Landgenoten Herfst 2009

28
landgenoten magazine voor boer en buiten herfst 2009 | 19 www.vilt.be + Haal meer uit je personeel, produceren voor binnen- of buitenland?, Geert Noels, streekproducten en veel meer driemaandelijks | kwartaal 3 | Gent X | P509285 Kris Peeters blijft landbouwminister: ‘Crisis aanpakken, maar ook opportuniteiten zien’ Johan Heldenbergh Stadsmus tussen vleeskoeien DOSSIER waterbeheer Groen licht voor blauwe diensten? vruchten plukken van een bloeiend bedrijf Samen

description

 

Transcript of Landgenoten Herfst 2009

Page 1: Landgenoten Herfst 2009

landgenotenmagazine voor boer en buiten herfst 2009 | 19

www.vilt.be

+ Haal meer uit je personeel, produceren voor binnen- of buitenland?, Geert Noels, streekproducten en veel meer

drie

maa

ndel

ijks

| kw

arta

al 3

| G

ent

X | P

5092

85

Kris Peeters blijft landbouwminister:

‘Crisis aanpakken, maar ook

opportuniteiten zien’

Johan HeldenberghStadsmus tussen

vleeskoeienDOSSIERwaterbeheer

Groen licht voor blauwe diensten?

vruchten plukken van een bloeiend bedrijf

Samen

Page 2: Landgenoten Herfst 2009

www.sbb.be

Samen maken wij uw toekomstSBB begeleidt vandaag al meer dan 10.000 landbouwers, tuinders en veetelers op het vlak

van boekhouding, fiscaliteit, vennootschappen, milieu- en bedrijfseconomische regle-

mentering. In elk van de 28 SBB-kantoren vindt u adviseurs die, net als u, specialisten zijn in

hun vak. Zij waarborgen u een deskundige en betaalbare begeleiding en bouwen samen met

u aan de toekomst van uw bedrijf. Meer info over onze diensten vindt u op www.sbb.be of in

het SBB-kantoor in uw buurt.

Kies voor eenadviseur die

uw sector kent!Boekhouding | Fiscaliteit | Vennootschappen | Milieuadvies | Agro Bouwadvies | Bedrijfseconomisch advies

SBB Partner voor bedrijvige mensen

Page 3: Landgenoten Herfst 2009

3

colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail [email protected] hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.

in dit nummer

22

12

20

06

Beste

landgenoten

06 focus waterbeheerVan bekkenbeheerplan tot oeverzone.

Welke uitdagingen en kansen biedt

integraal waterbeheer voor jouw

bedrijf?

12 ondernemer van natureMarja Van Dessel legt uit hoe ze

met 50 personeelsleden 1 team vormt,

dat betere resultaten haalt.

16 biechtstoelKris Peeters over de aanpak

van de crisis, export, Europa

en het risicobeheer op

de Vlaamse bedrijven.

18 burenbabbelHet landbouwlandschap door de ogen

van Vlaams bouwmeester Marcel

Smets: ‘Misschien moeten we sommige

stallen wel ingraven.’

en verder …

04 koetjes & kalfjes10 gewikt en gewogen15 uit de provincie20 ten huize van22 buitenlander24 frontaal27 mijn gedacht

Heb je het ook gezien in De Standaard enkele

weken geleden? Paginagroot was ze, de ad-

vertentie van Delhaize. ‘Lokale producten,

daar kiezen we voor!’, stond er in grote let-

ters. Spontaan kwamen er herinneringen bij

me boven van een zoektocht naar een stuk

Belgische kip in de supermarktrekken tijdens

mijn studententijd. Met de lekkere zelfge-

kweekte kippetjes van mijn moeder en de

horrorverhalen over Braziliaanse plofkippen

in mijn achterhoofd speurde ik elk etiket af

naar een teken van herkenning. Tevergeefs...

Ontgoocheld vertrok ik dan maar met een

kip waarop het etiket Produit de France

prijkte. Van die chauvinistische Fransen kun-

nen we nog wat leren, leek me.

En nu lijken de jarenlange onderhandelingen

van de landbouworganisaties en vlam met de

distributiesector eindelijk hun vruchten af te

werpen. Eerst een akkoord over de promotie

van Belgische producten, daarna een over-

eenkomst over een melktoeslag. Begint de

distributiesector een geweten te krijgen?

Of is het uit puur opportunisme omdat

men inziet dat de kwaliteitsvolle Belgische

producten een manier zijn om zich van de

concurrentie te onderscheiden? In elk ge-

val is het resultaat hetzelfde en dat is wat

telt! Zou minister Peeters dan toch gelijk

hebben toen hij ons zei dat elke crisis zijn

opportuniteiten heeft?

Veel leesplezier!

Griet Lemaire

Hoofdredacteur

Page 4: Landgenoten Herfst 2009

‘ Twee jonge boeren die samen zestig uur in de week moeten bijklussen om rond te komen en iedereen vindt dat normaal. Ik noem dat redelijk alarmerend.’

Riccy Focke van Boeren op een Kruispunt in Humo

Op 26 en 27 september is Oudenaarde op-

nieuw het decor van de 29ste editie van de

Werktuigendagen. Een heleboel grote en

minder grote landbouwmachines zullen er

Sterk staaltje van techniek

koetjes & kalfjes4

Glooiende heuvels, schitterende verge-

zichten, prachtige vierkantshoeves,…

Het Pajottenland heeft het allemaal. Om

het waardevolle Pajotse landschap van

vroeger en nu in de kijker te stellen, is

men op zoek naar oud beeldmateriaal

als foto’s, prentkaarten, schilderijen,

kalenders, kaarten en filmpjes van het

landschap en opmerkelijke hoeves, mo-

lens en woningen. Wie de trotse bezitter

is van dergelijk materiaal, kan terecht bij

het Centrum Agrarische Geschiedenis.

Maar er is meer! In een tweede fase wil

men de omgeving van oude hoeves en

andere landelijke gebouwen inkleden

met kleine landschapselementen. En

zowel Europa als de provincie stellen

heel wat geld ter beschikking om het

landbouwlandschap in ere te herstellen.

info www.cagnet.be, 016 32 35 42,

[email protected]

Groetjes uit het Pajottenland

320Mega Mindy bloeit op Vlaamse veldenDat Mega Mindy geen vliegtuig en ook geen

vogel is, weet iedere fan van deze Vlaamse

heldin. Maar wist je dat je ze tegenwoordig

op Vlaamse velden groeit? Een aantal boom-

kwekerijen, verenigd in best-select, ontwik-

kelde nog maar net een nieuwe hortensia die

de naam Hydrangea Mega Mindy draagt. De

tuinplant heeft grote bloeikegels die sterk

roze-rood verkleuren in de herfst, de kleur

van de outfit van Mega Mindy. BEST-select

bereikte een overeenkomst met Studio 100

voor het gebruik van de naam van het kin-

deridool. Samen steunen ze ook het goede

doel, want van elke verkochte plant zal een

deeltje van de opbrengst worden afgestaan

aan de werking van het KinderKankerFonds.

Het was Free Souffriau alias Mega Mindy die

de plant kwam dopen tijdens een officiële

plechtigheid.

info www.bestselect.be

Goesting in Vlaand eren

WIN! Landgenoten mag 3 exemplaren van

Goesting in Vlaanderen weggeven. Stuur je naam en

adres naar [email protected] en wie weet ben jij

wel de gelukkige winnaar.

Over onze bieren is al heel wat inkt gevloeid. Maar ook

de rijke Vlaamse streekgastronomie kan best wat meer

aandacht gebruiken. Dat beseften ook vlam en het

Centrum Agrarische Geschiedenis. Zij staken hun kop-

pen bij elkaar met als resultaat een gloednieuw boek.

Goesting in Vlaanderen neemt je mee op een culinaire

reis door onze contreien: van de appelteelt in Haspen-

gouw tot de hoppescheuten in de regio van Poperinge.

De geschiedenis van meer dan 40 typisch Vlaamse

producten wordt belicht, samen met hun gebruik in de

keuken en op de feesttafel. Het boek bevat bovendien

ook heel wat recepten en leuke weetjes. Eens gelezen

hebben de termen biefstukkensocialisme, Brusselse

Page 5: Landgenoten Herfst 2009

In 2008 waren er 320 erkende zorgboerderijen in Vlaanderen actief. Dat is het stijging van maar liefst 55% tegenover het jaar voordien, toen er 207 zorg-boerderijen aangesloten waren bij het Steunpunt Groene Zorg.

Daarnaast zijn er nog eens 79 niet-erkende zorgboeren. De erkende boerderijen vingen in totaal 387 zorgvragers op. Toch moesten nog heel wat zorgvra-gers teleurgesteld worden, want het Steunpunt kreeg maar liefst

645 aanvragen voor opvang. In totaal kende de Vlaamse over-heid in 2008 een steunbedrag van 692.610 euro ter beschikking voor groene zorg.

info www.groenezorg.be

Sterk staaltje van techniek

5

Moet jij ook telkens externe hulp inroe-

pen voor advies over gewasbescher-

ming? In een praktische brochure heeft

het proefcentrum van Beitem (povlt) de

belangrijkste vijanden van gewassen be-

knopt beschreven en een passende be-

strijding erbij geformuleerd. Het boekje

heeft zeker niet tot doel het gebruik van

gewasbeschermingsmiddelen te promo-

ten. Integendeel, het wil de land- en tuin-

bouw aanzetten om een evenwicht na te

streven tussen kwantiteit – de opbrengst

dus – en kwaliteit. Ook milieuzorg speelt

bij verschillende toepassingen een be-

langrijke rol. Je kan de brochure ‘Vijanden

van gewassen en hun beheersing’ gratis

aanvragen bij het povlt. Zo heb je altijd

het advies van een schare specialisten bij

de hand!

info www.povlt.be, 051 27 32 00, [email protected]

Gratis gewas beschermingsadvies

Big brother waakt over je veldenIn Limburg is een proefproject gestart met satel-

lietbeelden. Landbouwers die zich inschrijven,

krijgen de komende twee jaar gratis gewasinfor-

matie uit de ruimte. Met Europees, Vlaams en pro-

vinciaal geld heeft Limburg de rechten op speciale

satellietbeelden en bijhorende verwerkte informa-

tie gekocht. Zo kan je als landbouwer zien hoe de

biomassaproductie van je gewas evolueert, of er

voldoende vocht en stikstof aanwezig is voor een

optimale groei en of de groei homogeen verloopt

over het hele perceel. Tevens is er een opbrengst-

bepaling voor granen, aardappelen en suikerbie-

ten. Je kan de hulp inroepen van collega telers

320Goesting in Vlaand eren

hun kunnen demonstreren. Er gaat heel wat

aandacht naar technieken uit de autowereld

zoals gps-sturing en zuinig brandstofgebruik.

Een absolute primeur is een zelfrijdende

mestinjecteur die aangedreven wordt met

vario transmissie. Deze machine werd nog op

geen enkele andere demonstratie getoond.

Ook het aantal tuinbouwdemonstraties

breidt uit. Naast de meest moderne machi-

nes zal je op het 120 hectare grote terrein ook

heel wat oldtimertractoren terugvinden. Zij

nemen er zelfs deel aan het nationaal ploeg-

kampioenschap voor oldtimers.

info www.werktuigendagen.be

kiekenfretters, hommelpap, Zottegemse pa-

reibuiken en brood der armen geen geheimen

meer voor je!

info www.davidsfonds.be

of van adviseurs om de informatie over je gewas

te interpreteren en om te zetten in mogelijk zeer

plaatsgerichte teeltmaatregelen. Al 160 boeren

stapten in het project, goed voor een totaal van

4.500 hectare. Geïnteresseerde Limburgse boe-

ren kunnen nog tot 31 oktober deelnemen. Vol-

gend jaar volgt er een nieuwe inschrijvingsronde.

info www.mijnakker.be, 011 23 74 41, [email protected] of bekijk de reportage mijnakker.be op www.boerenstebuiten.be

Page 6: Landgenoten Herfst 2009

n januari 2009 keurde de Vlaamse Rege-

ring voor heel Vlaanderen de bekken- en

deelbekkenbeheerplannen definitief goed,

met uitzondering van de West-Vlaamse deelbek-

kenbeheerplannen waarover nog een openbaar

onderzoek plaatsvindt. Die plannen bevatten

een hele reeks acties rond waterbeheer die de

komende jaren lokaal worden uitgevoerd en een

impact kunnen hebben op het terrein. Meest in het

oog springend voor de landbouwsector – omdat

ze een ruimtelijke impact hebben op de land- en

tuinbouw– is de afbakening van 13 extra overstro-

mingsgebieden en 2 oeverzones langs waterlopen.

De beheerplannen bevatten echter ook aller-

lei zaken zoals erosiemaatregelen, projecten om

waterlopen in hun natuurlijke staat te herstellen,

maatregelen voor de scheepvaart maar ook een

verscherpt vergunningenbeleid met betrekking

tot het grondwater, of maatregelen rond water-

kwaliteit enzovoort. Sommige maatregelen zijn

nieuw, andere bestonden al langer.

Het integraal waterbeleid en

de waterbeheerplannen wor-

den steeds concreter op het

terrein. De overstromingsge-

bieden en oeverzones wor-

den door de landbouw met

argusogen gevolgd, maar – zo

benadrukt de Vlaamse land-

bouwadministratie – er liggen

in het waterbeleid ook heel

wat kansen. In elk geval is

water een factor om mee re-

kening te houden.

focus waterbeheer6

I Tijdig alternatieven zoekenElke landbouwer of tuinder zal de komende tijd

nog meer dan nu al het geval is met de water-

problematiek in al zijn facetten geconfronteerd

worden. Door het waterbeleid, maar ook door de

problemen die opduiken, zoals overstromingen,

verzilting of watertekorten.

Joke Charles (afdeling Duurzame Landbouw-

ontwikkeling, Departement Landbouw en Vis-

serij): ‘Landbouwers hebben er alle belang bij

om voorbereid te zijn. Zo ondervinden landbou-

wers in West- en Oost-Vlaanderen al enige tijd

de gevolgen van de daling van het grondwater.

De grondwaterlichamen Sokkel en Landeniaan

zijn er in een heel slechte toestand. Om daar iets

aan te doen is in de stroomgebiedbeheerplannen

onder meer opgenomen dat de vergunningen van-

af nu worden gebaseerd op de draagkracht van

het systeem. Men zal dus minder water mogen

oppompen. Maar in de praktijk is er soms gewoon

al geen water meer, en bovendien daalt de kwali-

teit ervan. Alternatieven zijn dus meer dan nodig,

en dat zal de komende jaren voor meer en meer

aspecten van het watergebruik gelden. De sector

heeft zelf alle belang bij een rationeel en duur-

zaam watergebruik.’

Impact op land- en tuinbouwDe Vlaamse landbouwadministratie waakt er mee

over dat die zoektocht naar alternatieven en naar

een duurzaam waterbeheer op een voor de land-

bouw redelijke en haalbare manier gebeurt. Joke

Charles en Karen Demeulemeester van de afde-

ling Duurzame Landbouwontwikkeling doen dat

op Vlaams niveau, hun collega’s van de afdeling

Landbouw- en Visserijbeleid volgen de Europese

ontwikkelingen op.

Karen Demeulemeester: ‘Wij bekijken in ver-

schillende werkgroepen en commissies alle voor-

stellen door een landbouwbril: zijn er zaken die in

tegenspraak zijn met het landbouwbeleid, zijn er

gevolgen voor de landbouwers, is de landbouw-

Integraal waterbeleid

Bent u er klaar voor?

Page 7: Landgenoten Herfst 2009

7

sector wel de juiste sector om een bepaald pro-

bleem op te lossen of bieden maatregelen in de

andere sectoren een efficiëntere oplossing, zijn

er bepaalde kansen, zijn er knelpunten en welke

oplossingen kunnen we voorstellen. Het is onze

rol de partners te doen inzien dat sommige din-

gen een enorme impact hebben op de land- en

tuinbouw. Zo pleiten we er bijvoorbeeld voor om

de looptijd van vergunningen niet fel in te korten,

aangezien landbouwers meer dan ooit rechtsze-

kerheid nodig hebben. We streven mee naar een

duurzaam waterbeheer en duurzaam waterge-

bruik in de Vlaamse land- en tuinbouw, maar het

moet realistisch en haalbaar zijn. En daarbij geven

we de voorkeur aan stimuleren en sensibiliseren

in plaats van dingen op te leggen.’

Een nieuw instrument dat onder impuls van de

Vlaamse landbouwadministratie ingang vond, is

het landbouweffectenrapport of ler, naar ana-

logie met het milieueffectrapport (mer). Karen

Demeulemeester: ‘Als er plannen zijn met een

ruimtelijke impact op landbouwgrond, dan voe-

ren wij eerst een landbouwgevoeligheidsanalyse

uit. Dat gebeurt aan de hand van de beschikbare

administratieve gegevens.’

Een tweede stap is een ler. Dat is nog geen ver-

plichting, maar het is wel de bedoeling dat dit in

de toekomst, zeker bij grote projecten, verplicht

wordt. Een ler gaat tot in detail na wat de gevol-

gen van een bepaald scenario zouden zijn voor

de betrokken landbouwbedrijven. Daarbij worden

ook de landbouwers bevraagd. Meestal is het de

Vlaamse Landmaatschappij (vlm) die het ler op-

maakt. De waarde van de grond en het belang

In het kader van het integraal waterbe-

leid is Vlaanderen opgedeeld in 11 bek-

kens, die op hun beurt zijn opgedeeld

in 103 deelbekkens. Om het waterbe-

leid concreet gestalte te geven is voor

elk van die (deel)bekkens een waterbe-

heerplan opgemaakt en goedgekeurd.

De acties uit die bekkenbeheerplan-

nen en de deelbekkenbeheerplannen

worden tot 2013 uitgevoerd. Het gaat

onder meer om acties om de toestand

van het oppervlaktewater te verbete-

ren, de watervoorraden duurzaam te

beheren, wateroverlast aan te pakken

enzovoort.

Overkoepelend zijn voor Vlaande-

ren twee stroomgebiedbeheerplannen

opgesteld (voor Schelde en Maas) met

meer algemene maatregelen die gelden

voor een groter gebied. Die plannen zit-

ten in de laatste fase voor definitieve

goedkeuring.

De Coördinatiecommissie Integraal

Waterbeleid (ciw) is het overlegplat-

form waarin alle betrokken overheden

in Vlaanderen zijn vertegenwoordigd.

De ciw staat in voor de voorbereiding,

planning, controle en opvolging van het

integraal waterbeleid. Het Departement

Landbouw en Visserij vertegenwoordigt

– met een raadgevend statuut – de land-

bouwstem in de ciw.

Aan de basis van dit alles liggen de

Europese Kaderrichtlijn Water (2000)

en het Vlaamse Decreet Integraal Wa-

terbeleid (2003).

info www.ciwvlaanderen.bewww.volvanwater.be

Liesbeth Hiele, Karen Demeulemeester en Joke Charles van het departement Landbouw en Visserij waken over de landbouwaspecten van het integraal waterbeleid.

De sector heeft zelf alle belang bij

rationeel en duurzaam watergebruik

Achtergrond

Page 8: Landgenoten Herfst 2009

ervan voor het bedrijf worden in kaart gebracht,

aan de hand van bodemkwaliteit, juridische sta-

tus, afstand tot de bedrijfszetel enzovoort. Op

die manier kunnen plannen worden verfijnd of

aangepast, of kan een flankerend maatregelen-

pakket (eventueel met financiële vergoedingen of

grondenruil) worden samengesteld op maat van

en in samenspraak met de betrokken landbouwer.

VergoedingenAls er landbouwgrond wordt ingenomen, dan

gaat de overheid momenteel over tot onteigening

of roept zij haar recht van voorkoop in. In het de-

creet Integraal Waterbeleid werden echter ook de

aankoopplicht en vergoedingsplicht opgenomen.

Joke Charles: ‘In juli is het uitvoeringsbesluit daar-

over verschenen. Het bepaalt dat landbouwers

die gronden hebben in overstromingsgebieden

en oeverzones, de initiatiefnemer onder bepaalde

voorwaarden kunnen verplichten tot aankoop van

de gronden. Ook gebruikers van percelen gelegen

in overstromingsgebieden kunnen financieel ge-

compenseerd worden. Hiervoor hebben we bin-

nen de ciw (zie kader p.7 Achtergrond) een billijke

vergoedingsmethodiek uitgewerkt, afgestemd op

de verschillende teelten en bedrijfstypes.’

Inspraak en informatieHoe kun je nu als landbouwer weten wat je te

8

Na natuurbeheer en groene zorg is water-

beheer een volgende maatschappelijke

functie waarin de land- en tuinbouwsector

een rol kan spelen door, tegen betaling, be-

paalde diensten uit te voeren. Je kunt heel

wat voorbeelden bedenken: grachten en

waterlopen helpen onderhouden, op een

stuk grond het water ophouden om een la-

ger gelegen dorpskern droog te helpen hou-

den enzovoort. Ook samenwerkingen met

drinkwaterproducenten, producenten van

mineraalwater, brouwers of industriële be-

drijven behoren tot de mogelijkheden

De afdeling Monitoring en Studie van het

Departement Landbouw en Visserij publi-

ceerde recent een studie waarin die blauwe

diensten onder de loep worden genomen.

Wat zijn blauwe diensten en hoe kunnen ze

in Vlaanderen worden toegepast? De stu-

die bevat ook een reeks inspirerende voor-

beelden uit het buitenland. Zeker het lezen

waard!

info Je vindt de brochure Blauwe diensten door de Vlaamse land- en tuinbouw op: www.vlaanderen.be/landbouw onder Documentatie > Publicaties > Beleidsvoorbereidende studies Je kunt ze ook bestellen bij de afdeling Monitoring en Studie, T 02 552 78 20, [email protected]

Blauwe diensten?

Page 9: Landgenoten Herfst 2009

9

wachten staat in het kader van het integraal wa-

terbeleid? Kor Van Hoof (Vlaamse Milieumaat-

schappij): ‘De plannen komen natuurlijk niet uit

de lucht gevallen. Er zijn openbare onderzoeken

geweest waarbij iedereen de voorstellen kon

raadplegen en opmerkingen formuleren. Er is

ook ruim overlegd met alle sectoren, en dus ook

met vertegenwoordigers uit de landbouwsector.

Voorts zijn concrete projecten op het terrein,

en zeker inrichtingsmaatregelen, gebonden aan

een hele procedure. Er moeten vergunningen

worden gevraagd en openbare onderzoeken

worden gedaan. Zoiets gaat zeker niet onge-

merkt voorbij. En je kunt acties terugvinden op

de online kaarten van het geoloket (zie Info hier-

onder).’

Kansen en goede praktijkenIntussen werkt de afdeling Duurzame Land-

bouwontwikkeling aan een code goede land-

bouwpraktijken water en zetten verschillende

organisaties en praktijkcentra projecten rond

water op. Er zijn onder meer demonstratie-

projecten, er is de vlif-steun en er is het Wa-

terloket Vlaanderen waar iedereen terechtkan.

‘Elke landbouwer moet nadenken over duur-

zaam en zuinig omgaan met water,’ zegt Karen

Demeulemeester, ‘en wij willen de mogelijkhe-

den aanreiken om dat te doen. Integraal wa-

info • www.bekkenwerking.be: Ligt je perceel in een overstromingsgebied of oeverzone? Welke acties zijn er gepland volgens het geoloket?, enz.• Joke Charles: T 02 552 79 18, [email protected]• Karen Demeulemeester: T 02 552 79 06, [email protected] • Liesbeth Hiele: T 02 552 79 54, [email protected]• Jeroen Mercy, medewerker waterbeleid Vlaamse Provincies: T 02 508 13 22, [email protected] • Waterloket VMM: T 053 72 64 45, [email protected], www.waterloketvlaanderen.be • Kenniscentrum Water (Kruishoutem): T 09 381 86 86 [email protected] • Kenniscentrum Water voor Land- en Tuinbouw (Rumbeke-Beitem): T 051 27 33 88, [email protected]

focus waterbeheer

1. Bij rioleringsprojecten wordt voortaan

binnen de bekkenstructuren de impact van

de ontwerpen op de landbouw nagegaan en

wordt gekeken naar mogelijke koppelingen

met anti-erosiemaatregelen.

2. In Herk-de-Stad zoekt het bekkensecre-

tariaat een oplossing voor een overstort ter

hoogte van de Vroente waarvan zowel een aan-

palend landbouwbedrijf als een natuurgebied

hinder ondervinden.

De praktijk: 4 projecten uit het Demerbekken

3. In Zuid-Limburg werden gewasbeschermings-

middelen in het oppervlaktewater aangetroffen.

Om dat te verbeteren, worden in het Demerbek-

ken met verschillende partners pilootprojecten

opgestart die landbouwers moeten informeren

en sensibiliseren.

4. De Watering van Sint-Truiden voert samen met

de landbouwsector een actief beleid voor de aan-

leg van poelen of grasstroken op plaatsen waar

die de erosieproblematiek kunnen verzachten.

terbeleid biedt immers ook veel kansen voor

landbouwers. Sommige bedrijven hebben nu

al grote inspanningen geleverd, denk maar

aan de gesloten watercirculatiesystemen in

de glastuinbouw. Rationeel omspringen met

water is immers ook economisch voordelig,

en bovendien zijn er nog nieuwe inkomsten

denkbaar. Nu al zijn er boeren die oeverzones

beheren of hun vee een dijk laten begrazen.

In zogenaamde blauwe diensten (zie kader p.8)

liggen zeker opportuniteiten voor ondernemers.’

Page 10: Landgenoten Herfst 2009

10 gewikt en gewogen

Hoe raakt een voorlichter melkvee ook gespecialiseerd in de waterproblematiek?‘Ik werk al vijftien jaar als voorlichter voor de melk-veesector bij het ministerie van Landbouw en Visserij, vroeger federaal, nu op Vlaams niveau. In de jaren 90 zag ik de waterproblematiek opdoemen. De eer-ste problemen met het diepe grondwater in West-Vlaanderen doken op. De nitraatproblematiek werd actueel, net als het afvalwatervraagstuk. Bij melk-veehouders was dat bij uitstek acuut, aangezien zij een vrij groot waterverbruik hebben en geen eenvoudige uitweg hadden voor hun afvalwater. In 1998 hebben we voor het eerst in alle provincies een reeks studiedagen gehouden over water op het landbouwbedrijf, met als onderwerpen onder meer de nitraatproblematiek, zuiniger en efficiënter ge-bruik van water, afvalwaterzuivering enzovoort. Toen hebben we ook twee brochures gepubliceerd: Water op het landbouwbedrijf en Afvalwaterpro-blematiek op melkveebedrijven. In 2004 hebben we in samenwerking met het Vlaamse waterloket opnieuw een reeks studiedagen gehouden, gekop-peld aan bedrijfsbezoeken. De afgelopen jaren zijn ook de brochures herwerkt en geactualiseerd.’

Hebt u in verband met die waterproblematiek een evolutie gezien in de sector?‘De landbouwers zijn zich veel meer bewust van de problematiek. Maar de problemen worden ook steeds meer voelbaar. Denk maar aan het dalende grondwaterpeil. Daardoor is ook de sector zelf steeds meer naar oplossingen gaan zoeken: manie-

gezocht medewerker die de Vlaamse melkveehouders informeert over de diverse aspecten van de bedrijfs-voering én over duurzaam watergebruik

gevonden Ivan Ryckaert (52), voorlichter melkvee binnen de entiteit Vorming en Voorlichting van de afde-ling Duurzame Landbouw-ontwikkeling, Departement Landbouw en Visserij, [email protected], T 050 20 76 90

ren om zuinig met water om te springen, afvalwater te zuiveren, water te hergebruiken, hemelwater af te koppelen en waar mogelijk te gebruiken, enzo-voort.’

U bent ook betrokken bij het integraal waterbeleid?‘In twee werkgroepen van de Coördinatiecommis-sie Integraal Waterbeleid (ciw), met name de werk-groep rationeel watergebruik en de werkgroep wa-terzuivering, vertegenwoordig ik het Departement Landbouw en Visserij. Ambtenaren uit andere do-meinen kennen niet altijd de problematiek van de landbouw en staan niet altijd stil bij de gevolgen die een bepaalde maatregel kan hebben op een land- of tuinbouwbedrijf. Dat probeer ik dan duidelijk te maken.’

Hoe ziet u de rol van een voorlichter?‘Als voorlichter sta je tussen het onderzoek en de praktijk en geef je informatie door, in de twee rich-tingen. Neem bijvoorbeeld de demonstratiepro-jecten. Elk jaar doet het Departement Landbouw en Visserij een oproep waarbij organisaties rond bepaalde thema’s demonstratieprojecten kunnen indienen. Bij projecten die met water te maken heb-ben, zit ik meestal in de stuurgroep. Zo blijf ik op de hoogte van wat er gebeurt in het project en kan ik die info doorgeven op het terrein. Tegelijk krijg ik ook informatie vanuit het veld. In demonstratie-projecten worden immers heel concrete oplossin-gen gezocht. Zo is er een heel interessant project van het Kenniscentrum Water waarbij alternatie-ven worden gezocht voor het diepe grondwater in West-Vlaanderen. Een landbouwbedrijf in Diksmui-de heeft zo zijn eigen kleinschalige drinkwaterpro-ductiecentrum gerealiseerd waarbij het water van een nabijgelegen polderwaterloop wordt gebruikt.’

info De brochures Water op het land-bouwbedrijf en Afvalwaterproblematiek op melkveebedrijven kun je bestellen bij het Departement Landbouw en Visserij, Carine Van Eeckhoudt, T 02 558 79 01, [email protected]

Melkveevoorlichter & waterspecialist

‘Spelverdelertussen onderzoek en praktijk’

Page 11: Landgenoten Herfst 2009

C

M

Y

CM

MY

CY

CMY

K

brugge_adv_landgenoten_210x270.pdf 1 4/09/09 15:31

Page 12: Landgenoten Herfst 2009

12 ondernemer van nature

M

Op het tomatenbedrijf van Leo en Marja Verdonck-Van

Dessel ontfermt Marja zich over het personeelsbeleid.

Bijna dagelijks krijgt ze kandidaat-werkkrachten over

de vloer. De kunst is om daar een team van te maken.

arja en Leo baten sinds midden

jaren 80 in Broechem een toma-

tenbedrijf uit. In 2005 openden ze

in Vremde een nieuwe serre van 4,7 ha. In één

klap groeide het personeelsbestand aan tot zo’n

vijftig personeelsleden in het hoogseizoen. Naast

autochtone Belgen werken er mensen uit alle

windstreken: Belgen met Marokkaanse roots,

Roemenen, Ghanezen, Portugezen, Thailanders,

Nepalezen en een Tibetaan. Bij de vier bedrijfs-

leiders is er een Roemeen en een Argentijn met

Italiaanse roots.

Respect en regelsHoe slaagt Marja Van Dessel erin om van die di-

verse groep een team te maken? ‘Respect is voor

mij een sleutelbegrip en dat probeer ik de mensen

ook bij te brengen, in alle opzichten. Ze moeten

afstand houden van elkaar, ook in woorden. Ze

mogen niet overdrijven met grapjes, want juist

dat leidt tot misverstanden. Ik spreek de mensen

aan op hun gedrag, op hygiëne, op het gebruik

van de accommodatie en de keuken, het afval

dat ze achterlaten enzovoort. Dat heeft ook zijn

weerslag op het werk: een medewerker weet dat

het niet ongeveer moet zijn, maar dat het juist

moet zijn.’

Moeite om personeel te vinden, heeft Marja

niet. ‘We zitten vlakbij Antwerpen. Elke week

staan hier tien tot vijftien mensen aan de deur.’

Nieuwelingen beginnen altijd met een plukkaart.

Als dat goed meevalt, krijgen ze na hun 65 dagen

een contract van bepaalde duur. Iedereen begint

beneden, met oogsten en bladsnijden. De boven-

groep doet het moeilijker werk: de planten rond-

draaien, dieven uitdoen en de trossen snoeien.

‘Het duurt weken om dat onder de knie te krijgen

en maanden om een goed tempo te ontwikkelen.’

Niet oordelenMarja vindt het belangrijk om zelf tussen de men-

sen te blijven staan, maar communiceren is niet

altijd even eenvoudig. ‘Ik probeer Nederlands en

wat Engels als voertaal te gebruiken. Twee jaar

geleden, toen onze ploeg vaste vormen begon aan

te nemen, kregen onze mensen via Edu-plus drie

keer per week Nederlandse les. Dat was heel nut-

tig. Maar als het moet, leggen we het nog altijd

uit met handen, ogen, gebaren.’ Informatie visu-

eel voorstellen, is ook een oplossing. Zo hangen

er in het bedrijf posters met foto’s van ziekten

en plagen. En de teamgeest wordt in de refter

uitgebeeld door een grote puzzel met foto’s van

iedereen.

Als personeelsverantwoordelijke probeert

Marja zich zo goed mogelijk te informeren. ‘Ook

in de managementcursus die ik heb gevolgd,

kwam personeelsbeleid aan bod. Het belangrijk-

ste dat ik uit de praktijk heb geleerd, is niet te

oordelen. Als ik naar een land met een andere

cultuur ga, zondig ik ook tegen de regels. Iemand

die zijn land, zijn familie achterlaat, doet dat ook

niet zomaar. Als die mensen hier dan werk zoeken,

is dat een teken dat ze hun verantwoordelijkheid

willen opnemen. Ik probeer de mensen op weg te

helpen. Als ik dan een evolutie zie, weet ik dat we

ergens kunnen komen.’

‘Respect is een sleutelbegrip’

Een team voor tomaten

Als het moet, leggen we het nog altijd

met handen, ogen en gebaren uit

Page 13: Landgenoten Herfst 2009

naam Marja Van Dessel

leeftijd46 jaar

diplomaA1 psychiatrisch verpleegster

bedrijf 4,7 ha pruimtros-tomaten, 1,7 ha Intense (ook wel de droge tomaat genoemd)

locatieBroechem / Vremde

Page 14: Landgenoten Herfst 2009

14 ondernemer van nature

Enkele tips rond personeelsbeleid, uit de

brochure ‘Een duurzaam personeelsbeleid

voeren, hoe doe je dat?’ van het Innova-

tiesteunpunt:

•Ken je eigen sterke en zwakkepunten.

Je hebt zelfkennis nodig om aan anderen

leiding te g even.

•Besefdatjeuitfoutenveelkuntleren.Be-

spreek met je medewerker(s) hoe een fout

in de toekomst kan worden vermeden.

•Weesnietbangomiemandaantewerven

en om opdrachten te delegeren.

•Hebgeduldenhumorindeomgangmetje

personeel. Soms is het een beetje als kin-

deren opvoeden.

•Draagrespectenvertrouwentussenwerk-

gever en werknemer hoog in het vaandel.

•Weesovertuigdvanjevisieenprobeerdie

met overtuiging over te brengen.

•Controleisnietuitdenboze,maarwordt

juist gewaardeerd. Personeel waardeert

echter ook een schouderklopje.

Boetseer zelf je team

info Bestel de brochure via [email protected]

Een moeilijk momentMarja kan in de omgang met het personeel ook

terugvallen op de bedrijfsleiders. ‘Samen bekij-

ken we wie welke taken aankan. Dat vraagt wat

feeling, maar ook goeie communicatie tussen de

bedrijfsleiders. Wat de ene niet uitgelegd krijgt,

lukt de ander soms wel.’ Enkele personeelsleden

hebben ook een opleiding tot heftruckchauf-

feur gevolgd. ‘Zo heeft Atta, een Ghanees, zich

onmisbaar gemaakt bij de organisatie van het

transport.’

Nog een belangrijk aspect, vindt Marja, is de

mensen motiveren. ‘Ook als het goed is, moet je

het zeggen. Iedereen heeft bij ons ook zijn eigen

rijen, waar ze elke week terugkomen. Zo genieten

ze van hun eigen werk. Mensen leggen ook hun

naam op hun kar, zodat we kunnen zien hoe ze ge-

werkt hebben. Je moet zeggen waar het beter kan,

maar tegelijk complimenten geven voor wat goed

gaat.’ De rendabiliteit van je bedrijf staat of valt

met de medewerkers, vindt Marja. ‘Maar tegelijk

ben je als werkgever ook verantwoordelijk voor

het inkomen van al die gezinnen. In september

moeten we beslissen wie mag blijven in de winter,

en dat is echt een moeilijk moment. Sommigen

zou ik liever niet laten gaan, maar dikwijls zien we

die wel terugkomen in april.’

•Streefnietnaarperfectie,maarnaarver-

betering. Kleine verbeteringen leiden op

de duur tot een mooi resultaat.

•Laatruimtevoorrustperiodes.Alsjeeen

tijdje veel van je personeel hebt gevraagd,

doe dan in de rustiger periode even geen

controles.

•Luisternaarjepersoneel.Alszeietssigna-

leren in het gewas, schenk daar dan aan-

dacht aan.

•Steleendiversiteitsplanop:jebedrijfheeft

er baat bij. Begin met eenvoudige dingen

zoals een onthaalbrochure voor nieuwe

medewerkers of een doorlichting van je

personeels situatie.

•Blijfjemedewerkersmotiveren.

•Benjezelflieverbezigmetdeproductie,

zoek dan iemand anders die het perso-

neelsbeleid kan doen.

Onze medewerkers weten dat het niet

ongeveer, maar juist moet zijn

Page 15: Landgenoten Herfst 2009

15uit de provincie

pdat kostbare streekproducten niet

zouden verdwijnen, zijn de voorbije

jaren verschillende labels in het le-

ven geroepen. De bekendste zijn drie Europese

labels en een Vlaams label streekproduct.be.

Daarnaast kent de vzw Streekproducten Vlaams-

Brabants een eigen label toe: dat van Straffe

Streek Product. Voor de Europese erkenningen

gelden de strengste criteria, waardoor slechts een

handvol Vlaamse producten ervoor in aanmerking

komen, zoals de Vlaams-Brabantse tafeldruif, de

Lambikbieren, de Geraardsbergse mattentaarten

en het Brussels grondwitloof.

Van streekproduct.be tot BOB en BGAVoor het label streekproduct.be verzorgt vlam

zowel de toekenning als de promotie naar de con-

sument. Wil een product in aanmerking komen,

dan moet het onder meer aan twee cruciale voor-

waarden voldoen: het product moet in de streek

van oorsprong worden geproduceerd, en het

moet een langdurige of een historische bekend-

heid genieten. Een ander verschil met de Euro-

pese labels is dat het niet alleen in groepsverband

maar ook individueel kan worden aangevraagd.

Tot hiertoe werd het label streekproduct.be aan

93 Vlaamse producten toegekend, waarvan er

23 uit Vlaams-Brabant afkomstig zijn. ‘Hiermee

is Vlaams-Brabant de koploper in Vlaanderen’,

zegt Monique Swinnen, gedeputeerde voor land-

bouw. ‘Wij mogen dan ook fier zijn op ons gastro-

nomisch erfgoed.’

Nadat de vzw De Sterredruif een dossier had

ingediend, verkreeg de Vlaams-Brabantse ta-

feldruif in de zomer van 2008 het Europese la-

bel Beschermde Oorsprongsbenaming (bob). De

Vlaams-Brabantse tafeldruif staat voor traditione-

le druivenrassen, geteeld in de druivenstreek en

in verwarmde serres. Kort na de erkenning van de

tafeldruif sleepte ook het Brussels grondwitloof

een Europese erkenning van Beschermde Geo-

grafische Aanduiding (bga) in de wacht. Hiervoor

komt alleen witloof in aanmerking dat is geteeld

in de regio Brussel-Mechelen-Leuven, dat afkom-

stig is van zaadvaste telerselecties en waarvan de

forcerie in grond en bedekt met grond gebeurt.

PicknicktipsAansluitend bij de aandacht die de provincie aan

labels besteedt, zette de vzw Streekproducten in

Vlaams-Brabant ook een seizoenscampagne op

waarbij elk seizoen andere streekproducten in de

kijker worden gezet. Een bekend voorbeeld zijn de

wijnen van Paul Vleminckx, die dit voorjaar op het

prestigieuze Concours Mondial een Great Gold

Medal voor zijn schuimwijn Chardonnay Meer-

dael ontving. Maar in de brochures van de dienst

land- en tuinbouw staan nog veel meer tips: van

een bezoek aan een van de lokale wijnbouwers,

tot informatie over de labels en recepten. Tot slot

worden in de folder 'Picknick een hoeve' fiets- en

wandeltochten gecombineerd met een heerlijke

picknick op de boerderij op basis van hoeve- en

streekproducten.

Meer en meer consumenten

zijn gevoelig voor kwaliteits-

producten waarachter een au-

thentiek verhaal schuilgaat.

Om die verhalen – en de bijho-

rende producten – bekender

te maken, zet de provincie

Vlaams-Brabant haar streek-

producten graag in de kijker.

Lekkere labelsuit Vlaams-Brabant

O

Meer en meer consumenten zijn

gevoelig voor producten met een authentiek verhaal

info www.vlaamsbrabant.be/landbouw www.straffestreek.be www.streekproduct.be

Page 16: Landgenoten Herfst 2009

16

Minister-president Kris Peeters stond er bij de regeringsvorming

op om zijn landbouwbeleid ook de komende vijf jaar voort te kun-

nen zetten. vilt-voorzitter Dirk Lips sprak met hem over de aanpak

van de crisis, assertiviteit op exportgebied, Europa en het risico-

beheer op de Vlaamse bedrijven.

biechtstoel

‘ Elke crisis biechtstoel16

naam Kris Peeters

leeftijd 47 jaar

woonplaats Puurs

functie Minister-president van de Vlaamse RegeringVlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plat-telandsbeleid

Page 17: Landgenoten Herfst 2009

17

heeft zijn opportuniteiten’Dirk Lips: Was het een bewuste keuze om bij de regeringsvorming de landbouwportefeuille te behouden?Kris Peeters: Ja, dat stond zelfs niet ter discussie.

De land- en tuinbouw is een heel boeiende sec-

tor die voor heel wat uitdagingen staat. Boven-

dien wil ik ons beleid van de afgelopen vijf jaar

verderzetten. Het is overigens ook belangrijk voor

de landbouw dat de bevoegdheden van leefmi-

lieu en natuur in goede handen zijn, bij minister

Joke Schauvliege.

Wat zijn voor u de prioriteiten en klemtonen voor de komende vijf jaar?De aanpak van de crisis is een eerste belangrijk

punt. We hebben een herstelplan voor de land-

bouwsector geformuleerd, dat we nu verder uit-

voeren. We moeten echter ook de opportuniteiten

van deze crisis zien en nog beter aan de consument

communiceren dat onze land- en tuinbouw zeer

kwalitatieve producten aflevert, die wel een be-

paalde prijs hebben. Tegelijk moet er op de export

worden gewerkt, onder meer door vlam. Ik denk

dat we dat vlak assertiever kunnen zijn. Als mi-

nister bevoegd voor buitenlandse handel kan ik

daar ook op wegen. We merken overigens uit de

vlif-dossiers dat er in deze moeilijke tijden toch

nog wordt geïnvesteerd. Ik blijf dus zeker geloven

in de Vlaamse land- en tuinbouw.

Wat kan Vlaanderen zelf doen om de crisis in de sector aan te pakken?Een wereldwijde crisis los je natuurlijk niet alleen

op Vlaams niveau op. Met ons herstelplan voor

de landbouw doen we binnen onze bevoegdheden

echter wel alles wat we kunnen. Ik heb het dan

over overbruggingskredieten, uitstel van aflos-

singen, herschikking van kredieten enzovoort. Die

maatregelen helpen de liquiditeitsproblemen van

de bedrijven op te vangen. We zullen ook de toe-

slagrechten een tweetal maanden vroeger uitbeta-

len dan andere jaren. Voorts zullen we de middelen

die Europa vanaf 2010 ter beschikking stelt in het

kader van het Programma voor Plattelandsontwik-

keling (pdpoii) maximaal in de landbouw investe-

ren. Op Europees niveau hebben we er ook voor

gepleit de nog bestaande marktinstrumenten, zo-

als tijdelijke opslag en interventie, weer maximaal

in te zetten. Dat is voor de melkveesector beter

gelukt dan voor de varkenssector.

Ziet u naast de crisis nog andere belangrijke dossiers de komende jaren?In deze legislatuur zal het Europese landbouwbe-

leid worden hervormd. Daarbij moet er oog blij-

ven voor onze bedrijven die veelal nog op fami-

liale leest zijn geschoeid. Ook de heropstart van

de wto-onderhandelingen is belangrijk. Er zijn

immers heel wat problemen. Zo hebben wij hoge

kwaliteitsstandaarden en milieu- en diervriende-

lijke productiemethoden, maar door de kostprijs

daarvan is concurreren op de wereldmarkt soms

moeilijk. Denk maar aan de chloorkippen uit de

Verenigde Staten. Dergelijke situaties moeten we

aankaarten. Het Belgische voorzitterschap van de

Europese Unie in de tweede helft van 2010 biedt

kansen op dat vlak.

De melkveesector bereikte onlangs een overeenkomst met de distributie voor een tijdelijke melktoeslag. Wat met de andere subsectoren? Bestaan er binnen het mededingingsbeleid manieren om tot betere prijzen te komen?Ik was tijdens die vergadering zelf wat verwonderd

dat de distributie instemde met een toeslag spe-

cifiek voor melk. Nadien komt natuurlijk dezelfde

vraag uit andere sectoren, zoals de varkenssector

en de tuinbouw. Het is wel een heel interessante

nieuwe stap van de distributiesector, maar er moet

een evaluatie komen. Fundamenteel moeten we

gaan naar een eerlijke prijs voor de landbouwpro-

ducten, maar wel via de marktmechanismen, om

problemen rond mededinging te vermijden.

In de sector klinkt steeds meer de vraag naar prijstransparantie. Kan het beleid daar een rol spelen?Prijsvorming is een federale materie. Het prijzen-

observatorium heeft al een aantal studies rond

prijstransparantie in de keten uitgevoerd. Op

Vlaams niveau brengt de landbouwadministratie

momenteel in kaart hoe de prijzen worden ge-

vormd bij de producenten: hoe komen de weke-

lijkse prijzen tot stand, welke parameters worden

er in rekening gebracht, wie is daarbij betrokken

enzovoort. Op basis van die analyse kunnen we

verder discussiëren met de sector.

Landbouwers werken met steeds grotere kapitalen, terwijl er heel veel onvoorspelbare factoren zijn. Hoe ver staat het met de ideeën rond risicobeheer?Een landbouwer is in mijn ogen een ondernemer in

het kwadraat. Hij neemt nog meer risico’s dan een

gewone ondernemer, door zijn specifieke produc-

ten, het weer, de markt die plots in elkaar kan stor-

ten. Een koe kun je niet tijdelijk technisch werkloos

maken. Europa heeft een nieuwe dynamiek in gang

gezet om die risico’s beter af te lijnen en te verze-

keren. In mei 2008 hebben we met de betrokken

sectoren in Vlaanderen een rondetafel gehouden,

en onder meer de systemen in andere landen ver-

geleken. Nu is het aan de verzekeringsmaatschap-

pijen om producten te ontwikkelen. Hoe sneller,

hoe beter, want tegen 2010 worden de uitkeringen

van het rampenfonds daaraan gekoppeld.

Voor de uitbreiding van de Antwerpse haven wordt vruchtbare landbouwgrond opgegeven. Zijn er geen andere opties, zoals de haven van Zeebrugge uitbreiden richting zee?Achter dergelijke beslissingen zit een heel proces

van strategische planning. De afwegingen worden

zorgvuldig gemaakt, maar ik weet dat dat erg ge-

voelig ligt en dat de boeren, zeker in het verle-

den, het gevoel hebben dat zij elke keer achteruit

moeten, voor de industrie, de havens, de natuur. Ik

denk wel dat er in de procedure stappen zijn gezet

om de landbouw echt een stem te geven.

Hebt u tot slot nog een wens voor onze boeren?Zelf heb ik heel veel respect voor de landbouw. Ik

kan dan ook alleen maar wensen dat elke Vlaming

respect heeft voor wat de landbouwers presteren

en voor de producten die ze produceren.

biechtstoel

Op het vlak van export kunnen we

assertiever zijn

Page 18: Landgenoten Herfst 2009

tadsbewoners zoeken meer dan ooit rust

en ontspanning op de boerenbuiten.

Landbouwers beseffen dat en spelen daar

alsmaar beter op in. Tegelijk zet zich in de sec-

tor een schaalvergroting – volgens Marcel Smets

industrialisering – door. ‘Daardoor verwacht ik

dat de spanning tussen landschapsbehoud en

het inplanten van nieuwe bedrijfselementen de

komende jaren zal toenemen. Het lijkt me dan

ook raadzaam om na te denken over hoe we die

wensen aan elkaar koppelen. De twee sluiten el-

kaar zeker niet uit. In het verzoenen van dergelijke

ambities schuilt juist het vakmanschap van een

goede ontwerper.’

S

burenbabbel18 burenbabbel18

Als Vlaams bouwmeester waakt Marcel Smets over de kwaliteit

van de architectuur en ons landschap. Hoe schat hij de bijdra-

ge van de land- en tuinbouw aan onze landelijke omgeving in?

En welke visie heeft hij op uitdagingen als het inplanten van lood-

sen of windturbines in een landbouwomgeving?

Boerenlandschap door architecturale bril

Page 19: Landgenoten Herfst 2009

Dragers van het landschapAls grootste bewaarder van de open ruimte levert

de landbouw een zeer waardevolle bijdrage aan

onze maatschappij, benadrukt Marcel. ‘Op mijn

wandeltochten geniet ik vaak van de ongerepte

landschappen die je dankzij de landbouw nog in

ons land vindt. Toch erger ik me ook, bijvoorbeeld

als een idyllisch uitzicht door een silo wordt ver-

pest. Of als ik een van die loodsen tegenkom die

totaal niet aan het landschap zijn aangepast. Wat

ik ook jammer vind, is dat er onder impuls van het

Europese beleid zo veel houtkanten zijn verdwe-

nen, maar op dat vlak is er gelukkig al heel wat

verbeterd.’

Om de kwaliteit van het landbouwlandschap

in stand te houden, is de bouwmeester vragende

partij om samen met de sector een landschaps-

plan op te stellen. ‘Ik geloof niet in het opleggen

van regeltjes in bepaalde gebieden. Maar de

landbouw heeft zelf baat bij een globaal kader.

Als je bepaalt welke structurele elementen ons

landschap vormgeven, dan kun je proberen die

te bewaren en kun je de ruimte daartussen vrijer

invullen. Ik denk aan een soort groot raamwerk

gevormd door landschapselementen zoals hellin-

gen, houtkanten of afwateringssystemen. Binnen

dat kader kun je doen wat je wil: de afwisseling

tussen grote en kleine percelen of tussen teelten

brengt het landschap juist tot leven.’

Agro-industrie en schaamgroenMarcel slaat en zalft verder: ‘De boer is tegelijk

de beste beschermer en de grootste bedreiging

voor het landschap. Honderd jaar geleden vonden

schilders boerderijtaferelen pittoresk. Vandaag

legt niemand nog een modern bedrijf op doek

vast. Eigenlijk moet de sector dringend voor zijn

moderniteit uitkomen. Als ik een varkensstal zie,

vraag ik me af wat dat nog met landbouw te ma-

ken heeft. Past zo’n grijze loods niet beter op een

industrieterrein? Mogelijk moeten we naar een

onderscheid tussen grondgebonden landbouw en

agro-industrie. Dat lijkt extreem, maar er zijn ook

veel tussenliggende gradaties mogelijk.’

Simpelweg alle stallen achter een bomenrij

verstoppen, zoals vaak bij erfbeplanting gebeurt,

vindt de bouwmeester geen oplossing. ‘Je kunt

bestaande fouten opsmukken, maar ik ben geen

fan van schaamgroen. Er zijn voldoende andere

mogelijkheden om met respect voor de omgeving

te bouwen. Ik denk aan het deels ingraven van

een gebouw om met de helling mee te werken, of

een stal gewoon anders ontwerpen. Binnen het

Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (ipo) hebben

wij meegewerkt aan een project waarbij jonge

architecten de grote bouwconstructeurs helpen

om bedrijfsgebouwen aan de landschappelijke

context aan te passen, zonder dat ze minder func-

tioneel of duurder worden. In die aanpak geloof

ik zeer sterk, ook omdat de industrie zich bereid

toonde om in alle openheid mee te denken.’

Agrarisch erfgoedOok voor het inplanten van windturbines roept

Marcel op om zeer voorzichtig tewerk te gaan.

‘Mijn hart bloedt bij de gedachte aan één wind-

turbine per perceel. In industriële landschappen

ligt dat anders, maar in open landbouwgebied

vind ik dat je turbines op oordeelkundig gekozen

plaatsen moet groeperen. Dat kan zelfs op een

heuvelrug, als het maar doordacht gedaan is.’

Een ander moeilijk evenwicht is dat tussen het

bewaren van erfgoed en het aanpassen aan het

hedendaagse leven. ‘Dat is een probleem dat niet

alleen in de agrarische sector bestaat. Ik heb er

alle begrip voor dat het niet leuk is als je bedrijfs-

voering wordt bemoeilijkt door een bescherming

als onroerend erfgoed. Maar dat mag ons er niet

van weerhouden om ons verleden vakkundig te

conserveren, zonder de toekomstige ontwikkeling

te beletten. Dat is een spanningsveld dat geval per

geval bekeken moet worden. Maar bescherming

impliceert ook subsidies die nuttig zouden moe-

ten kunnen worden ingezet.’

Gratis advies?Hoewel de Vlaamse bouwmeester binnen zijn op-

dracht alleen voor overheidsprojecten advies ver-

leent (zie kader), gelooft Marcel dat zijn team ook

voor landbouwers een rol kan spelen. ‘Misschien

is het wel zinvol om, bijvoorbeeld met de vlm of

provinciebesturen een cel op te richten waar ge-

interesseerde boeren advies kunnen vragen over

hun ingrepen aan het landschap. De Vlaamse

bouwmeester wil immers bij bouwheren, en dus

ook bij landbouwers, een architectuurreflex aan-

kweken. Dat is een bewustwording van het feit

dat iedere beslissing een ruimtelijke of architec-

turale impact heeft. Op basis van concrete pro-

jecten moeten we het overleg tussen de diverse

belanghebbenden stimuleren. Het is mijn heilige

overtuiging dat je veel meer bereikt door met alle

partijen correcte doelstellingen te definiëren en

een ontwerper in te schakelen, dan door iedere

speler op zijn eigen terrein te laten doen wat hij

wil, zelfs binnen een regelgevend kader.’

19

De boer is tegelijk de grootste bedreiging

en de beste beschermer voor het landschap

Sinds 1999 waakt het team van de Vlaamse

bouwmeester over de kwaliteit van de pu-

blieke architectuur, de openbare ruimte, land-

schappen en infrastructuur in Vlaanderen.

De cel ontwikkelt een algemene visie voor

het beleid ter zake en geeft advies bij over-

heidsprojecten die een ruimtelijke verande-

Vlaams bouwmeester?ring beogen. Op vraag van de overheden helpt

de bouwmeester bij het hele proces: van het for-

muleren van de projectambities tot het aanstel-

len van geschikte ontwerpers om die de plannen

te laten uitvoeren.

info www.vlaams-bouwmeester.be

naam Marcel Smets

diploma Architect en steden-bouwkundige

functie Vlaams Bouw-meester sinds 2005

Page 20: Landgenoten Herfst 2009

2020

Ze wonen in het hart van de Katarakt-streek en kregen de lief-

de voor het vak met de fruitpap ingelepeld. Ludo en Annick

Lousbergh-Moonen uit Sint-Truiden over de aangename realiteit

achter de tv-serie. ‘De voldoening van het snoeiwerk, het naar

je hand zetten van een boom, die zie je niet op tv.’

moet je beleven’‘Ons bestaan

naam Ludo Lousbergh

diploma regentaat land- en tuinbouw

leeftijd 51 jaar

hobby’s bestuur veiling, studiekring fruit, proeftuinwerkgroep en andere vereni-gingen

taken snoeien, sproeien, uitdunnen, sorteren, plukken, aan- en verkoop

naam Annick Moonen

diploma kandidatuur theologie, hogere fruitleergangen

leeftijd 37 jaar

hobby’s klassieke zang (sopraan)

taken snoeien, sproeien, uitdunnen, sorteren, plukken, aan- en ver-koop, administratie

Page 21: Landgenoten Herfst 2009

21

M

Ook dit jaar laat vlam de consument kennismaken met de

lekkerste appelsoorten ‘van bij ons’. Het promotieagent-

schap organiseert degustaties van de variëteiten belgi-

ca, jonagold, jonagored, kanzi, rubens, golden delicious,

greenstar en pinova. De campagne startte in september

en loopt tot eind januari in de winkels van Carrefour, Super

GB, Colruyt, Delhaize, Makro en Mestdagh.

info www.vlam.be

Appeldegustaties in de supermarkt

et het najaar en de pluk komt voor

Ludo en Annick Lousbergh-Moonen

de drukste periode van het jaar er-

aan. Al beklemtoont het koppel meteen dat ze ook

daarvoor en daarna voldoende om handen hebben.

‘Het is een hardnekkig misverstand dat het buiten

de pluk rustig is op een fruitbedrijf,’ zegt Annick.

‘De pluk is de periode dat er op ons bedrijf het

meeste mensen aan de slag zijn. Maar wijzelf zitten

het hele jaar door niet stil.’

Risico’s spreidenLudo en Annick groeiden allebei op in de fruitteelt

en namen in 1993 het bedrijf van Ludo’s ouders

over. Vandaag baten ze twaalf hectare met zes ap-

pelrassen – jonagoldmutanten, boskoop, elstar, pi-

nova, gala must, golden reinders – en acht hectare

conférenceperen uit, naast twaalf are kersen als

hobbyproject. ‘Dat is historisch gegroeid’, legt

Ludo uit. ‘Mijn ouders teelden begin jaren negen-

tig zoals de meesten in die tijd maar één appelras:

de jonagold. Maar in 1996 viel die oogst enorm

tegen, net nadat wij in koelcellen hadden geïn-

vesteerd. Daarna zijn we op andere rassen over-

gestapt om de risico’s beter te spreiden. Onze

ambitie is een stabiel bedrijf uitbouwen waarvan

we goed kunnen leven. Het heeft geen zin om op

korte termijn veel te willen verdienen, want dan

loop je ook het risico om veel ineens te verliezen.’

In het hardfruit kun je de jaarlijkse werkzaamhe-

den volgens Annick in vier à vijf periodes indelen.

‘Van december tot maart concentreren we ons

samen met Ludo’s vader op het snoeien. In de pe-

riode daarna rijden we vooral met de sproeikar en

sorteren we met een tiental seizoensarbeiders het

fruit uit de koelcellen. Vanaf eind juni verdubbelt

ons team tot twintig medewerkers om scheuten

te trekken, vruchten uit te dunnen en te zomer-

snoeien. In augustus groeit die groep tot dertig à

veertig mensen voor de pluk. En als afsluiting van

het seizoen komt daar om de zoveel tijd nog het

aanplanten van nieuwe bomen bij. Ook rijden we

het hele jaar door naar de veiling. Veel kilo’s oog-

sten is één ding, ze op het juiste moment verkopen

is minstens even belangrijk.’

Twee tractorenSinds jaar en dag doen Ludo en Annick een beroep

op een vast team van Belgische huisvrouwen, ge-

pensioneerden, pwa’ers en studenten. Ludo: ‘Het

is toch makkelijker als je vlot kunt communiceren.

En anders dan bij Polen die op je bedrijf logeren,

voelen wij geen druk om hen ook in slechte pluk-

omstandigheden aan het werk te zetten. Zolang we

mensen vinden, wil ik op deze manier doorgaan.

Onze ploeg is ook zeer betrouwbaar, al valt er af en

toe wel iemand af. Eigenlijk zijn dat dan voor onszelf

de drukste periodes, als er op een slecht moment

personeel uitvalt. De rest kun je incalculeren.’

De taken zijn bij Ludo en Annick zeer evenwich-

tig verdeeld: ze doen gewoon alles samen. ‘Op

veel bedrijven sorteert de vrouw en doet de man

het buitenwerk’, zegt Annick. ‘Wij hebben twee

tractoren, twee sproeimachines en we verdelen

het binnenwerk. Ik ben geboren in het fruit en

ik wil geen andere job. Ik heb nog aanbiedingen

gekregen, maar ik doe dit te graag. Ons werk is

afwisselend, je ziet de resultaten, en we leven echt

met de seizoenen mee. Zelfs toen we vorig jaar in

Zuid-Afrika op reis waren, gingen wij fruit bekij-

ken. Het meest hou ik van het snoeiwerk. Door je

creativiteit en vakmanschap kun je een boom echt

naar je hand zetten.’

Beter dan op tv‘De voldoening die dat geeft, die zag je niet in

Katarakt’, glimlacht Ludo. ‘Als je tien uur in je

boomgaard werkt, levert dat geen pakkende tv

op. Maar de indrukken die je opdoet en het gevoel

achteraf zijn een geweldige ervaring. Ons bestaan

moet je beleven.’ Ludo en Annick stellen hun be-

drijf wel open voor Katarakt-rondleidingen, maar

globaal genomen blijken ze niet bijster tevreden

over de serie. ‘Het verhaal was veel te negatief.

Het leek alsof de Belgische fruitteelt moeite heeft

om te overleven, terwijl dit een bloeiende sector

is. Het was wel boeiend om te zien wiens sproei-

machine of wiens loods in beeld kwam. En de se-

rie is natuurlijk goed voor het bloesemtoerisme.’

Hoewel de appelprijzen de afgelopen jaren iets

minder waren, geloven Ludo en Annick rotsvast in

de toekomst. Ludo: ‘Nog niet zo lang geleden had-

den we ook een paar erg goede jaren. We telen een

gezond en lekker kwaliteitsproduct dat goed in de

markt ligt. Daar zal ook in de toekomst vraag naar

zijn. We voelen uiteraard de concurrentie uit Oost-

Europa. En dit jaar kwam daarbij de instorting van

de koopkracht in Rusland, een belangrijke afzet-

markt, en de impact van de crisis op een aantal ex-

porteurs. Maar op langere termijn herstelt de markt

zich wel. De inhaalbeweging die de Oostbloklanden

met Europese steun maken, blijft niet duren. Ook in

Polen beginnen de lonen al te stijgen.’

Veel kilo’s oogsten is één ding, ze op het juiste moment

verkopen is minstens even belangrijk

ten huize van

Page 22: Landgenoten Herfst 2009

buitenlander22

D veiling, maar er zijn periodes geweest dat we de

beste kwaliteit van ons witloof voor 40 eurocent

moesten afgeven. Terwijl mijn kostprijs globaal

genomen ongeveer 75 eurocent per kilogram is.’

Johan Heldenbergh knikt begripvol. ‘Van acte-

ren word je ook niet rijk, maar ik heb alle respect

voor de boeren die op straat komen. Je zou voor

je producten toch minstens de kostprijs moeten

krijgen. Ik heb ooit eens een varkenshouderij

bezocht en sindsdien heb ik een ongelooflijke

bewondering voor wat landbouwers dag in dag

uit presteren. Hoe jullie noodgedwongen omgaan

met prijzenschommelingen, paperassen en nieu-

we wetgeving. Maar als het een troost mag zijn,

ook in de theaterwereld zorgen nieuwe regeltjes

meer en meer voor administratieve rompslomp.’

e naam Johan Heldenbergh liet wel een

belletje rinkelen bij Jozef De Clercq uit

Smetlede toen we hem voor onze re-

portage contacteerden. ‘Ik weet dat hij hier in

de buurt woont. Maar ik weet niet of ik hem zou

herkennen’, klonk het. Als de acteur in kwestie

– bekend van onder meer Ons geluk, Aanrijding

in Moscou, Jes en binnenkort De helaasheid der

dingen – op de boerderij arriveert, blijkt Jozefs

spontane opmerking terecht. ‘Maar ik ken jou ook

niet,’ breekt Johan het ijs. ‘En jij weet waarschijn-

lijk meer over film dan dat ik van landbouw ken.’

Prijzen en administratieHet gaat er meteen gemoedelijk aan toe op het

Oost-Vlaams witloof- en vleesveebedrijf. Jozef

legt uit dat hij samen met zijn zoon Michael en

zijn vriend Johan een bedrijf met 250 vleeskoeien

en het jaar rond witloof uitbaat. ‘Met wortels die

we zelf telen en daarna forceren in hydrocultuur.’

Al snel brengt hij ook de slechte landbouwprij-

zen ter sprake. ‘Ik werk aan alles graag, als het

maar lonend is. Vandaag was het redelijk op de

Gespierde vleeskoeienTijdens de rondleiding blijkt dat Johan wel het

onderscheid grondwitloof en hydrocultuur kent,

maar dat hij geen flauw idee heeft hoe witloof

wordt geproduceerd. ‘Lijkt dat niet op de teelt

van asperges? Sorry, ik ben een echte stadsmens.

Ik ben opgegroeid in de Gentse deelgemeente

L edeberg, een van de dichtstbevolkte gebie-

den van België. Op vraag van mijn vrouw Joke

(D evynck, bekend van o.a. Flikken) zijn we tien

jaar geleden naar het platteland verhuisd. Ik weet

nog dat ik de eerste nachten niet kon slapen van

de stilte. Maar ik hou van koken en ik leer graag

bij over mijn ingrediënten en hoe die worden ge-

produceerd.’

Nadat Johan de cyclus van ingetafelde wit-

loofwortel tot kropje heeft ontdekt, trekken we

naar de koeienstal. Jozef vertelt over de passie

van zijn zoon voor prijskampen en keuringen en

wijst zijn gast op het verschil tussen een melkkoe

en een gespierde vleesstier. De kolossen van am-

per een paar maanden oud in het stro maken een

diepe indruk op Johan, die herinneringen uit zijn

Nonkel Breejenbewondert fokstieren

Johan Heldenbergh

Je zou toch minstens de kostprijs voor je

product moeten krijgen

Hij is een stadsmens maar woont al tien jaar op

het platteland. Acteur Johan Heldenbergh be-

zoekt het gemengd bedrijf van Jozef De Clercq

uit Smetlede, op een paar kilometer van zijn huis

en van de filmset waar hij een van de hoofdrollen

in ‘De helaasheid der dingen’ vertolkte.

Page 23: Landgenoten Herfst 2009

2323

bewondert fokstieren

k sa-tijd begint op te diepen. ‘Ik vond het fantas-

tisch om met de jeugdbeweging op een hooizol-

der te slapen. Ooit hebben we, als stadjongens,

zelfs eens helpen trekken om een kalfje ter wereld

te brengen. Maar dat was blijkbaar nog voor kei-

zersnedes de standaard werden.’

Groen compromisVia keizersnedes en kunstmatige inseminatie leidt

ons gesprek naar dierenwelzijn en milieu-eisen.

Johan: ‘Natuurlijk ben ik daar gevoelig voor. Ik heb

mijn hele leven groen gestemd. Ik besef dat het

niet altijd evident is, maar ik ben ervan overtuigd

dat we een compromis moeten kunnen vinden tus-

sen het groene gedachtegoed en de realiteit. Zoals

ik daarnet al zei, veranderingen moeten doorge-

voerd worden met respect voor de praktijk. Ik ben

geen Gaia-mens, daarvoor eet ik te graag. Ik zal

een lekkere biefstuk niet laten liggen. Ik eet ook

graag foie gras, al doe ik dat maar één keer per

jaar uit medeleven met die ganzen. Dat is inder-

daad wat schizofreen. En misschien heb je wel een

beweging als Gaia nodig om iets te veranderen.

info BoerenstebuitenTV maakte een reportage over het bezoek van Johan Heldenbergh aan het bedrijf van Jozef De Clercq. Bekijk ze op www.vilt.be.

Maar ik denk dat je als boer toch ook voor de dier-

vriendelijkste of milieuvriendelijkste manier kiest

als de overheid dat indien nodig stimuleert?’

Jozef knikt gelaten. ‘Een boer gaat de dieren

waarmee hij zijn geld verdient toch niet mishan-

delen? Wat ik jammer vind, is dat er almaar meer

geëist wordt van de landbouw zonder dat er iets

tegenover staat. Vroeger was je als boer een

werkmens, nu moet je ook boekhouder, verko-

per en bedrijfsleider zijn. Mijn zoon doet, naast

het fokken, het afmesten en het bijhorende veld-

werk, ook de meeste papieren. Ik doe enkel het

witloof en de mestbank- en oppervlakteaangifte.

gratis naar De helaasheid der dingen

Maar het is niet evident meer. We zouden graag

volgend jaar onze stal uitbreiden – de vergunning

is zelfs al toegekend. Alleen is dat in de huidige fi-

nanciële situatie niet evident.’ Waarna hij besluit:

‘Ik denk niet dat we momenteel aan nieuwe ver-

plichtingen moeten denken: vandaag is de eerste

taak van de politiek ervoor zorgen dat onze land-

bouw leefbaar blijft.’

Op 6 oktober gaat de film ‘De helaasheid

der dingen’ in première. Het verhaal is geba-

seerd op de gelijknamige roman van Dimitri

Verhulst. Daarin slaagt een jongetje dat met

zijn baldadige vader en diens broers bij zijn

oma inwoont, er geleidelijk in om zich uit dat

milieu los te maken. Johan Heldenbergh speelt

een van de hoofdrollen in de film: de rol van non-

kel Breejen. Wil je de film ontdekken? Mail dan

je naam en adres naar [email protected] en

maak kans op 2 van de 10 gratis filmtickets die

we weggeven.

win filmtickets!

Page 24: Landgenoten Herfst 2009

24

De Belgische export van land- en tuinbouwproducten over-

treft sinds jaar en dag de import ervan. Toch lijkt een aantal

producten op de internationale markt alsmaar zwaardere

concurrentie te ondervinden. Moeten we ons in de toe-

komst meer en meer op de lokale en/of Europese markten

richten?

frontaal24

‘Ik denk dat we ons op alle markten moeten

blijven richten. De Vlaamse land- en tuin-

bouw kan alleen maar zijn wat hij is dank-

zij export. We hebben een aantal sectoren

– varkens, braadkippen, melk, groenten

en fruit – die zonder buitenlandse afzet tot

bijna de helft zouden verschrompelen. Het

grootste deel van onze export is gericht op

de zeer welvarende West-Europese thuis-

markt, binnen een straal van 300 à 400 km.

Op de tweede plaats komt Midden-Europa,

met landen als Polen en Tsjechië, maar ook

Oekraïne en Rusland. Pas op de derde plaats

richten we ons ook op de wereldmarkt.

Dat laatste lijkt mij niet prioritair, maar het

lijkt me ook geen goed idee om daarmee te

stoppen.’

‘Onze landbouw produceert vandaag niet

voor, maar in de wereldmarkt. Onze boeren

leveren ongeveer 80 % van wat onze super-

markten aan verse producten verkopen.

Onder druk van de wto staan, soms tot onze

spijt, onze markten open voor voedsel zoals

Braziliaans kippenvlees dat in totaal andere

omstandigheden is geproduceerd. Intussen

moeten we die situatie ondergaan en dat zal

jammer genoeg ook in de toekomst zo zijn.

Een aantal sectoren, zoals de zuivelmarkt,

ondervindt vandaag de druk van de wereld-

markt. We proberen daar op verschillende

niveaus iets aan te doen. Tijdens het overleg

bleek alvast dat een te grote prijsvolatiliteit

zowel voor de boer, de distributie als voor

de consument een slechte zaak is. Er zijn dus

zeker mogelijkheden.’

‘Een cruciale factor voor de komende ja-

ren wordt de ontwikkeling van het Europese

beleid na 2013. Op de eerste plaats speelt

daarbij de vraag hoe dat eruit zal zien. Ko-

men er inderdaad systemen die, ondanks

het vrijemarktprincipe van de wto, de

markten voor landbouwproducten stabieler

maken? Boerenbond is alvast tevreden met

wat daarover in het Vlaams regeerakkoord

staat, maar de lidstaten moeten samen tot

een consensus komen. Op de tweede plaats

speelt ook de vraag welk budget er voor het

Europese beleid zal worden vrijgemaakt.

Want zonder centen is het moeilijk om een

doortastende aanpak uit te werken.’

Ludo Willems, directeur Promotiedienst vlam

‘Het is een gegeven dat België, ook op het vlak van

land- en tuinbouw, een exporterend land is. Dat

is bepalend voor de werking van vlam: voor een

aantal sectoren zoals onder meer vlees, groen-

ten en fruit is exportpromotie en -ondersteuning

cruciaal. Op vraag van de sectoren en de Vlaamse

overheid gaan we onze exportondersteuning uit-

breiden en vooral het prospecteren van nieuwe

markten systematischer aanpakken. Nog dit jaar

starten we met de uitbouw van een kenniscen-

trum voor de export. Het is belangrijk om een

degelijke kennis van potentiële exportmarkten te

verwerven vooraleer we daadwerkelijk op nieuwe

markten aan de slag gaan.’

‘Voor de prospectie van nieuwe markten wil-

len we in de eerste plaats samenwerken met de

mensen van Flanders Investment and Trade (fit).

Deze overheidsdienst beschikt over de nodige

knowhow en is in meer dan 80 landen vertegen-

woordigd. Die kennis en ervaring willen we nog

meer voor de land- en tuinbouw benutten. Het

is niet alleen de bedoeling om de export te laten

groeien, maar ook om te komen tot een grotere

diversificatie. Onder meer de varkens- of peren-

sector zouden wat minder afhankelijk mogen wor-

den van één markt. Het ziet ernaar uit dat we onze

blik vooral op de meer nabijgelegen marken in

Oost-Europa moeten richten. Maar om concrete

uitspraken te doen, is het nog te vroeg. We willen

eerst de markten screenen, pas daarna maken we

een actieplan op met concrete acties voor 2010.’

Piet Vanthemsche, voorzitter Boerenbond

Producerenvoor binnen- of buitenland?

Page 25: Landgenoten Herfst 2009

25

‘Wij geloven sterk in productie voor de directe

omgeving. Zowat 2000 gezinnen maken intussen

gebruik van onze vzw om in groep voeding aan te

kopen bij lokale producenten. Een van de drijf-

veren daarvoor is dat je op die manier de land-

bouwmarkt in derdewereldlanden minder ver-

stoort. Maar het is ook een manier om bij ons een

duurzamere landbouw te realiseren. Wij vinden

dat je als boer een redelijke en gegarandeerde

prijs moet krijgen voor je arbeid en je investe-

ringsrisico. Tot hiertoe worden streekproducten

als een kleine nichemarkt beschouwd, maar wij

denken dat er een groot potentieel voor is. Ook

de Franse regering beseft dat: dit voorjaar lan-

ceerde ze een veelbelovend plan voor de uitbouw

van de korte keten. Wij zijn zeer benieuwd naar

de impact daarvan en hopen dat zoiets binnenkort

ook in Vlaanderen kan.’

25

‘Onze land- en tuinbouw moet vooral voor de ei-

gen markt produceren om een degelijk inkomen

te vergaren. De beste strategie is produceren op

maat van de in Europa gevraagde kwaliteit en

diversifiëren. Momenteel merken we, zelfs los

van de economische crisis, hoe de wereldmarkt

gekenmerkt wordt door lage, verlieslatende, prij-

zen. Alleen om de zoveel jaar, als er zoals in 2007

uitzonderlijke schaarste is, zijn de prijzen redelijk.

Wie dat risico wil nemen, mag. Maar er zouden

mechanismen moeten zijn waardoor die keuze de

prijs op de binnenlandse markt niet beïnvloedt.’

‘Een van de uitdagingen voor de komende jaren

wordt overleg met lokale verwerkers, zodat we

gericht kunnen produceren wat zij nodig hebben.

Ik denk bijvoorbeeld aan een hespenfabrikant die

varkensvlees uit Denemarken invoert omdat onze

varkensrassen niet geschikt zijn voor zijn machi-

nes. Ook op het vlak van prijsvorming zijn er een

aantal punten die dringend moeten verbeteren.

Denk maar aan hoe de varkensprijzen in café La

Tourelle worden gemanipuleerd. Belangrijk is ook

dat Fedis in het zuivelakkoord heeft ingestemd

met het principe dat de boer voor zijn kostprijs

moet worden vergoed.’

‘Het klopt dat Europa en de wto streng toe-

zien op de mededinging en op het verbod op

prijsafspraken, maar dat betekent niet dat we er

niet kunnen toe komen dat iedere schakel uit de

voedselketen zijn deeltje van de koek krijgt. De

Europese leidinggevenden moeten er zich bewust

van worden dat de Europese landbouwsector

zonder enige vorm van afscherming van de eigen

markt een speelbal van de wereldmarkt wordt.

Dat kan zeker onze Vlaamse landbouw niet aan,

onze kostenstructuur is daarvoor veel te hoog.

Bij de Europese hervormingen en het beleid na

2013 moeten we erover waken dat er voldoende

buffers blijven voor de landbouwprijzen. Bij de

wto-onderhandelingen is landbouw al genoeg

als pasmunt voor andere sectoren gebruikt. Het

wordt hoog tijd om die vergissing recht te zetten

en chauvinistischer te worden. Tenzij men het niet

erg vindt dat onze regio op den duur alle voedsel

moet invoeren.’

Hendrik Vandamme, voorzitter ABS

Wim Merckx, medewerker vzw Voedselteams

voor binnen- of buitenland?

Page 26: Landgenoten Herfst 2009

26 mijn gedacht26

e wereldeconomie is de jongste tijd

door elkaar geschud als nooit tevoren.

De laatste omwenteling van die omvang

was de industriële revolutie, zo’n 200 jaar geleden.

In mijn boek beschrijf ik zes gebeurtenissen die sa-

men een perfecte schok of een econoshock heb-

ben veroorzaakt. Die zal iedereen op deze wereld

raken, zowel economisch, maatschappelijk als

financieel. Ons economisch systeem zal zich op

korte tijd fundamenteel moeten aanpassen. Niet

aanpassen zal synoniem zijn met welvaartsverlies.

Demografische schok. De wereldbevolking

zal tegen 2050 aangroeien tot zo’n 10 miljard.

Het staat vast dat de aarde de verscheidenheid

en overvloed aan voedsel die wij hier in het wes-

ten kennen, niet voor alle 10 miljard bewoners

zal kunnen verzekeren. Een grondige verandering

van onze gewoonten dringt zich dus op. Daar-

naast kunnen we ook zien dat de wereldbevol-

king vergrijst. In 2050 zal 36% van de Europese

bevolking ouder zijn dan zestig. Wanneer er niets

verandert, zal dat een enorme last op de jonge en

actieve bevolking leggen en sociale spanningen

zijn niet uit te sluiten.

Een belangrijke subschok is obesitas. Deze

welvaartsziekte is mee gestimuleerd door de

kunstmatig lage energieprijs en de erg lage voed-

selprijzen uit het verleden. Obesitas heeft zware

economische implicaties. Een dikker wordende,

minder fitte bevolking is minder productief en

zorgt voor een bijkomende last op de uitgaven

voor de gezondheidszorg. Een mogelijke oplos-

sing bestaat erin een soort vettaks op te leggen

en vestigingswetten voor (voedings)bedrijven

eerder strenger te maken dan te versoepelen.

Verstedelijking is een andere subschok met ver-

strekkende economische gevolgen. Sinds 2006

leeft meer dan de helft van de wereldbevolking in

steden. Een paar gevolgen daarvan: stedelingen

verbruiken meer calorieën en eten gevarieerder

met meer vlees en ook de energieconsumptie in

de steden neemt toe.

Oosterse schok. China is op korte termijn uit-

gegroeid tot een belangrijke economische macht

en dat komt vooral omdat de VS het land daartoe

de economische wapens heeft aangereikt: een

lage rente waardoor de Chinese staat een investe-

ringsboom heeft kunnen financieren, de modern-

ste technologiefabrieken en een gegarandeerde

afname van producten door een schuldverslaafde

Amerikaanse consument. Europa moet leren uit

deze Amerikaanse vergissingen. Het is een korte-

termijnstrategie om alleen maar omwille van het

kostenvoordeel de productie naar China te ver-

huizen. Daarmee geven we zomaar economische

macht uit handen. Zeker het streven naar steeds

lagere prijzen voor de consument - wat ik de wal-

martisering van de economie noem - is geen vrij-

blijvende keuze. Op korte termijn is het makkelijk

en verleidelijk, maar op de lange termijn is het

‘Kiezen voor het goedkoopste is geen vrijblijvende keuze’

Geert Noels is één van de bekendste macro- economen van ons land. Hij is ook auteur van de bestseller ‘Econoshock’.

welvaartsvernietigend en heeft het economische,

ecologische en sociale gevolgen die niet te onder-

schatten zijn.

Ook het gebrek aan waardering van maak-

sectoren zal ons parten spelen. De geschiedenis

toont overvloedig aan dat de economische macht

van een land groeit met zijn knowhow, en vooral

met zijn know how to create. Als we die vaardig-

heid verder blijven verliezen, dan kiezen we voor

afhankelijkheid. Alles begint met prioriteiten

stellen. Wat willen we: een lage prijs, een goede

kwaliteit, geluk…? Wanneer je alle productie cen-

traliseert in China en vervolgens een belastend

logistiek netwerk uitbouwt om al die producten

in de winkelrekken te krijgen, kun je dat moeilijk

een neutrale keuze noemen. En ze is al evenmin

sociaal, economisch of ecologisch.

ICT-schok. Dit is de schok met de meeste matu-

riteit, maar hij zal nog decennialang nazinderen.

Informatie- en communicatietechnologieën zoals

internet, mobiele telefonie en andere toepas-

singen kennen een razendsnelle verspreiding en

veranderen onze manier van leven en werken

definitief.

Energieschok. De economie begint en eindigt

met energie. Helaas is onze belangrijkste ener-

giebron, olie, aan het opdrogen. En dus stijgen de

olieprijzen. Voor het eerst in 200 jaar zullen we

van energiedrager moeten veranderen. Mirakel-

oplossingen zijn er niet, wel heel wat alternatieve

energiebronnen die kans maken om een deel van

de oplossing te worden. De belangrijkste bron

van alternatieve energie op middellange termijn is

D

Biobrandstoffen zijn de meest

groene vergissing van deze eeuw

Page 27: Landgenoten Herfst 2009

2727

‘Kiezen voor het goedkoopste is geen vrijblijvende keuze’

mijn gedacht

Groene schok. Het is een gelukkig toeval dat

deze schok samenvalt met de energieschok, want

de dure olieprijzen zijn waarschijnlijk een grotere

stimulans dan het Kyotoprotocol om de opwar-

ming van de aarde te stoppen. De klimaatveran-

dering is het gevolg van de energie-intensieve

manier waarop we sinds de industriële revolutie

produceren. Een belangrijk probleem is dat be-

drijven in de huidige globaliseringsgolf de milieu-

kosten onvoldoende doorrekenen. Het enige waar

ze wel rekening mee houden, is het optimaliseren

van de productie. Als ondernemingen de milieu-

kosten en de daarmee verbonden transportkosten

wel meetelden, zouden velen hun productie op-

nieuw verhuizen naar het Westen.

Maar het is nog niet te laat om de opwarming

van de aarde te keren. Het is zowel economisch als

sociaal haalbaar. De oplossing zal gedeeltelijk van

bedrijven en de overheid moeten komen, maar

ook de consument zal een veel groenere instelling

moeten aannemen. Wellicht zal de overheid hier-

voor economische impulsen moeten geven. Maar

meer nog dan de industrie, zullen vooral land- en

bosbouw een belangrijke rol moeten spelen in het

reddingsplan van onze planeet.

Besluit. Deze periode zal wellicht een eigen naam

krijgen. Misschien hebben we het straks over het

tijdperk van de globale herbalancering. Maar ik

tip voorlopig op duurzaamheidsrevolutie: de we-

reldeconomie evolueert naar een evenwichtiger

vorm van economische groei en vooruitgang, na

het tijdperk van groei tegen elke prijs.

energie-efficiëntie. Rationeler energiegebruik en

minder verspilling treffen niemand, maar ook hier

zal de prijs wellicht de sterkste regelgever zijn.

Ik geloof ook niet in de toekomst van biobrand-

stoffen. Boeren, groenen en politici zagen in bio-

fuels een gouden kans. Maar de gevolgen voor het

milieu worden schromelijk onderschat, net zoals

de invloed op de landbouwprijzen. Dat groene

jongens biobrandstoffen hebben aangemoedigd,

is waarschijnlijk de meest groene vergissing van

de eeuw. Wereldwijde honger of vernietiging van

bossen is geen duurzame oplossing voor de ener-

gieschok, en evenmin voor de opwarming van de

aarde. Maar ik geloof wel in andere hernieuwbare

energieën, zoals een combinatie van geothermi-

sche energie, massale uitbreiding van zonne-

energie, offshorewindparken, getijdenenergie en

allerlei andere innovaties.

Financiële schok. Wat zich momenteel af-

speelt, is geen kredietcrisis, maar een crisis

van het totale financiële systeem. Nooit eerder

werden zoveel banken getroffen en nooit eerder

had een crisis een wereldwijde impact. Dat komt

doordat de financiële veiligheidsvoorzieningen in

de loop der jaren één na één verwijderd werden.

Dit was alleen mogelijk omdat de centrale banken

hun basisrol vergaten. Financiële risico’s werden

mooi verpakt en doorgeschoven naar andere sec-

toren. De gevolgen zijn niet te overzien. Hoewel

de financiële schok een eerste hoogtepunt bereik-

te in september 2008, zullen er nog nieuwe schok-

ken volgen. Tot een duurzamer financieel systeem

ontstaat. Maar het financiële systeem waarnaar

we evolueren, lijkt verrassend veel op het oude.

5 tips om de econoshock te overleven:

1. Besef waar je voor staat. Maak een analyse van de trends die onmisken-baar op je afkomen.

2. Maak een sterkte-zwakteanalyse van jezelf of je bedrijf tegenover elk van de zes schokken.

3. Werk een plan uit om de meest kriti-sche punten te verbeteren.

4. Investeer je opgebouwde welvaart of rijkdom in uw eigen talenten of bedrijf. Wie niet durft te investeren in zijn ei-gen talent, wordt afhankelijk. Een be-drijf dat niet langer investeert, krimpt, wordt overgenomen of verdwijnt.

5. Geef nooit op. Als de anderen goed-koper zijn, zorg dan dat je meer kwa-liteit biedt. Als de concurrentie hevig is, wees dan slimmer en ga korter bij de klant staan. Er is altijd een niche die de grootste spelers niet kunnen invul-len. We kunnen veel automatiseren, maar niet de creativiteit, de inventivi-teit en de ziel.

info www.econoshock.be

Page 28: Landgenoten Herfst 2009

Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 19Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 3, 2009

België-Belgique9099 Gent X

bc 10292

V.u. Dirk Lips, p.a. ViltKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel

P509285