Landgenoten Lente 2010

28
landgenoten magazine voor boer en buiten lente 2010 | 21 www.vilt.be + Agrobeheersgroepen, asperges en biogas, streekproducten, het e-loket en veel meer driemaandelijks | kwartaal 1 | Gent X | P509285 VLM-baas in de Biechtstoel ‘Resultaten door overleg’ ‘Elke boerderij is een kmo’ Guy Van Den Broek (De Tijd) DOSSIER PACHTWET Knelpunten en mogelijke oplossingen gps-technologie Bio met Damien Depraetere

description

 

Transcript of Landgenoten Lente 2010

Page 1: Landgenoten Lente 2010

landgenotenmagazine voor boer en buiten lente 2010 | 21

www.vilt.be

+ Agrobeheersgroepen, asperges en biogas, streekproducten, het e-loket en veel meer

drie

maa

ndel

ijks

| kw

arta

al 1

| G

ent

X | P

5092

85

VLM-baas in de Biechtstoel

‘Resultaten door overleg’

‘Elke boerderij is een kmo’

Guy Van Den Broek (De Tijd)

DOSSIERPACHTWET

Knelpunten en mogelijke oplossingen

gps-technologieBio met

Damien Depraetere

Page 2: Landgenoten Lente 2010
Page 3: Landgenoten Lente 2010

3

colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail [email protected] hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Bruno Bamps, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, An Van Acker fotografie Filip Vanoutrive, Vilda, iStockphoto de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.

in dit nummer

22

21

06

Beste

landgenoten

06 focus pachtwetgevingWerkt de pachtwet contraproductief

voor de boer? Wat zijn mogelijke pistes

om de wetgeving bij te sturen?

12 ondernemer van natureDamien Depraetere over

precisielandbouw op het grootste

biologische akkerbouwbedrijf in

Vlaanderen.

18 biechtstoelDirk Lips ondervraagt VLM-bestuurder

Toon Denys. Van derogatieaanvraag tot

het uitzicht van landbouwgebied in 2020.

24 buitenlanderFinancieel journalist Guy Van

Den Broek van De Tijd checkt de

economische knowhow van Wim

Verbreuken uit Kalmthout.

en verder …

04 koetjes & kalfjes11 gewikt en gewogen16 burenbabbel21 uit de provincie22 ten huize van26 frontaal

De eerste voorzichtige zonnestralen van deze

lente doen mij met weemoed terugdenken

aan mijn kindertijd. Vele uren heb ik samen

met mijn broer en zussen ravottend doorge-

bracht op onze boerderij. Daarbij gold één

regel: eerst de karweitjes en dan het plezier.

Dat wisten ook de vriendjes en vriendinnetjes

uit de buurt maar al te goed. Zij staken mee

de handen uit de mouwen om daarna samen

kampen te bouwen op de hooizolder of het

moeras te gaan verkennen in de wei.

Als ik de buurvrouw nu tegenkom, zegt ze

dat haar kinderen – die ondertussen zijn uitge-

zwermd over heel de wereld – nog steeds vol

enthousiasme over hun tijd op de boerderij

spreken. Opgroeien op een landbouwbedrijf

levert je als kind een enorme rijkdom op. En

het vormt je persoonlijkheid. Zo sterk zelfs

dat het niet eenvoudig is om die landbouw

nadien nog los te laten.

Ook voor Damien Depraetere bleek de

lokroep van de landbouw te groot. Nochtans

leefde zijn vader jarenlang in de overtui-

ging dat hij geen opvolger had. Deze om-

mezwaai dwong hen het bedrijf anders te

bekijken, met een verrassende conclusie

tot gevolg: ze wagen de overstap naar

bio. Dat het leven soms vol onverwachte

wendingen zit, beseffen de landbouwers

uit Kruibeke ook maar al te goed. Nadat

de onteigeningscommissie hun erf opwan-

delde, proberen ze nu samen een weide-

vogelproject in de kersverse

natuurzone op te zetten. Je

merkt het al: de enige ze-

kerheid is dat deze Land-

genoten opnieuw boor-

devol boeiende verhalen

zit...

Veel leesplezier!

Griet Lemaire

Hoofdredacteur

16

Page 4: Landgenoten Lente 2010

Hou van meide mateloze.Hoe de clematisreikhalsttot de bloei er op volgtde volmaking.Zie de klokjes en kevers doorn zoentjes en wijn.Wat een maand.Je zou van ontgroening moeten spreken maar alles groent dicht groeit zienderogen in het holst van de lente.

‘ Vele zelfstandigen wachten te lang om toe te geven dat hun zaak niet meer draait. Ze werken zich dus arm’

Karel Van Eetvelt, gedelegeerd bestuurder Unizo, in Trends.

De nieuwe vleesbijbel van VLAM

legt je van naaldje tot draadje

uit wat je met vlees allemaal kan

doen. Braden, wokken, grillen of

frituren,… via foto’s wordt stap

voor stap uitgelegd hoe je deze

kooktechnieken foutloos kan toe-

passen en wat de meest geschikte

techniek is voor welk stuk vlees.

Ook de effecten van een bereiding

op smaak, sappigheid of malsheid

van het vlees worden uitgebreid

toegelicht. Verras jij je familie en

vrienden binnenkort met het sap-

pigste stukje entrecôte dat ze al

gegeten hebben?

De vleesbijbel

koetjes & kalfjes4

Na vijf jaar is het weer zover: tussen 17

en 25 april worden de Gentse expohallen

een reusachtige siertuin die tot de ver-

beelding spreekt van ruim 300.000 bin-

nen- en buitenlandse bezoekers. Met een

oppervlakte van 4,5 ha zijn de Floraliën

de grootste bloemen- en plantententoon-

stelling van de wereld. Elke vijf jaar slaagt

het evenement erin om de laatste tuin- en

sierteelttrends onder de aandacht van het

grote publiek te brengen. Voor de sierte-

lers onder jullie worden de Floraliën een

uitstekend moment om over de uitda-

gingen voor de sector van gedachten te

De hoogmis van de sierteelt

77

Doe het zonder papier

Hou van mei

WIN! Stuur je

naam en adres naar

info@landgenoten.

be en maak kans

op één van de tien

exemplaren van de

dichtbundel.

WIN! Wij mogen vijf

exemplaren van het boek

Hoe bereid ik vlees? weg-

geven. Stuur snel je naam

en adres naar

[email protected].

Op 21 april is het weer tijd om

de verzamelaanvraag in te

dienen. Wie de jaarlijkse wor-

steling met alle papieren beu

is, kan gebruik maken van het

e-loket. Voordeel van dit elek-

tronisch loket is dat het tijdig

fouten in je aanvraag signa-

leert en je handige tips geeft

om optimaal van je steungeld

te kunnen genieten. Wie bo-

vendien zijn verzamelaan-

vraag via het e-loket indient,

kan op de vroegst mogelijke

uitbetaling van de bedrijfstoe-

slag rekenen. Wie bang is dat

hij in de knoop geraakt met

al die informaticatoepassin-

gen, kan altijd eerst oefenen

op het Oefen e-loket en voor

vragen kan je steeds terecht

bij een infolijn. Nog argumen-

ten nodig?

info www.landbouw-vlaanderen.be

Dit is één van de plattelandsgedichten Lut de

Block. Zij schreef in opdracht van de provincie

Oost-Vlaanderen twee jaar lang lyrische woor-

den over de pracht van het platteland. Haar

werk is verzameld in de dichtbundel Het holst

van de lente.

Page 5: Landgenoten Lente 2010

5

Wie met personeel op zijn bedrijf werkt,

weet dat het niet altijd eenvoudig is om

alle neuzen in dezelfde richting te krij-

gen. Het Innovatiesteunpunt werkte

daarom een handige brochure uit vol

praktische tips over hoe je de tevre-

denheid en motivatie van je personeel

kan vergroten. Naast getuigenissen uit

de praktijk, tracht de brochure je ook

inzicht in het ‘menselijk kapitaal’ van

jouw bedrijf te verschaffen. Daarnaast

is er aandacht voor de instroom en

doorstroom van medewerkers en leer

je hoe je het beste kan halen uit je me-

dewerkers. Ook krijg je tips over hoe je

het beste met conflicten kan omgaan.

Zelfoogstboerderijen of zelfpluk-

tuinen kennen we al langer dan

vandaag, maar in Nederland gaat

akkerbouwer Pieter Beije nog een

stukje verder. Met het project Eten

per meter verkoopt hij zijn aardap-

pelen en groenten per meter. Zijn

klanten krijgen op de akker een lo-

pende meter aangewezen die ze zelf

mogen oogsten. Voor aardappelen

vraagt de inventieve landbouwer

Innovatiesteunpunt: HRM publicatie

De hoogmis van de sierteelt Eten per meter

… een mestschuif, toe-

slagrechten, een hak-

selaar of stamboek-

dieren. Op de nieuwe

website www.agrimarkt.

be kan je volledig gratis je

zoekertjes plaatsen. Of je

kan via handige trefwoorden

op zoek naar alles wat je op

je landbouwbedrijf kan gebrui-

ken. Een grote online markt op

maat van de land- en tuinbouw,

volledig gemaakt door en voor

boeren.

info www.agrimarkt.be

77WIN! Wil je

kans maken op

één van de tien

gratis exemplaren

van de brochure

Een duurzaam

personeelsbeleid

voeren, hoe doe je

dat?, stuur dan je

naam en adres

naar info@

landgenoten.be.

Ruim 77% van de bedrijfsleiders in

de landbouwsector heeft de hulp

van Dina niet meer nodig bij het

vinden van een vrouw of man. Ruim

driekwart van de land- en tuinbou-

wers is al gehuwd. Zo’n 15% is onge-

huwd, de rest is gescheiden (3%) of

weduwe of weduwnaar (4,5%). Bij %

wisselen, nieuwe inzichten te verwerven

en de sector te profileren naar de consu-

ment toe. Dat alles tijdens vier

boeiende studienamiddagen,

onder meer georganiseerd

door het ilvo.

de jonge landbouwers (-30 jaar) kan

Cupido wel nog een handje, of beter

gezegd pijltje, toesteken. Bijna 60%

van hen is nog ongehuwd.

info Land- en tuinbouw in Vlaanderen 2009. Landbouwindicatoren in zakformaat. www.vlaanderen.be/landbouw

info www.floralien.be

bijvoorbeeld 95 eurocent per me-

ter, boontjes kosten 50 eurocent.

En het project kent succes! De boer

is ondertussen op zoek naar andere

landbouwers die mee kunnen stap-

pen in zijn initiatief.

info www.etenpermeter.nl

Wie zoekt, die vindt…

Page 6: Landgenoten Lente 2010

IFiscaal voordeel en

een hogere vergoeding maken lange pacht

aantrekkelijker

6 focus pachtwetgeving

De kracht van pachtZowat 70 procent van de Vlaamse landbouwgrond wordt gepacht. Dankzij

de pachtwet heb je als land- of tuinbouwer een vrij grote rechtszekerheid tegen-

over de landeigenaar. Daar tegenover staat dat de pachtwet de beschikbaarheid

van gronden niet altijd ten goede komt. Een overzicht van actuele troeven, knel-

punten en mogelijke bijsturingen voor de wet die grotendeels uit 1929 dateert.

n Vlaanderen krijgt elke land- of tuinbouwer,

direct of indirect, met pacht te maken. Onge-

veer 70 procent van de Vlaamse landbouw-

grond valt onder de pachtwetgeving. Dat is

veel meer dan in onze buurlanden, waar om his-

torische redenen minder grond wordt verhuurd.

Ook de uitzonderingen die geen enkel perceel

pachten, komen met het systeem in aanraking

voor de aan- of verkoop van gronden. Alleen al

omdat hun pachtvrije percelen – soms 20 tot 30

procent – duurder zijn bij verkoop dan gelijkaar-

dige percelen waarop wel pacht van toepassing

is. Daarnaast speelt het fenomeen dat meer en

meer bedrijven een beroep moeten doen op de

veel duurdere seizoenpacht om hun areaal te kun-

nen uitbreiden.

3 partijenDe basis voor onze pachtwetgeving werd ge-

legd in het begin van de 20ste eeuw. In de loop

der jaren werden de wetteksten meerdere keren

aangepast, maar de basisfilosofie is nog steeds

dezelfde. De wet biedt een duidelijk kader voor

drie betrokken partijen: de pachters die grond no-

dig hebben om te bewerken, de landeigenaars die

onrechtstreeks in de landbouwproductie investe-

ren en die willen dat hun investering aantrekkelijk

genoeg is, en de overheid die enkele maatschap-

pelijk gewenste evoluties wil ondersteunen. Met

dat doel legt de overheid een aantal beperkingen

op aan het eigendomsrecht, zoals ze dat ook op

fiscaal, milieu- en stedenbouwkundig vlak doet.

Zonder dieper op juridische details in te gaan,

creëert de pachtwet een voor de landbouwer in-

teressant kader voor het huren van gronden. De

contractduur, de vergoeding en de manieren om

de overeenkomst op te zeggen, bieden de land-

bouwer een aanzienlijke bedrijfszekerheid. Zo kan

een verpachter die geen landbouwer is een pacht-

contract in de meeste gevallen pas onder zeer

strikte voorwaarden opzeggen en beschik je als

pachtende boer in principe over een voorkoop-

recht op de percelen die je pacht. Als pachter kun

je ook relatief eenvoudig de bescherming van dit

systeem afdwingen, waarbij andere contracten –

met meestal minder gunstige voorwaarden – ko-

men te vervallen.

Nieuwe coëfficiëntenDe maximale pachtvergoeding is wettelijk vast-

gelegd in de vorm van coëfficiënten voor de

gronden en voor de gebouwen in een bepaalde

regio. Die coëfficiënt vermenigvuldigd met het

niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van een

perceel bepaalt de pachtprijs in euro. Om de drie

jaar buigen provinciale commissies met vertegen-

woordigers van de landbouw, de landeigenaars

en de overheid zich over een aanpassing van de

pachtprijzencoëfficiënten aan de nieuwe marktsi-

tuatie per landbouwstreek. De coëfficiënten voor

landbouwgronden en gebouwen liggen vast tot

december 2010. De komende maanden trachten

de drie partijen elkaar opnieuw te vinden.

Aanpassingen nodig?Tot hiertoe heeft het systeem altijd relatief goed

gewerkt, maar de jongste jaren zijn zowel bij een

aantal eigenaars als bij landbouwers kritische ge-

luiden te horen. Op het Boerenbondcongres van

december 2006 sprak 70 procent van de 800 aan-

wezigen zich uit voor een aanpassing van de

pachtwetgeving of nieuwe mogelijkheden voor

langdurig grondgebruik met de nodige rechts-

zekerheid. Ze willen een halt toeroepen aan de

evolutie dat verpachters verkiezen om gronden

aan het pachtstelsel te onttrekken, uit vrees voor

Page 7: Landgenoten Lente 2010

7

De kracht van pacht

langdurige onbeschikbaarheid. Op die manier ver-

groten ze namelijk de al zware financieringslast

voor de land- en tuinbouwer. Daarnaast vragen de

jongeren van Groene Kring oplossingen voor de

situatie van sofaboeren die door na hun carrière

te blijven pachten starters de toegang tot gronden

belemmeren.

Bij het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) is

men minder overtuigd van de noodzaak tot aan-

passingen. Het ABS waarschuwt voor de sterke

lobby van grondeigenaars die misbruik zou kun-

nen maken van een situatie waarbij de deuren van

het systeem opengaan. De organisatie wil dan ook

hoogstens praten over een aantal kleine, al dan

niet fiscale, bijsturingen om het pachtstelsel voor

alle partijen interessanter te maken.

Stimuli voor lange pachtDe voorbije jaren is tussen de federale en ge-

westelijke overheid een samenwerkingsakkoord

gesloten over de pachtwetgeving. Daarnaast zijn

er twee relatief onbekende aanpassingen door-

gevoerd om de lange pacht voor de verpachter

aantrekkelijker te maken – en jongeren dus meer

kansen te geven. Ten eerste mag de verpachter

voor een loopbaanpacht, waarbij de pachter op

het einde van die loopbaan zijn rechten verliest,

een hogere vergoeding vorderen van 50 procent

voor gronden en 25 procent voor gebouwen. Ook

eindigt de pacht van rechtswege bij het verstrij-

ken van de vaste termijn van de loopbaanpacht.

In het geval van verpachting bij authentieke akte

met een eerste gebruiksperiode van minstens 18

jaar, geldt een pachtprijsverhoging van minstens

36 procent voor gronden en minstens 18 procent

voor gebouwen. Ten tweede betaalt de verpach-

ter in beide gevallen geen jaarlijkse belasting in

het kader van de inkomstenbelasting.

Nog recenter is ook een mogelijke weg uitge-

werkt waarbij de successie- en schenkingsrech-

ten zouden worden verlaagd of kwijtgescholden

voor gronden die voor een langdurige periode

worden verpacht. Voor die maatregel bestaat

bij de landeigenaars een grote interesse, terwijl

ook de land- en tuinbouwers er baat bij hebben

als opnieuw meer lange pachtcontracten worden

afgesloten. Het is echter nog allesbehalve duide-

lijk of er een politieke consensus over deze piste

kan worden gevonden en of deze aanpassing kan

volstaan om de pachtwetgeving voor alle partijen

opnieuw voldoende interessant te maken

info download de gratis brochure De pachtwet via www.kbc.be > ondernemen > informatie & dossiers > land- en tuinbouw > informatie

3 pachtweetjes1. Als je een pachtovereenkomst sluit

met iemand die over het vruchtge-

bruik van een perceel beschikt, doe

je er goed aan om ook de schriftelij-

ke toestemming van de naakte eige-naar te vragen. Alleen op die manier

is die na beëindiging van het vrucht-

gebruik ook aan de pachtwetgeving

gebonden.

2. In principe heb je geen toestemming

van de verpachter nodig om te bou-

wen op een gepacht perceel. Toch is

het slim om ook de schriftelijke toe-

stemming van de verpachter te vra-

gen. Bij het verstrijken van de pacht

krijg je daardoor een hogere vergoe-

ding. Opdat de gebouwen tijdens de

pacht ook effectief eigendom zouden

blijven van de pachter, wordt aange-

raden om met een recht van opstal te werken. Dat wordt via een authen-

tieke akte door de grondeigenaar toe-

gekend aan de pachter en heeft een

duurtijd van maximum 50 jaar. Een ge-

lijkaardige constructie is de eigenaar

afstand laten doen van het recht van

natrekking.

3. Stel dat een vader zijn activiteit als

landbouwer wil stoppen, maar dat zijn

zoon die het bedrijf wil overnemen

nog niet afgestudeerd is. Om geen

gronden te verliezen, kan de vader

deels verder blijven boeren en deels

zijn gronden elk jaar opnieuw in sei-zoenpacht geven tot zijn zoon is afge-

studeerd. Wettelijk gezien moeten de

overeenkomsten wel voor minder dan

een jaar worden afgesloten en moet

de vader de gronden ook in gereed-

heid brengen.

© M

isje

l Dec

leer

Page 8: Landgenoten Lente 2010

8 focus pachtwetgeving

Werkt de pachtwet contraproductief voor de land- en tuinbouw?Rudy Gotzen: De pachtwetgeving is een heel be-

schermende wetgeving voor de landbouw en dat

betekent dat je moet opletten dat je niet overbe-

schermt. We ervaren alleszins dat landeigenaars

in een aantal gevallen weigerachtig zijn om te ver-

pachten. Dat toont onder meer het Boerenbond-

congres van eind 2006 aan, waar zeven op de tien

aanwezigen ervoor pleitte om de pachtwetgeving

te optimaliseren. Daarnaast blijkt dat een aantal

mensen moeilijk aan grond raakt om te pachten.

Bernard Boes: We mogen niet vergeten dat de

pachtwetgeving stamt uit een tijd toen de relatie

pachter-verpachter helemaal anders was. Van-

daag is die band een professionele economische

relatie geworden. Het is alleen jammer dat de wet-

geving niet mee geëvolueerd is. Daardoor heeft

de eigenaar schrik om aan een toekomstgericht

landbouwbedrijf te verpachten, omdat hij zijn

grond dan economisch kwijtspeelt.

Worden de eigenaars te zwaar benadeeld?Leo Van den Eynde: Dat weet ik niet. Het Bur-

gerlijk Wetboek, de grondwet en het Europese

Verdrag van de Rechten van de Mens bepalen

expliciet dat het eigendomsrecht niet absoluut

is. De overheid heeft, met het oog op het maat-

schappelijk belang, het recht om landbouwers be-

drijfszekerheid te bieden. Landbouw is ook van

strategisch belang voor de voedselproductie en

voor het in stand houden van het platteland.

BB: Toch denk ik dat het ook voor de land-

bouw niet goed is dat een eigenaar die de kans

heeft vrije grond een bestemming te geven, al-

ternatieven naast de pachtwetgeving zou zoeken.

Momenteel stopt ongeveer 2 à 3 procent van de

Vlaamse landbouwbedrijven. Een groot deel van

die gronden worden uit het pachtstelsel gehaald

ten voordele van recreatieve of agro-industriële

activiteiten. Die percelen blijven wel landbouw-

Hoe tevreden of ontevreden zijn de landbouw, de landeigenaars en de overheid

over de Belgische pachtwet? Wat zijn voor hen de voor- en nadelen van onze

wetgeving? We vroegen het aan drie specialisten met verschillende achtergrond:

Rudy Gotzen, docent agrarisch recht aan de kuleuven, Leo Van den Eynde van het

Departement Landbouw en Visserij, en notaris Bernard Boes uit Kortrijk.

Het vermijden van successierechten zou

veel landeigenaars over de streep trekken

Bernard Boes

De overheid heeft het recht om landbouwers

bedrijfszekerheid te bieden

Leo Van den Eynde

‘Vooral

de misbruiken aanpakken’

Page 9: Landgenoten Lente 2010

9

grond maar komen niet meer ter beschikking van

jonge bedrijven, tenzij de landbouwer zelf aan-

koopt. In dat geval kan hij het geld niet meer aan

andere productiemiddelen besteden.

Is landbouwgrond vandaag een interessante investering?RG: Ja. Zeker na de recente bankencrisis zullen

veel mensen tevreden zijn dat een deel van hun

kapitaal uit grond bestond. Een perceel land-

bouwgrond heeft een hoge kapitaalsvastheid.

Het zal niet snel in waarde dalen, maar je moet

er niet in investeren als je het geld niet een aan-

tal jaar kunt missen. Het is een beleggingspro-

duct waarbij je, afgezien van de beperkte jaar-

lijkse pachtvergoeding, maar zeer af en toe kunt

cashen.

BB: Grond die niet onder het pachtstelsel valt,

kan wel interessant zijn. Maar grond onder pacht

kan niet met de andere beleggingen concurreren.

Ik denk dat alleen een spaarboekje vandaag min-

der opbrengt per jaar. In mijn streek betaal je voor

een doorsnee perceel van één hectare ongeveer

30.000 euro. Qua pachtinkomsten krijg je daar

jaarlijks ongeveer 250 euro voor terug. Het klopt

wel dat er bij lange pacht een aantal fiscale voor-

delen zijn en dat je grond tot op heden in waarde

gestegen is. Tien jaar geleden zou dat perceel

waarschijnlijk iets minder dan 20.000 euro heb-

ben gekost.

Op welke manier kan het verpachten van gronden aantrekkelijker worden gemaakt?LVE: Het is bij landeigenaars nog onvoldoende

bekend dat ze een fiscaal voordeel en hogere

pachttarieven kunnen genieten als ze voor lange

pacht opteren (zie ook p. 7, nvdr.) Daarnaast ligt

al een tijd de piste op tafel om de successie- en

schenkingsrechten voor langdurig verpachte

landbouwgrond deels of volledig kwijt te schel-

den. Die regeling is geïnspireerd op een maatre-

gel voor bos- en natuurgebieden en sluit aan bij

het jongerenactieplan van de Vlaamse regering.

Het voordeel is ook dat dit, in tegenstelling tot

de pachtwet zelf, een regionale bevoegdheid is.

BB: Ik hoop dat hier snel een politiek draagvlak

voor wordt gevonden, want ik merk daar op het

terrein een laaiend enthousiasme voor. Dit zou

veel landeigenaars over de streep trekken om,

ondanks het strakke keurslijf van het pachtstel-

sel, toch opnieuw te verpachten. Bovendien heeft

ook de overheid er iets aan omdat er dan minder

constructies zouden worden opgezet, waardoor

de schatkist meer dan alleen de successierechten

misloopt. Grond maakt meestal deel uit van het

9

Na de bankencrisis waren veel mensen tevreden met hun belegging in grond

Rudy Gotzen

de misbruiken aanpakken’

© M

isje

l Dec

leer

Page 10: Landgenoten Lente 2010

10 focus pachtwetgeving

familie-erfgoed en dan is het een erg aantrekkelijk

idee om dat voordelig te kunnen doorgeven.

Zijn er nog andere mogelijkheden?BB: Wat mij ook niet onbelangrijk lijkt, is dat het

risico wegvalt dat je grond plots aan waarde ver-

mindert doordat hij bijvoorbeeld in ven-gebied

of nulbemestingsgebied of iets dergelijks komt te

liggen. De gemeenschap zou moeten opdraaien

voor het waardeverlies dat een individu lijdt om

dat soort maatschappelijke wensen te realiseren.

RG: Sinds kort zijn er op dat vlak maatregelen

getroffen. De overheid verbindt zich ertoe om in

dergelijke gevallen de grond aan te kopen tegen

de huidige marktwaarde. Net zoals bij een ont-

eigening wordt, onder meer via het comité van

aankoop, een marktconforme prijs bepaald door

de Vlaamse Grondenbank.

Bewijst de kloof tussen de jaarlijkse pachtvergoedingen en seizoenpacht dat er iets misloopt?LVE: Niet direct. Seizoenpacht heeft nu eenmaal

een andere marktwaarde dan pacht op langere

termijn. Via seizoenpacht kun je op een land-

bouwbedrijf zonder veel investeringen je pro-

ductie gevoelig opdrijven. Daar staan ook weinig

rechten tegenover inzake bedrijfszekerheid op

langere termijn. Bovendien is de echte waarde

van een perceel moeilijk te bepalen. De opbrengst

speelt mee, de oriëntatie, de grootte van het per-

ceel, maar ook de individuele situatie van de bie-

der enzovoort. Net zoals bij een huis is een stuk

grond waard wat iemand ervoor wil geven.

RG: Wat wel moet aangepakt worden, is dat

landbouwers die eigenlijk gepensioneerd zijn, blij-

ven pachten en via seizoenpacht hun boterham

verdienen. Want daardoor dwarsbomen ze jon-

gere landbouwers bij de uitbouw van hun bedrijf.

De laatste tijd zie ik gelukkig dat vrederechters,

anders dan een aantal jaar geleden, in deze geval-

len wel durven over te gaan tot pachtontbinding

wegens verboden onderpacht.

Klopt het dan dat niet de pachtwet maar vooral een aantal misbruiken moeten worden aangepakt?LVE: Pijnpunten in de wetgeving zijn onder meer

de oneigenlijke seizoenpacht en de herstellings-

en verzekeringskosten bij verpachte gebouwen.

Het invoeren van een fiscale vrijstelling van schen-

kings- en successierechten bij bepaalde langeter-

mijnpachten zou kunnen bijdragen tot een betere

verhouding tussen pachters en verpachters.

BB: Ik denk het wel. Een pachtwet moet blijven

bestaan en bestaande pachtovereenkomsten die-

nen zelfs in de toekomst te worden geëerbiedigd.

In ieder geval moeten op de eerste plaats de uit-

wassen aan beide zijden worden weggewerkt. Het

stuit mij ook tegen de borst wanneer een jonge

landbouwer plots zijn rechten verliest door sluwe

streken van een landeigenaar. Als jurist vind ik dat

overeenkomsten er zijn om nageleefd te worden.

Daarbij moeten we interpreteren naar de geest

van de wet: wat heeft de wetgever gewild en wat

zou hij vandaag willen? De landbouwer moet

rechtszekerheid krijgen, maar tegelijk moet een

investering in grond ook interessant blijven in

vergelijking met andere beleggingen.

RG: Ik ben er ook voorstander van om alleen

een aantal kleine zaken aan te passen, zoals de

hierboven aangehaalde vrijstelling van schen-

kings- en successierechten. De rechtszekerheid

en de landbouw zouden er ook baat bij hebben

mochten we de oneigenlijke seizoenpacht die ik

hierboven al aanhaalde, kunnen inperken. Maar

de basis van onze pachtwet is fantastisch: we zijn

het enige land dat de vrijheid van contracten zo

hoog in het vaandel draagt. Dat is een belangrijke

motor voor onze economie. Iets nieuws zoals een

windmolen is niet per definitie verboden, je vindt

er wel een oplossing voor in een contract. Pas als

er problemen zijn, val je terug op de pachtwet om

je geschil te regelen.

De laatste tijd gaan vrederechters wel over

tot pachtontbinding wegens verboden

onderpacht

© L

udo

Goo

ssen

s

Page 11: Landgenoten Lente 2010

11gewikt en gewogen

info Test het e-loket uit op www. landbouwvlaanderen. be. Vergeet ook niet je verzamel-aanvraag voor 21 april in te dienen via het e-loket!

gezocht iemand die werk maakt van de administratieve vereenvoudiging voor Vlaamse boeren en tuinders

gevonden Ruben Fontaine, projectleider bij de afdeling Markt- en Inkomensbeheer van het Agentschap voor Landbouw en Visserij

Jij bent een van de drijvende krachten achter het e-loket. Wat is dat en waarom is het voor onze boeren interessant?Via het e-loket kun je heel wat gegevens die de overheid nodig heeft, online doorgeven en op-zoeken. Een groot luik is de verzamelaanvraag, maar je kunt er ook zoogkoeienpremies aanvra-gen of andere interessante bedrijfsinfo raadple-gen. Al wat je nodig hebt, is je digitale identiteits-kaart en een kaartlezer die je voor een kleine 20 euro in iedere computerwinkel vindt. In 2006 hebben we het e-loket gelanceerd. Sindsdien hebben we het verder verfijnd, zodat je nu je per-celen zelf eenvoudig kunt intekenen op luchtfo-to’s en digitaal doorsturen. Een ander voordeel is dat het e-loket alle gegevens in je online aanvraag stap per stap op juistheid controleert. Daardoor heb je minder risico om gesanctioneerd te wor-den op fouten en gaat je dossierafhandeling veel sneller. In 40 procent van de papieren aangiftes moeten we bijkomende briefwisseling voeren, bij het e-loket is dat maar 4 à 5 procent.

Jullie systeem blijft evolueren: wat zijn dit jaar de nieuwigheden?Van bij het begin werken we met pilootgroepen waarin boeren de toepassingen op voorhand kunnen testen. Sinds een aantal jaar sturen we ook een enquête rond waarin gebruikers bepaal-de zaken kunnen evalueren. Op basis daarvan hebben we het nu onder andere mogelijk ge-maakt om tot 31 oktober wijzigingen in te dienen. Het is ook goed om weten dat je bij het online indienen altijd een bevestigingsmail krijgt en dat je op ieder moment de historiek van je gegevens

kunt raadplegen. Daarnaast moet je als bioboer via het e-loket je gegevens niet meer afzonderlijk naar de private certificeringsorganisaties sturen. Vanaf dit jaar geven wij alle noodzakelijke infor-matie automatisch door.

Op hoeveel procent van de verzamelaanvragen mikken jullie?Vorig jaar werd 17 procent van de verzame-laanvragen online ingediend. Dit jaar hopen we op een verdubbeling. Volgens gelijkaardige projecten in het buitenland is dat ambitieus maar haalbaar. Vooral Nederland en Zweden staan op dit vlak een stapje verder. Al hangt het er ook van af hoe sterk je de invoering wil pushen. In Nederland zijn bijvoorbeeld geen formulieren meer verstuurd. Wie een papieren aangifte wou doen, moest die zelf aanvragen. Wij gaan voor een zachtere aanpak en investeren onder andere samen met de landbouworganisaties sterk in vor-mingssessies. Daarnaast kunnen nu ook consu-lenten het systeem gebruiken.

Zijn er naast het e-loket nog andere projecten op komst?Zeker. Momenteel zijn we aan het onderzoeken hoe we in samenwerking met de FOD Economie de 15 mei-telling kunnen vereenvoudigen. Daar liggen zeker mogelijkheden, maar het is niet al-tijd eenvoudig om de technische onderbouw van verschillende diensten op elkaar af te stemmen. Dat was ook bij de eenmalige perceelsregis-tratie de grote uitdaging. Gelukkig beschikken we over een uitstekend team van IT- en andere specialisten.

Weg met papier!

Page 12: Landgenoten Lente 2010

12 ondernemer van nature

Bio op grote schaalSoms waait de wind uit onver-

wachte hoek. Damien (24) en

Guy (53) Depraetere, bekend als

ABS-afgevaardigde, zetten de

stap naar biologische landbouw.

‘Dankzij de gps-technologie lijkt

omschakelen ons economisch

de beste keuze.’

naam Damien Depraetere

leeftijd24 jaar

diplomaA2 mechanica

woonplaatsDeftinge

12

Page 13: Landgenoten Lente 2010

1313

Bio op grote schaaltel je voor, plots blijkt dat je een op-

volger krijgt. Dan word je gedwon-

gen om anders naar je bedrijf te

kijken’, vertelt Guy Depraetere uit

het Oost-Vlaamse Deftinge. ‘Je onderzoekt alle

mogelijkheden om extra inkomsten te verwerven

op een manier die nog een aantal jaar interessant

blijft.’ In 2008 volgde Damien een starterscursus

bij het Nationaal Agrarisch Centrum om met sa-

menuitbating te kunnen starten. Daar ontdekte hij

zijn interesse voor de biologische teeltwijze. Het

zette zijn vader er mee toe aan om voor het Alge-

meen Boerensyndicaat het project Bio zoekt boer

(zie pagina 14) op te volgen. ‘Hoe meer informatie

we verzamelden, hoe meer ik erin ging geloven.

Uiteindelijk hebben ze al in juni vorig jaar de eer-

ste percelen omgeschakeld, waardoor hun bedrijf

straks het grootste biologische akkerbouwbedrijf

van Vlaanderen wordt.

Gps en teeltplanDe keuze voor bio is voor vader en zoon vooral

een economische beslissing. ‘De vraag naar

bioproducten is in Vlaanderen al een tijd groter

dan het aanbod,’ zegt Damien. ‘Daarbij komt dat

nieuwe technieken een groot deel handenarbeid

overbodig maken. Ik denk aan precisielandbouw

via een gps-gestuurde trekker. Dat is een aanzien-

lijke investering, maar in verhouding tot de han-

denarbeid voor 70 hectare akkerland wordt die

interessant. Dankzij de gps kun je achteraf op iden-

tiek dezelfde plaats rijden als tijdens het planten.

Daardoor kun je machinaal tot op twee centime-

ter van je plant schoffelen! Door een werkbreedte

van 6 meter minimaliseer je de structuurschade en

verhoog je het rendement. In Nederland hebben

we verschillende van die trekkers gezien, in Vlaan-

deren zou de onze de eerste worden.’

Om hun plannen aan de praktijk te toetsen, de-

den Guy en Damien een beroep op specialisten

van het Proefcentrum voor de Biologische Teelt

(pcbt). Die voerden een haalbaarheidsstudie

voor de omschakeling uit en onderzochten het

financiële en teelttechnische luik. Welke inves-

teringen zijn nodig, hoe groot is de minderop-

brengst, welke afzet- en subsidiemogelijkheden

zijn er, enzovoort. Ze hielpen vader en zoon ook

op weg met een teeltplan voor volgende gewas-

sen: graan (triticale), zomertarwe, gras-klaver,

stamslabonen, aardappelen, voederbieten en

maïs, en veldgroenten zoals erwten, knolselder

of wortelen. Ze stelden ook een stappenplan op

waarin de eerste jaren iets meer plaats is voor

voedergewassen. Die leveren namelijk, in tegen-

stelling tot groenten en aardappelen, al tijdens de

omschakelingsperiode een meerprijs op.

Opvallende openheidVoor de uitwerking van hun plannen bezochten

Guy en Damien ook heel wat biobedrijven in bin-

nen- en buitenland. Volgens Damien werden ze

overal met een opvallende openheid ontvangen.

‘Iedereen wil zijn kennis delen, zelfs al ben je in ze-

kere zin concurrent. De meesten zijn echt fier op

wat ze realiseren.’ Vooral een aantal Nederlandse

bedrijven konden vader en zoon inspireren. Da-

mien: ‘Over de grens zijn een aantal bedrijven die

het echt groot zien en de meest geavanceerde

technieken toepassen. Daar kunnen we in Vlaan-

deren met onze kleinschalige aanpak nog veel van

leren.’

Damien, die mechanica heeft gestudeerd en

een carrière als lasser overwoog, ziet het als

een grote uitdaging om de gps-technologie op

hun bedrijf af te stemmen. ‘Dit is toch een stuk

boeiender dan doen wat je vader al jaren doet?

Er komt veel meer bij kijken dan gewoon een gps-

‘S

Dit is een stuk boeiender dan doen wat

je vader al jaren doet

Links: Damien heeft eigenhandig een groot deel van de machines aan de gps-technologie aangepast.

Rechts: Het aandeel Blonde d’Aquitaine wordt via natuurlijke inkweek opgedreven.

Page 14: Landgenoten Lente 2010

14 ondernemer van nature

Wil je nog meer weten over de plannen

van Damien en Guy of over de gps-ge-

stuurde machines? Bekijk dan ook de vi-

deoreportage die Boerenstebuiten in sa-

menwerking met VILT heeft gemaakt.

Wat?Onder de noemer Boerenstebuiten maakt

het productiehuis NTV sinds maart 2007

wekelijks een televisieprogramma over de

land- en tuinbouw. De inhoud ervan vari-

eert van (vak)nieuws tot interviews, hu-

man interest en reportages over beurzen

of socio-culturele activiteiten in de sector.

Hoe?Je kunt de reportages van Boerenstebui-

ten gratis en op elk moment bekijken op

volgende manieren:

1. via Telenet Digitale Televisie: Druk op

de TVtheek-knop van je afstandsbedie-

ning, scroll naar NTV à la carte en druk

op Boerenstebuiten.

2. via de website www.boerenstebuiten.

be: Tik dit adres over en klik op de re-

portage naar keuze. Om de filmpjes af

te spelen, heb je de nieuwste Flash-

player nodig. Die kun je eventueel gra-

tis downloaden via de website www.

adobe.com/software/flash/about.

Lukt het nog niet? Contacteer dan

[email protected] of op T 051 31 45 35.

Naast Boerenstebuiten over de land- en

tuinbouw biedt NTV onder andere ook

Naturel TV aan over plattelandsbeleving,

Hippo TV over paarden, en Tuin TV over

tuinen en parken.

Ontdek ook de reportage op Boerenstebuiten

info Overweeg je ook een omschakeling naar bio?In het kader van het project Bio zoekt boer helpt consulente Sofie Hoste je graag op weg: 0494 98 23 69 of [email protected] Op de hoogte blijven over biologisch on-derzoek? Dat kan voortaan via het Netwerk Onderzoek Biologische Landbouw & Voeding op www.nobl.be

gestuurde trekker kopen. Voor iedere teelt zijn an-

dere machines nodig. Ik ben weken zoet geweest

met het aanpassen van een oude bietenplanter.

Om de speling tussen je trekker en je machines te

beperken, heb je twee gps-ontvangers nodig: één

op de trekker en één op de schijfbesturing van de

machine zelf. Alle machines moeten ook op el-

kaar afgestemd zijn: je zaai- en je schoffelmachine

moeten dezelfde breedte hebben. Loonwerkers

kunnen ons dus nauwelijks helpen. Ooit kunnen

we misschien machines delen met collega’s, maar

op dit ogenblik zijn er te weinig gelijkaardige be-

drijven.’

Inspelen op marktvragenBehalve een ander machinepark vergt de omscha-

keling ook een totaal andere manier van denken.

Guy: ‘In vergelijking met de gangbare landbouw

moet je meer preventief denken en korter op

de bal spelen. Als er iets fout loopt, kun je veel

minder ingrijpen. Onkruidbestrijding is één ding,

onkruid voorkomen een ander. Het weer speelt

in elke fase van de teelt een grotere rol dan in de

gangbare akkerbouw. Het is ook belangrijk dat je

zo veel mogelijk structuurschade vermijdt. Dat is

een van de redenen waarom onze machines zo

breed mogelijk zijn. Of waarom je drijfmest het

Dankzij de gps kun je tot 2 centimeter van

de plant schoffelen

best uitrijdt met een sleepslangensysteem waarbij

de tank naast het veld blijft. Dat zijn allemaal tech-

nieken die we de komende maanden in de vingers

moeten krijgen.’

Zoals gezegd schakelden Guy en Damien in

juni 2009 de eerste 40 hectare akkerbouw om.

In april is ook het grasland aan de beurt en 8 hec-

tare zomertarwe. Op dat moment wordt ook het

vleesvee omgeschakeld, terwijl de resterende

22 hectare akkerbouw in een latere fase volgen.

‘Het is de bedoeling om geleidelijk Blonde d’ Aqui-

taine in de veestapel te brengen en dat aandeel via

natuurlijke inkweek op te drijven’, zegt Damien.

‘Of we zullen slagen, is nog af te wachten. Maar

we pakken alles zo professioneel mogelijk aan.

Voor de meeste producten hebben we al contac-

ten, al willen we zeker inspelen op de vragen die

we van afnemers krijgen. Misschien realiseren

we met een paar collega’s voldoende volume om

aan supermarkten te leveren. Of misschien kie-

zen we voor de diepvriesindustrie of alternatieve

kanalen. We zien wel: de afzetmogelijkheden zijn

sowieso groter dan voor de gangbare landbouw-

producten.’

MET KUHN ERVAAR JE ELKE DAG HET VERSCHIL• SCHIJVEN- EN TROMMELMAAIERS • SCHUDDERS • HARKEN • OPRAAPPERSEN • WIKKELAARS

VOEDERWINNING

Packo Agri werkt uitsluitend met een professioneel dealernet.

Kennis en service bij de deur.

B-8210 Zedelgem, tel : 050 25 00 10B-5590 Ciney, tel : 083 61 14 74

e-mail : [email protected]

Page 15: Landgenoten Lente 2010

15

MET KUHN ERVAAR JE ELKE DAG HET VERSCHIL• SCHIJVEN- EN TROMMELMAAIERS • SCHUDDERS • HARKEN • OPRAAPPERSEN • WIKKELAARS

VOEDERWINNING

Packo Agri werkt uitsluitend met een professioneel dealernet.

Kennis en service bij de deur.

B-8210 Zedelgem, tel : 050 25 00 10B-5590 Ciney, tel : 083 61 14 74

e-mail : [email protected]

Page 16: Landgenoten Lente 2010

16 burenbabbel

Welkom

ls de onteigeningscommissaris plots

je erf opwandelt, dan weet je meteen

hoe laat het is’, zegt Guido De Nocker,

die in Kruibeke een gemengd bedrijf

uitbaat. Als voorzitter van de Boerenbond-be-

drijfsgilde is hij sinds januari 2007 de spreekbuis

van de plaatselijke landbouwers, die in het kader

van het Sigmaplan geconfronteerd werden met

de erkenning van een gebied van 700 hectare als

overstromingsgebied voor de Schelde. Guido zelf

was geen betrokken partij. Collega-bestuurslid

André D’Eer, ook uitbater van een gemengd be-

drijf, was dat wel. André zag 10 hectare grond

door zijn vingers glippen, zonder duidelijk per-

spectief. Een nooddecreet stipuleerde dat het ge-

bied zou dienen ter compensatie voor het stukje

natuur dat moest verdwijnen voor de aanleg van

het Deurganckdok. En dus verschenen de eerste

bulldozers op het terrein nog voor de onteige-

ningsprocedures waren afgerond. Naast de bouw

van een ringdijk voorzag het plan in de aanleg van

300 hectare slikken en schorren, 80 hectare bos-

sen en 150 hectare weidevogelgebied.

‘A

Die grond is niet meer van ons, maar we kunnen er wel nog een tijdje

boeren

weidevogels

Page 17: Landgenoten Lente 2010

17

Het maaien van rietkanten kan een extra vergoeding

opleveren

De inrichting van een overstromingsgebied aan de oevers van de Krui-

beekse Schelde was geen aangenaam nieuws voor de plaatselijke land-

bouwers. Toch gaven ze het gebied niet helemaal uit handen: ze proberen

er zelfs samen een weidevogelproject in de kersverse natuurzone op te

zetten. Een lokale agrobeheersgroep leidt het geheel in goede banen.

Stoute schoenen‘Maar liefst 70 plaatselijke landbouwers voelden

zich met de rug tegen de muur geplaatst’, weet

André. ‘Een goede 400 hectare van de betrok-

ken zone werd gebruikt als landbouwgrond. Op

een totaal van 1800 hectare landbouwgrond in

Kruibeke betekent dat een serieuze aderlating.

Bovendien zijn de uitwijkmogelijkheden beperkt,

aangezien de Schelde een natuurlijke barrière

vormt. Dus trokken we onze stoute schoenen

aan en gingen we praten met de mensen van

Waterwegen & Zeekanaal. We kregen het voor

elkaar dat we de onteigende gronden konden

blijven beheren tijdens de aanleg van de ringdijk.

Er werd een jaarlijkse onderhoudsovereenkomst

opgesteld die bepaalde dat we de akkers naar

weiland moesten omzetten. Dat betekende uiter-

aard slechts een oplossing op korte termijn, maar

de kiem voor een samenwerking met Waterwegen

& Zeekanaal (W&Z) was wel gelegd.’

De juiste kantNaarmate de werken vorderden, slonk de be-

schikbare oppervlakte zienderogen. ‘Aanvankelijk

konden we dat nog compenseren via een systeem

van gebruiksruil dat werd gecoördineerd door

W&Z. Zij zorgden ervoor dat een landbouwer

die met pensioen ging, zijn grond kon ruilen met

een collega wiens perceel al door de werken was

ingepalmd’, zegt Guido. ‘Maar ook dat was niet

meer dan een tijdelijke remedie. De impact van

de werkzaamheden op het terrein werd al snel

te groot, waardoor werd besloten om de overge-

bleven percelen te groeperen en te herverdelen.

Aansluitend daarbij werd ook de eerste aanzet

gegeven voor het weidevogelgebied. Intussen

was er voor het gebied ook een beheerscommis-

sie in het leven geroepen. Die moet erover waken

dat de milieudoelstelling – honderd broedparen

– wordt gehaald. André en ik zetelen daarin om de

belangen van de landbouwers te verdedigen. Het

uiteindelijke doel ligt vast, daar kunnen we niet

omheen, maar we willen er wel naar streven om

de situatie werkbaar te houden. Dat is niet altijd

eenvoudig. Als ik op de bestuursvergadering van

de bedrijfsgilde vertel wat op de beheerscommis-

sie is beslist, krijg ik wel eens de vraag of we nog

aan de juiste kant staan. Maar al bij al is de bereid-

heid groot om er het beste van te maken. Bij alle

betrokken partijen.’

AgrobeheersgroepenVoor het beheer van het weidevogelgebied kun-

nen de landbouwers sinds kort rekenen op on-

dersteuning vanuit het agrobeheerscentrum dat

werd opgericht binnen het project ECO2, een

samenwerkingsverband tussen de Boerenbond

en de Vlaamse Landmaatschappij. De organisa-

tie heeft tot doel om landbouwers te helpen bij

het opzetten van lokale agrobeheersgroepen en

hen op die manier te betrekken bij projecten rond

landschaps- of natuurbeheer in hun regio. Veld-

werker Frederik Vereecken licht toe: ‘Wij werken

op twee verschillende gebieden. Enerzijds pro-

beren wij landbouwers te ondersteunen die op

vrijwillige basis aan landschaps- of natuurbeheer

willen doen. Anderzijds springen wij op de bres in

gebieden waar landbouwbedrijven door onteige-

ningen in de verdrukking komen. Het project in

Kruibeke past perfect in dat plaatje. De landbou-

wers zijn van goede wil, maar hebben uiteraard

weinig kaas gegeten van weidevogelbeheer. Als

ze een agrobeheersgroep oprichten, kunnen wij

hen daarin ondersteunen. Een andere belangrijke

pijler van onze werking is de samenwerking met

Agro|aanneming, die de landbouwers een wet-

telijk kader biedt om werken uit te voeren voor

derden. Ook in die zin biedt de agrobeheersgroep

in Kruibeke perspectieven. Als er rietkanten moe-

ten worden gemaaid – een arbeidsintensieve klus

– dan kunnen de landbouwers daarvoor instaan,

in ruil voor een vergoeding. We werken ook aan

de oprichting van een agrobeheerscentrum, dat

zorgt voor vorming, begeleiding van de lokale

agrobeheersgroepen en onderzoek naar agra-

risch natuurbeheer.’ Iedere landbouwer kan lid

worden van een agrobeheersgroep.

RespecterenVan weidevogels is in de Scheldebocht voorlopig

nog weinig te merken. Het gebied is momenteel

nog een echte werf. Het einde van de werken is

voorzien voor 2011. Op het toekomstige weidevo-

gelgebied grazen de runderen alsof er niets aan de

hand is. ‘Van de 70 betrokken landbouwers zijn

er momenteel nog 43 op die 250 hectare actief’,

aldus Guido. ‘De oppervlakte en het aantal boeren

zal in de toekomst verder afnemen. De grond is

niet meer van ons maar we hebben er nog wel

een kans. Daarom is het belangrijk dat we ons

constructief opstellen om de milieudoelstelling

te halen. Niemand heeft ons verplicht om van die

weidevogels te houden. Maar we moeten ze wel

respecteren. Alleen zo ligt er voor ons nog een

toekomst in dat gebied.’

Guido De Nocker en André D’Eer uit Kruibeke.

Page 18: Landgenoten Lente 2010

burenbabbel18 biechtstoel18

‘Overleg met alle spelers’Op 1 november trad Toon Denys aan als gedelegeerd bestuurder

van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Welke accenten wil hij

leggen in het beheer van de open ruimte? Wat vindt hij van de ge-

wijzigde koers van de Mestbank? En hoe schat hij de kansen in om

eind dit jaar een nieuwe derogatie te bekomen bij Europa?

Dirk Lips: Welke achtergrond heeft u en hoe vertrouwd bent u met de land- en tuinbouw?Toon Denys: Ik werk sinds 1991 voor de VLM en

was tot eind vorig jaar afdelingshoofd van VLM

West-Vlaanderen. Vanuit die ervaring en als land-

bouwingenieur ben ik erg goed thuis in de sector.

Ik weet dat een continue dialoog met alle actoren

de beste manier is om duurzame vooruitgang te

boeken. Het heeft geen zin dat je aanpak theore-

tisch correct is als die op het terrein toch moei-

lijkheden oplevert. Dat is de weg die ik verder

wil bewandelen met onze organisatie. We moeten

verder investeren in overleg, procesbegeleiding

en administratieve vereenvoudiging. De voorbije

jaren zijn al grote stappen gezet met onder meer

de éénmalige perceelsaangifte in de verzamelaan-

vraag, met de elektronische melding van mestaf-

zetdocumenten, met het vernieuwd MestInternet-

Loket (MIL), en sinds kort met de online aanvraag

van derogatie. Bovendien willen we vanaf 2012

het elektronisch verhandelen van mestverwer-

kingscertificaten en de online aangifte lanceren.

Heeft de Vlaamse landbouw voldoende resultaten geboekt om straks een nieuwe derogatieaanvraag te verdedigen bij Europa?We zitten in een vrij gunstige positie om een nieuw

actieplan met derogatieverzoek te verdedigen.

Vooral aan het oppervlaktewater zie je duidelijk

dat er de voorbije jaren aanzienlijke inspanningen

zijn geleverd. 73% van de MAP-meetpunten vol-

deden in de winter 2008-2009 aan de norm. Dat

is mooi maar de eisen van de EU blijven streng.

Ook het grondwater moet aan de nitraatrichtlijn

voldoen. En het fosfaatgehalte moet verder naar

beneden. Net als Nederland moeten we daar in

het nieuwe actieplan sterk op inzetten. Ik denk

daarbij aan nog gerichter bemesten, maar even-

goed aan erosiebestrijding. Dat is het mooie van

onze brede opdracht: we kunnen een bepaald

probleem vanuit verschillende invalshoeken be-

kijken en aanpakken met het instrument dat ons

daarvoor het best geschikt lijkt.

Slaagt de Mestbank erin om haar begeleidende rol uit te voeren?We zijn nu een drietal jaar bezig met onze onder-

steuning op bedrijfsniveau en we zien een duide-

lijke kentering. Landbouwers zijn bereid om in alle

openheid met onze bedrijfsbegeleiders te bespre-

ken hoe bepaalde zaken anders kunnen worden

aangepakt. Er is voldoende vertrouwen om te

weten dat ze niet op elementen uit dat gesprek

zullen worden afgerekend. En het begrip voor de

mestproblematiek en de bijhorende beleidsdoel-

stellingen is duidelijk gegroeid. Anderzijds blijven

we natuurlijk een overheid die in andere omstan-

digheden ook voor handhaving moet zorgen.

Verschillende staalnames op hetzelfde perceel kunnen andere resultaten opleveren. Begrijpt u dat dit bij boeren voor onzekerheid zorgt?Ik begrijp dat zeker. Ook voor de VLM is dit een

voortdurend aandachtspunt. We hebben een on-

derzoek laten uitvoeren naar de methodes voor

staalname en analyse. En de laboratoria worden

geaudit. De staalnemers van hun kant volgen ver-

plicht opleidingen en zij moeten hun bemonste-

ringstraject registreren met een gps-datalogger.

Ook zijn we op het terrein aanwezig om staalne-

mers te controleren. Al die maatregelen moeten

ertoe bijdragen dat nitraatresidu’s zo betrouw-

baar mogelijk worden gemeten. We mogen wel

niet vergeten dat een bodem nu eenmaal van na-

ture heterogeen is. Maar we doen er alles aan om,

met alle spelers op het terrein, tot een verdere

verfijning en standaardisatie van de nitraatresi-

dubepaling te komen.

Hoe ziet u de interesse voor beheerovereenkomsten evolueren?Goed, die gaat duidelijk in stijgende lijn. We wer-

ken sinds drie jaar met bedrijfsplanners die op

maat van een bepaald gebied en van de bedrijven

werken. Dat creëert een heel andere situatie dan

De positie van de landbouw ten opzichte

van de wereldmarkt bepaalt mee het uitzicht

van ons platteland

Page 19: Landgenoten Lente 2010

19

‘Overleg met alle spelers’

naam Toon Denys

leeftijd 43 jaar

functie gedelegeerd bestuurder vlm

diploma’slandbouwkundig in-genieur, ingenieur in de milieusanering en master overheids-management

woonplaatsLeuven

voordien: onze gespecialiseerde mensen bekijken

op het terrein wat je al dan niet kunt realiseren.

In het begin kreeg je als boer nog negatieve re-

acties van collega’s, maar dat is helemaal weg.

Ook vanuit natuurhoek is men meer en meer

overtuigd van het nut van beheerovereenkom-

sten. Momenteel heeft 1 op 7 landbouwers een

beheerovereenkomst. Dit jaar willen we nog eens

500 nieuwe boeren bereiken. Verder zijn we mo-

menteel aan het bekijken hoe we de effectiviteit

van onze overeenkomsten op een wetenschap-

pelijke manier kunnen meten, om na te gaan wat

we eventueel kunnen bijsturen.

Hoe zal de Vlaamse open ruimte er volgens u in 2020 uitzien?Dat is moeilijk te voorspellen. We hebben onlangs

een oefening gemaakt waarbij er 4 zeer uiteen-

lopende scenario’s zijn uitgewerkt voor hoe het

Vlaamse platteland er in 2030 zal uitzien. Voor

de landbouw hangt er erg veel af van de positie

ten opzichte van de wereldmarkt. Blijft onze land-

bouw in zekere mate afgeschermd of moeten we

mee met de agro-industrialisering om tegen de

internationale ontwikkelingen op te boksen? In

het Vlaams regeerakkoord staat dat wordt ingezet

op Vlaanderen als groen stedengewest met een

sterke landbouw. In vergelijking met Nederland

en Frankrijk is onze open ruimte natuurlijk veel

meer versnipperd en verstedelijkt. Maar ik denk

dat een dynamische landbouw sowieso een cen-

trale rol speelt op ons platteland. © Yves Adams

Page 20: Landgenoten Lente 2010

20

“Als student kies ik voor jobgarantie”

Werkveld schreeuwt om professioneel opgeleide arbeidskrachten

Leren uit onderzoek In de opleiding Agro- en biotechnologie wordt veel belang gehecht aan projectmatig wetenschappelijk onderzoek. Zowel lectoren als studenten werken mee. Zo blijven docenten op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in het werkveld en zijn studenten zeer gegeerd op de arbeidsmarkt. Het onderzoek spitst zich toe op de vier afstudeerrichtingen uit de opleiding: Agro-industrie In de afstudeerrichting agro-industrie draait alles rond de actuele thema’s voedselveiligheid, voedselkwaliteit en voedselproductie. Studenten zijn praktijkgericht bezig met voedingstechnologie, onderzoek en laboratoriumtechnieken. Er wordt onderzoek gedaan naar voedselveiligheid, ambachtelijke voedselproductie, voedsel-kwaliteit en aquacultuur. Afgestudeerden komen terecht in brandend actuele sectoren met een tekort aan professioneel opge-leide arbeidskrachten. Dierenzorg Ons docentenkorps van dierenzorg is sterk gespecialiseerd in dier-gedrag, dierenwelzijn en ethologie, hete hangijzers in onze maat-schappij. Hun onderzoek spitst zich toe op het meten van dieren-welzijn bij dieren uit de intensieve veehouderij, hobbyhouderij en dierentuinen. Daarnaast gaat er aandacht naar diergedrag en het meten van dominantie bij dieren. Groenmanagement De afstudeerrichting groenmanagement legt de nadruk op park-, groen- en natuurbeheer. Daarnaast wordt ook de professionele tuinbouw bestudeerd. Het onderzoek richt zich ondermeer op technieken die een alternatief bieden voor de chemische bestrijding van plagen op bomen, planten en siergewassen. Landbouw In de richting landbouw leren de studenten professioneel omgaan met de huidige tendensen rond landschapsbeheer, teeltmanage-ment, akkerbouw, mechanisatie en het kweken, het houden en verzorgen van en omgaan met landbouwdieren. Onderzoek houdt zich bezig met praktijkgerichte proefveldwerking rond

teelttechnieken, houderij, opfok en welzijn van Belgisch Wit-Blauw en vergelijkend onderzoek akkerbouw voor de industrie, meestal op vraag van de bedrijven zelf. Opleiding op maat Iedereen heeft specifieke interesses. De ene is geïnteresseerd in paarden, de andere in kruiden en een derde in tuinaanleg. Tij-dens de opleiding kunnen de studenten deze interesses ten volle ontplooien via stage, onderzoek en projectwerk. Ze krijgen dus niet alleen een brede basis mee, maar kunnen zich tijdens hun studies reeds specialiseren in hun persoonlijk interessegebied. Hoger afstandsonderwijs, kans op extra diploma Deze professionele bacheloropleiding wordt ook aangeboden in hoger afstandsonderwijs. Zo kunnen afstandsstudenten werk, gezin en studie combineren en een (extra) volwaardig diploma hoger onderwijs behalen. De zelfstudie gaat gepaard met een sterke persoonlijke begeleiding en alle praktische modaliteiten worden in onderling overleg met de studietraject-begeleider afgesproken. Zo wordt een pakket ontwikkeld op maat van de student.

Studenten die kiezen voor de professionele bachelor in Agro- en biotechnologie kunnen als afgestudeerde onmiddellijk aan de slag. Ze komen terecht in brandend actuele sectoren met een tekort aan professioneel opgeleide arbeidskrachten. Jobgarantie verzekerd!

INFO Waar? KaHo Sint-Lieven, Campus Waas Hospitaalstraat 23, 9100 Sint-Niklaas Tel 03 776 43 48 Mail [email protected] Web http://agrobio.kahosl.be Info 17 maart 2010 (14.30 u) 24 april 2010 (10 - 17 u) 26 juni 2010 (10 - 13 u) 4 september 2010 (10 - 16 u)

Page 21: Landgenoten Lente 2010

21uit de provincie

De provincie Antwerpen gaat producenten van hoeve- en streek-

producten sterker ondersteunen. Ze heeft een nieuw beleidsplan

voorgesteld waarmee ze de samenwerking tussen producenten wil

stimuleren. De Antwerpenaren zetten ook stevig in op streekver-

markting en regional branding.

n oktober 2009 richtte rurant vzw binnen

een PDPO-project het Provinciaal Platform

Hoeve- en Streekproducten op in de pro-

vincie Antwerpen. De komende jaren wil het

provinciebestuur dat netwerk van producenten en

ondersteunende organisaties via een nieuw be-

leidsplan structureel erkennen en ondersteunen.

De uitvoering van het beleid wordt gecoördineerd

door de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid

van de provincie, in nauwe samenwerking met

rurant vzw, Toerisme Provincie Antwerpen, de

Dienst Economie en Internationale Samenwer-

king, Unizo, vzw Streekproducten provincie Ant-

werpen, vlam, het Innovatiesteunpunt voor land-

en tuinbouw, het Steunpunt Hoeveproducten en

de Academie voor Streekgebonden Gastronomie.

Afzet en promotieIn het beleidsplan is veel aandacht voor streek-

vermarkting, het aan de man brengen van de

hoeve- en streek-(gebonden) producten, en voor

regional branding of het versterken van de uit-

straling van de lokale lekkernijen. Het is de bedoe-

ling om de distributieproblemen van producenten

te onderzoeken en er een plan van aanpak voor

op te stellen. Een aantal bovenlokale initiatie-

ven die voor een hogere afzet van de hoeve- en

streekproducten zorgen, zoals het eigen jaarlijkse

evenement prominant met zijn hoeve- en streek-

productenmarkt, wordt verder aangemoedigd.

De provincie wil de band tussen producent en

consument verbeteren. Dat doet ze onder meer

door hoeve- en streekproducten een plaats te

geven in de naschoolse gidsenopleidingen. De

promotie voor producten wordt op de bestaande

toeristische regio’s – Antwerpse Kempen, Schel-

deland, Antwerpen en Mechelen – afgestemd.

Daarnaast wordt de vzw Streekproducten Provin-

cie Antwerpen erkend als promotor van streek-

producten in de provincie, die een belangrijke rol

kan spelen in het verhogen van het aantal erkende

streekproducten.

Samen sterkTot vandaag bestaat er in de provincie Antwerpen

geen producentenorganisatie of andere vorm van

structurele samenwerking tussen hoeveprodu-

centen. De provincie betreurt dat en wil de hoe-

veproducenten aanmoedigen om toch dergelijke

initiatieven te nemen. Voorts willen het provin-

ciebestuur en -personeel ook zelf zo veel moge-

lijk hoeve- en streekproducten uit de provincie

Antwerpen gebruiken: als relatiegeschenk, maar

ook voor evenementen en recepties. Ze hopen

hiermee onder meer de gemeentebesturen in de

provincie te inspireren.

Dankzij de vzw rurant en Unizo kan iedereen

voortaan een beroep doen op een volledige in-

ventaris van alle hoeve- en streekproducenten uit

de provincie.

I

info www.provant.be/hoeve-en-streekproducten of contacteer de plattelandscoördinator van de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid [email protected] T 03 240 58 31

Antwerpse streekproducten

als merk

Page 22: Landgenoten Lente 2010

ten huize van22

‘De keten is nu helemaal gesloten’Wie een bloeiend bedrijf wil runnen, mag niet bang zijn om

zichzelf op tijd en stond heruit te vinden. Vandaag vormen as-

perges, varkens, akkerbouw en een biogasinstallatie de suc-

cesvolle viertrapsraket van het familiebedrijf Lavrijsen uit

Herk-de-Stad. Maar dat is ooit wel anders geweest.

Antoon Lavrijsen kwam midden ja-

ren ’80 overgewaaid vanuit het Ne-

derlandse grensdorpje Reusel. Hij

stamt uit een landbouwersgeslacht

maar zocht aanvankelijk zijn weg in de construc-

tie van zware machines. Pas toen een avontuur

in Indonesië op de valreep niet doorging, koos

hij alsnog voor de landbouw. Zijn zoektocht naar

beschikbare grond bracht hem eerst in het Has-

seltse en later een tiental kilometer verderop in

Schulen (Herk-de-Stad). ‘Dik tien jaar geleden

ben ik hier, tegen het advies van alle specialisten

in, met drie hectare asperges begonnen’, vertelt

Antoon. ‘Er wordt altijd gezegd dat asperges zand-

grond nodig hebben. Daarom vind je zoveel asper-

getelers in noordelijk Limburg. Maar wij boeken

in de iets zwaardere zandleemgrond in zuidelijk

Limburg ook aardige resultaten. De opbrengst

valt wat lager uit, maar de kwaliteit is

uitstekend. En aangezien we onze

volledige productie zelf aan de

man brengen, via onze eigen

aspergewinkel op het bedrijf,

zijn we altijd zeker van een

goede prijs.’

Grote luxeDe aspergewinkel is vandaag het

koninkrijk van Sofie, de vriendin van

naam Sofie Maris

leeftijd26

diplomaopvoedster A1

hobby’samateurtoneel

takenaspergewinkel, hulp bij administratie en huishouden

naam Luc Lavrijsen

leeftijd26

diplomaTechnisch land-bouwonderwijs

hobby’sgitaarspelen en de lokale Milieuraad

takenadministratie en bijspringen waar nodig

Page 23: Landgenoten Lente 2010

2323

‘De keten is nu helemaal gesloten’Alle schakels binnen dit bedrijf haken nu

mooi aaneen

Luc, de zoon des huizes. Zij stapte twee jaar gele-

den in het bedrijf, toen Lucs moeder haar moedige

strijd tegen kanker verloor. ‘Het was natuurlijk af-

wachten of ik hier wel zou kunnen aarden’, zegt

Sofie. ‘Daarom heb ik mijn baan als opvoedster

niet meteen definitief vaarwel gezegd. Ik heb loop-

baanonderbreking genomen, maar ik denk niet dat

ik nog terugga. Het valt hier allemaal supergoed

mee, ook het samenwerken met Luc gaat prima.

De maanden dat de aspergewinkel dicht is, help

ik hem met het papierwerk. We zitten eigenlijk de

hele tijd samen. Ik besef heel goed dat dit echt wel

een luxesituatie is. Overdag is het vaak hectisch,

maar wij hebben er een goede gewoonte van ge-

maakt om, zodra het weer het toelaat, de werkdag

af te sluiten met een lekker wijntje aan onze vijver.’

Twee maanden hoogspanningOp een aspergeboerderij is het van april tot eind

juni alle hens aan dek. Een asperge die zijn kopje

boven de aarde priemt, moet er diezelfde dag nog

uit, of hij verliest zijn maagdelijk witte kleur. Ge-

lukkig krijgen de Lavrijsens in het oogstseizoen

zeven dagen op zeven de hulp van een achttal

Polen, die elk voorjaar naar Schulen terugkeren.

‘Die paar maanden seizoensarbeid maken hun hele

jaar goed’, zegt Luc. ‘Die mensen zijn dan ook bij-

zonder gemotiveerd. Ze nemen – weliswaar onder

onze leiding – het hele proces voor hun rekening.

De mannen steken de asperges, de vrouwen was-

sen en sorteren ze in onze verwerkingsruimte vol-

gens dikte, lengte, vorm en kwaliteit. De winkel is

open van 8.30 tot 18.30 uur, alleen op zondagna-

middag zijn we dicht.’

Sofie kijkt elk jaar weer uit naar het asperge-

seizoen: ‘Het menselijke contact – zowel met de

klanten als de seizoensarbeiders – geeft deze peri-

ode extra kleur. Twee jaar geleden hebben we voor

het eerst een opendeurdag georganiseerd en daar

kwam 800 man op af! Ons sociale leven valt die

maanden wel compleet stil: onze vrienden weten

inmiddels dat ze ons dan niet moeten uitnodigen,

want we kunnen toch niet komen. Eind juni her-

ademen we weer een beetje. Al is ook dat relatief,

want we hebben ook een zestigtal hectare akker-

bouw: her en der verspreid verbouwen we onder

meer maïs, suikerbieten, uien en wintergraan. En

het hele jaar door komt daar ook nog eens de zorg

voor 1800 vleesvarkens bij. We weten dus altijd

wel wat gedaan. December en januari zijn eigen-

lijk de enige rustige maanden. Daarna komen de

voorbereidingen voor het nieuwe aspergeseizoen

stilaan weer op gang.’

Blijven innoverenSinds begin dit jaar hebben de Lavrijsens er nog

een hoofdactiviteit bij: de familie heeft geïnves-

teerd in de bouw van een biogasinstallatie met

een capaciteit van 20.000 ton per jaar. ‘Het kli-

maat was er rijp voor’, zegt Luc. ‘In onze contreien

is dit initiatief nog vrij uniek, maar in Duitsland

staan er duizenden van dergelijke installaties. Alle

schakeltjes binnen dit bedrijf haken nu mooi aan-

een. Onze maïs dient tot voedsel van de varkens,

waarvan we de mest met een aantal externe or-

ganische reststromen – zoals veilingafval en afge-

keurde levensmiddelen – en eigen maïs en graan

vergisten. Zo ontstaat er methaangas en dat wordt

vervolgens door een gasmotor omgezet in warmte

en stroom. De elektriciteit zetten we integraal op

het openbare distributienet, want voor ons eigen

verbruik doen we een beroep op zonnepanelen.

We voorzien zo’n 3000 gezinnen van stroom, dat is

zowat de helft van Herk-de-Stad. En het gedroogde

einddigestaat uit de vergisters is op zijn beurt een

prima bodemverbeteraar. De keten is nu dus hele-

maal gesloten. Wie als landbouwer wil overleven,

moet nu eenmaal de kansen benutten die zich aan-

dienen. Maar het succes wordt ons zeker niet in de

schoot geworpen: de papiermolen die hierbij komt

kijken, is echt niet te onderschatten.’

De varkens eten eigen maïs, waarna de mest met een aantal restproducten tot groene energie wordt vergist.

Page 24: Landgenoten Lente 2010

24 buitenlander

‘Boer kan rekenen én werken’

Guy Van Den Broek van De

Tijd is een van de weinige alge-

mene journalisten in Vlaande-

ren die de land- en tuinbouw

op de voet volgt. Hoe schat

hij de economische kennis

van onze boeren in? Wat ver-

wacht hij van de afschaffing

van de melkquota? En hoe ziet

hij de prijzen evolueren? We

nodigden hem uit bij melkvee-

houder Wim Verbreuken uit

Kalmthout.

Terwijl grootvader op Jinte (19 maanden)

en Ante (4 maanden) let, maken Wim

en Petra Verbreuken-Thys uit Kalm-

thout kennis met Guy Van Den Broek

van De Tijd. Hij is een van de zeldzame landbouw-

specialisten die nog in de Vlaamse dagbladpers

actief zijn. Op de vraag waarom maar weinig van

zijn collega’s onze sector opvolgen, antwoordt hij

dat de waarde van de land- en tuinbouw in econo-

mische kringen dikwijls wordt onderschat. ‘Ook

door collega-journalisten. Ze vinden de landbouw,

met op bedrijfsniveau niet echt grote getallen,

waarschijnlijk niet sexy. Terwijl boerderijen voor

mij kleine kmo’s zijn. Boeren beslissen, vaak met

eigen kapitaal, over investeringen die even groot

zijn als die van andere kmo’s. En ze hebben een

enorme technische kennis nodig.’

Financiële bagageWim vertelt dat hij in 1996 in het bedrijf van zijn

vader is gestapt, om het tien jaar later helemaal

over te nemen. ‘Dan heb je nog twee jaar van de

hoge melkprijs kunnen genieten’, merkt Guy op.

‘Gelukkig was je rugzak niet overvol geladen toen

de crisis uitbrak.’ Wim knikt en vertelt dat hij door

jaarlijks uit het Quotumfonds bij te kopen intussen

over een quotum van 800.000 liter beschikt. Guy

geeft mee dat een dergelijk volume volgens hem

na 2015 de standaard wordt, maar Wim blijkt het

daar niet mee eens: ‘Op korte termijn kun je met

500.000 liter evenveel rendement halen omdat

je schuldenlast kleiner is. Het hangt van bedrijf

tot bedrijf af welk volume het meest geschikt is.’

Voor we verder praten over het quotumvraag-

stuk, polsen we bij Guy hoe hij als financieel

expert de economische kennis van de land- en

tuinbouwers inschat. ‘Volgens mij verschilt de

financiële bagage van boeren niet van die van an-

dere kmo’s. Zeker niet op jonge bedrijven.’ Wim

wijst erop dat elke starter verplicht is om een

bedrijfseconomische boekhouding bij te houden

met het oog op vlif-steun. ‘Maar ook zonder die

voorwaarde zou ik dat doen. Uit die cijfers kun je

enorm veel halen om je resultaten te verbeteren.’

Quotum als leveringsrechtTerug naar het quotum. ‘Is het wel slim om nu nog

voor melkquota te betalen als die in 2015 worden

afgeschaft’, vraagt Guy aan onze gastheer. ‘Dat

is een moeilijke kwestie’, klinkt het. ‘Als we de

prijzen van het voorbije jaar vooraf hadden ge-

kend, hadden we niet bijgekocht. Maar je wilt de

plaatsen in je stal en je arbeidstijd zo goed mo-

gelijk benutten. In die zin was bijkopen zeker de

juiste keuze. We proberen die investering wel op

vijf jaar af te schrijven. Hoewel quotum ook een

bepaalde waarde behoudt, als extra leverings-

rechten bij de melkerij.’

Guy knikt en vuurt meteen een nieuwe vraag

af: ‘Slagen jullie erin om met de huidige basis-

melkprijs van 26 eurocent per liter zonder kleer-

scheuren te overleven?’ Wim zucht: ‘Ja, al krijgen

we gelukkig iets meer doordat we op vet en eiwit

uitbetaald worden. Een klein arbeidsloon en afbe-

talingen zijn inbegrepen. We beperken onze kos-

ten waar we kunnen maar soms zouden er toch

kosten gemaakt moeten worden die we met deze

basisprijs nog maar even uitstellen. Daarnaast

naam Guy Van Den Broek

leeftijd60 jaar

jobJournalist

bedrijfDe Tijd

woonplaatsEssen

Veel collega- journalisten

onderschatten de waarde van de landbouw.

Page 25: Landgenoten Lente 2010

25

‘Boer kan rekenen én werken’kunnen we nog altijd niets opbouwen voor de toe-

komst. Hoe ik de prijzen zie evolueren? Ik vrees

dat de melkprijs nog een tijd rond deze koers zal

blijven hangen. We hebben een tijd gehad met

hoge pieken en daarna diepe dalen, die samen-

vielen met de financiële crisis. Dan heb ik liever

een constantere prijs, dat is makkelijker om te

rekenen.’ Niet dat Wim verwacht dat hij na 2015

plots onbeperkt zal kunnen groeien. ‘De melke-

rijen moeten hun melk ook kwijt raken. Er zal wel

onderhandeld worden over de leveringsrechten

van gepensioneerde collega’s. Maar ik ben lid

van Milcobel en ik verwacht dat iedereen op een

bepaald extra percentage zal kunnen intekenen.’

Ondernemer of arbeider?Afrondend vragen we hoe Wim en Guy de alge-

mene land- en tuinbouwprijzen zien evolueren.

‘Tja, ik heb eerder al geschreven dat een klein

groepje inkoopbedrijven wel erg veel macht

heeft’, zegt Guy. ‘Je ziet dat trouwens ook in

andere sectoren. Boeren zijn afhankelijker van

de industrie geworden. Via constructies als con-

tractteelt dreigen ze een soort arbeider te wor-

den. Ze krijgen een loon voor het werk dat ze

doen, maar je kunt ze geen echte ondernemer

meer noemen. Persoonlijk denk ik dat coöpe-

raties en maatregelen op Europees niveau die

evolutie het best kunnen tegengaan. Maar het

wordt niet eenvoudig.’ Wim knikt: ‘Contract-

teelt is vooral in moeilijke periodes aantrekkelijk

omwille van de zekerheid die het biedt. Je krijgt

genoeg om te overleven maar het loon is te klein

om op eigen houtje verder te groeien. Daardoor

kun je ook moeilijk terug. In theorie zou dit soort

contracten ook in de melkveehouderij ingang

kunnen vinden, maar alleen al om schomme-

lingen op te vangen zal er altijd een deel vrije

markt nodig blijven. Toch zie ik de toekomst niet

zo somber. We zullen gewoon nog meer inspan-

ningen moeten leveren om de kostprijs per li-

ter omlaag te krijgen. Een boer krijg je zomaar

niet klein.’

naam Wim en Petra Verbreuken-Thys

leeftijd34 en 33 jaar

bedrijfmelkvee-traiteur-zaak

woonplaatsKalmthout

Wim legt uit hoe hij de plaatsen in zijn stal en zijn arbeidstijd zo goed mogelijk wil benutten.

BoerenstebuitenTVmaakte een reportage over het bezoek van Guy Van Den Broek bij Wim en Petra Verbreuken-Thys. Bekijk ze op www.vilt.be.

Page 26: Landgenoten Lente 2010

2626 frontaal26

Hoe goed bereidt het land- en

tuinbouwonderwijs afgestu-

deerden voor om hun eigen be-

drijf uit te baten? Volstaat een

secundair diploma of is de land-

bouwstiel zo complex geworden

dat je er minstens een bachelor-

of masterdiploma voor nodig

hebt? Drie actoren beoordelen

de heikele kwestie.

Klaar voor de start?

Dirk Lips, Departementshoofd KaHo Sint-Lieven – Sint-Niklaas

‘Het landbouwonderwijs heeft vele gezichten.

Maar als ik me beperk tot de vraag of een secun-

dair diploma volstaat om een modern landbouw-

bedrijf te gaan leiden, dan zeg ik radicaal neen.

Met alle respect voor de praktijkkennis die leerlingen in het BSO opdoen, ze zijn onvol-doende opgeleid om straks hun eigen land- of tuinbouwbedrijf te leiden. Vergeet niet dat ze

moeten beslissen over investeringen van een

miljoen euro en meer. Hetzelfde geldt trouwens

voor leerlingen uit het TSO. Sommigen zullen wel

een mooie carrière uitbouwen. Maar dat is dan

waarschijnlijk meer te danken aan competenties

en kennis die ze los van de school hebben ge-

leerd.’

‘In zekere zin geldt hetzelfde voor studenten

bio-ingenieur. Zij hebben meer bagage en ze zijn

in staat om zich zelfstandig in nieuwe dingen te

verdiepen. Toch vrees ik dat ze de eerste jaren

problemen zullen krijgen omdat hun opleiding te

ver van de praktijk staat. Eigenlijk zie ik momen-

teel maar twee opleidingen die echt boeren-in-spe

vormen en dat zijn de professionele bachelor en

de industrieel ingenieur landbouw. Ik zeg dat niet

om studenten te ronselen. Ik vind vooral dat we

onze andere opleidingen dringend moeten bijstu-

ren. Een diepgaande universitaire opleiding heeft

zin en opent ook buiten de landbouw deuren. Maar

ze moet wel voldoende voeling houden met het

dagelijkse leven op een land- of tuinbouwbedrijf.’

‘Ik besef wel dat leerkrachten uit middelbare scho-

len hun best doen en dat sommige leerlingen het

vak liever in de praktijk dan op de schoolbanken

leren. Maar persoonlijk zou ik het niet vertrouwen

dat mijn kind met alleen een diploma secundair

land- of tuinbouwonderwijs in de stiel stapt. Mis-

schien moeten we ons dus de vraag stellen of dat

wel mogelijk moet blijven en of je voor sommige

starters geen extra begeleiding of vorming moet

verplichten. Ik weet ook dat er goede adviseurs

en boekhouders bestaan die je kunt vertrouwen.

Maar de keuze om iets uit handen te geven, moet

je maken om tijd te besparen. Niet omdat je het

zelf niet kunt, want anders kun je het afgeleverde

werk niet eens beoordelen.’

Page 27: Landgenoten Lente 2010

2727

Klaar voor de start?

‘Elke opleiding heeft haar sterke en zwakke

punten. Voor het secundair onderwijs is er een

duidelijk verschil tussen de technische en de be-

roepsopleiding die we aanbieden. Na een tech-

nische opleiding vind ik het zeker mogelijk om

een eigen land- of tuinbouwbedrijf te beginnen.

Het spreekt vanzelf dat we onze leerlingen ook

stimuleren om een bachelor te volgen. Maar ver-

der studeren is niet voor iedereen weggelegd.

We waken er alleszins strikt over dat leerlingen

een voldoende groot basispakket aan kennis en

vaardigheden meekrijgen om een bedrijf te kun-

nen starten. Ook in het BSO, waar de meesten

op ons aanraden ook het zevende jaar volgen.

Maar een aantal studenten is de schoolbanken

echt moe. Ze willen thuis meewerken en het vak

al doende leren.’

‘Ongeveer zeven op de tien oud-leerlingen uit

het TSO studeren verder. Van de mensen uit het

BSO begint één op de tien aan hogere studies.

De rest zoekt een job binnen of buiten de sec-

tor, of werkt thuis mee om op termijn het bedrijf

over te nemen. Het klopt echt niet dat diege-nen met het hoogste diploma de beste land-bouwers zouden zijn. Het draait niet alleen om

kennis, maar ook om praktische vaardigheden

en attitudes. Je moet naast managementkwali-

teiten vooral je bedrijf goed opvolgen: je dieren,

je teelten, technische installaties, machines en-

zovoort. En als je gedreven bent, kun je achteraf

nog heel wat bijleren via nascholing, infodagen

of vormingssessies.’

‘Ik besef heel goed dat onze bedrijven groter

en complexer worden. Maar zoals ik al zei, wa-

ken we erover dat iedereen die afstudeert, over

de nodige competenties beschikt. Onze leerlin-

gen kunnen wel degelijk een bedrijfseconomi-

sche boekhouding lezen en begrijpen. Je kunt als

landbouwer ook advies inwinnen van een groot

aantal specialisten of je via naschoolse vorming

bijscholen in een deelaspect dat je interesseert.

Op die manier kun je jezelf blijven ontwikkelen

en op de hoogte blijven van de laatste nieuwe

ontwikkelingen. Dat lijkt me minstens even be-

langrijk als het diploma dat je hebt gehaald.’

Bart Van Den Berghe, directeur vabi Roeselare

Kristien De Boodt, bio-ingenieur en kersvers boerin, Schelle

‘Ik ben niet afkomstig uit een landbouwfamilie

en ben juist gestart met een biologische zelfpluk-

boerderij. Als student heb ik 25 jaar geleden een

diploma bio-ingenieur behaald, met als specialisa-

tie veeteelt en als neventak akkerbouw. Daardoor

heb ik geen installatieattest nodig, maar zonder

bijkomende vorming zag ik mezelf niet aan de slag

gaan. Ik heb de stiel niet van thuis uit geleerd en in

mijn tijd kwamen biologische technieken nauwe-

lijks ter sprake in ons curriculum. Ik leer dan ook het meest van de stage die ik via de cursus van Landwijzer volg. Hoe een bodem functioneert,

wist ik al. Maar dat is nog iets compleet anders dan

je bodembewerking in de praktijk goed uitvoeren.’

‘Op het vlak van boekhouding en administratie

verwacht ik geen problemen. Ik begin als boe-

rin aan een tweede leven, nadat ik jarenlang als

ontwikkelingscoöperant heb gewerkt. Ik heb een

aantal jaar in Afrika mensen geleerd hoe ze hun

grond moeten bewerken en hun eigen groenten

kunnen kweken. Na mijn terugkeer heb ik free-

lance als consultant gewerkt voor ontwikke-

lingssamenwerkingsprojecten. Ik had dus al een

cursus bedrijfsbeheer gevolgd en ik weet hoe je

een boekhouding invult en interpreteert. Al heb

ik ook dat niet meteen aan mijn academische

opleiding te danken. Mijn situatie is natuurlijk

vrij uitzonderlijk door mijn keuze voor het inno-

vatieve concept van een plukboerderij. Maar ik

denk dat er sowieso weinig studierichtingen zijn

waarvan de afgestudeerden meteen in de praktijk

meekunnen.’

Page 28: Landgenoten Lente 2010

Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 21Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 1, 2010

België-Belgique9099 Gent X

bc 10292

V.u. Dirk Lips, p.a. ViltKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel

P509285