Landgenoten Herfst 2008

28
landgenoten magazine voor boer en buiten herfst 2008 | 15 www.vilt.be + Afrikaanse koeien, biobrandstof, glastuinbouw, landbouwgidsen en meer driemaandelijks | kwartaal 3 | Gent X | P509285 geknor Mestbank= pestbank? Dirk Struyf in de Biechtstoel DOSSIER vorming Terug naar school?! Slim inkopen ‘Neen heb je, ja kun je krijgen’ over zeugen op stro Goedkeurend

description

 

Transcript of Landgenoten Herfst 2008

Page 1: Landgenoten Herfst 2008

landgenotenmagazine voor boer en buiten herfst 2008 | 15

www.vilt.be

+ Afrikaanse koeien, biobrandstof, glastuinbouw, landbouwgidsen en meer

drie

maa

ndel

ijks

| kw

arta

al 3

| G

ent

X | P

5092

85

geknor

Mestbank= pestbank?

Dirk Struyf in de Biechtstoel

DOSSIERvorming

Terug naar school?!

Slim inkopen ‘Neen heb je,

ja kun je krijgen’

over zeugen op stro

Goedkeurend

Page 2: Landgenoten Herfst 2008

BELGISCHE KAZEN

BELGISCHE KAZEN

Je ideale kaasplateau

Schotel uw gasten de rijke smaak voor van Oud-Brugge, Brugs Goud,

Brugse Blomme,... want voor grensverleggende kaasdelicatessen hoeft

u echt de grens niet over. Ontdek op www.brugsekazen.be met welke

variatie aan uitzonderlijke kazen u altijd weer een voetje voor hebt.

Brugse Kazen... uw smaak, onze passie!

Brugs Goud • Oud-Brugge • Brugse Blomme • Brugse Belegen • Brugse Jonge • Brugs Broodje

Een aanrader als je bezoek krijgt van vrienden of familie is een kaasschotel voorzien. Het is de ideale manier om zoveel mogelijk verschil-lende kaassoorten te leren kennen en je moet niet voortdurend in de keuken staan. Iedereen bedient zich naar smaak en eetlust.

Enkele tips voor de samenstelling van een Belgische kaasschotel:• Voor een voldoende gevarieerde kaasschotel of een kaasbuffet neem je best een 6 à 7 verschillende soorten kaas. • Per persoon reken je 250g à 300g. • Eerst worden best de kazen met de minst uitgesproken smaak geproefd. Bouw zo op tot de pikantste kaas.• Als je van een kaassoort naar de andere overgaat, nuttig je best wat brood om de smaak opnieuw wat te neutraliseren.

Het welslagen van de kaasschotel hangt voor een stuk af van de presentatie. • Versier met wat stukjes fruit, of gedroogde vruchten, wat noten.• Voorzie enkele soorten brood: notenbrood of rozijnenbrood, volkorenbrood, bruin brood, fantasiebrood of individuele broodjes of stokbrood.• Neem de kaas bij voorkeur een halfuurtje tot een uurtje op voorhand al uit de koel- kast. Zo kan hij op kamertemperatuur komen en zijn smaak ten volle ontwikkelen.

Voorbeeld van een Belgische kaasschotel :• Zachte of halfzachte kaas: Brugse Blomme• Witschimmelkaas: Bouquet des Moines• Grootgatenkaas met zoete smaak: Nazareth Classic of ook Brugs Goud• Halfharde kaas: Brigand, Watou Special of Herve (zachte of pikante smaak)• Harde kaas: Oud-Brugge• Blauwgeaderde kaas: Bleu des Moines

Je kan een kaasschotel combineren met wijn of, waarom niet, met een typisch Belgisch biertje.• Rode wijnen als een Côte du Rhone, Bordeaux, Minervois lenen zich uitstekend voor een kaasschotel.• Indien je voorkeur gaat naar witte wijnen, probeer dan een Sancerre of een droge witte Bordeaux wijn. • Typische Belgische speciaalbieren doen het eveneens schitterend bij een Belgische kaasschotel: een donker abdijbier bij zachtere kazen; een blond bier (bv. St Bernardus of Brugge Tripel) bij halfharde of harde kazen en Trappistenbieren bij abdijkazen.

Smakelijk!

Niveau

op je kaasplateau

BrugseKazen_advA4 210x270 Landge1 1 27-08-2008 22:24:40

Page 3: Landgenoten Herfst 2008

3

colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail [email protected] hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Inge Jooris, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.

in dit nummer

20

12

22

06

Beste

landgenoten

06 focus vorming Heeft vorming impact op je

bedrijfsresultaat? Het landbouwaanbod

en een getuigenis van een praktijkman.

12 ondernemer van nature Johan Schreurs bespaart tot 20 % op de

aankoop van maïszaad en plasticfolie.

Hoe doet hij dat?

20 ten huize van Just married en gek van groenten:

Kristof en Daisy Timmermans-Hellinckx

uit Peizegem.

22 buitenlander Michel Vandenbosch ontmoet

varkenshouder. ‘We hebben deze stal

zeker niet voor gaia gebouwd.’

en verder …

04 koetjes & kalfjes14 burenbabbel16 over de grens 17 uit de provincie18 biechtstoel24 frontaal27 mijn gedacht

Ik was aangenaam verrast toen mijn oog een

paar weken geleden op Vacature viel. ‘Boer

wordt manager’ prijkte er in grote letters op

de voorpagina van wat de grootste jobkrant

van Vlaanderen heet te zijn. De ondertitel

luidde ‘Hoe landbouw 10 procent van onze

jobs creëert.’ Waar onze sector al lang op ha-

mert, begint nu ook door te dringen tot de

buitenwereld: landbouw is vooral een econo-

mische sector.

Het is in elk geval een markant verschil met

vijf jaar geleden, toen ik met veel beginners–

enthousiasme begon aan mijn job bij vilt. De

dioxinecrisis, de dierenmishandeling op de

veemarkten en andere dierziekten lagen toen

nog zwaar op de maag van de consument – en

waarschijnlijk ook op die van jullie. Ook van

de media kregen we het zwaar te verduren:

nog maar eens een strontkar, klagende boe-

ren en dieren in veel te kleine hokken voerden

de hoofdtoon in het nieuws.

Uiteraard kun je zeggen dat de hoge voed-

selprijzen een sterke invloed hebben gehad

op de beeldvorming over onze sector, maar

eerlijk gezegd doen we onszelf daarmee

tekort. Bekijk dit nummer maar: Luc Stin-

kens toont trots zijn nieuwe zeugenstal met

groepshuisvesting op stro aan gaia-front-

man Michel Vandenbosch, Johan Schreurs

klapt uit de biecht over zijn doordacht aan-

koopbeleid, het pas getrouwde koppel Kri-

stof en Daisy spreekt met passie over hun

keuze voor de landbouw, en dat

je door vorming je bedrijfs-

resultaat kunt verbeteren,

geraakt ook steeds meer

ingeburgerd. Van onder-

nemerschap gesproken!

Veel leesplezier!

Griet Lemaire

Hoofdredacteur

Page 4: Landgenoten Herfst 2008

‘Landbouw is na de petroleumindustrie de meest kapitaalsintensieve sector per tewerkgestelde persoon’KUL-landbouweconoom Eric Tollens in Vacature. Volgens hem is het daardoor zeer uitzonderlijk om in de landbouw van nul te starten. Meer dan 95 procent van al onze landbouwbedrijven blijft zo in handen van de familie.

GedichtTOEN

Men is wat men kwijt is, maar nooit raakt men

het kwijt. De gretigheid van humus, hybris

van de aarde, houtrot van de tijd.

Spijtis in geen velden te bekennen en toch woel je

als een muishond in de teelgrond van je jeugd.

Het landschap is op lishoogte in het lijf getekend.

Een zompig jaagpad langs de Leie, je hoort

een roerdomp, ziet een reiger in de tijd terug.

Mistig als lauwe melk worden herinneringen

in een waterplas gemorst. Daarin weerspiegeld

ziet met wie men was, wie men nu is.

Je ziet het gemis, maar mist het niet.

Lut de Block, Oost-Vlaams plattelandsdichter

info www.plattelandsdichter.be

Marketing, het lijkt een trendy woord dat is weggelegd voor grote bedrij-

ven met nog grotere budgetten. Maar niets is minder waar. Zelfs als hoeve–

producent heb je baat bij inzicht in een aantal basisregels marketing. En dat

is juist wat het Plattelandscentrum Meetjesland tracht te bereiken met haar

brochure Promotie van hoeve- en streekproducten: geen kinderspel. Nut-

tige tips over het benaderen van doelgroepen, over verschillende vormen

van promotiemateriaal, over acties,enz. worden er netjes in opgelijst zodat

je zelf aan de slag kan op je bedrijf.

info De brochure is gratis (excl. verzendingskosten) te bestellen via 09 379 78 37 of [email protected]

Boer zkt consument

Boerentaal

3.177

koetjes & kalfjes4

WIN! Maak kans op

één van de vijf exem-

plaren van het Boe-

renwoordenboek van

Wim Daniëls. Stuur je

naam en adres naar

[email protected]

met de vermelding

‘Boerenwoordenboek’.

Dat landbouw geen marginale sector van onze economie is,

dringt in tijden van stijgende voedselprijzen steeds meer door bij

de publieke opinie. Maar ook de invloed van landbouw op onze

taal is niet te onderschatten. Zo begint her en der het woord

agflatie op te duiken, de samentrekking van agrarische inflatie

oftewel de inflatie die veroorzaakt wordt door het stijgen van

agrarische basisproducten zoals tarwe, maïs en soja. Op we-

blogs duikt ook een alternatief voor agflatie op: boereninflatie.

Dat inspireerde de Nederlandse schrijver Wim Daniëls om het

eerste boerenwoordenboek uit te brengen. In het boek verza-

melde hij zo’n duizend woorden, uitdrukkingen en namen waarin

het woord ‘boer’ of ‘boerin’ voorkomt. Enkele klassiekers zijn

termen als boerenverstand, boerenbedrog, boerenlul,…

info www.kuux.nl

Adopteer eens een klasScholen hebben steeds minder budget om op uitstap

te gaan en boerderijbezoeken schieten er dan ook al-

maar meer bij in. Omdat het belangrijk is dat kinderen

weten waar hun voedsel vandaan komt,

bedachten Plattelandsklassen en

de provincie Vlaams-Brabant de

‘nabijheidsboerderijen’. Dit zijn

land- en tuinbouwbedrijven die

bereid zijn een bijzondere

band te ontwikkelen met

een lagere school die op

wandel- of fietsafstand is

gelegen. Een klas die een

Page 5: Landgenoten Herfst 2008

Wist je dat de landbouw één van de creatiefste sectoren in Vlaanderen is?

Dat blijkt uit onderzoek dat Flanders DC (District of Creativity) samen met

de Vlerick Leuven Gent Management School heeft uitgevoerd. De meest

vernieuwende sectoren zijn de human resources en de landbouw, luidde

de conclusie. Volgens de onderzoekers mag dit laatste niet verbazen want

‘om actief te zijn in de landbouw in Vlaanderen zal je altijd op zoek moeten

gaan naar nieuwe manieren van werken’. Bovendien zijn het niet de jonge-

ren die het creatiefst uit de bus komen, maar wel meer bezadigde mensen

van 47 tot 56 jaar. Unizo stelt dat creatieve ondernemers meer jobs

creëren, hun medewerkers beter kunnen motiveren, meer risico’s durven

nemen en meer omzet halen uit nieuwe producten. Bovendien zou

de winst van bedrijven die efficiënt omgaan

met creativiteit gemiddeld vier procent

hoger liggen. Wil je zelf testen hoe creatief je

bent? Op de website van Flanders dc kan je de

Crea-test invullen die meteen jouw creativiteits–

index berekent.

info www.flandersdc.be, door-klikken naar ‘Tools & Trainings’ en daarna naar ‘Test je creativiteit’

5

Dat is het aantal dossiers dat door land- en tuinbouwers in 2007 bij het Vlaams Landbouwin-vesteringsfonds (vlif) werd ingediend. In totaal werd een steunbedrag van 98,7 miljoen euro uitgekeerd. Opvallend is dat de gemiddelde voorziene uitgaven per dossier in 2006 schom-melden rond 110.000 euro, terwijl dit bedrag een jaar later al was toegenomen tot 180.000 euro per dossier. De oorzaak ligt in een explosieve toename van de investeringskosten in de tuinbouwsector.

info www.vlaanderen.be/landbouw, doorklikken op publicaties of 02 552 78 40

Cursus Innoverend Ondernemen

3.177Dat heeft de provincie West-Vlaanderen zich voorgenomen. Met al ruim 120 bezoek-

boerderijen op haar grondgebied, komt die doelstelling aardig in de buurt,

maar toch is er nog ruimte voor nieuwe bedrijven. Zie jij het zitten om

deel uit te maken van het netwerk ‘Samen de boer op’ (voor groe-

pen) of ‘Met de klas de boer op’ (voor scholen)? Dan moet je ze-

ker contact opnemen met de provincie. Op 19 en 27 november en

2 december staat een lessenreeks op het programma voor startende

bezoek bedrijven. Hoe spreek je voor een groep, hoe benader je

kinderen en hoe volwassenen, je leert het allemaal tijdens deze

cursus. Ook voor bestaande bezoekboerderijen biedt de provin-

cie voortdurend vorming aan.

info www.onthaalopdeboerderij.be of 051 27 32 25

Elke West-Vlaamse gemeente een bezoekboerderij

Hoe creatief ben jij?

Wil jij kritisch leren kijken naar

je eigen bedrijf? Stilstaan bij

probleemsituaties en uitzoeken

hoe je ze kan oplossen? Of

kansen opsporen en leren hoe

je ze kan benutten? Dan heeft

het Innovatiesteunpunt een heel

aantrekkelijk aanbod. Op 2,9 en

16 oktober organiseert het samen

met de Katholieke Hogeschool

Sint-Niklaas een cursus ‘In-

noverend Ondernemen’. Drie

dagen boordevol interactie en

praktijkoefeningen bezorgen

jou de nodige bagage om van de

verdere uitbouw van je bedrijf

een succes te maken.

info www.innovatiesteunpunt.be of 016 28 61 22

aantal keren per jaar op bezoek komt of die in het kader

van een projectweek een paar dagen op het landbouw-

bedrijf langskomt, de boer die naar het werk van de

kinderen in de klas gaat kijken of die de eerste vruchten

van zijn nieuwe oogst laat zien aan ‘zijn klasje’,… het is

allemaal mogelijk. Plattelandsklassen werkt voor elke

school en elk landbouwbedrijf een formule op maat uit.

Lijkt het je wel wat om zo’n klas in de armen te sluiten?

Vlaams-Brabant zoekt nog een aantal landbouwbedrij-

ven in de buurt van een stedelijke school, vooral in de

regio Aarschot, Asse-Ternat-Dilbeek, Diest, Halle, Leu-

ven, Tienen en Vilvoorde. Vooralsnog is het project tot

deze provincie beperkt. Volgend jaar krijgt het wel-

licht navolging in de andere Vlaamse provincies.

info www.plattelandsklassen.be, 016 28 60 36 of [email protected]

Page 6: Landgenoten Herfst 2008

Denk jij bij vorming ook terug aan je saaiste schooluren? Of sta je altijd klaar om bij

te leren over vernieuwingen in je sector? Nele Muys, adviseur Onderwijs en Vorming

van Unizo, licht de impact van vorming op je bedrijfsresultaten toe. Plus een kennis-

making met het uitgebreide land- en tuinbouwaanbod.

focus vorming6

Terug naar school?!

Van boerenverstand naar vak manschap

Page 7: Landgenoten Herfst 2008

s er een verband tussen investeren in op-

leiding en goede bedrijfsresultaten? Een

grootschalige studie van Pricewaterhouse-

Coopers beantwoordt de vraag alvast met

een volmondig ‘ja’. Voor de studie ondervroeg

het bureau in 2006 meer dan 15.000 bedrijven

in 400 landen waaronder België. Het onderzoek

bevestigde ook dat er zoals verwacht grote afwij-

kingen bestaan tussen de verschillende sectoren

en bedrijfstypes. Voornamelijk grotere bedrijven

en de dienstensector besteden meer aandacht

aan opleiding en vorming.

Energie- en ict-coachesCijfers over de Vlaamse landbouw vinden we

bij Boeren op een Kruispunt, waar blijkt dat het

merendeel van de hulpvragers al een tijd geen

opleidingen meer volgt. Daarnaast biedt de serv,

de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, in

zijn ‘werkbaarheidsmonitor’ een overzicht van

het aantal opleidingen dat per sector wordt ge-

volgd. Daaruit blijkt dat maar 28,1 procent van

de land- en tuinbouwers zich vorig jaar heeft bij-

geschoold. ‘De cijfers moeten wel genuanceerd

worden’, zegt Nele Muys, adviseur Onderwijs

en Vorming van Unizo. ‘Ze verwijzen alleen naar

formele vorming via officiële cursussen. Land- en

tuinbouwers beperken zich uit tijdsgebrek vaak

tot informele, praktijkgerichte vorming.’ Maar het

blijft een mager resultaat: alleen de ondernemers

uit de horeca, de handel en de transportsector

volgden nog minder vorming dan landbouwers.

Een verklaring ziet de Unizo-adviseur niet meteen:

‘De volkswijsheid stilstaan is achteruitgaan geldt

in alle sectoren.’

De voorbije jaren is de aandacht voor naschool-

se vorming en levenslang leren in alle sectoren

toegenomen. Ook Unizo heeft een uitgebreid aan-

bod uitgewerkt voor zelfstandige ondernemers.

Nele: ‘Unizo lag destijds aan de basis van de kmo-

vormingscentra, nu omgedoopt tot Syntra, en

speelt in het beheer ervan nog steeds een belang-

rijke rol. Vandaag organiseren we ook startersop-

leidingen en bieden we onze ondernemerscoach

aan. Die bestaat uit een ruim aanbod aan coaches:

een innovatiecoach, een transportcoach, een

overnamecoach, een qualitycoach, een energie-

coach, een ict-coach, een exportcoach en een

coach maatschappelijk ondernemen. Voor alle

duidelijkheid: Unizo biedt geen specifieke land-

bouwopleidingen aan, maar een aantal thema’s

zijn voor alle sectoren interessant…’

4,5 miljoen voor landbouwvormingWeet Nele als vormingsverantwoordelijke ook

hoe je ondernemers het best overtuigt om op-

leidingen te volgen? ‘Wondermiddelen bestaan

niet. Maar de ervaring leert dat wie eens het nut

van vorming ontdekt heeft, zich geregeld blijft

bijscholen. De belangrijkste factor is een degelijk

aanbod, dat dikwijls via mond-aan-mond reclame

wordt aangeprezen. Het helpt als je vormingsses-

sies zo concreet en praktisch mogelijk aanpakt.

We proberen maximaal aan te knopen bij de be-

drijfsrealiteit, en waar mogelijk voorzien we par-

ticipatiekansen. Ook netwerken waarbij collega-

ondernemers van elkaar kunnen leren, vallen erg

goed in de smaak.’

In vergelijking met andere sectoren beschikt

landbouw – naast het betaalde advies – over een

erg uitgebreid en zeer goedkoop vormingsaan-

bod. In 2007 subsidieerde de Vlaamse overheid

meer dan 37.000 vormingsuren. Volgens Jean

Steenberghen van de Afdeling Duurzame Land-

bouwontwikkeling werd er vorig jaar in de be-

groting 4,5 miljoen euro vrijgemaakt voor land-

bouwvorming. ‘Van dat budget, waarvan Europa

via cofinanciering 3,2 miljoen euro bijdraagt, gaat

iets minder dan de helft naar het organiseren van

cursussen. Met de rest financieren we korte vor-

mingsbijeenkomsten van een paar uur, vervolma-

kingsdagen voor lesgevers en vergoedingen voor

stages.’

Informatica, mechanica en KIDe Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

werkt zelf geen cursussen uit maar staat onder

meer in voor de erkenning en opvolging van de

centra voor landbouwvorming. Ze verdeelt de

7

IDeelnemen aan de cursussen is

helemaal niet duur

Van boerenverstand naar vak manschap

Page 8: Landgenoten Herfst 2008

8 focus vorming

subsidies over ongeveer 5000 stagedagen en

32.000 vormingsuren en voert inspecties uit. Van

alle door de Vlaamse overheid gesubsidieerde

cursussen stond vorig jaar zowat de helft in het te-

ken van algemene onderwerpen zoals informatica

of bedrijfsleiding. De andere helft waren sector-

specifieke opleidingen zoals kunstmatige insemi-

natie bij runderen, dierziektebestrijding, machine-

onderhoud of andere technische thema’s.

Deelnemen aan de erkende cursussen is door de

subsidies helemaal niet duur, zowel voor land- en

tuinbouwers in hoofd- als in bijberoep. Tegelijk

is er volgens Jean een tendens dat meer en meer

cursussen onder invloed van Europa verplicht

worden. ‘Vanaf 1 januari moet iedereen die die-

ren vervoert voor derden een opleiding hebben

gevolgd. Iets gelijkaardigs is op komst voor wie

met bepaalde sproeistoffen in aanraking komt,

zoals heel wat loonwerkers en boeren.’

Zelf een cursus voorstellen?Wie geregeld cursussen volgt, kan bovendien een

premie voor sociale promotie aanvragen bij de

Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling. Voor-

waarde is dat je een cyclus van ten minste 75 uur

binnen de 5 jaar met succes hebt beëindigd. De

vergoeding bedraagt 6 euro per lesuur of 12 euro

per stagedag. Ook interessant is dat je zelf cursus-

onderwerpen kunt voorstellen aan de centra. ‘Zij

krijgen de organisatiekosten terugbetaald vanaf

tien deelnemers voor een theoretische sessie,

of zes voor een praktijkactiviteit’, zegt Jean. ‘Als

de centra de vraag naar een bepaald onderwerp

detecteren, dan gaan zij daar meestal graag op in.

Op die manier voorkomen we dat er een kloof rijst

tussen de vorming en de praktijk.’

Aansluitend bij haar vormingsactiviteiten ver-

zorgt de Afdeling Duurzame Landbouwontwikke-

ling overigens ook heel wat voorlichtingsinitia-

tieven. De afdeling organiseert zelf of in nauwe

samenwerking met de praktijk- en onderzoeks-

centra studiedagen, demonstratieprojecten, voor-

drachten en proefveldbezoeken. Een kalender van

de activiteiten vind je op de website van het be-

leidsdomein Landbouw & Visserij (zie hieronder)

en in de vakpers.

info – www.vlaanderen.be/landbouw– www.ondernemerscoach.be

5 algemene centra1. Ncbl (Nationaal Centrum voor

Beroepsvorming in de Landbouw)– Aanbod: o.a. managementcursus

melkveehouderij, klauwverzorging, ki,

rijbewijs, energieteelten, ziekten en plagen,

Excel, voor boer en tiener, starterscursus,

lassen, elektriciteit, perceelsregistratie,

Pools voor beginners, eindeloopbaan,

bemesten, Dimona, ruimtelijke ordening,

bioboeren, hoevetoerisme, zorgboerderij...

- Contact: Diestsevest 40, 3000 Leuven,

t 016 28 61 10, www.boerenbond.be

2. Nac (Nationaal Agrarisch Centrum)– Aanbod: o.a. b -cursus, paardenhouderij,

schapen, rundvee, koolzaad, varkens,

tuinaanleg, hoevetoerisme, fruitteelt,

bloemschikken, pc, internet

– Contact: H. Consciencestraat 53 a ,

8800 Roeselare, t 051 26 08 20,

www.nacvzw.be

3. Vac (Vlaams Agrarisch Centrum)– Aanbod: o.a. management, administratie,

verbreding (ook bio, trekpaarden),

computer, + sectorspecifieke

teelttechnische cursussen

– Contact: Ambachtsweg 20, 9820

Merelbeke, t 09 252 59 19, www.vacvzw.be

4. Landwijzer– Aanbod: o.a. 2-jarige opleiding biologische

en biodynamische landbouw, 1-jarige

opleiding landbouw en zorgverlening

– Contact: Quellinstraat 42, 2018 Antwerpen,

t 03 281 56 00, www.landwijzer.be

5. Pclt (Praktijkcentrum voor Land- en Tuinbouw)

– Aanbod: o.a. dierenzorg, mechanisatie,

administratie en management, bouw,

groendiensten, spuitmachinetechniek, enz.

– Contact: Zuidstraat 25, 8800 Roeselare,

t 051 24 58 84, www.pclt.be

info Alle centra werken nauw samen met de proef-centra, waarvan je de adressen vindt op www.vilt.be/proefcentra

Onder invloed van Europa worden meer en meer cursussen

verplicht

Page 9: Landgenoten Herfst 2008

9

ij is van de tijd toen op je zestiende

van school gaan gangbaar was en toen

hij nog geen starterscursus hoefde te

volgen. ‘Ik heb het ouderlijke bedrijf

in 1984 overgenomen, toen ik negen jaar sa-

menwerkte met mijn vader’, vertelt de 49-jarige

Patrick. ‘Dat volstond toen om te starten. Maar

achteraf vind ik het wel jammer dat ik alleen een

A3-diploma mechanica heb. Ik blijf een man van

de praktijk. En vandaag moet je bijna ingenieur

zijn om alles te blijven volgen.’

Subjectieve vertegenwoordigersOorspronkelijk omvatte het bedrijf van Patrick al-

leen mestvarkens en melkvee, maar hij stampte

ook een tak witblauw vleesvee uit de grond. Alles

ging goed en in de loop der jaren breidde zijn be-

drijf gevoelig uit. Zoals veel collega’s zag hij ech-

ter zwarte sneeuw toen in ’91 het Mestactieplan er

kwam. Patrick: ‘Dat waren zeer ingrijpende jaren.

Al die paperassen zijn niets voor mij. Toen is naar

‘Er zijn genoeg excuses om

geen vormingsdagen bij te

wonen’, zegt Patrick. ‘Dat weet

ik maar al te goed. Ik ben jaren

thuisgebleven omdat het er

altijd door mijn hoofd spookte

dat ik slecht bezig was.’ Een

openhartig gesprek over het

belang van vorming en de

impact op het dagelijkse, vaak

harde boerenleven.

naam: Patrick, 49 jaardiploma: A3 mechanicabedrijf: mestvarkens, melk-vee en vleesvee

‘ Alleen kwam er altijd iets tussen’

Ook geen blokbeest?

H

Page 10: Landgenoten Herfst 2008

10 focus vorming

mijn gevoel de collegialiteit onder landbouwers

verloren gegaan. Het was in die tijd dat ik met

zo’n hoofd van bijeenkomsten thuiskwam. Ik had

constant het gevoel dat ik niet goed bezig was.

Maar ik wist nog niet dat boeren elkaar alleen de

mooie verhalen vertellen, terwijl je van de slechte

meer zou leren.’

Geleidelijk kreeg Patrick een afkeer van de lo-

kale bijeenkomsten waarop telkens dezelfde kliek

aanwezig was. ‘Op den duur was het enige wat

ik nog deed, naar beurzen gaan. Maar dan alleen

om er eens goed te drinken op kosten van de voe-

derfabrikanten. Ik had nog twee bronnen om bij

te blijven: de vertegenwoordigers die ik over de

vloer kreeg en mijn dierenarts. Je weet wel dat

die vertegenwoordigers niet objectief zijn, maar

je denkt dat je dat met enkele kritische vragen

opvangt. Mijn dierenarts vind ik wel nog altijd een

goede bron: die heeft veel ervaring en komt al 38

jaar op ons bedrijf.’

Geen excuses meerDe kentering kwam toen Patrick een tiental jaar

geleden op een beurs toevallig opnieuw met zijn

achterneef in contact kwam. Die nam hem op

sleeptouw en stelde voor om achteraf naar een

aantal infodagen te gaan. ‘Met twee zag ik dat wel

zitten. Je kunt samen rijden en je hebt gezelschap.

Op mijn eentje vond ik altijd wel een excuus om

thuis te blijven. Het paste niet in mijn planning. Of

ik vond dat ik juist extra moest werken als com-

pensatie voor de mindere resultaten. Hoewel het

juist beter is om alles eens van op afstand te be-

kijken en te zien waar je kunt bijsturen.’

Samen met zijn achterneef woonde Patrick in-

tussen diverse, vooral technische vormingsdagen

bij, over onderwerpen als stallenbouw, koe-ob-

servaties, stroblazers, verluchting, enzovoort. Of

hij door die vormingssessies al concrete dingen

veranderd heeft op zijn bedrijf? ‘Zeker en vast. Op

elk bedrijf waar je komt, pik je wel iets op. Zonder

vorming had mijn bedrijf er niet hetzelfde uitge-

zien. Zo ben ik rechtstreeks beginnen te leveren

aan het slachthuis. Ik heb mijn koeien nog beter

leren kennen. Als ik een halfuur over heb, ga ik

nu naar de stal. Door probleempjes vroeger op

te merken, kun je veel geld uitsparen. Ook heb ik

geleerd om werk uit handen te geven. Dit jaar heb

ik bijvoorbeeld 5 hectare die te droog lag, laten

ploegen. Dat bespaart je tijd, je spaart je ploeg en

je kunt het aftrekken van je belastingen, zelfs in

het forfaitair systeem.’

Blabla en buikgevoelToch blijft het volgens Patrick af en toe moeilijk

om niet opnieuw in zijn schulp te kruipen. ‘Het ge-

beurt nog altijd dat ik me een sukkelaar voel. Dan

loop je op een voorbeeldbedrijf maar je vergeet

dat die boer alleen in dat ene aspect zo goed is.

Of zoals onlangs, toen een jonge boer zei dat hij

vanuit zijn buik wist met welk sperma hij zijn bron-

stige vaarzen moest dekken. Ik dacht weer dat

ik hopeloos achterop liep. Tot ik achteraf hoorde

dat zijn vader hem ieder jaar geld moet toesteken.

Sommige mensen vertellen gewoon veel blabla,

maar wat telt blijven de prestaties op je bedrijf.’

Noot: De geïnterviewde verkoos anoniem te blijven. Zijn ge-gevens zijn vervangen door de fictieve naam Patrick.

Zonder vorming had mijn bedrijf er niet hetzelfde uitgezien

Page 11: Landgenoten Herfst 2008

www.sbb.be

Samen maken wij uw toekomstSBB begeleidt vandaag al meer dan 10.000 landbouwers, tuinders en veetelers op het vlak

van boekhouding, fiscaliteit, vennootschappen, milieu- en bedrijfseconomische regle-

mentering. In elk van de 28 SBB-kantoren vindt u adviseurs die, net als u, specialisten zijn in

hun vak. Zij waarborgen u een deskundige en betaalbare begeleiding en bouwen samen met

u aan de toekomst van uw bedrijf. Meer info over onze diensten vindt u op www.sbb.be of in

het SBB-kantoor in uw buurt.

Kies voor eenadviseur die

uw sector kent!Boekhouding | Fiscaliteit | Vennootschappen | Milieuadvies | Agro Bouwadvies | Bedrijfseconomisch advies

SBB Partner voor bedrijvige mensen

Page 12: Landgenoten Herfst 2008

‘Neen heb je, ja kun je krijgen’Anders inkopen

12

Een degelijk inkoopbeleid is le-

vensbelangrijk voor elk bedrijf.

Vorig jaar ging melkveehouder

Johan Schreurs uit Meeuwen-

Gruitrode bewuster dan ooit met

zijn aankopen om. Het leverde

hem een besparing op van 10

tot 20 procent op producten als

maïszaad, plasticfolie en melk-

poeder.

ondernemer van nature

naam + leeftijd: Johan Schreurs, 37 jaardiploma: Bedrijfsopleiding Landbouw in Horstbedrijf: 70 melkkoeien, 30 hectare maïs, gras, granen

esparen op aankopen is de meest voor

de hand liggende optie om als boer je cij-

fers te verbeteren’, zegt Johan Schreurs

uit Meeuwen-Gruitrode bij Genk. ‘Je kunt

op een betere melkprijs hopen, maar dat heb je

niet zelf in de hand.’ Volgens de Limburgse land-

bouwer vergt het wel een mentale switch om

plots anders in te kopen. ‘Je moet de stap durven

te zetten. Ik heb altijd goed samengewerkt met

mijn leveranciers, die vaak ook bij mijn vader over

de vloer kwamen. Maar je bent niet met elkaar

getrouwd. Als we er allebei beter van kunnen

worden, zullen we wel nog samenwerken, heb ik

gezegd. En die mensen begrepen dat. Ze doen ook

niet aan liefdadigheid.’

Factuur met je buurEen ander aankoopbeleid vergt ook een andere

manier van werken. Johan: ‘Vandaag ga ik niet

langer naar mijn vaste handelaar op het moment

dat ik iets nodig heb. Ik probeer zo veel mogelijk

mijn aankopen te bundelen. Het is vrij makkelijk

B

Page 13: Landgenoten Herfst 2008

‘Neen heb je, ja kun je krijgen’

13

Wie te duur is, valt uit de boot

aankopen. ‘De vertegenwoordigers hebben zo

vaak tegen ons gezegd Dit is een nieuwe trend in

de landbouw. Wel, ook anders inkopen wordt een

nieuwe trend. De toeleveranciers benaderen ons

nu zoals ze andere sectoren aanpakken. Doe-het-

zelfzaken of verdelers van bouwmaterialen doen

al een tijd wat vandaag in de landbouw opkomt.’

Vorig jaar kocht Johan via de machinering voorna-

melijk melkpoeder, plastic en maïszaad – waarop

hij overigens 20 euro per hectare bespaarde. In-

tussen spreekt hij ook voor kleinere aankopen af:

van het nemen van grondstalen tot het aankopen

van koeborstels.

‘Als iemand iets wil doen, stuurt hij een mail-

tje. Dat kost geen moeite. Door zes koeborstels

samen te kopen, waren die elk 150 euro goedko-

per. Dat lijkt niet veel, maar al die kleinigheden

lopen op. Sproeistoffen doen we nog niet. Dat kan

eventueel nog komen, maar daarvoor heb ik graag

advies van mijn handelaar en ik wil tot het laatste

moment kunnen bijsturen. Ook kunstmest kopen

we nog niet samen. Al zijn we het wel aan het

overwegen. Wie dit jaar vroeg kocht, deed een

gouden zaak. Maar ik vind het moeilijk om er voor

alle leden één leverancier uit te kiezen. Bovendien

moet je correct kunnen inschatten wat de prijzen

volgend jaar gaan doen.’

uit te rekenen of in je boekhouding na te gaan

hoeveel melkpoeder, maïszaad of wat dan ook je

op jaarbasis nodig hebt. Je kunt trouwens ook met

anderen, ik denk aan buren of familie, samenwer-

ken. Sommigen vinden dat hun buur geen zaken

heeft met wat zij aankopen. Maar wat kan mij dat

schelen als het een lagere factuur oplevert? Uit-

eindelijk maakt iedereen zijn eigen rekening.’

Zelf heeft Johan onlangs met zijn neef een

aantal landbouwmachines, een stookolietank en

stookolie gekocht. Ook binnen de machinering

waarvan hij lid is, groeide het samen aankopen

al snel tot een belangrijke pijler uit. ‘Eind 2006

hebben we met een twintigtal collega’s de Machi-

ne Coöperatie Bree-Meeuwen Gruitrode (maco

b.m.g) opgericht. Oorspronkelijk wilden we alleen

machines delen die door een loonwerker beheerd

worden. Maar gaandeweg groeide de interesse

om samen producten aan te kopen. Sommige

boeren zijn zelfs alleen voor het samen aankopen

lid geworden.’

1 offerte, definitieve cijfersBinnen de machinering is er per gezamenlijke

aankoop één verantwoordelijke aangeduid. Die

vraagt, na overleg, offertes aan een vijftal firma’s

die doorgeven hoeveel korting ze bieden voor

welk volume. Daarna wordt de beste offerte

gemaild naar de leden, die moeten antwoorden

hoeveel ze bestellen. ‘In de coördinatie kruipt

wat werk’, zegt Johan. ‘Maar het rendeert. Op

melkpoeder en plastic, dat ik opvolg, hebben we

vorig jaar respectievelijk 10 tot 15 en 20 procent

bespaard. En je leert altijd iets bij van de contac-

ten met je collega’s of de vertegenwoordigers die

langskomen.’

Cursussen over aankoopbeleid of onderhan-

delen heeft Johan nog niet gevolgd. ‘Dat kan wel

interessant zijn, maar eigenlijk leer je dat van-

zelf. Het is ook niet onze bedoeling om keihard

te onderhandelen. Alle leveranciers weten dat

we één keer een offerte vragen en dat we niet

terugkoppelen. Anders krijg je geen serieuze prij-

zen meer. En wie te duur is, valt uit de boot. We

eisen nooit een bepaalde korting op, en verzieken

dus de markt niet. Maar geen enkele leverancier

zal ons voorliegen dat de grondstoffen duurder

geworden zijn, omdat niemand weet wie er nog

allemaal prijs geeft.’

MarktprospectieDe gezamenlijke bestellingen worden ofwel apart

geleverd, ofwel halen de leden van de machine-

ring hun goederen tijdens één voormiddag af bij

de collega die de bestelling heeft geplaatst. ‘Dat

is het efficiëntst’, zegt Johan, ‘want je beperkt de

transportkost voor je handelaar. Dat is een van

de voordelen van onze aanpak. Het helpt ook

dat onze machinering de handelaars meteen na

levering betaalt. Maar los van de machinering

levert ook praten veel op. Neen heb je, ja kun je

krijgen. En de leveranciers willen van ver komen.

Ons melkpoeder komt zelfs rechtstreeks van een

fabriek in Nederland.’

Voor Johan is het een hobby geworden om de

markt beter te leren kennen. Dat groeit geleide-

lijk: door tips van collega’s, of door wat op inter-

net te surfen. ‘Het eerste jaar hebben we voor

plastic de handelaars tegen elkaar uitgespeeld.

Voor het tweede jaar richten we ons straks op de

fabrikanten. Bijna alle handelaars in Vlaanderen

bieden dezelfde twee merken aan. Maar ik heb

een derde, goedkopere fabrikant ontdekt. Nu heb

ik voor verschillende leden een testrol gevraagd

aan de prijs die ons voor een grote hoeveelheid

beloofd is. Die fabrikant is dat met veel plezier

komen brengen. Het steekt echt niet op een paar

kilometer.’

Koeborstels en kunstmest Naar eigen zeggen heeft Johan maar weinig nega-

tieve reacties gekregen op zijn nieuwe manier van Vlnr. Jaak Vanaken, voorzitter van de machinering, Johan Schreurs en Harry Van den Boomen.

Page 14: Landgenoten Herfst 2008

burenbabbel14

Ook de verbrede landbouw professionaliseert. Kandidaat-land-

bouwgidsen kunnen bij kvlv voortaan een erkende opleiding van

200 lesuren volgen. Twee afgestudeerden die niet uit de sector

afkomstig zijn, over domme vragen, nostalgie en de toekomst.

M

Eerste landbouwgidsen afgestudeerd

‘Een stevige basis om je passie te delen’boer vertelt wanneer zijn koeien drachtig zijn.’

De ex-onderwijzer vindt het belangrijk dat het

brede publiek weet hoe het er vandaag in de

landbouw aan toegaat. ‘Landbouw is een econo-

mische sector die voor onze voedselproductie

zorgt. Maar de sector vervult ook een maatschap-

pelijke rol, onder meer op landschappelijk gebied.

De voorbije jaren is het landbouwimago opnieuw

verbeterd, maar er leven nog veel vragen over de

schaalvergroting in de sector. Persoonlijk vind ik

het ook jammer dat de landschappelijke functie

jarenlang verwaarloosd is. Ik denk met nostalgie

terug aan de waterlopen waarin ik als jonge kerel

zwom. De vervuiling is natuurlijk niet alleen van

de landbouw afkomstig, maar ik ben blij dat er

weer meer aandacht is voor milieu- en natuur-

beheer.’

Samen met alle partijen‘Ik moet zelf ook nog wennen aan het verschil met

vroeger’, zegt Magda. ‘Ik blijf het onnatuurlijk vin-

den dat koeien nu kunstmatig geïnsemineerd wor-

den. Mijn vader was een kleine boer die geweldig

van zijn beesten hield. Onze koeien stonden wel

gebonden, maar ze kregen iedere dag met veel

liefde vers stro. Vandaag worden vooral melk-

koeien enorm goed verzorgd, omdat je daar als

boer ook economisch voordeel uithaalt. Maar in

kippenkwekerijen is dat toch anders. Ik snap de

economische wetmatigheid wel en ik weet dat de

et initiatieven als de Maand van het

Platteland en de Dag van de Landbouw

is het een drukke periode voor Magda

Boons en Louis Laenen. De twee pas

afgestudeerde landbouwgidsen zijn gelukkig al-

lebei gepensioneerd en zitten vol beginnersen-

thousiasme. De leden van de Geelse Gidsenbond

kregen eind mei hun diploma Landbouwgids, dat

erkend is door Toerisme Vlaanderen. We ont-

moeten hen op de Hooibeekhoeve in Geel, waar

ze hun eerste landbouwrondleidingen geven.

Cultuurshock na 50 jaarMagda en Louis behoren tot de generatie die

de landbouw wel nog uit hun kinderjaren kent,

maar die vaak niet weten welke veranderingen

de sector de laatste decennia heeft doorgemaakt.

‘De cursus heeft bij mij echt een cultuurshock

veroorzaakt’, zegt Louis. ‘Ik heb tot mijn tien jaar

op de boerderij van mijn grootvader gewoond,

waar mijn vader en zijn broer meewerkten. Maar

dat is 50 jaar geleden en daarna heb ik niets meer

met de sector te maken gehad. Dan trek je wel

grote ogen van de gesofisticeerde technologie en

de manier waarop boeren hun bedrijf nu als een

manager leiden.’

Ook Magda woonde als kind op een boerderij;

haar vader ging uit werken en hield een tiental

koeien. Vandaag heeft ze nog altijd een passie

voor landbouw, die ze als gids graag met ande-

ren wil delen. Om die reden volgde ze, net als

Louis en acht anderen in Geel, twee jaar lang de

200 uren durende cursus van kvlv. ‘Dat is zeker

intensief, maar als gids moet je een brede basis

hebben en dingen ook in een ruimer perspectief

kunnen bekijken’, vindt ze. ‘Je moet op alle mo-

gelijke vragen een onderbouwd antwoord kun-

nen formuleren. Voor Louis en mij was het luik

algemene gidsvaardigheden misschien wat mak-

kelijker dan voor de deelnemers uit de sector die

nog nooit gegidst hadden. Maar voor ons was de

landbouwmodule, waarin zaken als landbouweco-

nomie, -geschiedenis, -teelten enzovoort aan bod

kwamen, dan weer intensiever.’

Geen melk zonder kalf?Sinds hun afstuderen geven Louis en Magda voor-

namelijk rondleidingen aan scholen, bedrijven of

andere groepen in de Hooibeekhoeve. Louis geeft

uitleg tijdens het buitengedeelte, Magda gidst bij

de nieuwe tentoonstelling over de geschiedenis

van de landbouw. Hoewel hun ervaring pril is,

merken ze dat het met de doorsnee kennis over

landbouw pover gesteld is. Louis: ‘Er zijn kinde-

ren die nog nooit een koe gezien hebben. Maar

er zijn evengoed volwassenen die niet weten dat

een koe gekalfd moet hebben voor ze melk geeft.

Ook de moderne technologie imponeert. Dat er

op de Hooibeekhoeve geen mensenhand meer te

pas komt bij het melken. Of dat een computer de

Page 15: Landgenoten Herfst 2008

15

Eerste landbouwgidsen afgestudeerd

‘Een stevige basis om je passie te delen’

naam + leeftijd:

Louis Laenen, 62 jaar

burgerlijke stand:

Getrouwd met

Yvonne Vantongerloo

beroep:

Ex-onderwijzer

naam + leeftijd: Magda Boons, 63 jaar

burgerlijke stand: Getrouwd met Bert Goeman

beroep: Ex-medewerkster KaHo Kempen

De volgende cursus Landbouwgids start op 23 september in het Limburgse Herk-De-Stad. De lessen

vinden iedere dinsdag plaats van 9.30 tot 16 uur. De cursus bestaat uit drie modules:

1. Specifieke gidsvaardigheden (40 uur),

2. Bestemming land- en tuinbouw in Vlaanderen (80 uur),

3. Project landbouwgids (80 uur).

Voor elke module wordt een deelcertificaat uitgereikt. Wie slaagt voor de drie modules ontvangt een

getuigschrift Landbouwgids, dat erkend is door Toerisme Vlaanderen. De kostprijs van de cursus be-

draagt 440 euro, of 380 voor kvlv-leden.

info www.kvlv.be of 016 24 39 54

Ook landbouwgids worden?

dieren er tamelijk gezond zijn, maar toch wringt

het soms een beetje...’

In de toekomst willen Magda en Louis naast

de rondleidingen in de Hooibeekhoeve ook wan-

delingen en andere gidsprojecten organiseren.

Louis: ‘De kiem is gelegd, maar alles moet nog

verder worden uitgewerkt. Met de Geelse Gid-

senbond hebben we nu al een arrangement waar-

bij je een halve dag het centrum van Geel en een

halve dag de Hooibeekhoeve kunt bezoeken. Het

is de bedoeling om nog meer samen te werken

met alle partijen: landbouwers, de provincie of

andere organisaties. Ik ben benieuwd welke voor-

stellen we krijgen en wat we nog allemaal kunnen

opzetten.’

Politiek en biobrandstoffenTot slot checken we nog even of de kersverse

deskundigen zich al een beeld hebben gevormd

van hoe de toekomst van de landbouw er volgens

hen uitziet? ‘Daar kun je niet veel over zeggen’,

antwoordt Louis nuchter. ‘Het politieke kader ver-

andert zo snel, denk maar aan de biobrandstoffen,

dat je moeilijk voorspellingen kunt doen.’ Magda:

‘Ik heb wel vaag het idee dat de bedrijven nog

groter zullen worden, met een

groot personeelsteam dat – vrees ik – minder be-

trokken zal zijn dan de huidige boeren. Maar ach,

alles is mogelijk. Al zie ik de sector nooit verdwij-

nen: voedsel zullen we altijd nodig hebben.’

Page 16: Landgenoten Herfst 2008

16 uit de provincie16

oen de huidige gewestplannen voor ruim-

telijke ordening werden opgesteld, was de

glastuinbouw nog niet dezelfde sector als

vandaag. Zo nam in de macrozone Hoogs-

traten het aantal glastuinbouwbedrijven tussen

1995 en 2005 met maar liefst 25 procent af, ter-

wijl de gezamenlijke bedrijfsoppervlakte met 19

procent toenam. Sprekende cijfers, die aantonen

hoe luid de roep klinkt om de ruimtelijke ordening

beter af te stemmen op een duurzame ontwikke-

ling van de sector.

4 soorten deelzonesDe voorbije maanden heeft de provincie Antwer-

pen met dat doel voor ogen een studie laten uit-

voeren door de Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke

Planning van de Universiteit Gent en de plangroep

van de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschap-

pij van de Kempen (iok). Bij de studie werden de

Vlaamse en provinciale administraties, de land-

bouwsector en de gemeenten Merksplas, Rijke-

vorsel, Hoogstraten, Wuustwezel, Brecht, Beerse

en Malle actief betrokken. Er werd rekening ge-

houden met de huidige glastuinbouwstructuur,

de economische wetmatigheden en de ruimtelijke

context in het gebied.

De conclusies van de studie werden gebundeld

in de brochure ‘Ruimte voor glas? Kaderplan ont-

wikkelingsmogelijkheden voor de glastuinbouw in

de macrozone Hoogstraten’. Daarin staat hoe het

gebied in vier types deelzones werd opgedeeld:

1. een zone met mogelijkheden voor nieuwe groot-

schalige bedrijven aan weerszijden van de e19

2. een verwevingszone Hoogstraten-Noord met

Een kaderplan als fundament

T

Waar in Vlaanderen is er plaats voor glastuinbouwzones? De tuin-

bouwprovincie Antwerpen heeft een kaderplan uitgeschreven over

de ontwikkelingsmogelijkheden voor de sector. Het plan bevat

een aanzet tot ruimtelijke visie én een overzicht van verschillende

voorkeurlocaties.

Afbakening glastuinbouwzones in Antwerpen

mogelijkheden waarbij een klassiek aardbeien-

bedrijf als referentie geldt

3. een gedifferentieerde overgangszone Zuid,

waar kan worden voortgebouwd op concen-

traties zonder dat nieuwe projectgebieden

wenselijk zijn

4. zones met nulbeleid.

Van plan tot actieDe afgebakende locaties worden in het kaderplan

omschreven als zones waar de glastuinbouw zich

bij voorkeur wel of niet kan ontwikkelen, maar

daaraan worden nog geen concrete initiatieven

gekoppeld. De volgende stap is dat er een ge-

schikte aanpak voor de ruimtelijk meest kwalita-

tieve ontwikkelingen wordt uitgewerkt, die gedra-

gen wordt door de beleidsverantwoordelijken, de

plaatselijke land- en tuinbouwsector en de inwo-

ners van de regio.

info Vraag de brochure ’Ruimte voor glas?’ gratis op bij de Dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid van de provincie Antwerpen. t 03 240 58 37, [email protected]

© Innovatiesteunpunt voor land en tuinbouw

Page 17: Landgenoten Herfst 2008

17over de grens

De eenvoudigste manier om DzG te helpen, is

door giften over te maken. Daarnaast kun je de

organisatie bijstaan door, vanuit België, tijd en

ervaring aan te bieden. DzG zoekt vooral hel-

pende handen om de organisatie bekender te

maken en fondsen te werven. In het Zuiden

zijn er weinig projecten waarvoor vrijwilligers

worden ingeschakeld, maar surf gerust naar de

website en ontdek wat je voor DzG kunt bete-

kenen.

info www.dzg-belgium.org, [email protected] of T 02 539 09 89. Rekeningnummer: 732-6190064-60

DzG steunen?

M

Veehouders spelen een cruciale rol in landen waar voedselschaars-

te heerst. ‘Wanneer de kudde sterft, sterft het hele dorp’, citeert

Els Bedert van Dierenartsen zonder Grenzen de baseline van de

vzw. ‘Dankzij onze knowhow kunnen hele dorpen worden gered.’

eer dan twintig jaar geleden werd in

Frankrijk de eerste afdeling van Dieren-

artsen zonder Grenzen (DzG) opgericht.

De dierendokters lieten zich inspireren

door Artsen zonder Grenzen en beseften zo dat

ook zij voor noodlijdende regio’s veel kunnen

betekenen. Vandaag bestaat de organisatie in

tien Europese landen, waaronder sinds 1994 ook

België.

Klimaat en termijndenkenAls we Belgisch projectcoördinator Els Bedert

spreken, heeft ze net groen licht gekregen voor

een nieuw DzG-project. ‘We mogen veeboeren

in Kenia, Ethiopië, Somalië en Oeganda proberen

voor te bereiden op de gevolgen van de klimaat-

verandering’, zegt Els. ‘De Europese Commissie

heeft een budget van 1,7 miljoen euro vrijgemaakt

voor een hulpproject dat door ons zal worden ge-

coördineerd.’

Zoals in de meeste projecten van DzG is de

dierengezondheid – die in dit geval door de kli-

maatverandering bedreigd wordt – het aankno-

pingspunt om de lokale bevolking ook op andere

terreinen te helpen. Els: ‘Runderen zijn in het

Zuiden een van de weinige betaalbare eiwitbron-

nen. Ze zorgen voor mest die lokale gronden

vruchtbaarder maakt en voor trekkracht. In arme

streken vervullen runderen op economisch en op

sociaal vlak een centrale functie. Een van de voor-

delen van hulp aan veehouders, is dat je voor hele

dorpen een oplossing op langere termijn biedt.’

Selectie op basis van kleur?In veel gevallen beperkt de hulp van DzG zich tot

fundamentele zaken als watervoorziening, vacci-

natie of een basisopleiding dierenverzorging. ‘De

impact van eenvoudige problemen zoals parasie-

ten, schurft, uierontsteking enzovoort is enorm’,

zegt Els. ‘Daarnaast proberen we waar mogelijk

de vakkennis van kleine boeren te verbeteren op

het vlak van diervoeder, huisvesting, productie-

rendement en zelfs commercialisering. Dat kan

gaan van een opleiding kaasmaken tot het leren

selecteren van vee op een andere basis dan de

traditionele criteria zoals de kleur of de groei van

de horens.’

Echt diepgaande veterinaire kennis hebben de

medewerkers van DzG niet nodig voor hun job. De

organisatie rekruteert dan ook vooral sociologen

en antropologen, die de lokale situatie in Afrika

goed kennen. In 2008 draaide de Belgische afde-

ling van DzG op 110 medewerkers en een budget

van 8 miljoen euro. Daarmee zit DzG net onder

grote ontwikkelingsorganisaties zoals Vredesei-

landen, waarmee vlot wordt samengewerkt. Els:

‘Als ontwikkelingshelpers hebben we allemaal

hetzelfde hoofddoel. Tegen 2015 moet volgens de

Millenniumdoelstellingen de honger in de wereld

gehalveerd zijn. Ondanks alle geleverde inspan-

ningen, is er daarvoor nog héél veel werk aan de

winkel.’

Dierenartsen zonder Grenzen

‘ Gezonde koeien redden mensenlevens’

Page 18: Landgenoten Herfst 2008

18

Voor veel boeren is de Mestbank nog altijd een bron van erger-

nis. ‘Te weinig landbouwgevoel’, ‘te veel administratie’, ‘minder

adviseur dan controleur’,… Dirk Lips vraagt aan zijn naamgenoot

Dirk Struyf, afdelingshoofd van de Mestbank, hoe dat moet ver-

anderen.

biechtstoel

‘Samen inzetten op derogatie in 2010’

biechtstoel18

Dirk Lips: Beseft u dat er bij veel boeren nog altijd een fundamenteel wantrouwen leeft tegenover de Mestbank?Dirk Struyf: We weten zeer goed dat er op dat vlak

nog een hele weg af te leggen is. We hebben dat

zelfs laten onderzoeken door een extern bureau.

Het afgelopen jaar hebben we ook verschillende

contacten gehad met Groene Kring, Boerenbond

en de andere organisaties. Daaruit zijn een aantal

zaken gekomen die verbeterd moeten worden en

waarvoor we al grote inspanningen aan het leve-

ren zijn. Denk maar aan onze provinciale cellen

bedrijfsadvies en sensibilisering. De negatieve

perceptie is gebaseerd op verschillende oorza-

ken. Zaken uit het verleden, zoals het idee dat we

eerder willen bestraffen dan helpen. Maar ook

knelpunten waarmee elke overheidsdienst wordt

geconfronteerd, zoals dat we van wetgeving af-

hankelijk zijn en dat we onze communicatie verder

moeten verbeteren.

Is het wel mogelijk om medewerkers die 10 jaar opgeleid zijn tot ‘mestpolitie’ plots te veranderen?Dat soort controleur is de Mestbank nooit ge-

weest. We hebben nooit gedacht dat alle boeren

milieuvervuilers zijn en dat we zo veel mogelijk

moesten bestraffen. Iedereen is natuurlijk geëvo-

lueerd. Vroeger moesten we nog uitleggen dat er

een probleem is. Vandaag beseft de sector dat de

Europese waterkwaliteitsnormen belangrijk zijn

voor de toekomst. Door het Mestdecreet van eind

2006 is onze sensibiliserende rol versterkt. We

doen nu veel meer aan begeleiding die niets met

Zijn uw medewerkers wel voldoende vertrouwd met de landbouwpraktijk?Landbouwkennis is een zeer belangrijke factor

bij aanwervingen. Ik heb zelf in de landbouwad-

ministratie gewerkt. Uit mijn jarenlange ervaring

weet ik dat je boeren alleen overtuigt door de-

zelfde kennis te hebben. Het kan dat de kloof tus-

sen landbouwopleidingen en de praktijk te groot

is, maar dat is een probleem waaraan wij niets

kunnen doen. Praktijkkennis blijft voor de meeste

van onze functies een pluspunt. En ik ben blij dat

heel wat boerenzonen en –dochters enthousiast

zijn dat ze voor de Mestbank mogen werken. Dat

bewijst dat we op het goede spoor zijn. Verder

doen we forse inspanningen om de kennis van

ervaren mensen te laten doorstromen en om onze

medewerkers bij te scholen.

Hoe vult de Mestbank haar nieuwe sensibiliserende rol concreet in?Het is onze doelstelling om, in partnerschap met

de boeren, ervoor te zorgen dat Vlaanderen in

2010 opnieuw een derogatie haalt. Dat is de resul-

taatsverbintenis die we met het Mestdecreet zijn

aangegaan. We zijn daarvoor fors in kennis en ad-

vies aan het investeren. Zo kun je als landbouwer

gratis terecht in onze vijf provinciale vestigingen.

In elke provincie hebben we een cel bedrijfsadvies

en sensibilisering (zie contactgegevens hieronder,

nvdr). Als je dat wil, komen onze medewerkers

zelf naar je toe. We willen dat zo veel mogelijk aan-

moedigen maar niet opdringen. Vandaar dat we

alleen op vraag komen. Sinds twee jaar schrijven

we alle landbouwers ook aan als hun mestbalans

controle of inspectie te maken heeft. Heel wat za-

ken zijn uit het strafrecht gehaald en vervangen

door administratieve boetes. Bepaalde overtre-

dingen met directe milieugevolgen, zoals lozing,

worden wel nog strafrechterlijk afgehandeld. De

cowboys die eigenlijk aan concurrentievervalsing

doen, sporen we actief op via gerichte controles.

Jullie willen klantgerichter werken, maar waarom ervaren onze boeren dat nauwelijks?Onze inspanningen laten zich geleidelijk verder

voelen op het terrein. Na de plotse invoering van

het Mestdecreet konden we inderdaad bepaalde

vragen niet meteen beantwoorden omdat we

nog op een aantal uitvoeringsbesluiten moesten

wachten. Maar ik ben ervan overtuigd dat we

onze verantwoordelijkheid altijd nemen waar

we kunnen. Klantgerichtheid is een belangrijke

waarde voor de vlm en is een van de criteria voor

de evaluatie van onze medewerkers. Samen met

de sector en met andere overheidsdiensten zijn

we ook aan het nadenken over hoe we de groep

boeren die afgehaakt hebben, kunnen meekrijgen.

Dat zijn mensen die niet meekunnen met de mo-

derne, duurzame landbouw en die vaak ook met

andere instanties zoals favv, btw, etc. problemen

hebben. Niemand heeft daar een perfecte oplos-

sing voor, maar een van de mogelijkheden lijkt

op dit moment de individuele begeleiding. Daarbij

gaan we vrijblijvend naar bedrijven om samen te

bekijken wat we er kunnen bijsturen. Tijdens een

aantal audits hebben we daar erg positieve resul-

taten mee bereikt.

Page 19: Landgenoten Herfst 2008

19

‘Samen inzetten op derogatie in 2010’

We doen nu meer aan begeleiding die

niets met controle te maken heeft

naam: Dirk Struyf, 48 jaardiploma: Landbouwkundig ingenieur

functie: Afdelingshoofd Mestbankwoonplaats: Boom

niet in orde is. In plaats van meteen te bestraffen,

wat wettelijk kan, hebben we waarschuwingen ge-

stuurd. Alleen de ergste situaties hebben we be-

boet. Na evaluatie van het eerste jaar blijkt dat de

meerderheid op die manier zijn balansprobleem

heeft weggewerkt. In de audits naar aanleiding

van een te hoog nitraatresidu, zoeken we samen

naar mogelijke oorzaken. We leggen het accent op

advies en verbetervoorstellen.

Kan het administratieve luik – mestplan, mestregister enz. – echt niet eenvoudiger?Het is natuurlijk lastiger dan toen er nog geen

mestwetgeving bestond. Maar we proberen de

administratie zo beperkt mogelijk te houden. Dat

is een continu proces. Alle nieuwe formulieren

worden gescreend op leesbaarheid tot ze het kwa-

liteitslabel ‘eenvoudig formulier’ van de Vlaamse

overheid krijgen. Wie toch hulp nodig heeft, kan

altijd terecht op onze provinciale diensten. Ik vind

trouwens dat elke boer zijn eigen mestplan zou

moeten opmaken. Dat is een goede manier om

bewust met je mest bezig te zijn. Het register is

ons opgelegd door Europa, maar het biedt ook het

voordeel dat je later zelf nog eens alle details per

perceel kunt nakijken.

Is er wel voldoende wetenschappelijke kennis over het achterblijven van reststikstof in de bodem?Zeker. Onze kennis moet nog verfijnd worden,

maar we weten genoeg om onze boeren te bege-

leiden in hun zoektocht naar een optimale produc-

tie. Er zijn factoren zoals het klimaat, waardoor

we de reststikstof niet tot op de kilogram kunnen

voorspellen. Maar de beheerovereenkomsten wa-

ter bewijzen wat we met iets meer voorzichtigheid

kunnen. Uit onze begeleiding blijkt ook dat bijna

alle boeren een duidelijk verband zien tussen hun

gedrag en de resultaten. Als ze eerlijk terugblik-

ken, geven ze quasi altijd toe dat ze van de aanbe-

velingen afgeweken zijn: dat ze op het verkeerde

tijdstip hebben bemest, iets meer gegeven heb-

ben, of geen rekening met de voorgeschiedenis

van het perceel gehouden hebben.

Stroomt die kennis voldoende door naar de sector?Dat kan nog beter en daar wordt aan gewerkt.

Maar het is zeker zo dat de Mestbank, als ken-

niscentrum voor duurzame bemesting, een troef

kan worden voor de Vlaamse landbouw. Gelet op

de stijgende kunstmestprijzen wordt het echt in-

teressant om zo veel mogelijk rendement uit je

dierlijke mest te puren. Misschien wordt dat wel

het ultieme middel om onze negatieve perceptie

af te werpen…

info Vraag gratis bedrijfsbegeleiding aan: – Oost-Vlaanderen: t 09 244 86 12 – West-Vlaanderen: t 050 45 81 67 – Vlaams-Brabant: t 016 31 18 00 – Antwerpen: t 014 25 83 89 of 014 25 83 04 – Limburg: t 011 29 87 37 www.vlm.be/mestbank

Page 20: Landgenoten Herfst 2008

2020 Ten huize van

‘Boeren blijft het leukste beroep’

naam + leeftijd: Kristof Timmermans, 24 jaardiploma + functie: A2 Tuinbouw, zelfstandig helper hobby:

pikdorsercross

naam + leeftijd: Daisy Hellinckx, 21 jaardiploma + functie: A2 Tuinbouw, zelfstandig helper hobby:

shoppen

Page 21: Landgenoten Herfst 2008

edere ochtend kussen Kristof en Daisy

Timmermans-Hellinckx elkaar in hun huis

in Peizegem vaarwel. Ze vertrekken dan al-

lebei om mee te helpen op het ouderlijke

landbouwbedrijf. Daisy vlakbij, in Merchtem,

en Kristof in Humbeek bij Grimbergen, zo’n 15

kilometer verderop. Maar dat willen ze zo snel

mogelijk veranderen. ‘Tegen volgend jaar willen

we op zelfstandige basis beginnen, zodat we een

gezamenlijke toekomst kunnen opbouwen’, zegt

Kristof. ‘Het wordt niet eenvoudig, want het zijn

moeilijke tijden in de groenteteelt. De groente-

prijzen zijn nog even laag, terwijl onze kostprijs

door duurdere stookolie en meststoffen fors ge-

stegen is.’

Vergroeid met groentenKristof is grootgebracht met de teelt van witloof,

aardappelen, tarwe en maïs. Daisy’s ouders leg-

gen zich toe op selder, peterselie, pijpajuin, ra-

pen, savooien en een klein deel akkerbouw. ‘Onze

ouders hebben twee mooie, typisch Vlaams-Bra-

bantse bedrijven uitgebouwd’, zegt Daisy. ‘Vroe-

ger hadden we meteen een deel kunnen over-

nemen, zonder dat vader en moeder dat zouden

voelen. Maar vandaag gaat het in alle takken – en

zeker in het witloof – wat minder. Al hebben we

nog geluk. Compleet van nul beginnen lijkt me

helemaal onmogelijk. Wie kan er nog een nieuwe

loods en al die dure machines betalen?’

Zowel Daisy’s ouders als die van Kristof zijn

nog vrij jong: hun vaders zijn respectievelijk 46

en 54 jaar. Toch staan hun kinderen te popelen om

21

‘Boeren blijft het leukste beroep’

ILiever klein en

rendabel, dan groot en over een paar jaar failliet

Op 22 augustus zijn ze getrouwd, maar hun wittebroods weken

vierden ze tussen witloof, rapen en selder. Kristof en Daisy

Timmermans-Hellinckx uit Peizegem bij Merchtem, respectieve-

lijk 24 en 21 jaar jong, over hun passie voor elkaar en de boe-

renstiel.

soms wat lager en soms wat hoger dan de markt-

prijs is. Maar je weet op het einde van de dag

tenminste dat je zoveel hebt verdiend.’

Nu ze getrouwd zijn, willen Daisy en Kristof op

korte termijn met een aantal banken gaan praten

over hun – opvallend realistische – plannen. ‘Ons

motto is liever klein en rendabel dan groot en

over een paar jaar failliet’, zegt Kristof. ‘Zeker in

deze tijd. We gaan ons toeleggen op groenten als

selder en pijpajuin. Daar is wat meer werk aan,

maar je kunt het zelf doen. Dat scheelt in loonkost.

Vandaag helpt mijn grootvader van 82 nog iedere

dag mee bij mijn ouders, maar zoiets blijft niet

duren. Een ander voordeel is dat je verschillende

keren op hetzelfde perceel kunt oogsten en dat je

dus niet onmogelijk veel grond nodig hebt.’

De vonk en de huwelijksreisTijd om het even over andere zaken te hebben,

zoals het prille begin van hun relatie – waarvoor

ze geen Boer zkt. vrouw nodig hadden. Kristof:

‘Daisy en ik hebben alle twee in de landbouw-

school in Merchtem gestudeerd. Maar als ik bij

haar thuis passeerde, praatte ik daarvoor al af en

toe met haar vader. Ik kende haar dus. Toen Daisy

bij ons op school kwam, trokken we meer en meer

met elkaar op. De vonk sloeg over en sindsdien

zijn we elkaar nooit echt uit het oog verloren.’ Ze-

ven jaar later brandt het vuur nog altijd: sinds mei

wonen de twee samen en op 22 augustus gaven ze

elkaar hun jawoord. Mét groot feest, maar zonder

huwelijksreis…

‘Daar hadden we voorlopig nog geen tijd voor’,

glimlacht Daisy. ‘Misschien dat we er in maart

eens tussenuit gaan, maar eigenlijk liggen we er

alle twee niet echt wakker van. We zijn geen rei-

zigers. Een weekendje aan zee lukt soms nog. En

we gaan geregeld uit eten. Maar we hebben geen

nood aan verre vakanties. Ik niet en Kristof niet.

Op dat vlak zijn we identiek dezelfde. Net zoals

we alle twee een hekel hebben aan administratie.

Ach, waarom zouden wij nood hebben aan vakan-

tie? We hebben geen baas die ons lastig valt en

ons beroep blijft het leukste ter wereld.’

een deel van het bedrijf over te nemen. Kristof:

‘We zijn allebei even gek op het vak. We genieten

ervan om, tijdens drukke periodes, van 7 tot 22

uur op het veld te zijn. Voor ons is dat normaal,

we zijn daarmee opgegroeid. Iemand van buiten

de sector kan zich dat niet voorstellen. Maar wij

willen niets anders. We blijven zeker in de groen-

ten, daar kennen we het meest van. Wat is ons

alternatief? Melkvee is ook duur voor een starter,

zelfs mocht het quotum wegvallen. En boomkwe-

kerij is niets voor ons. Wij moeten met een tractor

kunnen rijden.’

Klein maar rendabelOok Daisy is overtuigd dat ze met veldgroenten

een mooie toekomst kunnen opbouwen. ‘De

Vlaams-Brabantse zandleemgrond is perfect voor

groenteteelt. En de mensen eten meer en meer

groenten. We moeten wel een manier vinden om

onze kostprijs door te rekenen. Vrachtwagen-

chauffeurs trekken toch ook hun leveringsprijs

op? Het probleem is de keiharde internationale

concurrentie in onze sector. Maar op de marges

van tussenpersonen kunnen we nog besparen.

Mijn vader levert rechtstreeks aan Carrefour en

dat gaat heel goed. Je krijgt een vaste prijs, die

Page 22: Landgenoten Herfst 2008

erlijk is eerlijk: we hebben even moe-

ten zoeken naar een varkenshouder die

Michel Vandenbosch wou ontvangen.

Ook Luc Stinkens uit Grote Brogel bij

Peer beseft dat hij niet veel te winnen heeft. Maar

hij is wel nieuwsgierig naar de mening van de

gaia-frontman over zijn nieuwe stal. Michel Van-

denbosch van zijn kant blijkt erg blij dat hij voor

het eerst een groepshuisvesting op stro mag be-

zoeken. ‘Voor mij is dat in de varkenshouderij het

beste systeem voor de dieren. Ik hoop dat ik dat

hier vandaag zal kunnen bevestigd zien.’

Arbeidsvreugde en resultaten‘We hebben dit systeem zeker niet gekozen om

gaia een plezier te doen’, verwelkomt Luc Stin-

kens meteen zijn gast. ‘We zijn voor het systeem

gegaan omdat het haalbaar is en we ons daar zelf

buitenlander22

Hij is geen vriend van onze veehouders, en al helemaal niet van

de varkensboeren. Toch nodigden we gaia-boegbeeld Michel

Vandenbosch uit op een varkensbedrijf. Kan Luc Stinkens uit

Grote Brogel hem overtuigen van de inspanningen die de sector

onder meer met groepshuisvesting heeft geleverd?

in pain of peace?

EPigs

Page 23: Landgenoten Herfst 2008

23

23

Compensaties voor castratieOp weg naar de afmeststal van Luc en Monique,

herhaalt Michel Vandenbosch nogmaals het plei-

dooi van zijn Pigs in pain-campagne voor de in-

voering van het verdoofd castreren. ‘Vanaf maart

2009 willen de Nederlandse supermarkten alleen

nog vlees in de rekken van varkens die onder ver-

doving gecastreerd zijn. De boeren zouden de ver-

doving zelf kunnen uitvoeren met een co²-toestel

en ze krijgen er een vergoeding voor’, klinkt het.

Luc: ‘Op die manier zien we dat zitten. Maar dat

zijn vragen die ook bij ons van de distributie moe-

ten komen. En men moet een vergoeding voor-

zien. Je kunt toch niet van ons verwachten dat we

zomaar onze productiekost blijven opdrijven?’

Bij de mestvarkens merkt Michel Vandenbosch

meteen op dat de biggen er minder tevreden uit-

zien. ‘Ik zie ze liever in de andere stal, waar ze

meer ruimte om te lopen hebben. Zou het niet

mooi zijn als we op termijn ook voor vleesvarkens

naar groepshuisvesting kunnen evolueren?’ Luc:

‘Dat kan best, maar het is absoluut onhaalbaar.

Wij zouden het ook fijn vinden mochten we maar

50 zeugen moeten houden. Dan konden we straks

rustig wat fietsen. Maar ons gezin leeft hiervan

en dat willen we zo houden. We verzorgen onze

biggen zo goed mogelijk, waarbij hygiëne en hun

gezondheid de belangrijkste factor is. Bij mensen

is dat toch ook het eerste wat je iemand toe-

wenst?’

Minder radicaal?Lucs laatste argument vindt Michel Vandenbosch

‘maar flauw’, voor de economische wetmatig-

heden toont hij meer begrip. ‘Gaia is vragende

partij voor compensaties voor de veehouderij. Ik

steek niet weg dat ik liever heb dat er geen dieren

gedood worden voor vleesconsumptie. Maar ik

weet ook dat niet iedereen van vandaag op mor-

gen vegetariër zal worden. Dus pleit ik, uit een

pragmatisch idealisme, voor een zo diervriende-

lijk mogelijke landbouw. Of ik daarmee gematig-

der ben dan vroeger? In de beginjaren was onze

lijn wel radicaler, ja. Toen moesten we ons punt

nog duidelijk maken. Er moet nog veel verbeteren.

Maar vandaag kan ik ook over de varkenssector

al eens positief zijn, zoals over groepshuisvesting

op stro.’

het best bij voelen. De stal is goedkoper om te

bouwen, maar je moet je strokosten en het extra

werk verrekenen. Voor ons was het dus een extra

zwaar jaar, en toch hebben we nog geen seconde

spijt gehad van onze keuze.’ ‘Het moeilijkste is de

stap durven zetten om totaal anders te werken’,

vindt Lucs vrouw Monique. ‘Maar het is plezanter

werken en onze resultaten zijn verrassend goed.’

Terwijl we laarzen en een overall aantrekken,

legt Luc uit dat de algemene gezondheid van de

zeugen verbeterd is en dat er zelfs minder poot-

problemen zijn dan in het verleden. Michel Van-

denbosch knikt en vraagt Luc en Monique of ze

nu harder moeten werken dan vroeger. ‘Goh, ik

kan daar geen uren op kleven omdat we com-

pleet andere dingen doen’, zegt Luc. ‘We raken

nog altijd rond en het is veel boeiender. Vroeger

liep je op routine langs de boxen en je dacht dat

je alles gezien had. Nu kom je in de stal en stap-

pen de zeugen naar je toe, alsof ze iets willen

vertellen. Je hebt een veel sterkere band met je

dieren.’

Geen stress met KlaraEven later staan we in de luchtige stal, tussen

240 zeugen die naar radio Klara luisteren. Al snel

worden we omringd door een tiental imposante

zeugen. Eerlijk gezegd lijkt Michel Vandenbosch

minder onder de indruk dan wijzelf. Hij geniet ten

volle en aait, al even rustig als de dieren zelf, een

paar zeugen over de kop. ‘Kijk hier, je ziet niets

van stress in hun ogen. Ik zie niets van abnormaal

gedrag uit frustratie en verveling. Je merkt wel

schrammen van een paar dominantiegevechten.

Maar die heb je in de natuur ook. Het belangrijk-

ste is dat een dier zoals hier kan wegvluchten en

daar is hier plaats voor. Zie eens hoe hun staart-

jes kwispelen van contentement. Ik hoop dat dit

voorbeeld door de hele sector gevolgd wordt.’

Geïnteresseerd luistert Michel Vandenbosch

naar de toelichting van Luc en Monique. Hoe

de voederautomaat het rantsoen van de dieren

bepaalt. Dat de zeugen om de twee dagen vers

stro krijgen. Hoe plezant het is om ze de balen

uit elkaar te zien halen. Hoe de separatie-unit

bronstige zeugen apart houdt,… Michel Vanden-

bosch: ‘Vinden jullie het, nu je er een hechtere

band mee hebt, niet lastig om de dieren te laten

slachten?’ Monique glimlacht: ‘Bij zeugen heb je

dat altijd een beetje meer dan bij mestvarkens,

maar zo gaan de dingen nu eenmaal. Vanwaar

zouden we anders ons vlees halen?’

naam + leeftijd: Luc Stinkens, 42 jaardiploma: A2 Bouwkundig Tekenenbedrijf: 340 zeugen + 1/3 van de biggen afmestenwoonplaats: Grote Brogel

naam + leeftijd:

Michel Vandenbosch,

47 jaar

diploma:

Moraalwetenschappen

functie:

voorzitter van GAIA

woonplaats:

Antwerpen

Page 24: Landgenoten Herfst 2008

24

Biobrandstoffen zijn niet langer hot. ‘Ze schaden

het milieu en veroorzaken voedselschaarste’,

lezen we plots in de media. Wat is er echt van

aan? En wat betekenen biobrandstoffen nog voor

de Vlaamse landbouw?

frontaal24

‘Het klopt dat er ook slechte biobrandstoffen zijn,

maar we mogen het kind niet met het badwater

weggooien. Biobrandstof blijft vandaag veruit

de belangrijkste hernieuwbare energiebron. Op

milieuvlak mogen we niet alle producten over

dezelfde kam scheren. Er verdwijnt inderdaad

regenwoud voor palmolie en de bio-ethanol op

basis van maïs uit de vs scoort vrij laag qua co²-

reductie. Maar voor de biodiesel die vandaag in

Europa wordt geproduceerd, is de co²-besparing

70 tot 80 procent. Straks komen ook de biobrand-

stoffen van de tweede generatie eraan, die op

basis van niet-voedingsgewassen en nevenpro-

ducten zullen worden geproduceerd. Daarvoor

wordt de co²-besparing al op 80 tot 95 procent

geraamd. Ook voor bijna alle andere stoffen, zoals

koolmonoxide, roet en benzeen, is de uitstoot van

biobrandstoffen trouwens een stuk lager dan voor

conventionele benzine of diesel.’

‘Het valt niet te ontkennen dat biobrandstoffen

vandaag een impact op de voedselprijzen hebben.

Hoe groot die is, is moeilijk na te gaan. Er zijn

diverse factoren die elkaar versterken en je kunt

niet bepalen wat het aandeel van iedere factor is.

De belangrijkste oorzaak lijkt echter de gestegen

voedselconsumptie in landen als Brazilië, India,

China en Korea. Daarnaast zijn er enkele misoog-

sten geweest en zijn de voorraden lager dan ooit,

wat speculanten aantrekt. Ook de biobrandstoffen

spelen een rol, hoewel die vandaag maar 1 pro-

cent van de landbouwproductie opslorpen. Toch

gok ik dat biobrandstof de afgelopen jaren ver-

antwoordelijk was voor ongeveer 30 procent van

de prijsstijgingen, onder meer doordat de markt

zich aan een nieuwe situatie moest aanpassen.

Maar vandaag krijgen landbouw en biobrandstof-

fen wereldwijd meer aandacht dan ooit. Dat moet

ervoor zorgen dat de markt gelijke tred houdt met

de vraag, zodat biobrandstoffen straks nauwelijks

nog impact hebben op de prijs.’

‘Voor de Vlaamse boer blijft tarwe de belang-

rijkste teelt. Alle bio-ethanolprojecten in België

draaien op tarwe en zullen dat nog een tijd doen.

Tegelijk is de internationale graanprijs hoog, wat

als boer alleen maar positief is. Niemand hoeft

zich af te vragen waarin zijn tarwe terechtkomt,

op het vlak van de landbouwkundige praktijk ver-

andert er niets. Het alternatief voor Vlaanderen is

koolzaad, hoewel die teelt in de praktijk iets moei-

lijker blijkt. Koolzaad kan inderdaad voor biodie-

sel en voor koudgeperste olie gebruikt worden. Al

zal koolzaadolie altijd wel een nichemarkt blijven,

omdat de modale Vlaming niet snel zijn auto zal

aanpassen. Ook de projecten met algen lijken me

eerder voor overmorgen dan voor morgen. Maar

voor korteomloophout zie ik de komende 5 à 10

jaar wel teeltkansen.’

biobrandstoffen?

Wim Soetaert, professor aan de UGent en voorzitter van Ghent Bio-Energy Valley

Welke toekomst voor

Page 25: Landgenoten Herfst 2008

2525

Bram Claeys, energiespecialist Bond Beter Leefmilieu

‘De voordelen van biodiesel en bio-ethanol wegen

vandaag op milieuvlak nog niet op tegen de nade-

len. De bedoeling is de klimaatverandering tegen

te gaan, maar de co²-reductie blijft nog te klein.

Volgens cijfers van de Verenigde Naties is suiker-

riet de beste optie met 50 tot 60 % co²-winst.

Maar er zijn evengoed heel wat biobrandstoffen

die geen co²-winst opleveren, zoals de bio-etha-

nol op basis van maïs uit de vs.’

‘Op dit ogenblik is er nog geen sluitende be-

rekeningsmethode, waardoor er nogal wat met

cijfers wordt gegoocheld. Voor ons is één ding

daarbij essentieel: dat er ook rekening gehouden

wordt met veranderd landgebruik. Het maakt een

immens verschil uit of je braakland gebruikt dan

wel of je regenwoud ontbost. Dat criterium moet

worden opgenomen in de duurzaamheidscrite-

ria voor biobrandstoffen die Europa momenteel

aan het opstellen is. Het is positief dat er daar-

naast naar sociale aspecten zoals de arbeidsom-

standigheden en de impact op de voedselprijs

wordt gekeken. Al wordt die invloed overschat.

Misoogsten, speculatie en een stijging van de

welvaart in Aziatische landen lijken me minstens

even belangrijk.’

‘Er zijn trouwens heel wat alternatieven voor

biodiesel. Koolzaadolie uit koude persing en

biogas van organische reststromen zijn de mi-

lieuvriendelijkste oplossingen, die tegelijk voor

de Vlaamse landbouw serieuze kansen bieden.

Met koolzaadteelt hebben we al vrij veel erva-

ring en er komt meer en meer interesse in snel-

groeiend hout zoals wilg en populier. Ook algen

in bassins zijn een veelbelovende teelt voor

biomassa. Hierbij wil ik nog opmerken dat ook

groene energie beter niet voor auto’s gebruikt

wordt. Een automotor heeft een rendement van

20 à 30 procent voor het omzetten van energie,

een wkk 80 procent. We kunnen onze beperkte

energiebronnen beter zo goed mogelijk gebrui-

ken. Bijvoorbeeld voor elektriciteitsproductie,

waarmee je onder andere elektrische auto’s

kunt laten rijden. En er zijn nog andere metho-

des om de verkeersuitstoot te beperken. Denk

maar aan het investeren in efficiëntere motoren

en lichtere auto’s.’

‘De biobrandstoffen worden onterecht bekri-

tiseerd. Voor uitzonderlijke gevallen zijn de op-

merkingen terecht, maar het grote voordeel van

plantaardige brandstoffen blijft de hernieuwbaar-

heid. Onze koudgeperste koolzaadolie is boven-

dien co²-neutraal. Wij werken ook alleen voor de

lokale markt, met lokaal geteeld koolzaad. Dat

was een van de voorwaarden om een accijnsvrij-

stelling te krijgen en het is beter voor het milieu.

Voor biodiesel is de milieubalans minder positief,

maar nog altijd beter dan bij fossiele brandstoffen.

Daarom verdient ook die optie zeker een kans.

Niet alle wagens kunnen op koolzaadolie rijden.’

‘Biobrandstoffen kunnen ooit wel een impact op

de voedselprijs gaan hebben, maar op dit ogenblik

is de Europese productie daar veel te klein voor. Er

wordt nog altijd meer gepraat over biobrandstof-

fen dan dat er gehandeld wordt. In Vlaanderen

spreken we over 250 hectare koolzaad, terwijl er

een potentieel is van 80.000 hectare. Maar daar-

mee komt onze voedselbevoorrading nog lang

niet in het gedrang. Er wordt op wereldniveau

meer voedsel geproduceerd dan dat er nodig is.

Alleen komt het niet op de juiste plaatsen terecht.

Daarbij komt dat je ook onze vleesproductie in

vraag mag stellen. Voor één kilogram rundvlees

heeft men 7 kilogram graan nodig. En meer dan

de helft van het Vlaamse graan komt in veevoeder

terecht.’

‘De komende jaren blijft koolzaad voor de

Vlaamse boer zeker een interessante teelt. Het

biedt zowel financieel als op het vlak van teeltro-

tatie voordelen. Van de tweede generatie bio-

brandstoffen moeten we de eerste tien jaar nog

niet veel verwachten. Je probeert ook niet te lo-

pen voor je kunt wandelen.’

Steven Camertijn, projectontwikkelaar bij Beauvent

Page 26: Landgenoten Herfst 2008

UITNODIGING

OPENDEURDAGEN van het 40-jarige JUBILEUM

Programma op www.joskin.com

Page 27: Landgenoten Herfst 2008

27

anvankelijk vormden verkoop en mar-

keting nog één departement binnen

onze organisatie, maar wanneer je

verschillende zaken onder eenzelfde

koepel plaatst, is de kans groot dat het allemaal

een grijze massa wordt. Vandaar dat we in 2006

een aparte marketingafdeling in het leven hebben

geroepen. En die heeft haar nut zeker al bewezen.

Onze grootschalige mediacampagne uit het na-

jaar van 2006 met bekende Vlamingen zoals Dina

Tersago, Guy Verhofstadt, enz. maakte komaf

met ons geitenwollensokkenimago. Plots was fair

trade hip. We hebben er heel bewust voor geko-

zen om te werken met BV’s. We wilden de Ox-

famproducten zo breed mogelijk in de markt zet-

ten en met bekende Vlamingen van allerlei allooi

bereik je natuurlijk een groot publiek. Ook moest

de campagne een humoristische ondertoon heb-

ben, het mocht zeker niet te zwaar op de hand

zijn. Inspelen op de ellende om zo medelijden op

te wekken, daar geloven we absoluut niet in. De

grenzen van wat mensen schokt, zijn te ver opge-

schoven. Wij kiezen liever voor een positieve be-

nadering. Ook toen we vier jaar geleden startten

met de vernieuwing van onze verpakkingslijn, was

dat het uitgangspunt. We brengen onze producen-

ten zelf in beeld op de verpakking. Die foto’s van

lachende mensen vertellen het verhaal van het

product. Sterke en juiste beelden zijn cruciaal. We

leven in een beeldcultuur.

Met onze campagnes wilden we duidelijk maken

dat fair trade de normaalste zaak van de wereld is.

Vandaar ook onze keuze om supermarkten aan te

boren als afzetkanaal. In de wereldwinkels bereik

je natuurlijk een beperkt publiek. One-stop-shop-

ping (alle aankopen gebeuren op dezelfde plaats

zoals in de supermarkt, nvdr) is voor veel gezin-

nen de norm. We moesten er dus voor zorgen dat

onze producten daar zijn waar de mensen komen.

Of we daarmee onze roots verloochenen? We zijn

daarin realistisch. Als Oxfam zijn producten aan

een groter publiek wil verkopen, moeten we die

samenwerkingsverbanden aangaan. Op geen

enkel moment doet dat afbreuk aan hetgeen we

garanderen aan onze partners in het zuiden. En

de supermarktketens beseffen dat fair trade een

booming business is. In 2007 steeg de omzet van

fairtradeproducten op de ganse Belgische markt

met maar liefst 25 procent. Toch blijft de afzet in

supermarkten eerder beperkt. Zestig procent van

de omzet wordt nog steeds gegenereerd in de ei-

gen wereldwinkels. Nieuw is wel dat we meer met

kleine distributieketens gaan samenwerken, zoals

Match. Zeker nu een aantal supermarktketens een

eigen fairtradelabel heeft ontwikkeld.

Met de faire prijzen die wij aan de producenten

in het zuiden betalen, kun je niet gaan concurreren

op prijs. Dat moet je doen op de intrinsieke kwa-

liteit van de producten. En dat is iets waar we de

jongste jaren keihard aan gewerkt hebben. Men-

sen moeten het gewoon lekker vinden. Vandaar

dat ik ook de idee bestrijd dat onze producten

duurder zijn dan die op de reguliere markt. Neem

nu Oxfamkoffie. Die mag je niet zomaar vergelij-

ken met doorsnee-koffie. Neen, het is Arabica–

koffie van topkwaliteit en wanneer je die verge-

lijkt met reguliere koffie van dezelfde kwaliteit,

dan moeten wij qua prijs zeker niet onderdoen.

A

mijn gedacht

Kwaliteit en smaak even belangrijk als sociale boodschap

De omstandigheden van boeren in het noorden

verschillen niet substantieel van die in het zuiden.

Vandaar dat we steeds vaker toenadering zoeken

tot de Vlaamse landbouwers. Met de landbouw-

organisaties hebben we al een aantal gesprekken

gevoerd die buitengewoon constructief zijn verlo-

pen. Een eerste idee is om hoeveproducten in de

wereldwinkels te verkopen en Oxfamproducten in

hoevewinkels. Verdere gesprekken zullen moeten

uitmaken hoe realistisch dat is.

Mensen moeten je product gewoon

lekker vinden

De 7 marketingtips van Jeroen Brugge:

1 Vlaamse landbouwproducten zijn van

zeer hoge kwaliteit. Zet die kwaliteit

onverminderd in de verf.

2 Laat geen enkele kans onbenut om

met je product naar buiten te komen.

Onbekend is onbemind.

3 Zorg voor een positief verhaal dat

niet te zwaar op de hand is. Behoed je

evenwel voor naïef positivisme.

4 Maak het verhaal niet zo ingewik-

keld dat de consument de kern van de

boodschap niet meer begrijpt. Zorg

dat je hem naar het winkelpunt krijgt,

eens hij daar is, kan je een one-to-one-

verhaal vertellen.

5 Gebruik sterke beelden. 'It’s all about

being remarkable' (Seth Godin).

6 Gebruik humor zonder plat te zijn.

7 Probeer niet om iedereen gelukkig te

maken, want dan raak je niemand meer.

Jeroen Brugge is marketing manager bij Oxfam Fairtra-de. Hij stond mee aan de wieg van de opmerkelijke me-diacampagnes die de ngo de afgelopen jaren lanceerde.

UITNODIGING

OPENDEURDAGEN van het 40-jarige JUBILEUM

Programma op www.joskin.com

Page 28: Landgenoten Herfst 2008

www.fullwood.com - www.packo.com

MELKEN EN KOELENons vak - uw voorsprong

• Fullwood nv Diksmuide 051 55 00 20 Contact: Bart VandenBerghe 0479 36 24 40

• Fullwood sa (bijhuis) Ciney 083 61 14 74 Contact: Bernard Dufoing 0475 44 14 72

• Uw lokale agent: Audenaert Luc & Dirk nv Lembeke 09 373 69 76 Auwers Johan Poederlee 014 55 75 47 Bosch J.E. s.p.r.l. Moresnet 087 78 45 31 Chaveco Jumet 071 34 63 40 Dedecker Installaties bvba Wervik 057 20 00 37 Dewitte Patrick Havinnes 069 54 65 19 Full-Technics nv Rijkevorsel 03 314 65 91 Maes sc et co Jeneffe-en-Condroz 083 63 45 29 Packo-Rommelaere nv Voorde 054 50 45 96 Rommelaere nv Gistel 059 27 85 29 Roobroeck Aster Renlies 060 45 55 65 Vandenbulcke Luc Rumbeke 051 20 55 02

Fullwood-Packo verzorgt de verkoop en naverkoop van melkstanden, melkrobots en melkkoeltanks. Ons professioneel uitgebouwd netwerk staat voor u klaar.

Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 15Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 3, 2008

België-Belgique9099 Gent X

bc 10292

V.u. Dirk Lips, p.a. ViltKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel

P509285