Strijdkreet 7 2015

24
Voor armen, verlorenen, vluchtelingen, zwervers, eenzamen, misbruikten, verslaafden, zoekenden... Voor jou. 150 jaar Leger des Heils Magazine van het Leger des Heils Jaargang 128 nr. 7

description

Zolang er nog vrouwen huilen, zolang er nog kinderen honger lijden, zolang er nog mannen naar de gevangenis gaan, zolang er nog iemand verslaafd is en zolang er nog iemand verstoken is van het licht van God … Ik zal strijden! 150 jaar Salvation Army – een Strijdkreet over Gods grenzeloze liefde en het werk van het Leger des Heils.

Transcript of Strijdkreet 7 2015

Voor armen, verlorenen,vluchtelingen, zwervers, eenzamen, misbruikten, verslaafden, zoekenden...

Voor jou.

150 jaar Leger des Heils

Magazine van het Leger des HeilsJaargang 128 nr. 7

redactieHoofdredactieMenno de Boer

Redactie | [email protected] SietsemaWillemijn de JongNathan SudmeierSuzanne JanseMarko Mellema

VormgevingNathan Sudmeier

TrafficArnoud van Roosmalen

CoverRuben Timman

reageren & abonnementenLEGER DES HEILST.A.V. REDACTIEPOSTBUS 3006, 1300 EH, ALMERERedactie | [email protected] | www.legerdesheils.nl

drukSenefelder Misset BVMercuriusstraat 357006 RK Doetinchem

strijdkreetMAGAZINE VAN HET LEGER DES HEILSStichter | William BoothInternationaal leider | Generaal André CoxLeider Nederland | Commissioner Hans van Vlietwww.legerdesheils.nl | [email protected]

© Leger des Heils 2015Het Leger des Heils is een internationale beweging en behoort tot de universele christelijke kerk. Zijn boodschap is gebaseerd op de Bijbel. Zijn dienstverlening wordt gestimuleerd door de liefde tot God. Zijn opdracht is het Evangelie van Jezus Christus te prediken en in Zijn naam menselijke nood te lenigen zonder enige vorm van discriminatie.

nr. 7

4Zolang er nog

vrouwen huilen...

6Zolang er nog kinderen

honger lijden...

8William Booth:

gepassioneerde predikant uit Londen

12Zolang er nog

mannen naar degevangenis gaan...

14Jij? Jij mag altijd

16Zolang er nog

een verslaafde is...

18Wist je dat?

20Zolang er nog iemand

verstoken is van het lichtvan God...

22Het Leger des Heils in cijfers

Van 1 tot en met 5 juli viert het Leger

des Heils wereldwijd zijn 150-jarig

bestaan. Duizenden heilssoldaten

en –officieren, medewerkers, vrijwilligers,

belangstellenden, gasten, naasten en

cliënten van over de hele wereld vieren dat

God onze organisatie al die jaren bewaard

en gezegend heeft. En dat Hij ontelbare

mogelijkheden gegeven heeft om te

getuigen van Zijn koninkrijk. Tot redding van

mensen.

‘Boundless’ is het thema dat ons in

dit jubileumjaar wereldwijd verbindt.

‘Grenzeloos’. Een grenzeloze organisatie,

actief over de hele wereld. Een organisatie

die de mensen die er deel van uit maken

grenzeloos met elkaar verbindt. Ongeacht

ras, afkomst en geslacht. En allemaal werken

ze mee aan een grenzeloze opdracht. Waar

we ook geplaatst zijn door de Heer, we

willen Zijn boodschap doorgeven in woord

en daad. Iedereen mag (en moet) het horen:

God is nog altijd dezelfde liefhebbende Heer

die ook van jou houdt!

Toen William Booth 150 jaar geleden

van start ging met dit Leger, kon hij niet

bedenken wat een enorme vlucht The

Salvation Army zou gaan nemen. Strijden,

was zijn devies. Zolang er mensen zijn

zonder helper, zolang er nog mensen zijn

die het Licht niet hebben gezien…

Nog altijd strijden we. Voeden we de

hongerigen, geven we de dorstigen

te drinken, kleden we de mensen die

nauwelijks kleding hebben, bezoeken en

helpen we de gevangenen, zijn we gastvrij

voor vreemdelingen. Nog altijd zien we om

ons heen de gevolgen van een wereld die

vooral op zichzelf gericht is. Nog altijd zijn

we relevant voor de mensen om ons heen.

Nog altijd kunnen we het verschil maken.

Deze Strijdkreet toont daarvan prachtige

voorbeelden.

150 jaar Salvation Army geeft alle reden

om te danken voor zoveel zegen en om te

bidden voor kracht om vol te houden. Hier

in Nederland en tot ver over onze grenzen!

Grenzeloos!

Hans van VlietCommandant Leger des HeilsNederland en Tsjechië

strijdkreet | 3

Zolang er nog vrouwen huilen...

Rafaella (25) woont sinds een maand in de Amsterdamse opvang Zy aan Zy, voor moeders met kinderen. Zij en haar twee dochtertjes (6 jaar en 4,5 maand) delen een klein appartementje met slaapkamer,

keuken en badkamer. Er wonen momenteel 13 vrouwen in het complex. Naast onderdak krijgt ze hulp op allerlei gebieden, van fi nanciën tot

aan babyverzorging en opvoeding.

“Na jarenlange ruzies trok ik het niet meer bij mijn tante. Ik móest daar weg. Gedurende een paar jaar ging ik van kennis naar kennis. Overal logeerde ik een tijdje. Als ze me weer op straat zetten, vertrok ik naar het volgende huis.” Op een gegeven moment raakte ze zwanger. Ook als de baby geboren werd, had ze geen vaste verblijfplaats. “Toen ik 22 was, en mijn dochtertje 2, werd ik voor de zoveelste keer uit huis gezet. Ik wist echt niet meer wat ik moest doen.” Al eerder had ze aangeklopt bij een hulpinstantie. Toen kwam daar niet veel uit. Toen besloot ze om toch haar contactpersoon te bellen. Rafaella: “Ik zei: ‘dit kan zo niet meer. Ik kan niet met een tweejarig kind onder de brug gaan liggen. Ik heb nú hulp nodig.’ Mijn contactpersoon zei dat ik alles moest inpakken wat ik had.” Er werd een plekje gevonden in een noodopvang, waar Rafaella en haar dochtertje een paar dagen konden blijven. Maar aan het zwerven door Amsterdam kwam nog geen eind. De jonge moeder werd doorgestuurd van locatie naar locatie. En intussen blijkt ze in verwachting te zijn van haar tweede kindje.

“Dat steeds opnieuw verhuizen was niet makkelijk. Ik was hoogzwanger; ik moest rusten. Maar alles zat vol.” Uiteindelijk, op een nieuwe tijdelijke plek, beviel ze van haar tweede dochter. Het kindje is een vrolijk meisje met een massa donkere krulletjes. Tijdens het praten aait

Rafaella het meisje over de mollige beentjes. “Daarna kwam ik hier. Hier mag ik blijven tot ik alles op de rit heb. In elk geval tot ik kan doorstromen naar een eigen woning.” Eerst moet ze af van haar schuld aan de Belastingdienst; pas dan kan ze de kosten dragen van kinderopvang. Als ze daarna ook dagbesteding heeft of een baan, helpt het Leger des Heils haar met het vinden van een woning.

Het Leger gebruikt de eerste weken om te kijken waar de vrouwen hulp bij nodig hebben. Er zijn begeleiders aanwezig die de vrouwen elk in een eigen traject begeleiden. Ze kijken mee met bijvoorbeeld koken, het voeden en verschonen van de baby en de administratie. Ook helpen ze met de fi nanciën. Niet zonder trots zegt Rafaella: “Mijn observatieperiode werd ingekort, omdat ik het zo goed deed.” Ze krijgt wel hulp bij de opvoeding van haar kinderen. “De oudste heeft wat concentratieproblemen. Niet zo gek, want ze heeft al vier keer van school moeten wisselen.” Haar jongste kindje heeft het nu goed, benadrukt ze. “God helpt ons; we worden geholpen en zijn veilig. En juist voor mijn kinderen kan ik niet opgeven. Hier maken ze me zelfstandig. Ik kan nog van alles leren.” En daarna is het eindelijk tijd voor dat felbegeerde eigen huis. Rafaella: “Dat lijkt me zo mooi. Dat niemand tegen me kan zeggen: ‘je moet er uit’. Mijn eigen voordeur opendoen, met mijn eigen sleutel.”

TEKST SUZANNE JANSE BEELD WENDY BOS

4 | strijdkreet

I’ll fight!

I’ll fight!

William Booth:

Zolang er nog vrouwen huilen, zal ik strijden.

Zolang er nog kinderen honger lijden, zal ik strijden.

Zolang er nog mannen naar de gevangenis gaan,

erin en eruit, erin en eruit, zal ik strijden.

Zolang er nog één verslaafde is, zolang er nog één

meisje verloren op straat loo

pt, zal ik strijden.

Zolang er nog één mens het licht van Godmeisje verloren

op straat loopt, zal ik strijden.

Zolang er nog één mens het licht van Godmeisje verloren

op straat loopt, zal ik strijden.

niet heeft gezien, zal ik strijden,

strijden tot het bittere eind.

strijdkreet | 5

Zolang er nog kinderen honger hebben....

Varisha (26) is moeder van Rishaan (2,5). Toen hij 11 maanden oud was, werd hij voor enkele maanden uit huis geplaatst. Hij woonde een poosje in een pleeggezin. Tijdens de uithuisplaatsing van haar zoon, maar ook al lang daarvoor, kreeg Varisha begeleiding van het Leger des Heils. “Mijn hulpverlener Heleen is de beste die ik ken. Ze was de

enige die achter me bleef staan toen mijn zoontje weg moest.”

Varisha werd zwanger toen ze studeerde. De vader was een stuk ouder dan zij. “Ik werd per ongeluk zwanger, toen ik met hem samenwoonde. Ik was student, hij eigenaar van twee cafés. We hadden veel ruzie. Toen ik vijf maanden zwanger was, vertrok ik naar mijn ouders. Daar is de baby geboren. De vader en ik bleven ruzie houden; zo wilde ik dat Rishaan mijn achternaam zou krijgen. Daar was hij het niet mee eens. Ook had ik veel ruzie met mijn moeder, waar mijn kind bij was. Dat liep geregeld zo hoog op dat de politie moest komen. Op een dag kwam de Kinderbescherming. Ik had net daarvoor ruzie gehad met mijn moeder. Toen zij mij hoorden schreeuwen tegen mijn moeder, besloten zij dat ik niet goed voor Rishaan kon zorgen. Ze hebben hem met de politie opgehaald en zonder knuff el, speen of ook maar sokjes aan, meegenomen. Dat was verschrikkelijk. Ik was er kapot van. Het probleem waren de ruzies, niet dat ik niet voor Rishaan kon zorgen.”

Nadat Rishaan was opgehaald, mocht Varisha niet weten waar hij was. “Ik heb wel zijn knuff eltje en zijn speen naar Jeugdzorg gebracht. Ik vond het heel moeilijk dat ik hem

niet mocht zien. En dat hij vlees zou eten, want dat mag niet van ons geloof. Binnen een week was er een rechtszaak. Ze besloten dat Rishaan drie maanden bij een pleeggezin moest blijven. Ik ben toen, op aanraden van Heleen, naar de psycholoog gegaan en met Beeldende Kunst-therapie begonnen.” Uiteindelijk mocht Varisha haar zoontje weer zien met hulpverlening erbij. “Ik mocht op een gegeven moment een stukje met hem lopen en hem zien op zijn verjaardag.”

Toen Rishaan, inmiddels anderhalf jaar geleden, weer terug kwam, was de voorwaarde dat Varisha niet meer bij haar ouders zou wonen. “We moesten de eerste week wel weer een beetje aan elkaar wennen. Hij was vaak doodsbang als ik weg ging. Op dagen dat hij bij de crèche was, werd ik wel vijf keer per dag gebeld zodat hij mijn stem kon horen. Dat hij die angst overhield aan de uithuisplaatsing vond ik lastig. Maar ik ben wel blij dat ik hulp kreeg bij het omgaan met mijn agressie. Wat dat betreft heb ik veel aan Heleen te danken. Ze was eerlijk tegen me en steunde me altijd. Ik krijg al elf jaar hulp van het Leger. Zonder hen zou ik Rishaan nu niet bij me hebben, denk ik.”

TEKST WILLEMIJN DE JONG BEELD WENDY BOS

6 | strijdkreet

I’ll fight!

I’ll fight!

William Booth:

Zolang er nog vrouwen huilen, zal ik strijden.

Zolang er nog kinderen honger lijden, zal ik strijden.

Zolang er nog mannen naar de gevangenis gaan,

erin en eruit, erin en eruit, zal ik strijden.

Zolang er nog één verslaafde is, zolang er nog één

meisje verloren op straat loo

pt, zal ik strijden.

Zolang er nog één mens het licht van Godmeisje verloren

op straat loopt, zal ik strijden.

Zolang er nog één mens het licht van Godmeisje verloren

op straat loopt, zal ik strijden.

niet heeft gezien, zal ik strijden,

strijden tot het bittere eind.

strijdkreet | 7

TEKST JURJEN SIETSEMA BEELD RUBEN TIMMAN

“Ik ben een man met een boodschap”

William Booth:

8 | strijdkreet

D e E n g e l s e

p r e d i k a n t

W i l l i a m B o o t h

w e r k t i n d e L o n d e n s e

w i j k E a s t E n d a a n e e n

v r i j w i l l i g e r s p r o j e c t

w a a r m e e h i j a r m o e d e

e n s o c i a l e i s o l a t i e w i l

b e s t r i j d e n . H e t i s a l e v e n

g e l e d e n d a t h i j e r a a n

b e g o n … W a t d r i j f t d e z e

g e p a s s i o n e e r d e p r e d i k e r ? Ruwweg tussen de twee hoofdwegen die vanuit de Londense City naar het oosten lopen, Whitechapel Road en Commercial Road, en noordelijk van de rivier de Theems, ligt een wijk die East End wordt genoemd. De wijk is van oudsher een volkswijk, gebouwd om arme arbeiders en immigranten te huisvesten. East End is een multiculturele wijk waar het gemiddeld inkomen ver beneden dat van de gemiddelde Londense (en Engelse) wijk ligt.

Kale kipEast End kennen wij als titel van een veelbekeken televisieserie die een soort volkse romantiek bezingt van de ‘gewone’ Londenaar. “Een fantasie,” zegt Booth. “Dit soort saamhorigheid zie je nog maar mondjesmaat. De meeste mensen moeten dagelijks keihard vechten om te overleven. De werkloosheid in de wijk is hoog. Het helpt bij een sollicitatie niet als je

een adres opgeeft dat in East End ligt. En omdat de meeste mensen amper de toch al lage huur van hun ‘council house’ (sociale huurwoning) kunnen betalen, zijn ze ook niet in staat om te verhuizen. Het lukt hooguit een enkeling om naar een betere wijk te verhuizen en zich uiteindelijk aan East End te ontworstelen. Veruit de meeste gezinnen leven van een uitkering. Er wordt bovendien veel gedronken en drugs gebruikt. Door jongeren en ouderen. Daardoor zijn er veel gezinnen met problematische schulden. De collection agencies (incassobureaus en deurwaarders) zijn al lang geleden gestopt met incasseren. Van een kale kip kun je tenslotte niet plukken. Je kunt bij wijze van spreken aan mensen zien dat ze uit East End komen. Aan hun houding, hun afhangende schouders, hun trage, futloze bewegingspatroon en aan hun doodse blik. Het is niets anders dan uitzichtloosheid.”

William Booth trekt zich het lot van deze mensen aan. “In een samenleving als de onze, kan het gewoon niet zo zijn dat er mensen zijn die in totale uitzichtloosheid zitten te verpieteren in een wijk. Feitelijk op hun dood zitten te wachten. Mensen die geen enkel perspectief hebben, geen enkel plezier hebben in het leven. Nooit een uitje, nooit eens de

stad in om nieuwe kleren te kopen. Ook de kerken doen relatief weinig. Ja, ze brengen zo hier en daar eens een voedselpakket of organiseren eens een gezamenlijke maaltijd, maar daarmee kom je er volgens mij niet.”

ArgusogenHoe kom je er dan wel? “Door deze mensen bij de hand te nemen en hun te laten zien wat er mogelijk is. Door hen te activeren. Deze mensen staan stil. Ze zijn door de jaren heen vervallen in een soort lethargie, een soort algehele slaap, zeg maar. Het doet ze allemaal niet zo veel meer. Ze hebben alle hoop verloren. Ze zijn murw.”

Booth is, samen met een aantal vrijwilligers, begonnen met wat hij een steunpunt noemt. Hij noemt zijn organisatie de East London Christian Mission. “Mensen kunnen bij ons langskomen als ze vragen hebben over hun uitkering, over sociale voorzieningen of gewoon om even van zich af te praten, als ze dat willen. In het begin kwam er bijna niemand. We werden met argusogen bekeken. Vooral omdat wij onszelf duidelijk profileren als christelijke organisatie. Veel mensen vinden dat ze van de kerken weinig te verwachten hebben. Toen zijn we de straat opgegaan. We hebben bij mensen aangebeld en zijn

strijdkreet | 9

met hen gaan praten. We hebben hun gevraagd wat ze wilden, wat ze nodig hadden en hebben hun verteld van ons steunpunt. In de weken daarna zagen we het aantal bezoekers voorzichtig toenemen. Nu durf ik inmiddels te zeggen dat we op de goede weg zijn. Het wordt steeds drukker. We proberen mensen uit de wijk in te zetten. Ze te betrekken bij wat wij doen. Zo zijn er een aantal dames die om beurten op verschillende dagen komen om koffie

te schenken en hebben we sinds een paar weken een soort winkel waar we tweedehands kleding voor een prikje verkopen. Een aantal van onze vrijwilligers gaan wekelijks de wijk in om met mensen te praten en hen uit te nodigen voor de laagdrempelige geloofsontmoetingen die wij houden.”

BekeringGeloofsontmoetingen? “Ja, ik blijf tenslotte predikant. Man met een boodschap.” Moeten deze

mensen bekeerd worden? “Het ligt er maar aan hoe je dat interpreteert. Tegenwoordig vinden veel mensen bekering een eng woord. De mensen in East End hebben behoefte aan richting, een andere richting. Zeg maar een ommekeer. Daarbij geloof ik heilig dat het geloof daarin een rol kan spelen. In de Bijbel staan zoveel verhalen die daarover gaan. Ik ben ervan overtuigd dat als mensen de Bijbel gaan lezen, hun leven op termijn zal veranderen. Daarvan

10 | strijdkreet

heb ik zoveel voorbeelden gezien. De Bijbel, het christelijk geloof, geeft perspectief. Vooruitzicht. Het gaat over een ander leven.”

Een hele reis“Maar daarmee zijn we er niet. Wij proberen om de mensen mee te nemen in dat geloof, maar ook om er gewoon voor hen te zijn. Om heel eenvoudig te laten zien dat ze het waard zijn om naar om te kijken. Dat ze erbij horen. Dat ook voor hen een ander leven is weggelegd. Ik besef dat

het voor sommige mensen een hele reis zal zijn. Dat het een proces van jaren kan zijn. Daarom wil de Christian Mission hen aanmoedigen om door te zetten. Hen coachen zodat er een moment komt waarop ze zelf de regie over hun, veranderde, leven kunnen nemen.”

William Booth is hoopvol over de toekomst. “Het succes van de afgelopen tijd heeft een groeiende groep vrijwilligers opgeleverd, zodat we verderop in de

wijk binnenkort een tweede steunpunt gaan openen. We denken zelfs aan uitbreiding naar andere wijken, maar hoe het verder gaat weet alleen God.”

Leven bij de dag“Op een vergadering zeiden we laatst tegen elkaar dat we ons eigenlijk een soort leger voelen; een leger dat tegen het kwaad van de uitzichtloosheid strijdt. Misschien moeten we daar nog iets mee in de toekomst, maar dat zien we dan wel. We leven bij de dag...”

W illiam Booth is in 1912

overleden. Zijn Christian

Mission is geworden tot een

leger van actieve christenen, bekend onder de

naam The Salvation Army. De problematiek in

East End deed zich op tal van andere plaatsen

in de wereld voor en het Leger des Heils

groeide. En nu, 150 jaar nadat Booth zijn werk

begon, is het Leger des Heils in meer dan 125

landen dagelijks bezig met het verkondigen

van het Evangelie in woord en daad. Er zijn

voor mensen zonder helper, zonder enige vorm van discriminatie. Ook in

Nederland. De problemen van toen zijn vandaag helaas nog even actueel.

Vluchtelingenproblematiek, armoede, verslaving, dak- en thuisloosheid,

eenzaamheid, individualisme, misbruik, mensenhandel. En daarom

strijden we door…

strijdkreet | 11

Zolang er nog mannennaar de gevangenis gaan...

Als je hem op straat zou tegenkomen dan zou je zomaar kunnen denken dat Frans een succesvolle sportschooleigenaar is, met zijn

Tommy Hilfi gershirt, zijn Armani-zonnebril en zijn gebruinde, afgetrainde lijf. De ontmoeting met Frans vindt echter niet plaats op

straat, maar in een maatschappelijke opvang van het Leger des Heils. Daar werd hij naartoe gebracht toen hij vrij kwam na zijn laatste

verblijf in de gevangenis.

“De reclassering had het geregeld”, zegt Frans. “Ik zou samen met nog iemand vrijkomen die dag en we hadden afgesproken om even ergens een paar biertjes te gaan drinken om het te vieren. Daarna zouden we wel verder zien. Toen ik bij de gevangenispoort kwam, stond er een busje klaar en wenkte de bestuurder mij. Dat bleek iemand van het Leger des Heils. Achteraf ben ik blij dat ik ben meegegaan. Ik had geen dak boven mijn hoofd.”

Binnenkort verhuist Frans naar een begeleid-wonenvoorziening van het Leger. Daar krijgt hij een eigen appartement en wordt hij klaargestoomd voor, op den duur, zelfstandige woonruimte. Het leven van Frans was tot voor kort niet om echt vrolijk van te worden. Hij was het schoolvoorbeeld van de draaideurcrimineel. Kind aan huis bij politie en justitie. Kraakje hier, diefstalletje daar en ja, ook nog wel een paar andere, wat grotere dingen. In de gevangenis beland je namelijk niet zomaar. “Eigenlijk was ik altijd al een crimineel. Van jongs af. Mijn basisschool heb ik niet afgemaakt. School interesseerde mij helemaal niets. Ik spijbelde en haalde van alles uit. Eerst kattenkwaad. Maar dat ging van kwaad tot erger.” De omkeer kwam toen Frans zijn vriendin leerde kennen met wie hij twee kinderen kreeg.

Een zoon en een dochter. “Ze zijn nu nog klein, maar ik wil er voor hen zijn als ze straks groter zijn. Ze hebben een vader nodig.” Daarom is hij klaar met het criminele leven, zegt hij. “Ik wil nu alleen nog maar vooruit kijken. Het Leger des Heils helpt mij daarbij. Ze hebben mij geweldig opgevangen en zijn enorm lief voor me. Dat geeft vertrouwen. Het is heel wat anders dan de harde criminele wereld. Via het Leger des Heils werk ik aan een ander, een nieuw leven.”

Frans wil onherkenbaar op de foto en zijn echte naam mag niet worden gebruikt in dit verhaal. “Ik ben nog steeds niet veilig en kijk nog regelmatig over mijn schouder of ik geen ‘bekende’ zie. Het is beter dat niemand weet wie ik ben en waar ik nu precies verblijf.” Zou hij weer bezwijken voor de verleiding als een vriend hem zou vragen om samen een kraak te zetten, of iets anders te doen waar een hoop geld mee te verdienen was? Hij moet even nadenken. Het duurt een tijdje voordat hij zegt: “Als het om een bedrag met een hoop nullen zou gaan, dan weet ik niet wat zou doen. Dan zou ik zomaar weer ja kunnen zeggen. Daarom is het maar goed dat ik hier word begeleid en dat ik me hier veilig voel. Op die manier kan ik de verleiding misschien weerstaan. Het nieuwe leven trekt me namelijk wel heel erg.”

TEKST JURJEN SIETSEMA BEELD WENDY BOS

12 | strijdkreet

I’ll fight!

I’ll fight!

William Booth:

Zolang er nog vrouwen huilen, zal ik strijden.

Zolang er nog kinderen honger lijden, zal ik strijden.

Zolang er nog mannen naar de gevangenis gaan,

erin en eruit, erin en eruit, zal ik strijden.

Zolang er nog één verslaafde is, zolang er nog één

meisje verloren op straat loo

pt, zal ik strijden.

Zolang er nog één mens het licht van Godmeisje verloren

op straat loopt, zal ik strijden.

Zolang er nog één mens het licht van Godmeisje verloren

op straat loopt, zal ik strijden.

niet heeft gezien, zal ik strijden,

strijden tot het bittere eind.

strijdkreet | 13

H et allerliefst zou ik hier de

boodschap willen schrijven dat jouw

verdriet, angst en ellende vandaag

stopt. Dat geloven in God zorgt voor

een leven zonder pijn. Maar dat kan ik niet. Ik ga

hier geen geloof ‘verkopen’ wat niet realistisch is.

Ons aardse verdriet is namelijk niet zo makkelijk te

stoppen.

“Als de oorlog komt, En als ik dan moet schuilen,Mag ik dan bij jou?Als er een clubje komt, Waar ik niet bij wil horen,Mag ik dan bij jou?Als er een regel komtWaar ik niet aan voldoen kanMag ik dan bij jou?En als ik iets moet zijn,Wat ik nooit geweest ben,Mag ik dan bij jou?”Claudia de Breij

TEKST NATHAN SUDMEIER BEELD MICHAEL ROMAN

Er is ontzettend veel geschreven over verdriet,

lijden en ellende. En bovenal over de rol van God

daarin. Voor iedereen is de impact van verdriet

anders; niemand beleeft dat exact hetzelfde. De rol

van God in ons lijden is ook voor iedereen anders.

De vragen die je hebt, kunnen daar een belangrijke

rol in spelen. Waarom neemt God het verdriet

niet weg? Waarom worden er nog steeds mensen

ziek? Waarom zorgt God niet dat de pestkoppen

op school stoppen met hun gedrag? Verdriet

geeft, net als angst, dat zenuwachtige gevoel in je

maag, een rusteloos gevoel. Het voelt soms alsof er

niemand is die je echt begrijpt. Anderen kunnen

ook echt niet delen in je verdriet, al zouden ze dat

misschien best willen.

Waarom zou je dan geloven in God en in een leven

met Jezus? Simpelweg omdat Jezus weet hoe jij je

voelt. Hij kent jouw angst, verdriet en pijn. Toen

Jezus op Goede Vrijdag stierf aan het kruis, heeft

hij op een afschuwelijke manier ervaren hoe het

is om angstig, verdrietig en verlaten te zijn. Hij

schreeuwde met hart en ziel: ‘mijn God, waarom

hebt U mij alleen gelaten?’

Jezus weet precies hoe jouw verdriet voelt, hoe

jouw angst impact heeft op je leven. Toen Jezus

stierf, maakte Hij de weg vrij naar God de Vader.*

Omdat Hij stierf, hoeven wij nooit meer alleen te

zijn. Omdat Hij stierf, mag jij al je verdriet, ziekte

en gemis bij God zelf brengen. Hoe gebroken je

ook bent. Wat je ook hebt meegemaakt of nu nog

meemaakt. Bij God is hoop te vinden. Rust en een

luisterend oor. Er is geen pijn op aarde die God

niet kent, er is geen verdriet op aarde dat God niet

helen kan.

Een aantal jaar geleden belde mijn vader mij

14 | strijdkreet

terwijl ik aan het werk was. De kanker die bij

mijn moeder was gevonden was zo sterk,

dat de dokters niets meer konden doen.

Mijn wereld stortte in, ik wist niet wat

ik moest doen. De gedachte om afscheid

te moeten nemen van de vrouw die mij

op de wereld heeft gezet, zorgde voor een

verdriet dat ik niet kende. De autorit naar

huis kon ik eigenlijk alleen maar huilen.

Toen ik de kamer binnenkwam, was mijn

moeder niet de verdrietige vrouw die ik had

verwacht, maar juist een sterke moeder die

geloofde dat God haar ook in deze situatie zou

ondersteunen. “God laat mij pas thuiskomen

als jullie daar ook klaar voor zijn,” zei ze. Ik

snapte niet goed wat ik daarmee moest. We

hebben daarna een periode van vier weken met

elkaar beleefd waarin we met de hele familie

onder één dak leefden. Een bijzondere tijd van

reflecteren, delen van verdriet en lachen, waar ik

met veel genoegen op terugkijk. Eigenlijk heb ik een

groot stuk van het verwerken van het verlies samen

met mijn moeder gedaan.

Na vier weken van intens samenzijn overleed zij. En gek

genoeg was ik daar klaar voor. Ik had afscheid genomen. Ik

had natuurlijk veel verdriet en het gemis blijft. Mijn kinderen

hebben haar nooit ontmoet en iedere dag is dat weer moeilijk.

Maar door mijn geloof in God voelt het verdriet draaglijk. Ik geloof

dat ik haar ooit weer zal zien.

God neemt ons verdriet niet weg, Hij maakt het niet minder echt. Maar

ik geloof wel in een God die door Zijn Zoon zó diep is gegaan, dat Hij weet

hoe jij je voelt. Hij weet wat je meemaakt of nog gaat meemaken. Hij vangt

je op wanneer je valt. Hij laat je nooit helemaal los. Als jij het even niet

meer kunt, draagt Hij je verder. Als jij verdrietig bent, geen plek hebt om te

schuilen, het even niet meer weet; dan mag je altijd bij Hem…

Zijn liefde voor jou is grenzeloos.

* Op legerdesheils.nl/geloven leggen we het graag uitgebreider aan je uit.

“Als de oorlog komt, En als ik dan moet schuilen,Mag ik dan bij jou?Als er een clubje komt, Waar ik niet bij wil horen,Mag ik dan bij jou?Als er een regel komtWaar ik niet aan voldoen kanMag ik dan bij jou?En als ik iets moet zijn,Wat ik nooit geweest ben,Mag ik dan bij jou?”Claudia de Breij

strijdkreet | 15

Zolang er nog eenverslaafde is...

Henk Knegt (65) was jarenlang verslaafd aan alcohol en werd daarvoor diverse keren behandeld. Zonder resultaat. Tot hij op De Wending, het ontwenningscentrum van het Leger des Heils, kwam.

“Daar vond ik, voor het eerst in mijn leven, rust. Daar vond ik mezelf weer terug.”

‘Meester Knegt had altijd een fl inke kegel’. Dat zal misschien de herinnering zijn van leerlingen uit zijn eerste jaren in het onderwijs. “Ik had een koff ertje en daar pasten prima van die zakfl aconnetjes met oude jenever in. Daar dronk ik de hele dag uit. Niet voor de klas natuurlijk, maar tussendoor.” Hij had geen vervelend leven, zegt hij. Hij had een vrouw, kinderen en een prachtige baan. Hij gaf godsdienst. “Best wonderlijk. Je vertelt je leerlingen over de Heer (God), maar zelf dien je een andere heer.”

Het begon allemaal met ‘sociaal’ drinken. Na de kerkdienst. Henk was, voordat hij het onderwijs in ging, voorganger. “Op zondag dronk je dan met een aantal mensen, notabelen uit het dorp waar ik woonde, een glaasje. Er kwam van alles op tafel: berenburg, jenever, noem maar op. Dat bleef niet bij een glaasje. Daarna dronk ik ook op andere gelegenheden steeds meer. Toen ging het van kwaad tot erger.”

De drank kostte Henk uiteindelijk zijn baan.“’s Morgens om half negen ging de slijterij open en haalde ik mijn eerste fl es. Die dronk ik voor de helft leeg. Dan sliep ik tot ’s middags een uurtje of drie en dronk ik de rest op. Vervolgens ging ik weer naar de slijterij om een nieuwe fl es te halen en sliep weer - enzovoort, enzovoort.” Hij belandde in een negatieve spiraal, scheidde van zijn vrouw, mocht

zijn kinderen niet meer zien en kwam in een kliniek terecht. Maar het was nog niet voorbij. “Ik leidde mijn hulpverleners gewoon om de tuin.” De omslag kwam pas toen Henk via een familielid in aanraking komt met het begrip christelijke hulpverlening. “Voor die tijd had ik daar nog niet van gehoord. Je ging naar de consultatiebureaus en klinieken waar iedereen naar toe ging.” In 2005 kwam Henk terecht op De Wending. “Daar vond ik voor de eerste keer in mijn leven rust. Ik ben er drie maanden geweest en heb na die tijd letterlijk geen druppel alcohol meer gedronken. Het Leger des Heils heeft mij laten zien dat ik er mocht zijn. Ik heb mij daar zo enorm geaccepteerd gevoeld. Andere hulpverleners zeiden dat ook wel tegen mij, zo van ‘je bent een waardevol mens’, maar bij het Leger des Heils merkte ik aan alles dat ze het ook echt meenden. Daar heb ik mijzelf weer terug gevonden en de kracht gevonden om los te komen van de ‘heer’ die mij in zijn greep had. Daar heb ik ook God weer teruggevonden.”

Henk is vrijwilliger geworden bij de kliniek waar hij zelf verbleef. “Sommige mensen lopen het terrein af om nooit meer terug te keren. Voor mij liggen daar de herinneringen aan mijn bevrijding. Daarom wil ik mij inzetten voor die vereniging. En het onderwijs? Tot aan mijn pensionering heb ik nog les mogen geven aan een school voor speciaal onderwijs. Zo is de cirkel misschien toch weer rond.”

TEKST JURJEN SIETSEMA BEELD WENDY BOS

16 | strijdkreet

I’ll fight!

I’ll fight!

William Booth:

Zolang er nog vrouwen huilen, zal ik strijden.

Zolang er nog kinderen honger lijden, zal ik strijden.

Zolang er nog mannen naar de gevangenis gaan,

erin en eruit, erin en eruit, zal ik strijden.

Zolang er nog één verslaafde is, zolang er nog één

meisje verloren op straat loo

pt, zal ik strijden.

Zolang er nog één mens het licht van Godmeisje verloren

op straat loopt, zal ik strijden.

Zolang er nog één mens het licht van Godmeisje verloren

op straat loopt, zal ik strijden.

niet heeft gezien, zal ik strijden,

strijden tot het bittere eind.

strijdkreet | 17

Dit is ook het Leger50|50Naast het zorgtraject dat onze cliënten doorlopen, werkt

een deel bij 50|50 om de overgang naar de arbeidsmarkt

zo soepel mogelijk te maken. Het concept is er in meerdere

smaken: onder meer 50|50 Food, 50|50 Green en 50|50 Store

vind je terug in verschillende plaatsen in Nederland.

SteigerhoutDie leuke houten huisjes, die je misschien wel eens bij Loods 5 hebt zien liggen, worden gemaakt door cliēnten van het Leger des Heils. Ook voor steigerhouten bankjes, tafeltjes en complete bedden kun je terecht op 5050wood.nl. Mooie meubelen voor een zachte prijs. En met een mooi verhaal!

ReShare StoreJe hebt tweedehands en vintage. De ReShare Store heeft

het beste van allebei. Degelijke kleding, van goeie kwaliteit

maar wel betaalbaar. Met de koop help je mensen aan

een baan én draag je bij aan een betere wereld. Kleding

inleveren kan ook, in een van de vele bakken verspreid over

het land.

BlondbekerHet Leger des Heils op een mok van Blond! Deze speciale

beker werd ontworpen voor het 125-jarig bestaan van het

Leger in Nederland. Hij kost 8,95. Bestel ‘m via

webwinkel.legerdesheils.nl.

het beste van allebei. Degelijke kleding, van goeie kwaliteit

inleveren kan ook, in een van de vele bakken verspreid over

Het Leger des Heils op een mok van Blond! Deze speciale

beker werd ontworpen voor het 125-jarig bestaan van het

18 | strijdkreet

Dit is ook het LegerVeel Soeps!De recepten in de app Veel Soeps! zijn origineel en

bijzonder lekker. Via foto’s en interviews maak je kennis

met de koks, die vertellen over hun zelfontworpen recept

én over hun leven voordat ze bij het Leger des Heils terecht

kwamen. Smakelijk! Download ‘m gratis in de Appstore of

Google Playstore.

Hotel BelmontWist je dat het Leger des Heils een eigen (viersterren-)hotel

heeft in Ede? Hier worden congressen georganiseerd en

activiteiten gehouden. Elke zomer zijn er zeer betaalbare

vakanties voor mensen die weinig te besteden hebben.

Maar ook als je een weekendje gaat � etsen in de Veluwse

bossen, kun je hier prima logeren.

Blij dat ik breiBreien is hip! En dat is mooi, want het Leger des Heils

verzamelt breisels voor dak- en thuislozen in Bratislava. Die

worden elk jaar per bus gebracht en door ons persoonlijk

uitgedeeld. Er is momenteel vooral behoefte aan dekens en

mannentruien in grote maten.

Meedoen? Kijk op facebook.nl/blijdatikbrei

Wist je dat… We jaarlijks zo’n 1,5 miljoen overnachtingen regelen voor dak- en thuislozen en zwerfjongeren?

Wist je dat… Er een kleine 6.000 betaalde medewerkers actief zijn bij het Leger des Heils en nog eens 5.000 medewerkers op vrijwillige basis?

Wist je dat… We jaarlijks zo’n 55.000 cliënten helpen in een zorgtraject?

Wist je dat… Het Leger des Heils een Kerkgenootschap is? Je kunt op zo’n 55 plaatsen in Nederland een dienst bezoeken. Kijk voor een locatie in jouw buurt op www.legerdesheils.nl.

Wist je dat… Je mee kunt helpen door te collecteren(legerdesheils.nl/collecte)?

Wist je dat… Majoor Bosshardt, waarschijnlijk onze bekendste medewerkster ooit, is begonnen op de Wallen met 100 gulden en een vlag?

het Leger

bijzonder lekker. Via foto’s en interviews maak je kennis

met de koks, die vertellen over hun zelfontworpen recept

én over hun leven voordat ze bij het Leger des Heils terecht

strijdkreet | 19

Zolang er nog iemand verstokenis van het licht van God...

Betsie Roelofs woonde een bijeenkomst over armoede bij toen iemand naast haar kwam zitten, die haar zou meenemen op een

levensveranderend avontuur. “Bij het Leger des Heils heb ik Jezus leren kennen. Ik mag nu samen met anderen leren ontdekken wat een

leven met God betekent.”

Betsie, tenger, vriendelijk, kordaat, zet koffi e op tafel en deelt koekjes uit. Het krachtige in haar houding is een overblijfsel van haar tijd als ondernemersvrouw. Na haar scheiding belandde ze met haar zoon, die licht autistisch is, op een fl at in Venlo-Noord. Nu ze er eenmaal woont, kan ze niet zo gemakkelijk weg, zegt ze. “Mijn zoon heeft structuur nodig. Hij kan door zijn aandoening slecht tegen veranderingen.”

Haar jeugd was niet gemakkelijk. Als achtste kind uit een groot en streng katholiek gezin (vader, moeder en 10 kinderen) uit de Betuwe droeg ze veel verantwoordelijkheid. Zeker na het overlijden van haar vader. “Mijn moeder liet de kinderen alles opknappen. Dat heb ik haar trouwens vergeven. Ik ben ervan overtuigd dat als ze anders had gekund, ze het anders had gedaan.” Door de jaren heen deed ze weinig met het geloof. “Ik had er vroeger thuis al een hekel aan. Omdat je van de kerk zoveel moest en zo weinig mocht. Bij het Leger des Heils is dat anders. Hier is het elke dag kerk. Het is niet alleen op zondag bij elkaar komen, maar er altijd zijn voor elkaar.”

Die vrouw op de armoedeconferentie bleek een luitenant van het Leger des Heils te zijn. Zij en haar man waren bezig met het opzetten van

een ontmoetingscentrum/kerk in de wijk. “Haar spontaniteit sprak mij aan. We zijn in gesprek geraakt en wat ze zei, raakte mij. Toen ik hoorde dat het Leger des Heils een Alpha-cursus zou beginnen, ben ik die gaan volgen. Die cursus maakte dat ik steeds meer interesse kreeg voor het geloof. Maar wat echt de doorslag gaf, waren de gezichten van de mensen. Zelf had ik, een piekeraar, altijd een wat verbeten trek. Ik vroeg me af: wat hebben zij dat ik niet heb? Gaandeweg ben ik gaan voelen wat dat is. Het is blijdschap en innerlijke rust.”

“Ik heb lang het gevoel gehad dat ik er niet mocht zijn. Dat ik er niet toe deed. In het Leger des Heils heb ik Jezus leren kennen, heb ik ervaren dat ik er mag zijn en dat ik een taak heb. Ik moet er zijn voor mijn zoon en ik mag er zijn voor andere mensen. Ik ben een geliefd mens. Als je dat eenmaal ontdekt en voelt, dan doet vroeger er niet zoveel meer toe. Natuurlijk ben ik er nog niet. Ik groei in het geloof en je gedachten zijn niet zomaar verdwenen. Maar het gevoel om een waardevol mens te zijn geeft zoveel rust. Nu kan ik vooruit kijken en mag ik samen met de mensen die hier komen ontdekken wat een leven met God betekent. Het is een avontuur, dat mij in de loop van de tijd van binnen zoveel rijker heeft gemaakt.”

TEKST JURJEN SIETSEMA BEELD WENDY BOS

20 | strijdkreet

Zolang er nog iemand verstokenis van het licht van God...

I’ll fight!

I’ll fight!

William Booth:

Zolang er nog vrouwen huilen, zal ik strijden.

Zolang er nog kinderen honger lijden, zal ik strijden.

Zolang er nog mannen naar de gevangenis gaan,

erin en eruit, erin en eruit, zal ik strijden.

Zolang er nog één verslaafde is, zolang er nog één

meisje verloren op straat loo

pt, zal ik strijden.

Zolang er nog één mens het licht van Godmeisje verloren

op straat loopt, zal ik strijden.

Zolang er nog één mens het licht van Godmeisje verloren

op straat loopt, zal ik strijden.

niet heeft gezien, zal ik strijden,

strijden tot het bittere eind.

strijdkreet | 21

mensen zijn lid van één vande duizenden muziekgroepen

kinderen doen mee aan jeugd muziekkorpsen of koren

kinderen bezoeken op zondagde zondagschool

heilssoldaten zijn wereldwijd actief

169,491 adherenten 385,994 jongsoldaten26,497 of� cieren

korpsen, buitenposten en andere kerkgebouwen zijn verspreid over de hele wereld

The Mothers’ Homehet eerste ziekenhuis van

het Leger des Heils opende in 1886

Als alle mensen van het Leger des Heils een mars zouden lopen die begint in Groningen, zouden de eerste mensen aankomen in het uiterste puntje van Zuid-Spanje nog vóór de laatste mensen

Groningen zouden hebben verlaten.

22 | strijdkreet

ziekenhuizen en klinieken

bedden zijn bezet

patiënten worden geholpenvia de polikliniek

scholen, colleges en universiteitenmet 686.166 studenten 18.485 leraren

vrouwen bezoeken Legeractiviteiten speciaal voor hen

sociale service centers, tehuizen en hostels

landen

territories en besturen

mensen zijn door het Leger

geholpen tijdens rampen en

calamiteiten

het Leger heeft wereldwijd

het Leger heeft

het Leger is actief in

v� deeld � �

wereldwijd zijn er

het Leger des Heils deelt jaarlijks miljarden koppen soep en kof� e uit

strijdkreet | 23

doen wat we geloven

‘Ik wens jullie toe dat de Heer Jezus goed voor jullie is.’

Uit: Bijbel in Gewone Taal1 Korintiërs 16 vers 23