pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als...

15
EMOTIONELE EN SOCIALE ONTWIKKELING IN DE BABY- EN PEUTERTIJD PSYCHOSOCIALE STADIA BIJ BABY’S EN PEUTERS Leeftijd Erikson Stadium Vereist van ouders/verzorgers 1 ste jaar Basisvertrouwen <-> wantrouwen Responsiviteit 2 de jaar Autonomie <-> schaamte & twijfel - Gepaste begeleiding - Redelijke keuzes BASISVERTROUWEN <-> WANTROUWEN Freud: behoefte aan voeding + orale stimulatie = cruciaal (orale fase) Erikson: goed verloop van de ontwikkeling hangt af van kwaliteit gedrag moeder tijdens voeden bijdrage aan psychoanalytische theorie: vatten van de essentie van de ontwikkeling van de persoonlijkheid in elke fase Conflict 1 ste jaar: opgelost als eindbalans van de verzorging welwillend + liefdevol is AUTONOMIE <-> SCHAAMTE & TWIJFEL Freud: driften gericht op de anaalstreek (anale fase) Erikson: oplossing indien ouders gepaste begeleiding geven + redelijke keuzes aanbieden (bv. we moeten kinderen dingen laten doen die ze zeker kunnen, anders schaamte) Conflict 2 de jaar: basis voor latere aanpassingsproblemen indien kinderen te weinig vertrouwen ontwikkelen in verzorgingsfiguren + geen gezond gevoel van individualiteit hebben ONTWIKKELING VAN EMOTIES Emoties: belangrijke rol in ontwikkelingen die Erikson belangrijk vond Baby’s weinig differentiatie in emoties, slechts twee globale toestanden van opwinding: - Aantrekking tot aangename emoties - Terugtrekken bij onaangename emoties Emoties worden geleidelijk goedgeorganiseerde signalen (door spiegelen met ouders) Basisemoties: - Universeel - Lange geschiedenis in evolutie 1

Transcript of pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als...

Page 1: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

EMOTIONELE EN SOCIALE ONTWIKKELING IN DE BABY- EN PEUTERTIJDPSYCHOSOCIALE STADIA BIJ BABY’S EN PEUTERS

Leeftijd Erikson Stadium Vereist van ouders/verzorgers

1ste jaar Basisvertrouwen <-> wantrouwen Responsiviteit

2de jaar Autonomie <-> schaamte & twijfel - Gepaste begeleiding- Redelijke keuzes

BASISVERTROUWEN <-> WANTROUWEN

Freud: behoefte aan voeding + orale stimulatie = cruciaal (orale fase)Erikson: goed verloop van de ontwikkeling hangt af van kwaliteit gedrag moeder tijdens voeden bijdrage aan psychoanalytische theorie: vatten van de essentie van de ontwikkeling van de persoonlijkheid in elke fase

Conflict 1ste jaar: opgelost als eindbalans van de verzorging welwillend + liefdevol is

AUTONOMIE <-> SCHAAMTE & TWIJFEL

Freud: driften gericht op de anaalstreek (anale fase)Erikson: oplossing indien ouders gepaste begeleiding geven + redelijke keuzes aanbieden (bv. we moeten kinderen dingen laten doen die ze zeker kunnen, anders schaamte)

Conflict 2de jaar: basis voor latere aanpassingsproblemen indien kinderen te weinig vertrouwen ontwikkelen in verzorgingsfiguren + geen gezond gevoel van individualiteit hebben

ONTWIKKELING VAN EMOTIES

Emoties: belangrijke rol in ontwikkelingen die Erikson belangrijk vond

Baby’s weinig differentiatie in emoties, slechts twee globale toestanden van opwinding:

- Aantrekking tot aangename emoties- Terugtrekken bij onaangename emoties Emoties worden geleidelijk goedgeorganiseerde signalen (door spiegelen met ouders)

Basisemoties:

- Universeel- Lange geschiedenis in evolutie - Rechtstreeks afgeleid uit gelaatsuitdrukkingen

GELUK

Verbindt ouders en baby met elkaar + bevordert de competenties van het kind

Glimlach

- Eerste weken: wanneer men voldaan is (bv. buikje volgegeten)- 6 – 10 weken: sociale glimlach uitgelokt door menselijk gelaat- (samenhang met toenemende gevoeligheid voor visuele patronen)

1

Page 2: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

Lach

- 3 – 4 maanden: als reactie op actieve stimuli- 10 – 12 maanden: verschillende vormen van lachen

WOEDE EN DROEFHEID

Woede

- 4 – 6 maanden: uitdrukkingen van woede nemen toe in frequentie + intensiteit;Toename door:

o Cognitieve ontwikkelingo Woede = adaptiefo Ouders zijn gemotiveerder om onbehagen te verminderen

Droefheid

- Minder frequent dan woede- Als reactie op pijn, scheiding of omdat de communicatie met verzorger verstoord wordt

ANGST

- Neemt toe in 2de helft van het eerste levensjaar;Toename door:

o Cognitieve ontwikkelingo Angst = adaptief bij verkenning van omgevingo Invloed van cultuur

- Meest voorkomend = vreemdenangst (= angst t.o.v. onbekende volwassenen):o = afhankelijk van meerdere factoren, o.a. temperament kind, vroegere ervaringen met

vreemden…o Om angst te voorkomen, moet vreemdeling 4 dingen doen:

1. Met mama/papa spreken2. Wuiven naar het kind3. Spelletje spelen4. Het kind rustig vastnemen

- Verzorger = veilige uitvalsbasis (evenwicht toenadering – vermijding) ???

BEGRIJPEN VAN EMOTIES VAN ANDEREN

Vroege kinderjaren: emotionele besmetting (bv. kind weent, andere kinderen gaan ook wenen)

4 maanden:

- Gevoelig voor structuur + timing van interacties- Verwachten dat partner reageert- Bewust van hele bereik van emotionele uitdrukkingen

5 maanden:

- Gelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen- Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige gelaatsuitdrukking

2

Page 3: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

8 – 10 maanden:

- Sociale bevestiging zoeken (= kind baseert zich op reactie van vertrouwenspersoon om te beslissen hoe te reageren in onzekere situaties)

o Stem: meer effect dan gelaatsuitdrukkingo Men leert reageren op alledaagse situatieso Vergelijking eigen inschatting met die van anderen ???

2de helft van 2de levensjaar:

- Inzien dat emotionele reacties kunnen verschillen van de eigen reacties ???

Emotionele signalen kunnen gebruikt worden om:o Richting te geven aan eigen handeleno Interne toestanden van anderen af te leiden

ZELFBEWUSTE EMOTIES

Rond 2de levensjaar: op voorgrond

Emoties spelen belangrijke rol in:

- Gedragingen die verband houden met prestaties- Morele gedragingen

Emoties (o.a. schaamte, verlegenheid, schuld, jaloersheid, trotsheid…) hebben behoefte aan richtlijnen van ouders over wanneer + hoe je deze voelt. Situaties waarin ouders de emoties aanmoedigen verschillen per cultuur (bv. in onze cultuur: trots = belangrijk)

Emoties omvatten een kwetsen of een versterken van ons gevoel een ‘eigen zelf’ te zijn (Kinderen worden bewust van zichzelf als uniek en afzonderlijk)

2de reeks emoties van hogere orde (zoals basisemoties)

EMOTIONELE ZELFREGULERING

= strategieën die we gebruiken om onze emotionele toestand tot een comfortabel niveau te brengen zodat we onze doelen kunnen bereiken (= het aanpassen van de eigen toestand van emotionele intensiteit)

Toename in eerste levensjaren (gaat gepaard met de ontwikkeling van de hersenen):

- 1ste maanden: beperkt vermogen om emoties te reguleren- 2de levensjaar: voorstellingsvermogen + taal (bv. kind kan dromen zo emoties beter reguleren)

Verzorgers dragen bij tot de stijl van zelfregulering bij het kind

Geslachts- + cultuurverschillen

Bewuste controle

- = vereist- Vrijwillig een dominante, maar minder gepaste emotionele reactie onderdrukken om een meer

aangepaste emotionele reactie te vertonen- Individuele verschillen worden al snel duidelijk (= belangrijk voor de aanpassing)

3

Page 4: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

- Ontwikkelt m.b.v. ouders, ze leren wat = sociaal aanvaardbaar (bv. ‘je mag niet uitvliegen, maar je moet jezelf kunnen beheersen) + door ontwikkeling van hersenschors

TEMPERAMENT

= stabiele individuele verschillen in kwaliteit en intensiteit

Reactiviteit (snelheid + intensiteit) van:

- Emotionele reacties- Aandacht- Activiteitsniveau

Zelfregulering (= verandering van reactiviteit)

Studie Thomas & Chess:

- Longitudinaal- Resultaten:

o Temperament voorspelt psychologische aanpassingo Opvoedingsstijl ouders beïnvloedt emotionele stijl van het kind

STRUCTUUR TEMPERAMENT

Gemakkelijk temperament (40%)

- Meestal opgewekt- Past zich goed aan aan nieuwe ervaringen- Komt als baby snelt tot routine

Moeilijk temperament (10%)

- Reageert negatief en intens- Past zich traag aan aan nieuwe ervaringen- Onregelmatig wat betreft routine

‘Slow-to-warm-up’ temperament (15%)

- Reageert matig + weinig intens op omgeving, negatieve stemming (niet zo uitgesproken)- Past zich traag aan aan nieuwe ervaringen- Niet actief

Niet-geclassificeerd temperament

- Unieke combinatie van temperament-kenmerken

Oud model van Thomas & Chess

Bij moeilijke kinderen:

- Angstig teruggetrokken gedrag + agressief in lager onderwijs

Bij ‘slow-to-warm-up’ kinderen:

- Overdreven angstig + traag gedrag op school + in groep met leeftijdsgenoten

4

Samenhang tussen reactiviteit + zelfregulering bepaalt het temperament

Page 5: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

Recenter model van Rothbart

Reactiviteit + zelfregulering ???

METEN TEMPERAMENT

Methoden

- Interviews met/ vragenlijsten voor ouders- Gedragsbeoordelingen door mensen die het kind kennen- Rechtstreekse observatie door onderzoekers

Waarde

- Beoordelingen door ouders:o Vaak onder kritiek (vooringenomen + subjectief)o Correleren wel met gedragsobservaties!

- Observatie thuis: o Sommige gedragen: weinig frequent

- Observatie in labo:o Mogelijk belastendo Meer controle + fysiologische metingen

STABILITEIT TEMPERAMENT

= meestal laag + matig omdat temperament zelf ontwikkeltVanaf 2de levensjaar of later: voorspelling van temperament op lange termijnVele factoren spelen rol (bv. ontwikkeling van biologische systemen, bewuste controle, opvoedingservaringen…)

GENETICA + OMGEVING BIJ TEMPERAMENT

Genetische invloeden

- ≠ temperament ≠ genen- Verantwoordelijk voor ongeveer de helft van individuele verschillen- Etnische verschillen: Aziatische baby’s zijn minder actief + irriteerbaar, makkelijker te troosten- Geslachtsverschillen: jongens zijn meer actief + durven meer- Temperamentstrek: we moeten leren om positief te zijn- Leeftijd: ???

Omgevingsinvloeden

- Voeding- Verzorging- Etnische verschillen: ≠ in temperament worden aangemoedigd door culturele overtuigingen

(bv. Aziatische moeders verzorgen meer + blanke moeders stimuleren meer)- Geslachtsverschillen: ≠ percepties + ≠ opvoeding - Broers & zussen: ouders zoeken + beklemtonen verschillen verschillen zijn er eigenlijk niet Complexe interactie tussen omgevingsinvloeden en genetische invloeden

5

Page 6: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

Goodness-of-fit model

- Model van Thomas & Chess: verklaart hoe genen en omgeving samen tot gunstige resultaten (gunstig temperament) kan leiden

o Opvoedingsomgeving waarin het temperament van elk kind erkend wordt + waar meer aangepast functioneren wordt aangemoedigd

- Indien ouders = warm + redelijke verwachtingen hebben:o Goed voor alle types van kinderen

- Indien ouders erg stimulerend: o Bevordering exploratie niet actieve baby’so Vermindering exploratie bij erg actieve baby’s

- Afhankelijk van culturele waarden(bv. schuchter = sociale incompetentie in EU, maar was grote sociale maturiteit in China, tegenwoordig niet meer in grote steden, cfr. figuur)

!GEHECHTHEID!

= sterke, affectieve band die we hebben met bijzondere mensen in ons leven plezier en vreugde beleven + troost vinden bij omgang met hen

OUDERE THEORIEËN

Psychoanalyse

- Voeding = primaire context waarin gehechtheid wordt uitgebouwd (orale fase)

Behaviorisme

- Tijdens het voeden ontwikkelt baby een voorkeur voor aanrakingen door de moeder( experiment met baby-aapjes door Harlow men verkiest een ‘zachte moeder’ boven een ‘draadmoeder’) ???

ETHOLOGISCHE THEORIE

= de emotionele band van de baby met de verzorginsfiguur is in de evolutie naar voor gekomen + het bevordert de overlevingMeest aanvaardbare theorie voor gehechtheidAangeboren gedragingen van kind zijn sociale signalen die de verzorger ertoe aanzetten mo met de baby om te aan en voor hem/haar te zorgenGeleidelijk (in fasen) ontwikkelt zich een echte emotionele band:

Nog geen gehechtheid

- Geboorte – 6 weken- Uitzenden van aangeboren signalen- Geen verschil tussen vertrouwde verzorger + vreemde

Beginnende gehechtheid

- 6 weken – 6/8 maanden- Begin van differentiële reacties

6

Figuur 1: Schuchterheid en aanpassing in China

Page 7: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

- Gevoel van vertrouwen- Geen reactie op scheiding met moeder

Duidelijke gehechtheid

- 6/8 maanden – 18 maanden/2 jaar- Gehechtheid voor vertrouwde verzorger: duidelijk aanwezig

o Separatieangst : kind raakt van streek als de persoon waarop hij is gaan vertrouwen, weggaat(+ baby wil aanwezigheid van verzorgen voortzetten) tussen 6 – 18 maanden

o Veilige uitvalsbasis: vertrouwde verzorger = punt van waaruit de omgeving verkend wordt + waarnaar men kan terugkeren voor emotionele steunt

Ontstaan van wederkerige relaties

- 18 maanden – 2 jaar - Voorstelling en taal- Intern werkmodel: geheel van verwachtingen over beschikbaarheid gehechtheidsfiguren en kans dat

ze hulp zullen bieden in stressmomenteno Model voor alle latere relatieso Onderzoek naar habituatie + herstel bij kinderen

tussen 12 – 16 maanden Verzorger klimt op berg & kind huilt 2 ≠ video’s:

Responsieve verzorger: verzorger keert terug naar kind

Niet-responsieve verzorger: verzorger klimt verder op de berg

Reactie kinderen: Indien veilig gehecht: langer kijken

naar niet-responsieve verzorgen Indien onveilig gehecht: even lang kijken naar beide video’s

METEN VAN GEHECHTHEID

Vreemde situatie = veel gebruikte techniek om kwaliteit van gehechtheid te meten tussen 1 en 2 jaar

Volgende fasen komen voor in onderzoek: nog aanvullen met tabel in boek???

1. Introductie in de speelkamer2. Ouder zit neer en kind speelt3. Vreemde komt binnen, zit neer, praat met ouder4. Ouder gaat buiten, vreemde reageert op kind5. Ouder komt weer binnen, vreemde gaat weg6. Ouder verlaat kamer weer, kind = alleen (+ vindt dit niet leuk!)7. Vreemde komt binnen, probeert kind te troosten8. Ouder komt binnen, wekt belanstelling voor speelgoed

Principe:

- Veilig gehechte kinderen: ouder = uitvalsbasis om onbekende speelkamer te verkennen- Indien ouder weggaat kind getroost door onbekende volwassene (deze biedt minder troost)

7

Figuur 2: interne werkmodellen van gehechtheid

Telkens fasen van 3 min., maar moeder grijpt in indien kind hard weent

Slechts 30 sec.

Page 8: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

Veel aandacht voor fasen van scheiding van ouder + hereniging van ouder

Attachement S-sort

- Alternatieve meting voor gehechtheid (observatie thuis)- Q-sort: gebruik van antwoordcategorieën volgens vooraf bepaalde verdeling- Kinderen: 1 – 4 jaar- 90 items/kaartjes voor verzorger/observator 1 score (weinig – veel gehechtheid, geen patroon voor

onveilige gehechtheid)

- Voordeel: goed beeld van alledaagse relatie ouder-kind- Nadeel: tijdrovend (onderzoeker moet tijd lang in gezin blijven)

- Overeenkomst met ‘vreemde situatie’:- Observator: goed- Ouder: zwak ze gaan hun kind beter voorstellen dan het is???

PATRONEN VAN GEHECHTHEID

Veilig (60%)

- Kind: ouder als veilige uitvalsbasis- Separatie: huilen/niet-huilen, voorkeur voor ouder ???- Hereniging: huilen vermindert, kind gaat actief contact zoeken

Vermijdend (15%)

- Kind: niet-responsief t.o.v. ouder- Separatie: niet huilen, zelfde reactie bij vreemde als bij ouder- Hereniging: ouder vermijden, traag begroeten, zich niet vasthouden aan moeder

Afwerend (10%)

- Kind: zoeken nabijheid ouder ???, weinig exploratie- Separatie: huilen- Hereniging: woede + verzet, blijven huilen, moeilijk te troosten

Gedisorganiseerd/gedesoriënteerd (15%)

- Kind: vertoning grootste onveiligheid- Hereniging: reeks verwarde + tegenstrijdige gedragingen (bv. blik afwenden, depressieve emoties…)

STABILITEIT GEHECHTHEID

Voor baby’s uit midden-SES: kwaliteit gehechtheid = meestal stabiel + veiligVoor baby’s uit lage-SES: veel stress + weinig steun, overgang van veilige naar onveilige gehechtheid of van ene vorm onveilige naar andere vorm onveilige gehechtheid

Veilige gehechte baby’s houden status langer dan onveilig gehechte baby’s (met uitzondering op gedesoriënteerde baby’s: zeer stabiel tijdens 2de levensjaar)

Overgang van onveilige naar veilige gehechtheid, wanneer moeders goed aangepast zijn + wanneer ze goede relaties hebben (moeders moesten eerst ‘opwarmen’ in het moeder zijn)

8

Page 9: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

CULTUURVERSCHILLEN

Gehechtheidspatronen moeten anders geïnterpreteerd worden in andere culturen:

- Duitsland:o Aanmoediging kinderen tot onafhankelijkheido Vermijdende gehechtheid: vaak voorkomend

- Japan:o Kinderen nooit alleen laten bij vreemdeno Afwerende gehechtheid: vaak voorkomend

- Alle culturen:o Veilige gehechtheid vaakst voorkomend

FACTOREN DIE INVLOED HEBBEN OP VEILIGE GEHECHTHEID

Vroege beschikbaarheid consistente verzorger

- Kinderen opgenomen in instelling: geen consistente verzorger emotionele problemen, huilen, zich terugtrekken…, doordat kinderen geen band konden vormen met volwassene(n)

- Indien later geadopteerd: wel goede band met adoptieouders (want gehechtheid begint op 4 – 6 jaar), maar emotionele + sociale problemen

Een volledig normale ontwikkeling hangt af van het kunnen vormen van banden met volwassenen in de 1ste levensjaren

Kwaliteit opvoeding

- Sensitieve verzorging = snel, consistent, op juiste manier omgaan met baby + baby vol zorg vasthouden

o Matige samenhang met gehechtheid Onveilig gehecht: ouders houden niet van fysiek contact

- Interactie-synchronie = verzorger reageert op signalen kind op een goed-getimede, ritmische en gepaste manier. Beide partners stellen hun emotionele toestand op elkaar af

Wat gaat er precies fout in de opvoeding bij:

- Vermijdende gehechtheid:o Overstimulerende of intrusieve (binnendringen in wereld kind) opvoeding

vermijden = ontsnappen aan dit gedrag - Afwerende gehechtheid:

o Inconsistente opvoeding (= gebrek aan betrokkenheid) afweren = overafhankelijk ??? of woede

- Gedisorganiseerde/gedesoriënteerde gehechtheid:o Mishandeling

depressieve moeders Indien opvoeding ≠ passend: goede voorspeller van verstoorde gehechtheid

Kenmerken kind

- Samenhang tussen vroeggeboorte, geboortecomplicaties… en onveilig gehechtheid bij armoedegezinnen onder stress

- Samenhang erfelijke bepaaldheid + gehechtheid = 0

9

Page 10: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

- Samenhang kwaliteit opvoeding + temperament kind: niet duidelijk- Niet harmonieuze relatie: moeilijk kind + angstige moeder Vele kindkenmerken kunnen zorgen voor een veilige gehechtheidsrelatie, maar verzorger moet

sensitief zijn en de opvoeding moet aangepast zijn aan het kind

Omstandigheden gezin

- Stress + instabiliteit: onveilige gehechtheid- Sociale steun vermindering stress: veilig gehecht

Interne werkmodellen ouders (met grootouders)

- Ouders: vertellen over relatie met hun ouders op 15 jaar men gaat kijken naar de samenhang + het soort verhaal

o Objectieve + evenwichtige verhalen (=autonoom): veilig gehechto Verhaal vermijden of zeer emotioneel zijn: onveilig gehecht

- Interne werkmodellen zijn gereconstrueerde herinneringen (= herinneringen van lang geleden) vele factoren in levensloop hebben invloed op deze herinneringen

- Door onze vroege opvoeding: niet voorbestemd om sensitieve ouders te worden ???

MEERVOUDIGE GEHECHTHEID

Volgens Bowlby hechten kinderen zich tot de leeftijd van 2 jaar aan slechts één gehechtheidsfiguur (moeder), daarna neemt de neiging om zich te hechten aan één persoon af

Bij recenter onderzoek: vaststelling dat ook vaders & siblings invloed hebben

Vaders

- Sensitieve verzorging: veilige gehechtheid- Spelen met kind (moeder meer verzorgen + anders spelen)

beeld = veranderd doordat moeders ook gaan werken- Warme, voldoening-gevende relatie: ondersteuning betrokkenheid kinderen- Indien erg betrokken bij opvoeding:

o Minder stereotiepe opvattingeno Sympathieke & vriendelijke persoonlijkheid o Ouderschap = verrijkende ervaring

Jonge vaders (jonger dan 29 jaar):

- Besteding 85% tijd die moeders besteden- Verdubbeling t.o.v. 30 jaar geleden

Oudere vaders (29 – 42 jaar)

- Mindere tijdsbesteding aan kinderen- Toch verdubbeling t.o.v. 30 jaar geleden

Broers & zussen

- Moeilijke ervaring: geboorte broertje/zusje, maar gelukkig ook positieve reacties- Toename conflicten sibling: als één van de 2 zeer emotioneel of zeer actief is

10

Figuur 3: jonge & oudere vaders

Page 11: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

- Afstandelijkheid tussen siblings: zorgt voor wrijvingen- Positieve interactie tussen siblings: veilige gehechtheid + warmte- Speciale momenten met oudste kind: zorgt voor harmonische relatie tussen siblings

GEHECHTHEID EN LATERE ONTWIKKELING

Samenhang tussen veilige gehechtheid & positieve gevolgen in kleuter- en basisschoolBand tussen continuïteit van opvoeding en gehechtheid + latere ontwikkeling van het kindEffecten van vroegere veilige gehechtheid: voorwaardelijkRol van veerkracht

Veilig gehecht: hoge zelfwaardering, sociaal competent, werkt goed samen…Vermijdend gehecht: geïsoleerd, weinig contactenAfwerend gehecht: storend & moeilijk gedragGedisorganiseerd gehecht: grote vijandigheid, agressie geen causale verbanden aangetoond

Vele factoren spelen een rol (daarom is gehechtheid enkel te begrijpen binnen de ecologische systeembenadering)

GEHECHTHEID IN ANDERE CULTUREN

Griekenland:

- Individualistische cultuur- Distale opvoedingsstijl (= afstandelijk + onafhankelijk)

Kameroen:

- Collectivistische cultuur- Proximale opvoedingsstijl (= regelmatig aanraken) Later in zelfherkenning + vroeger in gehoorzaamheid

ONTWIKKELING VAN HET ZELF

ZELFBEWUSTZIJN

Vanaf geboorte

1ste stap: bewustzijn van lichaam als eigen entiteit (= iets dat een bestaan heeft)

- Proefje: 2 video’s van eigen trappelende beentjes, maar in ander perspectief (eigen perspectief + perspectief van observator) baby’s kijken meer naar het perspectief van de observator, ze beseffen dat het anders is dan normaal

Bevorderd door intermodale perceptie

ZELFHERKENNING

Komt tot uiting in het tweede jaar

2de stap: herkennen van zichzelf als fysiek uniek wezen (bv. zichzelf herkennen op foto’s)

11

Page 12: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com  · Web viewGelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Emotie in stem brengen in verband brengen met overeenkomstige

Inzicht dat eigen handelingen voorspelbare acties veroorzaken van voorwerpen (+ mensen)Bevorderd door omgang met omgeving en opmerken van affectenOuders die kinderen aanmoedigen om te exploreren en te reageren op signalen: baby’ staan verder inzake ontwikkeling van ‘het zelf’

Schaalfouten:

- Dingen doen die door hun lichaamsgrootte niet mogelijk zijn (bv. op stoel van pop gaan zitten)- Schaalfouten nemen af vanaf 2 jaar- Kinderen willen gewoon experimenteren

EMPATHIE + EMOTIONELE/SOCIALE ONTWIKKELING

= vermogen om emotionele toestand van iemand anders te begrijpen + mee te voelen of emotioneel gelijkaardig gedrag te vertonen (bv. anderen troosten op een manier waarop je zelf troost vindt)Bevorderd door zelfbewustzijn, zelfbewuste emotiesKinderen worden verlegen + beschaamdMen doet de eerste pogingen om het perspectief van anderen te begrijpen

ZELFCATEGORISATIE/CATEGORISCHE ZELF

Tussen 18 – 30 maanden: zichzelf + anderen indelen in categorieën (o.a. geslacht, leeftijd goed/slecht…) kinderen gaan beseffen tot welke groep ze behorenKinderen gaan dit gebruiken om gedrag te organiseren

BEWUSTE CONTROLE

Oderdrukken van impulsenOmgaan met negatieve emotiesAanvaardbaar gedrag vertonen

Kinderen hebben volgende dingen nodig: ???

- Geheugen voor instructies - Vertrouwen + richting geven aan het eigen handelen- Bewustzijn van zichzelf als afzonderlijk en autonoom

ZELFCONTROLE

= vermogen om weerstand te bieden aan impulsen (= uitstel van bevrediging)Verschijning rond 18 maandenToename in vroege kindertijd

Nog steeds individuele verschillen in:

- Geslacht- Sensitieve zorg

GEHOORZAAMHEID

= begrijpen van en gehoorzamen aan wensen en normen van verzorgingsfigurenVerschijning tussen 12 – 18 maandenWarme, sensitieve zorg: toename gehoorzaamheidBij peuters: bevestiging autonomie door niet te gehoorzamen

12