Landgenoten Winter 2008

28
landgenoten magazine voor boer en buiten winter 2008 | 16 www.vilt.be + Azalea's en marketing, de voetafdruk van vlees, precisiebemesting, natuurbeheer en veel meer driemaandelijks | kwartaal 4 | Gent X | P509285 ‘Tel bewust, win euro’s’ Banken biechten Welke wonden slaat de crisis? DOSSIER koolstof Hou de bodem in conditie Martin Heylen Tussen Siberië en koeienstal Ken je cijfers

description

 

Transcript of Landgenoten Winter 2008

Page 1: Landgenoten Winter 2008

landgenotenmagazine voor boer en buiten winter 2008 | 16

www.vilt.be

+ Azalea's en marketing, de voetafdruk van vlees, precisiebemesting, natuurbeheer en veel meer

drie

maa

ndel

ijks

| kw

arta

al 4

| G

ent

X | P

5092

85 ‘Tel bewust, win euro’s’

Banken biechtenWelke wonden slaat de crisis?

DOSSIERkoolstof

Hou de bodem in conditie

Martin HeylenTussen Siberië en koeienstal

Ken je cijfers

Page 2: Landgenoten Winter 2008

waar fi jne neuzenwaar fi jne neuzenzaken doenzaken doenzaken doenwaar fi jne neuzenzaken doenzaken doenwaar fi jne neuzen

www.agrifl anders.be Organisatie: Agrifl ora c.v., Kortrijksesteenweg 1097 c, b-9051 Gentt 09 245 36 13 • f 09 245 36 11 • e info@agrifl anders.be

Fla

nd

ers Expo Gent • 8–11 januari 2009

Vlaamse land- en tuinbouwbeurs

Landgenoten210x270.indd 1 27-11-2008 09:22:22

Page 3: Landgenoten Winter 2008

3

colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail [email protected] hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.

in dit nummer

20

12

18

06

Beste

landgenoten

06 focus koolstof Raakt onze bodem uitgeput?

Het sluimerende gevaar van te lage

koolstofgehaltes en wat je eraan

kunt doen.

12 ondernemer van nature Van gebouwenkost tot arbeidsinkomen

per koe. Herman Bens legt uit wat

cijfers over je bedrijf vertellen.

20 ten huize van Een meerprijs van 40 procent

voor azalea’s? De huis-, tuin- en

keukengeheimen van Mario en

Mieke Naudts.

22 buitenlander Na de Siberische keuterboerkes

ontdekt Martin Heylen de wereld

van melkcomputers en spermaselectie

in Kaprijke.

en verder …

04 koetjes & kalfjes14 burenbabbel17 uit de provincie18 biechtstoel24 frontaal27 mijn gedacht

Wat staat er op jouw verlanglijstje voor

2009? Een hogere melkprijs, lagere vee-

voederkosten, betere contractprijzen, een

verdere daling van de energieprijzen of

liever ideale weersomstandigheden? Als

ik een toverstaf had, zou ik er meteen voor

zorgen. Maar de tijd dat ik in elfjes en feeën

geloofde, is helaas al lang voorbij.

Dus ben ik tot het besluit gekomen dat ik jul-

lie maar beter een heleboel kennis toewens.

Vaktechnische kennis, maar ook kennis over

de werking van de markt, inzichten in de be-

hoeften van de consument, kennis over hoe

je jouw producten beter kan commercialise-

ren,… Want Francis Bacon wist het al in de

16de eeuw: kennis is macht. En als afgelopen

jaar wel één ding duidelijk is geworden, dan

is het dat onze sector nood heeft aan meer

marktmacht.

Ook azaleateler Mario Naudts was de lage

prijzen voor zijn producten beu. Hij gaf zijn

ogen en oren goed de kost en ontwierp een

uniek marketingconcept voor zijn azalea’s.

Resultaat: een meerprijs van maar liefst 40

procent. En dat is maar één van de voor-

beelden die je in dit nummer kan vinden

van hoe kennis over de consument en de

markt je grote voordelen kan bezorgen.

Bovendien hebben we voor jullie nog een

uniek aanbod. Wie zich tijdens Agriflan-

ders inschrijft op de gratis nieuwsbrief

van de volledig vernieuwde VILT-website,

maakt kans om een week lang met een

nieuwe tractor te mogen rond

rijden. Op de hoogte blij-

ven van wat er reilt en

zeilt in de sector en daar

bovenop nog hulp bij je

voorjaarswerk… Straks

geloof ik toch nog in

feeën en elfjes!

Veel leesplezier!

Griet Lemaire

Hoofdredacteur

Page 4: Landgenoten Winter 2008

Landbouwers en administratie: het klikt!

30Van stootkar tot internationaal aardappelverwerkend bedrijf,

van vlas tot fietskaders,… Het zijn maar een paar staaltjes van

creativiteit en ondernemerschap in de landbouw. Dat is ook

Kris Peeters niet ontgaan toen hij landbouwminister werd. Eén

en ander maakte zo’n indruk op de minister-president dat hij besliste er een boek

over te schrijven. Benieuwd naar wat hem heeft verrast en verwonderd?

WIN! Stuur je naam en adres naar [email protected] en maak kans op

één van de vijf exemplaren van het boek Kris Peeters. De boer op.

Of speel op zeker en geniet van een aantrekkelijke korting. Knip deze bon uit en

koop het boek tijdens Agriflanders aan €15 ipv. €21,50 (in hal 1). Deze korting (+

€3 portkosten) geldt ook als je het boek via overschrijving koopt. (rekeningnum-

mer 733-0240501-68 - vermeld: naam + adres + KPboek)

info www.borgerhoffenlamberigts.be

De boer op met minister Peeters

koetjes & kalfjes4

De papierberg op je bureau meer dan beu? Lijkt het je wel wat

om in de toekomst al je overheidsaangiftes en bedrijfsgegevens

eenvoudig en snel in te vullen en te beheren via de computer?

Dan wordt het tijd dat je kennismaakt met het e-loket van de

Vlaamse overheid. Dat helpt je bij het invullen van complexe

steunaanvragen, zoals de verzamelaanvraag. Bovendien zijn er

heel wat recente en historische bedrijfsgegevens (melkquotum,

zoogkoeienquotum, toeslagrechten,…) eenvoudig te raadple-

gen. Hoe je met het computersysteem moet werken, kan je leren

op donderdag 8 januari 2009 tijdens Agriflanders, de landbouw-

beurs in Gent. Dan organiseert de overheid zowel in de voor-

als de namiddag informatiesessies over het handige e-loket.

info Inschrijven is verplicht en kan via www.landbouwvlaanderen.be

Zuinig, zuiniger, zuinigstDat energie geen onbelangrijke kost is op een land- of tuinbouwbedrijf

kan je een understatement noemen. Steeds meer boeren en tuinders

zijn op zoek naar mogelijk heden om efficiënt om te gaan met energie of

naar alternatieve methodes om energie te produceren. Ook het Innova-

tiesteunpunt beseft dat het niet gemakkelijk is om op energievlak keuzes te

maken en beslissingen te nemen, het gaat immers vaak om grote investeringen.

Daarom organiseert het steunpunt de komende maanden een aantal informatiesessies

over dit onderwerp. In januari vindt een reeks thema-avonden plaats over energiezuinige

ventilatie op varkensbedrijven. Je maakt er kennis met het werkingsprincipe van ener-

giezuinige ventilatoren en er wordt een economische analyse gemaakt van

investeringen bij renovatie en bij nieuwbouw. Op 12 maart orga-

niseert het Innovatiesteunpunt zijn vierde Energie-Infodag in

Oostmalle. De hele dag door vinden er tal van infosessies

plaats waaruit je zelf een dagprogramma kan samenstel-

len. Doorlopend is er ook een beurs om contacten te

leggen en verdere informatie in te winnen.

info www.innovatiesteunpunt.be of 016 28 61 26

Ben jij die witte raaf die niet meteen

steigert wanneer hij het woord 'na-

tuur' hoort? Staat het idee om geel-

gorsjes te laten huizen in jouw graanran-

den je aan? Of je ziet het zitten om foerageergebieden

aan te leggen voor de kleine zwaan? Dan heeft Oost-

Vlaanderen jou nodig. Recent richtte de provincie

een landbouwnatuurfonds op dat landbouwers wil

ondersteunen die via kleine aanpassingen op hun be-

drijf het verschil willen maken voor de natuur. Ben

jij zo iemand? Neem dan meteen contact op met de

landbouwdienst van Oost-Vlaanderen.

info [email protected] of 09 267 87 27

'Heel wat familiebedrijven leven in de illusie dat ze een strategie hebben. Strategie heeft niets te maken met de grootste of de beste willen zijn, maar over anders of uniek zijn in je activiteiten.'

Johan Lambrecht,

professor aan het Studiecentrum voor Ondernemerschap van EHSAL-KUBrussel in De Tijd.

Geelgors

zkt. witte raaf

BO

N

Page 5: Landgenoten Winter 2008

Landbouw en natuur. Al decennia spelen zij een spel van aan-

trekken en afstoten, maar één ding is duidelijk: samen kunnen

ze meer dan alleen. Dat bewijzen ook talrijke voorbeelden uit

de praktijk. Tijdens de Gentse landbouwbeurs Agriflanders

geven VLM en de Vlaamse landbouw- en milieuadministratie

een bloemlezing uit mooie projecten die beide partijen samen

hebben gerealiseerd. Het wordt een studiedag waar de hoofd-

rol wordt gespeeld door landbouwers en natuurbeheerders

zelf: zij vertellen hun verhaal van wederzijds begrip, respect

en samenwerking.

info De studiedag Landbouw en natuur, het klikt! vindt plaats op zaterdag 10 januari van 10u tot 12.30u tijdens Agriflanders. Deelname is gratis, maar inschrijven is verplicht via 09 272 23 10 of [email protected].

5

miljard euro. Voor dat bedrag werden er in 2007 Belgische land- en tuinbouwpro-

ducten uitgevoerd. De invoer bedroeg 26,7 miljard euro. Daarmee kent de Belgische

handel in landbouwproducten een duidelijk positief handelssaldo. De landbouwsector

vertegenwoordigt hiermee één vierde van het totale Belgische handelsoverschot. In de

EU-ranglijst van de uitvoer van landbouwproducten bekleedt België de vierde plaats.

info Agrohandelsrapport 2007, www.vlaanderen.be/landbouw

doorklikken op publicaties, 02 552 78 40

30

Ben jij een Limburgse land- of tuinbouwer en spookt er al een

tijdje een innovatief idee door je hoofd? Zet het dan snel op

papier en stuur het naar de provinciale landbouwdienst. Wie

weet win jij wel de innovatie-award en wordt jouw idee snel

werkelijkheid. Met de wedstrijd wil de provincie Limburg voor

de tweede keer op rij de creatieve ondernemersgeest van zijn

land- en tuinbouwers aanwakkeren. De vernieuwende pro-

jecten moeten dit jaar passen binnen de thema’s: samenwer-

king, machines en water. Voor de drie beste kandidaten zijn er

mooie prijzen te winnen. De eerste in de wedstrijd krijgt een

projectsubsidie van 12.500 euro, nummer twee en drie krijgen

respectievelijk 7.500 en 5.000 euro. Voorwaarde is wel dat je

op korte termijn met het project start. Deelnemen kan tot 12

januari 2009.

info www.limburg.be/landbouw of 011 23 74 47

Limburg beloont creatieve geesten

En de oscar gaat naar…

Poll

Aantal stemmen: 412

Zelf een stem uitbrengen? Elke week vind je een nieuwe poll op www.vilt.be.

neeja36,9%63,1%

Vind jij dat de Vlaamse varkenssector er zo snel mogelijk voor moet opteren om biggen te verdoven vooraleer ze te castreren?

Goudbruin, knapperig en Belgisch. Moet jij ook meteen aan frieten denken?

Zo vanzelfsprekend is dat nochtans niet, want over het ontstaan van onze

nationale trots circuleren heel wat verhalen. Wij Belgen denken maar al te

graag dat wij deze lekkere aardappelbereiding hebben ontdekt. Onze zuider-

buren zijn er dan weer van overtuigd dat de bakermat van de friet in Frankrijk

ligt. Maar zoals altijd wanneer twee spreekwoordelijke honden vechten om

een been, zou een Spaanse non de uitvinding op haar naam mogen schrijven.

De heilige Teresa van Avila sneed Christus-figuurtjes uit aardappelen die ze

nadien bakte in olie. De armpjes en de beentjes vielen van de figuurtjes en

daarmee waren de eerste frieten geboren. Wil je meer weten over het ont-

staan van gerechten en dranken? Je leest er alles over

in het boek Geschiedenis op uw bord van Eric De

Maerteleire.

WIN! Maak kans op één van de vijf

exemplaren van het boek. Stuur je naam en

adres naar [email protected] met de

vermelding Geschiedenis op uw bord.

info www.roulartabooks.be

Heilige frietjes uit Spanje

Page 6: Landgenoten Winter 2008

focus koolstof6

D

Koolstof in de bodem

Gaat de bodem bergaf?Geregeld duiken alarmerende berichten op over het koolstofgehalte van de Vlaamse

akkers. Volgens Jan Bries van de Bodemkundige Dienst is er nog geen reden tot pa-

niek, maar landbouwers moeten wel alert zijn en op tijd maatregelen nemen. Een te

laag koolstofgehalte opkrikken is immers een werk van jaren.

e organische stoftoestand van de

landbouwgrond – ook wel uitge-

drukt als gehalte koolstof in de grond – bepaalt

voor een groot deel de vruchtbaarheid en de

bodemstructuur van de grond. Het organisch

materiaal in de bodem breekt jaar na jaar af. Om

het koolstofgehalte op peil te houden, moet er

dus elk jaar voldoende organisch materiaal wor-

den aangevoerd, in de vorm van oogstresten,

groenbemesters, organische meststoffen of bo-

demverbeteraars.

Opbrengst in gevaarGeregeld verschijnen er doemberichten over

het koolstofgehalte van de Vlaamse landbouw-

grond, dat dramatisch aan het dalen zou zijn. Jan

Bries, van de Bodemkundige Dienst, nuanceert.

‘Vanaf eind jaren negentig is er inderdaad een

globale daling van het organische stofgehalte

van de landbouwgronden. Steeds meer percelen

komen de laatste tien jaar beneden de optimale

toestand te liggen. Op een kleine 10% van de

gronden is het echt zodanig laag dat er sprake

kan zijn van opbrengstverliezen.’ Het gaat dan

vooral over akkers, aangezien er op blijvend

grasland van nature organische stof wordt op-

gebouwd.

De problematiek stelt zich het meest op

zwaardere bodems, waar de organische stof

nog extra belangrijk is onder meer voor de be-

werkbaarheid van de grond en voor de erosie-

gevoeligheid. Dat is het geval ten oosten van

Brussel, in de streek van Leuven en Tervuren,

maar bijvoorbeeld ook in het zuiden van West-

Vlaanderen. ‘Heel wat boeren hebben daar bo-

vendien beheersovereenkomsten lopen waarbij

hun nitraatresidu niet te hoog mag zijn, zodat

ze soms schrik hebben om organische stof aan

te brengen. Het is zeker niet eenvoudig om het

koolstofgehalte daar omhoog te halen.’

map als mede-oorzaakDe daling van het koolstofgehalte heeft ver-

schillende oorzaken. Zo wordt als gevolg van

de strengere mestwetgeving al ruim een decen-

nium minder stabiele organische stof uit dier-

Page 7: Landgenoten Winter 2008

7

Gaat de bodem bergaf?

Het geheim van een

goede bodemstructuur

Het koolstofgehalte is bepalend voor de

conditie van een akker. Het heeft een enor-

me invloed op alle bodemprocessen. Vol-

doende organische stof bevordert de bo-

demstructuur, waardoor de bodem meer

weerstand kan bieden tegen druk en dus

minder snel verschuift. De erosiegevoelig-

heid en de kans op verslemping nemen af.

Voorts verbetert organische stof de vocht-

huishouding: regenwater infiltreert snel-

ler in de bodem en tegelijk houdt de bo-

dem het water ook beter vast. Ook wordt

de grond beter doorluchtbaar waardoor

het bodemleven wordt gestimuleerd. Al-

lemaal zaken die je teelt ten goede komen.

Dat alles blijkt onder meer uit een

proef die sinds 1997 wordt uitgevoerd

door de Bodemkundige Dienst, met finan-

ciële steun van de provincie Vlaams-Bra-

bant en Vlaco. Op een proefveld wordt

gewone minerale bemesting (kunstmest)

vergeleken met bemesting gecombineerd

met toediening van 15, 30 en 45 ton gft-

compost per ha, telkens om de drie jaar,

om de twee jaar en elk jaar. De invloed

van de gft-compost is na verloop van tijd

duidelijk te merken in de stijgende kool-

stofgehaltes. En die hogere koolstofge-

haltes hebben duidelijk een invloed op

de bodemstructuur.

‘Door de hogere infiltratiesnelheid

hebben we op de percelen met hoge kool-

stofgehaltes minder snel plasvorming,’

zegt Jan Bries. ‘Ook blijkt de aggregaat-

stabiliteit hoger te liggen: de bodem heeft

meer weerstand tegen verslemping, bij-

voorbeeld bij extreme neerslag. Het wa-

terhoudend vermogen ligt 2 tot 3% ho-

ger. Dat lijkt misschien niet veel, maar het

is toch enkele millimeters water. Als het

eens een week niet regent, heeft je ge-

was een à twee dagen langer vocht. We

hebben de oefening gemaakt met de reële

weergegevens van 1989 tot 2007: in dro-

ge jaren betekenen die enkele millimeters

een verschil van drie ton aardappelen per

ha, maar ook in een gemiddeld jaar ligt de

opbrengst 1,7 ton hoger.’

lijke mest aangevoerd. De recente metingen

van het nitraatresidu doen daar nog een schepje

bovenop. Voorts heeft het veelvuldig bekalken,

omwille van te lage pH, een rol gespeeld. Bekal-

ken bevordert immers de mineralisatie en dus

de afbraak van organische stof. Ook de inten-

sievere teeltrotaties, bijvoorbeeld van groen-

ten, zorgen voor een intensievere afbraak van

de organische stof, net als monoculturen waarbij

er weinig oogstresten achterblijven. Stro dat niet

meer op het land achterblijft, dieper ploegen, het

veranderende klimaat, het scheuren van weilan-

den: het heeft allemaal een negatieve invloed op

de evolutie van het koolstofgehalte.

Hoewel de huidige aanbreng van stabiele or-

ganische stof op veel akkerbouwpercelen niet

volstaat om het koolstofgehalte op peil te hou-

den, trekt de Bodemkundige Dienst nog niet aan

de alarmbel. ‘Het merendeel van de akkers heeft

momenteel nog een degelijk koolstofgehalte,

en bovendien heb ik de indruk dat er de laatste

jaren een kentering is. Dat neemt niet weg dat

we waakzaam moeten zijn en dat elke boer het

koolstofgehalte van zijn akkers goed in de gaten

moet houden.’

Balans in evenwicht brengenOp perceelsniveau moet er dus voldoende aan-

dacht zijn voor de organische stofvoorziening:

een te laag koolstofgehalte weer op peil brengen

is een werk van tientallen jaren. Voorkomen is

in dit geval zeker beter dan genezen. ‘Sinds een

aantal jaar hebben wij de advisering omtrent het

koolstofbeheer opgenomen in de standaard-

grondontleding’ zegt Jan Bries. ‘Als landbouwer

verneem je het koolstofgehalte van het perceel en

of dat koolstofgehalte goed is of niet. Daarnaast

vertellen we hoeveel organische stof er per jaar

De opbrengstverliezen door een laag

koolstofgehalte zijn voorlopig vrij beperkt.

Page 8: Landgenoten Winter 2008

8 focus koolstof

wordt afgebroken en hoeveel je dus op zijn minst

moet compenseren. We bezorgen je ook een lijst

waarop je duidelijk kunt zien hoeveel stabiele

organische stof verschillende soorten oogstres-

ten, groenbemesters, organische meststoffen

en bodemverbeteraars toevoegen. Zo kun je zelf

zien of met je geplande uitbating de organische

stofbalans klopt en afbraak en aanvoer dus in

balans zijn.’

Mix van maatregelenDe afbraak van organische stof compenseren kan

aan de hand van een mix van maatregelen. Oogstres-

ten inwerken is effectief, maar ook groenbemesters

opnemen in het teeltplan en organische bemesting

zijn goede manieren om stabiele organische stof aan

te brengen. ‘We moeten ook meer nadenken over

onze teeltrotatie. Als je bijvoorbeeld zowel snijmaïs

als korrelmaïs zet, doe dat dan niet altijd op dezelfde

percelen. Na het dorsen van korrelmaïs blijft er im-

mers veel meer organische stof achter.’ Op enkele

jaren tijd kun je het koolstofgehalte echter niet fun-

damenteel doen stijgen. Zelfs met een goeie maat-

regelenmix blijft het een werk van lange adem, dat je

beter aanvat voor de problemen voelbaar worden.

Om landbouwers een zicht te geven op de evolutie van het koolstofgehalte op lange ter-

mijn, laat de dienst Land en Bodembescherming (Departement Leefmilieu, Natuur en Ener-

gie, Vlaamse overheid) een koolstofsimulator maken waarmee je de evolutie op je per-

celen kunt voorspellen. Het project wordt concreet uitgevoerd door de Bodemkundige

Dienst en de Universiteit Gent en mee geëvalueerd door kennisgroepen van landbouwers.

In de simulator voer je voor een perceel gegevens in over het huidige koolstofgehalte, de

grondsoort en de historiek. Vervolgens kun je voor dat perceel teeltrotaties aanmaken zoveel je

wil: rotaties van 1 tot 4 jaar, met 1 tot 3 teelten per jaar, met ingewerkte oogstresten of niet, en

met de verschillende mogelijkheden qua bemesting en bodemverbeteraars. Voor elk scenario dat

je zo invoert, schetst de simulator welke evolutie je kunt verwachten voor wat het koolstofge-

halte betreft. De ideale manier dus om te weten te komen welk langetermijneffect je teeltrotatie

heeft op het koolstofgehalte van je percelen.

De simulator zal in de eerste helft van 2009 beschikbaar zijn, bij de Dienst Land en Bodembe-

scherming van de Vlaamse overheid.

Koolstofsimulator op komst

info Departement Leefmilieu, natuur en Energie – Dienst Land en Bodembescherming, T 02 553 21 93, [email protected]

Page 9: Landgenoten Winter 2008

9

Weet je welk effect je teeltrotatie op lange termijn heeft op je gronden?Hieronder vind je een aantal simulaties van rotaties en hun effect op het koolstofgehalte voor de komende 30 jaar.

1. Monocultuur voedermaïs met drijfmesttoediening: koolstofgehalte daalt - Initieel C-gehalte: 1,1%

- Grondsoort: leem

- Diepte bouwvoor: 23 cm

- Historiek: akkerbouw met mengmest

- Rotatie: elk jaar snijmaïs met in maart

20 ton/ha vleesvarkensdrijfmest

- Aanvoer door organische mest:

N: 162 kg/ha; P2O5: 78 kg/ha

- Besluit: met deze rotatie blijft het

koolstofgehalte onder de streefzone

2. Gangbare akkerbouwrotatie (aardappelen, wintertarwe, suikerbieten, voedermaïs) zonder organische mesttoediening: koolstofgehalte daalt- Initieel C-gehalte: 1,1%

- Grondsoort: zandleem

- Diepte bouwvoor: 23 cm

- Historiek: akkerbouw met mengmest

- Rotatie:

Jaar 1: aardappelen

Jaar 2: wintertarwe (stro afgevoerd)

Jaar 3: suikerbieten (teeltresten ingewerkt)

Jaar 4: snijmaïs

- Aanvoer door organische mest:

N: 0 kg/ha; P2O5: 0 kg/ha

- Besluit: met deze rotatie voldoet het koolstofgehalte aan de minimumvereiste, maar het blijft onder de streefzone voor een optimale gewasopbrengst

3. Gangbare akkerbouwrotatie (aardappelen, wintertarwe, suikerbieten, voedermaïs) met stalmest en groenbemester: positief effect- Initieel C-gehalte: 1,1%

- Grondsoort: zandleem

- Diepte bouwvoor: 23 cm

- Historiek: akkerbouw met mengmest

- Rotatie:

Jaar 1: aardappelen met 20 ton/ha

runder stalmest in maart

Jaar 2: wintertarwe (stro afgevoerd)

gevolgd door gele mosterd;

met 20 ton/ha runderstalmest in maart

Jaar 3: suikerbieten (teeltresten ingewerkt) met 20 ton/ha runderstalmest in maart

Jaar 4: snijmaïs met 20 ton/ha runderstalmest in maart

- Aanvoer door organische mest, elk jaar:

N: 166 kg/ha; P2O5: 58 kg/ha

- Besluit: met deze rotatie komt het koolstofgehalte in de streefzone voor een optimale gewasopbrengstinfo Bodemkundige Dienst van België, Willem de Croylaan 48, 3001 Leuven T 016 31 09 22, F 016 22 42 06, e-mail [email protected]

Page 10: Landgenoten Winter 2008

10 focus koolstof

Een dalend koolstofgehalte is natuurlijk niet enkel

een Belgisch probleem. De meeste Europese lan-

den worstelen ermee en onder meer de klimaat-

verandering doet het probleem alleen nog toene-

men. Europa nam het koolstofgehalte dan ook op

in de mtr-randvoorwaarden: in Vlaanderen moet

een landbouwer zich, afhankelijk van de bewerkte

oppervlakte, laten adviseren door het koolstofge-

halte van een aantal percelen te laten bepalen en

evalueren. ‘Het aantal verplichte bodemstalen is

beperkt,’ zegt Martien Swerts van de dienst Land

Probleem in heel Europa

en Bodembescherming (departement Leefmilieu,

Natuur en Energie). ‘Het is vooral de bedoeling om

landbouwers bewust te maken van de problema-

tiek, want wie er echt iets aan wil doen, die laat

meer bodemstalen onderzoeken dan opgelegd.’

Het koolstofgehalte komt ook terug in de

Europese Kaderrichtlijn Bodembescherming, die

voorlopig echter nog niet is goedgekeurd. In het

voorstel dat op tafel ligt, is het de bedoeling dat

de lidstaten risicozones of aandachtszones gaan

afbakenen voor erosie, dalend koolstofgehalte,

verdichting, verzilting, verzuring, grondver-

schuiving en verontreiniging. Voor die gebieden

moeten dan actieplannen worden opgesteld.

‘De landbouwers hoeven daar geen schrik voor

te hebben,’ zegt Martien Swerts. ‘Er komen geen

algemeen geldende normen voor heel Europa,

geen minimumgehalte koolstof bijvoorbeeld. Er

komen wel een aantal criteria om risicogebieden

te identificeren, maar de lidstaat bepaalt zelf

wanneer er actie wordt ondernomen en welke

maatregelen er worden genomen.’

De komende jaren lopen er verschillende grensoverschrijdende Interreg-projecten die aandacht hebben voor het organische stofge-halte en andere bodembedreigingen. Telkens is er ook aandacht voor de praktijk: wat kun je als landbouwer doen om je akkers op lange termijn in optimale vorm te houden?

Koolstof in de praktijk

BodemBreed: Vlaams-Brabant, Limburg, Antwerpen en Nederlands-Limburg Het project start in 2009 en loopt tot eind 2011.

BodemBreed bekijkt de bodem als samenhangend

complex en wil een duurzaam gebruik van de bo-

dem stimuleren. Er wordt onder meer gewerkt

rond bewerkingsmethoden, mechanisatie en de

toepassing van groenbedekking.

info ine Vervaeke, Provincie Vlaams-Brabant,

T 016 26 72 29, e-mail [email protected]

Prosensols: Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Wallonië en FrankrijkProsensols is gestart op 1 september en loopt tot

31 augustus 2012. Doel van het project is de bodem

te beschermen tegen degradatie. Prosensols wil in

hoofdzaak de boer ondersteunen bij het opkrikken

van de bodemvruchtbaarheid, door maatregelen

te evalueren en te demonstreren. Het project krijgt

financiële steun van de Europese Unie.

info Liesbet Serlet, Provincie West-Vlaanderen,

T 051 27 33 83, e-mail: [email protected]

Page 11: Landgenoten Winter 2008

www.sbb.be

Meer advies, minder betalenWerkt u graag met een adviseur die de polsslag van uw bedrijf aanvoelt? Zoekt u iemand die

uw sector kent en vanuit zijn ervaring kan vergelijken met andere bedrijven? Wilt u goed

voorbereid zijn op controles en inspecties in uw sector? Kom dan zeker eens langs in één van

onze 28 kantoren. Wij vertellen u graag meer over de tweejaarlijkse begeleiding die wij onze

klanten aanbieden in het kader van het BAS. Dankzij dit nieuwe bedrijfsadviessysteem betaalt

de overheid u tot 80% van onze advieskosten terug. U krijgt bovendien gratis toegang tot Agri

Online, een nieuw SBB-programma dat uw bedrijfsbeheer via internet een stuk makkelijker

maakt.

Interesse? Bel 070/222 673 voor het SBB-kantoor in uw buurt. Meer info ook op www.sbb.be.

BASNieuwe subsidies

voor bedrijfsadviesvoor alle landbouwers, veetelers en tuinders

SBB Partner voor bedrijvige mensen

Page 12: Landgenoten Winter 2008

‘Je ontdekt altijd iets nieuws’Kostprijsberekening

12

Hoeveel kost een extra koe, en

wat brengt ze op? Is een hectare

korrelmaïs financieel nog altijd

interessanter dan grasland? ‘Als

landbouwer word je meer en

meer verplicht om te rekenen’,

zegt melkveehouder Herman

Bens uit Tongerlo. ‘Met teelt-

technisch verstand alleen hou

ik mijn bedrijf niet gezond.’

ondernemer van nature

naam + leeftijd: Herman Bens, 40 jaardiploma: Graduaat landbouwbedrijf (samen met broer Marc): 120 melkkoeien + jongvee, 80 ha vooral gras en maïs

en hogere productie per koe of per hec-

tare leidt niet automatisch tot een grotere

jaaropbrengst. Jammer voor wie vooral op

teelttechnisch vlak een kei is, maar voor

je jaarresultaat spelen nog vele andere factoren

mee.’ Herman Bens baat samen met zijn broer

Marc een melkveebedrijf uit in Tongerlo en weet

waarover hij spreekt. ‘Vooraleer je een teeltplan

opstelt, zou je per teelt een degelijke kostprijs-

berekening moeten maken. Op basis daarvan kun

je ook de stalactiviteit en -productiviteit in kaart

brengen. Het vergt misschien even tijd om met

de cijfers vertrouwd te raken, maar dat weegt

zeker niet op tegen het voordeel van gericht te

kunnen bijsturen.’

Vergeten kostenDe berekening is in principe eenvoudig: de op-

brengst min je kosten. Vaak wordt echter verge-

ten om naast de facturen, ook minder zichtbare

kosten als de seizoenspacht, afschrijvingen en

intresten mee te rekenen. Herman bijt er na al

die jaren zijn tanden niet meer op stuk. ‘In de

praktijk kan ik de meeste cijfers gewoon uit

mijn boekhouding halen. Sommigen vinden een

E

Page 13: Landgenoten Winter 2008

‘Je ontdekt altijd iets nieuws’Kostprijsberekening

13

rameters – veearts, bemesting, loonwerk,… – een

paar euro af te pitsen, doet een nog betere zaak. Je

mag je door de jaarcijfers wel niet laten verblinden.

Wie niet bekalkt, kan één jaar mooie cijfers heb-

ben. Maar dat wreekt zich op langere termijn.’

Dure grondVandaag moet ook Herman een moeilijke periode

zien te overbruggen. ‘Alles is duurder, maar onze

inkomsten zijn gedaald. Het is afwachten hoe de

situatie zal evolueren. Ik heb al eens zitten reke-

nen om eventueel maïsstarter over te slaan, maar

verder gaan we niet. Als je bijvoorbeeld een ni-

traatbeurt weglaat, is het verschil in opbrengst te

groot. De onkosten voor grond zijn zo hoog dat we

alle lopende investeringen daarin ten volle moeten

benutten. Op iets langere termijn willen we ook

klaar zijn voor het wegvallen van de quota. Dan

wordt rekenwerk nog belangrijker. Al blijft het af-

wachten of het zo hard zal gaan als een tijd terug

werd gedacht.’

info - ontdek verschillende rekenmodules op

www.boerenopeenkruispunt.be (> nieuws > hulpmiddelen)- Alle info over de subsidie voor bedrijfsboek houding:

www.vlaanderen.be/landbouw/bas

bedrijfsboekhouding extra administratie. Maar

het is wel de administratie die het meest lonend

is op heel je bedrijf. Ik kan het iedereen alleen

maar aanraden.’

Herman en zijn broer Marc maken ook deel uit

van een bedrijfskern, een groepje melkveehou-

ders uit de wijde regio die vier keer per jaar hun

cijfers met elkaar vergelijken. Ze komen dan sa-

men bij een collega en overlopen een hele lijst pa-

rameters. De hoeveelheid geproduceerde melk,

of de opbrengst van de melk. De belangrijkste

onkosten zoals de gebouwenkost, de loonwerk-

kost per hectare, of de voederkosten per koe. En

een aantal technische kengetallen zoals het eiwit-

gehalte van de melk, het saldo krachtvoeder per

liter, of het arbeidsinkomen per koe.

Geen toverformuleVanwaar al die openheid onder collega’s? ‘Je

kunt vinden dat een ander geen zaken heeft met

jouw cijfers. Maar als je eens nadenkt over de

voor- en de nadelen, blijkt dat je maar weinig

te verliezen hebt. We zijn ook niet op zoek naar

één formule die je op elk bedrijf kunt toepassen.

Iedere boerderij heeft een andere bedrijfsstruc-

tuur, met andere loopafstanden, andere gron-

den. Voor mij is een goede boer iemand die op al

die omstandigheden zo goed mogelijk inspeelt.

Iemand die een goed resultaat haalt en dat kan

combineren met andere zaken die hij in het leven

belangrijk vindt.’

De bedrijfskern is gegroeid uit een overheids-

initiatief van de dienst die intussen tot Dienst

Duurzame Landbouwontwikkeling is omgedoopt.

De melkveehouders werden meer dan twintig jaar

geleden samengebracht om te praten over hun

bedrijfsboekhouding. Omdat ze het erg boeiend

vonden om van elkaar te leren, zijn ze dat blij-

ven doen. Het groepje bestaat overigens uit zeer

uiteenlopende bedrijven. Van jong tot oud, van

60 tot 120 melkkoeien, van een erg hoge tot een

eerder lage melkgift per koe.

TermijndenkenVoor Herman is het vaste cijferwerk een extra

stimulans om zijn bedrijf te blijven verbeteren.

‘Je wordt verplicht om jezelf te evalueren. Je moet

inschatten waarom je dit jaar op bepaalde parame-

ters minder hebt gescoord. En als je de cijfers dan

ook nog in groep vergelijkt, pik je onvermijdelijk

nieuwe dingen op. Na een tijd ga je ook anders den-

ken. Onbewust ben ik het hele jaar door alert voor

de parameters die we berekenen. Ik hoef de cijfers

niet te zien om de tendensen te kennen. Maar dat

maakt het niet minder interessant om de zaken

achteraf nog eens rustig te bekijken.’

Bij momenten lijkt het wel alsof er geen melk-

veehouder maar een manager aan het woord is.

Toch heeft Herman ook aandacht voor de teelttech-

nische prestaties. ‘Een kwalitatief goede graskuil

blijft belangrijk voor je resultaat. Dat vertaalt zich

ook onmiddellijk in je cijfers. Maar alleen daarmee

kom je er niet. Wie erin slaagt om er op alle pa-

Een kwalitatief slechte graskuil vertaalt zich direct in je resultaten.

Verborgen rendementen'Als je weet dat er tussen goede en slechte bedrijven inkomensverschillen zijn van 0,10 euro per

liter melk, 200 euro per zeug en 20 euro per vleesvarken, dan zijn er voor gemiddelde en minde-

re bedrijven hopen geld te verdienen met het ontdekken van verborgen rendementen', zegt Jac-

ky Swennen, adviseur bij SBB. 'Een bedrijf moet in normale omstandigheden eerst optimaliseren

en dan groeien, niet omgekeerd'.

Hulp nodig om die verborgen rendementen te ontdekken? Sinds 2007 kunnen bedrijven die een

bedrijfseconomische en milieuboekhouding bijhouden tot 80 procent van de totale adviesfactuur

terugbetaald krijgen. Bij dit BedrijfsAdviesSysteem (BAS) krijg je bovendien ook advies over de

randvoorwaarden van MTR, milieuadviezen en adviezen rond arbeidsveiligheid.

info www.vlaanderen.be/landbouw/BAS

Page 14: Landgenoten Winter 2008

burenbabbel14

‘Rijkere akkerranden,

Een bermmaaier met een hydraulische arm

en een zuigsysteem, die je in één minuut

aan een trekker kunt koppelen. Met die

praktische oplossing wil de vereniging sval

collega’s tot landschapsonderhoud aanzetten. ‘Dat

biedt zowel vanuit landschappelijk als landbouw-

technisch oogpunt voordelen, zegt akkerbouwer

en sval-lid Steven Van Hyfte. ‘De grachten zien

er mooier uit. Er groeien minder teeltbedreigende

onkruiden. En we proberen het maaisel als kool-

stofbron voor onze percelen te gebruiken.’

Minder nitraatDe vereniging sval is opgericht als uitloper van

het Interreg-project Boeren Bouwen aan het

Landschap (BoBoL). De vijf leden zijn landbou-

wers Steven Van Hyfte en Marc Huyghe uit Sint-

Laureins, landbouwer-loonwerker Ivan Lippens,

hobbylandbouwer Luc Vande Ryse en machine-

constructeur Patrick Buysse. In eerste instantie

hebben de vijf met veel enthousiasme en eigen

middelen hun machine-idee gerealiseerd. Het

voorbije jaar hebben ze de machine uitgebreid

getest en demonstraties gehouden in het kader

van een project voor landschapsonderhoud door

boeren van de provincie Oost-Vlaanderen.

Luc Vande Ryse: ‘We weten intussen dat het

machineconcept werkt en dat het kansen biedt.

Door geregeld te maaien en het maaisel af te voe-

ren, wordt de flora van de taluds rijker. Nu wor-

den de grachten nauwelijks gemaaid en als dat

Boeren die het landschap onderhouden: nieuw is het

idee niet. Wel vernieuwend is het machineconcept

waarmee de vereniging Samenwerking Voor Agrarisch

Landschap (SVAL) de stap naar de praktijk zet. De Oost-

Vlamingen vereenvoudigden het onderhoud van taluds

en passen het beter in je bedrijfsvoering in.

Page 15: Landgenoten Winter 2008

15

‘Rijkere akkerranden,

info www.sval.be of [email protected]

De landbouwkundige voordelen zijn moeilijk in euro’s uit te drukken.

toch gebeurt, blijft het maaisel liggen. Dat zorgt

voor extra nitraat, dat uitspoelt of de groei van

onkruiden stimuleert. Wij doorbreken die cirkel

door het maaisel af te zuigen en fijne snippers

ervan op je perceel te gebruiken als koolstofbron.

Maar eigenlijk hebben we iets meer tijd nodig om

de impact van de snippers te evalueren en even-

tueel andere afvoeropties te testen.’

Slapende grond‘Bij de eerste tests hebben de maaisnippers de

onkruiddruk niet verhoogd’, zegt Marc Huyghe.

‘Ik blijf wel benieuwd naar het testperceel waarbij

we het maaisel op één locatie hebben ingewerkt.

Maar door het systeem aan te houden, moet je

sowieso van keer tot keer minder bedreigende ge-

wassen versnipperen. Wat ik ook belangrijk vind,

is dat we goed kunnen inspelen op het moment.

Je maait op het ogenblik dat het voor jou het best

past. Net na de oogst, of net voor je maïs plant.

Zo kunnen de plantjes gelijk opschieten met de

flora aan de gracht.’

In een streek als het Meetjesland zorgen grach-

ten voor heel wat onbeteelde oppervlakte. Ste-

ven: ‘Je moet telkens één meter vrijlaten en ook

de schuine kant verlies je. In onze streek slorpt

slapende grond op die manier gemiddeld 5 pro-

cent van de landbouwoppervlakte op. Afhankelijk

van hoe groot je perceel is, wordt dat iets meer

of iets minder. Vroeger werden taluds ingezet

voor hooiopbrengst, maar dat past niet meer in

de moderne bedrijfsvoering. Dankzij ons concept

hopen we die grond opnieuw te benutten voor

landschapsbeheer of voor het leveren van kool-

stof of biomassa.’

Gezocht: onkostenvergoedingAan het landschapsonderhoud hangt wel een prijs-

kaartje vast. Om uit de kosten te komen, vraagt

sval 45 euro per uur voor het gebruik van de maai-

er, chauffeur inbegrepen. Luc: ‘Om het risico op

breuk te beperken, laten we voorlopig maar één

persoon met de maaier rijden. Onze machine is

samengesteld uit occasiestukken, maar heeft toch

14.000 euro gekost. Je mag erop rekenen dat we

ongeveer twee kilometer per uur afleggen, zonder

obstakels. Er is één beurt nodig voor de schuine

kant, één voor het rechte deel, en eventueel nog

een extra ronde als sommige maaistroken breder

dan de werkbreedte van 1,20 meter zijn.’

Het ecologisch beheer van de natuurlijke rand

en de oevers van perceelsgrachten creëert een

rijkere vegetatie en een natuurlijke omgeving

voor de fauna. Voedsel en beschutting dus voor

akkervogels zoals de patrijs, maar ook roofvogels

varen er goed bij. De sval-leden hopen dan ook

dat er op termijn een vergoeding kan staan te-

genover het onderhoud. ‘Wat we doen gaat een

stuk verder dan wat de Code Goede Landbouw-

praktijk of de mtr-voorwaarden voorschrijven,’

zegt Marc. ‘Als boer heb je wel het voordeel dat

het maaisel een koolstofbron kan zijn en dat je

door de rijkere flora meer aan natuurlijke plaagbe-

strijding doet. Maar dat is moeilijk in euro’s uit te

drukken. Wat helemaal niet klopt in het systeem,

is dat het onderhoud van de natuurlijke oevers

financieel niet gewaardeerd wordt: het valt zelfs

buiten de beheersovereenkomsten van vlm. Het

is moeilijker en duurder dan akkerrandbeheer,

maar het wordt niet vergoed…’

hogere opbrengst’

Studiedag natuurrijk landbouwbeheerTijdens Agriflanders organiseren de provincie

Oost-Vlaanderen en VLM een studiedag over

natuurrijk landbouwbeheer. Die vindt plaats op

donderdag 8 januari vanaf 9u. Niet alleen zullen

de gerealiseerde projecten er worden bespro-

ken, ook geplande acties en beleidsinitiatieven

worden toegelicht. Eveneens wordt dieper inge-

gaan op het Eco²-project.

info www.oost-vlaanderen.be/landbouw of 09 267 86 79

Economie x ecologie = Eco2

Agrarisch aannemingswerk biedt bijkomende kansen voor agrarische bedrijven. Als omkadering voor boeren en tuinders die

beheer- en inrichtingswerken willen uitvoeren, is op één oktober het Eco2 -project gestart. Dat is een initiatief van Boerenbond,

Agro ı Aanneming, VLM en het Agentschap Natuur en Bos, met steun van Europa, de Vlaamse Gemeenschap, Rurant en lisro.

Het project bestaat uit 3 deelinitiatieven: 1. de oprichting van agrobeheersgroepen, die lokale samenwerkingsverbanden tus-

sen boeren willen opzetten 2. ondersteuning voor landbouwers die landschappelijk aannemingswerk verrichten 3. het uit-

werken van een gebieds- en marktgerichte aanpak voor landschapsontwikkeling, in eerste instantie in de Gentse Kanaalzone.

info www.agroaanneming.be of 016 28 64 64

Vlnr.: Marc Huyghe, Steven Van Hyfte, Luc Vande Ryse en Ivan Lippens bij de machine die ook handig is om over afsluitingen te maaien.

Page 16: Landgenoten Winter 2008

AGRI-FUTURE

Goed begonnen is half gewonnen.

Ondernemen in de land- en tuinbouwsector is vandaag niet meer zo vanzelfsprekend. Met “AGRI-FUTURE*”maken we het jonge en gedreven landbouwers alvast een stuk makkelijker. Want “AGRI-FUTURE” is veel meerdan een krediet alleen. Met “AGRI-FUTURE” begeleiden we jonge ondernemers bij de groei van hun bedrijf.Meer info hierover vindt u op www.landbouwkrediet.be.

De troeven van “AGRI-FUTURE”:• vijf jaar begeleiding door een gespecialiseerde ploeg;• een financieel voorstel dat beantwoordt aan uw behoeften, zonder dossierskosten;• een financiële tussenkomst in uw installatie- en beheerskosten;• gratis voorfinanciering van de VLIF-rentesubsidies.

www.landbouwkrediet.be

* Aanbod onder voorwaarden

LANDGENOTEN:Mise en page 1 24-11-2008 15:06 Page 1

Page 17: Landgenoten Winter 2008

17uit de provincie

r zijn twee goede redenen om niet langer

vast te houden aan je oude bemestings-

schema: het is te duur en te belastend

voor het milieu. ‘Dankzij nieuwe technie-

ken kun je met minimale bemestingsdosissen ook

een hoge opbrengst en kwaliteit behalen’, zegt

Franky Coopman van povlt vzw Rumbeke-Beitem.

‘In Vlaanderen beschikken we intussen over een

ruime bagage om telers van vollegrondsgroenten

in de praktijk bij te staan.’

Duitse precisieDe basis voor het nieuwe bemestingssysteem

werd gelegd in Duitsland, met het kns-systeem.

Dat staat voor Kulturbegleitenden Nmin Sollwer-

te, waarbij het opnameverloop van stikstof voor

de meeste groenten in kaart werd gebracht. De

voorbije jaren werd dat systeem vertaald naar de

Vlaamse omstandigheden door onderzoekers van

het povlt vzw in Rumbeke-Beitem, het pcg vzw in

Kruishoutem en het Proefstation in Sint-Katelijne

Waver. Zij slagen er vandaag in om minimale do-

sissen op het juiste moment toe te dienen en om

optimaal gebruik te maken van de gratis stikstof

die door mineralisatie in de bodem vrijkomt.

Aansluitend daarbij is ook een stikstofmeetnet

opgericht, waarbij iedereen de resultaten van

14 referentiepercelen kan volgen op de website

www.stikstofmeetnet.be.

Franky Coopman: ‘Voor onze basisbemesting

vertrekken we altijd van een bodemanalyse. Op

basis daarvan maken we een plan op, waarbij we

ook rekening houden met de gebruikte bemes-

tingstechnieken. Wie band-, rijen- of puntbe-

Beter bemesten

E

Hoe beperk je de reststikstof zonder op kwaliteit en opbrengst

in te boeten? Het povlt vzw heeft samen met het pcg vzw en het

pskw vzw heel wat knowhow ontwikkeld waarvan je als groente-

teler gebruik kunt maken. Vergeet je klassieke bemestingsschema.

Ontdek de wereld van rijbemesting en compost.

mesting inzet, kan de meststoffen veel preciezer

toedienen. Ook de afstelling van de bemestings-

machines verdient de nodige aandacht. Zo blijkt

uit onderzoek van het ilvo dat slecht afgestelde

doseerelementen verschillen van meer dan 100 kg

n veroorzaken. Daarnaast geven we advies over

de soorten meststoffen, ook die met nitrificatie-

remmer, en de inzet van groenbemesters – die

trouwens ook bepaalde bodemziekten kunnen

helpen bestrijden.’

Betaalbaar adviesAls teler kun je bij povlt vzw, pcg vzw of pskw

aankloppen voor bemestingsadvies tegen zeer

gunstige prijzen. Telefonische contacten, bijvoor-

beeld toelichting bij een analyseverslag, is gratis.

Je kunt ook een bemestingsadviseur laten komen

om je situatie op perceelsniveau te bekijken. Voor

50 euro stelt die een bemestingsplan op voor een

heel jaar. Het derde pakket is een volledige door-

lichting van het stikstofgebruik op je bedrijf. Voor

100 euro houdt het proefcentrum alles tegen het

licht: de toestand van je bodem, de machines, de

verdeling dierlijke mest-kunstmest, de mogelijk-

heden om nitraatresidu’s te beperken, je volledige

bemestingsplan enzovoort.

We spelen in op de gratis stikstof die in de

bodem vrijkomt.

info www.povlt.be of www.stikstofmeetnet.be [email protected] of 051 27 33 45 (regio West-Vlaanderen) [email protected] of 09 381 86 80 (regio Oost-Vlaanderen) [email protected] of 015 30 00 69 (regio Antwerpen-Limburg)

Page 18: Landgenoten Winter 2008

18 biechtstoel

Banken in crisis

biechtstoel18

naam: Wim Vranken, 40 jaarfunctie: Verantwoordelijke landbouwkredieten net Noord bij Land-bouwkrediet

woonplaats: Antwerpen

Dirk Lips: Klopt het dat jullie tijdens de crisis geen al te zware klappen kregen?Patrick Kindt: ‘KBC stond zeker niet op de eerste rij.

Wij zijn een grote retailbank, wat wil zeggen dat we

voor onze financiering grotendeels kunnen terug-

vallen op eigen deposito’s en minder afhankelijk

zijn van de interbankenmarkt. Niettegenstaande

onze sterke solvabiliteits- en liquiditeitspositie,

drong de gewijzigde internationale omgeving ook

ons nieuwe kapitaalnormen op. Toch hebben we

ons relatief sterk gehouden dankzij onze regionale

verankering en fijnmazig netwerk.’

Wim Vranken: ‘Het Landbouwkrediet heeft zich

mooi rechtgehouden in de storm. Ook wij zijn een

retailbank, die dankzij een uitgebreid kantorennet

dicht bij haar klanten aanwezig is. Daarbij komt dat

we niet beursgenoteerd zijn. 50% van ons kapitaal

is in handen van de twee coöperatieve kassen Lan-

bokas en Agricaisse. Dat zorgt voor een sterke maat-

schappelijke verankering, terwijl het Franse Crédit

Agricole voor de noodzakelijke soliditeit zorgt.’

Is het aantal kredietaanvragen sinds de bankencrisis sterk teruggelopen?WV: ‘Volgens onze gegevens niet. In de tweede

jaarhelft zijn er altijd wat minder investeringen.

Maar onze jaarcijfers voor 2008 zijn al 10 % hoger

dan die voor 2007. En ook de voorbije jaren is

er enorm geïnvesteerd in de landbouw. Wat mij

betreft weegt de laagconjunctuur in de varkens-

sector en melkveehouderij zeker even hard door

als de bankencrisis.’

Blijft de landbouw buiten schot?

naam:

Patrick Kindt, 42 jaar

functie:

Hoofd Adviesgroe-

pen bij KBC, Hoofd

van het Land- en

Tuinbouw Center

woonplaats:

Roeselare

Page 19: Landgenoten Winter 2008

19

De bankencrisis liet dit najaar ook de Belgische financiële wereld

op zijn grondvesten daveren. Hoe kwam de wereldwijde crisis

aan bij de twee grootste landbouwbanken en zal dat hun krediet-

verlening beïnvloeden? We vroegen het aan Patrick Kindt van

KBC en Wim Vranken van Landbouwkrediet.

PK: ‘Je moet de impact van de financiële crisis op

de land- en tuinbouw inderdaad niet overschat-

ten. We zien eerder dat overheidsbeleid en –regel-

geving een impact hebben op het investeringsge-

drag. Bijvoorbeeld als er veranderingen voor het

VLIF op komst zijn of als er op Europees niveau

over zaken als melkquota beslist wordt.’

Zijn jullie nu strenger in het toekennen van leningen?PK: ‘Het kredietbeleid van KBC is niet veranderd.

Daar is ook geen reden voor: ons acceptatiebeleid is

gebaseerd op gemiddelden van minstens drie jaar.

Er is dus niemand die extra bewijzen op tafel moet

leggen. Door onze kennis en traditie in de sector

zijn wij vertrouwd met de exploitatiecycli en hoe-

ven hierdoor geen aanpassingen door te voeren.’

WV: ‘Ook onze acceptatiepolitiek is niet gewij-

zigd. We hanteren nog altijd het principe dat er

geen goede of slechte sectoren zijn, alleen goed

of slecht geleide bedrijven. We maken nog altijd

bij elke klant een rating op van het kredietrisico,

die de basis vormt voor onze risicogerelateerde

prijszetting. Net als andere banken besteden we

daar nu misschien iets meer aandacht aan, maar

dat is evengoed in het voordeel van de klant. Ie-

dereen heeft er baat bij om de rendabiliteit van

een investering degelijk te onderzoeken.’

Zal het nog mogelijk zijn om met weinig middelen te investeren?WV: ‘Ook op dat vlak blijft alles zoals het was. De

eigen inbreng schommelt nog altijd tussen de 10

en de 20 %. Dat verschil tussen projecten is lo-

gisch te verklaren: stel dat bij een productiegetal

van 22 biggen het voersaldo 377 euro bedraagt,

en bij 28 biggen 550 euro. Op basis daarvan leiden

wij af hoeveel je in theorie per zeugenplaats kunt

lenen. Iemand die 22 biggen haalt, zal uiteraard

meer eigen inbreng nodig hebben dan iemand die

er 28 haalt.’

PK: ‘Voor ons geldt hetzelfde. Ik wil er ook op

wijzen dat die percentages de voorbije jaren niet

veranderd zijn. Alleen de grootteorde van de in-

vesteringen is gegroeid.’

Hebben jullie voldoende bekwaam personeel dat in staat is om in te schatten wat een bedrijf, los van de ingediende papieren, waard is?PK: ‘Zeker. We hebben meer dan 100 mensen vol-

tijds in dienst met een grote expertise in land- en

tuinbouw. We blijven de specialisatie in de sector

volgen, ook door nauw met de belangenvereni-

gingen samen te werken. Onze mensen zien echt

wel of de ingediende papieren kloppen. Ook

onze cliënten appreciëren die aanpak, zoals ons

landbouw buiten schot?

‘De schade bleef vrij beperkt door onze

regionale verankering.’

marktaandeel van meer dan 55% bewijst.’

WV: ‘Daarin schuilt juist ons metier. Landbouw

is historisch altijd onze doelgroep geweest en

onze zelfstandige agenten zijn nauw met het land-

bouwmilieu verweven. Dat is ook een criterium bij

aanwervingen. Hoe onze bank werkt, kan iedereen

leren, affiniteit met de landbouw heb je of niet.’

Jullie noemen zichzelf partner van de land- en tuinbouw. Maar blijft daar ook iets van over als een bedrijf in moeilijkheden raakt?WV: ‘Wij kennen de sector goed genoeg om te

weten dat je af en toe een moeilijke periode moet

overbruggen. Daarom zit er in ons Agri-future pak-

ket voor starters een flexicheque waarmee je een

dal kunt doorkomen. Juist dankzij onze vakkennis

steunen wij je ook als het stormt. Als bankier is

het geen kunst om een superbedrijf te herkennen,

de kunst is juist om ook de blijvers eruit te halen

en te blijven vertrouwen. Daarin onderscheiden

wij ons van banken die geen voeling met de land-

en tuinbouw hebben.’

PK: ‘Dat geldt ook voor ons. Als landbouwbank

zijn we voldoende vertrouwd met betalingsuitstel

bij cycli. We gaan hierbij ook proactief tewerk. Onze

specialisten-relatiebeheerders staan zo dicht bij het

bedrijf dat in veel gevallen problemen tijdig voorko-

men kunnen worden. Een eerlijke en open verstand-

houding staat daarbij centraal. Onze slogan 'Praten

werkt', geldt zeker als het minder goed gaat.’

Doorgaans krijg je de beste rentevoeten door de concurrentie te laten spelen. Waarom wordt trouw aan de bank niet beter beloond?PK: ‘Ik geloof niet dat je op die manier systema-

tisch een betere rentevoet krijgt. Onze tarieven

zijn van bij het begin correct en onze cliënten we-

ten dat intussen wel. Wij willen een partner zijn

voor vele jaren en dan is een tiende van een pro-

centpunt maar een van de vele elementen, naast

begeleiding, service, advies en continuïteit.’

WV: ‘Dat is bij ons niet anders. De renteafwij-

kingen vallen onder mijn bevoegdheid en het is

zeker niet zo dat we de meeste van onze tarie-

ven nog bijsturen. Lagere tarieven worden altijd

ergens gecompenseerd: je krijgt minder begelei-

ding, de bank is minder soepel, enzovoort. Het

lijkt mij dan ook geen goed idee om blind voor

de goedkoopste oplossing te kiezen. Dat is een

risico is dat ik als bedrijfsleider ook voor andere

aankopen niet zou nemen.’

Page 20: Landgenoten Winter 2008

2020 Ten huize van

Oma wordt koninginVijf jaar geleden gaf Mario

Naudts zijn azaleabedrijf een

nieuwe impuls. Hij werkte sa-

men met zijn vrouw Mieke

Queen of Flowers uit, een sterk

marketingconcept dat uitgaat

van de pure schoonheid van de

azalea. Het concept sloeg aan,

de bedrijfsresultaten

verbeterden, maar

vooral: azalea’s kwe-

ken werd weer een

plezier.

naam + leeftijd: Mario Naudts, 44 jaardiploma + functie: A2 Tuinbouw bedrijf: Azaleakwekerij: 2 ha glas, 1 ha uitplantVoornaamste taken: teelt en marketing

naam + leeftijd: Mieke Seghers, 39 jaar

diploma + functie: A1 public relations en

toegepaste communicatie

bedrijf: Azaleakwekerij: 2 ha glas, 1 ha uitplant

Voornaamste taken: boek houding, admini-

stratie en marketing

Page 21: Landgenoten Winter 2008

ls oudste zoon van een azaleakweker

startte Mario Naudts in 1986 zijn ei-

gen bedrijf in Lochristi. De zaken gin-

gen goed, tot de prijs kelderde. ‘In de

beginjaren was de vraag groter dan het aanbod.

Maar zoals dat gaat, sprongen meer en meer kwe-

kers op de kar en raakte de markt verzadigd.’ Vijf

jaar geleden – Mario was intussen getrouwd met

Mieke – was er een kantelmoment. ‘Ik had er geen

plezier meer in,’ zegt Mario. ‘Wij probeerden nog

altijd de beste kwaliteit te leveren, maar het enige

wat telde, was de prijs. Ik zag het echt niet zitten

om op die manier verder te gaan.’

Inspiratie in het yoghurtvakMario dacht na en gaf zijn ogen de kost. Ook

zijn broer en zus die in de modebranche werken,

zetten hem aan het denken. ‘Ik ben veel gaan

rondkijken in tuincentra, maar bijvoorbeeld ook

in de yoghurtafdeling van de supermarkt. Waar-

om pakken mensen dat bepaald product uit het

schap? Als telers lieten we het aan de handelaar

over om meerwaarde te geven aan ons product,

maar dat gebeurde niet. Dus zocht ik een manier

om zelf mijn product goed en zichtbaar op de

markt te brengen.’ Mario bedacht het concept

Queen of Flowers, om de azalea van zijn oma-

imago af te helpen, en om zijn eigen kwaliteits-

product te doen opvallen in de massa. ‘De azalea

is de Queen of Flowers omdat geen enkele an-

dere plant zo lang zo veel kleur in een huiskamer

binnenbrengt.’

Stap voor stap werkte Mario zijn concept uit.

Daarbij staat de pure schoonheid van de azalea

voorop en ontdekken kopers hoe een azalea wel

21

Alerbelangrijkste: Mario heeft weer plezier in zijn

werk. ‘Het enthousiasme is weer helemaal terug.

De positieve reacties die we krijgen, motiveren

ons enorm. Zo heeft Floraholland ons concept

op de beurs Aalsmeer Market genomineerd in

de categorie toegevoegde waarde. Dat gaf een

heel goed gevoel, ook omdat ons concept het

haalde van een aantal marketingbureaus.’ Mario

en Mieke doen immers alles zelf: van het ontwer-

pen van de dozen tot het ineentimmeren van hun

beursstand. ‘Niemand kent ons product toch zo

goed als wijzelf?’

Hoewel de afzet vlot verloopt, houden Mario

en Mieke het aanbod beperkt. ‘We zouden meer

kunnen afzetten of duizenden planten leveren

aan een keten, maar dat doen we bewust niet.

We hebben onze productie zelfs laten dalen.

Ons product verkoopt juist omdat het exclusief

is. Eigenlijk zijn we erin geslaagd de vraag weer

groter te maken dan het aanbod.’ Mario beseft

dat het achteraf allemaal eenvoudig klinkt. Maar

dat was het niet. ‘Het is stap voor stap gegaan,

en het is nog elke dag knokken. Eigenlijk heb-

ben we indertijd een groot risico genomen. Van

de 100 concepten die starten bij Floraholland,

zijn er maar een stuk of vijf die slagen. Maar ik

mislukte nog liever dan niks te doen om het tij

te doen keren.’

degelijk past in een modern interieur. Er kwam

een meertalige website waar kopers inspiratie

kunnen opdoen en elke azalea krijgt een hoes

en een etiket mee met stijlvolle foto’s die tonen

hoe een azalea mooi uitkomt in een interieur.

Ook voor verzorgingstips is er aandacht. Om de

azalea’s te doen opvallen op de veiling worden

ze verpakt in opvallende rode dozen. ‘We wilden

vooral het imago van de azalea bij de consument

veranderen: als je die kunt overtuigen, volgt de

handel ook. Maar verpakking is natuurlijk niet

alles: in die verpakking moeten ook azalea’s van

topkwaliteit zitten.’

Vrouwelijke intuïtieIn het hele verhaal speelt ook Mieke, de vrouw

van Mario, een grote rol. Mieke werkte in een

bank, maar bleef een paar jaar thuis na de ge-

boorte van tweeling Arthur en Henri acht jaar

geleden. ‘Ik was eigenlijk van plan om weer

halftijds te beginnen werken, toen Mario mij

vroeg om in het bedrijf te stappen.’ Dat was in

de periode dat de azaleateler met Queen of Flo-

wers begon. ‘Mieke heeft mij toen echt de steun

gegeven die ik nodig had. We hebben er samen

veel over nagedacht en gepraat en ik vond dat ze

met haar vrouwelijke intuïtie de juiste impulsen

gaf, en nog altijd.’

Meerprijs van 40 procentIntussen werpt de nieuwe aanpak zijn vruchten

af. Mario verkoopt het grootste deel van zijn

eerste keuze nu als Queen of Flowers. Dat le-

vert vandaag een meerprijs op van zo’n 40% in

vergelijking met analoge producten. Maar het al-

Als Queen of Flowers verdwijnen onze azalea’s

niet in de massa.

naam + leeftijd: Mario Naudts, 44 jaardiploma + functie: A2 Tuinbouw bedrijf: Azaleakwekerij: 2 ha glas, 1 ha uitplantVoornaamste taken: teelt en marketing

Dankzij het Queen of Flowersconcept krijgt Mario Naudts een meerprijs van 40% voor zijn azalea's.

Page 22: Landgenoten Winter 2008

buitenlander22

naam + leeftijd: Jan (52), Martine (49), Bert (26) en Dries (21) Matthys

woonplaats: Kaprijke/Lembekebedrijf: 110 melkkoeien, zwart-bont holstein, 1 miljoen liter quotum, 100 zeugen en afmesten, 75 ha land, o.a. 15 ha korrelmaïs

Zus Nele (24) en de vriendinnen van de zonen, Nele (26) en Celine (20), staan niet op de foto

naam + leeftijd:

Martin Heylen, 52 jaar

woonplaats:

Oosteeklo

beroep:

Journalist en

televisiemaker

Back to the future met Martin Heylen

Page 23: Landgenoten Winter 2008

artin Heylen, onder meer be-

kend van Man bijt Hond en Te-

rug naar Siberië, is geboren en

getogen in het Oost-Vlaamse

Meetjesland. Zijn werk bracht hem tot in verre

uithoeken van de wereld, maar hij woont nog al-

tijd waar zijn wortels liggen, in Oosteeklo, deel-

gemeente van Assenede. ‘Ik heb wel gedacht aan

verhuizen, maar het is er nooit van gekomen.

Ik voel heel sterk dat ik hier vandaan kom. De

geur van het Meetjesland zou ik blindelings her-

kennen. Dit seizoen, het vroege najaar, ruikt bij-

voorbeeld heel erg goed. En dat mooie gele licht

’s avonds, het landschap dat weer open wordt

nadat de maïs is afgedaan… Da’s toch prachtig.’

Een kalf genaamd MartinWe ontmoeten Martin in Kaprijke, op het bedrijf

van Jan, Martine, Bert en Dries Matthys. De fa-

milie Matthys boert al vele generaties en ook de

twee zonen, beiden twintigers, zijn in het bedrijf

gestapt. Om de overgang vlot te laten verlopen,

hebben ouders en zonen een landbouwven-

nootschap opgericht. Daarin zit het melkvee- en

mestvarkensbedrijf in Kaprijke, maar ook een

tweede melkveebedrijf in Lembeke dat ze zes

jaar geleden hebben overgenomen. Het is de

bedoeling om op termijn een nieuwe stal te bou-

wen in Kaprijke en er de twee bedrijven samen

te brengen.

Als melkveehouder herinnert Jan Matthys zich

nog heel goed één bepaalde scène uit de Siberië-

reeks van Martin. ‘Het ging over een gezin dat

een kalfje koesterde in hun huiskamer. Het was

hun dierbaarste bezit. Als boer besef je dat het

inderdaad zo is. Andere mensen niet altijd, want

het eten ligt voor het grijpen in de supermarkt.’

Martin beaamt: ‘Je ziet nu niet meer waar het

eten vandaan komt. In mijn jeugd zag je nog var-

kens in de wei. Nu zitten die allemaal weggestopt

achter muren. De mensen daar zijn inderdaad

nog heel erg verbonden met hun dieren. Dat

2323

Mkalfje hebben ze trouwens Martin genoemd, tot

grote hilariteit van de cameraploeg.’

TijdreizigerDe tv-kijkers smulden van de China- en Siberië-re-

portages van Martin. En ook op hemzelf maakten

de reizen een diepe indruk. ‘Vaak was het een reis

naar het verleden, want vroeger was het hier niet

veel anders. Mijn moeder is hier opgegroeid op

zo’n klein boerderijtje, met drie koeien, twee var-

kens en een beetje land afgezet met houtkanten.

En daar leefden gezinnen met 4 of 5 kinderen van.

Gelijkaardige keuterboerkes zag ik terug in China,

compleet met de beerkar en de beerlepel om

menselijke mest te scheppen. In Siberië dezelfde

taferelen. Ook heel opvallend: ons bezoek was

een echt evenement in die dorpen. Dan moesten

we de hele avond vertellen. Alles wilden ze weten.

Dat was hier vroeger ook het geval als er een reizi-

ger in het dorp passeerde.’

De rondleiding op het bedrijf van de familie Mat-

thys toont echter de landbouw zoals die vandaag

wordt beoefend. En ook dat is een bron van ver-

wondering. Dat er een machine bestaat die in één

beweging de maïskorrels van de rest van de plant

scheidt, gaat er bijna niet in bij Martin. En bij de uit-

leg over het voeder dat de koeien krijgen, verzucht

hij terecht dat een boer tegenwoordig bijna een di-

etist is. De koeien demonstreren intussen hoe het

voederstation hen herkent aan hun halsband en hun

persoonlijke, uitgebalanceerde krachtvoerrantsoen

aflevert. Jan: ‘Je moet zo’n melkkoe beschouwen als

een atleet die topprestaties levert. Wij helpen hen

dat doen zonder dat ze ervan afzien.’

In China zag ik keuterboerkes zoals

hier in de tijd van mijn grootmoeder.

Sperma uit CanadaAl snel komt ook de bijzondere passie van Jan en

Bert aan bod: fokkerij. Martin is oprecht verbaasd

als blijkt dat er op het hele bedrijf geen stier te

bespeuren is. De familie Matthys zweert bij de

Canadese holstein-genetica. Zoon Bert haalt met

plezier de catalogi boven en toont hoe op basis

van tientallen criteria – zoals uieraanhechting,

eiwitgehalte of sterke poten – sperma van een

bepaalde stier wordt besteld om, gecombineerd

met de eigenschappen van de koe, een zo goed

mogelijk kalf te maken. ‘Zijn er dan nog koeien

die niet volmaakt zijn?’ vraagt Martin. Natuurlijk,

klinkt het, want één en één geeft niet altijd twee.

Het blijft nog de natuur aan het werk. Dat is ge-

ruststellend, net als het feit dat de hele familie

de koeien – ook al zijn het genetische topproduc-

ten – bij naam blijkt te kennen. En deze keer heeft

Martin geluk: kalveren geboren in 2008 krijgen

een naam beginnend met een D…

Siberië te boekMartin Heylen heeft over zijn avonturen in

Siberië ook een boek geschreven, omdat

hij nog veel meer te vertellen had dan hij

in zijn televisiereeks kwijt kon. Terug naar

Siberië ligt nu in de boekwinkel.

Geïnteresseerd in

Martins avonturen?

Mail dan je naam en

adres naar info@land-

genoten.be en maak kans

op 1 van de 3 exemplaren

die we weggeven.

Martin Heylen – bekend van tal van Woestijnvis-programma’s –

kwam op zijn omzwervingen in de Verenigde Staten, China en

Siberië in contact met heel wat boeren en plattelandsbewoners.

Wij namen hem voor de verandering mee naar een landbouwbedrijf

vlakbij de deur.

Back to the future met Martin Heylen

info Een reportage over het bezoek van Martin Heylen aan het bedrijf van de familie Matthys is te bekijken op www.boerenstebuiten.be

Page 24: Landgenoten Winter 2008

Vlees onder vuurVeeteelt en milieu

24 frontaal24

Tobias Leenaert, coördinator Ethisch Vegetarisch Alternatief (eva)

‘De impact van vleesconsumptie op het milieu is

een van de redenen waarom wij ervoor pleiten

om minder vlees te eten. Uit een rapport van de

Food and Agricultural Organisation (fao) van de

Verenigde Naties blijkt dat de veeteelt op wereld-

schaal verantwoordelijk is voor 18 % van de uit-

stoot van broeikasgassen. Ik weet dat die cijfers

niet op de Vlaamse situatie berekend zijn, maar de

belangrijkste factoren spelen ook bij ons: lachgas

uit mest, methaan van koeien en de co2–impact

van ontbossing. Specifiek voor onze regio werd

de klimaatimpact van de veeteelt onlangs trou-

wens bevestigd in studies van de Engelse en Ne-

derlandse overheid. Ook ons eigen Federaal Plan-

bureau heeft al opgemerkt dat ons huidig niveau

van vleesconsumptie volstrekt onduurzaam is.’

‘Een kleinschalige veeteelt kan onder bepaal-

de omstandigheden zijn nut hebben als gebrui-

ker van marginaal grasland of van reststromen.

Maar onze huidige vleesconsumptie is van een

totaal andere orde. Sinds 1800 is de oppervlakte

grasland in de wereld verzesvoudigd, vooral door

het kappen van bos. Elk jaar voert ons land bo-

vendien netto meer dan een miljoen ton soja in,

die perfect voor menselijke consumptie geschikt

is maar nu als veevoeder wordt gebruikt. Ook

deze honger naar voedergewassen legt een zeer

hoge druk op het leefmilieu. In plaats van enkel

producten die nergens anders voor geschikt zijn

zinvol te gebruiken, is de veeteelt uitgegroeid tot

een sector die een enorm beslag legt op de natuur-

lijke rijkdommen en een zeer negatieve impact heeft

op het leefmilieu.’

‘eva vzw stelt zich trouwens niet op als vijand

van de Vlaamse land- en tuinbouw. Onze bood-

schap van vleesvermindering biedt zeker ook

kansen voor de Vlaamse landbouwer. Wie minder

vlees eet, eet meer groenten en fruit – dat liefst

van Vlaamse bodem komt. Wie vegetarisch eet

laat niet zomaar vlees of vis weg uit de klassieke

maaltijd, maar vervangt deze door peulvruchten,

granen en vleesvervangers. Op die manier is

vegetarisch voedsel zelfs voor kinderen perfect

gezond. Waarom zou je als innoverende land- of

tuinbouwer daar niet op inspelen?’

Is vlees eten om milieuredenen

onverantwoord? Vegetarische

lobbygroepen verkondigen

het met veel overtuiging. Maar

waarop baseren zij zich? En is

hun redenering niet erg kort

door de bocht?

Page 25: Landgenoten Winter 2008

25

Vlees onder vuur

25

Dirk Lips, landbouwethicus/veehouder

‘De vegetarische beweging rekent de Belgische

veehouderij af op basis van een rapport dat hoofd-

zakelijk op de mondiale rundvleesproductie slaat.

Voor varkens en kippen is er veel minder een pro-

bleem omdat die als niet-herkauwers geen pens-

werking hebben en dus geen methaan uitstoten.

Ze eten wel graan, maar het is de impact van me-

thaan die de cijfers in het fao-rapport de hoogte in

jaagt. Methaan is als broeikasgas minstens 12 keer

krachtiger dan CO2. Landbouwwetenschappers zijn

op de hoogte van dat probleem en men is er al in

geslaagd om de methaanuitstoot te verminderen

door het dieet van runderen aan te passen. Maar

het onderzoek daaromtrent heeft nog wat tijd nodig

om verder te groeien.’

‘Men wijst ook op de aanwezigheid van granen

in het ruwvoeder. Maar de meeste runderen in de

wereld grazen op extensief graasland. Dat is zeker

zo in ontwikkelingslanden en Zuid-Amerika, dat de

grootste exporteur van rundvlees is. En zelfs bij

ons worden veel koeien gefokt op weiland waar je

niets anders kunt telen, zoals in de Condroz en de

Ardennen. Sowieso krijgen onze runderen alleen

de laatste 6 tot 9 maanden, tijdens het afmesten

dat traditioneel dichter bij de dichtbevolkte afzetge-

‘Ik heb begrip voor milieukritiek op bepaalde aspec-

ten van de vleesproductie, maar de hele sector daarop

afrekenen vind ik pervers. De fao-onderzoekers

vergeten dat meer dan de helft van de mondiale

rundvleesproductie plaatsvindt op graasland waar

niets anders geteeld kan worden. Of waar, zoals in

België, om milieuredenen niets anders mag wor-

den geteeld. In plaats daarvan focussen ze op het

regenwoud dat verdwijnt voor sojaplantages. Je

kunt er inderdaad voor pleiten dat onze veehou-

ders minder soja gebruiken. En de vernieling van

het regenwoud moet worden aangepakt. Maar een

blinde roep tegen alle vlees lijkt mij een zeer wei-

nig efficiënte aanpak die daarbij voorbij gaat aan

andere belangrijke punten.’

‘Critici vergeten ook dat diervoeder voor een

groot deel bestaat uit – overigens zeer streng ge-

controleerde – restproducten uit de voedselketen

zoals bietenpulp of aardappelschillen. Tegelijk

houden internationale studies geen rekening met

de strenge eisen die op het vlak van milieu aan

Belgische veehouders worden opgelegd. Emissie-

arme stallen, hergebruik van regenwater, verwer-

kingsplicht voor mest… Eigenlijk kies je als con-

sument dagelijks tussen hoogwaardig en streng

gecontroleerd vlees of ingevoerde producten, die

ook meer voedselkilometers hebben.’

‘Het lijkt mij een utopie – die bovendien niet

noodzakelijk gezond is – om te verwachten dat ie-

dereen vegetarisch gaat worden. Je kunt dus beter

ijveren voor een duurzame veehouderij, in plaats

van zonder degelijke wetenschappelijke basis vlees

te verketteren. Klimaatverandering is een jonge en

hippe wetenschap, maar de onderzoekers die er-

mee bezig zijn, beschikken over onvoldoende land-

bouwkennis. Ze vergeten dat de CO2–uitstoot maar

één aspect van milieuvriendelijkheid is, en dat een

duurzame landbouw de economische sector is met

de grootste milieu- en landschapswaarde.’

bieden gebeurt, graan of veeleer nevenproducten

van graan. In het veevoeder worden trouwens ook

meer en meer restproducten uit de agro-industrie

verwerkt waarvoor anders geen afzet is. Ik schat

dat onze koeien momenteel tijdens de afmestperi-

ode 6 à 7 kilogram graanbijproducten voorgescho-

teld krijgen per kilogram vlees. Maar de voederfa-

brikanten zitten zeker niet stil in hun zoektocht naar

betaalbare en duurzamere grondstoffen.’

‘Voorts geloof ik niet dat veel mensen omwille van

het milieu hun eetgedrag zullen veranderen. Op mon-

diaal vlak zie je zelfs het tegenovergestelde. In lan-

den als China of ook India stijgt de vleesconsumptie

naarmate de welvaart toeneemt. Het klopt wel dat

we in Europa uit gezondheidsoverwegingen beter

iets minder rood vlees zouden eten, vooral voor de

cholesterol. Maar zelfs daarmee houdt het meren-

deel van de consumenten niet echt rekening. Het

is een gelijkaardig probleem als dat we te veel au-

torijden. Je kunt een aantal mensen bewustmaken,

maar uiteindelijk zie ik meer in oplossingen als het

proberen opslaan van CO2 of het verhogen van dij-

ken. Ik geloof zeer sterk in meer wetenschappelijk

onderzoek om de klimaatverandering tegen te gaan

of de gevolgen ervan op te vangen.’

Eric Tollens, professor landbouw- en voedseleconomie

Page 26: Landgenoten Winter 2008
Page 27: Landgenoten Winter 2008

27

nmetelijk Rusland… Met een bevol-

king van ruim 140 miljoen inwoners

is de Russische Federatie een enorme

groeimarkt. Als brug tussen Europa

en Azië biedt het momenteel nog goedkope en

goedgeschoolde arbeidskrachten aan en ook de

aanwezigheid van grondstoffen als gas en olie en

de daaraan gekoppelde vrij goedkope energie

leveren investeerders hoge winstmarges. Een

walhalla voor buitenlandse ondernemers op zoek

naar nieuwe markten, zo lijkt het wel. En dat is het

ook tot op zekere hoogte. Ondanks de intentie om

een pak meer zelfvoorzienend te zijn inzake voed-

selproductie, is de Russische markt bijvoorbeeld

de enige groeiende voor export van Europees

fruit. Niet alleen Dior couture en Franse cham-

pagne maar ook appels en peren vinden hun weg

vlot naar de opkomende Russische middenklasse

die in sneltempo vereuropeaniseert.

In 2007 voerde België 43.076 ton (of voor

33,2 miljoen euro) appels uit en 113.480 ton (of

voor 74,9 miljoen euro) peren. Hiermee was ons

land goed voor quasi een derde van de Russische

perenimport. Maar ook tomaten, wortelen en pa-

prika’s vinden gretig hun weg naar de Russische

consument. 'Dat de Vlaamse telers via hun vei-

lingen aspecten als kwaliteit en voedselveiligheid

eenduidig vermarkten met een label als Flandria,

is daar niet vreemd aan', legt Pieter Verstraete,

area manager voor Moskou en Sint-Petersburg bij

voedingsgigant Metro uit.

Maar Rusland kent ook zijn schaduwkanten.

De welig tierende corruptie die tot de diepste

gelederen van de samenleving doorgedrongen

is, ontging ook onze handelsdelegatie niet. Net

aangekomen op de luchthaven van Moskou bleek

onze afvaardiging een vijftal mensen meer te tel-

len dan de plaatselijke autoriteiten doorgekregen

hadden. Hoewel de jonge Rus die ons opwachtte

geen Engels sprak, kon hij ons wel met een 'You

pay, you pay' meteen duidelijk maken hoe een

dergelijk euvel op Russische bodem opgelost

wordt. De mythe leeft trouwens nog sterk dat

buitenlandse investeerders de rijkdommen van

Rusland komen plunderen. Behalve de taalbarri-

ère (de meeste Russen spreken inderdaad nauwe-

lijks Engels) zorgt ook de – vooral buiten Moskou

– gebrekkige infrastructuur ervoor dat investeren

in Rusland behoorlijk wat flexibiliteit vergt. An-

O

mijn gedacht

Zaken doen in Rusland dré De Rijck, Vlaams vertegenwoordiger van FIT

(Flanders Investment & Trade), in Moskou spreekt

de taal van de Russen letterlijk en figuurlijk goed.

'Russen kijken de kat eerst uit de boom. Ze testen

je, dus moet je als investeerder op je hoede zijn

en hun vertrouwen weten te winnen'. Bovendien

maalt de Russische molen tergend traag en is de

regelgeving onvolledig, weinig transparant en

vaak zelfs tegenstrijdig. Vooral de rechtsonzeker-

heid inzake eigendomsverwerving speelt de lokale

landbouw en economie parten.

Voeg daar nog een verouderd machinepark, de

uitdagende weersomstandigheden (permafrost,

temperatuurschommelingen, langdurige droog-

tes…) en het weinig aantrekkelijke investeringskli-

maat aan toe en het is snel duidelijk dat Rusland nog

wel een tijdje voedsel zal moeten importeren. Een

mooi vooruitzicht voor Vlaamse investeerders die

met een flinke portie voorbereiding en aanpassings-

vermogen de bezwarende elementen om in Rusland

te investeren absoluut kunnen uitvlakken.

Russen doen zaken met mensen, niet met

bedrijvenWil je meer weten over Rusland?

Lees dan zeker ons uitgebreid dossier met

extra fotomateriaal, overzichtelijke ta-

bellen en artikels over de vleessector, de

groenten en fruit en een special over de

mooie kansen voor sierteelt: vanaf janua-

ri op www.vilt.be!

Met dank aan Flanders Investment & Trade,

Departement internationaal Vlaanderen,

kabinet Peeters, departement Landbouw

en Visserij en het NIS voor het aanleveren

van het cijfer- en inhoudelijk materiaal.

Russen – en zeker de opkomende middenklasse – zijn gek op snijbloemen

Het symbool van Moskou: de Sint-Basiliuskathedraal De kloof tussen arm en rijk is opvallend aanwezig in het straatbeeld

Medio november ging VILT in het kielzog van een Vlaamse handels-

delegatie onder leiding van minister-president Peeters voor een paar

dagen naar Moskou. Bedoeling was om de goede handelsrelaties tus-

sen Rusland en Vlaanderen te bestendigen en de samenwerking op

vlak van landbouwonderzoek en kennisuitwisseling te intensifiëren.

Page 28: Landgenoten Winter 2008

Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 16Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 4, 2008

België-Belgique9099 Gent X

bc 10292

V.u. Dirk Lips, p.a. VILTKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel

P509285

www.vilt.be

Agriflanders donderdag 8 januari tot zondag 11 januari in Flanders Expo in Gent.

Vanaf 8 januari volledig vernieuwde website!

Want boeren van morgen lezen vandaag het nieuws

Lezen doet rijden!Kom op Agriflanders naar de stand van VILT (hal 4) en maak er kennis met onze

gloednieuwe website met nog meer rubrieken, leuke weetjes en interessante

dossiers.

Wie zich abonneert op onze gratis nieuwsbrief, krijgt iedere dag het landbouwnieuws

uit Vlaanderen en de rest van de wereld gratis in zijn mailbox. Bovendien maak je zo

kans om een week lang met één van deze luxetractoren rond te rijden!

waar fi jne neuzenwaar fi jne neuzenzaken doenzaken doenzaken doenwaar fi jne neuzenzaken doenzaken doenwaar fi jne neuzen

www.agrifl anders.be Organisatie: Agrifl ora c.v., Kortrijksesteenweg 1097 c, b-9051 Gentt 09 245 36 13 • f 09 245 36 11 • e info@agrifl anders.be

Fla

nd

ers Expo Gent • 8–11 januari 2009

Vlaamse land- en tuinbouwbeurs

Landgenoten210x270.indd 1 27-11-2008 09:22:22

in samenwerking met:

WINluxetractor