pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische...

37
PSYCHODIAGNOSTIEK H1 – Historische ontwikkelingen van het testen 1. Voorlopers Chinese Oudheid Vorderingentoetsen voor dienaars Selectie obv testscores in boogschieten, muziek, rekenen, … Oud Testament “Wie bang is mag naar huis gaan.” Verdelen obv hoe ze water drinken Oud Grieken Typologie van de lichaamsvochten Middeleeuwen en nieuwere tijd Giambattista delle Porta: zoölogische methode, gebaseerd op dierfysiognomie oud Grieken Johann Kaspar Lavater: fysiognomiek (gelaatstrekken) Franz Joseph Gall: frenologie (vorm schedel) Césare Lombroso: criminele fysiognomie (criminelen hebben bepaalde gelaatstrekken) Chiromantie (handlezen) Tot in recentere tijden uitlopers van theorieën over verband tss lichamelijke kenmerken en psychologische kenmerken. Zulke theorieën werden vanaf het begin vd 20 e eeuw minder populair, onder meer als gevolg vh ontstaan ve nieuw intstument: psychologische test 2. Aanloop Onder stimulans verschillende disciplines 1.1 Stimulansen vanuit psychiatrie Philippe Pinel (1745-1826) - Krankzinnigen zijn niet misdadig, maar ziek - Ontstaan van interesse voor geestelijke abnormaliteit en zwakzinnigheid Jean-Etienne Esquirol (1782-1840) - Onderscheid tss zwakzinnigheid en krankzinnigheid Edouard Séguin (1812-1880) - Training van zwakzinnige kinderen - Focus op motorische en sensorische functies - Performantietest: Séguin Form Board Charcot (1825-1893) - Grondlegger neurologie - Leidde een vd belangrijkste centra voor psychiatrie en neurologie in Europa: Hôpital la Salpétière in Parijs 1.2 Stimulansen vanuit de genetica Francis Galton (1822-1911) 1

Transcript of pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische...

Page 1: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

H1 – Historische ontwikkelingen van het testen

1. Voorlopers Chinese Oudheid

→ Vorderingentoetsen voor dienaars→ Selectie obv testscores in boogschieten, muziek, rekenen, …

Oud Testament→ “Wie bang is mag naar huis gaan.”→ Verdelen obv hoe ze water drinken

Oud Grieken→ Typologie van de lichaamsvochten

Middeleeuwen en nieuwere tijd→ Giambattista delle Porta: zoölogische methode, gebaseerd op dierfysiognomie oud Grieken→ Johann Kaspar Lavater: fysiognomiek (gelaatstrekken)→ Franz Joseph Gall: frenologie (vorm schedel)→ Césare Lombroso: criminele fysiognomie (criminelen hebben bepaalde gelaatstrekken)→ Chiromantie (handlezen)

Tot in recentere tijden uitlopers van theorieën over verband tss lichamelijke kenmerken en psychologische kenmerken.Zulke theorieën werden vanaf het begin vd 20e eeuw minder populair, onder meer als gevolg vh ontstaan ve nieuw intstument: psychologische test

2. AanloopOnder stimulans verschillende disciplines1.1 Stimulansen vanuit psychiatrie

→ Philippe Pinel (1745-1826)- Krankzinnigen zijn niet misdadig, maar ziek- Ontstaan van interesse voor geestelijke abnormaliteit en zwakzinnigheid

→ Jean-Etienne Esquirol (1782-1840)- Onderscheid tss zwakzinnigheid en krankzinnigheid

→ Edouard Séguin (1812-1880)- Training van zwakzinnige kinderen- Focus op motorische en sensorische functies- Performantietest: Séguin Form Board

→ Charcot (1825-1893)- Grondlegger neurologie- Leidde een vd belangrijkste centra voor psychiatrie en neurologie in Europa: Hôpital la

Salpétière in Parijs1.2 Stimulansen vanuit de genetica

→ Francis Galton (1822-1911)- Neef Darwin- Erfelijkheid psychische eigenschappen aan dezelfde wetten onderhevig- Basis voor wetenschappelijk testonderzoek

o Belang van OZ naar individuele verschilleno Nood aan systematisering van OZtechniekeno Weergave van OZresultaten in statistische termen (verder uitgewerkt Pearson)o “antropometrisch laboratorium”, vnl. peilend naar lichamelijke eigenschappen

1.3 Stimulansen vanuit de experimentele pyschologie→ Wilhelm Wundt (1832-1920)

1

Page 2: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- 1879: 1e psy lab in Leipzig- Start systematisch experimenteel OZ op grote schaal- Beperkingen in relevantie voor testdiagnostiek

o Focus op algemene wetten en samenhangen en nt op afwijkingen en verschilleno Focus op primaire sensorische en motorische functies en nt op hogere en

complexere cognitieve en intellectuele processen→ James McKeen Cattell (1860-1944)

- Promoveerde bij Wundt over individuele verschillen in reactietijd- 1890: artikel in tijdschrift Mind waarin vr het eerst het woord ‘test’ werd gebruikt- Ontwikkelde, geïnspireerd door lichamelijke proeven Galton, reeks mentale test

(psychofysische proeven)- Stichtte is VS ‘laboratorium vr experimentele psy en testpsy’

Kenmerken van deze periode:- Nog gn psy testen op grote schaal- Interesse incidenteel en theoretisch gericht- OZ vnl. in labo’s- Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties

Later begon men te experimenteren met het gebruikt van tests buiten het labo (onderwijs, psychiatrie, personeelsselectie) → werd duidelijk dat methoden uit experimenteel lab beperkt waren → aanleiding tot het ontstaan van nieuwe testvormen (IQ-test, psychotechnische proeven, PHvragenlijsten, projectietest)

3. IntelligentietestsBakermat 1e intelligentietest = school

- Eind 19e eeuw: behoefte aan beter opgeleid personeel tgv industrialisering v bedrijven- Meer doorstroming van lagen nr vervolgonderwijs- Bij keuze van vervolgopleiding werden persoonlijke capaciteiten belangrijker dan

afkomst- Van daaruit behoefte aan instrumenten om geestelijke capaciteiten te meten- ‘mentale testst’ van Cattell vertoonden gn verband met onderwijsprestaties

→ Alfred Binet (1857-1911)- Werkte bij Charcot- Was directeur labo fysiologische pscy- 1896 Binet & Henri: La psychologie individuelle

o Studie van individuen als alternatief vr algemene psyo Criteria ‘mentale test’:

Zo groot mogelijk aantal psy eigenschappen testen Vnl. voor hogere ordefuncties Niet langer dan 1u30 Gevarieerd Aangepast aan milieu Geen speciale apparaten nodig

1904 opdracht ministerie: onderscheid maken tss zwakbegaafd en lui → 1e intelligentietest→ Binet-Simon 1905

- 30 proefjes (opgaven dagelijks leven)- Uitgeprobeerd bij 50 normale kids van ≠ leeftijden- Gerangschikt volgens moeilijkheid (‘leeftijdsdifferentiatie’)- Nog gn objectieve scoring

Vernieuwende benadering- Accent op complexe mentale processen- Toetsing aan empirie

2

Page 3: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- Totaalscore als maat van intelligentie (‘algemene intelligentie’)→ Binet-Simon 1908

- Gedeeltelijk andere items- Items gegroepeerd in leeftijdsschalen (3-12j)- Notie mentaal niveau

o Lft vh normale kind waarmee de prestaties vh onderzochte kind in overeenstemming zijn

o Basisjaar +1j per 5 correct opgeloste items uit een hogere reeks→ Binet-Simon 1911

- Gelijk aantal proeven (n=5) per leeftijdsschaal- Proeven voor jongere leeftijdsgroepen (3m, 9m, 1j, 2j)- Andere berekening mentaal niveau

o Basisjaar +1/5j vr elke succesvol beëindigde proef uit hogere categorieo Decimaal getal

Binet-Simon tests ook populair in VS → vertaling door Goddard (andere bedoeling: eugenetische beweging, selectiemiddel → toestemming tot immigratie, verplichte sterilisatie)

→ Lewis Terman (1877-1956)- Hoogleraar Stanford- Geëngageerd in eugenetische beweging- Gebruikte Binet-Simon test als middel om aangeboren intelligentie te meten

→ Stanford-Binet 1916- Gedeeltelijk andere items- Uitbreiding tot 16j

o Vanaf 16j intelligentie volledig ontwikkeldo Test ook bruikbaar vr oudere kinderen en volw

- Veel grotere proefgroep- Invoering IQ

o IQ = (ML/CL)x100o Maximale CL 16o Hoogste ML 19.5

Kenmerken van de periode voor WOI- Vnl. id praktijk van intelligentietesting grote vooruitgang- Theoretische vraag nr samenstellende elementen van intelligentie blijft grotendeels

onbeantwoord- Nog geen testings op grote schaal (collectieve afname)- Nog geen valideringsOZ

Na WOI- Grote nood aan instrumenten vr selectie vr en plaatsing in diverse functies- Hierdoor ander toepassingsdomein van intelligentietests- Individuele diagnostiek = tijdrovend → collectieve intelligentietests → Army Alpha (→

later ook niet-verbale: Army Bèta)- Toch vooruitgang op individuele testdiagnostiek

→ Stanford-Binet 1937- Uitbreiding leeftijdsbereik (2j – 22j 10m)- Verdere uitbreiding aantal proeven- Representatievere OZgroep (wel nog steeds alleen blank)- Invoering parallelvormen- Meer psychometrische zorg

→ David Wechsler (1896-1981)- 1939 ‘the measurement of adult intelligence’- Kritiek op Stanford-Binet traditie:

3

Page 4: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

o Intelligentie is te gedifferentieerd om in 1 score te vatteno Aard proeven verschilt naar gelang leeftijdo Proeven zijn hoofdzakelijk verbaalo ML is nt geschikt voor gebruik bij volw

- 2 nieuwe principes:o Puntenschaleno Verbale en performantiële intelligentie

- Deviatie-IQ- WISC & WAIS & WPPSI & WNV

Intussen nog 2 herzieningen Stanford-Binet→ Stanford-Binet 1960

- Geen parallelvormen - Max. CL 18j- Invoering deciatie-IQ (gem. 100, SD 16)

o Uitvinding Wechslero Oplossing voor 2 problemen: ML stijgt nt zoals CL, SD IQ verschilt volgens

lftgroep- 1972: nieuwe normen (niet enkel blanken)

→ Stanford-Binet 1986- Inhoudsschalen ipv leeftijdsschalen

o 15 schaleno 4 groepen: verbaal, abstract/visueel, kwantitatief, onmiddellijk geheugen

- Standaardscores vr elke test (m=50, SD=8)- Devatie-IQ per groep en vr geheel- Nooit ih NL verschenen

4. Psychometrische proevenParallel aan intelligentietests id context onderwijs ontwikkelden zich psychometrische proeven id context van personeelsselectie en beroepskeuzeadviezen

- Door technische en industriële revolutie waren rond de eeuwwisseling nieuwe beroepen ontstaan

- Nood aan instrumenten om geschiktheid vr deze beroepen te OZ’en- Ontstaan van bureaus vr beroepskeuze

→ Hugo Münsterberg (1863-1916)- Pionier pyschotechniek- Ontwikkelde onder meer psychologische proeven vr selectie trambestuurders

WOI stimuleerde ontwikkeling psychotechnische proeven vr selectiedoeleinden- Vnl. in DE populair- Stijging psychotechnische labo’s

Rond 1930 # verschuivingen- Geschiktheid vr beroep hangt nt alleen af van capaciteiten, mr ook van PH- Help van psycholoog werd nt alleen ingeroepen bij selectie vr technische beroepen mr

ook bij selectie vr leidinggevende en organisatorische beroepen- Vanaf dan bepaalden zulke proeven het beeld vd psychotechniek

o Nt alleen aandacht vr prestatie van geteste persoon, mr ook vr gedrag tijdens proef

o Persoonlijke inbreng diagnosticus belangrijkero Manier van verslagvoering veranderde

4

Page 5: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

5 PersoonlijkheidsvragenlijstenDoor WOI ontstond nood aan instrumenten om emotioneel onstabiele recruten te kunnen ID’en→ gaf in 1917 aanleiding tot 1e PHvragenlijst → Woodsworth Personal Data Sheet:

- 116 vragen- Gemaakt op vraag Am leger- 1e vragenlijst waarin antwoord worden opgesteld- Optelsom = index van ‘psychologische aanpassing’

→ hieruit kwamen heel wat andere vragenlijst voort (Bernreuter Personality Inventory, Bell Adjustment Inventory, California Test of Personality) → gekenmerkt door differentiatie (diverse aspecten van aanpassing, diverse domeinen)

Vroege PHvragenlijsten hebben sterk psychiatrische inslag- Focus op aanpassing- Psychiatrische ziektebeelden als vormen van ‘onaangepastheid’

In jaren ’40 ontwikkelen Hathaway en McKinley een vragenlijst gericht om meerdere aspecten v PH en disfunctioneren te meten : Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI)

- 556 items- Empirische contructiemethode

→ later herwerkt (MMPI-2) en aangepast vr adolescenten (MMPI-A)→ andere vragenlijsten op MMPI gebaseerd (California Personality Invertory, Nederlandse PHvragenlijst)

Vanuit differentiële psy ontstaan factoranalytische PHvragenlijstenVerschillende tradities in VS (oblieke factoren) vs. UK (orthogonale factoren)

6. ProjectietestsVanaf jaren ’30

- Vanuit onvrede met apparaten-tests → teveel focus op ‘buitenkant’ persoon- Oiv opkomst psychoanalyse

→ Sigmund Freud (1856-1939)- Grondlegger psychoanalyse- Lanceerde idee dat emotioneel beladen herinneringen, die uit bewustzijn verdrongen

zijn, weer bewust gemaakt kunnen worden mbv subtiele duidindsmethoden→ Carl Gustav Jung (1875-1961)

- Leerling Freud- Gebruikte woord-associatietest om complexen van emotioneel beladen, onverwerkte

ervaringen bloot te leggen→ Hermann Rorschach (1875-1961)

- Leerling Freun & Jung- Gebruikte vlekken om inzicht te krijgen in diepe PHstructuur- Rorschach vlekkentest

o 10 platen met inktvlekkeno Vr het eerst opgesteld in 1921 in ‘psychodiegnotsik’

- Hedendaagse test verschilt van oorspronkelijke (minder&kleinere platen, zonder zwarte rand, schakering tgv drukproces)

- Rorschach beschreef test als ‘waarnemingsexperiment’o Bij interpretatie nt zozeer letten op inhoud antwoorden, mr wel op

vormkenmerken- Test aanvankelijk nt succesvol

5

Page 6: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- Na 1e kritische reacties komt in jaren ’30 wel doorbraak en wordt test een vd populairste en meest gebruikte psychologische tests

- Inspiratie tot ontwikkeling andere tests gebaseerd op hetzelfde principe (plantentest, keuzetests, tekenstest)

In jaren ’40 vonden projectietests hun weg naar personeelsselectie en beroepskeuzeadvies- Ontwikkeling speciale varianten- Boomtest tot jaren ’70 frequent gebruikt vr personeelsselectie

H2 – Definitie, classificaties en toepassingen van de test

1. Definitie en onderdelen Psychologische test = een systematisch onderzoek van gedrag met behulp van speciaal

geselecteerde vragen of opgaven, met de bedoeling inzicht te krijgen in een psychologisch kenmerk van de betrokkene in vergelijking met anderen

Een verantwoorde en gepubliceerde test → volgende onderdelen:- Testmateriaal- Testformulieren- Testhandleiding

1.1 Testmateriaal- Kan er divers zijn- Soms geen tastbaar materiaal

1.2 Testformulieren- Vr verzamelen materiaal (antwoorden, reacties, gedragsgegevens) waarop interpretaties

en conclusies gebaseerd zullen worden- In te vullen door respondent of proefleider

→ omdat je dan voor iedereen evenveel info hebt1.3 Testhandleiding

- Grote variatie in uitvoerigheid- 4 basisingrediënten

o Testinstructie (concrete gang van zaken tijdens OZ)o Verwerkingsprocedure (toekenning numerieke scores aan antwoorden en reactie

op opgaven)o Normtabellen (scores van representatieve normgroep waarmee scores vd

geteste persoon vgl kunnen worden)o Info over wet kwaliteit test (betrouwbaarheid, validiteit)

- Vr scoring word soms gebruik gemaakt ve plastic sleutel

2. Classificaties2.1 Classificatie volgens testgedrag

→ Nadeel:- Tav dezelfde test in ≠ gebruikssituaties geheel ≠ doelen en meetpretenties bestaan - Indeling obv gedrag nt altijd zo ondubbelzinnig aan te geven- Mist aansluiting met gangbare indelingen

2.1.1 Tests voor prestatieniveau:- Vd onderzochte persoon wordt een maximale prestatie gevraagd- Duidelijke norm voor wat ‘goed’ en ‘fout’ is- Meting intelligentie, cognitieve capaciteiten, kennis, inzicht, …

A. Enkelvoudige algemene niveautests- Meten ‘general ability’ en leiden tot 1 indicatie van intelligentie- Doel: algemene niveaubepaling, niet differentiatie in deelaspecten

6

Page 7: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

→ Ontwikkelingstests en individuele intelligentietests voor kinderen- IQ-score meestal vgl met testprestaties van leeftijdsgenoten- Wechsler Intelligence Scale for Children - III (WISC-III)

o 3 IQ-scores Totaal IQ Verbaal IQ Performantieel IQ

o 3 factorscores Verbaal begrip Perceptuele organisatie Verwerkingssnelheid

→ Individuele intelligentietests voor volwassenen- Vaststellen van IQ wanneer de intelligentie min of meer als volgroeid kan worden

beschouwd- Laatste jaren puberteit: zowel ontwikkelings- als IQ-test- Kaufman Adolescent and Adult Intelligent Test (KAIT)

o 3 IQ-scores Totaal IQ Fluid IQ Chrystalized IQ

→ Algemene collectieve intelligentietest- Meestal schriftelijk- Kunnen groepsgewijs worden afgenomen- Weinig zijn bedoeld voor leeftijd voor lagere school- Ook collectieve niet-verbale intelligentietests- Nederlandse Differentiatie Testserie (NDT)

o 4 scores: IQ (redeneervermogen, verbaal vermogen, ruimtelijk inzicht) Werkgeheugen (visueel geheugen, semantisch geheugen) Werktempo Nauwkeurigheid

B. Veelvoudige algemene niveautests- Differentiatie in deelaspecten - Voorwaarde: deeltests moeten afzonderlijk voldoende betrouwbaar zijn en onderling

voldoende onafhankelijk→ Testbatterijen voor intelligentiefactoren

- Elke deeltest meet een homogene dimensie van intelligentie- Factoren van Thurstone

→ verbal comprehension, word fluency, number facility, spacial visualization, associative memory, perceptual speech, reasoning

- OF systeem volgens Guilford- Drenth Testserie Hoger Niveau (DTHN)- French Kit

o Batterij van intelligentietaken, waarvan de factorstructuur gekend iso Vnl. gebruikt voor OZdoeleindeno Omdat dat factorstructuur goed gekend is, kunnen taken uit de French Kit als

referentietaak gebruikt worden om bij het om het even welke andere taak te bepalen welk soort intelligentie gemeten wordt

o 5 2e orde factoren, waarop telkens een aantal 1e orde factoren laden→ Testbatterijen voor geschiktheden

- Multiple aptitude test

7

Page 8: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- Maatschappelijk taak of schooltaak- Vermogen te meten die iemand in staat stellen zich vr een maatschappelijke taak of

schooleisen te bekwamen- ‘Leergeschiktheid’- Categorie van leerpotentieeltest: speciale leertaken mbt intelligentietests, die extra info

opleveren boven de gebruikelijke IQscores- Soms samengesteld uit verschillende intelligentiefactoren- General Aptitude Test Battery (GATB)

o Meet cognitieve vaardigheden relevant om een veelheid aan functies met succes te vervullen

C. Speciale niveautests- Toegespitst op een speciaal segment van begaafdheid

→ Tests voor speciale intelligentiefactoren- Uitsluitend eigenschappen als ruimtelijk inzicht, woordkennis of numerieke vaardigheid

meten- Groot aantal beschikbaar- Aparte plaats voor redeneertests of abstractietests- Raven Progressive Matrices

o Meet algemene cognitieve capaciteiten (g-factor), waarbij gn gebruik wordt gemaakt van taal

o Is geschikt voor autochtonen en allochtonen en op verschillende niveaus→ Test voor speciale geschiktheden

- Tests die zich richten op factoren die men leercondities (geheugentests, tempotests, concentratietests)

- d2 Aandachts- en concentratietesto geteste persoon moet doelstimuli (d’s met 2 apostroffen) ID’en in aanwezigheid

van diverse afleiders→ Tests voor speciale niet-intelligentiefactoren

- Capaciteiten of vaardigheden waarvan de meting met het oog op een maatschappelijke functie of ih kader vd klinische diagnostiek belang hebben

o Motoriektestso Artistieke testso Sensorische tests

D. Vorderingentests- Doel: meten in hoeverre de onderzochte het doel ve opleiding heeft bereikt- Verder onderscheid mogelijk:

o Schoolvorderingstests (‘achievement tests’): specifiek gericht op schools kenniso Vaardigheidstests (‘proficiency tests’): gericht op vaardigheden buiten de directe

cognitieve sfeer

8

Page 9: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

2.1.2 Tests voor gedragswijze- Focus op hoe iemand iets doet of op welke manier zijn prestatie of reactie plaatsvindt- Geen vooraf gekende goed/fout-sleutel- Meting van PHtrekken, voorkeuren, houdingen, …

A. Observatietests- Beoordelaar observeert de cliënt- Aanvangsgegevens zijn al het resultaat ve informatieverwerkingsproces

→ Individuele observatietests- 1 respondent geobserveerd- Werkgedrag, houding onderzochte, mimiek, uiterlijk gedrag, sociale contact- Rol observator kan variëren: volledige betrokkenheid tot neutrale toeschouwer- Assessment center: individuele opdrachten

o Presentatieo Gesprekssimulatieo Postbakoefening

→ Groepsobservatietests- Beoordeling ve groep mensen die gezamenlijk een opdracht verrichten- Groep onderzochte personen die een taak uitvoert en een observator die de gedragingen

en prestaties registreert en interpreteert- Deelnemers beoordelen elkaar en psycholoog verwerkt deze gegevens- Assessment center: groepsopdrachten opdrachten

o GroepsdiscussieB. Somatofysiologische methoden

- Psychologische kenmerken worden afgeleid uit meting van lichamelijke kenmerken of processen

9

Page 10: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

→ Morfologische methoden- Historisch belang- Zuiver somatische kenmerken onderzocht als mogelijke indicaties voor PHkenmerken- Wel betrouwbaar, geringe validiteit

→ Fysiologische methodenC. Zelfbeoordelingen

- Meestal id vorm van vragenlijsten- Uit empirisch OZ bepaald patroon → aannemen dat hieraan een gem instelling of

attitude ten grondslag ligt → meer valide conclusies→ Interessetests

- Meestal beroepsinteresses- Beslissing voor school- of beroepskeuze ondersteunen

→ Waarde- en attitudetests- Schaal voor Interpersoonlijke Waarden (SIW)

o Meet wat mensen belangrijk vinden in hun sociale relaties→ Biografische vragenlijsten

- Gesystematiseerde, schriftelijk afgenomen anamneses→ Persoonlijkheidsvragenlijsten

- Ruime keuze en rijke variëteit aan aspecten vd PH- Hier PH in engere zin- Vragen eenvoudig- 3 manieren geconstrueerd

o Zuiver empirischo Ontstaan uit grote hoeveelheid PHitemso Primair gebaseerd oe theorie omtrent PH of temperament

- Minnesota Multiphasic Personality Inventory-2 (MMPI-2)

10

Page 11: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

2.2 Classificatie volgens instructie en afneming2.2.1 Individuele tests versus groepstestsA. Individuele tests

- Testleider formuleert vragen/opdrachten en registreert reacties/prestaties vd onderzochte tijdens een individueel contact

o Populair in EUo Voordelen:

Onderzochte kan gestimuleerd worden indien nodig Testleider kan nagaan of onderzochte instructies begrepen heeft Mogelijkheid tot observatie en verzamelen

B. Groepstests- Testleider geeft collectieve instructie vr hele groep tegelijk, surveilleert, geeft

aanwijzingen tijdens afname en zamelt de voltooide opgaven ino Moeilijker in bepaald culturen, bij jonge kids en patiënteno Optimale groepsgrote hangt af van aard test, doel OZ en leeftijd OZ’te groepo Voordelen:

Efficiënt, besparing van tijd en geld2.2.2 Snelheidstests versus niveautestsA. Snelheidstest

- Peilt nr snelheid waarmee de OZ’te kan werkeno Maat = # opgaven dat OZ’te kan voltooien binnen bepaalde tijdo # opgaven is groter dan wat meeste mensen binnen de voorziene tijd kunnen

voltooieno Alle opgaven ongeveer zelfde moeilijkheidsgraado Opgaven zijn makkelijk zodat er nauwelijks fouten worden gemaakt

B. Niveautest- Peilt nr prestatieniveau dat OZ’te behaalt

o Maat = # correct opgeloste opgaveno Opgaven variëren in moeilijkheidsgraagdo Opgaven worden meestal in volgorde van oplopende moeilijkheidsgraad

voorgelegdo Er wordt geen tijdsdruk opgelegd

2.3 Classificaties volgens aard van de vragen2.3.1 Cultuurvrije versus niet-cultuurvrije testsA. Cultuurvrije test

- Test die (vrijwel) geen appèl doet op condities die door cultuur en onderwijs worden beïnvloed

o Bij uitstek geschikt vr OZ naar ≠ tss volkeren en culturen in psychologische eigenschappen

o Gradueel begrip: volledig cultuurvrije tests bestaan nieto Vaak nonverbaal, omdat taal bij uitstek cultuurbepaald iso Vb: Raven Progressive Matrices

B. Niet-cultuurvrij test- Test die een appèl doet op condities die door cultuur en onderwijs worden beinvloed

o Verbale tests zijn bijna vanzelfsprekend niet-cultuurvrijo Ook veel niet-verbale tests zijn cultuurbepaald (bv. verwijzing naar westerse

schoolcontext)2.3.2 Directe versus indirecte testsA. Direct test

- Test waarbij het voor de OZ’te duidelijk is wat met wil meten of voorspelleno Prestatieniveautests, vorderingstests, …

11

Page 12: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

B. Indirecte test- Test waarbij het voor de OZ’te niet duidelijk is wat men wil meten of voorspellen

o Projectieve methodeno Vragenlijsten met indirecte vragen

H3 – Kenmerken van een wetenschappelijk onderbouwde test

Moeten we, als we een uitspraak willen doen over de eigenschappen ve persoon, wel een test gebruiken?Hoe onderscheidt een wetenschappelijk onderbouwde psychologische test zich vh voorwetenschappelijke oordeel?

1. Efficiëntie- Testconstructeur heeft verzameling van opgaven geselecteerd of geconstrueerd die

optimaal een appèl doen op de te meten eigenschap- Diagnosticus creëert een testsituatie waarin bijkomstigheden en storende invloeden zo

veel mogelijk worden geweerd- Vb 1: intelligentietest

o Bestaat uit taken die vr hun oplossing een beroep doen op diverse belangrijke aspecten van intelligentie

o Geeft in enkele uren tijd vrij volledig beel van intelligentie, terwijl vglbare observatie van gedrag in vivo meerdere dagen in beslag zou nemen

- Vb 2: PHvragenlijsteno Aan respondent wordt gevraagd zich een voorstelling te maken van groot #

situaties en hoe hij/zij er typisch op reageerto Via zelfrapportering respondent krijgt men op korte tijd indruk van belangrijkste

PHkenmerken, ipv langdurige observatie

2. Standaardisatie en objectiviteit- De situatie waarin we de OZ’te bezig zien, en waarin deze een prestatie levert obwv bv

een conclusie over het intelligentieniveau wordt gertrokken, moet vlgb zijn met de situatie waarin de referentiegroep heeft verkeerd → situatie standaardiseren

- Objectiviteit = de onafhankelijkheid van storende invloeden vanuit de persoon vd waarnemer, beoordelaar of interpretator.2 gevolgen:→ mag vr de OZ’te niet uitmaken wie de beoordelaar is→ objectiviteit impliceert openheid en reproduceerbaarheid vd test- en evaluatieprocedure

Testonderzoek is een complex proces, want grote verschillen in:- Testsituaties- Onderzochte personen- Proefleiders- Tests

Belang van standaardisatie:- Bij zowel afname als scoring- Voorwaarde voor vergelijkbaarheid van testprestaties of –scores

2.1 Testsituatie- Instructie goed uitgewerkt- Proefleider houdt zich aan instructie

12

Page 13: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- Opvallende of specifieke omgevingsinvloeden worden geweerd- Storingen tijdens testafname worden voorkomen- (bij groepstests) samenwerken of afschrijven wordt verhinderd

2.2 Proefpersoon- Vermoeidheid, emotionele opwinding, …- (vermeende) verwachtingen proefleider inlossen- Sociale wenselijkheid- Vertrouwdheid met specifieke test of testOZ in algemeen- Motivatie- Angst

2.3 Proefleider- Interactie met proefpersoon (vnl. bij individuele afname)- Onervarenheid (mbt specifieke test of testOZ algemeen)

RAKIT- Zeer gedetailleerde richtlijnen mbt afname- Algemene instructies

o Inrichting testsituatieo Gedrag testleidero Interactie met kindo Anticiperen op verwachte en onverwachte reacties van kind

- Gedetailleerde instructies per deeltest2.4 Scoring2.4.1 Scoring van reacties op items met open vraagvorm

- Reacties kunnen verbaal of niet-verbaal zijn- Door de open vraagvorm is er risico op subjectiviteit en lage overeenkomst tss

beoordelaars:o Zinvolle uitspraken en voorspellingen onmogelijko Lage validiteit

- Manieren om risico te vermindereno Gebruik van coderingssysteem (= stelsel van regels en voorschriften dat volledig,

duidelijk en ondubbelzinnig is)o Goede instructie vd beoordelaars + gelegenheid tot training

2.4.2 Scoring van reacties op geprecodeerde items- ‘meerkeuzevragen’

A. Handscoring- Corrector telt goede en foute antwoorden, overgeslagen of onvolledig ingevulde items- Adhv correct ingevuld protocol of verbetersleutel- Nadelen: duurt lang, risico op fouten

B. Zelfscoring- Antwoordformulier scoort zichzelf dmve doordrukprocédé met een aan het

antwoordformulier vastgemaakt 2e vel met cirkeltjes- Corrector moet alleen nog de markeringen id cirkeltjes optellen- Nadeel: kostprijs- Voordelen: snelheid en efficiëntie

C. Machinescoring- Antwoorden worden aangebracht op speciale antwoordformulieren die nadien ingelezen

kunnen worden- Verwerking gebeurt volledig machinaal (soms ook vgl met normen en interpretatie)- Laat toe om verzamelde gegevens voor OZ te gebruiken

o Kwaliteitskenmerken vd testo Informatie over de geteste groep als geheel

13

Page 14: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- Wordt in sommige gevallen gecombineerd met computerafname- Nadeel: duur

3. Bewerkte scores/Normering Ruwe testscores = output van een testafname- Per item 0/1 of fijnere gradatie- Itemscores worden gecombineerd tot ruwe testscores- Ruwe scores kunnen voor veel ≠ dingen staan:

o # goede of foute antwoordeno # ja-antwoordeno # mislukte pogingen o Soms van scores…

- Ruwe scores zeggen niet veel, ze moeten geïnterpreteerd worden- Dat kan op verschillende manieren

o Criteriumgericht referentiekader: vgl met bep standaardo Normgericht referentiekader: vgl met relevante anderen

Norm = een referentiekader voor de evaluatie van de ruwe scores dat is gebaseerd op de kenmerken van de verdeling van de ruwe scores in de populatie. Deze kenmerken worden geschat obv een representatieve steekproef→ test wordt voorgesteld aan een representatieve, grote en op toeval samengestelde steekproef uit de populatie waarvoor de test bedoeld is→ verzamelde testscores worden statistisch bewerkt zodat een vlotte vgl mogelijk wordt tss de testscore ve welbepaald persoon en die vd referentiegroep

- Afhankelijkheid van groep proefpersonen waarop normen zijn vastgesteldo Belangrijk om, bij rapportering, de specifieke kenmerken vd normgroep te

vermeldeno Bij vertaling ve test kan men nt zomaar de normgegevens uit het oorspronkelijke

taalgebied overnemeno Normen zijn niet absoluut, geregelde revisie noodzakelijko Generaliseerbaarheid vd norm hangt af vd grootte vd vglgroep

- Normering kan gebeuren:o Binnen 1 referentiegroepo Tav meerdere referentiegroepen

- Diverse varianten3.1 Vergelijking met een absolute standaard= absoluut meten

- Prestatie wordt beoordeeld zonder er de prestaties van anderen bij te betrekken: hoe goed is de prestatie in vgl met de absolute standaard?

- Vaak gebruikt in onderwijskundige context- Noodzakelijk = goede voorafgaande analyse

3.2 Verhoudingsnormen- Testscores worden gedeeld door een andere variabele en er daardoor onafhankelijk van

gemaakt- Bekendste voorbeeld: traditioneel IQ

IQ = (ML/CL)x100o Berekening ML:

Basisleeftijd = lft waarop nog geen fouten gemaakt worden Vr elke goed beantwoorde opgave id hogere schalen wordt nog 1/4j

bijgeteldo Kanttekeningen bij traditioneel IQ:

Vgl ML en CL Schommelt

14

Page 15: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

Oudere mensen in nadeel Eis van evenredig toenemende spreiding bij hogere lft

o Verhoudingsnormen vnl. historisch belang Ingevoerd door Stanford-Binet 1916 In Wechslertest en vanaf Stanford-Binet 1960 vervangen door deviatie-

IQo Verhoudingsnormen waren wel makkelijk te vatten

3.3 Vergelijking en normen gebaseerd op rangorde3.3.1 Rangscores

- Eenvoudigste vorm van vgl tss individuen- Bewerkte score = rangnummer- Interpretatie afhankelijk van groepsgrootte

o Nuttig vr snelle aanduiding van prestatie in vgl. met anderen in dezelfde groepo Zonder kennis van groepsgrootte en buiten de bewuste groep gn betekenis

3.3.2 Percentielen- Voordelen:

o Onafhankelijk van groepsgrootteo Eenvoudige en snelle berekeningo Gemakkelijke toepasbaarheid en inzichtelijkheid

- Nadelen:o Beperkingen in mogelijke statistische bewerkingeno Frequentieverdeling percentiele scores nt vglb met die van ruwe scores

Decielen & vigintielen3.4 Vergelijking en normen gebaseerd op gemiddelde en spreiding

- Omzetting van ruwe scores in standaardscore-eenheden3.4.1 Standaardscores of z-scores

- Standaardscore (Zx) drukt uit hoeveel standaarddeviaties (SDx) een ruwe score (X) vh gemiddelde (gemX) afwijkt

- FormuleZx = (X – gemX)/SDx

- Zonder transformatie hebben standaardscores vaak een klein bereik en zijn het zowel pos als neg getallen

- Om dat te vermijden zijn lineaire transformaties (y=ax+b) mogelijk- Bij omzetting van ruwe scores naar standaardscores:

o Wordt de verdeling verschoven (gem van elke score afgetrokken)o Wordt de afstand tss de scores veranderd (elke score gedeeld dr SD)o Maar blijven andere kenmerken

- Standaardscores behouden dus dezelfde verdelingskenmerken als ruwe scores: z-scores zijn dus niet automatisch normaal verdeeld

3.4.2 Genormaliseerde standaardscores- Niet-linearire transformatie: de verdeling van scores wordt zodanig vervormd dat er een

normale verdeling ontstaat- Vergroot gebruiksgemak, mr doet werkelijkheid soms geweld aan- Gekende vb:

o T-scoreso Stanineso Deviatie IQ

4. Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid = verwijst naar de herhaalbaarheid vd meetresultaten: wanneer een

test onder gelijkblijvende condities diverse malen aan een zelfde persoon wordt

15

Page 16: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

voorgelegd, moet de verkregen testscore over de testsessies heen zo weinig mogelijk variëren

- Net als fysische eigenschappen worden ook psychologische eigenschappen gemeten- Bij psychologische metingen kan verwacht worden dat fluctuaties in prestaties en gedrag

al reactie op testvragen en –opgaven groter en complexer van aard zijn en dat de verschillen tss 1e en 2e meting dus ook groter zullen zijn

- Doel: in kaart brengen wat de relatieve inbreng is vd onvoorspelbare invloeden over testafnames heen op de testprestaties

- Testscore die een bep persoon ie specifieke testsessie behaalt, kan opgesplitst worden in 2 componenten:

o Systematisch eel dat over testafnames niet verandert (‘ware score’)o Toevallig deel dat over testafnames op onvoorspelbare wijze varieert

(‘foutencomponent’) Foutencomponent verandert score vd geteste persoon op toevallige

wijze (soms nr boven, soms nr onder) Over herhalingen heen heffen de foutencomponenten elkaar op Als men het gem neemt ve groot # herhalingen, krijgt men de ‘ware’

score- MAAR psychologische metingen zijn niet herhaalbaar. Het is niet zinvol iemand diverse

malen dezelfde test voor te leggen- DUS ‘hypothetische’ herhaling nodig (=zoeken naar een realistische benadering vh ideaal

van onafhankelijke replicatie vd testprocedure)4.1 Herhaalde metingen4.1.1 Parallelvormmethode

- 2 inwisselbare (mr niet-identieke) tests worden afgenomen bij groepen testpersonen- Betrouwbaarheid wordt gedefinieerd als correlatie tss de 2 parallelle testscores- Kanttekening: in praktijk moeilijk om echt parallelle tests te ontwikkelen

4.1.2 Test-hertestmethode- Test wordt met een behoorlijke tsstijd 2x aan dezelfde groep proefpersonen voorgelegd- Betrouwbaarheid wordt gedefinieerd als correlatie tss de testscores vd 2 afnames- Kanttekening: het is mogelijk dat de gemeten eigenschap verandert id tusstijd en dat is

niet bij iedereen in gelijke mate zo o Leereffecteno Geheugeneffecteno Directe invloed van 1e meting op gemeten eigenschap

4.2 Eenmalige metingen4.2.1 Splitsingsmethode

- Test wordt in 2 helften met elk evenveel items gesplitst, die zoveel mogelijk parallel zijn- = effeciëntie variant vd parallelvormmethode- Betrouwbaarheid wordt gedefinieerd als correlatie tss de scores op de 2 testhelften- Kanttekening: id praktijk moeilijk om een test in echt parallelle helften te splitsen

4.2.2 Interne-consistentiemethode- Test wordt 1x afgenomen- Betrouwbaarheid wordt gebaseerd op de variantie vd testscore en alle covarianties tss

de items- Bekendste coëfficiënt = Cronbach’s Alpha

4.3 Evaluatie- Betrouwbaarheidscoëfficiënten variëren tss 0 – 1

o Als test gebruikt wordt om belangrijke beslissingen over individuen te nemen: 0.90+ goed 0.80-0.90 voldoende

16

Page 17: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

<0.80 onvoldoendeo Als de test gebruikt wordt om minder belangrijke beslissingen over individuen te

nemen: 0.80+ goed 0.70-0.80 voldoende <0.70 onvoldoende

o Als de test gebruikt wordt voor groepsvergelijkingen of experimentele toepassingen (try-out nieuwe test):

0.70+ goed 0.60-0.70 voldoende <0.60 onvoldoende

- Betrouwbaarheid is noodzakelijke voorwaarde voor validiteito Onbetrouwbare test geeft vooral meetfouten weer en kan de bedoelde

psychologische eigenschap hooguit heel zwak representeren- Betrouwbaarheid is evenwel geen voldoende voorwaarde voor validiteit

o Betrouwbare test kan onbedoeld iets anders meten dan wat de bedoeling was

5. ValiditeitKernvraag: meet een test wat hij bedoeld te meten?

Validiteit = de mate waarin een test aan zijn doel beantwoordto Niet eigenschapen van test op zicho Uitspraak over validiteit kan alleen met verwijzing nr bedoeling van testo Als een test meerdere doelen dient, kan het zijn dat hij voor het ene doel wel en

voor het andere niet valide is- Gemeenschappelijk doel van alle tests → via testgedrag iets kunnen zeggen over niet-

testgedrago Gedragingen die ook representatief zijn voor de gemeten eigenschap, mr die niet

door de specifieke verzameling van items in de test werden opgeroepeno Gedragen die representatief zijn voor de eigenschappen of prestaties, die men

mbv de testscore zou willen voorspellen- Validiteit gaat over de vraag of de sprong vh testgedrag nr het niet-testgedrag

verantwoord is- 2 grote doelstellingen en daaraan gelinkt 2 hoofdtypes van validiteit

o Doel: ander gedrag voorspellen (→ predictieve validiteit)o Doel: psychologisch begrip operationaliseren (→ begripsvaliditeit)

- Elk gebruik van psychologische test is onder te brengen bij een van deze 2 doelstellingen5.1 Predictieve validiteit

- Primair doel: bepaald gedrag of bepaalde prestaties buiten de testsituatie voorspellen (=criterium)

- Predictie in methodologische zin, los van tijdsascpect:o Criterium in de toekomst (predictie in enge zin)o Criterium in heden (paradictie)

= gelijktijdige validiteito Criterium in verleden (postdictie)

- Om een goede voorspelling mogelijk te maken moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn:

o Zowel vr de predictor als vr het criterium moeten goede meetinstrumenten voorhanden zijn

o Zowel de test als het te voorspellen gedrag moeten uitingen zijn van eigenschappen waartussen een aantoonbare relatie bestaat

- Er zijn diverse mogelijkheden om predictieve validiteit na te gaan

17

Page 18: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

o Associaties tss test en criteriumo Onderscheidend vermogen vd test tav het criterium

5.2 Begripsvaliditeit- Primair doel: een capaciteit, PHtrek of attitude operationaliseren- Bij OZ nr de psychologische betekenis van testresultaten wordt ook gekeken nr relaties

met opreationaliseringen van andere begrippen (= nomologisch netwerk)- Onderscheid tss:

o Begripsvalidering: nagaan of de test meet wat hij beoogt te meteno Betekenisanalyse: wat meet de test eigenlijk? (los van wat hij beoogde te meten)

- Deelvragen: o Komt de interne structuur vd test overeen met de verwachte structuur? =

interne begripsvaliditeito Vertoond de test onverwachte mate van samenhang met andere tests die

operationaliseringen zijn van ofwel een zelfde begrip ofwel een verschillend begrip? = externe begripsvaliditeit

Samenhang met tests die zelfde meten: convergente/congruente validiteit

Samenhang met tests die iets anders meten: divergente/discriminante validiteit

Predictieve validiteit en begripsvaliditeit hebben raakvlakken:- Te voorspellen criteria maken deel uit vh nomologisch netwerk, waardoor OZ nr de

begripsvaliditeit ook informatie over het voorspellend vermogen vd test oplevert- Testen is meestal gn activiteit op zich (alleen om een begrip te meten), mr gebeurt met

het oog op een buiten de test gelegen doel (voorspelling ve criterium)5.3 Andere validiteitstermen5.3.1 Inhoudsvaliditeit

- Hoe goed representeert de inhoud van de test een geheel van situaties, kennisinhouden of vaardigheden waarover conclusies getrokken moeten worden?

- = indicatie vd mate waarin de test het domein van mogelijke items representeerto Vaak nagegaan door bevraging van deskundigeno Gevaar voor cirkelredenering

- Vooral relevant binnen onderwijskundige diagnostiek5.3.2 Synthetische validiteit

- Richt zich op identificeerbare en op zichzelf zinvolle onderdelen vh criterium veeleer dan op het criterium als geheel

- Uit de afzonderlijke voorspelde elementen wordt de voorspelling vh hele criterium gesynthetiseerd

- Vergroot de potentiële steekproef voor het valideringsOZ- Vooral van belang vr praktische toepassingen van tests id selectie- en

beroepskeuzesector5.3.3 Indrukvaliditeit

- Mate waarin de persoon die de test aflegt de test relevant acht voor datgene waarvoor hij/zij getest wordt

o Relatie tss test en criterium is duidelijko Betekenis van test is duidelijk

- Staat los van of de test daadwerkelijk samenhangt met criterium of daadwerkelijk bedoelde eigenschap meet (‘faith validity’)

- Verwant met ‘transparantheid’- Is wenselijke mr niet noodzakelijke eigenschap van goede test

5.3.4 Incrementele validiteit

18

Page 19: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- Betere voorspelling door het toevoegen van 1 of meerdere tests aan reeds aanwezige info

- Situeert zich oh domein van predictieve validiteitNiet bij alle coëfficiënten ‘hoe hoger, hoe beter’Tentatieve vuistregel:

- > 0.50 hoog- > 0.30 medium- > 0.10 laag

6. COTAN- In 1959 opgerichte COmmissie TestAangelegenheden Nederland (COTAN), nr model van

Educational Test Services in VSo Overzicht/beoordeling van in NL bestaande en in gebruik zijnde test:

Documentatie van Tests en Testresearch in NLo Twee delen

Testbeschrijvingen Testresearch

o 1e editie 1961, nadien aanvullingRichtlijnen van de COTAN:1. Uitgangspunten 2a. Testmateriaal2b. Handleiding3. Normen4. Betrouwbaarheid5a. Begripsvaliditeit5b. Criteriumvaliditeit

- Werkwijze:o Elke vd 7 criteria wordt beoordeeld als ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’o Quotering is soms argument vr al/niet gebruiken ve test, maar…o Relatieverende kanttekening:

‘goed’ alleen vr gebruik bij geteste populatie Sommige criteria belangrijker dan andere Gebruik van testen die (nog) niet voldoende scoren moet

beargumenteerd worden

H4 – De empirische cyclus als wetenschappelijke basis voor het psychodiagnostisch proces

1. Het ongewapend oordeel- Diagnostiek = complex proces van verzamelen, interpreteren en afwegen van info met

het oog op het nemen vd beslissing of er iets, en zo ja wat, gedaan kan worden tav vraag/klacht

- Meestal geen pasklaar antwoord: ‘de alledaagse diagnostische situatie is doorgaans te typeren als een slecht gedefinieerd beslissingsprobleem’

- Diagnosticus moet oordelen en beslissen in onzekerheid- Als diagnoticus niet op een systematische manier te werk gaat (= ‘ongewapend oordeel’),

is er een groot risico op fouten en vertekeningen- Diagnostiekopleiding ih verleden vnl. gericht op kennis/vaardigheden ih afnemen, scores

en interpreteren van tests

19

Page 20: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

Psychodiagnostiek = het onderscheiden van personen naar hun individuele psychische kenmerken, zoals die zich manifesteren in hun typische gedrags- en uitingsvormen, en wel mbv tests

- Nu meer aandacht voor het aanleren van systematische procedures van diagnostische besluitvorming en minder klemtoon op afnemen van tests

Psychodiagnostiek = het onderscheidend vaststellen van kenmerkende psychische eigenschappen om te komen tot een goed omschreven beeld ve persoon of groep personen

- Kennis over hoe oordelen en beslissingen tot stand komen kan benut worden om de diagnostische praktijk te optimaliseren

1.1 Denkfouten- Review van empirisch OZ naar hoe mensen oordelen en beslissen leidt tot 4 ‘boute

stellingen’:o Wij zijn os vaak niet bewust van factoren die onze beslissingen beïnvloeden en

voor irrationeel makeno Relevante info vinden we onbelangrijke, irrelevante info vinden we essentieelo Ze zijn steeds op zoek naar bevestiging, nooit naar weerlegging, zelfs niet in het

geval van duidelijke tegenspraako Theorieën die we omtrent onszelf en anderen hebben zijn meestal onhoudbaar,

hoe belangrijk we ze ook vinden en hoe zelfzeker we ook zijn- Welke cognitieve mechanismen zijn onderliggend aan dit onkritisch oordelen en

irrationeel beslissen1.1.1 Biases

Bias = stereotype neigingen, onbewuste tendensen of verborgen vooroordeleno Vetekenen de conclusies van ons redeneren en beslisseno Zijn er vaak op gericht ons zelfbeeld te beschermen of ons psychisch evenwicht

te herstellen na inbreuken op ons zelfbeeldo Cognitieve technieken waarmee we ons comfortabel voelen

Fundamentele attributiefout = neiging om andermans afkeurenswaardig gedrag toe te schrijven aan persoonlijke kenmerken, maar het eigen afkeurenswaardig gedrag te wijten aan situationele invloeden (omgekeerd vr lovenswaardig gedrag) + ih algemeen de invloed vd situatie te weinig in rekening brengen

Confirmatiebias = de neiging om info te zoeken, interpreteren of creëren die de eigen overtuiging bevestigt en om ontkrachtende gegevens te negeren of minimaliseren

Vals-consensuseffect = neiging om te denken dat anderen denken zoals wijzelf Illusie van controle = perceptie dat toevalsgebeurtenissen controleerbaarder zijn dan ze

werkelijk zijn Just world belief = overtuiging dat de wereld rechtvaardig is en dat mensen ih leven

krijgen wat ze verdienen1.1.2 Heuristieken

Heuristieken = cognitieve shortcuts, vuistregels voor het verwerken van infoo Laten toe snel en eenvoudig te beslissen, mr leiden vaal ook tot foutief beslisseno Levensreddend in situaties waar beslissen beter is dan draleno Levensgevaarlijk in contexten waar nauwgezet redeneren en weloverwogen

deliberatie noodzakelijk zijn Representativiteit = als aan mensen gevraagd wordt de kans te schatten dat iets tot een

bepaalde categorie behoort, hebben ze de neiging hun oordeel te steunen op de mate waarin het representatief is voor die categorie

o Redeneren adhv typische vb. is op zich niet verkeerd, zolang we rekening houden met andere vormen van relevante info

20

Page 21: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

o Diverse soorten foutieve oordelen binnen deze heuristiek zijn het gevolg vh onvoldoende in rekening brengen van relevante info

o Heuristiek is wijdverspreid en hardnekkig- Geen rekening houden met a priori waarschijnlijkheid vd ≠ categorieën- Ten onrechte denken dat een combo van eigenschappen waarschijnlijker is dan 1 vd

afzonderlijke eigenschappen (conjunctiefout)- Beperkte omvang vd steekproef (=wet vd kleine getallen)- Misvattingen over regressie

o Over het hoofd zien dat variabele die bij eerste meting extreem scoort bij volgende meting hoogstwaarschijnlijk dichter bij het gem zal scoren (=regressie nr het gem)

Beschikbaarheid = als een mensen gevraagd wordt de waarschijnlijk van iets in te schatten, laten ze zich leiden door het gemak waarmee ze er vb. van kunnen bedenken

Voorstelling = neiging om zich te laten beïnvloeden door de manier waarop iets gepresenteerd of gekaderd wordt

Verankeren = bij het inschatten vd waarschijnlijkheid van iets hebben mensen de neiging te vertrekken ve initiële waarde (anker), vanwaar de schatting naar boven of onder aangepast wordt obv bijkomende info

- Oordeelsfouten kunnen vermeden worden door systematisch te werk te gaan - Psychodiagnostiek als vorm van ‘toegepast wetenschappelijk OZ’

2. De empirische cyclus- Denkschema’s inductie, deductie en toetsing kunnen opgevat worden als fasen ie

‘empirische cyclus’- Logisch-methodologische manier van redeneren

o Bij uitstek bruikbaar id psychologieo Beschermt tegen fouten in besluitvorming

- Gebruikt van prescriptief, hypothesetoetsend model, gebaseerd op methodologische regels:

o Toets vermoedens (hypothesen) aan gegevens en stel (voor)oordelen bij als daar aanleiding toe is

o Zoek doelgericht en systematisch nr gegevens die vr en tegen de hypothesen pleiten en houd rekening met consistentie in die gegevens

o Hanteer theoretisch verantwoorde redeneringen en gegevens uit recent OZo Gebruik voldoende betrouwbare, valide en genormeerde OZmiddeleno Leg verantwoording af aan collega’s en cliënten door de denk- en werkwijze

steeds te expliciteren

1. Observatie → eerste verzameling en groepering van gegeven ten behoeve vd vraagstelling2. Hypothese → formuleren ve vragenlijst obv ideeën opgedaan id observatie

21

Page 22: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

3. Voorspelling → omzetten vd hypothese ie toetsbare voorspellen (=consequentie vdhypothese)4. Toetsing → verrichten van waarnemingen om de hypothese te toetsen5. Evaluatie → met elkaar in verband brengen vd verzamelde gegeven om tot een conclusiete komen

- Ideaalmodelo Diagnostiek id praktijk kan hier niet steeds aan voldoeno Wenselijk vs. Haalbaar

- Spiegel vr reflectie en overleg met collega’s/cliënteno Wat doe ik als diagnosticus en waarom?o Van onbewust bekwaam naar bewust bekwaam

H5 – Het psychodiagnostisch proces van aanvraag en verslag

ActorenA. De psychodiagnosticus

- Psychodiagnostiek als specifieke competentie van psychologen/pedagogen- Diagnosticus in ≠ rollen

o Gedragswetenschapper (expertrol)o Samenwerkingspartner in dialoog met opdrachtgever en cliënt

Samenvattende term vr de ≠ rollen = praktijkwetenschapperB. De opdrachtgever

- Heeft een motief om iemand psychologisch te laten OZ’en- Motief wordt aangegeven bij de aanvraag- Daarnaast vaak nog impliciete doelstellingen- Psychodiagnosticus heeft er baat bij de opdrachtgever goed te kennen of uitgebreid

kennis met hem/haar te makenC. De cliënt

- Kan uiteenlopende posities hebben- Belang van ‘dialectische benadering’: cliënt is geen willoos object, mr mede-OZ’er- Kwaliteit psychodiagnostisch OZ wordt meer bepaald door inzet cliënt: onwillige cliënten

kunnen onmogelijk goed OZ’t worden- In sommige gevallen is de cliënt opdrachtgever- Cliënt is niet noodzakelijk een individu

D. Het wetenschappelijk forum- Psychodiagnostiek is een vorm van wetenschappelijk handelen- Psychodiagnosticus past algemene denkschema’s van inductie, deductie en toetsing toe

Psychodiagnostisch proces speelt zich af tss:- De ‘aanvraag’ tot een psychodiagnotisch OZ en- Het door de psychodiagnosticus afgeleverde psychologisch rapport

En is in overeenstemming met de stappen binnen de empirische cyclus

1. Aanvraag/hulpvraag- Potentiële opdrachtgever heeft geoordeeld dat psychodiagnostisch OZ aangewezen is

zich tot de diagnosticus gewend met een aanvraag vr een psychodiagnostisch OZo Belang van goede profilering diagnosticuso Vaak is aanvraag nt meer dan een vaag omlijnd idee, dat zonder verdere

toelichting tot misverstanden kan leiden

22

Page 23: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- 2 mogelijke situatieso Externe opdrachtgevero Cliënt

- Diagnosticus gaat in overleg met de aanvrager om een beeld te krijgen van de achtergrond en het doel vd aanvraag

- De aldus verkregen info helpt de diagnosticus te beslissen of hij/zij de aanvraag al dan niet zal aannemen

- Al dan nt acceptatie van aanvraagt hangt af van verschillende factoren:o Kennis: behoort de vraag tot competentie psychodiagnosticus?

Ja: uitspraken die met OZmateriaal aannemelijk gemaakt kunnen worden Nee: hoogstens persoonlijke mening

o OZbaarheid Gepubliceerd OZ dat toelaat geldige uitspraken te doen OZvraag eenduidig en duidelijk Psychodiagnoticus beschikt over nodige competenties

o Nut Diverse invullingen ‘Doelgerichtheid’ diagnostiek

o Tijdstip van formuleren aanvraag Vraag vr aanvang OZ vastliggen Fouten bij het achteraf formuleren van vraag: conclusie is gebaseerd op

materiaal dat vr een andere vraag is verzameld, uitspraken ih rapport zijn ongevraagd, deze werkwijze vergt te veel testafnames

- In arbeids- en organisatiecontext kan deze fase enigszins anders verlopeno Psychodiagnotici stappen zelf nr potentiële opdrachtgevers om hun expertise

aan te biedeno Opdrachtgevers vragen vaak offertes bij verschillende psychodiagnostici en

kiezen degene met het beste bodo 1e fase restulteert in ‘contracting’

2. Vraagstelling- Voor aanvraag zijn er geen eisen in termen van duidelijkheid, zakelijkheid of

wetenschappelijkheid- Aanvraag moet vertaald worden in een OZbare vraagstelling

o Geeft het kader vr het psychodiagnostisch OZ Gedetailleerde weergave van wat onderzocht zal worden Geformuleerd worden als hypthese(n)

o Onderdeel van psychologisch dossiero Kan in rapport opgenomen worden

Vooral als opdrachtgever zelf psycholoog/pedagoog iso Vereist soms voorOZ

Intakeformulier Screeningsbatterij Intake-interview

o In elke psychodiagnostisch OZ is de cliënt de centrale figuur, maar als er een externe opdrachtgever is staat de cliënt vaak niet centraal bij het opstellen van de vraagstelling

- In deze fase gebeurt een filtering, verheldering en/of formulering vd vragen uit de aanvraag

- Dat resulteert in een of meerdere diagnostische vraagstellingen, die onder te brengen in een van volgende catego’s:

23

Page 24: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

o Onderkenningo Verklaringo Predictieo Indicatie

- Ze worden samengebracht in een zogenaamd ‘diagnostisch scenario’o Alles deelvragen worden ondergebracht in een vd categorieëno De types worden ie bepaalde volgorde behandeld: onderkenning → verklaring →

predictie/indicatieo Niet alle diagnostische scenario’s bevatten alle subtypes van vraagstelling

3. Toetsbare hypothesen- Diagnostisch scenario is opgebouwd uit hypothesen die aan evidentie getoetst moeten

worden- Hiertoe worden instrumenten gekozen, obwv toetsbare voorspellingen geformuleerd

kunnen worden- Bij de keuze van instrumenten gelde de kwaliteitscriteria uit H3

4. Afname en verwerking per test- De gekozen tests worden op deskundige wijze afgenomen en verwerkt

5. Evaluatie van de resultaten- Resultaten worden test per test verwerkt, gebruik makend van de toetsingscriteria- Resultaten worden over tests heen geïntegreerd en teruggekoppeld naar de hypothesen- Er wordt bekeken of alle vragen uit de aanvraag beantwoord zijn en of er al dan niet

bijkomend OZ nodig is- Soms geeft een OZ aanleiding tot nieuwe info, van waaruit nieuwe vragen rijzen en een

nieuwe cyclus kan ontstaan

6. Rapportering- Waarom rapporteren?

o Id psychodiagnostiek vaak geen eenduidig ‘ja’ of ‘nee’o Wel geclausuleerd als antwoord: de gedane uitspraken zijn mr geldig als een

bepaalde voorwaarden voldaan wordto 4 redenen om te rapporteren:

→ verantwoording Opdrachtgever wil begrijpen hoe conclusie tot stand gekomen is Noodzaak van wetenschappelijke verantwoording en mogelijkheid tot

verificatie→ verkoopbaar product

Opdrachtgever wil waar vr zijn geld Rapport is vaak enige tastbare product dat uit het psychodiagnotische OZ

resulteert Spanningsveld tss ‘nastreven van aantrekkelijkheid’ en ‘voeldoen aan

wetenschappelijke en ethische standaarden’→ Effectieve communicatie

Mondeling rapporteren is snel mr niet doelmatig Rapport als naslagwerk, waarop beslissingen gebaseerd kunnen worden

→ Betrokkenheid opdrachtgever Opdrachtgever kan zich de gedachtegang van de psychodiagnosticus

eigen maken Advies valt niet uit de lucht

24

Page 25: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- Rapportering als proceso Rapporteren maakt deel uit van het diagnostisch proces

In elke stap vh proces is info verzameld die wel of niet ih rapport terecht zal komen

Alleen info opnemen die relevant is en aan cliënt gaan schade berokkento Kennis van proces in zijn geheel is belangrijk

Soms moeten verslagen met elkaar vgl. worden Verslag kan verdere relatie met cliënt beïnvloeden

- Wat rapporteren?o Slechts een selectie van info uit het OZo Twee vereisten

Vraagstelling wordt, vr zover mogelijk, beantwoord Antwoord wordt beargumenteerd

o Diverse indelingen mogelijk Ifv voorkeuren aanvrager Wel aantal vaste onderdelen

6.1 Herkomst van de vraagstelling- Geschiedenis vd aanvraag- Situering id tijd

6.2 Beschrijving van de vraagstelling en het diagnostisch scenario6.3 Verloop onderzoek

- Omstandigheden vh OZ- Onderwerpen

6.4 Anamnese- Achtergronden van cliënt voor zover relevant voor vraagstelling- Te uitvoerige anamnese kan schadelijk zijn voor de cliënt- Type anamnese afhankelijk van vraagstelling- Bevindingen van derden

6.5 Resultaten onderzoek- Alle verzamelde info

OF- Selectie ogv relevantie vr conclusie/advies (deze benadering geniet voorkeur, want niet-

relevante info kan een eigen leven gaan leiden)6.6 Samenvatting

- Korte herhaling vraagstelling- Weergave belangrijkste bevindingen- Antwoord op vraagstelling

6.7 Conclusie/advies- Verband tss de vraagstelling en de bevindingen vh OZ- Eventueel (afh van vraagstelling) uitgebreider advies7

Hoe rapporteren?6.8 Stoorzenders

- Verschillende momenten optredeno Opdrachtbevestigingo Overdracht rapport: bv: droevig kijken of lachen: kan een invloed hebbeno Presentatie rapport: hoe ziet het verslag eruit? moet professioneel en netjes,

maar niet overdreven zijno Administratieve afwikkeling zorg dat verslag op tijd en bij de juiste persoon

aankomt6.9 Taal- en schrijfstijl

- Vakjargon kan bron van irritatie vr opdrachtgever zijn

25

Page 26: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- Taalgebruik van de ‘zender’ dient afgestemd te worden op dat vd ‘ontvanger’- Voortdurend lezer in gedachten houden bij het schrijven- Tips

o Aandacht vr lengte zinneno Actief taalgebruik

6.10 Wetenschappelijkheid- Stappen:

o Verzamelen gegevenso Ordenen gegevenso Uitschrijven gegevens

- Transparant en toetsbaar6.11 Verwijzing naar normen

- Soortgelijken met elkaar vgl- Principe:

o Relevante normgroep zoekeno Positie vaststelleno Verantwoorde uitspraak doen

6.12 Valkuilen- Inhoudsproblemen

o Ruwe data rapporto Nadruk verkeerde elementeno Ontbreken essentiële infoo Ontbreken essentiële onderdelen rapport

- Interpretatieproblemeno Stokpaardjes (vb: alles onder gemiddelde als 'laag' zien, als je alles altijd op

dezelfde manier interpreteert)o Beperkt referentiekadero Systematische fouten in interpretatie van ruwe data

- Attitude van de diagnosticuso Zich niet verplaatsen id belevingswereld vd cliënt en/of externe opdrachtgevero Onpraktische oplossingen

- Communicatieproblemeno ‘stoorzenders’o Slechte toegankelijkheid

- Professionele problemeno Fouten id testopzeto Onwetendheid, optelfouten, nonchalance…

H6a – Overzicht van ontwikkelings- en intelligentietests

1. Ontwikkelingstests- Om ontwikkelingsniveau van jonge kinderen te bepalen- Afname vereist training en inzicht in vroegkinderlijke ontwikkeling

→ Denver OntwikkelingsScreeningtest (DOS)- Screening van ontwikkelingsstoornissen en/of retardatie id ontwikkeling- Peilt naar mijlpaalgedragingen (= gedragingen die kids oe bepaalde lft zouden moeten

vertonen)- Kan, na training, worden afgenomen door consultatiearts, wijkverpleegkundige of

kleuterleidster

26

Page 27: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- Resultaat van afname: normaal, onduidelijk, uitgebreid OZ nodig (hertest binnen 2w)→ Bayley Scales of Infant Development – II (BSID – II)

- Door het gebruik van spelmateriaal of door gedrag van testleider/ouder worden bij het kind op een gestructureerde manier gedragingen uitgelokt

- Gericht oh vaststellen vd algemene mentale en motorische ontwikkeling met het oog oh opsporen van kids met risico op ontwikkelingsachterstand

1.1 Intelligentietests bruikbaar vanaf kleuterleeftijd→ Wechsler Preschool and Primary Scale of Intelligence – III (WPPSI – III)

- Gedeeltelijk verschillende batterijen voor jongeren kids en oudere kids→ Snijders-Oomen Niet-Verbale Intelligentietest (SON-R 2.5-7)

- Doelgroep: gehoordgestoorde en dove kids, allochtone kids die de taal vd testleider nog niet of beperkt beheersen, moeilijk testbare kids

→ Leidse Diagnotische Test (LDT)- Theoretische IQtest gebaseerd op theorie van Mark over ontwikkeling van leer- en

denkprocesseno Cognitieve ontwikkeling wordt beschreven in termen van kanalen en functieso Kanaal = verbinding tss input en output en gekenmerkt door eigenschappen van

beideo Functie = informatieverwerkende activiteit binnen een kanaal

- Doordat combinatie van functies per subtest ≠ is, is een analyse vh profiel mogelijk→ Revisie Amsetdamse Kinder Intelligentie Test (RAKIT)

- Sluit aan bij opvattingen Thurstone→ Wechsler Non Verbal Scale of Ability (WNV)

- Doelgroep: doven, slechthorenden, kids met spraak- en taalproblemen, kids allochtone achtergrond en kids met autismespectrumstoornis

- Totaal IQ1.2 Intelligentietests bruikbaar vanaf lagere schoolleeftijd

→ Wechsler Intelligence Scale for Children – III (WISC – III)→ Snijders-Oomen Niet-Verbale Intelligentietest (SON-R 2.5-17)

1.3 Intelligentietests bruikbaar vanaf late adolescentie→ Kaufman Adolescent and Adult Intelligence Test (KAIT)→ Wechsler Adult Intelligence Scale – III (WAIS – III)

2. Persoonlijkheidsvragenlijsten2.1 Persoonlijkheidsvragenlijsten bruikbaar vanaf kleuterleeftijd

→ Hiërarchische Persoonlijkheidsvragenlijsten voor Kinderen (HIPIC)- In te vullen door moeder- Gebaseerd op lexicografische hypothese

2.2 Persoonlijkheidsvragenlijsten bruikbaar vanaf lagere schoolleeftijd of vroege adolescentie→ Junior Nederlandse PersoonlijkheidsVragenlijst (NPV-J)

- Zelfrapportering→ Verkorte Temperament en Karakter Vragenlijst (VTCI)

- Verkorte versie TCI- Ook bij jonge adolescenten te gebruiken

→ MMPI-A- Aanpassing voor adolescenten vd MMPI-2

2.3 Persoonlijkheidsvragenlijsten bruikbaar vanaf late adolescentie of volwassenheid→ Temperament en KarakterVragenlijst (TCI & VTCI)

27

Page 28: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 24. · Focus op sensorische en motorische functies, niet op complexe hogere ordefuncties Later begon men te

PSYCHODIAGNOSTIEK

- Gebaseerd op psychobiologische theorie van Cloninger- Onderscheid temperament & karakter:

o Temperament: erfelijk beïnvloed, vroeg observeerbaar, beïnvloedt leerprocessen automatisch en onbewust

o Karakter: komt op volw lft tot volledige ontwikkeling, invloed op persoonlijke en sociale effectiviteit en zelfwaardegevoel

→ Nederlandse PersoonlijkheidsVragenlijst – 2 (NPV – 2)- Oorspronkelijk NL instrument, ontworpen om aspecten van PH te meten die relevant zijn

in ≠ praktijkgebieden- Combo van constructiemethodes- Normgroep uit diverse contexten

→ Minnesota Multiphasic Personality Inventory – 2 (MMPI – 2)- Doel: meerdere klinische aspecten v PH meten- Empirische constructiemethode: grote itemset werd voorgelegd aan ‘normalen’ en ≠

klinische groepen vr de constructie van 10 klinische schalen- Valideitsschalen:

o Ontwikkeld als controlemiddelo Om na te gaan in welke mate de testresultaten een weergave zijn van de

problematiek vd cliënt- Inhoudsschalen:

o Schalen waarin de items naar inhoud bijeengebracht zijn→ NEO-PI(-R) en NEO FFI

- Oorspronkelijk 3 factoren:o Neuroticismeo Extraversieo Openheid

- Later 2 toegevoegd:o Vriendelijkheido gewetensvolheid

28