Landgenoten Herfst 2009
description
Transcript of Landgenoten Herfst 2009
landgenotenmagazine voor boer en buiten herfst 2009 | 19
www.vilt.be
+ Haal meer uit je personeel, produceren voor binnen- of buitenland?, Geert Noels, streekproducten en veel meer
drie
maa
ndel
ijks
| kw
arta
al 3
| G
ent
X | P
5092
85
Kris Peeters blijft landbouwminister:
‘Crisis aanpakken, maar ook
opportuniteiten zien’
Johan HeldenberghStadsmus tussen
vleeskoeienDOSSIERwaterbeheer
Groen licht voor blauwe diensten?
vruchten plukken van een bloeiend bedrijf
Samen
www.sbb.be
Samen maken wij uw toekomstSBB begeleidt vandaag al meer dan 10.000 landbouwers, tuinders en veetelers op het vlak
van boekhouding, fiscaliteit, vennootschappen, milieu- en bedrijfseconomische regle-
mentering. In elk van de 28 SBB-kantoren vindt u adviseurs die, net als u, specialisten zijn in
hun vak. Zij waarborgen u een deskundige en betaalbare begeleiding en bouwen samen met
u aan de toekomst van uw bedrijf. Meer info over onze diensten vindt u op www.sbb.be of in
het SBB-kantoor in uw buurt.
Kies voor eenadviseur die
uw sector kent!Boekhouding | Fiscaliteit | Vennootschappen | Milieuadvies | Agro Bouwadvies | Bedrijfseconomisch advies
SBB Partner voor bedrijvige mensen
3
colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail [email protected] hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.
in dit nummer
22
12
20
06
Beste
landgenoten
06 focus waterbeheerVan bekkenbeheerplan tot oeverzone.
Welke uitdagingen en kansen biedt
integraal waterbeheer voor jouw
bedrijf?
12 ondernemer van natureMarja Van Dessel legt uit hoe ze
met 50 personeelsleden 1 team vormt,
dat betere resultaten haalt.
16 biechtstoelKris Peeters over de aanpak
van de crisis, export, Europa
en het risicobeheer op
de Vlaamse bedrijven.
18 burenbabbelHet landbouwlandschap door de ogen
van Vlaams bouwmeester Marcel
Smets: ‘Misschien moeten we sommige
stallen wel ingraven.’
en verder …
04 koetjes & kalfjes10 gewikt en gewogen15 uit de provincie20 ten huize van22 buitenlander24 frontaal27 mijn gedacht
Heb je het ook gezien in De Standaard enkele
weken geleden? Paginagroot was ze, de ad-
vertentie van Delhaize. ‘Lokale producten,
daar kiezen we voor!’, stond er in grote let-
ters. Spontaan kwamen er herinneringen bij
me boven van een zoektocht naar een stuk
Belgische kip in de supermarktrekken tijdens
mijn studententijd. Met de lekkere zelfge-
kweekte kippetjes van mijn moeder en de
horrorverhalen over Braziliaanse plofkippen
in mijn achterhoofd speurde ik elk etiket af
naar een teken van herkenning. Tevergeefs...
Ontgoocheld vertrok ik dan maar met een
kip waarop het etiket Produit de France
prijkte. Van die chauvinistische Fransen kun-
nen we nog wat leren, leek me.
En nu lijken de jarenlange onderhandelingen
van de landbouworganisaties en vlam met de
distributiesector eindelijk hun vruchten af te
werpen. Eerst een akkoord over de promotie
van Belgische producten, daarna een over-
eenkomst over een melktoeslag. Begint de
distributiesector een geweten te krijgen?
Of is het uit puur opportunisme omdat
men inziet dat de kwaliteitsvolle Belgische
producten een manier zijn om zich van de
concurrentie te onderscheiden? In elk ge-
val is het resultaat hetzelfde en dat is wat
telt! Zou minister Peeters dan toch gelijk
hebben toen hij ons zei dat elke crisis zijn
opportuniteiten heeft?
Veel leesplezier!
Griet Lemaire
Hoofdredacteur
‘ Twee jonge boeren die samen zestig uur in de week moeten bijklussen om rond te komen en iedereen vindt dat normaal. Ik noem dat redelijk alarmerend.’
Riccy Focke van Boeren op een Kruispunt in Humo
Op 26 en 27 september is Oudenaarde op-
nieuw het decor van de 29ste editie van de
Werktuigendagen. Een heleboel grote en
minder grote landbouwmachines zullen er
Sterk staaltje van techniek
koetjes & kalfjes4
Glooiende heuvels, schitterende verge-
zichten, prachtige vierkantshoeves,…
Het Pajottenland heeft het allemaal. Om
het waardevolle Pajotse landschap van
vroeger en nu in de kijker te stellen, is
men op zoek naar oud beeldmateriaal
als foto’s, prentkaarten, schilderijen,
kalenders, kaarten en filmpjes van het
landschap en opmerkelijke hoeves, mo-
lens en woningen. Wie de trotse bezitter
is van dergelijk materiaal, kan terecht bij
het Centrum Agrarische Geschiedenis.
Maar er is meer! In een tweede fase wil
men de omgeving van oude hoeves en
andere landelijke gebouwen inkleden
met kleine landschapselementen. En
zowel Europa als de provincie stellen
heel wat geld ter beschikking om het
landbouwlandschap in ere te herstellen.
info www.cagnet.be, 016 32 35 42,
Groetjes uit het Pajottenland
320Mega Mindy bloeit op Vlaamse veldenDat Mega Mindy geen vliegtuig en ook geen
vogel is, weet iedere fan van deze Vlaamse
heldin. Maar wist je dat je ze tegenwoordig
op Vlaamse velden groeit? Een aantal boom-
kwekerijen, verenigd in best-select, ontwik-
kelde nog maar net een nieuwe hortensia die
de naam Hydrangea Mega Mindy draagt. De
tuinplant heeft grote bloeikegels die sterk
roze-rood verkleuren in de herfst, de kleur
van de outfit van Mega Mindy. BEST-select
bereikte een overeenkomst met Studio 100
voor het gebruik van de naam van het kin-
deridool. Samen steunen ze ook het goede
doel, want van elke verkochte plant zal een
deeltje van de opbrengst worden afgestaan
aan de werking van het KinderKankerFonds.
Het was Free Souffriau alias Mega Mindy die
de plant kwam dopen tijdens een officiële
plechtigheid.
info www.bestselect.be
Goesting in Vlaand eren
WIN! Landgenoten mag 3 exemplaren van
Goesting in Vlaanderen weggeven. Stuur je naam en
adres naar [email protected] en wie weet ben jij
wel de gelukkige winnaar.
Over onze bieren is al heel wat inkt gevloeid. Maar ook
de rijke Vlaamse streekgastronomie kan best wat meer
aandacht gebruiken. Dat beseften ook vlam en het
Centrum Agrarische Geschiedenis. Zij staken hun kop-
pen bij elkaar met als resultaat een gloednieuw boek.
Goesting in Vlaanderen neemt je mee op een culinaire
reis door onze contreien: van de appelteelt in Haspen-
gouw tot de hoppescheuten in de regio van Poperinge.
De geschiedenis van meer dan 40 typisch Vlaamse
producten wordt belicht, samen met hun gebruik in de
keuken en op de feesttafel. Het boek bevat bovendien
ook heel wat recepten en leuke weetjes. Eens gelezen
hebben de termen biefstukkensocialisme, Brusselse
In 2008 waren er 320 erkende zorgboerderijen in Vlaanderen actief. Dat is het stijging van maar liefst 55% tegenover het jaar voordien, toen er 207 zorg-boerderijen aangesloten waren bij het Steunpunt Groene Zorg.
Daarnaast zijn er nog eens 79 niet-erkende zorgboeren. De erkende boerderijen vingen in totaal 387 zorgvragers op. Toch moesten nog heel wat zorgvra-gers teleurgesteld worden, want het Steunpunt kreeg maar liefst
645 aanvragen voor opvang. In totaal kende de Vlaamse over-heid in 2008 een steunbedrag van 692.610 euro ter beschikking voor groene zorg.
info www.groenezorg.be
Sterk staaltje van techniek
5
Moet jij ook telkens externe hulp inroe-
pen voor advies over gewasbescher-
ming? In een praktische brochure heeft
het proefcentrum van Beitem (povlt) de
belangrijkste vijanden van gewassen be-
knopt beschreven en een passende be-
strijding erbij geformuleerd. Het boekje
heeft zeker niet tot doel het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen te promo-
ten. Integendeel, het wil de land- en tuin-
bouw aanzetten om een evenwicht na te
streven tussen kwantiteit – de opbrengst
dus – en kwaliteit. Ook milieuzorg speelt
bij verschillende toepassingen een be-
langrijke rol. Je kan de brochure ‘Vijanden
van gewassen en hun beheersing’ gratis
aanvragen bij het povlt. Zo heb je altijd
het advies van een schare specialisten bij
de hand!
info www.povlt.be, 051 27 32 00, [email protected]
Gratis gewas beschermingsadvies
Big brother waakt over je veldenIn Limburg is een proefproject gestart met satel-
lietbeelden. Landbouwers die zich inschrijven,
krijgen de komende twee jaar gratis gewasinfor-
matie uit de ruimte. Met Europees, Vlaams en pro-
vinciaal geld heeft Limburg de rechten op speciale
satellietbeelden en bijhorende verwerkte informa-
tie gekocht. Zo kan je als landbouwer zien hoe de
biomassaproductie van je gewas evolueert, of er
voldoende vocht en stikstof aanwezig is voor een
optimale groei en of de groei homogeen verloopt
over het hele perceel. Tevens is er een opbrengst-
bepaling voor granen, aardappelen en suikerbie-
ten. Je kan de hulp inroepen van collega telers
320Goesting in Vlaand eren
hun kunnen demonstreren. Er gaat heel wat
aandacht naar technieken uit de autowereld
zoals gps-sturing en zuinig brandstofgebruik.
Een absolute primeur is een zelfrijdende
mestinjecteur die aangedreven wordt met
vario transmissie. Deze machine werd nog op
geen enkele andere demonstratie getoond.
Ook het aantal tuinbouwdemonstraties
breidt uit. Naast de meest moderne machi-
nes zal je op het 120 hectare grote terrein ook
heel wat oldtimertractoren terugvinden. Zij
nemen er zelfs deel aan het nationaal ploeg-
kampioenschap voor oldtimers.
info www.werktuigendagen.be
kiekenfretters, hommelpap, Zottegemse pa-
reibuiken en brood der armen geen geheimen
meer voor je!
info www.davidsfonds.be
of van adviseurs om de informatie over je gewas
te interpreteren en om te zetten in mogelijk zeer
plaatsgerichte teeltmaatregelen. Al 160 boeren
stapten in het project, goed voor een totaal van
4.500 hectare. Geïnteresseerde Limburgse boe-
ren kunnen nog tot 31 oktober deelnemen. Vol-
gend jaar volgt er een nieuwe inschrijvingsronde.
info www.mijnakker.be, 011 23 74 41, [email protected] of bekijk de reportage mijnakker.be op www.boerenstebuiten.be
n januari 2009 keurde de Vlaamse Rege-
ring voor heel Vlaanderen de bekken- en
deelbekkenbeheerplannen definitief goed,
met uitzondering van de West-Vlaamse deelbek-
kenbeheerplannen waarover nog een openbaar
onderzoek plaatsvindt. Die plannen bevatten
een hele reeks acties rond waterbeheer die de
komende jaren lokaal worden uitgevoerd en een
impact kunnen hebben op het terrein. Meest in het
oog springend voor de landbouwsector – omdat
ze een ruimtelijke impact hebben op de land- en
tuinbouw– is de afbakening van 13 extra overstro-
mingsgebieden en 2 oeverzones langs waterlopen.
De beheerplannen bevatten echter ook aller-
lei zaken zoals erosiemaatregelen, projecten om
waterlopen in hun natuurlijke staat te herstellen,
maatregelen voor de scheepvaart maar ook een
verscherpt vergunningenbeleid met betrekking
tot het grondwater, of maatregelen rond water-
kwaliteit enzovoort. Sommige maatregelen zijn
nieuw, andere bestonden al langer.
Het integraal waterbeleid en
de waterbeheerplannen wor-
den steeds concreter op het
terrein. De overstromingsge-
bieden en oeverzones wor-
den door de landbouw met
argusogen gevolgd, maar – zo
benadrukt de Vlaamse land-
bouwadministratie – er liggen
in het waterbeleid ook heel
wat kansen. In elk geval is
water een factor om mee re-
kening te houden.
focus waterbeheer6
I Tijdig alternatieven zoekenElke landbouwer of tuinder zal de komende tijd
nog meer dan nu al het geval is met de water-
problematiek in al zijn facetten geconfronteerd
worden. Door het waterbeleid, maar ook door de
problemen die opduiken, zoals overstromingen,
verzilting of watertekorten.
Joke Charles (afdeling Duurzame Landbouw-
ontwikkeling, Departement Landbouw en Vis-
serij): ‘Landbouwers hebben er alle belang bij
om voorbereid te zijn. Zo ondervinden landbou-
wers in West- en Oost-Vlaanderen al enige tijd
de gevolgen van de daling van het grondwater.
De grondwaterlichamen Sokkel en Landeniaan
zijn er in een heel slechte toestand. Om daar iets
aan te doen is in de stroomgebiedbeheerplannen
onder meer opgenomen dat de vergunningen van-
af nu worden gebaseerd op de draagkracht van
het systeem. Men zal dus minder water mogen
oppompen. Maar in de praktijk is er soms gewoon
al geen water meer, en bovendien daalt de kwali-
teit ervan. Alternatieven zijn dus meer dan nodig,
en dat zal de komende jaren voor meer en meer
aspecten van het watergebruik gelden. De sector
heeft zelf alle belang bij een rationeel en duur-
zaam watergebruik.’
Impact op land- en tuinbouwDe Vlaamse landbouwadministratie waakt er mee
over dat die zoektocht naar alternatieven en naar
een duurzaam waterbeheer op een voor de land-
bouw redelijke en haalbare manier gebeurt. Joke
Charles en Karen Demeulemeester van de afde-
ling Duurzame Landbouwontwikkeling doen dat
op Vlaams niveau, hun collega’s van de afdeling
Landbouw- en Visserijbeleid volgen de Europese
ontwikkelingen op.
Karen Demeulemeester: ‘Wij bekijken in ver-
schillende werkgroepen en commissies alle voor-
stellen door een landbouwbril: zijn er zaken die in
tegenspraak zijn met het landbouwbeleid, zijn er
gevolgen voor de landbouwers, is de landbouw-
Integraal waterbeleid
Bent u er klaar voor?
7
sector wel de juiste sector om een bepaald pro-
bleem op te lossen of bieden maatregelen in de
andere sectoren een efficiëntere oplossing, zijn
er bepaalde kansen, zijn er knelpunten en welke
oplossingen kunnen we voorstellen. Het is onze
rol de partners te doen inzien dat sommige din-
gen een enorme impact hebben op de land- en
tuinbouw. Zo pleiten we er bijvoorbeeld voor om
de looptijd van vergunningen niet fel in te korten,
aangezien landbouwers meer dan ooit rechtsze-
kerheid nodig hebben. We streven mee naar een
duurzaam waterbeheer en duurzaam waterge-
bruik in de Vlaamse land- en tuinbouw, maar het
moet realistisch en haalbaar zijn. En daarbij geven
we de voorkeur aan stimuleren en sensibiliseren
in plaats van dingen op te leggen.’
Een nieuw instrument dat onder impuls van de
Vlaamse landbouwadministratie ingang vond, is
het landbouweffectenrapport of ler, naar ana-
logie met het milieueffectrapport (mer). Karen
Demeulemeester: ‘Als er plannen zijn met een
ruimtelijke impact op landbouwgrond, dan voe-
ren wij eerst een landbouwgevoeligheidsanalyse
uit. Dat gebeurt aan de hand van de beschikbare
administratieve gegevens.’
Een tweede stap is een ler. Dat is nog geen ver-
plichting, maar het is wel de bedoeling dat dit in
de toekomst, zeker bij grote projecten, verplicht
wordt. Een ler gaat tot in detail na wat de gevol-
gen van een bepaald scenario zouden zijn voor
de betrokken landbouwbedrijven. Daarbij worden
ook de landbouwers bevraagd. Meestal is het de
Vlaamse Landmaatschappij (vlm) die het ler op-
maakt. De waarde van de grond en het belang
In het kader van het integraal waterbe-
leid is Vlaanderen opgedeeld in 11 bek-
kens, die op hun beurt zijn opgedeeld
in 103 deelbekkens. Om het waterbe-
leid concreet gestalte te geven is voor
elk van die (deel)bekkens een waterbe-
heerplan opgemaakt en goedgekeurd.
De acties uit die bekkenbeheerplan-
nen en de deelbekkenbeheerplannen
worden tot 2013 uitgevoerd. Het gaat
onder meer om acties om de toestand
van het oppervlaktewater te verbete-
ren, de watervoorraden duurzaam te
beheren, wateroverlast aan te pakken
enzovoort.
Overkoepelend zijn voor Vlaande-
ren twee stroomgebiedbeheerplannen
opgesteld (voor Schelde en Maas) met
meer algemene maatregelen die gelden
voor een groter gebied. Die plannen zit-
ten in de laatste fase voor definitieve
goedkeuring.
De Coördinatiecommissie Integraal
Waterbeleid (ciw) is het overlegplat-
form waarin alle betrokken overheden
in Vlaanderen zijn vertegenwoordigd.
De ciw staat in voor de voorbereiding,
planning, controle en opvolging van het
integraal waterbeleid. Het Departement
Landbouw en Visserij vertegenwoordigt
– met een raadgevend statuut – de land-
bouwstem in de ciw.
Aan de basis van dit alles liggen de
Europese Kaderrichtlijn Water (2000)
en het Vlaamse Decreet Integraal Wa-
terbeleid (2003).
info www.ciwvlaanderen.bewww.volvanwater.be
Liesbeth Hiele, Karen Demeulemeester en Joke Charles van het departement Landbouw en Visserij waken over de landbouwaspecten van het integraal waterbeleid.
De sector heeft zelf alle belang bij
rationeel en duurzaam watergebruik
Achtergrond
ervan voor het bedrijf worden in kaart gebracht,
aan de hand van bodemkwaliteit, juridische sta-
tus, afstand tot de bedrijfszetel enzovoort. Op
die manier kunnen plannen worden verfijnd of
aangepast, of kan een flankerend maatregelen-
pakket (eventueel met financiële vergoedingen of
grondenruil) worden samengesteld op maat van
en in samenspraak met de betrokken landbouwer.
VergoedingenAls er landbouwgrond wordt ingenomen, dan
gaat de overheid momenteel over tot onteigening
of roept zij haar recht van voorkoop in. In het de-
creet Integraal Waterbeleid werden echter ook de
aankoopplicht en vergoedingsplicht opgenomen.
Joke Charles: ‘In juli is het uitvoeringsbesluit daar-
over verschenen. Het bepaalt dat landbouwers
die gronden hebben in overstromingsgebieden
en oeverzones, de initiatiefnemer onder bepaalde
voorwaarden kunnen verplichten tot aankoop van
de gronden. Ook gebruikers van percelen gelegen
in overstromingsgebieden kunnen financieel ge-
compenseerd worden. Hiervoor hebben we bin-
nen de ciw (zie kader p.7 Achtergrond) een billijke
vergoedingsmethodiek uitgewerkt, afgestemd op
de verschillende teelten en bedrijfstypes.’
Inspraak en informatieHoe kun je nu als landbouwer weten wat je te
8
Na natuurbeheer en groene zorg is water-
beheer een volgende maatschappelijke
functie waarin de land- en tuinbouwsector
een rol kan spelen door, tegen betaling, be-
paalde diensten uit te voeren. Je kunt heel
wat voorbeelden bedenken: grachten en
waterlopen helpen onderhouden, op een
stuk grond het water ophouden om een la-
ger gelegen dorpskern droog te helpen hou-
den enzovoort. Ook samenwerkingen met
drinkwaterproducenten, producenten van
mineraalwater, brouwers of industriële be-
drijven behoren tot de mogelijkheden
De afdeling Monitoring en Studie van het
Departement Landbouw en Visserij publi-
ceerde recent een studie waarin die blauwe
diensten onder de loep worden genomen.
Wat zijn blauwe diensten en hoe kunnen ze
in Vlaanderen worden toegepast? De stu-
die bevat ook een reeks inspirerende voor-
beelden uit het buitenland. Zeker het lezen
waard!
info Je vindt de brochure Blauwe diensten door de Vlaamse land- en tuinbouw op: www.vlaanderen.be/landbouw onder Documentatie > Publicaties > Beleidsvoorbereidende studies Je kunt ze ook bestellen bij de afdeling Monitoring en Studie, T 02 552 78 20, [email protected]
Blauwe diensten?
9
wachten staat in het kader van het integraal wa-
terbeleid? Kor Van Hoof (Vlaamse Milieumaat-
schappij): ‘De plannen komen natuurlijk niet uit
de lucht gevallen. Er zijn openbare onderzoeken
geweest waarbij iedereen de voorstellen kon
raadplegen en opmerkingen formuleren. Er is
ook ruim overlegd met alle sectoren, en dus ook
met vertegenwoordigers uit de landbouwsector.
Voorts zijn concrete projecten op het terrein,
en zeker inrichtingsmaatregelen, gebonden aan
een hele procedure. Er moeten vergunningen
worden gevraagd en openbare onderzoeken
worden gedaan. Zoiets gaat zeker niet onge-
merkt voorbij. En je kunt acties terugvinden op
de online kaarten van het geoloket (zie Info hier-
onder).’
Kansen en goede praktijkenIntussen werkt de afdeling Duurzame Land-
bouwontwikkeling aan een code goede land-
bouwpraktijken water en zetten verschillende
organisaties en praktijkcentra projecten rond
water op. Er zijn onder meer demonstratie-
projecten, er is de vlif-steun en er is het Wa-
terloket Vlaanderen waar iedereen terechtkan.
‘Elke landbouwer moet nadenken over duur-
zaam en zuinig omgaan met water,’ zegt Karen
Demeulemeester, ‘en wij willen de mogelijkhe-
den aanreiken om dat te doen. Integraal wa-
info • www.bekkenwerking.be: Ligt je perceel in een overstromingsgebied of oeverzone? Welke acties zijn er gepland volgens het geoloket?, enz.• Joke Charles: T 02 552 79 18, [email protected]• Karen Demeulemeester: T 02 552 79 06, [email protected] • Liesbeth Hiele: T 02 552 79 54, [email protected]• Jeroen Mercy, medewerker waterbeleid Vlaamse Provincies: T 02 508 13 22, [email protected] • Waterloket VMM: T 053 72 64 45, [email protected], www.waterloketvlaanderen.be • Kenniscentrum Water (Kruishoutem): T 09 381 86 86 [email protected] • Kenniscentrum Water voor Land- en Tuinbouw (Rumbeke-Beitem): T 051 27 33 88, [email protected]
focus waterbeheer
1. Bij rioleringsprojecten wordt voortaan
binnen de bekkenstructuren de impact van
de ontwerpen op de landbouw nagegaan en
wordt gekeken naar mogelijke koppelingen
met anti-erosiemaatregelen.
2. In Herk-de-Stad zoekt het bekkensecre-
tariaat een oplossing voor een overstort ter
hoogte van de Vroente waarvan zowel een aan-
palend landbouwbedrijf als een natuurgebied
hinder ondervinden.
De praktijk: 4 projecten uit het Demerbekken
3. In Zuid-Limburg werden gewasbeschermings-
middelen in het oppervlaktewater aangetroffen.
Om dat te verbeteren, worden in het Demerbek-
ken met verschillende partners pilootprojecten
opgestart die landbouwers moeten informeren
en sensibiliseren.
4. De Watering van Sint-Truiden voert samen met
de landbouwsector een actief beleid voor de aan-
leg van poelen of grasstroken op plaatsen waar
die de erosieproblematiek kunnen verzachten.
terbeleid biedt immers ook veel kansen voor
landbouwers. Sommige bedrijven hebben nu
al grote inspanningen geleverd, denk maar
aan de gesloten watercirculatiesystemen in
de glastuinbouw. Rationeel omspringen met
water is immers ook economisch voordelig,
en bovendien zijn er nog nieuwe inkomsten
denkbaar. Nu al zijn er boeren die oeverzones
beheren of hun vee een dijk laten begrazen.
In zogenaamde blauwe diensten (zie kader p.8)
liggen zeker opportuniteiten voor ondernemers.’
10 gewikt en gewogen
Hoe raakt een voorlichter melkvee ook gespecialiseerd in de waterproblematiek?‘Ik werk al vijftien jaar als voorlichter voor de melk-veesector bij het ministerie van Landbouw en Visserij, vroeger federaal, nu op Vlaams niveau. In de jaren 90 zag ik de waterproblematiek opdoemen. De eer-ste problemen met het diepe grondwater in West-Vlaanderen doken op. De nitraatproblematiek werd actueel, net als het afvalwatervraagstuk. Bij melk-veehouders was dat bij uitstek acuut, aangezien zij een vrij groot waterverbruik hebben en geen eenvoudige uitweg hadden voor hun afvalwater. In 1998 hebben we voor het eerst in alle provincies een reeks studiedagen gehouden over water op het landbouwbedrijf, met als onderwerpen onder meer de nitraatproblematiek, zuiniger en efficiënter ge-bruik van water, afvalwaterzuivering enzovoort. Toen hebben we ook twee brochures gepubliceerd: Water op het landbouwbedrijf en Afvalwaterpro-blematiek op melkveebedrijven. In 2004 hebben we in samenwerking met het Vlaamse waterloket opnieuw een reeks studiedagen gehouden, gekop-peld aan bedrijfsbezoeken. De afgelopen jaren zijn ook de brochures herwerkt en geactualiseerd.’
Hebt u in verband met die waterproblematiek een evolutie gezien in de sector?‘De landbouwers zijn zich veel meer bewust van de problematiek. Maar de problemen worden ook steeds meer voelbaar. Denk maar aan het dalende grondwaterpeil. Daardoor is ook de sector zelf steeds meer naar oplossingen gaan zoeken: manie-
gezocht medewerker die de Vlaamse melkveehouders informeert over de diverse aspecten van de bedrijfs-voering én over duurzaam watergebruik
gevonden Ivan Ryckaert (52), voorlichter melkvee binnen de entiteit Vorming en Voorlichting van de afde-ling Duurzame Landbouw-ontwikkeling, Departement Landbouw en Visserij, [email protected], T 050 20 76 90
ren om zuinig met water om te springen, afvalwater te zuiveren, water te hergebruiken, hemelwater af te koppelen en waar mogelijk te gebruiken, enzo-voort.’
U bent ook betrokken bij het integraal waterbeleid?‘In twee werkgroepen van de Coördinatiecommis-sie Integraal Waterbeleid (ciw), met name de werk-groep rationeel watergebruik en de werkgroep wa-terzuivering, vertegenwoordig ik het Departement Landbouw en Visserij. Ambtenaren uit andere do-meinen kennen niet altijd de problematiek van de landbouw en staan niet altijd stil bij de gevolgen die een bepaalde maatregel kan hebben op een land- of tuinbouwbedrijf. Dat probeer ik dan duidelijk te maken.’
Hoe ziet u de rol van een voorlichter?‘Als voorlichter sta je tussen het onderzoek en de praktijk en geef je informatie door, in de twee rich-tingen. Neem bijvoorbeeld de demonstratiepro-jecten. Elk jaar doet het Departement Landbouw en Visserij een oproep waarbij organisaties rond bepaalde thema’s demonstratieprojecten kunnen indienen. Bij projecten die met water te maken heb-ben, zit ik meestal in de stuurgroep. Zo blijf ik op de hoogte van wat er gebeurt in het project en kan ik die info doorgeven op het terrein. Tegelijk krijg ik ook informatie vanuit het veld. In demonstratie-projecten worden immers heel concrete oplossin-gen gezocht. Zo is er een heel interessant project van het Kenniscentrum Water waarbij alternatie-ven worden gezocht voor het diepe grondwater in West-Vlaanderen. Een landbouwbedrijf in Diksmui-de heeft zo zijn eigen kleinschalige drinkwaterpro-ductiecentrum gerealiseerd waarbij het water van een nabijgelegen polderwaterloop wordt gebruikt.’
info De brochures Water op het land-bouwbedrijf en Afvalwaterproblematiek op melkveebedrijven kun je bestellen bij het Departement Landbouw en Visserij, Carine Van Eeckhoudt, T 02 558 79 01, [email protected]
Melkveevoorlichter & waterspecialist
‘Spelverdelertussen onderzoek en praktijk’
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
brugge_adv_landgenoten_210x270.pdf 1 4/09/09 15:31
12 ondernemer van nature
M
Op het tomatenbedrijf van Leo en Marja Verdonck-Van
Dessel ontfermt Marja zich over het personeelsbeleid.
Bijna dagelijks krijgt ze kandidaat-werkkrachten over
de vloer. De kunst is om daar een team van te maken.
arja en Leo baten sinds midden
jaren 80 in Broechem een toma-
tenbedrijf uit. In 2005 openden ze
in Vremde een nieuwe serre van 4,7 ha. In één
klap groeide het personeelsbestand aan tot zo’n
vijftig personeelsleden in het hoogseizoen. Naast
autochtone Belgen werken er mensen uit alle
windstreken: Belgen met Marokkaanse roots,
Roemenen, Ghanezen, Portugezen, Thailanders,
Nepalezen en een Tibetaan. Bij de vier bedrijfs-
leiders is er een Roemeen en een Argentijn met
Italiaanse roots.
Respect en regelsHoe slaagt Marja Van Dessel erin om van die di-
verse groep een team te maken? ‘Respect is voor
mij een sleutelbegrip en dat probeer ik de mensen
ook bij te brengen, in alle opzichten. Ze moeten
afstand houden van elkaar, ook in woorden. Ze
mogen niet overdrijven met grapjes, want juist
dat leidt tot misverstanden. Ik spreek de mensen
aan op hun gedrag, op hygiëne, op het gebruik
van de accommodatie en de keuken, het afval
dat ze achterlaten enzovoort. Dat heeft ook zijn
weerslag op het werk: een medewerker weet dat
het niet ongeveer moet zijn, maar dat het juist
moet zijn.’
Moeite om personeel te vinden, heeft Marja
niet. ‘We zitten vlakbij Antwerpen. Elke week
staan hier tien tot vijftien mensen aan de deur.’
Nieuwelingen beginnen altijd met een plukkaart.
Als dat goed meevalt, krijgen ze na hun 65 dagen
een contract van bepaalde duur. Iedereen begint
beneden, met oogsten en bladsnijden. De boven-
groep doet het moeilijker werk: de planten rond-
draaien, dieven uitdoen en de trossen snoeien.
‘Het duurt weken om dat onder de knie te krijgen
en maanden om een goed tempo te ontwikkelen.’
Niet oordelenMarja vindt het belangrijk om zelf tussen de men-
sen te blijven staan, maar communiceren is niet
altijd even eenvoudig. ‘Ik probeer Nederlands en
wat Engels als voertaal te gebruiken. Twee jaar
geleden, toen onze ploeg vaste vormen begon aan
te nemen, kregen onze mensen via Edu-plus drie
keer per week Nederlandse les. Dat was heel nut-
tig. Maar als het moet, leggen we het nog altijd
uit met handen, ogen, gebaren.’ Informatie visu-
eel voorstellen, is ook een oplossing. Zo hangen
er in het bedrijf posters met foto’s van ziekten
en plagen. En de teamgeest wordt in de refter
uitgebeeld door een grote puzzel met foto’s van
iedereen.
Als personeelsverantwoordelijke probeert
Marja zich zo goed mogelijk te informeren. ‘Ook
in de managementcursus die ik heb gevolgd,
kwam personeelsbeleid aan bod. Het belangrijk-
ste dat ik uit de praktijk heb geleerd, is niet te
oordelen. Als ik naar een land met een andere
cultuur ga, zondig ik ook tegen de regels. Iemand
die zijn land, zijn familie achterlaat, doet dat ook
niet zomaar. Als die mensen hier dan werk zoeken,
is dat een teken dat ze hun verantwoordelijkheid
willen opnemen. Ik probeer de mensen op weg te
helpen. Als ik dan een evolutie zie, weet ik dat we
ergens kunnen komen.’
‘Respect is een sleutelbegrip’
Een team voor tomaten
Als het moet, leggen we het nog altijd
met handen, ogen en gebaren uit
naam Marja Van Dessel
leeftijd46 jaar
diplomaA1 psychiatrisch verpleegster
bedrijf 4,7 ha pruimtros-tomaten, 1,7 ha Intense (ook wel de droge tomaat genoemd)
locatieBroechem / Vremde
14 ondernemer van nature
Enkele tips rond personeelsbeleid, uit de
brochure ‘Een duurzaam personeelsbeleid
voeren, hoe doe je dat?’ van het Innova-
tiesteunpunt:
•Ken je eigen sterke en zwakkepunten.
Je hebt zelfkennis nodig om aan anderen
leiding te g even.
•Besefdatjeuitfoutenveelkuntleren.Be-
spreek met je medewerker(s) hoe een fout
in de toekomst kan worden vermeden.
•Weesnietbangomiemandaantewerven
en om opdrachten te delegeren.
•Hebgeduldenhumorindeomgangmetje
personeel. Soms is het een beetje als kin-
deren opvoeden.
•Draagrespectenvertrouwentussenwerk-
gever en werknemer hoog in het vaandel.
•Weesovertuigdvanjevisieenprobeerdie
met overtuiging over te brengen.
•Controleisnietuitdenboze,maarwordt
juist gewaardeerd. Personeel waardeert
echter ook een schouderklopje.
Boetseer zelf je team
info Bestel de brochure via [email protected]
Een moeilijk momentMarja kan in de omgang met het personeel ook
terugvallen op de bedrijfsleiders. ‘Samen bekij-
ken we wie welke taken aankan. Dat vraagt wat
feeling, maar ook goeie communicatie tussen de
bedrijfsleiders. Wat de ene niet uitgelegd krijgt,
lukt de ander soms wel.’ Enkele personeelsleden
hebben ook een opleiding tot heftruckchauf-
feur gevolgd. ‘Zo heeft Atta, een Ghanees, zich
onmisbaar gemaakt bij de organisatie van het
transport.’
Nog een belangrijk aspect, vindt Marja, is de
mensen motiveren. ‘Ook als het goed is, moet je
het zeggen. Iedereen heeft bij ons ook zijn eigen
rijen, waar ze elke week terugkomen. Zo genieten
ze van hun eigen werk. Mensen leggen ook hun
naam op hun kar, zodat we kunnen zien hoe ze ge-
werkt hebben. Je moet zeggen waar het beter kan,
maar tegelijk complimenten geven voor wat goed
gaat.’ De rendabiliteit van je bedrijf staat of valt
met de medewerkers, vindt Marja. ‘Maar tegelijk
ben je als werkgever ook verantwoordelijk voor
het inkomen van al die gezinnen. In september
moeten we beslissen wie mag blijven in de winter,
en dat is echt een moeilijk moment. Sommigen
zou ik liever niet laten gaan, maar dikwijls zien we
die wel terugkomen in april.’
•Streefnietnaarperfectie,maarnaarver-
betering. Kleine verbeteringen leiden op
de duur tot een mooi resultaat.
•Laatruimtevoorrustperiodes.Alsjeeen
tijdje veel van je personeel hebt gevraagd,
doe dan in de rustiger periode even geen
controles.
•Luisternaarjepersoneel.Alszeietssigna-
leren in het gewas, schenk daar dan aan-
dacht aan.
•Steleendiversiteitsplanop:jebedrijfheeft
er baat bij. Begin met eenvoudige dingen
zoals een onthaalbrochure voor nieuwe
medewerkers of een doorlichting van je
personeels situatie.
•Blijfjemedewerkersmotiveren.
•Benjezelflieverbezigmetdeproductie,
zoek dan iemand anders die het perso-
neelsbeleid kan doen.
Onze medewerkers weten dat het niet
ongeveer, maar juist moet zijn
15uit de provincie
pdat kostbare streekproducten niet
zouden verdwijnen, zijn de voorbije
jaren verschillende labels in het le-
ven geroepen. De bekendste zijn drie Europese
labels en een Vlaams label streekproduct.be.
Daarnaast kent de vzw Streekproducten Vlaams-
Brabants een eigen label toe: dat van Straffe
Streek Product. Voor de Europese erkenningen
gelden de strengste criteria, waardoor slechts een
handvol Vlaamse producten ervoor in aanmerking
komen, zoals de Vlaams-Brabantse tafeldruif, de
Lambikbieren, de Geraardsbergse mattentaarten
en het Brussels grondwitloof.
Van streekproduct.be tot BOB en BGAVoor het label streekproduct.be verzorgt vlam
zowel de toekenning als de promotie naar de con-
sument. Wil een product in aanmerking komen,
dan moet het onder meer aan twee cruciale voor-
waarden voldoen: het product moet in de streek
van oorsprong worden geproduceerd, en het
moet een langdurige of een historische bekend-
heid genieten. Een ander verschil met de Euro-
pese labels is dat het niet alleen in groepsverband
maar ook individueel kan worden aangevraagd.
Tot hiertoe werd het label streekproduct.be aan
93 Vlaamse producten toegekend, waarvan er
23 uit Vlaams-Brabant afkomstig zijn. ‘Hiermee
is Vlaams-Brabant de koploper in Vlaanderen’,
zegt Monique Swinnen, gedeputeerde voor land-
bouw. ‘Wij mogen dan ook fier zijn op ons gastro-
nomisch erfgoed.’
Nadat de vzw De Sterredruif een dossier had
ingediend, verkreeg de Vlaams-Brabantse ta-
feldruif in de zomer van 2008 het Europese la-
bel Beschermde Oorsprongsbenaming (bob). De
Vlaams-Brabantse tafeldruif staat voor traditione-
le druivenrassen, geteeld in de druivenstreek en
in verwarmde serres. Kort na de erkenning van de
tafeldruif sleepte ook het Brussels grondwitloof
een Europese erkenning van Beschermde Geo-
grafische Aanduiding (bga) in de wacht. Hiervoor
komt alleen witloof in aanmerking dat is geteeld
in de regio Brussel-Mechelen-Leuven, dat afkom-
stig is van zaadvaste telerselecties en waarvan de
forcerie in grond en bedekt met grond gebeurt.
PicknicktipsAansluitend bij de aandacht die de provincie aan
labels besteedt, zette de vzw Streekproducten in
Vlaams-Brabant ook een seizoenscampagne op
waarbij elk seizoen andere streekproducten in de
kijker worden gezet. Een bekend voorbeeld zijn de
wijnen van Paul Vleminckx, die dit voorjaar op het
prestigieuze Concours Mondial een Great Gold
Medal voor zijn schuimwijn Chardonnay Meer-
dael ontving. Maar in de brochures van de dienst
land- en tuinbouw staan nog veel meer tips: van
een bezoek aan een van de lokale wijnbouwers,
tot informatie over de labels en recepten. Tot slot
worden in de folder 'Picknick een hoeve' fiets- en
wandeltochten gecombineerd met een heerlijke
picknick op de boerderij op basis van hoeve- en
streekproducten.
Meer en meer consumenten
zijn gevoelig voor kwaliteits-
producten waarachter een au-
thentiek verhaal schuilgaat.
Om die verhalen – en de bijho-
rende producten – bekender
te maken, zet de provincie
Vlaams-Brabant haar streek-
producten graag in de kijker.
Lekkere labelsuit Vlaams-Brabant
O
Meer en meer consumenten zijn
gevoelig voor producten met een authentiek verhaal
info www.vlaamsbrabant.be/landbouw www.straffestreek.be www.streekproduct.be
16
Minister-president Kris Peeters stond er bij de regeringsvorming
op om zijn landbouwbeleid ook de komende vijf jaar voort te kun-
nen zetten. vilt-voorzitter Dirk Lips sprak met hem over de aanpak
van de crisis, assertiviteit op exportgebied, Europa en het risico-
beheer op de Vlaamse bedrijven.
biechtstoel
‘ Elke crisis biechtstoel16
naam Kris Peeters
leeftijd 47 jaar
woonplaats Puurs
functie Minister-president van de Vlaamse RegeringVlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plat-telandsbeleid
17
heeft zijn opportuniteiten’Dirk Lips: Was het een bewuste keuze om bij de regeringsvorming de landbouwportefeuille te behouden?Kris Peeters: Ja, dat stond zelfs niet ter discussie.
De land- en tuinbouw is een heel boeiende sec-
tor die voor heel wat uitdagingen staat. Boven-
dien wil ik ons beleid van de afgelopen vijf jaar
verderzetten. Het is overigens ook belangrijk voor
de landbouw dat de bevoegdheden van leefmi-
lieu en natuur in goede handen zijn, bij minister
Joke Schauvliege.
Wat zijn voor u de prioriteiten en klemtonen voor de komende vijf jaar?De aanpak van de crisis is een eerste belangrijk
punt. We hebben een herstelplan voor de land-
bouwsector geformuleerd, dat we nu verder uit-
voeren. We moeten echter ook de opportuniteiten
van deze crisis zien en nog beter aan de consument
communiceren dat onze land- en tuinbouw zeer
kwalitatieve producten aflevert, die wel een be-
paalde prijs hebben. Tegelijk moet er op de export
worden gewerkt, onder meer door vlam. Ik denk
dat we dat vlak assertiever kunnen zijn. Als mi-
nister bevoegd voor buitenlandse handel kan ik
daar ook op wegen. We merken overigens uit de
vlif-dossiers dat er in deze moeilijke tijden toch
nog wordt geïnvesteerd. Ik blijf dus zeker geloven
in de Vlaamse land- en tuinbouw.
Wat kan Vlaanderen zelf doen om de crisis in de sector aan te pakken?Een wereldwijde crisis los je natuurlijk niet alleen
op Vlaams niveau op. Met ons herstelplan voor
de landbouw doen we binnen onze bevoegdheden
echter wel alles wat we kunnen. Ik heb het dan
over overbruggingskredieten, uitstel van aflos-
singen, herschikking van kredieten enzovoort. Die
maatregelen helpen de liquiditeitsproblemen van
de bedrijven op te vangen. We zullen ook de toe-
slagrechten een tweetal maanden vroeger uitbeta-
len dan andere jaren. Voorts zullen we de middelen
die Europa vanaf 2010 ter beschikking stelt in het
kader van het Programma voor Plattelandsontwik-
keling (pdpoii) maximaal in de landbouw investe-
ren. Op Europees niveau hebben we er ook voor
gepleit de nog bestaande marktinstrumenten, zo-
als tijdelijke opslag en interventie, weer maximaal
in te zetten. Dat is voor de melkveesector beter
gelukt dan voor de varkenssector.
Ziet u naast de crisis nog andere belangrijke dossiers de komende jaren?In deze legislatuur zal het Europese landbouwbe-
leid worden hervormd. Daarbij moet er oog blij-
ven voor onze bedrijven die veelal nog op fami-
liale leest zijn geschoeid. Ook de heropstart van
de wto-onderhandelingen is belangrijk. Er zijn
immers heel wat problemen. Zo hebben wij hoge
kwaliteitsstandaarden en milieu- en diervriende-
lijke productiemethoden, maar door de kostprijs
daarvan is concurreren op de wereldmarkt soms
moeilijk. Denk maar aan de chloorkippen uit de
Verenigde Staten. Dergelijke situaties moeten we
aankaarten. Het Belgische voorzitterschap van de
Europese Unie in de tweede helft van 2010 biedt
kansen op dat vlak.
De melkveesector bereikte onlangs een overeenkomst met de distributie voor een tijdelijke melktoeslag. Wat met de andere subsectoren? Bestaan er binnen het mededingingsbeleid manieren om tot betere prijzen te komen?Ik was tijdens die vergadering zelf wat verwonderd
dat de distributie instemde met een toeslag spe-
cifiek voor melk. Nadien komt natuurlijk dezelfde
vraag uit andere sectoren, zoals de varkenssector
en de tuinbouw. Het is wel een heel interessante
nieuwe stap van de distributiesector, maar er moet
een evaluatie komen. Fundamenteel moeten we
gaan naar een eerlijke prijs voor de landbouwpro-
ducten, maar wel via de marktmechanismen, om
problemen rond mededinging te vermijden.
In de sector klinkt steeds meer de vraag naar prijstransparantie. Kan het beleid daar een rol spelen?Prijsvorming is een federale materie. Het prijzen-
observatorium heeft al een aantal studies rond
prijstransparantie in de keten uitgevoerd. Op
Vlaams niveau brengt de landbouwadministratie
momenteel in kaart hoe de prijzen worden ge-
vormd bij de producenten: hoe komen de weke-
lijkse prijzen tot stand, welke parameters worden
er in rekening gebracht, wie is daarbij betrokken
enzovoort. Op basis van die analyse kunnen we
verder discussiëren met de sector.
Landbouwers werken met steeds grotere kapitalen, terwijl er heel veel onvoorspelbare factoren zijn. Hoe ver staat het met de ideeën rond risicobeheer?Een landbouwer is in mijn ogen een ondernemer in
het kwadraat. Hij neemt nog meer risico’s dan een
gewone ondernemer, door zijn specifieke produc-
ten, het weer, de markt die plots in elkaar kan stor-
ten. Een koe kun je niet tijdelijk technisch werkloos
maken. Europa heeft een nieuwe dynamiek in gang
gezet om die risico’s beter af te lijnen en te verze-
keren. In mei 2008 hebben we met de betrokken
sectoren in Vlaanderen een rondetafel gehouden,
en onder meer de systemen in andere landen ver-
geleken. Nu is het aan de verzekeringsmaatschap-
pijen om producten te ontwikkelen. Hoe sneller,
hoe beter, want tegen 2010 worden de uitkeringen
van het rampenfonds daaraan gekoppeld.
Voor de uitbreiding van de Antwerpse haven wordt vruchtbare landbouwgrond opgegeven. Zijn er geen andere opties, zoals de haven van Zeebrugge uitbreiden richting zee?Achter dergelijke beslissingen zit een heel proces
van strategische planning. De afwegingen worden
zorgvuldig gemaakt, maar ik weet dat dat erg ge-
voelig ligt en dat de boeren, zeker in het verle-
den, het gevoel hebben dat zij elke keer achteruit
moeten, voor de industrie, de havens, de natuur. Ik
denk wel dat er in de procedure stappen zijn gezet
om de landbouw echt een stem te geven.
Hebt u tot slot nog een wens voor onze boeren?Zelf heb ik heel veel respect voor de landbouw. Ik
kan dan ook alleen maar wensen dat elke Vlaming
respect heeft voor wat de landbouwers presteren
en voor de producten die ze produceren.
biechtstoel
Op het vlak van export kunnen we
assertiever zijn
tadsbewoners zoeken meer dan ooit rust
en ontspanning op de boerenbuiten.
Landbouwers beseffen dat en spelen daar
alsmaar beter op in. Tegelijk zet zich in de sec-
tor een schaalvergroting – volgens Marcel Smets
industrialisering – door. ‘Daardoor verwacht ik
dat de spanning tussen landschapsbehoud en
het inplanten van nieuwe bedrijfselementen de
komende jaren zal toenemen. Het lijkt me dan
ook raadzaam om na te denken over hoe we die
wensen aan elkaar koppelen. De twee sluiten el-
kaar zeker niet uit. In het verzoenen van dergelijke
ambities schuilt juist het vakmanschap van een
goede ontwerper.’
S
burenbabbel18 burenbabbel18
Als Vlaams bouwmeester waakt Marcel Smets over de kwaliteit
van de architectuur en ons landschap. Hoe schat hij de bijdra-
ge van de land- en tuinbouw aan onze landelijke omgeving in?
En welke visie heeft hij op uitdagingen als het inplanten van lood-
sen of windturbines in een landbouwomgeving?
Boerenlandschap door architecturale bril
Dragers van het landschapAls grootste bewaarder van de open ruimte levert
de landbouw een zeer waardevolle bijdrage aan
onze maatschappij, benadrukt Marcel. ‘Op mijn
wandeltochten geniet ik vaak van de ongerepte
landschappen die je dankzij de landbouw nog in
ons land vindt. Toch erger ik me ook, bijvoorbeeld
als een idyllisch uitzicht door een silo wordt ver-
pest. Of als ik een van die loodsen tegenkom die
totaal niet aan het landschap zijn aangepast. Wat
ik ook jammer vind, is dat er onder impuls van het
Europese beleid zo veel houtkanten zijn verdwe-
nen, maar op dat vlak is er gelukkig al heel wat
verbeterd.’
Om de kwaliteit van het landbouwlandschap
in stand te houden, is de bouwmeester vragende
partij om samen met de sector een landschaps-
plan op te stellen. ‘Ik geloof niet in het opleggen
van regeltjes in bepaalde gebieden. Maar de
landbouw heeft zelf baat bij een globaal kader.
Als je bepaalt welke structurele elementen ons
landschap vormgeven, dan kun je proberen die
te bewaren en kun je de ruimte daartussen vrijer
invullen. Ik denk aan een soort groot raamwerk
gevormd door landschapselementen zoals hellin-
gen, houtkanten of afwateringssystemen. Binnen
dat kader kun je doen wat je wil: de afwisseling
tussen grote en kleine percelen of tussen teelten
brengt het landschap juist tot leven.’
Agro-industrie en schaamgroenMarcel slaat en zalft verder: ‘De boer is tegelijk
de beste beschermer en de grootste bedreiging
voor het landschap. Honderd jaar geleden vonden
schilders boerderijtaferelen pittoresk. Vandaag
legt niemand nog een modern bedrijf op doek
vast. Eigenlijk moet de sector dringend voor zijn
moderniteit uitkomen. Als ik een varkensstal zie,
vraag ik me af wat dat nog met landbouw te ma-
ken heeft. Past zo’n grijze loods niet beter op een
industrieterrein? Mogelijk moeten we naar een
onderscheid tussen grondgebonden landbouw en
agro-industrie. Dat lijkt extreem, maar er zijn ook
veel tussenliggende gradaties mogelijk.’
Simpelweg alle stallen achter een bomenrij
verstoppen, zoals vaak bij erfbeplanting gebeurt,
vindt de bouwmeester geen oplossing. ‘Je kunt
bestaande fouten opsmukken, maar ik ben geen
fan van schaamgroen. Er zijn voldoende andere
mogelijkheden om met respect voor de omgeving
te bouwen. Ik denk aan het deels ingraven van
een gebouw om met de helling mee te werken, of
een stal gewoon anders ontwerpen. Binnen het
Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (ipo) hebben
wij meegewerkt aan een project waarbij jonge
architecten de grote bouwconstructeurs helpen
om bedrijfsgebouwen aan de landschappelijke
context aan te passen, zonder dat ze minder func-
tioneel of duurder worden. In die aanpak geloof
ik zeer sterk, ook omdat de industrie zich bereid
toonde om in alle openheid mee te denken.’
Agrarisch erfgoedOok voor het inplanten van windturbines roept
Marcel op om zeer voorzichtig tewerk te gaan.
‘Mijn hart bloedt bij de gedachte aan één wind-
turbine per perceel. In industriële landschappen
ligt dat anders, maar in open landbouwgebied
vind ik dat je turbines op oordeelkundig gekozen
plaatsen moet groeperen. Dat kan zelfs op een
heuvelrug, als het maar doordacht gedaan is.’
Een ander moeilijk evenwicht is dat tussen het
bewaren van erfgoed en het aanpassen aan het
hedendaagse leven. ‘Dat is een probleem dat niet
alleen in de agrarische sector bestaat. Ik heb er
alle begrip voor dat het niet leuk is als je bedrijfs-
voering wordt bemoeilijkt door een bescherming
als onroerend erfgoed. Maar dat mag ons er niet
van weerhouden om ons verleden vakkundig te
conserveren, zonder de toekomstige ontwikkeling
te beletten. Dat is een spanningsveld dat geval per
geval bekeken moet worden. Maar bescherming
impliceert ook subsidies die nuttig zouden moe-
ten kunnen worden ingezet.’
Gratis advies?Hoewel de Vlaamse bouwmeester binnen zijn op-
dracht alleen voor overheidsprojecten advies ver-
leent (zie kader), gelooft Marcel dat zijn team ook
voor landbouwers een rol kan spelen. ‘Misschien
is het wel zinvol om, bijvoorbeeld met de vlm of
provinciebesturen een cel op te richten waar ge-
interesseerde boeren advies kunnen vragen over
hun ingrepen aan het landschap. De Vlaamse
bouwmeester wil immers bij bouwheren, en dus
ook bij landbouwers, een architectuurreflex aan-
kweken. Dat is een bewustwording van het feit
dat iedere beslissing een ruimtelijke of architec-
turale impact heeft. Op basis van concrete pro-
jecten moeten we het overleg tussen de diverse
belanghebbenden stimuleren. Het is mijn heilige
overtuiging dat je veel meer bereikt door met alle
partijen correcte doelstellingen te definiëren en
een ontwerper in te schakelen, dan door iedere
speler op zijn eigen terrein te laten doen wat hij
wil, zelfs binnen een regelgevend kader.’
19
De boer is tegelijk de grootste bedreiging
en de beste beschermer voor het landschap
Sinds 1999 waakt het team van de Vlaamse
bouwmeester over de kwaliteit van de pu-
blieke architectuur, de openbare ruimte, land-
schappen en infrastructuur in Vlaanderen.
De cel ontwikkelt een algemene visie voor
het beleid ter zake en geeft advies bij over-
heidsprojecten die een ruimtelijke verande-
Vlaams bouwmeester?ring beogen. Op vraag van de overheden helpt
de bouwmeester bij het hele proces: van het for-
muleren van de projectambities tot het aanstel-
len van geschikte ontwerpers om die de plannen
te laten uitvoeren.
info www.vlaams-bouwmeester.be
naam Marcel Smets
diploma Architect en steden-bouwkundige
functie Vlaams Bouw-meester sinds 2005
2020
Ze wonen in het hart van de Katarakt-streek en kregen de lief-
de voor het vak met de fruitpap ingelepeld. Ludo en Annick
Lousbergh-Moonen uit Sint-Truiden over de aangename realiteit
achter de tv-serie. ‘De voldoening van het snoeiwerk, het naar
je hand zetten van een boom, die zie je niet op tv.’
moet je beleven’‘Ons bestaan
naam Ludo Lousbergh
diploma regentaat land- en tuinbouw
leeftijd 51 jaar
hobby’s bestuur veiling, studiekring fruit, proeftuinwerkgroep en andere vereni-gingen
taken snoeien, sproeien, uitdunnen, sorteren, plukken, aan- en verkoop
naam Annick Moonen
diploma kandidatuur theologie, hogere fruitleergangen
leeftijd 37 jaar
hobby’s klassieke zang (sopraan)
taken snoeien, sproeien, uitdunnen, sorteren, plukken, aan- en ver-koop, administratie
21
M
Ook dit jaar laat vlam de consument kennismaken met de
lekkerste appelsoorten ‘van bij ons’. Het promotieagent-
schap organiseert degustaties van de variëteiten belgi-
ca, jonagold, jonagored, kanzi, rubens, golden delicious,
greenstar en pinova. De campagne startte in september
en loopt tot eind januari in de winkels van Carrefour, Super
GB, Colruyt, Delhaize, Makro en Mestdagh.
info www.vlam.be
Appeldegustaties in de supermarkt
et het najaar en de pluk komt voor
Ludo en Annick Lousbergh-Moonen
de drukste periode van het jaar er-
aan. Al beklemtoont het koppel meteen dat ze ook
daarvoor en daarna voldoende om handen hebben.
‘Het is een hardnekkig misverstand dat het buiten
de pluk rustig is op een fruitbedrijf,’ zegt Annick.
‘De pluk is de periode dat er op ons bedrijf het
meeste mensen aan de slag zijn. Maar wijzelf zitten
het hele jaar door niet stil.’
Risico’s spreidenLudo en Annick groeiden allebei op in de fruitteelt
en namen in 1993 het bedrijf van Ludo’s ouders
over. Vandaag baten ze twaalf hectare met zes ap-
pelrassen – jonagoldmutanten, boskoop, elstar, pi-
nova, gala must, golden reinders – en acht hectare
conférenceperen uit, naast twaalf are kersen als
hobbyproject. ‘Dat is historisch gegroeid’, legt
Ludo uit. ‘Mijn ouders teelden begin jaren negen-
tig zoals de meesten in die tijd maar één appelras:
de jonagold. Maar in 1996 viel die oogst enorm
tegen, net nadat wij in koelcellen hadden geïn-
vesteerd. Daarna zijn we op andere rassen over-
gestapt om de risico’s beter te spreiden. Onze
ambitie is een stabiel bedrijf uitbouwen waarvan
we goed kunnen leven. Het heeft geen zin om op
korte termijn veel te willen verdienen, want dan
loop je ook het risico om veel ineens te verliezen.’
In het hardfruit kun je de jaarlijkse werkzaamhe-
den volgens Annick in vier à vijf periodes indelen.
‘Van december tot maart concentreren we ons
samen met Ludo’s vader op het snoeien. In de pe-
riode daarna rijden we vooral met de sproeikar en
sorteren we met een tiental seizoensarbeiders het
fruit uit de koelcellen. Vanaf eind juni verdubbelt
ons team tot twintig medewerkers om scheuten
te trekken, vruchten uit te dunnen en te zomer-
snoeien. In augustus groeit die groep tot dertig à
veertig mensen voor de pluk. En als afsluiting van
het seizoen komt daar om de zoveel tijd nog het
aanplanten van nieuwe bomen bij. Ook rijden we
het hele jaar door naar de veiling. Veel kilo’s oog-
sten is één ding, ze op het juiste moment verkopen
is minstens even belangrijk.’
Twee tractorenSinds jaar en dag doen Ludo en Annick een beroep
op een vast team van Belgische huisvrouwen, ge-
pensioneerden, pwa’ers en studenten. Ludo: ‘Het
is toch makkelijker als je vlot kunt communiceren.
En anders dan bij Polen die op je bedrijf logeren,
voelen wij geen druk om hen ook in slechte pluk-
omstandigheden aan het werk te zetten. Zolang we
mensen vinden, wil ik op deze manier doorgaan.
Onze ploeg is ook zeer betrouwbaar, al valt er af en
toe wel iemand af. Eigenlijk zijn dat dan voor onszelf
de drukste periodes, als er op een slecht moment
personeel uitvalt. De rest kun je incalculeren.’
De taken zijn bij Ludo en Annick zeer evenwich-
tig verdeeld: ze doen gewoon alles samen. ‘Op
veel bedrijven sorteert de vrouw en doet de man
het buitenwerk’, zegt Annick. ‘Wij hebben twee
tractoren, twee sproeimachines en we verdelen
het binnenwerk. Ik ben geboren in het fruit en
ik wil geen andere job. Ik heb nog aanbiedingen
gekregen, maar ik doe dit te graag. Ons werk is
afwisselend, je ziet de resultaten, en we leven echt
met de seizoenen mee. Zelfs toen we vorig jaar in
Zuid-Afrika op reis waren, gingen wij fruit bekij-
ken. Het meest hou ik van het snoeiwerk. Door je
creativiteit en vakmanschap kun je een boom echt
naar je hand zetten.’
Beter dan op tv‘De voldoening die dat geeft, die zag je niet in
Katarakt’, glimlacht Ludo. ‘Als je tien uur in je
boomgaard werkt, levert dat geen pakkende tv
op. Maar de indrukken die je opdoet en het gevoel
achteraf zijn een geweldige ervaring. Ons bestaan
moet je beleven.’ Ludo en Annick stellen hun be-
drijf wel open voor Katarakt-rondleidingen, maar
globaal genomen blijken ze niet bijster tevreden
over de serie. ‘Het verhaal was veel te negatief.
Het leek alsof de Belgische fruitteelt moeite heeft
om te overleven, terwijl dit een bloeiende sector
is. Het was wel boeiend om te zien wiens sproei-
machine of wiens loods in beeld kwam. En de se-
rie is natuurlijk goed voor het bloesemtoerisme.’
Hoewel de appelprijzen de afgelopen jaren iets
minder waren, geloven Ludo en Annick rotsvast in
de toekomst. Ludo: ‘Nog niet zo lang geleden had-
den we ook een paar erg goede jaren. We telen een
gezond en lekker kwaliteitsproduct dat goed in de
markt ligt. Daar zal ook in de toekomst vraag naar
zijn. We voelen uiteraard de concurrentie uit Oost-
Europa. En dit jaar kwam daarbij de instorting van
de koopkracht in Rusland, een belangrijke afzet-
markt, en de impact van de crisis op een aantal ex-
porteurs. Maar op langere termijn herstelt de markt
zich wel. De inhaalbeweging die de Oostbloklanden
met Europese steun maken, blijft niet duren. Ook in
Polen beginnen de lonen al te stijgen.’
Veel kilo’s oogsten is één ding, ze op het juiste moment
verkopen is minstens even belangrijk
ten huize van
buitenlander22
D veiling, maar er zijn periodes geweest dat we de
beste kwaliteit van ons witloof voor 40 eurocent
moesten afgeven. Terwijl mijn kostprijs globaal
genomen ongeveer 75 eurocent per kilogram is.’
Johan Heldenbergh knikt begripvol. ‘Van acte-
ren word je ook niet rijk, maar ik heb alle respect
voor de boeren die op straat komen. Je zou voor
je producten toch minstens de kostprijs moeten
krijgen. Ik heb ooit eens een varkenshouderij
bezocht en sindsdien heb ik een ongelooflijke
bewondering voor wat landbouwers dag in dag
uit presteren. Hoe jullie noodgedwongen omgaan
met prijzenschommelingen, paperassen en nieu-
we wetgeving. Maar als het een troost mag zijn,
ook in de theaterwereld zorgen nieuwe regeltjes
meer en meer voor administratieve rompslomp.’
e naam Johan Heldenbergh liet wel een
belletje rinkelen bij Jozef De Clercq uit
Smetlede toen we hem voor onze re-
portage contacteerden. ‘Ik weet dat hij hier in
de buurt woont. Maar ik weet niet of ik hem zou
herkennen’, klonk het. Als de acteur in kwestie
– bekend van onder meer Ons geluk, Aanrijding
in Moscou, Jes en binnenkort De helaasheid der
dingen – op de boerderij arriveert, blijkt Jozefs
spontane opmerking terecht. ‘Maar ik ken jou ook
niet,’ breekt Johan het ijs. ‘En jij weet waarschijn-
lijk meer over film dan dat ik van landbouw ken.’
Prijzen en administratieHet gaat er meteen gemoedelijk aan toe op het
Oost-Vlaams witloof- en vleesveebedrijf. Jozef
legt uit dat hij samen met zijn zoon Michael en
zijn vriend Johan een bedrijf met 250 vleeskoeien
en het jaar rond witloof uitbaat. ‘Met wortels die
we zelf telen en daarna forceren in hydrocultuur.’
Al snel brengt hij ook de slechte landbouwprij-
zen ter sprake. ‘Ik werk aan alles graag, als het
maar lonend is. Vandaag was het redelijk op de
Gespierde vleeskoeienTijdens de rondleiding blijkt dat Johan wel het
onderscheid grondwitloof en hydrocultuur kent,
maar dat hij geen flauw idee heeft hoe witloof
wordt geproduceerd. ‘Lijkt dat niet op de teelt
van asperges? Sorry, ik ben een echte stadsmens.
Ik ben opgegroeid in de Gentse deelgemeente
L edeberg, een van de dichtstbevolkte gebie-
den van België. Op vraag van mijn vrouw Joke
(D evynck, bekend van o.a. Flikken) zijn we tien
jaar geleden naar het platteland verhuisd. Ik weet
nog dat ik de eerste nachten niet kon slapen van
de stilte. Maar ik hou van koken en ik leer graag
bij over mijn ingrediënten en hoe die worden ge-
produceerd.’
Nadat Johan de cyclus van ingetafelde wit-
loofwortel tot kropje heeft ontdekt, trekken we
naar de koeienstal. Jozef vertelt over de passie
van zijn zoon voor prijskampen en keuringen en
wijst zijn gast op het verschil tussen een melkkoe
en een gespierde vleesstier. De kolossen van am-
per een paar maanden oud in het stro maken een
diepe indruk op Johan, die herinneringen uit zijn
Nonkel Breejenbewondert fokstieren
Johan Heldenbergh
Je zou toch minstens de kostprijs voor je
product moeten krijgen
Hij is een stadsmens maar woont al tien jaar op
het platteland. Acteur Johan Heldenbergh be-
zoekt het gemengd bedrijf van Jozef De Clercq
uit Smetlede, op een paar kilometer van zijn huis
en van de filmset waar hij een van de hoofdrollen
in ‘De helaasheid der dingen’ vertolkte.
2323
bewondert fokstieren
k sa-tijd begint op te diepen. ‘Ik vond het fantas-
tisch om met de jeugdbeweging op een hooizol-
der te slapen. Ooit hebben we, als stadjongens,
zelfs eens helpen trekken om een kalfje ter wereld
te brengen. Maar dat was blijkbaar nog voor kei-
zersnedes de standaard werden.’
Groen compromisVia keizersnedes en kunstmatige inseminatie leidt
ons gesprek naar dierenwelzijn en milieu-eisen.
Johan: ‘Natuurlijk ben ik daar gevoelig voor. Ik heb
mijn hele leven groen gestemd. Ik besef dat het
niet altijd evident is, maar ik ben ervan overtuigd
dat we een compromis moeten kunnen vinden tus-
sen het groene gedachtegoed en de realiteit. Zoals
ik daarnet al zei, veranderingen moeten doorge-
voerd worden met respect voor de praktijk. Ik ben
geen Gaia-mens, daarvoor eet ik te graag. Ik zal
een lekkere biefstuk niet laten liggen. Ik eet ook
graag foie gras, al doe ik dat maar één keer per
jaar uit medeleven met die ganzen. Dat is inder-
daad wat schizofreen. En misschien heb je wel een
beweging als Gaia nodig om iets te veranderen.
info BoerenstebuitenTV maakte een reportage over het bezoek van Johan Heldenbergh aan het bedrijf van Jozef De Clercq. Bekijk ze op www.vilt.be.
Maar ik denk dat je als boer toch ook voor de dier-
vriendelijkste of milieuvriendelijkste manier kiest
als de overheid dat indien nodig stimuleert?’
Jozef knikt gelaten. ‘Een boer gaat de dieren
waarmee hij zijn geld verdient toch niet mishan-
delen? Wat ik jammer vind, is dat er almaar meer
geëist wordt van de landbouw zonder dat er iets
tegenover staat. Vroeger was je als boer een
werkmens, nu moet je ook boekhouder, verko-
per en bedrijfsleider zijn. Mijn zoon doet, naast
het fokken, het afmesten en het bijhorende veld-
werk, ook de meeste papieren. Ik doe enkel het
witloof en de mestbank- en oppervlakteaangifte.
gratis naar De helaasheid der dingen
Maar het is niet evident meer. We zouden graag
volgend jaar onze stal uitbreiden – de vergunning
is zelfs al toegekend. Alleen is dat in de huidige fi-
nanciële situatie niet evident.’ Waarna hij besluit:
‘Ik denk niet dat we momenteel aan nieuwe ver-
plichtingen moeten denken: vandaag is de eerste
taak van de politiek ervoor zorgen dat onze land-
bouw leefbaar blijft.’
Op 6 oktober gaat de film ‘De helaasheid
der dingen’ in première. Het verhaal is geba-
seerd op de gelijknamige roman van Dimitri
Verhulst. Daarin slaagt een jongetje dat met
zijn baldadige vader en diens broers bij zijn
oma inwoont, er geleidelijk in om zich uit dat
milieu los te maken. Johan Heldenbergh speelt
een van de hoofdrollen in de film: de rol van non-
kel Breejen. Wil je de film ontdekken? Mail dan
je naam en adres naar [email protected] en
maak kans op 2 van de 10 gratis filmtickets die
we weggeven.
win filmtickets!
24
De Belgische export van land- en tuinbouwproducten over-
treft sinds jaar en dag de import ervan. Toch lijkt een aantal
producten op de internationale markt alsmaar zwaardere
concurrentie te ondervinden. Moeten we ons in de toe-
komst meer en meer op de lokale en/of Europese markten
richten?
frontaal24
‘Ik denk dat we ons op alle markten moeten
blijven richten. De Vlaamse land- en tuin-
bouw kan alleen maar zijn wat hij is dank-
zij export. We hebben een aantal sectoren
– varkens, braadkippen, melk, groenten
en fruit – die zonder buitenlandse afzet tot
bijna de helft zouden verschrompelen. Het
grootste deel van onze export is gericht op
de zeer welvarende West-Europese thuis-
markt, binnen een straal van 300 à 400 km.
Op de tweede plaats komt Midden-Europa,
met landen als Polen en Tsjechië, maar ook
Oekraïne en Rusland. Pas op de derde plaats
richten we ons ook op de wereldmarkt.
Dat laatste lijkt mij niet prioritair, maar het
lijkt me ook geen goed idee om daarmee te
stoppen.’
‘Onze landbouw produceert vandaag niet
voor, maar in de wereldmarkt. Onze boeren
leveren ongeveer 80 % van wat onze super-
markten aan verse producten verkopen.
Onder druk van de wto staan, soms tot onze
spijt, onze markten open voor voedsel zoals
Braziliaans kippenvlees dat in totaal andere
omstandigheden is geproduceerd. Intussen
moeten we die situatie ondergaan en dat zal
jammer genoeg ook in de toekomst zo zijn.
Een aantal sectoren, zoals de zuivelmarkt,
ondervindt vandaag de druk van de wereld-
markt. We proberen daar op verschillende
niveaus iets aan te doen. Tijdens het overleg
bleek alvast dat een te grote prijsvolatiliteit
zowel voor de boer, de distributie als voor
de consument een slechte zaak is. Er zijn dus
zeker mogelijkheden.’
‘Een cruciale factor voor de komende ja-
ren wordt de ontwikkeling van het Europese
beleid na 2013. Op de eerste plaats speelt
daarbij de vraag hoe dat eruit zal zien. Ko-
men er inderdaad systemen die, ondanks
het vrijemarktprincipe van de wto, de
markten voor landbouwproducten stabieler
maken? Boerenbond is alvast tevreden met
wat daarover in het Vlaams regeerakkoord
staat, maar de lidstaten moeten samen tot
een consensus komen. Op de tweede plaats
speelt ook de vraag welk budget er voor het
Europese beleid zal worden vrijgemaakt.
Want zonder centen is het moeilijk om een
doortastende aanpak uit te werken.’
Ludo Willems, directeur Promotiedienst vlam
‘Het is een gegeven dat België, ook op het vlak van
land- en tuinbouw, een exporterend land is. Dat
is bepalend voor de werking van vlam: voor een
aantal sectoren zoals onder meer vlees, groen-
ten en fruit is exportpromotie en -ondersteuning
cruciaal. Op vraag van de sectoren en de Vlaamse
overheid gaan we onze exportondersteuning uit-
breiden en vooral het prospecteren van nieuwe
markten systematischer aanpakken. Nog dit jaar
starten we met de uitbouw van een kenniscen-
trum voor de export. Het is belangrijk om een
degelijke kennis van potentiële exportmarkten te
verwerven vooraleer we daadwerkelijk op nieuwe
markten aan de slag gaan.’
‘Voor de prospectie van nieuwe markten wil-
len we in de eerste plaats samenwerken met de
mensen van Flanders Investment and Trade (fit).
Deze overheidsdienst beschikt over de nodige
knowhow en is in meer dan 80 landen vertegen-
woordigd. Die kennis en ervaring willen we nog
meer voor de land- en tuinbouw benutten. Het
is niet alleen de bedoeling om de export te laten
groeien, maar ook om te komen tot een grotere
diversificatie. Onder meer de varkens- of peren-
sector zouden wat minder afhankelijk mogen wor-
den van één markt. Het ziet ernaar uit dat we onze
blik vooral op de meer nabijgelegen marken in
Oost-Europa moeten richten. Maar om concrete
uitspraken te doen, is het nog te vroeg. We willen
eerst de markten screenen, pas daarna maken we
een actieplan op met concrete acties voor 2010.’
Piet Vanthemsche, voorzitter Boerenbond
Producerenvoor binnen- of buitenland?
25
‘Wij geloven sterk in productie voor de directe
omgeving. Zowat 2000 gezinnen maken intussen
gebruik van onze vzw om in groep voeding aan te
kopen bij lokale producenten. Een van de drijf-
veren daarvoor is dat je op die manier de land-
bouwmarkt in derdewereldlanden minder ver-
stoort. Maar het is ook een manier om bij ons een
duurzamere landbouw te realiseren. Wij vinden
dat je als boer een redelijke en gegarandeerde
prijs moet krijgen voor je arbeid en je investe-
ringsrisico. Tot hiertoe worden streekproducten
als een kleine nichemarkt beschouwd, maar wij
denken dat er een groot potentieel voor is. Ook
de Franse regering beseft dat: dit voorjaar lan-
ceerde ze een veelbelovend plan voor de uitbouw
van de korte keten. Wij zijn zeer benieuwd naar
de impact daarvan en hopen dat zoiets binnenkort
ook in Vlaanderen kan.’
25
‘Onze land- en tuinbouw moet vooral voor de ei-
gen markt produceren om een degelijk inkomen
te vergaren. De beste strategie is produceren op
maat van de in Europa gevraagde kwaliteit en
diversifiëren. Momenteel merken we, zelfs los
van de economische crisis, hoe de wereldmarkt
gekenmerkt wordt door lage, verlieslatende, prij-
zen. Alleen om de zoveel jaar, als er zoals in 2007
uitzonderlijke schaarste is, zijn de prijzen redelijk.
Wie dat risico wil nemen, mag. Maar er zouden
mechanismen moeten zijn waardoor die keuze de
prijs op de binnenlandse markt niet beïnvloedt.’
‘Een van de uitdagingen voor de komende jaren
wordt overleg met lokale verwerkers, zodat we
gericht kunnen produceren wat zij nodig hebben.
Ik denk bijvoorbeeld aan een hespenfabrikant die
varkensvlees uit Denemarken invoert omdat onze
varkensrassen niet geschikt zijn voor zijn machi-
nes. Ook op het vlak van prijsvorming zijn er een
aantal punten die dringend moeten verbeteren.
Denk maar aan hoe de varkensprijzen in café La
Tourelle worden gemanipuleerd. Belangrijk is ook
dat Fedis in het zuivelakkoord heeft ingestemd
met het principe dat de boer voor zijn kostprijs
moet worden vergoed.’
‘Het klopt dat Europa en de wto streng toe-
zien op de mededinging en op het verbod op
prijsafspraken, maar dat betekent niet dat we er
niet kunnen toe komen dat iedere schakel uit de
voedselketen zijn deeltje van de koek krijgt. De
Europese leidinggevenden moeten er zich bewust
van worden dat de Europese landbouwsector
zonder enige vorm van afscherming van de eigen
markt een speelbal van de wereldmarkt wordt.
Dat kan zeker onze Vlaamse landbouw niet aan,
onze kostenstructuur is daarvoor veel te hoog.
Bij de Europese hervormingen en het beleid na
2013 moeten we erover waken dat er voldoende
buffers blijven voor de landbouwprijzen. Bij de
wto-onderhandelingen is landbouw al genoeg
als pasmunt voor andere sectoren gebruikt. Het
wordt hoog tijd om die vergissing recht te zetten
en chauvinistischer te worden. Tenzij men het niet
erg vindt dat onze regio op den duur alle voedsel
moet invoeren.’
Hendrik Vandamme, voorzitter ABS
Wim Merckx, medewerker vzw Voedselteams
voor binnen- of buitenland?
26 mijn gedacht26
e wereldeconomie is de jongste tijd
door elkaar geschud als nooit tevoren.
De laatste omwenteling van die omvang
was de industriële revolutie, zo’n 200 jaar geleden.
In mijn boek beschrijf ik zes gebeurtenissen die sa-
men een perfecte schok of een econoshock heb-
ben veroorzaakt. Die zal iedereen op deze wereld
raken, zowel economisch, maatschappelijk als
financieel. Ons economisch systeem zal zich op
korte tijd fundamenteel moeten aanpassen. Niet
aanpassen zal synoniem zijn met welvaartsverlies.
Demografische schok. De wereldbevolking
zal tegen 2050 aangroeien tot zo’n 10 miljard.
Het staat vast dat de aarde de verscheidenheid
en overvloed aan voedsel die wij hier in het wes-
ten kennen, niet voor alle 10 miljard bewoners
zal kunnen verzekeren. Een grondige verandering
van onze gewoonten dringt zich dus op. Daar-
naast kunnen we ook zien dat de wereldbevol-
king vergrijst. In 2050 zal 36% van de Europese
bevolking ouder zijn dan zestig. Wanneer er niets
verandert, zal dat een enorme last op de jonge en
actieve bevolking leggen en sociale spanningen
zijn niet uit te sluiten.
Een belangrijke subschok is obesitas. Deze
welvaartsziekte is mee gestimuleerd door de
kunstmatig lage energieprijs en de erg lage voed-
selprijzen uit het verleden. Obesitas heeft zware
economische implicaties. Een dikker wordende,
minder fitte bevolking is minder productief en
zorgt voor een bijkomende last op de uitgaven
voor de gezondheidszorg. Een mogelijke oplos-
sing bestaat erin een soort vettaks op te leggen
en vestigingswetten voor (voedings)bedrijven
eerder strenger te maken dan te versoepelen.
Verstedelijking is een andere subschok met ver-
strekkende economische gevolgen. Sinds 2006
leeft meer dan de helft van de wereldbevolking in
steden. Een paar gevolgen daarvan: stedelingen
verbruiken meer calorieën en eten gevarieerder
met meer vlees en ook de energieconsumptie in
de steden neemt toe.
Oosterse schok. China is op korte termijn uit-
gegroeid tot een belangrijke economische macht
en dat komt vooral omdat de VS het land daartoe
de economische wapens heeft aangereikt: een
lage rente waardoor de Chinese staat een investe-
ringsboom heeft kunnen financieren, de modern-
ste technologiefabrieken en een gegarandeerde
afname van producten door een schuldverslaafde
Amerikaanse consument. Europa moet leren uit
deze Amerikaanse vergissingen. Het is een korte-
termijnstrategie om alleen maar omwille van het
kostenvoordeel de productie naar China te ver-
huizen. Daarmee geven we zomaar economische
macht uit handen. Zeker het streven naar steeds
lagere prijzen voor de consument - wat ik de wal-
martisering van de economie noem - is geen vrij-
blijvende keuze. Op korte termijn is het makkelijk
en verleidelijk, maar op de lange termijn is het
‘Kiezen voor het goedkoopste is geen vrijblijvende keuze’
Geert Noels is één van de bekendste macro- economen van ons land. Hij is ook auteur van de bestseller ‘Econoshock’.
welvaartsvernietigend en heeft het economische,
ecologische en sociale gevolgen die niet te onder-
schatten zijn.
Ook het gebrek aan waardering van maak-
sectoren zal ons parten spelen. De geschiedenis
toont overvloedig aan dat de economische macht
van een land groeit met zijn knowhow, en vooral
met zijn know how to create. Als we die vaardig-
heid verder blijven verliezen, dan kiezen we voor
afhankelijkheid. Alles begint met prioriteiten
stellen. Wat willen we: een lage prijs, een goede
kwaliteit, geluk…? Wanneer je alle productie cen-
traliseert in China en vervolgens een belastend
logistiek netwerk uitbouwt om al die producten
in de winkelrekken te krijgen, kun je dat moeilijk
een neutrale keuze noemen. En ze is al evenmin
sociaal, economisch of ecologisch.
ICT-schok. Dit is de schok met de meeste matu-
riteit, maar hij zal nog decennialang nazinderen.
Informatie- en communicatietechnologieën zoals
internet, mobiele telefonie en andere toepas-
singen kennen een razendsnelle verspreiding en
veranderen onze manier van leven en werken
definitief.
Energieschok. De economie begint en eindigt
met energie. Helaas is onze belangrijkste ener-
giebron, olie, aan het opdrogen. En dus stijgen de
olieprijzen. Voor het eerst in 200 jaar zullen we
van energiedrager moeten veranderen. Mirakel-
oplossingen zijn er niet, wel heel wat alternatieve
energiebronnen die kans maken om een deel van
de oplossing te worden. De belangrijkste bron
van alternatieve energie op middellange termijn is
D
Biobrandstoffen zijn de meest
groene vergissing van deze eeuw
2727
‘Kiezen voor het goedkoopste is geen vrijblijvende keuze’
mijn gedacht
Groene schok. Het is een gelukkig toeval dat
deze schok samenvalt met de energieschok, want
de dure olieprijzen zijn waarschijnlijk een grotere
stimulans dan het Kyotoprotocol om de opwar-
ming van de aarde te stoppen. De klimaatveran-
dering is het gevolg van de energie-intensieve
manier waarop we sinds de industriële revolutie
produceren. Een belangrijk probleem is dat be-
drijven in de huidige globaliseringsgolf de milieu-
kosten onvoldoende doorrekenen. Het enige waar
ze wel rekening mee houden, is het optimaliseren
van de productie. Als ondernemingen de milieu-
kosten en de daarmee verbonden transportkosten
wel meetelden, zouden velen hun productie op-
nieuw verhuizen naar het Westen.
Maar het is nog niet te laat om de opwarming
van de aarde te keren. Het is zowel economisch als
sociaal haalbaar. De oplossing zal gedeeltelijk van
bedrijven en de overheid moeten komen, maar
ook de consument zal een veel groenere instelling
moeten aannemen. Wellicht zal de overheid hier-
voor economische impulsen moeten geven. Maar
meer nog dan de industrie, zullen vooral land- en
bosbouw een belangrijke rol moeten spelen in het
reddingsplan van onze planeet.
Besluit. Deze periode zal wellicht een eigen naam
krijgen. Misschien hebben we het straks over het
tijdperk van de globale herbalancering. Maar ik
tip voorlopig op duurzaamheidsrevolutie: de we-
reldeconomie evolueert naar een evenwichtiger
vorm van economische groei en vooruitgang, na
het tijdperk van groei tegen elke prijs.
energie-efficiëntie. Rationeler energiegebruik en
minder verspilling treffen niemand, maar ook hier
zal de prijs wellicht de sterkste regelgever zijn.
Ik geloof ook niet in de toekomst van biobrand-
stoffen. Boeren, groenen en politici zagen in bio-
fuels een gouden kans. Maar de gevolgen voor het
milieu worden schromelijk onderschat, net zoals
de invloed op de landbouwprijzen. Dat groene
jongens biobrandstoffen hebben aangemoedigd,
is waarschijnlijk de meest groene vergissing van
de eeuw. Wereldwijde honger of vernietiging van
bossen is geen duurzame oplossing voor de ener-
gieschok, en evenmin voor de opwarming van de
aarde. Maar ik geloof wel in andere hernieuwbare
energieën, zoals een combinatie van geothermi-
sche energie, massale uitbreiding van zonne-
energie, offshorewindparken, getijdenenergie en
allerlei andere innovaties.
Financiële schok. Wat zich momenteel af-
speelt, is geen kredietcrisis, maar een crisis
van het totale financiële systeem. Nooit eerder
werden zoveel banken getroffen en nooit eerder
had een crisis een wereldwijde impact. Dat komt
doordat de financiële veiligheidsvoorzieningen in
de loop der jaren één na één verwijderd werden.
Dit was alleen mogelijk omdat de centrale banken
hun basisrol vergaten. Financiële risico’s werden
mooi verpakt en doorgeschoven naar andere sec-
toren. De gevolgen zijn niet te overzien. Hoewel
de financiële schok een eerste hoogtepunt bereik-
te in september 2008, zullen er nog nieuwe schok-
ken volgen. Tot een duurzamer financieel systeem
ontstaat. Maar het financiële systeem waarnaar
we evolueren, lijkt verrassend veel op het oude.
5 tips om de econoshock te overleven:
1. Besef waar je voor staat. Maak een analyse van de trends die onmisken-baar op je afkomen.
2. Maak een sterkte-zwakteanalyse van jezelf of je bedrijf tegenover elk van de zes schokken.
3. Werk een plan uit om de meest kriti-sche punten te verbeteren.
4. Investeer je opgebouwde welvaart of rijkdom in uw eigen talenten of bedrijf. Wie niet durft te investeren in zijn ei-gen talent, wordt afhankelijk. Een be-drijf dat niet langer investeert, krimpt, wordt overgenomen of verdwijnt.
5. Geef nooit op. Als de anderen goed-koper zijn, zorg dan dat je meer kwa-liteit biedt. Als de concurrentie hevig is, wees dan slimmer en ga korter bij de klant staan. Er is altijd een niche die de grootste spelers niet kunnen invul-len. We kunnen veel automatiseren, maar niet de creativiteit, de inventivi-teit en de ziel.
info www.econoshock.be
Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 19Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 3, 2009
België-Belgique9099 Gent X
bc 10292
V.u. Dirk Lips, p.a. ViltKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel
P509285