Strijdkreet 3

24
“Als Jezus op kan staan uit de dood kan Hij ons ook nieuw leven geven” Magazine van het Leger des Heils Jaargang 129 nr. 3 Van Talibanstrijder naar Heilssoldaat

description

Als Christus niet is opgestaan, dan is alles wat wij vertellen onzin. Dan is ook het hele geloof zinloos. En dan hebben wij leugens verteld over God. (Bijbel, 1 Korinthiërs hoofdstuk 15). Pasen. We vieren nieuw leven. We vieren dat Jezus opstond uit de dood.

Transcript of Strijdkreet 3

“Als Jezus op kan staan uit de dood kan Hij ons ook nieuw leven geven”

Magazine van het Leger des HeilsJaargang 129 nr. 3

Van Talibanstrijder naar Heilssoldaat

redactieHoofdredactieMenno de Boer

EindredactieSuzanne Janse

Redactie | [email protected] SietsemaWillemijn de JongNathan SudmeierMarko Mellema

VormgevingNathan Sudmeier

Tra� cArnoud van Roosmalen

CoverWendy Bos

reageren & abonnementenLEGER DES HEILST.A.V. REDACTIEPOSTBUS 3006, 1300 EH, ALMERERedactie | [email protected] | www.legerdesheils.nl

drukSenefelder Misset BVMercuriusstraat 357006 RK Doetinchem

strijdkreetMAGAZINE VAN HET LEGER DES HEILSStichter | William BoothInternationaal leider | Generaal André CoxLeider Nederland | Commissioner Hans van Vlietwww.legerdesheils.nl | [email protected]

© Leger des Heils 2016Het Leger des Heils is een internationale beweging en behoort tot de universele christelijke kerk. Zijn boodschap is gebaseerd op de Bijbel. Zijn dienstverlening wordt gestimuleerd door de liefde tot God. Zijn opdracht is het Evangelie van Jezus Christus te prediken en in Zijn naam menselijke nood te lenigen zonder enige vorm van discriminatie.

nr. 3

4Soldaat van het Leven

8Wat weet jij van Pasen?

10De levende Heer,

wie is dat?

14Wees niet bang,

Hij leeft!

18Jezus leeft!Yeah right...

20Mathäus en Bach

Als Christus niet is opgestaan, dan is alles wat wij vertellen onzin. Dan is ook het hele geloof zinloos. En dan hebben wij leugens verteld over God. (Bijbel, 1 Korinthiërs hoofdstuk 15).

Pasen. We vieren nieuw leven. We vieren dat Jezus opstond uit de dood. En dat is een serieuze zaak. Zeker als je de woorden hierboven leest. Als dat niet is gebeurd, dan is het geloof zinloos...

‘We hebben een levende Heer’ zeggen christenen vaak. Maar wat betekent dat voor ons leven van vandaag? Waar zien we dat in terug?

Soldaat van het Leven

Tekst Jurjen Sietsema Beeld Wendy Bos

Khurram uit Kampen. Ooit strijder voor de Taliban, nu heilssoldaat. Zijn levensverhaal stond al eerder in Strijdkreet, maar hoe ging het verder nadat hij letterlijk alles verloor

en in de gevangenis belandde?

Khurram woont in het gebouw van het Leger des Heils in de binnenstad van Kampen. Sinds hij bij het Leger woont, is hij zeven dagen per week bezig. Hij coördineert de werkzaamheden in de kledingwinkel, organiseert maaltijden en geeft bijbelstudies in verschillende talen waaronder Pools. Die taal leerde hij van zijn ex-vriendin, een Pools fotomodel. In die tijd, nog maar vijf jaar geleden, had hij een heel ander leven. Hij werkte voor een internationaal bedrijf, verdiende veel geld en kon bijna alles krijgen wat zijn hartje begeerde. Tot op een morgen de politie voor de deur stond. Er was iets mis met zijn verblijfspapieren. Hij was volgens de Immigratie en Naturalisatiedienst illegaal in Nederland en werd daarom opgesloten in de gevangenis in Zaanstad.

Alles kwijt “Ik raakte alles kwijt,” zegt hij. “Mijn papieren, mijn baan, mijn appartement en ook mijn relatie liep stuk.” Na een periode achter slot en grendel werd hij overgeplaatst naar het

asielzoekerscentrum in Dronten. Zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning loopt nog steeds en is al een aantal keren afgewezen. “Ze weigeren te geloven dat ik christen ben geworden. Dat komt natuurlijk doordat ik uit Pakistan kom en deel uit heb gemaakt van een commando van de Taliban.”

Ik weigerde een journalist te doden In dat commando leerde hij omgaan met wapens en geweld. Hij kreeg de opdracht om een journalist te executeren, maar zijn geweer weigerde. “De commandant gaf mij zíjn geweer dat vervolgens ook weigerde. Ik kreeg te horen dat ik een duivel in mij had, omdat ik Allah’s wil om de journalist te doden niet uitvoerde. Daarvoor werd ik gestraft.” Khurram wist te ontsnappen aan het commando en kwam via omzwervingen in Nederland terecht.

Radicalisering “Ik was overtuigd en streng moslim. Zo was ik ook opgevoed. En bij de Taliban leerde ik een nog radicalere versie van de Islam. Als het zo was

4 | strijdkreet

strijdkreet | 5

doorgegaan had ik mijzelf waarschijnlijk ergens in Islamabad of Lahore opgeblazen in de overtuiging dat ik iets goeds had gedaan en daarvoor beloond zou worden in de hemel. De gedachte alleen al...”

Ontmoeting met Jezus Toch zegt Khurram dat hij al vanaf de mislukte executie zijn twijfels had. “Waarom weigerden de geweren tot twee keer toe? Wat wilde God mij daarmee laten zien?” Jezus openbaarde zich drie jaar geleden in twee dromen aan hem. “In de eerste droom legde Hij een hand op mijn schouder en zei dat alles goed zou komen. Die droom gaf mij zo’n innerlijke rust. In de tweede droom werd ik in Zijn aanwezigheid gedoopt.” De ontmoeting met Jezus in twee dromen

veranderde zijn leven. Hij besloot Jezus te volgen en christen te worden. “Daarmee was ik een afvallige moslim. In Pakistan loopt inmiddels een fatwa tegen mij, een religieuze veroordeling. Als ik terug moet, dan zal ik mij moeten verantwoorden voor de rechter en wacht mij de doodstraf.”

Nieuw leven in een nieuw Leger Khurram besloot zich te laten dopen zoals hij in zijn droom had gezien. Hij bezocht verschillende kerken en maakte kennis met het Leger des Heils. Daar vond hij rust en kreeg hij de mogelijkheid om zijn nieuwe geloof in praktijk te brengen. Hij besloot zich aan te sluiten bij het Leger en werd ingezegend als heilssoldaat. “Toen begon een heel

6 | strijdkreet

nieuw leven. Ik merkte dat ik hier de ruimte kreeg om contacten te leggen met allerlei mensen. Ik zoek dat ook op. Bijvoorbeeld met vluchtelingen die naar Kampen zijn gekomen. Syriërs, Irakezen, noem maar op.” De gezegende jongenKhurram onderhoudt ook goede contacten met de moslimgemeenschap in Kampen en wordt er geroemd om zijn kennis van de islam en het christendom. “Ik stap vaak even de moskee binnen om een praatje te maken. In mijn Leger des Heils fleecevest. En overal vertel ik over Jezus, of Isa zoals hij in de Koran wordt genoemd. In de Koran wordt hij vijfentwintig keer rechtstreeks door God aangesproken. De profeet Mohammed heeft in de hele Koran maar drie keer direct contact met God. Dat zegt toch wel iets. Toch heb ik de Koran losgelaten. De Bijbel is nu mijn leidraad.” De ‘gezegende

jongen’ wordt hij genoemd door de mensen die de inloopochtenden van het Leger des Heils in Kampen bezoeken. “Als mensen mij vragen hoe het met mij gaat, zeg ik: ‘ik ben gezegend’. Daarom noemen ze mij zo.”

Jezus redde mij Als Khurram over Jezus praat, straalt hij. Hij is voorgoed veranderd, zegt hij. “Jezus heeft mij gered. Hij stierf aan het kruis voor mij en droeg mijn zonden. Het is mijn favoriete Bijbelgedeelte. Hij overwon de dood. Dat vieren we op Paasmorgen. De wetenschap dat ik niet zelf hoef te boeten voor mijn zonden, is zo’n verschil met het geloof waarmee ik ben opgegroeid. Daar

moet je de hemel letterlijk verdienen door je strikt te houden aan de regels of zelfs door jezelf en anderen op te blazen om zo je toegangskaart voor de hemel veilig te stellen. Door Jezus’ bloed is alles betaald. Toen Hij opstond uit de dood, liet Hij meteen zien dat hij niet alleen de levende Heer is maar ook heerst over dood en leven.”

Ik ervaar Hem elke dag “En als hij op kon staan uit de dood, dan betekent dat ook dat hij mij nieuw leven kan geven. Pasen betekent voor mij dat hij leeft. Dat hij nog steeds leeft, ook vandaag en dat hij er, zoals hij in de Bijbel belooft, zal zijn tot het einde van de wereld. Toen ik met dat geweer in mijn hand stond, wist ik niet wie ervoor zorgde dat het niet afging. Wie er op dat moment bij mij was. Nu weet ik dat. Ik ervaar Hem elke dag. In de verschillende groepen waarmee ik werk, bijvoorbeeld in Bijbelstudies met Arabieren, Turken, Afrikanen, heilssoldaten en zelfs enkele theologiestudenten uit Kampen, zie ik dat Hij werkt.”

Jezus zien in de ander Khurram zegt dat hij Jezus niet alleen ervaart maar ook ziet in andere mensen. “In hun liefde, in hun goedheid en hun tolerantie. Wat je van Hem hebt ontvangen, wil je ook graag aan anderen doorgeven. Dat ben ik gaan zien als mijn missie. Er zijn voor anderen, hun vertellen wie Jezus is.”

Soldaat van het levenKhurrams toekomst is nog onzeker. “Ik weet wel wat ik wil. Ik wil mijn leven graag in dienst van God en mensen doorbrengen als officier bij het Leger des Heils. Dat kan helaas nog niet omdat mijn verblijfsvergunning telkens wordt afgewezen. Als die eenmaal rond is, dan kan ik door met mijn leven. Tot die tijd doe ik wat ik kan en leef ik in de hoop en de overtuiging dat het goedkomt. Ik was een soldaat van de dood maar ben nu een soldaat van het leven. Door Jezus.”

“Toen Hij opstond uit de dood, liet Hij meteen zien dat hij niet alleen de levende Heer is maar ook heerst over dood en leven.”

strijdkreet | 7

1. Wat vierden Jezus en zijn vrienden de avond voordat Jezus stierf?

A. PesachB. SabbatC. Bar mitswa

2. Hoe heet de tuin waar Jezus met zijn vrienden was voordat Judas hem verraadde?A. GolgothaB. GetsemaneC. Gibraltar

3. Wat deed de stadhouder voordat hij Jezus tot de dood veroordeelde?A. Hij ging in badB. Hij waste Jezus’ voetenC. Hij waste zijn handen

4. Door wie werd Jezus berecht?

A. Kajafas, Herodes en PilatusB. Balthasar, Melchior en CasparC. Jericho, Emmaus, Hebron

5. Wat zorgde ervoor dat Petrus besefte dat hij Jezus in de steek had gelaten?A. Er kraaide een haanB. Johannes gaf hem ervan langsC. Hij kreeg een visioen

6. Wat gebeurde er tijdens Jezus’ weg naar het kruis?

A. Jezus probeerde te ontsnappenB. Huilende mensen versperden de wegC. Een voorbijganger nam het kruis over

Test:

8 | strijdkreet

Tel je punten bij elkaar op:

a b c 1) 2 1 0 2) 1 2 0 3) 0 1 2 4) 2 1 0 5) 2 0 1 6) 0 1 2 7) 1 2 0 8) 0 2 1 9) 0 2 1 10) 0 1 2 11) 1 2 0 12) 2 0 1

0 - 8 puntenAi, jij hebt vast nog nooit een bijbel vastgehad. Wist je wel dat in het

oorspronkelijke verhaal geen paashaas of gekleurde eieren voorkomen?

Misschien kun je eens beginnen met het lezen van het paasverhaal in deze

Strijdkreet. Want de boodschap geldt ook voor jou, en Jezus is ook voor jou

gestorven! De smaak te pakken? In de Bijbel staan nog veel meer mooie verhalen.

De Bijbel in Gewone Taal is een fi jne uitgave om eens rustig doorheen te

bladeren.

9 - 16 puntenJe hebt de klok horen luiden, maar waar hing die klepel ook alweer? Je bent goed

onderweg, maar je slaat af en toe de plank nét mis. Welke naam hoort bij welk

verhaal en hoe ging het nu echt? Misschien kun je toch je kennis eens opfrissen.

17 - 24 puntenHeel goed, jij weet hoe het echte paasverhaal is gegaan! Je kent de namen en

details uit je hoofd. Waarschijnlijk weet je ook dat het verhaal door meerdere

mensen is opgeschreven. Maar wist je ook dat hier kleine verschillen inzitten?

Soms leggen de schrijvers de nadruk anders of vullen ze elkaar aan. Leuk om nog

eens te vergelijken!

7. Wat stond er op het bordje dat boven Jezus’ hoofd hing, aan het kruis?A. ‘Dit is mijn geliefde zoon’B. ‘Koning van de Joden’C. ‘Dit is een oproerkraaier’

8. De soldaten verdeelden Jezus’ bezittingen. Waar dobbelden ze om?

A. Zijn BijbelB. Zijn hemdC. Zijn staf

9. Wat waren Jezus’ laatste woorden toen hij aan het kruis hing?A. ‘Dit had nooit mogen gebeuren’B. ‘Het is volbracht!’C. ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen’

10. Waar werd Jezus’ lichaam heengebracht?

A. Het kerkhof van JeruzalemB. Het huis van zijn vriend LazarusC. De graftuin van Jozef van Arimathea

11. Wie kwam er als eerste achter dat Jezus uit de dood was opgestaan?

A. De tuinmanB. Maria, een vriendin van JezusC. Nicodemus, een wetgeleerde

12. Welke vriend van Jezus twijfelde aan het wonder van Jezus’ opstanding?A. ThomasB. JozuaC. Jacobus

strijdkreet | 9

De levende Heer,

wie is dat? Wat betekent de opstanding van Jezus voor mensen die dat

‘beroepsmatig’ altijd aan anderen vertellen? Drie mensen die op zondag in de kerk preken, vertellen wie de levende Heer

voor hen is en hoe Hij zichtbaar is hun leven.

Tekst Jurjen Sietsema Beeld Wendy Bos en Michael Damen

10 | strijdkreet

“Ik heb gemerkt dat mensen de levende Heer op heel verschillende manieren kunnen ervaren. Daarom vind ik dat je elkaar ook

niet de maat moet nemen van ‘zo is het en zo moet het want anders klopt het niet’. Het ervaren van Christus in je leven

kan verschillen per levensfase. Als je me deze vraag tien jaar geleden had gesteld, had ik waarschijnlijk anders

geantwoord. Ik heb denk ik zelf ook een ontwikkeling doorgemaakt. Ik heb een gereformeerde achtergrond. Een hele rationele manier van geloven. In mijn doctoraalscriptie heb ik twee uitersten behandeld. Eén iemand met hele rationele ideeën over hoe God zich in de geschiedenis heeft laten zien en iemand die meer mystiek georiënteerd is en God veel meer van binnenuit benadert. Toen ik afstudeerde, kon ik met dat laatste nog niet zoveel. Nu denk ik: hij had een punt. Die ontwikkeling waar ik het over had zit hem denk ik in een switch van het geloven met het hoofd naar het geloven met het hart. Dat warme, emotionele ben ik steeds meer gaan waarderen. Als ik nu de levende Heer verkondig op Paasmorgen, dan vertel ik dat Hij zich laat zien in wat er tussen mensen gebeurt. Daar waar mensen bevrijding ervaren, opgelucht ademhalen en verder kunnen met hun leven. Jezus is daar waar

bevrijding plaatsvindt. Dat betekent trouwens niet dat alles ineens goed is. Herstel van het gewone leven

betekent niet dat alles zomaar is opgelost, maar dat je het ook moet uithouden met de wonden die geslagen zijn.

Jezus zorgt dat je daarmee kunt leven, dat je verder kunt. Veerkracht, dat is ook bevrijding. Het vermogen krijgen om

met de moeilijkheden in je leven verder te leven. Dat is een duidelijk bewijs van het bestaan van die levende Heer.”

Dominee Hans BlomPredikant

strijdkreet | 11

DomineeMirjam Kol lenstaart–Muis Predikant

“Ik ben opgegroeid met de kerk, maar zonder Jezus. Geloven was vroeger een vast ritme in mijn leven. Thuis gingen we elke week naar de kerk en bij elke maaltijd werd er gebeden. Maar ik had geen persoonlijke relatie met Hem. Die kreeg ik pas halverwege mijn

studie theologie.

Toen ik lid werd van een theologische studentenvereniging, trof ik mensen die vanuit hun geloof een zekerheid in hun leven hadden

die ik miste. Door met hen om te gaan, leerde ik meer over hun geloof, over wat God en Jezus in hun leven betekenden. Zij

spraken over hen als een realiteit. Daardoor werd mijn verlangen om hen te leren kennen groter en ben ik

gaan zoeken. Tijdens die zoektocht heb ik bijzondere ervaringen gehad, spirituele ervaringen.

Op een gegeven moment ben ik gestopt met zoeken. Toen heb ik een rationele keuze gemaakt om te geloven

dat God bestaat en dat alles wat in de Bijbel staat waar is, ook voor mijn leven. Dat heeft me rust gegeven.

De laatste jaren zie ik steeds duidelijker dat alles in mijn

leven met elkaar verweven is. Ik ben geboren in Indonesië, in een relatie waarin ik ongewenst was. Mijn moeder heeft mij afgestaan voor adoptie. Ik heb een prima jeugd gehad, maar ben erachter gekomen dat dat ‘afgestaan zijn’ een soort trauma is in mijn leven. Dat heb ik heel lang ontkend. Nu pas zie ik wat voor angst dat heeft opgeleverd. Angst om afgewezen te worden, angst om alleen gelaten te worden, om niet geliefd te zijn. Dat verklaart ook dat ik me altijd aan andere mensen heb vastgeklampt, geen afscheid kon nemen, niet kon loslaten. Toen ik dat ontdekte, ontdekte ik tegelijkertijd dat de enige aan wie ik mij kan en mág vastklampen Jezus is. Hij is degene geweest die mij bevrijd heeft van al mijn angst. Jezus is mijn bevrijder. Een paar jaar geleden heb ik een kruis op mijn pols laten tatoeëren. Sommige mensen hebben een kruisje om hun nek. Dat zie je niet altijd zelf. Ik wilde dat kruis altijd voor ogen houden. Dat kruis staat voor mij voor de weg naar vrijheid. En dat is voor mij een heel belangrijk begrip. Het Evangelie is goed nieuws. Het geeft vrijheid en speelruimte.

Het is genieten in vrijheid.”

12 | strijdkreet

“Sinds mijn 18e ben ik bewust christen. Daarvoor had ik er wel een idee bij, maar er nog geen ervaring mee. Pas toen ik echt bewust naar Hem ben gaan zoeken, ben ik Jezus gaan ervaren als een realiteit in mijn leven. Ik lees over Hem in de Bijbel en ik zie Hem in mensen met wie ik in aanraking kom. Ik ervaar Hem ook door specifi eke ervaringen waarin dingen op een bijna wonderlijke manier bij elkaar komen. In je leven vallen dingen op hun plek als je Jezus leert kennen en zijn aanwezigheid ervaart. Ik besteed elke dag tijd en aandacht aan bidden en bijbellezen. Als je dat doet, dan merk je dat je Jezus, en door Hem God, beter leert kennen. Toen ik voorganger was bij het Leger des Heils in Utrecht, merkte ik een roeping om mensen te helpen opstaan. Bijvoorbeeld mensen die vanuit een tbs-kliniek bij ons kwamen om weer de maatschappij in te gaan, wijkbewoners rondom het gebouw maar ook bekenden die al jaren bij het Leger kwamen. Ik heb daarbij niet alleen geprobeerd om genade te preken, maar ook om genadig te zijn. En, misschien nog wel belangrijker: mensen te leren genadig te zijn voor de ander en voor zichzelf. Een uitdrukking die ik graag gebruik, is ‘groeien in genade’. Genade is ook elkaar de ruimte gunnen om te zijn wie je bent. Ook al ben je het niet altijd met elkaar eens. Daar help ik mensen graag bij. Door ze te wijzen op de levende Heer, op Jezus. Voor mij betekent die genade gericht zijn op anderen, hen aandacht geven en hen helpen opstaan uit hun ellende. In de drie jaren waarin Jezus’ leven wordt beschreven in de Bijbel heeft Jezus verschillende mensen geholpen om weer op te staan. Daarin zie ik ook onze roeping. Als christenen, als Leger des Heils zijn we geroepen om mensen te helpen weer op eigen benen te staan en hen te laten worden zoals God hen bedoeld heeft.”

Kapitein Marc PottersVoorganger bij het Leger des Heils

strijdkreet | 13

14 | strijdkreet

Wees niet bang,Hij leeft!

Tekst Willemijn de Jong Beeld Shutterstock

Er loopt een man door de straten van Jeruzalem. Snelle stappen in de schemering. Zijn kaken stijf opeen geklemd, zijn vuist stevig om het tasje met geld dat bij elke stap rinkelt. Eindelijk heeft hij het gedaan. Hij is opgekomen voor zijn recht. Jaren heeft hij gewacht tot Jezus, zijn leraar en vriend, de overheersende Romeinen een lesje zou leren. Maar nee, Jezus heeft hen voorgelogen. Een lafaard is het. Hij heeft het constant over sterven. En toen Jezus tijdens de

maaltijd vanavond zei dat iemand van zijn vrienden hem zou verraden - toen was het genoeg. Hij, Judas, heeft een prachtige deal gemaakt met de wetsgeleerden. Vanavond komt er een

einde aan die slapheid van zijn Rabbi. Vanavond is het genoeg geweest.

Na de maaltijd gaan Jezus en zijn leerlingen de stadspoorten uit. Twaalf mannen in het donker. Op de berg naast Jeruzalem

is een prachtige tuin met olijfbomen. Een prima plek om te overnachten op deze warme avond. Dit is ook de plaats waar Jezus vaak heen gaat om in eenzaamheid te bidden. Maar de vrienden van Jezus merken wel dat het een andere avond is dan anders. Jezus kijkt gepijnigd, Hij loopt gebogen. En de maaltijd van het Pesachfeest vanavond was hecht, maar op zo’n manier dat je weet dat er iets staat te gebeuren. Als ze zijn aangekomen in de tuin, loopt Jezus met zijn drie beste vrienden wat dieper de tuin in. “Willen jullie hier blijven?” vraagt Jezus. “Blijf alsjeblieft wakker voor mij.” Hij laat de mannen achter en loopt een stukje verder. Eenmaal alleen valt Jezus bevend op de grond. Het gepijnigde gezicht is veranderd in een grimas. Het lijkt wel of er uit elke vezel van zijn lichaam zweet komt. “Vader! Ik wil dit niet!” huilt de Rabbi.

“Maar niet mijn wil, maar Uw wil geschiedde.” Als Jezus even later terugstrompelt naar zijn vrienden, liggen ze tegen een olijfboom aan te slapen. “Wat liggen jullie daar te slapen? Word toch wakker. De Mensenzoon wordt uitgeleverd aan zondaars. Ze zijn vlakbij.” Petrus, Jakobus en Johannes schrikken wakker. Tussen de bomen door zien ze fakkels dichterbij komen. Gekletter van wapens. De grond dreunt van naderende voetstappen. Ook de andere leerlingen van Jezus komen op Hem af. “Bent u in gevaar? Wie zijn dat? Laten we vluchten!” Jezus zegt niets. Hij staat daar niet versteend. Hij staat daar alsof Hij weet wat er gaat gebeuren. De schimmen worden silhouetten. De leerlingen pakken elkaar vast. Dan stapt er een man naar voren uit de groep soldaten. Judas?! “Wie zoeken jullie?” klinkt de rustige stem van Jezus. “Jezus van Nazareth!” roepen de soldaten. “Dat ben ik.” Zijn stem is nog net zo rustig als

strijdkreet | 15

daarvoor, maar er gaat toch een schokgolf door de soldaten heen, ze vallen op de grond. De stem van de Rabbi die spreekt heeft macht. Maar Judas is niet onder de indruk. “Meester”, zegt hij en hij geeft Jezus een kus. Meteen komen de soldaten in actie. De man die Judas zou kussen, dat zou Hem zijn. Ze grijpen Jezus hardhandig vast. Ook de leerlingen worden beetgepakt. “Meekomen!” bulderen de soldaten. Maar Petrus, Jezus’ beste vriend, geeft zijn meester niet zo gauw gewonnen. Van Jezus blijven ze af! Hij grijpt zijn zwaard en maait ermee naar zijn aanvaller. Rats! De man voor hem grijpt naar zijn hoofd. Er valt een bloedend oor op de grond. “Steek je zwaard in zijn schede! Zal Ik de beker niet drinken die mijn Vader mij geeft?”, klinkt Jezus stem. De soldaten die Hem vasthouden verslappen hun houding, nu ze zien dat Jezus het niet tegen hen heeft. Jezus bukt, pakt het bloedende oor van de grond en zet het tegen het hoofd van de gewonde man. Hij geneest. De soldaten en de leerlingen zien het met open mond aan. Dan pakt de overste van de soldaten Jezus weer vast. ‘Meekomen!’ buldert hij nogmaals. De Rabbi wordt meegesleurd. Naar het huis van de wetsgeleerden. In de olijftuin blijven alleen zweet en bloeddruppels achter. Jezus staat voor de hogepriester. Johannes is het huis ook in, geglipt met de meute mee. Vanuit een hoekje achterin de zaal ziet hij hoe er beschuldigingen op zijn meester worden afgevuurd. Hij balt zijn vuisten onder zijn mantel. Het zijn allemaal leugens! Jezus heeft nooit iets verkeerds gedaan. Zelfs nu, tegenover deze agressieve groep mensen, kijkt Hij alleen liefdevol terug. Op de beschuldigingen geeft Hij geen antwoord. Dan staat de hogepriester op van zijn stoel. Hij gaat voor Jezus staan. “Antwoord mij. Bent u de Verlosser, de zoon van de levende God?” klinkt zijn stem door de zaal. Tot de verbijstering van Johannes klinkt de stem van zijn Rabbi helder door de zaal. “Dat

ben ik.” De hogepriester scheurt zijn kleren van verontwaardiging. “Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? Dit is godslastering!” De wetgeleerden weten genoeg. Ze spugen Jezus in zijn gezicht. Ze stompen en slaan Hem. Ze schelden Hem uit. Wat een zondaar! Wat denkt hij wel niet, dat hij zo spot met God? Ze sleuren Hem mee naar buiten, waar de dag is aangebroken. De godslasteraar moet voor de stadhouder verschijnen. Want dat Hij de doodstraf verdient, dat is voor de wetsgeleerden wel duidelijk. Een grote menigte is op het plein voor het huis van de Romeinse stadhouder verzameld. “Kruisig hem!” schreeuwen ze, opgezweept door de

wetgeleerden. “Hij moet dood!” Stadhouder Pilatus kijkt neer op de woedende massa. Hij bijt op zijn lip. Hij kent Jezus wel. Het is een wonderdoener, een liefdevolle profeet. Die kan hij toch niet zomaar veroordelen? Haastig laat hij een voor het volk bekende moordenaar, Barabbas, op het bordes verschijnen. “Wie zal ik laten kruisigen? Deze man of jullie Jezus?” klinkt zijn stem over het plein. Maar nog voor hij zijn zin heeft afgemaakt, barst de menigte nog heftiger uit: “Laat Barabbas los! Jezus aan het kruis!” Het zweet breekt Pilatus uit. Wat een afschuwelijke toestand. Dan hoort hij vlak voor het bordes een man schreeuwen. “Hij noemt zich de koning van de Joden. Wat denkt u dat de Romeinse keizer ervan vindt als u zo’n man vrijlaat?” Pilatus schrikt. Dit volkje moet geen problemen voor hem gaan veroorzaken. Dan maar een onschuldige man dood. Hij wast zijn handen

Ze krimpt ineen als de moordenaar die aan het kruis naast Jezus hangt, zijn stem verheft. “Je bent toch de Verlosser? Zoveel wonderen heb je gedaan, help jezelf en ons dan van het kruis af!”

16 | strijdkreet

in een schaal water. “Ik zie geen schuld in deze man. Maar neem hem maar mee!” Daar gaat Jezus. Bloedend. Tussen de scheldende menigte door. Soldaten drukken een groot houten kruis op zijn rug. Hij mag zijn eigen martelwerktuig naar de heuvel dragen. Daar, op Golgotha, de schedelberg, worden er spijkers in zijn handen en voeten geslagen. Met twee andere misdadigers naast hem hangt de Rabbi aan een kruis. Een onschuldige man. Boven zijn hoofd hangen ze een bordje. ‘Jezus van Nazareth, de koning van de Joden.’ Vlak onder het kruis staan Johannes en Maria. Maria, zijn moeder. Ze krimpt ineen als de moordenaar die aan het kruis naast Jezus hangt, zijn stem verheft. “Je bent toch de Verlosser? Zoveel wonderen heb je gedaan, help jezelf en ons dan van het kruis af!” De crimineel aan het andere kruis duwt zichzelf omhoog een zegt met het kleine beetje adem dat hij nog uit zijn longen krijgt: “Zwijg toch! Wij hangen hier omdat we het verdienen. Deze man heeft niets verkeerds gedaan.” Het blijft even stil. Dan draait de laatste man zijn hoofd zo ver mogelijk naar Jezus. “Meester, denk aan mij als U in uw paradijs bent.” Jezus kijkt terug. “U zult met Mij in het paradijs zijn.”

Uren later, als Jezus eindelijk zijn laatste adem uitblaast, nadat Hij “Het is volbracht” heeft gezegd, trekt de zon achter de wolken. De menigte die het kruisspektakel heeft gevolgd, kijkt angstig omhoog. Het zijn niet zomaar wolken. Nee, het wordt plotseling aardedonker. De aanvoerder van de soldaten is verbijsterd. Hij kijkt omhoog, naar de man die daar hangt, met een gebogen hoofd. “Werkelijk, Hij wás Gods Zoon.” Jezus’ dode lichaam wordt van het kruis gehaald, gebalsemd zoals dat toen gebruikelijk was, en in een graf gelegd van één van zijn rijkere vrienden. De groep vrienden die Hem tot op het laatst

volgden, is ontroostbaar. Hoe kan hun meester hen hebben verlaten? Hij zou hen toch verlossen? Zijn al die wonderen, al die mooie woorden, al die liefde van Jezus dan voor niets geweest? Niet ver van de graftuin zitten ze bij elkaar. Maar Maria, een vriendin van Jezus, kan er niet blijven. Ze móet nog een keer naar Hem toe. Ze wil zijn lichaam, het laatste wat van hem over is, nog één keer verzorgen. In de ochtendvroegte snelt ze naar de graftuin. Bij elke voetstap ritselt het bosje kruiden in het tasje dat ze vastheeft. Ze ziet door haar tranen amper waar ze loopt. In de graftuin staat Maria plotseling stil. Ziet ze dat goed? Is de steen voor het graf weg? Zo snel als haar benen haar kunnen dragen rent ze op het graf af. Ze steekt haar hoofd naar binnen. Niets! Het graf is leeg! Haar verdriet slaat om in paniek. Wie heeft het lichaam van haar Rabbi gestolen? Is het dan nooit genoeg? Verward rent ze terug de tuin in. Daar botst ze bijna tegen de tuinman aan. “Meneer, meneer, ze hebben mijn Jezus meegenomen. Weet u… Weet u waar Hij is?” De tuinman blijft stil. Hij kijkt Maria aan. “Maria”, zegt Hij. Een schok gaat door haar heen. Die stem kent ze! Maria veegt de tranen uit haar ogen en kijkt de tuinman aan. Haar ogen worden groot en haar stem slaat over als ze roept: “Meester!” Verward wil ze in Zijn armen vallen, maar Jezus duwt haar zachtjes terug. “Wees niet bang, Maria. Vertel de rest dat ze naar Galilea moeten gaan, daar zullen ze mij zien.” Maria rent zo hard als ze nog nooit heeft gedaan. Het is de mooiste boodschap die een mens ooit aan zijn vrienden kon vertellen. Hun Jezus, waar ze zo intens om rouwden, hun leraar, hun koning, hun Verlosser – Hij leeft!

“Wie heeft het lichaam gestolen? Is het dan nooit genoeg?”

strijdkreet | 17

18 | strijdkreet

Jezus leeft!Yeah right…

Misschien denk je na het vorige verhaal wel: “Ja hoor, mooi verhaal. Leuk verzonnen. Opstaan uit de dood; kan niet. Die lui die de Bijbel schreven, hebben dat vast symbolisch bedoeld, of ze hadden te veel gedronken. Gevalletje wishful thinking…” Die conclusie kun je misschien trekken als maar een handjevol verdwaasde volgelingen had beweerd dat ze Jezus gezien hebben na zijn dood. Maar dat is niet zo. Honderden hebben Hem gezien, met Hem gesproken en aan anderen kunnen vertellen dat Hij echt leeft. Dat telt toch best zwaar als historisch bewijs. De naam Jezus wordt vandaag de dag vaak gebruikt als krachtterm. Vaak, zodra Zijn naam op een serieuze manier valt, worden mensen wat zenuwachtig of lacherig. Ze worden er ongemakkelijk van. Ze willen liever niet over Hem nadenken, niets met Hem te maken hebben. Dat is ergens een beetje raar. Want waarom zou je je druk maken over iemand die toch dood is? Anderzijds: waarom zouden we Zijn naam

dagelijks noemen, zij het in de vorm van een vloek? We hebben het toch ook niet dagelijks over Napoleon? Christenen geloven dat Jezus niet alleen is opgestaan uit de dood, maar ook vandaag nog leeft. Dat zou betekenen dat Hij nog altijd beschikbaar is voor mensen die op zoek zijn naar de zin van hun leven. Dan wil Hij nog steeds mensen Zijn verlossing aanbieden en een relatie met hen aangaan. Ook met jou! Ik ben ervan overtuigd dat Hij leeft. En dat Hij ook jou zoekt. Hij wil die relatie met ons. Twee miljard christenen van over de hele wereld geloven dat ook. Dus twee miljard mensen zijn óf heel erg dom, óf ze hebben gelijk. En wat moet jij daar dan mee? Als het niet waar is, dan volgen die twee miljard mensen wereldwijd hooguit een waanidee. Maar… Stel dat het wél waar is. Dan is er een levende Heer die jou niet alleen gemaakt heeft, maar ook deel van jouw leven wil zijn. En dan? Dan wordt het tijd dat je Hem eens gaat ontmoeten.

Tekst Menno de Boer Beeld Brandon Cox

strijdkreet | 19

Matthäusen Bach

Tekst Willemijn de Jong Beeld Hans Morren / M. van den Broek

De weken voor Pasen zijn gouden tijden voor concertzalen en kerken. Op veel plaatsen in Nederland wordt de Matthäus Passion opgevoerd, het beroemde

muziekstuk van componist Johann Sebastian Bach over het lijden en sterven van Jezus. Wat is er zo bijzonder aan dit muziekstuk dat we het al eeuwen jaarlijks opvoeren en beluisteren? We vroegen het aan dirigent Jan Willem de Vriend.

De Matthäus Passion is gebaseerd op de bijbelgedeelten Mattëus 26 en 27, waarin het verhaal wordt verteld van het lijden en sterven van Jezus. Wat is er zo mooi aan?“Dat er zoveel mensen door worden aangesproken, komt doordat de Matthäus Passion voor iedereen iets heeft. Voor de gewone luisteraar is het een bekend verhaal. Iemand die niets van muziek weet, kan toch betoverd raken door het verhaal. Maar hoe meer je weet, hoe meer schoonheid je in de Passion hoort. Een theoloog ontdekt mooie diepere lagen in de vertolking van het Paasverhaal, een wiskundige

ziet prachtige getallensymboliek in het stuk en een muziekkenner hoort hoe geniaal de muziek is opgebouwd. Het is echt voor iedereen.” De Matthäus Passion is een vertelling: een solist die de ‘Evangelist’ vertolkt, loodst je als het ware door het verhaal heen. Waarom heeft Bach voor deze vorm gekozen?“In zijn tijd kreeg Bach ook kritiek op die vorm. Men vond het schandalig om een heilig Bijbelverhaal op een opera te laten lijken; dat was tenslotte volksvermaak. Toch heeft hij hiervoor gekozen. Het is tenslotte een verhaal,

20 | strijdkreet

en hij brengt het ook als zodanig. Door de verschillende stemmen die hij laat spreken, met verschillende emoties, komt het verhaal ook heel dichtbij. Neem het beroemde onderdeel ‘Erbarme dich’; dat zit vol emotie van Petrus. Bach legt in een aria uit wat een mens kan voelen, en hij belicht heel veel aspecten van het menselijke verdriet.” Waarom koos Bach precies voor dit bijbelgedeelte? De Bijbel staat vol met tot de verbeelding sprekende verhalen.“Vergis je niet; Bach heeft drie jaargangen lang elke week een cantate gemaakt voor de kerk. Hij was in dienst van de kerk. De muziek diende als ondersteuning van de preek. Sowieso was in die tijd muziek veel belangrijker dan nu. Mensen kregen op school Latijn, mathematiek en muziek. Het was een onderdeel van het leven. En het was ook een groot onderdeel van het geloof. Twee van de Passions die Bach heeft geschreven kennen wij nu nog, net als een oratorium voor Kerst. Deze verhalen waren in de kerk heel belangrijk. Kerst en Pasen waren kernpunten van het geloof. Vandaar dat een paasverhaal veel meer aandacht kreeg dan een ander muziekstuk.”

strijdkreet | 21

Wat is voor u het mooiste moment uit de Matthäus Passion?“Elke keer als ik het stuk opvoer met mijn orkest, vind ik weer een ander stuk bijzonder. Dan denk ik tijdens zo’n avond: oh, dit is het allermooiste! En dan even later: nee nee, het is toch hier! Veel mensen hebben wel een moment in de Passion dat hen het meeste raakt, maar dat kan ook per keer verschillend zijn. Het stuk is te groots om een duidelijk hoogtepunt te hebben.” Veel mensen laten een traantje bij de Matthäus. Waarom is het zo’n ontroerend stuk?“De muziek is zo ongelofelijk brilliant, op sommige momenten voelt het voor de luisteraar alsof de grond onder je voeten weggaat. Daarbij: het stuk maakt aanspraak op ieders leven. Iedereen kent wel een dierbare die is overleden. Bij zo veel momenten van verdriet in het stuk, kun je niet meer om je eigen verdriet heen.” Maakt het verschil als je ook in het verhaal gelooft? Want dan is het jóuw Jezus die daar voor jóuw zonden sterft…“Er is zo’n uitspraak, misschien heb ik het zelf wel gezegd, dat God veel aan Bach heeft te danken. Hij heeft zo ongelofelijk goed de religie verklankt. En er zijn veel mensen die zonder de Matthäus Passion nooit in aanraking zouden zijn gekomen met het lijdensverhaal. Ik denk dat iedereen die naar de Matthäus Passion luistert, op dat moment het verhaal gelooft. Zelfs voor mensen die het verhaal in twijfel trekken.” Er zitten veel lagen en symboliek in de Matthäus Passion.“Ja. Neem bijvoorbeeld de fl uit. Dat was het instrument van de herders. In de Bijbel worden

herders bezocht door engelen. Aardbewoners die in contact kwamen met het hemelse, dus. De viool komt het dichtst bij de rijkheid en ondoorgrondelijkheid van de menselijke ziel. Altijd als Christus spreekt in de Passion, wordt hij begeleid door alle strijkers. Het beeldt dan een soort aureool uit. Als je schilderijen uit de tijd van Bach bekijkt, zie je dat Christus en heiligen altijd zo’n gouden aureool om hun hoofd hebben. De strijkers doen hetzelfde bij Hem in dit muziekstuk. Maar de symoliek zit ook in het ritme. Het stuk begint met het zogenoemde tombone mort – dat klinkt als het kloppen van een hart. In de tijd dat Bach het stuk schreef, begrepen luisteraars dat dit verwees naar het sterven. Luisteraars weten dat nu misschien niet, maar ze vóelen het wel. Zelfs in de muziek op papier is symboliek verstopt. Als je naar de noten kijkt, zie je dat er vaak een kruis in is verwerkt. De noten naast elkaar hebben dan die vorm.” Er zijn twee koren: een met mensen die het verhaal bevestigen, een met mensen die het verhaal bevragen. Waarom is dat?“Dat is gebruikelijk in de kunst uit die tijd: links is altijd de bestendigheid en rechts de onbestendigheid. Op een schilderij staat dan aan de linkerkant de mooi aangeklede man met een boek, en rechts ligt bijvoorbeeld iemand in een lendendoekje arm te wezen. In de Matthäus Passion heb je aan de linkerkant het koor dat vertelt wat er gebeurt, en aan de rechterkant het koor dat de vragen stelt. ‘Waarom?’ en ‘waarheen?’. Maar Bach gebruikt verschillende vormen. Soms is het koor het volk, soms is het beschouwelijk en kijken ze als het ware in hun gedachten terug, soms is het koor ook gewoon een rustpunt. Dan zingen ze over het verdriet over je eigen zonden, bijvoorbeeld. Het muzikale dialoog tussen de twee koren was

22 | strijdkreet

in Bachs tijd wel een gebruikelijke vorm om de luisteraars iets te vertellen.”

Zit er een climax in het stuk?“Het hoogtepunt voor het koor is het ‘kruisig Hem’ van het volk. Ik hoef dat nooit te repeteren met het koor. De zangers gaan als vanzelf steeds sneller en feller zingen. Het is me opgevallen dat sommige muziek vrij agressief en bitter is. Ik ben er wel eens van geschrokken. Dat veroordelende roepen, het opjutten, dat zit blijkbaar in ons allemaal – dat gaat vanzelf. Bach neemt je daarin mee.” Denkt u dat Bach met het vertellen van het lijdensverhaal een vertaalslag naar nu wilde maken? Dat je als luisteraar iets

met de boodschap van het verhaal moet?“Bach wist denk ik niet dat zoveel later zijn muziek nog van zo’n grote betekenis zou zijn. Maar de Matthäus Passion is een verhaal dat relateert aan elke tijd. Dat koor waar ik het over had, dat zo verbitterd ‘kruisig hem’ roept, dat doet mij vandaag de dag aan een boze groep demonstranten denken. De emoties uit het verhaal zijn van alle tijden en alle mensen. Maar buiten dat was het een verhaal voor in de kerk, voor gelovigen. Het is van deze tijd om muziek uitsluitend als entertainment te zien. Vroeger was het onderdeel van je leven en het geloof. In die tijd gebruikte je muziek om iets over te brengen. Muziek kan dingen zeggen die met woorden onmogelijk zijn. Als het alleen maar ‘mooi’ had moeten zijn, was Bach destijds uitgelachen.”

strijdkreet | 23

doen wat we geloven

Want Gods liefde voor de mensen was zo groot, dat Hij zijn enige Zoon gegeven heeft. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet sterven, maar voor altijd leven.

Uit de Bijbel, Johannes 3 vers 16