De geestelijke strijd 1

27
DE GEESTELIJKE STRIJD

Transcript of De geestelijke strijd 1

DE GEESTELIJKE

STRIJD

ENGELEN & DEMONEN

DEEL 1

• Televisie

• Magazines

• Kranten

• Scholen

• Speelgoed / presentjes

• Games

• Mediums

• Entertainment

DE

GE

ES

TE

LIJ

KE

ST

RIJ

D [

1]

• Werk

• De zorg

• Vorige generaties

• Omgeving

• Zonde

• Verwondingen

DE

GE

ES

TE

LIJ

KE

ST

RIJ

D [

1]

DE

GE

ES

TE

LIJ

KE

ST

RIJ

D [

1]

Hosea 4:6 NBG

Mijn volk gaat te gronde door

het gebrek aan kennis.

LEZEN KOL. 2:13-15

GEESTELIJKE WERELD?

DE

GE

ES

TE

LIJ

KE

ST

RIJ

D [

1]

GEESTELIJKE WERELD

DE

GE

ES

TE

LIJ

KE

ST

RIJ

D [

1]

DE

GE

ES

TE

LIJ

KE

ST

RIJ

D [

1]

GOD EREN

DE

GE

ES

TE

LIJ

KE

ST

RIJ

D [

1]

Efeze 6:12 NBG

want wij hebben niet te worstelen tegen bloed

en vlees, maar tegen de overheden, tegen de

machten, tegen de wereldbeheersers dezer

duisternis, tegen de boze geesten in de

hemelse gewesten.

1 Kronieken 21:16 NBG

Handelingen 8:26 NBG

Handelingen 12:7 NBG

EN

GE

LE

N

• OORSPRONG

• WANNEER

• HOEVEEL

PS. 148:2,5

JOB 38:4-7

OPENB. 5:11

EIG

EN

SC

HA

PP

EN

VA

N E

NG

ELE

N

• PERSOONLIJK

• TITELS

• MACHT

2 Sam.14:20; Open. 22:9

Ef.1:21; 6:12; Col. 1:15-16;

Rom. 8:38

2Petr.2:11 NBV

"terwijl zelfs engelen, in

kracht en macht toch hun

meerderen, het niet aandurven

om die machten namens de

Heer te beschuldigen en te

veroordelen."

TA

KE

N V

AN

EN

GE

LE

N

• EREN GOD

• COMMUNICEREN

• DIENEN

• VERHEUGEN

• BETROKKEN

• UITVOEREN

• WEDERKOMST

• BESCHERMEN

Job 38:7; Ps. 103:20; 148:2;

Op. 5:11-12; 7:11; 8:1-4

Luk.1:26; Hand.10:3; 2 Kon. 1:3

Hebr. 1:14

Luk. 15:10

1 Cor. 4:9

2Kon. 19:35; Op. 8:6-9:21;

16:1-17; 19:11-14

Matt. 25:31

Matthew 18:10

TE

GE

NS

TA

ND

ER

S V

AN

GO

D

SATAN GEVALLEN ENGEL

1. Hoogmoed

2. Jaloersheid

TE

GE

NS

TA

ND

ER

S V

AN

GO

D

GEVALLEN

ENGELEN

EN

DEMONEN

Matt. 25:41 NBG

Dan zal Hij ook tot

hen, die aan zijn

linkerhand zijn,

zeggen: Gaat weg

van Mij, gij

vervloekten, naar

het eeuwige vuur,

dat voor de duivel

en zijn engelen

bereid is.

TE

GE

NS

TA

ND

ER

S V

AN

GO

D

GEVALLEN

ENGELEN

EN

DEMONEN

Openb. 12:7 NBG

En er kwam oorlog

in de hemel;

Michaël en zijn

engelen hadden

oorlog te voeren

tegen de draak; ook

de draak (duivel) en

zijn engelen

voerden oorlog,

GE

VA

LLE

N E

NG

ELE

N

• KRACHT EN MACHT

• VERSCHIJNINGSVORM

• KARAKTER

• PLAATS VAN ACTIVITEIT

GE

VA

LLE

N E

NG

ELE

N

2 Pet. 2:4 NBG

Want indien God engelen, die gezondigd

hadden, niet gespaard heeft, maar hen,

door hen in de afgrond te werpen, aan

krochten der duisternis heeft

overgegeven om hen tot het oordeel te

bewaren;

LEZEN GEN. 6:2-4

WA

AR

KO

ME

N D

EM

ON

EN

VA

ND

AA

N?

OO

RS

PR

ON

G D

EM

ON

EN

GEN. 6:2-4

OO

RS

PR

ON

G D

EM

ON

EN

GEN. 6:2-4

OO

RS

PR

ON

G D

EM

ON

EN

OO

RS

PR

ON

G D

EM

ON

EN

DE

MO

NE

N

• GEESTEN

• PERSOONLIJKHEDEN

• KRACHT

• KENNIS

• KARAKTER

• Televisie

• Magazines

• Kranten

• Scholen

• Speelgoed / presentjes

• Games

• Mediums

• Entertainment

DE

GE

ES

TE

LIJ

KE

ST

RIJ

D [

1]

• Werk

• De zorg

• Vorige generaties

• Omgeving

• Zonde

• Verwondingen

DE

GE

ES

TE

LIJ

KE

ST

RIJ

D [

1]

Romans 8:38-39 NBG

38 Want ik ben verzekerd, dat noch dood

noch leven, noch engelen noch machten,

noch heden noch toekomst, noch

krachten, 39 noch hoogte noch diepte,

noch enig ander schepsel ons zal kunnen

scheiden van de liefde Gods, welke is in

Christus Jezus, onze Here.

DE

GE

ES

TE

LIJ

KE

ST

RIJ

D [

1]

Col. 2:13-15 NBG

13 Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart

door uw overtredingen en

onbesnedenheid naar het vlees, levend

gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze

overtredingen kwijtschold, 14 door het

bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn

inzettingen tegen ons getuigde en ons

bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan

door het aan het kruis te nagelen: 15 Hij

heeft de overheden en machten

ontwapend en openlijk tentoongesteld en

zo over hen gezegevierd.