Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4...

27
Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE-DEMONSTRATIEPROJECT KWO bij ETAP te Malle Eindrapport N.Robeyn en J. Van Bael Studie uitgevoerd in opdracht van ANRE 2006/ETE/R/ VITO Maart 2006

Transcript of Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4...

Page 1: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

Algemene verspreiding

contractnr.051988

ANRE-DEMONSTRATIEPROJECT

KWO bij ETAP te Malle

Eindrapport

N.Robeyn en J. Van Bael

Studie uitgevoerd in opdracht van ANRE

2006/ETE/R/

VITO

Maart 2006

Page 2: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

1

1 SAMENVATTING

In het kader van de bevordering van nieuwe energietechnologieën heeft de Vlaamse

overheid een subsidie toegekend van 35% van de investeringskosten van de koude-

warmteopslag (KWO) installatie bij ETAP te Malle.

Etap had beslist om bij de uitbreiding van hun kantoor- en demonstratieruimten gebruik te

maken van energiezuinige koelsystemen. Daar KWO een alternatieve en energiezuinige

techniek is ter vervanging van de elektriciteitsverslindende koelmachines, werd beslist deze

techniek toe te passen. De koeling van het nieuwe “Lichtpaviljoen” wordt volledig gedekt

door deze techniek.

Dit rapport beschrijft de periode 01/01/2003 tot 31/12/2005. Tijdens deze periode werd er in

het totaal 126.721 m³ grondwater verpompt waarvan 43.071 m³ voor het laden en 83.650 m³

voor het ontladen. Op energetisch vlak komt dit overeen met 280.478 kWhth warmtelevering

en 322.813 kWhth koudelevering.

Het totaal elektrisch verbruik gedurende deze meetperiode is 22.570 kWh. Wanneer koeling

apart wordt beschouwd (KWO is vooral bedoeld als alternatief voor koelmachines) komt

men op 12.186 kWhe voor het leveren van 322.813 kWhth ofwel een SPF (Seasonal

Performance Factor) van 27 om in termen van koelmachines te spreken.

Vergeleken met de referentietoestand (koelen met compressiekoelmachine en verwarmen

met aardgasketel) is er over de meetperiode van 3 jaar een primaire energiebesparing van

1.117 GJ ofwel 19 %. Wat betreft de CO2-emissie is er een vermindering van 74 ton ofwel

22 % minder t.o.v. de referentietoestand.

De meerkost voor het toepassen van koude-warmteopslagtechniek kan terugverdiend

worden door vermeden energiekosten alsook de vermeden kosten van een koelmachine met

zijn specifiek onderhoud en de vermeden vermogenvergoeding. Wanneer dit alles in

rekening wordt gebracht, geeft dit een terugverdientijd van 14,7 jaar zonder subsidies en 5,6

jaar inclusief subsidies.

Page 3: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

2

INHOUD

1 SAMENVATTING ................................................................................................................................... 1

2 INLEIDING .............................................................................................................................................. 3

3 TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN DE INSTALLATIE .............................................................. 4

4 METINGEN EN REGISTRAITE VAN DE ENERGIESTROMEN .................................................... 7

5 TECHNISCHE EVALUATIE ................................................................................................................. 8

5.1 GRONDWATERSYSTEEM ..................................................................................................................... 8 5.2 DEBIET LADEN / ONTLADEN ............................................................................................................. 10 5.3 ENERGIE LADEN / ONTLADEN ........................................................................................................... 12 5.4 VERBRUIKTE ENERGIE ..................................................................................................................... 16 5.5 GASVERBRUIK ................................................................................................................................. 17

6 PRIMAIRE ENERGIEBESPARING EN CO2-REDUCTIE .............................................................. 18

6.1 PRIMAIRE ENERGIEBESPARING ......................................................................................................... 18 6.2 CO2-REDUCTIE ................................................................................................................................ 19

7 ECONOMISCHE EVALUATIE ........................................................................................................... 20

8 MENING VAN DE EIGENAAR ........................................................................................................... 22

9 BESLUIT ................................................................................................................................................. 25

BIJLAGE 1: SAMENVATTING RESULTATEN ........................................................................................ 26

Page 4: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

3

2 INLEIDING

Etap is een bedrijf dat functionele verlichting ontwikkelt, fabriceert en commercialiseert.

Etap heeft een nieuw lichtpaviljoen gebouwd om de expertise met betrekking tot algemene

verlichtingstechniek, veiligheidsverlichting en verlichtingstoepassingen met moderne

middelen uit te bouwen en te tonen aan de klanten. Het lichtpaviljoen centraliseert alle

ruimten om proefopstellingen voor eigen gebruik te bouwen ten behoeve van nieuwe

productontwikkelingen en om de klanten in aangepaste simulatieruimten te tonen welke

lichttechnische- en energetische resultaten er verwacht kunnen worden in hun specifieke

omgeving. Het nieuwe lichtpaviljoen werd geïntegreerd in het bestaande gebouw dat

hierdoor uitgebreid werd met 3000 m² vloeroppervlakte. Voor de koeling en verwarming

van dit lichtpaviljoen is geopteerd voor koude-warmteopslag in watervoerende lagen met

een vermogen van 570 kWth.

De koude van het KWO systeem wordt gebruikt voor de koeling van het nieuwe

lichtpaviljoen en voor de koeling van het hoofdgebouw. In het lichtpaviljoen is geen

bijkomende koelinstallatie voorzien. Het hoofdgebouw wordt gekoeld met Airco I en

Airco II. Dit zijn 2 luchtbehandelingsgroepen, die gekoeld worden via de KWO. Bij het

laden van koude in de winter wordt buitenlucht gebruikt. De ventilatoren worden geregeld

op 100% vermogen. Afhankelijk van de warmtevraag in het lichtpaviljoen, wordt de

opgewarmde lucht (gedeeltelijk) gebruikt in het lichtpaviljoen of afgeblazen in de

buitenomgeving. De regeling gebeurt met een luchtkleppensysteem dat van 0% tot 100%

kan geregeld worden. De naverwarming van de pulsielucht voor het lichtpaviljoen gebeurt

met een aardgasketel (100 kW) geïnstalleerd in de kelder van het lichtpaviljoen.

De verwarming van het hoofdgebouw gebeurt met verschillende ketels. Deze

warmteproductie wordt niet opgemeten gezien het KWO-systeem geen aandeel heeft in de

warmtevraag van dit gebouw.

De totale ingeschatte investeringskost voor KWO bedroeg 341.746,01 €. Etap heeft een

subsidie van 35% zijnde 119.611,15 € bekomen.

VITO voerde in opdracht van de Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie (ANRE) van

de Vlaamse Gemeenschap een evaluatie van dit demonstratieproject uit. Het

demonstratieproject werd goedgekeurd in september 1999 en het aanvangsverslag werd

opgemaakt in april 2000. Bedoeling was te starten met de metingen in juni 2000. Echter pas

vanaf april 2002 was er de mogelijkheid om de juiste datagegevens uit het registratiesysteem

te verkrijgen. De installateur van het regelsysteem heeft vrij veel tijd nodig gehad om alles

zoals gevraagd in het lastenboek ook effectief weer te geven in excel. Dit rapport handelt

over de periode van januari 2003 tot december 2005.

Gedurende een meetperiode van drie jaar werden de energiestromen opgemeten en

geregistreerd. Op basis van deze gegevens werden de technische prestaties van de

technologie, de bereikte energiebesparing, de vermindering van de CO2-emissie en de

rentabiliteit geëvalueerd.

Page 5: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

4

3 TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN DE INSTALLATIE

Een principeschema van de installatie wordt weergegeven in figuur 1.

Het grondwatersysteem wordt geregeld door middel van een eigen Centrale Verwerkings

Eenheid (CVE), geplaatst in de technische ruimte. Deze CVE is softwarematig, via een

netwerkkabel, verbonden met het Gebouw Beheer Systeem (GBS) van het lichtpaviljoen en

met het GBS van de AIRCO I en II.

De koudeopslag kent twee hoofdbedrijfssituaties, te weten:

- laden in de winter;

- ontladen in de zomer.

Laden

De koude benodigd voor het laden wordt onttrokken aan de buitenlucht door middel van een

koel-/verwarmingsbatterij in een luchtbehandelingskast van het lichtpaviljoen.

De koude wordt geladen indien de temperatuur van het gekoelde water, gemeten door het

GBS van het lichtpaviljoen, een ingestelde waarde onderschrijdt (5 °C). Het GBS van het

lichtpaviljoen geeft een vrijgave signaal aan de CVE van het grondwatersysteem.

Indien de temperatuur van het gekoelde water een ingestelde waarde overschrijdt (7 °C),

wordt door het GBS het vrijgave signaal ingetrokken.

Het grondwatersysteem start op nadat het vrijgave signaal voor laden is ontvangen van het

GBS. Het grondwater wordt uit de warme bron onttrokken met een maximaal debiet van

45 m³/h. Na afkoeling in de warmtewisselaar wordt het grondwater in de koude bron

geïnfiltreerd. Het grondwaterdebiet wordt 1:1 geregeld op basis van het gekoeld waterdebiet

van het lichtpaviljoen.

Het grondwatersysteem gaat buiten bedrijf indien het vrijgave signaal door het GBS van het

lichtpaviljoen is ingetrokken.

Ontladen

Indien het lichtpaviljoen of AIRCO I en II van koude moet worden voorzien, wordt zowel

door het GBS van het lichtpaviljoen en de AIRCO’s een vrijgave signaal afgegeven aan de

CVE van het grondwatersysteem waarna het grondwatersysteem wordt opgestart.

Het grondwater wordt uit de koude bron onttrokken met een maximaal debiet van 90 m³/h.

Na afgifte van de koude aan de warmtewisselaars wordt het grondwater in de warme bron

geïnfiltreerd.

Het debiet van het grondwatersysteem wordt 1:1 geregeld op basis van de door de CVE van

het grondwatersysteem gesommeerde gewenste debieten van het lichtpaviljoen en de

AIRCO’s. De debietverdeling van het grondwater over de twee warmtewisselaars vindt

Page 6: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

5

plaats middels regelventielen. Deze regelventielen moeten er voor zorgen dat het

grondwaterdebiet over de warmtewisselaars gelijk is aan de door het lichtpaviljoen en de

AIRCO’s gewenste debieten.

Bij het intrekken van zowel het vrijgave signaal van het lichtpaviljoen als van de AIRCO's,

wordt het grondwatersysteem buiten bedrijf gesteld.

Page 7: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

6

Figuur 1: schematische voorstelling van de installatie

Page 8: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

7

4 METINGEN EN REGISTRAITE VAN DE ENERGIESTROMEN

Voor de energieregistratie van dit demonstratieproject werden onderstaande meters

voorzien.

Parameter Meter Eenheid

KWO-koeling lichtpaviljoen caloriemeter (Etap) kWh

KWO-koeling hoofdgebouw caloriemeter (Etap) kWh

KWO-verwarming lichtpaviljoen caloriemeter (Etap) kWh

grondwaterverplaatsing zomer debietmeter (Etap) m³

grondwaterverplaatsing winter debietmeter (Etap) m³

temperatuur warme bron temperatuursensor (Etap) °C

temperatuur koude bron temperatuursensor (Etap) °C

elektriciteitsverbruik KWO elektriciteitsmeter (VITO) kWh

gasverbruik ketel lichtpaviljoen aardgasmeter (VITO) m³

gemiddelde klepstand uitgestuurde spanning klep (Etap) 0-10 V

gemiddelde buitentemperatuur temperatuursensor (Etap) °C

gemiddelde relatieve vochtigheid vochtigheidssensor (Etap) %RV

De meeste meters werden reeds voorzien door Etap. Enkel de elektriciteitsmeter voor het

KWO-systeem en de gasmeter voor de ketel van het lichtpaviljoen werden door VITO

aangekocht.

Om de geleverde warmte van KWO aan het lichtpaviljoen op te meten, was het de bedoeling

om met behulp van puntmetingen (luchtsnelheidsmetingen en luchttemperaturen) een

verband te leggen tussen het uitgestuurde analoge signaal voor de klepstand en de nuttig

geleverde warmte aan het lichtpaviljoen. Via continue meting van het uitgestuurde analoge

signaal voor de klepstand kan dan bepaald worden welk aandeel van de geleverde KWO-

warmte nuttig gebruikt wordt voor voorverwarming van de pulsielucht in het lichtpaviljoen.

Deze meting kan echter niet gebeuren daar er een gebouwzijdige wijziging is gebeurd zodat

er geen 1-1 relatie meer is!!! Het juiste aandeel van warmte dat naar het lichtpaviljoen

gaat, kan dus niet geregistreerd worden!

De bovenstaande gegevens worden elk half uur geregistreerd in het dataloggingssysteem van

Etap (leverancier: Johnson Control). Maandelijks worden de gegevens per e-mail

doorgestuurd naar VITO. De datafile is leesbaar in Excel.

Page 9: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

8

5 TECHNISCHE EVALUATIE

Bij de toepassing van de KWO-technologie ligt de focus op koeling. Energieverslindende

compressiekoeling wordt bij deze technologie zoveel mogelijk vervangen door

energiezuinige koeling. Dit is mogelijk doordat grondwater van nature uit een temperatuur

heeft van om en bij de 12°C en dat dit grondwater relatief makkelijk kan opgepompt worden

voor energie-uitwisseling. Het gebruik (geen verbruik) van grondwater voor koeldoeleinden

wordt “ontladen” genoemd. Grondwater wordt dan opgepompt uit de koude bron, en na

warmtewisseling wordt de gebouwwarmte in de warme bron geïnjecteerd. Het systeem

wordt aanzien als een gigantische koudebuffer, vandaar de termen “laden” en “ontladen”

van koude.

De resultaten beschreven in dit rapport hebben betrekking op 2003, 2004 en 2005.

5.1 Grondwatersysteem

In figuur 2 wordt op uurbasis het gevraagde grondwaterdebiet en de buitentemperatuur

weergegeven gedurende een volledig jaar (2004).

-10

-5

0

5

10

15

20

25

30

35

1/0

1/2

004

15/0

1/2

004

29/0

1/2

004

12/0

2/2

004

26/0

2/2

004

11/0

3/2

004

25/0

3/2

004

8/0

4/2

004

22/0

4/2

004

6/0

5/2

004

20/0

5/2

004

3/0

6/2

004

17/0

6/2

004

1/0

7/2

004

15/0

7/2

004

29/0

7/2

004

12/0

8/2

004

26/0

8/2

004

9/0

9/2

004

23/0

9/2

004

7/1

0/2

004

21/1

0/2

004

4/1

1/2

004

18/1

1/2

004

2/1

2/2

004

16/1

2/2

004

30/1

2/2

004

Bu

iten

tem

pera

tuu

r [°

C]

0

10

20

30

40

50

60

Gro

nd

wate

rdeb

iet

[m³/

h]

Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet [m³/h]

Figuur 2: debiet en temperatuur gedurende 2004

Het primaire circuit van het koude-warmteopslagsysteem (grondwatercircuit) volgt

nauwgezet de koudevraag van het gebouwcircuit. Er is dan ook duidelijk een verband te zien

tussen de buitentemperatuur en het grondwaterdebiet.

Page 10: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

9

Figuur 3 geeft het verloop weer van de brontemperaturen (warme en koude bron) gedurende

2004. Er is een duidelijke stijging van de koude brontemperatuur te merken tijdens de

zomerperiode. De temperatuur loopt langzaam maar zeker op van ongeveer 8°C in juni tot

ongeveer 11°C eind september. Dit geeft aan dat op het einde van de koelperiode het

grondwatersysteem nog steeds operationeel is en koude aanreikt onder de natuurlijke

grondwatertemperatuur (zijnde 12°C). Tijdens de winterperiode wordt er warmte onttrokken

van ± 13°C uit de warme bron om aan 7°C geïnjecteerd te worden in de koude bron. Er is

ook duidelijk te merken dat er een wijziging is gebeurd aan de instellingen. In het najaar van

2004 wordt er merkelijk kouder geïnjecteerd dan tijdens de eerste maanden van het jaar.

0

5

10

15

20

25

1/0

1/2

004

15/0

1/2

004

29/0

1/2

004

12/0

2/2

004

26/0

2/2

004

11/0

3/2

004

25/0

3/2

004

8/0

4/2

004

22/0

4/2

004

6/0

5/2

004

20/0

5/2

004

3/0

6/2

004

17/0

6/2

004

1/0

7/2

004

15/0

7/2

004

29/0

7/2

004

12/0

8/2

004

26/0

8/2

004

9/0

9/2

004

23/0

9/2

004

7/1

0/2

004

21/1

0/2

004

4/1

1/2

004

18/1

1/2

004

2/1

2/2

004

16/1

2/2

004

30/1

2/2

004

Tem

pera

tuu

r [°

C]

T koude bron T warme bron

Figuur 3: Evolutie van de brontemperaturen in 2004

Figuur 4 geeft een beeld van de energielevering door het KWO-systeem, ontlading van de

koude bron enerzijds en laden van de koude bron anderzijds. In de winterperiode is er een

eerder constante vermogenlevering aan gemiddeld 40 kW (koude laden in koude bron). In de

zomerperiode fluctueert het geleverde vermogen veel sterker in functie van de thermische

belasting van het gebouw.

Page 11: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

10

0

50

100

150

200

250

300

350

1/0

1/2

004

15/0

1/2

004

29/0

1/2

004

12/0

2/2

004

26/0

2/2

004

11/0

3/2

004

25/0

3/2

004

8/0

4/2

004

22/0

4/2

004

6/0

5/2

004

20/0

5/2

004

3/0

6/2

004

17/0

6/2

004

1/0

7/2

004

15/0

7/2

004

29/0

7/2

004

12/0

8/2

004

26/0

8/2

004

9/0

9/2

004

23/0

9/2

004

7/1

0/2

004

21/1

0/2

004

4/1

1/2

004

18/1

1/2

004

2/1

2/2

004

16/1

2/2

004

30/1

2/2

004

Verm

og

en

[kW

]

Koude laden Koude ontladen

Figuur 4: Thermische energie-overdracht naar grondwatersysteem

5.2 Debiet laden / ontladen

Het debiet per maand (zowel laden als ontladen) over de meetperiode wordt weergegeven in

figuur 5. Gedurende de meetperiode van 3 jaar is in het totaal 43.071 m³ geladen en 83.650

m³ ontladen. Figuur 6 geeft een overzicht van de debieten per jaar gedurende de

meetperiode.

Door gebouwzijdige veranderingen t.o.v. het processchema, is het niet mogelijk om na te

gaan welk luchtdebiet er tijdens het laden effectief gebruikt wordt voor het opwarmen van

het gebouw. Uit de data blijkt dat er over de meetperiode 3613 uren geladen wordt tussen

06.00 en 18.00 uur zijnde de uren waartussen de kantoorgebouwen dienen verwarmd te

worden. In het totaal werd er gedurende de meetperiode 7822 uren geladen. Op basis van

deze gegevens mag er van uitgegaan worden dat ongeveer 46% van de voorverwarmde

lucht ook effectief wordt benut.

Page 12: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

11

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

7.000

8.000

9.000

10.000

jan/0

3

feb/0

3

mrt

/03

apr/

03

mei/03

jun/0

3

jul/03

aug/0

3

sep/0

3

okt/

03

nov/0

3

dec/0

3

jan/0

4

feb/0

4

mrt

/04

apr/

04

mei/04

jun/0

4

jul/04

aug/0

4

sep/0

4

okt/

04

nov/0

4

dec/0

4

jan/0

5

feb/0

5

mrt

/05

apr/

05

mei/05

jun/0

5

jul/05

aug/0

5

sep/0

5

okt/

05

nov/0

5

dec/0

5

Deb

iet

[m³]

Debiet ontladen [m³] Debiet laden [m³]

Figuur 5: Totale debieten laden en ontladen gedurende de meetperiode

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

35.000

2003 2004 2005

Deb

iet

[m³]

Debiet ontladen [m³] Debiet laden [m³]

Figuur 6: Totale debieten laden en ontladen per jaar gedurende de meetperiodemeetperiode

Page 13: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

12

5.3 Energie laden / ontladen

De hoeveelheden thermische energie per maand, die geleverd zijn door de KWO over de

meetperiode, zijn weergegeven in figuur 7.

0

5

10

15

20

25

30

35

40

jan/0

3

feb/0

3

mrt

/03

apr/

03

mei/03

jun/0

3

jul/03

aug/0

3

sep/0

3

okt/

03

nov/0

3

dec/0

3

jan/0

4

feb/0

4

mrt

/04

apr/

04

mei/04

jun/0

4

jul/04

aug/0

4

sep/0

4

okt/

04

nov/0

4

dec/0

4

jan/0

5

feb/0

5

mrt

/05

apr/

05

mei/05

jun/0

5

jul/05

aug/0

5

sep/0

5

okt/

05

nov/0

5

dec/0

5

En

erg

ie [

MW

h]

Energie ontladen [kWh] Energie laden [kWh]

Figuur 7: Geleverde energie tijdens laden/ontladen over de meetperiode

Tijdens de totale meetperiode is er in het totaal 280.478 kWhth koude geladen en

322.813 kWhth ontladen.

Wanneer de warmtebalans bekeken wordt over de verschillende zomer- en winterperiodes

kan er besloten worden dat dit gedurende de meetperiode bijna in evenwicht is en er maar

iets minder koude geladen wordt dan ontladen. Enkel tijdens de laatste winterperiode

(winter 05) lijkt er beduidend minder koude geladen te worden. Doordat de winterperiode

van 2005 ook de eerste (winter)maanden van 2006 bevat kan er nog geen volledig beeld

gevormd worden. Een mogelijke oorzaak van het iets minder koude laden in 2005 is de

lagere injectietemperatuur van de koude bron t.o.v. 2003. Figuur 8 geeft een beeld van de

temperatuur in de koude bron tijdens het laden in zowel 2003 als 2005. Er valt op te merken

dat door gewijzigde instelparameters er in 2003 nog koude geladen werd aan 7°C, en dat dit

in 2005 rond 4 à 5°C is.. Doordat er bij lagere temperaturen geladen wordt, zullen 2

tegengestelde effecten spelen. De totale laadperiode zal verkleinen, en de bodem zal een

lagere temperatuur krijgen aan de koude bron. Uit de gegevens kan er besloten worden dat

het verkleinen van de laadtijd een groter invloed heeft dan de lagere temperatuur aan de

koude bron. Er kan netto minder geladen worden. Het is belangrijk om een goed evenwicht

Page 14: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

13

te vinden tussen voldoende koude temperaturen laden en zorgen dat de hoeveelheid koude

die geladen wordt toereikend is om de volgende zomerperiode voldoende koude ter

beschikking te hebben. Dit is zeker een aandachtspunt dat moet blijven opgevolgd worden

om toekomstige problemen te vermijden.

Page 15: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

14

December 2005

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

1/1

2/2

005

2/1

2/2

005

3/1

2/2

005

4/1

2/2

005

5/1

2/2

005

6/1

2/2

005

7/1

2/2

005

8/1

2/2

005

9/1

2/2

005

10/1

2/2

005

11/1

2/2

005

12/1

2/2

005

13/1

2/2

005

14/1

2/2

005

15/1

2/2

005

16/1

2/2

005

17/1

2/2

005

18/1

2/2

005

19/1

2/2

005

20/1

2/2

005

21/1

2/2

005

22/1

2/2

005

23/1

2/2

005

24/1

2/2

005

25/1

2/2

005

26/1

2/2

005

27/1

2/2

005

28/1

2/2

005

29/1

2/2

005

30/1

2/2

005

31/1

2/2

005

tem

pera

tuu

r [°

C]

T koude bron

December 2003

0

2

4

6

8

10

12

1/1

2/2

003

2/1

2/2

003

3/1

2/2

003

4/1

2/2

003

5/1

2/2

003

6/1

2/2

003

7/1

2/2

003

8/1

2/2

003

9/1

2/2

003

10/1

2/2

003

11/1

2/2

003

12/1

2/2

003

13/1

2/2

003

14/1

2/2

003

15/1

2/2

003

16/1

2/2

003

17/1

2/2

003

18/1

2/2

003

19/1

2/2

003

20/1

2/2

003

21/1

2/2

003

22/1

2/2

003

23/1

2/2

003

24/1

2/2

003

25/1

2/2

003

26/1

2/2

003

27/1

2/2

003

28/1

2/2

003

29/1

2/2

003

30/1

2/2

003

31/1

2/2

003

Tem

pera

tuu

r [°

C]

T koude bron

Figuur 8: Injectietemperatuur van de koude bron tijdens het laden (2003 en 2005).

Page 16: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

15

Tabel 1 geeft een overzicht van de warmtebalans over de verschillende seizoenen

(winter/zomer). De winter van 2005 is bijgevolg nog niet volledig omdat de eerste maanden

van 2006 nog ontbreken om een volledige winterperiode te verkrijgen.

In figuur 9 wordt de warmtebalans over de meetperiode weergegeven per zomer- en

winterperiode.

Warmtebalans per seizoen

Koude laden [kWh] Koude ontladen [kWh]

Zomer 03 109.500

Winter 03 101.462

Zomer 04 103.713

Winter 04 99.095

Zomer 05 109.600

Winter 05 20.520

Tabel 1: Warmtebalans zomer-/winterperiodes

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

2003 2004 2005

En

erg

ie [

kW

h]

Koude ontladen (zomerperiode) Koude laden (winterperiode)

Figuur 9: Warmtebalans zomer-/ winterperiodes over de meetperiode

Page 17: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

16

5.4 Verbruikte energie

Figuur 10 geeft het elektriciteitsverbruik voor het KWO-systeem weer gedurende de

meetperiode.

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

jan/0

3

feb/0

3

mrt

/03

apr/

03

mei/03

jun/0

3

jul/03

aug/0

3

sep/0

3

okt/

03

nov/0

3

dec/0

3

jan/0

4

feb/0

4

mrt

/04

apr/

04

mei/04

jun/0

4

jul/04

aug/0

4

sep/0

4

okt/

04

nov/0

4

dec/0

4

jan/0

5

feb/0

5

mrt

/05

apr/

05

mei/05

jun/0

5

jul/05

aug/0

5

sep/0

5

okt/

05

nov/0

5

dec/0

5

Ele

ktr

icit

eit

sverb

ruik

[kW

h]

Elektriciteitsverbruik ontladen Elektriciteitsverbruik laden

Figuur 10: Elektriciteitsverbruik van KWO gedurende de meetperiode

Over de totale meetperiode is er een totaal van 22,5 MWhe elektrische energie verbruikt

door de bronpompen. Laden nam hiervan 10,4 MWhe voor zijn rekening, terwijl het

ontladen 12,2 MWhe verbruikte.

Voor het leveren van 322,8 MWhth koude was dus 12,2 MWhe elektrische energie vereist. In

termen van een koelmachine komt dit neer op een SPF van 27. In de totale meetperiode is er

280,5 MWhth warmte geleverd. Hiervan wordt slechts 46% nuttig gebruikt, wat overeenkomt

met 129,0 MWhth. Wanneer de berekening gemaakt wordt, komt dit neer op een SPF van

12.

Tabel 2 geeft een overzicht van de SPF-factor per jaar voor zowel laden als ontladen.

SPF-factor Koude laden Koude ontladen

2003 13 28

2004 12 22

2005 12 31

Totale meetperiode 12 27

Tabel 2: SPF-factor voor koude laden en ontladen over de meetperiode

Page 18: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

17

5.5 Gasverbruik

Het gasverbruik tijdens de meetperiode wordt weergegeven in Figuur 11

0

2000

4000

6000

8000

10000

12000

jan/0

3

feb/0

3

mrt

/03

apr/

03

mei/03

jun/0

3

jul/03

aug/0

3

sep/0

3

okt/

03

nov/0

3

dec/0

3

jan/0

4

feb/0

4

mrt

/04

apr/

04

mei/04

jun/0

4

jul/04

aug/0

4

sep/0

4

okt/

04

nov/0

4

dec/0

4

jan/0

5

feb/0

5

mrt

/05

apr/

05

mei/05

jun/0

5

jul/05

aug/0

5

sep/0

5

okt/

05

nov/0

5

dec/0

5

Gasverb

ruik

m³/

maan

d

Gasverbruik m³

Figuur 11: Gasverbruik per maand gedurende de meetperiode

Een totaal van 135.122 m³ gas is verbruikt tijdens de meetperiode. Uitgaande van

33,5 MJ/m³ (verrijkt Slochteren) en een rendement van de gasketel van 85% geeft dit een

totaal van 3.847 GJ ofwel 1.069 MWhth geleverde warmte.

Tijdens de meetperiode is 46% van de energie bij het laden ook gebruikt als

voorverwarming wat neerkomt op 129.020 kWhth of 464 GJ (zie hiervoor 4.2). Tijdens de

meetperiode werd dus 11 % van de warmtevraag geleverd door het KWO-systeem.

Page 19: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

18

6 PRIMAIRE ENERGIEBESPARING EN CO2-REDUCTIE

6.1 Primaire energiebesparing

Om de primaire energiebesparing te kunnen bepalen is het nodig om de KWO-installatie te

vergelijken met een referentie-installatie. Hiervoor wordt vergeleken met een klassieke

watergekoelde koelmachine een SPF van 3,5 en een HR+-gasketel met een jaarrendement

van 85%. Voor de omrekening naar primaire energie wordt gerekend met een rendement van

de elektriciteitscentrale van 44 %.

KWO + ketel

(installatie Etap)

Gasketel + KM

(referentie-installatie)

Elektriciteitsverbruik 22,5 MWhe 92,2 MWhe

Primair elektrisch

energieverbruik 184 GJ 755 GJ

Gasverbruik 4.527 GJ 5.073 GJ

Totaal primair

energieverbruik 4.711 GJ 5.828 GJ

Reductie primaire energie - 1.117 GJ

Besparing - 19 %

Tabel 3: Primaire energiebesparing over de meetperiode

Door toepassing van de KWO-techniek werd er 1.117 GJ minder primaire energie verbruikt

gedurende de voorbije drie jaar. Dit komt overeen met een jaarlijkse besparing van ongeveer

372 GJ of 19% van de nodige primaire energie van de referentie-installatie. Tabel 3 geeft

een overzicht van de verschillende energieverbruiken.

Omdat het hoofddoel van de KWO-installatie het leveren van koude is, zal de koeling apart

bekeken worden. Tabel 4 geeft een overzicht van de verschillende energieverbruiken enkel

voor wat betreft koeling. Er is een duidelijk grotere procentuele besparing wat betreft

primair energieverbruik. Het aandeel van de KWO in de verwarming is dan ook beperkt.

(11% zie 5.5)

KWO

(installatie Etap)

KM

(referentie-installatie)

Elektriciteitsverbruik 22,5 MWhe 92,2 MWhe

Primair elektrisch

energieverbruik 184 GJ 755 GJ

Reductie primaire energie - 571 GJ

Besparing - 76 %

Tabel 4: Primaire energiebesparing enkel voor koeling over de meetperiode

Page 20: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

19

6.2 CO2-reductie

Voor de bepaling van de CO2-emissie wordt uitgegaan van een uitstoot van 624 g CO2 per

kWhe en 55 g CO2 per MJth. Onderstaande tabel geeft een totaal-overzicht na drie jaar

werking.

KWO + ketel

(installatie Etap)

Gasketel + KM

(referentie-installatie)

Elektriciteitsverbruik 14 ton CO2 58 ton CO2

Gasverbruik 249 ton CO2 279 ton CO2

CO2-uitstoot 263 ton CO2 337 ton CO2

CO2-reductie - 74 ton CO2

Besparing - 22 %

Tabel 5: CO2-reductie tijdens de meetperiode

Tabel 5 geeft een overzicht van de CO2-emissie over de meetperiode. Door toepassing van

de KWO-techniek werd de CO2-reductie met ruim 74 ton verminderd over de voorbije 3

jaar. Op jaarbasis geeft dit een besparing van ongeveer 25 ton of 22 %.

Page 21: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

20

7 ECONOMISCHE EVALUATIE

In het kader van de bevordering van nieuwe energietechnologieën heeft de Vlaamse

overheid een subsidie toegekend van 35% van de investeringskosten van de koude-

warmteopslag (KWO) installatie bij ETAP te Malle.

De totale investeringskost voor de KWO-installatie bedroeg 341.746,01 €. Etap heeft een

subsidie van 35% zijnde 119.611,15 € bekomen.

De energiebesparing wordt bepaald door de koeling te vergelijken met mechanische koeling

via een koelmachine. Voor de koelmachine is een investering voorzien van 148.000 €

(Vermogen 570 kWth). De warmte gerecupereerd bij het koude laden wordt door de ketel

bijgeleverd. Er dienen hiervoor geen extra investeringen gedaan te worden.

Voor de aardgasprijs wordt het tarief C gebruikt met een kostprijs van 2,81 cEURO/kWh en

de elektriciteitsprijs wordt 7,5 cEURO/kWhe gebruikt. Enkel de variabele kosten voor

aardgas en elektriciteit worden in rekening gebracht. Alle vermelde bedragen zijn exclusief

BTW.

Bij de evaluatie is er rekening gehouden met een vermeden onderhoudskost, geschat op

2.500 €/jaar, en een vermeden vermogenvergoeding van 7.500 €/jaar.

Tabel 6 toont de economische evaluatie van het project.

Investeringen (€)

KWO-installatie

Totaal

Vermeden investering koelmachine (€)

Subsidie

341.746

341.746

-148.000

-119.611

Energiebesparing (€/jaar)

Aardgasbesparing

Elektriciteitsbesparing

Subtotaal

Vermeden onderhoudskost en

vermogenvergoeding (€/jaar)

Totaal

1.425

1.742

3.167

10.000

13.167

Terugverdientijd (exclusief subsidie) (jaar) 14,7

Terugverdientijd (inclusief subsidie) (jaar) 5,6

Tabel 6: Economische evaluatie demonstratieproject bij Etap, Malle

Page 22: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

21

Door toepassing van deze energiezuinige technieken wordt een aardgasbesparing van

50.596 kWhprim/meetjaar of 1.425 €/jaar bereikt en een elektriciteitsbesparing van

23.232 kWh/jaar of 1.742 €/jaar. De totale energiebesparing bedraagt 3.167 €/jaar. Samen

met de vermeden onderhoudskost en vermogenvergoeding geeft dit een jaarlijkse besparing

van 13.167 €/jaar. Wanneer de terugverdientijd berekend wordt, bedraagt deze 14,7 jaar

zonder subsidie. Indien de subsidie mee in rekening gebracht wordt, dan bedraagt de

terugverdientijd 5,6 jaar.

Page 23: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

22

8 MENING VAN DE EIGENAAR

Situering van het project:

ETAP ontwikkelt, fabriceert en commercialiseert functionele verlichting, meer bepaald

algemene-, specifieke- en noodverlichting; voornamelijk voor de werkomgeving in industrie

en utiliteit. Het resulterende product is functioneel en van hoge kwaliteit, gesteund op de

actuele stand van de verlichtingskunde, ontwikkeld en geproduceerd met up to date

materiaal en -technologische middelen, rekening houdend met het verlangen van de klant,

met voldoende mogelijkheid tot achterwaartse integratie en met een zo hoog mogelijke

toegevoegde waarde.

Hiervoor heeft ETAP een visie ontwikkeld die gedragen wordt door optimalisatie van

fysiologische-, ergonomische- en comfortaspecten, met bovendien zeer veel aandacht voor

het esthetische uitzicht en de gebruikskost.

Het nieuwe "Lichtpaviljoen" dat gebouwd werd, is in de eerste plaats bedoeld om haar

expertise met betrekking tot algemene verlichtingstechniek, noodverlichting en

verlichtingstoepassingen met moderne middelen uit te bouwen en te tonen aan haar klanten.

Het "Lichtpaviljoen" centraliseert alle ruimten die bedoeld zijn om licht te beleven in

hiervoor speciaal ontwikkelde ruimten, om proefopstellingen voor eigen gebruik te bouwen

ten behoeve van nieuwe productontwikkelingen en om de klanten in aangepaste

simulatieruimten te tonen welke lichttechnische- en energetische resultaten er verwacht

kunnen worden in hun specifieke omgeving.

Het nieuw gebouwde lichtpaviljoen werd geïntegreerd in het bestaande gebouw dat hierdoor

uitgebreid werd met circa 3000 m² vloeroppervlak.

Procesbeschrijving:

Voor de koeling van de ruimtes wordt gebruik gemaakt van een seizoenmatig

koudeopslagsysteem.

Het principe van een seizoenmatig koudeopslagsysteem is dat in de zomer wordt gekoeld

met winterkoude. Hiertoe wordt in de winter grondwater onttrokken aan een zogenaamde

warme bron en na afkoeling aan de buitenlucht, met een temperatuur van de 7ºC in een

zogenaamde koude bron geïnfiltreerd. In de zomer keert het systeem om en wordt er gekoeld

grondwater onttrokken aan de koude bron en na afgifte van koude aan het gebouw,

geïnfiltreerd in de warme bron.

Het seizoenmatige koudeopslagsysteem werd zo uitgelegd dat deze in de gehele koudevraag

van de ruimtes kan voorzien, dit zowel voor het nieuwe lichtpaviljoen als voor het bestaande

kantoorgebouw.

De grootte van het grondwatersysteem is bepaald aan de hand van de totale koudevraag

betreffende het "Lichtpaviljoen" en de bestaande AIRCO's I en II in het kantoorgebouw. De

aansluiting van de koudevragers op het grondwatersysteem vond gefaseerd plaats. Als eerste

werden de luchtbehandelingskasten van het lichtpaviljoen aangesloten. Op een later tijdstip

werden AIRCO I en II van de bestaande gebouwen aangesloten. Beide systemen hebben een

eigen warmtewisselaar, die zorg draagt voor de scheiding tussen het grondwater en het

Page 24: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

23

gekoelde water. In de winter wordt alleen geladen met behulp van de

luchtbehandelingskasten van het lichtpaviljoen.

Motivatie en doelstellingen:

ETAP is een bedrijf dat hoogwaardige verlichtingsarmaturen en noodverlichting ontwikkelt,

fabriceert en commercialiseert.

Eén van de belangrijke kenmerken van deze armaturen, buiten hun optische en esthetische

eigenschappen, is dat ze zeer zuinig omspringen met energie. Dit wordt bereikt door:

De juiste optimale vorm aan de reflectoren te geven.

Een aluminiumkwaliteit te gebruiken met de hoogste reflectie-eigenschappen die vandaag

op de markt is.

Gesofistikeerde diffusoren te ontwerpen.

De armaturen op de juiste plaats in te planten.

Bovendien werden en worden er meerdere lichtregelsystemen ontwikkeld waarmee men

behoorlijke besparingen kan realiseren op de energiefactuur.

Elke dag wordt er gewerkt aan systemen die er moeten voor zorgen dat wij in de toekomst

verlichtingsinstallaties hebben die een nog betere kwaliteit van verlichting garanderen met

een nog lager energieverbruik.

Men kan alle lichttechnische en energetische eigenschappen van een verlichtingsarmatuur en

van een volledige verlichtingsinstallatie vastleggen met cijfers en grafieken, maar er is toch

een sterke behoefte om dit zodanig voor te stellen aan de klanten, dat zij effectief kunnen

ervaren dat een bepaald armatuur andere eigenschappen heeft dan een ander armatuur en dat

zij kunnen ervaren wat het effect is van verschillende verlichtingsinstallaties.

Om dit te kunnen realiseren hadden wij behoefte aan nieuwe showrooms en demoruimten.

En hiervoor hebben wij ons lichtpaviljoen gebouwd.

Technische historiek:

Wij vinden het voor ons zelf vanzelfsprekend dat wanneer je alle dagen bezig bent met het

ontwerpen van producten die het energieverbruik moeten beperken, dat je dan dezelfde

filosofie doortrekt naar de gebouwen die je opricht. Gebouwen die bedoeld zijn om juist die

producten voor te stellen.

Wij zijn dus op zoek gegaan naar een technologie die, in eerste instantie voor het koelen van

het gebouw, voldeed aan die maatstaven.

We hebben gezocht in de vakliteratuur en via Internet en we hebben geleerd dat er een

bepaalde technologie was die voldeed aan die criteria en die al in Europa gebruikt werd en

waarvan er zelfs toen reeds een proefproject opgestart was in België, en het is die

technologie die we uiteindelijk gebruikt hebben in ons nieuw gebouw.

We zijn eerst gaan praten met VITO; de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek,

over de mogelijkheden van deze techniek in onze omgeving en VITO heeft dan een

Page 25: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

24

"haalbaarheidsstudie" gemaakt waaruit bleek dat de ondergrond geschikt was; dat er

voldoende grondwater beschikbaar was; over welke vermogens we per jaar zouden kunnen

beschikken; wat de invloed zou zijn op de stand van het grondwater; enz.. en we zijn dan op

zoek gegaan naar een studiebureau dat reeds ervaring had opgedaan met deze technologie,

zodanig dat er een gedetailleerd lastenboek kon opgemaakt worden.

Evaluatie:

Na 5 jaar gebruik kunnen hebben we voldoende ervaring opgebouwd om de installatie en het

gebruik te evalueren.

Er is voor de "kantoorgebruiker" geen enkel verschil merkbaar tussen een traditionele

koeling en een KWO installatie.

De gerealiseerde energiewinsten voldoen aan de vooropgestelde verwachtingen.

Een KWO-installatie vereist iets meer opvolging dan een traditionele koelmachine, vooral

omdat er ook gedurende de winter, bij voorkeur tijdens vorstperiodes, de bronnen terug

moeten geladen worden met koude-energie.

Na de iets moeilijkere opstart tengevolge van software-problemen zijn er tot op vandaag

geen mankementen opgetreden aan het gedeelte KWO. De herstellingen van defecten die er

uitgevoerd moesten worden situeerden zich allemaal aan het conventionele airco-gedeelte

dat identiek zou uitgevoerd geworden zijn indien er een traditionele koelmachine zou

gebruikt geweest zijn.

John Kazandjian

Afdelingshoofd Engineering ETAP nv

Page 26: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

25

9 BESLUIT

Het toepassen van de koude-warmteopslagtechniek (KWO) leidt bij Etap tot volgende

besluiten (evaluatie over 3 jaar, 01/2003 tem 12/2005):

Over de ganse periode was er een totale koelvraag van 322.813 kWh en een totale

warmtevraag van 280.478 kWh voor de gebouwen;

In totaal werd 83.650 m3 grondwater verplaatst van de koude naar de warme bron

(ontladen);

In totaal werd 43.071 m3 grondwater verplaatst van de warme naar de koude bron

(laden), hiermee werd 11 % van de warmtevraag gedekt door het KWO-systeem;

Toepassing van KWO gaf een totale jaarlijkse reductie van het primair

energieverbruik met 1.117 GJ (voor koeling én verwarming);

Vertaald naar de CO2-uitstoot betekent dit een reductie met 74 ton per jaar;

Globaal betekent dit een besparing van 19 % op het energieverbruik en 22 % op

CO2-emissie;

Na een moeilijke start in de periode 2000 – 2002 (juiste datagegevens uit registratiesysteem

halen), heeft de KWO-installatie bij Etap te Malle over de meetperiode toch een belangrijke

hoeveelheid energiebesparing kunnen realiseren. De installatie biedt het grootste deel van de

koude aan met een zeer hoog rendement (KF/SPF = 27 versus KF = 3,5 voor klassieke

koelmachine). Bij het laden van koude in de winter wordt de warmte toch gedeeltelijk nuttig

gebruikt als voorverwarming voor de luchtbehandelingskasten van het lichtpaviljoen.

Wanneer het economische luik bekeken wordt van de installatie, kan er besloten worden dat

het toepassen van koude-warmteopslagtechniek een zekere meerkost met zich meebrengt.

Deze zal echter terug verdiend kunnen worden door vermeden energiekosten alsook de

vermeden kosten van een koelmachine met zijn specifiek onderhoud en de vermeden

vermogenvergoeding. Dit alles in rekening gebracht geeft een terugverdientijd van 15 jaar

zonder subsidies, en 5,7 jaar inclusief subsidies.

Page 27: Algemene verspreiding contractnr.051988 ANRE ...-10-5 0 5 10 15 20 25 30 35 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4] 0 10 20 30 40 50 60] Buitentemperatuur [°C] Grondwaterdebiet

26

BIJLAGE 1: SAMENVATTING RESULTATEN M aand Energ ie laden Energ ie ontladen Debiet laden Debiet on tladen Elek laden Elek ontladen G asverbru ik CO P per m aand CO P per m aand

[kW h] [kW h] [m ³] [m ³] [kW h] [kW h] [m ³] laden ontladen

jan /03 18.997 0 5.689 0 852 62 7.578 22 0

feb /03 31.471 0 4.566 0 856 12 6.587 37 0

m rt/03 4.485 0 808 0 184 22 4.174 24 0

apr/03 4.396 3.400 763 600 148 120 3.244 30 28

m ei/03 0 2.900 0 520 1 102 1.653 0 28

jun /03 26 29.800 13 6.480 5 880 342 5 34

ju l/03 17 22.300 9 5.810 9 812 325 2 27

aug /03 365 36.800 106 8.730 33 1.278 420 11 29

sep /03 395 13.700 107 3.500 69 441 1.486 6 31

okt/03 3.083 600 743 520 176 116 4.493 18 5

nov/03 2.791 0 347 0 116 24 4.441 24 0

dec/03 24.601 0 3.303 0 784 1 6.240 31 0

jan /04 24.253 0 3.499 0 824 2 7.390 29 0

feb /04 24.652 200 4.554 60 797 25 5.720 31 8

m rt/04 16.714 2.200 3.453 630 581 132 6.232 29 17

apr/04 4.131 7.600 1.185 2.400 192 358 3.478 22 21

m ei/04 476 8.200 183 3.400 25 507 2.165 19 16

jun /04 0 24.300 1 8.690 1 1.252 1.076 0 19

ju l/04 0 15.113 1 2.830 2 415 684 0 36

aug /04 1 28.100 1 7.420 2 1.003 628 1 28

sep /04 0 17.300 1 6.250 1 842 1.534 0 21

okt/04 971 700 104 240 40 163 2.836 24 4

nov/04 8.760 0 185 0 440 20 5.155 20 0

dec/04 24.565 0 3.001 0 968 7 7.235 25 0

jan /05 24.729 0 3.131 0 685 3 6.837 36 0

feb /05 24.235 0 3.063 0 896 7 7.633 27 0

m rt/05 13.607 2.400 1.766 510 530 90 5.912 26 27

apr/05 1.179 1.400 293 350 96 88 3.217 12 16

m ei/05 1.050 9.300 195 1.540 61 230 2.464 17 40

jun /05 2 23.300 3 6.130 11 750 930 0 31

ju l/05 2 19.200 4 3.850 1 543 813 2 35

aug /05 2 20.800 3 4.800 2 702 1.282 1 30

sep /05 1 23.600 3 5.500 4 745 1.689 0 32

okt/05 1 8.600 3 2.550 8 347 2.717 0 25

nov/05 6.877 1.000 697 340 404 53 6.882 17 19

dec/05 13.644 0 1.290 0 580 32 9.632 24 0

T otaal 280.478 322.813 43.071 83.650 10.384 12.186 135.122