Landgenoten Lente 2009

28
landgenoten magazine voor boer en buiten lente 2009 | 17 www.vilt.be + Landbouwbeleid na 2013, Camiel Adriaens, Grote Routepaden en veel meer driemaandelijks | kwartaal 1 | Gent X | P509285 Plan je successie 6 tips voor een slimme generatiewissel Staf Nimmegeers ontdekt het echte leven in de koeienstal DOSSIER windenergie Winst uit wind? Limburgse kooi- én scharreleieren Met de kippen op stok

description

 

Transcript of Landgenoten Lente 2009

Page 1: Landgenoten Lente 2009

landgenotenmagazine voor boer en buiten lente 2009 | 17

www.vilt.be

+ Landbouwbeleid na 2013, Camiel Adriaens, Grote Routepaden en veel meer

drie

maa

ndel

ijks

| kw

arta

al 1

| G

ent

X | P

5092

85

Plan je successie

6 tips voor een slimme generatiewissel

Staf Nimmegeers

ontdekt het echte leven in de koeienstal

DOSSIERwindenergie

Winst uit wind?

Limburgse kooi- én scharreleieren

Met de kippenop stok

Page 2: Landgenoten Lente 2009

www.sbb.be

Samen maken wij uw toekomstSBB begeleidt vandaag al meer dan 10.000 landbouwers, tuinders en veetelers op het vlak

van boekhouding, fiscaliteit, vennootschappen, milieu- en bedrijfseconomische regle-

mentering. In elk van de 28 SBB-kantoren vindt u adviseurs die, net als u, specialisten zijn in

hun vak. Zij waarborgen u een deskundige en betaalbare begeleiding en bouwen samen met

u aan de toekomst van uw bedrijf. Meer info over onze diensten vindt u op www.sbb.be of in

het SBB-kantoor in uw buurt.

Kies voor eenadviseur die

uw sector kent!Boekhouding | Fiscaliteit | Vennootschappen | Milieuadvies | Agro Bouwadvies | Bedrijfseconomisch advies

SBB Partner voor bedrijvige mensen

Page 3: Landgenoten Lente 2009

3

colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail [email protected] hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Inge Jooris, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.

in dit nummer

22

12

20

06

Beste

landgenoten

06 focus windenergieEen nieuwe generatie van kleine

windturbines dient zich aan.

Groen licht voor groene stroom?

14 burenbabbelWaarom Gie Beirnaert van de

vzw Grote Routepaden een cultuur

van recreatief medegebruik mist.

18 biechtstoelAbs-voorzitter Camiel Adriaens

evalueert na 22 jaar voorzitterschap

de Vlaamse landbouw.

20 ten huize vanJaak, Ward en Wim Janssen: een

ondernemend legkippentrio uit

Maaseik.

en verder …

04 koetjes & kalfjes12 0ndernemer van nature16 gewikt en gewogen 17 uit de provincie22 buitenlander24 frontaal27 mijn gedacht

Beste Landgenoten,

Ist me wel nog weerd, zwoegen lijk e peerd…

Op de tonen van dit liedje bracht het Eén-

programma Koppen de reportage ‘Boeren in

nood’. Geen geklaag, geen grootspraak, maar

drie eerlijke getuigenissen van boeren die hun

fierheid opzij zetten om aan de alarmbel te

trekken. De sector gaat door een diep dal en

veel boeren stellen zich vragen over de toe-

komst van hun bedrijf.

Ondanks deze sombere vooruitzichten zijn

er nog heel wat jongeren – vaak hoogopgeleid

– die er nog steeds in geloven. De zekerheid

van een goedbetaalde job en bedrijfswagen

kan hen niet verleiden. De passie voor het

veldwerk, de dieren en het ondernemen zit

hen in het bloed. Het ouderlijke bedrijf verder

zetten is hun levensdoel. Ook in mijn omge-

ving ken ik zo een aantal mensen en ik moet

eerlijk zeggen, ik heb wel bewondering voor

die gedrevenheid.

Maar een schouderklopje alleen maakt de

investeringen niet minder zwaar. Een goede

omkadering is noodzakelijk. Zo wacht je

als ouder beter niet te lang om je erfenis-

kwesties te regelen. Er op tijd aan begin-

nen, levert heel wat voordelen op. Johan

en Tom uit Lochristi spreken uit ervaring.

Ook de overheid beseft dat wisselende

regelgeving en korte termijnvisie geen

stimulans zijn voor onze jonge boeren.

Daarom wil men jullie mee laten debatte-

ren over welke richting het Europees land-

bouwbeleid uit moet na 2013. Wij zorgen

in dit nummer voor genoeg stof

tot discussie. En professor

Johan Lambrecht gaf ons

nog een slimme tip: be-

drijven met een duide-

lijke strategie zijn veel

winstgevender…

Veel leesplezier!

Griet Lemaire

Hoofdredacteur

Page 4: Landgenoten Lente 2009

‘Aanbodbeheersing klinkt cru, maar

de automobielsector en de chemische nijverheid remmen hun productie toch

ook af in tijden van crisis?’Guy Depraetere in gevilt. Hij staat aan de wieg van de United Potato Growers, een organisatiedie een systeem van vrijwillige aanbodbeheersing in de aardappelsector op poten wil zetten.

Kwamen boeren vroeger echt met pakken

geld in hun zak naar het landbouwsalon in

Brussel om een nieuwe tractor te kopen?

Welke koeien kaapten er jaar op jaar de eer-

ste prijs weg? Als jij het antwoord weet op

deze vragen, dan heeft het Centrum Agrari-

sche Geschiedenis (cag) jou nodig. Om de

100ste verjaardag van ‘het salon’ te vieren,

brengt het samen met Fedagrim, de huidige

Landbouwsalon blaast 100 kaarsjes uit

De terugkeer van de Melkbrigade

koetjes & kalfjes4

Vijftig jaar is het geleden dat één van de invloedrijkste reclamecampagnes

ooit werd opgezet. De Melkbrigade slaagde er tussen 1959 en 1970 in zo’n

honderdduizend kinderen trouw hun dagelijks glas melk te laten drinken

om toch maar een grote M op hun mouw te kunnen spelden. Veel mensen

hebben vijftig jaar na datum nog zeer mooie en levendige herinneringen

aan die periode. Het boek ‘Milleke, Melleke, Mol. De terugkeer van de

Melkbrigade’ kijkt vol nostalgie terug naar die periode uit de jaren vijftig

en zestig.

info www.borgerhoffenlamberigts.be

beursorganisator, een boek uit. Daarvoor

zoekt het cag nog opmerkelijke verhalen en

boeiende anekdotes over de voorbije beur-

zen, maar ook foto’s, programmaboekjes,

affiches, toegangskaarten, certificaten van

winnaars,… zijn meer dan welkom. Ben jij

een trouwe bezoeker van de beurs of heb je

er nog als standhouder gestaan? Help dan

dit boeiende stuk landbouwgeschiedenis te

vervolledigen.

info www.cagnet.be, 016 32 35 42, [email protected] of cag vzw, Naamsestraat 63, 3000 Leuven.

Een thesis over

jouw bedrijf?Je hebt een idee in je hoofd voor een technische

innovatie, energie- of waterbesparingen,… op

je bedrijf, maar de tijd of de nodige technische

bagage ontbreekt om het om te zetten in de prak-

tijk. Bedenk dan dat er elk jaar behoorlijk wat

laatstejaarsstudenten op zoek zijn naar een leuk

thesisonderwerp. Wie weet kunnen zij jouw wilde

ideeën omzetten in realiteit. Sinds kort helpt het

Innovatiesteunpunt voor land- en tuinbouw om

thesisstudenten en land- en tuinbouwers met el-

kaar in contact brengen. Geen excuus dus om die

innovatieve ideeën nog langer in de koel-

kast te laten staan!

info www.innovatiesteunpunt.be

of 016 28 61 20

Stuur je naam en adres

naar info@landgeno-

ten.be en WIN één

van de vijf exemplaren

van het boek.

Of speel op zeker en

geniet van een aantrek-

kelijke KORTING

bij de Standaard

Boekhandel. Met deze

bon betaal je slechts

€ 15,95 ipv. € 19,95.

Page 5: Landgenoten Lente 2009

Dat is het aantal mestverwerkingsinstallaties dat eind 2008 was vergund, terwijl er voor 21 installaties een milieuver-gunning in aanvraag was. In 2005 was er nog geen enkele installatie vergund en waren er 7 in aanvraag. Voor 2009 wordt verwacht dat er opnieuw een stijging van het aan-tal mestverwerkingsinstallaties zal gerealiseerd worden.

info Voortgangsrapport Mestbank 2008,

www.vlm.be/mestbank of T 02 543 72 00

Aandacht voor innovatie, oog voor

duurzaamheid en een doordacht per-

soneelsbeleid. Ken jij een sierteler die

deze eigenschappen feilloos combi-

neert met marktkennis en visie? Of

denk je dat die eigenschappen op

jezelf van toepassing zijn? Stel jou of

een ander sierteeltbedrijf dan kandi-

daat voor de titel ‘Sierteler van het

jaar’. Om de creatieve ondernemers-

geest bij onze siertelers te stimuleren

organiseert het Algemeen Verbond

van Belgische Siertelers (avbs) voor

de eerste keer deze wedstrijd. De win-

naar brengt niet alleen in eigen land

de sierteelt positief onder de aan-

dacht, ook aan het buitenland kan hij

tonen welk vakmanschap en onderne-

mersmentaliteit Belgische siertelers

bezitten. De titel levert immers ook

deelname aan de internationale wed-

strijd ‘Grower of the year’ op. Maar

je zal snel moeten zijn, kandidaturen

worden slechts aanvaard tot en met

31 maart.

info www.avbs.be, [email protected] of 09 326 72 10

Word jij sierteler van het jaar?

5

Poll

Aantal stemmen: 708

Zelf een stem uitbrengen? Elke week vind je een nieuwe poll op www.vilt.be.

neeja18,9%81,1%

Moet de Vlaamse regering extra geld uittrekken voor crisismaatregelen ten bate van de land- en tuinbouwsector?

Tuinbouw-voorlichting on demandZit je met een vraag over het teeltproces van peterselie?

Wil je meer weten over de ontsmetting van je serre of

vraag je je af van waar de toenemende vertakking van

witloofwortels komt? Dan kan je sinds kort terecht op

het Tuinbouwforum, een vraagbaak voor alle teelten on-

der glas en voor de witloofteelt. Op dit internetforum,

een initiatief van de Vlaamse proefcentra, werden al

over meer dan 70 onderwerpen vragen en antwoorden

gepost. Bedoeling is niet alleen de kennisuitwisseling

tussen collega-telers te stimuleren, maar ook het con-

tact tussen de onderzoekers van de proefcentra en de

telers te bevorderen. Hebben de proefcentra bepaalde

kennis niet in huis, dan gaan zij zelf op zoek naar experten

die een adequaat en wetenschappelijk correct antwoord

kunnen formuleren op de vragen die op het forum ver-

schijnen. Een sterk staaltje van voorlichting dus!

info www.tuinbouwforum.be

Je zus verjaardagswensen overbrengen, vrienden uitnodi-

gen voor een barbecue of je lief inviteren voor een dineetje

bij kaarslicht,… Gedaan met saaie sms’jes sturen. Met de

e-cards van Melk & honing doe je het voortaan in stijl! Op de

website kies je een leuke foto met bijpassende tekst, je schrijft er een

persoonlijke boodschap bij, vult het e-mailadres in en met één druk op de

knop is je kaartje verzonden. Je scoort niet alleen bij je familie en vrienden, maar

je brengt ook de landbouw en zijn producten op een originele manier onder de

aandacht. Waar wacht je nog op?

info www.melkenhoning.be (rubriek ‘Melk & honing verwent’)

Verjaardagskussen van je groentenb(r)oertje

Page 6: Landgenoten Lente 2009

focus vorming6

Demoproject WindmakersIn het kader van het Vlaams programma voor Plattelandsontwikkeling

(pdpo ii) start povlt (Proclam vzw) in samenwerking met het Innova-

tiesteunpunt en het bedrijf 3e vanaf 1 juli 2009 met het demonstratie-

project Windmakers. Een van de hoofddoelstellingen van het project

is om de markt te verkennen van turbines die voor landbouwbedrijven

interessant zijn. Op 4 voorbeeldbedrijven zal een dieptestudie naar in-

plantmogelijkheden voor windturbines worden uitgevoerd, met kos-

ten-batenanalyse en oog voor de lokale landschapssituatie. Ook zul-

len tijdens het project, dat tot juli 2011 loopt, minstens twee turbines

in werking gesteld worden.

info www.enerpedia.be

Page 7: Landgenoten Lente 2009

aast de grootschalige windmolens

komt er vandaag een nieuwe ge-

neratie van kleine en middelgrote

windturbines op de markt. In tegen-

stelling tot de bekendere grote turbines hebben

ze een masthoogte die lager is dan 60 meter, en

een rotordiameter – de afstand tussen de uitein-

den van de wieken – die minder dan 50 meter

bedraagt. De nieuwe windturbines zullen niet

meteen in de dichtbevolkte Vlaamse woonwijken

opduiken. Maar voor bedrijven die in een (wind-

rijke) open ruimte gelegen zijn, bijvoorbeeld in

landbouwgebied, biedt deze nog prille ontwikke-

ling zeker kansen.

NattevingerwerkDe voorbije jaren zijn er tientallen types windtur-

bines ontworpen en gecommercialiseerd, elk met

hun eigen voor- en nadelen. De populairste vari-

ant heeft een horizontale draaias en drie wieken.

Maar er zijn evengoed types met een verticale as,

zoals de windwokkel, of varianten zonder wieken,

zoals de energy ball of de turby (zie volgende pa-

gina). Welk type het interessantst is, hangt van

de omstandigheden af: de ene draait stiller dan

de andere en produceert geen slagschaduw. De

andere is esthetischer maar heeft een kleiner ver-

mogen of een lagere verwachte jaaropbrengst.

Voor de inplanting in landbouwgebied is de ge-

schatte jaaropbrengst bij de in jouw regio gang-

bare windsnelheden doorslaggevend. Toch is pre-

cies dat deel van de berekening volgens Christa

Schaut van de Vlaamse Wind Energie Associatie

(vwea) nog nattevingerwerk. ‘Voor zonnepanelen

kun je op basis van het aantal zonne-uren het ren-

dement nauwkeurig inschatten. De lokale wind-

situatie is veel moeilijker te voorspellen. Je kunt

je wel baseren op het Windplan Vlaanderen (zie

volgende pagina), maar dat geeft de situatie op 50

en 75 meter hoogte weer. Vooral op lagere hoog-

tes hebben lokale omstandigheden zoals hellin-

gen, obstakels en bossen een grote invloed op het

windaanbod. En één meter lager kan al een enorm

verschil betekenen. Zeker in combinatie met de

rendementscurve van je turbine. Sommige types

7

Dankzij een nieuwe omzendbrief wordt het makkelijker om ook

als individuele landbouwer een windmolen uit te baten. Maar hoe

beslis je of zo’n kleine of middelgrote turbine op je bedrijf een goed

idee is? Welkom in de wondere wereld van de windenergie.

NEén meter hoger of

lager kan een enorm verschil betekenen

Nieuwe generatie windturbines

Instappenof laten waaien?

focus windenergie

Page 8: Landgenoten Lente 2009

8 focus windenergie

Meetresultaten testveld Zeeland

Type turbine WRE 060 Skystream Airdolphin Swift WRE 030 Energy Ball Passaat Montana Turby Ampair

Prijs € 37.311,40 € 10.742,03 € 17.548,00 € 13.208,00 € 31.361,40 € 4.324,00 € 9.239,16 € 18.508,07 € 21.350,00 € 8.925,00

Netto opbrengst in kwh

379 kwh 1692 kwh 311 kwh 191 kwh 287 kwh 45 kwh 464 kwh 2180 kwh 203 kwh 185 kwh

garanderen een hoger rendement, maar alleen bij

erg hoge windsnelheden. Terwijl andere ook bij la-

gere snelheden, bijvoorbeeld tussen 3 en 4 meter

per seconde, al een redelijke opbrengst halen.’

Testveld in ZeelandOm de lokale windsituatie in te schatten, kun je

metingen laten uitvoeren, wat helaas tijd en een

paar honderd euro kost. Of je kunt je baseren

op vergelijkbare resultaten, zoals die van een

testveld voor kleine windturbines in Zeeland. In

samenwerking met verschillende partners houdt

de Nederlandse provincie sinds april de presta-

ties bij van tien verschillende turbines met een

masthoogte tot 15 meter in een omgeving die iets

windrijker is dan de meeste Vlaamse regio’s. Uit

de tests blijkt dat de turbines de Skystream en de

Montana het best scoren, met een jaaropbrengst

van 2000 à 2500 kilowattuur per jaar. Dat is een

stuk minder dan de 3500 kilowattuur die een

doorsnee gezin – en dus zeker een landbouwbe-

drijf – jaarlijks verbruikt.

Bij het berekenen van de terugverdientijd van je

turbine is de belangrijkste factor wat je aan ver-

meden stroomkosten uitspaart. Daarbij komen de

inkomsten uit je verkoop van groenestroomcerti-

ficaten. Vanaf 2010 garandeert de overheid voor

alle nieuwe installaties een minimumbedrag van

90 euro per schijf van 1000 kilowattuur, voor een

periode van 10 jaar. Momenteel kun je de certi-

ficaten ook aan energieleveranciers verkopen

voor ±110 euro, maar door het groeiende aanbod

zou die prijs al op korte termijn naar 90 euro zak-

ken. Dat is trouwens nog geen derde van wat de

overheid, 15 of 20 jaar lang, voor zonnepanelen

garandeert. Voorts krijg je voor de stroom die je

aan het net levert een beperkte vergoeding. Maar

doordat de stroomprijs voor meer dan de helft uit

heffingen en taksen bestaat – die je dus niet be-

taalt voor wat je zelf produceert en verbruikt –, is

dat nog niet de helft van het tarief waaraan je zelf

stroom koopt. Zoals bekend uit het verhaal van

warmtekrachtkoppelingsinstallaties, is het elek-

triciteitsnet ook niet overal aan lokale stroom-

producenten aangepast. Al is dat vooral voor de

zwaardere vermogens of verschillende turbines

een probleem.

Terugverdientijd: 20 jaar?Volgens verschillende berekeningen, onder meer

van povlt (Proclam vzw) in samenwerking met het

bedrijf 3e, zou de theoretische terugverdientijd

voor een turbine op de interessantste landbouw-

locaties in Vlaanderen 15 à 20 jaar zijn. Baseren

we ons op de praktijkresultaten uit Zeeland, dan

komen we voor de twee beste scorende turbines

uit op een terugverdientijd van 18,21 jaar voor de

Skystream en van 30,10 jaar voor de Montana,

die respectievelijk 10.742,03 en 18.508,07 euro

De technische prestaties zullen zeker en vast nog verbeteren

Meetperiode: 1 april 2008 t/m januari 2009 (behalve verbruik: 1 april t/m nov.), Gemiddelde windsnelheid: 3,6 m/s, De aangegeven prijs is inclusief btw van een complete configuratie bestaande uit generator, mast, fundering, omvormer, bekabeling en installatie.

de wre060

de Skystream de Airdolphin

Page 9: Landgenoten Lente 2009

9

kosten (zie kader). Daarbij is de huidige vlif-steun

van 30 procent verrekend en houden we geen re-

kening met mogelijke inkomsten door de verkoop

van stroom. Zoals de meeste experten gaan we uit

van een jaarlijkse onderhoudskost van 1,5 pro-

cent van de totale investering, hoewel die kost

door het gebrek aan ervaring met kleine turbines

nog moeilijk in te schatten is.

De cijfers bewijzen voor Christa Schaut dat de

kleine windturbines nog een hele weg af te leg-

gen hebben. ‘Om te beginnen baseren we ons

op voorlopige resultaten over een relatief korte

periode. De technische prestaties zullen zeker en

vast nog verbeteren. Als er voldoende gespecia-

liseerde bedrijven zijn, kan het onderhoud veel

goedkoper worden. Maar zeker in de beginfase

is een goed onderhoudscontract cruciaal: je wilt

niet gedroomd hebben dat je turbine tijdens

windrijke periodes buiten gebruik is. Niet onbe-

langrijk is ook dat de investeringsaftrek niet in de

berekening is opgenomen, maar dat heeft alleen

een impact voor wie niet met het forfaitaire belas-

tingssysteem werkt. Anderzijds hebben we nog

geen gegevens over hoelang een turbine meegaat

en houden we geen rekening met eventuele af-

braakkosten. Gelukkig is er sinds kort wel meer

duidelijkheid over het toekomstige systeem van

groenestroomcertificaten.’

Nieuwe omzendbriefIn het verleden bleek het verkrijgen van een ver-

gunning voor windturbines vaak een lijdensweg.

Voor de kleine turbines is echter een soepele

oplossing uitgewerkt. Op stedebouwkundig vlak

volstaat een gemeentelijke vergunning. Inzake

milieuvergunning geldt voor windturbineparken

met een vermogen van 300 tot 500 kilowatt mel-

dingsplicht bij de gemeente. Dat vermogen is de

hoeveelheid stroom die de turbine maximaal per

uur kan leveren, niet te verwarren met de ge-

schatte jaaropbrengst die van de locatie afhangt.

Voor parken tot 5000 kilowatt moet de gemeente

een vergunning goedkeuren. Voor nog zwaardere

turbines is de goedkeuring van de provincie no-

In het kader van het Vlaams programma voor

Plattelandsontwikkeling (pdpo II) start povlt

(Proclam vzw) in samenwerking met het Inno-

vatiesteunpunt en het bedrijf 3e vanaf 1 juli 2009

met het demonstratieproject Windmakers. Een

van de doelstellingen is om de markt te verken-

nen van turbines die voor landbouwbedrijven

interessant zijn. Op 4 voorbeeldbedrijven zal

een dieptestudie naar inplantmogelijkheden

voor turbines worden uitgevoerd, met kosten-

batenanalyse en oog voor de lokale landschaps-

situatie. Ook zullen tegen juli 2011 minstens

twee turbines in werking gesteld worden.

info www.enerpedia.be

Demoproject Windmakers

de Montana

de Energy Ball

de Ampair 600 de wre030 de Windwalker de Passaat

Page 10: Landgenoten Lente 2009

10 focus windenergie

Skystream Montana

investering € 10.742,03 – 30% Vlif-steun = € 7519,42 € 18.508,07 – 30% Vlif-steun = € 12.955,65

jaarlijkse onderhoudskost (1,5 % van de investering)

€ 112,79 € 194,33

geschatte jaaropbrengst stroom 2034 kwh (1692 kwh uit de tabel op p.8 omrekenen van 10 naar 12 maanden)

2616 kwh (2180 kwh uit de tabel op p.8 omrekenen van 10 naar 12 maanden)

vermeden elektriciteitskosten € 0,17 per kwh × 2034 kwh = € 345,78 € 0,17 per kwh × 2533,33 kwh = € 444,72

2 groenestroomcertificaten 2 × 1000 kw = € 180 2 × 1000 kw = € 180

inkomsten = vermeden elektriciteitskosten + groenestroomcertificaten

€ 345,78 + € 180 = € 525,78 € 444,72 + € 180 = € 624,72

inkomsten min onderhoudskost € 525,78 – € 112,79 = € 412,99 € 624,72 – € 194,33 = € 430,39

terugverdientijd (investering gedeeld door jaaropbrengst)

€ 7519,42 / € 412,99 = 18,21 jaar € 12.955,65 / € 430,39 = 30,10 jaar

Berekening terugverdientijd

dig, maar dan zitten we niet meer bij de huidige

kleinschalige turbines. In een omzendbrief die

nog dit voorjaar gepubliceerd zou worden, staat

een helder afwegingskader voor de inplanting

van kleinschalige en middelgrote windturbines,

dat gemeentes makkelijker over de streep moet

trekken. De brief houdt vooral rekening met mo-

gelijke hinder voor omwonenden en sluit – onder

voorbehoud van last-minute aanpassingen – geen

gebieden met een bijzondere landschappelijke

waarde uit.

info www.enerpedia.be: de ‘agrarische energie-encyclopedie’, met o.a. rekenbladen om je terugverdientijd te berekenen http://provincie.zeeland.nl/milieu_natuur/windenergie/kleine_windturbines: voor alle info en de resultaten van de 10 turbines die in Zeeland sinds april 2008 getest worden www.energiesparen.be/node/917: om te ontdekken hoe hard het in jouw regio (op 75m hoogte) waait, volgens het Windplan Vlaanderen www.vwea.be: website van de Vlaamse Windenergie Associatie, met agenda voor studiedagen, onderzoeksrapporten, beleidsdocumenten, etc. www.innovatiesteunpunt.be: het Innovatiesteunpunt voor land- en tuinbouw informeert en adviseert ook over kleine windturbines www.allsmallwindturbines.com: voor een overzicht van alle kleine windmolens, met links naar de fabrikanten

naam Christa Schaut

leeftijd 41

functie Projectleider windenergie

organisatie vwea

Page 11: Landgenoten Lente 2009

De landbouw in cijfers & letters

11

1. Wat trekt je aan in de functie? ‘Ik ben altijd graag met cijfers bezig geweest. Het boeit mij om de logica, de verbanden, te zoeken achter wat zich in de werkelijkheid afspeelt. Be-leidsmakers hebben ook objectieve cijfers nodig om hun beslissingen op te baseren. In dat opzicht biedt het Landbouwrapport (Lara) een handig overzicht van de recentste ontwikkelingen. Ik vind de job ook zeer gevarieerd. Naast het land-bouwrapport maken we tussentijdse rapporten op, en soms vraagt het kabinet op het laatste ogenblik gegevens over een of ander actueel thema op. Dat vind ik wel aangenaam: je weet nooit hoe je werkdag eruit zal zien.’

2. Hoe zie je de dagelijkse invulling van de opdracht?

‘Het Lara maak je niet alleen. Zelfs met alle men-sen van onze afdeling kun je niet alles weten. Dus halen we de informatie bij specialisten. Ik heb zelf één hoofdstuk geschreven, voor de rest heb ik alles van dichtbij opgevolgd. Experten en lectoren zoeken, stukken kritisch nalezen, enzo-voort. Op die manier leer je ook veel mensen kennen. Het nadeel van al die bronnen is dat sommige instanties hun cijfers nog niet klaar hebben. Of ze om privacyredenen nog niet mo-gen doorgeven. Ik heb zeker begrip voor de pri-vacywetgeving, maar het blijft jammer dat we ons in het Lara 2008 met sommige oudere cijfers moeten behelpen.’

3. Haal je voldoening uit je werk? ‘Ik ben alleszins fier op het rapport dat we heb-ben afgeleverd. Op één maand zijn er al 1000 exemplaren aangevraagd. En op de site is het een van de populairste downloads. In vergelij-king met het vorige rapport hebben we het in de breedte en in de diepte verder uitgewerkt. Ook de visserij en de agrobusiness, die onrecht-streeks door de landbouw gegenereerd wordt,

gewikt en gewogen

gezocht medewerker die actuele cijfers verzamelt, in-terpreteert en bundelt ter on-dersteuning van het Vlaamse landbouwbeleid

gevonden Jonathan Platteau (32), diensthoofd Rapportering, [email protected], 02 552 78 47

zijn nu in het Lara opgenomen. En we hebben meer aandacht voor het landbouwbeleid en de wereldeconomie. Als we het rapport ergens voorstellen, krijgen we daar positieve reacties op. Dat was zo in het Vlaams parlement, maar ik hoor evengoed van lesgevers die hele hoofd-stukken op school gebruiken, of studenten en landbouwers die het interessant vinden.’

4. Hoe dicht sta je bij de land- en tuinbouwpraktijk?

‘Ik kom niet uit een landbouwfamilie, maar ik heb de sector altijd van zeer dichtbij gevolgd. Toen ik jong was en bij Kortrijk woonde letterlijk: onze buur was een landbouwer. Intussen bestaat mijn schoonfamilie uit verschillende tuinbouwers. Niet dat we op feesten over mijn projecten pra-ten, maar het is altijd goed om voeling met de praktijk te houden. Het Lara is misschien niet meteen op boeren en tuinders gericht. Zij weten vaak al erg veel over hun subsector. Maar het is altijd interessant om de laatste cijfers eens op een rijtje te zetten, of om je bedrijf te kaderen in het wereldgebeuren en de hele agrovoedings-business.’

Nieuwe rubriek: telkens een ambtenaar op de rooster over wat hij voor de sector doet

De man achter het Landbouwrapport

www.vlaanderen.be/

landbouw

Of vraag het rapport gratis aan:

T 02 552 78 40,

christine.lindekens@

lv.vlaanderen.be

Page 12: Landgenoten Lente 2009

12 ondernemer van nature

anslepende erfeniskwesties, toren-

hoge successierechten, onenigheid

tussen broers en zussen… Elke land-

bouwer heeft het in zijn omgeving

al zien gebeuren. Zeker nu de bedrijven steeds

groter worden, is het een goed idee om op tijd

na te denken over de opvolging of vererving op

je bedrijf.

‘Je moet daarover durven praten,’ zegt Johan.

‘Zeker als je het zelf hebt meegemaakt, weet je

hoe belangrijk het is. Voor mijn vader was het

onderwerp taboe. Ik heb de roerende goederen

van het bedrijf in de jaren 80 overgenomen, maar

over de bedrijfsgebouwen en de grond werd niet

gepraat. Op de duur durfde ik niet meer investe-

ren, aangezien het bedrijf eigenlijk maar voor een

vijfde van mij was. En hetgeen ik wel geïnvesteerd

heb, heb ik twee keer betaald toen ik mijn broer

en zussen uiteindelijk kon uitkopen.’

Onzekerheid vermijden Pas toen zoon Tom in het bedrijf wilde stappen,

slaagde Johan erin om de bedrijfszetel en de bij-

horende gronden over te nemen. ‘We weten ei-

genlijk al 25 jaar dat onze Tom het bedrijf ging

voortzetten,’ lacht Magda, terwijl Tom volmondig

beaamt. ‘Maar toch is Johan zelf pas na zijn vijftig-

‘Bij ons in de familie was de op-

volging nooit bespreekbaar,’

zegt Johan Vervaet. Dat willen hij

en zijn vrouw Magda hun kinde-

ren Tom en Sofie niet aandoen.

Toen Tom het bedrijf overnam,

keken ze dan ook ver genoeg

vooruit.

A

Successie taboe of tijdig plannen?

We wilden onze zoon niet met dezelfde

onzekerheid opzadelen

Page 13: Landgenoten Lente 2009

13

Enkele tips rond successie. Doordat elke situatie anders is, kunnen ze persoonlijk ad-vies natuurlijk niet vervangen.

1. Staat je huwelijkscontract

wel schenkingen toe? Zeker

huwelijkscontracten van voor

1976 kunnen een zogenaam-

de ‘contractuele erfstelling’

bevatten. In dat geval is het

niet mogelijk om een schen-

king te doen of een legaat te

vermaken aan iemand anders

dan de langstlevende echtge-

noot. Je kan bij de notaris ech-

ter wel de contractuele erfstel-

ling geheel of gedeeltelijk laten

schrappen.

2. Stem je huwelijkscontract

voldoende af op schenkingen

die je wil doen. Een voorbeeld.

Als je gehuwd bent volgens

het wettelijk stelsel, heeft elke

echtgenoot ook een eigen ver-

mogen. Als je grond erft, be-

hoort die grond tot je eigen

vermogen. Als je die grond wil

schenken aan je kinderen, be-

talen ze schenkingsrechten op

het geheel. Als je de erfenis

echter eerst inbrengt in de hu-

welijksgemeenschap en daar-

na schenkt, wordt dat fiscaal

beschouwd als twee (kleinere)

schenkingen, met dus lagere

schenkingsrechten tot gevolg.

3. Zorg ervoor dat je na de

schenking voldoende midde-

len behoudt om in je eigen le-

vensonderhoud te voorzien.

4. Hou bij je successieplan-

ning rekening met de reserva-

taire erfgenamen, dat zijn on-

der meer de kinderen en de

langstlevende echtgenoot. Zij

hebben immers recht op een

voorbehouden (‘reservatair’)

deel dat je hen niet kunt ont-

zeggen. Als je aan een kind

meer zou schenken of lega-

teren dan toegelaten, kun-

nen die reservataire erfgena-

men ‘inkorting’ vragen van de

schenking of het legaat. Een

voorbeeld: stel dat je echtge-

note overleden is en je hebt

drie kinderen. Die hebben elk

recht op een vierde van jouw

nalatenschap (hun reserva-

taire deel). Een schenking aan

één kind mag daardoor nooit

groter zijn dan de helft (het re-

servataire deel + het resteren-

de kwart) van je nalatenschap.

Er bestaan wel oplossingen om

dat probleem te ondervangen.

5. Er bestaan gunstregimes

voor schenking of vererving,

onder bepaalde voorwaarden.

Zo is er onder meer een gunst-

tarief van 2% voor de schen-

king van een familiale onder-

neming. Nog tot eind dit jaar is

er ook een gunsttarief voor de

schenking van bouwgronden.

6. Soms kun je de belasting-

druk verminderen bij de schen-

king van onroerende goede-

ren. De gefaseerde schenking

is daarvan een voorbeeld: als

je om de drie jaar een kleinere

schenking doet, betaal je min-

der schenkingsrechten dan bij

één grote schenking.

ste eigenaar geworden van het bedrijf waar we al

heel ons leven op werken. We wilden onze zoon

zeker niet met dezelfde onzekerheid opzadelen.’

Om de overname te regelen, riepen ze de hulp

in van sbb-adviseur Anne-Mie Meerschman. Zelf

dachten Johan en Tom aan samenuitbating, maar

uiteindelijk bleek een landbouwvennootschap

een betere constructie. ‘Vooral omdat Johan nog

een tijd wil meedraaien op het bedrijf,’ zegt Anne-

Mie. ‘Ze willen ook nog een nieuwe stal zetten en

voor de vlif-steun komt een landbouwvennoot-

schap in dat geval beter uit.’ Tom nam een deel

van de roerende goederen over van zijn vader.

Alle roerende goederen zitten in de vennoot-

schap, met een verdeling van 60/40. ‘Met een

landbouwvennootschap kan een overname ook

een stuk geleidelijker verlopen,’ zegt Anne-Mie.

‘Tom kan heel gemakkelijk een groter aandeel in

het bedrijf nemen.’

Evenwicht tussen generatiesDe onroerende goederen – die Johan eigenlijk pas

zelf heeft verworven – zitten voorlopig nog niet in

de vennootschap. ‘Dat is nu de volgende stap,’

zegt Johan. Hoe het precies zal gaan, is nog niet

beslist. ‘De beste manier om de successie te re-

gelen, is voor elk bedrijf verschillend, zegt Anne-

Mie. ‘Je moet op zoek naar een evenwicht: je wil

fiscaal de beste oplossing, alle kinderen moeten

tevreden zijn en de ouders moeten nog comforta-

bel kunnen leven.’

Tom kan in de toekomst een deel van de onroe-

rende goederen overkopen. ‘In zijn geval zou hij

dan 10% registratierechten betalen,’ zegt Anne-

Mie. De ouders kunnen echter ook een schenking

doen. De schenkingsrechten zijn een stuk lager

dan de successierechten en vaak ook dan regis-

tratierechten bij aankoop. Anne-Mie: ‘Door er op

tijd aan te denken, kun je veel voordeel doen. Zo

is het interessanter om telkens om de drie jaar een

kleinere schenking te doen, dan één keer een hele

grote, omdat je om de drie jaar terug van het laag-

ste tarief kunt genieten.’ Nog een optie: de ouders

schenken de naakte eigendom, maar behouden

het vruchtgebruik. Na hun overlijden krijgen de

kinderen het vruchtgebruik er dan bij, zonder dat

ze successierechten betalen op de grond. ‘Men-

sen denken bij successie vaak aan doodgaan,

terwijl het letterlijk opvolging betekent,’ besluit

Anne-Mie. ‘Het is soms nog een taboe, maar wie

zijn zaken vooraf regelt, kan veel voordeel doen.’

6 tips voor een vlotte generatiewissel

namen Johan (53), Magda (53), Tom Vervaet (26) en vriendin Sofie Van Calenberge (22)

woonplaatsLochristi

bedrijf 50 melkkoeien + jongvee, 150 stuks vleesvee, 40 à 45 ha akkerbouw (maïs, graan, voederbie-ten) en weiland

Page 14: Landgenoten Lente 2009

A

burenbabbel14

Ze zijn bekend in heel West-Eu-

ropa: de grandes randonnées

of grote routepaden voor wan-

delaars en fietsers. Volgens Gie

Beirnaert, voorzitter van de vzw

Grote Routepaden, vind je ook in

Vlaanderen nog ongerepte plek-

jes. ‘Meestal dankzij de land-

bouw. Toch mis ik een cultuur

van recreatief medegebruik.’

Op stap langs grote routepaden

‘ We hebben hetzelfde doel’

ls gepassioneerd wandelaar en voor-

zitter van de vzw Grote Routepaden

(gr) kent Gie Beirnaert het Vlaamse

platteland als zijn achtertuin. Hij legt

meteen de vinger op de wonde: ‘De grootste smet

van Vlaanderen is de lintbebouwing. Anders dan

in de Ardennen of Frankrijk, raak je hier nooit uit

de bebouwde wereld. Dat is natuurlijk niet nieuw.

En we merken dat er, zowel in de landbouw als

daarbuiten, meer en meer aandacht gaat naar

ruimtelijke ordening en landschapsbehoud. Twin-

tig jaar geleden kregen we nog ‘Van mijn erf’ naar

het hoofd. Vandaag leeft het besef dat er niets mis

is met wandelaars die van de omgeving genieten.’

Het Engelse voorbeeldDe voorbije jaren zijn in Vlaanderen meer dan

3500 kilometer gr-paden bewegwijzerd, die bij-

na allemaal over openbaar domein lopen. ‘Dank-

zij onze lokale specialisten zitten daar echt wel

een heleboel ongerepte plekjes bij’, vertelt Gie.

‘Meestal dankzij de landbouw. Het niet-bebouwde

landschap is in Vlaanderen bijna integraal land-

en tuinbouwgebied. Jullie zijn dus een belangrijke

partner voor ons. We zijn bondgenoten: we trek-

ken aan hetzelfde zeel voor het behoud van het

naam Gie Beirnaert

leeftijd 58 jaar

functie voorzitter en stich-tend lid vzw Grote Routepaden

job directeur perso-neelszaken bij net-werkbedrijf Integan

burenbabbel14

Page 15: Landgenoten Lente 2009

15

Op stap langs grote routepaden

‘ We hebben hetzelfde doel’platteland. We hebben dan ook alle begrip voor

de boer die zijn boterham moet verdienen.’

Toch geeft Gie meteen ook aan dat zijn vzw een

duidelijke affiniteit heeft met de vzw Trage Wegen.

‘We vinden het uiteraard goed dat er aandacht

gevraagd wordt voor het behoud van landwe-

gen en paadjes. Maar wij zullen noodgedwongen

sneller een alternatief kiezen. Ik mis in Vlaanderen

enorm een cultuur van recreatief medegebruik

door verschillende belanghebbenden. Wij hebben

geen traditie op dat vlak. In het Verenigd Konink-

rijk bestaat het begrip Right of Way. Je hebt er

honderden paden, Public Footpaths, dwars door

intensief landbouwgebied, kasteeltuinen en ande-

re privéterreinen. Nieuwe eigenaars kunnen dat

niet afschaffen en iedereen blijft er netjes op het

pad. Daar kunnen we nog veel van leren. Maar ik

vrees dat het een werk van lange adem is.’

Herbestemming in de landbouw?Hoewel de gr-leden heel wat contacten hebben

op het platteland, onderhoudt de vzw geen struc-

tureel overleg met andere partners over land-

schappelijke dossiers. Gie: ‘We zijn een kleine

vzw, die nog maar drie jaar over één en sinds kort

over twee vaste medewerkers beschikt. We zit-

ten wel af en toe samen met gemeentebesturen,

bijvoorbeeld als we een route moeten aanpassen

omdat er een nieuw industrieterrein wordt aan-

gelegd. We merken alleszins dat we nu veel mak-

kelijker relaties met andere organisaties kunnen

uitbouwen. Dat soort zaken gebeurt nu eenmaal

tijdens de kantooruren.’

Gie is niet ontevreden over de beleidsmatige

inspanningen om meer wandel- en fietsroutes te

creëren. ‘Vooral onze fietsafdeling mag niet kla-

gen. Sinds de routenetwerken zijn er maar weinig

autoluwe wegen waar geen route loopt. Er zijn

ook heel wat oude spoorwegbeddingen of jaag-

paden langs rivieren die voor recreatief gebruik

zijn opengesteld. Dat soort herbestemming of

medegebruik lijkt mij in de landbouw nog meer

mogelijk, bijvoorbeeld mits een vergoeding voor

de boer. Maar ik ben onvoldoende op de hoogte

van de mogelijkheden die het plattelandsbeleid

op dat vlak biedt. Misschien moeten we ons daar

in de toekomst verder op toeleggen.’

Gezellig en budgetvriendelijkOnder meer via de gr-website en -publicaties

informeert de vzw ook over overnachtingsmoge-

lijkheden langs de routes. Ooit waren dat vooral

jeugdherbergen, maar nu is er meer en meer in-

teresse voor hoevetoerisme. Die rubriek op de

gr-website trekt volgens Gie almaar meer bezoe-

kers. ‘Het verblijfstoerisme op een paar kilometer

van de eigen woonplaats is een fenomeen dat in

de lift zit. Meer en meer mensen ontdekken het

plezier van eens anders naar je eigen omgeving te

kijken. Je kunt bij wijze van spreken vanaf je voor-

deur vertrekken, en een dag wandelen om totaal

andere dingen te zien en te beleven. Je kunt zo

perfect een week op een totaal ander ritme leven.’

Hij kan het niet met harde cijfers staven, maar

ook Gie gelooft dat er meer wordt gewandeld en

gefietst. Hij komt dan wel vaak op het terrein, het

is onmogelijk om alle wandelaars te tellen die niet

bij een vereniging zijn aangesloten. De gr-voorzit-

ter heeft ook een verklaring voor de toegenomen

interesse: ‘De Vlaming leeft langer en je merkt

dat heel wat babyboomers nu van hun vervroegd

pensioen genieten. Daarnaast is er meer behoefte

om te ontstressen. Wat is er dan budgetvriendelij-

ker en gezelliger dan in goed gezelschap te wan-

delen en tussendoor iets lekkers te eten of een

trappist te drinken? Voor de langere afstanden

moet je wel in redelijke conditie zijn, maar dat valt

mee. Wie eenmaal de barrière doorbreekt, heeft

gegarandeerd de smaak te pakken.’

Grote Routepaden?De vzw Grote Routepaden biedt infra-

structuur voor langeafstandswandelen

en –fietsen aan. Ze werkt daarvoor grens-

overschrijdende trajecten van punt tot

punt uit. In heel Europa bestaat het net-

werk uit 80.000 km, waarvan meer dan

3500 km in Vlaanderen. In navolging van

de Franse Grandes Randonnées werd de

vereniging in ’77 opgericht in de schoot

van het jeugdherbergtoerisme. Vandaag

telt de vereniging 5000 leden, waarvan

een 180-tal vrijwilligers die de typische

rood-witte (of voor fietsroutes geel-blau-

we) markeringen aanbrengen en in stand

houden. Voor een dagwandeling rekent de

vzw op minstens 20 km, voor fietsers zijn

de tochten 80 km of meer.

info www.groteroutepaden.be

Hoeveel is teveel?Herken je het plaatje: het is een mooie

voorjaarsdag, ideaal voor veldwerkzaam-

heden, maar ook heerlijk fiets- of wandel-

weer. Dan kan het platteland wel eens

overbevolkt raken. Zeker in sommige

streken, zoals de Katarakt-regio, wordt de

draagkracht van het platteland geregeld

getest. Nadat dagjestoeristen de Haspen-

gouwse dorpen vorig jaar overspoelden,

bestelden Sint-Tuiden en Borgloon een

studie die moet onderzoeken hoe de plat-

telandstoeristen in goede banen kunnen

worden geleid. Een voorbeeld dat straks

ook in andere regio’s navolging verdient?

Meer en meer mensen leren anders naar de

eigen omgeving kijken

Page 16: Landgenoten Lente 2009

“Als student kies ik voor jobgarantie”

Werkveld schreeuwt om professioneel opgeleide arbeidskrachten

Leren uit onderzoek In de opleiding Agro- en biotechnologie wordt veel belang gehecht aan projectmatig wetenschappelijk onderzoek. Zowel lectoren als studenten werken mee. Zo blijven docenten op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in het werkveld en zijn studenten zeer gegeerd op de arbeidsmarkt. Het onderzoek spitst zich toe op de vier afstudeerrichtingen uit de opleiding: Agro-industrie In de afstudeerrichting agro-industrie draait alles rond de actuele thema’s voedselveiligheid, voedselkwaliteit en voedselproductie. Studenten zijn praktijkgericht bezig met voedingstechnologie, onderzoek en laboratoriumtechnieken. Er wordt onderzoek gedaan naar voedselveiligheid, ambachtelijke voedselproductie, voedsel-kwaliteit en aquacultuur. Afgestudeerden komen terecht in brandend actuele sectoren met een tekort aan professioneel opge-leide arbeidskrachten. Dierenzorg Ons docentenkorps van dierenzorg is sterk gespecialiseerd in dier-gedrag, dierenwelzijn en ethologie, hete hangijzers in onze maat-schappij. Hun onderzoek spitst zich toe op het meten van dieren-welzijn bij dieren uit de intensieve veehouderij, hobbyhouderij en dierentuinen. Daarnaast gaat er aandacht naar diergedrag en het meten van dominantie bij dieren. Groenmanagement De afstudeerrichting groenmanagement legt de nadruk op park-, groen- en natuurbeheer. Daarnaast wordt ook de professionele tuinbouw bestudeerd. Het onderzoek richt zich ondermeer op technieken die een alternatief bieden voor de chemische bestrijding van plagen op bomen, planten en siergewassen. Landbouw In de richting landbouw leren de studenten professioneel omgaan met de huidige tendensen rond landschapsbeheer, teeltmanage-ment, akkerbouw, mechanisatie en het kweken, het houden en verzorgen van en omgaan met landbouwdieren. Onderzoek houdt zich bezig met praktijkgerichte proefveldwerking rond

teelttechnieken, houderij, opfok en welzijn van Belgisch Wit-Blauw en vergelijkend onderzoek akkerbouw voor de industrie, meestal op vraag van de bedrijven zelf. Opleiding op maat Iedereen heeft specifieke interesses. De ene is geïnteresseerd in paarden, de andere in kruiden en een derde in tuinaanleg. Tij-dens de opleiding kunnen de studenten deze interesses ten volle ontplooien via stage, onderzoek en projectwerk. Ze krijgen dus niet alleen een brede basis mee, maar kunnen zich tijdens hun studies reeds specialiseren in hun persoonlijk interessegebied. Hoger afstandsonderwijs, kans op extra diploma Deze professionele bacheloropleiding wordt ook aangeboden in hoger afstandsonderwijs. Zo kunnen afstandsstudenten werk, gezin en studie combineren en een (extra) volwaardig diploma hoger onderwijs behalen. De zelfstudie gaat gepaard met een sterke persoonlijke begeleiding en alle praktische modaliteiten worden in onderling overleg met de studietraject-begeleider afgesproken. Zo wordt een pakket ontwikkeld op maat van de student.

Studenten die kiezen voor de professionele bachelor in Agro- en biotechnologie kunnen als afgestudeerde onmiddellijk aan de slag. Ze komen terecht in brandend actuele sectoren met een tekort aan professioneel opgeleide arbeidskrachten. Jobgarantie verzekerd!

INFO Waar? KaHo Sint-Lieven, Campus Waas Hospitaalstraat 23, 9100 Sint-Niklaas Tel 03 776 43 48 Mail [email protected] Web http://agrobio.kahosl.be Info 18 maart 2009 (14.30 u) 25 april 2009 (10 - 17 u) 24 juni 2009 (14.30 u) 5 september 2009 (10 - 16 u)

Page 17: Landgenoten Lente 2009

17uit de provincie

Vorig jaar werd in de provin-

cie Limburg een gloednieuw

kenniscentrum voor land- en

tuinbouw opgericht, onder

de naam Agrivisie. Ondanks

de nog jonge werking van het

kenniscentrum, zitten – vaak

dankzij de vertrouwde part-

ners – al verschillende onder-

zoeksprojecten in de pijplijn.

We zoomen hieronder in op

vier opvallende thema’s.

1. Erosie. Het kenniscentrum beschikt over

een grote knowhow op het vlak van niet-kerende

grondbewerking. Het pibo voert praktijkonder-

zoek uit naar de economische gevolgen van die

aanpak, in het kader van het Interreg-project

‘Bodembreed’, dat ook aandacht heeft voor een

gezondere bodemstructuur en een hoger organi-

schestofgehalte.

2. Advies uit de ruimte. Het kennis-

centrum heeft een pdpo-project ingediend voor

teeltadvisering aan landbouwers op basis van

satellietopnames van hun gewassen. Het gaat om

kwantitatieve waarden van een aantal gewaspa-

rameters zoals vocht, stikstofgehalte, drogestof-

productie, co2-intake enzovoort. De teler krijgt de

informatie in de vorm van een kleuren- of vlek-

kenkaart van zijn perceel toegestuurd via internet.

Op basis van die vlekkenkaart kan hij proberen

de verschillen binnen zijn perceel gericht weg te

werken, bijvoorbeeld door een zeer plaatselijke

stikstofgift, al of niet uitgevoerd met een gps-

gestuurde kunstmeststrooier. De uiteindelijke

bedoeling is een kostenbesparing en milieuwinst

door de lagere inzet van meststoffen, water en

gewasbeschermingsmiddelen.

3. Schimmels in de groenteteelt. In

het kader van de groenteteelt voor de industrie

zetten het pibo en het pvl een nieuwe proefveld-

werking op. De klassieke rassenproeven worden

aangevuld met een zoektocht naar geschikte be-

strijdingsmethodes tegen schimmels. Ook is er

een project rond de bestrijding van het onkruid

knolcyperus.

4. Water. Het pvl en het pibo werken mee aan

het Interreg-project ‘Interactief waterbeheer’,

dat onder meer puntlozingen van gewasbescher-

mingsmiddelen wil tegengaan en het reinigings-

water van spuitmachines in fytobakken wil zui-

veren. Het pvl wil ook de waterstromen binnen

veebedrijven in kaart brengen en waar mogelijk

verminderen of veranderen, bijvoorbeeld door

leidingwater te vervangen door regenwater of

gezuiverd afvalwater. Ook de waterzuivering van

melkinstallaties in individuele afvalwaterzuive-

ringsinstallaties wordt onder handen genomen.

Er zijn ook plannen voor een onderzoek naar

lagedrukirrigatie, mogelijk zelfs ondergronds. In

vergelijking met de traditionele spuitkanonnen

biedt dat voordelen zoals waterbesparing (min-

der verdamping), energiebesparing aan de pom-

pen, lagere fytosanitaire druk (droger gewas en

dus minder schimmels) en minder onkruid. Het

project zit wel nog maar in vooronderzoeksfase.

Van erosie tot precisielandbouw

Agrivisie, het Provinciaal kenniscentrum

voor landbouw Limburg, werd opgericht op

1 mei 2008, als koepel boven de bestaande

onderzoekscentra: het Proef- en Vormings-

centrum voor de Landbouw (pvl) en het Pro-

vinciaal Instituut voor Biotechnisch Onder-

wijs (pibo). Via deze koepel wil de Provincie

Limburg de adviesverlening naar land- en

tuinbouwers stroomlijnen, de bestaande on-

derzoeksprojecten beter op elkaar afstem-

men en bijkomend structureel onderzoek

in verband met een duurzamere landbouw

opstarten.

Meer weten? 011 23 74 46, [email protected], www.limburg.be/landbouw

Kenniscentrum?

Page 18: Landgenoten Lente 2009

18

Na 22 jaar geeft abs-voorzitter Camiel Adriaens in april de fakkel

door aan zijn opvolger. Vilt-voorzitter Dirk Lips trok naar Roe-

selare voor een afscheidsinterview met de kwieke 64-jarige – ‘ik

heb nog altijd maar vijf uur slaap nodig.’

biechtstoel

‘ Landbouw is en blijft economie’

biechtstoel18

naam Camiel Adriaens

leeftijd 64 jaar

woonplaats Gistel

functie voorzitter abs

Page 19: Landgenoten Lente 2009

19

‘ Landbouw is en blijft economie’

Na de mislukte betoging vroeg ik me af voor wie ik me inzette

Dirk Lips: Waarom bent u in ’87 abs-voorzitter geworden? Kon u dat met uw landbouwbedrijf combineren?Camiel Adriaens: ‘Eigenlijk heeft men mij gevraagd

en ik heb de job aanvaard. Ik besefte dat als je zelf

niet voor je zaak opkomt, iemand anders het zeker

niet zal doen. En ik heb het me nooit beklaagd. De

combinatie met een akkerbouwbedrijf was wel

zwaar. In veel dossiers heb je een voordeel om-

dat je in de praktijk staat. Maar ik heb avonden

en nachten doorgewerkt omdat ik overdag op

vergaderingen zat. Op den duur raak je dat ritme

gewoon. Ik heb nog altijd maar vijf uur slaap nodig.

En ik kon op mijn vrouw Maria terugvallen voor de

dagelijkse routine op het bedrijf. De varkensstal

runde zij ook grotendeels. Maar mijn opvolger zal

wel iemand van de organisatie naast zich nodig

hebben. De regelgeving is zo veel complexer ge-

worden dat je anders dingen dreigt te gaan missen.

Wat beschouwt u als uw belangrijkste verwezenlijking en uw grootste tegenslag?Ik ben nog altijd tevreden dat we het eerste Mest-

actieplan van De Batselier hebben laten herschrij-

ven. Dat was opgesteld door de socialisten en de

groenen en het was een ramp voor de landbouw.

Mijn slechtste ervaring was het suikerbietendos-

sier. Daar heb ik nog hartzeer van. Bieten waren op

veel bedrijven de meest rendabele teelt, tot men

een derde van de opbrengst wegsneed. We heb-

ben dan met Boerenbond een betoging georgani-

seerd en van alle 20.000 bietentelers kwamen er

nog geen 1000 naar Brussel. Toen iedereen tegen

de middag naar huis was, heb ik me echt afge-

vraagd of die thuisblijvers het wel verdienen dat

wij ons elke dag zo hard inzetten.

Is het frustrerend dat abs nog altijd het kleine broertje is? Missen jullie bijvoor-beeld niet een grotere studiedienst?Absoluut niet, iedereen doet zijn ding. Ik heb nooit

naar de anderen gekeken. Ik lees wel de Boer,

maar onze beslissingen hebben we nooit laten be-

invloeden. Onze sterkte is dat wij met beide voe-

ten in de praktijk staan. Als grote organisatie met

vertakkingen in alle schakels van de keten, is het

veel moeilijker om de rechten van de producenten

te verdedigen. Een studiedienst hebben we ook

nooit gemist. Onderzoekers staan vaak te ver van

de praktijk. En ik vraag me af hoe objectief een

dienst is die nauw bij één politieke partij aanleunt.

Als wij informatie nodig hebben, gaan we naar de

universiteiten of proefcentra, en daar zijn we altijd

objectief geholpen.

Wat doet abs voor zijn zwakste leden? En hoe vermijden jullie dat afgevaardigden vooral het eigenbelang dienen?We moeten toegeven dat iedereen vandaag zwak

staat. Alle land- en tuinsectoren hebben klappen

gekregen. En door de financiële crisis eisen banken

nu ongeveer evenveel borg als je leent. Voor wie

het echt moeilijk heeft, vind ik dat Boeren op een

Kruispunt de laatste jaren erg goed werk levert.

Maar algemeen richten wij ons op alle soorten

bedrijven, groot en klein. Om misbruiken te ver-

mijden, hebben we per provincie drie mensen die

ieder voorstel controleren op het belang voor de

sector. Als we vaststellen dat iemand meermaals

eigenbelang voor ogen had, ontzetten we die per-

soon onvermijdelijk uit zijn bestuurs functie.

Abs staat vooral sterk in West-Vlaanderen. Kan jullie nieuwe kantoor in Merksplas dat oplossen?We spannen het paard niet achter de wagen. Als

we een nieuw kantoor openen, is dat omdat het

ledenaantal gegroeid is. De provincie Antwerpen

is ook een belangrijke landbouwprovincie met veel

intensieve veehouderij. Door het nieuwe kantoor

kunnen we onze leden een betere service bieden.

Ze kunnen nu dagelijks langskomen om papieren

in te vullen of advies te vragen. Dat is inbegrepen

in het lidgeld. Alleen als we een ingenieur aan het

werk moeten zetten, moet je betalen, maar wel

tegen de goedkoopste markttarieven.

Het landbouwbeleid wordt steeds minder in Vlaanderen gemaakt. Hoe sterk staat abs internationaal?Ik wil dat eerst enigszins relativeren. Europa zet

de krijtlijnen uit, maar als lidstaat heb je nog veel

te zeggen over hoe je richtlijnen invult. Het blijft

dus belangrijk om dicht bij de Vlaamse regering te

staan. Abs heeft ook goede contacten in de ons

omringende landen, zoals Frankrijk en Neder-

land. We werken nauw samen met organisaties

die een gelijkaardige visie hebben. Wie terugwil

naar sanitaire gewoontes van twintig jaar geleden

is bij ons aan het verkeerde adres. We hebben een

landbouw nodig die binnen Europa aan de top kan

meedraaien. Landbouw is en blijft economie.

Wat vindt u van de evolutie dat boeren steeds meer de grillen van de wereldmarkt ondergaan?Ik vrees dat we daarmee moeten leren mee leven.

We moeten extra goed nadenken over wat en hoe-

veel we produceren. Iets telen om er niets aan te

verdienen heeft geen zin. Toch ben ik niet negatief.

Ik ben ervan overtuigd dat de markt van biobrand-

stoffen alle prijzen zal aantrekken. Of we kunnen

door de nieuwe toepassingen onze kosten laten

dalen. Ik hoor dat de capaciteit voor bio-ethanol

in Amerika op twee jaar tijd verviervoudigd is. Dat

heeft een impact op alle teelten, want alles staat in

relatie tot elkaar. Van veevoeder tot consumptie-

producten. Als de graanprijs stijgt, volgt de rest.

Dat is al jaren zo en dat zal zo blijven.

Weet u al wie u zal opvolgen en wat u na uw afscheid zal doen?Mijn opvolger wordt verkozen tegen midden

april. Wie het wordt, weet ik zelf niet, alleen dat

hij jonger is, een diploma en een eigen bedrijf zal

hebben. Een verbeterde versie van mezelf dus…

Samen met de voorzitter willen we het hele hoofd-

bestuur verjongen. Een organisatie moet blijven

vernieuwen. Op persoonlijk vlak ben ik absoluut

niet bang voor het zwarte gat. Ik blijf voorzitter

van onze opleidingsdienst nac. Ik wil me nog meer

bezig houden met de mogelijkheden van groene

energie. En vooral: als je een zoon hebt die boert,

ben je nooit volledig op rust.

Page 20: Landgenoten Lente 2009

een eitje

2020 ten huize van

et was mijn vader die in 1957 met leg-

hennen begonnen is’, zegt Jaak Jans-

sen. ‘Hij is gestart met 200 hennen,

wat in die tijd al veel was. Vandaag

hebben we drie stallen van 10.000 kippen, een stal

van 20.000 wat verderop en nog eens 15.000 kip-

pen in een huurstal. Goed voor 500.000 eieren per

week.’ De aanpak van grootvader Janssen mag in

vergelijking daarmee amateuristisch lijken, maar

was dat allerminst, zeggen zonen Ward en Wim.

‘Hij heeft de eerste legbatterij in België gebouwd,

toen voor 5000 hennen. Dat was een enorm aan-

tal. Nu wordt ervan uitgegaan dat je minstens

60.000 hennen nodig hebt om rendabel te zijn.’

2 nieuwe stallenDe ironie van het lot wil dat de legbatterijen van

grootvader Janssen binnenkort definitief verleden

tijd zijn. ‘Europa legt op dat ze in 2012 moeten ver-

dwijnen, en vandaag is er al bijna geen supermarkt

meer die nog eieren uit legbatterijen verkoopt.

Een mogelijke oplossing zijn de verrijkte kooien,

met iets meer ruimte voor de kippen. Maar wij

hebben ervoor gekozen om hier binnenkort twee

nieuwe stallen voor elk 30.000 scharrelkippen te

plaatsen. Daar hebben ze veel meer ruimte, en

kunnen ze hun eieren in een nest leggen.’

‘Het is een forse investering, en in het begin zal

het ons wel wat moeite kosten om het systeem

gewoon te worden. Maar anderzijds zijn er nu al

lobbygroepen actief tegen die verrijkte kooien, en

supermarkten willen sowieso vooral scharreleie-

ren. Door meteen op scharreleieren over te scha-

kelen, verbreden we onze afzetmogelijkheden en

zijn we er redelijk gerust in dat onze investering

twintig jaar mee kan gaan. Ik begrijp wel dat heel

wat oudere collega’s of sommige contractbedrij-

ven de nieuwe stap niet wagen, maar wij willen

nog jaren blijven meedraaien.’

Meerwaarde zoekenZelf zijn de Janssens volledig onafhankelijk. ‘We

leveren maar heel weinig aan supermarkten, die

de prijs drukken. Veruit het grootste deel van onze

omzet halen we bij bakkers, restaurants, kleinere

supermarkten en winkels. We proberen ook een

meerwaarde te creëren: we sorteren onze eieren

zelf en bieden gepelde eieren, ei-bereidingen en

andere zuivelproducten aan. Beschilderde eieren

voor carnaval, dat is hier echt een traditie. Bestaat

dat niet in andere streken? Tiens.’

‘Natuurlijk heeft de eierprijs de jongste jaren

schommelingen gekend. Eerst was er de dioxine-

crisis, een dieptepunt. Een paar jaar later was er

de vogelpest. Wij lagen net binnen de perimeter

rond een getroffen bedrijf. Eén kilometer verder

mochten ze gewoon doorboeren, ons bedrijf werd

volledig geruimd. Een harde tijd: de stallen ston-

den volledig leeg, terwijl onze dieren kerngezond

waren. Om onze klanten te behouden, hebben we

toen elders eieren opgekocht en verder verdeeld.

Met verlies.’ Gelukkig zijn de eierprijzen sinds

2007 gestegen. ‘Ook de voederprijzen natuurlijk,

maar het is weer leefbaar. Dat moet ook wel, met

de investeringen die ons te wachten staan.’

Kippengezang en vakantieHet werk in de kippenhouderij is strak verdeeld.

Vader Jaak en zoon Ward sorteren ’s ochtends

vanaf zeven uur de eieren die de vorige avond in

de andere stallen zijn opgehaald. Vanaf de mid-

dag beginnen ze de eieren uit de eigen stallen te

verzamelen en te sorteren. Broer Wim is de baan

op met de vrachtwagen, om de eieren te leveren.

Ward doet de boekhouding en de administratie.

‘Die verschillende taken maken het zeer afwisse-

lend. Het ene ogenblik zit je in de stal bij de dieren,

dan kun je weer de baan op met de vrachtwagen.’

‘In dit vak heb je weinig vakantie’, zegt Jaak.

‘Maar omdat we met z’n drieën zijn, kunnen we er

af en toe wel een weekje tussenuit. Zelf ben ik tot

mijn veertigste nooit op vakantie geweest. Als je

dit niet graag doet, hou je het uiteraard niet vol. Je

kunt geen zeven dagen op zeven tegen je zin met

die kippen bezig zijn. Maar we doen het werk heel

graag. Ik weet niet meer wie het zei, dat dit het

werk met de meeste arbeidsvreugde is. Want je

staat elke dag tussen het zingen van al die kippen.

En elke ochtend word je beloond met een eitje!’

De familie Janssen: drie generaties kippenhouders

Elke ochtend

Er heerst een gezellige sfeer in de legkippenhouderij Maasland

Eieren (Maaseik). Buren maken een praatje, de bomma komt

melden dat Frieda Van Wijck – geboren en getogen in de buurt -

vanavond weer op tv komt. Maar er moet ook gewerkt worden.

H

Wij halen het grootste deel van onze omzet niet

bij supermarkten

Page 21: Landgenoten Lente 2009

21

naam Jaak Janssen

leeftijd 52

taken eieren verzamelen en sorteren, stallen onderhouden

hobby’s fietsen en skiën

naam Wim Janssen

leeftijd 24

taken distributie met de vrachtwagen; in het weekend mee eieren verzamelen en sorteren

hobby’s motorcross en tennis

naam Ward Janssen

leeftijd 25

taken eieren verzamelen en sorteren, stal-len onderhouden, boekhouding en administratie

hobby’s voetbal en tennis

Page 22: Landgenoten Lente 2009

buitenlander22

aast 48 stuks melkvee hebben de

Speeckaerts akkerland voor eigen ge-

bruik, fruit waar ze zelf vruchtensap

van maken en nog een paar varkens

– maar die gaan binnenkort weg. ‘Tot een paar jaar

geleden bakten we zelfs nog ons eigen brood in

de oude kleioven’, zegt Vera. Zij heeft het bedrijf

de laatste jaren tot een zorgboerderij uitgebouwd,

onder meer voor kinderen in een moeilijke thuis-

situatie en jongeren met autisme. ‘We hebben het

al met senioren geprobeerd, maar die blijken toch

niet goed te aarden in een moderne boerderij. Het

is hen te druk en te lawaaierig. Jongeren zijn die

drukte veel beter gewoon.’

Het idee van een zorgboerderij staat Staf Nim-

megeers wel aan. ‘Regelmatig komen mensen bij

mij aankloppen met psychische problemen. Hun

grote probleem is vaak een gebrek aan structuur.

In de stad merk je niets van het echte leven, de

seizoenen, enzovoort. Je hebt geen ankerpunten.

Het platteland staat dichter bij het leven, heb ik

de indruk, en dat werkt rustgevend. Zelfs al heeft

de moderne technologie ook hier zijn intrede ge-

daan.’

‘Werk met een hart’

Staf Nimmegeers (68) is vooral bekend als pries-

ter van de Brusselse Finisterrekerk, waar hij zich

bekommerde om de daklozen en andere mensen

die het moeilijk hebben in onze maatschappij. In

2003 werd hij verkozen tot senator voor de sp.a.

Nu is hij met pensioen, maar hij heeft nog altijd

een gezaghebbende stem in het maatschappe-

lijk debat.

N

Staf Nimmegeers

Page 23: Landgenoten Lente 2009

2323

‘Werk met een hart’De lente hangt – eindelijk! – in de lucht als we met Staf Nimmegeers

aankomen bij het Lennikse melkveebedrijf van Filip Speeckaert

en Vera Heremans. ‘Hier voel je nog echt de seizoenen’, zegt Nim-

megeers. ‘Zelf ben ik een echte stadsmens geworden, maar het

rustgevende van het platteland kan me wel bekoren.’

Het mysterie van het levenNimmegeers heeft weinig ervaring met het boe-

renleven. ‘Wel heb ik de eerste jaren van mijn

leven op een boerderij doorgebracht. De oorlog

was nog maar pas begonnen en mijn ouders dach-

ten dat ik daar veiliger zou zijn dan in Lokeren zelf,

waar we woonden.’

‘Ik herinner me nog levendig dat ik daar de

geboorte van een kalfje heb meegemaakt. Seksu-

ele voorlichting bestond toen nog helemaal niet,

die geboorte heeft een erg grote indruk op mij

gemaakt. Dat was een grootse gebeurtenis, om-

geven door mysterie. Maar nu ben ik een echte

stadsmens. Ik ben blij als ik op het platteland kom.

Maar ik ben even blij als ik terug naar de stad ga.’

De kerk in het middenHet gesprek komt op gang over de strenge regu-

lering, kwaliteitszorg en dierenwelzijn. Nimme-

geers: ‘De dioxinecrisis is van vlak vóór mijn poli-

tieke carrière. Maar ik heb wel actief meegewerkt

aan de wetgeving rond het slachten van schapen.’

‘Ik heb er altijd voor gepleit om de kerk in het

midden te houden. Je moet er toch van uitgaan

dat boeren er niet op uit zijn om hun dieren te mis-

handelen. Gaia gaat wat mij betreft soms te ver.’

Daar is Filip het grondig mee eens. ‘De sector

krijgt een slechte naam doordat de mensen niet

meer vertrouwd zijn met dieren. Als je een koe

wilt laten opzijgaan, moet je ze soms eens een

stomp geven. Dat heeft niets met mishandeling

te maken, maar het wordt soms wel zo gezien.’

Ingenieuze oplossingenTijd voor een rondgang door het bedrijf. Met

al meteen een eerste verrassing: er staat een

aquarium met goudvissen in de stal. ‘In de zo mer

zetten we de vissen uit in de drinkbak van de

koeien’, zegt Vera. ‘Ze eten de etensresten en

het slijm van die koeien op, en houden zo het

water proper.’ Een inventieve oplossing die op

goedkeurend gemompel wordt onthaald. Be-

wondering is er ook voor het geautomatiseerde

voedersysteem. ‘De portie krachtvoer wordt indi-

vidueel per koe berekend. De voederbak herkent

de koe aan haar halsband en het voer wordt door

de computer afgemeten.’

‘Het valt me op hoe netjes het hier is’, zegt

Nimmegeers. ‘Alles is hier brandschoon.’ En als

hij merkt dat de koeien zelfs staan aan te schui-

ven voor de borstelrol waarmee ze zichzelf kun-

nen schoonboenen en aan de rug krabben: ‘Mooi

toch, dat zelfs daaraan wordt gedacht.’

Geen namen‘Eigenlijk had ik gedacht dat de koeien vastgebon-

den in de stal zouden staan’, zegt Nimmegeers.

‘Maar ze lopen hier gewoon vrij rond. Hebben ze

ook een eigen naam?’ Hier moet Vera ons teleur-

stellen: geen romantiek op dat gebied. ‘Bij ons

huwelijk hebben we wel een koe cadeau gekregen

die we Vera genoemd hebben, en de kalfjes van

die koe heten telkens ook weer Vera. Maar de rest

gaat naamloos door het leven.’

Wel kunnen de koeien bij de Speeckaerts nog

de wei in. ‘We laten ze niet te veel buiten, want

dan zouden we in de problemen komen met onze

mestquota. Maar volgens mij blijft een koe die

buiten kan lopen en wat beweging krijgt, nog al-

tijd een stuk gezonder dan een koe op stal. We

hebben hier weinig zieke koeien.’

Warme sfeerDe rondleiding loopt intussen op zijn einde; de

stad wenkt. ‘Het is hier inderdaad zoals ik vooraf

gedacht had’, zegt Staf Nimmegeers. ‘De techno-

logie heeft zijn intrede gedaan. Maar toch heb ik

hier ook een heel warme sfeer aangetroffen. Het

is werk, maar je merkt dat ze er hier met hun hart

bij zijn. Dat vind ik heel mooi.’

Het platteland staat dichter bij het

echte leven

Page 24: Landgenoten Lente 2009

24

In 2013 staat een nieu-

we hervorming van

het Europese land-

bouwbeleid op het

programma. Moet de

directe inkomenssteun

behouden blijven? Of

zijn er andere manie-

ren om een toekomst-

gerichte landbouw te

ondersteunen? De in-

zet is zo belangrijk, dat

we de discussie nu al

opstarten.

frontaal24

‘Nieuwe uitdagingen vereisen bijsturingen van

het beleid. Zowel het Belgisch voorzitterschap

van de eu volgend jaar, als de nood om met een

sterk dossier aan te treden bij de budgettaire eu-

onderhandelingen vereisen nu al een eerste toe-

komstverkenning. Samen met een publiek debat

zal dit leiden tot een officieel Vlaams standpunt

over een Europees beleid dat wenselijk is. Je merkt

dat de Europese landbouw met verschillende uit-

dagingen wordt geconfronteerd: de liberalisering,

de groeiende wereldbevolking, bijkomende maat-

schappelijke eisen, enzovoort. Ik vind dat het land-

bouwbeleid daarom moet teruggrijpen naar de

initiële doelstellingen van het eu-landbouwbeleid.

Zij het met andere of aanvullende middelen om

markten te stabiliseren en het inkomen te onder-

steunen. Daarbij speelt de overheid de rol van re-

gulator voor maatschappelijke bekommernissen.’

‘De ongeveer 300 miljoen euro die Vlaanderen

ontvangt vanuit de Europese schatkist is vandaag

nog grotendeels gebaseerd op een prijscompen-

satie voor het meer openstellen van de markten

in het verleden. Een beperkt deel wordt met

Vlaamse cofinanciering via de plattelandsmaat-

regelen uitgekeerd als steun voor investeringen

of beheersovereenkomsten ten bate van voorna-

melijk milieudoelstellingen. Door het compromis

dat eind 2008 bij de gezondheidscontrole van het

gemeenschappelijk landbouwbeleid werd bereikt,

wordt de tweede pijler verder lichtjes versterkt.

Maar binnen de directe inkomenssteun wordt ook

ruimte gegeven aan gelijkaardige initiatieven met

cofinanciering, waardoor we ons kunnen afvra-

gen of een tweepijler beleid nog lang standhoudt.’

‘Als instrument om de wispelturige markten

op te vangen, zie ik verschillende mogelijkhe-

den. Het aanleggen van buffervoorraden is niet

vreemd in de energiesector en de waterhuishou-

ding. Waarom dit instrument niet hanteren voor

voedsel? In welke mate is dit minder handelsver-

storend dan grondstoffenspeculatie? De huidige

bedrijfstoeslagregeling laten evolueren tot een

vlakke regionale premie is voor Vlaanderen waar-

schijnlijk geen goed alternatief omdat die dan in

de grondprijs verrekend wordt en Vlaanderen een

uitgesproken regio van pachters is. Een meer op maat geschreven bedrijfspremie die niet alleen met grond maar ook met de veestapel rekening houdt, biedt meer perspectief. Deze niet verhan-

delbare premie is maar een basispremie die door

de landbouwer zal aangevuld moeten worden

door meerjarige engagementen om bij te dragen

tot maatschappelijke uitdagingen.’

Johan Heyman, Departement Landbouw en Visserij

Wat na 2013?Europees landbouwbeleid

Page 25: Landgenoten Lente 2009

2525

Luc Vankrunkelsven, Wervel

‘Samen met de partners van het Vlaams Overleg

voor Duurzame Ontwikkeling pleiten we voor een

ander beleid. De eu slaagt er niet in om een duur-

zame landbouw te realiseren. Denk maar aan de

aanhoudende import van goedkope eiwitbronnen.

Die ontwricht ons platteland, het ecosysteem en

de sociale verhoudingen. De essentie is dat er

nog altijd geen recht op voedselsoevereniteit

geldt. Ieder land zou een beleid in functie van zijn

noden moeten kunnen uitstippelen. Zo kunnen

arme boeren zich tegen dumpingverkoop onder

de lokale kostprijs beschermen. Maar ook onze

boeren hebben recht op een eerlijke vergoeding

voor hun productiekost, inclusief een degelijke

arbeidsvergoeding.’

‘Tegen de gangbare ideeën in pleiten wij voor een sterker gereguleerde markt, met

systemen van productie- of aanbodbeheersing

in ruil voor een faire prijs. Dat kan via quota – die

liefst niet verhandelbaar zijn – , maar ook anders.

Sinds de financiële crisis en de schommelende

prijzen heeft men daar weer meer oor naar, maar

het liberale discours geldt nog vaak als de enige

piste. Ook in ons systeem is er plaats voor export

die de lokale markt en het leefmilieu niet ver-

stoort. Maar de overheid moet bedrijven die iets

positiefs bijdragen voor mens en aarde stimule-

ren. Op termijn moet dat overgenomen worden

door een goede prijs. Maar zolang die er niet is,

zijn premies nodig. Daarbij vind ik dat toeslag-

rechten best niet per oppervlakte, maar per be-

drijf of zelfs per werkkracht worden berekend.’

‘We pleiten hierbij voor een systeem dat

landbouwers naar een meer economisch en

ecologisch duurzame aanpak leidt. Zo moet de

eu innovatieve technieken zoals agroforestry

beter ondersteunen. Er is meer onderzoek nodig

naar teelten als hennep en lupine. Dat laatste

is een eiwitbron die per hectare drie keer meer

opbrengt dan soja én die we lokaal kunnen telen!

Daarnaast pleit ik voor pilootprojecten waarbij

lokale boeren uit verschillende sectoren nau-

wer samenwerken. Je kunt voeder voor elkaar

produceren, diensten uitwisselen, gebouwen en

machines samen gebruiken, etc. Uit welke pijler

die premies komen, maakt voor ons niet uit.

‘Wij pleiten in het kader van de hervorming van

het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor in-

grijpende verandering. Die moet het mogelijk ma-

ken dat het platteland uitgroeit tot een evenwich-

tige drager van een veelheid aan functies voor

een veelheid aan gebruikers. Voor ons mag cross

compliance een instrument blijven om een basis-

milieu- en natuurkwaliteit in de landbouw te waar-

borgen. Maar dan moet het systeem wel grondig

hervormd worden. Als er toeslagrechten blijven

bestaan, moeten die verder gekoppeld worden

aan het naleven van de basisvoorwaarden.’

‘We geloven ook dat een aanpassing van het

Programmeringsdocument voor Plattelands-

ontwikkeling (pdpo) tot een echte verbetering

van het milieu en het platteland kan leiden. Nu

blijft de tweede pijler grotendeels beperkt tot

beheerovereenkomsten, maar op het vlak van plattelandsbeleid zou het document zich niet tot de klassieke landbouw mogen beperken. Het geheel van maatregelen moet in een integrale

visie en opvolging kaderen om zo tot betere re-

sultaten voor de uitbouw van het Europese plat-

teland te leiden.’

‘Op het vlak van ggo’s sluiten we ons aan bij het

standpunt van de milieukoepel Bond Beter Leef-

milieu. Wetenschappelijk bestaan er nog te veel

onzekerheden over de techniek, waardoor weten-

schappers op dit moment nog niet met zekerheid

kunnen voorspellen wat het gedrag zal zijn van

een ggo, eens dat in het milieu is geïntroduceerd.

We hopen dan ook dat het Europese beleid ui-

terst voorzichtig met de ggo-wetgeving zal om-

springen.’

Jos Gysels, Natuurpunt

Wat na 2013?Europees landbouwbeleid

Debatteer mee!Moet de rechtstreekse inkomens-

steun voor boeren behouden blij-

ven? Hoe moet het plattelandsbe-

leid evolueren? Heb je ideeën over

hoe boeren beter kunnen samen-

werken? Laat je stem horen op

www.vilt.be/debat

Page 26: Landgenoten Lente 2009

HIER KOMT DE ZON!

PERMANENTE TENTOONSTELLING IN SOUMAGNE!

100% VERTROUWENMET DE PARTNERS VAN HET NETWERK

rue de Wergifosse 39 - 4630 Soumagne Info op 04/377.35.45 of bij uw dealer

E40 - AFRIT 37

AM 243 S EASYCUT 280 / 32P / 320 CVQ

SMARAGD 9 S 300

ZIRKON 7/300

VERTIMIX 1250

BEPERKT VOORRAADAXIS 20.1 / 30.1

SWADRO 35 / 38 / 46

KW 4,62 / 6,02

DOLOMIT 9/300

SUPER CONDITIES OP HET MATERIEEL HIERONDER...

Page 27: Landgenoten Lente 2009

27

eel wat bedrijven hebben de illusie van

een strategie. Ze willen de beste of de

grootste zijn, maar dat heeft niets met

strategie te maken. Strategie gaat om

het anders zijn, het uniek zijn in je activiteiten. Ook

wordt het vaak verward met efficiëntie, maar de

zaken juist doen is iets heel anders dan de juiste

zaken doen. In het eerste geval heb je te maken

met efficiëntie, in het andere met strategie. Niets

is zo absurd als op de meest efficiënte manier

zaken doen die niet moeten gedaan worden. Een

strategie moet je een antwoord geven op drie w-

vragen: Wat gaan wij aanbieden? Aan wie gaan wij

dat aanbieden? Waarom gaan wij dat aanbieden?

Heeft een strategie nut? Die vraag krijg ik vaak

van ondernemers en mijn antwoord luidt telkens

‘absoluut’. Een strategie brengt geld op. Uit on-

derzoek blijkt dat de meest performante bedrij-

ven een duidelijke strategie hebben en dat ze erin

slagen om die ten uitvoer te brengen. Je strategie

is ook een toetssteen voor beslissingen. Dient

iets je strategie dan moet je er zeker op in spelen;

bestaat de kans dat iets je strategie ondermijnt,

hou er dan je handen af, zelfs als het je op korte

termijn wel voordeel zou kunnen opleveren. Een

duidelijke strategie helpt om keuzes te maken en

verhindert dat je in een situatie terechtkomt waar

geen beslissingen worden genomen. Ook voor

bedrijfsleiders en medewerkers is een strategie

belangrijk. Wanneer ze duidelijk weten waar het

bedrijf naartoe gaat, motiveert hen dat. En ik zou

nog verder durven gaan. Een bedrijf zonder strate-

gie heeft in mijn ogen geen bestaansreden. Als je

je niet kan diversifiëren van de concurrentie, dan

ben je vervangbaar. En dus bestaat de kans dat je

bedrijf vroeg of laat ophoudt te bestaan.

Elke ondernemer moet zich afvragen in wat zijn

bedrijf anders is. Dat geldt voor een grote staal-

fabrikant, voor de kruidenier op de hoek en

evenzeer voor een melkveehouder of een bedrijf

met hoevetoerisme. De meeste bedrijfsleiders

weten intuïtief wel wat hun bedrijf uniek maakt,

maar het is noodzakelijk dat het ook op papier

wordt gezet. Dit is een eerste stap in de goede

richting, maar de uitvoering van de strategie is

minstens zo belangrijk. Slechts de helft van de

bedrijven heeft een strategie en slechts één op

tien bedrijven met een ware strategie slaagt erin

die te realiseren. Een strategie consequent blijven

toepassen is helemaal niet evident en vraagt veel

lef. Dit impliceert dat je soms beter niet ingaat op

opportuniteiten die op korte termijn een voordeel

opleveren, maar op lange termijn indruisen tegen

je strategie. Zo stelde Carrefour enkele jaren gele-

den jeneverfabrikant Filliers voor de keuze: ofwel

verlaagde Filliers zijn prijzen, ofwel verloor het

bedrijf zijn contract met Carrefour. Filliers koos

voor de tweede optie omdat het vreesde dat de

prijsverlaging het zorgvuldig opgebouwde merk-

imago zou beschadigen. Gevolg: het bedrijf zag

een contract van zo’n 100.000 liter aan zijn neus

voorbijgaan. Zes maanden later kwam Carrefour

met hangende pootjes terug met de vraag of ze

toch wilden leveren, want de klanten vroegen

uitdrukkelijk naar de jenever van Filliers… Gedis-

H

mijn gedacht

Een strategie brengt geld op

Een strategie consequent toepassen

vraagt lef

Johan Lambrecht is hoogleraar en directeur van het Studiecentrum voor Ondernemerschap van ehsal – kuBrussel. Hij voerde samen met onder-zoeker Wouter Broeckaert een studie uit naar stra-tegie bij familiebedrijven.

Wil je meer weten over strategie en strategische veranderingen

bij familiebedrijven? Professor Lambrecht

geeft op dinsdag 24 maart om 19u een voor-

dracht in Roeselare. Inschrijven is verplicht.

info www.innovatiesteunpunt.be

WIN! Johan Lambrecht en Wouter Broekaert be-

schrijven in hun boek ‘Het roer omgooien:

Strategische Verandering van het Familiebe-

drijf’ alle facetten van strategie, aangevuld

met praktijkvoorbeelden. Wil jij één van de

vijf exemplaren van dit boek winnen? Stuur

je naam en adres naar [email protected].

info www.roulartabooks.be

ciplineerd en consistent zijn, zijn eveneens nood-

zakelijk bij de uitvoering van je strategie. Er pas-

sie voor hebben, is ook belangrijk. Je moet erin

geloven en ervoor gaan.

Ook voor landbouwbedrijven is een strate-

gie essentieel. Ik heb heel veel respect voor het

vakmanschap en de liefde voor het vak die je

in de sector aantreft. Bovendien zijn de meeste

landbouwbedrijven familiebedrijven. En dat zijn

nu juist de bedrijven die zich uitstekend zouden

moeten lenen om een strategie te ontwikkelen. Zij

kijken meer op lange termijn, iets wat veel beurs-

genoteerde niet-familiebedrijven vaak niet kunnen

of niet willen doen.

Page 28: Landgenoten Lente 2009

Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 17Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 1, 2009

België-Belgique9099 Gent X

bc 10292

V.u. Dirk Lips, p.a. ViltKoning Albert II-laan 35, 1030 Brussel

P509285

NIEUWE T7OOO AUTO COMMAND

TAKE CONTROL

YOUR NEXT MOVE www.newholland.com

New Holland T7000 Auto Command™-tractoren bieden ultiem rijcomfort.Hun geavanceerde CVT-transmissie met hypermoderne SideWinder II™-armleuning en intuïtieve multifunctionele hendel zorgen voor topcomfort en een ongeëvenaard gebruiksgemak. Kies een van de vijf modellen met215 tot 251 pk (met Powerboost) en word productiever dan ooit. It’s time to take control!

DE NIEUWE GENERATIE VARIABELE TRANSMISSIES VAN NEW HOLLAND.

btsa

dv.c

omN

ew H

olla

nd

ver

kies

t

-sm

eerm

idd

elen

T7000AC_Landg_NLO.qxd 11-03-2009 9:45 Pagina 1