Geestelijke strijd

25
Onder redactie van dr. M.J. Paul Geestelijke strijd Demonie en bevrijding in christelijk perspectief

description

Een fragment

Transcript of Geestelijke strijd

Page 1: Geestelijke strijd

Steeds meer mensen stellen zich open voor geestelijke machten en krachten die niet uit Godzijn. Dit heeft te maken met de toenemendebelangstelling voor andere religies, de invloed vanboeken en films met allerlei bovennatuurlijke zakenen met de sterke opkomst van paranormale genees-wijzen. Westerse christenen krijgen meer dan ooitte maken met de gevolgen van deze belangstellingvoor occulte zaken.Voor verschillende theologen was dit reden om zichte gaan verdiepen in deze zaken.De neerslag hiervan is verwerkt in dit boek. Aan deorde komen de bijbelse gegevens over demonie enparanormale zaken.De auteurs geven uitgebreid aandacht aan hetverschil in wereldbeeld van toen en van nu.Daarnaast beschrijven ze hoe in de kerkgeschie-denis met dit onderwerp is omgegaan. Dan blijktonder andere dat de vroegchristelijke kerk veelervaring heeft opgedaan in de confrontatie metdemonische machten.Maar is er ondanks dat wel ruimte voor zaken alsdemonie en exorcisme in een reformatorischegeloofsleer? Strijdt erkenning van de kracht van deduivel met onze opvattingen in de psychiatrie? Het boek sluit af met een handreiking voor hetomgaan met geestelijke strijd en demonie in depraktijk van het gemeenteleven.

Aan deze bundel werkten mee:

drs. R.J.A. Doornenbal,dr. Chr. Fahner,

dr. J. Hoek,dr. M.J. Paul,

dr. P.A. Siebesma en drs. W.Chr.F. de Vries.

Alle auteurs behoren tot dereformatorische kerken,

vijf van henzijn verbonden aan de

Christelijke Hogeschool Ede.

www.uitgeverijboekencentrum.nl

Onder redactie van

dr. M.J. Paul

dr.M.J.Paul (red.)

Geestelijke strijd

Geestelijke strijd

Demonie en bevrijding

in christelijk perspectief

ISBN 978-90-239-1167-8 NUR 707

Geestelijke Strijd def 02-05-2007 09:09 Pagina 1

Page 2: Geestelijke strijd

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 2

Page 3: Geestelijke strijd

Onder redactie van M.J. Paul

Geestelijke strijdDemonie en bevrijding in christelijk perspectief

Vierde druk

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 3

Page 4: Geestelijke strijd

Ontwerp omslag: Mirella Dijkerman, Den HaagIllustratie omslag: Giotto di Bondone, ‘Franciscus verdrijft de duivels vanArezzo’, fresco in de kathedraal San Francesco te Assisi, ca 1295/1300[research: CKD/KU Nijmegen]

ISBN 978 90 239 1167 8NUR 707

Vierde druk 2007

© 2002 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveel-voudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaargemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder vooraf-gaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

www.uitgeverijboekencentrum.nl

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 4

Page 5: Geestelijke strijd

‘Ik ben er zeker van dat een van de hoofdoorzaken van de ziekestaat van de kerk vandaag het feit is dat de duivel vergeten wordt.Alles wordt aan ons toegeschreven; we zijn allemaal zo psycholo-gisch geworden in onze houding en ons denken. We zijn onwetendgeworden van dit grote objectieve feit, het bestaan van de duivel,de tegenstander, de beschuldiger, en zijn “vurige pijlen”.’The Christian Warfare: an Exposition of Ephesians 6:10-13 (Edin-burgh 1976) 292.

‘Demonische activiteit neemt steeds meer toe… Dan zijn er de ge-vallen die alleen maar beschouwd kunnen worden als bezetenheiddoor demonen. Diverse boeken zijn er geschreven die heel goed om-gaan met deze ernstige zaak. Er is bijvoorbeeld het uitstekendeboekje The Roaring Lion, gepubliceerd door de Overseas Missio-nary Fellowship. Ik beveel het bij u aan, het is heel instructief. (…)Ik kwam in mijn eigen praktijkervaring diverse gevallen tegen.’Healing and the Scriptures (Nashville 1988) 159, 165.

Uitspraken van D. Martyn Lloyd-Jones (1899-1981), eerst ‘ChiefClinical Assistant’ in St. Bartholomew’s Hospital London, later pre-dikant in London’s Westminster Chapel.

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 5

Page 6: Geestelijke strijd

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 6

Page 7: Geestelijke strijd

Inhoud

Woord vooraf 9

1. Demonen en ons wereldbeeld 11M.J. Paul

2. Demonische machten in het Oude Testament 28M.J. Paul

3. De strijd der geesten in het Nieuwe Testament 47Chr. Fahner

4. Duivel en demonen in de Vroege Kerk, Middeleeuwen en vroegmoderne tijd 67R.J.A. Doornenbal

5. Duivel en demonen vanaf de Reformatie tot heden 90R.J.A. Doornenbal

6. Duivel en demonen in de dogmatiek 116J. Hoek

7. Bezetenheid en psychiatrie 133W.Chr.F. de Vries

8. Demonie en pastoraat 151P.A. Siebesma

9. De praktijk in de gemeente 170M.J. Paul

Literatuurlijst 190Personalia 198

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 7

Page 8: Geestelijke strijd

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 8

Page 9: Geestelijke strijd

Woord vooraf

‘Wij weten in onze gereformeerde traditie nauwelijks iets van het uit-drijven van demonen. Elke religieuze traditie heeft daar rituelen voor– rooms-katholieken, anglicanen, oosters-orthodoxen, luthersen,evangelischen. Waarom hebben gereformeerden daar geen antennevoor? Het is onbekend terrein. Voor mij ook, en ik voelde me daar-door teleurgesteld in mijn traditie, mijn geestelijke bagage. Je leestin de Bijbel zoveel over die strijd tegen de machten, je voelt het in jebotten dat we er middenin zitten. Onze eigen jongelui halen de dom-ste dingen uit met het aanroepen van geesten en weet ik wat. En alsje dan met de brokken zit, dan denk je: waarom heb ik hier niks overin mijn pakket? Waarom weet mijn traditie daar geen raad mee?’(Ds. W. Smouter in het Nederlands Dagblad van 5 augustus 2000.)

Najaar 2001 werd door de opleiding Godsdienst Pastoraal Werkvan de Christelijke Hogeschool Ede een themaweek gehouden overgeestelijke strijd, demonie en bevrijding. In het gewone lespro-gramma krijgen deze onderwerpen nauwelijks aandacht en het bleekdat bij studenten veel vragen over deze onderwerpen bestaan. Daar-om kwam de gedachte op de lezingen te bewerken en in boekvormbeschikbaar te stellen. Immers, steeds meer mensen in onze post-christelijke maatschappij stellen zich open voor geestelijke machtenen krachten die niet uit God zijn. Dit heeft te maken met de toene-mende belangstelling voor bepaalde praktijken uit andere religies,met de invloed van de media (boeken en films waarin zulke zakenaan de orde komen) en met de sterke opkomst van paranormale ge-neeswijzen. Westerse christenen krijgen de laatste jaren steeds va-ker te maken met de gevolgen van deze naïeve openheid voor oc-culte zaken. Helaas weten te veel christenen hierop geen bijbelseantwoorden.

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 9

Page 10: Geestelijke strijd

Dit boek wil theoretisch en praktisch toerusten en reikt daartoe ac-tuele gegevens aan uit het Oude en Nieuwe Testament. In de loopvan de kerkgeschiedenis blijkt de belangstelling voor het occultesoms veel te groot te zijn en andere keren is er juist een ontkenning.De vroegchristelijke kerk heeft veel ervaring opgedaan in de con-frontatie met demonische machten. In onze tijd zijn het christenenin de zendingsgebieden die de geestelijke strijd als heel reëel erva-ren en vanuit de Bijbel ons laten zien hoe hiermee om te gaan. Waar-om is er zoveel huiver in de reformatorische traditie voor dit on-derwerp, zodat er maar weinig in de dogmatieken staat? Waaromsluiten veel, ook christelijke, psychiaters zich af voor de mogelijk-heid van occulte belasting bij hun patiënten? Welke rol speelt daar-in ons wereldbeeld, ook bij christenen? Dit zijn enkele vragen waar-op dit boek een antwoord wil geven. De bundel eindigt metpraktische adviezen voor de christen en de christelijke gemeente.

De collega’s R.J.A. Doornenbal en P.A. Siebesma hebben het ini-tiatief genomen tot bovengenoemde themaweek. Zij hebben ookmeegeholpen de afzonderlijke hoofdstukken van dit boek zo goedmogelijk op elkaar af te stemmen.

M.J. Paul

10

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 10

Page 11: Geestelijke strijd

1. Demonen en ons wereldbeeld

M.J. Paul

1.1 Twee levensverhalen

Op een maandagavond stopte een auto voor ons huis. Een man stap-te uit en vroeg of hij iets mocht vertellen over Gods ingrijpen in zijnleven. Hij vermoedde mijn belangstelling, omdat ik in een interviewiets gezegd had over goddelijke genezing na bediening van de zie-kenzalving zoals in Jakobus 5 beschreven staat.

De man vertelde in bijzijn van zijn vrouw over hun huwelijk datal jaren onder spanning stond vanwege zijn drankproblemen. Hijhad een goede baan als ambtenaar, maar keer op keer werd hij over-vallen door een geweldige angst. Dan ging hij de natuur in, bij voor-keur het bos, of hij dronk zoveel dat de angst tijdelijk verdween.Eens heeft hij zich in dronkenschap laten verleiden tot het meehel-pen aan een inbraak. Hij werd opgepakt en de rechter sprak er zijnverwondering over uit dat iemand met zo’n goede positie zijn toe-komst op het spel zette door mee te doen met een inbraak om eenpaar honderd gulden te bemachtigen.

De man gaf de ongerijmdheid toe, ‘maar ik kon niet anders, erwas een innerlijke drang om dit te doen’. Hij was echter bereid zichte laten helpen en is lange tijd onder behandeling geweest van eenchristen-psychiater. Hij was belijdend lid van een kerk en ging trouwnaar de kerk, maar het gebed om genezing bracht geen uitkomst.Acht keren is hij opgenomen geweest in een psychiatrische inrich-ting, waar men een ‘borderlinesyndroom’ constateerde: hij over-schreed bepaalde grenzen. Meestal ging het goed tijdens zo’n op-name en mocht hij weer spoedig naar huis. Totdat de angsten weerterugkwamen en hij vluchtte in de drank… Zijn vrouw kreeg uit-eindelijk van een christen het advies om te onderzoeken of er oc-culte machten bij betrokken waren. Toen ze dit eenmaal gingen on-

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 11

Page 12: Geestelijke strijd

derzoeken, kwamen ze bij een christin terecht die intensief voor hemgebeden heeft en door middel van exorcisme heeft bijgedragen aanzijn bevrijding. De invloed van occulte machten werd verbroken.

Op het moment dat de man met de auto voor kwam rijden, washij al een half jaar vrij van de vreemde angsten en ook kon hij dealcohol geheel laten staan. Vol vreugde vertelde hij zijn verhaal envermeldde ook wat dat betekende voor zijn huwelijk en het gezin.Zijn vrouw bevestigde met grote dankbaarheid Gods ingrijpen. Te-gelijkertijd vroegen zij zich af hoe het mogelijk was dat christelijkehulpverleners geen oog hadden voor deze occulte belasting.

In dit levensverhaal bemerken we vreemde angsten en ook de in-nerlijke neiging om een verboden handeling te verrichten, tegen al-le verstandelijke en geloofsoverwegingen in. Het deed mij denkenaan een ervaring van ds. W.C. van Dam te Geldrop. In de jaren zes-tig had hij in zijn gemeente een meisje dat leed aan kleptomanie, eenziekelijke neiging tot diefstal. Diverse malen was ze betrapt bij win-keldiefstal en als predikant hield hij haar voor dat we het eigendomvan een ander ons niet mogen toe-eigenen. Dit wist ze wel, maar zegaf aan dat er een macht in haar was die haar drong om toch weerte stelen. Dit riep bij Van Dam de vraag op of er machten zijn diesterker zijn dan Jezus.

Vanuit een diepe overtuiging dat Jezus sterker is dan alle bozemachten, gebood hij de vreemde macht het meisje los te laten en teverlaten in de naam van Jezus. Vanaf die tijd had het meisje geenlast meer van de ziekelijke aandrang tot stelen. Dit was voor VanDam de eerste ervaring op het gebied van exorcisme. Hij verteldemij dat sommigen in zijn gemeente het accepteerden, maar dat an-dere gemeenteleden, van wie velen een technische opleiding haddenen bij Philips werkten, hier niet goed raad mee wisten. Op den duurkwam er meer openheid in de gemeente en ontstond er ook een pas-toraal team dat de predikant bijstond in ‘de dienst der bevrijding’(vgl. Van Dam, 1993, 88).

Wanneer iemand in onze tijd met vreemde problemen aanklopt bijeen zielzorger bestaat het gevaar dat deze het terrein van het occul-te en demonische volledig over het hoofd ziet. Van Dam schrijft ineen van zijn boeken: ‘Vroeger heb ik dat gebied zelf niet gekend.

12

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 12

Page 13: Geestelijke strijd

Mijn theologische hoogleraren hebben daar nooit of te nimmer overgesproken. Voor veel pastores bestaat dit gebied nog steeds niet.Waarom ligt dit bij velen buiten hun horizont? Als Jezus optreedt,dan drijft hij boze geesten uit. Herhaaldelijk geeft hij zijn discipelende opdracht, datzelfde te doen. Toch is dat, vooral in de protestantsewereld, nooit serieus genomen. Luther heeft er nog iets van gewe-ten, Calvijn niet. Men wist dat in de Katholieke Kerk boze geestenwerden uitgedreven, maar men signaleerde daar zoveel vermengingmet bijgeloof dat men zich daarvan distantieerde. Zo wierp men methet badwater ook het toch bijbelse kind overboord’ (1993, 49-50).

1.2 De westerse cultuur

Het is goed om in kort bestek iets te zeggen over de ontwikkelingwaardoor het geloof in geesten verloren is gegaan in de westerse cul-tuur. In de hoofdstukken 4 en 5 van deze bundel komt dat uitge-breider aan de orde. In de Middeleeuwen was het geloof in engelenen demonen vanzelfsprekend. Op schilderijen zien we ze in grotengetale uitgebeeld. In de renaissancetijd (rond 1500) zag PietroPomponazzi echter de engelen als een vorm van bijgeloof. ‘Wat zichvoordoet als onverklaarbaar en wonderlijk op aarde, is het gevolg… van bovenaardse kosmologische oorzaken.’ In Nederland be-streed Balthasar Bekker enige tijd later het welig tierende bijgeloofen de hekserij. Zijn boek droeg de titel De betooverde wereld. Hijdeed in ieder geval zijn best om zoveel mogelijk natuurlijke oorza-ken aan te dragen. Bekker bekritiseerde zelfs predikanten die de-monen uitdreven, omdat daardoor het bijgeloof bevorderd werd.

De hekserij was een opvallend verschijnsel in West-Europa en ve-len lieten zich door de heksenwaan meeslepen. Veel beschuldigin-gen van hekserij kwamen uit de mond van tovenaars en bezetenen,naast het getuigenis van gewone bedriegers. Diverse christelijke on-derzoekers van de heksenwaan kwamen tot de conclusie dat de ve-le heksenprocessen in West-Europa een overwinning waren van sa-tans geest over de West-Europese geest. Toen langzamerhand steedsmeer mensen zich afkeerden van de heksenwaan sloeg de stemminggeheel om: velen keerden zich tot het rationalisme en ontkenden hetbestaan van duivel en demonen (Van Dam, 1970, 108-109; vgl. pa-ragraaf 4.2).

13

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 13

Page 14: Geestelijke strijd

In die periode werden steeds meer natuurwetten ontdekt. Velenlieten zich meeslepen door de geweldige vorderingen die gemaaktwerden in de natuurwetenschappen. Talrijke verschijnselen in de na-tuur bleken wetmatig te verklaren, zoals de zwaartekracht en deloopbaan van planeten. Terwijl aanvankelijk veel christenen in denatuurkunde werkzaam waren en God de eer gaven van de wet-matigheden die zij ontdekten, ging het wetenschappelijke, wetma-tige denken langzamerhand overheersen (Newton). Het terrein vanhet geloof werd steeds meer ingeperkt. Vroeger mocht men geloofdhebben dat God sprak in donder en bliksem, de natuurkunde maak-te duidelijk dat er sprake was van een elektrische ontlading. Vroe-ger mocht men uitgegaan zijn van een goddelijke schepping van hetleven op deze wereld, de theorieën van Charles Darwin gaven eennatuurlijke verklaring voor het ontstaan van de soorten leven opaarde. De klassieke natuurkunde gaf een mechanisch beeld van defysische werkelijkheid. Dat betekent dat aan elk verschijnsel de be-weging en de wisselwerking van materiële deeltjes ten grondslag ligt.Er moet een natuurlijk, oorzakelijk (causaal) verband bestaan tus-sen verschijnselen. Daarmee beschouwden velen God als ‘een over-bodige hypothese’ (vgl. G. Nienhuis, 18-29).

Er zijn nog veel meer redenen waarom in de westerse cultuur hetgeloof in een geestelijke wereld verloren is gegaan, maar in ieder ge-val hebben de vele ontdekkingen in de natuur mensen de indruk ge-geven dat er voor allerlei zaken ‘natuurlijke’ oorzaken zijn en dathet geloof in ‘bovennatuurlijke’ oorzaken achterhaald zal worden.Daarnaast is er echter steeds een onderstroom geweest die zich be-zighield met occulte zaken. Velen konden die werelden echter nietmet elkaar verbinden (vgl. par. 5.2).

1.3 De opkomst van de geneeskunde

Nu kunnen we ons voorstellen dat velen onder invloed van de we-tenschap zich afkeerden van het geloof, maar hoe komt het datchristenen ook meegingen? Waarom is ook onder westerse christe-nen het geloof in bovennatuurlijke oorzaken zo afgenomen? Omhier meer zicht op te krijgen, richten we ons op de geneeskunde. Inde negentiende eeuw zette de ontwikkeling van de geneeskunde inals een analytische, empirische wetenschap. Dat wil zeggen dat men

14

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 14

Page 15: Geestelijke strijd

wetenschappelijk wilde kunnen verklaren wat men aan ziekten aan-trof. De eerste beweging was die van het pathologisch-anatomischziektebegrip, waaraan de naam van Virchow verbonden is. Hij gingervan uit dat er geen algemene ziekten bestaan, doch dat slechts eenanatomisch te lokaliseren deel van het lichaam ziek is. Hij noemdedat zieke deel van het lichaam (bijvoorbeeld de hersenen of de lon-gen) ‘de zetel van de ziekte’. Nauwkeurig onderzoek van het lichaamvan zieke mensen na de dood leverde veel gegevens op, waardooreen nauwkeuriger beschrijving van ziekten mogelijk werd.

Al spoedig werd duidelijk dat ziekte niet altijd zijn oorsprong hadin zieke lichaamsdelen, maar dat ziekte ook samen kon hangen metgestoorde functies. Hiermee kwam het pathofysiologische ziekte-begrip naar voren. Vervolgens kwam de ontdekking van de bacte-riën als veroorzakers van ziekten. Geleerden als Pasteur en Kochhebben een groot aandeel hierin gehad. Toen kwam het etiologischeziektebegrip op, met de gedachte dat elke ziekte één specifieke oor-zaak heeft.

Deze drie ziekteconcepten hebben in allerlei combinaties grotetriomfen gevierd. De geneeskunde heeft veel te danken gehad aande benadering dat ziekte zoiets is als een functiestoornis die anato-misch te lokaliseren is, veroorzaakt door een bepaalde bacterie ofeen andere ziekteverwekker. Voor veel dokters en hun patiënten isziekte nog steeds uitsluitend dat wat met dit model beschrijfbaar is.

Hoeveel vooruitgang er ook in medisch opzicht geboekt werd metdeze modellen, toch leidden ze in de praktijk tot een enorme re-ductie van de geneeskunde. De mens als persoon, met zijn psychi-sche en sociale aspecten, zijn religieuze problemen en zijn zinge-vingsvragen kwam zo niet aan bod. Als de dokter daar in zijnpraktijk toch rekening mee hield, deed hij dat meer als mens danals professional.

Vanaf ongeveer 1900 kwam er zicht op andere factoren, zoals deinvloed van de hersenen en de rol van hormonen. S. Freud maakteaannemelijk dat lichamelijke functiestoornissen kunnen optredendoor onbewuste innerlijke conflicten. Daarmee kwam ruimte voorde betekenis van het psychische functioneren, en werd de zoge-naamde psychosomatische geneeskunde geboren, waarbij geletwordt op de wisselwerking tussen psyche en lichaam. Ook kwam eraandacht voor de samenhang tussen bepaalde ziekten en specifieke

15

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 15

Page 16: Geestelijke strijd

stoornissen in de persoonlijkheid. Een maagzweer of astma ontstaanbij bepaalde personen. Daarbij is er overigens nog steeds weinig aan-dacht voor sociale of puur lichamelijke factoren.

Nadat nog enige andere stromingen invloed hebben uitgeoefend,kwam in de jaren zestig het zogenaamde biopsychosociale modelop, ontwikkeld door de Amerikaan Engel. Hij schonk aandacht aande sociale kant van het bestaan, maar deed tevens recht aan de in-middels klassieke empirisch-analytische houding in de wetenschap.Hij beschouwde de mens als hoogste in de hiërarchie van cellen,weefsels, organen en zenuwstelsel. Maar de mens is volgens Engelook weer onderdeel van een familie, van een cultuur en maat-schappij en van de omgeving waarin hij leeft. Als men spreekt over‘holisme’ in de geneeskunde bedoelt men meestal dit model vanEngel.

Het moet toegegeven worden dat dit model veel ruimte biedt omallerlei omschrijvingen van ziekte en gezondheid te omvatten. Delaatste jaren zijn veel samenhangen ontdekt die voorheen onbekendwaren. Zo blijkt de psychische situatie waarin iemand verkeert voor-dat hij een hartinfarct krijgt, een belangrijke factor bij het ontstaanvan deze ziekte. Een rouwproces geeft een verhoogde kans op hetontstaan van een lichamelijke ziekte. Een vroege scheiding van moe-der en kind blijkt een zwaarwegende factor te zijn in een mensenle-ven. Er bestaat een samenhang tussen de psychische toestand waar-in iemand verkeert en de weerbaarheid van zijn immuunsysteem.Experimenteel heeft men kunnen aantonen dat stress het optredenvan verkoudheid bevordert.

Het biopsychosociale model biedt een goed interpretatiekader.Het inspireert tot gewoon empirisch-analytisch onderzoek en biedthulpmiddelen voor de interpretatie, geen dogmatisch recept.

W. van Tilburg, aan wie het bovenstaande overzicht ontleend is,besluit zijn bijdrage met de vermelding: ‘Het opent de mogelijkheidom de rol van b.v. religieuze problematiek, zingevingsproblematiekzo men wil, weer bij het ontstaan c.q. het beloop van ziek zijn te on-derzoeken, het laat ook de mogelijkheid open dat deze rol minderbelangrijk zou kunnen zijn: Hierover besluit uiteindelijk empirischonderzoek’ (40).

16

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 16

Page 17: Geestelijke strijd

1.4 Meegaande christenen

Ik kom nog een keer terug op de vraag die aan het begin gesteld is:waarom is ook onder westerse christenen het geloof in bovenna-tuurlijke oorzaken zo afgenomen? Ik denk dat het alles te makenheeft met het opkomende intellectualisme. Calvijn en zijn navolgershebben veel nadruk gelegd op de ratio en op de rationele uitleg vande Bijbel. Aan de theologische faculteiten werd sterke nadruk ge-legd op filosofie als basis voor de theologische studie. Luther magdan wel in 97 onbekende stellingen positie gekozen hebben tegenAristoteles en de scholastieke traditie, in aangepaste vorm heeft diewijsbegeerte wel doorgewerkt (H.N. Hagoort; P.A. Siebesma, 1997).Al verwierpen de theologen het rationalisme, de logica kreeg eenongekend hoge plaats.

Tevens is het nodig het succes van de natuurwetenschappelijkemethode te noemen. Veel primitieve opvattingen blijken eenvou-digweg niet waar te zijn. Voor tal van verschijnselen in onze we-reld zijn natuurlijke oorzaken voorhanden. De concentratie op na-tuurlijke oorzaken heeft enorm veel opgeleverd in de medischewetenschap en onze levensverwachting is enige tientallen jaren lan-ger dan een paar eeuwen geleden. Vroeger mocht men de pest zienals ‘een gesel Gods’, tegenwoordig weten we hoe we door inentingen hygiënische maatregelen de verspreiding van besmettelijke ziek-ten moeten tegengaan. Omdat de gehele maatschappij van dit den-ken doordrongen is, is God steeds meer beperkt tot het privé-levenen tot het zielenheil. Zeker, christenen bidden nog wel om gene-zing, maar de uitslagen in het ziekenhuis leggen bijzonder veel ge-wicht in de schaal. Dit denken, dat de gehele maatschappij door-trekt, raakt ook christenen. Zij blijken ook kinderen van hun tijdte zijn. Christenartsen en christenpsychiaters kunnen ethische gren-zen in acht nemen en een voorbeeldig leven leiden, maar ze krijgengeen onderricht in de samenhang tussen demonen en ziektebeel-den. Hoewel ze in theorie die samenhang belijden, want die is in deBijbel meer dan eens aanwezig, kunnen ze in hun praktische en we-tenschappelijke praktijk er weinig mee. Opvallend in het biopsy-chosociale model is toch altijd weer het empirische onderzoek. Datbepaalt het wetenschappelijk gehalte van de gezondheidszorg. Watmoeten we dan met engelen en demonen en met occulte belasting

17

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 17

Page 18: Geestelijke strijd

die niet empirisch waargenomen kunnen worden?Misschien is er nog een andere reden waarom christenen scep-

tisch zijn geworden over de invloed van geesten op deze wereld. Deverhalen over klopgeesten en dergelijke komen bijna allemaal uitandere landen met ‘primitieve’ culturen. In onze westerse cultuurkomt zoiets niet voor. Hier rijst de vraag of we er geen oog voorhadden en hebben, of dat er inderdaad sprake van kan zijn dat dedemonische activiteiten in een gekerstende samenleving zich min-der manifesteren. P.J. van Kampen citeert een schrijver die dit laat-ste aanneemt: ‘Terwijl de activiteiten van geesten constant is in stre-ken waar het christendom nauwelijks is doorgedrongen, wordt hetweinig gesignaleerd sinds de komst van het christendom in het Wes-ten. Christus heeft de geesten van aarde en water verdreven, en alseen cultuur christelijk wordt, gaan die geesten blijkbaar weg. Het ispas sinds de laatste tientallen jaren dat ze weer worden opgeroependoor hen die de God van Abraham, Isaäk en Jacob verwerpen. Mis-schien zal blijken dat de gezaaide wind een oogst van storm zal op-leveren’ (140). Of hebben de demonen zich in de afgelopen eeuwenin een ander jasje gehuld, meer in structuren en denkkaders dan ineen persoonlijke manifestatie?

Als deze verklaringen juist zijn, kunnen we ook aannemen dat hetverdwijnen van christelijke normen en waarden uit onze samenle-ving, en de opbloei van allerlei occulte praktijken, de persoonlijkeactiviteit van kwade geesten in onze omgeving zal doen toenemen.Vroeg of laat komen we er dan mee in aanraking.

Ik herinner me het verslag van een ouderling die heel wat jarengeleden dienst deed op tweede paasdag in een grote dorpskerk. Naafloop van de dienst kwam een wanhopige vrouw de consistorie inen vroeg hulp. De predikant vroeg de kerkenraadsleden naar huiste gaan en bleef met de ene ouderling over. De vrouw vertelde haardramatische verhaal. Ze had meegedaan aan een bijeenkomst vansatanisten. Ze zaten om een ronde tafel en hadden een kris (krom-zwaard) op tafel gelegd. Het kon ronddraaien doordat een deel vanhet heft op de tafel rustte. Ze spraken af dat ze zouden vragen aansatan om in de persoon te komen die door de kris aangewezen werd.Na het ronddraaien van het zwaard wees de punt in de richting vande vrouw. De vraag aan satan werd ingewilligd, maar niet op demanier die de vrouw bedoelde. Vanaf die dag had ze allerlei vor-

18

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 18

Page 19: Geestelijke strijd

men van pijn in haar lichaam en werd ze gekweld door angst en on-rust. Onderzoek bij de huisarts en in het ziekenhuis bracht helemaalniets aan het licht. Men wist niet wat haar mankeerde. Toen gingze ten einde raad naar een predikant en hem beleed ze de oorzaak.Hoewel de predikant nooit iets dergelijks had meegemaakt en hetook nooit eerder gedaan had, bad hij onder handoplegging en be-val de boze geest uit de vrouw te gaan. Tot grote dankbaarheid vande vrouw verdwenen de pijn en de angsten direct. Empirisch on-derzoek had niets waargenomen, maar er was een geestelijke sa-menhang.

1.5 Een onderstroom die weer boven komt

Het eerder geschetste gesloten wereldbeeld, waarin wonderen geenplaats hebben en alles door middel van oorzaak en gevolg verklaardmoet kunnen worden, is de hoofdstroom in onze cultuur. Toch isonze westerse cultuur geen eenheid en zijn er altijd andere opvat-tingen te bespeuren. Zo handhaafden bijgeloof en occultisme zichals onderstroom, zie bijvoorbeeld de opera’s uit de negentiendeeeuw, en duiken telkens omhoog. Te midden van de Verlichting lageen periode van romantiek (zie ook hoofdstuk 5). Goethe schreeftoen zijn Faust, waarin Mephisto een hoofdrol speelt. Halverwegede negentiende eeuw werd het spiritisme herontdekt en in 1875kwam de theosofie op, via mevrouw Blavatsky, een spiritistisch me-dium. De oude esoterische kennis werkt door bij Rozekruisers, vrij-metselaars en antroposofen.

In de twintigste eeuw doorbrak de nieuwere natuurwetenschaphet gesloten wereldbeeld door de relativiteitstheorie en kwantum-mechanica. In aansluiting bij C.G. Jung ontstond een psychologiedie het heil van de mens zoekt in contact met kosmische krachten.We beleven nu een omslag in de cultuur. Het onzichtbare, het trans-cendente, bovennatuurlijke is ‘in’. De new agebeweging zet de ou-de gnostische-esoterische lijn krachtig voort en heeft miljoenen men-sen in haar ban. Overal zoekt men contact met bovenzinnelijke,kosmische entiteiten, met een ‘grote witte broederschap’, met gees-ten die men soms ook engelen noemt. Stripboeken, kinderpro-gramma’s en speelfilms spreken eveneens over goede en boze gees-ten (Van Dam, 1993, 13-14).

19

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 19

Page 20: Geestelijke strijd

Huisarts C. Spreeuwenberg, hoofdredacteur van het blad Me-disch Contact, wees er in 1990 al op dat er een grote vraag is naaralternatieve geneeswijzen. Hij maakt zelf gebruik van de traditio-nele ziektekundige opvattingen en behandelmethoden, zoals die nogsteeds aan de Nederlandse universiteiten worden gedoceerd en pastdus geen homeopathische of alternatieve geneeswijzen toe. Tochgeeft hij toe dat de andere benaderingen hun waarde hebben en ‘wemet een natuurwetenschappelijke benadering te vaak met ons fei-len worden geconfronteerd’. Hij wijst op het onderscheid dat Des-cartes aanbracht tussen ziel en lichaam, denken en materie, de stof-felijke en de onstoffelijke wereld. Daarmee werd het concept datziekte de hele mens betreft, verlaten. De geneeskunde raakte zo inde ban van materialistische denkbeelden dat velen de geneeskundeals een natuurwetenschap van het menselijk lichaam zijn gaan be-schouwen. Deze reductie is succesvol gebleken: ze maakt het mo-gelijk bijvoorbeeld infectieziekten te begrijpen en te behandelen. Ditheeft tot een dramatische verandering in de levensverwachting endoodsoorzaken geleid: de infectieziekten zijn voor een deel over-wonnen; nu zijn kanker en hart- en vaatziekten de belangrijkstedoodsoorzaak geworden.

Belangrijk is dat hij schrijft: ‘Thans moeten wij erkennen dat ereen stagnatie is opgetreden in het succes van het materialistisch den-ken. Wij zijn tegenwoordig weliswaar in staat het doodgaan uit testellen, maar vele mensen voelen zich niet gezond en de meeste chro-nische ziekten hebben we niet of nauwelijks onder de knie’ en ‘Erontstaat bij wetenschappers weer oog voor de relatie met de ons om-gevende machten’ (133-134).

1.6 De buitengesloten tussenwereld

Paul G. Hiebert werkte als zendeling in India. Al gauw kwam hijerachter hoe de westerse maatschappij in feite een tweedeling kentvan de werkelijkheid: aan de ene kant God en het bovennatuurlij-ke, aan de andere kant de natuurlijke wereld met autonome weten-schappelijke wetten. In het westerse denken zijn tussen die twee we-relden weinig raakvlakken. In schema gebracht:

20

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 20

Page 21: Geestelijke strijd

Tweederde van de inwoners van de wereld houdt er een oosters we-reldbeeld op na. Zij geloven dat geestelijke krachten deel uitmakenvan de realiteit van elke dag. Dat komt tot uiting in hun leven engedrag. Deze mensen proberen goden gunstig te stemmen metoffers. Zij proberen met rituelen demonen te verjagen. Voor veelmensen in de Derde Wereld hebben religie en (bij)geloof meer waar-de voor het dagelijks leven dan de wetenschap. Wij westerlingendoen het oosterse wereldbeeld gemakkelijk af als minderwaardig,omdat de westerse wereld meer ‘succes’ heeft. De oosterling begrijptniet waarom wij zo’n belangrijk deel van de werkelijkheid over hethoofd zien.

Tussen de twee delen van het westerse denken bevindt zich, watPaul Hiebert noemt, het ‘buitengesloten midden’, de wereld vangeestelijke krachten die werkzaam zijn op aarde. De Bijbel maaktons duidelijk dat die verbinding er is. In het Evangelie naar Mar-cus heeft ongeveer een kwart van de genezingen betrekking op men-sen die van de invloed van boze geesten worden verlost. Het rijkvan de duisternis moet een plaats hebben in ons wereldbeeld, om-dat er in werkelijkheid geen buitengesloten midden bestaat!

Ons is – in de wetenschappelijke benadering, maar ook vaak inde kerken – nooit geleerd dat de geestelijke wereld invloed heeft opde natuurlijke wereld. We hebben het ongeestelijke wereldbeeld vanhet geseculariseerde Westen overgenomen. Veel christenen sluitenhet bovennatuurlijke volledig uit, of verwijzen het naar de trans-cendente wereld waar het geen invloed heeft op hun leven. In hunreligie en leven van elke dag is zo geen plaats voor Gods kracht. Al-le menselijke fouten hebben, volgens hen, een psychologische of na-tuurlijke oorzaak.

Als wetenschapper was Hiebert getraind met de empirische we-

21

Transcendente wereld van God en Religiegeestelijke krachten (wonderen)

Het buitengesloten midden

Empirische wereld van de zintuigen Wetenschap(natuurwetten)

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 21

Page 22: Geestelijke strijd

reld om te gaan in naturalistische terminologie (zonder God), alstheoloog was hij gewend om de levensvragen te beantwoorden ingodsdienstige termen. Maar de middenzone ontbrak. Hij had nooitnagedacht over engelen, demonen, boze geesten, de eventuele in-vloed van vooroudergeesten en de zielen van dieren. Voor hem be-hoorde dit tot het terrein van de kabouters, de trollen en andere my-thische wezens. Daarom had hij geen antwoord op de vragen die deIndiërs hem op dit gebied stelden.

In het Westen begon het geloof in het middengebied uit te ster-ven in de zeventiende en achttiende eeuw. Het resultaat was een se-cularisatie van de wetenschap en een isolatie van de religie. Dewetenschap was gebaseerd op de zekerheden van de zintuiglijkewaarneming en de experimenten, religie werd beperkt tot het geloofen persoonlijke ervaringen. De wetenschap zocht orde in de na-tuurwetten, de religie mocht zich met wonderen bezighouden.

Hierdoor wordt duidelijk waarom veel zendelingen met een wes-terse opleiding geen antwoorden hadden op de problemen in hetmiddengebied. Ze zagen die vaak zelfs niet. Wanneer inlanders spra-ken over vrees voor geesten ontkenden de zendelingen eerder hetbestaan van de geesten dan dat ze de macht van Christus over henproclameerden. Met als gevolg, zoals Lesslie Newbigin het zegt, datde westerse christelijke zendelingen een van de grootste secularise-rende factoren zijn geweest in de geschiedenis!

De vragen van het middengebied zijn: de onzekerheid over de toe-komst, de crisis in het huidige leven, de onbekendheden van het ver-leden. Onzekerheid of het gezaaide zaad vrucht zal dragen, of debomen vruchten zullen voortbrengen, of men veilig met een bootde rivier op kan gaan. Ongelukken, misgeboorten en andere zakenkunnen de menselijke planning verstoren. Hoe kan men zeker zijndat een huwelijk vruchtbaar zal zijn en stand zal houden? Wat is deinvloed van geesten op het dagelijkse leven en hoe kunnen we degeesten gunstig stemmen?

Hiebert en andere theologen die in Afrika werken, benadrukkende noodzaak van een holistische theologie die zich met alle terrei-nen van het leven bezighoudt. Dan zal ook stelling genomen moe-ten worden tegen verkeerde voorstellingen van geesten. De geestenen occulte krachten lijken in derdewereldlanden centraal te staan,terwijl de oppergod ver weg is. In de Bijbel liggen de verhoudingen

22

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 22

Page 23: Geestelijke strijd

geheel anders: God is de Schepper, Hij is persoonlijk nabij en leidtde geschiedenis. De kwade geesten kunnen niet meer doen dan Hijtoelaat. De Bijbel is wat dat betreft theocentrisch: God staat cen-traal, terwijl satan en de demonen een ondergeschikte positie heb-ben.

Tevens zal duidelijk moeten worden dat de verlossing van zondeen schuld in de Bijbel meer nadruk ontvangt dan voorspoed in ditleven. De nadruk ligt op morele schuld die verzoend moet wordenen niet op de angst voor willekeurige machten die onheil in het le-ven veroorzaken. In dat opzicht hebben westerse zendelingen ge-woonlijk wel de goede nadruk gelegd, maar wie voorbijgaat aan demiddenwereld, die een geestelijke realiteit is, doet tekort aan de to-tale bijbelse boodschap. Het werk van Christus door de HeiligeGeest is een bevrijdende boodschap te midden van de geestelijkemachten die ons omringen. Het is goed hierbij in de leer te gaan bijde Vroege Kerk die een concreet antwoord gaf op de animistischereligies: er is bevrijding mogelijk, onder meer door exorcisme, vande demonische machten.

Zo lang de christenen met een tweevoudige wereldvisie komen,waarbij God beperkt is tot het bovennatuurlijke en de natuurlijkewereld geregeerd wordt door autonome natuurwetten, zal het chris-tendom een seculariserende factor blijven (Hiebert, 189-201; An-derson, 30-35).

1.7 De gelaagdheid van de werkelijkheid

Het bovenstaande is geen pleidooi voor een naïef verstaan van dewerkelijkheid om ons heen, alsof we de natuurwetten en vele uit-vindingen niet serieus zouden behoeven te nemen. Het gaat slechtsom de juiste plaats. We behoeven niet terug te keren tot een primi-tief wereldbeeld, maar we moeten beseffen dat de vele verworven-heden van de wetenschap slechts aspecten van de werkelijkheid be-lichten. En dat er daardoor alle reden is de geestelijke tussenwereldserieus te nemen.

Het natuurkundige beeld van de werkelijkheid is in de afgelopeneeuw behoorlijk veranderd. Maar wat onveranderd is gebleven, isde geslotenheid en volledigheid van dit beeld. Het laat nog steedsgeen ruimte voor andere dan fysische oorzaken. Toch zijn er talrij-

23

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 23

Page 24: Geestelijke strijd

ke zaken die we niet natuurkundig kunnen duiden: ons besef vangoed en kwaad, van onze vrijheid van handelen en van denken. Erzijn normen en waarden, menselijke verantwoordelijkheden, con-clusies van ons denken. Het ligt daarom voor de hand om de status,de aard en de grenzen van het wetenschappelijk wereldbeeld naderte bezien. Er is geen reden om de pretentie van de alomvattendheidvan de natuurwetenschappen zomaar te aanvaarden.

De reformatorische wijsbegeerte, ook wel wijsbegeerte van dewetsidee genoemd, kan ons daarbij helpen (zonder dat we het in al-les eens behoeven te zijn met de uitwerkingen van die wijsbegeerte).De werkelijkheid vertoont verschillende aspecten, zoals het fysische,het psychische, het historische en het sociale aspect van de dingen.Als hoogste geldt het geloofsaspect (bij mensen) dat verwijst naarde relatie met God.

De verschillende aspecten zijn ten opzichte van elkaar zelfstan-dig. Dat biedt ruimte voor de zelfstandigheid van de natuurweten-schappen die geen andere regels behoeven te aanvaarden dan in hetvak zelf zijn ontstaan. Zo kunnen we de mens bezien als een fysisch-chemisch systeem. De mens bestaat uit atomen en moleculen. Tochis daarmee niet alles gezegd. De mens heeft een lichaam dat leeft;hij is een levend organisme en onderscheidt zich daarmee van deniet-levende materie. Hij kan zich voortbewegen, hij haalt adem enheeft een stofwisseling. Toch is ook hiermee nog niet alles gezegd,want de mens is meer dan een dier. Hij is ook een bewust denker enwaarnemer, wat te maken heeft met ons zenuwstelsel en onze her-senen. Als levend organisme heeft de mens ook een verantwoorde-lijke positie in de samenleving. Daarmee komen we op regels vangoed en kwaad. De mens heeft ook de mogelijkheid te geloven, hetzogenaamde pistische aspect.

Op grond van deze beschrijving ligt het voor de hand de ge-laagdheid van de werkelijkheid te aanvaarden als een fundamenteelbeginsel. Karakteristiek daarvoor is dat elke ‘hogere’ laag nieuwebegrippen oproept, die op een dieper niveau nog geen betekenishebben: een steen heeft geen sociaal aspect en een plant kan niet ge-loven. Elke laag vergt een andere manier van kijken en verwijst naarandere verbanden en relaties. Dit houdt in dat de natuurkunde haareigen recht heeft, maar ook dat ze zich slechts bezighoudt met deonderkant van de werkelijkheid. En dat de geneeskunde wel iets ver-

24

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 24

Page 25: Geestelijke strijd

der komt, namelijk met de mens als levend organisme, maar dat nogsteeds geen uitspraken gedaan kunnen worden over hogere niveaus.Ook de psychologie en de psychiatrie houden zich bezig met de psy-che van de mens, maar kunnen daarmee de relatie met God nooitaantonen of ontkennen (Nienhuis, 48-58).

Hiermee wordt duidelijk wat er aan de hand is met een uitspraakdie een christenpsychiater eens deed. Hij vertelde mij nog nooit pa-tiënten meegemaakt te hebben die bezeten waren of demonen in zichhadden. Hij wist niet wat hij zich daarbij moest voorstellen. Vanuithet gewone instrumentarium van de wetenschappelijke, psychiatri-sche waarneming zal hij dit ook niet te weten komen. De psychia-trie kan als wetenschap geen geloofsuitspraken doen. Toch is hetop een ‘hoger’ niveau mogelijk dat mensen zich ingelaten hebbenmet occulte zaken en dat er een doorwerking te merken is in hunleven. Hiervoor hebben we de onderscheiding van geesten nodig, degevoeligheid die de Heilige Geest schenkt, en daarnaast onze ge-wone gespreksvaardigheden om te vragen naar het ontstaan van be-paalde symptomen. Dan komt soms naar voren dat het voorgeslachtzich met occulte zaken bezighield. Of, zoals een moeder een keerper telefoon vertelde, dat haar zoon van een jaar of tien zich geheelanders was gaan gedragen nadat hij bij een vriendje thuis een sterkocculte film had bekeken: hij was veel agressiever geworden en hoor-de steeds weer stemmen in zijn hoofd die opdrachten gaven.

Ook wordt met deze ordening duidelijk hoezeer R. Bultmann, debekende nieuwtestamenticus die de Bijbel probeerde te ‘ontmytho-logiseren’, categorieën verwart. Volgens hem kan men geen ge-bruikmaken van elektrisch licht en een radio, in geval van ziektemoderne medicijnen gebruiken en klinische middelen, én tegelij-kertijd geloven in de geesten- en wonderwereld van het Nieuwe Tes-tament (Van Dam, 1993, 170). We mogen echter op natuurkundigniveau de uitvinding van de elektriciteit aanvaarden als iets dat Godin deze schepping heeft gelegd, maar daarnaast en daarboven is hetmogelijk dat engelen en demonen invloed uitoefenen, zeker op mo-reel en geestelijk gebied.

25

70118_Geestel.strijd 4e dr 26-04-2007 16:44 Pagina 25