Landgenoten Zomer 2009

28
landgenoten magazine voor boer en buiten zomer 2009 | 18 www.vilt.be + Tv-koks ontmoeten aardappelteler, beter onderhandelen, Muis Pierlepein, compensatieregelingen en veel meer driemaandelijks | kwartaal 2 | Gent X | P509285 DOSSIER Bio ‘Een strategie als alle andere?’ ‘Supermarkt = supermacht’ Fedis-topman in de Biechtstoel Vogelaar vs. akkerbouwer Over houtkanten en ecologische vallen Handen in elkaar voor sappige sla

description

 

Transcript of Landgenoten Zomer 2009

Page 1: Landgenoten Zomer 2009

landgenotenmagazine voor boer en buiten zomer 2009 | 18

www.vilt.be

+ Tv-koks ontmoeten aardappelteler, beter onderhandelen, Muis Pierlepein, compensatieregelingen en veel meer

drie

maa

ndel

ijks

| kw

arta

al 2

| G

ent

X | P

5092

85

DOSSIER Bio ‘ Een strategie als alle andere?’

‘Supermarkt = supermacht’

Fedis-topman in de Biechtstoel

Vogelaarvs. akkerbouwer

Over houtkanten en ecologische vallen

Handen in elkaar voor

sappigesla

Page 2: Landgenoten Zomer 2009

www.sbb.be

Samen maken wij uw toekomstSBB begeleidt vandaag al meer dan 10.000 landbouwers, tuinders en veetelers op het vlak

van boekhouding, fiscaliteit, vennootschappen, milieu- en bedrijfseconomische regle-

mentering. In elk van de 28 SBB-kantoren vindt u adviseurs die, net als u, specialisten zijn in

hun vak. Zij waarborgen u een deskundige en betaalbare begeleiding en bouwen samen met

u aan de toekomst van uw bedrijf. Meer info over onze diensten vindt u op www.sbb.be of in

het SBB-kantoor in uw buurt.

Kies voor eenadviseur die

uw sector kent!Boekhouding | Fiscaliteit | Vennootschappen | Milieuadvies | Agro Bouwadvies | Bedrijfseconomisch advies

SBB Partner voor bedrijvige mensen

Page 3: Landgenoten Zomer 2009

3

colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail [email protected] hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.

in dit nummer

22

18

14

06

Beste

landgenoten

06 focus bioVoor welke bedrijven kan een

omschakeling interessant zijn?

Zo maak je een rationele keuze.

12 ondernemer van natureHoe sluit je betere contracten af?

Onderhandeltips van

Bart Nemegheer uit Tielt.

16 biechtstoelTe lage voedselprijzen en de macht

van supermarkten: voer voor een pittig

gesprek tussen Dirk Lips en Dominique

Michel van Fedis.

18 burenbabbelOver veldleeuweriken, geelgorzen en

zwaluwen. Vogelspotter Dominique

Verbelen op bezoek bij akkerbouwer

Carl Adriansens.

en verder …

04 koetjes & kalfjes11 gewikt en gewogen14 ten huize van17 uit de provincie22 buitenlander24 frontaal27 mijn gedacht!

Beste Landgenoten,

Het familiale landbouwbedrijf zal de komen-

de tien tot vijftien jaar steeds minder vaak

de ideale bedrijfsvorm worden. Daardoor

zou ook de traditionele bedrijfsopvolging in

moeilijkheden komen, blijkt uit Nederlands

onderzoek.

Jammer, was mijn eerste reactie. Opge-

groeid op een typisch familiaal landbouw-

bedrijf besef ik als geen ander hoeveel vol-

doening je kan halen uit het samenwerken als

gezin: samen een goed product voortbrengen,

samen een bedrijf uitbouwen,… En helaas ook

samen de klappen opvangen. Dat geldt op dit

moment zeker voor slatelers Johan en Katleen

uit Nazareth. Hun familiaal bedrijf heeft het

vandaag moeilijk door de lage prijzen en dat

legt onmiskenbaar een last op het gezin.

Zo’n verhaal doet je natuurlijk nadenken.

De realiteit van vandaag hoeft niet die van

morgen te zijn. Elke goede ondernemer moet

op tijd en stond zichzelf en zijn bedrijf in vraag

durven stellen. Eenvoudig is het niet, weet

professor Marion Debruyne, maar het is

wel een voorwaarde om te komen tot in-

noverende ideeën. En die zijn nodig om als

bedrijf overeind te blijven.

Aan inspirerende pistes in dit nummer

alvast geen gebrek. Misschien kan je wel

iets leren van Bart Nemegheer van de

Aardappelhoeve. Hij koos voor verticale

integratie, een strategie die hem

geen windeieren opleverde.

Of heb je al eens nagedacht

over de toekomstkansen

van bio voor jouw be-

drijf?

Veel leesplezier!

Griet Lemaire

Hoofdredacteur

Page 4: Landgenoten Zomer 2009

Op zondag 30 augustus nodigt het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlich-

tingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT) te Beitem jullie uit voor

zijn themadag bodem en bemesting. Iedereen is vanaf 14 uur welkom

om er kennis te maken met de meest recente ontwikkelingen op gebied

van bemesting en alternatieve bodemwerkingen. Groenbemesters,

compostgebruik, rij- en bandbemesting,

bladbemesting, plantversterkers, insporing

en bodemverdichting, kerende en niet-ke-

rende grondbewerking zijn slechts enkele

van de thema’s die aan bod komen. Naast

een beurs met machines en meststoffen en

praktijkgetuigenissen is er ook tal van rand-

animatie voorzien. Bovendien is de toegang

volledig gratis.

INFO www.povlt.be

POVLT opent zijn deuren

Bart Martens, landbouwspecialist van sp.a in gevilt.

Hygiëne in stallen krijgt steeds meer aandacht. En dat is bij pluim-

veehouders niet anders. Consumenten die almaar kritischer

worden over voedselveiligheid, overheden die steeds strengere

regels uitvaardigen of lastenboeken die er nog een

schepje bovenop doen… je kent het

waarschijnlijk wel. Voor pluimveehou-

ders die door het regelbos de bomen

niet meer zien, hebben het Proefbedrijf

voor de Veehouderij en Dierengezond-

heidszorg Vlaanderen een handige bro-

chure uitgewerkt. Van bedrijfshygiëne,

stalhygiëne en ongediertebestrijding tot

de veiligheid van de pluimveehouder en

pluimveeziekten, de brochure ‘Hier

is hygiëne troef’ brengt je in een

handomdraai de nodige kennis

bij. Alle pluimveebedrijven heb-

ben recht op een gratis exemplaar.

INFO www.provant.be/proefbedrijf of 014 56 28 70

Propere kippetjes

Spreken is zilver, tekenen is goud

koetjes & kalfjes4

Communiceren met seizoensarbeiders, het loopt niet altijd

van een leien dakje. Sommigen volgen een cursus Pools, maar

boomkweker André Van Hulle uit Waarschoot heeft er iets an-

ders op gevonden. Hij liet een DVD maken waarin zijn bedrijf wordt

voorgesteld en ontwikkelde ook een stripverhaal over twee figu-

ren uit Oost-Europa die een avontuurlijke reis maken naar België

en er in contact komen met de tuinbouw. Met beeldtaal vangt

het bedrijf het taalprobleem op: technische termen zoals rooien

en ploegen worden via humoristische en ludieke tekeningen

duidelijk. De boomkweker werd voor dit initiatief alvast be-

loond met de Pioniersprijs Diversiteit 2009. Proficiat!

INFO www.sylva.be

Met zijn mooie gele bloemetjes ziet de plant er eerder liefelijk dan gevaarlijk

uit, maar het gif van Jacobskruiskruid mag niet onderschat worden. Wan-

neer dieren de plant eten, stapelen de gifstoffen zich in hun lever op. Vooral

koeien en paarden zijn er gevoelig voor. En wanneer het Jacobskruiskruid in

hooi of kuilvoer wordt verwerkt, is het helemaal gevaarlijk, want dan her-

kennen de dieren de plant niet meer. Om jullie bewust te maken van het pro-

bleem heeft de provincie Antwerpen een praktische brochure uitgewerkt

met tips en preventieve maatregelen om deze liefhebber

van zonnige plaatsjes in bermen en weilanden te

bestrijden.

INFO www.provant.be (Ondernemen>Land- en tuinbouw)

Jacobskruiskruid: mooi maar gevaarlijk!

‘Het is maatschappelijk onverantwoord dat melk minder kost dan mineraalwater.’

Page 5: Landgenoten Zomer 2009

Dat is het percentage waarmee de totale omzet van de hoeveverkoop in 2008 steeg. De gemiddelde Belgische hoevekoper besteedde 136,7 euro op de hoeve verdeeld over ruim 8 aankopen. Aardappelen blijven de belangrijkste productcategorie om klanten naar de hoeve te lokken, gevolgd door fruit (8%), groenten (7%), eieren (5%), zuivel (3%) en vlees (2%). Deze laatste categorie haalt wel het grootste aan-deel binnen de totale hoeveomzet die in ons land 116,7 miljoen euro bedraagt.

INFO GfK-cijfers in opdracht van vlam, www.hoeveproducten.be

Om de 25ste editie van de Land- en Tuinbouwdag in Alden Bie-

sen extra cachet te geven, roept de organisatie alle land- en

tuinbouwers uit Haspengouw op om op 5 juli met de tractor

naar de beurs te komen. Daar zullen ze merk per merk worden

opgesteld in een aparte weide om zo een mooi contrast te vor-

men met de oude landbouwwerktuigen en artisanale producten

waar de beurs zo bekend om is. En voor wie nog niet overtuigd

is om zijn trekker uit de loods te halen, we kunnen jullie ver-

klappen dat de parking en de inkom gratis zijn voor wie met de

tractor komt!

INFO www.land-en-tuinbouwdagen.be

Met de tractor naar Alden Biesen

Spreken is zilver, tekenen is goud

Poll

Aantal stemmen: 659

Zelf een stem uitbrengen? Elke week vind je een nieuwe poll op www.vilt.be.

neeja27%73%

Hilde Crevits gaf de landbouwers 9 op 10 voor hun milieu-inspanningen van de jongste jaren. Is die hoge quotering terecht?

Win een bloeiend erfLand- en tuinbouwbedrijven mooi kaderen in het landschap: de provincie Vlaams-

Brabant heeft zich voorgenomen om er werk van te maken. Heb jij op je erf al de

nodige aandacht besteed aan erfbeplanting en landschapsintegratie of heb je

plannen in die richting? Dan moet je zeker deelnemen

aan de wedstrijd die de provincie heeft uitgeschreven.

Geld kan je niet winnen, maar wel cheques ter waarde

van maximaal 10.000 euro voor de aanleg en het on-

derhoud van de beplanting op je erf. Inschrijven voor

1 juli is de boodschap! Ben je geen Vlaams-Braban-

der? Geen probleem, ook de andere provincies ne-

men heel wat initiatieven rond erfbeplanting. Neem

zeker eens een kijkje op hun website.

INFO www.vlaamsbrabant.be (> economie en landbouw > land- en tuinbouw> land- en tuinbouwers) of 016 26 72 70

5

Page 6: Landgenoten Zomer 2009

focus bio6

een nuchtere afweging

naam Sofie Hoste

leeftijd 35 jaar

functie Onafhankelijk bioconsulente

Bio

Page 7: Landgenoten Zomer 2009

e biologische landbouw lijkt in alle

stilte zijn geitenwollensok-imago

ontgroeid. Onder impuls van het

Strategisch beleidsplan biologische

landbouw van de Vlaamse overheid lanceerden

Boerenbond, abs en BioForum dit voorjaar voor

het eerst samen een project om de kloof tus-

sen de vraag naar bioproducten en het aanbod

te dichten. Onder de noemer ‘Bio zoekt boer’

werd, met steun van de Vlaamse overheid, een

bioconsulente aangeworven die vrijblijvend per-

soonlijke begeleiding biedt en praktische vragen

beantwoordt. Anderhalve maand na de lance-

ring van de campagne hebben, naast een aantal

bioverwerkers op zoek naar aanbod, al 30 boeren

consulente Sofie Hoste gecontacteerd om de bio-

piste voor hen te onderzoeken. ‘Dat bewijst dat

er interesse is om bio in alle nuchterheid als ont-

wikkelingskans te overwegen,’ zegt Sofie, vanuit

haar bureau in het Boerenbondgebouw in Leuven.

Ondernemerschap en vakkennisToch zullen volgens de bioconsulente zeker niet

alle aanvragen in omschakelingsplannen resulte-

ren. ‘Bio biedt kansen om je productiviteit op te

drijven via arbeidsintensiviteit in plaats van via

schaalvergroting. Maar bio is geen wonderoplos-

sing voor bedrijven waar het water tot aan de lip-

pen staat. De omschakelingsperiode is geen mak-

kelijke periode: je moet eerst een tijd biologisch

produceren zonder dat je producten als echt bio

– met de bijhorende meerprijs – verkocht mogen

worden. Dat wordt wel gecompenseerd door een

verhoogde hectaresteun, maar dikwijls zijn ook

investeringen in zaken als schoffelmachines of on-

kruidbranders noodzakelijk. Of je nu biologisch

boert of niet, ondernemerschap en vakkennis zijn

voor iedere landbouwer onontbeerlijk.’

De beslissing of bio een interessante optie is

voor je bedrijf neem je niet van vandaag op mor-

gen. In de praktijk kun je het best eerst een aan-

tal zaken persoonlijk overlopen met Sofie. Als je

daarna een steviger onderbouwd antwoord wil

op maat van jouw specifieke situatie, kun je een

omschakelplan laten opstellen door specialisten.

Zij stellen simulaties en een stappenplan op (met

de minderopbrengst, meerprijs, noodzakelijke

7

Terwijl in Vlaanderen de vraag naar bioproducten jaar na jaar

groeit, stagneert de productie ervan. Toch is bio voor heel wat be-

drijven een optie om hun rendabiliteit te verhogen. Hoe beslis je of

bio voor jouw bedrijf interessant kan zijn? En wat zijn de voordelen

en moeilijkheden die met een omschakeling gepaard gaan?

DOverschakelen uit

zakelijke overwegingen is een reden als

alle andere.

een nuchtere afweging

focus bio

De biomarkt in cijfers en lettersUit onderzoek blijkt dat de consumptie van

bio in Vlaanderen met gemiddeld 10 procent

per jaar stijgt. Op dit ogenblik is voor alle sec-

toren de vraag groter dan het aanbod. Hier-

door wordt 40 procent van de bioproducten

geïmporteerd. De bioconsumptie bestaat

voor 56,3 procent uit plantaardige produc-

ten, voor 16,5 procent uit zuivel en uit 27,3

procent uit andere dierlijke producten. 8 op

de 10 Vlamingen kocht in 2008 minstens één

bioproduct. Bijna 1 op de 2 bio-aankopen ge-

beurt in de supermarkt. Ondanks de gestegen

vraag stagneert het bio-areaal in Vlaanderen

sinds 2002. Momenteel wordt in Vlaanderen

3800 ha of 0,6 procent van de landbouwop-

pervlakte biologisch bewerkt: heel wat min-

der dan het Europese gemiddelde van 4,7 pro-

cent. In een recente bevraging toonden 8 op

de 10 bioboeren zich tevreden over hun om-

schakeling. Ze haalden die voldoening voor-

namelijk uit de gehanteerde landbouwmetho-

de. Daarnaast zeiden ook 8 op de 10 boeren

dat hun inkomen minstens even hoog is als

voor hun omschakeling.

Om de kloof tussen productie en consump-

tie van bioproducten te verkleinen, heeft de

Vlaamse overheid een Strategisch plan voor

biolandbouw uitgewerkt. In dat plan, dat ook

is ondertekend door Bioforum, Boerenbond en

ABS, lees je naast een sectorschets ook de am-

bities, een aantal hefbomen en de manieren

waarop de biodoelstellingen de komende ja-

ren zullen worden uitgevoerd.

INFO www.bioforum.be en www.vlaanderen.be/landbouw (>bio > strategisch plan)

Bronnen: het rapport ‘De biologische landbouw in 2008’ van het Departement Landbouw en Visserij, de bioconsumptie-cijfers 2008 van VLAM, tevredenheidsenquête Bioforum, Strategisch plan biologische landbouw 2008-2012

Page 8: Landgenoten Zomer 2009

8 focus bio

‘Van zodra je de kneepjes kent, valt het goed

mee om biologisch te werken. De natuur kan

veel meer dan je denkt. Het productieniveau is

wel wat lager, maar de kosten zijn dat ook. We

zijn momenteel bijna 100 % zelfvoorzienend.

Het gemengd rantsoen gras-klaver-graan is

evenwichtig en volstaat om de dieren gezond te

voederen. We moeten geen eiwitten meer im-

porteren als correctievoeder. Voor de bodem-

vruchtbaarheid ploegen we ook minder en we

werken met meer verschillende gewassen en

natuurlijke houtkanten.’

Voor het mestvee en de varkens werkt Wim sa-

men met een bioslager in de buurt. Voor de afzet

van zijn melk is hij aangesloten bij de coöperatie

Biomelk Vlaanderen. ‘Momenteel zit de prijs op

ongeveer 35 eurocent per liter. Niet echt goed,

maar vergeleken met de gangbare prijzen toch

investeringen, afzetmogelijkheden, enzovoort)

om te zien of bio voor jouw bedrijf teelttechnisch

en economisch haalbaar is. Dankzij een subsidie

van 868 euro draag je hier zelf maar een zeer be-

perkte meerkost voor, ongeacht of je uiteindelijk

omschakelt of niet.

Financieel resultaatVoor wie jaren op de traditionele manier heeft

gewerkt, vergt de stap naar bio een ingrijpende

mentaliteitsverandering. Sofie: ‘Je moet bereid

zijn om radicaal met je oude gewoontes te breken.

Vandaag kun je wel al veel leren van collega’s die

al langer biologisch produceren. Maar het vergt

een mentale switch om grond helemaal anders te

gaan bewerken, of om je melkvee minder kracht-

voer te geven en vooral op je rendement te focus-

sen. Daarom breng ik geïnteresseerde bioboeren

zo veel mogelijk in contact met collega’s die hen

graag ondersteunen. Dankzij bedrijfsbezoeken of

een soort peterschap dat ik verder wil uitbouwen,

hoef je vandaag het warm water niet meer op-

nieuw uit te vinden.’

Nu gangbare melkveehouders kreunen onder

een ingestorte melkprijs, lijkt de biologische

melkveehouderij voor velen aan aantrekkings-

kracht te winnen. ‘Dat blijkt inderdaad een aan-

leiding om bio te overwegen’, zegt Sofie. ‘En

dat vind ik een reden als alle andere. Het is een

economisch feit dat de vraag naar bioproduc-

ten al een aantal jaar groeit en dat het aanbod

stagneert. Ik ken verschillende grote en kleine

bioboeren die uit zakelijke overwegingen de stap

hebben gezet. Sommigen raken achteraf over-

tuigd van de maatschappelijke meerwaarde van

bio, maar voor mij hoeft dat niet eens. Nu is de

situatie van melk actueel, maar ook in andere

sectoren kun je, ondanks de beperktere oogst-

opbrengst, met bioproducten een beter financi-

eel resultaat halen.’

INFO Sofie Hoste: 0494 98 23 69, [email protected]

Of je nu biologisch boert of niet,

ondernemerschap is onontbeerlijk.

4 x bioin de praktijk

Melkvee‘Het productieniveau is iets lager, de kosten ook’

Wim De Middeleer uit Herzele is een van de 24

biologische melkveehouders in Vlaanderen, die

vorig jaar samen 1157 koeien hielden. Hij schakel-

de in 1998 over en combineert 65 melkkoeien met

jongvee, mestvee en een beperkt aantal varkens.

‘Ik heb voor bio gekozen omdat ik niet langer wilde

meedraaien in de bulkmolen van wat ik industri-

ele landbouw noem. In vergelijking met vroeger

haal ik veel meer voldoening uit mijn werk. Bij

alles wat we binnenhalen zijn we fier op wat we

geproduceerd hebben, in plaats van op hoeveel.’

1niet slecht. Hoewel de agro-industrie

het tegendeel beweert, merk je toch dat

meer en meer mensen appreciëren dat

we milieubewust produceren. Ik ben

ervan overtuigd dat gangbaar meer

en meer onder druk komt te staan.’

Bio sinds:

1998

Bedrijfsoppervlakte:

75 hectare

Teelten:

graan, aardappelen, gras-klaver

Dieren:

65 melkkoeien, 65 jongvee, 20 mestvee,

7 zeugen + biggen en mestvarkens

Leeftijd:

48 jaar

Page 9: Landgenoten Zomer 2009

9focus bio

2Tuinbouw‘Mechanische onkruidbestrijding blijft uitdaging’

Luc Pauwels uit Ternat startte in 1981 een bio-

logisch tuinbouwbedrijf van nul op. ‘Uit jeugdig

idealisme’, zegt hij. ‘Maar ik ben nog altijd erg blij

met die keuze. Ik heb mijn bedrijf geleidelijk kun-

nen uitbreiden van 2,5 tot 17 hectare. In vergelij-

king met de gangbare teelt is onze werkwijze een

stuk arbeidsintensiever. Ik heb twee mensen vast

in dienst en moet geregeld seizoensarbeiders in-

schakelen. Dat betekent dat onze productiekosten

een stuk hoger zijn, maar dat vertaalt zich ook in

een hogere verkoopprijs.’

De grootste moeilijkheid in de biologische tuin-

bouw is volgens Luc de onkruidbestrijding. ‘Af-

hankelijk van de teelt passen we verschillende

technieken toe. We hebben een aantal machi-

nes voor mechanische onkruidbestrijding, zoals

een wiedeg, schoffelmachines, een wiedbed en

branders. Maar het blijft een uitdaging. Voor

sommige teelten, zoals wortelen, moeten we

zelfs nog manueel het onkruid tussen de planten

bestrijden. Met het oog op de bodemvruchtbaar-

heid gebruiken we alleen natuurlijke mest, wat

in combinatie met onze vruchtafwisseling erg

goede resultaten geeft.’

In overleg met het PCBT combineert Luc twee

teeltplannen: een waarbij grasklaver wordt ge-

volgd door pompoenen, triticale en wortelen; en

een waarbij hij aardbeien afwisselt met triticale,

courgettes en grasklaver. ‘Al varieer ik wel dik-

wijls afhankelijk van de marktverwachtingen die

ik van de veiling doorkrijg. Of dat in 2008 een

goed jaar heeft opgeleverd? Ik volg de gangbare

prijzen onvoldoende om echt te kunnen vergelij-

ken, maar ik denk dat ik niet mag klagen.’

Bio sinds:

1981

Bedrijfsoppervlakte:

17 hectare

Teelten:

pompoen, triticale, wortels, aardbeien en courgette

Leeftijd: 47 jaar

Uit recent onderzoek blijkt dat 8 op de 10 bioboeren tevreden zijn over hun omschakeling.

Page 10: Landgenoten Zomer 2009

10 focus bio

Fruit ‘Preventief werken en korter opvolgen’

Benny Blezer uit Rummen zette in 1995 de stap

naar bio. ‘Voor een groot deel voor mezelf. Om-

dat ik absoluut niet graag met chemische produc-

ten werkte. De omschakeling verliep toen erg

moeilijk omdat er nog nauwelijks begeleiding was.

Maar vandaag is dat helemaal anders. Nu moet je

niet meer je hele bedrijf in één keer omschakelen.

En de omkadering van de biosector is veel pro-

fessioneler geworden. Zodra we waren waar we

moesten zijn, ging alles wel erg vlot. Ik zou niet

meer willen terugkeren.’

Volgens Benny komt het erop aan om de knop

om te draaien en afstand te doen van het gemak

van chemische bestrijding. ‘In de biologische

3

4

Akkerbouw ‘Afhankelijker van het weer en personeel’Carlos Noë uit Sint-Margriete startte in 1998 met

een stapsgewijze omschakeling naar bio. ‘De aanlei-

ding was een harde confrontatie met kanker. Toen

begon ik na te denken over de samenhang met voe-

ding en werken zonder chemicaliën. Op bedrijfsvlak

merk je dat grond bij te enge vruchtafwisseling uit-

geput raakt en dat overproductie geen betere prij-

zen oplevert. De overstap was een

ingrijpend proces waarbij ik ook mijn

vrouw en onze drie kinderen nauw

betrokken heb. Vandaag voelen we

ons veel gezonder en halen we meer

arbeidsvreugde uit onze job.’

‘Om biologisch te kunnen werken is een ruime

teeltrotatie noodzakelijk (1/5 of 1/6). Daardoor

zie je de natuurlijke vijanden terugkeren en aal-

tjes of bodemmoeheid verdwijnen. We kiezen

ook voor rassen die minder ziektegevoelig zijn.

De voorbereiding voor een teelt is erg belangrijk

omdat je moeilijker kunt bijsturen. Soms komt er

wel wat creativiteit bij kijken om problemen aan

te pakken. Vooral de bestrijding van wortelonkrui-

den is niet eenvoudig. Zo ben je voor handmatig

wiedwerk zeer afhankelijk van extern personeel

en de weersomstandigheden.’

‘Voor de afzet van onze producten zijn we lid

geworden van de coöperatie Greenpartners. In

vergelijking met vroeger hebben we meer contact

met de consument en/of afnemer. Als ik terugblik

op de voorbije jaren vind ik dat de kwaliteit en de

opbrengst van onze teelten goed meevallen. Het is

wat intensiever werken, maar je krijgt een meer-

prijs en veel waardering. Ik ben best tevreden over

ons inkomen, hoewel de prijzen meer en meer on-

der druk komen. Voorts halen we veel voldoening

uit onze samenwerking met de vzw Mondina, die op

ons hof originele landbouweducatie organiseert.’

Bio sinds: 1998

Bedrijfsoppervlakte: 30 hectare

Teelten:

luzerne, gras-klaver, granen, aardappelen,

wortelen, gele en rode ui, pompoen

Leeftijd: 58 jaar

fruitteelt moet je de teelten van erg kortbij op-

volgen. Je kunt minder ingrijpen en moet dus

voor een deel preventief werken. Wij spuiten bij-

voorbeeld met plantenversterkende – natuurlijke

– middelen. Door houtkanten aan te leggen, trek-

ken we natuurlijke vijanden aan. En het uitdunnen,

waardoor zich niet een hoop kleine maar enkele

grote vruchten vormen, gebeurt manueel.’

‘Het is niet altijd eenvoudig, maar door de band

ben ik zeer tevreden over de resultaten’, zegt

Benny. ‘Na die maanden van onzekerheid is de

voldoening des te groter. Het klopt wel dat je ap-

pel- en perenopbrengst een stuk lager is. Maar

dat wordt gecompenseerd door de hogere ver-

koopprijs. Tot hiertoe althans, want ook in de bio-

sector merken we dat de prijzen meer en meer

onder druk worden gezet door de supermarkten.’

Bio sinds:

1995

Bedrijfsoppervlakte:

10 ha fruit en 1 ha tomaten onder glas

Teelten:

appels, peren, tomaten

Leeftijd:

59 jaar

Bij biologische teelt komt vaak meer hand-werk kijken, waardoor je sterker afhankelijk bent van personeel.

Page 11: Landgenoten Zomer 2009

11

Wat is de achtergrond van je werk?‘Ik ben sinds 2003 betrokken bij de afbakening van de agrarische en natuurlijke structuur van het buitengebied. Volgens het Ruimtelijk Structuur-plan Vlaanderen moet er 750.000 ha agrarische en 125.000 ha natuurlijke structuur worden vastge-legd, in dertien buitengebiedregio’s. Dat gebeurt door een projectteam met ambtenaren van ruimte-lijke ordening, natuur en bos, water, erfgoed enzo-voort en dus ook van het Departement Landbouw en Visserij.’

Wat doet zo’n projectteam concreet?‘Per gebied stellen we eerst een gewenste ruimte-lijke structuur op. Wij schetsen waar we landbouw willen, de collega-ambtenaren van natuur schetsen hun wensen. Als de twee niet overlappen, is het eenvoudig. Over de tegenstrijdige wensen wordt verder overlegd tussen de ambtenaren, maar ook met het middenveld van landbouw- en natuuror-ganisaties. Een deel van wat landbouw is in die gewenste ruimtelijke structuur en nu al landbouw-bestemming heeft op het gewestplan, wordt vast-gelegd als herbevestigd agrarisch gebied (HAG). Landbouwbestemming die in Habitatrichtlijn-ge-bied of Vogelrichtlijn-gebied ligt of in visiegebied van erkende natuurreservaten kan niet in het HAG vallen. Die grond kan wel nog tot de agrarische structuur gaan behoren, maar dan via een ruim-telijk uitvoeringsplan (RUP). Intussen is voor alle 13 gebieden het HAG vastgelegd, goed voor ruim 537.000 ha agrarische bestemmingen. Helaas mer-ken we dat in de besliste HAG’s de verschillende overheden – gemeentelijk, provinciaal, en ook onze gewestelijke overheid – toch nog te veel marge heb-ben om in te breken door middel van allerhande RUP’s. Dat doet afbreuk aan het statuut van herbe-vestiging van een agrarische bestemming.’

gewikt en gewogen

gezocht medewerker die de agrarische structuur mee helpt afbakenen en daarbij de belan-gen van de boeren verdedigt

gevonden Michel Van Om-bergen (41), ingenieur op de afdeling Duurzame Land-bouwontwikkeling, Departe-ment Landbouw en Visserij, [email protected], 02 552 79 10

Hoe worden de boeren in dat proces betrokken?‘Er is intensief overleg via een klankbordgroep met daarin de landbouworganisaties en de natuurorgani-saties uit dat gebied. Zij zetten vooraf hun wensen op kaart en geven ook bij het uiteindelijke vastleggen van het HAG advies. Natuurlijk hebben wij tussen-door ook intensieve contacten met de landbouwers. Het is onze taak om te zorgen dat in die 750.000 ha zoveel mogelijk de juiste landbouwgrond zit.’

Hoe komt een RUP tot stand?‘In de RUP’s wordt de natuurlijke structuur vastge-legd, maar ook de resterende 250.000 ha agrari-sche structuur. Het wordt dus zeker niet allemaal groen. In alle 13 buitengebiedregio’s moeten zo tientallen RUP’s worden opgesteld. Ook daarvoor werkt het projectteam telkens een voorstel uit. Mijn collega’s en ik doen dan telkens een land-bouwgevoeligheidsanalyse. Per perceel bekijken we de impact van het voorstel voor de boer. Zo wapenen we ons voor de gesprekken en kunnen we de belangen van de boeren verdedigen. Nog een stap verder is een landbouweffectenrapport: alle betrokken boeren worden bevraagd. Dan wordt een flankerend beleid uitgewerkt, met bijvoorbeeld ruilverkaveling, een grondenbank, een aankoopre-geling enz. Niemand mag in de kou blijven staan.’‘Het voorstel wordt voorgelegd aan de land-bouw- en natuurorganisaties, de gemeenten en de provincie. Zo komen we tot een finaal voorstel, dat dan de geijkte procedure van een RUP volgt: voorontwerp, ontwerp, openbaar onderzoek en dan uiteindelijk een beslissing. In dat proces zijn de landbouworganisaties opnieuw meerdere keren betrokken. En in het openbaar onderzoek kan ieder-een zich laten horen. We merken dat er geluisterd wordt naar ons en naar de landbouworganisaties.’

De man achter de afbakening

‘Zoveel mogelijk goede landbouwgrond’

INFO rsv.vlaanderen.be De 13 regio's van het buitengebied vind je onder Over het RSV > Planningsprocessen > Buitengebied > Planningsprocessen voor landbouw, natuur en bos

Page 12: Landgenoten Zomer 2009

12 ondernemer van nature

B

‘Een gesprek is geen boksmatch’

8 TIPS voor een beter contractPatrick

Meulemeester,

tuinbouw-

consulent diep-

vriesgroenten

bij Boerenbond,

legt uit hoe

je meer uit je

contract haalt:

1. Lees alles grondig

door. Neem je tijd en

laat je niet onder druk

zetten om snel te te-

kenen. Een kleine wij-

ziging aan een vorig

contract zou immers

ongemerkt kunnen

passeren en grote ge-

volgen hebben.

2. Een getekend

contract heeft kracht

van wet. Zorg ervoor

dat alles in het con-

tract duidelijk om-

schreven en haal-

baar is.

3. Sta erop dat alle

onduidelijkheden

vóór het onderteke-

nen uitgeklaard zijn.

Tijdens het teeltsei-

zoen sta je in een veel

zwakkere positie, als

het bijvoorbeeld gaat

om extra kwaliteits-

voorwaarden of lan-

ger bewaren van een

product.

Stel je in de plaats van de verkoper: waarom zou hij bij mij kopen?

‘Zelfs als je van nature niet zo’n verkoper bent, kun je leren onder-

handelen’, zegt Bart Nemegheer van de Aardappelhoeve in Tielt. ‘Zet

je kwaliteit in de kijker, onderhoud je contacten en leer nee zeggen.’

art en zijn vrouw Anja namen in 1992

het bedrijf van Barts ouders over. In

2001 trokken ze voluit de kaart van de

aardappelen. ‘Eerst leverden we aan

de Reo-veiling, maar ons volume was te groot.

Dus ben ik zelf naar de warenhuizen toegestapt,’

vertelt Bart.

Op gesprek mógen gaan is de eerste uitdaging.

‘Het eerste contact is telefonisch. Je moet goed

voorbereid zijn en iets te vertellen hebben waar-

mee je de interesse van de aankoper kunt wek-

ken.’ Als je dan op gesprek mag, moet je iets te

bieden hebben. ‘Stel je in de plaats van de verko-

per: waarom zou hij bij mij kopen? Je moet iets in

de kijker zetten dat een ander niet heeft. Dat kan

echt van alles zijn. Bij mij was dat de eigen teelt,

mijn certificeringen, mijn breed assortiment.’

Een goeie eerste indrukBart herinnert zich nog levendig zijn eerste gesprek.

‘Natuurlijk heb je dan enorm veel zenuwen. Maar

die eerste indruk is toch erg belangrijk: je krijgt ook

geen vijf kansen. Je moet echter niet verwachten

dat je meteen mag gaan leveren. Het komt erop

aan om contact te houden, regelmatig offertes in te

dienen enzovoort. Als ze dan op een dag iets nodig

hebben, gaan ze misschien aan jou denken.’

De eerste levering die Bart mocht doen, in

2001, waren bintjes voor Lidl. ‘Je moet klein

beginnen, en die leveringen aangrijpen om te

bewijzen dat je betrouwbaar bent en kwaliteit

levert. Je start bij een afnemer meestal met één

product. Het allersterkste argument dat je dan

kunt hebben, is een stijgende verkoop in de win-

kel: dat overtuigt elke aankoper.’ Om die ver-

koop te doen stijgen, rekent Bart op de kwaliteit

van zijn product. ‘Kwaliteit verkoopt bij de Bel-

gische consument. Volgens mijn ervaring vinden

aankopers kwaliteit belangrijker dan prijs. De

prijs moet competitief zijn, maar als je een betere

kwaliteit levert, gaat men niet discussiëren over

een paar centen.’

Op naar een langdurige relatieBart werkt elke dag aan het onderhouden van

zijn contacten. ‘Na een levering bel ik of ze te-

vreden zijn, hoe de verkoop loopt, of ze nog

bijkomende leveringen nodig hebben… Je moet

altijd zelf de eerste stap zetten. Wij geven we-

kelijks offertes. En als je prijs stijgt moet je daar

een valabele uitleg voor kunnen geven.’ Bart

geeft ruiterlijk toe dat hij zelf heeft moeten leren

onderhandelen. ‘Ik heb cursussen gevolgd – heel

nuttig. Zo heb ik moeten leren nee zeggen. Als

je regelmatig mag leveren, dan kun je eens een

inspanning doen voor een stuntpromotie. Maar

als je voelt dat ze stelselmatig proberen af te

pingelen, moet je nee durven zeggen. Voor die

prijs kan ik het niet doen. Meestal krabbelen ze

dan terug. Soms loop je ook wel eens met je kop

tegen de muur, maar als ze het idee krijgen dat

je plooit onder druk, dan ben je gezien.’ Noch-

tans is een gesprek met een afnemer zeker geen

boksmatch, vindt Bart. ‘Het is een manier om

elkaar te leren kennen. Warenhuizen proberen

relaties op te bouwen voor een lange tijd. Dat is

in het belang van iedereen.’

Page 13: Landgenoten Zomer 2009

13

4. Vermeld in het

contract de plaats van

aanvaarding. Daar ge-

beurt de eigendoms-

overdracht en wor-

den de kwaliteit en de

zichtbare gebreken

vastgesteld. Het veld

is vanuit telersstand-

punt de beste plaats.

Als het toch de fa-

briek is, zorg dan dat

je bij de overdracht

aanwezig bent.

5. Wat niet dade-

lijk kan worden op-

gemerkt, zoals over-

schrijding van een

residulimiet (MRL),

geldt als verborgen ge-

brek. De klager moet

het gebrek én de oor-

sprong ervan bewij-

zen. Vraag daar dus

naar. Traceerbaarheid

is voor alle partijen van

groot belang en kan je

als teler vrijspreken.

6. Voldoe altijd aan

de contractvoorwaar-

den wat hoeveelheid

betreft. Als dat niet

lukt, door teeltmis-

lukking bijvoorbeeld,

stel dan tijdig de af-

nemer op de hoog-

te. Dat kan het best

schriftelijk.

7. Kom op voor je-

zelf. Betrouwbare en

kwaliteitsvolle te-

lers zullen niet snel de

kans op een contract

verliezen. Ga uit van

je sterkte en haal het

onderste uit de kan.

Een contract moet

een overeenkomst

zijn waar beide partij-

en mee akkoord gaan,

maar niet noodzakelijk

aan de laagste prijs.

8. Elk geschil moet

met voldoende bewijs-

kracht worden verde-

digd. Zorg dus dat alles

op papier staat: voeg

bij een verandering

een door beide partij-

en getekende bijlage

toe aan het contract

of laat documenten

faxen. In de diepvries-

groentesector bestaat

er een arbitragecom-

missie voor geschillen.

namen Bart Nemegheer

woonplaatsTielt

bedrijf 120 ha aardappelen + aan- en verkoop

Page 14: Landgenoten Zomer 2009

een totale oppervlakte van 2,4 hectare – goed voor

335.000 kropjes sla. En al die plantjes vragen werk.

Veel werk. Johan: ‘We staan vijf dagen op zeven om

4.30 uur op om de sla te oogsten. Het oogsten zelf

gebeurt nog manueel, met een aardappelmesje. Sla

is heel teer, je moet de kropjes dus voorzichtig afsnij-

den. De afgesneden sla gaat dan via een transport-

band naar de loods, waar ze gewassen en verpakt

worden. Daarna moeten we nog de restbladeren

wegvoeren, de loods schoonmaken, de vrachtwagen

laden, de grond bemesten en gewasbescherming uit-

voeren. Soms rijd ik zelf naar de veiling, soms onze

chauffeur. Twee keer in de week planten we ook

nog nieuwe slaplantjes aan, en op vaste tijdstippen

nemen we grondstalen. In de zomer zijn we op die

manier al gauw bezig tot 20 à 20.30 uur. In de winter,

wanneer de sla wat trager groeit, is het iets rustiger.’

sla1414 ten huize van

Op de knieën voor

A

naam Johan Bytebier

leeftijd 42 jaar

taken dagelijkse leiding, helpen bij alle taken (oogsten, bemes-ten …), naar veiling rijden

diploma A3 tuinbouw

hobby’s tafelen met het hele gezin

naam Kathleen Heirbrant

leeftijd 44 jaar

taken huishouden, personeel opvol-gen, helpen bij het planten en oogsten van de sla

diploma kantoor

hobby’s fietsen met het gezin

ls slateler moet je niet voor honderd

maar voor tweehonderd procent van

het vak houden’, zegt Johan Bytebier.

Samen met zijn vrouw Kathleen Heirbrant en zes

medewerkers kweekt hij het jaar rond sla onder

glas. Volgens Johan werd de liefde voor het vak

hem met de paplepel ingegeven. ‘Mijn vader

kweekte groenten in Sint-Martens-Latem, langs

de oevers van de Leie. Op mijn vijftiende draaide

ik al mee in zijn bedrijf. In 1989 zijn Kathleen en

ik dan onze eigen zaak begonnen. Eerst in Sint-

Martens-Latem, maar omdat we onze gronden

daar niet meer mochten bemesten, waren we ge-

dwongen om uit te wijken naar Nazareth.’

Lange zomerdagenIn Nazareth bouwde het koppel twee serres met

Rampjaar‘Omdat we alleen maar serresla verbouwen, het

hele jaar door, verloopt alles volgens een strak

stramien’, legt Johan uit. ‘Vroeger kweekten we

ook andere groenten, zoals prei en andijvie. Maar

hoe meer soorten je hebt, hoe ingewikkelder alles

wordt: je moet de groeitijden op elkaar afstem-

men, je moet anders verwarmen, je hebt verschil-

lende verpakkingen nodig, …’

Het nadeel van één soort groente is dan weer dat

je afhankelijk bent van de marktprijzen daarvoor,

zoals Johan en Kathleen momenteel ondervinden.

Johan: ‘Voor een krop sla krijgen we vandaag 6 à 7

cent. Maar om uit de kosten te raken, hebben we

een gemiddelde prijs nodig van 33 cent. In april al-

leen al leden we een verlies van 25.000 euro. Op

die manier verspeel je al snel je reserves. Eigenlijk

Twintig jaar geleden stampte Johan Bytebier, samen met zijn

vrouw Kathleen, een eigen tuinbouwbedrijf uit de grond. Van-

daag brengen ze ieder jaar meer dan anderhalf miljoen slakrop-

pen op de markt. ‘Met de hand afgesneden. Zowel in tijden van

goede, als van slechte prijzen.’

(vlnr.) Joke, Johan, Kathleen, Jessie en Jolien steken in deze moeilijke periode allemaal een tandje bij.

Page 15: Landgenoten Zomer 2009

sla15

Op de knieën voor

Vandaag is het samen knokken om overeind

te blijven.

zou er een minimumprijs van 12 cent moeten komen

voor sla. Ook 2007 was een rampjaar; we betalen

daar nu nog schulden voor af. Gelukkig was 2008

iets beter. Ook over de afgelopen koude winter zijn

we tevreden. We hadden vrij veel verwarmingskos-

ten, maar de prijzen van de sla zaten goed. Omdat

het ook rond de Middellandse Zee stevig winterde,

waren de oogsten uit die gebieden vaak mislukt.

Het aanbod was dus kleiner dan anders.’

Samen sterk‘Het harde werken en de magere inkomsten leg-

gen een zware last op ons gezin’, zegt Johan. ‘We

zijn heel veel met het bedrijf bezig, hebben weinig

tijd voor onze kinderen. Jolien en Joke, onze doch-

ters, moeten ook vaak meehelpen: de loods op-

ruimen, met de vorkheftruck rijden … Zelfs Jessie,

die nog maar zeven is, helpt al vaak mee. En daar

staan weinig financiële compensaties tegenover.

Elke aankoop – voor school, voor kleren … – wik-

ken en wegen we momenteel.’

‘Vandaag is het samen knokken om overeind te

blijven’, vertelt Kathleen. ‘Ik kom zelf uit een land-

bouwersgezin. Maar mijn ouders hadden op de

boerderij tussen allerlei werk door nog tijd over

voor hun gezin. Dat hebben wij vandaag niet. Ik

stimuleer mijn kinderen dan ook om een diploma

te halen, zodat ze later de beste mogelijkheden op

een mooie job hebben.’

Verwacht Johan in de nabije toekomst beter-

schap? ‘Soms vrees ik ervoor. Er komt meer en

meer concurrentie van alternatieve soorten als

ijsbergsla uit Spanje en Italië. Ook de pakjes

voorgesneden sla zitten in de lift, nu de gezinnen

steeds kleiner worden en iedereen het ontzettend

druk heeft. Momenteel leven we eigenlijk van dag

tot dag. Ik zou het bedrijf niet graag moeten op-

geven, dat zou ik als een persoonlijke mislukking

beschouwen. Ik hoor dat verschillende collega’s

aan alternatieve teelten beginnen te denken. En

ook wij zitten intussen op ons tandvlees. Laat ons

hopen dat de prijzen snel weer stijgen. En dat het

een mooie zomer wordt, zodat iedereen zin krijgt

in een fris slaatje!’

Page 16: Landgenoten Zomer 2009

16

De distributiesector beloofde recent meer aandacht te

besteden aan de promotie van Belgische producten.

Een goed moment om Dominique Michel, gedelegeerd

bestuurder van Fedis, de federatie van de distributie-

sector, in onze Biechtstoel uit te nodigen.

biechtstoel

‘Er zijn altijd winnaars en verliezers’

Page 17: Landgenoten Zomer 2009

17

Dirk Lips: De distributiesector onderte-kende in het najaar van 2008 een protocol om Belgische producten extra te onder-steunen. Heeft dat niet erg lang geduurd?Dominique Michel: Onze leden maken al veel lan-

ger promotie voor producten van eigen bodem.

Wel nieuw is de gezamenlijke aanpak, van alle

supermarktketens, samen met de Vlaamse en

Waalse landbouworganisaties en promotieagent-

schappen, waaronder VLAM. Het gaat overigens

niet over een uniforme marketingcampagne voor

producten van eigen bodem. Elke keten behoudt

zijn eigen commerciële beleid, maar wij onder-

steunen hen, onder meer door middel van inhou-

delijke informatie over de producten.

In welke mate kan Fedis druk uitoefenen op zijn leden?

Zo zie ik het niet. Uiteindelijk

zijn het onze leden die de

beslissingen nemen. Wij

hebben dagelijks contact

met hen, maar als fede-

ratie onderhouden wij

ook contacten met de

politiek en de maat-

schappij om op-

lossingen te hel-

pen zoeken voor

bepaalde proble-

men. Sommige

van onze voor-

stellen worden

goed ont-

haald door onze leden, andere niet. Soms vraagt

het wel wat overtuigingskracht, zoals bij het ban-

nen van de plastic zakjes. Tegen 2012 willen we

samen met onze leden de gloeilampen uit de rek-

ken halen. Ook dat is een hele opdracht.

Is dat ook geen bewijs van de macht van de distributiesector? Die kan van alles doordrukken, los van alle democratische controle, en bovendien kennen de winkelketens het gedrag van de consument tot in de details. Ook de politici denken altijd dat de distributie-

sector een grote invloed heeft op de consument,

maar ik wil dat toch relativeren. De concurren-

tie tussen de ketens is in België enorm. Als de

consument niet akkoord gaat, zal hij elders zijn

inkopen doen. Wij kunnen niks opleggen aan de

consument als hij het niet wil.

Intussen is er een enorme kloof tussen de productieprijs en de winkelprijs. 10% van de winkelprijs van aardappelen gaat naar de boer, voor melk en varkensvlees is het een 18%. Geeft de keten echt zo veel meerwaarde aan die producten?Je moet alle tussenstappen zien tussen de boer

en de kassierster: de behandelingen, de logistiek

enzovoort. In september is er een officieel onder-

zoek geweest van het ministerie van economische

zaken naar de melkprijzen. Ze hebben alle elemen-

ten van de keten onderzocht, en nergens wordt er

op een oneerlijke manier marge genomen. Voor

vlees hebben ze hetzelfde gedaan, met hetzelfde

resultaat.

Laat mij de vraag anders stellen: is er één andere partij in de keten die soms verlies maakt? Het aantal faillisementen is in onze sector nog

nooit zo hoog geweest als de eerste drie maan-

den van 2009. Als distributiebedrijven hun pro-

ducten niet op tijd verkocht krijgen, dan maken

ook zij verlies. Het is business: er zijn er altijd die

verdienen en altijd die verliezen. In geen enkele

business heb je controle over externe factoren.

Dat geldt niet alleen voor de boeren, maar voor

alle economische actoren.

Is het de juiste weg om voedselvoorzie-ning over te laten aan een business? Is dat niet nefast voor de kwaliteit? Ik denk dat we nog nooit zoveel verschillende

producten in de rekken hebben gehad als nu en

nog nooit zoveel goede kwaliteit. Er worden veel

inspanningen gedaan en er zijn veel controles –

waarvoor de distributiesector het grootste deel be-

taalt overigens. Ik denk echt niet dat we verkeerd

bezig zijn. Wat is het alternatief? Een gecontroleerd

staatssysteem zoals vroeger in het Oostblok?

Nee, we willen naar een beter systeem, met minder volatiliteit en een beter inko-men. Boeren verdienen al decennia 20 tot 30% minder dan de gemiddelde Belg. Het is toch niet eerlijk dat één groep de prijs betaalt voor goedkoop voedsel?Volatiliteit is voor niemand goed. Het probleem

is dat de landbouw heel lang bescherming heeft

gehad van het Europese landbouwbeleid, met

uiteindelijk overproductie en andere uitwassen.

Dat systeem moest worden aangepast, door de

markt meer te laten werken. De distributiesector

heeft er echter alle belang bij dat de boer zich

goed voelt in die markt. Daarom overleggen wij

ook met de landbouworganisaties. De distribu-

tiesector is afhankelijk van de boeren en beseft

dat. Maar samen beslissen dat de melk opslaat,

is verboden. Dus is de promotie van Belgische

producten uit de bus gekomen. Ik vraag niet dat

de boeren onze problemen oplossen, maar om-

gekeerd kan de distributiesector dat ook niet. We

kunnen en willen wel overleggen.

Hoe kan het systeem dan verbeteren? Misschien door terug te gaan naar kleinere, lokalere structuren?Er is een evolutie naar meer lokale winkels, met

soms heel lokale streekproducten. Je mag echter

niet vergeten dat logistiek een enorm belangrijke

factor is. Naar mijn mening moet het systeem niet

zozeer verbeterd worden: het is aan iedere speler

om zijn rol binnen het systeem te optimaliseren.

Zo moeten onze boeren onder meer mikken op

kwaliteit om opgewassen te zijn tegen concur-

rentie uit het buitenland. Het kwaliteitsverschil is

vandaag niet altijd duidelijk genoeg, terwijl onze

boeren zich juist daarop kunnen profileren.

naam Dominique Michel

leeftijd 44 jaar

opleiding Master in de Rechten en Economie

functie Gedelegeerd bestuurder Fedis

Ook wij willen dat de boeren zich

goed voelen.

Page 18: Landgenoten Zomer 2009

rubriek & rubriek18

W

burenbabbel18

Vogelspotters verblijven vaak in land-

bouwgebied om hun geliefde dieren te

observeren. Toch zien niet alle boeren de

vogelaars even graag komen. Terecht of

onterecht? We zochten het uit en trokken

met Dominique Verbelen van Natuurpunt

naar het akkerbouwbedrijf van Carl Adri-

ansens uit De Haan.

Gespot: vogelaar in akkerrand

e zullen het zeker niet over al-

les eens zijn. Maar ik wil gerust

met iedereen praten en kijken

wat ik al dan niet kan bijstu-

ren’, klonk het vooraf bij Carl Adriansens. Als

Dominique Verbelen van Natuurpunt arriveert,

voelen we meteen dat ook hij een constructie-

ve dialoog voor ogen heeft. ‘Zelfs al werk ik al

mijn hele leven in de natuursector, ik ben ook

vertrouwd met de landbouw. Als kind bracht ik

geregeld tijd door op de boerderij van mijn oom.

Ik besef dus hoe jullie je boterham verdienen.

Ik vind het niet abnormaal dat inkomstenverlies

om natuurwaarde te creëren financieel wordt

gecompenseerd.’

50 % minder patrijzenDominique was als kind al gefascineerd door

vogels, en staat momenteel (met 380 soorten!)

tweede in rangschikking van wie in België de

meeste vogelsoorten heeft gespot. ‘Voor Na-

tuurpunt monitor ik onder andere de impact van

naamDominique Verbelen

leeftijd38 jaar

beroepProjectmedewerker Natuurpunt Studie

diplomalicentiaat Nederlandse taal- en letterkunde, milieudeskundige

burenbabbel18

Page 19: Landgenoten Zomer 2009

1919

Gespot: vogelaar in akkerrand

natuurmaatregelen. Vogels kijken maakt dus

deel uit van mijn job. Maar ik ga evengoed op

reis om exotische vogels te zien. De laatste jaren

zijn heel wat akkervogels overal in Europa erg

schaars geworden. Het bestand patrijzen is de

voorbije 30 jaar in Vlaanderen bijvoorbeeld met

50 procent achteruitgegaan, het aantal geelgor-

zen met 80 procent en de populatie veldleeuwe-

riken zelfs met 95.’

De voorbije jaren werden pogingen onder-

nomen om het verdwijnen van akkervogels een

halt toe te roepen. Carl is een van de boeren

die een aantal natuurlijk beheerde akkerranden

heeft ingericht. ‘Ik heb er geen probleem mee

om via beheerovereenkomsten een structureel

inkomen te halen uit agrarisch natuurbeheer.

Dat is een win-winsituatie: de teeltoppervlakte

vermindert wel, maar voor veel teelten zouden

de prijzen beter zijn mocht iedereen net iets

minder produceren. Ik geloof ook dat je via de

natuurlijke vijanden in akkerranden de ziekte-

druk op je perceel kunt verlagen. En eigenlijk is

het ook praktisch om de intensieve voedselpro-

ductie voor te behouden voor rechte stukken

die makkelijk bewerkbaar zijn en sowieso een

hogere opbrengst halen.’

Naar efficiënter natuurbeheer?Dit voorjaar, kort nadat hij het bedrijf van zijn

vader had overgenomen, stapte Carl in het Eu-

ropees project Solabio ‘Soorten en Landschap-

pen als dragers voor Biodiversiteit’. Via Proclam

vzw werkt hij mee aan een experiment met

trio-akkerranden. Net als bij de beheerovereen-

komsten van VLM krijgt hij een vergoeding van

± 1500 euro per hectare. Carl: ‘We gebruiken een

andere mix van minder productieve grassen en

kruiden. En de akkerrand bestaat uit drie stro-

ken die elk op een verschillend moment gemaaid

moeten worden.’ Dominique knikt enthousiast.

‘Zeer goed, zo kunnen de diertjes bij het maaien

altijd naar een andere strook verlopen om voed-

sel en beschutting te vinden. Dat is zeker een

interessant project om te kijken hoe we via agra-

risch natuurbeheer de ecologische winst kunnen

maximaliseren.’

‘Het probleem van de akkervogels was zo nij-

pend dat we een paar jaar geleden zo snel mo-

gelijk moesten reageren’, zegt Dominique. ‘In

sommige gebieden was the point of no return im-

mers al bereikt. Het is goed dat landbouwers zich

onder meer via beheerovereenkomsten voor zo’n

projecten willen engageren. Maar nu zijn we op

het punt dat er onderzoek nodig is naar de vraag

of we met de beschikbare middelen geen hoger

rendement kunnen halen. Levert het geld dat in

natuurcreatie wordt gepompt ook echt meer na-

tuur op? Er werden al heel wat studies uitgevoerd

waaruit blijkt dat bepaalde beheerovereenkom-

Carl Adriansens uit De Haan legt uit wat op zijn bedrijf wel en niet haalbaar is om vogels te helpen.

We onderzoeken hoe we de ecologische winst kunnen maximaliseren.

Dat hebben de bezoekers van de website van Vo-

gelbescherming Vlaanderen beslist. Al voor de

derde keer verkiezen zij de ‘Vogel van het Jaar’.

Maar ondanks dat gaat het slecht met de boe-

renzwaluw, de meest voorkomende zwaluwsoort

in ons land. Zoals zijn naam al doet vermoeden,

voelt het vogeltje zich vooral thuis op landbouw-

bedrijven. Daar er steeds minder landbouwers

zijn, krijgt ook de boerenzwaluw het moeilijk.

Om in kaart te brengen hoeveel zwaluwen

Vlaanderen nog telt, heeft Natuurpunt samen

met de landbouworganisaties de actie ‘Zwa-

luwen in nesten’ opgezet. Alle landbouwers

kunnen nog tot september doorgeven hoeveel

boerenzwaluwen op hun bedrijf een nestje

hebben gemaakt. Op basis van die gegevens

willen de organisaties samen werk maken van

een efficiënt beschermingsplan zodat ook de

toekomstige generaties van dit zwarte vogeltje

kunnen genieten.

INFO – www.natuurpunt.be/zwaluwen of Natuurpunt,

Coxiestraat 11, 2800 Mechelen– Boerenstebuiten maakte een reportage over

boerenzwaluwen. Bekijk ze op www.vilt.be

Boerenzwaluw is Vogel van het Jaar

Page 20: Landgenoten Zomer 2009

20

1. Plaatsen met ruwe muren of houten balken

zijn ideaal voor zwaluwen om hun nest te bou-

wen, zeker in combinatie met de steun van spij-

kers, richels, kabels of een stallamp. Timmer ruwe

plankjes in een donker hoekje of sla enkele grote

spijkers in de muur om hen een handje te helpen.

2. Modder is de mortel van het nest van zwalu-

wen. Help hen door geregeld een paar liter wa-

ter over een modderig plekje op je erf te gieten,

zeker in droge periodes.

sten geen of zelfs een negatief effect hebben op

de vogelpopulatie. Zo zijn de huidige overeen-

komsten maaibeheer wel goed uit botanisch oog-

punt, maar voor vogelnesten is maaien op 16 juni

een ramp.’

Zwaluwen in nestenVolgens Dominique zijn er nog wel een paar zaken

die bijgestuurd kunnen worden. ‘In samenwerking

met de landbouw zouden we meer op de lokale

situatie moeten kunnen inspelen. Soms is een

akkerrand de beste investering, soms is dat een

poel, een houtkant of een combinatie. Er bestaat

ook zoiets als een ecologische val. Doordat je alle

fauna naar een beperkte oppervlakte lokt, maak

je ze soms ook kwetsbaar. Als een vos daar ge-

bruik van maakt, kan dat nefast zijn. Daarnaast

is de situatie in bepaalde regio’s zo erg dat een

akkerrand er een druppel op een hete plaat is.

In die gevallen zouden we onze middelen eigen-

lijk beter op een andere locatie inzetten. En er is

het probleem dat heel wat akkerranden om de 5

jaar omgeploegd worden omdat er onvoldoende

rechtszekerheid is.’

ZelF aaN de slag? Op volgende websites vind je heel wat tips waarmee je op jouw bedrijf vogels kunt helpen: Algemeen: www.vlm.be/landtuinbouwers/beheerovereenkomsten Zwaluwen: www.natuurpunt.be/zwaluwenAkkervogels: www.inbo.be/akkervogelsWeidevogels: www.rlsd.be/weidevogels Of neem contact op met Proclam vzw:[email protected], T 051 27 33 82, www.proclam.be

Als Carl ons even later rondleidt op zijn erf,

toont hij fier de nesten van boerenzwaluwen in

zijn oude varkensstallen. Negen om precies te

zijn, wat ruim boven het gemiddelde van drie

per landbouwbedrijf is. Dominique maakt van

de gelegenheid gebruik om het project Zwa-

luwen in nesten, dat Natuurpunt met enthou-

siaste medewerking van de landbouworga-

nisaties heeft opgezet, onder de aandacht te

brengen. ‘In vergelijking met 30 jaar geleden

zijn er vandaag 75 procent minder boerenzwa-

luwen. Nochtans kunnen die erg nuttig zijn: een

koppeltje met jongen eet 60.000 insecten per

week. Geen enkele insecticide kan daar tegen

op! Er is ook geen enkel lastenboek dat zwa-

luwen om hygiënische redenen wil weren. En,

zoals de naam verklapt, beschouwen veel Vla-

mingen de boerenzwaluw als ambassadeur voor

de landbouw.’

Meer zwaluwen op je bedrijf?4 tips

3. Een zwaluwenpaartje zoekt elk jaar zijn

zelfde nest terug op. Bij het reinigen van de

stallen kan je de bestaande nestjes maar be-

ter laten hangen.

4. De zwaluw wil ‘binnenshuis’ broeden,

maar in hermetisch afgesloten stallen kan hij

geen nest bouwen. Zorg dus voor een open

venster, een halfopen deur of een kier van

zo’n vijf centimeter waarlangs de vogels in

stallen of schuren geraken.

BioScience, one of the three business groups of Bayer CropScience AG, is a leading international player in the research, development and marketing of seeds with added value traits. Innovation and product devel-opment is focused on vegetable seeds and the agricultural crops such as oilseed rape, cotton and rice. BioScience has more than 2100 employees worldwide. The headquarters are in Lyon, France.

Bayer BioScience N.V. located in Gent, Belgium is one of the main global plant biotechnology innovation centers of Bayer. This center of excellence integrates plant biotechnology research and BioScience busi-ness support functions to optimize the innovation process in a responsible and sustainable approach.

If you have the right qualifi cations and wish to be part of this innovative R&D setting, please send your resume to: Pascale Philips – [email protected]

Tel. +32/9/243 04 50 • Bayer BioScience N.V., Technologiepark 38, 9052 Gent • Belgium www.bayer.be

Breeding Agronomist (m/f)Job description:Organisation and execution of Winter Oilseedrape fi eld trials in Wallonia and Northern France.Specifi cs:· Execute winter oilseed rape breeding trials in Wallonia

& Northern France· Make scorings of phenotypic characteristics, in

cooperation with the Winter Oilseedrape breeders· Manage local fi elds, materials and equipment· Ensure compliance with all existing safety standards in

the area of responsibility· Recruit and supervise temporary people

Profi le:• M Sc in Agriculture (specialisation agronomy) or equivalent• Extensive experience in conducting fi eld trials• Thorough knowledge of common agricultural practices also

including machinery operation• Accuracy• Teamplayer• Preferred languages : Dutch, French & English

Offer:We offer a competitive salary and benefi ts package and an innovative and international environment. Our teams are amongst the best in the industry. Teamwork, entrepreneurship, drive, a passion to learn and to share knowledge, respect for sustainable development and integrity are our most precious values. Our international and interdisciplinary work environment offers a range of possibilities to motivated, qualifi ed people with excellent interpersonal and organizational skills.

For our Development department in Astene (Deinze) we are currently looking for a motivated

§2090295

2090249_advertentie VILT.indd 1 04-06-2009 12:36:43§

advertentie

Page 21: Landgenoten Zomer 2009

2121uit de provincie

De provincie Oost-Vlaanderen

wil zo veel mogelijk mensen

laten kennismaken met de he-

dendaagse land- en tuinbouw.

Met muisje Pierlepein als mas-

cotte, worden groot en klein

op sleeptouw genomen voor

een verrassend en gevarieerd

boerderijbezoek.

ns moet niemand overtuigen dat er

heel wat te beleven is op het platte-

land, maar de doorsnee Vlaming kan

gerust een duwtje in de rug gebruiken

om de boerenbuiten beter te leren kennen. Daarom

hebben de provincie Oost-Vlaanderen en de Pro-

vinciale Landbouwkamer voor Oost-Vlaanderen

zo veel mogelijk initiatieven, die op verschillende

doelgroepen zijn afgestemd, samengebracht.

Snuffelen en brood bakkenOp twee websites – www.beleefdeboerderij.be

en www.beleefhetplatteland.be vinden zowel

scholen als gezinnen een overzicht van tientallen

actieve land- en tuinbouwbedrijven die graag be-

zoekers ontvangen, handig opgedeeld per regio.

Maar het aanbod beperkt zich niet tot de klassieke

boerderijbezoeken, ook snuffeltochten, poelver-

kenningen, themanamiddagen, wandelzoektoch-

ten, broodbaksessies, enzovoort staan op het

programma.

Het speelse muisje Pierlepein is het uithangbord

van het plattelandsproject 'de wereld van Pier-

lepein'. ‘Onze mascotte is net als alle muizen

buitengewoon nieuwsgierig, ondernemend en

sociaal. Maar ze blinkt vooral uit in liefde voor de

boerderij, de natuur, het landschap en het plat-

teland’, zegt gedeputeerde Alexander Vercamer

van de Provincie Oost-Vlaanderen. ‘Het motto

van Pierlepein is ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik

onthou, ik doe en ik begrijp. Of anders gezegd: in

plaats van de statische rondleidingen bieden we

zo veel mogelijk doe-dingen aan om je alternatie-

ve leeruitstap, je (verjaardags)feestje of familie-

uitstapje belevingsvol in te kleuren.’

Lekkere hoeveproductenBelangrijk is dat bezoekers levensecht de boer-

derij ervaren. Het educatief materiaal is hier de

ideale leidraad voor. ‘Figuren als Antoinette de

aardbei, Prosper de peer en Alfons de appel la-

ten jonge kinderen de wondere wereld van de

fruitteelt ontdekken. De dierensnuffeltocht prik-

kelt alle zintuigen, het klein boekje 'fauna audit'

brengt heel wat nieuwtjes over boerderijdieren.

Schuif je mee aan het hoeve- of serreparadijs, dan

ontdek je het verhaal achter verse hoeveproduc-

ten en kamerplanten. En er is nog veel meer: net

als het platteland is het Pierlepein-aanbod voort-

durend in beweging!’

O

INFO Caroline Ingelbert: T 09 267 86 75, www.beleefdeboerderij.be, www.pierlepein.be, www.beleefhetplatteland.be

We bieden zo veel mogelijk doe-dingen

aan.

Muisje Pierlepein gidst op het platteland

BioScience, one of the three business groups of Bayer CropScience AG, is a leading international player in the research, development and marketing of seeds with added value traits. Innovation and product devel-opment is focused on vegetable seeds and the agricultural crops such as oilseed rape, cotton and rice. BioScience has more than 2100 employees worldwide. The headquarters are in Lyon, France.

Bayer BioScience N.V. located in Gent, Belgium is one of the main global plant biotechnology innovation centers of Bayer. This center of excellence integrates plant biotechnology research and BioScience busi-ness support functions to optimize the innovation process in a responsible and sustainable approach.

If you have the right qualifi cations and wish to be part of this innovative R&D setting, please send your resume to: Pascale Philips – [email protected]

Tel. +32/9/243 04 50 • Bayer BioScience N.V., Technologiepark 38, 9052 Gent • Belgium www.bayer.be

Breeding Agronomist (m/f)Job description:Organisation and execution of Winter Oilseedrape fi eld trials in Wallonia and Northern France.Specifi cs:· Execute winter oilseed rape breeding trials in Wallonia

& Northern France· Make scorings of phenotypic characteristics, in

cooperation with the Winter Oilseedrape breeders· Manage local fi elds, materials and equipment· Ensure compliance with all existing safety standards in

the area of responsibility· Recruit and supervise temporary people

Profi le:• M Sc in Agriculture (specialisation agronomy) or equivalent• Extensive experience in conducting fi eld trials• Thorough knowledge of common agricultural practices also

including machinery operation• Accuracy• Teamplayer• Preferred languages : Dutch, French & English

Offer:We offer a competitive salary and benefi ts package and an innovative and international environment. Our teams are amongst the best in the industry. Teamwork, entrepreneurship, drive, a passion to learn and to share knowledge, respect for sustainable development and integrity are our most precious values. Our international and interdisciplinary work environment offers a range of possibilities to motivated, qualifi ed people with excellent interpersonal and organizational skills.

For our Development department in Astene (Deinze) we are currently looking for a motivated

§2090295

2090249_advertentie VILT.indd 1 04-06-2009 12:36:43§

Page 22: Landgenoten Zomer 2009

buitenlander22

inds hun deelname aan Mijn Restau-

rant zijn Yanaïka en Steffie de came-

ra’s al gewoon, ze kijken dus niet raar

op van de cameraploeg van Boeren-

stebuiten die in ons spoor volgt. Voor de familie

Coenegrachts is het wel even wennen. ‘Hoewel,

ook wij hebben nogal wat mediabelangstelling

gehad’, zegt Julie, de vriendin van Jan. ‘Vooral

bij de uitreiking van de Belgian Potato Quality

Award.’ Voor die award brengt de vakjury zowel

de smaak van de aardappelen in rekening, als de

teeltwijze en de aandacht voor het milieu. Sinds

eind 2008 teelt Jan officieel de beste aardappelen

van België, samen met de familie Cap uit Ernage

(Gembloux).

Koken met CharlotteJan runt een aardappelboerderij in Lafelt (Riemst)

maar verbouwt ook graan, mais, suikerbieten

en wortelen. De vader van Jan was een van de

eersten in de streek om aardappelen te telen. Nu

beheren ze samen 26 hectare, waarvan 16 hectare

eigen grond en de rest in seizoenpacht.

Exquisa’s heeft Jan niet in de aanbieding: voor

de voedingsindustrie is die zeldzame aardappel-

soort minder interessant. ‘Ik kweek vooral Bintje

en Charlotte. Zeker bij de mensen die rechtstreeks

aan de boerderij kopen, is daar vraag naar’. Ook

Yanaïka kookt vaak met Charlotte, zo blijkt. ‘En

met veel andere soorten, die ze naar gelang van

het menu nauwgezet uitzoekt. Bataten, bijvoor-

beeld, of paarse aardappelen. Het hangt ook af

van het seizoen en de prijs.’

Dat laatste is een teer punt voor Jan. ‘Je zou

het niet geloven als je de winkelprijs ziet, maar

wij verkopen momenteel tegen kostprijs. Het zijn

de tussenstappen waar het geld blijft hangen.

Daarom begin ik ook meer en meer rechtstreeks

te verkopen aan frituren en winkels uit de buurt,

en aan mensen uit de streek.’ Daarbij komt de

Belgian Potato Quality Award goed van pas. ‘Die

prijs heeft heel wat mensen naar hier gelokt. Dat

effect is natuurlijk eenmalig: de mensen komen

één keer uit nieuwsgierigheid, en daarna kun je

‘Hard labeur, dat herkennen we’

Een restaurant dat zich richt op aardappelen, tot zelfs aardap-

pelsoep toe: niet iedereen vond het in de vorige reeks van Mijn

Restaurant een verstandige keuze. Maar Yanaïka en Steffie van

restaurant Exquisa zetten met succes door, en daar kan aardap-

pelteler Jan Coenegrachts alleen maar blij om zijn.

S

Page 23: Landgenoten Zomer 2009

huisgemaakte aardappelpasta. En we serveren

natuurlijk ook geen stuk vlees met een berg pa-

tatten ernaast. Tegen dergelijke clichés moesten

we zeker in het begin nog opboksen.’

Intussen moeten de meisjes wel toegeven dat

ook zij niet vrij zijn van clichédenken. ‘Proper dat

het hier is! Heel anders dan we ons hadden inge-

beeld. Als buitenstaander associeer je een boerde-

rij toch altijd met beesten.’ En met types als boer

Charel, vult Jan aan. ‘Echt waar: als mensen aan

een boer denken, blijft dat vaak het eerste beeld

dat bij hen opkomt. Geef toe: daar is de landbouw

vandaag toch een heel eind van verwijderd...’

2323

‘Hard labeur, dat herkennen we’

alleen overtuigen door hard te werken en kwali-

teit te bieden. Maar ook dat lijkt aardig te lukken.’

‘Dat herkennen we’, knikken Yanaïka en Steffie.

‘Niet alleen het hard labeur. In het begin kwamen

bij ons veel mensen langs voor de hype, maar dat

effect is nu zo goed als verdwenen. Nu komen ze

gewoon om te genieten, en zo hoort het ook. Heel

af en toe hebben we nog eens klanten die opzet-

telijk hun servet op de grond laten vallen om te

testen hoe snel wij ze oprapen. Maar dat zijn echt

de uitzonderingen.’

Multifunctionele ploeg?Echt veel ervaring met de landbouw hebben de

meisjes van Exquisa niet. ‘We geven het gerust toe:

goede producten kennen we, de landbouw erach-

ter niet. Er zijn wel een paar boeren in de familie,

maar eigenlijk weten we niets over hoe ze dag in

dag uit werken.’ Wat Yanaïka meteen bewijst door

een ploeg weliswaar te herkennen (‘Daar heb ik

ooit nog opgezeten!’) maar dan te raden dat ze

dient om aardappelen te rooien. Steffie verbaast

dan weer vriend en vijand door de tere plantjes op

het veld correct te identificeren als suikerbieten.

Misschien een gok, maar wel recht erop.

‘We hebben dan misschien niet veel verstand

van landbouw, stadsmensen zijn we ook niet’, zegt

Steffie. ‘Ik woon vlakbij een bos en Yanaïka mid-

den in de velden. Veel gezelliger dan in de stad. En

veiliger: iedereen laat gewoon zijn sleutels op de

auto zitten als die op de oprit staat. Misschien wel

een goede tip voor inbrekers: ja, op het platteland

is het gemakkelijker werken.’

Smaken en clichésHet gesprek komt op de smaak van aardappelen,

en of je het verschil tussen twee soorten proeft.

Jazeker, vindt iedereen. ‘Maar mensen letten daar

niet op’, zegt Steffie. ‘Voor de meesten is het ge-

woon een patat. Als hij paars is, ja, dat zien ze wel.

En dan vragen ze hoe we dàt voor elkaar hebben

gekregen. Met inktvisinkt?’ ‘Aardappelen wor-

den ondergewaardeerd’, vindt Yanaïka. ‘En met

Exquisa willen we de aardappel in ere herstellen.

Er zijn zo veel bereidingsmogelijkheden en ras-

sen met een bijzondere smaak. We geven geen

gewone spaghetti, maar aardappelgnocchi en

Voor de meeste mensen is een aardappel

gewoon een patat.

INFO BoerenstebuitenTV maakte een reportage over het bezoek van Yanaïka en Steffie aan het bedrijf van Jan Coenegrachts. Bekijk ze op www.vilt.be

Jan Coenegrachts en zijn vriendin Julie laten Yanaïka en Steffie met het veldwerk kennismaken.

Page 24: Landgenoten Zomer 2009

frontaal24

In een ideale wereld heb je ze nooit nodig. Maar voor de praktijk-

situaties waarin ze onvermijdelijk zijn, lijkt het goed om een eendui-

dig systeem van redelijke compensatieregelingen vast te leggen.

We vroegen aan drie tenoren hoe dat er volgens hen moet uitzien.

24

‘Een compensatieregeling blijft altijd een pleister

op een houten been. Het verlies van grond is voor

een grondgebonden landbouwbedrijf in Vlaande-

ren nauwelijks recht te zetten. Naast het actu-

ele waardeverlies vermindert ook je rendement

op lange termijn. De best mogelijke regeling is

daarom een compensatie in grond in plaats van in

geld. Dat is het systeem dat in de grondenbank is

uitgewerkt. Maar in de praktijk blijkt dat moeilijk

werkbaar omdat de grondenbank net als iedere

individuele boer geconfronteerd wordt met het

probleem dat er te weinig gronden beschikbaar

zijn, zowel in het getroffen gebied als daarbuiten.

Er is in realiteit dus toch vaak ook een flankerend

beleid met financiële compensaties nodig.’

‘In het verleden werden, afhankelijk van het

project, facultatief compenserende maatrege-

len voor de betrokken landbouwer uitgewerkt.

In het Sigmaplan doen we voor het eerst erva-

ring op met een globaal flankerend beleid dat

voor alle deelprojecten geldt. Op die manier

verliezen we minder tijd en kunnen we ons met-

een op het uitwerken van concrete oplossingen

concentreren. De eerste ervaringen zijn positief

al vertoont het systeem wel nog tekortkomin-

gen, waaraan op dit ogenblik wordt gesleuteld.

Zo is het voor pachtende boeren erg moeilijk

om via de grondenbank nieuwe pachtgronden

te vinden. Dat kan opgelost worden via stimuli

voor nieuwe eigenaars buiten het projectgebied

die met deze boeren een nieuwe pacht willen

afsluiten. Een ander element is dat wie profi-teert, zou moeten meebetalen. In het verleden

was het vaak de overheid die vergoedingen be-

taalde, terwijl andere spelers zoals de haven of

bedrijven van de nieuwe situatie profiteerden

zonder een bijdrage te leveren. Een eerste po-

sitief voorbeeld is hier de financiering van het

flankerend beleid in het kader van de uitbrei-

ding van de haven van Antwerpen, waarbij ook

het havenbedrijf een deel van de kosten van dit

beleid op zich neemt.’

‘In de praktijk blijkt ook het systeem van

wijkersstimuli nuttig om, binnen en buiten het

projectgebied, snel ruimte te creëren voor de

aankoop van gronden of bedrijven. Op die ma-

nier kan er meer in der minne geregeld worden

in plaats van via gedwongen verkoop. Nog iets

waarmee momenteel naar het voorbeeld van

Nederland wordt geëxperimenteerd, is het ver-

plaatsen van volledige bedrijven. Het is daarbij

de bedoeling om op een andere locatie een ge-

lijkwaardig bedrijf te vinden en indien nodig het

verschil in waarde bijkomend te vergoeden. Naast

al deze hulpmiddelen verdient natuurlijk ook de

grootte van de wettelijk vastgelegde vergoedin-

gen bij onteigening en uittreding onze blijvende

aandacht. Al blijft het misschien wel nog belang-

rijker om ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk

boeren met deze problematiek te maken krijgen.’

Peter Van Bossuyt, Boerenbond

Wat is een redelijke compensatieregeling?

Page 25: Landgenoten Zomer 2009

2525

Bart Helon, VLM-diensthoofd Grondzaken

‘Door de hoge gronddruk in Vlaanderen heb je als betrokken landbouwer meer aan een gelijkwaardig perceel dan aan een financiële compensatie. Dat is de uitdaging waarvoor we

met de oprichting van lokale grondenbanken een

oplossing proberen te zoeken. Het probleem is

dat het systeem van een grondenbank alleen goed

functioneert met een voldoende groot aanbod.

En in de praktijk blijkt het allesbehalve eenvoudig

om in een projectgebied voldoende oppervlakte

te verwerven. Iedereen zit op dezelfde gronden te

azen. Toch hebben we in een aantal recente dos-

siers wel goede ervaringen opgedaan, waaruit we

voor de toekomst kunnen leren.’

‘Op de eerste plaats denk ik aan de oprichting

van zogenaamde pregrondenbanken. Dat principe

hebben we de voorbije jaren twee keer toegepast:

op Linker- en op Rechteroever in Antwerpen. Het

voordeel daarvan is dat wij veel vrijer kunnen on-

derhandelen over de mogelijke verwerving van

gronden. Dat maakt een wereld van verschil, want

we willen onder meer vermijden dat we de prijzen

in een regio plots kunstmatig de hoogte in jagen.

Tegelijk biedt deze werkwijze het voordeel dat we

onze klanten al op korte termijn een aantal perce-

len kunnen aanbieden.’

‘Een tweede verbeterpunt heeft betrekking op

de wijkersstimuli. Die blijken erg effectief om gron-

den beschikbaar te maken. Ook voor wie grond

pacht, trouwens. Want we keren onder meer een

toeslag uit aan grondbezitters die hen ertoe aan-

zet om te blijven pachten. Een negatief gevolg van

dergelijke stimuli is echter dat er een onevenwicht

dreigt te ontstaan met regio’s die net buiten het

projectgebied vallen. Daarom is het een goed idee

om duidelijke criteria decretaal vast te leggen voor

de vraag welke stimuli in welke gevallen kunnen

worden ingezet. Het invullen van die criteria is een

politieke keuze, maar het zou ons een duidelijker

kader bieden voor de uitvoering van het beleid.’

‘Ik heb het grootste begrip voor de moeilijkhe-

den waarmee landbouwers in het dichtbevolkte

Vlaanderen worden geconfronteerd. Het is niet

meer dan normaal dat ze op een correcte wijze

worden gecompenseerd voor de economische

schade die ze lijden bij grondverlies. Ik heb het

dan zowel over de eigenaars, als over wie gron-

den pacht. Tegelijk wil ik erop wijzen dat haven-

uitbreiding maar een van de vele oorzaken van

de hoge druk op landbouwgronden is. Europese

natuurwetgeving en infrastructuurprojecten, zo-

als het Sigmaplan dat een verhoogde veiligheid

met natuurontwikkeling wil verzoenen, slorpen

minstens evenveel ruimte op.’

‘Het is een goede zaak dat er naast de bestaande

compensatieregelingen meer aandacht wordt be-

steed aan het ontwikkelen van een flankerend be-

leid, dat landbouwers naar een nieuwe toekomst

binnen of – indien gewenst – buiten de Vlaamse

landbouw begeleidt. Ik kan mij perfect vinden in

het principe dat wie baat heeft, mee betaalt. Dat

doen we vandaag al op Linker- en op Rechteroe-

ver. Een bedenking is wel dat natuurcompensaties

niet ten bate van de haven komen. Die wetgeving

is uit globale maatschappelijke overwegingen ge-

stemd. En zonder ons aandeel te willen minimali-

seren, is het zo dat de ganse Vlaamse economie

meegeniet van investeringen in de haven.’

‘Het idee van een grondenbank vind ik een nuttig

instrument. Hoewel er vaak onvoldoende grond

aanwezig blijkt om een ruil te kunnen voorstellen.

Daarbij komt dat de natuursector soms tot drie keer zoveel landbouwgrond opeist om natuur-waarde te compenseren. Dan vraag ik mij af of ze,

net als de haven, gronden niet economisch effici-

enter kunnen inzetten. Via gerichte natuurontwik-

keling kan dat toch zuiniger? Voorts is er ook de

administratieve rompslomp en traagheid waarmee

alles vooruitgaat. Er komt ontzettend veel bij kijken

om een eigendomsoverdracht of bedrijfsverplaat-

sing rond te krijgen. Ook in dat opzicht kan het

flankerend beleid zeker verder worden versterkt.’

Eddy Bruyninckx, gedelegeerd bestuurder Haven van Antwerpen

Page 26: Landgenoten Zomer 2009

Trouwe cliëntenbelonen we

met exclusieve

voordelen

Kom eensterug als je

aan het volledige

voorwaardenpakket

beantwoordt.

Waar legt uw bank het accent ?

BANK & VERZEKERINGEN

Ontdek

Meer info en voorwaarden op www.fidelio.be

Fidelio is een vipprogramma met tal van exclusieve voordelen. Om Fidelio te worden

schrijft u gewoon in op maatschappelijke aandelen van het Landbouwkrediet. Die leveren u

elk jaar een mooi dividend. Daarbovenop geven zij recht op een gratis zichtrekeningwaarmee u bovendien nog eens een aardige cent op zak kunt steken. Inderdaad, voor elke

verrichting die u zelf uitvoert krijgt u aan het eind van het jaar 5 cent. Daarnaast krijgt u

ook toegang tot een reeks andere voordelen op producten en diensten van het

Landbouwkrediet, en geniet u kortingen bij een groot aantal externe partners ! Fidelio is

er ook voor u ! Schrijf vandaag nog in op maatschappelijke aandelen. Instapkosten zijn er

niet en de jaarlijkse bijdrage van € 25,20 wordt het eerste jaar maar gedeeltelijk

aangerekend, met name vanaf de maand die volgt op de inschrijving.

Breng vandaag nog een bezoek aan een agent van hetLandbouwkrediet in uw buurt. Of bel hem. U vindt zijngsm-nummer op www.landbouwkrediet.be.

16433_LBK_Annonces_FIDELIO-2 - 07-08:16433_LBK_Annonces_FIDELIO 15-09-2008 16:07 Page 2

Page 27: Landgenoten Zomer 2009

27

e hoeft geen groot bedrijf met een eigen

R&D-afdeling te hebben om te innoveren,

zelfs voor het kleinste bedrijfje is het re-

levant. Maar vaak is het geen eenvoudig

proces, eerder één van vallen en opstaan.

Belangrijk is te beseffen dat innovatie niet en-

kel vanuit jezelf moet komen. Door je horizon te

verruimen, geraak je vaak veel verder. Het zou

idioot zijn om het wiel opnieuw uit te vinden. Zo

kan je heel wat leren van andere sectoren, van

je leveranciers of van het buitenland. Mensen

hebben dan vaak de neiging om te zeggen ‘dat is

anders’, maar het komt erop aan om de vraag om

te draaien: waar zijn er gelijkenissen en wat kan

ik daar voor mijn bedrijf uit leren? Externen in je

innovatieproces betrekken, helpt ook om je blik

open te trekken. Bij hogescholen, universiteiten,

kenniscentra en ook klanten is er vaak heel wat

expertise aanwezig die je kan helpen. Waar het

uiteindelijk om gaat is niet waar de ideeën van-

daan komen, maar wel in welke mate je ze kan

valoriseren voor je bedrijf.

Veel mensen denken dat innoveren een briljan-

te inval vergt, die niet te sturen of te forceren valt.

Maar dat zijn eerder uitzonderingen. Innovatie is

uiteindelijk het resultaat van een proces waarin

creatieve ideeën worden omgezet in bruikbare

oplossingen. En dat proces laat je beter niet aan

het toeval over. Er moet structuur en systematiek

in zitten: je start met een heleboel ruwe ideeën

die na evaluatie gefilterd worden om zo enkel de

ideeën die kans op slagen hebben over te houden.

Tijdens zo’n proces loopt het vaak mis in de beslis-

singsmomenten. Vertrouw nooit op je buikgevoel,

maar toets je idee steeds aan relevante en objec-

tieve criteria. Een andere bedreiging voor goede

beslissingen is een te grote betrokkenheid. Je ei-

gen baby dood doen, doe je niet gauw. Zorg dat er

steeds externe mensen bij betrokken zijn die van

op afstand je idee kunnen toetsen. Innovaties zul-

len pas echt tot economische doorbraken leiden

als ze het verschil maken. Hou altijd voor ogen

dat je innovatie moet inspelen op de behoeften

van klanten.

Maar innovatie gaat niet alleen om een nieuw

product of een nieuwe dienst. Soms moet je

ook je business in vraag durven stellen om zo te

komen tot een totaal nieuw businessmodel. Een

voorbeeld van een bedrijf dat daar heel goed in

is geslaagd, is Amazon. Het zorgde voor een re-

volutie in de wereld van de boekhandels toen het

een dominante speler werd in de verkoop via het

internet.

Ook voor landbouw is innovatie van het busi-

nessmodel een te overwegen piste. De land-

bouwsector produceert vaak geen afgewerkte

producten, maar grondstoffen voor de voedings-

industrie. Neem nu melk. Koeien worden gemol-

ken door de boer. De melk wordt verkocht aan zui-

velfabrieken waar ze vaak in de massa verdwijnt,

hoe kwaliteitsvol die melk ook is. De zuivelfabrie-

J

mijn gedacht

‘Innoveren

Vaak denkt men dat innoveren een briljante

inval vergt, maar niets is minder waar.

Marion Debruyne is professor aan de Vlerick Leu-ven Gent Management School en verbonden aan het kenniscentrum van Flanders District of Crea-tivity (Flanders DC). Zij is auteur van het boek’In-noveren met creativiteit’.

WIN! Het boek ‘Innoveren met

creativiteit’ van prof. De-

bruyne bevat een heleboel

praktische tips, tests en

voorbeelden die je meteen kan toepassen op

je bedrijf. Wil jij 1 van de 5 exemplaren van dit

boek winnen? Stuur je naam en adres naar

[email protected].

INFO www.flandersdc.be, www.vlerick.be

ken verwerken die melk en gaan ze op hun beurt

vermarkten. Als je dit principe nooit in vraag durft

te stellen, dan wordt je kwetsbaar en is de kans

groot dat de condities steeds slechter worden.

Als boer kan je dan op zo’n moment alleen maar

concluderen hoe jammer het is dat je geen hogere

prijs krijgt.

Ik heb al vaak gemerkt dat bedrijven die

grondstoffen of standaardproducten maken,

het gevoel hebben dat innovatie niets voor hen

is. Maar ook als grondstoffenproducent kan je

op die manier het verschil maken. Je moet en-

kel trachten te ontsnappen uit het dominante

recept, afwijken van wat de standaard is. Daar

heb je niet alleen veel durf voor nodig, je moet

ook jezelf en je bedrijf in vraag stellen: waar ben

ik mee bezig? En dat is misschien wel moeilijk,

maar zeker niet onmogelijk.

kan je leren’

Page 28: Landgenoten Zomer 2009

Gebruik biociden veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

d o o d t s n e Lb e s c h e r m t L a n g d u r i g

250 ml, 1L en 2,5L

Butoxdoodtvliegen,luizen enschapeluisvliegen

biedt bescherminggedurende

8 weken

36030_Butox_ad_210x239_NL_v1.indd 1 6/9/09 8:28:01 AMAfgiftekantoor Gent XLandgenoten 18Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 2, 2009

België-Belgique9099 Gent X

bc 10292

V.u. Dirk Lips, p.a. ViltKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel

P509285

Pagina 28: Advertentie VILT