
zorgen maken, maar opvallend genoeg niet zozeer over
hun eigen hachje. Het onveilige gevoel gaat over ‘ons als
Nederland’ of ‘de maatschappij’, maar niet over ‘ik, Johan
in Appelscha’. We maken ons zorgen over het geweld in
Nederland, maar niet over dat we daar zelf het slachtoff er
van worden. Als je zelf iets aan je onveilige gevoel wilt doen
na het zien van het nieuws, kan het volgens Remco helpen
om een reality check te doen. Inschatten hoe klein de kans is
dat jij in de buurt bent als de bom ontploft. Maar ook jezelf
beter laten informeren kan helpen. Wat doet Nederland
tegen criminaliteit? Als je de feiten weet, kun je jezelf ook
geruststellen. De criminaliteit in Nederland daalt. Volgens de
Veiligheidsmonitor van het CBS zeiden in 2005 nog 29% van
de mensen slachtoff er te zijn van één of meerdere delicten, in
2013 was dat 20%.
Naast relativeren en proberen te begrijpen, kun je angst
ook als uitdaging zien. Damien Danys zegt in Vrij Nederland:
“Als je angst voelt, moet je er niet voor weglopen. Ga bij
jezelf na: waarom ben ik angstig? Eigenlijk zouden we angst
als teken moeten zien dat we de essentie van ons leven
naderen, dat we écht worden uitgedaagd omdat we in een
nieuwe situatie terechtkomen waar we geen controle over
hebben.” De fi losoof Epictus zei al eens: ‘niet een situatie
doet je emotioneel bewegen, maar je gedachten en ideeën
over de situatie’. Het veranderen van je denken is een
belangrijk onderdeel van de methodes die het Angstcentrum
gebruikt om mensen met angststoornissen te helpen.
Remco Spithoven maakt ook een brug naar het geloof: “Het is
geen onderdeel van mijn onderzoek, maar wat me opviel, is
dat gelovigen eerder een punt bereiken waarop ze negatieve
emoties en gedachten een halt toeroepen. Dat komt doordat
ze leven vanuit de overtuiging dat God voor hen zorgt.” Je
angst en zorgen weggeven aan een hogere macht is misschien
nog wel de beste manier om je veilig te voelen.
strijdkreet | 15
voetgadd
Uitwendigedoodsoorzaken
Dodelijke verkeers-ongevallen in 2013
Voetganger 56
Fietser 184
Brom- of snorfi etser
85
PersonenautoBestuurder/Passagier
193
Slachtoff ers van moord en doodslag in 2012
Slaan of schoppen
Zelfdoding in 2012
Zelfdoding 1.753
16 | strijdkreet
voetgadd
inNederland
Slachtoff ers van moord en doodslag in 2012
Ophangen, wurgen of verstikken
15
Slaan of schoppen 22
Vuurwapen 58
Steek- of slagwapen
53
Overige of onbekende wijze
14
doodslag in
Overige ongevallen in 2012
Val 2.795
Verdrinking 81
Medicijn-vergiftiging
32
Alcohol-vergiftiging 7
Andersoortige vergiftiging 21
Mechanisch (bekneld raken, meegesleurd worden etc.)
45
Rook, vuur en vlammen
Verstikking
(bron: CBS)
Overig
28
47
516
strijdkreet | 17
18 | strijdkreet
Ex-lijfwacht Saddam Hoessein nog altijd bedreigd en achtervolgd
“Voor mijn executie bleef de deur op slot”
Jurjen Sietsema
strijdkreet | 19
geworden. We gingen als het ware iedere dag dood. Het is
beter één keer te sterven dan iedere dag opnieuw. We hebben
de deur van onze cel opengebroken. Ook andere cellen, vol
met jonge Koerden, maakten we open. We hadden geen
wapens, maar hebben wel de elektriciteit, de waterleidingen
en de wc’s gesaboteerd.”
Die actie leidde ertoe dat een officier van Saddam met de
gevangenen kwam praten. “Ik stapte met een paar vrienden
naar voren. We hebben hem laten weten dat wij vrijheid
wilden of anders de dood. De man beloofde ons dat het
goed zou komen. Vervolgens werden er elke dag mensen van
onze groep neergeschoten. ’s Morgens om vier uur hoorde
je de naam van degene die vermoord zou worden. Op een
dag werd mijn naam genoemd. Een speciale politieman van
Saddam kwam om me uit de cel te halen. Hij morrelde wat
aan de deur, maar die ging niet open. De volgende dag werd
mijn naam opnieuw genoemd. De politieman kwam weer bij
mijn deur, maar kon hem ook nu niet openkrijgen. De derde
dag hetzelfde verhaal. Maar wanneer de man voor het eten
kwam, ging de deur altijd heel makkelijk open. Alleen bij de
man die kwam om mijn doodstraf uit te voeren, bleef de deur
dicht.”
Een paar dagen later hoorde Rasak dat Saddam hem en de
nog overgebleven Koerden wilde vrijlaten als ze beloofden
Irak te zullen verlaten. Rasak vluchtte naar Noord-Iran. Ook
daar werd hij opgepakt en naar een gevangenis gebracht. “Ze
dachten dat ik één van Saddam’s spionnen was.”
Een gevluchte Irakees zorgde ervoor dat hij vrij kwam. Na
een tijd in Teheran te hebben gewoond, leerde hij zijn vrouw
Leila kennen. Ze trouwden en kregen drie zoons. Maar ook in
Teheran bleek het gezin niet veilig. Na een confrontatie met
een groep mannen die hem zwaar mishandelden, besloot
hij te vluchten naar West-Europa. Via Turkije kwamen hij, zijn
zwangere vrouw en hun drie zoons terecht in Zweden en later
in Nederland.
Na zes maanden in een asielzoekerscentrum, kregen ze
een verblijfsvergunning en een huis. De kinderen gingen
naar school en Rasak ging op zoek naar werk. Hij werd
aangenomen bij een schildersbedrijf. Het werk bleek te zwaar
voor Rasak. “Mijn lichaam was en is nog steeds erg zwak door
alle martelingen.” De eigenaar van het schildersbedrijf bleek
een christen. “Als ik weleens bij ze at, dan ging hij bidden voor
het begin van de maaltijd. Ik bad dan altijd mee en wilde meer
weten over het christelijk geloof. Zijn voormalige werkgever,
Rasak was inmiddels afgekeurd, bracht hem in contact met
Bijna had hij Saddam Hoessein vermoord. Maar hij hield zich in. Bang voor de gevolgen voor hemzelf en zijn familie. “Ik werkte als lijfwacht voor Saddam en had een automatisch geweer in de aanslag. Binnen een paar seconden had ik dertig kogels op hem kunnen afvuren. Toen het moment kwam en Saddam naast mij stond, dacht ik opeens aan mijn familie en aan al de Koerden. Ze zouden sterven als ik hem zou vermoorden.”
Het is het dramatische verhaal van Rasak Avakthi (64). Hij
groeide op in een Koerdisch gezin in Noord-Irak, samen met
zijn 16 broers en zussen. Het leven in Irak was hard maar
duidelijk. Dat is nu anders, zegt Rasak. “Het is er nu een
enorme chaos en het leven is er nu misschien wel harder dan
in de tijd van Saddam.” Hij maakt zich ernstig zorgen over de
opmars van de Islamitische Staat (IS) die niet alleen in zijn
geboortestreek huishoudt, maar inmiddels ook oprukt naar
de Iraakse hoofdstad Bagdad.
Het leven van Rasak is een leven waarin veiligheid altijd een
grote rol heeft gespeeld. Nadat hij besloot om Saddam niet
te vermoorden, vroeg hij aan zijn collega’s hoe het precies zat
met de onderdrukking van de Koerden. “Dat had ik achteraf
gezien beter niet kunnen doen. Zo kwamen ze erachter dat
ik ook Koerd was. Toen ik met verlof in Bagdad was, waar
ik toen woonde, werd ik door de geheime dienst van straat
geplukt en in de gevangenis gegooid. Midden tussen veel
andere Koerden. Niemand wist waarom hij er zat. De meesten
waren niet eens politiek actief. Toch zaten we op de afdeling
waar ook de zwaarste criminelen zaten. Er was geen daglicht
waardoor je niet wist of het dag of nacht was. We hadden een
halve deken om onder te slapen en geen kussen. ”
Rasak werd in de gevangenis geslagen en op verschillende
manieren gemarteld. “Ik kon soms niet eens meer ademen.
Ze hebben mijn lichaam kapotgemaakt.” De situatie in de
gevangenis was zo uitzichtloos dat hij op een dag besloot
zelfmoord te plegen. Een paar dagen later werd hij wakker,
vastgeketend aan een ziekenhuisbed. Even later zat hij
weer in de gevangenis waar het slaan en martelen gewoon
doorging.
Na een jaar zagen Rasak en de rest van de Koerdische
gevangenen het niet meer zitten. “We waren levensmoe
20 | strijdkreet
een evangelist die hem wegwijs maakte in de Bijbel.
“Er ging een wereld voor mij open. Ik leefde tot dan toe altijd
in het duister. Kwam uit een donkere situatie, maar las en
merkte hoe Jezus Christus licht in mijn leven bracht doordat
ik met die man in de Bijbel las. Mijn kinderen kregen een
andere vader, mijn vrouw een andere man en ik kreeg een
andere vrouw.”
Rasak is inmiddels een veelgevraagd spreker in Nederland
en Duitsland. Hij gaat voor in samenkomsten en diensten en
vertelt over zijn leven. Over hoe het christelijke geloof hem
en zijn gezin voorgoed heeft veranderd en over hoe die
verandering voor iedereen is weggelegd.
Toch blijkt hij ook in Nederland nog allesbehalve veilig.
Daarom wil hij liever niet herkenbaar op de foto. Hij en zijn
vrouw worden de laatste tijd steeds meer bedreigd. Door wie,
weten ze niet. “Soms gaat midden in de nacht de telefoon
en wordt er op ons gescholden en worden we bedreigd. Ook
komt het regelmatig voor dat ik, als ik van een spreekbeurt
kom, wordt achtervolgd. Dan rijd ik naar het politiebureau en
haken ze vaak af.”
Of het met zijn afvalligheid van de Islam te maken heeft? “Wij
waren vroeger thuis moslims in naam. We gingen in Irak niet
naar de moskee en deden ook niet mee aan de vastenmaand
Ramadan. Gelovig ben ik pas geworden toen ik Jezus Christus
leerde kennen. En ja, het zou kunnen dat de bedreigingen
daarmee te maken hebben. Maar ik laat me daardoor
niet weerhouden. De boodschap van het Evangelie is te
belangrijk en ik weet dat God mij en mijn gezin beschermt.
Dat heeft Hij altijd al gedaan. Anders was ik hier nooit terecht
gekomen. God heeft mij willen gebruiken om Zijn boodschap
te verspreiden. Dat doe ik niet alleen in kerken, maar ook
onder asielzoekers.”
Rasak zegt dat hij ondanks alles niet bang is. “Wel voorzichtig.”
Ook koestert hij geen wraakgevoelens tegen de mensen die
hem hebben gemarteld. “Ik ben vroeger ook een zondaar
geweest. Zij zijn net zo blind als ik toen was. Ook zij hebben
mensen nodig die hen over het Evangelie vertellen. Dan
zullen ze, net als ik, springen van blijdschap als God hun ogen
opent.”
strijdkreet | 21
Vroeger brandde er ’s avonds en ’s nachts bij ons op de overloop altijd licht. En als er geen raampje boven de slaapkamerdeur was om dat licht door te laten, dan stond de deur wel op een kier. Eigenlijk best apart dat je je veiliger voelt als er licht is. En dat het donker voor je gevoel altijd iets bedreigends, iets angstigs heeft.
Ook als je ouder wordt en je allang met de deur dicht en
het licht uit in slaap valt, blijven licht en donker associaties
oproepen. Gevoelens van veiligheid, geborgenheid, rust en
vrede horen bij het licht. En angst, geweld, verlatenheid,
dreiging en strijd zijn voorbeelden die bij de duisternis horen.
Als we iets vrolijks aankondigen, dan gaat dat veelal gepaard
met een veelkleurige, lichte vormgeving: het circus is in de
stad - komt dat zien! Communiceren we iets ernstigs, zoals
een overlijden, of aandacht vragen voor een ernstige situatie
dan voert de kleur zwart vaak de boventoon.
Lang geleden was er een stel vissers dat
met kalm weer in een kleine vissersboot het
meer opvoer. Hun kapitein was moe en trok
zich terug om een tukje te doen. Het was een
stralende dag en de sfeer was opperbest.
Totdat het weer plotseling omsloeg. Dat
gebeurde wel vaker, omdat de koele lucht uit
de bergen naar de warme lucht boven het meer
stroomde, waardoor soms hevige wervelwinden
ontstonden. Dat kon in zo’n snel tempo
gebeuren dat de vissers er doodsbenauwd
voor waren; het water kon in korte tijd enorm
woest worden. Zo ook deze keer.
De stralende hemel maakte in rap tempo plaats
voor donkere wolken. De storm beukte tegen
het schip, dat aan alle kanten kraakte. Het
water sloeg over de reling. Verbeten zwoegden
de bemanningsleden om het schip op koers te
Bang in het donker?
Menno de Boer
22 | strijdkreet
houden. Om hen heen was het aardedonker
geworden en de wind geselde het kleine
scheepje, keer op keer… De vermoeidheid
sloeg toe, de angst bij de mannen werd groter
en groter. “We vergaan!” gilde er een. “Wek de
kapitein!” schreeuwde een ander. Een van de
vissers rende struikelend naar het voorschip,
waar ‘de baas’ vredig lag te slapen. “Hoe
kunt u hier nu gewoon liggen te slapen? We
verdrinken!” riep de angstige visser…
Wat kan het stormen in je leven. Wat kan het donker zijn om je
heen. Wat kan de angst je om het hart slaan. Geweld op straat,
drugsgebruik onder jongeren, ebola, vogelgriep, oorlogen
en aanslagen, het neerhalen van vlucht MH17, de dreiging
van Islamitische Staat... Logisch dat we ons angstig gaan
voelen. Moeten we bang zijn voor dit soort ontwikkelingen?
Of zijn we bang voor niets en wordt angst ons aangepraat? Is
er een antwoord op angst? Is er licht in de duisternis?
Jezus zegt in de Bijbel: “Ik ben het Licht van de wereld. Wie
Mij volgt heeft op zijn weg geen duisternis te vrezen, maar
hij zal het levenslicht bezitten” (Johannes 8, vers 12). En er
zijn meer plaatsen in de Bijbel waar we een uitweg vinden
voor onze angsten. Jesaja hoofdstuk 41, vers 10 bemoedigt
ons bijvoorbeeld als volgt: “Wees niet bang, want ik ben bij
je, vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, ik zal je
helpen, je steunen met mijn onoverwinnelijke rechterhand.”
In Psalm 56, vers 12 zegt de schrijver: “Op God vertrouw ik,
angst ken ik niet, wat kan een mens mij aandoen?”
Dit is een prachtig getuigenis van de kracht die we kunnen
vinden in het vertrouwen op God. Ongeacht wat er gebeurt,
zal de schrijver op God vertrouwen, omdat hij de macht van
God kent en begrijpt. De sleutel tot het overwinnen van angst
is dus volledig vertrouwen op God.
Wil je weten hoe het de vissers uit het verhaal vergaan is?
Lees de afl oop in de Bijbel: Mattheüs 8, vers 23 tot en met 27.
strijdkreet | 23
www.legerdesheils.nl doen wat we geloven
De HEER is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen?Bij de HEER is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn?
Psalm 27 vers 1