Strijdkreet 4

24
Jij bent goed gelukt Magazine van het Leger des Heils Jaargang 129 nr. 4

description

Wij mensen worden ‘in de moederschoot geweven’. Zo staat het in de Bijbel. Weven is een tijdrovende techniek die veel aandacht vereist. De mooiste materialen worden uitgekozen. Patronen worden vooraf bepaald, kleuren op elkaar afgestemd. Elke cel in jouw lijf is zo ontworpen dat hij precies weet wat hij moet doen. En jouw haren passen precies bij je ogen. Ieder mens is uniek en mooi. Ieder mens is waardevol en geliefd door God. Jouw eigen lichaam is het bewijs van die enorme liefde. Hij heeft een kunstwerk van je gemaakt!

Transcript of Strijdkreet 4

Page 1: Strijdkreet 4

Jij bentgoed gelukt

Magazine van het Leger des HeilsJaargang 129 nr. 4

Page 2: Strijdkreet 4

redactieHoofdredactieMenno de Boer

EindredactieSuzanne Janse

Redactie | [email protected] SietsemaWillemijn de JongNathan SudmeierMarko Mellema

VormgevingNathan Sudmeier

TrafficArnoud van Roosmalen

CoverWendy Bos

reageren & abonnementenLEGER DES HEILST.A.V. REDACTIEPOSTBUS 3006, 1300 EH, ALMERERedactie | [email protected] | www.legerdesheils.nl

drukSenefelder Misset BVMercuriusstraat 357006 RK Doetinchem

strijdkreetMAGAZINE VAN HET LEGER DES HEILSStichter | William BoothInternationaal leider | Generaal André CoxLeider Nederland | Commissioner Hans van Vlietwww.legerdesheils.nl | [email protected]

© Leger des Heils 2016Het Leger des Heils is een internationale beweging en behoort tot de universele christelijke kerk. Zijn boodschap is gebaseerd op de Bijbel. Zijn dienstverlening wordt gestimuleerd door de liefde tot God. Zijn opdracht is het Evangelie van Jezus Christus te prediken en in Zijn naam menselijke nood te lenigen zonder enige vorm van discriminatie.

nr. 4

4Onvoorstelbaar

wonderlijk gemaakt

10Ze is zo mooi gemaakt

14Wonderlijk is wat U hebt

gemaakt

16Mooi met één

chromosoom meer

20‘De meeste mensen zijn

zo asymmetrisch als wat. En dat is prachtig’

Page 3: Strijdkreet 4

Wij mensen worden ‘ in de moederschoot geweven’. Zo

staat het in de Bijbel. Weven is een tijdrovende techniek

die veel aandacht vereist. De mooiste materialen

worden uitgekozen. Patronen worden vooraf bepaald,

kleuren op elkaar afgestemd. Elke cel in jouw lijf is zo

ontworpen dat hij precies weet wat hij moet doen. En

jouw haren passen precies bij je ogen.

Ieder mens is uniek en mooi. Ieder mens is waardevol

en geliefd door God. Jouw eigen lichaam is het bewijs

van die enorme liefde. Hij heeft een kunstwerk van je

gemaakt!

Page 4: Strijdkreet 4

“Het menselijk lichaam met alles wat daarin huist, is een constante bron van verwondering.” Heilssoldaat Peter Gerrits was tot zijn pensionering in 2013 universitair hoofddocent Anatomie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij laat ons zien hoe onvoorstelbaar

wonderlijk God ons geschapen heeft.

Onvoorstelbaar wonderlijk gemaakt

Tekst Jurjen Sietsema

Ogen zijn niet alleen mooi, maar ze hebben ook een cruciale functie. Het zijn ontvangers voor signalen uit je omgeving. In je hersenen worden die omgezet in waarnemingen die vervolgens worden opgeslagen in je geheugen. Bijzonder! Als je denkt dat je ziet met je ogen dan is dat niet helemaal juist. Zien doe je met je hersenen. Het oog is eigenlijk een soort fotocamera. Alle lenzen die in een fotocamera zitten, zitten ook in het oog. Jonge mensen hebben echt goede camera’s. Die kunnen in- en uitzoomen en scherpstellen. Als je ouder wordt, kun je dat jammer genoeg veel minder.

4 | strijdkreet

Page 5: Strijdkreet 4

Vanuit de hersenen wordt alles geregeld. Dat is de grote centrale. Daar komen alle signalen binnen en daar worden ze verwerkt. Dit leidt tot lichamelijke of geestelijke reacties die allemaal maar op één ding zijn gericht: de bij de mens ingebakken oerdrift om te overleven. Dat werkt allemaal heel precies. Als er bijvoorbeeld een leeuw je kamer binnen komt lopen, dan reageert je lichaam daarop. Je zegt niet eerst: ‘wacht even, ik moet eerst even naar het toilet’, maar je staat op scherp, je spieren spannen zich aan, je gezichtsvermogen is maximaal omdat je de leeuw in de gaten moet houden en in je hoofd bedenk je strategieën om te overleven omdat je weet dat die leeuw je kan aanvallen. Op zo’n moment werkt alles samen als één systeem dat maar één ding wil: overleven.

Het hoofd is misschien wel (samen met het ruggemerg) het meest kwetsbare onderdeel van het menselijk lichaam. De hersenen, het gezichtsvermogen, de reuk, de smaak. Alles zit erin. Goed opgeborgen in de schedel. Die is gelukkig wel bijzonder sterk.

Neuzen zijn er in alle soorten, maten en vormen. Groot, klein, dik, dun, spits of juist niet. Met je neus ruik je, haal je adem (het is een onderdeel van ons ademhalingsorgaan) en de neus speelt een rol bij hoe je stem klinkt. Dat merk je vooral als je verkouden bent. Dan klinkt je stem ineens heel anders dan normaal. Verder is de neus een soort filter. De trilharen in de neus filteren en reinigen de lucht die je inademt. Als die lucht dan verder gaat komt deze langs sensoren die de hersenen vertellen over die lucht en de geur. Op die manier word je gewaarschuwd voor gevaar of weet je dat een geur veilig is. Bijvoorbeeld die van een lekkere appeltaart. De signaalfuncties van het lichaam zijn een wonder op zich.

Eten, en daarmee ook proeven wat je eet, is enorm belangrijk, zegt Peter. “Om de zenuwcellen te kunnen bedienen die zorgen voor de signaaloverdracht tussen de hersenen en de rest van het lichaam haal je voedingsstoffen uit je eten. De hersenen hebben bijvoorbeeld suikers (glucose) nodig. Daarom nemen mensen als ze niet zo fit zijn suikerhoudende producten als een Mars of een glas cola.” Die signaaloverdracht gaat razendsnel. “Als ik met een naald in mijn teen prik, dan voel ik meteen pijn Bovendien weet ik meteen waar die pijn vandaan komt. Het signaal gaat namelijk via het ruggemerg omhoog naar de hersenen.”

strijdkreet | 5

Page 6: Strijdkreet 4

Het hart is geniaal in zijn eenvoud. Het is een sterke pomp die de bloedsomloop in je lichaam gaande houdt door ritmische bewegingen. Als het hart stopt, stopt ons systeem en daarmee ons leven.

6 | strijdkreet

Page 7: Strijdkreet 4

In de romp bevindt zich het merendeel van de menselijke organen. Het hart, de longen, de nieren, de maag, de lever, de milt, de alvleesklier en de darmen.

Al die organen bestaan uit weefsel. Tijdens de aanleg van de organen kan er heel veel variatie optreden. “Veel mensen denken dat als ze een anatomieboek pakken en naar een overzicht van het menselijk lichaam kijken dat dat het is. Maar dat is dus niet zo. Elk menselijk lichaam kan op heel veel punten variëren. Zenuwen bijvoorbeeld kunnen voor, achter of door een spier heen lopen. Een chirurg die iemand moet opereren moet dus al die variaties kennen en precies weten wat hij doet.”

Van levensbelang en ook een meesterwerkje: de longen. Eigenlijk blaasbalgen die ervoor zorgen dat je zuurstof binnenkrijgt en koolstofdioxide (CO2) uitblaast. Ze zijn van levensbelang omdat je hersenen en je andere organen zuurstof nodig hebben om te kunnen overleven. Als de werkelijke organen er niet zijn zullen ze dus moeten worden vervangen door een machine die die functies van pompen en blazen overnemen.

De nieren zijn filters die afvalstoffen afvoeren. Dat zie je bijvoorbeeld als je rode bieten eet. Dan krijg je rode urine. Als je donkere urine hebt zul je meer moeten drinken. Alles om die nieren aan de gang te houden. Gebeurt dat niet, dan komen er afvalstoffen in het bloed waardoor het lichaam zichzelf vergiftigt. Ook de nieren kun je vervangen door een kunstnier. Verder spelen de nieren een rol bij de vocht en zoutbalans in ons lichaam, bij het aanmaken van hormonen (voor het regelen van de bloeddruk en het stimuleren van de aanmaak van rode bloedlichaampjes) en bij de opname van kalk uit de darm en de inbouw daarvan in onze botten.

Als je eet wordt dat eten verwerkt in het spijsverteringsstelsel. In je romp zitten de maag, de darmen, de alvleesklier, de lever en de galblaas. De mond zit natuurlijk in het hoofd, de farynx (het slokdarmhoofd) en je slokdarm in je keel. Het spijsverteringsstelsel is erg lang en de belangrijkste functie is de opname van voedsel. Je moet je dat zo voorstellen: kolen worden naar een kolencentrale gebracht en daar verbrand. Daaruit ontstaat energie. Het spijsvertelingsstelsel is dus de energiecentrale van ons lichaam. Daarom moet je er regelmatig boven iets in stoppen om de kolencentrale gaande te houden. Het afval voert je lichaam via de nieren en de darmen af. Een wonder van vernuft waar blijkbaar goed over is nagedacht.

strijdkreet | 7

Page 8: Strijdkreet 4

8 | strijdkreet

Page 9: Strijdkreet 4

Het bewegingsapparaat is een behoorlijk ingewikkeld en ingenieus gebeuren. Het is een samenspel van je botten (beenderen), de

gewrichten en de spieren. Je hebt een passief bewegingsapparaat, het skelet en bindweefselkapsels die steun bieden, en een actief bewegingsapparaat. Een soort tweetrapsraket. Bewegen doe je door middel van de gewrichten. De skeletspieren veroorzaken die beweging doordat ze samentrekken. Op het punt waar beweegbare botten elkaar raken zit een gewricht. Verbindingen van gewrichten kunnen uit verschillende materialen bestaan: uit bindweefsel (in de onderarm), bot (heiligbeen) of kraakbeen (tussenwervelschijven).

Het been is gemaakt om je mee voort te kunnen bewegen. Het been bestaat uit het bovenbeen, de knie, het onderbeen, de enkel en de voet. Benen (en voeten) kunnen grensverleggende prestaties leveren als ze goed getraind zijn en worden aangestuurd door een goed stel hersenen. Denk maar eens aan atlete Dafne Schippers. Zij laat zien waar het bewegingsapparaat toe in staat is.

De knie is een gewricht. Feitelijk een scharnier dat het scheenbeen en het kuitbeen met het dijbeen (het bot van het bovenbeen) verbindt.

Op je voet sta je en je beweegt je ermee voort. Het is een knap staaltje werk dat uit 26 verschillende botten en botjes bestaat, 33 gewrichten, 107 bindweefselverbindingen en 19 spieren en pezen. Dat maakt dat je met je voeten hele ingewikkelde bewegingen kunt maken om te lopen. Net als op je vingers heb je ook nagels op je tenen. Die zijn bedoeld om de zenuwuiteinden te beschermen.

strijdkreet | 9

Page 10: Strijdkreet 4

Ze is zo mooi gemaakt

Tekst Willemijn de Jong Beeld Wendy Bos

De geboorte van een baby is een groot wonder. Een groepje cellen groeit in de veilige buik van de moeder uit tot een uniek schepsel.

De ouders zijn van nature meteen verliefd op de kleine vermenging van hun genen: een nieuw mens. We vroegen aan een kersvers

ouderpaar hoe zij die verwondering over hun kindje ervaren.

10 | strijdkreet

Page 11: Strijdkreet 4

strijdkreet | 11

Page 12: Strijdkreet 4

Jolande en Kees zijn bijna twee maanden de ouders van Anne, een klein babymeisje met een grote bos bruin haar. De kersverse ouders houden haar vast op de bank in hun

huis in Utrecht, overduidelijk trots.

Het stel is nu zo’n twaalf jaar samen. “We hadden niet altijd een ontzettend sterke kinderwens”, vertelt Jolande. “Ik denk dat ik daar toch wel op wachtte, op zo’n moment dat ik zou voelen: oh, wat wil ik graag een baby. Op de rammelende eierstokken, zeg maar. Maar dat moment kwam niet.” “We wilden wel heel graag een gezinsleven”, vult Kees aan, “En ja, als je dan 36 bent en net een nieuw huis hebt gekocht, dan wordt die wens groter.” Al vond Jolande zichzelf vooraf niet zo’n

typische moederkloek, ze komt toch duidelijk over als een toegewijde moeder. “Op het moment dat je zo’n kindje krijgt, krijg je de rol van moeder. Het is zo bijzonder dat we zo’n nieuwe mensje krijgen, dat we daar voor mogen zorgen en verantwoordelijk voor zijn.” Kees: “Het lijkt vooraf iets kolossaals om vader te worden, maar als je dan in verwachting bent, vind je er ook rust in.”

Afhankelijk van de moeder Anne ligt veilig in haar vaders armen, zich onbewust van het gesprek over haar. “Ze is zo mooi gemaakt. Ik vind het bijzonder dat alles zo mooi werkt. Alles heeft een bedoeling. Als je moet bevallen, krijg je bizar veel kracht. Een baby’tje leert in de buik al slikken met het vruchtwater en

12 | strijdkreet

Page 13: Strijdkreet 4

dan kan er nog iets in haar longetjes zitten tijdens de bevalling. Maar het fontanelletje is er zo op gemaakt dat het hoofdje de druk van de bevalling aan kan, en dezelfde druk zorgt ervoor dat het laatste vruchtwater uit de longetjes wordt geperst, zodat ze meteen na de bevalling kan ademen. Ze had ook een soort smeer op haar huidje toen ze was geboren, dat meteen heel goed voor haar huid is. Het rook heel apart, maar ik vond het zo lekker, ik wilde maar aan haar blijven ruiken”, vertelt Jolande. Kees vond het luchtje van de pasgeboren Anna minder aangenaam. “Die smeer rook een beetje metaalachtig, heel scherp. Ik vond dat niet per se heel lekker.

Maar dat Jolande dat wel vond, is nog zoiets moois – dat de moeder haar baby graag dicht bij zich houdt. Vaders zien trouwens altijd zichzelf in de baby. Dat schijnt dan weer zo geschapen te zijn zodat de vader zorg voelt voor zijn kind, omdat hij dan zeker weet dat het echt van hem is.” Jolande vindt het ook bijzonder dat de borstvoeding meteen na de bevalling werkt. “Je hebt als moeder van nature meteen alles bij je om voor je baby te zorgen. Zo’n hulpeloos afhankelijk mensje in je armen, en jij bent alles wat ze nodig heeft.” “Ja,” lacht Kees, “dat is als vader misschien ook wel een beetje wennen. De eerste tijd is een baby vooral afhankelijk van de moeder. Ze reageert op het stemgeluid van moeder en de geur van de moeder. Met mij moet Anne nog echt kennis maken. Ik vind dat prachtig gemaakt, maar ik merk wel dat ik er ook graag deel van uit wil maken. Ik

voel me heel verantwoordelijk voor Jolande en haar. Dat is misschien ook wel natuurlijk voor een man, dat je voor de basis en veiligheid van je gezin wilt zorgen.”

Afhankelijk van je liefdeDat ze nu zo blij zijn met Anne, betekent niet dat alles vanzelf goed ging. Kees: “Toekijken bij de bevalling van je vrouw en het lijden aanschouwen is heel heftig.” Jolande: “Het is allemaal ontzettend bijzonder en wonderlijk gemaakt. We zijn God heel dankbaar dat hij ons Anne heeft toevertrouwd. Maar de bevalling was inderdaad pittig en de zorg voor de baby gaat niet allemaal per se vanzelf. Je hoeft ook niet alleen maar op een roze wolk te zitten. Uiteindelijk komt het allemaal wel goed, maar je mag het ook best pittig vinden. Maar gelukkig, alle vermoeidheid en pijn koppel je wel los van Anne. Echt, voor dit kleintje kunnen we alleen maar liefde voelen.” Dat werkt bij Kees hetzelfde. “Ik heb wel eens gehoord dat baby’s zonder liefde, als ze alleen voeding en een schone luier krijgen, niet overleven. Dat vind ik nog het meest bijzondere van het krijgen van een kindje. Het is afhankelijk van je liefde. Om te worden wie we zijn, hebben we primair liefde nodig. Dat is misschien nog het mooiste wonder. Het is niet zomaar een evolutionair systeem. God heeft ons afhankelijk gemaakt van elkaar.”

“Je hebt als moeder van nature meteen alles bij je om voor je baby te zorgen. Zo’n hulpeloos afhankelijk mensje in je armen en jij bent alles wat ze nodig heeft”

“Je hoeft niet alleen maar op een roze wolk te zitten. Uiteindelijk komt het allemaal wel goed, maar je mag het ook best pittig vinden”

strijdkreet | 13

Page 14: Strijdkreet 4

Wonderbaarlijk is wat u hebt gemaakt

“Stel je eens voor”, zei een vriend tegen mij tijdens een wandeling door het bos, “dat de natuur anders had bepaald. Dat ouders hun eigen kinderen niet automatisch de mooiste kinderen vonden die er op de wereld waren.”

Even daarvoor liepen we langs een bankje waar een stel zat met voor hen, in een rolstoel, een jongen van naar schatting een jaar of 10. De jongen was duidelijk

spastisch. Hij zat in een onnatuurlijke, scheve houding met zijn armen stijf opgetrokken tegen zijn lichaam. Hij kwijlde en maakte opgewonden geluiden. De moeder veegde zijn mond af met een papieren zakdoek en we hoorden de vader en de moeder met hem praten. Ze lachten en maakten grapjes. De jongen genoot zichtbaar. Inderdaad, stel je eens voor, dacht ik, dat deze ouders niet van hun bloedeigen zoon hadden gehouden om zijn imperfecties. Dat ze hem bij de geboorte, toen waarschijnlijk al duidelijk was dat hij ‘anders’ was, hadden afgewezen. Dan had het leven van deze jongen er heel anders uitgezien, en dat van zijn ouders ook.

AdemloosHet mag een wonder heten, dat er bij ons mensen een soort beschermingsmechanisme is ingebouwd dat maakt dat wij automatisch met andere ogen naar onze eigen kinderen kijken. Althans, als het goed is. Elke regel kent tenslotte uitzonderingen. Toen onze dochter werd geboren op een late vrijdagmiddag in

juni 1999 herinner ik mij dat ik een tijd lang ademloos naar haar heb zitten kijken en luisteren. Naar haar kleine handjes, haar gezichtje met de vele uitdrukkingen. Naar hoe ze geeuwde en uiteindelijk in slaap viel. De schokkende beweginkjes, en de geluidjes die ze maakte toen ze weer wakker werd. Het was, in mijn ogen, een wonder wat daar in dat wiegje lag. En het was ons wonder. Het wonder van mijn vrouw en mij.

Ontzaglijk wonderDie verwondering is nu, bijna 17 jaar later, nog steeds niet voorbij. Als ik kijk naar hoe zij zich in de jaren zowel geestelijk als lichamelijk heeft ontwikkeld, dan kan ik niet anders dan verwonderd zijn over hoe dat kleinood in dat wiegje is uitgegroeid tot een jonge vrouw in de dop. En ja, voor mijn vrouw en mij is ze de mooiste meid die er op deze aardbol rondloopt. Bovenaan haar geboortekaartje stond, ‘Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt’. Het is een vers (14) uit Psalm 139 uit de Bijbel. Een lied dat gaat over verwondering.

ImperfectieJe kunt eigenlijk niet anders dan je verwonderen over het vernuft waarmee ons lichaam is gemaakt. Maar die verwondering zou niet alleen moeten gelden voor alles wat in onze ogen mooi en perfect is. Terwijl in onze tijd alles gericht lijkt op schoonheid, wil God ons laten zien dat er meer is dan alleen ons uiterlijk. Hoe mooi

Tekst en beeld Jurjen Sietsema

14 | strijdkreet

Page 15: Strijdkreet 4

is het dan om iemands innerlijke schoonheid te ontdekken? Te leren houden van iemand, ondanks zijn of haar uiterlijke en lichamelijke imperfecties? Iemand te leren zien en te waarderen om alles wat hij of zij is? God daagt ons uit om te leren leven met onvolkomenheden. Om verder te kijken dan alleen het uiterlijk. Een mens is zoveel meer dan dat!Toen mijn vriend en ik het bos uitliepen, zat het stel met de jongen nog steeds op het bankje en ze hadden de grootste lol. Ik keek mijn vriend aan en zei: “Stel je eens voor dat God anders had bepaald.”

God daagt ons uit om te leren leven met onvolkomenheden. Om verder te kijken dan alleen het uiterlijk.Een mens is zoveel meer dan dat!

strijdkreet | 15

Page 16: Strijdkreet 4

16 | strijdkreet

Page 17: Strijdkreet 4

Mooi met één chromosoom meer

Tekst Jurjen Sietsema Beeld Wendy Bos

Wat als je drie kinderen hebt met het standaard aantal chromosomen in hun lichaamscellen, en de vierde heeft er in elke cel één extra? Het leven van Wiemer en Beeuwke Atsma uit het Friese Harich stond even helemaal op zijn kop toen hun jongste zoon Jan-Otto, inmiddels 34 jaar, werd geboren. Even maar, want het leven

met een kind met Down-syndroom kan je veel goeds brengen, zegt Beeuwke.

Er woedt in Nederland momenteel een stevige discussie over het wel of niet standaard aanbieden van een test waarmee Down al tijdens de zwangerschap kan worden vastgesteld. Tot nu toe is de test verboden in ons land, maar in een aantal Europese landen is hij wel toegestaan. In Denemarken wordt nu 98% van de zwangerschappen beëindigd als er Down wordt geconstateerd, en in IJsland werden tussen 2008 en 2012 zelfs alle kindjes met Down-syndroom geaborteerd. Problemen en beperkingen Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu somt op haar website de risico’s op van het syndroom van Down. Naast verschillende gradaties van verstandelijke beperking zijn dat een langzamere ontwikkeling, vaker lichamelijke afwijkingen en gezondheidsproblemen. “Op de verstandelijke beperking na hebben we daarvan bij Jan-Otto niets gemerkt”, zegt Beeuwke. “Zo’n 40 procent van de mensen met het syndroom heeft of krijgt hart- en longproblemen. Jan-Otto niet. Hij was niet alleen al vanaf de geboorte lichamelijk kerngezond, maar ook enorm levendig

en beweeglijk.” Jan-Otto zorgt voor leven in de brouwerij. Hij houdt van een geintje. “Dat heeft hij van zijn vader”, zegt Beeuwke. Wiemer lacht. “O, ja?” Van dat lachen was geen sprake bij de geboorte van Jan-Otto. De zwangerschap kwam redelijk onverwacht. “Ik was er niet blij mee. Ik was inmiddels 40. De huisarts stelde een vruchtwaterpunctie voor om te bepalen of het kind ‘goed’ was. Mocht blijken dat dit niet zo was, dan kon ik volgens hem een abortus laten plegen. Dat was voor ons geen optie. Ik zei: ‘we zien het wel’.” Diep in de putDe eerste dagen na de bevalling wilde Beeuwke niets van Jan-Otto weten. “Onze oudste zoon lag op dat moment met kanker in hetzelfde ziekenhuis als ik. Het ging erg slecht met hem. We wisten niet of hij zou blijven leven. Een verschrikkelijke tijd. Toen dus ook nog eens bleek dat Jan-Otto het syndroom van Down had, ging bij mij het licht uit. Ik zat diep in de put. De klap was zo groot dat elk gevoel in mij totaal was verdwenen. Gelukkig hebben ze mij in het ziekenhuis niet onder druk gezet om bij

strijdkreet | 17

Page 18: Strijdkreet 4

Jan-Otto te zijn. Ze gaven mij de tijd om de klap te verwerken.” ‘Heer, houdt u mij vast’“De laatste van die drie nachten kon ik niet slapen. Ik was angstig. Ik ben gelovig en had bijna letterlijk het gevoel dat de duivel aan mij trok. Toen heb ik één zinnetje kunnen bidden: ‘Heer, houdt u mij vast’. Daarna ben ik in slaap gevallen. Toen ik de volgende morgen wakker werd, voelde ik mij van top tot teen rustig en vredig. Nadat ik had gedoucht zei ik: ‘nu ga ik naar Jan-Otto toe’. Toen ik in de kamer kwam, was er een mannelijke verpleegkundige die zei dat hij het fijn vond dat ik was gekomen. Hij legde Jan-Otto in mijn armen. Hij en ik hebben samen gepraat en het was goed. Dat was voor mij het bewijs dat God mensen op je pad stuurt, zeker in de moeilijkste perioden van je leven. God wist dat ik dat nodig had. Hij kent mij. Begrijpen doe ik het niet, maar ik ervaar dat het zo is.”

Wiemer vertelt achteraf dat hij niet verrast was dat zijn jongste zoon het syndroom van Down had. “Ik droomde voor de geboorte dat het een kind was met het syndroom. In mijn droom was het wel een meisje. Die droom heb ik toen niet verteld aan mijn vrouw, maar het lijkt wel alsof ik op de één of andere manier ben voorbereid.” Zachtaardig en gevoeligJan-Otto is na die eerste drie loodzware dagen volledig geaccepteerd en geliefd. Zijn oudere broer is inmiddels een volwassen man van in de veertig en het gaat goed met hem. Beeuwke zegt dat ze zich een tijd lang erg schuldig heeft gevoeld over die eerste drie dagen. “Die schuldgevoelens zijn inmiddels verdwenen, maar ik heb er heel erg mee gezeten.” Jan-Otto is een zachtaardige en gevoelige jongen, zeggen zijn vader en moeder. Beeuwke: “Hij voelt haarfijn aan of iemand hem accepteert zoals hij is, of niet. Als hij zich niet

geaccepteerd voelt, houdt hij afstand.” Van zijn derde tot zijn twintigste bezoekt Jan-Otto een speciale school. Daar leert hij onder meer lezen. Beeuwke vertelt dat 20 procent van de mensen met Down-syndroom verstandelijk op een laag niveau functioneren, nog eens 20 procent op een heel hoog niveau en dat Jan-Otto bij de grootste groep hoort, de 60 procent die op een gemiddeld niveau functioneren. “Hij kan technisch gezien lezen en een beetje schrijven.” Na zijn twintigste ging het moeizamer, omdat hij van school was en er niets meer aan werd gedaan. “Daardoor was hij ook slechter te verstaan als hij praatte. Op de dagbesteding hebben ze het lezen weer opgepakt en nu is hij weer goed te verstaan.” Een rijker levenVolgens Wiemer zijn zijn broer en zussen erg gesteld op Jan-Otto. “Nog steeds trouwens. Vooral onze jongste dochter trok veel met hem op.” Hij zorgt ook voor contact met andere mensen, zegt Beeuwke. “Hij geeft zich onvoorwaardelijk. Als wij iemand ontmoeten dan hebben we onbewust al een (voor)oordeel. Dat kent hij niet.” Wiemer had tot hij zijn bedrijf verkocht een kleine veehouderij. “Jan-Otto was altijd bij mij in de stal of op het land. Hij kende alle koeien en wist zelfs, als de koeien in de winter weer op stal moesten, waar elke koe moest staan.” Beeuwke kreeg door hun jongste zoon ook een ander leven omdat ze actief werd in onder meer het schoolbestuur. “Dat heeft mij enorm veel plezier bezorgd. Ik heb daardoor ook veel kennis opgedaan, niet alleen over het besturen zelf, maar ook over de achtergronden van het syndroom van Down. En ik heb veel mensen leren kennen die ik, als het anders was geweest, misschien niet had leren kennen. Door hem heb ik een rijker leven gekregen dan ik al had. En ik had al een rijk leven met Wiemer en mijn andere drie kinderen.”

18 | strijdkreet

Page 19: Strijdkreet 4

TraagNu Jan-Otto 34 is, is hij minder levendig dan vroeger. Traag, noemen zijn ouders hem. Beeuwke: “Daar is geen verklaring voor. Zijn schildklierfunctie is onderzocht, maar ook daar was niets mis mee. Ik sprak eens iemand in het ziekenhuis die mij vertelde dat het een enkele keer voorkomt dat mensen met het syndroom van Down heel traag worden, traag gaan bewegen, traag reageren. Als het voorkomt dan verandert het ook niet meer.” Die traagheid was in het begin wel even wennen. “Vooral ik kon daar slecht tegen”, zegt Wiemer. “Ik zat Jan-Otto weleens achter de vodden als het mij niet snel genoeg ging. Dat pakte slecht uit. Daar werd hij vreselijk onrustig van. Wat dat betreft heb ik veel geleerd van de man die de zorginstelling (Het Thomashuis) runt waar Jan-Otto nu woont. Hij zei, ‘laat die jongen, hij hoeft toch niet zo nodig?’ Toen dacht ik: je hebt gelijk.” Het ThomashuisVanuit hun tuin is het Thomashuis te zien. Het zijn maar een paar honderd meter. Jan-Otto woont er samen met acht andere verstandelijk beperkten

waarvan, naast hem, nog één ander het syndroom van Down heeft. “Hij heeft het er prima naar zijn zin”, zegt Wiemer. “Eens in de twee weken komt hij een weekend hier. In de tussentijd zien we hem niet. Niet omdat wij dat niet willen, maar omdat het voor hem zo vast ligt. Dat is zijn huis, daar woont hij.” Overdag is Jan-Otto te vinden in dagbesteding Kleurrijk waar hij actief is met van alles en nog wat. “Hij is erg creatief.” Leven met een kind met het syndroom van Down. Het is misschien niet altijd even gemakkelijk, maar het kan, als je het volledig accepteert, veel brengen. Beeuwke: “Nu hij al 34 jaar deel uitmaakt van ons leven denk ik, wat ben ik dankbaar voor hem. Zo zie ik dat. God heeft hem aan ons gegeven. Daarom begrijp ik niet dat wij in Nederland zo ver zijn gekomen dat we manieren zoeken om mensen met het syndroom van Down niet geboren te laten worden. Wiemer en ik zijn veranderd, geestelijk gegroeid door de opvoeding van en omgang met Jan-Otto. Hij is een prachtige man geworden met een heel eigen karakter. Iemand die mensen met elkaar verbindt. Een voorbeeld van onvoorwaardelijke liefde.”

strijdkreet | 19

Page 20: Strijdkreet 4

‘De meeste mensen zijn zo asymmetrisch

als wat. Endat is prachtig’

Tekst Willemijn de Jong Beeld Marieke van der Velden

Marieke komt net terug uit een vluchtelingenkamp in Griekenland. Ze heeft daar vluchtelingen gefotografeerd en naar hun verhalen en intenties geluisterd. Ze is er letterlijk een beetje ziek van geworden. “Het is heel koud in de kampen nu; zo’n zes graden. En de vuren die mensen stoken roken natuurlijk heel erg. Ik ben er goed verkouden van geworden, en ik sliep nog wel

in een hotel.” Het weerhoudt Marieke er niet van om ons te vertellen waarom ze graag mensen fotografeert en hoe ze hun schoonheid vastlegt.

20 | strijdkreet

Page 21: Strijdkreet 4

strijdkreet | 21

Page 22: Strijdkreet 4

Wanneer denk je bij iemand: wow, die moet ik vastleggen?“Dat heeft eigenlijk weinig te maken met uiterlijk. Meer met het contact dat ik met iemand heb. Fotogeniek zijn heeft niets met een knap uiterlijk te maken. Het heeft ermee te maken of je jezelf kunt blijven als je in een lens kijkt. Daarvoor is het ook nodig dat je op je gemakt bent bij de fotograaf. Daarom ga ik altijd eerst even koffiedrinken met iemand, voordat ik hem of haar fotografeer. Ik denk dat je dat kunt zien in mijn portretten. De persoon op de foto en ik kennen elkaar al een beetje, we hebben samen iets gedeeld. Toen ik nog niet veel fotografeerde, dacht ik nog dat er misschien

22 | strijdkreet

Page 23: Strijdkreet 4

mensen waren zonder verhaal. Maar door al die gesprekjes met de mensen die ik fotografeerde, kwam ik erachter dat iedereen wel een verhaal heeft. En dat mensen dit heel graag willen vertellen. Ze zeggen wel eens dat de maatschappij harder en onvriendelijker is geworden. Daar merk ik niks van als ik met deze mensen praat. Iedereen vindt het heel fijn als er naar hem geluisterd wordt. Misschien is dat de sleutel om iemand mooi op de foto te krijgen. Dat mensen merken dat ik hen echt mooi vind zoals ze zijn.” Je fotografeert geen modellen, maar juist mensen die er soms een beetje apart uitzien. Waarom?“Ja, dat klopt misschien wel, dat ze er een beetje anders uitzien. Maar wat is anders? Het zijn juist normale mensen. Ik val voor iemands blik of het contact dat ik met iemand heb. Ik zie niet iemand op straat en denk dan: die moet ik echt fotograferen. Maar als ik iemand spreek en ik zie een mooie imperfectie, dan denk ik: dat wil ik vastleggen. Modellen zijn vaak zo symmetrisch mogelijk in hun gezicht. Maar de meeste mensen zijn zo asymmetrisch als wat. En dat is prachtig, dat is júist interessant. Als ik een model zou moeten fotograferen, zou ik het willen doen in reportagestijl. Geen modeplaatje, maar zoals zij in het echt is. Dan zet ik tenminste een mens op de foto, en maak ik niet gewoon een mooi plaatje.” Waarom fotografeer je mensen en niet bijvoorbeeld landschappen?“Dat heb ik wel gedaan hoor, landschappen fotograferen is heel rustgevend. Maar ik vind het leuk om met mensen om te gaan. Misschien nog wel leuker dan het maken van de foto. Ik wil ook nooit haast hebben. Als ik een directeur op de foto moet zetten die dan maar tien minuten heeft, probeer ik een beetje tijd te rekken. Om er toch achter te komen wat nu karakteristiek is aan die persoon.”

“Tijdens die gesprekjes ben ik hard aan het werk hoor. Ik observeer hoe iemand zit, wat de comfortabele houding is van diegene. Want voor de lens vergeten mensen hun natuurlijke houding vaak. Dan kan ik hun vertellen wat mij opviel tijdens het gesprek. Tijdens dat kopje koffie let ik ook op de omgeving, de lichtval, of de zon niet opeens weggaat. Het is dus meer dan alleen kennismaken en verbinden.” Als je iemand vastlegt, hoe kijk je dan naar iemands uiterlijk?“Als iemand heel scheel is, zou ik dat juist heel mooi vinden en dat duidelijk laten zien in mijn foto. Maar ik ga niet zo ver dat ik iets in scène zet met katten als ik iemand fotografeer die toevallig van katten houdt. Ik pretendeer niet dat ik iemand doorgrond als ik even met ‘m gekletst heb. Ik leg iemand vast zoals mijn interpretatie van iemand is. Soms heb ik raak geschoten als het ware, en herkent iemand zich heel erg in het portret. Connie Palmen bijvoorbeeld, die zag zichzelf in mijn foto. Maar er zijn ook mensen die het helemaal niks vinden. Vaak komt dat voort uit onzekerheid van mensen. Dan is iemand boos omdat zijn ene oog kleiner is dan het andere op de foto. Dan zeg ik: ja, maar dat oog ís ook kleiner. En dat maakt je juist authentiek.”

‘Fotogeniek zijn heeft niets met een knap uiterlijk te maken. Het heeft ermee te maken of je jezelf kunt blijven als je in een lens kijkt’

Marieke van der Velden is

een veelgevraagd fotografe, die

in 2016 een Zilveren Camera

won voor haar vernieuwende

fotojournalistiek. Haar

menselijke foto’s kun je zien

op mariekevandervelden.com,

waar je ook de verhalen kunt

lezen van de mensen die ze

heeft vastgelegd.

strijdkreet | 23

Page 24: Strijdkreet 4

doen wat we geloven

‘Want het is een wonder,zoals ik gemaakt ben.Alles wat U maakt, is een wonder.’

Uit de Bijbel, Psalm 139 vers 14