BIOLOGISCHE AANTASTINGEN IN HOUT - Monumentenwacht · strijd tegen aanbinden. En dat dit een nooit...
Transcript of BIOLOGISCHE AANTASTINGEN IN HOUT - Monumentenwacht · strijd tegen aanbinden. En dat dit een nooit...
BIO
LO
GIS
CH
E A
AN
TA
ST
ING
EN
IN
HO
UT
1 Algemene inleiding 5
2 Zwammen 6
Levenscyclus en soorten 6Voorwaarden voor ontwikkeling 7Zwamaantastingen opsporen 9Bestrijding 12
3 Houtborende insecten 16
Levenscyclus 16De soorten en hun schade 16(Actieve!) insectenvraat opsporen 18Bestrijding 21
4 Preventie van en herstel na biologische aantastingen 26
Preventie 26Aangetast hout verharden of vervangen? 27
INHOUD
5INLE IDING
Iedereen heeft ze wel al eens gezien,de ronde of ovale gaatjes in eenhouten meubel, een balk of een trap,waarop dan gauw de diagnose volgt:hier zit ‘de memel’. In deze onder-houdstip ruilen we deze wijdverbreidebenaming liever in voor een minderwelluidende maar correctere om-schrijving van het fenomeen: aan-tasting door houtborende insecten ofkortweg insectenvraat.
Behalve een viertal verschillendeinsecten vormen ook zwammen enschimmels een biologische bedreigingvoor ons houten erfgoed. Houtverkleurt, er verschijnen scheurtjes inof het krijgt een vezelige structuur.Sommige insectensoorten komenoverigens enkel voor in hout dat voor-af door een zwam is aangetast.
Eigenlijk behoren deze organismentot de opruimploeg van de natuur. Zebreken dood materiaal af. Dat gebeurtechter zonder onderscheid van defunctie of de waarde van het hout. En zobestaat het risico dat dakconstructieshet begeven, dat waardevolle houtenbeelden hun vorm verliezen of datvloeren een gevaar vormen om teworden belopen.
Deze onderhoudstip maakt duidelijkhoe die schimmels en insecten hunwerk doen, hoe u ze kunt opsporen enwat u ertegen kunt doen, al dan nieteigenhandig. Hoe fascinerend dezemicro-organismen ook zijn, om onserfgoed te bewaren moeten we er destrijd tegen aanbinden. En dat dit eennooit aflatende strijd is, mag blijkenuit deze brochure.
ALGEMENE INLEIDING 1
ZWAMMEN
1 Levenscyclus en soorten
Schimmels en zwammen behorennoch tot het plantenrijk, noch tot hetdierenrijk. Ze vormen een apart rijk,het Rijk van de Fungi, en zijnonmisbaar in het afbraakproces vanorganische materialen. Het ontstaanvan een zwam begint met sporen dieontkiemen. De daaruit ontsprotendunne draden (hyfen) vormen hetschimmelweefsel (mycelium). Bij som-mige soorten bundelen de hyfen zichtot strengen (rhizomorfen), die vochten voedsel kunnen transporteren overgrotere afstanden. Het schimmel-weefsel is een ongeslachtelijk voort-plantingsorgaan. Wil de zwam zichvoortplanten dan vormt hij eenvruchtlichaam dat op zijn beurtmiljarden sporen produceert. Omdatsporen zeer licht en microscopischklein zijn, worden ze veelal vervoerddoor de luchtstromingen maar ookdoor insecten, (huis)dieren, de mensen zelfs water.De termen ‘schimmel’en ‘zwam’wordenvaak door elkaar gebruikt, terwijl ertoch een onderscheid mogelijk is.Wanneer zich uit het mycelium eenvruchtlichaam ontwikkelt dat macro-scopisch (met het blote oog) herken-baar is, spreken we van een ’zwam’.Deze onderhoudstip beperkt zich toteen onderverdeling van schimmels enzwammen volgens een zichtbaar schade-patroon in dood hout.Een eerste groep omvat schimmels enzwammen die het hout niet structureelaantasten, maar wel wijzen op een
gunstig milieu en een goede voe-dingsbodem voor de ontwikkeling van(schadelijke) zwammen. Hierondervallen onder andere oppervlakte-schimmels (vooral Penicillium spp.,Aspergillus spp. en Cladosporium spp.)en zwammen zoals de inkt- en debekerzwam (Coprinus spp. en Pezizaspp.). Deze laatste ontwikkelen eenpaddestoelvormig of bekervormigvruchtlichaam dat vrij groot is engemakkelijk waargenomen kan worden.Ze tasten het hout niet structureelaan, tenzij ze zeer lang hun gangkunnen gaan. Inktzwammen komenbijvoorbeeld vaak voor op tengellatjesvan stucwerk dat zeer lang vochtiggebleven is.Onder de tweede groep, de zwammendie het hout niet afbreken maar vooreen blijvende verkleuring zorgen,vallen de blauwschimmels (Aureo-basidium pullulans).Tot de derde groep behoren deschimmels en zwammen die het houtafbreken. De meest voorkomendezwammen in deze categorie (althansin gebouwen en constructies) zijn dehuiszwam (Serpula lacrymans), debruine eikenzwam (Donkioporia expan-sa), de kelderzwam (Coniophora pute-ana – Coniophora marmorata), deporiënzwam (Antrodia spp. en Oligo-porus placenta) en tot slot de plaatjes-houtzwam (Gloeophyllum spp.). Deverschillende zwammen hebben huneigen morfologische kenmerken envertonen andere schadebeelden. Diekomen verder aan bod.
6LEVENSCYCLUS EN SOORTEN
2
7
2 Voorwaarden voor ontwikkeling
Zwammen en schimmels komen pastot ontwikkeling wanneer aan eenaantal voorwaarden is voldaan.
Sporen en voedingsbodemIn eerste instantie moeten er kiem-krachtige sporen aanwezig zijn.Omdat sporen zo klein en licht zijn datze zich via luchtstromingen versprei-den, komen ze overal voor. Daarnaastis er een geschikte organische voedings-bodem nodig. Dit kan hout zijn maarook papier, leder, koehaar in eenbepleistering of van hout afgeleideproducten. De meeste houtsoortenzijn vatbaar voor aantastingen, maarde ene soort toch meer dan de andere.Schadelijke zwammen halen hunvoedingsstoffen uit het materiaalwaarop ze groeien. Schimmeldradenscheiden enzymen of verterings-sappen af die het hout afbreken, waar-na ze de voedingsstoffen opnemen.Deze enzymen werken alleen in eenvochtige omgeving.
Aangezien oppervlakteschimmels alsvoedingsbodem zelfs genoeg hebbenaan huisstof kunnen ze op vrijwel elkeondergrond voorkomen, gaande vanbepleisterde muren, behangpapier enhout tot steen en glas. Ze breken deondergrond waarop ze leven echterniet af.
VochtDe belangrijkste voorwaarde voor deontwikkeling van zwammen is vocht.
Sporen kunnen enkel kiemen in houtwaarvan het vochtgehalte rond ofboven het vezelverzadigingspunt vanhet hout ligt. Dat vochtgehalte wordtdoor heel wat factoren in de handgewerkt: het hout kan condensatie-vocht opnemen, optrekkend grond-water, insijpelend vocht van een lek,regenwater dat door een slechtgevoegde muur trekt of water uit aan-grenzende constructies. Om eenzwam tot ontwikkeling te latenkomen, moet het hout langdurigvochtig zijn. Het vochtgehalte is bepa-lend voor de soorten van zwammen.
Komt het vochtgehalte lager te liggendan 22%, dan doet de zwam eenberoep op gestockeerde voedings-stoffen in het schimmelweefsel om te
VOORWAARDEN VOOR ONTWIKKEL ING
Oppervlakteschimmel in een lade met textiel.
8RELATIEVE ( LUCHT)VOCHTIGHEID, HOUTVOCHTIGHEID, VEZELVERZADIGINGSPUNT
overleven. De groei zal hierbij stagne-ren. De overlevingstijd verschilt vansoort tot soort. Blijft het vochtgehaltelang onder de 22%, dan sterven deorganismen af. Wordt dat peil echterweer snel overschreden, dan zullen degroei en de daarbijbehorende vernie-ling hervatten. Een uitgedroogdeschimmel blijft overigens zichtbaar.Ook de luchtvochtigheid (vanaf 65% RV)van de omgeving is van belang. Eenhoge luchtvochtigheid hangt vaaksamen met een gebrek aan verluch-
ting. Op tochtige plaatsen zullenzwammen daarom minder kansmaken om zich te ontwikkelen.
Oppervlakteschimmels hebben voorhun ontwikkeling niet veel meernodig dan een plekje waar de verluch-ting enigszins te wensen overlaat,waardoor er een vochtig oppervlakontstaat. Typisch zijn bijvoorbeeldaantastingen op de binnenzijde vankasten of de onderzijde van tafels.
Relatieve (lucht)vochtigheid, houtvochtigheid, vezelverzadigingspunt
De relatieve vochtigheid (R.V.) van lucht is de procentuele verhouding van dehoeveelheid waterdamp in de lucht, ten opzichte van de maximalehoeveelheid waterdamp die de lucht bij die temperatuur kan bevatten. Zobedraagt de gemiddelde relatieve vochtigheid in een (verwarmde) woningin de winter ongeveer 50%, in de zomer is dat zowat 65%.Het houtvochtgehalte wordt uitgedrukt in gewichtsprocent ten opzichtevan het ovendroge gewicht van het hout.Hout bevat water dat op drie manieren voorkomt:
� chemisch gebonden water: vocht dat in de houtstructuur scheikundig isopgebouwd. Als dit vocht verwijderd wordt, bijvoorbeeld door verbranding,wijzigt de structuur van het hout;
� celwandvocht of hygroscopisch water: het water wordt geabsorbeerd uit delucht of weer afgegeven. Zo stelt het hout zich in evenwicht met zijnomgeving. Het zal het zwellen en krimpen van hout beïnvloeden;
� capillair vocht of vrij water: extra vocht wordt aangevoerd, bijvoorbeeld viaeen lek, en bevindt zich in de vrije poreuze ruimte van het hout.Het vezelverzadigingspunt van hout is het houtvochtgehalte bij eenrelatieve vochtigheid van 100% en komt overeen met het vochtgehaltewaarbij al het capillaire vocht verdwenen is. Het vezelverzadigingspunt ligtongeveer tussen 22% en 30%, afhankelijk van de houtsoort. Luchtdrooghout bevat een vochtgehalte tussen 15% en 20%.Ligt het houtvochtgehalte boven het vezelverzadigingspunt – er wordt duscapillair vocht opgenomen – dan wordt het hout vatbaarder voor zwam-aantastingen.
ZuurstofEen onmisbare factor voor de ontwik-keling van zwammen en schimmels isde aanwezigheid van zuurstof. Zo zalhout dat blijvend onder water staatniet aangetast worden. Schimmelsgroeien bij voorkeur in een niet-ver-luchte, afgesloten ruimte. Een gebrekaan zuurstof is echter zelden of nooitde factor die de ontwikkeling vanschimmels in gebouwen tegenhoudt.
Temperatuur en zuurtegraadDe temperatuur speelt ook een rol:een spoor kan ontkiemen tussen 4° en40° C maar de optimale temperatuurbevindt zich tussen 24° en 30° C,afhankelijk van de zwamsoort.Een licht zure ondergrond vormt eenoptimale bodem waarop schimmelsen zwammen ontkiemen. De pH-waarden liggen dan tussen 5,5 en 6.De pH-waarde wordt echter beïnvloeddoor de omgeving en vaak ook door deouderdom van de bouwmaterialen.Door zuren af te scheiden houden dezwammen de zuurtegraad van hethout ongeveer stabiel.
LichtBij bepaalde soorten is een hoge licht-intensiteit noodzakelijk om de sporente laten ontkiemen. Zwammen zullenzich dan weer sterker ontwikkelen indonkere ruimtes.
3 Zwamaantastingen opsporen
SchadekenmerkenVerkleuringenOppervlakteschimmels lijken vaakwitte pluisjes maar ze kunnen ookpoederachtig zijn. Het kleurenpalet
varieert van geel, roos, groen, grijs totbruin en zwart. Meubels worden vaakgeteisterd door witte pluisjes. Demeeste schimmels veroorzaken enkeleen oppervlakkige (weg te borstelen)verkleuring. De kleurstoffen vanblauwschimmels dringen dieper doorin het hout, wat het een blijvendegrijsblauwe verkleuring geeft. Deschimmels richten echter geen struc-turele schade aan.
Bruinrot, witrot en zachtrotWe verdelen de zwammen die hethout afbreken volgens schadebeeld indrie groepen:� afbraak met kubische krimpscheu-
ren en bruinverkleuring, diep inhet hout indringend (kubisch rotof bruinrot);
� afbraak waarbij een vezelige struc-tuur ontstaat en het hout witkleurt (vezelig rot of witrot);
� oppervlakkige verwering van houtmet een kubisch schadepatroondat oppervlakkig blijft (zachtrot ofnatrot).
ZWAMAANTASTINGEN OPSPOREN
Bruinrot of kubisch rot: links door huiszwam,rechts door kelderzwam.
9
Hout bestaat voornamelijk uit cellulose,hemicellulose en lignine. Bruinrot tastenkel de cellulose en de hemicelluloseaan. Bij het krimpen ontstaan erbarsten parallel met en dwars op dehoutvezels. Dit verklaart het kubus-achtige uitzicht en de term ‘kubischrot’. De achtergebleven lignine geefteen (donker)bruine kleur. Boosdoenerszijn de huis-, kelder-, sommige poriën-en sommige plaatjeshoutzwammen.Aangezien de vezels van het hout‘doorgesneden’ worden, verdwijnt desterkte van het element volledig.Structurele onderdelen in een gebouw– zoals het dakgebinte – verliezen hunmechanische sterkte en kunnen door-breken.
Bij witrot wordt zowel de cellulose alsde lignine afgebroken. Aangetast houtkrijgt een witte kleur en wordt vezeligen poederig van structuur. Ook hier
treedt een sterke daling van demechanische sterkte op. De groteboosdoener is in veel gevallen de bruineeikenzwam.
Vervilting van hout, dat te wijten isaan langdurige blootstelling aan ster-ke zuren zoals zwaveldioxiden en stik-stofoxiden in de lucht, vertoontdezelfde kenmerken als witrot. Hetkomt ook op dezelfde plaatsen voor,meer bepaald op zolders en in kappen(op ongeverfd hout). Vervilting isechter een oppervlakkige en geenstructurele aantasting.
Zachtrot vertoont na droging van hetoppervlak dezelfde kubusachtigeschade en een donkere verkleuring alsbruinrot maar komt enkel opper-vlakkig voor en wordt veroorzaaktdoor andere schimmelsoorten (o.a.Chaetomium globosum). In vochtigetoestand heeft hout aangetast doorzachtrot een ‘sponsig’ (verweekt)oppervlak dat met de nagel af-geschraapt kan worden. Het komtvooral voor in zeer vochtige om-standigheden, zoals bij hout in degrond of waterlijsten van ramen.
Bijkomende schadeNaast verkleuring en het verteren van
10ZWAMAANTASTINGEN OPSPOREN
Witrot
Zachtrot
11ZWAMAANTASTINGEN OPSPOREN
houten substraten kan een zwam,voornamelijk de huiszwam, ook scha-de aanrichten door zich een weg tebanen doorheen het materiaal (houtmaar ook bijvoorbeeld metsel- enpleisterwerk).
De zwam opsporenHet is erg moeilijk om enkel aan dehand van de schadebeelden de zwam-men van elkaar te onderscheiden. Doorhet schimmelweefsel, de strengen enmet wat geluk ook het vruchtlichaamte bekijken, wordt het vaak al veelduidelijker over welke zwam het gaat.Afhankelijk van de ouderdom van dezwam en de omgeving kan het uitzichtervan wel wat verschillen. Het bijge-voegde schema kan helpen om de ver-schillende soorten te determineren.
Bij twijfel kan een microscopisch labo-ratoriumonderzoek uitsluitsel geven.
Vaak zijn zwammen aanvankelijk nietzichtbaar en worden ze pas opge-merkt wanneer er al veel schade isaangericht. Toch kunnen enkele ken-merken erop wijzen dat er een zwamaanwezig is. Dat kan gaan van eenmuffe geur, de vervorming van houtenonderdelen of constructies (holle enbolstaande vervormingen van eenplint bijvoorbeeld of ramen/deurendie niet meer zo goed sluiten), kleur-veranderingen, tot een doffe klankwanneer het hout aangetikt wordt.Bestaat het vermoeden van eenaantasting, dan kunt u met een priemin het hout steken om de weerstandervan te controleren. U kunt ook een
nuttige adressen
Voor een microscopisch laboratoriumonderzoek of meer informatie kuntu terecht op de volgende adressen:
� Laboratorium voor houttechnologieFaculteit bio-ingenieurswetenschappenUniversiteit Gent – Coupure links 653 – B-9000 Genttel.: +32 9-264 61 18 – fax: +32 9-264 62 33Voor een microscopisch onderzoek van schimmels of zwammenbetaalt een privé-persoon ongeveer €40 tot €60, afhankelijk van dezwam en van het nodige onderzoek. Het verslag met de bevindingenwordt u toegestuurd.
� Nationale Plantentuin van BelgiëDomein van Bouchout – B-1860 Meisetel.: +32 2-260 09 26 – fax: +32 2-260 09 45Voor een microscopisch onderzoek van een 1ste staal wordt €40aangerekend, voor elk bijkomend staal €13. Een rapport met hetverslag van het onderzoek wordt u toegestuurd.
mespunt in het hout drijven en weeromhoog duwen om na te gaan of erkleine splintertjes loskomen diemisschien op een zwamaantastingwijzen. Omdat deze methodes schadeaanrichten kunnen ze uiteraard nietoveral worden toegepast.
4 Bestrijding
Wat kunt u zelf doen?U kunt best zelf een aantal maat-regelen treffen om de groei van eenzwam af te remmen of te stoppen.Vaak zijn dat kleine dingen die ergerkunnen voorkomen in afwachting vande komst van een specialist.
Vochtprobleem opsporen en oplossenDoor vocht weg te nemen – één vande grootste basisvoorwaarden – kande verdere groei van een zwam stop-gezet worden. De zwam zal dan in eenrustperiode komen en uiteindelijkafsterven, met uitzondering van dehuiszwam. Vergeet niet alle mogelijkeoorzaken van vochtproblemen na tegaan: optrekkend grondwater, door-slaande regen, gebrekkige verluch-ting, condensatie, lekken in leidingenof in het dak, verstopte dakgoten…Zouten die vaak in muren zitten, verer-geren het probleem omdat ze vochtaantrekken en vasthouden.Pas wanneer de exacte oorzaakbekend is, kunnen er gepaste maatre-gelen getroffen worden opdat degetroffen ruimte goed kan uitdrogen.
Uitdrogen versnellenNadat de oorzaak van het vochtpro-bleem is weggenomen, kan extra ven-tilatie of in geval van extreme vochtig-
heid een tijdelijke verwarming, het uit-drogen versnellen. Let in beide geval-len op voor condensatie op koude con-structies want dat kan een bijkomendvochtprobleem veroorzaken. Bij tijde-lijke verwarming bestaat het risico dathet hout krimpt, kromtrekt of zelfsscheurt. Een gecontroleerde uitdro-ging, bij voorkeur door ventilatie, isdus aan te raden. Voorts helpt het ookom de besmette ruimte stofvrij tehouden en vuilophoping te vermijden.
FungicidenEen fungicide dat in de handel te ver-krijgen is om het hout in te strijken, isenkel doeltreffend wanneer de oor-zaak van het vocht weggenomen is enwanneer het om een beginnendezwamaantasting gaat. Enkel fungici-den gebruiken zonder de oorzaak aante pakken is dus nutteloos.
Oppervlakteschimmels enblauwschimmels verwijderenOppervlakteschimmels laten zichdoorgaans gemakkelijk verwijderenmet een licht bevochtigde doek (die u
12BESTRI JDING
Optrekkend grondwater
nadien weggooit!). Gaat u tewerk meteen stofzuiger, gebruik dan een aan-gepaste filter die voorkomt dat desporen weer de ruimte in wordengeblazen (een P3-filter of een HEPA-fil-ter). Ontsmet de oppervlakken meteen verbinding op basis van quater-nair ammonium (quats). Er bestaateen ruime keuze van ontsmettings-middelen met quats maar sommigebevatten chemische middelen diebest vermeden worden bij het behan-delen van cultureel erfgoed. Quatsmoeten alleszins opgelost worden inwater en moeten ook nagespoeldworden. Ze zijn dus niet voor eenderwelk oppervlak aan te bevelen. Opoppervlakken die bestand zijn tegenethanol kunt u hiervan eventueel eenoplossing van 70% gebruiken om teontsmetten.Vergeet niet om tegelijk de luchtvoch-tigheid in de directe omgeving van hetaangetaste voorwerp te verminderen,bijvoorbeeld door te zorgen voor vol-doende en permanente verluchting.Blauwschimmels verwijderen dieenkel een verkleuring aan de opper-vlakte veroorzaken, lukt meestal doorhet hout krachtig te schuren (indienhet voorwerp dit toelaat). Omdat dezeschimmels vaak ontstaan als gevolgvan een microklimaat in of onder eenverweerde afwerklaag is regelmatigonderhoud van het houtwerk door-gaans afdoend om ze te voorkomen.Een aangepast preventief productbiedt uiteraard nog meer garanties.
Gespecialiseerde hulp inroepenZwamaantastingen zijn al gauw tegroot om eigenhandig te verwijderen.Doe daarom tijdig een beroep op
specialisten. De bestrijding zal af-hangen van het type zwam dat wordtvastgesteld.
OntmantelingIn het geval van huiszwam moet alhet aangetaste hout en het hout ineen veiligheidszone van 1 meter rondde aantasting verwijderd worden enonmiddellijk buiten het pand afge-voerd, dit laatste om een nieuwe aan-tasting te voorkomen. De bepleiste-ring moet van de muren gekaptworden omdat de zwamdraden zichtussen de muur en de bepleisteringkunnen vertakken. Spouwmuren ofschouwdoorgangen zullen op ver-schillende plaatsen opengemaaktmoeten worden, opdat de inwendigewanden ook behandeld kunnen worden.Bij andere zwammen, zoals kelder-zwam of eikenzwam, moet enkel inge-grepen worden in de aangetaste zone.Daar moet onder meer het aange-taste hout verwijderd worden. Bij lich-te aantasting volstaat meestal dat dezwam drooggelegd wordt (ventilatie;verwarming). Bij zwaardere aan-tasting wordt bij voorkeur ook eenplaatselijke chemische bestrijdingtoegepast. Bij historisch waardevolleconstructies (gesculpteerde houtenbalken, muurschilderingen, waardevolstucwerk…), waarbij het aangewezenis zoveel mogelijk materiaal te bewaren,zal een ingewikkeldere bestrijdingstech-niek gebruikt moeten worden. Dezetechnieken vragen meer tijd en vaak iseen herhaalde behandeling nodig.
Zuiveren en ontsmettenIn de ontmantelde zone moeten demuren grondig afgeschuurd worden
13BESTRI JDING
met een stalen borstel. Muurvlakkenworden ontsmet met behulp van eensteekvlam (bijzondere waakzaamheidis geboden voor gas- en elektriciteits-leidingen).Losse objecten in de omgeving wor-den kiemvrij gemaakt met een ont-smettingsmiddel op basis van quater-nair ammonium of met een alcohol.
FungicidenNadat de aantasting verwijderd werd,worden fungiciden op het oppervlakgestreken of gesproeid, zowel op hetovergebleven en het aangrenzendehout als op het metselwerk. Bij ernsti-
ge aantastingen is een dieptebehan-deling van het aangetaste materiaalonontbeerlijk. Hierbij worden fungici-den onder druk geïnjecteerd in voor-geboorde gaten. Vaak is ook een diep-tebehandeling van het metselwerknodig om de diep ingedrongen restenvan huiszwam te vernietigen. Eenbehandeling met fungicide werktzowel curatief als preventief.Gammadoorstraling is een bijzonderebestrijdingstechniek voor alle soortenvan biologische aantasting van zowelschimmels als insecten maar kanenkel toegepast worden op kleinereobjecten of archiefmateriaal.
14BESTRI JDING
De huiszwam: anders dan de andere…
De huiszwam wordt gekenmerkt door enkeleuitzonderlijke overlevingsmogelijkheden, snellegroei en verwoestende eigenschappen. Hij onder-scheidt zich door twee typische kenmerken. In deeerste plaats kan hij doorheen stenen muren,beton, mortel en pleisterwerk groeien om nieuwevoedingsstoffen te zoeken. Ten tweede kan hijvocht transporteren en daarmee ook op afstandeen drogere voedingsbodem (houtvochtgehalte<22%) aantasten. Dat kan echter enkel vanuitreeds aangetast hout en het kan lang nietonbeperkt. Het vochttransport kan ook alleengebeuren via tochtvrije plaatsen, zoals achtervochtig pleisterwerk, onder plankenvloeren ofachter slecht geventileerde lambriseringen. Opandere plaatsen verdampt het water nog voor dezwam er een nieuwe voedingsbodem mee kanbereiken. Een huiszwam kan op deze wijze opzienbarende en snelle verwoestingenaanrichten op soms onverwachte plaatsen. Een volkomen gezond huis kan zoschade ondervinden van de huiszwam afkomstig uit een naburig gebouw waarvochtproblemen bestaan.Schakel dan ook altijd een gespecialiseerde firma in om huiszwam te bestrijden!
15BESTRI JDING
SC
HIM
ME
LS
EN
ZW
AM
ME
N:
MO
RF
OLO
GIE
Soor
ten
Scha
delij
ke sc
him
mel
s en
zwam
men
Huisz
wam
Serp
ula
lacr
yman
s
Brui
ne e
iken
zwam
Donk
iopo
ria ex
pans
a
Keld
erzw
amCo
niop
hora
put
eana
Coni
opho
ra m
arm
orat
a
Porië
nzw
amm
enAn
trodi
a sp
p.Ol
igop
orus
pla
cent
a
Plaa
tjesh
outz
wam
men
Gloe
phyl
lum
spp.
Schi
mm
els e
n zw
amm
en d
ie g
een
stru
ctur
ele
scha
de a
anric
hten
Inkt
zwam
Copr
inus
spp.
Beke
rzw
amPe
ziza
spp.
Oppe
rvla
ktes
chim
mel
sPe
nicil
lium
,Asp
ergi
llus,
Trich
oder
ma,
Clad
ospo
rium
Blau
wsc
him
mel
Aure
obas
idiu
m p
ullu
lans
wit
en d
onsa
chtig
,zal
na
kort
etij
d ve
rgel
en;
in la
ter s
tadi
um:g
ele
totb
uirn
esc
help
vorm
ige
uits
tulp
inge
n
kom
tzel
den
voor
,be
ige,
geel
brui
n,do
nker
brui
n
wol
acht
ige
wat
ten:
wit
ofge
brok
en w
it
geen
wee
fsel
op
hout
,wel
insc
heur
en:b
eige
of l
ichtb
ruin
geel
brui
n,or
anje
bors
tela
chtig
(tot
ster
vorm
ig)
wee
fsel
vaak
nie
tzich
tbaa
r
niet
zicht
baar
som
s dra
den
(nie
tzich
tbaa
r)
aanv
anke
lijk
plat
,soe
pel e
n w
it;la
ter r
ond,
stijf
en
grijs
,bru
in o
fzw
art
(spi
nnen
web
acht
ige
stru
ctuu
r)
geen
aanv
anke
lijk
geel
acht
ig e
n du
n,la
ter d
onke
rbru
in to
tzw
art,
mee
stal
is d
e op
bouw
waa
ierv
orm
ig
dun,
held
er- o
f geb
roke
n w
it(e
nkel
bij
Antro
dia
vaill
antii
)
geen
oker
,dun
,maa
r vaa
k ge
enst
reng
en
geen
geen
geen
plaa
t- of
cons
olev
orm
ig;r
oest
- of
geel
brui
n,w
itte
rand
ade
rvor
mig
epl
ooie
n,on
diep
e po
riën,
roes
tbru
ine
spor
en (s
tofla
ag)
brui
n to
tlich
tgee
l;ta
ai,le
der-
of h
outa
chtig
plaa
tvor
mig
,ond
erzij
de p
orië
n (in
lage
n)
zeld
zaam
!pl
aatv
orm
met
knob
bels,
oker
kleu
rig to
tolij
fbru
in,w
itte
rand
plaa
tvor
mig
,bui
sach
tige
porië
n,w
itof
gee
l met
som
s roz
e vl
ekje
s
cons
olev
orm
ig,p
laat
jes o
f por
iën
onde
raan
,lich
t- to
tdon
kerb
ruin
(ook
gril
lige
vorm
en) b
ijui
tdro
ging
kurk
acht
ig;
roes
tbru
ine
spor
en
beig
e ho
ed o
p du
nne
stee
l (ze
zijn
broo
s,dr
ogen
snel
uit
en w
orde
nzw
art)
beig
e;br
uin,
som
s ora
njea
chtig
kom
vorm
ig o
p ko
rtst
eeltj
es
plui
sjes o
f poe
dera
chtig
e vl
ekke
n,ve
elal
gro
en,z
war
t,gr
ijs o
f bru
in,
som
s gee
l of r
oze
zwar
tach
tige
vruc
htlic
ham
en,e
ensp
elde
nkno
p gr
oot
naal
dhou
ten
loof
hout
optim
ale
t:18
° tot
20°C
hout
voch
tgeh
alte
:30
tot4
0%(o
pgel
et:v
ersp
reid
tzich
ove
rge
lijk
wel
k m
ater
iaal
)
bij v
oork
eur e
ikenh
out(
ook
kast
anje
en
aanl
igge
nd n
aald
hout
)op
timal
e T:2
5°C
hout
voch
tgeh
alte
:30
tot4
0%
naal
dhou
ten
loof
hout
optim
ale T
:25°
tot3
0°C
hout
voch
tgeh
alte
:50
tot6
0%
bij v
oork
eur n
aald
hout
(zel
den
oplo
ofho
ut)
optim
ale T
:25°
tot2
6°C
hout
voch
tgeh
alte
:40
tot5
0%
naal
dhou
t(en
nie
tduu
rzaa
mlo
ofho
ut).
optim
ale T
:30°
tot3
5°C
hout
voch
tgeh
alte
:40%
mili
eu m
etzu
iver
wat
er (d
us va
akvo
chtu
itco
nden
satie
)
op m
etse
lwer
k,in
sche
urtje
s van
plaf
ondb
eple
ister
ing,
opte
ngel
latje
s)
op vo
chtii
g ho
ut,p
leist
erw
erk,
beha
ngpa
pier
…sle
chtv
erlu
chte
pla
atse
n
hout
voch
tgeh
alte
> 22
%op
timal
e T:2
5°C
BRUI
NROT
:ve
elal
die
pe ku
bisc
hekr
imps
cheu
ren,
hout
kleu
rtdo
nker
brui
n
WIT
ROT:
verb
leek
ten
ontv
ezel
d ho
ut
BRUI
NROT
:on
diep
e,fij
ne ku
bisc
hekr
imps
cheu
ren,
heth
out
kleu
rtdo
nker
brui
n
BRUI
NROT
:ku
bisc
he k
rimps
cheu
ren,
(rood
)bru
in
BRUI
NROT
:ku
bisc
he k
rimps
cheu
ren,
veel
allo
kaal
licht
e aa
ntas
ting
bij s
pint
van
loof
hout
geen
oppe
rvla
kkig
e ve
kleu
ring
blijv
ende
grij
sbla
uwe
verk
leur
ing
Schi
mm
elw
eefs
el(m
ycel
ium
)St
reng
en (r
hizo
mor
fen)
Vruc
htlic
haam
(car
pofo
ren
en sp
oren
)M
ilieu
Scha
de
witt
e vl
okke
n,vi
ltach
tig,s
oms
gele
of r
ode
vlek
ken,
late
r gra
uwve
rkle
uren
1 Levenscyclus
Het hout verwerkt in gebouwen inonze contreien wordt voornamelijkdoor vier schadelijke insecten bedreigd,de huisboktor (Hylotrupes bajulus), degrote en de kleine klopkever(Xestobium rufovillosum en Anobiumpunctatum) en de spinthoutkever(Lyctus brunneus). Ze hebben alle viereen vergelijkbare levenscyclus.
Het zijn niet de kevers zelf die hethout aanvreten, wel hun larven.Afhankelijk van de soort en deomstandigheden leven deze geel-achtig witte wormpjes 1 tot 12 jaar inhet hout. Ze voeden zich met het houten banen er zich knagend een wegdoor. Zo ontstaan de vraatgangen diehet hout verzwakken en tot vormver-lies leiden. De volgroeide larven ver-poppen zich vlak onder het houtop-pervlak tot kevers. Als de kevertjes uit-komen, maken ze kleine ronde of ovalegaatjes in het hout waarlangs ze uit-vliegen. Naargelang van de soort ligtde uitvliegperiode tussen april en sep-tember. Dit is dan ook het uitgelezenmoment om na te gaan of de insectennog actief zijn.
Nadat de insecten het hout hebbenverlaten, hebben ze nog maar enkeleweken te leven. Ze zoeken elkaar opom te paren en leggen vervolgens huneitjes in de kieren en de spleten in hethout. En zo begint de cyclus weerhelemaal opnieuw.
2 De soorten en hun schade
De bijgevoegde tabel kan u helpen desoorten van elkaar te onderscheiden.
De huisboktor (Hylotrupes bajulus)De huisboktor is de grootste hout-boorder die ernstige schade kanaanrichten aan onze monumenten.Aantastingen door deze kever blijvenvaak lang verborgen omdat hetlarvenstadium tot 12 jaar kan duren!Het vrouwtjesinsect kan tot 200 eitjes
16LEVENSCYCLUS
HOUTBORENDE INSECTEN3
Larven van de huisboktor.
Schade aan spantbeen door huisboktor.
per keer leggen. Kenmerkend zijn deovale uitvliegopeningen waarvan degrootste middellijn een centimeterkan zijn.De huisboktor komt enkel voor in hetspinthout van naaldhout en zit vooralin relatief recent hout (jonger dan 70jaar). In hout van meer dan 100 jaarzijn aantastingen zeer uitzonderlijk.De huisboktor is bijzonder destructiefen richt vooral structurele schade aan.Typische plaatsen zijn zolders, kapcon-structies en de onmiddellijke omge-ving van schouwen, omdat hij voorzijn ontwikkeling relatief hoge tempe-raturen nodig heeft (28 tot 30° C). Inkerkinterieurs komt hij dan ook nauwe-lijks voor, maar des te vaker in balk-roosteringen van verwarmde interieurs.
De grote klopkever(Xestobium rufovillosum)De grote klopkever staat ook bekendals de bonte knaagkever, het doods-kloppertje of de grote houtworm-kever. De grote klopkever is met eenvergrootglas te herkennen aan eenhelmvormig halsschildje over zijn kop.
In tegenstelling tot de huisboktorleeft de grote klopkever vooral in loof-hout, minder in naaldhout. Hij heefteen uitgesproken voorkeur voor dikkeeiken balken die hij doorboort tot inde kern. Hij veroorzaakt dan ook grotestructurele schade. De aantastingbegint meestal in hout dat voorafverzwakt is door een zwam-aantasting. Hout op vochtige en
verborgen plekjes is daarom hetmeest vatbaar, bijvoorbeeld de balkkop-pen en de onderkant van kerkmeubilair.
Aantastingen door de grote klopkeverblijven gevaarlijk lang verborgen: hetlarvenstadium kan tot 10 jaar duren.Al die tijd verschijnen er geen nieuweuitvliegopeningen in het hout en treftu geen vers boormeel aan. Bovendienplanten de insecten zich ook voort inhet hout, zonder uit te vliegen! Somsblijken aangetaste balken volledig uit-gehold terwijl er aan de buitenzijdenog weinig reden tot paniek lijkt te zijn.
De kleine klopkever(Anobium punctatum)De kleine klopkever, ook wel meubel-kever en kleine of gewone houtworm-kever genoemd, heeft op zijn dek-
17LEVENSCYCLUS
Grote klopkever.
De aangetaste onderzijde van een biechtstoel.
schildjes rijen met puntjes (vandaarde naam ‘punctatum’). Met het bloteoog lijkt de kever de miniatuurvariantvan de grote klopkever maar hij komtveel vaker voor. Het larvenstadiumduurt gemiddeld 2 tot 4 jaar.
De kleine klopkever is de meest ver-spreide van de houtborende insecten.Hij zit zowel in naald- als in loofhouten kan heel wat houtsoorten gemak-kelijk volledig doorzeven. Hij heeft eenvoorkeur voor zachte, minder duur-zame houtsoorten, spinthout en doormicro-organismen verzwakt hout.Daarom is de schade in dakconstructiesmeestal nogal beperkt.Trappen, vloerenen stoelen hebben vaker te lijden vanzijn activiteiten. De grootste schadeveroorzaakt hij echter in beeld-snijwerk. Dat is dikwijls uitgevoerd inzachte houtsoorten, zoals lindehout,en bevindt zich meestal op moeilijk tecontroleren plaatsen, bijvoorbeeldhoog bovenop altaren. Hier hebben deinsecten vrij spel. Door de aantastingendreigen onvervangbare kunstwerkenonherroepelijk verloren te gaan.
De spinthoutkever (Lyctus spp.)De hele levenscyclus van de spint-houtkever of de parketkever duurtgemiddeld één tot anderhalf jaar,maar in gunstige omstandigheden
kunnen er op die tijd verschillendegeneraties uitvliegen. De kever wordtgemakkelijk verward met de kleineklopkever omdat hij ongeveer evengroot is en ook even grote uitvlieg-openingen maakt. Hij komt echterenkel in loofhout voor, meer bepaaldin zetmeelrijk hout met grote vatenzoals lichte tropische soorten, alsookspinthout van eiken, olmen, kastanje,es en notelaar. Ook deze kever is ergdestructief. Meestal blijft de aan-tasting echter beperkt tot hout jongerdan 20 jaar, zodat het oude hout vanhistorisch waardevol erfgoed na-genoeg niet beschadigd wordt. Welkunnen ze ernstige schade aanrichtenaan gezaagd hout en aan jongehoutproducten zoals (parket)vloeren,meubels, alsook aan multiplexplaten.
3 (Actieve!) insectenvraat opsporen
Om na te gaan of er een aantasting is,moet u het hout en de omgevendezones controleren op de aanwezigheidvan uitvliegopeningen, boormeel eninsecten. Zonder de juiste kennis envoorzorgen bewijzen geen van dezesporen echter dat de insecten nogwerkelijk actief zijn. Enkele tips kunnenu een eind op weg helpen.
Kijk op de juiste plaatsenHout dat in contact staat met kouderematerialen – zoals metselwerk enstenen vloeren – blijkt extra gevoeligte zijn. Dat zijn plaatsen waar hethout vochtig wordt, door bijvoorbeeldcondensatie, optrekkend vocht ofdoorslaande regen. Zo worden bouw-kundige onderdelen als balkkoppen enmuurplaten gemakkelijk aangetast.Besteed tijdens een controle ook bij-
18(ACTIEVE ) INSECTENVRAAT OPSPOREN
Sint-Amandusbeeld beschadigd door kleine klopkever.
zondere aandacht aan verborgenstukken hout: bepleisterde houtenlateien boven deuren, de tengellatjesonder stucwerk of hout dat tijdensdakwerken uitzonderlijk tevoorschijnkomt. In het interieur zijn voorallambriseringen en dragende onder-delen van meubilair kwetsbaar.
Controleer steeds alle zones waar nuof in het verleden vochtproblemenzijn geweest (lekken of andere water-schade). Breid uw controle uit tot alleniveaus onder het lek en vergeet deminder zichtbare plaatsen niet.
Geef ook beelden en ornamentenregelmatig een nauwgezette controle-beurt omdat ze vaak gesneden zijn uithoutsoorten waar de kleine klopkevererg van houdt. Van beschilderde engeverniste stukken controleert u in demate van het mogelijke de onbehan-delde onder- en achterzijde. De insectenkiezen immers meestal de gemakke-lijkste – niet beschilderde – weg naarbuiten. Daarom ziet u aan de achter-zijde vaak een veelvoud van de sporendie u vooraan aantreft.
Vers boormeel Vers boormeel is de grootste verklikker,vooral in het geval van de kleineklopkever en de spinthoutkever. Demeest aangewezen periode om boor-meel te vinden is tijdens of kort na deuitvliegperiode van de insecten.Doorgaans zijn de lente en de zomerdaarom de beste seizoenen om hethout grondig te inspecteren.De huisboktor produceert echter rela-tief weinig boormeel. De larve kan hethout bijna volledig wegvreten maar
aan het oppervlak een heel dun hout-laagje onaangeroerd laten. Enkelkleine welvingen in het oppervlak vanhet hout en spleetjes waaruit watboormeel puilt, verraden zijn aan-wezigheid. Als die opgemerkt worden,kan met een scherp voorwerp in hethout geklopt worden om het boor-meel en de vraatgangen vrij te leggen.
Op plaatsen waar niet regelmatigwordt gepoetst, kan boormeel jaren-lang blijven liggen. Interieurs wordendaarom best vóór de uitvliegperiode(liefst voor maart) zorgvuldig gerei-nigd. Zo weet u zo goed als zeker dathet boormeel dat u nadien vindt versis. In bouwkundige onderdelen is dezemaatregel minder gemakkelijk uit tevoeren maar toch wenselijk.Maak het onderhoudspersoneel eralleszins attent op dat het mee hetboormeel moet opsporen, andersriskeert u dat het onopgemerkt wordtweggepoetst.
19(ACTIEVE ) INSECTENVRAAT OPSPOREN
Grote klopkever vliegt uit.
Verse uitvliegopeningen Geen vers boormeel zonder verse uit-vliegopeningen! Om de oude van denieuwe gaatjes te onderscheiden,moet u echter een goed getraind ooghebben. Oude gaatjes hebben vaakdonkere randjes terwijl de randen vande verse nog vrij scherp zijn en er uitde gaatjes soms nog boormeel puilt.Laat u trouwens niet misleiden doorspijker- of punaisegaatjes of doordoelbewust aangebrachte gaatjes inzogenaamd antieke stukken. Het isniet vanzelfsprekend om verse uit-vliegopeningen op te sporen, ze zijnimmers erg klein en zitten vaak opdonkere plaatsen.
Handige tipsKleef met behangerslijm vellen rijst-of zijdepapier over hout in kappen enandere constructieve onderdelen.Komen er gaatjes na de uitvliegperiode,
dan zijn de insecten nog actief. Dezemethode is echter niet toepasbaar ophout met een verf-, vernis- of eenboenlaag. Daar kunnen oude uitvlieg-openingen opgevuld worden metkneedwas. Zo kunt u de oude van denieuwe gaatjes onderscheiden.
VallenIn de handel zijn allerhande vallen teverkrijgen waarmee u de insecten inhet interieur kunt vangen. Maar metdie vallen kunt u de insecten nietverdelgen, enkel opsporen en identifi-ceren. Met plakvallen vangt u enkeltoevallige passanten.Om de insecten aan te trekken wordtsoms gebruikgemaakt van specialelampen (meestal met UV-licht) incombinatie met lijmplanken.
Akoestische detectiemethodeMet de juiste apparatuur kunnen we deinsecten ook horen knagen in het hout.Dat wordt de akoestische detectie-methode genoemd. Soms zijn de huis-boktorlarven ook zonder speciale toe-stellen te horen. De huisboktor is danook vrij groot en heeft stevige kaak-gewrichten. Het verpopte insect kanzich zo nodig zelfs door een loden slabknagen om uit te vliegen. In uitzon-derlijke gevallen is het getik hoorbaarvan de grote klopkever die als parings-roep met zijn kop op het hout klopt.
De ernst van de aantastinginschattenHeeft het aangetaste hout nogvoldoende stevigheid? Bij bouwkundigeonderdelen kan de weerstand van hethout meestal getest worden door ermet een priem in te steken of er even-
20(ACTIEVE ) INSECTENVRAAT OPSPOREN
tueel met een korte bijl in te slaan.Vooral in het geval van de groteklopkever zijn proefboringen somsnoodzakelijk. Met een resistograafwordt aan digitale weerstandsmetinggedaan met minimale schade aanhet hout (gaatjes van slechts 3 mmdoorsnede).
Bij beelden of meubilair in hetinterieur is destructief onderzoekuiteraard niet mogelijk. Daar zal deervaring van de restaurateur door-gaans moeten bepalen of het hout indie mate verzwakt is dat het verhardmoet worden. In uitzonderlijke gevallenkunnen röntgenstralen de inwendigetoestand achterhalen.
4 Bestrijding
Het bestrijden van insectenvraat ishelemaal niet eenvoudig. Onthoudalvast dat ook na een behandelingcontrole nodig blijft. Wanneer isbestrijding nodig? Is de insecten-aantasting niet meer actief en hethout niet ernstig verzwakt, dan isgeen verdere behandeling nood-zakelijk. Maar elke actieve aantasting,zelfs een lichte en ook die in minderwaardevolle voorwerpen, moét be-streden worden omdat de insectenzich vanuit het aangetaste houtgemakkelijk kunnen verspreiden naarandere stukken. Ernstig verzwakt houtmoet uiteraard ook verhard of vervan-gen worden, ook al is de aantastingintussen misschien gestopt.
Vóór u aan een behandeling begint, ishet belangrijk alle vuil en boormeel teverwijderen. Zo kunnen vloeibareproducten ongehinderd in het hout
dringen en kunt u na een behandelinggemakkelijker controleren of de insectennog actief zijn of niet.
Bestrijding met beschermendenawerking – (vloeibare) insecticiden-houdende preparatenVloeibare bestrijdingsmiddelen ver-krijgbaar in de handel zijn meestalcombiproducten. Dit wil zeggen dat zeenerzijds zowel curatief als preventiefwerken en anderzijds zowel tegeninsecten als tegen zwammen gerichtetoxische bestanddelen bevatten(bijvoorbeeld permethrine en propi-conazool). De producten kunnen sol-vent- of watergedragen zijn.Solventen dringen dieper in het houtdan water en laten het hout mindervaak zwellen.Watergedragen productenworden echter vaak gebruikt voor debehandeling van bouwkundige onder-delen omdat ze minder belastend zijnvoor de gezondheid.
De indringing van de producten in hethout is bij het louter instrijken ofvernevelen laag (< 5 mm). Een afwerk-laag op het hout verhindert dewerking nog meer. Houd er bovendienrekening mee dat elke afwerklaag –boenwas, polychromie, vergulding,vernis… – schade ondervindt door hetgebruik van dit soort van producten!Vloeibare insecticidenpreparaten zijndus enkel van toepassing bij blankhout en dan nog moet u rekeninghouden met een mogelijke ver-kleuring. Aangezien de larven diepkunnen zitten, is het vooral voor degrote klopkever en de huisboktoraanbevolen de producten ook te injec-teren. Bij minder ernstige aantastingen
21BESTRI JDING
kunt u eigenhandig aan de slag metinjectienaalden in de uitvliegopeningen.Bij aantastingen in structurele onder-delen brengen professionele bestrij-dingsfirma’s de producten onder drukvia voorgeboorde gaten in.
De bestrijding van de huisboktor envan de grote klopkever laat u alleszinshet best over aan specialisten. Om deaangetaste onderdelen goed tekunnen behandelen zult u vooraf alhet stof en het vuil moeten verwijderen(opdat de te gebruiken preparatengoed kunnen indringen), de bouw-kundige delen moeten vrijmaken(bijvoorbeeld de bepleistering errondverwijderen) of meubilair moetendemonteren (om bijvoorbeeld achter-en onderzijde te kunnen instrijken).Dat moet doordacht gebeuren en inhet geval van meubels en kunst-voorwerpen liefst onder begeleidingvan een restaurateur.
Bestrijdingen met tijdelijkewerking (enkel curatief)Als alternatief voor een behandelingmet vloeibare insecticiden kunnenook vergassing, hete lucht, het creërenvan een zuurstofarme omgeving engammadoorstraling een oplossing
bieden. Deze bestrijdingsmethodeszijn echter louter curatief. De insectenkunnen na de behandeling het houtprobleemloos opnieuw infecterentenzij er bijkomende maatregelenworden genomen. Daarom worden naeen dergelijke behandeling vaak tochnog vloeibare producten aangebracht.
Bij elk van deze methodes is hetbelangrijk dat een stabiele relatieveluchtvochtigheid bewaard wordt dieniet lager ligt dan 50%. In het bijzonderbij de behandeling van kunstvoor-werpen en zeker als ze beschilderdzijn, is dit cruciaal om schadelijkeneveneffecten te voorkomen.
VergassingBij vergassing wordt in een afgeslotenruimte een gifgas ingeblazen. Alleopeningen, ramen en deuren moetenvooraf gedicht worden, wat in hetgeval van een kerk natuurlijk nieteenvoudig is. Om kleinere volumes tebehandelen, bijvoorbeeld vast kerkelijkmeubilair, wordt met een aangepastefolie een ‘bel’ rond de te behandelenstukken en tegen de vloer en de muurgebouwd. De temperatuur in hetvolume is liefst minimum 20° C omdatde insecten dan actief zijn en ze hetgas dan ook sneller opnemen. Zoalsgezegd moet de relatieve vochtigheidtegelijkertijd beheerst worden.
Tot nog toe werd vaak gebruik-gemaakt van methylbromide, eenuiterst giftig en bijgevolg gevaarlijkgas, ook voor de mens. Een behande-ling met methylbromide is in vergelij-king met alle hierna beschrevenmethodes bijzonder snel en efficiënt.
22BESTRI JDING
Dieptebehandeling door injectie.
23BESTRI JDING
Wegens de schadelijkheid voor deozonlaag wordt dit gas nog maar inbeperkte mate gebruikt.Vanaf 2010 zouhet trouwens definitief verboden zijn.
Hete luchtEen andere doeltreffende methodeom alle levensstadia van het insect tedoden is opwarming. Temperaturenhoger dan 55° C overleven de insectenniet langer dan een half uur. Bij dezemethode wordt hete lucht in deaangetaste ruimte (bijvoorbeeld eenkapconstructie) geblazen zolang alsnodig is om het hout tot in de kern totvoldoende hoge temperaturen tebrengen.
Om te voorkomen dat het houtvervormt of scheurt door de plotselingeklimaatschok, moet de opwarminggeleidelijk verlopen en moet er samenmet de hete lucht ook voldoendevocht toegevoegd worden. Uiteraardis dit een behandeling die enkel metgespecialiseerde kennis en appara-tuur uitgevoerd kan worden. En ze isvrij duur. Maar aangezien vergassingdoor de huidige milieunormen steedsmeer tot het verleden gaat behoren,wint deze methode toch terrein. Metde juiste omzichtigheid kan ze zelfsbeperkt toegepast worden voor interi-eurelementen.
Lage zuurstofconcentratiesHoutborende insecten hebben in allelevensstadia zuurstof nodig. Als u erinslaagt in een gesloten ruimte vierweken lang een zuurstofconcentratievan minder dan 1% aan te houden,zullen alle insecten gedood zijn. Bijdeze methode is een voldoende hoge
temperatuur (minimum 20° C) ook ergbelangrijk. Hoe lager de temperatuur,hoe minder actief de insecten zijn endes te gemakkelijker ze de lage zuur-stofgehaltes overleven.
Er zijn verschillende methodes ont-wikkeld om lage zuurstofconcentratieste verkrijgen. Eén daarvan is om in eengesloten volume koolstofdioxide(CO2) of stikstof (N2) in te brengen.Deze methode kan ook als een ver-gassing beschouwd worden. Ze isechter 100% milieuvriendelijk en bijeen eventueel lek ongevaarlijk omdatzowel CO2 als N2 natuurlijke compo-nenten van de lucht zijn. In het gevalvan CO2-toevoer moet dit gasgedurende vier weken minimum 60%van de lucht in het volume uitmaken.Dit kan door overdruk ook voor nietvolledig luchtdichte ruimtes verkregenworden. Daarom kunnen met CO2 ookvrij grote volumes behandeld worden.De stikstofmethode kan enkel voorkleinere volumes gebruikt worden,bijvoorbeeld altaren of biechtstoelen,die dan – zoals bij andere vergassingen– in een luchtdichte bel worden verpakt.
Voor nog kleinere volumes, bijvoor-beeld rond een beeld, bestaat demogelijkheid om in een volledig lucht-dicht volume de zuurstof aan de luchtte onttrekken door middel van zuur-stofabsorberende stoffen. Met hetjuiste materiaal kan iedereen dezeanoxiebehandeling gemakkelijk zelfuitvoeren.
GammadoorstralingIn kleinere volumes (tot 120 bij 100 bij80 cm) kunnen zowel insecten als
24BESTRI JDING
zwammen volledig uitgeschakeldworden met gammadoorstraling.Deze methode is vooral zeer doeltref-fend om zwammen en schimmels tebehandelen zonder gebruik te makenvan vloeibare producten of zonder hethout te verwarmen. Momenteelwordt nog onderzocht in hoeverregammadoorstraling bij organischematerialen tot versnelde degradatiezou leiden.
Misvattingen over de bestrijdingvan houtborende insectenEen vriesbehandeling kan in principeeen aantasting door insecten en zelfszwammen een halt toeroepen. Vooreen vriesbehandeling is een tempera-tuur van -20°C vereist gedurendevoldoende lange tijd om ook tot in dekern van het hout te komen. Eenaangetast meubel enkele nachten inde vrieskou zetten is dus niet echteffectief. Bovendien riskeert u allerleischadelijke neveneffecten door deklimaatschok en soms ook door hetontstaan van ijskristallen in het hout.
Het heeft ook geen zin bleekwater,detergenten, onkruidverdelgers, anti-mosproducten, zuren en dergelijkemeer te gebruiken. Ze zijn niet alleenondoeltreffend maar ook onveilig voorde gebruiker en dikwijls schadelijkvoor het hout. Uit petroleum afgeleideproducten zijn totaal af te raden enzelfs verboden in woningen.
Specifieke maatregelen In het geval van huisboktor moet alhet aangetaste hout afgekapt wordenen is het aangewezen niet alleen de(actief) aangetaste zone maar ook een
ruime zone errond te injecteren, zekerals het hout jonger is dan 70 jaar.Beoordeel ook nauwkeurig de ernstvan de aantasting en de eventueleconstructieve gevolgen.De bestrijding van de grote klopkeveris vaak een werk van lange adem enwordt in vele gevallen rijkelijk laataangevat omdat de activiteit van deinsecten zo lang verborgen kan blijven.Een dieptebehandeling is noodzakelijkom voldoende doeltreffend te zijn.Indien goed uitgevoerd kunnenvergassingen en warmeluchtbehan-delingen de insecten wél vollediguitroeien. Maar eender welke vormvan bestrijding moet alleszins gecom-bineerd worden met maatregelen dievochtproblemen verhelpen zodat zwam-aantastingen worden gestabiliseerd.Aantastingen door de kleine klopkeverkunnen op uiteenlopende manierenbehandeld worden, afhankelijk van dezeer verschillende plaatsen waar zekunnen voorkomen:� blank hout kan met een insecticide
worden behandeld. Herhaald in-strijken is bij vrij lichte aantastingenin vele gevallen afdoende;
� hout met afwerklagen wordt beterbehandeld door vergassing, dooreen lage zuurstofbehandeling ofmet gammadoorstraling.
Omdat de spinthoutkever normaal inrelatief nieuw hout voorkomt zonderesthetische kenmerken, is het aan-gewezen dat hout gewoon te vervangen.Zo niet, dan zijn dezelfde opmerkingenvan toepassing als bij de gewoneklopkever.
Keve
r en
larv
eUi
tvlie
gope
ning
en
boor
mee
lUi
tvlie
gper
iode
In vo
lgen
de h
outs
oort
enVa
ak o
p vo
lgen
de p
laat
sen
Huisb
okto
rHy
lotru
pes b
ajul
usle
vens
cyclu
s:3 t
ot12
jaar
larv
e:25
tot3
0 m
m la
ng(n
ietg
ekro
md)
ke
ver:
10 to
t20
mm
lang
ovaa
l - g
root
ste
mid
delli
jn6
tot1
0 m
mcr
èmek
leur
ing
en ko
rrelig
juni
-aug
ustu
svo
oral
op
war
me
dage
nna
aldh
out:
-dr
oog
hout
op w
arm
epl
aats
en-
spin
thou
t
-co
nstru
ctie
hout
in
kapc
onst
ruct
ies
-vlo
erro
oste
ringe
nin
won
inge
n
Grot
e kl
opke
ver
Xest
obiu
m ru
fovil
losu
m
(bon
te kn
aagk
ever
,gro
teho
utw
orm
keve
r)
leve
nscy
clus:
3 tot
10 ja
arla
rve:
tot9
mm
lang
(lich
tgek
rom
d)ke
ver:
5 tot
9 m
m la
ng
cirke
lvorm
ig -
diam
eter
2to
t4 m
mcr
èmek
leur
ig e
n ko
rrelig
april
-mei
(jun
i)lo
ofho
ut-
mee
stal
in ve
rzw
akt
(eike
n)ho
ut-
uitz
onde
rlijk
ook
inna
aldh
out
-ba
lkko
ppen
en
span
tvoe
ten
-m
uurp
late
n-
onde
rkan
ten
van
kerk
meu
bila
ir
Klei
ne k
lopk
ever
Anob
ium
pun
ctat
um
(gew
one
hout
wor
mke
ver,
meu
belke
ver)
leve
nscy
clus:
2 to
t3 ja
arla
rve:
5 tot
7 mm
lang
(lich
tgek
rom
d)ke
ver:
3 tot
5 mm
lang
cirke
lvorm
ig -
diam
eter
1 tot
2 mm
crèm
ekle
urig
en
licht
jes
korre
lig
april
-sep
tem
ber
(voo
ral m
ei-ju
li)lo
ofho
uten
naa
ldho
ut-
in za
chth
out,
verz
wak
thou
tof
spin
thou
t
-vlo
eren
en
trapp
en-
spin
tvan
cons
truct
ieho
ut-
meu
bels
-be
elds
nijw
erk
Spin
thou
tkev
erLy
ctus
spp.
(par
ketk
ever
)le
vens
cyclu
s:4
maa
nden
tot
2 jaa
rla
rve:
5 tot
7 mm
lang
(lich
tgek
rom
d)ke
ver:
2 to
t6 m
m la
ng
cirke
lvorm
ig -
diam
eter
1to
t2 m
mcr
èmek
leur
ig -
uite
rmat
e fij
n (ta
lkach
tig)
mei
-sep
tem
ber
(som
s al v
anaf
maa
rt)
loof
hout
-in
zetm
eelri
jk sp
inth
out
van
enke
le so
orte
nm
etgr
ove
text
uur (
vate
n)
-pa
rket
vloer
en-
meu
bels
-tri
plex
en
meu
belp
laat
HO
UT
BO
RE
ND
E I
NS
EC
TE
N
26PREVENTIE
1 Preventie
Los alle mogelijke vochtproblemen opVochtinfiltratie, een te hoge relatievevochtigheid en gebrek aan verluchtingwerken in de eerste plaats zwam-aantastingen in de hand. Voor degrote klopkever en andere houtboor-ders is door schimmels verzwakt houtechter extra aantrekkelijk. Reinig enherstel daarom tijdig goten, afvoer-buizen, dakbedekking, voegwerk enlekkende kranen. Neem maatregelentegen optrekkend vocht.
In de meeste gebouwen is het nieteenvoudig om invloed uit te oefenenop de relatieve vochtigheid. Als diehoog is (75% en méér), maken zwam-aantastingen meer kans, ook omdat ermeer condensatievocht kan ontstaanop koude oppervlakken. Vermijd hetalleszins om vocht toe te voegen aande omgeving, door bijvoorbeeld tepoetsen met weinig of geen water. Ineen vochtige omgeving is het extrabelangrijk om regelmatig goed teverluchten. Zwammen en schimmelshouden immers niet van tocht. Neemmaatregelen om plaatselijke, vochtigemicroklimaten te voorkomen. Brengverluchtingsgaatjes aan in de plintenvoor houten vloertjes.Voorzie een bufferbij voorwerpen die tegen een vochtigemuur of koud materiaal (gevaar voorcondensatie) rusten. Denk maar aaneen schilderij tegen een muur of eenhouten beeld op een stenen console.
Vermijd stof- en vuilophopingEen stofvrije omgeving vermindert dekans op alle biologische aantastingen.Stof houdt immers vocht vast. Hetbelet bovendien een goede controleop aantastingen. In het bijzonderoppervlakteschimmels hebben vaakniet veel meer dan een stoflaagjenodig om zich te manifesteren.Vuilophoping – bijvoorbeeld aangewelfaanzetten of tussen lambrise-ringen en de muur – verhindert eengoede ventilatie en werkt als een soortspons die vocht opslorpt, vasthoudt enin contact brengt met het hout.
Bestrijd tijdig aantastingen ofverwijder aangetaste voorwerpenBewaar nooit aangetaste voorwerpenzonder ze te behandelen, ook al zijnhet misschien voorwerpen waar uweinig waarde aan hecht. Ook eenpaar banale houten planken kunneneen bron van aantasting voor anderevoorwerpen zijn.
Breng een preventiefbeschermend product aan Ten slotte kunt u in sommige gevallenblank hout ook preventief instrijkentegen insecten en schimmels. Wegensde kans op verkleuringen is dat af teraden voor voorwerpen van esthetischewaarde.
PREVENTIE EN HERSTEL4
27AANGETAST HOUT VERHARDEN OF VERVANGEN?
2 Aangetast hout verharden of
vervangen?
De moderne erfgoedzorg streefternaar originele delen maximaal tebehouden. Bij bouwkundige onderde-len wordt daarom liefst niet méér dande aangetaste delen verwijderd. Diekunnen vervangen worden door nieu-we houten inzetstukken (die preven-tief beschermd werden) of er kan eenprothese gemaakt worden met eenepoxyharsmortel. Bij dit laatste wor-den glasvezelstaven of roestvrijstalenstaven ingebracht als wapening. Omhet uitzicht zo natuurlijk mogelijk tehouden wordt soms de houtenbekisting bewaard waarin het epoxywordt gegoten of wordt het oppervlakvan het epoxy nadien bijgewerkt omhout te imiteren. In speciale gevallenworden de buitenzijden van eeninwendig vermolmde balk behoudenen wordt de binnenzijde met hetkunsthars gevuld.Het nadeel van de herstellingen metepoxyhars is nog steeds de beperktere
weerstand tegen hitte (veroorzaaktdoor brand). Zeker voor dikke balken isde brandweerstand van hout beterdan die van de epoxyherstelling. Hetspreekt voor zich dat het verharden envervangen van bouwkundige onder-delen specialistenwerk is. In de handelvindt u echter ook een ruime keuzevan vulmiddelen waarmee u zelf aande slag kunt voor kleinere delen, zoalsramen of deuren. Meestal betreft hetook tweecomponentenepoxyhars.Het verharden en eventueel bijwerkenvan beelden en andere esthetischeonderdelen is dan weer het werk vaneen restaurateur. Zelf ingrijpen zal inde meeste gevallen onomkeerbareextra schade toebrengen. In de huidi-ge restauratiefilosofie heerst veeleereen terughoudendheid tegen het ver-vangen van verdwenen delen enwordt er voorkeur aan gegeven omhet resterende houtsnijwerk in diemate te verharden dat het weer veiliggemanipuleerd kan worden.
Epoxyherstelling.
28BIBL IOGRAFIE
� BROKERHOF, A.W., VAN ZANEN, B. en A. DEN TEULING, Pluis in huis.Geïntegreerde bestrijding van schimmels in archieven, Instituut CollectieNederland (ICN), Amsterdam, 2003.
� BROKERHOF, A.W., VAN ZANEN, B., VAN DE WATERING, K. en H. PORCK,Het loopt in de papieren. Geïntegreerde bestrijding van insecten in collecties,uitgave ICN, Amsterdam, 2003.
� Curatieve houtbescherming in gebouwen, o.l.v. A. DE CEULENEER, WTCB,Brussel, 1990
� DE CEULENEER, A., Uitvoeringsmethoden hout. Conservatie. Onuitgegevencursus, 1992
� DE CEULENEER, A., Insectenbestrijding, in Handboek Onderhoud, Renovatieen Restauratie, Aflevering 5, Kluwer, 2000, p. 155–180.
� HOSTE, G., Schimmelvorming in woningen, in WTCB Tijdschrift, nr. 4, 2000,p. 29–33.
� Hout. Grondstof, stof tot nadenken, Open Monumentendag Vlaanderen2005, brochure samengesteld voor de Ideeëndag, 16 februari 2005.
� KLAASSEN, R.K.W.M. en J.G.M. CREEMERS, Inspecteren van houtconstructiesmet behulp van de resistograaf, tekst voor het symposium van de RDMZ“Oud Hou(d)t”, Grafelijke Zalen, Den Haag, 29 november 2000.
� LA BRIJN, J. en J.W.P.T.v.d. Drift, Het herkennen en bestrijden vanhoutaantasters, TNO, Delft. (s.d.)
� RAMMELOO, J., GUILLITTE, O. en G. DRAYE, e.a., De huiszwam en andereschadelijke zwammen in gebouwen. Een multidisciplinaire benadering,Nationale Plantentuin van België, Meise, 1989.
� SMETS, L., Insecten en insectenbestrijding in musea, Syllabus, CultureleBiografie Vlaanderen vzw, s.l., s.d.
� STEVENS, M., Houtpathologie en bescherming, Onuitgegeven cursus vande Universiteit Gent - Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen.
BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE
29BIBL IOGRAFIE
29
� VAN DE VEN, H., Houtaantastende schimmels: biologie en bestrijding,in Instandhouding Monumenten 5, Den Haag, 2000.
� VAN DE VEN, H., Oud hou(d)t. Aanpak van schimmelaantasting in monumenten,RDMZ, aflevering 5, november 2000.
� VAN DE VEN, H., Schimmels in hout: oorzaken en oplossingen, in RDMZ info.Restauratie en beheer, nr. 21, januari 2001.
� IDEM, Insecten in hout: beoordeling en bestrijding, in RDMZ info. Restauratieen beheer, nr. 22, januari 2001.
� VAN EECKHOUT, G., Biologische aantasting van kunstwerken. Microscopie,Onuitgegeven cursus van de Hogeschool Antwerpen, DepartementKoninklijke academie voor Schone Kunsten, OpleidingConservatie/Restauratie, 1998–1999.
� VAN LIEROP, G., Zonder zuurstof, tekst voor het symposium van de RDMZ“Oud Hou(d)t”, Grafelijke Zalen, Den Haag, 29 november 2000.
� VEROUGSTRAETE, P., Zwammen in gebouwen. Huiszwam, kelderzwam…(deel 1), in Beter bouwen en verbouwen, nr. 89, april 1984, p. 55–66.
� IDEM, Zwammen in gebouwen. De curatieve behandeling (deel 2),in Beter bouwen en verbouwen, nr. 90, mei 1994, p. 105–119.
� IDEM, Aantasting van hout door insekten: de curatieve behandeling,in Beter (ver)bouwen, nr. 86, januari 1994, p. 49–56.
� IDEM, Aantasting van hout door insekten: de curatieve behandeling (2de deel),in Beter (ver)bouwen, nr. 87, februari 1994, p. 81 e.v.
� VERSTRAETE, Y., Hout, houtaantasting, houtverduurzaming, RDMZ, Zeist, 1986.
30BIOLOGISCHE AANTASTINGEN IN HOUT
30
COLOFON
� Eerste druk� Redactie Eva Schoeters, Monumentenwacht
Antwerpen, Lenny Heerwegh stagiairMonumentenwacht Vlaams-Brabant,Birgit van Laar, MonumentenwachtVlaanderen
� Eindredactie Birgit van Laar en Marijke Hoflack� Coördinatie Anouk Stulens� Lay-out Leën Offsetdruk nv� Foto’s © Monumentenwacht Antwerpen,
Monumentenwacht Oost-Vlaanderen,Eva Schoeters, Andries Deknopper,Simon Meersmans (p.15 oppervlakte-schimmel), Van Lierop (p. 15 poriënzwam,p. 16 larven, p. 17 grote klopkever,p. 25 huisboktor en kleine klopkever),Koninklijk Belgisch Instituutvoor Natuurwetenschappen (p. 25 groteklopkever, spinthoutkever), NationalePlantentuin van België (p. 15 inktzwam)
� Met dank aan Prof. J. Rammeloo, Nationale Plantentuinvan België,Prof. Dr. Ir. M. Stevens, Laboratorium voorhouttechnologie RUG,
� Verantwoordelijke uitgever Luc Verpoest� Wettelijk depot D/2005/7300/2� Met de steun van de 5 Vlaamse provincies
� Met de steun van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
© Monumentenwacht Vlaanderen vzw, 2005
31BIOLOGISCHE AANTASTINGEN IN HOUT
31
ADRESSEN
� Monumentenwacht Provincie Antwerpen vzwTurnhoutsebaan 232 | 2100 DEURNET + 32 3 360 52 34F + 32 3 360 52 36E [email protected]
� Monumentenwacht Limburg vzwWillekensmolenstraat 140 | 3500 HASSELTT + 32 11 23 75 90F + 32 11 23 75 95E [email protected]
� Monumentenwacht Oost-Vlaanderen vzwW. Wilsonplein 2 | 9000 GENTT + 32 9 267 72 42 (Secretariaat)T + 32 9 234 18 55 (Inspectiedienst)F + 32 9 267 72 98E [email protected]
� Monumentenwacht Vlaams-Brabant vzwGemeenteplein 5 | 3010 LEUVENT + 32 16 31 97 50F + 32 16 31 97 58E [email protected]
� Monumentenwacht West-Vlaanderen vzwKoning Leopold III-laan 31 | 8200 BRUGGET + 32 50 40 31 36F + 32 50 40 34 58E [email protected]
� Monumentenwacht Vlaanderen vzwErfgoedhuis Den WolsackOude Beurs 27 | 2000 AntwerpenT + 32 3 212 29 50F + 32 3 212 29 51E [email protected] W www.monumentenwacht.be
32ONDERHOUD VAN HOUTEN BUITENSCHRI JNWERK