pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch...

114
Inhoud Inleiding 1 Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond 1 1. Naar een federale staat 1 2. Drie niveaus van besluitvorming 3 3. Wetgevende en uitvoerende macht 3 4. Onderwijs 4 5. Algemene regelgevingstechniek 5 6. Godsdienst en onderwijs 5 7. Demografische indicatoren 6 8. Economische toestand van Vlaanderen 6 9. Onderwijsstatistieken 6 I. Leerlingen en studenten 6 II. Personeel 6 10. DISCIMUS voor een vlotte uitwisseling van leeringgegevens 7 11. Dataloep 7 Hoofdstuk 2. Algemene organisatie van het onderwijssysteem 9 1. Historisch overzicht 9 2. Algemene structuur van en beslissingsmomenten in het onderwijs 9 3. Fundamentele principes en wetgeving 10 3.1. Vrijheid van onderwijs 10 3.2. Wettelijke voorzieningen voor erkenning, financiering of subsidiëring van scholen 14 3.3. Eindtermen en leerplannen 15 4. Leerplicht 16 4.1. Historisch overzicht 16 4.2. Actuele wetgeving 16 4.3. Controle op de leerplicht 17 4.4. Controle op afwezigheden 17 4.5. Stimuleringsacties 19 5. Vlaamse Kwalificatiestructuur 19 6. Bekostiging onderwijs 21 1

Transcript of pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch...

Page 1: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

InhoudInleiding 1

Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond 1

1. Naar een federale staat 1

2. Drie niveaus van besluitvorming 3

3. Wetgevende en uitvoerende macht 3

4. Onderwijs 4

5. Algemene regelgevingstechniek 5

6. Godsdienst en onderwijs 5

7. Demografische indicatoren 6

8. Economische toestand van Vlaanderen 6

9. Onderwijsstatistieken 6

I. Leerlingen en studenten 6

II. Personeel 6

10. DISCIMUS voor een vlotte uitwisseling van leeringgegevens 7

11. Dataloep 7

Hoofdstuk 2. Algemene organisatie van het onderwijssysteem 9

1. Historisch overzicht 9

2. Algemene structuur van en beslissingsmomenten in het onderwijs 9

3. Fundamentele principes en wetgeving 10

3.1. Vrijheid van onderwijs 10

3.2. Wettelijke voorzieningen voor erkenning, financiering of subsidiëring van scholen 14

3.3. Eindtermen en leerplannen 15

4. Leerplicht 16

4.1. Historisch overzicht 16

4.2. Actuele wetgeving 16

4.3. Controle op de leerplicht 17

4.4. Controle op afwezigheden 17

4.5. Stimuleringsacties 19

5. Vlaamse Kwalificatiestructuur 19

6. Bekostiging onderwijs 21

6.1. Scholingskosten in het leerplichtonderwijs 21

7. Algemeen beheer 22

7.1 Algemeen beheer op centraal niveau 22

7.2. Algemeen beheer op intermediair niveau 24

1

Page 2: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

7.3. Algemeen beheer op lokaal en institutioneel niveau 31

7.4. Bestuur en management in het basis- en secundair onderwijs 34

7.5. Overleg en participatie 35

Hoofdstuk 3. Basisonderwijs 42

1. Organisatie van het basisonderwijs 42

1.1. Geografische toegankelijkheid 42

1.2. Toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze 42

1.3. Leeftijdsniveaus en leeftijdsgroepen 43

1.4. Organisatie van de schoolweek en de schooldag 44

2. Onderwijzen en leren in het basisonderwijs 44

2.1. Curriculum, vakken en aantal uren 44

2.2. Onderwijsmethoden en didactisch materiaal 45

3. Beoordelingspraktijken in het kleuteronderwijs 45

4. Alternatieve organisatievormen en structuren 46

4.1. Ziekenhuisscholen en preventoria 47

4.2. Kinder- en jeugdpsychiatrische diensten (K-diensten) 47

4.3. Tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH) en synchroon internetonderwijs (SIO) 47

4.4. Permanent onderwijs aan huis voor zieke kinderen (POAH) 48

Hoofdstuk 4: Secundair & Post-secundair niet-tertiair onderwijs 48

1. Organisatie van het secundair onderwijs 48

1.1. Soorten instellingen 48

1.2. Geografische toegankelijkheid 49

1.3. Toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze 49

1.4. Leeftijdsniveaus en leeftijdsgroepen 50

1.5. Organisatie van schooldag en schoolweek 51

2. Onderwijzen en leren in het secundair onderwijs 51

2.1. Curriculum, vakken, aantal uren 51

2.2. onderwijsmethoden en didactisch materiaal 54

3. Beoordelingspraktijken in het secundair onderwijs 55

3.1. Beoordeling van leerlingen 55

3.2. Studievoortgang 55

3.3. Studiebewijzen 56

4. Organisatie van het secundair-na-secundair onderwijs 56

4.1. Soorten instellingen 56

4.2. toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze 57

Hoofdstuk 5. Onderwijzend personeel 58

2

Page 3: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

1. Initiële lerarenopleiding voor onderwijzend personeel in het leerplichtonderwijs 58

1.1. Curriculum, specialisatieniveau en leerresultaten 58

1.2. Lerarenopleiders 58

1.3. kwalificaties, evaluaties en certificaten 59

2. Voortdurende professionele ontwikkeling voor onderwijzend personeel in het basis- en secundair onderwijs 59

2.1. Organisatie 59

Hoofdstuk 6. Kwaliteitszorg 61

1. Bevoegde instanties voor kwaliteitszorg 61

1.1. Onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap 61

1.2. Inspectie en begeleiding van levensbeschouwelijke vakken 62

1.3. Pedagogische begeleiding van onderwijsinstellingen 62

1.4. Inspectie en begeleidingsdiensten van steden en provincies 64

1.5. Nederlands-Vlaams Accredietorgaan (NVAO) 64

2. Aanpak van kwaliteitszorg in leerplichtonderwijs 64

2.1. Functiebeschrijvingen en evaluatie van personeel 64

2.2. Interne evaluatie van scholen 65

2.3. Externe doorlichting van scholen 66

2.4. Periodiek peilingonderzoek 68

2.5. Deelname aan internationaal vergelijkend onderzoek 69

2.6. OBPWO-onderzoek 70

Hoofdstuk 7. Educatieve ondersteuning en begeleiding 71

1. Zorg in het gewoon onderwijs 71

1.1. Zorg in het gewoon onderwijs 71

1.2. Geïntegreerd Onderwijs (GON) 71

1.3. Inclusief Onderwijs (ION) 72

2. Buitengewoon Onderwijs (BuO) 72

2.1. Onderwijstypes en onderwijsvormen in BuO 72

2.2. Toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze 73

2.3. Curriculum en vakken 73

3. Ondersteuningsmaatregelen voor lerenden in het leerplichtonderwijs 74

3.1. Gelijke onderwijskansen (GOK) 74

3.2. Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) 75

3.3. Extra middelen voor scholen met groeiend aantal anderstalige kleuters 76

3.4. Nederlandstalige scholen in Brussel 76

4. Begeleiding en advies in het leerplichtonderwijs 76

3

Page 4: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

4.1. Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s) 76

4.2. Time-out projecten 77

4

Page 5: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Wie is Wie: Beleid en Organisatie in het secundair onderwijsInleidingInformatie in bundel is:

● Descriptief: er worden kort beschrijvingen gemaakt

● Oriënterend: bundel wil globaal inzicht geven in belangrijkste spelers en principes

Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. Naar een federale staat

1830: Oprichting van Belgische staat 1831: afkondiging grondwet

● Vastlegging gecentraliseerde staat: gebaseerd op principe van eenvormige wetgeving en bestuur

voor hele land

● Creatie unitaire staat

● Decentralisatie: land verdeeld in 9 provincies, waarbij elke provincie bestond uit vele lokale

autoriteiten

● MAAR: provincies en lokale autoriteiten onder controle van centrale overheid 🡪 toch

gecentraliseerde staat

⇨ België was een unitaire en gecentraliseerde staatsstructuur tot 1970

5 Belangrijke instellingen (voor het onderwijs):

● Wetgevende macht: bestaat uit:

o Koningo Kamer van volksvertegenwoordigerso Senaat

● Uitvoerende macht: bestaat uit:

o Koningo Regering

● Rechterlijke macht

● Provincies

● Gemeenten

5

Hebben tamelijk veel autonomie, MAAR: macht is ingeperktBeslissingen vallen onder controle van

gewestelijke en nationale wetgevende en uitvoerende macht

Page 6: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Zes staatshervorming en grondwetswijzigingen:

● Gevolg van taalstrijd

● Gaven vorm aan federaal systeem, waarbij soevereiniteit verdeeld werd over:

o Centrale staat: nationale overheido Deelstaten: 3 gewesten en 3 gemeenschappen

6

Zes staatshervormingen in een notendop:

Eerste staatshervorming (1970)Ontstaan van 3 cultuurgemeenschappen: Nederlandse, Franse en

Duitse cultuurgemeenschap. Hebben beperkte bevoegdheidErkenning van 3 economische gewesten: Vlaams, Waals en

Brussels-hoofdstedelijk gewest

Tweede staatshervorming (1980)Herdefiniëring van cultuurgemeenschappen naar

gemeenschappen:Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschapGemeenschappen naast cultuur ook bevoegd voor

persoonlijke aangelegenhedenGemeenschappen hebben elk eigen raad (parlement) en

regeringOprichting 2 geesten: Vlaamse en Waalse gewest

Gewesten hebben elk eigen raad en regeringVlaanderen: raad en regering van Vlaamse regering en

Vlaams gewest samengevoegd Vlaanderen kent 1 raad en 1 regering

Derde staatshervorming (1988-1989)Oprichting Brussels Hoofdstedelijk GewestGemeenschappen en gewesten krijgen meer bevoegdheden

Onderwijs gaat naar gemeenschappenOpenbaar vervoer en openbare werken gaan naar

gewestenBasisprincipes van schoolpactwet ingeschreven in grondwetcommunautasering

Vierde staatshervorming (1993)Belgische staat wordt volwaardige federale staat: gemeenschappen

en gewesten krijgen al hun bevoegdhedenAanpassing grondwet: “België is ingedeeld in provincies”

veranderde in: “België is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten”.

Vijfde staatshervorming (2001)Lambermontakkoord: overheveling van bevoegdheden naar

gemeenschappen en gewestenLombardakkoord: wijziging van werking van Brusselse instellingen

Zesde staatshervorming (2011)Institutioneel akkoord gevormd in 2011, maar zal in verschillende

delen gerealiseerd worden2012: splitsing van kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde2014:

Page 7: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

2. Drie niveaus van besluitvorming

3 niveaus van besluitvorming met eigen wetgevende en uitvoerende organen

1) Gemeenschappen

● 3 culturele gemeenschappen: Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschap

● Elke gemeenschap heeft bevoegdheid over corresponderende eentalige taalgebied

● Tweetalige Brussel:

o Beslissingen van gemeenschap gelden enkel voor instellingen die exclusief tot ene of andere gemeenschap horen op basis van activiteiten of organisatie

● Bevoegd voor onder andere:

o Cultuuro Onderwijso Gebruik van talen en persoonsgebonden aangelegenheden (gezondheid + hulp aan

personen)

2) Gewesten

● 3 economische gewesten: Vlaamse, Waalse en Brussels Hoofdstedelijk gewest

● Plaatsgebonden aangelegenheden zoals economie, landbouw, openbare werken….

3) Nationale overheid

3. Wetgevende en uitvoerende macht

Vlaams parlement

● = wetgevende orgaan voor Vlaanderen

● = parlement van de Vlaamse gemeenschap en het Vlaamse gewest

● Bestaat uit 124 leden:

o 118 direct verkozen door inwoners van Vlaams Gewesto 6 verkozen onder Nederlandstalige vertegenwoordigers van Brusselse Gewestraad

● Heeft 3 klassieke functies van een parlement:

o Wetgevende functieo Vorming van regeringen

7

Zes staatshervormingen in een notendop:

Eerste staatshervorming (1970)Ontstaan van 3 cultuurgemeenschappen: Nederlandse, Franse en

Duitse cultuurgemeenschap. Hebben beperkte bevoegdheidErkenning van 3 economische gewesten: Vlaams, Waals en

Brussels-hoofdstedelijk gewest

Tweede staatshervorming (1980)Herdefiniëring van cultuurgemeenschappen naar

gemeenschappen:Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschapGemeenschappen naast cultuur ook bevoegd voor

persoonlijke aangelegenhedenGemeenschappen hebben elk eigen raad (parlement) en

regeringOprichting 2 geesten: Vlaamse en Waalse gewest

Gewesten hebben elk eigen raad en regeringVlaanderen: raad en regering van Vlaamse regering en

Vlaams gewest samengevoegd Vlaanderen kent 1 raad en 1 regering

Derde staatshervorming (1988-1989)Oprichting Brussels Hoofdstedelijk GewestGemeenschappen en gewesten krijgen meer bevoegdheden

Onderwijs gaat naar gemeenschappenOpenbaar vervoer en openbare werken gaan naar

gewestenBasisprincipes van schoolpactwet ingeschreven in grondwetcommunautasering

Vierde staatshervorming (1993)Belgische staat wordt volwaardige federale staat: gemeenschappen

en gewesten krijgen al hun bevoegdhedenAanpassing grondwet: “België is ingedeeld in provincies”

veranderde in: “België is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten”.

Vijfde staatshervorming (2001)Lambermontakkoord: overheveling van bevoegdheden naar

gemeenschappen en gewestenLombardakkoord: wijziging van werking van Brusselse instellingen

Zesde staatshervorming (2011)Institutioneel akkoord gevormd in 2011, maar zal in verschillende

delen gerealiseerd worden2012: splitsing van kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde2014:

Page 8: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

o Controlefunctie

● Oefent wetgevende macht uit door decreten: hebben dezelfde rechtskracht als wetten van

nationale parlement

Vlaamse regering

● Heeft uitvoerende macht

● 11 leden, waarvan minstens 1 uit Brussel-Hoofdstad (tweetalig gebied)

● Worden aangesteld door Vlaams parlement

● Beslist collegiaal: elke beslissing wordt genomen door volledige regering

o tenzij bevoegdheid expliciet wordt gedelegeerd aan individuele minister

4. Onderwijs

Onderwijs is vrij volgens Belgische grondwet sinds 1831GEVOLG: staatsinterventie binnen onderwijs wordt afgewezen (overheid mag wel zelf onderwijs inrichten)

VROEGER: onderwijs vooral in handen van de geestelijkheid, dan enkele nieuwe wetten:

● 1836: gemeentewet

o Gemeenten gaan zich nu ook bezighouden met onderwijso Nog steeds overwegend katholiek karakter

● 1842: eerste organieke wet op lager onderwijs

o Verplichtte elke gemeente om school in te richten en kosteloos onderwijs te verstrekkeno Mochten bestaande vrije scholen aannemen als gemeenteschool

● 1850: eerste organieke wet op middelbaar onderwijs

o Hierdoor werd invloed van geestelijkheid beperkt

● tweede wet op lager onderwijs (Wet-Van Humbeeck, 1879) en middelbaar onderwijs (1881)

o gemeenten moeten minstens 1 officiële staatsschool hebben EN mogen hiervoor GEEN vrije scholen aanvaarden en subsidiëren

o onderwijzers moeten diploma van officiële normaalschool bezitteno er mag geen godsdienstonderwijs gegeven worden in staatsscholen tijdens klasuren

⇨ resulteerde in eerste schoolstrijd die duurde tot 1884

1884: nieuwe wet op lager onderwijs:

● gemeenten mogen opnieuw vrije scholen aannemen

● gemeenten mogen zelf beslissen of godsdienstonderwijs deel uitmaakt van programma

8

Page 9: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● onderwijzers moeten niet langer officieel diploma hebben

Na WOII: tweede schoolstrijd:

● financiering secundair onderwijs centraal

● socialistische minister Leo Collard wilde:

o subsidies aan katholieke scholen verminderen o voorwaarden voor subsidies verscherpeno meer openbare scholen oprichten

● leidde tot protest bij katholieken

● eindigde in schoolpact op 6 november 1958

o leidde tot schoolpactwet op 9 mei 1959

schoolpactwet:

● erkent bestaan van 2 grote onderwijsnetten in België

o officieel onderwijso vrij onderwijs: krijgen financiële steun van staat als ze zich onderwerpen aan regels

● waarborgt het bestaan van die netten door donaties of subsidies door overheid

● er mag vanaf nu geen inschrijvingsgeld meer gevraagd worden voor secundair onderwijs

● basisprincipes met derde staatshervorming ook ingeschreven in de Grondwet in artikel 24 (p 7)

⇨ Onderwijs dat niet wordt georganiseerd door de staat zou een zekere overheidscontrole

aanvaarden in ruil voor gedeeltelijke subsidiëring, maar elke inrichtende macht zou recht hebben om in complete autonomie pedagogische vrijheid uit te oefenen.

Communautarisering van het onderwijs:

● Alle verantwoordelijkheden in verband met onderwijssysteem overgeheveld van federale

overheid naar gemeenschap, met uitzondering van 3 punten:1) Vastlegging van begin en einde van leerplicht2) Minimumvoorwaarden voor verlenen van diploma’s3) Pensioenstelsel

● Zorgde voor sterven van rijksonderwijs 🡪 minister van onderwijs sinds 1989 niet langer

inrichtende macht van rijksonderwijs

5. Algemene regelgevingstechniek

Legaliteitsbeginsel: elke maatregel die ernstig ingrijpt op de organisatie van het onderwijs moet door decreetgever worden geregeld

9

Page 10: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Alle decretale wijzigingen die nodig zijn om nieuwe schooljaar voor te bereiden moeten gebundeld worden in één verzameldecreet

na goedkeuring van decreet worden meeste wijzigen overgebracht in bestaande niveau- en themadecreten

6. Godsdienst en onderwijs

Godsdienst garandeert scheiding van kerk en staat

⇨ Veel sociale, culturele en onderwijsaangelegenheden georganiseerd volgens

subsidiariteitsprincipe: o verklaart waarom regering in Vlaanderen geen invloed heeft in opstelling van leerplanneno regering heeft enkel duidelijk gedefinieerd recht om leerplannen te controlereno geen ‘officiële’ godsdienst, hoewel overheid bij wet verschillende godsdiensten erkent

grondwet garandeert dat alle kinderen in lager en secundair onderwijs recht hebben een filosofisch of godsdienstig vak te volgen op kosten van overheid. Er is geen overheidscontrole op vakinhoud van die lessen.

Instellingen van officieel onderwijs moeten filosofische keuze van alle ouders respecteren:

● bieden keuze aan tussen onderricht in erkende godsdiensten

● bieden niet-confessionele zedenleer aan

● leerlingen kunnen vrijgesteld worden om die lessen te volgen

⇨ in gesubsidieerde vrije scholen bestaat die keuze niet

7. Demografische indicatoren

Vlaamse afhankelijkheidsratio die verhouding weergeeft van aantal personen buiten arbeidsleeftijd en aantal personen op arbeidsleeftijd groeit

Bevolking is verouderd

Dalende trend in geboortecijfers

8. Economische toestand van Vlaanderen

Vlaamse economie doet het vrij goed: in rangschikking van EU lanen komt Vlaamse Gewest op 4de plaats

Grote kracht achter Vlaamse economische gebeuren zijn voor een groot stuk de Kleine en Middelgrote Ondernemingen (KMO’s)

10

Page 11: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Economische ontwikkeling in Vlaanderen niet gelijkmatig verdeeld over verschillende delen van regio

De bevolking op arbeidsleeftijd (20-64 jaar) kan ingedeeld worden in 3 grote categorieën:

● Werkenden: 71,9%

● Werklozen: 3,7%

● Niet-beroepsactieven: 24,4%

9. Onderwijsstatistieken

I. Leerlingen en studenten

Zie grafiek p 12

II. Personeel

Onderwijspersoneel onderverdeeld in bestuurs- en onderwijzend personeel en andere personeelscategorieën

Bestuurs- en onderwijzend personeel

Bestuurspersoneel bestaat uit:

● Directeurs

● Adjunct-directeurs

● Selectieambten

Onderwijzend personeel: heeft lesopdracht of is ter beschikking gesteld voorafgaand aan het rustpensioen

Enkele statistieken:

● Aangroei in personeel

● Aantal tijdelijken blijft stabiel

● Toename van deeltijdse tewerkstelling

● Als onderwijsniveau stijgt, minder vrouwelijk personeel

Andere personeelscategorieën

11

beroepsbevolking

Page 12: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Enkele statistieken

● Groep van niet-onderwijzend personeel stijgt

● Toename in hoeveelheid vrouwelijk personeel in meeste onderwijsniveaus

Personeel universiteiten

Enkele statistieken:

● Personeelsbestand van Vlaamse universiteiten neemt toe

● Extra jobs in grote mate gevolg van sterk toegenomen onderzoeksfinanciering

● Toename in het aantal vrouwelijk personeel

10. DISCIMUS voor een vlotte uitwisseling van leeringgegevens

Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI):

● Staat in voor informatisering en digitalisering

● Is nodig om dienstverlening voor scholen en centra voor deeltijds onderwijs sneller en efficiënter

te laten verlopen

● Werkt samen met DISCIMUS

DISCIMUS:

● Zorgt ervoor dat scholen, centra en AGODi constant leerlinggegevens uitwisselen

● Scholen en centra kunnen direct en op elk tijdstip controleren welke leerlingengegevens AGODi

gebruikt

● Scholen en centra kunnen snel ingrijpen en gegevens aanpassen indien nodig

● Scholen en centra kunnen gemakkelijk leerlingengegevens ontvangen die opgenomen zijn in

databanke van AGODi

11. Dataloep

● = interactieve webtoepassing waar directeurs en schoolbesturen zelf aan de slag kunnen met

statistieken van hun school of schoolbestuur

● Kunnen hier hun gegevens vergelijken met die van andere scholen binnen geselecteerde

gemeente of regio

12

Page 13: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● DOEL: scholen ondersteunen bij uitstippelen van beleid voor onderwijsinstelling

● Beschikbaar voor basisonderwijs, secundair onderwijs en hoger onderwijs

13

Page 14: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Hoofdstuk 2. Algemene organisatie van het onderwijssysteem1. Historisch overzicht

Meest centrale thema = vrijheid van onderwijs

● = opgenomen in grondwet

● = bron van de schoolstrijd

Schoolstrijd eindigde in schoolpact in 1958:

● door het principe van vrije keuze mag de organisatie van onderwijsinrichtingen niet

onderworpen worden aan enige beperkende maatregel

● MAAR: scholen die diploma’s willen uitreiken en subsidies willen ontvangen moeten voldoen aan

wettelijke en statutaire voorschriften

● Schoolpactwet van 1959 = fundament voor organisatie van alle onderwijsinrichtingen

2. Algemene structuur van en beslissingsmomenten in het onderwijs

Vlaamse onderwijs bevat:

● Basisonderwijs

o Kleuteronderwijs (2,5-6 jaar)o Lager onderwijs (6-12 jaar)

● Secundair onderwijs

o 12-18 jaaro 6 leerjaren, onderverdeeld in 3 graden van telkens 2 jaren

→ 1e graad: oriënterend, onderscheid tussen

⮚ Eerste leerjaar A

⮚ Eerste leerjaar B: voor leerlingen met leerachterstand of leerlingen die liever al

doende leren. Na eerste leerjaar B kunnen leerlingen terugstromen naar eerste leerjaar A, of doorsvloeien naar beroepsvoorbereidend leerjaar, dat voorbereidt op BSO

→ 2de graad: keuze tussen 4 onderwijsvormen

⮚ Algemeen Secundair Onderwijs (ASO)

⮚ Technisch Secundair Onderwijs (TSO)

⮚ Beroeps secundair Onderwijs (BSO)

⮚ Kunstsecundair Onderwijs (KSO)

14

Page 15: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

→ 3de graad: idem 2de graad, maar vanaf nu ook keuze tussen Deeltijds Beroeps secundair

Onderwijs (DBSO)o Masterplan voor hervorming van secundair onderwijs goedgekeurd in 2013

→ al enkele maatregelen concreet vorm gekregen: M-decreet, duaal leren…

→ vanaf schooljaar 2018-2019 stappen eerste secundaire scholen in hervormde

onderwijsstelsel

● Hoger onderwijs: Verzorgd door hogescholen en universiteiten

Hoger beroepsonderwijs (HBO5):

● Bevindt zich tussen secundair en juridisch onderwijs

● Bevindt zich juridisch gezien op niveau van hoger onderwijs

● Doel: kloof verkleinen die voorheen werd ervaren tussen hoger en secundair onderwijs

● Omvat vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie

● Bestaat uit hogere opleidingen in het volwassenenonderwijs en opleiding verpleegkunde

Secundair na secundair onderwijs (Se-n-Se):

● Bevindt zich tussen secundair en juridisch onderwijs

● Bevindt zich juridisch gezien op niveau van secundair onderwijs

● Doel: kloof verkleinen die voorheen werd ervaren tussen hoger en secundair onderwijs

● Sterk beroepsgericht

● Bevat vroegere zevende specialisatiejaren in TSO en KSO

Figuur p 18!!

3 beslissende momenten in onderwijscarrière van leerlingen1. Na de lagere school: leerlingen moeten een secundaire school kiezen2. Na het 2de jaar van het secundair onderwijs: leerlingen moeten kiezen tussen één van de vier

onderwijsvormen: ASO, TSO, BSO of KSO3. In de overgang van secundair naar hoger onderwijs

3. Fundamentele principes en wetgeving3.1. Vrijheid van onderwijs

Belgische grondwet garandeert vrijheid van onderwijs, = dubbele vrijheid:

15

Page 16: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

1. Actieve vrijheid: geeft iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon het recht om onderwijs te organiseren en hiervoor instellingen op te richten

2. Passieve vrijheid: geeft ouders en leerlingen recht op vrije schoolkeuze en inschrijving in die school

3.1.1. Actieve vrijheid van onderwijs

Inrichtende macht:

● Inrichtende macht van onderwijsinrichting zijn de overheid, de natuurlijke persoon, of de

rechtspersoon- of personen die er verantwoordelijkheid voor op zich nemen

● Basisonderwijs: schoolbestuur = synoniem voor inrichtende macht

Actieve vrijheid omvat volgende rechten:

● Het recht van oprichting: privépersonen en overheden bezitten de vrijheid om scholen op te

richten en er onderwijs te verstrekkeno Bezitten autonomie om vorm en inhoud van onderwijs te bepaleno Hebben recht om, binnen de geldende regelgeving, rechtsgeldige studiebewijzen en

getuigschriften uit te reiken, ter sanctionering van de studies

● Het recht van richting (pedagogische vrijheid): scholen kunnen zelf bepalen op welke

grondslagen hun aangeboden onderwijs steunt: o Inhoud van aangeboden onderwijs is vrij

● Het recht van inrichting: grondwet verbiedt alle preventieve maatregelen

o Inrichtende machten kunnen zonder inmenging van overheid de organisatie en werking van de scholen bepalen

o Beslissingsmacht van de inrichtende macht mag niet op onredelijke wijze worden beknoto MAAR: overheid mag wel regulerende maatregelen stellen

⇨ Pedagogische vrijheid houdt in essentie in dat inrichtende machten in grote mate autonoom zijn

inzake onderwijsmethoden, leerplannen, beoordeling van leerlingen en pedagogisch project

Overheidscontrole is uitgesloten zolang de projecten niet in contradictie zijn met de wettelijke en statutaire voorschriften en principes van de Belgische staat

16

Page 17: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

3.1.2. Vrijheid van schoolkeuze en inschrijvingsrecht

Vrije schoolkeuze:

● Gegarandeerd door grondwet

● Ouders en kinderen moeten over school van keuze kunnen beschikken op redelijke afstand van

de woonplaats

● Recht om zich in school naar keuze in te schrijven = inschrijvingsrecht

o = deel van onderwijskansenbeleido Verankerd in decreet betreffende gelijke onderwijskansen

Leerlingen worden chronologisch ingeschreven:

● Leerlingen die voldoen aan de toelatingsvoorwaarde op de dag van de instap en wiens ouders

akkoord gaan met schoolreglement en pedagogisch project, worden chronologisch ingeschreven

● = algemene regel

● Wie zich eerst komt aanmelden, word ook eerst ingeschreven

● Afwijkingen in de vorm van voorrangsregeling die school moet toepassen

o Volgorde waarin die groepen voorrang krijgen ligt vasto Scholen leggen periodes vast voor voorrangsinschrijvingeno Inschrijvingen verlopen chronologisch binnen voorrangsperiode

4 voorrangsgroepen:1. Kinderen van eenzelfde leefentiteit (broers en zussen)2. Kinderen van personeelsleden3. Nederlandstalige in Brussel: dient om

● gelijke onderwijs- en inschrijvingskansen van Nederlandstaligen te beschermen

● Nederlandstalig karakter van de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde en

gesubsidieerde scholen te behouden4. Campusleerlingen: schoolbestuur met scholen binnen een LOP-gebied en gelegen op een campus

kan ervoor kiezen om bij de overgang van het basisonderwijs naar het eerste leerjaar van het secundair onderwijs voorrang te verlenen aan leerlingen van de campusschool

5. Indicator- en niet-indicatorleerlingen:

● Zijn leerlingen die voldoen aan minstens 1 van de volgende indicatoren:

o Moeder is niet in het bezit van een diploma secundair onderwijso Gezin ontving in een van de vorige schooljaren minstens 1 schooltoelage

● Doel: sociale mix en sociale cohesie in scholen

17

Page 18: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Enkel verplicht voor instroomjaren binnen een LOP-gebied en voor alle scholen die

aanmelden

● Gebeurt aan de hand van systematiek van dubbele contingentering

Dubbele Contingentering:

● Betekent dat schoolbestuur zowel voor indicator- als niet-indicatorleerlingen vastlegt welk

aandeel van de schoolbevolking die groepen mogen bedragen

● Scholen leggen 2 contingenten vast: 1 voor indicator- en 1 voor niet-indicatorleerlingen

o 2 groepen samen vormen 100% van de leerlingeno Voor de start van de inschrijvingen gaat school na hoe veel plek er is in elk contingento Elke leerling wordt chronologisch ingeschreven in eigen contingent

● Als contingent vol is worden leerlingen chronologisch ingeschreven in inschrijvingsregister als

uitgesteldo Als beide contingenten vol voor afsluiten van de voorrangsperiode: alle uitschrijvingen

worden omgezet in weigeringeno Als andere contingent nog niet vol is na afsluiten van voorrangsperiode: uitgestelde

uitschrijvingen worden omgezet naar gerealiseerde inschrijvingen en plaatsen van lege contingent worden opgevuld in chronologische volgorde

Overzicht van voorrangsgroepen in gewoon basis- en secundair onderwijs

Voorrangsgroep Vlaanderen BrusselBasisonderwijs Secundair

onderwijsBasisonderwijs Secundair

onderwijs1. Kinderen van

eenzelfde leefentiteitMOET MOET MOET MOET

2. Kinderen van personeelsleden

MOET MOET MOET MOET

3. Nederlandstalige kinderen

/ / MOET MOET

18

Page 19: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

4. Campusleerlingen / ● Gewoon

secundair onderwijs: LOP MAG

● BuSo: MAG

/ MAG

5. Indicator- en niet-indicatorleerlingen

● Binnen LOP:

MOET

● Buiten LOP:

MAG, MOET enkel in geval van aanmelden

● Binnen LOP:

MOET

● Buiten LOP:

MAG, MOET enkel ingeval van aanmelden

MOET MOET

Met het principieel inschrijvingsrecht gaat ook een aanvaardingsplicht van de school gepaard:

● Elke leerling die voldoet aan algemene toelatingsvoorwaarden heeft recht op inschrijving in een

door de ouders gekozen school

● Weigering op basis van huidskleur, nationale of etnische herkomst, afkomst, religie of geslacht

niet toelaatbaar

● In zeldzame gevallen kan de school doorverwijzen of weigeren

Basisscholen kunnen leerlingen weigeren wanneer:

● Leerling niet voldoet aan voorwaarde op dag van de effectieve instap

● Inschrijving van leerling tot doel heeft in dat schooljaar afwisselend naar verschillende scholen te

gaan

● Capaciteit wordt overschreden

● Leerling het lopende schooljaar, het vorige schooljaar of het daaraan voorafgaande schooljaar

definitief werd uitgesloten

● Capaciteit voor anderstalige nieuwkomers is bereikt

● Leerling specifieke onderwijsbehoeften heeft

Secundaire scholen kunnen leerlingen weigeren wanneer:

● Leerling niet voldoet aan toelatings-, overgangs- of instapvoorwaarden op de dag van de

effectieve instap

● Inschrijving van leerling tot doel heeft in dat schooljaar afwisselend naar verschillende scholen te

gaan

● Capaciteit wordt overschreden

● Niveau waarin leerling wil inschrijven volzet wordt verklaard

19

Page 20: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Leerling het lopende schooljaar, het vorige schooljaar, of het daaraan voorafgaande schooljaar

uit de school werd uitgeschreven als gevolg van definitieve uitschrijving als tuchtmaatregel

● Leerling elders werd uitgeschreven als gevolg van definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel

● Leerling specifieke onderwijsbehoeften heeft

Invoering M-decreet nieuwe regels voor het weigeren van leerlingen met specifieke 🡪onderwijsbehoeften

● Onderscheid tussen inschrijvingsrecht van leerlingen met en zonder verslag voor toegang tot

buitengewoon onderwijso Leerlingen zonder verslag kunnen niet geweigerd worden voor specifieke

onderwijsbehoefteno Leerlingen met verslag: inschrijvingsrecht onder bindende voorwaarde 🡪 scholen maken

overweging of ze onderwijs aan leerling kunnen verschaffen met redelijke aanpassing

3.2. Wettelijke voorzieningen voor erkenning, financiering of subsidiëring van scholen

Als scholen officiële studiebewijzen willen uitreiken, moeten ze erkend worden door de Vlaamse Gemeenschap

● Moeten hiervoor aan aantal kwaliteitseisen voldoen

● Enkel erkende scholen komen in aanmerking voor subsidiëring of financiering

Basisschool kan enkel erkend worden als zij: 1. Georganiseerd is onder verantwoordelijkheid van een schoolbestuur2. Gevestigd is in gebouwen en lokalen die aan voorwaarden inzake hygiëne, veiligheid en

bewoonbaarheid voldoen3. Structuur aanneemt zoals vastgesteld bij dit decreet

● Structuur = de grote indelingen binnen een onderwijsniveau en de duur van die indelingen

4. Pedagogisch geheel vormt dat gevestigd is in

● een zelfde complex van gebouwen

● eenzelfde of aangrenzende gemeente

● in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, behoudens door de regering verleende afwijking

5. beschikt over voldoende didactisch materiaal en over aangepaste schooluitrusting6. bepalingen naleest over taalregeling in het onderwijs en de taalkennis van het personeel7. controle van de onderwijsinspectie mogelijk maakt8. reglementering betreffende vakantieperioden en de aanwending van onderwijstijd, zoals

bedoeld in artikel 50 in acht neemt9. reglementering betreffende eindtermen, ontwikkelingsdoelen, erkende onderwijskwalificaties,

leerplannen en handelingsplannen naleeft10. beleidscontract of beleidsplan heeft met een CLB

20

Page 21: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

11. in het geheel van haar werking de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake rechten van de mens en van het kind eerbiedigt

12. doeltreffend beleid voert m het rookverbod kenbaar te maken en te handhaven, controle uitoefent over de naleving van het verbod en overtreders sancties oplegt, conform het eigen sanctiebeleid zoals vermeld in het school- of arbeidsreglement

officiële school moet bijkomend voldoen aan volgende erkenningsvoorwaarden1. open karakter hebben door open te staan voor alle leerlingen, ongeacht ideologische, filosofische

of godsdienstige opvattingen2. leerplannen volgen van gemeenschapsonderwijs, OVSG of POV, of eigen leerplannen ermee

verenigbaar3. schoolwerkplan, schoolreglement en schoolboeken gebruiken in overeenstemming met open

karakter bedoeld in 14. begeleid worden door begeleidingsdienst van het gemeenschapsonderwijs, OVSG of POV5. godsdienstonderwijs of onderwijs in niet-confessionele zedenleer wordt door een leermeester

gegeven

Erkende scholen komen in aanmerking voor financiële middelen van de Vlaamse Gemeenschap

⇨ financiering voor gemeenschapsonderwijs, subsidiëring voor gesubsidieerd onderwijs

voorwaarden voor erkenning van basisscholen:1. voldoen aan erkenningsvoorwaarden2. voldoen aan programmatie- en rationalisatienormen en afstanden3. deelnemen en samenwerken binnen lokaal overlegplatform4.

● Gesubsidieerd onderwijs: geen afbreuk doen aan besluitvormingsprocedures betreffende

participatie op school en Vlaamse onderwijsraad. (houdt in dat directeur voldoende gemandateerd wordt om in verhouding tot schoolraad autonoom te kunnen optreden)

● Gemeenschapsonderwijs: bevoegdheden van schoolraad respecteren

Niet erkende scholen mogen geen diploma’s uitreiken en worden niet gesubsidieerd door overheid

3.3. Eindtermen en leerplannen

Ontwikkelingsdoelen: minimumdoelen die onderwijsoverheid wenselijk acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie

Eindtermen: minimumdoelen op vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die onderwijsoverheid als noodzakelijk en bereikbaar acht voor bepaalde leerlingenpopulatie

⇨ Worden decretaal vastgelegd, ze worden door overheid gebruikt als middel om aan

kwaliteitsbewaking te doen

21

Page 22: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

In kleuteronderwijs wordt gesproken over ontwikkelingsdoelen en niet over eindtermen

⇨ Kleuters krijgen alle ontwikkelingsdoelen aangeboden, maar moeten deze niet bereikt hebben bij

instap in lager onderwijs

In lager onderwijs start leerplicht

● Eindtermen, opgedeeld in:

o Leergebiedgebonden eindtermen: minimumdoelen die leerlingen moeten bereikeno Leergebiedoverschrijdende eindtermen: minimumdoelen die niet tot specifiek leergebied

behoren

● School moet deze bij leerlingen nastreven

Ontwikkelingsdoelen en eindtermen zeggen enkel wat leerlingen minimaal moeten kennen en kunnen, niet hoe dit moet gebeuren scholen zijn hierin vrij🡪

Leerplan: document dat essentiële gegevens bevat voor concrete onderwijsaanpak

● Afgestemd op welomschreven leerlingengroep

● Somt algemene en specifieke doelstellingen en aansluitende leerinhouden op

● Formuleert doelstellingen die noodzakelijk zijn om minimumdoelen van overheid te bereiken

o Leerplanmaker kan ook eigen doelen formuleren die in overeenstemming zijn met pedagogische visie

● Geeft suggesties voor didactische aanpak en gegevens die nuttig zijn voor realisatie leerplan

● Moet goedgekeurd worden door onderwijsinspecties, anders wordt school niet erkend

● Elke inrichtende macht kiest leerplannen vrij (volgens grondwet)

4. Leerplicht

4.1. Historisch overzicht

Wet van 19 mei 1914: leerplicht voor alle kinderen tussen 6 en 12 jaar

⇨ Pas toegepast na WOI

1953: wetsvoorstel goedgekeurd dat leerplicht verlengde tot 15 jaar

4.2. Actuele wetgeving

Wet van 29 juni 1983:

● Alle minderjarigen, zowel Belgen als allochtonen, zijn onderworpen aan de leerplicht voor een

periode van 12 jaar, startend vanaf het schooljaar waarin het kind 6 jaar wordt

● Opdeling in voltijdse en deeltijdse leerplicht

22

Page 23: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

o Voltijdse leerplicht: van 6 tot 15/16 jaar

→ Als eerste 2 jaar van secundair onderwijs volbracht tot 15 jaar, anders tot 16 jaar

o Deeltijdse leerplicht: van 15/16 tot 18 jaar

→ Houdt voltijds engagement in: er wordt tijdsbesteding van minimum 28 uren per eek

verwacht, naar analogie met het minimum aantal wekelijkse lestijden in het voltijds secundair onderwijs

→ Beslaat een combinatie van leercomponent en een component werkplekleren

⮚ Leercomponent: kan ingevuld worden via DBSO of via theoretische vorming binnen

de leertijd (Syntra)

⮚ Component werkplekleren: kan ingevuld worden via arbeidsdeelname, brugproject,

of een voortraject

→ Persoonlijk ontwikkelingstraject: voor leerlingen die omwille van een multiproblematiek

niet tot leren komeno Vervangt component leren en component werkplekleren

MAAR: zesjarigen alleen maar toegang tot lager onderwijs als ze ingeschreven waren in een Nederlandstalige kleuterschool in het voorafgaande jaar

⇨ Ondergrens leerplicht nuanceren

⇨ Kind moet minimum 220 halve dagen aanwezig geweest zijn in kleuterschool, anders beslist

klassenraad of kind mag instappen in lagere school of nog een jaartje naar de kleuterschool moet

● Moeten dan wel elke dag verplicht aanwezig zijn, want leerplicht begint op 6 jaar

Leerplicht loopt tot de dag dat de leerling 18 jaar wordt, of tot 30 juni van het kalenderjaar waarin de leerling 18 jaar wordt

⇨ Wie 18 jaar is, kan niet worden verplicht tot het einde van het schooljaar de lessen te volgen, ook

al heeft die leerling geen diploma behaald

Huisonderwijs:

● = onderwijs dat verstrekt wordt aan leerplichtigen van wie de ouders beslist hebben om hun

kinderen niet in te schrijven in een door de Vlaamse, Franse of Duitstalige gemeenschap erkende school

● Dient gericht te zijn op:

o Zo volledig mogelijke ontplooiing van de persoonlijkheid, talenten en geestelijke lichamelijke vermogens van het kind

o Bijbrengen van eerbied voor rechten van de mens en de fundamentele vrijheido Bijbrengen van eerbied voor culturele waarden van het kind zelf en van andereno Voorbereiding van kind op actief leven als volwassene

● Ouders moeten controle van onderwijsinspectie aanvaarden

23

Page 24: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Huisonderwijs geen recht op erkende studiebewijzen 🡪 kinderen moeten op regelmatige

tijdstippen deelnemen aan examens van de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap

● Aantal leerlingen dat huisonderwijs volgt neemt geleidelijk toe

● Geen specifieke bepalingen over hoe het wordt ingericht, zolang het maar voldoet aan

bovenstaande voorwaarden

4.3. Controle op de leerplicht

Ouders zijn verantwoordelijk dat kinderen voldoen aan leerplicht

● Moeten ervoor zorgen dat kind ingeschreven is in school/thuisonderwijs

● Als zij dit niet doen zijn gerechtelijke stappen mogelijk

Vanaf schooljaar 2007-2008 controleren scholen ten laatste op de 3de schooldag of alle leerplichtige kinderen ingeschreven zijn en ook voor de eerste keer effectief aanwezig zijn

Brussels Hoofdstedelijk Gewest:

● gezamenlijke controle op leerplicht met Vlaamse en Franse Gemeenschap

● samenwerkingsprotocol waarbij ook minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

en 19 Brusselse burgemeesters werden betrokken

4.4. Controle op afwezigheden

Als leerlingen meer dan 30 halve dagen (voltijds onderwijs) of meer dan 20 halve dagen (deeltijds secundair onderwijs) onwettig afwezig bleven, spreekt men van problematische afwezigheden. Vanaf moment dat leerling 5 halve dagen heeft gespijbeld wordt CLB verplicht ingeschakeld door scholen, maar school kan ook al eerder beroep doen op CLB

⇨ Spijbelende jongere krijgt intensieve begeleiding

AGODi publiceert jaarlijks een rapport over de opvolging van leerplicht en de problematische afwezigheden

⇨ Uit probleemdossiers kot duidelijk profiel van niet-ingeschreven leerlingen naar voor: gaat over

Niet-Belgen, wonen vaak in provincie Antwerpen, Vlaams-Braband, stad Antwerpen of Gent en het gaat vooral over 17-jarigen

24

SchoolverzuimSpijbelen is afwezig zijn van school. Verschillende vormen van spijbelen of schoolverzuim. afwezigheid van leerlingen kan geoorloofd zijn door geldige reden zoals ziekt= Afwezig zijn zonder een geldige reden

Binnen categorie van ongeoorloofd schoolverzuim verschillende varianten: Absoluut verzuim: leerling is niet in school of onderwijsinstelling ingeschreven en volgt ook geen huisonderwijsOngeoorloofd relatief verzuim: ingeschreven leerling verzuimt les- of praktijktijd zonder geldige reden

Page 25: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

4.5. Stimuleringsacties

Spijbelactieplan:

● 2006

● Van departement Onderwijs en Vorming

● Op basis van probleemanalyse worden er een aantal departementale projecten, experimenten

en concrete acties toegelicht

● Moet bijdragen aan

o Sluitende aanpak voor spijbelen en schoolverzuimo Doorgedreven sensibilisering en preventieo Degelijk uitgewerkte begeleiding en verantwoorde en efficiënte sanctionering

25

Permanente spijbelaar

Incidentele spijbelaar

Berekende spijbelaar

Periodieke spijbelaar

Absoluut verzuim Ongeoorloofd relatief verzuim

Ongeoorloofd verzuimGeoorloofd verzuim

schoolverzuim

SchoolverzuimSpijbelen is afwezig zijn van school. Verschillende vormen van spijbelen of schoolverzuim. afwezigheid van leerlingen kan geoorloofd zijn door geldige reden zoals ziekt= Afwezig zijn zonder een geldige reden

Binnen categorie van ongeoorloofd schoolverzuim verschillende varianten: Absoluut verzuim: leerling is niet in school of onderwijsinstelling ingeschreven en volgt ook geen huisonderwijsOngeoorloofd relatief verzuim: ingeschreven leerling verzuimt les- of praktijktijd zonder geldige reden

Page 26: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Voorbeeld: time-out project waarbij moeilijke leerlingen een tijdje van de schoolbanken gehaald

kunnen worden

Actieplan spijbelen en andere vormen van grensoverschrijdend gedrag:

● Opgedeeld in 6 topics

● Aanpak situeert zich blijvend volgens continuüm van in kaart brengen, informeren/sensibiliseren,

preventief werken, begeleiden tot sanctioneren

● Voor elke topic wordt aangegeven hoe acties van spijbelactieplan 2006 worden voortgezet

● Nieuwe acties voorgesteld

● Kind en gezin ingeschakeld om kleuterparticipatie te bevorderen

o Proberen ouders van niet-ingeschreven kleuters te overhalen om hun kind in te schrijven in kleuteronderwijs

Vanaf 2007-2008: schoolverzuim gekoppeld aan toekenning van schooltoelage

5. Vlaamse Kwalificatiestructuur

2008: Europees referentiekader dat kwalificatieraamwerken van landen aan elkaar koppelt

⇨ DOEL: mobiliteit van burgers tussen landen en levenslang leren bevorderen

2009: vastlegging Vlaamse kwalificatiestructuur

Kwalificatiestructuur:

● = systematische ordening van alle nationaal erkende kwalificaties op basis van het algemeen

geldend Europees raamwerk

● Ordening wil kwalificaties en hun onderlinge verhoudingen transparant maken

o REDEN: zodat onderwijs, opleidingsverstrekkers en hun onderlinge maatschappelijke actoren eenduidig over kwalificaties en de daarin vervatte competenties kunnen communiceren

● Kan als referentiekader gebruikt worden om:

o Beoordelingsproces voor erkenning van verworven competenties uit te werken en procedures onderling af te stemmen

o Studieloopbanen te oriënteren en/of begeleiden

● Onderscheid tussen:

o Beroepskwalificaties: afgeronde en ingeschaalde gehelen van competenties waarmee een beroep kan worden uitgeoefend

o Onderwijskwalificaties: afgeronde en ingeschaalde gehelen van competentie die noodzakelijk zijn om maatschappelijk te functioneren en te participeren

→ Hiermee kunnen verdere studdies in secundair of hoger onderwijs worden aangevat

26

Page 27: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

→ Hiermee kunnen beroepsactiviteiten worden uitgeoefend

→ Kunnen enkel via onderwijs verworven worden

→ Enkel door de Vlaamse overheid erkende instellingen kunnen hiervoor een

kwalificatiebewijs afleveren

Europese kwalificatieraamwerk van onderwijskwalificaties onderscheid 8 niveaus:

● Niveau 1: eindtermen lager onderwijs

● Niveau 2:

o eindtermen basiseducatieo eindtermen 2de graad BSOo één of meer erkende beroepskwalificaties

● Niveau 3:

o Eindtermen 2de leerjaar en 3de graad BSOo Één of meer erkende beroepskwalificaties

● Niveau 4:

o Eindtermen 3de graad ASO (die specifiek verbonden zijn aan één of meer wetenschapsdomeinen)

o (specifieke) eindtermen 3de graad TSO (die verbonden zijn aan één of meer wetenschapsdomeinen)

o (specifieke) eindtermen 3de graad KSO (die verbonden zijn aan één of meer wetenschapsdomeinen)

o Eindtermen 3de graad TSO of KSO en één of meer beroepskwalificatieso Eindtermen 3de leerjaar van de 3de graad BSO en één of meer erkende beroepskwalificatieso Eindtermen voor aanvullende algemene vorming voor het volwassenenonderwijs en één of

meer erkende beroepskwalificatieso Eindtermen van de opleidingen secundair-na-secundairo Één of meer erkende beroepskwalificaties van niveau 4

● Niveau 5:

o Eindtermen van opleidingen van hoger beroepsonderwijs (HBO5)o Één of meer erkende beroepskwalificaties van niveau 5

● Niveau 6: eindtermen van de opleidingen leidende tot de graad van bachleor

● Niveau 7: eindtermen van de opleidingen leidende tot de graad van master

● Niveau 8: eindtermen van de graad van Doctor

Wie kwalificatie verworven heeft krijgt kwalificatiebewijs = door de Vlaamse Gemeenschap erkend document dat certificeert dat een persoon gekwalificeerd is en een relevant geheel van competenties bezig

Kwalificatiedatabank:

27

Page 28: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● hierin worden alle erkende onderwijs- en beroepskwalificaties met de daarin vervatte

competenties geregistreerd

● hierin staat ook hoe kwalificaties verworven moeten worden

● informatie is publiek consulteerbaar

6. Bekostiging onderwijs

Vlaamse scholen voor basis- en secundair onderwijs worden gefinancierd en gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap

Decreet van 4 juli 2008:

● Regelde verdeling van middelen op basis van objectiveerbare verschillen tussen scholen

● Bij toekennen van middelen ook rekening gehouden met sociaal-economische achtergrond van

leerlingen in school

● Overheid wil scholen die relatief meer inspanningen moeten doen om leerkansen van leerlingen

te maximaliseren extra ondersteunen

6.1. Scholingskosten in het leerplichtonderwijs

Grondwet garandeert kosteloze toegang tot leerplichtonderwijs

⇨ Scholen mogen geen direct of indirect inschrijvingsgeld vragen in voltijds secundair onderwijs en

in het deeltijds beroepssecundair onderwijs

Er mogen enkel kosten doorgerekend worden aan ouders en meerderjarige leerlingen voor bepaalde onderwijsactiviteiten en didactisch materiaal mits:

● Inrichtende macht een lijst met bedragen heeft vastgelegd na overleg binnen participatieraad of

schoolraad, met vermelding van afwijkingen daarvan voor financieel minder gegoede gezinnen

● Bijdrageregeling uiterlijk bij het begin van het schooljaar schriftelijk aan belanghebbenden is

meegedeeld

Basisonderwijs:

● materialen en activiteiten die strikt noodzakelijk zijn voor de realisatie van ontwikkelingsdoelen

en eindtermen moeten kosteloos door school ter beschikking gesteld wordeno Ook officiële lijst die noodzakelijke materialen opsomt

● Scherpe maximumfactuur: zo legt overheid maximale bedrag vast dat scholen jaarlijks aan

ouders kunnen doorrekenen per leerling

● Minder scherpe maximumfactuur:

o voor meerdaagse uitstappeno geldt voor volledige duur van lager onderwijs

28

Page 29: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

o meerdaagse uitstappen die volledig buiten schooluren plaatsvinden vallen hier niet onder

secundaire scholen mogen bijdrage vragen aan ouders voor:

● didactisch materiaal: boeken, kopieën…

● bepaalde activiteiten: theaterbezoek, meerdaagse uitstappen…

● diensten en producten: maaltijden, drankjes, opvang…

Secundaire scholen moeten bijdrageregeling uitwerken: lijst waarin alle onkosten opgesomd worden die ouders in de loop van het jaar zullen moeten betalen

7. Algemeen beheer7.1 Algemeen beheer op centraal niveau

Minister van onderwijs en vorming:

● binnen Vlaamse Regering verantwoordelijk voor bijna alle aspecten van het onderwijsbeleid van

het kleuter- tot en met universitair onderwijs

● pleegt in Beleidsraad strategisch overleg met leidende ambtenaren

● bepaald beleid inzake onderwijs en vorming

o beleid wordt mee voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd door administratieo administratie bestaat uit 4 autonome organisaties, waarvan werkzaamheden gecontroleerd

worden door stafdiensten van de minister

Behoort tot federale Belgische materie:

● Pensioenen van onderwijspersoneel

● Vastleggen van leerplicht

● Bepalen van minimumvoorwaarden voor het behalen van een diploma

Departement Onderwijs en Vorming:

● 1 van de 4 autonome organisaties van de administratie

● Ondersteunt minister met breed programma van beleidsondersteunende taken

● Aan het hoofd staat de secretaris-generaal

Agentschappen:

● 3 andere organisaties van administratie

● Dragen onder leiding va een administrateur-generaal verantwoordelijkheid voor uitvoeren van

Vlaamse onderwijsbeleid

29

Page 30: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

3 agentschappen: 1. Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODi)

● Verantwoordelijk voor uitvoering van onderwijsbeleid van

o basis- en secundair onderwijso centra voor deeltijdse vormingo deeltijds kunstonderwijso centra voor leerlingenbegeleidingo inspectie en pedagogische begeleiding

● treedt op als gesprekspartner van beleid bij de totstandkoming en toepassing van

regelgeving

● betaalt werkgevingsmiddelen aan scholen uit

● betaalt salaris van onderwijspersoneelsleden uit

● is aanspreekpunt voor ouders en leerlingen als ze vragen hebben over hun rechten en

plichten in het onderwijs

● wil een kennis- en informatiecentrum zijn: een essentiële schakel tussen beleid en scholen,

leerkrachten, leerlingen en ouders

2. Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS)

● Wil kennis- en informatiecentrum zijn: een essentiële schakel tussen beleid en scholen,

leerkrachten, leerlingen en ouders

● Bevordert kwaliteitszorgsysteem voor

o onderwijs-, beroepsopleidings- en vormingstrajecten o EVC-trajecten

● Stelt einddoelen van leer- en EVC-trajecten op

● Garandeert eenduidige en heldere certificeringsprocessen

3. Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs (AGIOn)

● Subsidieert en financiert de aankoop, bouw en modernisering van schoolgebouwen voor

leerplicht en hogescholen

● Zorgt voor coördinatie en stimulering van publiek-private samenwerking

o Hierbij is realisatie van structuur een partnerschap van overheid en inrichtende machten met private sector

⇨ Deze 3 samen = Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

30

Leiden naar bewijzen van erkende kwalificaties

Page 31: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Beleidsdomein Onderwijs en vorming bevat ook strategische adviesraad: de Vlaamse Onderwijsraad

Onderwijsinspectiedienst = autonome dienst binnen beleidsdomein Onderwijs en Vorming dat in directe relatie staat met Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming

Verschillende diensten en afdelingen van het Departement Onderwijs:

● Stafdiensten Onderwijs en Vorming

● Communicatie

● Strategische Beleidsondersteuning

● Horizontaal beleid

● Beleid Onderwijspersoneel

● Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs

● Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding

● Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs

Beleidsdomein onderwijs en vorming:

● Helpt bij voorbereiding van beleidsmaatregelen

● Voert beleid uit

31

Beleidsraad

Vlaamse Onderwijsraad

Agentschap voor Infrastructuur in

het Onderwijs (AGIOn)

Agentschap voor Hoger Onderwijs,

Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studieoelagen

(AHOVOKS)

Agentschap voor Onderwijsdiensten

(AGODi)

Departement Onderwijs en

Vorming

Minister(s)

Page 32: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Biedt dienstverlening aan scholen

⇨ Impliceert vlotte communicatie tussen beleidsdomein en scholen

Communicatie gebeurt via omzendbrieven waarin decreten en reglementen worden uitgelegd:

● Klasse

o = multimediaal communicatieplatform dat leraren, directeurs, ouders en leerlingen op laagdrempelige manier wil informeren, versterken, verbinden, activeren en waarderen

o Gebruikt online kanalen, magazines, acties, campagnes n elektronische nieuwsbrieven o Voorbeeld nieuwsbrief: SchoolDirect voor directies en LerarenDirect voor leraren

● Website

o Hierop bundelt ministerie van Onderwijs en Vorming info over Vlaamse onderwijso Dienstverlenende functie: scholen kunnen belangrijke documenten downloaden, er is info

over schoolmogelijkheden en wetgevingo Info over organisatie van onderwijssysteem

● Vlaamse Infolijn Onderwijs: hier kan men via telefoon of mail terecht voor moeilijke vragen

● Publicaties: alle publicaties van Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming worden online

beschikbaar gesteld

● Ronde van Vlaanderen:

o Wordt jaarlijks georganiseerd door administratie van Ministerie van Onderwijs voor schooldirecties

o Infosessies over nieuwe regelgeving en beleidsrelevante thema’s

7.2. Algemeen beheer op intermediair niveau7.2.1. Onderwijsnetten

Onderwijsnetten:

● Vormen groepering van inrichtende machten op basis van:

o Wettelijke statuuto Aard van de financiële middelen die ze ontvangen van gemeenschap

Betreffende wettelijke statuut kan er onderscheid gemaakt worden tussen:

● Officiële scholen: onderwijs dat georganiseerd wordt door publieke overheden, zoals Vlaamse

Gemeenschap en de steden en gemeenten

● Vrije scholen: onderwijs dat georganiseerd wordt door private instanties, zoals individuen, vrije

verenigingen of vzw’s

Betreffende de aard van de financiële middelen wordt er een onderscheid gemaakt tussen:

32

Page 33: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Gefinancierde scholen: het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap dat rechtstreeks en

volledig gefinancierd wordt door de Vlaamse gemeenschap

● Gesubsidieerde scholen: onderwijs dat subsidies ontvangt van de Vlaamse Gemeenschap mits

het voldoet aan programmatie- en rationalisatienormen en bepaalde erkenningsvoorwaarden

3 onderwijsnetten in Vlaanderen:

● Het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

o = gemeenschapsonderwijso Moet voldoen aan bijzondere regelingen omtrent neutraliteit zoals bepaald door de

grondwet

→ Moet de religieuze, filosofische of ideologische overtuiging van de ouders en de

leerlingen respecteren

● Gesubsidieerd officieel onderwijs

o Wordt georganiseerd door provincies en gemeenten, maar gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap

o Moet openstaan voor alle levensbeschouwingen

● Gesubsidieerd vrij onderwijs

o Wordt op privé-initiatief georganiseerd door een privépersoon of privé-organisatieo Voorbeeld: katholieke scholen, Freinetscholen…

Wettelijk statuutOfficieel onderwijs Vrij onderwijs

Aard van financiële Gefinancierd GO!middelen Gesubsidieerd Officieel gesubsidieerd

onderwijs (OGO)Vrij gesubsidieerd onderwijs

7.2.2. Onderwijskoepels

Koepels:

● verenigen en representeren verschillende groepen van inrichtende machten

● staan in voor de ondersteuning, belangenbehartiging en representatie in advies- en

beleidsorganen van aangesloten scholen

● stellen leerplannen en lessenroosters op die aangesloten schoolbesturen kunnen overnemen

● organiseren pedagogische begeleiding

● coördineren nascholingsactiviteiten voor aangesloten instellingen

● krijgen budget voor nascholing leerkrachten, CLB…

● scholen van vrij gesubsidieerd onderwijs zijn vrij om zich al dan niet bij een onderwijskoepel aan

te sluiten

33

Page 34: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Onderwijsnet Onderwijskoepel ToelichtingGO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

/ Wordt niet vertegenwoordigd door een onderwijskoepel, maar door de raad van het GO! die ook de centrale inrichtende macht is van het GO!

Officieel gesubsidieerd onderwijs

Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap

Vertegenwoordigers onderwijs van steden en gemeenten

Vrij gesubsidieerd onderwijs

Katholiek Onderwijs Vlaanderen

● Vertegenwoordiging katholiek

onderwijs

● Katholieke schoen vormen grootste

groep binnen het vrij onderwijsFederatie van Onafhankelijke Pluralistische Emancipatorische Methodescholen (FOPEM)

Groepering van verschillende methodescholen, bestaande uit freinetscholen, ervaringsgerichte scholen en projectscholen

Federatie Steinerscholen Vertegenwoordiging SteinerscholenVlaams onderwijs Overlegplatform (VOOP)

Vertegenwoordiging niet-confessionele scholen

Inrichtende machten van vrije protestants-christelijke onderwijsinstellingen (IPCO)

Vertegenwoordiging van vrije protestants-christelijke scholen

Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers (OKO)

Overlegplatform van FOPEM, Federatie Steinerscholen, VOOP en IPCO

7.3.2. GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

1998: ARGO vervangen door het Gemeenschapsonderwijs

● Nieuwe bestuursentiteiten gecreëerd

● Inrichtende machten van gemeenschapsonderwijs vanaf nu de 28 scholengroepen en de raad

GO!

● Bestuursstructuur op 3 niveaus:

o De scholen: lokaal niveauo De scholengroepen: mesoniveauo Vlaanderen: centraal niveau

2007: Gemeenschapsonderwijs noemt vanaf nu GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

Centrale niveau: de scholen

● Bewaakt:

o Grondwettelijke waarborgen

34

Page 35: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

o Taken van openbare dienst

● zorgt voor algemene kwaliteit

● ondersteunt scholen en scholengroepen

● wijst middelen toe voor investeringen en grote infrastructuurwerken

● bevoegdheden worden uitgevoerd door raad GO! en afgevaardigde bestuurder (= Raymonda

Verdyck)o raad van het GO! = centrale inrichtende machto raad vergadert maandelijks en bestaat uit 15 raadsleden

→ 5 leden verkozen uit kiescollege dat bestaat uit rechtstreeks verkozen ouders en

gecoöpteerde leden van de schoolraden

→ 5 leden verkozen uit kiescollege dat bestaat uit directeurs en door het personeel

verkozen leden van de schoolraden

→ 3 leden aangeduid door 3 Vlaamse universiteiten met pedagogische faculteit, op

gezamenlijke voordracht van de faculteiten pedagogie, economie en rechten

→ 2 leden gezamenlijk aangeduid door Vlaamse autonome hogescholen

o Raadgevend bestuurder:

→ Raadgevende stem in de Raad

→ Belast met dagelijkse beheer en beleid

→ Beleidsuitvoerende en beleidsvoorbereidende bevoegdheden

→ Treedt op in spoedgevallen, maar moet zijn/haar beslissing laten bekrachtigen op

eerstkomende vergadering van de raad

→ Bevoegd over centrale administratie

Mesoniveau: 28 scholengroepen

● Elke scholengroep

o heeft bestuursbevoegdheid over alle instellingen van het gemeenschapsonderwijs in bepaald gebied

o omvat minstens aantal basis- en secundaire scholen, centrum voor volwassenenonderwijs en CLB

● onderwijsbeleid wordt concreet gestalte gegeven

● bevoegdheid van inrichtende macht

● word bestuurd door:

1. algemene vergadering:

● 2 afgevaardigden per schoolraad

35

Page 36: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Bevoegdheid: bekrachtigen van begroting, jaarrekening, aanstelling van algemene directeur

2. raad van bestuur: telt 10 leden

● 6 stemgerechtigde leden worden rechtstreeks verkozen door leden van de schoolraden,

voor een periode van 4 jaar

● Leden coöpteren 3 stemgerechtigde leden op voorstel van college van directeurs

● Algemeen directeur met raadgevende stem

● Bevoegdheden:

o Algemeen beleido Pedagogisch beleido Personeelsbeleido Materieel en financieel beleid op niveau van de scholengroepo Alle bevoegdheden die niet zijn toevertrouwd aan andere administratieve organen

3. college van directeurs:

● bestaat uit alle directeurs van scholen en CLB’s die tot scholengroep behoren

● bevoegdheden:

o afspraken maken tussen scholen van scholen groepo adviezen geven aan raad van bestuur van scholengroep en aan algemeen directeuro eigen punten op agenda van raad van bestuur laten plaatseno voorbereiding van vergaderingen van raad van bestuuro staat in voor uitvoering van beslissingen van raad van bestuuro pedagogisch- en eprsoneelsbeleid

4. algemeen directeur:

● = voorzitter van college

● Staat in voor dagelijks beheer van scholengroep

● Verkozen door directeurs van scholen en raad van bestuur

● Bevoegdheden

o Beslissings- en managementbevoegdheid op vlak van scholengroepo Beslissen bij spoedeisende omstandigheden

Lokaal niveau: de scholen

● = directeur en adviserende schoolraad

● Bevoegdheden:

o Algemene pedagogische organisatieo Personeelszaken

● Schoolraad is samengesteld uit:

o 3 stemgerechtigde leden verkozen door en uit ouders van regelmatige leerlingen

36

Page 37: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

→ Uitzondering: volwassenenonderwijs en deeltijds kunstonderwijs 🡪 meerderjarige

cursisten zijn verkiesbaaro 3 stemgerechtigde leden rechtstreeks verkozen door en uit personeelo 2 stemgerechtigde leden gecoöpteerd uit sociale, economische en culturele milieuso Directeur die vergaderingen bijwoont met raadgevende stem

37

Bevoegdheden schoolraad:Advies aan directeur inzake:

Algemene organisatie van schoolWerving van leerlingen of cursistenOrganisatie van extramuros en parasociale activiteitenSchoolbudgetSchoolwerkplan

Advies aan raad van bestuur en algemeen directeur van school inzake:

Toewijzing van mandaat van directeurProgrammatie van studieaanbodSchoolinfrastructuurOrganisatie van leerlingenvervoer

Overleg met directeur inzakeVastleggen van criteria voor aanwending van lestijdenpakketOrganisatie van niet-lesgebonden opdrachtenWelzijn en veiligheid op schoolschoolreglement

Bevoegdheden directeur:Algemene en pedagogische organisatie van de schoolSchoolwerkplanOpstellen van schoolreglementVaststellen van ambtsbevoegdheden van personeelsledenOpstellen van functiebeschrijvingen van personeelsledenBegeleiding en evaluatie van personeelsledenFormuleren van voorstellen voor vaste benoeming van personeelsledenTijdelijke aanstelling van personeelsleden ten behoeve van de scholenUitvoering van vernieuwingsprojectenVaststelling van behoeften van onderwijzend personeel inzake navormingMaatregelen van orde en tucht tegen leerlingenToepassing van toelatingsvoorwaarden in onderwijs voor sociale promotieOrganisatie van extramuros activiteiten en parasociale activiteitenAanwending van het door de scholengroep toegekende schoolbudgetExterne relaties van de schoolDaden van behoud en daden van voorlopig beheer aan schoolinfrastructuur, en uitvoering van kleine infrastructuurwerken

Page 38: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

7.2.4. Het officieel gesubsidieerd onderwijs

Hebben verschillende inrichtende machten die over een volledige autonomie beschikken bij het opzetten van hun lokaal beleid

Gemeenteraad:

● Oefent binnen steden en gemeenten de functie uit van inrichtende macht voor gemeentelijk

onderwijs

● Heeft volheid van bevoegdheid: neemt alle beslissingen, tenzij bevoegdheden die expliciet aan

het College van Burgemeesters en schepenen zijn overgedragen

● Is als enige bevoegd om onderwijzend personeel te benoemen of te ontslaan

Inrichtende machten van scholen verenigd in 2 koepels:

● Onderwijssecretariaat van Vlaamse steden en Gemeenten (OVSG)

● Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV)

7.2.5. Het Vrij gesubsidieerd onderwijs

Kan worden opgedeeld in 3 categorieën:

● Confessionele scholen: vooral katholieke scholen

● Niet-confessionele scholen: scholen die gebaseerd zijn op rationalistische/humanistisch principes

● Onafhankelijke scholen: passen specifieke onderwijskundige theorieën toe

o Voorbeeld: Freinet- of Steinerscholen

Elke inrichtende macht bezit complete autonomie qua beleidsvoering over scholen die onder zijn/haar bevoegdheid vallen

Meeste leerlingen in Vlaanderen gaan naar dit soort onderwijs

7.2.5.1. Gesubsidieerde vrije katholieke scholen

Katholiek onderwijs vertegenwoordigde door koepelorganisatie Katholiek Onderwijs Vlaanderen

Koepelorganisatie bestaat uit 5 thematische diensten:

● Dienst bestuur en organisatie

● Dienst personeel

38

Page 39: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Dienst lerenden

● Dienst curriculum en vorming

● Dienst identiteit en kwaliteit

⇨ Zijn belast met ondersteunen van scholen, hogescholen, centra en internaten + organiseren

begeleiding van scholen

7.2.6. Onderwijs in Brussel

Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt 19 gemeenten en wordt bestuurd door eigen parlement en regering

Raad telt 89 rechtstreeks verkozen leden die ingedeeld worden in Nederlandse taalgroep en Franse taalgroep

⇨ Nederlandse taalgroep vormt samen de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Vlaamse en Franse Gemeenschapscommissie vormen samen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC):

● Collegelid is bevoegd voor onderwijs

● In Brussel bevoegd voor culturele, onderwijs- en persoonsgebonden aangelegenheden

● Heeft voor gemeenschapsaangelegenheden bevoegdheid van inrichtende macht

● Enkel bevoegd voor instellingen die uitsluitend ressorteren onder Vlaamse Gemeenschap, niet

voor personen

● Staat onder toezicht van Vlaamse Gemeenschap

● Dubbele opdracht voor Nederlandstalig onderwijs in Brussel

o Voert netwerkoverschrijdend onderwijsbeleid dat complementair is aan dat van de Vlaamse Gemeenschap

→ Onderwijsbeleid ondersteunt lokale schoolbeleid

→ Vlaamse Gemeenschapscommissie:

⮚ Vormt overlegplatform, is belangenbehartiger en spreekbuis voor alle scholen en

netten

⮚ Analyseert gegevens om beleidsvoorbereidend en beleidsevaluerend te kunnen

werken

⮚ Zet kwaliteitsbevorderende initiatieven op

39

Page 40: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

⮚ Ondersteunt derden die kwaliteitsbevorderende initiatieven opzetten

⮚ Voert promotiebeleid voor Brussels Nderlandstalig onderwijs

o Inrichtende overheid van eigenscholen

7.2.7. Lokaal onderwijsbeleid7.2.7.1. Lokaal flankerend onderwijsbeleid

Vertrekkend vanuit lokale situatie en aanvullend bij het Vlaamse onderwijsbeleid acties 🡪ondernomen door lokale overheden, in samenwerking met lokale actoren.

⇨ Steden en gemeenten ondersteunen plaatselijke projecten of samenwerkingsverbanden,

organiseren samenwerking tussen diensten…

HIERDOOR: Overlegplatform lokaal flankerend onderwijsbeleid (2005)

● 2005: 13 Vlaamse centrumsteden

● 2005-2006: financiële steun voor centrumsteden

● 2007-2008: financiële steun voor alle steden

Verschillende projecten (welzijn, cultuur, jeugd, kleuterparticipatie…) met als gemeenschappelijk doel de aandacht voor kansarme jongeren

7.2.7.2. Brede school

= gericht op brede ontwikkeling van alle kinderen en jongeren door het ondersteunen en/of creëren van een brede leer- en leefomgeving op lokaal niveau waarbinnen kinderen en jongeren een waaier aan leer- en leefervaringen kunnen opdoen.

beleidsdomeinoverschrijdende projectwerkgroep: zorgt voor de totstandkoming van duurzame samenwerkingsverbanden op lokaal niveau.

7.3. Algemeen beheer op lokaal en institutioneel niveau

Belangrijkste beheersorganen op lokaal vlak:

● individuele scholen

● hun inrichtende machten

● scholengemeenschappen

40

Page 41: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

7.3.1. De school en de directie

School = pedagogisch geheel dat bestaat uit één of meerdere vestigingsplaatsen

Directie:

● leidinggevende van de personeelsleden van de school

● bevoegdheden directeur:o aanwerven tijdelijk personeelo voorbereiden vaste benoemingeno taakinvullingo begeleiding en evaluatieo in kaart brengen van nascholingsbehoeften personeelo kleine basisscholen: onderwijsopdracht

Inrichtende macht:

● staat hoger dan directie en leerkrachten

● directeur en leerkrachten onderworpen aan autoriteit van inrichtende macht

7.3.2. Inrichtende machten

Verantwoordelijk voor:

● het goed functioneren van één- of meerdere scholen

● opstellen van pedagogisch project, schoolwerkplan, nascholingsplan, schoolreglement

● rekrutering en benoeming van personeel

● ontvangen financiële middelen van overheid

● uitreiken van diploma’s en getuigschriften

● keuze van pedagogische begeleidingsdienst

● kiest schoolinfrastructuur, onderwijsniveau, onderwijsvorm, aangeboden studierichtingen, locaties, maximale capaciteit…

Vrijheid inzake onderwijsmethode en onderwijsconcept wettelijk gegarandeerd 🡪

Als minimaal lessenrooster gerespecteerd en leerplan goedgekeurd school gesubsidieerd / 🡪gefinancierd

Kan de vorm aannemen van:

● overheid

41

Page 42: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● natuurlijke persoon

● rechtspersoon

7.3.3. Scholengemeenschap

= samenwerkingsverband van verschillende scholen op eenzelfde onderwijsniveau, binnen een geografische omschrijving

Aansluiting bij scholengemeenschap is vrijwillig en voor een periode van 6 jaar (hernieuwbaar)

Doel:

● schaalvergroting

● transparant studieaanbod in secundair onderwijso hierdoor studiekeuze en leerlingenoriëntering optimaliseren

● beschikbare middelen zo effectief mogelijk aanwenden

Scholengemeenschap in basisonderwijs:

● minstens 2 scholen, minstens 900 leerlingen, zowel kleuter- als lager onderwijs

● weging voor leerlingen uit buitengewoon basisonderwijs + scholen in dunbevolkte gebieden

Scholengemeenschap in secundair onderwijs

⇨ multisectoraal studieaanbod 🡪 minstens 6 leerjaarniveaus, volledige eerste graad en onderwijsvormen ASO, BSO en TSO

44 geografische onderwijszones (scholengemeenschap gelegen binnen max. 5 aangrenzende zones)Aantal scholengemeenschappen zijn gecontingenteerd (max. aantal ligt vast)

Scholengemeenschap valt onder verantwoordelijkheid van betrokken inrichtende macht(en)

⇨ bevoegdheidverdeling tussen scholen en scholengemeenschap: inrichtende machten van de scholen kiezen zelf of/welke bevoegdheden overgedragen worden aan de scholengemeenschap.

Bevoegdheden basisonderwijs:

● aanwending van puntenenveloppe stimulus

● afspraken over aanwending van de punten beleids- en ondersteunend personeel die op niveau van de scholengemeenschap kunnen worden samengelegd

42

Page 43: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● aanwending van de punten beleids- en ondersteunend personeel

● aanwending van puntenenveloppe voor ICT

● wijze waarop scholen voor buitengewoon basisonderwijs haar deskundigheid ter beschikking stelt

● sluiten van samenwerkingsakkoorden met:o andere basisscholen buiten scholengemeenschapo andere scholengemeenschappen basis- of secundair onderwijso instellingen voor secundair onderwijso deeltijds kunstonderwijs en/of volwassenenonderwijs

● opnemen van bijkomende scholen in scholengemeenschap

● wijze waarop puntenenveloppe voor het voeren van zorgbeleid aangewend wordt

● zorgbeleid binnen scholengemeenschapo scholengemeenschap duidt zorgcoördinator aan als aanspreekpunt voor overheid voor

kleuterparticipatie binnen scholengemeenschap

● algemene afspraken inzake functiebeschrijvingen en evaluaties

● algemene afspraken over interne afstemming van personeelsbeleid binnen scholengemeenschap

bijkomende bevoegdheden die verantwoordelijkheid blijven van inrichtende machten van scholen:

● overdracht van lestijden

● overdracht van puntenzorg naar andere scholengemeenschappen binnen dezelfde of aangrenzende zones

● personeelsbeleid

● gebruik infrastructuur

● engagementsverklaring

bevoegdheden secundair onderwijs:

● rationalisatie van onderwijsaanbod

● objectieve leerlingenoriëntering en –begeleiding in samenwerking met CLB

● personeelsbeleid

● verdeling extra uren-leraar over instellingeno verdelingscriteria worden onderhandeld in lokaal comité

● verdeling van globale puntenenveloppeo verdelingscriteria worden onderhandeld in lokaal comité

● aanwending van middelen voor ICT-coördinatie

● afspraken over engagementsverklaringen in schoolreglement

● advies inzake investeringen in schoolaccommodatie en infrastructuur

43

Page 44: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● samenwerking met:o scholen voor buitengewoon secundair onderwijso scholen uit basisonderwijso deeltijds kunstonderwijs en volwassenenonderwijso scholen voor gewoon secundair onderwijs die niet tot een scholengemeenschap behoren

administratieve voordelen van scholengemeenschap:

● bijkomende financiële stimuli

● mogelijkheid uren over te dragen tussen de scholen onderling

● toewijzing van taken naar niveau van scholengemeenschap

● gezamenlijk inzetten van administratief personeel op niveau van scholengemeenschap

7.4. Bestuur en management in het basis- en secundair onderwijs

Schoolhoofd = directeur

● ambt van directeur wordt altijd gefinancierd/gesubsidieerd

● Bevoegdheden van directeur en bestuurspersoneel worden bepaald door de inrichtende machten

● In kleine scholen wordt de directeur belast met onderwijsopdracht.

● Directiefunctie is mogelijk een duobaan

● bij fusie tussen basisscholen wordt adjunct-directeur aangesteld

Personeelsformatie van gewone basisscholen op basis van:

● Lestijden voor het bestuurs- en onderwijzend personeelo Het aantal gefinancierde of gesubsidieerde ambten voor onderwijzen personeel is afhankelijk

van het aantal lestijden waarover de school beschikto Het aantal lestijden is afhankelijk van:

→ basisomkadering van de school. Deze bestaat uit:

⮚ lestijden volgens de schalen

⮚ SES-lestijden

⮚ additionele lestijden

→ aanvullende lestijden voor:

⮚ godsdienst en/of niet-confessionele zedenleer OF cultuurbeschouwing

⮚ opvang al dan niet gewezen anderstalige nieuwkomer

→ bijkomende lestijden:

⮚ vrijwillige fusie

44

Page 45: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

⮚ tijdelijk onderwijs aan huis

● Uren kinderverzorger(s): in het kleuteronderwijs urenpakket gefinancierd. Urenpakket per school berekend op basis van aantal regelmatige kleuters

● Punten voor het beleids- en ondersteunend personeelo Extra vorm van omkadering in de vorm van puntenenveloppen

→ Op basis van punten worden personeelsleden aangesteld onder categorie ‘beleids- en ondersteunend personeel’

o DOEL: directeur en lerarenteam pedagogisch, organisatorisch en administratief ondersteunen

→ puntenenveloppen bedoeld voor zorgbeleid, coördinatie van een ICT- beleid en voor de uitbouw van administratieve omkadering

Scholen ontvangen volgende puntenenveloppen:

● extra puntenenveloppe ter ondersteuning van de scholengemeenschap

● voor het voeren van een zorgbeleid

● voor ICT-coördinatie

● voor Administratieve ondersteuning

Personeelsformatie van voltijds gewone secundaire scholen gebeurt op basis van aantal uren-leraar

⇨ globaal pakket van uren-leraar mag vrij worden aangewend voor lesuren en uren die geen lesuren zijn

7.5. Overleg en participatie7.5.1. Participatie en overleg binnen de school7.5.1.1. Het participatiedecreet

Tot jaren ’90 participatie van ouders, leraars en de lokale gemeenschap erg beperkt

● Werd geregeld bij het autonoom worden van het gemeenschapsonderwijs en de creatie van ARGO.

● Globale regeling van de inspraak door ‘decreet betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad’ (2004)

⇨ Verschillende raden en medezeggenschapscollege die vastgelegd zijn in die regelgeving

1. Schoolraad in het basis- en secundair onderwijs

Enkel van toepassing op gesubsidieerd onderwijs aangezien de schoolraad van het GO! is ingebed in bestuursniveau van het GO!

2005: In gesubsidieerd onderwijs werden participatieraden vervangen door schoolraden met:

45

Page 46: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● advies- en overlegbevoegdheid

● informatierecht over beslissingen die het schoolleven beïnvloeden.

Schoolraad vormt spilfiguur van lokaal schoolbeleid

Samengesteld uit:

● gelijk aantal vertegenwoordigers van ouders, personeel en de lokale gemeenschap

● in secundair onderwijs ook een gelijk aantal leerlingen

● directeur: heeft raadgevende stem ≠ lid

Als problemen inzake participatie:

● schoolraad of schoolbestuur schakelt bemiddelingscommissie in

● Bij ernstige klachten: klacht indienen bij Commissie Zorgvuldig Bestuur

Bevoegdheden van de schoolraad:

● Recht op informatie, inzage van documenten, recht om gehoord te worden

● heeft communicatie- en informatieplicht over zijn werking

● Verplicht advies geven over o Bepaling van het profiel van directeuro Studieaanbod o Aangaan van samenwerkingsverbanden met andere inrichtende machten en externe

instantieso Opstapplaatsen en busbegeleiding van leerlingenvervoero Nascholingsbeleido Beleid inzake experimenten en projecteno In het basisonderwijs: niet opnemen van maximumfactuur van de bijdrage die gevraagd

wordt voor verplichte kledij omwille die van sociale finaliteit aangeboden wordt

● School mag ook over andere onderwerpen geven

● Voorafgaand overleg met schoolraad is nodig bij beslissingen overo Schoolreglemento Lijst van bijdragen die gevraagd wordt aan ouders en afwijkingen daaropo Schoolwerkplano Beleidsplan of –contract met het CLBo Jaarplanning van extramuros- en parasociale activiteiteno Grote en niet-dringende infrastructuurwerkeno De criteria voor aanwending van lestijden, uren, uren-leraar en punteno Welzijns- en veiligheidsbeleid op schoolo Duur en tijdstip van stageactiviteiten

● De inrichtende macht dient te motiveren waarom zij eventueel van her advies afwijkt

46

Page 47: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

2. De pedagogische raad, de ouderraad en de leerlingenraad op schoolniveau in het basis- en secundair onderwijs

Deze raden dienen te worden opgericht wanneer minstens 10% van personeel, ouders en leerlingen dit vragen

kan opgericht worden door inrichtende macht

Worden samengesteld voor 4 jaar via verkiezingen

Raden: recht op informatie, inzage van documenten en advies

Bevoegdheden uitgeoefend door vertegenwoordigers in de schoolraad

⇨ = zwaartepunt van de participatie

3. Het medezeggenschapscollege op niveau van de scholengemeenschap

Alle basis- en secundaire scholen uit gesubsidieerd en gemeenschapsonderwijs (behalve scholen BuO type 5) moeten:

● op niveau van scholengemeenschap inspraak van ouders, personeelsleden en leerlingen organiseren

● alle schoolraden van de scholen behorend tot scholengemeenschap moeten vertegenwoordigd worden in een medezeggenschapscollege.

⇨ College wordt geraadpleegd door scholengemeenschap wanneer beslissingen worden voorbereid op het niveau van de scholengemeenschap over aangelegenheden die de vertegenwoordigde geledingen aanbelangt.

7.5.1.2. Andere vormen van overleg binnen de school: personeelsvergaderingen, klassenraden en vakgroepen

Personeelsvergaderingen : Geen strikte invulling, sterk schoolafhankelijk

Klassenraden

● = Centraal evaluatieorgaan in secundair onderwijs

● 3 soorten, naargelang functie:1. Toelatingsklassenraad:

o beslist over vervulling van toelatings- of overgangsvoorwaarden o niet alle leraars van het structuuronderdeel zijn noodzakelijko beslist ook of leerlingen uit buitenlandse of anderstalige scholen naar regulier

secundair onderwijs mogen overstappen

→ leerlingen moeten gelijkwaardigheidsprocedure doorlopen2. Begeleidende klassenraad:

47

Page 48: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

o komt samen na examenreeks OF bij probleem in klasgroep of met een leerling. o Taak:

→ bespreken van klasklimaat

→ opvolgen, evalueren en begeleiden van studievordering

→ kijken naar gedrag van leerlingen3. Delibererende klassenraad:

o na examens in juni.o Taak:

→ beslissen over al dan niet slagen van de leerling. (in beroep gaan is mogelijk door ouders en schoolbestuur)

→ kent attesten, diploma’s en getuigschriften toe

→ geeft advies over verdere studie van kinderen

Vakgroepen:

● In secundaire scholen: overleg tussen leerkrachten die verantwoordelijk zijn voor eenzelfde vak(kencluster

● Invulling van de vakgroepen behoort tot autonomie van de school 🡪 vakverantwoordelijke is sleutelfiguur

7.5.2. Participatie en overleg tussen de verschillende actoren in het onderwijsveld7.5.2.1. Vlaamse Onderwijsraad (Vlor)

= strategische adviesraad door vertegenwoordigers uit het hele onderwijslandschap.

⇨ Staan in voor overleg over onderwijsbeleid dat leidt tot adviezen aan de Vlaamse minister van Onderwijs en het Vlaams Parlement.

Bestaat uit:

+ speciale overleg platforms, themacommissies en sectorcommissies

48

Page 49: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Samenstelling: besluit van de Vlaamse regering

⇨ Iedereen die bij onderwijs is betrokken is lid zodat de VLOR het onderwijsbeleid mee kan vormgeven vanuit een onderwijskundige, pedagogische en maatschappelijke invalshoek

Vertegenwoordiging in de VLOR gebeurt per geleding:

● Inrichters van onderwijso de inrichtende machteno instellingshoofden van het hoger onderwijso Raad Levenslang en Levensbreed Leren: ook vertegenwoordigers van VDAB, SYNTRA,

SCOUTS

● Personeel: Via afgevaardigden vn onderwijsvakbonden (ACOD, VSCOA, COV, COC)

● Directeurs: Rechtstreeks verkozen directeurs van scholen en centra voor volwassenenonderwijs, basiseducatie of deeltijds onderwijs

● Maatschappij:o Werkgevers en werknemers: sociaal-economische organisatieso Het middenveld: sociaal-culturele organisaties

● Gebruikerso Studenten,

scholieren, cursisten

o Ouders

VLOR heeft 3 opdrachten: 1. Strategische adviesraad voor het beleidsdomein Onderwijs en Vorming

● Beoordeelt beleidsplannen (wenselijk, haalbaar, aanvaardbaar)

● geeft voorstellen over Vlaamse onderwijsbeleido formuleert adviezen om onderwijsthema’s onder aandacht van beleidsmakers te

brengeno op basis van verwachtingen van de samenleving en het onderwijs

● Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming is verplicht advies in te winnen van het VLOR over alle voorontwerpen van decreten over onderwijs

49

Page 50: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

o Advies = noodzakelijke stap bij opstellen en uitvaardigen van decreeto Minister moet ook advies vragen over:

→ beleidsplannen die zij in beleidsnota’s en –brieven voorstelt

→ ontwerpbesluiten over tijdelijke projecten.

2. Overlegforum

● Hier wisselen verschillende onderwijspartners visies en ideeën uit over organisatie en toekomst van onderwijs

● praktijkgericht en levert tastbare resultaten op

● coördineert verschillende projecten en invoering van onderwijsvernieuwingen

3. Onderzoek:

● Om oordeelkundig advies te kunnen geven is betrouwbare, wetenschappelijke informatie nodig

● Gebruikt doorgaans bestaande studierapporten, maar voert ook zelf onderzoek uit

7.5.2.2. Drukkingsgroepen

DOEL: belangen van hun leden verdedigen door druk uit te oefenen op de bevoegde overheid

Beschikken over formele bevoegdheden en spelen belangrijke rol bij vormgeving van onderwijsbeleid

Onderwijsvakbonden

● Doel: opkomen voor de belangen van onderwijspersoneel in syndicaal overleg en in de VLOR

● 4 onderwijsvakbonden in Vlaandereno ACOD-onderwijs: Algemene Centrale der Openbare Diensten

→ Deel van het ABVV & socialistische beweging

→ ledenblad: De Tribuneo VSOA-onderwijs: Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt

→ Deel van ACLVB & liberale vakbonden

→ ledenblad: Argumento COV: Christelijk Onderzoeksverbond

→ Verdedigt belangen van vrij en officieel gesubsidieerd basisonderwijs, pedagogische begeleidingsdiensten en de gemeenschapsinspectie

→ tijdschrift: Basiso COC: Christelijke Onderwijscentrale

→ Verdedigt personeel van het secundair en hoger onderwijs, volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs, CLB en basisonderwijs van het gemeenschapsonderwijs

→ maandblad: Brandpunt

50

Page 51: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Ouderverenigingen

● DOEL: contact en samenwerking tussen ouders en school, en tussen ouders onderling bevorderen

● Participatie via ouderraad

● Ouderkoepelverenigingen die ressorteren onder de onderwijskoepels: o Gemeenschapsonderwijs: GO! Ouderso Katholiek onderwijs: VCOVo Officieel gesubsidieerd onderwijs: KOOGO

● Voorwaarde voor subsidiering = samenwerking (mogelijk door VLOP)

● Via ouderkoepelverenigingen gebeurt ondersteuning va ouders en vertegenwoordiging in de Vlor

Leerlingen- en studentenkoepelverenigingen:

● Voor secundair onderwijs: Vlaamse scholierenkoepel (VSK)o vertegenwoordigd in LOP’s en VLOR

● Voor hoger en universitair onderwijs: Vereniging van Vlaamse Studenten (VVS),o vertegenwoordigd in VLOR, VLIR en VLHORAo VVS sluit associatieakkoorden met verschillende studentenorganisatieso VVS is erkend en gesubsidieerd oor Vlaamse Gemeenschap

7.5.3. Overleg en participatie in het hoger onderwijs

⇨ Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) en Vlaamse

Universiteiten en Hogescholenraad (VLUHR)

In het hoger onderwijs zijn verschillende overleg- en adviesorganen decretaal gecreëerd

⇨ Zorgen onder meer voor: samenwerking onder ledeninstellingen, vertegenwoordiging,

beleidsadviezen en internationale profilering

VLIR: Vlaamse Interuniversitaire raad (1976)

● Instelling van openbaar nut

● Autonoom overlegorgaan gefinancierd door universiteiten

● Doel: dialoog en samenwerking tussen universiteiten bevorderen

● Overleg 🡪 gemeenschappelijke standpunten & beleidsadviezen 🡪 minister universitair onderwijs of wetenschapsbeleid

● Moedigt Vlaamse universiteiten aan zich internationaal te profileren

VLHORA: Vlaamse Hogenscholenraad (1996): gelijkaardig aan VLIR, maar dan voor hoge scholen

VLUHR: Vlaamse Universiteiten en Hogenscholenraad(2010)

51

Maken deel uit van AVC: Algemeen Christelijk Vakverbond

Page 52: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Vertegenwoordiging van alle geledingen van het hoger onderwijs

● Oefent taken uit die in Vlaamse hoger onderwijsruimte gezamenlijk worden opgenomen over universiteiten en hogescholen heen

● Raad van Bestuur van de VLUHR: o centraal aanspreekpunt hoger onderwijs eo vragen/adviezen naar de voogdijministers o aanduiding van de werkgroepen en bestuursorganen waar deze vragen/adviezen moeten

voorbereid en geagendeerd worden

● decretale taken: o Organisatie van externe kwaliteitszorgo Internationale samenwerkingo Overleg op gebied van ontwikkelingssamenwerking

52

Page 53: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Hoofdstuk 3. BasisonderwijsBasisonderwijs = kleuteronderwijs + lager onderwijs

1. Organisatie van het basisonderwijs1.1. Geografische toegankelijkheid

Grondwet garandeert:

● vrijheid van schoolkeuze

● recht op keuze tussen neutrale officiële en confessionele school

Geen officieel of vrij onderwijs beschikbaar binnen 4km overheid betaalt vervoerskosten🡪

Capaciteitsproblemen in grote steden en gemeenten reglementering rond scholen oprichten 🡪versoepeld + extra lestijden

1.2. Toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze

Vanaf 2.5 jaar: instappen in kleuteronderwijs op vaste instapdataVanaf 3 jaar: kleuters kunnen op elke dag instappen in kleuteronderwijs

Overgang naar lager onderwijs:

● Op 5 of 6 jarige leeftijd: beslissing van ouders onder advies van klassenraad en CLB

→ ! leerplicht start op 6 jaar

● Voorwaarde voor instap in Nederlandstalig lager onderwijs: op 6 jarige leeftijd moet kind minstens 220 halve dagen Nederlandstalig kleuteronderwijs gevolg hebben

→ Is dat niet zo dan beslist de klassenraad van de lagere school

● Elke leerling die voor het eerst in lager onderwijs instroomt, ondergaat een taalscreening (na de inschrijving) die de school toelaat een taaltraject voor de leerling op te stellen

→ Is geen onderdeel van toelatingsvoorwaarden

Overgang naar secundair onderwijs:

● Ten vroegste getuigschrift lager onderwijs aan leerlingen die voor 1 januari van het lopende schooljaar 8 jaar geworden zijn

● NORMAAL: overgang naar secundair onderwijs na 6de leerjaar lager onderwijso MAAR: leerling die 14 jaar wordt voor 1 januari van het lopende schooljaar kan nog 1

schooljaar lager onderwijs vormen o Leerling die 15 jaar wordt voor 1 januari van het lopende schooljaar kan niet meer worden

toegelaten tot lager onderwijs en moet naar secundair onderwijs

53

Page 54: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Kind dat voor eerste keer instroomt in secundair onderwijs wordt gescreend op niveau van onderwijstaal

Schoolkeuze

● Door ouders

→ in samenspraak met de leerling vanaf 12 jaar

● Ouders en leerlingen bekijken pedagogisch project en reglement van de school

→ Ouders ondertekenen dit ook

Schoolreglement en engagementsverklaring

Kleuteronderwijs Lager onderwijs

− Geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning

die niet afkomstig is van Vlaamse Gemeenschap en de rechtspersonen die daarvan afhangen

− bijdragen die aan ouders gevraagd kunnen

worden en de afwijkingen daarop

− Engagementsverklaring

− Afspraken rookverbod

− Bepalingen inzake onderwijs aan huis

− Orde- en tuchtreglement van leerlingen met

inbegrip van de beroepsmogelijkheden

− procedure tot toekenning van

getuigschriften basisonderwijs door schoolbestuur

− Afwezigheid en te laat komen

− Huiswerk, agenda’s, rapporten

− Samenstelling leerlingenraad

Engagementsverklaring:

● Staat in schoolreglement

● Bevat wederzijdse afspraken over: o Oudercontacto regelmatige aanwezigheido spijbelbeleido vormen van individuele leerlingenbegeleiding o positieve engagement ten aanzien van de onderwijstaal.

● Schoolreglement bevat bepaling dat leerlingen aangemoedigd worden om Nederlands te leren

● Ouders moeten deze ondertekenen bij inschrijving

Sinds 2015: bij schoolverandering moeten leerlinggegevens worden overgedragen naar nieuwe school tenzij expliciet verzet van de ouders,

⇨ Is niet mogelijk is door M-decreet 🡪 kopie mag overgedragen worden

54

Page 55: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

1.3. Leeftijdsniveaus en leeftijdsgroepen

Indeling van leerlingen in groepen en aantal leerlingen per klas = vrijheid van elk schoolbestuur

Kleuteronderwijs: meestal volgens de leeftijd

Verticaal klassensysteem: verschillende leeftijdsgroepen in eenzelfde jaar

Aantal leerlingen per klas valt onder autonomie van schoolbestuur

Lager onderwijs: meestal jaarklassensysteem

● Vaak differentiatie (vooral binnenklasdifferentiatie)

● Meestal één leerkracht die alle vakken geeft, maar soms ook speciale leerkracht voor muziek, LO, levensbeschouwelijke vorming…

1.4. Organisatie van de schoolweek en de schooldag

Schoolbestuur:

● legt organisatie van het onderwijs autonoom vast in een schoolwerkplan

● stelt autonoom het lesrooster vasto 28/29 lestijden van 50 minuten per weeko Woensdagnamiddag is vrijo Start: ten vroegste 8u o Einde: ten vroegste 15u, ten laatste 17u o Middagpauze van minstens 1u

2. Onderwijzen en leren in het basisonderwijs2.1. Curriculum, vakken en aantal uren

Kleuteronderwijs:

● ontwikkelingsdoelen nastreven: minimumdoelen op vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes

● ontwikkelingsdoelen vormen het kerncurriculum geformuleerd voor zes leergebiedeno lichamelijke opvoedingo muzische vormingo Nederlandso Mens en maatschappijo Natuur en technieko Wiskundige initiatie

● Alle scholen moeten activiteiten in al die gebieden aan de leerlingen aanbieden

Lager onderwijs:

55

Page 56: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● eindtermen nastreven: minimumdoelen op vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes o Leergebiedgebonden eindtermen inzake kennis, inzicht en vaardigheden

→ dienen door elke school bereikt te worden.

→ Leergebiedgebonden eindtermen betreffende attitudes dienen door elke school nagestreefd te worden.

o Leergebiedoverschrijdende eindtermen zijn minimumdoelen die niet specifiek tot één leergebied behoren, maar door meer leergebieden of onderwijsprojecten kunnen worden nagestreefd.

● Enkel Steinerscholen hebben beperkt afwijkingen van de eindtermen verkregen)

● Kerncurriculum bestaat uit zes leergebieden en drie leergebiedoverschrijdende thema’so Leergebieden

1. Lichamelijke opvoeding2. Muzische opvoeding3. Nederlands4. Mens en maatschappij5. Natuur en techniek6. Wiskundige initiatie

o Leergebiedoverschrijdende thema’s 1. Leren leren 2. Sociale vaardigheden 3. ICT

Indeling leergebieden is gelijk voor kleuter- en lager onderwijs verhoogt doorzichtigheid🡪

Indeling in leergebiedoverschrijdende thema’s is gelijk voor lager en secundair onderwijs

⇨ Deze geven geen structuur aan het onderwijsaanbod, hierin is de school vrij

Taalonderwijs:

● Frans: verplicht voor 5e en 6e leerjaar, in Brussel vanaf 3e leerjaar.

● Taalsensibilisering in het Frans is ook mogelijk vanaf het begin van het gewoon basis- of kleuteronderwijs.

● Taalsensibilisering in andere taal ook mogelijk, mits eerst Frans is aangeboden

De schoolbesturen of onderwijskoepels maken een leerplan waarin de ontwikkelingsdoelen en/of eindtermen zijn vervat en dat op advies van de onderwijsinspectie door de regering wordt goedgekeurd en door de onderwijsinspectie wordt gecontroleerd.

2.2. Onderwijsmethoden en didactisch materiaal

⇨ behoort tot vrijheid van het schoolbestuur, er zijn geen officiële richtlijnen

Kleuteronderwijs: activiteiten hangen vaak samen met de jaarkalender, maar ook hoekenwerk

56

Page 57: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

⇨ = zelfstandig of met hulp experimenteren, ontdekken, overleggen

Lager onderwijs: hoekenwerk en contractwerk (verwerven van zelfstandigheid

● Hoekenwerk: o enkele uurtjes per week om leerlingen ontdekkingen te laten doen, kennis toe te passen of

oplossingen zoeken voor een probleemo kunnen deze uren ook gebruiken om aan hun contractwerk te werken

● Contractwerk: o voor elke leerling een activiteitenpakket vastgelegd voor een bepaalde periode o de leerlingen moet het pakket relatief zelfstandig binnen een bepaalde tijd afwerkeno kunnen zelf duur en volgorde van activiteiten beslissen

aankoop van leermateriaal wordt niet opgelegd door overheid

3. Beoordelingspraktijken in het kleuteronderwijs

scholen zijn vrij in hun beoordelingsbeleid

Overgang van kleuter- naar lager onderwijs wordt op vraag van schoolteam en na instemming van de ouders opgevolgd door CLB en onderwijsteam van de school

Regelmatige toetsen in lager onderwijs:

● Kijken doelstellingen bereikt zijn

● doelmatigheid van lesgeven evalueren

Schoolrapport: informeert leerlingen en ouders over:

● bereikte resultaten

● vooruitgang

● leergedrag

● persoonlijke ontwikkeling

⇨ leraar wordt hier aangemoedigd om pedagogie van succes en positieve stimulering te hanteren, die rekening houdt met moeilijkheden die inherent zijn aan vooropgestelde doelstellingen en de variërende bekwaamheden van leerlingen

Groeiende expertise betreffende werken met kind- of leerlingvolgsysteem bij:

● observatie en opvolgen van de ontwikkeling van de leerlingen e

● de schalen voor het in kaart brengen van de betrokkenheid en het welbevinden van kinderen

school beslist over het overgaan naar een volgend jaar

57

Page 58: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Klassenraad beslist over uitreiken van getuigschrift basisonderwijs

● grote autonomie voor scholen

● gebaseerd op schooleigen beoordelingsgegevens

● doet uitspraak over het beheersen van de doelen uit leerplan, waarin eindtermen voor lager onderwijs vervat zitten

Getuigschrift basisonderwijs kan worden bekomen op het einden van:

● Het 6e jaar van het lager onderwijs

● Het 1e jaar van het secundair onderwijs

● Het voorbereidende jaar beroepsonderwijs

Sinds 2002: systematisch peilingen door overheid om zicht te krijgen op mate waarin leerlingen eindtermen bereiken

4. Alternatieve organisatievormen en structuren

1. Rijdend kleuterklasje

● Voor foorkramers = iemand die met een kermisattractie aan de kost komt

● sinds 2009 25 kleuters

● tijdens winterstop zijn er reguliere ankerscholen

2. Deeltijds kunstonderwijs= een kunstzinnige vorming voor jongeren

3. Leerlingen met een handicap of ziekte

● Vanaf vijf jaar kunnen zij les krijgen via andere organisatievormen

● Er wordt onderwijs gesubsidieerd/gefinancierd door Vlaamse overheid in:o ziekenhuisscholen en preventoriao kinder- en jeugdpsychiatrische diensten

● onderwijs op de verblijfplaats van de zieke leerling door schoolo tijdelijk onderwijs aan huis en synchroon internetonderwijs o permanent onderwijs aan huis

4.1. Ziekenhuisscholen en preventoria

Bestaan niveau basis- en/of secundair onderwijs

de arts en de ziekenhuisschool beoordelen de frequentie en hoeveelheid van het onderwijsaanbod dat jongeren aankan

58

Page 59: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

leerling in type 5-school blijft ingeschreven in thuisschool

op secundair niveau enkel opleidingsvorm 4 🡪 attest van leerlingen afkomstig uit gewoon secundair onderwijs vermeldt opleidingsvorm 4

4.2. Kinder- en jeugdpsychiatrische diensten (K-diensten)

13 kinder- en jeugdpsychiatrische diensten (erkend en gesubsidieerd)

● subsidie gebaseerd op dagbedden en dag- en nachtbedden

● reiken geen diploma’s uit

● thuisschool blijft mee verantwoordelijk

4.3. Tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH) en synchroon internetonderwijs (SIO)

Elke leerling vanaf 5 jaar die door ziekte of ongeval tijdelijk geen onderwijs kan volgen in zijn/haar school, heeft recht op tijdelijk onderwijs aan huis, synchroon internetonderwijs of een combinatie van beide

Houdt in dat kind tijdelijk recht heeft op 4 lestijden aan huis per week

Voorwaarden voor TOAH:

● Kind is langdurig ziek: het is meer dan 21 kalenderdagen ononderbroken afwezig door ziekte of ongeval

● Kind is chronisch ziek:o kind krijgt behandeling waardoor het elke keer opnieuw voor korte tijd niet naar school kano behandeling gespreid over minstens 6 maanden

Voorwaarden voor SIO:

● kind is langdurig ziek: kind is minimaal 4 weken afwezig

● kind is chronisch ziek: geplande afwezigheid telt minimaal 36 halve dagen op jaarbasis

vzw Bednet creëert een virtuele schoolomgeving via het internet voor deze leerlingen en zorgt ervoor dat zij contact houden met hun klas en de lessen blijven volgen

regelmatige leerlingen van secundair onderwijs komen in aanmerking, met uitsluiting van:

● voorbereidende jaren ASO, KSO, Se-n-Se, TSO en KSO, vierde graad BSO en verpleegkunde HBO

● DBSO

● alternerende beroepsopleiding in buitengewoon secundair onderwijs

59

Page 60: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

4.4. Permanent onderwijs aan huis voor zieke kinderen (POAH)

Voor leerlingen vanaf vijf jaar die voldoen aan de toelatingsvoorwaarden voor het buitengewoon onderwijs, maar door hun handicap geen onderwijs kunnen volgen op school

Aanvraag:

● Ouders dienen aanvraag in bij de Commissie van Advies voor Buitengewoon Onderwijs

● De Commissie moet gunstig advies geven met betrekking tot de aangevraagde POAH

Hoofdstuk 4: Secundair & Post-secundair niet-tertiair onderwijs1. Gewoon secundair onderwijs, hierin onderscheidt men:

● het voltijds secundair onderwijs o Verticaal opgedeeld in vier onderwijsvormen: ASO, BSO, KSO en TSO

● het deeltijds beroepssecundair onderwijso stelsel van leren en werken met voltijds engagemento omvat het DBSO, de deeltijdse vorming en de leertijd

● het secundair volwassenonderwijs o secundair-na-secundair onderwijs ter vervanging van specialisatiejaren van 3de graad

TSO en KSO

2. Buitengewoon secundair onderwijs

1. Organisatie van het secundair onderwijs1.1. Soorten instellingen

Het gewoon voltijds secundair onderwijs heeft een horizontale en verticale indeling.

Horizontale indeling secundair onderwijs:

● Eerste graad: o 1e leerjaar

→ 1e leerjaar A

→ 1e leerjaar B: bestemd voor leerlingen die leerachterstand hebben opgelopen in lager onderwijs of minder geschikt zijn voor theoretisch onderwijs

⮚ Fungeert als brugklas tussen lager- en secundair onderwijs

⮚ Hierna kunnen ze naar beroepsvoorbereidend leerjaar of naar 1e leerjaar A gaano 2de leerjaar

60

Page 61: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

→ Basisvorming + keuze uit verschillende basisopties 🡪 Bereidt leerlingen voor om te kiezen voor studierichting in 2de graad

→ Biedt keuze uit verschillende opleidingen die in beroepenvelden worden genoemd

● Tweede graad: o Keuze tussen 4 onderwijsvormen: ASO, BSO, TSO en KSOo Ook modulair opgebouwd BSO: georganiseerd per studiegebied, geen graden, leerjaren en

studierichtingen

● Derde graad:o Keuze tussen 4 onderwijsvormen: ASO, BSO, TSO en KSOo In ASO en KSO: 3de leerjaar van 3de graad, ingericht als voorbereidend jaar op hoger onderwijso TSO en KSO: specialisatiejaren ondergebracht in beroepsgerichte Se-n-Seo BSO: 3de leerjaar van 3de graad al dan niet ingericht onder vorm van specialisatiejaar

● Vierde graad: enkel in BSO en wordt progressief afgebouwd

Verticale indeling:

● = indeling in vier onderwijsvormen: ASO, TSO, BSO en KSO, studiegebieden en studierichtingen

● Onderwijsvormen:o In de eerste graad komen geen onderwijsvormen voor o Vanaf de tweede graad maken we een keuze:

→ ASO: algemeen secundair onderwijs

⮚ brede theoretische vorming

⮚ voorbereiding op hoger onderwijs

→ BSO: beroepssecundair onderwijs

⮚ sterk praktijkgericht

⮚ specifieke beroepsvaardigheden opdoen in combinatie met algemene opleiding

→ KSO: kunstsecundair onderwijs

⮚ algemene en brede ontwikkeling

⮚ actieve artistieke praktijk

⮚ voorbereiding op professioneel leven of op hoger onderwijs

→ TSO: technisch secundair onderwijs

⮚ algemene en technische theoretische vakken

⮚ praktijklessen

⮚ voorbereiding op beroepsleven of hoger onderwijs

61

Page 62: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Studiegebieden: o groeperen structuuronderdelen op basis van inhoudelijke verwantschap o in BSO en TSO voornamelijk op basis van een behoefte aan eenzelfde infrastructuur en

uitweg naar eenzelfde beroepssector o verschillende studierichtingen binnen een studiegebied

● Studierichtingen: Elke studierichting heeft een basisvorming, een specifiek gedeelte en eventueel een complementair gedeelte

1.2. Geografische toegankelijkheid

Secundair onderwijs is vrij gelijkmatig verspreid (ouders hebben recht om school te kiezen)

1.3. Toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze

Algemeen: 12 jaar

Eerste leerjaar A: getuigschrift basisonderwijs nodig

⇨ getuigschrift basisonderwijs niet behaald?

● onderling akkoord met ouders

● advies van CLB

● gunstige beslissing van toelatingsklassenraad van 1e leerjaar A Eerste leerjaar B: kunnen als regelmatige leerlingen worden toeglaten:

● lager onderwijs beëindigd, doch niet met vrucht

● lager onderwijs niet gevolgd of beëindigd, uiterlijk op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar 12 jaar worden

● leerlingen met getuigschrift basisonderwijs en advies van CLB

● geen getuigschrift lager onderwijs en gunstige beslissing van toelatingsklasseraad

Overgang naar volgend leerjaar: oriënteringsattest A of B

● 2 Uitzonderingen waarbij leerlingen op basis van leeftijd overgaan naar volgend leerjaar: o wie uiterlijk op 31 december 14 jaar is, kan naar het beroepsvoorbereidend jaar o wie uiterlijk op 31 december 15 jaar is, kan naar het eerste leerjaar van de 2e graad BSO

● gunstige beslissing van toelatingsklasseraad nodig

Niet voldoen aan toelatingsvoorwaarden 🡪 mogelijkheid tot studieregularisatie via deelname aan een door de overheid ingestelde examencommissie

Overgang uit niet-Vlaamse onderwijsinstelling of onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers:

⇨ gunstige beslissing van de toelatingsklasseraad nodig voor toelating in secundair onderwijs

62

Page 63: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Schoolkeuze:

● Inschrijvingsrecht = principieel recht van een leerling om zich in te schrijven in een school naar keuze

● instemming met pedagogisch project en schoolreglement nodig

● Schoolreglement bevat de grote krachtlijnen van de organisatie van de studies, waaronder: o studieaanbod van de school o de lesspreiding (vakantie)o beoordelingsstelsel met inbegrip van remediëringstakeno verhaalmogelijkheden tegen beslissingen van de delibererende klassenraad o afspraken inzake rookverbod, controle op naleving ervan en sancties o bijdrageregeling en de afwijking hierop, stageregeling, onderwijs aan huis voor zieke

jongeren, afwijkende toelatingsvoorwaarden hoger beroepsonderwijs

● schoolreglement bevat ten minste: o studiereglement: inrichtende macht is vrij in de redactie hiervano ordereglement: omvat aanwijzingen inzake eisen die inrichtende macht vastlegt op vlak van

ordeo tuchtreglement:

⮚ slaat op situaties die zich in onderwijsinstelling kunnen voordoen waarbij leerlingen zich zo gedragen dat het verstrekken van onderwijs en/of opvoedingsproject van de school in het gedrang loopt

⮚ bevat tuchtmaatregeleno engagementsverklaring: wederzijdse afspraken

1.4. Leeftijdsniveaus en leeftijdsgroepen

Algemeen: jaarklassensysteem 🡪 groepen leerlingen met dezelfde leeftijd vormen een klas

Uitzondering: mislukkingen en zittenblijven

1 leerkracht per vak: onderwijsbevoegdheid afhankelijk van bekwaamheidsbewijs

⇨ Leerkrachten geven les in verschillende leerjaren en leerlingen krijgen les van verschillende

leerkrachten

1.5. Organisatie van schooldag en schoolweek

Schoolweek:

● Voltijds onderwijs: lessen gespreid over 9 halve dagen van maandag tot en met vrijdag o 1 vrije halve dag, scholen mogen kiezen wanneer deze geplaatst wordto Een lesweek duurt ten minste 28 lestijden en maximum 32 lestijden (enkele uitzonderingen).

● Deeltijds onderwijs: lessen gespreid over maximum vier halve dagen van maandag tot vrijdag

63

Page 64: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Schooldag:

● Lessen starten ten vroegste om 8u en eindigen tussen 15u en 17u.

● Er is een middagpauze van 50minuten.

2. Onderwijzen en leren in het secundair onderwijs2.1. Curriculum, vakken, aantal uren2.1.1. Eindtermen, ontwikkelingsdoelen en beroepskwalificaties

Onderwijskwaliteit wordt bewaakt door de overheid door:

● vastleggen van eindtermen en ontwikkelingsdoelen

● beroepskwalificaties en een minimumlessenrooster

⇨ = een basisvorming

Eindtermen en ontwikkelingsdoelen: = kwaliteitsbewaking door overheid. Ze zijn verplicht.

Vakgebonden eindtermen

● = minimumdoelen die de onderwijsoverheid noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde leerlingengroep o Resultaatsverplichting: moeten bereikt wordeno minimum aan kennis, inzicht en vaardigheden o minimum aan attitudes

● Vastgelegd per graad per onderwijsvorm

● = basisvorming

Attitudinale vakgebonden eindtermen

⇨ Inspanningsverplichting: moeten niet bereikt worden, maar wel nagestreefd

Vakoverschrijdende eindtermen (VOET)

● = minimumdoelen die niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar onder meer door middel van meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd

● inspanningsverplichting

Sinds 2010: nieuwe vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen:

● = globaal

● Hebben gemeenschappelijke stam met essentiële vaardigheden die generiek worden geformuleerd

64

Page 65: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Geconcretiseerd in 7 contexten:o Lichamelijke gezondheid en veiligheido Mentale gezondheido Sociorelationele ontwikkelingo Omgeving en duurzame ontwikkelingo Politiek-juridische samenlevingo Socio-economische samenlevingo Socioculturele samenleving

● Worden nagestreefd gedurende zes jaren van secundair onderwijs en verwijzen naar beoogd eindgedrag

Specifieke eindtermen

● = doelen met betrekking tot de vaardigheden, de specifieke kennis, inzichten en attitudes waarover een leerling moet beschikken om vervolgonderwijs in het hoger onderwijs aan te vatten.

● vastgelegd voor het 2e leerjaar van de 3e graad ASO, KSO en TSO

● In 2009: ook ontwikkelingsdoelen Nederlands voor nieuwkomers in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers vastgelegd

Overheid formuleert een eindtermen of ontwikkelingsdoelen voor

● keuzegedeelte in de 1e graad

● basisopties in het 2e leerjaar A van de 1e graad

● de beroepenvelden in de 1e graad secundair onderwijs

● het complementaire gedeelte van de 2e en 3e graad

⇨ afwijking van vastgelegde eindtermen en ontwikkelingsdoelen mogelijk op grond van

pedagogisch project en middels grondige procedure

2.1.2. Basisvorming

Eerste leerjaar van de eerste graad: lessenrooster omvat de vakken van de basisvorming en eventueel een keuzegedeelte

Alle overige jaren: basisvorming, specifiek gedeelte en eventueel complementair gedeelte

overheid beperkt zich tot het opleggen van een minimumrooster, gedefinieerd als vakken van de basisvorming

⇨ Inrichtende machten bepalen autonoom hoe wekelijkse lessenroosters worden samengesteld

Limitatieve lijsten van verplicht te volgen vakken worden in eerste graad aan minimale lestijden gekoppeld

65

Page 66: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

2.1.3. Experimenteel beroepssecundair onderwijs volgens een modulair stelsel

Probleem:

● er stromen te veel leerlingen uit het beroepssecundair onderwijs zonder kwalificatie

● afstemming op de arbeidsmarkt te weinig flexibel

● leerwegen te weinig gedifferentieerd

⇨ OPLOSSING: modulair onderwijs = voltijds gewoon en buitengewoon beroepssecundair onderwijs en in het hoger onderwijs (verpleegkunde)

Structuur modulair onderwijs

● Er bestaan geen graden of leerjaren, wel studiegebieden en opleidingen. o Elk studiegebied bundelt een reeks opleidingen. o Een opleiding = een samenhangend geheel van modules

● Met succes afwerken van een module 🡪 deelcertificaat

● Met succes afwerken van alle modules van een afwerking 🡪 certificaat

⇨ Certificaten geven toegang tot arbeidsmarkt of vervolgonderwijs

Curriculum

● In het voltijds gewoon beroepsonderwijs is elke opleiding samengesteld uit:o algemene vorming (basisvorming)o beroepsgerichte vormingo gedifferentieerde onderwijsactiviteiten

● Buitengewoon beroepsonderwijs heeft geen gedifferentieerde onderwijsactiviteiten.

● Verpleegkunde heeft geen algemene vorming.

Beoordeling en studiebewijzen

● Op het ogenblik dat een leerling een module heeft beëindigd beslist de delibererende klassenraad of de leerling een attest of certificaat verwerft:o Attest van verworven competenties: wanneer module niet met vrucht werd gevolgd, attest

vermeld competenties die jongere wel bereikt heeft o Deelcertificaat of certificaat: als module of opleiding met vrucht werd gevolgd

● Bij het voldoen aan alle opleidingsvoorwaarden beslist delibererende klassenraad over het toekennen van: o een getuigschrift van de 2de graad secundair onderwijso studiegetuigschrift van 2de jaar va 3de graad van secundair onderwijso studiegetuigschrift van 3de jaar van 3de graad van secundair onderwijs

66

Page 67: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

o diploma van secundair onderwijs

Looptijd experiment modulair onderwijs:

● Vanaf schooljaar 2007-2008 deelname gestart

● Het experiment blijft lopen tot het tijdstip waarop het Vlaams Parlement globale hervormingsmaatregelen aangaande de structuur en de organisatie van het voltijds gewoon secundair onderwijs in werking laat treden.

2.1.4. Topsport

Sinds 1998: topsportscholen in Vlaanderen

● = scholen die binnen het voltijds secundair onderwijs één of meer topsportrichtingen aanbieden binnen het ASO, BSO of TSO.

● = Resultaat van het ondertekenen van topsportconvenanten, bestaande uit:o globaal topsportconvenanto bijzonder topsportconvenant

● Voorbehouden voor leerlingen aan wie de selectiecommissie voor de betrokken sportdiscipline een topsportstatuut toekent.

● specifieke leerplannen en leermethodes die ervoor zorgen dat leerlingen leerstof verwerken

● aantal uren van het wekelijkse lessenrooster vrijgemaakt voor trainingsarbeid

leerlingen met topsportstatuut kunnen ook kiezen voor een niet-topsport studierichting en kunnen dan aanspraak maken op gewettigde afwezigheden in kader van hun sportbeoefening

2.2. onderwijsmethoden en didactisch materiaal

De keuze van onderwijsmethoden en –hulpmiddelen = vrijheid van inrichtende machten MAAR:

● onderricht is vakgebonden

● scholen verplicht om ook vakoverschrijdend te werken

Uitzondering modulair onderwijs: onderwijsmethodes

● geïntegreerd werken

● team teaching

● permanente beoordeling

● step by step learning

67

Page 68: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Extramuros activiteiten:

● = buitenschoolse activiteiten o lessen in een andere school of vormingsinstelling

→ of werkplekleren in bedrijven waar leerlingen louter als bezoeker optreden

→ begeleiding nodigo binnen- of buitenlandse schooluitstappen:

→ hebben onderwijzende of opvoedende meerwaarde

→ zijn verbonden met opvoedingstraject en leerprogramma

→ moeten aangepast zijn aan profiel van betrokkenleerlingen

→ moeten georganiseerd zijn voor ten minste 1 klas- of leerlingengroep

→ begeleiding nodig

● leerlingenstages vallen hier niet onder

Leerlingenstages:

● = een begeleide participatie van de leerling-stagiair aan de activiteiten van een reële arbeidspost.

● Worden georganiseerd in:o TSO o BSOo SE-n-SEo verpleegkunde o (buitengewoon secundair onderwijs)

● Toegelaten vanaf de 2e graad, indien leerling minstens 15jaar is en niet langer voltijds leerplichtig is.

● Dubbel staat: tegelijk leerling en gelijkgestelde werknemer (zonder loon)

3. Beoordelingspraktijken in het secundair onderwijs3.1. Beoordeling van leerlingen

Beoordeling door testen en examens (+ permanente beoordeling)

⇨ Georganiseerd door leerkrachten, maar onder uiteindelijke verantwoordelijkheid van de inrichtende macht

Eindbeoordeling in functie van studievoortgang: beslissing van de delibererende klassenraad

3.2. Studievoortgang

Centrale evaluatieorgaan in secundair onderwijs = klassenraad

68

Page 69: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● intellectuele beoordeling en sociale beoordeling

● pedagogische conclusies trekken uit beoordelingo hulp suggereren en heroriëntering indien nodig

● gezamenlijke houding afspreken voor elke leerling o aan het eind van het schooljaar noodzakelijke beslissingen nemen voor overgang aar een

hoger jaaro uitreiking van oriënteringsattesten

Beslissing baseren op:

● vroegere schoolcarrière

● tussentijdse resultaten, testen en examens

● informatie CLB

● gespreken met ouders en kinderen

Drie soorten oriënteringstesten:

● A-attest

● B-attest

● C-attest

● beslissing uitstellen door herexamen

Beslissing betwisten moet binnen de drie dagen nadat beslissing vernomen is

Beroepscommissie beslist of klassenraad opnieuw moet samenkomen

Aanpassingen aan het lesprogramma

● voor leerlingen met specifieke onderwijsnoden (leerstoornissen, hoogbegaafdheid, leermoeilijkheden of leerachterstanden)

● beslissingen bij klassenraad en ouders

● vrijstellingen kunnen enkel betrekking hebben op vakonderdelen, nooit op volledige vakken

● finaliteit van studierichting moet behouden blijven

3.3. Studiebewijzen

Voltijds secundair onderwijs

● einde van eerste of tweede graad: getuigschrift

● einde van de derde graad: diploma secundair onderwijs

● uitzondering BSO: o einde van derde jaar van de derde graad behalen om diploma secundair onderwijs te krijgeno eindigen van tweede leerjaar van de derde graad: studiegetuigschrift

69

Page 70: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Specifieke studiebewijzen

● Getuigschrift basisonderwijs: na slagen in eerste leerjaar van de 1e graad

● Getuigschrift gelijkwaardig met het getuigschrift basisonderwijs: na slagen in beroepsvoorbereidend jaar

● studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad BSO: na slagen in derde leerjaar van derde graad, zonder dat leerling in aanmerking komt voor diploma secundair onderwijs

● certificaat van een opleiding secundair-na-secundair: na slagen in Se-n-Se opleiding in TSO of KSO

● getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheero = noodzakelijk getuigschrift om te kunnen starten als zelfstandigeno Kan behaald worden in 2de of 3de jaar van de 3de graad na slagen voor vak bedrijfsbeheer

Modulair onderwijs

● (deel)certificaten wanneer leerling geslaagd is voor module

● attest van verworven competenties: als leerlingen module of opleiding volgen zonder te slagen

● leerlingen kunnen ook dezelfde studiebewijzen halen als in BSO

Verpleegkunde: diploma van gegradueerde

Huisonderwijs: studiebewijzen verwerven door examen af te leggen bij de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs

4. Organisatie van het secundair-na-secundair onderwijs

= korte opleidingen binnen de derde graad van TSO en KSO, waarmee leerlingen zich verder kunnen specialiseren.

● sterk beroepsgericht

● leren op de werkplek

● duurtijd van 1,2 of 3 semesters

● bekrachtigd met een certificaat

Biedt ook kwalificatiemogelijkheden aan werkenden en werkzoekenden

4.1. Soorten instellingen

Se-n-Se georganiseerd door instellingen voor voltijds secundair onderwijs

Samenwerkingsverbanden met:

70

Page 71: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● één of meer andere instellingen voor secundair onderwijs, centra voor volwassenbegeleiding of hoge scholen

● één of meer publieke verstrekkers van beroepsopleidingen voor volwassenen

● één of meer sectoren van beroep waartoe de SE-n-SE leidt

● bedrijven of organisaties

● een opleidingsinstelling van de politie of brandweer

4.2. toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze

Houders van diploma secundair onderwijs binnen hetzelfde studiegebied worden toegelaten

Overstap naar ander studiegebied mogelijk door beslissing toelatingsklasseraad

Leerlingen kunnen ook toegelaten worden als ze slagen voor toelatingsproef

71

Page 72: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Hoofdstuk 5. Onderwijzend personeel1. Initiële lerarenopleiding voor onderwijzend personeel in het

leerplichtonderwijs

Twee soorten initiële lerarenopleidingen1. de geïntegreerde lerarenopleiding

● hoge school: opleiding tot bachelors in het onderwijso kleuteronderwijso lager onderwijso secundair onderwijs

● vakinhoudelijk en pedagogisch-didactische onderdelen geïntegreerd gedurende hele opleiding

● praktijkmoment: stage 2. de specifieke lerarenopleiding

● hoge school, universiteit of CVO

● Naast of na een vakinhoudelijk basisopleiding en/of beroepservaring

● praktijkmoment: stage, baan als leraar, combinatie 🡪 kan op 3 manieren worden georganiseerd

o Preservicetraining

→ = stagiair vervult praktijkmoment van een lerarenopleiding zonder een statutaire relatie daarmee

→ Via stage tijdens lerarenopleidingo Inservicetraining

→ = vervulling van praktijkmoment van een lerarenopleiding al werkend als tijdelijk personeelslid

→ Via baan als leraaro Combinatie van beide

Beide soorten lerarenopleiding leiden tot 1 beroepstitel: het diploma van leraar

1.1. Curriculum, specialisatieniveau en leerresultaten

Opleidingsprogramma gebaseerd op basiscompetenties

Instellingen zijn vrij in uitwerken van de curricula

Geïntegreerde lerarenopleidingen aan de hoge scholen geven opleiding voor:

● Kleuteronderwijs

● Lager onderwijs

72

Page 73: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Secundair: hiervoor dient men 2 onderwijsvakken te kiezen

1.2. Lerarenopleiders

geen specifieke extra opleidingen en kwalificaties

⇨ wel expertisenetwerken en een regionale platform om de lerarenopleidingen verder te professionaliseren

1.3. kwalificaties, evaluaties en certificaten

Er is één gemeenschappelijk beroepsprofiel ontwikkeld voor leraar:

● omvat de kennis, vaardigheden en (beroeps)houdingen –geclusterd in 10 typefuncties- waarover elke leraar beschikt om zijn opdracht naar behoren te kunnen uitvoeren

● daaruit worden basiscompetenties afgeleid waarover een afgestudeerde van de lerarenopleiding moet beschikken om als beginnend leraar volwaardig te fungeren

10 typefuncties van het beroepsprofiel van leraren:1. begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen2. opvoeder 3. inhoudelijk expert4. organisator5. innovator en onderzoeker6. partner van de ouders/verzorgers7. lid van een schoolteam8. partner van externen9. lid van de onderwijsgemeenschap10. cultuurparticipant

2. Voortdurende professionele ontwikkeling voor onderwijzend personeel in het basis- en secundair onderwijs

2.1. Organisatie

Er zijn verschillende organisaties die nascholingsprojecten aanbieden

⇨ Worden opgenomen in een online te raadplegen nascholingsdatabank

2.1.1. Nascholingsmiddelen voor instellingen

Een school is verlicht om elk jaar op voorstel van directeur een nascholingsplan op te maken.

● Legt behoeften aan nascholing vast

● nascholing wordt zeer ruim opgevat

73

Page 74: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● bijdragen tot de professionalisering van de leerkracht

● principe van vrije markt: instellingen kunnen voor nascholing van personeel aankloppen bij nascholingsorganisatie naar keuze

2.1.2. nascholing op initiatief van de Vlaamse Regering

Regering bepaalt prioritaire nascholingsthema’s waarbij gratis en netoverschrijdend nascholing wordt aangeboden

⇨ 2015-2016: M-decreet 🡪 ondersteuning in scholen en competentieontwikkeling personeelsleden

2.1.3. Nascholing op initiatief van de pedagogische begeleidingsdiensten

De netgebonden pedagogische begeleidingsdiensten van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, GO!, OVSG, FOPEM, POV, VONAC/VOOP, Federatie van Steinerscholen Vlaanderen en IPCO ontvangen jaarlijks aparte budgetten voor organisatie van nascholings- en begeleidingsactiviteiten

● voor eigen personeelsleden

● voor organisatie van de vorming van directeurs van de door hen begeleide instellingen

● voor de organisatie van nascholing op het vlak van functiebeschrijving en evaluatie voor directies

74

Page 75: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Hoofdstuk 6. Kwaliteitszorgkwaliteitszorgsysteem heeft volgende doelstellingen:

● Constante verbetering van de kwaliteit van het onderwijs

● Verantwoording afleggen aan de overheid voor het gebruik van publieke middelen

● Informatie verstrekken aan studenten en ouders over de kwaliteit van het onderwijs

1. Bevoegde instanties voor kwaliteitszorg1.1. Onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap

Werkt in opdracht van de Vlaamse overheid en staat in voor het toezicht op de kwaliteit van het onderwijs

De inspectie is WEL bevoegd voor:

● Basisonderwijs

● secundair onderwijs

● deeltijds kunstonderwijs

● internaten

● CLB’s

● secundair volwassen onderwijs

● basiseducatie

De inspectie is niet bevoegd voor: Hoger onderwijs (ook hoger beroepsonderwijs) en initiële lerarenopleidingen

1.1.1. Organisatie van de inspectie

Decreet van 8 mei 2009:

● Organisatie van de onderwijsinspectie ingrijpend gewijzigd

● Geen opdeling meer in onderwijsniveaus

● Korps bestaat uit 160-tal inspecteurs, 8 coördinerende inspecteurs onder leiding van één inspecteur-generaal

● Inspectieraad: Coördinerend inspecteurs die drie diensten aanstureno De dienst Uitvoering

→ voert de opdrachten uit zoals beschreven in Kwaliteitsdecreet

→ bijkomende opdrachten van minister

75

Page 76: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

o De dienst Ontwikkeling

→ Ontwikkelt en verfijnt concepten en instrumenten voor doorlichting en bijkomende opdrachten

→ Staat in voor monitoring en informatiemanagemento De ondersteunende Stafdienst: zorgt voor planning, vorming, training…

Doorlichtingensecretariaat staat in voor opvolging en afhandeling van de doorlichtingen.

Inspecteur-generaal: Is verantwoordelijk voor financieel beheer, HRM en levensbeschouwelijke vakken.

Externen als experts

Permanent overlegorgaan: onderwijsinspectie+ pedagogische begeleidingsdiensten ontmoeten hier

1.1.2. Taken van de inspectie

Banvraag tot erkenning van een nieuwe instelling of een structuuronderdeel ervan geeft inspectie advies waaruit blijkt of erkenningsvoorwaarden erkend zijn

● Onderzoek naar het vervullen van de erkenningsvoorwaarden

● Daarover een rapport bezorgen met een advies over de erkenning aan Vlaamse regering

doorlichtingen van de onderwijsinstelling: Iedere instelling binnen een periode van tien jaar minstens één keer aan bod voor doorlichting

Inspectie zorgt ook voor kwaliteitstoezicht op opleidings- en vormingsprogramma’s die geen onderwijsinstellingen zijn, maar wel leiden tot diploma’s, certificaten..

Brengt jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden uit

⇨ = onderwijsspiegel

Onderwijsinspectie is NIET bevoegd voor:

● Controle op de invulling van het pedagogische of agogisch project

● Controle op de gebruikte pedagogische, agogische, artistieke of begeleidingsmethoden

● Toezicht op het onderwijs in de levensbeschouwelijke vakken

⇨ deontologische code vastgelegd voor inspectieleden

1.2. Inspectie en begeleiding van levensbeschouwelijke vakken

Garantie door grondwet op twee lesuren per week moraal- of godsdienstonderricht

76

Page 77: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

⇨ Geen overheidscontrole hierop (indien respect voor democratische basisbeginselen van samenleving)

Erkende instanties van erkende godsdiensten en erkende vereniging van de niet-confessionele gemeenschap:

● Bepalen zelf werking van inspectie en de begeleiding

● Verantwoordelijk voor leerplannen van deze vakken en nascholing voor betrokken leerkrachten

1.3. Pedagogische begeleiding van onderwijsinstellingen

De pedagogische begeleidingsdiensten (PBD)

● Staan in voor pedagogische ondersteuning en begeleiding van scholen en CLB’s

● Georganiseerd door verenigingen zonder winstoogmerk (VZW)o Deze zijn opgericht door onderwijskoepels (per koepel één PBD)

Taken van Pedagogische Begeleidingsdienst:

● Onderwijsinstellingen ondersteunen bij eigen pedagogische of agogisch project en CLB’s ondersteunen bij missie en begeleidingsproject

● Onderwijsinstellingen en CLB’s ondersteunen bij onderwijskwaliteit

● Instelling ondersteunen en begeleiden bij uitwerking van actiepunten na een doorlichting

● Onderwijsinnovaties aanreiken, stimuleren en ondersteunen

● Aanbodgerichte nascholingsactiviteiten aanreiken en aansturen (ook aan directies)

● Overleggen over onderwijskwaliteit en kwaliteit van de leerlingenbegeleiding (met verschillende onderwijsactoren op verschillende niveaus)

● Participeren aan de aansturing of opvolging van ondersteuningsinitiatieven georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Regering (die als doelstelling hebben het ondersteunen van instellingen, leerkrachten of begeleiders)

Elke Pedagogische begeleidingsdienst kiest zelf wijze waarop hij haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt

Info inzake pedagogische begeleiding is te vinden bij de onderwijskoepels

● GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

● Katholiek Onderwijs Vlaanderen

● OVSG voor steden en gemeenten

● POV voor het provinciaal onderwijs Vlaanderen

● FOPEM, de Federatie van Onafhankelijke Pluralistische Emancipatorische Methodescholen

77

Page 78: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● VOOP, het Vlaamse Onderwijs Overlegplatform voor de vrijzinnige scholen: hun pedagogische begeleidingsdienst valt onder de dochtervzw VONAC (Vlaams Onderwijs NAvormingsCentrum)

● De Federatie Steinerscholen in Vlaanderen

1.3.1. Samenwerkingsverband netgebonden pedagogische begeleidingsdiensten

Opgericht door:

● de onderwijskoepels Provinciaal onderwijs Vlaanderen

● Onderwijssecretariaat voor steden en gemeenten

● OVSG

● GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

Doel = netoverschrijdende samenwerkingsstructuur uitbouwen om alle instellingen te ondersteunen die tot doelgroep behoren

Moeten jaarlijks rapporteren aan bevoegde diensten van Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming

SNBP-projecten gegroepeerd in vier speerpunten

● Speerpunt 1: Werken aan zorgbreed en kansrijk onderwijs

● Speerpunt 2: Versterken van digitaal leren

● Speerpunt 3: Optimaliseren van levenslang en levensbreed leren

● Speerpunt 4: Versterken van taalvaardigheid en talenbeleid

1 januari 2015: werking SNBP overgenomen door individuele begeleidingsdiensten

1.4. Inspectie en begeleidingsdiensten van steden en provincies

Grotere steden (Antwerpen en Gent) & provincies (Antwerpen, Limburg en Oost-Vlaanderen) hebben eigen inspectiepersoneel en/ of begeleidingsdienst

⇨ = ambtenaren van hogere rang die in naam van gemeentelijke overheid, als inrichtende macht optreden voor gesubsidieerd officiële scholen

1.5. Nederlands-Vlaams Accredietorgaan (NVAO)

Staat in voor: accreditatie of erkenning van opleidingen hoger onderwijs in Vlaanderen en Nederland

● Houdt kwaliteitsbeoordeling in

78

Page 79: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Gaat na of er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat opleiding van gewenste minimumkwaliteitsniveau zal zijn

● Geaccrediteerde opleiding heeft recht om wettelijk erkend diploma’s af te leveren

2. Aanpak van kwaliteitszorg in leerplichtonderwijs2.1. Functiebeschrijvingen en evaluatie van personeel2.1.1. Principes

Evaluatieproces:

● Constructief en positief personeelsbeleidsinstrument

● Procesmatig gebeuren

● Ondersteuning en begeleiding van personeelslid staat centraal

Evaluatie- en begeleidingsproces:

● Steunt op geïndividualiseerd functiebeschrijvingo Verplicht voor elk personeelslid dat voor minstens 104 dagen wordt aangesteld (kan ook

voor personeelsleden die korter werken)o Opgesteld per instelling waar personeelslid werkt en per uitgeoefend ambto Personeelslid kan meerdere functiebeschrijvingen hebben

● Kan maximaal vier schooljaren omvatten, daarna nieuwe evaluatie nodig

2.1.2. Inhoud functiebeschrijving

Functiebeschrijving omvat drie delen:

● Taken en instellingsgebonden opdrachten en de wijze waarop het personeelslid die moet uitvoeren

● Instellingsspecifieke doelstellingen

● Rechten en plichten inzake permanente vorming en nascholing

2.1.3. Procedures

Ieder personeelslid twee evaluatoren (behorend tot zelfde instelling)

● Eerste evaluator essentieel:o Begeleiding en coachingo Hogere hiërarchische rangordeo Vaak directeur

79

Page 80: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

→ Wordt geëvalueerd door raad van bestuur (GO!) of inrichtende macht

Evaluatieproces:1. Aanduiden van evaluatoren2. Opstellen van functiebeschrijving

● Opgesteld door eerste evaluator en personeelslid

● Raken ze er niet uit dan beslissing door inrichtende macht3. Evaluatieproces zelf met coaching en begeleiding van personeelslid4. Functioneringsgesprek

● Op geregelde tijdstippen

● Evaluator en personeelslid staan op gelijke voet5. Evaluatiegesprek: hier wordt functioneren van personeelslid besproken6. Evaluatieverslag

Als conclusie onvoldoende:

● Personeelslid kan beroep aantekenen bij college van beroep inzake evaluaties

● Als onvoldoende niet leidt tot ontslag 🡪 personeelslid moet nieuwe evaluatie krijgen na periode van 12 maanden effectieve prestaties

● Ontslag

2.2. Interne evaluatie van scholen

Internationaal: Groei in zelfevaluatie

● Gaat over vraag of de school voldoet aan eigen doelstellingen vanuit pedagogisch project van school

● ↔ doorlichting door onderwijsinspectie: gaat over vraag of school voldoet aan minimumverwachtingen die samenleving stelt ten aanzien van school

Gelijke onderwijskansen decreet I (GOK-I): Eerste wettelijk kader voor zelfevaluatie

Decreet betreffende kwaliteit van onderwijs: Zelfevaluatie uitbreiden naar alle scholen

⇨ Scholen bepalen zelf hoe ze interne kwaliteitszorg vormgeven, hoe ze daarbij te werk gaan en welke instrumenten ze daarbij hanteren

2.1.1. Toetsen voor scholen

Website Toetsen voor scholen stelt volgende instrumenten beschikbaar voor scholen:

● Leerlingvolgsysteem (LVS):o Bestaat uit reeks van toetsen waarmee schoolteams op regelmatige tijdstippen

vorderingsniveau van leerlingen kunnen bepalen

80

Page 81: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

o Vorming en ontwikkeling van leerlingen op systematische wijze in kaart gebrachto Vergelijking met andere leerlingen mogelijko Biedt info op leerling-, klas- en schoolniveau

● SALTO-toets (Screening Aanvang Langer TaalOnderwijs):o = luistertoets die scholen kunnen gebruiken aan begin van schooljaaro Om taalvaardigheid Nederlands te screenen aan begin 1e leerjaaro Resultaten geven aan welke leerlingen extra zorg en ondersteuning nodig hebben voor taal

● Paralleltoetsen van peilingeno = periodieke peilingstoetso Worden ontwikkeld om na te gaan in welke mate Vlaamse scholen de eindtermen en

ontwikkelingsdoelen realisereno Paralleltoetsen voor scholen die niet kunnen meedoeno Antwoorden van leerlingen invoeren in beveiligd feedbacksysteem 🡪 vervolgens worden

gegevens geanalyseerd door onderzoeksgroep van KULo Scholen krijgen rapport waarin staat in welke mate ze erin slagen eindtermen of

ontwikkelingsdoelen te realiseren

● De Toolkit Breed Evalueren:o Ontwikkeling om leerkrachten te ondersteunen bij breed in kaart brengen van competenties

van leerlingeno Breed evalueren = door verschillende soorten van evaluatie in kaart brengen wat leerling al

kano Kijken naar leerling in geheel

2.3. Externe doorlichting van scholen

Externe kwaliteitscontrole gebaseerd op doorlichting van instellingen

Kwaliteitsdecreet van 8 mei 2009:

● Onderwijsinspectie gaat vanaf nu gedifferentieerd doorlichten = een doorlichting op maat van de instelling

● Differentiatie in intensiteit: vooronderzoek bepaalt de focus

● Differentiatie in frequentie: minsten 1 keer om de 10 jaar, maar sommige instellingen sneller opnieuw

Doorlichtingsteam

● Bestaat uit minstens twee inspecteurs + kan worden aangevuld door een of meer externe deskundigen

● Onderzoekt ofo onderwijsreglementering wordt nageleefdo instelling op systematische wijze eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakto instelling eventuele tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken

● Doet nooit uitspraken over rol van bestuur of individuele personeelsleden

81

Page 82: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

2.3.1. Instrumentarium

CIPO-model als structurerend kader voor de doorlichting, bestaat uit 4 componenten:

● Context: stabiele info over ligging, bestuurlijke organisatie, materiële en structurele omstandigheden waarin school moet functioneren, maar waar ze zelf nauwelijks invloed op heeft

● Input: o Info over omstandigheden waarin en middelen waarmee school processen moet

uitbouwendo School heeft hier wel enige invloed op

● Proces:o Geheel van onderwijskundige en schoolorganisatorische kenmerken dat aangeeft welke

inspanningen school moet doen om doelen te bereikeno Omvat domeinen algemeen beleid, personeelsbeleid, logistiek beleid en onderwijskundig

beleid

● Output:o Harde outputgegevens die aangeven in welke mate doelstellingen bereikt zijno Zachte outputgegevens zoals welbevindeno Cijferresultaten

Keuze van dit model

● Inspectie ziet functioneren van directeur en leraar binnen het totale functioneren van school

● Inspectie kadert functioneren van de school binnen lokale context

Werken met dit model gebeurt vanuit verantwoordings- en schoolontwikkelingsperspectief

Doorlichting =

● Middel tot controleren van school

● Mogelijke aanleiding van scholen om onderwijskwaliteit te optimaliseren

Doorlichtingsteam gaat ook checken of infrastructuur voldoet

2.3.2. Procedure

30 kalenderdagen voor de doorlichting officiële aankondigingsbrief

Doorlichting bestaat uit drie fases en bij elke fase telkens 4 identieke stappen:

● Bronnen analyseren

82

Page 83: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Informatie uit bronnen onderzoeken

● Informatie interpreteren

● Delibereren

⇨ 3 fasen met 4 identieke stappen

1. Vooronderzoek

● Inschatting van de kwaliteit van de instelling

● Bronnen analysereno Cijfergegevens uit operationele databanken van overheido Gegevens via het informatiedossier bij de instellingeno Alle informatie uit voorbije doorlichtingen

● Instellingsprofiel ontwikkeld op basis van gegevens uit bronnen

● Referentieprofiel van soortgelijke instellingeno vergelijking van resultaten

● Bezoek van 1 dag: observaties, gesprekken en documentanalyses

● Door interpretatie en deliberatie komen inspecteurs tot doorlichtingsfocus

2. Doorlichtingsbezoek

● Inspecteurs gaan paar dagen observeren (2 tot 6 dagen)

● Inspecteur ordent informatie op basis van het analysekader en komt tot objectief totaalbeeld van de instelling

● Vergadering met alle teamleden en inspecteurverslaggevero Delibererend karakter o leidt tot uiteindelijke verslag en advies

3. Verslag

● Verifiëringsgesprek met directie over bevindingen uiterlijk 60 dagen na doorlichting

● Uiterlijk 30 dagen na dat gesprek verslag doorsturen naar schoolbestuur

● Binnen 30 dagen na ontvangst moet het verslag besproken worden op personeelsvergadering

● Ondertekend teruggeven aan inspectieo Procedure voltooid en verslag openbaar gemaakt

Inhoud verslag:

● Aanbevelingen om een instellingsintern proces van kwaliteitszorg te stimuleren

● Zo nodig signaleert inspectie ook tekorteno Hebben bindend karakter

83

Page 84: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Elk verslag eindigt met een advies aan de minister: 3 mogelijkhedeno Oordeelo Erkenningo Vervolg

Zie tabel op p 125

2.3.3 De onderwijsspiegel: het jaarverslag van de onderwijsinspectie

Ieder jaar verslag van de toestand in het onderwijs tijdens voorgaande schooljaren

● Telkens aantal beleidsaanbevelingen

● Bedoeld voor Vlaams Parlement, maar ook downloadbaar als ‘Onderwijsspiegel’

2.4. Periodiek peilingonderzoek

Sinds 2002 periodiek peilingonderzoek:

● Op basis van betrouwbare en objectieve prestatiegegevens van leerlingen zicht krijgen op kwaliteit van Vlaamse onderwijssysteem

● Onderzoekt of leerlingen eindtermen of ontwikkelingsdoelen daadwerkelijk beheersen

● = Grootschalige afname van valide en betrouwbare toetsen bij representatieve steekproef van scholen en leerlingen

Peilingen geven antwoorden op verschillende onderzoeksvragen:

● In welke mate eindtermen en ontwikkelingsdoelen bereikt zijn op einde van bepaald onderwijsniveau?

● Zijn er systematische verschillen tussen scholen in percentage leerlingen dat eindtermen en ontwikkelingsdoelen haalt?

● In welke mate hangen prestatieverschillen samen met leerling-, klas- of schoolverschillen?

● Presteren leerlingen beter bij eerdere peiling?

Schoolfeedbackrapport:

● Voor scholen die meewerkten

● Info over mate waarin school erin slaagde eindtermen/ ontwikkelingsdoelen bij leerlingen te realiseren

● vergelijkingen met Vlaamse gemiddelde en andere scholen

● Rapport kan gebruikt worden voor interne kwaliteitszorg

voor scholen die niet meewerkten:

● Feedbackrapport

84

Page 85: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Kunnen parallelversie afleggen

2.5. Deelname aan internationaal vergelijkend onderzoek

Verschillende onderzoeken waar Vlaanderen recent aan meedeed:

2.5.1 PISA, Programme for International Student Assessment/ OECD, 2000, 2003, 2006, 2009, 2012

● Internationaal onderzoek van OESO naar kennis en vaardigheden van 15-jarigen ongeacht welk leerjaar

● Richt zich op mate waarin leerlingen begrippen en concepten verstaan, processen beheersen en kennis en vaardigheden kunnen toepassen

● Driejaarlijkse cyclus

2.5.2 ESLC, European Survey on Language COmpetences, 2011

● Initiatief van de Europese Onderwijsministers

● Opvolgen van twee vreemde talen in het leerplichtonderwijs

2.5.3 TALIS (Teaching and Learning International Survey/ OECD), 2007-2008, 2013

● Internationaal vergelijkend onderzoek rond leraren en hun schoolleiders

● Op initiatief van de OESO

● Vragenlijsten voor leraren en schoolleiders over aspecten van werk en werkomgeving

● Voorbeeld: professionele ontwikkeling, lespraktijken, attitudes en opvattingen rond lesgeven, schoolleiderschap…

2.5.4 TIMSS (Trends in International Mathematics and Science Study/ IEA), 2003, 2011

Leerlingenprestaties voor wiskunde en wetenschappen in het 4e leerjaar lager onderwijs en het 2e leerjaar secundair onderwijs

2.6. OBPWO-onderzoek

85

Page 86: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (OBPWO)

● Budget van Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming

● Bedoeld voor voorbereiding, uitvoering, evaluatie en bijsturing van onderwijsbeleid en onderwijspraktijk

● Oproep naar universiteiten om onderzoeksvoorstellen in te dienen

86

Page 87: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Hoofdstuk 7. Educatieve ondersteuning en begeleiding1. Zorg in het gewoon onderwijs1.1. Zorg in het gewoon onderwijs

Extra instaplestijden voor kleuterscholen

● Om instappen voor kleuters te vergemakkelijken

● Extra kleuteraanwijzer aanstellen

● Ook kinderverzorgers mogen aangesteld worden als school geen extra kleuteronderwijzer vinden

● Decreet 13 juni 2001: Afzonderlijk urenpakket voor kinderverzorgers (sinds schooljaar 2001-2002) als school minimum aantal kleuters telt

Zorgbegeleider of zorgcoördinator:

● Aangesteld door systeem van puntenenveloppe

● Coördineert zorg binnen basis- of secundaire school

● Begeleidt leerlingen en leerkrachten

● Link tussen verschillende instanties/actoren

Zorguren:

● Worden toegekend voor leerlingen die extra aandacht vragen omwille van ontwikkelings- en leerachterstand of voor sociaal-emotionele problemen

● Scholen zijn vrij in wijze waarop ze dit doen

1.2. Geïntegreerd Onderwijs (GON)

GON-begeleiding: om leerlingen met handicap of met leer- en opvoedingsmoeilijkheden kans te geven om les te volgen in gewone school

GON-leerlingen: volgen les in gewoon onderwijs en worden begeleid door personeelslid uit buitengewoon onderwijs

Kan verschillende vormen aannemen:

● Hulp voor kind zelf

● Ondersteuning aan ouders of leerkrachten

● Aangepast materiaal aanmaken

● …

87

Page 88: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

GON-begeleiding mogelijk voor:

● Leerlingen in basis- en secundair onderwijs

● Studenten aan hogeschool

● Studenten in hoger beroepsonderwijs

GON-begeleiding kan op 2 manieren:

● Leerling volgt gewone lesprogramma en voldoet volledig aan toelatings- en

overgangsvoorwaarden van gewone onderwijs

● Leerling volgt individueel aangepast programma

o Specifieke behoeften en afspraken over begeleiding opgenomen in verslag voor toegang tot Buitengewoon Onderwijs

1.3. Inclusief Onderwijs (ION)

Leerlingen met verstandelijke beperking kunnen naar gewoon onderwijs gaan door begeleiding inclusief onderwijs vanuit school voor buitengewoon onderwijs

De leerling:

● Moet beschikken over verslag voor buitengewoon onderwijs type 2

● Volgt individueel leertraject

2. Buitengewoon Onderwijs (BuO)

M-decreet aantal leerlingen in het BuO is gedaald🡪

Het GOK is ook van toepassing op buitengewoon onderwijs

2.1. Onderwijstypes en onderwijsvormen in BuO

VROEGER: 8 types BuO

● Type 1: voor kinderen met lichte mentale handicap

● Type 2: voor kinderen met verstandelijke beperking

● Type 3: voor kinderen met emotionele of gedragsstoornis, maar zonder verstandelijke beperking

● Type 4: voor kinderen met motorische beperking

● Type 5: voor kinderen in ziekenhuis, preventorium of residentiële setting

88

Page 89: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Type 6: voor kinderen met visuele beperking

● Type 7: voor kinderen met auditieve beperking of spraak- of taalstoornis

● Type 8: voor kinderen met ernstige leerstoornissen

Vanaf 1 september 2015: 2 nieuwe types in BuO

● Type basisaanbod:

o Voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften voor wie het gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassing niet haalbaar is voor school in gewoon onderwijs

o Vervangt type 1 en 8

● Type 9: voor kinderen met ASS, meer zonder verstandelijke beperking

Secundair onderwijs: 4 opleidingsvormen die leerlingen van verschillende types samenbrengen:

● Opleidingsvorm 1: voor leerlingen waarvoor een individueel zelfstandig leven niet mogelijk is

● Opleidingsvorm 2:

o bedoeld voor kinderen die over zekere mate van sociale zelfredzaamheid beschikkeno bereidt voor op arbeidsleven in beschermde arbeids- en leefomgeving

● Opleidingsvorm 3: voor leerlingen die bekwaam zijn om beroepsopleiding te volgen die

voorbereidt op betrekking in normale werkomgeving

● Opleidingsvorm 4:

o voor leerlingen waarvan intellectuele capaciteiten voldoende zijn om onderwijsprogramma’s van gewoon onderwijs te volgen

o onderwijsmethoden en –regelingen aangepast aan specifieke handicap

schoolbestuur beslist over indeling van leerlingen in pedagogische eenheden binnen onderwijstypes en opleidingsvormen

Buitengewoon lager onderwijs duurt in principe 7 jaar

⇨ kan verlengd worden tot en met schooljaar waarin leerling 14 jaar wordt

Buitengewoon secundair onderwijs kan gevolgd worden tot 21 jaar

Speelleerklas:

● hier kunnen leerlingen terecht niet nog niet schoolrijp zijn

● gaan daarna naar gewoon onderwijs

2.2. Toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze

Verslag nodig van CLB om toegelaten te worden tot BuO

89

Page 90: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

⇨ Hieruit moet blijken dat

● redelijke aanpassingen niet voldoendezijn om kind gewone leerdoelen te laten halen in

gewone school

● kind aangepast leertraject nodig heeft

verslag bestaat uit:

● attest: zegt welk type/onderwijsvorm het meest geschikt is

● protocol: documenten die oriëntering verantwoorden

2.3. Curriculum en vakken

Geïndividualiseerde onderwijsmethoden:

● Voor elk kind moet handelingsplan worden opgesteld

● Bevoegdheid van de inrichtende macht

Ontwikkelingsdoelen:

● ontwikkeld door Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming

● hebben in secundair onderwijs betrekking tot:

o kenniso vaardighedeno attitudes

● klassenraad kiest ontwikkelingsdoelen die aan leerlingen of groepen worden nagestreefd

o moet uitgewerkt worden in handelingsplan: zegt wat en hoe leerling zal leren en hoe dit zal aangepakt worden

o handelingsplan = dagelijkse leidraad voor leerlingen en paramedici

3. Ondersteuningsmaatregelen voor lerenden in het leerplichtonderwijs

OKAN: onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers

● Om Nederlands en sociale integratie van anderstalige nieuwkomers in gewoon onderwijs te

vergemakkelijken

● Extra lestijden en werkingstoelage voor scholen

3.1. Gelijke onderwijskansen (GOK)

Gelijke onderwijskansenbeleid vertrekt vanuit integrale visie op kansarmoede en omvat:

90

Page 91: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Recht op inschrijving in school naar keuze

o Ook beperking van redenen om leerling te weigeren of door te verwijzen naar andere school

● Oprichting van lokale overlegplatforms en Commissie inzake Leerlingenrechten om:

o Beleid lokaal te implementereno Rechtszekerheid te bieden aan leerlingen en ouders

● Geïntegreerd ondersteuningsaanbod dat:

o de verschillende toen bestaande projecten samenvoegto scholen toelaat zorgbrede werking te ontwikkelen gericht op arme kinderen

3.1.1. Recht op inschrijving

Verankerd door GOK-decreet

3.1.2. De rechtsbescherming

Lokale overlegplatforms (LOP’s):

● Opgericht ter ondersteuning van implementatie van GOK-beleid op lokale niveau

● Hierin zetelen onderwijsverstrekkers en lokale actoren

● Scholen nemen verplicht deel aan dit overleg

⇨ Ook autonome en niveauoverschrijdende Commissie inzake leerlingenrechten

→ Opdracht = waken over rechtsbescherming van leerlingen

3.1.3. Het geïntegreerd ondersteuningsaanbod

2003: basisscholen kunnen rekenen op extra ‘zorguren’

● = extra middelen waarmee scholen extra personeel kunnen aanwerven

● Aantal zorguren wordt toegekend via puntenenveloppe

o Berekend volgens aantal voorwaarden en rangschikkingen tussen scholeno Percentage kansarme kinderen belangrijke rol

● Extra uren toegekend voor periode van 3 jaar

● Doel = schooleigen visie inzake gelijke onderwijskansen uitwerken

Gewoon basisonderwijs:

● Geen apart ondersteuningsaanbod, SES-lestijden maken integraal deel uit van omkadering

91

Page 92: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● Indicatoren om SES van leerlingen te vatten:

o Thuistaal van leerlingo Ontvangen van schooltoelageo Hoogst behaalde opleidingsniveau moeder

Buitengewoon basisonderwijs

● Aanvullende lestijden voor ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen

o Toegekend voor 3 opeenvolgende jaren

● Aanvullende omkadering bepaald door 2 indicatoren:

o Opleidingsniveau moedero Thuistaal van leerling

Secundair onderwijs:

● Extra leraarsuren toegekend in kader van geïntegreerd ondersteuningsaanbod

● Geïntegreerd ondersteuningsaanbod bepaald op basis van:

o Thuistaal van leerlingo Ontvangen van schooltoelageo Hoogst bepaalde opleidingsniveau moedero Leerling wordt tijdelijk of permanent buiten eigen gezinsverband opgenomeno Ouders behoren tot trekkende bevolking

Scholen kunnen zorgbegeleider of zorgcoördinator aanstellen met puntenenveloppe

● Coördineert zorg binnen school

● Begeleidt leerkrachten en leerlingen die vragen hebben over hoe ze kinderen met probleem

moeten benaderen

● = link tussen leerling, school, ouders, CLB…

3.2. Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers (OKAN)

Voor jongeren van niet-Belgische of niet-Nederlandse nationaliteit die nieuw binnen komen in ons land en Nederlands onvoldoende beheersen

⇨ Via onthaalklas probeert men leerlingen zo snel mogelijk Nederlands aan te leren

Scholen ontvangen hiervoor:

● Aanvullende lestijden (BaO)

● Extra uren-leraar (SO)

● Extra werkingstoelage per anderstalige nieuwkomer

92

Page 93: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Basisonderwijs:

● Enkel hier kan vervolgjaar worden ingericht

● Geen vooraf vastgestelde lijst van scholen met onthaalonderwijs

o Gevormd op basis van anderstalige leerlingen die zich inschrijven

● Onthaalonderwijs bestaat uit aantal uren extra begeleiding voor anderstalige kinderen

Om toegelaten te worden tot onthaalklassen moeten leerlingen voldoen aan volgende voorwaarden:

● Niet Nederlands als thuistaal of moedertaal hebben

● Onderwijstaal onvoldoende beheersen om met goed gevolg lessen te kunne volgen

● Geen volledig schooljaar onderwijs hebben gevolgd in school met Nederlands als onderwijstaal

● Maximaal één jaar ononderbroken in België verblijven

● Leeftijd van 5 jaar of ouder hebben voor basisonderwijs, van 12 jaar voor secundair onderwijs

3.3. Extra middelen voor scholen met groeiend aantal anderstalige kleuters

Stijgend aantal anderstalige kleuters scholen krijgen extra middelen🡪● Berekend op basis van aantal anderstalige kleuters in school

● Mag uitsluitend dienen voor activiteiten ter initiatie of versterking van Nederlands

3.4. Nederlandstalige scholen in Brussel

Vlaamse scholen in Brussel krijgen extra ondersteuning omdat er zo veel leerlingen zijn die thuis geen Nederlands spreken

Onderwijscentrum Brussel (OCB):

● Zorgt voor ondersteuning

● Staat in voor vorming en ondersteuning van schoolteams binnen Nederlandstalig onderwijs in

Brussel

4. Begeleiding en advies in het leerplichtonderwijs4.1. Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s)

Ontstaan uit fusie van vroegere PMS-centra en centra voor medisch schooltoezicht (MST)

93

Page 94: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

Scholen, leerkrachten, ouders en leerlingen moeten in elk CLB in Vlaanderen beroep kunnen doen op hetzelfde basisaanbod

CLB

● = dienst waarop leerlingen, ouders, leerkrachten en schooldirecties beroep kunnen doen voor

informatie, hulp en begeleiding

● Leerling staat centraal

● Kan ook ouders en school ondersteunen in functie van optimalisering van welzijn en schools

functioneren van leerlingen

CLB werkt aanvullend op zorg die dor school georganiseerd wordt, binnen 4 domeinen:1. Leren en studeren: lezen, spellen en taal, dyslexie…2. Schoolloopbaan: leerplichtopvolging, studiekeuze begeleiding…3. Sociaal-emotionele ontwikkeling: gedragsproblemen, sociale vaardigheden, emotionele

problemen…4. Preventie gezondheidszorg: medische consulten, vaccinaties, besmettelijke ziekten, gezonde

voeding…

Begeleiding is multidisciplinair

CLB biedt basispakket aan dat bestaat uit:

● Vraaggestuurd leerlingenaanbod:

o Ouders en leerlingen kunnen hier begeleiding krijgen bij emotionele problemen of advies bij leerstoornissen

o Begeleiding van instap in deeltijdse leersystemen

● Aanbod rond spijbelen en kleuterparticipatie:

o CLB start samen met school verplicht traject op voor leerlingen met 5 halve dagen problematische afwezigheid en voor leerlingen die afwezig zijn wegens schorsing

o CLB start samen met school traject op voor leerlingen uit kleuteronderwijs van wie ontwikkeling en leerproces bedreigd worden door beperkte aanwezigheid

● Schoolondersteuning:

o = specifiek voor leraren en schoolteamso Vragen over sociale, psychische en leerproblemen bij leerlingeno Acties rond studie- en beroepskeuzeo Draaischijffunctie tussen school en extern netwerk van actoren in hulpverlening en

jeugdgezondheidszorg 🡪 doorverwijzing naar meer gespecialiseerde diensten

● Medische onderzoeken en preventie: opvolging en bescherming van lichamelijke ontwikkeling

4.2. Time-out projecten

Time-out

94

Page 95: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com · Web viewInhoud. Inleiding1. Hoofdstuk 1. Historisch overzicht en politieke en economische achtergrond1. 1.Naar een federale staat1.

● = methodiek waarbij jongeren die grote moeilijkheden veroorzaken of geheel gedemotiveerd zijn

tijdelijk uit het secundair onderwijs worden gehaald

● Doelstellingen:

o Re-integratie van leerling als schooluitval dreigto Verhoging van gekwalificeerde uitstroom uit secundair onderwijso Realisatie van integrale begeleiding van jongeren

Naadloze flexibele trajecten onderwijs-welzijn:

● Trajecten kunnen preventief of curatief worden ingezet bij leerlingen waarbij schooluitval en/of

ongekwalificeerde uitstroom dreigt

● Kan zowel met individuele leerling, verschillende leerlingen samen of met één of meerdere

onderwijsinstellingen samen doorlopen worden

95