De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

48
Interviews met: Docenten over het thema: Op bezoek bij.. Deloitte Drs. H.J. Bouwer ..de FIOD en Mazars Mr. D.E van Sprundel Forensic & Investigation Ministerie van Financiën Drs. O.L. Mobach Services, Grant Thornton Prof. dr. B. Jacobs & F.T. Zoutman de A ANSLAG! Op het randje... of erover? Een uitgave van de Rotterdamse Fiscalisten Vereniging Christiaanse – Taxateur Jaargang 20, nummer 2 | 2010/2011

description

Het officiële orgaan van R.F.V. Christiaanse-Taxateur

Transcript of De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

Page 1: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

Interviews met: Docenten over het thema: Op bezoek bij..Deloitte Drs.H.J.Bouwer ..deFIODenMazars Mr.D.EvanSprundel Forensic&InvestigationMinisterievanFinanciën Drs.O.L.Mobach Services,GrantThornton Prof.dr.B.Jacobs&F.T.Zoutman

deAANSLAG!Op het randje...

of erover?

Een uitgave van de Rotterdamse Fiscalisten Vereniging Christiaanse – TaxateurJaargang 20, nummer 2 | 2010/2011

Page 2: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

3deAANSLAG!Inhoudsopgave

KOM NAAR HET #BDO12TJEen maak deel uit van onze selectie!

29 MAART 2011: FEIJENOORD STADION

30 MAART 2011: PHILIPS STADION

31 MAART 2011: GROLSCH VESTE

01 APRIL 2011: AMSTERDAM ARENA

We gaan geen penalty schieten of een balletje hooghouden, dus laat je voetbalschoenen maar thuis! We trappen de dagen af met een ‘warming-up’, in de vorm van een lunch, zodat je voldoende energie in huis hebt voor de afwisselende workshops. Uiteraard zorgen we ook dit jaar weer voor een originele afsluiting tijdens de verlenging!

WIL JIJ OPGENOMEN WORDEN IN DE SELECTIE?Ga dan naar www.werkenbijbdo.nl en meld je aan vóór 15 maart a.s. Wil je eerst nog meer informatie? Neem dan contact op met Bouchra Laghzaoui, recruiter, tel: (010) 242 46 00 of per e-mail: [email protected]

BLIJF OP DE HOOGTE! Volg ons - @werkenbijbdo - op twitter #bdo12tje

VOOR VRIJ ONDERNEMEN

Inhoudsopgave

mr. D.E. van Sprundel Wetenschappelijk medewerker FEI

In gesprek met…Forensic & Investigation Services

drs. O.L. Mobach Docent Omzetbelasting FRG

Thuis bij… Bart van Mervennée

6

32

28

36

4 Redactioneel 22 Belastingplan 2011

5 Van de Voorzitter 27 Starters interview Mazars

9 Fiscale Bedrijvendag 2011 31 De Tien

11 Starters interview Deloitte 37 Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

12 FIOD 38 Column Walewein

14 Tax Jurisprudence Program 40 Artikel: Prof. dr. B. Jacobs & F.T. Zoutman

16 Back to the Future 43 Starters interview Ministerie van Financiën

18 Artikel: drs. H.J. Bouwer 44 De Stelling

21 Fiscaal Opmerkelijk 46 Column Wajid Hassan

Over fi scale ethiek

…drs. P.J. Schimmel RA CFE

Over frauderende ondernemers

…de fi scale student

Page 3: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

3deAANSLAG!Inhoudsopgave

KOM NAAR HET #BDO12TJEen maak deel uit van onze selectie!

29 MAART 2011: FEIJENOORD STADION

30 MAART 2011: PHILIPS STADION

31 MAART 2011: GROLSCH VESTE

01 APRIL 2011: AMSTERDAM ARENA

We gaan geen penalty schieten of een balletje hooghouden, dus laat je voetbalschoenen maar thuis! We trappen de dagen af met een ‘warming-up’, in de vorm van een lunch, zodat je voldoende energie in huis hebt voor de afwisselende workshops. Uiteraard zorgen we ook dit jaar weer voor een originele afsluiting tijdens de verlenging!

WIL JIJ OPGENOMEN WORDEN IN DE SELECTIE?Ga dan naar www.werkenbijbdo.nl en meld je aan vóór 15 maart a.s. Wil je eerst nog meer informatie? Neem dan contact op met Bouchra Laghzaoui, recruiter, tel: (010) 242 46 00 of per e-mail: [email protected]

BLIJF OP DE HOOGTE! Volg ons - @werkenbijbdo - op twitter #bdo12tje

VOOR VRIJ ONDERNEMEN

Inhoudsopgave

mr. D.E. van Sprundel Wetenschappelijk medewerker FEI

In gesprek met…Forensic & Investigation Services

drs. O.L. Mobach Docent Omzetbelasting FRG

Thuis bij… Bart van Mervennée

6

32

28

36

4 Redactioneel 22 Belastingplan 2011

5 Van de Voorzitter 27 Starters interview Mazars

9 Fiscale Bedrijvendag 2011 31 De Tien

11 Starters interview Deloitte 37 Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

12 FIOD 38 Column Walewein

14 Tax Jurisprudence Program 40 Artikel: Prof. dr. B. Jacobs & F.T. Zoutman

16 Back to the Future 43 Starters interview Ministerie van Financiën

18 Artikel: drs. H.J. Bouwer 44 De Stelling

21 Fiscaal Opmerkelijk 46 Column Wajid Hassan

Over fi scale ethiek

…drs. P.J. Schimmel RA CFE

Over frauderende ondernemers

…de fi scale student

Page 4: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

4 deAANSLAG! 5deAANSLAG!Colofon / Redactioneel Van de Voorzitter

Colo

fon

Redactioneel“Ik wil nog één snoepje!”, jammert het kind tegen zijn moeder, “eentje maar, toe!”. “Je zit op het randje!”, antwoord moeder. Heel even lijkt het erop of het kind door wil gaan, maar als hij zijn boze moeder recht in de ogen kijkt, weet hij uit ervaring dat hij beter kan stoppen. Stoppen voordat hij de moeder aan het dan-sen heeft. Stoppen voordat hij over het randje gaat.

Wat gebeurt er als je aan (niet fi scale) mensen vraagt waar ze aan denken bij "op het randje...of erover"? Sommige zijn gelijk heel praktisch. Bungeejumping, even Apeldoorn bellen reclames, voetbal, zelfmoord, seks… Dat laatste werd uiteraard meerdere malen genoemd, toevallig allemaal door jongens. Anderen waren daarentegen veel abstrac-ter. De grenzen van het toelaatbare opzoeken. Kijken naar de morele overwegingen bij het opzoeken van de grenzen. Bijna gehaald, bijna gefaald.

Dit thema is ook erg toepasbaar in het fi scale wereldje, want hier draait het eigenlijk allemaal om. Wanneer belastingplichtigen niet op het randje zouden zitten, zou de wet niet nodig zijn. Dan zouden er geen constructies voor belastingontduiking worden gemaakt, zou de wettenbundel heel wat minder dik zijn en dan zouden wij er later ons brood niet mee kunnen verdienen. Dan zouden er geen inspecteurs nodig zijn en dan betaalden we allemaal braaf onze belasting. Een utopie. Maar het zit in een mens om dwars te zijn, om tegen de regels in te willen gaan of in ieder geval het randje op te zoeken. En als dat kan, waarom zouden we het dan niet doen?

Voordeel is dat we hierdoor een mooi thema hebben, waar we dus ook fi scaal veel over kunnen zeggen. Zo hebben we een bezoek gebracht aan de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD), is De Stelling op dit thema aangepast en is ook De Tien weer in deze editie te bewonderen. Daarnaast hebben we niet alleen docenten van de fi scale capaciteitsgroepen gevraagd om een artikel te schrijven, maar ook twee docenten van andere afdelingen. Het is immers geen fi scaal thema, maar een thema dat in elk vakgebied wel kan worden toegepast.

Grant Thornton heeft een geheel nieuwe afdeling, namelijk Forensic Investigation & Services. Natuurlijk was de Aanslag-redactie er als de kippen bij om voor jullie uit te zoeken wat het precies inhoudt.

Verder willen wij nog even melden dat het leven van een redactielid van de Aanslag niet altijd rozengeur en maneschijn is. Voor het startersinterview bij Mazars hebben de redactieleden na een lange reis naar Kralingse Zoom nog eens een half uur in een sneeuwstorm gelopen, omdat er geen bussen reden. We waren net sneeuwpoppen! Eenmaal opgewarmd wachtte ons dezelfde terugreis. De redactie is letterlijk door weer en wind gegaan om deze editie weer op de deurmat te krijgen.

Tot slot: vergeet niet de prijs-vraag in te vullen, je kunt weer een hele leuke prijs winnen!

Ibrahim AaroussFaiza Ali MohamedTim ZwinkelsMariëtte Mampaeij

De Aanslag is het verenigingsblad van de R.F.V. Christiaanse-Taxateur en verschijnt vier keer per jaar.

Editie Jaargang 20 / Nummer 2Februari 2011

Hoofd- en eindredactieFaiza Ali Mohamed

RedactieIbrahim AaroussMariëtte MampaeijTim Zwinkels

Met dank aan:De stellingdeelnemersDrs. H.J. BouwerDrs. Pieter EenhoornWajid HassanJesse HofmeesterProf. dr. B. JacobsDrs. Eric JansenAnne de JongMr. Henk KollerLenny KootBart van MervennéeLeo MobachMohamed el MokaddemDrs. P.J. Schimmel RA CFEMartijn SchippersMr. D.E van SprundelHans StoopmanMike VrijmoedWaleweinFloris Zoutman

RedactieadresErasmus Universiteit RotterdamDe Aanslagredactie Kamer H16-25Postbus 17383000 DR Rotterdam

Telefoon: 010 – 408 14 69Website: www.christiaanse-taxateur.nlE-mail: [email protected]

AdverterenVoor inlichtingen over adverteren kunt u contact opnemen met Alexander Claessens ([email protected]).

Ontwerp en vormgevingOCC De Hoog Media Partners

DrukkerijOCC De Hoog Media Partners

Oplage650 exemplaren

18e bestuur der R.F.V. Christiaanse-TaxateurMartijn Schippers - VoorzitterAhmet Çeliktas - Secretaris Chris van Zwienen - PenningmeesterAlexander Claessens - Commissaris­ExternFaiza Ali Mohamed - Commissaris­InternChantal van der Linden - Commissaris­Reis

Van de VoorzitterBeste leden,

Een heel gelukkig nieuwjaar toegewenst. Het is inmid-dels al weer wat achterhaald, maar toch is het niet minder gemeend. ‘Op het randje of er net overheen’ luidt het thema van de tweede Aanslag van dit collegejaar en de eerste van het jaar 2011. Het betreft een onderwerp dat grofweg een tweesplitsing aanbrengt tussen goed en kwaad, legaal en illegaal, juist en onjuist. Je zou kunnen concluderen, dat eroverheen negatief is en op het randje positief. Maar als we ons op het randje begeven en onze beide voeten zich nog net binnen het wettelijke kader van ons rechtsstelsel bevinden, begeven we ons dan niet al met één arm over de rand?

De wetgever is telkens bezig het wettelijk kader te vergrendelen, opdat we ingesloten geraken op een plein met een hoge ommuring, zodat elk zich niet op de rand kan begeven en uitbreekt uit de gevangenis van onze regelgeving. Soms vindt iemand weer een ladder om uit te breken. Vaak wordt de dader onderschept, echter soms krijgt hij een medestander en wordt de omlijsting van het wettelijk kader verruimd. Een beetje beeldspraak, maar de duiding lijkt mij evidend.

We hebben als mensen altijd een drang gehad om te kijken hoever we kunnen gaan. Als kind kijk je hoever je je ouders kunt krijgen; ‘ach toe mag ik nog heel even opblijven’. Als puber probeer je (lees: schreeu-wend) te motiveren dat 02:00 uur thuis na het stappen echt een belachelijke tijd is en dat de meeste ouders toch minstens 05:00 uur permitteren. Als student probeer je met argumenten als ‘B is het juiste antwoord, maar ik koos C en dat is toch niet helemaal fout, waarom krijg ik geen punten?’ het verschil tussen de 5 en de 5,5 te bewerkstel-ligen. Het is altijd een streven om net te kijken hoe ver we kunnen komen, hoever de rand zich denkbeeldig uitstrekt.

In de fi scale wereld is het net zo. De adviseur probeert met een andere wijze van interpretatie te beargumenteren dat de rente wel afgetrok-ken mag worden, terwijl de inspecteur als een politieagent hem dat verbiedt. Loopt het echt mis dan hebben we ook nog de twee andere machtscentra van Montesquieu, die zich in het confl ict direct dan wel indirect, vooraf maar meestal achteraf bemoeien. En hebben we het vermoeden dat een onderneming fraudeert? Dan sturen we de speurhond van de Belastingdienst. Al met al betreft het telkens een afweging tussen ontwijken en ontduiken respectievelijk; legaal en ille-gaal. Maar waar ligt de lijn? In deze editie wordt ruimschoots aandacht besteed aan deze randgevallen.

December stond in het teken van allereerst de almanakborrel van donderdagavond 2 december. We verruilde ons vertrouwde honk voor het Belgische Biercafé Boudewijn. Een andere setting, maar uiteraard hing ook hier de CT-sfeer. Een mooi jaaroverzicht werd in de Almanak geschetst tijdens deze door Grant Thornton mogelijke gemaakte borrel. Een andere activiteit, een nieuwe wel te verstaan, was het Tax Jurispru-dence Program. De eerste sessie werd op woensdagavond 15 december ingeluid door mr. De Haas. Algemene vragen zoals ‘Hoe lees je een ar-rest?’ en ‘Wat zijn de gevolgen ervan’ werden beantwoord. Vervolgens trapten Sebastian van der Hoeven en Bart van Mervennée het tweede gedeelte van de eerste sessie af. In twee presentaties werden subonder-werpen binnen het rechtsgebied Formeel Belastingrecht besproken. Na een welverdiende kerstvakantie werd op dinsdag 11 januari het nieuwe jaar met een glas prosecco beklonken. Pereira Van Vliet en Part-ners was uit Den Haag gekomen om samen met ons het glas te heffen op dit nieuwe kalenderjaar.

26 januari 2011 werd alweer de tweede sessie van het Tax Jurispru-dence Program gehouden. Prof. Kavelaars was aanwezig namens de docenten en Deloitte gaf namens het bedrijfsleven een invulling aan de avond, die in het teken stond van het Internationaal Belastingrecht.

Tevens werd er in deze periode het tweede kantoorbezoek georgani-seerd. Het bijzondere was dat dit de eerste keer was dat alle studenten die daadwerkelijk mee mogen met de studiereis bijeen waren. Het kantoorbezoek werd gehouden bij Bird & Bird.

De tweede tentamenweek voor de Fiscaal Recht studenten werd vooraf gegaan door de vier tentamentrainingen, die in samenwerking met de Christiaanse-Taxateur met BDO, Ernst&Young, Meijburg en PwC werden georganiseerd.

Meestal wordt de kerstperiode als de mooiste periode van het jaar aangeduid. Echter voor de Christiaanse-taxateur zal nu een ongeloofl ijk leuke periode aanbreken. De Fiscale Bedrijvendag staat voor de deur, het Diesfeest is in volle voorbereiding en daarnaast staan er nog een aantal sessies van het TJP op de agenda alsmede een aantal kantoor-bezoeken en last but not least dé skireis. Al met al een periode om naar uit te kijken.

Maak er een geweldig jaar vol hoogtepunten van!

Met vriendelijke groet,

Martijn SchippersVoorzitter 2010-2011

Page 5: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

4 deAANSLAG! 5deAANSLAG!Colofon / Redactioneel Van de Voorzitter

Colo

fon

Redactioneel“Ik wil nog één snoepje!”, jammert het kind tegen zijn moeder, “eentje maar, toe!”. “Je zit op het randje!”, antwoord moeder. Heel even lijkt het erop of het kind door wil gaan, maar als hij zijn boze moeder recht in de ogen kijkt, weet hij uit ervaring dat hij beter kan stoppen. Stoppen voordat hij de moeder aan het dan-sen heeft. Stoppen voordat hij over het randje gaat.

Wat gebeurt er als je aan (niet fi scale) mensen vraagt waar ze aan denken bij "op het randje...of erover"? Sommige zijn gelijk heel praktisch. Bungeejumping, even Apeldoorn bellen reclames, voetbal, zelfmoord, seks… Dat laatste werd uiteraard meerdere malen genoemd, toevallig allemaal door jongens. Anderen waren daarentegen veel abstrac-ter. De grenzen van het toelaatbare opzoeken. Kijken naar de morele overwegingen bij het opzoeken van de grenzen. Bijna gehaald, bijna gefaald.

Dit thema is ook erg toepasbaar in het fi scale wereldje, want hier draait het eigenlijk allemaal om. Wanneer belastingplichtigen niet op het randje zouden zitten, zou de wet niet nodig zijn. Dan zouden er geen constructies voor belastingontduiking worden gemaakt, zou de wettenbundel heel wat minder dik zijn en dan zouden wij er later ons brood niet mee kunnen verdienen. Dan zouden er geen inspecteurs nodig zijn en dan betaalden we allemaal braaf onze belasting. Een utopie. Maar het zit in een mens om dwars te zijn, om tegen de regels in te willen gaan of in ieder geval het randje op te zoeken. En als dat kan, waarom zouden we het dan niet doen?

Voordeel is dat we hierdoor een mooi thema hebben, waar we dus ook fi scaal veel over kunnen zeggen. Zo hebben we een bezoek gebracht aan de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD), is De Stelling op dit thema aangepast en is ook De Tien weer in deze editie te bewonderen. Daarnaast hebben we niet alleen docenten van de fi scale capaciteitsgroepen gevraagd om een artikel te schrijven, maar ook twee docenten van andere afdelingen. Het is immers geen fi scaal thema, maar een thema dat in elk vakgebied wel kan worden toegepast.

Grant Thornton heeft een geheel nieuwe afdeling, namelijk Forensic Investigation & Services. Natuurlijk was de Aanslag-redactie er als de kippen bij om voor jullie uit te zoeken wat het precies inhoudt.

Verder willen wij nog even melden dat het leven van een redactielid van de Aanslag niet altijd rozengeur en maneschijn is. Voor het startersinterview bij Mazars hebben de redactieleden na een lange reis naar Kralingse Zoom nog eens een half uur in een sneeuwstorm gelopen, omdat er geen bussen reden. We waren net sneeuwpoppen! Eenmaal opgewarmd wachtte ons dezelfde terugreis. De redactie is letterlijk door weer en wind gegaan om deze editie weer op de deurmat te krijgen.

Tot slot: vergeet niet de prijs-vraag in te vullen, je kunt weer een hele leuke prijs winnen!

Ibrahim AaroussFaiza Ali MohamedTim ZwinkelsMariëtte Mampaeij

De Aanslag is het verenigingsblad van de R.F.V. Christiaanse-Taxateur en verschijnt vier keer per jaar.

Editie Jaargang 20 / Nummer 2Februari 2011

Hoofd- en eindredactieFaiza Ali Mohamed

RedactieIbrahim AaroussMariëtte MampaeijTim Zwinkels

Met dank aan:De stellingdeelnemersDrs. H.J. BouwerDrs. Pieter EenhoornWajid HassanJesse HofmeesterProf. dr. B. JacobsDrs. Eric JansenAnne de JongMr. Henk KollerLenny KootBart van MervennéeLeo MobachMohamed el MokaddemDrs. P.J. Schimmel RA CFEMartijn SchippersMr. D.E van SprundelHans StoopmanMike VrijmoedWaleweinFloris Zoutman

RedactieadresErasmus Universiteit RotterdamDe Aanslagredactie Kamer H16-25Postbus 17383000 DR Rotterdam

Telefoon: 010 – 408 14 69Website: www.christiaanse-taxateur.nlE-mail: [email protected]

AdverterenVoor inlichtingen over adverteren kunt u contact opnemen met Alexander Claessens ([email protected]).

Ontwerp en vormgevingOCC De Hoog Media Partners

DrukkerijOCC De Hoog Media Partners

Oplage650 exemplaren

18e bestuur der R.F.V. Christiaanse-TaxateurMartijn Schippers - VoorzitterAhmet Çeliktas - Secretaris Chris van Zwienen - PenningmeesterAlexander Claessens - Commissaris­ExternFaiza Ali Mohamed - Commissaris­InternChantal van der Linden - Commissaris­Reis

Van de VoorzitterBeste leden,

Een heel gelukkig nieuwjaar toegewenst. Het is inmid-dels al weer wat achterhaald, maar toch is het niet minder gemeend. ‘Op het randje of er net overheen’ luidt het thema van de tweede Aanslag van dit collegejaar en de eerste van het jaar 2011. Het betreft een onderwerp dat grofweg een tweesplitsing aanbrengt tussen goed en kwaad, legaal en illegaal, juist en onjuist. Je zou kunnen concluderen, dat eroverheen negatief is en op het randje positief. Maar als we ons op het randje begeven en onze beide voeten zich nog net binnen het wettelijke kader van ons rechtsstelsel bevinden, begeven we ons dan niet al met één arm over de rand?

De wetgever is telkens bezig het wettelijk kader te vergrendelen, opdat we ingesloten geraken op een plein met een hoge ommuring, zodat elk zich niet op de rand kan begeven en uitbreekt uit de gevangenis van onze regelgeving. Soms vindt iemand weer een ladder om uit te breken. Vaak wordt de dader onderschept, echter soms krijgt hij een medestander en wordt de omlijsting van het wettelijk kader verruimd. Een beetje beeldspraak, maar de duiding lijkt mij evidend.

We hebben als mensen altijd een drang gehad om te kijken hoever we kunnen gaan. Als kind kijk je hoever je je ouders kunt krijgen; ‘ach toe mag ik nog heel even opblijven’. Als puber probeer je (lees: schreeu-wend) te motiveren dat 02:00 uur thuis na het stappen echt een belachelijke tijd is en dat de meeste ouders toch minstens 05:00 uur permitteren. Als student probeer je met argumenten als ‘B is het juiste antwoord, maar ik koos C en dat is toch niet helemaal fout, waarom krijg ik geen punten?’ het verschil tussen de 5 en de 5,5 te bewerkstel-ligen. Het is altijd een streven om net te kijken hoe ver we kunnen komen, hoever de rand zich denkbeeldig uitstrekt.

In de fi scale wereld is het net zo. De adviseur probeert met een andere wijze van interpretatie te beargumenteren dat de rente wel afgetrok-ken mag worden, terwijl de inspecteur als een politieagent hem dat verbiedt. Loopt het echt mis dan hebben we ook nog de twee andere machtscentra van Montesquieu, die zich in het confl ict direct dan wel indirect, vooraf maar meestal achteraf bemoeien. En hebben we het vermoeden dat een onderneming fraudeert? Dan sturen we de speurhond van de Belastingdienst. Al met al betreft het telkens een afweging tussen ontwijken en ontduiken respectievelijk; legaal en ille-gaal. Maar waar ligt de lijn? In deze editie wordt ruimschoots aandacht besteed aan deze randgevallen.

December stond in het teken van allereerst de almanakborrel van donderdagavond 2 december. We verruilde ons vertrouwde honk voor het Belgische Biercafé Boudewijn. Een andere setting, maar uiteraard hing ook hier de CT-sfeer. Een mooi jaaroverzicht werd in de Almanak geschetst tijdens deze door Grant Thornton mogelijke gemaakte borrel. Een andere activiteit, een nieuwe wel te verstaan, was het Tax Jurispru-dence Program. De eerste sessie werd op woensdagavond 15 december ingeluid door mr. De Haas. Algemene vragen zoals ‘Hoe lees je een ar-rest?’ en ‘Wat zijn de gevolgen ervan’ werden beantwoord. Vervolgens trapten Sebastian van der Hoeven en Bart van Mervennée het tweede gedeelte van de eerste sessie af. In twee presentaties werden subonder-werpen binnen het rechtsgebied Formeel Belastingrecht besproken. Na een welverdiende kerstvakantie werd op dinsdag 11 januari het nieuwe jaar met een glas prosecco beklonken. Pereira Van Vliet en Part-ners was uit Den Haag gekomen om samen met ons het glas te heffen op dit nieuwe kalenderjaar.

26 januari 2011 werd alweer de tweede sessie van het Tax Jurispru-dence Program gehouden. Prof. Kavelaars was aanwezig namens de docenten en Deloitte gaf namens het bedrijfsleven een invulling aan de avond, die in het teken stond van het Internationaal Belastingrecht.

Tevens werd er in deze periode het tweede kantoorbezoek georgani-seerd. Het bijzondere was dat dit de eerste keer was dat alle studenten die daadwerkelijk mee mogen met de studiereis bijeen waren. Het kantoorbezoek werd gehouden bij Bird & Bird.

De tweede tentamenweek voor de Fiscaal Recht studenten werd vooraf gegaan door de vier tentamentrainingen, die in samenwerking met de Christiaanse-Taxateur met BDO, Ernst&Young, Meijburg en PwC werden georganiseerd.

Meestal wordt de kerstperiode als de mooiste periode van het jaar aangeduid. Echter voor de Christiaanse-taxateur zal nu een ongeloofl ijk leuke periode aanbreken. De Fiscale Bedrijvendag staat voor de deur, het Diesfeest is in volle voorbereiding en daarnaast staan er nog een aantal sessies van het TJP op de agenda alsmede een aantal kantoor-bezoeken en last but not least dé skireis. Al met al een periode om naar uit te kijken.

Maak er een geweldig jaar vol hoogtepunten van!

Met vriendelijke groet,

Martijn SchippersVoorzitter 2010-2011

Page 6: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

6 deAANSLAG! 7deAANSLAG!Docentenartikel Fiscale EconomieDocentenartikel Fiscale Economie

de faciliteit van artikel 3.65 Wet IB 2001 treedt de naamloze vennoot-schap in de plaats van de overdragers. In de tweede standaardvoorwaar-de horende bij artikel 3.65 Wet IB 2001 is de fiscale indeplaatstreding nader toegelicht. Hierin wordt beschreven dat ook voor toepassing van de willekeurige afschrijving de naamloze vennootschap in de plaats treedt van de overdragers waardoor de sanctie als bedoeld in artikel 3.38 Wet IB 2001 – het niet tijdig in gebruik nemen van het bedrijfsmiddel met terugname van de willekeurige afschrijving als gevolg – overgaat op de naamloze vennootschap. Het tijdig in gebruik nemen (vóór 1 januari 2012/2013) van het schip is namelijk een belangrijk risico voor het kunnen toepassen van de willekeurige afschrijving. Indien het schip niet tijdig in gebruik wordt genomen, wordt de willekeurige afschrijving teruggenomen op het tijdstip waarop niet wordt voldaan aan de voorwaarden, oftewel in 2013 dan wel 2014. Terugname van de willekeurige afschrijving geschiedt door verhoging van de boekwaarde tot het niveau dat zou zijn bereikt als niet willekeurig was afgeschreven. Deze ophoging vindt plaats bij de naamloze vennootschap en is belast met 25% vennootschapsbelasting.10 Doordat bij de natuurlijke persoon participant de aftrek heeft plaatsgevonden tegen een hoger tarief is alsnog belasting bespaard, maar uiteraard minder dan beoogd.

In één prospectus wordt ook nog aangegeven dat, na omzetting van de maatschap in een naamloze vennootschap, een verzoek bij de Belasting-dienst zal worden ingediend voor toepassing van het tonnageregime. Door gebruik te maken van het tonnageregime kan een Nederlandse belastingplichtige haar winst uit zeescheepvaart bepalen aan de hand van het nettotonnage van de schepen waarmee die winst wordt behaald. Op grond van het tonnageregime van artikel 3.22 Wet IB 2001 wordt de winst forfaitair vastgesteld en is de betalen belasting zeer laag vergeleken met hetgeen belast zou zijn op basis van het reguliere winst-regime.11 In een persbericht van 28 november 200912 heeft de wetgever echter aangekondigd de ministeriële regeling aan te passen waarmee bewerkstelligd wordt dat de willekeurige afschrijving wordt teruggeno-men wanneer de belastingplichtige binnen tien jaar overstapt naar het tonnageregime. Deze aanpassing is ook per 1 januari 2010 ingaan en een verzoek voor toepassing van het tonnageregime zal dan ook niet zijn gehonoreerd.

3. Fiscale ethiek versus algemene economieKortom: zoals in de prospectussen aangegeven betreft het een fiscaal aantrekkelijke structuur. Dit wordt ook bevestigd door de Belasting-dienst en het Ministerie. Sterker nog; in enkele prospectussen wordt aangegeven dat over de structuur overeenstemming met de Belasting-dienst is bereikt en dat de fiscale gevolgen hiervan afgestemd zijn in een ruling.13 Ook heeft de staatssecretaris meermaals in de Kamer aange-geven dat dergelijke structuren zijn goedkeuring hebben, ondanks dat de structuren alleen maar werken door een fiscaal voordeel (namelijk binnen twee jaar willekeurige afschrijven).

Het is echter in mogelijk dat – na Kamervragen14 – de staatssecretaris gedwongen zal worden in de inkomstenbelasting ondernemers die investeren in zeeschepen per 1 januari 2011 uit te sluiten van de versnelde willekeurige afschrijving.15 Gezien bovenstaande staat de inperking van deze regeling op gespannen voet met de rechtszekerheid. Zelfs een ruling helpt je dan mogelijk niet, omdat in rulings doorgaans een uitzondering wordt gemaakt voor wetswijzigingen. Hoewel er veel te doen is geweest over de advertenties zijn mijns inziens over de bewoordingen van enkele Kamerleden ook de nodige kanttekening te maken, getuige de volgende populistische uitlating: ‘in de reclames wordt geroepen over meer geld terug van de Belastingdienst dan de investering, terwijl wij in de Kamer worstelen met de rollators al dan niet in het ziektekostenpakket.’

Wel dient niet alleen op de fiscale voordelen en risico’s te worden gelet. Er zijn voor de deelnemer – gelijk bij andere beleggingen – namelijk nog andere risico’s, zoals investeringsrisico’s, bouwrisico’s, aansprakelijk-heidsrisico’s, financieringsrisico’s, inkomstenrisico’s, debiteurenrisico’s en de rente- en inflatierisico’s. Mijns inziens dient een fiscalist dergelijke risico’s en problemen te onderkennen. Ook dient bij het opzetten van een dergelijke structuur de fiscale ethiek in ogenschouw te worden genomen. Was het niet op voorhand te verwachten dat deze structuur tot maatschappelijk verzet zou leiden?16 Wellicht; daarom zijn deze struc-turen ook op voorhand afgestemd en rechtszekerheid door de overheid vormt mijns inziens ook een onderdeel van fiscale ethiek.

Verder blijkt dat uit de parlementaire geschiedenis dat deze willekeurige afschrijvingsmaatregel destijds is ingevoerd om - in tijden van economi-sche crisis – ondernemingen te stimuleren in de Nederlandse economie te investeren en het bedrijfsleven een extra liquiditeitsimpuls te geven. Het lijkt me duidelijk dat een dergelijke maatregel effect kan sorteren. Wel vroeg ik me in eerste instantie af – vanuit een economisch perspec-tief – of de afschrijvingsmaatregel wel diende te worden gebruikt om particulieren te bewegen deel te nemen in maatschappen die investe-ren in zeeschepen. Reden hiervoor is – zeker in 2009 en 2010 – dat veel zeeschepen stil lagen in de havens. Het creëren van nog meer capaciteit in een sector waar sprake is van grote overcapaciteit zou de scheepvaart-sector kunnen schaden; door de fiscale prikkels zou een “varkenscyclus”17 alleen maar worden verstrekt. Uit onderzoek18 opgesteld door Scheeps-bouw Nederland en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) blijkt echter dat sinds 2009 77 schepen gebruik maken van de willekeurige afschrijvingsregeling, waarvan er 56 in Nederland worden gebouwd. Ook blijkt volgens ditzelfde onderzoek dat de terugvloei naar de overheid door de extra belastinginkomsten al meer bedraagt dan het ingeboekte tijdelijke effect voor de rijksfinanciën van de versnelde willekeurige afschrijving. Het probleem van een varkenscyclus lijkt dan ook voor de Scheepsbouw Nederland en de KVNR niet te spelen en tevens lijkt de regeling om particulieren fiscaal gunstig in zeeschepen te

1. InleidingDe redactie van De Aanslag vroeg me onlangs aan de hand van een fiscale structuur een artikel te schrijven over – samengevat – fiscale ethiek; wanneer is iets op het randje en wanneer ‘ken ’t net’. Bij het laatste dient men bijvoorbeeld te denken aan de reclame van Son-nema Berenburg waar een aantal studentikoze types aan – naar ik begrijp – een Friese boer vragen of ze het ijs op kunnen en deze Fries deze vraag beantwoordt met “het ken net”. Op het moment dat het ijs wordt betreden, zakken deze studenten er doorheen; het kon toch niet. Een andere opvallende televisiereclame ziet op het investeren in zeeschepen. Ook kunt u in nagenoeg iedere ‘kwaliteitskrant’ een van de volgende advertenties aantreffen: “Aftrekpost EUR 35.276 bij deelname van EUR 15.000”, “Grote aftrekposten en onbelaste vermogenstoename” en “Binnen twee jaar 119% van uw inleg terug”. De advertenties2 doen geloven dat u eigenlijk geld laat liggen als u niet participeert.

In deze bijdrage zal ik laten zien dat de constructie inderdaad fiscaal voordelig kan uitpakken door gebruik te maken van de versnelde willekeurige afschrijving en de hefboomwerking. Alvorens ik nader op de fiscale ethiek inga, zal ik allereerst de fiscale aspecten van deze investeringen beschrijven. Ik sluit – daar deze bijdrage is bedoeld voor studenten – af met een aantal (vaderlijke) opmerkingen.

2. Fiscaal technische werking van zeeschipstructurenVoordat u overgaat tot het deelnemen in een maatschap die in zeeschepen investeert, dient u natuurlijk kennis te nemen van het prospectus. Kort samengevat kunnen volgens het prospectus in Nederland woonachtige en belastingplichtige natuurlijke personen als maat investeren in een maatschap.3 In deze maatschap wordt een zogenoemd multi-purpose schip gebouwd. Dit schip kwalificeert voor de willekeurige afschrijvingsmaatregel welke het voor de maten mogelijk maakt om voor de jaren 2009 en 20104 investeringen in twee jaar af te schrijven. Mede doordat op de gehele investering (tot de restwaarde) mag worden afgeschreven (dus inclusief het deel gefinan-cierd met vreemd vermogen)5 kunnen met name maten die zich in de hoogste inkomstenbelastingschijf van 52% bevinden naar verwachting een substantieel positief rendement behalen. Naast de willekeurige afschrijvingsmaatregel deelt de maat in de eventuele exploitatie- en verkoopopbrengsten van het schip. Na benutting van de willekeurige afschrijvingsmaatregel en de ingebruikname van het schip brengen de maten ter beperking van de aansprakelijkheid hun maatschapsaandeel in, in een naamloze vennootschap. Voor meer informatie omtrent deze structuur verwijs ik kortheidshalve naar de inhoud van het prospec-tus.6 Hieronder zal ik aan de hand van een voorbeeld7 de werking van het voordeel laten zien.

“Voorbeeld willekeurige afschrijving zeeschepenSamen met andere beleggers die investeren in schepen vormt u een maatschap. U bent participant. De beleggers leggen samen zelf in to-taal € 4 000 000 in. De maatschap koopt een schip van € 10.000.000 en vraagt hiervoor een hypotheek aan van € 6.000.000.8

Niveau maatschapAanschafprijs schip € 10.000.000Financiering: Eigen vermogen (inleg participanten) € 4.000.000Vreemd vermogen (scheepshypotheek) € 6.000.000Niveau participantAandeel in het schip (= totaal eigen inleg en aandeel in de scheepshypotheek)

€ 25.000Eigen inleg (participatie in het EV) € 10.000Deel in de schuld (scheepshypotheek) € 15.000Willekeurige afschrijving:Fiscale afschrijvingsbasis bij restwaarde 15% (0,85 x € 25.000) € 21.250Belastingvermindering over 2 jaar tegen 52% (0,52 x € 21.250) € 11.050”

Zoals opgemerkt in de reclames is de initiële belastingteruggave inder-daad groter dan de eigen inleg. Dit voordeel wordt veroorzaakt doordat er versneld mag worden afschreven. Daarnaast mag – zoals gebruikelijk – over de hele aanschafwaarde worden afgeschreven, waardoor er over meer wordt afgeschreven dan de inleg (de hefboomwerking / leverage). Doordat een maatschap in beginsel9 fiscaal transparant is voor de inkomstenbelasting, mag de participant de belastingvermindering van €11.050 in mindering brengen op haar andere inkomsten uit Box 1. De participant dient derhalve over andere inkomsten uit Box 1 te beschik-ken en kan pas maximaal profiteren als hij in de hoogste tariefschijf van 52% zit. Hoewel niet opgemerkt in de prospectussen, kan overigens door toepassing van de MKB-winstvrijstelling van artikel 3.79a Wet IB 2001 het verlies in 2010 effectief tegen maximaal 45,76%, in plaats van 52% worden afgetrokken.

Verder betreft een van de stappen de geruisloze inbreng, zoals omschre-ven in artikel 3.65 Wet IB 2001, door de maten van het maatschapsaan-deel in een naamloze vennootschap. Deze maten verkrijgen vervolgens een (fictief) aanmerkelijk belang (zie artikel 4.11 Wet IB 2001); over deze fictieve aanmerkelijk belangclaim kan op verzoek van artikel 4.16, lid 3, Wet IB 2001 worden afgerekend, waarna het belang zich in Box 3 bevindt waardoor een belastingclaim blijft bestaan.

Ik merk hierbij nog op dat de omzetting van de maatschap in een naam-loze vennootschap niet aan toepassing van de willekeurige afschrijving gedurende de maatschapsperiode in de weg staat. Door toepassing van

Fiscale ethiek; investeren in zeeschepen of niet?

mr. D.E. van Sprundel1

Page 7: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

6 deAANSLAG! 7deAANSLAG!Docentenartikel Fiscale EconomieDocentenartikel Fiscale Economie

de faciliteit van artikel 3.65 Wet IB 2001 treedt de naamloze vennoot-schap in de plaats van de overdragers. In de tweede standaardvoorwaar-de horende bij artikel 3.65 Wet IB 2001 is de fiscale indeplaatstreding nader toegelicht. Hierin wordt beschreven dat ook voor toepassing van de willekeurige afschrijving de naamloze vennootschap in de plaats treedt van de overdragers waardoor de sanctie als bedoeld in artikel 3.38 Wet IB 2001 – het niet tijdig in gebruik nemen van het bedrijfsmiddel met terugname van de willekeurige afschrijving als gevolg – overgaat op de naamloze vennootschap. Het tijdig in gebruik nemen (vóór 1 januari 2012/2013) van het schip is namelijk een belangrijk risico voor het kunnen toepassen van de willekeurige afschrijving. Indien het schip niet tijdig in gebruik wordt genomen, wordt de willekeurige afschrijving teruggenomen op het tijdstip waarop niet wordt voldaan aan de voorwaarden, oftewel in 2013 dan wel 2014. Terugname van de willekeurige afschrijving geschiedt door verhoging van de boekwaarde tot het niveau dat zou zijn bereikt als niet willekeurig was afgeschreven. Deze ophoging vindt plaats bij de naamloze vennootschap en is belast met 25% vennootschapsbelasting.10 Doordat bij de natuurlijke persoon participant de aftrek heeft plaatsgevonden tegen een hoger tarief is alsnog belasting bespaard, maar uiteraard minder dan beoogd.

In één prospectus wordt ook nog aangegeven dat, na omzetting van de maatschap in een naamloze vennootschap, een verzoek bij de Belasting-dienst zal worden ingediend voor toepassing van het tonnageregime. Door gebruik te maken van het tonnageregime kan een Nederlandse belastingplichtige haar winst uit zeescheepvaart bepalen aan de hand van het nettotonnage van de schepen waarmee die winst wordt behaald. Op grond van het tonnageregime van artikel 3.22 Wet IB 2001 wordt de winst forfaitair vastgesteld en is de betalen belasting zeer laag vergeleken met hetgeen belast zou zijn op basis van het reguliere winst-regime.11 In een persbericht van 28 november 200912 heeft de wetgever echter aangekondigd de ministeriële regeling aan te passen waarmee bewerkstelligd wordt dat de willekeurige afschrijving wordt teruggeno-men wanneer de belastingplichtige binnen tien jaar overstapt naar het tonnageregime. Deze aanpassing is ook per 1 januari 2010 ingaan en een verzoek voor toepassing van het tonnageregime zal dan ook niet zijn gehonoreerd.

3. Fiscale ethiek versus algemene economieKortom: zoals in de prospectussen aangegeven betreft het een fiscaal aantrekkelijke structuur. Dit wordt ook bevestigd door de Belasting-dienst en het Ministerie. Sterker nog; in enkele prospectussen wordt aangegeven dat over de structuur overeenstemming met de Belasting-dienst is bereikt en dat de fiscale gevolgen hiervan afgestemd zijn in een ruling.13 Ook heeft de staatssecretaris meermaals in de Kamer aange-geven dat dergelijke structuren zijn goedkeuring hebben, ondanks dat de structuren alleen maar werken door een fiscaal voordeel (namelijk binnen twee jaar willekeurige afschrijven).

Het is echter in mogelijk dat – na Kamervragen14 – de staatssecretaris gedwongen zal worden in de inkomstenbelasting ondernemers die investeren in zeeschepen per 1 januari 2011 uit te sluiten van de versnelde willekeurige afschrijving.15 Gezien bovenstaande staat de inperking van deze regeling op gespannen voet met de rechtszekerheid. Zelfs een ruling helpt je dan mogelijk niet, omdat in rulings doorgaans een uitzondering wordt gemaakt voor wetswijzigingen. Hoewel er veel te doen is geweest over de advertenties zijn mijns inziens over de bewoordingen van enkele Kamerleden ook de nodige kanttekening te maken, getuige de volgende populistische uitlating: ‘in de reclames wordt geroepen over meer geld terug van de Belastingdienst dan de investering, terwijl wij in de Kamer worstelen met de rollators al dan niet in het ziektekostenpakket.’

Wel dient niet alleen op de fiscale voordelen en risico’s te worden gelet. Er zijn voor de deelnemer – gelijk bij andere beleggingen – namelijk nog andere risico’s, zoals investeringsrisico’s, bouwrisico’s, aansprakelijk-heidsrisico’s, financieringsrisico’s, inkomstenrisico’s, debiteurenrisico’s en de rente- en inflatierisico’s. Mijns inziens dient een fiscalist dergelijke risico’s en problemen te onderkennen. Ook dient bij het opzetten van een dergelijke structuur de fiscale ethiek in ogenschouw te worden genomen. Was het niet op voorhand te verwachten dat deze structuur tot maatschappelijk verzet zou leiden?16 Wellicht; daarom zijn deze struc-turen ook op voorhand afgestemd en rechtszekerheid door de overheid vormt mijns inziens ook een onderdeel van fiscale ethiek.

Verder blijkt dat uit de parlementaire geschiedenis dat deze willekeurige afschrijvingsmaatregel destijds is ingevoerd om - in tijden van economi-sche crisis – ondernemingen te stimuleren in de Nederlandse economie te investeren en het bedrijfsleven een extra liquiditeitsimpuls te geven. Het lijkt me duidelijk dat een dergelijke maatregel effect kan sorteren. Wel vroeg ik me in eerste instantie af – vanuit een economisch perspec-tief – of de afschrijvingsmaatregel wel diende te worden gebruikt om particulieren te bewegen deel te nemen in maatschappen die investe-ren in zeeschepen. Reden hiervoor is – zeker in 2009 en 2010 – dat veel zeeschepen stil lagen in de havens. Het creëren van nog meer capaciteit in een sector waar sprake is van grote overcapaciteit zou de scheepvaart-sector kunnen schaden; door de fiscale prikkels zou een “varkenscyclus”17 alleen maar worden verstrekt. Uit onderzoek18 opgesteld door Scheeps-bouw Nederland en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) blijkt echter dat sinds 2009 77 schepen gebruik maken van de willekeurige afschrijvingsregeling, waarvan er 56 in Nederland worden gebouwd. Ook blijkt volgens ditzelfde onderzoek dat de terugvloei naar de overheid door de extra belastinginkomsten al meer bedraagt dan het ingeboekte tijdelijke effect voor de rijksfinanciën van de versnelde willekeurige afschrijving. Het probleem van een varkenscyclus lijkt dan ook voor de Scheepsbouw Nederland en de KVNR niet te spelen en tevens lijkt de regeling om particulieren fiscaal gunstig in zeeschepen te

1. InleidingDe redactie van De Aanslag vroeg me onlangs aan de hand van een fiscale structuur een artikel te schrijven over – samengevat – fiscale ethiek; wanneer is iets op het randje en wanneer ‘ken ’t net’. Bij het laatste dient men bijvoorbeeld te denken aan de reclame van Son-nema Berenburg waar een aantal studentikoze types aan – naar ik begrijp – een Friese boer vragen of ze het ijs op kunnen en deze Fries deze vraag beantwoordt met “het ken net”. Op het moment dat het ijs wordt betreden, zakken deze studenten er doorheen; het kon toch niet. Een andere opvallende televisiereclame ziet op het investeren in zeeschepen. Ook kunt u in nagenoeg iedere ‘kwaliteitskrant’ een van de volgende advertenties aantreffen: “Aftrekpost EUR 35.276 bij deelname van EUR 15.000”, “Grote aftrekposten en onbelaste vermogenstoename” en “Binnen twee jaar 119% van uw inleg terug”. De advertenties2 doen geloven dat u eigenlijk geld laat liggen als u niet participeert.

In deze bijdrage zal ik laten zien dat de constructie inderdaad fiscaal voordelig kan uitpakken door gebruik te maken van de versnelde willekeurige afschrijving en de hefboomwerking. Alvorens ik nader op de fiscale ethiek inga, zal ik allereerst de fiscale aspecten van deze investeringen beschrijven. Ik sluit – daar deze bijdrage is bedoeld voor studenten – af met een aantal (vaderlijke) opmerkingen.

2. Fiscaal technische werking van zeeschipstructurenVoordat u overgaat tot het deelnemen in een maatschap die in zeeschepen investeert, dient u natuurlijk kennis te nemen van het prospectus. Kort samengevat kunnen volgens het prospectus in Nederland woonachtige en belastingplichtige natuurlijke personen als maat investeren in een maatschap.3 In deze maatschap wordt een zogenoemd multi-purpose schip gebouwd. Dit schip kwalificeert voor de willekeurige afschrijvingsmaatregel welke het voor de maten mogelijk maakt om voor de jaren 2009 en 20104 investeringen in twee jaar af te schrijven. Mede doordat op de gehele investering (tot de restwaarde) mag worden afgeschreven (dus inclusief het deel gefinan-cierd met vreemd vermogen)5 kunnen met name maten die zich in de hoogste inkomstenbelastingschijf van 52% bevinden naar verwachting een substantieel positief rendement behalen. Naast de willekeurige afschrijvingsmaatregel deelt de maat in de eventuele exploitatie- en verkoopopbrengsten van het schip. Na benutting van de willekeurige afschrijvingsmaatregel en de ingebruikname van het schip brengen de maten ter beperking van de aansprakelijkheid hun maatschapsaandeel in, in een naamloze vennootschap. Voor meer informatie omtrent deze structuur verwijs ik kortheidshalve naar de inhoud van het prospec-tus.6 Hieronder zal ik aan de hand van een voorbeeld7 de werking van het voordeel laten zien.

“Voorbeeld willekeurige afschrijving zeeschepenSamen met andere beleggers die investeren in schepen vormt u een maatschap. U bent participant. De beleggers leggen samen zelf in to-taal € 4 000 000 in. De maatschap koopt een schip van € 10.000.000 en vraagt hiervoor een hypotheek aan van € 6.000.000.8

Niveau maatschapAanschafprijs schip € 10.000.000Financiering: Eigen vermogen (inleg participanten) € 4.000.000Vreemd vermogen (scheepshypotheek) € 6.000.000Niveau participantAandeel in het schip (= totaal eigen inleg en aandeel in de scheepshypotheek)

€ 25.000Eigen inleg (participatie in het EV) € 10.000Deel in de schuld (scheepshypotheek) € 15.000Willekeurige afschrijving:Fiscale afschrijvingsbasis bij restwaarde 15% (0,85 x € 25.000) € 21.250Belastingvermindering over 2 jaar tegen 52% (0,52 x € 21.250) € 11.050”

Zoals opgemerkt in de reclames is de initiële belastingteruggave inder-daad groter dan de eigen inleg. Dit voordeel wordt veroorzaakt doordat er versneld mag worden afschreven. Daarnaast mag – zoals gebruikelijk – over de hele aanschafwaarde worden afgeschreven, waardoor er over meer wordt afgeschreven dan de inleg (de hefboomwerking / leverage). Doordat een maatschap in beginsel9 fiscaal transparant is voor de inkomstenbelasting, mag de participant de belastingvermindering van €11.050 in mindering brengen op haar andere inkomsten uit Box 1. De participant dient derhalve over andere inkomsten uit Box 1 te beschik-ken en kan pas maximaal profiteren als hij in de hoogste tariefschijf van 52% zit. Hoewel niet opgemerkt in de prospectussen, kan overigens door toepassing van de MKB-winstvrijstelling van artikel 3.79a Wet IB 2001 het verlies in 2010 effectief tegen maximaal 45,76%, in plaats van 52% worden afgetrokken.

Verder betreft een van de stappen de geruisloze inbreng, zoals omschre-ven in artikel 3.65 Wet IB 2001, door de maten van het maatschapsaan-deel in een naamloze vennootschap. Deze maten verkrijgen vervolgens een (fictief) aanmerkelijk belang (zie artikel 4.11 Wet IB 2001); over deze fictieve aanmerkelijk belangclaim kan op verzoek van artikel 4.16, lid 3, Wet IB 2001 worden afgerekend, waarna het belang zich in Box 3 bevindt waardoor een belastingclaim blijft bestaan.

Ik merk hierbij nog op dat de omzetting van de maatschap in een naam-loze vennootschap niet aan toepassing van de willekeurige afschrijving gedurende de maatschapsperiode in de weg staat. Door toepassing van

Fiscale ethiek; investeren in zeeschepen of niet?

mr. D.E. van Sprundel1

Page 8: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

8 deAANSLAG! Docentenartikel Fiscale Economie 9deAANSLAG!Fiscale Bedrijvendag

Beste aankomende fi scalisten,

Het thema van deze editie van ‘de Aanslag’ is in een aantal woorden misschien wel wat de Fiscale Bedrijvendag van dit jaar zal doen kenmerken. Zijn wij binnen de grenzen van succes gebleven, of zijn wij deze te buiten gegaan? Na het succes van voorgaande jaren is het niet gemakkelijk grote omwentelingen door te zetten die de dag naar een even hoog, of zelfs hoger, niveau tillen. Toch zijn er bij de Fiscale Bedrijvendag dit jaar een paar grote verschillen met voor-gaande jaren, zoals de locatie en de sollicitatie- en netwerktrainingen.

Het thema van de Bedrijvendag van dit jaar luidt, zoals je inmiddels misschien wel weet, ‘Tax-factor’. Met de vele talentenjachten worden de nieuwe zangers en zangeres-sen, schaatsers en topmodellen met bosjes gescout. Maar waar blijft de fi scale talenten-jacht? Fiscale toptalenten doen in onze ogen niet onder aan zangers. Sterker nog, een goede fi scale constructie die net binnen de grenzen van de wet valt klinkt ons als gezang in de oren. Op de Fiscale Bedrijvendag 2011 zullen de talenten van de fi scale student uitgepluisd worden. Daarnaast zal het thema van de andere kant worden belicht: welke ‘Tax-factor’ bezit de werkgever? Wat onderscheidt dit kantoor van de rest?

Vol vertrouwen en met gepaste hoogmoed is besloten dat de Fiscale Bedrijvendag dit jaar zal plaatsvinden in het majestueuze Inntel Hotel Rotterdam. Met één van de mooiste uitzichten die Rotterdam te bieden heeft en

prachtige ruimtes is dit gebouw bij uitstek geschikt om als decor voor deze dag te dienen.

Net als voorgaande jaren zal de dag beginnen met individuele gesprekken. Tijdens deze gesprekken kan je in contact komen met voor-aanstaande kantoren en overheidsinstanties. Vaker dan eens komen uit deze gesprekken de eerste werkstudentschappen en stages voort.

Voor de studenten die al een baan hebben of daar niet naar op zoek zijn zullen er, gelijk-tijdig met de individuele gesprekken, twee sollicitatie- en netwerktrainingen worden gegeven. Ook studenten die slechts een enkel individueel gesprek hebben kunnen in de tussentijd aanschuiven bij deze trainingen. In deze twee uur durende trainingen worden je vaardigheden ontwikkeld om uiteindelijk je droombaan te kunnen bemachtigen.

Na een heerlijke lunch zullen sprekers van vooraanstaande fi scale werkgevers een twintigtal workshops geven. Uiteraard heb-ben deze workshops betrekking op het thema. Jij kunt drie van deze workshops bijwonen. Daarbij hoor je precies wat de ‘Tax-factor’ van de kantoren is en waarin zij uitblinken. Natuurlijk heb je dan ook de kans om je eigen ‘Tax-factor’ in de spotlights te zetten.

Na de workshops is het inhoudelijke gedeelte van de dag ten einde. De verfrissende borrel op grote hoogte zal nu beginnen. Met een geweldig uitzicht over de Erasmusbrug en de skyline van Rotterdam krijg je nogmaals de kans alle medewerkers van de deelne-mende kantoren te spreken of samen met je medestudenten een drankje te drinken. Alsof dit nog niet genoeg is, wordt er een heerlijk 3-gangen diner geserveerd. Bij dit ‘estafette-diner’ schuif je aan bij drie van de deelnemende kantoren. Onder het genot van deze maaltijd kan je nogmaals je ‘tax-factor’ laten zien.

Houd de website in de gaten of spreek iemand van de Bedrijvendagcommissie aan als je meer informatie wilt. Voor enkele

onderdelen op de dag zijn slechts een beperkt aantal plekken beschikbaar. Wees er dus snel bij! Inschrijven kan via het inschrijfformulier op de website.

Wij hopen je op vrijdag 18 februari 2011 te mogen ontvangen!

Met vriendelijke groet,

De Bedrijvendagcommissie 2011,Vincent Akachar,Matthijs Claassen,Mariëlle van Gelder,Lineke Hoeijmakers,Michelle de Reus,Alexander Claessens

Fiscale Bedrijvendag 2011laten investeren succesvol voor zowel de Nederlandse economie als de Nederlandse schatkist. Daarbij geeft de willekeurige afschrijving slechts een rentenadeel voor de rijksbegroting doordat er niet meer wordt afge-schreven (alleen maar sneller). Gezien bovenstaande lijkt de investering in zeeschepen succesvol, maar dat is dan wel lastig te rijmen met de gestelde Kamervragen en de mogelijke uitkomst hiervan.

4. AfsluitingU staat als student aan het begin van uw (hopelijk) fi scale carrière. Onafhankelijk van de vraag waar u zult gaan werken – bijvoorbeeld bij een (groot) advieskantoor of “aan de andere kant”, bij de Belastingdienst of het ministerie – u dient al voor indiensttreding over levensvragen na te denken en te kijken of een organisatie bij u past. In de toekomst kan uw standpunt blijven variëren van “het ken net” of - om in het Friese jargon te blijven – “it giet oan”. Een onderbouwde kritische houding is hiervoor noodzakelijk; u dient zelfstandig te blijven nadenken of een be-paalde kwestie bijvoorbeeld niet anders moet worden benaderd. Mijns inziens is hiervoor niet alleen afdoende fi scale kennis benodigd, maar ook dient u fi scale ethiek, algemene economische en rechtsbeginselen en uw gezonde verstand te blijven gebruiken. Zoals u uit het voorbeeld van de zeescheepvaartmaatschappen heeft kunnen zien, zijn er nog andere risico’s en overwegingen dan fi scale. Deze dient u in elk geval te signaleren. Ook al kan een structuur fi scaal wel werken, maar is / was deze ook wenselijk? Indien u zich nader in de problematiek van fi scale ethiek wenst te verdiepen, is het in dit kader aardig u te wijzen op de uitgebreide preadviezen van de Nederlandse vereniging voor belasting-wetenschap met als onderwerp “Belastingrecht & Ethiek”.19

Tot slot wens ik u als uw docent verder veel leef-, lees- en leerplezier en het allerbeste voor 2011 toe!

1 Verbonden als wetenschappelijk medewerker / promovendus aan de Eramus School of Economics van de Erasmus Universiteit Rotterdam en daarnaast werkzaam als Senior Manager Tax bij Ernst & Young Belastingadviseurs LLP te Rotterdam.

2 Indien u zou wensen te investeren, raadpleeg dan in elk geval de prospectus. Voor deze bijdrage heb ik de prospectussen van maatschap ms Bonacieux, vlootmaatschap Flinter Arctic en maatschap CFL Proud bestudeerd.

3 Van belang is dat de maatschap kwalifi ceert als een open maatschap en niet als een stille maatschap. Hiervoor is van belang dat (i) voor rekening (en risico) van de maat de onderneming wordt gedreven en (ii) de maat rechtstreeks wordt verbonden voor de verbintenissen van de onderneming (zie artikel 3.4 Wet IB 2001). Van een openbare maatschap is slechts sprake indien de maatschap op een voor derden duidelijk kenbare wijze onder een bepaalde naam aan het rechtsverkeer deelneemt (zie Hoge Raad, 14 november 2008, nr. 42927, V-N 2008/55.11). In het geval de maatschap als een stille maatschap kwalifi ceert en de maat derhalve geen ondernemer is voor de inkomstenbelasting, dan beperkt artikel 3.9 Wet IB 2001 het verlies als gevolg van de willekeurige afschrijving tot het ondernemingsvermogen (de deelname in de maatschap minus de schulden die zijn aangegaan om die deelname te fi nancieren) van de maat. Uit de prospectussen komt naar voren dat de maatschap kwalifi ceert als openbare maatschap doordat de maatschap voor gezamenlijke rekening en risico van de maten wordt gedreven, de maatschap handelt onder een voor derden duidelijk kenbare naam en de maten aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap. De maat kwalifi ceert dan als ondernemer.

4 Daar deze maatregel waarschijnlijk met een jaar gaat worden verlengd, kan voor-alsnog ook voor investeringen welke in 2011 gaan plaatsvinden versneld worden afgeschreven. Op 17 november 2010 is echter door de Kamerleden Bashir, Braakhuis, Koolmees, Slob en Groot, Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, wetsvoorstel 32.504 (Belastingplan 2011) motie 55 ingediend die deze mogelijkheid voor 2011 weer kan uitsluiten. Gezien een eerdere uitlating van de staatssecretaris zou deze mogelijk-heid overigens zeer klein kunnen zijn (Brief van 12 november 2010, Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, wetsvoorstel 32.504 (Belastingplan 2011), nr. 30).

5 De natuurlijke persoon maat heeft recht op de MKB-winstvrijstelling daar sinds 1 januari 2010 het urencriterium niet meer voor de MKB-winstvrijstelling geldt (artikel 3.79a Wet IB 2001). De MKB-winstvrijstelling resulteert bij verliessituaties in een bijtel-ling en verlaagt daardoor in casu het verrekenbare verlies met 12%. Door toepassing van de MKB-winstvrijstelling kan het verlies in 2010 effectief tegen maximaal 45,76% in plaats van 52% worden afgetrokken. Verder is mede als gevolg van het arrest Gielen

(HR 29-10-2010, nr. 43.761bis) de toepassing van het urencriterium versoepeld.6 Zekerheidshalve merk ik op dat in een aantal van de prospectussen mijns inziens ten

onrechte wordt gesteld dat de maten tijdens de maatschapsperiode naar evenredig-heid van hun kapitaalinbreng aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap. Bij mijn weten zijn maten gedurende de maatschapsperiode in beginsel voor gelijke delen aansprakelijk.

7 Dit voorbeeld is ontleend aan de website van de Belastingdienst en eveneens opgenomen in een brief van het Ministerie van Financiën aan de Tweede Kamer van 12 november 2010, inzake Brief n.a.v. wetgevingsoverleg Belastingplan 2011 c.a., met kenmerk AFP/2010/568.

8 Dit is de gebruikelijke verhouding tussen vreemd en eigen vermogen bij scheeps-fi nancieringen. Zie bijvoorbeeld ook het artikel van H.E. Quast, “Investeren in zeeschepen en fi lms via een CV, (hoe lang) kan het nog?”, Fiscaal Praktijkblad, nr. 14 - 14 september 2004 is de volgende zinsnede opgenomen: “Banken zijn doorgaans niet bereid meer dan 60% van de investering in een schip te fi nancieren”.

9 De transparantie heeft tot gevolg dat Nederland een maatschap niet als een zelfstan-dige belastingplichtige wordt gezien, maar dat de inkomsten en vermogensbestand-delen van de maatschap worden toegerekend aan de achterliggende deelnemers. In deze bijdrage wordt niet nader ingegaan op de problematiek wanneer een samen-werkingsverband al dan niet als transparant wordt geduid. Raadpleeg voor meer in-formatie allereerst artikel 2 lid 3 sub c AWR, vervolgens het besluit van het ministerie van Financiën van 11 december 2009, nr. CPP 2009/519M en tenslotte bijvoorbeeld het april thema nummer van de MBB 2010 over ‘hybride entiteiten’. Op deze materie wordt overigens nader ingegaan tijdens de colleges Internationaal Belastingrecht en Europees Belastingrecht, de werkcolleges Multinationale Ondernemingen en de verdiepingscolleges Capita Selecta Internationaal en Europees Belastingrecht.

10 Het maximale tarief zoals dit naar verwachting per 1 januari 2011 zal gaan luiden.11 Aangenomen dat er fi scale winst wordt gemaakt. Ik merk in dit kader op dat opteren

voor het tonnageregime niet altijd voordelig hoeft te zijn. De toepassing van het tonnageregime resulteert immers altijd in een belastbaar resultaat, ook in het geval van een verliesgevende exploitatie van het schip. Bovendien is een onbelaste verkoop van het schip door toepassing van het tonnageregime niet mogelijk indien zij plaatsvindt binnen tien jaar nadat gekozen is voor het tonnageregime. Het tonnageregime schrijft immers voor dat de in het eerste jaar volgens de regels van het tonnageregime te bepalen fi scale winst wordt verhoogd met de fi scale reserves (zoals bijvoorbeeld de herinvesteringsreserve) en de stille reserves met betrekking tot de vermogensbestanddelen die gebruikt worden voor het behalen van winst uit zeescheepvaart. De belastingheffi ng over deze fi scale en stille reserves – voorzover dit bedrag de compensabele verliezen overtreft – blijft echter in beginsel achterwege door toevoeging aan een zeevaart onbelaste reserve. De belastingplichtige is echter alsnog belasting verschuldigd over deze zeevaart onbelaste reserve indien binnen tien jaar nadat is geopteerd voor toepassing van het tonnageregime geen winst uit zeescheepvaart meer wordt behaald. Na het verstrijken van de tienjaarsperiode is deze reserve defi nitief onbelast.

12 Nieuwsbericht van het Ministerie van Financiën, 28 november 2009, “Geen dubbel voordeel bij investeringen in zeeschepen”.

13 Via internet heb ik bijvoorbeeld kunnen achterhalen dat de ruling voor vlootmaat-schap Flinter Arctic is getekend op 12 mei 2009 (kenmerk: 2009.051/1090.03.967) door de Belastingdienst Rijnmond / kantoor Rotterdam. De fi scale gevolgen zijn ook afgestemd voor natuurlijke personen.

14 Motie 55 voorgesteld op 17 november 2010 door de kamerleden Bashir, Braakhuis, Koolmees, Slob en Groot, Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, wetsvoorstel 32.504 (Belastingplan 2011). Deze motie is overigens door de voltallige Tweede Kamer, maar met uitzondering van de CDA fractie, op 18 november 2010 ingestemd; zie overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer, zoals opgesteld door de afdeling Inhoudelijke Ondersteuning van 19 november 2010.

15 Gezien een eerdere uitlating van de staatssecretaris zou deze mogelijkheid overigens zeer klein kunnen zijn (Brief van 12 november 2010, Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, wetsvoorstel 32.504 (Belastingplan 2011), nr. 30).

16 Zie – ruim voor de Kamervragen van 17 november 2010 – bijvoorbeeld het consumen-tenprogramma Radar van de publieke omroep De Tros van 30 november 2009.

17 De varkenscyclus is het verschijnsel in de economie dat overschotten en tekorten van een bepaald product elkaar afwisselen, doordat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt op het aanbod, is de prijs alweer omgeslagen. De term 'varkenscyclus' is afgeleid van de varkenscyclus die optreedt in de varkenssector. Het aanbod en de prijs van varkens wisselt namelijk sterk in de loop der jaren, doordat varkensfokkers massaal gaan uitbreiden op het moment dat de prijzen hoog zijn, met als gevolg dat er in volgende jaren een overschot ontstaat.

18 Brief KVNR aan de voorzitter en leden van de Commissie Scheepvaartpolitieke, Econo-mische en Juridische Zaken (CEZ), Werkgroep Financiële en Fiscale Onderwerpen van 30 november 2010. In dit onderzoek wordt mede verwezen naar “Monitor 2010, De Nederlandse maritieme cluster”, NML.

19 De preadviezen “Belastingethiek: een kwestie van fair share”, R.H. Happé en “Fiscale ethiek: wederkerige verantwoordelijkheid voor de integriteit van het belastingrecht”, J.L.M. Gribnau zijn op te vragen via www.belastingwetenschap.nl. Deze preadviezen dienden ter voorbereiding van de bijeenkomst van de Nederlandse vereniging voor belastingwetenschap “Belastingrecht & Ethiek” welke op 14 december 2010 werd georganiseerd.

Page 9: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

8 deAANSLAG! Docentenartikel Fiscale Economie 9deAANSLAG!Fiscale Bedrijvendag

Beste aankomende fi scalisten,

Het thema van deze editie van ‘de Aanslag’ is in een aantal woorden misschien wel wat de Fiscale Bedrijvendag van dit jaar zal doen kenmerken. Zijn wij binnen de grenzen van succes gebleven, of zijn wij deze te buiten gegaan? Na het succes van voorgaande jaren is het niet gemakkelijk grote omwentelingen door te zetten die de dag naar een even hoog, of zelfs hoger, niveau tillen. Toch zijn er bij de Fiscale Bedrijvendag dit jaar een paar grote verschillen met voor-gaande jaren, zoals de locatie en de sollicitatie- en netwerktrainingen.

Het thema van de Bedrijvendag van dit jaar luidt, zoals je inmiddels misschien wel weet, ‘Tax-factor’. Met de vele talentenjachten worden de nieuwe zangers en zangeres-sen, schaatsers en topmodellen met bosjes gescout. Maar waar blijft de fi scale talenten-jacht? Fiscale toptalenten doen in onze ogen niet onder aan zangers. Sterker nog, een goede fi scale constructie die net binnen de grenzen van de wet valt klinkt ons als gezang in de oren. Op de Fiscale Bedrijvendag 2011 zullen de talenten van de fi scale student uitgepluisd worden. Daarnaast zal het thema van de andere kant worden belicht: welke ‘Tax-factor’ bezit de werkgever? Wat onderscheidt dit kantoor van de rest?

Vol vertrouwen en met gepaste hoogmoed is besloten dat de Fiscale Bedrijvendag dit jaar zal plaatsvinden in het majestueuze Inntel Hotel Rotterdam. Met één van de mooiste uitzichten die Rotterdam te bieden heeft en

prachtige ruimtes is dit gebouw bij uitstek geschikt om als decor voor deze dag te dienen.

Net als voorgaande jaren zal de dag beginnen met individuele gesprekken. Tijdens deze gesprekken kan je in contact komen met voor-aanstaande kantoren en overheidsinstanties. Vaker dan eens komen uit deze gesprekken de eerste werkstudentschappen en stages voort.

Voor de studenten die al een baan hebben of daar niet naar op zoek zijn zullen er, gelijk-tijdig met de individuele gesprekken, twee sollicitatie- en netwerktrainingen worden gegeven. Ook studenten die slechts een enkel individueel gesprek hebben kunnen in de tussentijd aanschuiven bij deze trainingen. In deze twee uur durende trainingen worden je vaardigheden ontwikkeld om uiteindelijk je droombaan te kunnen bemachtigen.

Na een heerlijke lunch zullen sprekers van vooraanstaande fi scale werkgevers een twintigtal workshops geven. Uiteraard heb-ben deze workshops betrekking op het thema. Jij kunt drie van deze workshops bijwonen. Daarbij hoor je precies wat de ‘Tax-factor’ van de kantoren is en waarin zij uitblinken. Natuurlijk heb je dan ook de kans om je eigen ‘Tax-factor’ in de spotlights te zetten.

Na de workshops is het inhoudelijke gedeelte van de dag ten einde. De verfrissende borrel op grote hoogte zal nu beginnen. Met een geweldig uitzicht over de Erasmusbrug en de skyline van Rotterdam krijg je nogmaals de kans alle medewerkers van de deelne-mende kantoren te spreken of samen met je medestudenten een drankje te drinken. Alsof dit nog niet genoeg is, wordt er een heerlijk 3-gangen diner geserveerd. Bij dit ‘estafette-diner’ schuif je aan bij drie van de deelnemende kantoren. Onder het genot van deze maaltijd kan je nogmaals je ‘tax-factor’ laten zien.

Houd de website in de gaten of spreek iemand van de Bedrijvendagcommissie aan als je meer informatie wilt. Voor enkele

onderdelen op de dag zijn slechts een beperkt aantal plekken beschikbaar. Wees er dus snel bij! Inschrijven kan via het inschrijfformulier op de website.

Wij hopen je op vrijdag 18 februari 2011 te mogen ontvangen!

Met vriendelijke groet,

De Bedrijvendagcommissie 2011,Vincent Akachar,Matthijs Claassen,Mariëlle van Gelder,Lineke Hoeijmakers,Michelle de Reus,Alexander Claessens

Fiscale Bedrijvendag 2011laten investeren succesvol voor zowel de Nederlandse economie als de Nederlandse schatkist. Daarbij geeft de willekeurige afschrijving slechts een rentenadeel voor de rijksbegroting doordat er niet meer wordt afge-schreven (alleen maar sneller). Gezien bovenstaande lijkt de investering in zeeschepen succesvol, maar dat is dan wel lastig te rijmen met de gestelde Kamervragen en de mogelijke uitkomst hiervan.

4. AfsluitingU staat als student aan het begin van uw (hopelijk) fi scale carrière. Onafhankelijk van de vraag waar u zult gaan werken – bijvoorbeeld bij een (groot) advieskantoor of “aan de andere kant”, bij de Belastingdienst of het ministerie – u dient al voor indiensttreding over levensvragen na te denken en te kijken of een organisatie bij u past. In de toekomst kan uw standpunt blijven variëren van “het ken net” of - om in het Friese jargon te blijven – “it giet oan”. Een onderbouwde kritische houding is hiervoor noodzakelijk; u dient zelfstandig te blijven nadenken of een be-paalde kwestie bijvoorbeeld niet anders moet worden benaderd. Mijns inziens is hiervoor niet alleen afdoende fi scale kennis benodigd, maar ook dient u fi scale ethiek, algemene economische en rechtsbeginselen en uw gezonde verstand te blijven gebruiken. Zoals u uit het voorbeeld van de zeescheepvaartmaatschappen heeft kunnen zien, zijn er nog andere risico’s en overwegingen dan fi scale. Deze dient u in elk geval te signaleren. Ook al kan een structuur fi scaal wel werken, maar is / was deze ook wenselijk? Indien u zich nader in de problematiek van fi scale ethiek wenst te verdiepen, is het in dit kader aardig u te wijzen op de uitgebreide preadviezen van de Nederlandse vereniging voor belasting-wetenschap met als onderwerp “Belastingrecht & Ethiek”.19

Tot slot wens ik u als uw docent verder veel leef-, lees- en leerplezier en het allerbeste voor 2011 toe!

1 Verbonden als wetenschappelijk medewerker / promovendus aan de Eramus School of Economics van de Erasmus Universiteit Rotterdam en daarnaast werkzaam als Senior Manager Tax bij Ernst & Young Belastingadviseurs LLP te Rotterdam.

2 Indien u zou wensen te investeren, raadpleeg dan in elk geval de prospectus. Voor deze bijdrage heb ik de prospectussen van maatschap ms Bonacieux, vlootmaatschap Flinter Arctic en maatschap CFL Proud bestudeerd.

3 Van belang is dat de maatschap kwalifi ceert als een open maatschap en niet als een stille maatschap. Hiervoor is van belang dat (i) voor rekening (en risico) van de maat de onderneming wordt gedreven en (ii) de maat rechtstreeks wordt verbonden voor de verbintenissen van de onderneming (zie artikel 3.4 Wet IB 2001). Van een openbare maatschap is slechts sprake indien de maatschap op een voor derden duidelijk kenbare wijze onder een bepaalde naam aan het rechtsverkeer deelneemt (zie Hoge Raad, 14 november 2008, nr. 42927, V-N 2008/55.11). In het geval de maatschap als een stille maatschap kwalifi ceert en de maat derhalve geen ondernemer is voor de inkomstenbelasting, dan beperkt artikel 3.9 Wet IB 2001 het verlies als gevolg van de willekeurige afschrijving tot het ondernemingsvermogen (de deelname in de maatschap minus de schulden die zijn aangegaan om die deelname te fi nancieren) van de maat. Uit de prospectussen komt naar voren dat de maatschap kwalifi ceert als openbare maatschap doordat de maatschap voor gezamenlijke rekening en risico van de maten wordt gedreven, de maatschap handelt onder een voor derden duidelijk kenbare naam en de maten aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap. De maat kwalifi ceert dan als ondernemer.

4 Daar deze maatregel waarschijnlijk met een jaar gaat worden verlengd, kan voor-alsnog ook voor investeringen welke in 2011 gaan plaatsvinden versneld worden afgeschreven. Op 17 november 2010 is echter door de Kamerleden Bashir, Braakhuis, Koolmees, Slob en Groot, Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, wetsvoorstel 32.504 (Belastingplan 2011) motie 55 ingediend die deze mogelijkheid voor 2011 weer kan uitsluiten. Gezien een eerdere uitlating van de staatssecretaris zou deze mogelijk-heid overigens zeer klein kunnen zijn (Brief van 12 november 2010, Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, wetsvoorstel 32.504 (Belastingplan 2011), nr. 30).

5 De natuurlijke persoon maat heeft recht op de MKB-winstvrijstelling daar sinds 1 januari 2010 het urencriterium niet meer voor de MKB-winstvrijstelling geldt (artikel 3.79a Wet IB 2001). De MKB-winstvrijstelling resulteert bij verliessituaties in een bijtel-ling en verlaagt daardoor in casu het verrekenbare verlies met 12%. Door toepassing van de MKB-winstvrijstelling kan het verlies in 2010 effectief tegen maximaal 45,76% in plaats van 52% worden afgetrokken. Verder is mede als gevolg van het arrest Gielen

(HR 29-10-2010, nr. 43.761bis) de toepassing van het urencriterium versoepeld.6 Zekerheidshalve merk ik op dat in een aantal van de prospectussen mijns inziens ten

onrechte wordt gesteld dat de maten tijdens de maatschapsperiode naar evenredig-heid van hun kapitaalinbreng aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap. Bij mijn weten zijn maten gedurende de maatschapsperiode in beginsel voor gelijke delen aansprakelijk.

7 Dit voorbeeld is ontleend aan de website van de Belastingdienst en eveneens opgenomen in een brief van het Ministerie van Financiën aan de Tweede Kamer van 12 november 2010, inzake Brief n.a.v. wetgevingsoverleg Belastingplan 2011 c.a., met kenmerk AFP/2010/568.

8 Dit is de gebruikelijke verhouding tussen vreemd en eigen vermogen bij scheeps-fi nancieringen. Zie bijvoorbeeld ook het artikel van H.E. Quast, “Investeren in zeeschepen en fi lms via een CV, (hoe lang) kan het nog?”, Fiscaal Praktijkblad, nr. 14 - 14 september 2004 is de volgende zinsnede opgenomen: “Banken zijn doorgaans niet bereid meer dan 60% van de investering in een schip te fi nancieren”.

9 De transparantie heeft tot gevolg dat Nederland een maatschap niet als een zelfstan-dige belastingplichtige wordt gezien, maar dat de inkomsten en vermogensbestand-delen van de maatschap worden toegerekend aan de achterliggende deelnemers. In deze bijdrage wordt niet nader ingegaan op de problematiek wanneer een samen-werkingsverband al dan niet als transparant wordt geduid. Raadpleeg voor meer in-formatie allereerst artikel 2 lid 3 sub c AWR, vervolgens het besluit van het ministerie van Financiën van 11 december 2009, nr. CPP 2009/519M en tenslotte bijvoorbeeld het april thema nummer van de MBB 2010 over ‘hybride entiteiten’. Op deze materie wordt overigens nader ingegaan tijdens de colleges Internationaal Belastingrecht en Europees Belastingrecht, de werkcolleges Multinationale Ondernemingen en de verdiepingscolleges Capita Selecta Internationaal en Europees Belastingrecht.

10 Het maximale tarief zoals dit naar verwachting per 1 januari 2011 zal gaan luiden.11 Aangenomen dat er fi scale winst wordt gemaakt. Ik merk in dit kader op dat opteren

voor het tonnageregime niet altijd voordelig hoeft te zijn. De toepassing van het tonnageregime resulteert immers altijd in een belastbaar resultaat, ook in het geval van een verliesgevende exploitatie van het schip. Bovendien is een onbelaste verkoop van het schip door toepassing van het tonnageregime niet mogelijk indien zij plaatsvindt binnen tien jaar nadat gekozen is voor het tonnageregime. Het tonnageregime schrijft immers voor dat de in het eerste jaar volgens de regels van het tonnageregime te bepalen fi scale winst wordt verhoogd met de fi scale reserves (zoals bijvoorbeeld de herinvesteringsreserve) en de stille reserves met betrekking tot de vermogensbestanddelen die gebruikt worden voor het behalen van winst uit zeescheepvaart. De belastingheffi ng over deze fi scale en stille reserves – voorzover dit bedrag de compensabele verliezen overtreft – blijft echter in beginsel achterwege door toevoeging aan een zeevaart onbelaste reserve. De belastingplichtige is echter alsnog belasting verschuldigd over deze zeevaart onbelaste reserve indien binnen tien jaar nadat is geopteerd voor toepassing van het tonnageregime geen winst uit zeescheepvaart meer wordt behaald. Na het verstrijken van de tienjaarsperiode is deze reserve defi nitief onbelast.

12 Nieuwsbericht van het Ministerie van Financiën, 28 november 2009, “Geen dubbel voordeel bij investeringen in zeeschepen”.

13 Via internet heb ik bijvoorbeeld kunnen achterhalen dat de ruling voor vlootmaat-schap Flinter Arctic is getekend op 12 mei 2009 (kenmerk: 2009.051/1090.03.967) door de Belastingdienst Rijnmond / kantoor Rotterdam. De fi scale gevolgen zijn ook afgestemd voor natuurlijke personen.

14 Motie 55 voorgesteld op 17 november 2010 door de kamerleden Bashir, Braakhuis, Koolmees, Slob en Groot, Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, wetsvoorstel 32.504 (Belastingplan 2011). Deze motie is overigens door de voltallige Tweede Kamer, maar met uitzondering van de CDA fractie, op 18 november 2010 ingestemd; zie overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer, zoals opgesteld door de afdeling Inhoudelijke Ondersteuning van 19 november 2010.

15 Gezien een eerdere uitlating van de staatssecretaris zou deze mogelijkheid overigens zeer klein kunnen zijn (Brief van 12 november 2010, Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, wetsvoorstel 32.504 (Belastingplan 2011), nr. 30).

16 Zie – ruim voor de Kamervragen van 17 november 2010 – bijvoorbeeld het consumen-tenprogramma Radar van de publieke omroep De Tros van 30 november 2009.

17 De varkenscyclus is het verschijnsel in de economie dat overschotten en tekorten van een bepaald product elkaar afwisselen, doordat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt op het aanbod, is de prijs alweer omgeslagen. De term 'varkenscyclus' is afgeleid van de varkenscyclus die optreedt in de varkenssector. Het aanbod en de prijs van varkens wisselt namelijk sterk in de loop der jaren, doordat varkensfokkers massaal gaan uitbreiden op het moment dat de prijzen hoog zijn, met als gevolg dat er in volgende jaren een overschot ontstaat.

18 Brief KVNR aan de voorzitter en leden van de Commissie Scheepvaartpolitieke, Econo-mische en Juridische Zaken (CEZ), Werkgroep Financiële en Fiscale Onderwerpen van 30 november 2010. In dit onderzoek wordt mede verwezen naar “Monitor 2010, De Nederlandse maritieme cluster”, NML.

19 De preadviezen “Belastingethiek: een kwestie van fair share”, R.H. Happé en “Fiscale ethiek: wederkerige verantwoordelijkheid voor de integriteit van het belastingrecht”, J.L.M. Gribnau zijn op te vragen via www.belastingwetenschap.nl. Deze preadviezen dienden ter voorbereiding van de bijeenkomst van de Nederlandse vereniging voor belastingwetenschap “Belastingrecht & Ethiek” welke op 14 december 2010 werd georganiseerd.

Page 10: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

11deAANSLAG!Starters interview Deloitte

Jouw studieverenigingwil het je zo voordelig en makkelijk mogelijk maken. Dus hebben ze eenboekenleverancierdie daarbij past.

Jouw studievereniging werktnauw samen met studystore.En dat heeft zo z’n voordelen.Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouwcomplete boekenpakketsnel aanbieden tegen een scherpe prijs.

Zou je je even willen voorstellen?Mijn naam is Lenny Koot en ik ben 24 jaar. Ik heb Fiscaal Recht gestudeerd aan de Erasmus Universiteit en ben in juli 2010 af-gestudeerd. Nu ben ik werkzaam bij Deloitte.

Hoe ben je bij Deloitte terecht gekomen?Tijdens mijn studie heb ik een jaar in het be-stuur van de Christiaanse-Taxateur gezeten. In dat jaar ben ik veel in contact gekomen met verschillende bedrijven, waaronder Deloitte. Deloitte organiseerde in dat jaar een business course naar Hong Kong en Shenzhen. Ik heb gesolliciteerd en mocht mee! Ik heb een erg leuke tijd gehad met de Deloitters in China en kreeg na de business course de mogelijkheid om als werkstudent aan de slag te gaan. Vervolgens heb ik ook mijn scriptie geschreven bij Deloitte. Dat is erg goed bevallen, per 1 juni 2010 ben ik full time in dienst getreden.

Wat is je functie en hoe is het werken bij Deloitte?De afdeling waar ik op werk is gespeciali-seerd in cliënten actief in de Energy, Resourc-es and Transportation (ERT) en Manufactur-ing markt. Ik werk veel met klanten die je in het straatbeeld tegenkomt, dat vind ik erg leuk. Op deze afdeling ben ik werkzaam als analyst en daar krijg ik voornamelijk te maken met internationaal belastingrecht en vennootschapsbelasting, dit zijn ook de vakgebieden die mij het meest aanspreken.

Het werken bij Deloitte vind ik erg leuk en ik heb het hier goed naar mijn zin. Het werk is uitdagend en ik kan het goed vinden met de mensen waar ik mee samenwerk.

Heb je tijdens je werk veel profijt van je kennis uit je studie?Naar mijn idee heb ik bewust en onbewust veel geleerd tijdens de studie, maar in de praktijk gaat het allemaal veel dieper. Je bent als fiscalist nooit uitgeleerd! Om goed op de hoogte te blijven van de vele veranderingen in de fiscale wereld, behandelen wij elke woensdag tijdens de lunch relevante jurispru-dentie en andere vaktechnisch interessante stukken. Daarnaast kan elke werknemer binnen Deloitte Tax een interne opleiding volgen, de Deloitte Tax Academie. Tijdens deze Academies, die vaak twee dagen duren, wordt iedere keer een ander fiscaal relevant onderwerp uitgediept. Dat zijn leuke en leerzame dagen.

Hoe ziet jouw vervolgtraject eruit?Voor de komende tijd wil ik graag mijn fiscale kennis uitbreiden en mijn Engelse taal verbe-teren, omdat op de afdeling veel in het Engels wordt gecommuniceerd. Deloitte verzorgt daartoe cursussen Engels in Cambridge die een week duren. Het lijkt mij ook erg leuk om buitenland ervaring op te doen. Binnen Delo-itte is dit goed mogelijk, er is bijvoorbeeld een Dutch desk in New York en Hong Kong waar fiscalisten met een Nederlandse achtergrond werken, maar ook in andere landen is het onder voorwaarden mogelijk om daar aan de slag te gaan. Er bestaan zodoende binnen Deloitte vele mogelijkheden om aan je per-soonlijke ontwikkeling te werken.

In het jaar 2007-2008 heb je een bestuursfunctie vervuld binnen de Christiaanse-Taxateur, kun je daar meer over vertellen?Ja zeker! In het jaar 2007-2008 heb ik met vijf

andere studenten, inmiddels goede vrienden, in het bestuur gezeten van de Christiaanse-Taxateur. Mijn functie in het bestuur was voorzitter. Ik heb zoveel leuke mensen leren kennen, zoveel geleerd, en zoveel lol gehad. We zijn op studiereis geweest naar Curaçao, dat was één van de vele hoogtepunten uit mijn bestuursjaar.

Heb je nog een aanbeveling voor de fiscale studenten?Ik raad alle studenten aan om actief te worden bij een vereniging. Dit is leerzaam, dus goed voor je ontwikkeling, maar bovenal erg leuk.

Daarnaast is de Ideale Bijbaan bij Deloitte een echte aanrader voor de fiscale student. Ge-durende een jaar leer je de diverse afdelingen van Deloitte goed kennen, zodat je uitein-delijk voor jezelf makkelijker kan beslissen welk vakgebied jou het meest aanspreekt en met welke mensen je allicht samen zou wil-len werken. Zou je er meer over willen weten? Zoek ons op via social media, wij zijn letterlijk overal te vinden, of benader ons op de Fiscale Bedrijvendag.

Nog een laatste vraag over het thema van deze Aanslag, ga jij, als aanstor-mend fiscalist, op het randje of erover?Je moet per zaak bekijken hoe ver je kunt gaan. Wat zijn de belangen van de cliënt? Zet je de verhoudingen met de belastingdienst niet onnodig op scherp? Dit zijn allemaal afwegingen die je moet maken. Ik ben niet iemand die erg agressief is in mijn advisering, ik kom immers net kijken. Wanneer je langer in het vak zit kun je natuurlijk de grens meer opzoeken met de expertise die je hebt.

Starters interview Deloitte

PaspoortNaam: Lenny KootOpleiding: Fiscaal Recht, Erasmus UniversiteitLeeftijd: 24 jaar Favoriete drankje & boek: Drankje: Overdag muntthee, in het weekend Mojito. Boeken van: Saskia Noort, Esther Verhoef, Suzanne Vermeer en Katie FfordeFiscale tip: Pak naast de wet altijd het artikelsgewijs commentaar bij een vraag-stuk, dat is erg leerzaam!

Page 11: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

11deAANSLAG!Starters interview Deloitte

Jouw studieverenigingwil het je zo voordelig en makkelijk mogelijk maken. Dus hebben ze eenboekenleverancierdie daarbij past.

Jouw studievereniging werktnauw samen met studystore.En dat heeft zo z’n voordelen.Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouwcomplete boekenpakketsnel aanbieden tegen een scherpe prijs.

Zou je je even willen voorstellen?Mijn naam is Lenny Koot en ik ben 24 jaar. Ik heb Fiscaal Recht gestudeerd aan de Erasmus Universiteit en ben in juli 2010 af-gestudeerd. Nu ben ik werkzaam bij Deloitte.

Hoe ben je bij Deloitte terecht gekomen?Tijdens mijn studie heb ik een jaar in het be-stuur van de Christiaanse-Taxateur gezeten. In dat jaar ben ik veel in contact gekomen met verschillende bedrijven, waaronder Deloitte. Deloitte organiseerde in dat jaar een business course naar Hong Kong en Shenzhen. Ik heb gesolliciteerd en mocht mee! Ik heb een erg leuke tijd gehad met de Deloitters in China en kreeg na de business course de mogelijkheid om als werkstudent aan de slag te gaan. Vervolgens heb ik ook mijn scriptie geschreven bij Deloitte. Dat is erg goed bevallen, per 1 juni 2010 ben ik full time in dienst getreden.

Wat is je functie en hoe is het werken bij Deloitte?De afdeling waar ik op werk is gespeciali-seerd in cliënten actief in de Energy, Resourc-es and Transportation (ERT) en Manufactur-ing markt. Ik werk veel met klanten die je in het straatbeeld tegenkomt, dat vind ik erg leuk. Op deze afdeling ben ik werkzaam als analyst en daar krijg ik voornamelijk te maken met internationaal belastingrecht en vennootschapsbelasting, dit zijn ook de vakgebieden die mij het meest aanspreken.

Het werken bij Deloitte vind ik erg leuk en ik heb het hier goed naar mijn zin. Het werk is uitdagend en ik kan het goed vinden met de mensen waar ik mee samenwerk.

Heb je tijdens je werk veel profijt van je kennis uit je studie?Naar mijn idee heb ik bewust en onbewust veel geleerd tijdens de studie, maar in de praktijk gaat het allemaal veel dieper. Je bent als fiscalist nooit uitgeleerd! Om goed op de hoogte te blijven van de vele veranderingen in de fiscale wereld, behandelen wij elke woensdag tijdens de lunch relevante jurispru-dentie en andere vaktechnisch interessante stukken. Daarnaast kan elke werknemer binnen Deloitte Tax een interne opleiding volgen, de Deloitte Tax Academie. Tijdens deze Academies, die vaak twee dagen duren, wordt iedere keer een ander fiscaal relevant onderwerp uitgediept. Dat zijn leuke en leerzame dagen.

Hoe ziet jouw vervolgtraject eruit?Voor de komende tijd wil ik graag mijn fiscale kennis uitbreiden en mijn Engelse taal verbe-teren, omdat op de afdeling veel in het Engels wordt gecommuniceerd. Deloitte verzorgt daartoe cursussen Engels in Cambridge die een week duren. Het lijkt mij ook erg leuk om buitenland ervaring op te doen. Binnen Delo-itte is dit goed mogelijk, er is bijvoorbeeld een Dutch desk in New York en Hong Kong waar fiscalisten met een Nederlandse achtergrond werken, maar ook in andere landen is het onder voorwaarden mogelijk om daar aan de slag te gaan. Er bestaan zodoende binnen Deloitte vele mogelijkheden om aan je per-soonlijke ontwikkeling te werken.

In het jaar 2007-2008 heb je een bestuursfunctie vervuld binnen de Christiaanse-Taxateur, kun je daar meer over vertellen?Ja zeker! In het jaar 2007-2008 heb ik met vijf

andere studenten, inmiddels goede vrienden, in het bestuur gezeten van de Christiaanse-Taxateur. Mijn functie in het bestuur was voorzitter. Ik heb zoveel leuke mensen leren kennen, zoveel geleerd, en zoveel lol gehad. We zijn op studiereis geweest naar Curaçao, dat was één van de vele hoogtepunten uit mijn bestuursjaar.

Heb je nog een aanbeveling voor de fiscale studenten?Ik raad alle studenten aan om actief te worden bij een vereniging. Dit is leerzaam, dus goed voor je ontwikkeling, maar bovenal erg leuk.

Daarnaast is de Ideale Bijbaan bij Deloitte een echte aanrader voor de fiscale student. Ge-durende een jaar leer je de diverse afdelingen van Deloitte goed kennen, zodat je uitein-delijk voor jezelf makkelijker kan beslissen welk vakgebied jou het meest aanspreekt en met welke mensen je allicht samen zou wil-len werken. Zou je er meer over willen weten? Zoek ons op via social media, wij zijn letterlijk overal te vinden, of benader ons op de Fiscale Bedrijvendag.

Nog een laatste vraag over het thema van deze Aanslag, ga jij, als aanstor-mend fiscalist, op het randje of erover?Je moet per zaak bekijken hoe ver je kunt gaan. Wat zijn de belangen van de cliënt? Zet je de verhoudingen met de belastingdienst niet onnodig op scherp? Dit zijn allemaal afwegingen die je moet maken. Ik ben niet iemand die erg agressief is in mijn advisering, ik kom immers net kijken. Wanneer je langer in het vak zit kun je natuurlijk de grens meer opzoeken met de expertise die je hebt.

Starters interview Deloitte

PaspoortNaam: Lenny KootOpleiding: Fiscaal Recht, Erasmus UniversiteitLeeftijd: 24 jaar Favoriete drankje & boek: Drankje: Overdag muntthee, in het weekend Mojito. Boeken van: Saskia Noort, Esther Verhoef, Suzanne Vermeer en Katie FfordeFiscale tip: Pak naast de wet altijd het artikelsgewijs commentaar bij een vraag-stuk, dat is erg leerzaam!

Page 12: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

12 deAANSLAG! 13deAANSLAG!Fiscale Inlichtingen- en OpsporingsdienstFiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst

Op 8 december 2010 bracht

de Aanslagredactie een

bezoek aan de FIOD in

Rotterdam. Hier kregen zij

een rondleiding waarin

alle facetten van de FIOD

duidelijk werden gemaakt.

De FIOD (Fiscale Inlichtingen-

en Opsporingsdienst) is de

opsporingsdienst van de

belastingdienst in Nederland.

De FIOD treedt voornamelijk

op wanneer vermoed wordt

dat een belastingplichtige

fraude pleegt of de belasting

ontduikt.

Doelstelling van het bezoek was het achter-halen wat de FIOD precies doet en hoe de FIOD is georganiseerd. Iedereen heeft wel een beeld over de FIOD, maar lang niet ieder-een weet wat de taken en bevoegdheden zijn. De Aanslagredactie heeft dat uitgezocht door een dagje mee te lopen met de FIOD.

DagprogrammaAanvankelijk wisten wij niet precies wat ons te wachten stond. Om enigszins voorbereid aan te komen hebben wij ons thuis goed ingelezen over de FIOD. Eenmaal op het kantoor aangekomen werden we hartelijk ontvangen door de landelijke persvoorlichter van de FIOD, Mohamed el Mokaddem, en een teamleider van divisie Opsporing, Hans Stoopman. De dag begon met een bijzonder en uitvoerig gesprek met de twee heren. Zij waren, anders dan verwacht, erg open, en vertelden in geuren en kleuren over de FIOD. Na het gesprek kregen wij een rondleiding door het nieuwe en moderne gebouw.

Speerpunten FIODDe primaire taak van de FIOD is het voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van wet – en regel-geving op de terreinen van de fiscale- en douanewetgeving en toeslagen, de finan-ciële wetgeving en goederenwetgeving. Daarnaast levert de FIOD een bijdrage aan de bestrijding van de georganiseerde ( commune) criminaliteit met fiscale en financiële componenten.

Het werk beslaat dus ter-reinen als beleggingsfraude, faillissementsfraude, belas-tingfraude, handel in (ille-gale) sigaretten waarover geen accijns is afgedragen en bijvoorbeeld nagemaakte producten als merkkleding.

Vooroordeel werk-wijze FIODWanneer aan de FIOD gedacht wordt komen vaak gedachtes naar boven dat het gaat om SWAT-teams die in de vroege morgen spectaculaire invallen plegen bij fraudeurs. Deels is dit natuur-lijk waar, wanneer de risicoanalyse hiervoor aanleiding geeft. Wat velen niet weten is dat een dergelijke actie een onderdeel van een groot stappenplan is. Nadat de FIOD een reeks aan stappen heeft ondernomen volgt pas een arrestatie van de verdachten. Zo hanteert de FIOD een zevenstappenplan alvorens de verdachte wordt overgedragen aan de rechter.

• Stap 1: Melden en selecteren. Inkomende fraudemeldingen worden verwerkt in een projectplan. Doel hiervan is vaststellen om welke strafbare feiten het gaat en om welke verdachten het gaat. Dit project-plan gaat vervolgens naar het Tripartiete Overleg voor acceptatie.

• Stap 2: Tripartiete Overleg. De FIOD weegt samen met het OM en de verschillende toe-zichthouders het projectplan (fraudemel-dingen) op verschillende criteria. Er wordt met name gekeken wat de financiële en maatschappelijke belang is van vervolging.

• Stap 3: Capaciteit inschatten. De FIOD schrijft een onderzoeksvoorstel en daarna wordt de capaciteit van de FIOD vastge-steld. Dit is een lastige taak volgens de dhr. Stoop van FIOD Rotterdam. Wat is wel en wat is niet zo belangrijk dat ze er onderzoek naar gaan doen?

• Stap 4: Onderzoeksvoorstel accepteren. De officier van justitie onderzoekt het voorstel. Als deze goedkeuring geeft kan de opsporing beginnen.

• Stap 5: Dwangmiddelen bepalen. Omdat de inzet van dwangmiddelen grote inbreuk maakt op het privéleven van

verdachten wordt de inzet hiervan zorg-vuldig afgewogen. Bekende dwangmid-delen zijn telefoontaps, aanhouding voor verhoor of betreding van woningen en bedrijfspanden.

• Stap 6: Het onderzoek. Afhankelijk van de zaak wordt een specialistisch team opgesteld die zich met de zaak bezig zal houden. Belangrijke activiteiten zijn het vergaren van bewijs en het doen van waarheidsvinding die nodig zijn voor een proces-verbaal.

• Stap 7: Overdragen en vervolgen. Op basis van het proces-verbaal bepaalt de Officier van Justitie of tot vervolging wordt over-gegaan. Aan het einde van de rit bepaalt de rechter of de verdachten schuldig zijn aan de ten laste gelegde strafbare feiten.

Een inval door de FIOD is dus slechts een onderdeel van het stappenplan. Ook degene die denken dat de invallen spectaculair plaatsvinden zitten ernaast. De meeste invallen vinden plaats op een rustige wijze. Ideeën dat de invaldiensten alles onderste-boven halen zijn dan ook onjuist. Zoals de dhr. El Mokaddem mooi aangaf wordt in de meeste gevallen eerst aangebeld, vervolgens wordt vriendelijk gevraagd of rechercheurs naar binnen mogen (ondanks de bevoegd-heid om ook zonder toestemming van de bewoners de woningen te betreden). Daarna wordt de woning met uiterste voorzichtig-heid doorzocht. Kledingstapels worden bij-voorbeeld voorzicht omhoog getild en weer teruggelegd. Slechts enkele werknemers van de FIOD zijn bevoegd om een wapen te dragen, de zogenaamde “wapendragers”. Zij gaan als eerste naar binnen, met als doel voor zowel de veiligheid van de rechercheur als de veiligheid van de verdachte zelf te zor-gen. Vooroordeel dat de FIOD zich dus alleen maar met spectaculaire invallen bezig houdt zijn dus slechts deels waar. In veruit de meeste gevallen gaat het er rustig aan toe.

OrganisatiestructuurLandelijke organisatieDe FIOD heeft circa 1100 medewerkers in dienst verdeeld over 14 kantoren. De processen van de FIOD bestaan uit account, opsporingsinformatie en opsporing. Sinds 1 januari 2010 werken de FIOD opsporings-teams volgens de uitgangspunten van het zogenoemde Copernicus.

Het Copernicus kent drie uitgangspunten:1. Competentie gericht: de medewerkers

worden gericht ingezet op de bij hen aanwezige te ontwikkelen competenties;

2. Werken met effect: de FIOD stelt bij elk onderzoek van te voren vast welk effect en welk doel men wil bereiken met haar activiteiten;

3. Werken in projectomgeving: onderzoe-ken van de FIOD verlopen bijna altijd in projectvorm.

Er zijn verschillende vormen en maten van deze projecten. Sommige worden in kleine groepjes gedaan, anderen in grote. Er lopen dus veel projecten door elkaar heen.

In de loop der jaren is de FIOD transparan-ter geworden. Ze zoeken steeds meer de media op, en gebruiken die ook als hulp-middel. Bijvoorbeeld om iedereen te laten weten dat ze niet moeten frauderen, omdat ze anders toch gepakt worden.

Interne organisatieMedewerkersDe FIOD kent verschillende soorten mede-werkers. Mensen van alle soorten voorop-leiding kunnen werken bij de FIOD: zowel MBO, HBO als WO niveau ( dit zijn voorna-melijk juristen en forensisch accountants). Om er te werken moet je van onbesproken gedrag zijn, voldoen aan de kwaliteitseisen, voldoende gemotiveerd zijn en in staat zijn om je continue verder te ontwikkelen zoals de criminaliteit dat doet.

De medewerkers kunnen ingedeeld worden in twee soorten categorieën: medewerkers met specifieke taken en medewerkers met specifieke functies. De eerste categorie houdt zich voornamelijk bezig met de praktische aspecten van lopende zaken. Het gaat om medewerkers die telefoongesprek-ken aftappen, computerdata verzamelen, vingerafdrukken verzamelen etc. De tweede categorie medewerkers bestaat uit experts op uiteenlopende terreinen. Zo zijn er bijvoorbeeld experts actief om beleggings-fraude te reconstrueren.

Een rechercheur bij de FIOD is nooit klaar met studeren. Elke rechercheur heeft een bewijs van “opsporings-bevoegdheid”. Deze moet om de 5 jaar worden verlengd. Als een rechercheur dat bewijs wil behou-den, moet hij cursussen volgen en tentamens maken.

OrganisatiecultuurNet als alle andere kantoren heerst ook bij de FIOD een informele cultuur. Er worden regelmatig borrels en teambuildingsactivi-

teiten georganiseerd. Natuurlijk vroeg de redactie aan de FIOD of de interne mede-werkers op de hoogte zijn van alle lopende zaken. ‘Het is belangrijk om te beseffen wat noodzakelijk is om te weten en wat leuk is om te weten en onze medewerkers weten dat onderscheid te maken’, aldus dhr. Stoopman.

RondleidingNa dit interessante gesprek kregen wij een rondleiding door het gebouw. Ook al heeft de FIOD liften, ons is opgevallen dat de FIOD medewerkers deze nauwelijks gebruiken. Ze denken aan het milieu en hun gezondheid en nemen dus liever de trap!

Allereerst kregen we de wapenkamer te zien. We zagen geen wapens, maar wel hou-ders en andere interessante dingen. Vervol-gens gingen we naar het zogenoemde digi lab, waar we informatie kregen van een expert. Deze vertelde over de mogelijkhe-den die ze hadden om harde schijven van inbeslaggenomen computers te contro-leren. In diezelfde kamer hingen ook een aantal FIOD-jasjes. Tot slot gingen we naar een kamer waar de uitluisterapparatuur stond voor telefoontaps. Alle telefoontaps gingen naar een centrale in Driebergen. Van daaruit gingen ze naar alle vestigingen van de FIOD in Nederland. Toen wij er waren stonden “toevallig” alle computers gelocked.

Ben je nieuwsgierig geworden en wil je meer weten over de FIOD en hun werk-wijze? Netwerk heeft in juli van dit jaar een uitzending gehad over FIOD Rotterdam. Deze kan je bekijken via de volgende link: http://www.netwerk.tv/uitzending/­­­­2010-07-15/jacht-op-faillissementsfraudeurs.

De FIOD: need to know or nice to know?Door: Ibrahim Aarouss & Mariëtte Mampaeij

Page 13: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

12 deAANSLAG! 13deAANSLAG!Fiscale Inlichtingen- en OpsporingsdienstFiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst

Op 8 december 2010 bracht

de Aanslagredactie een

bezoek aan de FIOD in

Rotterdam. Hier kregen zij

een rondleiding waarin

alle facetten van de FIOD

duidelijk werden gemaakt.

De FIOD (Fiscale Inlichtingen-

en Opsporingsdienst) is de

opsporingsdienst van de

belastingdienst in Nederland.

De FIOD treedt voornamelijk

op wanneer vermoed wordt

dat een belastingplichtige

fraude pleegt of de belasting

ontduikt.

Doelstelling van het bezoek was het achter-halen wat de FIOD precies doet en hoe de FIOD is georganiseerd. Iedereen heeft wel een beeld over de FIOD, maar lang niet ieder-een weet wat de taken en bevoegdheden zijn. De Aanslagredactie heeft dat uitgezocht door een dagje mee te lopen met de FIOD.

DagprogrammaAanvankelijk wisten wij niet precies wat ons te wachten stond. Om enigszins voorbereid aan te komen hebben wij ons thuis goed ingelezen over de FIOD. Eenmaal op het kantoor aangekomen werden we hartelijk ontvangen door de landelijke persvoorlichter van de FIOD, Mohamed el Mokaddem, en een teamleider van divisie Opsporing, Hans Stoopman. De dag begon met een bijzonder en uitvoerig gesprek met de twee heren. Zij waren, anders dan verwacht, erg open, en vertelden in geuren en kleuren over de FIOD. Na het gesprek kregen wij een rondleiding door het nieuwe en moderne gebouw.

Speerpunten FIODDe primaire taak van de FIOD is het voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van wet – en regel-geving op de terreinen van de fiscale- en douanewetgeving en toeslagen, de finan-ciële wetgeving en goederenwetgeving. Daarnaast levert de FIOD een bijdrage aan de bestrijding van de georganiseerde ( commune) criminaliteit met fiscale en financiële componenten.

Het werk beslaat dus ter-reinen als beleggingsfraude, faillissementsfraude, belas-tingfraude, handel in (ille-gale) sigaretten waarover geen accijns is afgedragen en bijvoorbeeld nagemaakte producten als merkkleding.

Vooroordeel werk-wijze FIODWanneer aan de FIOD gedacht wordt komen vaak gedachtes naar boven dat het gaat om SWAT-teams die in de vroege morgen spectaculaire invallen plegen bij fraudeurs. Deels is dit natuur-lijk waar, wanneer de risicoanalyse hiervoor aanleiding geeft. Wat velen niet weten is dat een dergelijke actie een onderdeel van een groot stappenplan is. Nadat de FIOD een reeks aan stappen heeft ondernomen volgt pas een arrestatie van de verdachten. Zo hanteert de FIOD een zevenstappenplan alvorens de verdachte wordt overgedragen aan de rechter.

• Stap 1: Melden en selecteren. Inkomende fraudemeldingen worden verwerkt in een projectplan. Doel hiervan is vaststellen om welke strafbare feiten het gaat en om welke verdachten het gaat. Dit project-plan gaat vervolgens naar het Tripartiete Overleg voor acceptatie.

• Stap 2: Tripartiete Overleg. De FIOD weegt samen met het OM en de verschillende toe-zichthouders het projectplan (fraudemel-dingen) op verschillende criteria. Er wordt met name gekeken wat de financiële en maatschappelijke belang is van vervolging.

• Stap 3: Capaciteit inschatten. De FIOD schrijft een onderzoeksvoorstel en daarna wordt de capaciteit van de FIOD vastge-steld. Dit is een lastige taak volgens de dhr. Stoop van FIOD Rotterdam. Wat is wel en wat is niet zo belangrijk dat ze er onderzoek naar gaan doen?

• Stap 4: Onderzoeksvoorstel accepteren. De officier van justitie onderzoekt het voorstel. Als deze goedkeuring geeft kan de opsporing beginnen.

• Stap 5: Dwangmiddelen bepalen. Omdat de inzet van dwangmiddelen grote inbreuk maakt op het privéleven van

verdachten wordt de inzet hiervan zorg-vuldig afgewogen. Bekende dwangmid-delen zijn telefoontaps, aanhouding voor verhoor of betreding van woningen en bedrijfspanden.

• Stap 6: Het onderzoek. Afhankelijk van de zaak wordt een specialistisch team opgesteld die zich met de zaak bezig zal houden. Belangrijke activiteiten zijn het vergaren van bewijs en het doen van waarheidsvinding die nodig zijn voor een proces-verbaal.

• Stap 7: Overdragen en vervolgen. Op basis van het proces-verbaal bepaalt de Officier van Justitie of tot vervolging wordt over-gegaan. Aan het einde van de rit bepaalt de rechter of de verdachten schuldig zijn aan de ten laste gelegde strafbare feiten.

Een inval door de FIOD is dus slechts een onderdeel van het stappenplan. Ook degene die denken dat de invallen spectaculair plaatsvinden zitten ernaast. De meeste invallen vinden plaats op een rustige wijze. Ideeën dat de invaldiensten alles onderste-boven halen zijn dan ook onjuist. Zoals de dhr. El Mokaddem mooi aangaf wordt in de meeste gevallen eerst aangebeld, vervolgens wordt vriendelijk gevraagd of rechercheurs naar binnen mogen (ondanks de bevoegd-heid om ook zonder toestemming van de bewoners de woningen te betreden). Daarna wordt de woning met uiterste voorzichtig-heid doorzocht. Kledingstapels worden bij-voorbeeld voorzicht omhoog getild en weer teruggelegd. Slechts enkele werknemers van de FIOD zijn bevoegd om een wapen te dragen, de zogenaamde “wapendragers”. Zij gaan als eerste naar binnen, met als doel voor zowel de veiligheid van de rechercheur als de veiligheid van de verdachte zelf te zor-gen. Vooroordeel dat de FIOD zich dus alleen maar met spectaculaire invallen bezig houdt zijn dus slechts deels waar. In veruit de meeste gevallen gaat het er rustig aan toe.

OrganisatiestructuurLandelijke organisatieDe FIOD heeft circa 1100 medewerkers in dienst verdeeld over 14 kantoren. De processen van de FIOD bestaan uit account, opsporingsinformatie en opsporing. Sinds 1 januari 2010 werken de FIOD opsporings-teams volgens de uitgangspunten van het zogenoemde Copernicus.

Het Copernicus kent drie uitgangspunten:1. Competentie gericht: de medewerkers

worden gericht ingezet op de bij hen aanwezige te ontwikkelen competenties;

2. Werken met effect: de FIOD stelt bij elk onderzoek van te voren vast welk effect en welk doel men wil bereiken met haar activiteiten;

3. Werken in projectomgeving: onderzoe-ken van de FIOD verlopen bijna altijd in projectvorm.

Er zijn verschillende vormen en maten van deze projecten. Sommige worden in kleine groepjes gedaan, anderen in grote. Er lopen dus veel projecten door elkaar heen.

In de loop der jaren is de FIOD transparan-ter geworden. Ze zoeken steeds meer de media op, en gebruiken die ook als hulp-middel. Bijvoorbeeld om iedereen te laten weten dat ze niet moeten frauderen, omdat ze anders toch gepakt worden.

Interne organisatieMedewerkersDe FIOD kent verschillende soorten mede-werkers. Mensen van alle soorten voorop-leiding kunnen werken bij de FIOD: zowel MBO, HBO als WO niveau ( dit zijn voorna-melijk juristen en forensisch accountants). Om er te werken moet je van onbesproken gedrag zijn, voldoen aan de kwaliteitseisen, voldoende gemotiveerd zijn en in staat zijn om je continue verder te ontwikkelen zoals de criminaliteit dat doet.

De medewerkers kunnen ingedeeld worden in twee soorten categorieën: medewerkers met specifieke taken en medewerkers met specifieke functies. De eerste categorie houdt zich voornamelijk bezig met de praktische aspecten van lopende zaken. Het gaat om medewerkers die telefoongesprek-ken aftappen, computerdata verzamelen, vingerafdrukken verzamelen etc. De tweede categorie medewerkers bestaat uit experts op uiteenlopende terreinen. Zo zijn er bijvoorbeeld experts actief om beleggings-fraude te reconstrueren.

Een rechercheur bij de FIOD is nooit klaar met studeren. Elke rechercheur heeft een bewijs van “opsporings-bevoegdheid”. Deze moet om de 5 jaar worden verlengd. Als een rechercheur dat bewijs wil behou-den, moet hij cursussen volgen en tentamens maken.

OrganisatiecultuurNet als alle andere kantoren heerst ook bij de FIOD een informele cultuur. Er worden regelmatig borrels en teambuildingsactivi-

teiten georganiseerd. Natuurlijk vroeg de redactie aan de FIOD of de interne mede-werkers op de hoogte zijn van alle lopende zaken. ‘Het is belangrijk om te beseffen wat noodzakelijk is om te weten en wat leuk is om te weten en onze medewerkers weten dat onderscheid te maken’, aldus dhr. Stoopman.

RondleidingNa dit interessante gesprek kregen wij een rondleiding door het gebouw. Ook al heeft de FIOD liften, ons is opgevallen dat de FIOD medewerkers deze nauwelijks gebruiken. Ze denken aan het milieu en hun gezondheid en nemen dus liever de trap!

Allereerst kregen we de wapenkamer te zien. We zagen geen wapens, maar wel hou-ders en andere interessante dingen. Vervol-gens gingen we naar het zogenoemde digi lab, waar we informatie kregen van een expert. Deze vertelde over de mogelijkhe-den die ze hadden om harde schijven van inbeslaggenomen computers te contro-leren. In diezelfde kamer hingen ook een aantal FIOD-jasjes. Tot slot gingen we naar een kamer waar de uitluisterapparatuur stond voor telefoontaps. Alle telefoontaps gingen naar een centrale in Driebergen. Van daaruit gingen ze naar alle vestigingen van de FIOD in Nederland. Toen wij er waren stonden “toevallig” alle computers gelocked.

Ben je nieuwsgierig geworden en wil je meer weten over de FIOD en hun werk-wijze? Netwerk heeft in juli van dit jaar een uitzending gehad over FIOD Rotterdam. Deze kan je bekijken via de volgende link: http://www.netwerk.tv/uitzending/­­­­2010-07-15/jacht-op-faillissementsfraudeurs.

De FIOD: need to know or nice to know?Door: Ibrahim Aarouss & Mariëtte Mampaeij

Page 14: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

14 deAANSLAG! Tax Jurisprudence Program

Dit collegejaar heeft het bestuur

van de R.F.V. Christiaanse-Taxateur

een nieuwe activiteit in het leven

geroepen. In samenwerking met

Guido de Bont heeft de Christiaanse

het Tax Jurisprudence Program

geïntroduceerd. Het programma

bestaat uit zes bijeenkomsten en

elke bijeenkomst wordt door een

ander vooraanstaand kantoor

verzorgd. De bijeenkomsten zijn

exclusief bestemd voor derde-

jaars en masterstudenten Fiscale

Economie en Fiscaal Recht. Het

doel van de bijeenkomsten is om

een interessant onderwerp in de

fi scaliteit te bespreken. De opzet

van de avond is dat er twee studen-

ten een presentatie geven, daarna

is het woord aan het organiserende

kantoor en tenslotte mag de desbe-

treffende docent zijn visie geven.

Op 15 december klokslag zeven uur begon de eerste bijeenkomst. Deze avond werd verzorgd in samenwerking met De Bont Advocaten. Van dit advocatenkantoor was Priscilla de Haas aanwezig. Guido de Bont zou ook aanwezig zijn, maar hij had een probleem met de sterke arm der wet. Het thema van de avond was Formeel Belas-tingrecht. Er werd nader ingezoomd op het nieuwe artikel 16 AWR en het ne bis in idem beginsel.

De avond werd geopend door onze voorzit-ter Martijn Schippers en hierna stak Bart van Mervennée van wal met zijn pre-sentatie over het nieuwe artikel 16 AWR.

Bart zoemde in op lid 2 onderdeel c. In zijn presentatie zette Bart de Tik- en Schrijf-foutenjurisprudentie op een rijtje. Meest opmerkelijk arrest was het Hypotheekrente arrest. In deze zaak had een belastingplich-tige € 3.419.635 aan hypotheekrenteaftrek geclaimd, terwijl er maar € 3.419 was betaald. Het betrof hier een tikfout van de belastingplichtige welke de fi scus zeker had moeten zien. De belastingdienst wilde deze fout herstellen door middel van een navorderingsaanslag, maar deze aanslag werd door het Hof vernietigd. De reden hier-voor was dat de inspecteur bij zo een hoog bedrag nader onderzoek had moeten instel-len. Nu hij dit niet heeft gedaan is, is er geen nieuw feit en geen reden voor navorderen. Mede door dit soort uitspraken is artikel 16 AWR ingrijpend gewijzigd en zo opgesteld dat de inspecteur nu wel kan navorderen in voorgaande casus.

Na de pauze was het de beurt aan Sebas-tian van der Hoeven. Zijn presentatie ging over het ne bis in idem beginsel; je kunt niet tweemaal voor hetzelfde feit worden gestraft. Het probleem wat zich hier met name voordoet is dat een belastingplichtige geen aangifte loon- of omzetbelasting doet. De belastingdienst geeft dan automatisch een verzuimboete wegens het niet betalen van de belasting. Als de fi scus daarna in een boekenonderzoek erachter komt dat er te weinig omzet of loonbelasting is opgege-ven, legt zij een naheffi ngsaanslag op met vergrijpboete. De vergrijpboete is echter niet mogelijk, omdat er al een verzuimboete is opgelegd. Het ne bis in idem beginsel komt hier dus om de hoek kijken. De vraag is nu of het juridisch gezien mogelijk is bij de verzuimboete een specifi ekere reden te geven, zodat het voor de fi scus nog mogelijk ook een vergrijpboete op te leggen.Rond een uurtje of tien kwam er een einde aan de eerste TJP sessie.

De tweede sessie heeft op 26 januari jl. plaatsgevonden. Deze avond was in samenwerking met Deloitte georganiseerd en had als onderwerp Internationaal Belastingrecht.

Tax Jurisprudence ProgramDoor: Tim Zwinkels

Van online dateneen succes makenvraagt om businesswise studenten

Hartstikke leuk, zo’n masterclass of business course van een paar dagen in het buitenland... maar

volgens Allen & Overy kom je daar niet echt verder mee. Dus werk je tijdens de Global Apollo

Experience gedurende vijf maanden aan een internationale case. Je staat een Italiaanse ondernemer

bij, die de wereld met zijn datingsite wil veroveren. Je volgt college van juridische kopstukken en

vaardigheidstrainingen. Ten slotte bewijs je in Rome dat jij die businesswise student bent die wij

zoeken. Schrijf je in op businesswiseadvocaten.nl

BEN JIJ

BUSINESSWISEGENOEG VOOR DE

GLOBAL APOLLO

EXPERIENCE2011?

Adv_A&O_Apollo_210x297mm.indd 1 18-10-10 16:06

Page 15: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

14 deAANSLAG! Tax Jurisprudence Program

Dit collegejaar heeft het bestuur

van de R.F.V. Christiaanse-Taxateur

een nieuwe activiteit in het leven

geroepen. In samenwerking met

Guido de Bont heeft de Christiaanse

het Tax Jurisprudence Program

geïntroduceerd. Het programma

bestaat uit zes bijeenkomsten en

elke bijeenkomst wordt door een

ander vooraanstaand kantoor

verzorgd. De bijeenkomsten zijn

exclusief bestemd voor derde-

jaars en masterstudenten Fiscale

Economie en Fiscaal Recht. Het

doel van de bijeenkomsten is om

een interessant onderwerp in de

fi scaliteit te bespreken. De opzet

van de avond is dat er twee studen-

ten een presentatie geven, daarna

is het woord aan het organiserende

kantoor en tenslotte mag de desbe-

treffende docent zijn visie geven.

Op 15 december klokslag zeven uur begon de eerste bijeenkomst. Deze avond werd verzorgd in samenwerking met De Bont Advocaten. Van dit advocatenkantoor was Priscilla de Haas aanwezig. Guido de Bont zou ook aanwezig zijn, maar hij had een probleem met de sterke arm der wet. Het thema van de avond was Formeel Belas-tingrecht. Er werd nader ingezoomd op het nieuwe artikel 16 AWR en het ne bis in idem beginsel.

De avond werd geopend door onze voorzit-ter Martijn Schippers en hierna stak Bart van Mervennée van wal met zijn pre-sentatie over het nieuwe artikel 16 AWR.

Bart zoemde in op lid 2 onderdeel c. In zijn presentatie zette Bart de Tik- en Schrijf-foutenjurisprudentie op een rijtje. Meest opmerkelijk arrest was het Hypotheekrente arrest. In deze zaak had een belastingplich-tige € 3.419.635 aan hypotheekrenteaftrek geclaimd, terwijl er maar € 3.419 was betaald. Het betrof hier een tikfout van de belastingplichtige welke de fi scus zeker had moeten zien. De belastingdienst wilde deze fout herstellen door middel van een navorderingsaanslag, maar deze aanslag werd door het Hof vernietigd. De reden hier-voor was dat de inspecteur bij zo een hoog bedrag nader onderzoek had moeten instel-len. Nu hij dit niet heeft gedaan is, is er geen nieuw feit en geen reden voor navorderen. Mede door dit soort uitspraken is artikel 16 AWR ingrijpend gewijzigd en zo opgesteld dat de inspecteur nu wel kan navorderen in voorgaande casus.

Na de pauze was het de beurt aan Sebas-tian van der Hoeven. Zijn presentatie ging over het ne bis in idem beginsel; je kunt niet tweemaal voor hetzelfde feit worden gestraft. Het probleem wat zich hier met name voordoet is dat een belastingplichtige geen aangifte loon- of omzetbelasting doet. De belastingdienst geeft dan automatisch een verzuimboete wegens het niet betalen van de belasting. Als de fi scus daarna in een boekenonderzoek erachter komt dat er te weinig omzet of loonbelasting is opgege-ven, legt zij een naheffi ngsaanslag op met vergrijpboete. De vergrijpboete is echter niet mogelijk, omdat er al een verzuimboete is opgelegd. Het ne bis in idem beginsel komt hier dus om de hoek kijken. De vraag is nu of het juridisch gezien mogelijk is bij de verzuimboete een specifi ekere reden te geven, zodat het voor de fi scus nog mogelijk ook een vergrijpboete op te leggen.Rond een uurtje of tien kwam er een einde aan de eerste TJP sessie.

De tweede sessie heeft op 26 januari jl. plaatsgevonden. Deze avond was in samenwerking met Deloitte georganiseerd en had als onderwerp Internationaal Belastingrecht.

Tax Jurisprudence ProgramDoor: Tim Zwinkels

Van online dateneen succes makenvraagt om businesswise studenten

Hartstikke leuk, zo’n masterclass of business course van een paar dagen in het buitenland... maar

volgens Allen & Overy kom je daar niet echt verder mee. Dus werk je tijdens de Global Apollo

Experience gedurende vijf maanden aan een internationale case. Je staat een Italiaanse ondernemer

bij, die de wereld met zijn datingsite wil veroveren. Je volgt college van juridische kopstukken en

vaardigheidstrainingen. Ten slotte bewijs je in Rome dat jij die businesswise student bent die wij

zoeken. Schrijf je in op businesswiseadvocaten.nl

BEN JIJ

BUSINESSWISEGENOEG VOOR DE

GLOBAL APOLLO

EXPERIENCE2011?

Adv_A&O_Apollo_210x297mm.indd 1 18-10-10 16:06

Page 16: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

16 deAANSLAG! Filosofie en Belastingrecht 17deAANSLAG!Filosofie en Belastingrecht16 deAANSLAG! Back to the Future

Back to the Future: de vele wegen naar ‘fiscaal Rome’In­deze­rubriek­leggen­wij­de­carrières­van­twee­personen­met­vergelijkbare­functies­in­de­fiscale­wereld­naast­elkaar.­Hoe­zijn­zij­begonnen?­Hoe­zijn­zij­

terechtgekomen­op­de­plek­waar­ze­nu­werkzaam­zijn?­Kortom,­we­kijken­vanuit­het­verleden­naar­de­toekomst­die­nu­het­heden­is…

1. Kunt u zich kort voorstellen en vertellen wat uw functie bij BDO / accon*avm is en inhoudt?

2. Waar en wat hebt u precies gestudeerd en waarom juist die opleiding?

3. Wat voor soort student was u?

Mijn naam is Pieter Eenhoorn. Ik ben als fiscalist verbonden aan BDO Accountants & Adviseurs. Momenteel ben ik verantwoordelijk voor de fiscale afdeling van de vestiging in het Westland.

Ik heb Fiscale Economie gestudeerd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Eigenlijk zit fiscaliteit een beetje in mijn genen. Mijn vader werkte indertijd bij de Belastingdienst, evenals mijn moeder en mijn broer. Kortom ik kom uit een fiscale familie.

Omdat ik niet in aanmerking kwam voor een beurs of iets derge-lijks, heb ik gekozen om snel af te studeren.

Mijn naam is Erik Jansen en bij accon avm ben ik directeur van het fiscaal vaktechnisch bureau in Nijmegen. Ik ben verantwoordelijk voor het fiscaal inhoudelijke beleid onder andere via het schrijven van interne memo’s over wijzigingen in fiscale onderwerpen, het oplossen van complexe fiscale vraagstukken waar collega’s mee aankomen, aansturen van onze fiscale specialistengroepen (loon-belasting/sociale verzekeringen, pensioenen, internationaal, BTW, formeel belastingrecht/procesvoering en fiscaal agro), het schrijven van fiscale publicaties en het verzorgen van opleidingen/lezingen. Ook ben ik betrokken bij rechtszaken tegen de Belastingdienst.

In mijn studententijd in Rotterdam heb ik Bedrijfs- en Fiscale Eco-nomie gestudeerd. Naast de studie was ik lid van het Rotterdamsch Studenten Corps. Het was een mooie tijd waar ik met veel plezier aan terug denk. Ik koos voor economie omdat mij dat aantrok. Later heb ik nog een aantal certificaten van de rechtenopleiding gedaan. Een aantal jaar geleden heb ik de opleiding Europese fiscale studies aan de EUR gedaan.

Naast de studie en de studentenvereniging was ik ook sportief (zeer) actief. Ik deed veel aan tennissen, bergbeklimmen en schaatsen. Als ik terugkijk heb ik als mens van die sportbeoefening geleerd wat doorzetten is op de momenten waar het om gaat. Dat is een kwaliteit die mij nog steeds zeer regelmatig uitermate van pas komt bij het nemen van moeilijke beslissingen.

drs. Eric Jansendrs. Pieter Eenhoorn

In­deze­editie­komen­een­partner­bij­een­belastingadvieskantoor­en­een­directeur­Praktijkvoorbereiding­Belastingadvies­aan­het­woord.­

Dhr.­Pieter­Eenhoorn­is­werkzaam­bij­BDO­en­dhr.­Eric­Jansen­bij­accon*avm.

17deAANSLAG!Back to the Future

4. Aan wat voor nevenactiviteiten heeft u deelgenomen tijdens uw studie?

5. Wat was uw eerste baan na de studie?

6. Welke studie zou u als u mocht kiezen, met de ervaring/wetenschap die u nu heeft, erbij willen doen?

8. Hoe adviseert u mensen die gebruik willen maken van de inkeerregeling?

9. Wat vindt u van de volgende stelling: als belastingadviseur zit ik altijd op het randje?

10. Heeft u een aanbeveling voor de fiscale studenten?

7. Wat zou u als u op uw carrière terug kijkt anders gedaan hebben? Wat zou u zeker opnieuw doen?

Ik ben lid geweest van Taxateur en zette mij in voor de Belasting-winkel.

Na mijn afstuderen ben ik gaan werken bij de Belastingdienst. Een mooie en leerzame omgeving.

Fiscale economie is en blijft een mooi vak. Iets anders wat mijn inte-resse heeft, is smaak en gezondheid. Om zelf van te genieten, maar ook om onze economie mee verder te helpen. Het is een thema wat in het directe werkgebied van mijn kantoor (Greenport Nederland) volop speelt. Regelgeving werkt belemmerend. Opvallend is te constateren dat politiek met name op het gebied van gezondheid, meent goed te doen. Boeiend om hier evenwicht te vinden.

Wet- en regelgeving zijn in Nederland in dit kader duidelijk. Binnen dit kader moet je adviseren. Overigens kan je daar een zeer nuttige rol vervullen.

Niet mee eens. Als adviseur behartig je primair de belangen van je relatie. Niet alle relaties zoeken de grenzen op. Voorts heb je daarbij ook een eigen verantwoordelijkheid. Zeker als je in een grotere or-ganisatie werkt. Wat belangrijk is, is het feit dat je als professional de mogelijkheden en onmogelijkheden van de wet moet kennen. Kennis is onontbeerlijk. Want juist met kennis ben je altijd in staat de juiste oplossing te vinden.

Ik heb ervaren dat het belangrijk is rendement te halen uit je in-spanningen. Focus en een gezonde beperking van de dingen die je doet, zijn daarbij belangrijk. Realiseer je daarbij dat je wel overwo-gen te werk moet gaan. Dat wil niet zeggen dat je geen plezier mag hebben in de dingen die je doet. Sterker nog, je moet juist genieten. Alleen dan ben je in staat om het lang vol te houden. Vergeet daar-bij je directe omgeving niet. Want als je iets moois opbouwt, is dit alleen mooi als je dit met dierbaren kan delen.

Vanwege mijn ambitie om snel af te studeren, heeft mijn prioriteit gelegen op voortgang. Met de kennis van nu denk ik dat een periode in het buitenland studeren een waardevolle aanvulling op mijn studie zou zijn geweest. Wat ik zeker zou blijven doen is mijn capaciteiten ook maatschappelijk inzetten. Daarbij heb ik inmid-dels ervaren dat dit zakelijk succes niet in de weg hoeft te staan.

In het tweede deel van de studie heb ik regelmatig deelgenomen aan bedrijfsbezoeken. Dit is altijd een prima gelegenheid om eens wat sfeer te proeven binnen een kantoor / bedrijf en je kunt er ook heel gericht je vragen stellen aan medewerkers. Altijd doen.

Ik ging werken bij E & Y belastingadviseurs in de aangifte- en adviespraktijk.

De opleidingen die ik heb gedaan waren een uitstekende basis om uiteindelijk te komen waar ik nu ben aanbeland. De combinatie van economie en recht is voor een fiscalist zeer waardevol.

Ik ben inmiddels cliënten tegengekomen die slecht sliepen na alle publiciteit over de acties tegen de zwartspaarders van de staats-secretaris van Financiën. Het is mijn ervaring dat (tijdig) inkeren die mensen innerlijke rust geeft en dat is uiteindelijk belangrijker dan de centen die aan onze nationale schatkist dienden te worden afgedragen. De regeling is met een aantal formaliteiten omgeven waaraan je als belastingadvieskantoor, idem beroepsregels van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB), hebt te voldoen.

Een goede belastingadviseur laat (uiteraard) geen mogelijkheid op fiscaal voordeel voor de cliënt onbenut. Een goede belastingadvi-seur weet ook, voelt aan welk standpunt wel, en welk standpunt niet pleitbaar is. Spelen op de rand van het toelaatbare moet in principe kunnen; je wilt de wedstrijd immers winnen!

Naast je fiscaal inhoudelijk ontwikkelen via je studie vind ik per-soonlijk tenminste even belangrijk dat je je als mens ontwikkelt. Ontwikkelde innerlijke vaardigheden als doorzettingsvermogen, een goed gesprek kunnen voeren en doelgerichtheid zijn belangrijk om als belastingadviseur succesvol te worden. Vraag een werk-stage aan bij een kantoor. Bij accon avm bieden we deze mogelijk-heden aan. Zo doe je nuttige werkervaring op en je kunt ontdekken wat je in het fiscale speelveld leuk vindt.

Ik zou het precies zo doen als dat ik het gedaan heb. Ik heb ervaring in de aangiftepraktijk (weliswaar kort) en in de nationale en internatio-nale fiscale adviespraktijk. Zo ben ik breed ontwikkeld geraakt met een focus op het internationale deel. Ik heb veel gezien, elke dag is weer anders. De werkzaamheden zijn al jaren zeer afwisselend. Als je daarmee tevreden bent dan kun je moeilijk zeggen dat je het anders had willen aanpakken.

drs. Eric Jansendrs. Pieter Eenhoorn

Page 17: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

16 deAANSLAG! Filosofie en Belastingrecht 17deAANSLAG!Filosofie en Belastingrecht16 deAANSLAG! Back to the Future

Back to the Future: de vele wegen naar ‘fiscaal Rome’In­deze­rubriek­leggen­wij­de­carrières­van­twee­personen­met­vergelijkbare­functies­in­de­fiscale­wereld­naast­elkaar.­Hoe­zijn­zij­begonnen?­Hoe­zijn­zij­

terechtgekomen­op­de­plek­waar­ze­nu­werkzaam­zijn?­Kortom,­we­kijken­vanuit­het­verleden­naar­de­toekomst­die­nu­het­heden­is…

1. Kunt u zich kort voorstellen en vertellen wat uw functie bij BDO / accon*avm is en inhoudt?

2. Waar en wat hebt u precies gestudeerd en waarom juist die opleiding?

3. Wat voor soort student was u?

Mijn naam is Pieter Eenhoorn. Ik ben als fiscalist verbonden aan BDO Accountants & Adviseurs. Momenteel ben ik verantwoordelijk voor de fiscale afdeling van de vestiging in het Westland.

Ik heb Fiscale Economie gestudeerd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Eigenlijk zit fiscaliteit een beetje in mijn genen. Mijn vader werkte indertijd bij de Belastingdienst, evenals mijn moeder en mijn broer. Kortom ik kom uit een fiscale familie.

Omdat ik niet in aanmerking kwam voor een beurs of iets derge-lijks, heb ik gekozen om snel af te studeren.

Mijn naam is Erik Jansen en bij accon avm ben ik directeur van het fiscaal vaktechnisch bureau in Nijmegen. Ik ben verantwoordelijk voor het fiscaal inhoudelijke beleid onder andere via het schrijven van interne memo’s over wijzigingen in fiscale onderwerpen, het oplossen van complexe fiscale vraagstukken waar collega’s mee aankomen, aansturen van onze fiscale specialistengroepen (loon-belasting/sociale verzekeringen, pensioenen, internationaal, BTW, formeel belastingrecht/procesvoering en fiscaal agro), het schrijven van fiscale publicaties en het verzorgen van opleidingen/lezingen. Ook ben ik betrokken bij rechtszaken tegen de Belastingdienst.

In mijn studententijd in Rotterdam heb ik Bedrijfs- en Fiscale Eco-nomie gestudeerd. Naast de studie was ik lid van het Rotterdamsch Studenten Corps. Het was een mooie tijd waar ik met veel plezier aan terug denk. Ik koos voor economie omdat mij dat aantrok. Later heb ik nog een aantal certificaten van de rechtenopleiding gedaan. Een aantal jaar geleden heb ik de opleiding Europese fiscale studies aan de EUR gedaan.

Naast de studie en de studentenvereniging was ik ook sportief (zeer) actief. Ik deed veel aan tennissen, bergbeklimmen en schaatsen. Als ik terugkijk heb ik als mens van die sportbeoefening geleerd wat doorzetten is op de momenten waar het om gaat. Dat is een kwaliteit die mij nog steeds zeer regelmatig uitermate van pas komt bij het nemen van moeilijke beslissingen.

drs. Eric Jansendrs. Pieter Eenhoorn

In­deze­editie­komen­een­partner­bij­een­belastingadvieskantoor­en­een­directeur­Praktijkvoorbereiding­Belastingadvies­aan­het­woord.­

Dhr.­Pieter­Eenhoorn­is­werkzaam­bij­BDO­en­dhr.­Eric­Jansen­bij­accon*avm.

17deAANSLAG!Back to the Future

4. Aan wat voor nevenactiviteiten heeft u deelgenomen tijdens uw studie?

5. Wat was uw eerste baan na de studie?

6. Welke studie zou u als u mocht kiezen, met de ervaring/wetenschap die u nu heeft, erbij willen doen?

8. Hoe adviseert u mensen die gebruik willen maken van de inkeerregeling?

9. Wat vindt u van de volgende stelling: als belastingadviseur zit ik altijd op het randje?

10. Heeft u een aanbeveling voor de fiscale studenten?

7. Wat zou u als u op uw carrière terug kijkt anders gedaan hebben? Wat zou u zeker opnieuw doen?

Ik ben lid geweest van Taxateur en zette mij in voor de Belasting-winkel.

Na mijn afstuderen ben ik gaan werken bij de Belastingdienst. Een mooie en leerzame omgeving.

Fiscale economie is en blijft een mooi vak. Iets anders wat mijn inte-resse heeft, is smaak en gezondheid. Om zelf van te genieten, maar ook om onze economie mee verder te helpen. Het is een thema wat in het directe werkgebied van mijn kantoor (Greenport Nederland) volop speelt. Regelgeving werkt belemmerend. Opvallend is te constateren dat politiek met name op het gebied van gezondheid, meent goed te doen. Boeiend om hier evenwicht te vinden.

Wet- en regelgeving zijn in Nederland in dit kader duidelijk. Binnen dit kader moet je adviseren. Overigens kan je daar een zeer nuttige rol vervullen.

Niet mee eens. Als adviseur behartig je primair de belangen van je relatie. Niet alle relaties zoeken de grenzen op. Voorts heb je daarbij ook een eigen verantwoordelijkheid. Zeker als je in een grotere or-ganisatie werkt. Wat belangrijk is, is het feit dat je als professional de mogelijkheden en onmogelijkheden van de wet moet kennen. Kennis is onontbeerlijk. Want juist met kennis ben je altijd in staat de juiste oplossing te vinden.

Ik heb ervaren dat het belangrijk is rendement te halen uit je in-spanningen. Focus en een gezonde beperking van de dingen die je doet, zijn daarbij belangrijk. Realiseer je daarbij dat je wel overwo-gen te werk moet gaan. Dat wil niet zeggen dat je geen plezier mag hebben in de dingen die je doet. Sterker nog, je moet juist genieten. Alleen dan ben je in staat om het lang vol te houden. Vergeet daar-bij je directe omgeving niet. Want als je iets moois opbouwt, is dit alleen mooi als je dit met dierbaren kan delen.

Vanwege mijn ambitie om snel af te studeren, heeft mijn prioriteit gelegen op voortgang. Met de kennis van nu denk ik dat een periode in het buitenland studeren een waardevolle aanvulling op mijn studie zou zijn geweest. Wat ik zeker zou blijven doen is mijn capaciteiten ook maatschappelijk inzetten. Daarbij heb ik inmid-dels ervaren dat dit zakelijk succes niet in de weg hoeft te staan.

In het tweede deel van de studie heb ik regelmatig deelgenomen aan bedrijfsbezoeken. Dit is altijd een prima gelegenheid om eens wat sfeer te proeven binnen een kantoor / bedrijf en je kunt er ook heel gericht je vragen stellen aan medewerkers. Altijd doen.

Ik ging werken bij E & Y belastingadviseurs in de aangifte- en adviespraktijk.

De opleidingen die ik heb gedaan waren een uitstekende basis om uiteindelijk te komen waar ik nu ben aanbeland. De combinatie van economie en recht is voor een fiscalist zeer waardevol.

Ik ben inmiddels cliënten tegengekomen die slecht sliepen na alle publiciteit over de acties tegen de zwartspaarders van de staats-secretaris van Financiën. Het is mijn ervaring dat (tijdig) inkeren die mensen innerlijke rust geeft en dat is uiteindelijk belangrijker dan de centen die aan onze nationale schatkist dienden te worden afgedragen. De regeling is met een aantal formaliteiten omgeven waaraan je als belastingadvieskantoor, idem beroepsregels van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB), hebt te voldoen.

Een goede belastingadviseur laat (uiteraard) geen mogelijkheid op fiscaal voordeel voor de cliënt onbenut. Een goede belastingadvi-seur weet ook, voelt aan welk standpunt wel, en welk standpunt niet pleitbaar is. Spelen op de rand van het toelaatbare moet in principe kunnen; je wilt de wedstrijd immers winnen!

Naast je fiscaal inhoudelijk ontwikkelen via je studie vind ik per-soonlijk tenminste even belangrijk dat je je als mens ontwikkelt. Ontwikkelde innerlijke vaardigheden als doorzettingsvermogen, een goed gesprek kunnen voeren en doelgerichtheid zijn belangrijk om als belastingadviseur succesvol te worden. Vraag een werk-stage aan bij een kantoor. Bij accon avm bieden we deze mogelijk-heden aan. Zo doe je nuttige werkervaring op en je kunt ontdekken wat je in het fiscale speelveld leuk vindt.

Ik zou het precies zo doen als dat ik het gedaan heb. Ik heb ervaring in de aangiftepraktijk (weliswaar kort) en in de nationale en internatio-nale fiscale adviespraktijk. Zo ben ik breed ontwikkeld geraakt met een focus op het internationale deel. Ik heb veel gezien, elke dag is weer anders. De werkzaamheden zijn al jaren zeer afwisselend. Als je daarmee tevreden bent dan kun je moeilijk zeggen dat je het anders had willen aanpakken.

drs. Eric Jansendrs. Pieter Eenhoorn

Page 18: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

18 deAANSLAG! 19deAANSLAG!Artikel Bouwer, Hofmeester en Van MervennéeArtikel Bouwer, Hofmeester en Van Mervennée

De jaarrekening die ieder boekjaar moet worden gepubliceerd is een van de instrumenten waaraan de financiële situatie van een onder-neming kan worden afgemeten, en waarmee kan worden bepaald wat de waarde is die een onderneming aan het einde van een boekjaar vertegenwoordigt. De externe verslaggeving van ondernemingen is een informatiebron waarop de belanghebbenden hun beslissingen baseren. De jaarrekening vormt bin-nen die verslaggeving een cruciaal en onmisbaar ijkpunt waarin de tot stand gekomen winst over het boek-jaar op overzichtelijke wijze wordt uiteen gezet.

InleidingVerslaggeving is een gecompliceerd proces, waarin voortdurend keuzes moeten worden gemaakt over de wijze waarop bezittingen, schulden en cashflows moeten worden ge-definieerd en vervolgens hoe al die financiële feiten verwerkt moeten worden in admini-straties. Het zijn die keuzes die uiteindelijk het financiële beeld bepalen dat in de vorm van jaarrekeningen aan de buitenwereld wordt gepresenteerd en waarop die buiten-wereld wordt geacht haar beslissingen te baseren.Uiteraard proberen toezichthoudende instanties als Financial Accounting Standards Board (FASB) en International Accounting Standards Board (IASB) door middel van (onder andere) regelgeving zoveel mogelijk te waarborgen dat de financiële verslaggeving door bedrijven niet alleen zoveel mogelijk gestandaardiseerd is - zodat bedrijven met elkaar vergeleken kunnen worden - maar ook dusdanig transparant en goed doordacht is dat een betrouwbaar beeld wordt verkregen van de financiële positie waarin een bedrijf verkeert en van de economische waarde die het bedrijf vertegenwoordigt. Op dit moment werken FASB en IASB aan een nadere invulling van een "Comprehensive Income Statement", die wellicht op termijn de Winst-en-Verliesrekening (W&V-rekening), één van de componenten van de jaarreke-

ning, moet gaan vervangen. Achtergrond hiervan is een lopende discussie over de vraag hoe begrippen als "winst" en "vermogen" binnen de jaarrekening nu pre-cies dienen te worden beschreven en geïnter-preteerd. De begrippen worden op Balans en W&V-rekening verschillend ingevuld: waar winst op de Balans wordt geïnterpreteerd als een toename van het Eigen Vermogen, winst wordt op de W&V-rekening gezien als het verschil tussen opbrengsten en kosten van het productieproces van een boekings-periode. De vragen zijn nu: op welk van die verschillende interpretaties van het begrip "winst" moet op Balans en W&V-rekening in de jaarrekening de nadruk worden gelegd? En op welke wijze moeten binnen de jaar-rekening die twee interpretaties met elkaar worden verbonden?

De Balansbenadering versus de Winst-en-Verliesrekeningbenadering Op de balans wordt winst gedefinieerd als een toename van het eigen vermogen en hierbij worden ook toekomstige ontvangsten betrokken die nog niet zijn gerealiseerd, maar toch de winst van het betreffende boekjaar mede bepalen.

De ondernemingswaarde is echter niet statisch, maar een functie van het econo-misch proces en bij het vaststellen van het vermogen spelen de economische verwach-tingen die uit de huidige situatie voortvloeien een belangrijke rol. Zo zal bijvoorbeeld de te verwachten waardetoename van activa die nog niet zijn verkocht op de balans als toename van het eigen vermogen (winst) worden opgevoerd. Centraal in de balansbenadering (of: "Va-luation based approach") staat de waarde-ring van activa en passiva van het bedrijf. Hierbij vormt het begrip "actief" het leidende principe, omdat alle overige aspecten van de boekhouding uit de activa kunnen worden afgeleid. FASB en IASB benadrukken in hun definities het dynamische aspect van het begrip "actief", dat heel nadrukkelijk ook toekomstige verwachtingen, dus ook nog niet-gerealiseerde inkomsten omvat: een "actief" duidt op "waarschijnlijke toekomstige economische voordelen verkregen door een

entiteit als gevolg van eerdere transacties of andere gebeurtenissen". Ook het "passief" heeft een dynamisch karakter: "een passief is een waarschijnlijk toekomstig offer van economische voordelen, dat voortvloeit uit de huidige verplichtingen van een bepaalde entiteit om activa (..) over te dragen aan andere entiteiten, als gevolg van eerdere transacties of gebeurtenissen". Het "actief" is het primaire begrip, ook in de definitie van "passief", omdat het passief een "waar-schijnlijk toekomstig offer van economische voordelen" is, die samenhangt met "huidige verplichtingen" ten aanzien van activa.

In de w&v-rekeningbenadering (of: "Mat-ching based approach"), wordt een ander begrip van winst gehanteerd dan op de balans. Op de w&v-rekening staan kosten en opbrengsten gedurende de boekperiode centraal. De moeilijkheid hierbij is te bepalen welke kosten en opbrengsten aan het be-drijfsproces moeten worden toegeschreven en wat de boekperiode is waarin die kosten en opbrengsten moeten worden verant-woord. Moeten kosten bijvoorbeeld worden verantwoord in dezelfde periode waarin de opbrengsten worden verantwoord van de diensten of producten waarvoor die kosten werden gemaakt? En wanneer moeten die opbrengsten zelf worden verantwoord? Op het moment dat ze daadwerkelijk ontvangen worden, of (bijvoorbeeld) op het moment dat het product verkocht werd? De "Matching based approach" kiest voor die laatste optie: de opbrengsten worden op de w&v-rekening opgenomen in de boekperiode waarin de gebeurtenis/transactie plaatsvindt waaruit die opbrengsten voortvloeien. De kosten die samenhangen met deze gebeurtenis/transac-tie worden op de opbrengsten in mindering gebracht.

Het toewijzen van opbrengsten en kosten aan boekperiodes is een arbitrair proces, omdat men in veel gevallen voor dezelfde posten met goede redenen tot andere keuzes zou kunnen komen. En verschillende keuzes

zouden tot verschillende resultaten op de w&v-rekening leiden en dus ook tot verschil-lende bepalingen van de hoogte van de winst (of het verlies). Met andere woorden: het nadeel van de "Matching based approach" is het subjectieve karakter ervan.

FASB en IASB neigen sterk naar een voorkeur voor de balansbenadering, maar in de accountingpraktijk zijn ook voorstanders te vinden van een benadering, waarin de "Matching based approach" als uitgangspunt wordt gekozen. Dat de discussie überhaupt gevoerd wordt, hangt samen met het feit dat vrijwel niemand tevreden is over de wijze waarop de verslaggeving in de praktijk van de afgelopen jaren vorm heeft gekre-gen. Balans en w&v-rekening gaan uit van verschillende concepten van de financiële en economische positie van de onderneming; op de balans staat het vermogen van de onderneming centraal, bij de w&v-rekening gaat het om de opbrengsten en kosten die voortvloeien uit het operationele proces. Op de balans wordt winst gedefinieerd als de toename van het eigen vermogen, op de w&v is de winst het positieve verschil tussen opbrengsten enerzijds en kosten anderzijds. Balans en w&v zijn twee verschillende per-cepties op de staat waarin de onderneming zich bevindt. De informatie die ze verschaffen is binnen hun eigen context relevant, maar niet inwisselbaar. In de praktijk worden op de jaarrekening echter vaak beide benaderings-wijzen toegepast, inclusief de verschillende winstopvattingen van beide benaderingen, waardoor de verstrekte informatie wordt vertroebeld en jaarrekeningen soms geen betrouwbaar beeld geven van vermogen en resultaat, zelfs al zijn ze volledig overeen-komstig de bestaande richtlijnen opgesteld (die richtlijnen sluiten het gebruik van beide benaderingen door elkaar heen niet uit). Ook het gebruik van zogeheten "transitori-sche" posten op de balans vormt een voor-beeld van de manier waarop de koppeling van balans en w&v in de jaarrekening tot vertroebeling van zowel balans- als w&v-perspectief kan leiden. Financiële transacties die in het huidige boekjaar zijn gedaan, die nog niet als kosten worden beschouwd en waaruit toekomstige betalingen voort-vloeien, kunnen als transitoria op de balans worden opgevoerd. Vanuit balansperspectief zijn die posten echter twijfelachtig, omdat ze niet voldoen aan de definitie van "actief"; ze brengen namelijk geen "toekomstig econo-misch voordeel" met zich mee.

Comprehensive Income StatementDe FASB en de IASB erkennen dat de "Valua-tion based approach" van de financiële ver-slaggeving niet ideaal is en zijn momenteel bezig met het ontwikkelen van instrumenten en regelgeving om aan een deel van de in de literatuur geuite kritiek op de balansbena-dering tegemoet te komen. Maar wel houdt men vast aan het "actief" als het primaire element binnen het conceptuele raamwerk dat men voor de jaarrekening hanteert en blijft men uiteindelijk dus kiezen voor een op de balans gerichte benadering.Veel critici van de balansbenadering vinden dat het winstbegrip zoals dat in de w&v-reke-ning wordt gehanteerd relevantere informa-tie oplevert over de staat waarin een bedrijf zich op een gegeven moment bevindt dan het winstbegrip van de balans. FASB en IASB erkennen in principe de superioriteit van het winstbegrip van de w&v-rekening voor de gebruikers van jaarrekeningen, maar wijzen deze benadering toch af, mede omdat die winst alleen maar kan worden vastgesteld via matching van opbrengsten en kosten, een proces dat subjectief is. Uiteindelijk kan winst niet bepaald worden zonder het op enigerlei wijzen te relateren aan activa; vandaar de nadruk op de balans, stellen FASB en IASB. In plaats van uitgaan van de w&v-rekening kiezen FASB en IASB voor een balansgerichte benadering, waarin ruimte voor het w&v-winstbegrip wordt gecreëerd door "articula-tion" (het getalsmatig relateren van balans en w&v-rekening), onder andere via transitoria. Critici vinden dat FASB en IASB weliswaar zeggen te kiezen voor de balansbenadering, maar in werkelijkheid, via articulation, geen duidelijke keuze maken en daardoor de ver-warring over het winstbegrip in de jaarreke-ning in stand houden. De jaarrekening hinkt op twee benen; de balans wordt door FASB en IASB tot leidend concept van de jaarreke-ning uitgeroepen, maar tegelijkertijd lijkt de w&v-rekening leidend te zijn in de praktijk. Het is die ambivalentie die ertoe leidt dat het niet mogelijk is op hetzelfde moment zowel een betrouwbaar beeld te geven van het vermogen (balans) als van het resultaat (w&v-rekening). Ook FASB en IASB vinden dat de huidige ver-slaggevingpraktijk onvolkomenheden bevat en men is bezig met het ontwikkelen van instrumenten die aan een deel van de kri-tiek op die praktijk tegemoet zullen komen, zonder overigens zo ver te gaan dat men de nadruk op de balansbenadering geheel zal

laten vallen. Gekozen is voor een compromis, waarbij men door het hanteren van centrale concepten die binnen alle elementen van de jaarrekening gelden een grotere nauwkeurig-heid van rapportage tracht te bewerkstel-ligen, zodat de gebruiker meer en betrouw-baarder informatie aan de jaarrekening kan ontlenen. Eén van die instrumenten is het "comprehensive income statement" waarmee aan een deel van de bezwaren tegen de huidige nadruk op de balansbenadering tegemoet zal worden gekomen. Jaarrekenin-gen in dit nieuwe stelsel zullen bestaan uit balans, comprehensive income statement en kasstroomoverzicht, waarbij de centrale verbindende concepten tussen de diverse elementen binnen de jaarrekening de begrip-pen "cohesie" en "disaggregatie" zijn. Cohesie impliceert dat opbrengsten, kosten en kasstromen individueel identificeerbaar zijn binnen alle elementen waaruit de jaarreke-ning is opgebouwd (dus inclusief de balans). Disaggregatie betekent dat opbrengsten, kosten en kasstromen worden onderverdeeld en weergegeven naar typen activiteiten, en aldus zichtbaar en identificeerbaar zijn voor gebruikers van de jaarrekening. Bijvoorbeeld: directe productiekosten en administratieve kosten hebben verschillende economische gevolgen, maar worden in de huidige verslag-gevingpraktijk vaak indirect gerapporteerd, als onderdeel van een bredere categorie kosten. Gebruikers van de jaarrekening kun-nen op dit moment dus nog geen onder-scheid maken tussen beide typen kosten, ook al zou dat voor hen wel degelijk relevante informatie kunnen opleveren: namelijk een eenduidige, niet-arbitraire bepaling van ondernemingswinst.

Naar een consistente winstbepalingJesse Hofmeester, Bart van Mervennée en drs. H.J. Bouwer1

1 drs. H.J. Bouwer is als docent verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Jesse Hofmeester en Bart van Mervennée zijn beide student-assistent bij drs. H.J. Bouwer.

Page 19: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

18 deAANSLAG! 19deAANSLAG!Artikel Bouwer, Hofmeester en Van MervennéeArtikel Bouwer, Hofmeester en Van Mervennée

De jaarrekening die ieder boekjaar moet worden gepubliceerd is een van de instrumenten waaraan de financiële situatie van een onder-neming kan worden afgemeten, en waarmee kan worden bepaald wat de waarde is die een onderneming aan het einde van een boekjaar vertegenwoordigt. De externe verslaggeving van ondernemingen is een informatiebron waarop de belanghebbenden hun beslissingen baseren. De jaarrekening vormt bin-nen die verslaggeving een cruciaal en onmisbaar ijkpunt waarin de tot stand gekomen winst over het boek-jaar op overzichtelijke wijze wordt uiteen gezet.

InleidingVerslaggeving is een gecompliceerd proces, waarin voortdurend keuzes moeten worden gemaakt over de wijze waarop bezittingen, schulden en cashflows moeten worden ge-definieerd en vervolgens hoe al die financiële feiten verwerkt moeten worden in admini-straties. Het zijn die keuzes die uiteindelijk het financiële beeld bepalen dat in de vorm van jaarrekeningen aan de buitenwereld wordt gepresenteerd en waarop die buiten-wereld wordt geacht haar beslissingen te baseren.Uiteraard proberen toezichthoudende instanties als Financial Accounting Standards Board (FASB) en International Accounting Standards Board (IASB) door middel van (onder andere) regelgeving zoveel mogelijk te waarborgen dat de financiële verslaggeving door bedrijven niet alleen zoveel mogelijk gestandaardiseerd is - zodat bedrijven met elkaar vergeleken kunnen worden - maar ook dusdanig transparant en goed doordacht is dat een betrouwbaar beeld wordt verkregen van de financiële positie waarin een bedrijf verkeert en van de economische waarde die het bedrijf vertegenwoordigt. Op dit moment werken FASB en IASB aan een nadere invulling van een "Comprehensive Income Statement", die wellicht op termijn de Winst-en-Verliesrekening (W&V-rekening), één van de componenten van de jaarreke-

ning, moet gaan vervangen. Achtergrond hiervan is een lopende discussie over de vraag hoe begrippen als "winst" en "vermogen" binnen de jaarrekening nu pre-cies dienen te worden beschreven en geïnter-preteerd. De begrippen worden op Balans en W&V-rekening verschillend ingevuld: waar winst op de Balans wordt geïnterpreteerd als een toename van het Eigen Vermogen, winst wordt op de W&V-rekening gezien als het verschil tussen opbrengsten en kosten van het productieproces van een boekings-periode. De vragen zijn nu: op welk van die verschillende interpretaties van het begrip "winst" moet op Balans en W&V-rekening in de jaarrekening de nadruk worden gelegd? En op welke wijze moeten binnen de jaar-rekening die twee interpretaties met elkaar worden verbonden?

De Balansbenadering versus de Winst-en-Verliesrekeningbenadering Op de balans wordt winst gedefinieerd als een toename van het eigen vermogen en hierbij worden ook toekomstige ontvangsten betrokken die nog niet zijn gerealiseerd, maar toch de winst van het betreffende boekjaar mede bepalen.

De ondernemingswaarde is echter niet statisch, maar een functie van het econo-misch proces en bij het vaststellen van het vermogen spelen de economische verwach-tingen die uit de huidige situatie voortvloeien een belangrijke rol. Zo zal bijvoorbeeld de te verwachten waardetoename van activa die nog niet zijn verkocht op de balans als toename van het eigen vermogen (winst) worden opgevoerd. Centraal in de balansbenadering (of: "Va-luation based approach") staat de waarde-ring van activa en passiva van het bedrijf. Hierbij vormt het begrip "actief" het leidende principe, omdat alle overige aspecten van de boekhouding uit de activa kunnen worden afgeleid. FASB en IASB benadrukken in hun definities het dynamische aspect van het begrip "actief", dat heel nadrukkelijk ook toekomstige verwachtingen, dus ook nog niet-gerealiseerde inkomsten omvat: een "actief" duidt op "waarschijnlijke toekomstige economische voordelen verkregen door een

entiteit als gevolg van eerdere transacties of andere gebeurtenissen". Ook het "passief" heeft een dynamisch karakter: "een passief is een waarschijnlijk toekomstig offer van economische voordelen, dat voortvloeit uit de huidige verplichtingen van een bepaalde entiteit om activa (..) over te dragen aan andere entiteiten, als gevolg van eerdere transacties of gebeurtenissen". Het "actief" is het primaire begrip, ook in de definitie van "passief", omdat het passief een "waar-schijnlijk toekomstig offer van economische voordelen" is, die samenhangt met "huidige verplichtingen" ten aanzien van activa.

In de w&v-rekeningbenadering (of: "Mat-ching based approach"), wordt een ander begrip van winst gehanteerd dan op de balans. Op de w&v-rekening staan kosten en opbrengsten gedurende de boekperiode centraal. De moeilijkheid hierbij is te bepalen welke kosten en opbrengsten aan het be-drijfsproces moeten worden toegeschreven en wat de boekperiode is waarin die kosten en opbrengsten moeten worden verant-woord. Moeten kosten bijvoorbeeld worden verantwoord in dezelfde periode waarin de opbrengsten worden verantwoord van de diensten of producten waarvoor die kosten werden gemaakt? En wanneer moeten die opbrengsten zelf worden verantwoord? Op het moment dat ze daadwerkelijk ontvangen worden, of (bijvoorbeeld) op het moment dat het product verkocht werd? De "Matching based approach" kiest voor die laatste optie: de opbrengsten worden op de w&v-rekening opgenomen in de boekperiode waarin de gebeurtenis/transactie plaatsvindt waaruit die opbrengsten voortvloeien. De kosten die samenhangen met deze gebeurtenis/transac-tie worden op de opbrengsten in mindering gebracht.

Het toewijzen van opbrengsten en kosten aan boekperiodes is een arbitrair proces, omdat men in veel gevallen voor dezelfde posten met goede redenen tot andere keuzes zou kunnen komen. En verschillende keuzes

zouden tot verschillende resultaten op de w&v-rekening leiden en dus ook tot verschil-lende bepalingen van de hoogte van de winst (of het verlies). Met andere woorden: het nadeel van de "Matching based approach" is het subjectieve karakter ervan.

FASB en IASB neigen sterk naar een voorkeur voor de balansbenadering, maar in de accountingpraktijk zijn ook voorstanders te vinden van een benadering, waarin de "Matching based approach" als uitgangspunt wordt gekozen. Dat de discussie überhaupt gevoerd wordt, hangt samen met het feit dat vrijwel niemand tevreden is over de wijze waarop de verslaggeving in de praktijk van de afgelopen jaren vorm heeft gekre-gen. Balans en w&v-rekening gaan uit van verschillende concepten van de financiële en economische positie van de onderneming; op de balans staat het vermogen van de onderneming centraal, bij de w&v-rekening gaat het om de opbrengsten en kosten die voortvloeien uit het operationele proces. Op de balans wordt winst gedefinieerd als de toename van het eigen vermogen, op de w&v is de winst het positieve verschil tussen opbrengsten enerzijds en kosten anderzijds. Balans en w&v zijn twee verschillende per-cepties op de staat waarin de onderneming zich bevindt. De informatie die ze verschaffen is binnen hun eigen context relevant, maar niet inwisselbaar. In de praktijk worden op de jaarrekening echter vaak beide benaderings-wijzen toegepast, inclusief de verschillende winstopvattingen van beide benaderingen, waardoor de verstrekte informatie wordt vertroebeld en jaarrekeningen soms geen betrouwbaar beeld geven van vermogen en resultaat, zelfs al zijn ze volledig overeen-komstig de bestaande richtlijnen opgesteld (die richtlijnen sluiten het gebruik van beide benaderingen door elkaar heen niet uit). Ook het gebruik van zogeheten "transitori-sche" posten op de balans vormt een voor-beeld van de manier waarop de koppeling van balans en w&v in de jaarrekening tot vertroebeling van zowel balans- als w&v-perspectief kan leiden. Financiële transacties die in het huidige boekjaar zijn gedaan, die nog niet als kosten worden beschouwd en waaruit toekomstige betalingen voort-vloeien, kunnen als transitoria op de balans worden opgevoerd. Vanuit balansperspectief zijn die posten echter twijfelachtig, omdat ze niet voldoen aan de definitie van "actief"; ze brengen namelijk geen "toekomstig econo-misch voordeel" met zich mee.

Comprehensive Income StatementDe FASB en de IASB erkennen dat de "Valua-tion based approach" van de financiële ver-slaggeving niet ideaal is en zijn momenteel bezig met het ontwikkelen van instrumenten en regelgeving om aan een deel van de in de literatuur geuite kritiek op de balansbena-dering tegemoet te komen. Maar wel houdt men vast aan het "actief" als het primaire element binnen het conceptuele raamwerk dat men voor de jaarrekening hanteert en blijft men uiteindelijk dus kiezen voor een op de balans gerichte benadering.Veel critici van de balansbenadering vinden dat het winstbegrip zoals dat in de w&v-reke-ning wordt gehanteerd relevantere informa-tie oplevert over de staat waarin een bedrijf zich op een gegeven moment bevindt dan het winstbegrip van de balans. FASB en IASB erkennen in principe de superioriteit van het winstbegrip van de w&v-rekening voor de gebruikers van jaarrekeningen, maar wijzen deze benadering toch af, mede omdat die winst alleen maar kan worden vastgesteld via matching van opbrengsten en kosten, een proces dat subjectief is. Uiteindelijk kan winst niet bepaald worden zonder het op enigerlei wijzen te relateren aan activa; vandaar de nadruk op de balans, stellen FASB en IASB. In plaats van uitgaan van de w&v-rekening kiezen FASB en IASB voor een balansgerichte benadering, waarin ruimte voor het w&v-winstbegrip wordt gecreëerd door "articula-tion" (het getalsmatig relateren van balans en w&v-rekening), onder andere via transitoria. Critici vinden dat FASB en IASB weliswaar zeggen te kiezen voor de balansbenadering, maar in werkelijkheid, via articulation, geen duidelijke keuze maken en daardoor de ver-warring over het winstbegrip in de jaarreke-ning in stand houden. De jaarrekening hinkt op twee benen; de balans wordt door FASB en IASB tot leidend concept van de jaarreke-ning uitgeroepen, maar tegelijkertijd lijkt de w&v-rekening leidend te zijn in de praktijk. Het is die ambivalentie die ertoe leidt dat het niet mogelijk is op hetzelfde moment zowel een betrouwbaar beeld te geven van het vermogen (balans) als van het resultaat (w&v-rekening). Ook FASB en IASB vinden dat de huidige ver-slaggevingpraktijk onvolkomenheden bevat en men is bezig met het ontwikkelen van instrumenten die aan een deel van de kri-tiek op die praktijk tegemoet zullen komen, zonder overigens zo ver te gaan dat men de nadruk op de balansbenadering geheel zal

laten vallen. Gekozen is voor een compromis, waarbij men door het hanteren van centrale concepten die binnen alle elementen van de jaarrekening gelden een grotere nauwkeurig-heid van rapportage tracht te bewerkstel-ligen, zodat de gebruiker meer en betrouw-baarder informatie aan de jaarrekening kan ontlenen. Eén van die instrumenten is het "comprehensive income statement" waarmee aan een deel van de bezwaren tegen de huidige nadruk op de balansbenadering tegemoet zal worden gekomen. Jaarrekenin-gen in dit nieuwe stelsel zullen bestaan uit balans, comprehensive income statement en kasstroomoverzicht, waarbij de centrale verbindende concepten tussen de diverse elementen binnen de jaarrekening de begrip-pen "cohesie" en "disaggregatie" zijn. Cohesie impliceert dat opbrengsten, kosten en kasstromen individueel identificeerbaar zijn binnen alle elementen waaruit de jaarreke-ning is opgebouwd (dus inclusief de balans). Disaggregatie betekent dat opbrengsten, kosten en kasstromen worden onderverdeeld en weergegeven naar typen activiteiten, en aldus zichtbaar en identificeerbaar zijn voor gebruikers van de jaarrekening. Bijvoorbeeld: directe productiekosten en administratieve kosten hebben verschillende economische gevolgen, maar worden in de huidige verslag-gevingpraktijk vaak indirect gerapporteerd, als onderdeel van een bredere categorie kosten. Gebruikers van de jaarrekening kun-nen op dit moment dus nog geen onder-scheid maken tussen beide typen kosten, ook al zou dat voor hen wel degelijk relevante informatie kunnen opleveren: namelijk een eenduidige, niet-arbitraire bepaling van ondernemingswinst.

Naar een consistente winstbepalingJesse Hofmeester, Bart van Mervennée en drs. H.J. Bouwer1

1 drs. H.J. Bouwer is als docent verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Jesse Hofmeester en Bart van Mervennée zijn beide student-assistent bij drs. H.J. Bouwer.

Page 20: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

21deAANSLAG!Fiscaal Opmerkelijk

© 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt deel uit van KPMG International Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.© 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt deel uit van KPMG International Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehdeel uit van KPMG International Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbeh

Wij managen jouw talent

© 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt

www.waarligtjouwtax.nl

34717_210x297.indd 1 01-09-2010 17:21:19

Fiscaal OpmerkelijkDoor:­Tim Zwinkels

De redactie heeft haar ogen en oren goed open gehouden en wederom een fl ink aantal rariteiten in de fi scaliteit gevonden. De vijf opmerkelijkste vind je hieronder. De vraag die resteert, wie is die bekende Nederlandse artiest?

Opleidingskosten tot heksfi scaal aftrekbaarZagen we in de vorige editie nog dat het parlement in Roemenië heksen wilde gaan belasten, nu blijkt dat in Nederland de oplei-dingskosten voor de heks fi scaal aftrekbaar zijn. Dit was voor een heks nog niet vol-doende, zij meende dat ze ook nog recht had op zelfstandigenaftrek en wilde de autokos-ten ook nog aftrekken. Hier stak Rechtbank Leeuwarden echter een stokje voor.

Alcoholverslaving aftrekbaar als ziektekostenAls bekende Nederlandse artiest is het niet zo fi jn om in Nederland in een afkickkliniek te zitten, want als je heel de dag gefotogra-feerd wordt door Edwin Smulders, ja dan grijp je meteen weer naar de fl es. Dus ging deze artiest in 2004 en 2005 voor behande-ling van zijn alcoholverslaving naar Enge-land. De kosten van de behandeling waren ruim € 139.000. De artiest wilde de kosten eerst vergoed zien van CZ, maar hiervoor was hij niet verzekerd. Dus dan maar als aftrek bij de fi scus claimen. Deze vond de

behandeling geen ziekte en ging in beroep. De rechtbank Haarlem besliste dat slechts

€ 95.000 in aftrek was toegestaan. Daar kan je toch een hoop biertjes van drinken.

Veel belasting betalen maakt gelukkigOf toch niet? Uit onderzoek is gebleken dat de inwoners van de Scandinavische landen en Nederland het gelukkigst zijn. Laat in deze landen de inkomstenbelasting nu relatief hoog zijn vergeleken met de rest van de we-reld. Worden we hier dan gelukkig van? Nee, het zijn de voorzieningen die worden betaald uit de belastingen die ons zo gelukkig maken.

KoeienbelastingDe belasting op koeien moet een nieuwe be-lasting worden tegen de opwarming van de aarde. Uit onderzoek is gebleken dat bij koei-en grote hoeveelheden methaangas, een broeikasgas, vrijkomt bij boeren en scheten. In de VS was er even serieus sprake van het invoeren van een belasting op koeien, maar boeren vonden dit idee stinken.

SMS belastingIn 2008 en 2009 heeft de Filipijnse overheid geprobeerd om een belasting op sms’en te introduceren. De Filippino’s waren hier, niet geheel onbegrijpelijk, niet zo blij mee. Als ludieke actie stuurde bijna elke inwoner van de Filipijnen een sms naar de overheid met daarin NO TO TEXT TAX. Deze actie had het gewenste effect en de belasting werd niet geïntroduceerd.

Page 21: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

21deAANSLAG!Fiscaal Opmerkelijk

© 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt deel uit van KPMG International Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.© 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt deel uit van KPMG International Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehdeel uit van KPMG International Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbeh

Wij managen jouw talent

© 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt © 2010 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt

www.waarligtjouwtax.nl

34717_210x297.indd 1 01-09-2010 17:21:19

Fiscaal OpmerkelijkDoor:­Tim Zwinkels

De redactie heeft haar ogen en oren goed open gehouden en wederom een fl ink aantal rariteiten in de fi scaliteit gevonden. De vijf opmerkelijkste vind je hieronder. De vraag die resteert, wie is die bekende Nederlandse artiest?

Opleidingskosten tot heksfi scaal aftrekbaarZagen we in de vorige editie nog dat het parlement in Roemenië heksen wilde gaan belasten, nu blijkt dat in Nederland de oplei-dingskosten voor de heks fi scaal aftrekbaar zijn. Dit was voor een heks nog niet vol-doende, zij meende dat ze ook nog recht had op zelfstandigenaftrek en wilde de autokos-ten ook nog aftrekken. Hier stak Rechtbank Leeuwarden echter een stokje voor.

Alcoholverslaving aftrekbaar als ziektekostenAls bekende Nederlandse artiest is het niet zo fi jn om in Nederland in een afkickkliniek te zitten, want als je heel de dag gefotogra-feerd wordt door Edwin Smulders, ja dan grijp je meteen weer naar de fl es. Dus ging deze artiest in 2004 en 2005 voor behande-ling van zijn alcoholverslaving naar Enge-land. De kosten van de behandeling waren ruim € 139.000. De artiest wilde de kosten eerst vergoed zien van CZ, maar hiervoor was hij niet verzekerd. Dus dan maar als aftrek bij de fi scus claimen. Deze vond de

behandeling geen ziekte en ging in beroep. De rechtbank Haarlem besliste dat slechts

€ 95.000 in aftrek was toegestaan. Daar kan je toch een hoop biertjes van drinken.

Veel belasting betalen maakt gelukkigOf toch niet? Uit onderzoek is gebleken dat de inwoners van de Scandinavische landen en Nederland het gelukkigst zijn. Laat in deze landen de inkomstenbelasting nu relatief hoog zijn vergeleken met de rest van de we-reld. Worden we hier dan gelukkig van? Nee, het zijn de voorzieningen die worden betaald uit de belastingen die ons zo gelukkig maken.

KoeienbelastingDe belasting op koeien moet een nieuwe be-lasting worden tegen de opwarming van de aarde. Uit onderzoek is gebleken dat bij koei-en grote hoeveelheden methaangas, een broeikasgas, vrijkomt bij boeren en scheten. In de VS was er even serieus sprake van het invoeren van een belasting op koeien, maar boeren vonden dit idee stinken.

SMS belastingIn 2008 en 2009 heeft de Filipijnse overheid geprobeerd om een belasting op sms’en te introduceren. De Filippino’s waren hier, niet geheel onbegrijpelijk, niet zo blij mee. Als ludieke actie stuurde bijna elke inwoner van de Filipijnen een sms naar de overheid met daarin NO TO TEXT TAX. Deze actie had het gewenste effect en de belasting werd niet geïntroduceerd.

Page 22: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

22 deAANSLAG! Belastingplan 2011 23deAANSLAG!Belastingplan 2011 \ Prijsvraag

Op 21 september 2010 (Prinsjesdag) is het belasting-

plan 2011 bekend gemaakt en op 21 december jl. heeft

de Eerste Kamer ingestemd met het belastingplan.

In tegenstelling tot andere jaren zijn de maatregelen

voor 2011 magertjes. Zo zal bijvoorbeeld een gemid-

delde burger er weinig van merken. Degene die er wel

wat van gaan merken zijn de mensen die hun woning

willen verbouwen of verkopen. Hieronder volgt een

kort overzicht van het belastingplan 2011.

Bevordering woningmarktRenovatie­en­herstel­woningIs je huis aan verbouwing toe dan geldt tussen1 oktober 2010 en 1 juli 2011 een verlaagd btw-tarief van 6% in plaats van 19%. Dit tarief is slechts van toepassing op arbeidsloon, dus niet op bouwmate-rialen. Voorwaarden: het huis moet minimaal twee jaar oud zijn. Enkele voorbeelden van werkzaamheden waarvoor een verlaagd btw-tarief geldt zijn:

• Het aanbrengen/vernieuwen en onderhouden van een invaliden-trap in de woning.

• Het aanbrengen/vernieuwen/onderhouden van de riolering bin-nen het perceel van de woning.

• Het aanbrengen/vernieuwen/onderhouden van een dakterras of een veranda.

• Het aanbrengen/vernieuwen/onderhouden van boilers, geisers, cvinstallaties, gaskachels, zonnepanelen en zonneboilers.

• Het aanbrengen/vernieuwen/onderhouden van de badkamer, toilet en keuken.

• Het (aan)bouwen, vernieuwen en onderhouden van garages, schuren, carports, tuinhuisjes e.d. Het verlaagde tarief op de arbeidskosten geldt alleen wanneer deze zich bevinden op het-zelfde perceel als de woning.

• De renovatie van een bejaardentehuis, aanleunwoning, apparte-mentencomplex. Alleen die ruimten die ter beschikking staan

Verlenging­regeling­dubbele­lasten­Wie verhuist kan in een situatie belanden van dubbele hypo-theeklasten. Dit kan het geval zijn wanneer iemand is verhuist naar een nieuwe woning terwijl de oude woning nog te koop staat. In zo’n situatie heb je recht op aftrek van de hypotheekrente van beide woningen. In 2010 kon dat twee jaar lang. Deze periode wordt verruimd naar drie jaar. In 2012 wordt de maximale termijn weer terugbracht naar twee jaar.

OndernemersVerlaging­vennootschapsbelastingDe vennootschapsbelasting is met een half procent nog steeds 25%. Daarnaast is de vennootschapsbelasting over de eerste €200.000 nog steeds 20%

Werkkostenregeling Per 1 januari wordt in de loonbelasting een nieuwe regeling inge-voerd: de werkostenregeling (WKR). Deze regeling maakt het voor de werkgever mogelijk om naast gerichte vrijstellingen, maximaal 1.4% van het totale fi scale loon ( de ‘vrije ruimte’) te besteden aan on-belaste vergoedingen en vertrekkingen voor werknemers. Bedragen boven de vrije ruimte worden tegen 80 % in de eindheffi ng belast. De WKR vervangt de regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Vanaf 2011 zijn bijvoorbeeld vergoedingen of verstrekkingen van vakliteratuur en kosten beroepsregisters vrijgesteld. Daarnaast geldt er geen waardering voor bedrijfskleding ( het bedrijfslogo moet wel minimaal 70 vierkante centimeter zijn) De nieuwe regels worden niet direct ingevoerd. Werkgevers hebben tot 2013 de mogelijkheid om jaarslijk te kiezen tussen de nieuwe WKR regels of de oude regels die gelden voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Daarna wordt de WKR verplicht gesteld voor alle werkgevers. KleinebanenregelingEen noemenswaardige regeling die buiten de werkkostenregeling of het regime van vrije vergoedingen en verstrekkingen blijft is Kleinebanenregeling, De Kleinebanenregeling is in 2010 ingevoerd en wordt met 1 jaar verlengd en geldt dus ook in 2011. De Kleine-banenregeling maakt het mogelijk dat werknemers jonger dan 23 jaar met een kleine baan geen premies werknemersverzekeringen hoeven te betalen. We spreken van een kleine baan als het loon voor een 22-jarige niet meer bedraagt dan maximaal € 600 per maand. Voor lagere leeftijden gelden lagere bedragen (zie de tabel hieronder). Voor de inhouding van loonbelasting/premie volksver-zekeringen verandert er niets en moet – dus ook voor kleine banen - nog steeds de verschuldigde loonheffi ng worden ingehouden.

Leeftijd Maximumbedrag fi scaal loon per maand

Jonger dan 18 jaar 275

18 325

19 375

20 425

21 500

22 600

Uitbreiding­innovatiebox Vanaf 2011 is het voordeel van de innovatiebox ook van toepassing op winst uit innovatieve activiteiten. Wel is het zo dat dit alleen geldt voor de periode tussen de aanvraag en het verkrijgen van een octrooi.

ParticulierenUniform­partnerbegripNa een lange voorbereiding is het uniforme partnerbegrip per 1 januari 2011 ingevoerd. Voor het partnerbegrip in de Wet inkomens-belasting 2001 betekent dit een ingrijpende wijziging. Fiscaal part-nerschap betekent dat echtgenoten of gehuwden voor bepaalde inkomsten en aftrekposten zelf mogen bepalen wie welk bedrag in de belastingaangifte aangeeft (zolang het totaal maar 100% is). Vanaf 2011 is het bijvoorbeeld niet meer mogelijk om jaarlijks te kiezen voor behandeling als fi scale partner.

Belastingplan 2011 Wat­verandert­er­in­2011?Vanaf 2011 vervalt de keuzemogelijkheid voor behandeling als fi scaal partner. Voor fi scaal partnerschap gelden dan een aantal voorwaarden. Het fi scaal partnerschap begint op het moment dat partners op hetzelfde woonadres staan ingeschreven bij de ge-meente en voldoen aan één of meer van de volgende voorwaarden:• Zij hebben een notarieel samenlevingscontract gesloten; • Zij hebben samen een kind; • Een van de partners heeft een kind en de ander heeft dit kind erkend; • Zij zijn als partners aangemeld voor een pensioenregeling; • Zij zijn allebei eigenaar van de woning die het hoofdverblijf is.

Ook voor de gehuwden en geregistreerde partners verandert het partnerschap. Voorheen eindigde het partnerschap indien gehuw-den ‘duurzaam gescheiden leven’. Vanaf 2011 eindigt het fi scaal partnerschap als de twee personen niet meer op hetzelfde woon-adres staan ingeschreven en er moet ook een verzoek tot echtschei-ding of scheiding van tafel en bed zijn ingediend.

Overzicht wel of geen fi scale partners 2011

Persoonlijke situatie in 2011 Wel/geen fi scale partners Gehuwden Wel Geregistreerde partners Wel Samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract. Wel Samenwonenden met een samenlevingscontract dat niet bij de notaris is afgesloten. En u hebt samen geen kind, geen eigen woning of bent niet als pensioenpartner aangemeld. Geen U woont samen en hebt samen een kind of de ander heeft uw kind erkend. Wel

ZorgverzekeringHet eigen risico van de basisverzekering was 2010 €165. Met in-gang van 2011 is dat verhoogd naar €170 en stijgt in 2012 naar €210.

Daarnaast is ook de basisverzekering gestegen met gemiddeld €100 op jaarbasis. De jaarpremie van 2011 zal uitkomen op €1211

Behoud­koopkrachtAls compensatie van de hogere zorgpremie is de eerste schrijf van de loon- en inkomstenbelasting verlaagt. Daarnaast zijn de belastingschijven verruimd. Tevens is de arbeidskorting voor lagere inkomens verhoogd van € 1.496 tot € 1.574 (tot 57 jaar).

AutoIn 2011 blijven de voordelen voor zuinige auto’s ongewijzigd. Deze voordelen kunnen bestaan uit vrijstelling BPM, vrijstelling motor-rijtuigenbelasting en 14% bijtelling. Nederland telt inmiddels 200.000 zeer zuinige auto’s. Het kabinet heeft tevens aangekon-digd dat automobilisten over een langere tijd zekerheid hebben over de fi scale voordelen. Wie een zeer zuinige auto heeft aange-schaft profi teert in ieder geval tot 2013 van de voordelen.

Tegengaan fraude en belastingontwijkingAutomatische­gegevensuitwisselingOm de strijd aan te gaan tegen zwartspaarders en andere vormen van fraude zal Nederland in de toekomst automatisch gegevens uitwisselen met andere landen. Voorheen ging het volgens de tra-ditionele wijze. Bij de traditionele gegevensuitwisseling moest in afzonderlijke gevallen een individueel verzoek worden gedaan. Om dit bereiken was afschaffi ng van het fi scale bankgeheim nodig. Ne-derland heeft tijdens de G20 en in de OESO-discussie zich hiervoor sterk gemaakt. Ook was het nodig dat de Wet op de Internationale Bijstandverlening tegen het licht gehouden moest worden. De wet biedt de basis voor gegevensverstrekking door Nederland.Voorkomen geknutselde constructies. De overheid heeft aanvul-lende wetgeving gekregen waarmee kan worden voorkomen dat ondernemers en investeerders vennootschapsbelasting en over-drachtsbelasting ontlopen via geknutselde constructies.

De volgende personen zijn allemaal verdacht geweest,

aangeklaagd en/of zelfs veroordeeld voor belastingfraude. Kan

jij uitpuzzelen wie deze personen zijn? Het cijfer achter elke foto

geeft aan hoeveelste letter je moet gebruiken van de naam. De

letters ‘v’ en ‘a’ geven aan of je moet kijken naar de voornaam of

achternaam.

Ben jij uitgepuzzeld? Stuur je oplossing dan vóór 5 maart 2011 naar

[email protected].

De winnaar maakt kans op een cocktailworkshop voor 2 personen

bij Cocktailbar Elit! Zie pagina 46 voor meer informatie.

Door:­Mariëtte Mampaeij

Door:­Ibrahim Aarouss

Weet jij welke celebs in het verleden op of over het randje zijn geweest?

Page 23: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

22 deAANSLAG! Belastingplan 2011 23deAANSLAG!Belastingplan 2011 \ Prijsvraag

Op 21 september 2010 (Prinsjesdag) is het belasting-

plan 2011 bekend gemaakt en op 21 december jl. heeft

de Eerste Kamer ingestemd met het belastingplan.

In tegenstelling tot andere jaren zijn de maatregelen

voor 2011 magertjes. Zo zal bijvoorbeeld een gemid-

delde burger er weinig van merken. Degene die er wel

wat van gaan merken zijn de mensen die hun woning

willen verbouwen of verkopen. Hieronder volgt een

kort overzicht van het belastingplan 2011.

Bevordering woningmarktRenovatie­en­herstel­woningIs je huis aan verbouwing toe dan geldt tussen1 oktober 2010 en 1 juli 2011 een verlaagd btw-tarief van 6% in plaats van 19%. Dit tarief is slechts van toepassing op arbeidsloon, dus niet op bouwmate-rialen. Voorwaarden: het huis moet minimaal twee jaar oud zijn. Enkele voorbeelden van werkzaamheden waarvoor een verlaagd btw-tarief geldt zijn:

• Het aanbrengen/vernieuwen en onderhouden van een invaliden-trap in de woning.

• Het aanbrengen/vernieuwen/onderhouden van de riolering bin-nen het perceel van de woning.

• Het aanbrengen/vernieuwen/onderhouden van een dakterras of een veranda.

• Het aanbrengen/vernieuwen/onderhouden van boilers, geisers, cvinstallaties, gaskachels, zonnepanelen en zonneboilers.

• Het aanbrengen/vernieuwen/onderhouden van de badkamer, toilet en keuken.

• Het (aan)bouwen, vernieuwen en onderhouden van garages, schuren, carports, tuinhuisjes e.d. Het verlaagde tarief op de arbeidskosten geldt alleen wanneer deze zich bevinden op het-zelfde perceel als de woning.

• De renovatie van een bejaardentehuis, aanleunwoning, apparte-mentencomplex. Alleen die ruimten die ter beschikking staan

Verlenging­regeling­dubbele­lasten­Wie verhuist kan in een situatie belanden van dubbele hypo-theeklasten. Dit kan het geval zijn wanneer iemand is verhuist naar een nieuwe woning terwijl de oude woning nog te koop staat. In zo’n situatie heb je recht op aftrek van de hypotheekrente van beide woningen. In 2010 kon dat twee jaar lang. Deze periode wordt verruimd naar drie jaar. In 2012 wordt de maximale termijn weer terugbracht naar twee jaar.

OndernemersVerlaging­vennootschapsbelastingDe vennootschapsbelasting is met een half procent nog steeds 25%. Daarnaast is de vennootschapsbelasting over de eerste €200.000 nog steeds 20%

Werkkostenregeling Per 1 januari wordt in de loonbelasting een nieuwe regeling inge-voerd: de werkostenregeling (WKR). Deze regeling maakt het voor de werkgever mogelijk om naast gerichte vrijstellingen, maximaal 1.4% van het totale fi scale loon ( de ‘vrije ruimte’) te besteden aan on-belaste vergoedingen en vertrekkingen voor werknemers. Bedragen boven de vrije ruimte worden tegen 80 % in de eindheffi ng belast. De WKR vervangt de regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Vanaf 2011 zijn bijvoorbeeld vergoedingen of verstrekkingen van vakliteratuur en kosten beroepsregisters vrijgesteld. Daarnaast geldt er geen waardering voor bedrijfskleding ( het bedrijfslogo moet wel minimaal 70 vierkante centimeter zijn) De nieuwe regels worden niet direct ingevoerd. Werkgevers hebben tot 2013 de mogelijkheid om jaarslijk te kiezen tussen de nieuwe WKR regels of de oude regels die gelden voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Daarna wordt de WKR verplicht gesteld voor alle werkgevers. KleinebanenregelingEen noemenswaardige regeling die buiten de werkkostenregeling of het regime van vrije vergoedingen en verstrekkingen blijft is Kleinebanenregeling, De Kleinebanenregeling is in 2010 ingevoerd en wordt met 1 jaar verlengd en geldt dus ook in 2011. De Kleine-banenregeling maakt het mogelijk dat werknemers jonger dan 23 jaar met een kleine baan geen premies werknemersverzekeringen hoeven te betalen. We spreken van een kleine baan als het loon voor een 22-jarige niet meer bedraagt dan maximaal € 600 per maand. Voor lagere leeftijden gelden lagere bedragen (zie de tabel hieronder). Voor de inhouding van loonbelasting/premie volksver-zekeringen verandert er niets en moet – dus ook voor kleine banen - nog steeds de verschuldigde loonheffi ng worden ingehouden.

Leeftijd Maximumbedrag fi scaal loon per maand

Jonger dan 18 jaar 275

18 325

19 375

20 425

21 500

22 600

Uitbreiding­innovatiebox Vanaf 2011 is het voordeel van de innovatiebox ook van toepassing op winst uit innovatieve activiteiten. Wel is het zo dat dit alleen geldt voor de periode tussen de aanvraag en het verkrijgen van een octrooi.

ParticulierenUniform­partnerbegripNa een lange voorbereiding is het uniforme partnerbegrip per 1 januari 2011 ingevoerd. Voor het partnerbegrip in de Wet inkomens-belasting 2001 betekent dit een ingrijpende wijziging. Fiscaal part-nerschap betekent dat echtgenoten of gehuwden voor bepaalde inkomsten en aftrekposten zelf mogen bepalen wie welk bedrag in de belastingaangifte aangeeft (zolang het totaal maar 100% is). Vanaf 2011 is het bijvoorbeeld niet meer mogelijk om jaarlijks te kiezen voor behandeling als fi scale partner.

Belastingplan 2011 Wat­verandert­er­in­2011?Vanaf 2011 vervalt de keuzemogelijkheid voor behandeling als fi scaal partner. Voor fi scaal partnerschap gelden dan een aantal voorwaarden. Het fi scaal partnerschap begint op het moment dat partners op hetzelfde woonadres staan ingeschreven bij de ge-meente en voldoen aan één of meer van de volgende voorwaarden:• Zij hebben een notarieel samenlevingscontract gesloten; • Zij hebben samen een kind; • Een van de partners heeft een kind en de ander heeft dit kind erkend; • Zij zijn als partners aangemeld voor een pensioenregeling; • Zij zijn allebei eigenaar van de woning die het hoofdverblijf is.

Ook voor de gehuwden en geregistreerde partners verandert het partnerschap. Voorheen eindigde het partnerschap indien gehuw-den ‘duurzaam gescheiden leven’. Vanaf 2011 eindigt het fi scaal partnerschap als de twee personen niet meer op hetzelfde woon-adres staan ingeschreven en er moet ook een verzoek tot echtschei-ding of scheiding van tafel en bed zijn ingediend.

Overzicht wel of geen fi scale partners 2011

Persoonlijke situatie in 2011 Wel/geen fi scale partners Gehuwden Wel Geregistreerde partners Wel Samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract. Wel Samenwonenden met een samenlevingscontract dat niet bij de notaris is afgesloten. En u hebt samen geen kind, geen eigen woning of bent niet als pensioenpartner aangemeld. Geen U woont samen en hebt samen een kind of de ander heeft uw kind erkend. Wel

ZorgverzekeringHet eigen risico van de basisverzekering was 2010 €165. Met in-gang van 2011 is dat verhoogd naar €170 en stijgt in 2012 naar €210.

Daarnaast is ook de basisverzekering gestegen met gemiddeld €100 op jaarbasis. De jaarpremie van 2011 zal uitkomen op €1211

Behoud­koopkrachtAls compensatie van de hogere zorgpremie is de eerste schrijf van de loon- en inkomstenbelasting verlaagt. Daarnaast zijn de belastingschijven verruimd. Tevens is de arbeidskorting voor lagere inkomens verhoogd van € 1.496 tot € 1.574 (tot 57 jaar).

AutoIn 2011 blijven de voordelen voor zuinige auto’s ongewijzigd. Deze voordelen kunnen bestaan uit vrijstelling BPM, vrijstelling motor-rijtuigenbelasting en 14% bijtelling. Nederland telt inmiddels 200.000 zeer zuinige auto’s. Het kabinet heeft tevens aangekon-digd dat automobilisten over een langere tijd zekerheid hebben over de fi scale voordelen. Wie een zeer zuinige auto heeft aange-schaft profi teert in ieder geval tot 2013 van de voordelen.

Tegengaan fraude en belastingontwijkingAutomatische­gegevensuitwisselingOm de strijd aan te gaan tegen zwartspaarders en andere vormen van fraude zal Nederland in de toekomst automatisch gegevens uitwisselen met andere landen. Voorheen ging het volgens de tra-ditionele wijze. Bij de traditionele gegevensuitwisseling moest in afzonderlijke gevallen een individueel verzoek worden gedaan. Om dit bereiken was afschaffi ng van het fi scale bankgeheim nodig. Ne-derland heeft tijdens de G20 en in de OESO-discussie zich hiervoor sterk gemaakt. Ook was het nodig dat de Wet op de Internationale Bijstandverlening tegen het licht gehouden moest worden. De wet biedt de basis voor gegevensverstrekking door Nederland.Voorkomen geknutselde constructies. De overheid heeft aanvul-lende wetgeving gekregen waarmee kan worden voorkomen dat ondernemers en investeerders vennootschapsbelasting en over-drachtsbelasting ontlopen via geknutselde constructies.

De volgende personen zijn allemaal verdacht geweest,

aangeklaagd en/of zelfs veroordeeld voor belastingfraude. Kan

jij uitpuzzelen wie deze personen zijn? Het cijfer achter elke foto

geeft aan hoeveelste letter je moet gebruiken van de naam. De

letters ‘v’ en ‘a’ geven aan of je moet kijken naar de voornaam of

achternaam.

Ben jij uitgepuzzeld? Stuur je oplossing dan vóór 5 maart 2011 naar

[email protected].

De winnaar maakt kans op een cocktailworkshop voor 2 personen

bij Cocktailbar Elit! Zie pagina 46 voor meer informatie.

Door:­Mariëtte Mampaeij

Door:­Ibrahim Aarouss

Weet jij welke celebs in het verleden op of over het randje zijn geweest?

Page 24: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

24 deAANSLAG! Filosofi e en Belastingrecht 25deAANSLAG!Filosofi e en Belastingrecht 25deAANSLAG!Foto's Nieuwjaarsborrel24 deAANSLAG! Foto's Almanakborrel

Almanakborrel Nieuwjaarsborrel

Page 25: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

24 deAANSLAG! Filosofi e en Belastingrecht 25deAANSLAG!Filosofi e en Belastingrecht 25deAANSLAG!Foto's Nieuwjaarsborrel24 deAANSLAG! Foto's Almanakborrel

Almanakborrel Nieuwjaarsborrel

Page 26: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

27Foto’s 27deAANSLAG!Starters interview Mazars

Zou je je even willen voorstellen?Mijn naam is Mike Vrijmoed, ik ben 22 jaar en ben opgegroeid in Wateringen. Ik woon nu in Leiden en ben bezig met mijn bachelor Fiscaal Recht aan de Universiteit Leiden. Naast mijn studie werk ik parttime bij Mazars. Hiervoor heb ik Notarieel Recht gestudeerd aan de Universiteit Leiden.

Hoe ben je bij Mazars terecht gekomen?Tijdens een studiereis heb ik met docente Bianca de Kroon van het vak Successiewet en Estate planning (Universiteit Leiden) gesproken over een onderwerp voor mijn scriptie. Aangezien ik nog geen onder-werp had voor mijn scriptie, nodigde zij mij uit om er op het kantoor van Mazars over te praten. Van het een kwam het an-der en zo kon ik mijn scriptie schrijven bij Mazars. Hierna ben ik bij Mazars parttime blijven werken.

Wat is je functie bij Mazars?Ik werk op de afdeling belastingadvies en in de vakgroep Estate planning. Ik geef advies op het gebied van schenking en vererving van de nalatenschap. Verder geef ik ook algemeen fiscaal advies wat goed aansluit bij mijn studie. Daarnaast begeleid ik tentamentrainingen en soms bereid ik de werkgroepen voor de docenten voor. Op dit moment ben ik druk bezig met een grote bewindvoeringszaak. Het interessante aan deze zaak is dat er naast de fiscale aspecten ook andere zaken spelen.

Hoe is het werken bij Mazars? Hoe zag je eerste werkweek eruit?Het voordeel van het werken bij Mazars is de flexibiliteit. Ik kan makkelijk vrij krijgen als ik voor tentamens moet leren en ook colleges volgen is geen probleem. Deze flexibiliteit komt logischerwijs wel van twee kanten.

Tijdens het werk heb ik veel contact met notarissen en fiscalisten. Samen komen we tot een goede oplossing van het vraagstuk. Elke maandagmiddag hebben we een uitgebreid vaktechnisch overleg. Hierin wordt de jurisprudentie op een begrijpe-lijke manier uitgelegd en ontstaan er vaak hevige discussies.

Het werken bij Mazars ervaar ik als heel open en gezellig; er is een goede communi-catie met alle collega’s. Daarnaast bestaat er een mogelijkheid om als fiscalist een tijdje in het buitenland te werken.

Heb je tijdens je werk veel baat van je kennis uit je studie?Niet echt. Ik ben van mening dat je tijdens je studie een bepaald niveau van denken aanleert en dat de feiten die je leert in de loop van de tijd wegzakken. Tijdens een casus op je werk kan je door middel van vakliteratuur de feiten weer tot je nemen en dan is het zaak dat je met je denkniveau een goed resultaat boekt. Ook worden er intern veel cursussen aangebo-den, deze verschillen van vaktechnische

cursussen tot cursussen op het gebied van leiding geven.

Wat voor nevenactiviteiten heb je naast je studie verricht?Ik ben actief geweest bij de studievereni-ging van het Notarieel Recht in Leiden. Ik heb hier in verschillende commissies geze-ten, onder andere de toernooicommissie. Door deel te nemen aan commissies leer je een hoop studenten kennen en ik raad het ook zeker iedereen aan. Daarnaast heb ik meerdere malen stage gelopen. Door mid-del van stages raak je iets meer vertrouwd met de praktijk en wordt het studeren een stuk makkelijker!

Heb je nog een aanbeveling voor de fiscale studenten?Indien het mogelijk is een tijdje naar het buitenland te gaan voor je studie, zou ik dat zeker iedereen willen aanraden. Zelf heb ik een tijdje in Cambridge gestudeerd en daar word je erg creatief van. Daar-naast ontwikkel je jezelf op een heel ander niveau waar je later in de praktijk veel voordeel van kan hebben.

Ga jij, als aanstormend fiscalist, op het randje of erover?Als adviseur zal ik het randje altijd opzoe-ken. Een geschil met de fiscus ga ik niet uit de weg. Het randje over is daarente-gen een heel andere zaak, op dat terrein begeef ik mij niet.

Starters interview Mazars

Paspoort

Naam: Mike Vrijmoed Opleiding: Notarieel Recht en Fiscaal Recht, Universiteit Leiden Leeftijd: 22 jaar Favoriete drankje & boek: Biertje / Atlas Shrugged Fiscale tip: Een algemene fiscale tip heb je weinig aan, een advies moet altijd op maat zijn gemaakt!

⎥⎦W.we∼kΨnbijmΕzars.⇔ ←

Mazars is ontstaan uit een fusie tussen Mazars en Paardekooper&Hoffman

Ga verder met Mazars.

0475.00.596 WT Rules BS_210x297_FC.indd 1 21-08-2008 11:13:06

Page 27: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

27Foto’s 27deAANSLAG!Starters interview Mazars

Zou je je even willen voorstellen?Mijn naam is Mike Vrijmoed, ik ben 22 jaar en ben opgegroeid in Wateringen. Ik woon nu in Leiden en ben bezig met mijn bachelor Fiscaal Recht aan de Universiteit Leiden. Naast mijn studie werk ik parttime bij Mazars. Hiervoor heb ik Notarieel Recht gestudeerd aan de Universiteit Leiden.

Hoe ben je bij Mazars terecht gekomen?Tijdens een studiereis heb ik met docente Bianca de Kroon van het vak Successiewet en Estate planning (Universiteit Leiden) gesproken over een onderwerp voor mijn scriptie. Aangezien ik nog geen onder-werp had voor mijn scriptie, nodigde zij mij uit om er op het kantoor van Mazars over te praten. Van het een kwam het an-der en zo kon ik mijn scriptie schrijven bij Mazars. Hierna ben ik bij Mazars parttime blijven werken.

Wat is je functie bij Mazars?Ik werk op de afdeling belastingadvies en in de vakgroep Estate planning. Ik geef advies op het gebied van schenking en vererving van de nalatenschap. Verder geef ik ook algemeen fiscaal advies wat goed aansluit bij mijn studie. Daarnaast begeleid ik tentamentrainingen en soms bereid ik de werkgroepen voor de docenten voor. Op dit moment ben ik druk bezig met een grote bewindvoeringszaak. Het interessante aan deze zaak is dat er naast de fiscale aspecten ook andere zaken spelen.

Hoe is het werken bij Mazars? Hoe zag je eerste werkweek eruit?Het voordeel van het werken bij Mazars is de flexibiliteit. Ik kan makkelijk vrij krijgen als ik voor tentamens moet leren en ook colleges volgen is geen probleem. Deze flexibiliteit komt logischerwijs wel van twee kanten.

Tijdens het werk heb ik veel contact met notarissen en fiscalisten. Samen komen we tot een goede oplossing van het vraagstuk. Elke maandagmiddag hebben we een uitgebreid vaktechnisch overleg. Hierin wordt de jurisprudentie op een begrijpe-lijke manier uitgelegd en ontstaan er vaak hevige discussies.

Het werken bij Mazars ervaar ik als heel open en gezellig; er is een goede communi-catie met alle collega’s. Daarnaast bestaat er een mogelijkheid om als fiscalist een tijdje in het buitenland te werken.

Heb je tijdens je werk veel baat van je kennis uit je studie?Niet echt. Ik ben van mening dat je tijdens je studie een bepaald niveau van denken aanleert en dat de feiten die je leert in de loop van de tijd wegzakken. Tijdens een casus op je werk kan je door middel van vakliteratuur de feiten weer tot je nemen en dan is het zaak dat je met je denkniveau een goed resultaat boekt. Ook worden er intern veel cursussen aangebo-den, deze verschillen van vaktechnische

cursussen tot cursussen op het gebied van leiding geven.

Wat voor nevenactiviteiten heb je naast je studie verricht?Ik ben actief geweest bij de studievereni-ging van het Notarieel Recht in Leiden. Ik heb hier in verschillende commissies geze-ten, onder andere de toernooicommissie. Door deel te nemen aan commissies leer je een hoop studenten kennen en ik raad het ook zeker iedereen aan. Daarnaast heb ik meerdere malen stage gelopen. Door mid-del van stages raak je iets meer vertrouwd met de praktijk en wordt het studeren een stuk makkelijker!

Heb je nog een aanbeveling voor de fiscale studenten?Indien het mogelijk is een tijdje naar het buitenland te gaan voor je studie, zou ik dat zeker iedereen willen aanraden. Zelf heb ik een tijdje in Cambridge gestudeerd en daar word je erg creatief van. Daar-naast ontwikkel je jezelf op een heel ander niveau waar je later in de praktijk veel voordeel van kan hebben.

Ga jij, als aanstormend fiscalist, op het randje of erover?Als adviseur zal ik het randje altijd opzoe-ken. Een geschil met de fiscus ga ik niet uit de weg. Het randje over is daarente-gen een heel andere zaak, op dat terrein begeef ik mij niet.

Starters interview Mazars

Paspoort

Naam: Mike Vrijmoed Opleiding: Notarieel Recht en Fiscaal Recht, Universiteit Leiden Leeftijd: 22 jaar Favoriete drankje & boek: Biertje / Atlas Shrugged Fiscale tip: Een algemene fiscale tip heb je weinig aan, een advies moet altijd op maat zijn gemaakt!

⎥⎦W.we∼kΨnbijmΕzars.⇔ ←

Mazars is ontstaan uit een fusie tussen Mazars en Paardekooper&Hoffman

Ga verder met Mazars.

0475.00.596 WT Rules BS_210x297_FC.indd 1 21-08-2008 11:13:06

Page 28: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

28 deAANSLAG! 29deAANSLAG!Docentenartikel Fiscaal RechtDocentenartikel Fiscaal Recht

Btw, een gemakkelijke prooi voor belastingfraude en -misbruik?

drs. O.L. Mobach1

"Opnieuw grote fraude

ontdekt bij CO2-handel";

"Geen aftrek van voordruk

in gevallen waarin ook de

afnemer bij OB-fraude betrok-

ken is"; "FIOD spoort btw-

fraude van 15 miljoen euro op"

en "Fiscus kan bij verbergen

van identiteit afnemer btw

0% weigeren" zijn zomaar een

aantal krantenkoppen uit de

maand december 2010.

Btw-fraudeHet huidige EU btw-systeem kampt al vele jaren met het fenomeen “carrouselfraude”. Het gaat hierbij om niets minder dan het door een BV bewust niet voldoen aan de wettelijke plicht om btw aan de fiscus te voldoen, terwijl de volgende schakel in de handelsketen btw als voorbelasting terug-claimt van de fiscus.

Bij deze vorm van fraude onttrekt een ondernemer zich bewust aan het wette-lijke systeem. De bestrijding van dergelijke fraude vraagt om een nauwe samenwer-king tussen Belastingdienst en Justitie omdat de fraude vaak gepleegd wordt door criminele organisaties die zich van zogeheten stromannen bedienen. Om een eventuele fiscaalrechtelijke aanpak succesvol te laten zijn zal er veel aandacht besteed moeten worden aan het opsporen van de betrokkenen en het in kaart brengen van een criminele organisatie. Hierbij moet ook nauw samengewerkt worden met op-sporingsinstanties in andere EU-lidstaten omdat de fraude gepleegd wordt bij zoge-heten intracommunautaire transacties en

de criminele organisaties hun activiteiten snel verplaatsen binnen de EU

Misbruik van rechtDergelijke fraude moet goed onderscheiden worden van situaties waarbij sprake is van mogelijk misbruik van recht. Bij vermeende toepassing van het beginsel van misbruik van recht beroept een ondernemer zich juist uitdrukkelijk op het wettelijk systeem, doch kan door onvolkomenheden in het systeem een resultaat ontstaan dat in strijd is met doel en strekking van de wet. De Belastingdienst zal zich daar via een koninklijke gang naar de rechter zich met open vizier kunnen richten op zogeheten constructiebestrijding.Onder journalisten wordt het onderscheid tussen btw-fraude en btw-constructies nogal eens uit het oog verloren. Ook politici drukken zich in hun kwalificaties over het gedrag van belastingplichtigen vaak onge-nuanceerd uit. Hierbij worden normen ge-hanteerd als “maatschappelijk onwenselijk fiscaal gedrag” en de “fair share” gedachte. Hierbij vergeet men dat in art. 188 van de Grondwet staat: “Geen belastingen kunnen ten behoeve van ‘s lande kas worden gehe-ven, dan uit kracht van een wet.”. Kortom, als politici iets aan een onwenselijke situ-atie iets willen doen zal serieus nagedacht moeten worden over een wetswijziging.

WetswijzingDe overeenkomst tussen btw-fraude en misbruik van recht is dat zij beiden aanleiding kunnen zijn om het wettelijke systeem aan te passen. Zoals bekend is bij de aanpassing van de Nederlandse btw-wetgeving de vrijheid van de Nederlandse wetgever beperkt. Het resultaat van de Nederlandse btw-wetgeving moet immers voldoen aan de EU- richtlijnen en –veror-deningen op het gebied van de btw. Wel is het mogelijk dat aan bepaalde lidstaten op speciaal verzoek de mogelijkheid wordt ge-boden om specifieke nationale maatregelen

te treffen die zijn gericht op het voorkomen van fraude en misbruik. Deze zogeheten machtigingsverzoeken worden net als bij de vaststelling van richtlijnen en verorde-ningen door de Raad van Ministers van de EU met unanimiteit genomen. Politiek be-zien liggen dergelijke machtigingsverzoe-ken echter een stuk minder gevoelig omdat ze slechts invloed hebben op de belasting-heffing in de lidstaat die om de machtiging vraagt. Voor algemene maatregelen ter be-strijding van fraude en misbruik die in alle lidstaten werking hebben heeft het recente verleden aangetoond dat het zeer moeilijk is om met de vereiste unanimiteit politieke overeenstemming te bereiken.

Ter illustratie zal ik onderstaand twee ontwikkelingen bespreken. Ten eerste de machtigingsverzoeken ter voorkoming van btw-fraude, toegespitst op de handel in CO2 rechten en mobiele telefoons. Ten tweede een wijziging van de btw-richtlijn ter bestrijding van ongewenst gebruik van de mogelijkheden van vermogensetiket-tering binnen de btw. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de toelichting in de parlemen-taire stukken

Bestrijding van btw-fraudeDe inmiddels traditionele btw-fraude heeft zich jarenlang toegespitst op grensover-schrijdende transacties met goederen met een ten opzichte van de afmetingen en het gewicht van de goederen relatief hoge waarde en hoge omloopsnelheid. Bekende voorbeelden zijn computergeheugenchips (CPU’s) en mobiele telefoons. De btw-buit hierbij is het grootst als goederen op papier meerdere malen achter elkaar de grens over gaan en er steeds een tussenliggende binnenlandse transactie is waarbij btw

in rekening wordt gebracht. Vaak wordt hierbij gewerkt met vervalste vervoersdo-cumenten en wordt de ware identiteit van de achterliggende partijen verhuld door te werken met stromannen en zogeheten “plofvennootschappen” die nadat de fraude is gepleegd snel leeg worden gehaald zodat met een claim van de fiscus niets anders rest dan een faillissement.

Relatief nieuw is btw-fraude met diensten. De bekendste toepassing betreft handel in zogeheten broeikasgasemmissierechten ofwel CO2-rechten. Hierbij werd in 2009 voor het eerst btw-fraude ontdekt met deze handel die veelal op elektronische wijze via beurzen plaatsvindt. Enkele lidstaten rea-geerden op deze fraude door op nationaal niveau goed te keuren dat dergelijke handel onder een vrijstelling valt (zoals bijvoor-beeld Frankrijk) of dat de btw-heffing wel-iswaar in stand blijft maar moet worden verlegd naar de afnemer (de oplossing die Nederland heeft gekozen). Deze verleg-ging van btw zorgt dat een binnenlandse handelaar B die CO2 rechten zonder btw heeft aangekocht van een buitenlandse partij A en weer doorverkoopt aan een binnenlandse koper C geen btw in rekening brengt. In dit geval zal koper C de over de door B verrichte “levering” van de rechten verschuldigde btw moeten vermelden op zijn btw-aangifte. Omdat op deze aangifte C die btw weer als voorbelasting in aftrek kan worden gebracht ontstaat er voor C geen financieel nadeel. Een te goeder trouw handelende partij B zal geen bezwaar heb-ben tegen toepassing van de verlegging.

In 2009 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan aan de Raad van de Euro-pese Unie om lidstaten toe te staan om een verleggingsregeling in te voeren voor de handel in CO2 rechten. Inmiddels heeft dit geleid tot toevoeging van art. 199bis aan de Btw richtlijn (Richtlijn 2006/112/EG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2010/23/EU van de Raad van 16 maart 2010). In Ne-derland is op deze ontwikkeling gereageerd met een besluit waarin de verleggingsrege-ling is geïntroduceerd voor de handel in

CO2 rechten op basis van een goedkeuring (Besluit 14 juli 2009, nr. DGB2009/3897M, V-N 2009/36.7). Met ingang van 1 januari 2011 is deze verleggingsregeling opgeno-men in art. 24ba, lid 1, onderdeel f, Uitvoe-ringsbesluit omzetbelasting 1968 en heeft daarmee een verplicht karakter gekregen.Op deze wijze wordt btw-fraude met CO2 rechten praktisch gesproken onmogelijk gemaakt. Echter, daarmee valt niet uit te sluiten dat de fraude zich verplaatst naar lidstaten die nog geen verlegging heeft ge-introduceerd voor CO2 rechten en/of naar producten die (nog) niet zijn aangewezen voor een verplichte verlegging.

Wetswijziging in verband met ver-mogensetiketteringRegeling­tot­en­met­2010­Een ondernemer/natuurlijk persoon heeft de keuze investeringsgoederen die zowel voor bedrijfs- als voor privé-doeleinden worden gebruikt voor de btw volledig tot zijn bedrijfsvermogen te bestemmen. Indien hij dat doet, komt de bij de aankoop van deze investeringsgoederen verschuldigde BTW onder de huidige regelgeving in beginsel voor algehele en onmiddellijke aftrek in aanmerking. Het privé-gebruik van deze investeringsgoederen wordt vervolgens belast op grond van artikel 4, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de wet). Een en ander is een uitvloeisel van het Charles en Charles-Tijmens arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: HvJ EG) van 14 juli 2005.

Wanneer een particulier een vakantiewo-ning koopt voor €200.000 + €38.000 btw en deze deels verhuurt, kwalificeert deze particulier voor de btw als een ondernemer. Wanneer de onderneming deze vakantie-woning volledig tot zijn bedrijfsvermogen bestemt en deels gaat verhuren, is de btw op de aanschaf van de nieuw bungalow verschuldigde btw ad. €38.000 in het jaar van verwerving volledig aftrekbaar. Tegenover deze algehele en onmiddellijke aftrek staat wel een btw-heffing over het

privé-gebruik van het pand. Voor de bereke-ning van het bedrag van de heffing over dit privé-gebruik wordt onder meer aangeslo-ten bij de voor onroerende investerings-goederen geldende herzieningstermijn van tien jaar. De heffing over dit privé-gebruik wordt hierdoor over een periode van tien jaar uitgesmeerd, waarbij jaarlijks wordt gekeken naar de omvang van het privé-gebruik.

Nieuwe­BTW-regeling­voor­privé-gebruik­onroerende­zaken­ De Technische Herzieningsrichtlijn maakt een einde aan de systematiek van algehele aftrek en heffing over het privé-gebruik van tot het bedrijfsvermogen behorende onroerende zaken. De Richtlijn introduceert voor deze gevallen een verplichte beperking van de btw-aftrek voor het privé-gebruik. Daar staat tegenover dat er in deze gevallen in de toekomst geen btw meer wordt geheven over het privé-gebruik.

De btw over de uitgaven in verband met een tot het bedrijfsvermogen behorende onroerende zaak (zoals aanschaffings-, onderhouds- en renovatiekosten) kan derhalve slechts aftrekbaar zijn naar evenredigheid van het gebruik van de zaak voor bedrijfsdoeleinden, waarbij overigens geldt dat de aftrek, net als onder de huidige regeling, alleen kan worden geëffectueerd

1 drs. O.L. Mobach is partner Indirect Tax/Btw bij KPMG Meijburg & Co Belastingadviseurs te Rot-terdam en Amstelveen en als docent verbonden aan de Capgroep Fiscaal recht van de Ersasmus Universiteit Rotterdam.

Page 29: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

28 deAANSLAG! 29deAANSLAG!Docentenartikel Fiscaal RechtDocentenartikel Fiscaal Recht

Btw, een gemakkelijke prooi voor belastingfraude en -misbruik?

drs. O.L. Mobach1

"Opnieuw grote fraude

ontdekt bij CO2-handel";

"Geen aftrek van voordruk

in gevallen waarin ook de

afnemer bij OB-fraude betrok-

ken is"; "FIOD spoort btw-

fraude van 15 miljoen euro op"

en "Fiscus kan bij verbergen

van identiteit afnemer btw

0% weigeren" zijn zomaar een

aantal krantenkoppen uit de

maand december 2010.

Btw-fraudeHet huidige EU btw-systeem kampt al vele jaren met het fenomeen “carrouselfraude”. Het gaat hierbij om niets minder dan het door een BV bewust niet voldoen aan de wettelijke plicht om btw aan de fiscus te voldoen, terwijl de volgende schakel in de handelsketen btw als voorbelasting terug-claimt van de fiscus.

Bij deze vorm van fraude onttrekt een ondernemer zich bewust aan het wette-lijke systeem. De bestrijding van dergelijke fraude vraagt om een nauwe samenwer-king tussen Belastingdienst en Justitie omdat de fraude vaak gepleegd wordt door criminele organisaties die zich van zogeheten stromannen bedienen. Om een eventuele fiscaalrechtelijke aanpak succesvol te laten zijn zal er veel aandacht besteed moeten worden aan het opsporen van de betrokkenen en het in kaart brengen van een criminele organisatie. Hierbij moet ook nauw samengewerkt worden met op-sporingsinstanties in andere EU-lidstaten omdat de fraude gepleegd wordt bij zoge-heten intracommunautaire transacties en

de criminele organisaties hun activiteiten snel verplaatsen binnen de EU

Misbruik van rechtDergelijke fraude moet goed onderscheiden worden van situaties waarbij sprake is van mogelijk misbruik van recht. Bij vermeende toepassing van het beginsel van misbruik van recht beroept een ondernemer zich juist uitdrukkelijk op het wettelijk systeem, doch kan door onvolkomenheden in het systeem een resultaat ontstaan dat in strijd is met doel en strekking van de wet. De Belastingdienst zal zich daar via een koninklijke gang naar de rechter zich met open vizier kunnen richten op zogeheten constructiebestrijding.Onder journalisten wordt het onderscheid tussen btw-fraude en btw-constructies nogal eens uit het oog verloren. Ook politici drukken zich in hun kwalificaties over het gedrag van belastingplichtigen vaak onge-nuanceerd uit. Hierbij worden normen ge-hanteerd als “maatschappelijk onwenselijk fiscaal gedrag” en de “fair share” gedachte. Hierbij vergeet men dat in art. 188 van de Grondwet staat: “Geen belastingen kunnen ten behoeve van ‘s lande kas worden gehe-ven, dan uit kracht van een wet.”. Kortom, als politici iets aan een onwenselijke situ-atie iets willen doen zal serieus nagedacht moeten worden over een wetswijziging.

WetswijzingDe overeenkomst tussen btw-fraude en misbruik van recht is dat zij beiden aanleiding kunnen zijn om het wettelijke systeem aan te passen. Zoals bekend is bij de aanpassing van de Nederlandse btw-wetgeving de vrijheid van de Nederlandse wetgever beperkt. Het resultaat van de Nederlandse btw-wetgeving moet immers voldoen aan de EU- richtlijnen en –veror-deningen op het gebied van de btw. Wel is het mogelijk dat aan bepaalde lidstaten op speciaal verzoek de mogelijkheid wordt ge-boden om specifieke nationale maatregelen

te treffen die zijn gericht op het voorkomen van fraude en misbruik. Deze zogeheten machtigingsverzoeken worden net als bij de vaststelling van richtlijnen en verorde-ningen door de Raad van Ministers van de EU met unanimiteit genomen. Politiek be-zien liggen dergelijke machtigingsverzoe-ken echter een stuk minder gevoelig omdat ze slechts invloed hebben op de belasting-heffing in de lidstaat die om de machtiging vraagt. Voor algemene maatregelen ter be-strijding van fraude en misbruik die in alle lidstaten werking hebben heeft het recente verleden aangetoond dat het zeer moeilijk is om met de vereiste unanimiteit politieke overeenstemming te bereiken.

Ter illustratie zal ik onderstaand twee ontwikkelingen bespreken. Ten eerste de machtigingsverzoeken ter voorkoming van btw-fraude, toegespitst op de handel in CO2 rechten en mobiele telefoons. Ten tweede een wijziging van de btw-richtlijn ter bestrijding van ongewenst gebruik van de mogelijkheden van vermogensetiket-tering binnen de btw. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de toelichting in de parlemen-taire stukken

Bestrijding van btw-fraudeDe inmiddels traditionele btw-fraude heeft zich jarenlang toegespitst op grensover-schrijdende transacties met goederen met een ten opzichte van de afmetingen en het gewicht van de goederen relatief hoge waarde en hoge omloopsnelheid. Bekende voorbeelden zijn computergeheugenchips (CPU’s) en mobiele telefoons. De btw-buit hierbij is het grootst als goederen op papier meerdere malen achter elkaar de grens over gaan en er steeds een tussenliggende binnenlandse transactie is waarbij btw

in rekening wordt gebracht. Vaak wordt hierbij gewerkt met vervalste vervoersdo-cumenten en wordt de ware identiteit van de achterliggende partijen verhuld door te werken met stromannen en zogeheten “plofvennootschappen” die nadat de fraude is gepleegd snel leeg worden gehaald zodat met een claim van de fiscus niets anders rest dan een faillissement.

Relatief nieuw is btw-fraude met diensten. De bekendste toepassing betreft handel in zogeheten broeikasgasemmissierechten ofwel CO2-rechten. Hierbij werd in 2009 voor het eerst btw-fraude ontdekt met deze handel die veelal op elektronische wijze via beurzen plaatsvindt. Enkele lidstaten rea-geerden op deze fraude door op nationaal niveau goed te keuren dat dergelijke handel onder een vrijstelling valt (zoals bijvoor-beeld Frankrijk) of dat de btw-heffing wel-iswaar in stand blijft maar moet worden verlegd naar de afnemer (de oplossing die Nederland heeft gekozen). Deze verleg-ging van btw zorgt dat een binnenlandse handelaar B die CO2 rechten zonder btw heeft aangekocht van een buitenlandse partij A en weer doorverkoopt aan een binnenlandse koper C geen btw in rekening brengt. In dit geval zal koper C de over de door B verrichte “levering” van de rechten verschuldigde btw moeten vermelden op zijn btw-aangifte. Omdat op deze aangifte C die btw weer als voorbelasting in aftrek kan worden gebracht ontstaat er voor C geen financieel nadeel. Een te goeder trouw handelende partij B zal geen bezwaar heb-ben tegen toepassing van de verlegging.

In 2009 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan aan de Raad van de Euro-pese Unie om lidstaten toe te staan om een verleggingsregeling in te voeren voor de handel in CO2 rechten. Inmiddels heeft dit geleid tot toevoeging van art. 199bis aan de Btw richtlijn (Richtlijn 2006/112/EG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2010/23/EU van de Raad van 16 maart 2010). In Ne-derland is op deze ontwikkeling gereageerd met een besluit waarin de verleggingsrege-ling is geïntroduceerd voor de handel in

CO2 rechten op basis van een goedkeuring (Besluit 14 juli 2009, nr. DGB2009/3897M, V-N 2009/36.7). Met ingang van 1 januari 2011 is deze verleggingsregeling opgeno-men in art. 24ba, lid 1, onderdeel f, Uitvoe-ringsbesluit omzetbelasting 1968 en heeft daarmee een verplicht karakter gekregen.Op deze wijze wordt btw-fraude met CO2 rechten praktisch gesproken onmogelijk gemaakt. Echter, daarmee valt niet uit te sluiten dat de fraude zich verplaatst naar lidstaten die nog geen verlegging heeft ge-introduceerd voor CO2 rechten en/of naar producten die (nog) niet zijn aangewezen voor een verplichte verlegging.

Wetswijziging in verband met ver-mogensetiketteringRegeling­tot­en­met­2010­Een ondernemer/natuurlijk persoon heeft de keuze investeringsgoederen die zowel voor bedrijfs- als voor privé-doeleinden worden gebruikt voor de btw volledig tot zijn bedrijfsvermogen te bestemmen. Indien hij dat doet, komt de bij de aankoop van deze investeringsgoederen verschuldigde BTW onder de huidige regelgeving in beginsel voor algehele en onmiddellijke aftrek in aanmerking. Het privé-gebruik van deze investeringsgoederen wordt vervolgens belast op grond van artikel 4, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de wet). Een en ander is een uitvloeisel van het Charles en Charles-Tijmens arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: HvJ EG) van 14 juli 2005.

Wanneer een particulier een vakantiewo-ning koopt voor €200.000 + €38.000 btw en deze deels verhuurt, kwalificeert deze particulier voor de btw als een ondernemer. Wanneer de onderneming deze vakantie-woning volledig tot zijn bedrijfsvermogen bestemt en deels gaat verhuren, is de btw op de aanschaf van de nieuw bungalow verschuldigde btw ad. €38.000 in het jaar van verwerving volledig aftrekbaar. Tegenover deze algehele en onmiddellijke aftrek staat wel een btw-heffing over het

privé-gebruik van het pand. Voor de bereke-ning van het bedrag van de heffing over dit privé-gebruik wordt onder meer aangeslo-ten bij de voor onroerende investerings-goederen geldende herzieningstermijn van tien jaar. De heffing over dit privé-gebruik wordt hierdoor over een periode van tien jaar uitgesmeerd, waarbij jaarlijks wordt gekeken naar de omvang van het privé-gebruik.

Nieuwe­BTW-regeling­voor­privé-gebruik­onroerende­zaken­ De Technische Herzieningsrichtlijn maakt een einde aan de systematiek van algehele aftrek en heffing over het privé-gebruik van tot het bedrijfsvermogen behorende onroerende zaken. De Richtlijn introduceert voor deze gevallen een verplichte beperking van de btw-aftrek voor het privé-gebruik. Daar staat tegenover dat er in deze gevallen in de toekomst geen btw meer wordt geheven over het privé-gebruik.

De btw over de uitgaven in verband met een tot het bedrijfsvermogen behorende onroerende zaak (zoals aanschaffings-, onderhouds- en renovatiekosten) kan derhalve slechts aftrekbaar zijn naar evenredigheid van het gebruik van de zaak voor bedrijfsdoeleinden, waarbij overigens geldt dat de aftrek, net als onder de huidige regeling, alleen kan worden geëffectueerd

1 drs. O.L. Mobach is partner Indirect Tax/Btw bij KPMG Meijburg & Co Belastingadviseurs te Rot-terdam en Amstelveen en als docent verbonden aan de Capgroep Fiscaal recht van de Ersasmus Universiteit Rotterdam.

Page 30: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

30 deAANSLAG! 31deAANSLAG!De Tien…Docentenartikel Fiscaal Recht

voor die bedrijfsdoeleinden waarvoor recht op aftrek van voorbelasting bestaat. Daar-aan gekoppeld regelt de Richtlijn tevens het instellen van een correctiemechanisme voor de aftrek, zodat rekening wordt ge-houden met eventuele wijzigingen in het bedrijfs- en privé-gebruik van de betrokken onroerende zaak gedurende een periode van tien jaar, dit is de periode die overeen-komt met de bestaande herzieningstermijn voor onroerende zaken. Dit correctiemecha-nisme geldt zowel voor op- als neerwaartse wijzigingen in het privé-gebruik. De correctie van de aftrek geschiedt volgens de al bestaande regeling voor de herziening van de aftrek voor investeringsgoede-ren, die ervoor zorgt dat rekening wordt gehouden met wijzigingen in het aandeel van handelingen waarvoor recht op aftrek bestaat en handelingen waarvoor dat recht niet bestaat in de loop van de herzienings-periode van tien jaar. Deze herzieningsre-geling is op grond van de delegatiebepa-ling van artikel 15, zesde lid, van de wet uitgewerkt in de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. De nieuwe regeling voor de correctie van de aftrek zal eveneens op genoemde bepaling van de wet worden gebaseerd.

Voorbeeld­Voortbordurend op het hiervoor gegeven voorbeeld van een vakantiewoning bete-kent dit het volgende. Stel dat de vakantie-woning voor 80% gebruikt voor bedrijfs-doeleinden (verhuur) waarvoor recht op aftrek van voorbelasting bestaat en voor 20% voor privé-doeleinden. In dit geval kan de ondernemer € 30 400 (80% van € 38 000) op zijn BTW-aangifte onmiddellijk in aftrek brengen. Aldus is er sprake van een uitsluiting van de aftrek ter grootte van 20% (€ 7 600). Als het privé-gebruik vervolgens wijzigt, wordt de in aftrek gebrachte voorbelasting herzien. Stel dat het privé-gebruik in jaar 2 wordt uitgebreid naar 30%, dan moet de vooraftrek die aan dat jaar kan worden toegerekend, worden herzien. Dit betekent dat 10% van de aan jaar 2 toe te rekenen

vooraftrek, dit is € 3 800 (€ 38 000/10 jaren), moet worden herzien. De herziening over jaar 2 bedraagt derhalve € 380 (10% van € 3 800, dan wel beperking aftrek € 1 140 verminderd met de al beperkte aftrek van € 760 = € 380). De wijzigingen in het privé-gebruik worden voor onroerende za-ken gedurende een periode van negen jaren na het jaar van de aanschaf gevolgd. Voor andere uitgaven in verband met een vakantiewoning die zowel verhuurd wordt als privé wordt gebruikt, bijvoorbeeld on-derhoudswerkzaamheden zoals schilder- en timmerwerk, geldt dat de herziening van de aftrek alleen geschiedt bij de ingebruikne-ming en aan het einde van het desbetref-fende kalender- of boekjaar. Is in dat jaar bij ingebruikneming de verhouding tussen privé en zakelijk gebruik bijvoorbeeld 30% en 70%, dan vindt de aftrek van de in reke-ning gebrachte belasting op dat moment plaats naar rato van deze verhouding. Vervolgens wordt aan het eind van dat jaar de aftrek eventueel herzien op basis van de verhouding tussen privé en zakelijk gebruik tijdens dat jaar. De aldus afgetrokken belas-ting wordt in latere jaren niet meer herzien.

Slotopmerkingen en toekomstvisieMet de twee hiervoor besproken ontwik-kelingen heb ik willen illustreren dat de Europese en Nederlandse btw-wetgever reageert op ontwikkelingen die zowel betrekking hebben op fraude als op con-structies. Verwacht mag worden dat ook in 2011 zich ontwikkelingen zullen aandienen die aanleiding geven om het btw-systeem tegen het licht te houden en aanpassingen voor te stellen. De Europese Commissie heeft op 1 december 2010 het startschot gegeven voor een brede publieke raadple-ging om te onderzoeken hoe het btw-stelsel in de EU kan worden versterkt en verbeterd ten behoeve van de burgers, de bedrijven en de lidstaten. Met deze raadpleging wil zij alle belanghebbenden de mogelijkheid bieden om hun opmerkingen en standpun-ten te geven in verband met de problemen die zich voordoen op het gebied van de btw, en de wijze waarop deze kunnen worden

aangepakt. De Commissie zal op basis van de ontvangen feedback bepalen welke de beste aanpak is om een stabieler, solider en effi ciënter btw-stelsel te bouwen. De Com-missie motiveert dit als volgt:“De btw is meer dan 40 jaar geleden in de EU ingevoerd en er is een hemelsbreed ver-schil tussen de situatie op de markt toen en nu. Ondanks de inspanningen om het btw-stelsel in de loop der jaren beetje bij beetje te moderniseren en te vereenvoudigen, is het duidelijk dat het stelsel niet langer voldoet aan de behoeften van een moderne, op technologie gebaseerde diensteneco-nomie. De complexiteit van het huidige btw-stelsel veroorzaakt onnodige kosten en lasten voor de belastingplichtigen en de belastingdiensten en belemmert de goede werking van de interne markt. Door bepaalde inherente tekortkomingen is het stelsel bovendien kwetsbaar voor fraude en belastingontduiking. Daarom is een ingrij-pende herziening noodzakelijk.”De Commissie verwacht eind 2011 met haar prioriteiten naar buiten te komen voor een verdere aanpassing van het btw-stelsel. Vervolgens is het aan de politieke besluit-vorming tussen de lidstaten om met con-crete maatregelen in te stemmen. Eerdere pogingen tot fundamentele aanpassingen van het btw-stelsel zijn gestrand wegens een gebrek aan vertrouwen tussen de lidstaten. Ik vrees dat het huidige politieke klimaat te weinig draagvlak biedt voor in-grijpende veranderingen. Het zal naar mijn verwachting op zijn best leiden tot een evolutie van het stelsel, doch zeker niet tot een revolutie binnen de Europese btw.

1. Van der Valk-hotels Iedereen kent ze wel, de Van der Valk hotels. Ze zijn niet alleen

goed in het koken van lekkere maaltijden en het bieden van onderdak aan reizigers. Ze wisten, althans volgens de FIOD, ook hoe ze loonbelasting konden besparen. Na jarenlang gedonder tussen de leiding van de Van der Valk hotels en de FIOD, werd uiteindelijk een compromis gesloten en moest Van der Valk 213 miljoen gulden betalen. Het is overigens nooit bewezen dat het Van der Valk-concern daadwerkelijk loonbelasting verzweeg.

2. Bassie & Adriaan Bassie & Adriaan zijn blijkbaar niet zulke goede “vrinden” met

de belastingdienst. De FIOD had in 1999 een inval gedaan bij het duo, en had daarbij de administratie van Bassie’s bedrijf in beslag genomen. Bassie en Adriaan die door het hele land optraden, waren inkomsten ‘vergeten’ op te geven. Uiteindelijk heeft Bassie, het idool van vele kindertjes, een boete gehad van 24.000 euro, en moest hij 50.000 euro terugbetalen aan de belastingdienst. Allememaggies!

3. Voetbalclubs Feyenoord, Ajax, Vitesse, NAC, FC Utrecht, FC Groningen, Roda

JC…noem ze maar op. Allemaal hebben ze al een keer te maken gehad met de FIOD. De grootste zaak was die van Feyenoord, mede veroorzaakt omdat de FIOD die zaak niet won en telkens verder procedeerde. Feyenoord zou niet genoeg loonbelasting ingehouden hebben. Uiteindelijk is zowel Feyenoord als de toenmalige voorzitter Jorien van den Herik vrijgesproken.

4. Guus Hiddink De voetbalwereld schrok opnieuw op toen Guus Hiddink werd

vervolgd wegens belastingfraude. Het welbekende art. 4 van de AWR zegt dat de woonplaats van een belastingplichtige “naar feiten en omstandigheden wordt beoordeeld”. Hiddink stond destijds in België ingeschreven, maar de belastingdienst meende dat hij in Nederland woonde. Daarop volgde een inval van de FIOD bij Hiddink thuis en bij zijn accountant. Uiteindelijk werd Hiddink alleen veroordeeld voor een valse belastingaangifte, en kreeg hij een boete van €45.000.

5. Vastgoedfraude Jan des Bouvrie In maart 2010 werd de dyslectische ontwerper Jan des Bouvrie

door de FIOD in een Kubistisch ingerichte cel gegooid, voorzien van witte en grijze accenten. Hem kon echter alleen verweten worden dat hij een factuur van 80.000 euro naar het bedrijf van de opdrachtgever had gestuurd in plaats van naar hem persoonlijk. Des Bouvrie ontkende alle betrokkenheid met zwart geld, want "wit is de mode”.

6. Afroomsoftware Belastingfraude met kassasystemen zijn aan de orde van de

dag. Iemand betaalt en krijgt een bonnetje mee, maar intern wordt het geregistreerd als een lager bedrag. Het verschil wordt niet aangegeven bij de belastingdienst, en verdwijnt dus in de broekzak van de fraudeur. De FIOD is druk bezig met het opsporen van dit soort fraude, het arresteren van verdachten en heeft inmiddels al een aantal invallen gedaan.

7. Ahold In 2004 kwam grootgrutter Ahold in confl ict met de FIOD.

Enkele bestuurders hadden door het verzwijgen van zogenaamde side-letters bij de accountants de indruk gewekt dat de omzet van buitenlandse dochterondernemingen in het geheel konden worden meegenomen. De zaak draaide voornamelijk om handtekeningen waarvan de eigenaars zeiden dat ze het zich niet meer konden herinneren.

8. Operatie clickfonds Natuurlijk mag het grootste onderzoek van de FIOD op de

fi nanciële markt niet ontbreken in dit lijstje. Het onderzoek spitste zich vooral toe op belastingfraude, handelen met voorkennis en heling. Hoewel de verdachten onder anderen werden aangeklaagd voor deelneming aan een criminele organisatie, werden de meesten vrijgesproken of kwamen ze er met een lichte voorwaardelijke straf vanaf. Achteraf is bekend geworden dat de hele zaak aan het rollen is gekomen na een gesprek tussen prof. Arnold Heertje en het Openbaar Ministerie.

9. Belspellen Het is inmiddels meer dan 3 jaar geleden dat de belspellen van

de buis gingen. Daarvoor werd iedereen gek van die erg lastige puzzels. Welke belasting moet aan het einde van elk jaar betaald worden ( INK.MSTENB.LASTING)? Niemand die het weet? Dan geven we jullie er nog een letter bij! De FIOD heeft op 13 september 2007 een inval gedaan bij SBS en RTL, waarbij zij verdacht waren van overtreding van de Wet op Kansspelen.

10. First Curaçao International Bank In deze zaak ging het om witwaspraktijken en BTW fraude.

Nadat de bank in 2007 in beslag was genomen door centrale bank van de Nederlandse Antillen, heeft de FIOD uitgebreid onderzoek gedaan naar illegale praktijken door Nederlandse rekeninghouders. De bank werd gebruikt door BTW fraudeurs, omdat de bank de beschikking had over snelle en moderne apparatuur. Daarnaast waren de rekeningen op de bank beter beveiligd, waardoor het moeilijker te achterhalen viel wie de werkelijke eigenaar was.

De Tien… ..meest spraakmakende FIOD zaken­ Door:­Mariëtte Mampaeij

Page 31: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

30 deAANSLAG! 31deAANSLAG!De Tien…Docentenartikel Fiscaal Recht

voor die bedrijfsdoeleinden waarvoor recht op aftrek van voorbelasting bestaat. Daar-aan gekoppeld regelt de Richtlijn tevens het instellen van een correctiemechanisme voor de aftrek, zodat rekening wordt ge-houden met eventuele wijzigingen in het bedrijfs- en privé-gebruik van de betrokken onroerende zaak gedurende een periode van tien jaar, dit is de periode die overeen-komt met de bestaande herzieningstermijn voor onroerende zaken. Dit correctiemecha-nisme geldt zowel voor op- als neerwaartse wijzigingen in het privé-gebruik. De correctie van de aftrek geschiedt volgens de al bestaande regeling voor de herziening van de aftrek voor investeringsgoede-ren, die ervoor zorgt dat rekening wordt gehouden met wijzigingen in het aandeel van handelingen waarvoor recht op aftrek bestaat en handelingen waarvoor dat recht niet bestaat in de loop van de herzienings-periode van tien jaar. Deze herzieningsre-geling is op grond van de delegatiebepa-ling van artikel 15, zesde lid, van de wet uitgewerkt in de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. De nieuwe regeling voor de correctie van de aftrek zal eveneens op genoemde bepaling van de wet worden gebaseerd.

Voorbeeld­Voortbordurend op het hiervoor gegeven voorbeeld van een vakantiewoning bete-kent dit het volgende. Stel dat de vakantie-woning voor 80% gebruikt voor bedrijfs-doeleinden (verhuur) waarvoor recht op aftrek van voorbelasting bestaat en voor 20% voor privé-doeleinden. In dit geval kan de ondernemer € 30 400 (80% van € 38 000) op zijn BTW-aangifte onmiddellijk in aftrek brengen. Aldus is er sprake van een uitsluiting van de aftrek ter grootte van 20% (€ 7 600). Als het privé-gebruik vervolgens wijzigt, wordt de in aftrek gebrachte voorbelasting herzien. Stel dat het privé-gebruik in jaar 2 wordt uitgebreid naar 30%, dan moet de vooraftrek die aan dat jaar kan worden toegerekend, worden herzien. Dit betekent dat 10% van de aan jaar 2 toe te rekenen

vooraftrek, dit is € 3 800 (€ 38 000/10 jaren), moet worden herzien. De herziening over jaar 2 bedraagt derhalve € 380 (10% van € 3 800, dan wel beperking aftrek € 1 140 verminderd met de al beperkte aftrek van € 760 = € 380). De wijzigingen in het privé-gebruik worden voor onroerende za-ken gedurende een periode van negen jaren na het jaar van de aanschaf gevolgd. Voor andere uitgaven in verband met een vakantiewoning die zowel verhuurd wordt als privé wordt gebruikt, bijvoorbeeld on-derhoudswerkzaamheden zoals schilder- en timmerwerk, geldt dat de herziening van de aftrek alleen geschiedt bij de ingebruikne-ming en aan het einde van het desbetref-fende kalender- of boekjaar. Is in dat jaar bij ingebruikneming de verhouding tussen privé en zakelijk gebruik bijvoorbeeld 30% en 70%, dan vindt de aftrek van de in reke-ning gebrachte belasting op dat moment plaats naar rato van deze verhouding. Vervolgens wordt aan het eind van dat jaar de aftrek eventueel herzien op basis van de verhouding tussen privé en zakelijk gebruik tijdens dat jaar. De aldus afgetrokken belas-ting wordt in latere jaren niet meer herzien.

Slotopmerkingen en toekomstvisieMet de twee hiervoor besproken ontwik-kelingen heb ik willen illustreren dat de Europese en Nederlandse btw-wetgever reageert op ontwikkelingen die zowel betrekking hebben op fraude als op con-structies. Verwacht mag worden dat ook in 2011 zich ontwikkelingen zullen aandienen die aanleiding geven om het btw-systeem tegen het licht te houden en aanpassingen voor te stellen. De Europese Commissie heeft op 1 december 2010 het startschot gegeven voor een brede publieke raadple-ging om te onderzoeken hoe het btw-stelsel in de EU kan worden versterkt en verbeterd ten behoeve van de burgers, de bedrijven en de lidstaten. Met deze raadpleging wil zij alle belanghebbenden de mogelijkheid bieden om hun opmerkingen en standpun-ten te geven in verband met de problemen die zich voordoen op het gebied van de btw, en de wijze waarop deze kunnen worden

aangepakt. De Commissie zal op basis van de ontvangen feedback bepalen welke de beste aanpak is om een stabieler, solider en effi ciënter btw-stelsel te bouwen. De Com-missie motiveert dit als volgt:“De btw is meer dan 40 jaar geleden in de EU ingevoerd en er is een hemelsbreed ver-schil tussen de situatie op de markt toen en nu. Ondanks de inspanningen om het btw-stelsel in de loop der jaren beetje bij beetje te moderniseren en te vereenvoudigen, is het duidelijk dat het stelsel niet langer voldoet aan de behoeften van een moderne, op technologie gebaseerde diensteneco-nomie. De complexiteit van het huidige btw-stelsel veroorzaakt onnodige kosten en lasten voor de belastingplichtigen en de belastingdiensten en belemmert de goede werking van de interne markt. Door bepaalde inherente tekortkomingen is het stelsel bovendien kwetsbaar voor fraude en belastingontduiking. Daarom is een ingrij-pende herziening noodzakelijk.”De Commissie verwacht eind 2011 met haar prioriteiten naar buiten te komen voor een verdere aanpassing van het btw-stelsel. Vervolgens is het aan de politieke besluit-vorming tussen de lidstaten om met con-crete maatregelen in te stemmen. Eerdere pogingen tot fundamentele aanpassingen van het btw-stelsel zijn gestrand wegens een gebrek aan vertrouwen tussen de lidstaten. Ik vrees dat het huidige politieke klimaat te weinig draagvlak biedt voor in-grijpende veranderingen. Het zal naar mijn verwachting op zijn best leiden tot een evolutie van het stelsel, doch zeker niet tot een revolutie binnen de Europese btw.

1. Van der Valk-hotels Iedereen kent ze wel, de Van der Valk hotels. Ze zijn niet alleen

goed in het koken van lekkere maaltijden en het bieden van onderdak aan reizigers. Ze wisten, althans volgens de FIOD, ook hoe ze loonbelasting konden besparen. Na jarenlang gedonder tussen de leiding van de Van der Valk hotels en de FIOD, werd uiteindelijk een compromis gesloten en moest Van der Valk 213 miljoen gulden betalen. Het is overigens nooit bewezen dat het Van der Valk-concern daadwerkelijk loonbelasting verzweeg.

2. Bassie & Adriaan Bassie & Adriaan zijn blijkbaar niet zulke goede “vrinden” met

de belastingdienst. De FIOD had in 1999 een inval gedaan bij het duo, en had daarbij de administratie van Bassie’s bedrijf in beslag genomen. Bassie en Adriaan die door het hele land optraden, waren inkomsten ‘vergeten’ op te geven. Uiteindelijk heeft Bassie, het idool van vele kindertjes, een boete gehad van 24.000 euro, en moest hij 50.000 euro terugbetalen aan de belastingdienst. Allememaggies!

3. Voetbalclubs Feyenoord, Ajax, Vitesse, NAC, FC Utrecht, FC Groningen, Roda

JC…noem ze maar op. Allemaal hebben ze al een keer te maken gehad met de FIOD. De grootste zaak was die van Feyenoord, mede veroorzaakt omdat de FIOD die zaak niet won en telkens verder procedeerde. Feyenoord zou niet genoeg loonbelasting ingehouden hebben. Uiteindelijk is zowel Feyenoord als de toenmalige voorzitter Jorien van den Herik vrijgesproken.

4. Guus Hiddink De voetbalwereld schrok opnieuw op toen Guus Hiddink werd

vervolgd wegens belastingfraude. Het welbekende art. 4 van de AWR zegt dat de woonplaats van een belastingplichtige “naar feiten en omstandigheden wordt beoordeeld”. Hiddink stond destijds in België ingeschreven, maar de belastingdienst meende dat hij in Nederland woonde. Daarop volgde een inval van de FIOD bij Hiddink thuis en bij zijn accountant. Uiteindelijk werd Hiddink alleen veroordeeld voor een valse belastingaangifte, en kreeg hij een boete van €45.000.

5. Vastgoedfraude Jan des Bouvrie In maart 2010 werd de dyslectische ontwerper Jan des Bouvrie

door de FIOD in een Kubistisch ingerichte cel gegooid, voorzien van witte en grijze accenten. Hem kon echter alleen verweten worden dat hij een factuur van 80.000 euro naar het bedrijf van de opdrachtgever had gestuurd in plaats van naar hem persoonlijk. Des Bouvrie ontkende alle betrokkenheid met zwart geld, want "wit is de mode”.

6. Afroomsoftware Belastingfraude met kassasystemen zijn aan de orde van de

dag. Iemand betaalt en krijgt een bonnetje mee, maar intern wordt het geregistreerd als een lager bedrag. Het verschil wordt niet aangegeven bij de belastingdienst, en verdwijnt dus in de broekzak van de fraudeur. De FIOD is druk bezig met het opsporen van dit soort fraude, het arresteren van verdachten en heeft inmiddels al een aantal invallen gedaan.

7. Ahold In 2004 kwam grootgrutter Ahold in confl ict met de FIOD.

Enkele bestuurders hadden door het verzwijgen van zogenaamde side-letters bij de accountants de indruk gewekt dat de omzet van buitenlandse dochterondernemingen in het geheel konden worden meegenomen. De zaak draaide voornamelijk om handtekeningen waarvan de eigenaars zeiden dat ze het zich niet meer konden herinneren.

8. Operatie clickfonds Natuurlijk mag het grootste onderzoek van de FIOD op de

fi nanciële markt niet ontbreken in dit lijstje. Het onderzoek spitste zich vooral toe op belastingfraude, handelen met voorkennis en heling. Hoewel de verdachten onder anderen werden aangeklaagd voor deelneming aan een criminele organisatie, werden de meesten vrijgesproken of kwamen ze er met een lichte voorwaardelijke straf vanaf. Achteraf is bekend geworden dat de hele zaak aan het rollen is gekomen na een gesprek tussen prof. Arnold Heertje en het Openbaar Ministerie.

9. Belspellen Het is inmiddels meer dan 3 jaar geleden dat de belspellen van

de buis gingen. Daarvoor werd iedereen gek van die erg lastige puzzels. Welke belasting moet aan het einde van elk jaar betaald worden ( INK.MSTENB.LASTING)? Niemand die het weet? Dan geven we jullie er nog een letter bij! De FIOD heeft op 13 september 2007 een inval gedaan bij SBS en RTL, waarbij zij verdacht waren van overtreding van de Wet op Kansspelen.

10. First Curaçao International Bank In deze zaak ging het om witwaspraktijken en BTW fraude.

Nadat de bank in 2007 in beslag was genomen door centrale bank van de Nederlandse Antillen, heeft de FIOD uitgebreid onderzoek gedaan naar illegale praktijken door Nederlandse rekeninghouders. De bank werd gebruikt door BTW fraudeurs, omdat de bank de beschikking had over snelle en moderne apparatuur. Daarnaast waren de rekeningen op de bank beter beveiligd, waardoor het moeilijker te achterhalen viel wie de werkelijke eigenaar was.

De Tien… ..meest spraakmakende FIOD zaken­ Door:­Mariëtte Mampaeij

Page 32: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

33deAANSLAG!32 deAANSLAG! Forensic & Investigation Services – Grant ThorntonForensic & Investigation Services – Grant Thornton

Sinds 1 september 2010 is er

een nieuwe afdeling op het

kantoor van Grant Thornton

te Rotterdam. Een Neder-

landse afdeling van Forensic

& Investigation Services

is dankzij de heren Mark

Hoekstra en Peter Schimmel

werkelijkheid geworden.

Wat houdt deze afdeling

precies in en hoe is dit

tot stand gekomen? Dhr.

Schimmel vertelt ons in dit

artikel bijna alles wat wij

willen weten.

Zou u zichzelf even willen voorstellen?Mijn naam is Peter Schimmel en ik ben sinds 1 september 2010 partner bij Grant Thornton. 26 jaar geleden ben ik bij de Belastingdienst begonnen als toenmalige Rijksaccountant. Ik was voornamelijk werkzaam in het hogere segment, dan kan je denken aan grote ondernemingen en complexe onderzoeken. Dit heb ik zeven jaar lang gedaan. Daarna ben ik vier jaar belastingadviseur geweest bij Loyens & Volkmaars.

Hoe bent u bent in de fiscaliteit terechtgekomen?Toen ik werd aangenomen bij de Belasting-dienst was een afgeronde opleiding niet vereist, want die kreeg je intern. Dat kwam goed uit, want ik wilde verdienen en verder studeren tegelijk. Hoe lang deze opleiding was, hing onder meer af of je direct van school kwam of een universitaire studie deed of had gedaan. Bij Loyens ben ik aan-genomen op ervaring, want hoewel ik mijn studie bedrijfseconomie en accountancy had afgerond, had ik geen fiscaal recht of fiscale economie gestudeerd.

Na vier jaar Loyens kwam ik er in 1995 ach-ter dat ik meer een accountant was dan een belastingadviseur en ben ik overgestapt naar KPMG, afdeling forensic accounting. Zij waren als enige op de markt bezig met bijzonder accountonderzoek in conflict situaties. Dit is wat mij interesseerde en dat ben ik sindsdien eigenlijk altijd blijven doen en nu nog steeds.

Hoe bent u erop gekomen om de Forensic & Investigation Services (FIS) afdeling op te richten bij Grant Thornton?Als je kijkt naar mijn markt dan heb je vooral de Big Four kantoren. Daar heb ik afscheid van genomen, omdat je dan altijd een verwaarloosbare kleine afdeling bent

in een te groot huis. Grant Thornton heeft een veel menselijkere maat. Dus als je hier een afdeling hebt, dan wordt je herkent, omdat je in verhouding tot de grote kanto-ren relatief groot bent.

Grant Thornton bedient met haar audit vrijwel geen beursgenoteerde cliënten, waardoor wij niet snel “conflicted” zijn. Als je organisatie ook de audit doet, is het bij incidentonderzoek al snel alsof je je eigen vlees keurt, want ‘had de accountant het eigenlijk niet al moeten zien’?

Het is goed om de schijn van belangenver-strengeling te vermijden, bij Grant Thorn-ton gaat dat makkelijker. Daarom vond ik Grant Thornton een potentieel interessante speler voor ons. Wereldwijd in mijn spel-letje is Grant Thornton groot en vooraan-staand, maar nog niet in Nederland. Op een gegeven moment heb ik de telefoon gepakt en de bestuursvoorzitter, Gerard Mulder, gebeld en hem een voorstel gedaan. Daar hebben we een half jaar over gepraat en per 1 september jl. was het dan eindelijk zover. Met zeven man zijn wij hier aan begonnen.

Had u al een idee over de opzet alvorens u eraan begon?Grant Thornton wil graag groeien. Grant Thornton wil eigenlijk verdubbelen bijvoorbeeld door fusies en overnames. Maar waarom zou een ander met je willen fuseren? Dan moet je wat extra’s te bieden hebben. Ik meende wat extra’s te bieden voor Grant Thornton. Daarnaast ging het om een groep samenwerkende mensen die zich al bewezen hadden in de markt (gemiddeld tien jaar ervaring). Dus op zich ben je dan een interessante partij. Je bent niet iemand die zich moet bewijzen en alles nog moet gaan opbouwen.

De oprichting van FIS is groots uitgelicht in de media, waarom hebben jullie daarvoor gekozen?Dat klopt inderdaad. We hebben daar erg ons best voor gedaan. Hoe je het moet bekijken is als volgt. Wij hebben geen vaste cliënten. Wij moeten het hebben van incidenten. Wanneer deze komen weet je niet van tevoren. Daarom hebben wij ervoor gezorgd dat wij bekend staan op de markt. Als iemand googled op “forensic”, “fraude” of “bijzonder onderzoek”, dan moet mijn naam opkomen of in ieder geval die van Grant Thornton. Zo werkt het. Ook, als iemand met een financieel economisch conflict een advocaat belt, dan moet die advocaat als eerste aan ons denken. Wij komen veel over de vloer bij advocaten. Je merkt dan dat je flink concurreert met grotere kantoren. Men gaat er namelijk bijna automatisch vanuit dat deze kantoren alles kunnen, domweg omdat ze groot zijn. Dat beeld moet je nuanceren.

Wat wordt beoogd met FIS?Uit de praktijk is gebleken dat er een sterke behoefte is aan specialisme in fraudebe-heersing. Voorts blijken er in toenemende mate vragen te beantwoorden over de oorzaak of toedracht van faillissementen. Daarnaast willen steeds meer instellingen, zoals verzekeraars weten of de verzekerde zich wel als een goed huisvader heeft ge-dragen bij het aangaan van risico’s. Je kunt je voorstellen dat dit bijvoorbeeld speelt bij banken, die hun verlies bij verzekeraars proberen terug te halen op bijzondere producten.

Deze ontwikkelingen vergen vergaand specialisme, specifieke kennis en ervaring. FIS speelt daarop in en richt zich daarom uitsluitend op het adviseren over en ver-richten van financieel-juridisch feiten- en toedrachtonderzoek, maar dan wel heel ver- en diepgaand.

Kunt u meer vertellen over de twee onderdelen van FIS?FIS heeft twee onderdelen waar specialis-ten werkzaam zijn met een lange staat van dienst. De afdelingen bestaan uit: forensic accounting en forensic IT-onderzoek. Bij forensic accounting kan je onder andere denken aan werkzaamheden gericht op

fraude-risico-management en onderzoek in administraties. Bij de afdeling forensic IT-onderzoek wordt voornamelijk onderzoek gedaan in digitale omgevingen.Ik ben zelf gespecialiseerd in forensic accounting en zit meer in de administra-tieve omgeving. Wij hebben twee velden van werkzaamheden litigation support en forensic accounting. Litigation support is gericht op ondersteuning bij juridische geschillen. Je wordt dan meestal ingehuurd door een advocaat voor feitenvergaring. Forensic accounting wordt meestal geasso-cieerd met integriteitinbreuken en de vraag is dan “wat is hier aan de hand” en “wie is daarvoor aansprakelijk te houden”?

“In die zin zijn wij blij dat we echt een eigen afdeling hebben van ‘zware jongens’, maar dan

in de goede zin”

Ik heb mijn achtergrond in het verrichten van administratief feitenonderzoek. Mijn collega partner Mark Hoekstra is gespecia-liseerd in forensic IT-onderzoek. Voorheen heeft hij de High Tech Crime-unit opgezet bij de KLPD. Deze eenheid verricht bijvoor-beeld de opsporing van kinderporno op internet. Dat is echt digitaal rechercheren. Tegenwoordig zetten wij die kennis in ten behoeve van onze onderzoeken waarbij sprake is van een digitale omgeving en dat is bijna altijd. Het digitaal verantwoorden van forensische gegevens aan de rech-terlijke macht vereist specifieke kennis, apparatuur, software en vaardigheden. In die zin zijn wij blij dat we echt een eigen afdeling hebben van ‘zware jongens’, maar dan in de goede zin. Werkt u samen met andere personen naast FIS? Wij werken vaak met een advocaat, maar vaak ook voor een advocaat. Vaak is het zo dat wij worden ingeschakeld door advoca-ten, maar het is ook denkbaar dat wij een advocaat op de hoogte stellen wanneer een cliënt bij ons aanklopt. Binnen Grant Thorn-ton werken we samen met specialisten op het gebied van waardering, belastingen, subsidies, et cetera. Maar we schakelen ook wel outsiders in, zoals we nu samenwerken met een hoogleraar op het gebied van jaar-rekeningrecht.

Elke zaak is natuurlijk anders. Hoe komt u aan de kennis om alle zaken in behandeling te nemen?Wij zijn procesdeskundige op ‘hoe doe je goed onderzoek’. Dat doe je altijd binnen de juridische kaders in een bepaalde branche. Bepaalde juridische kaders en bepaalde branchegebruiken ken je beter dan de ander. Wij zijn goed bekend op fiscaal gebied, telecom, IT/IP en mededingings-recht. Simpelweg omdat we hier vaak in aanraking mee komen. Uiteindelijk gaat het echter niet om de kennis van de branche, die kunnen we inhuren, maar om kennis van waarheidsvinding.

Wij zijn procesdeskundige op het gebied van goed onderzoek. Hierbij is het belangrijk dat je rekening houdt met de belangen van zowel je opdrachtgever als van de wederpar-tij. Dat heb ik geleerd bij de belastingdienst. Je komt niet binnen om even iemand plat te slaan. Ons onderzoek is een evenwichtig ge-balanceerd spel tussen twee partijen. Want als een partij niet meewerkt dan gebeurt er helemaal niks. Je bent bezig voor allebei de partijen om hun belang te onderkennen en binnen dat belang van die beide partijen ruimte te scheppen voor je onderzoek.

“Ons onderzoek is een evenwichtig gebalanceerd spel

tussen twee partijen”

Door wie wordt u ingeschakeld? Komt u op voor de belangen van beide partijen?Dat kan, maar meestal huurt één van beide partijen ons in. Wanneer twee partijen een conflict hebben, dan komen er allerlei emoties bij kijken. Wij komen er als externe partij tussenin en kijken wat er waar is van alles wat gezegd is. Het doel is uiteinde-lijk vaststellen wat aan beide kanten is gebeurd en dat zo objectief mogelijk.

Hoe achterhaalt FIS de waarheid?Wij doen aan waarheidsvinding. Dit houdt in dat je heel systematisch te werk gaat. Ten eerste is het belangrijk om de juiste vragen te stellen. Stel ik wil achterhalen of iemand een witte Volkswagen heeft gezien. Ik zal dan nooit vragen of diegene een witte Volkswagen heeft gezien. Dat is een fout gestelde vraag. Want ik kan niet meer vast-

In gesprek metdrs. P.J. Schimmel RA CFE1

Door: Ibrahim Aarouss & Faiza Ali Mohamed

1 dsr. Peter Schimmel is partner bij Grant Thornton. In het verleden is hij betrokken geweest bij spraakmakende zaken als de Bouwfraude.

Page 33: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

33deAANSLAG!32 deAANSLAG! Forensic & Investigation Services – Grant ThorntonForensic & Investigation Services – Grant Thornton

Sinds 1 september 2010 is er

een nieuwe afdeling op het

kantoor van Grant Thornton

te Rotterdam. Een Neder-

landse afdeling van Forensic

& Investigation Services

is dankzij de heren Mark

Hoekstra en Peter Schimmel

werkelijkheid geworden.

Wat houdt deze afdeling

precies in en hoe is dit

tot stand gekomen? Dhr.

Schimmel vertelt ons in dit

artikel bijna alles wat wij

willen weten.

Zou u zichzelf even willen voorstellen?Mijn naam is Peter Schimmel en ik ben sinds 1 september 2010 partner bij Grant Thornton. 26 jaar geleden ben ik bij de Belastingdienst begonnen als toenmalige Rijksaccountant. Ik was voornamelijk werkzaam in het hogere segment, dan kan je denken aan grote ondernemingen en complexe onderzoeken. Dit heb ik zeven jaar lang gedaan. Daarna ben ik vier jaar belastingadviseur geweest bij Loyens & Volkmaars.

Hoe bent u bent in de fiscaliteit terechtgekomen?Toen ik werd aangenomen bij de Belasting-dienst was een afgeronde opleiding niet vereist, want die kreeg je intern. Dat kwam goed uit, want ik wilde verdienen en verder studeren tegelijk. Hoe lang deze opleiding was, hing onder meer af of je direct van school kwam of een universitaire studie deed of had gedaan. Bij Loyens ben ik aan-genomen op ervaring, want hoewel ik mijn studie bedrijfseconomie en accountancy had afgerond, had ik geen fiscaal recht of fiscale economie gestudeerd.

Na vier jaar Loyens kwam ik er in 1995 ach-ter dat ik meer een accountant was dan een belastingadviseur en ben ik overgestapt naar KPMG, afdeling forensic accounting. Zij waren als enige op de markt bezig met bijzonder accountonderzoek in conflict situaties. Dit is wat mij interesseerde en dat ben ik sindsdien eigenlijk altijd blijven doen en nu nog steeds.

Hoe bent u erop gekomen om de Forensic & Investigation Services (FIS) afdeling op te richten bij Grant Thornton?Als je kijkt naar mijn markt dan heb je vooral de Big Four kantoren. Daar heb ik afscheid van genomen, omdat je dan altijd een verwaarloosbare kleine afdeling bent

in een te groot huis. Grant Thornton heeft een veel menselijkere maat. Dus als je hier een afdeling hebt, dan wordt je herkent, omdat je in verhouding tot de grote kanto-ren relatief groot bent.

Grant Thornton bedient met haar audit vrijwel geen beursgenoteerde cliënten, waardoor wij niet snel “conflicted” zijn. Als je organisatie ook de audit doet, is het bij incidentonderzoek al snel alsof je je eigen vlees keurt, want ‘had de accountant het eigenlijk niet al moeten zien’?

Het is goed om de schijn van belangenver-strengeling te vermijden, bij Grant Thorn-ton gaat dat makkelijker. Daarom vond ik Grant Thornton een potentieel interessante speler voor ons. Wereldwijd in mijn spel-letje is Grant Thornton groot en vooraan-staand, maar nog niet in Nederland. Op een gegeven moment heb ik de telefoon gepakt en de bestuursvoorzitter, Gerard Mulder, gebeld en hem een voorstel gedaan. Daar hebben we een half jaar over gepraat en per 1 september jl. was het dan eindelijk zover. Met zeven man zijn wij hier aan begonnen.

Had u al een idee over de opzet alvorens u eraan begon?Grant Thornton wil graag groeien. Grant Thornton wil eigenlijk verdubbelen bijvoorbeeld door fusies en overnames. Maar waarom zou een ander met je willen fuseren? Dan moet je wat extra’s te bieden hebben. Ik meende wat extra’s te bieden voor Grant Thornton. Daarnaast ging het om een groep samenwerkende mensen die zich al bewezen hadden in de markt (gemiddeld tien jaar ervaring). Dus op zich ben je dan een interessante partij. Je bent niet iemand die zich moet bewijzen en alles nog moet gaan opbouwen.

De oprichting van FIS is groots uitgelicht in de media, waarom hebben jullie daarvoor gekozen?Dat klopt inderdaad. We hebben daar erg ons best voor gedaan. Hoe je het moet bekijken is als volgt. Wij hebben geen vaste cliënten. Wij moeten het hebben van incidenten. Wanneer deze komen weet je niet van tevoren. Daarom hebben wij ervoor gezorgd dat wij bekend staan op de markt. Als iemand googled op “forensic”, “fraude” of “bijzonder onderzoek”, dan moet mijn naam opkomen of in ieder geval die van Grant Thornton. Zo werkt het. Ook, als iemand met een financieel economisch conflict een advocaat belt, dan moet die advocaat als eerste aan ons denken. Wij komen veel over de vloer bij advocaten. Je merkt dan dat je flink concurreert met grotere kantoren. Men gaat er namelijk bijna automatisch vanuit dat deze kantoren alles kunnen, domweg omdat ze groot zijn. Dat beeld moet je nuanceren.

Wat wordt beoogd met FIS?Uit de praktijk is gebleken dat er een sterke behoefte is aan specialisme in fraudebe-heersing. Voorts blijken er in toenemende mate vragen te beantwoorden over de oorzaak of toedracht van faillissementen. Daarnaast willen steeds meer instellingen, zoals verzekeraars weten of de verzekerde zich wel als een goed huisvader heeft ge-dragen bij het aangaan van risico’s. Je kunt je voorstellen dat dit bijvoorbeeld speelt bij banken, die hun verlies bij verzekeraars proberen terug te halen op bijzondere producten.

Deze ontwikkelingen vergen vergaand specialisme, specifieke kennis en ervaring. FIS speelt daarop in en richt zich daarom uitsluitend op het adviseren over en ver-richten van financieel-juridisch feiten- en toedrachtonderzoek, maar dan wel heel ver- en diepgaand.

Kunt u meer vertellen over de twee onderdelen van FIS?FIS heeft twee onderdelen waar specialis-ten werkzaam zijn met een lange staat van dienst. De afdelingen bestaan uit: forensic accounting en forensic IT-onderzoek. Bij forensic accounting kan je onder andere denken aan werkzaamheden gericht op

fraude-risico-management en onderzoek in administraties. Bij de afdeling forensic IT-onderzoek wordt voornamelijk onderzoek gedaan in digitale omgevingen.Ik ben zelf gespecialiseerd in forensic accounting en zit meer in de administra-tieve omgeving. Wij hebben twee velden van werkzaamheden litigation support en forensic accounting. Litigation support is gericht op ondersteuning bij juridische geschillen. Je wordt dan meestal ingehuurd door een advocaat voor feitenvergaring. Forensic accounting wordt meestal geasso-cieerd met integriteitinbreuken en de vraag is dan “wat is hier aan de hand” en “wie is daarvoor aansprakelijk te houden”?

“In die zin zijn wij blij dat we echt een eigen afdeling hebben van ‘zware jongens’, maar dan

in de goede zin”

Ik heb mijn achtergrond in het verrichten van administratief feitenonderzoek. Mijn collega partner Mark Hoekstra is gespecia-liseerd in forensic IT-onderzoek. Voorheen heeft hij de High Tech Crime-unit opgezet bij de KLPD. Deze eenheid verricht bijvoor-beeld de opsporing van kinderporno op internet. Dat is echt digitaal rechercheren. Tegenwoordig zetten wij die kennis in ten behoeve van onze onderzoeken waarbij sprake is van een digitale omgeving en dat is bijna altijd. Het digitaal verantwoorden van forensische gegevens aan de rech-terlijke macht vereist specifieke kennis, apparatuur, software en vaardigheden. In die zin zijn wij blij dat we echt een eigen afdeling hebben van ‘zware jongens’, maar dan in de goede zin. Werkt u samen met andere personen naast FIS? Wij werken vaak met een advocaat, maar vaak ook voor een advocaat. Vaak is het zo dat wij worden ingeschakeld door advoca-ten, maar het is ook denkbaar dat wij een advocaat op de hoogte stellen wanneer een cliënt bij ons aanklopt. Binnen Grant Thorn-ton werken we samen met specialisten op het gebied van waardering, belastingen, subsidies, et cetera. Maar we schakelen ook wel outsiders in, zoals we nu samenwerken met een hoogleraar op het gebied van jaar-rekeningrecht.

Elke zaak is natuurlijk anders. Hoe komt u aan de kennis om alle zaken in behandeling te nemen?Wij zijn procesdeskundige op ‘hoe doe je goed onderzoek’. Dat doe je altijd binnen de juridische kaders in een bepaalde branche. Bepaalde juridische kaders en bepaalde branchegebruiken ken je beter dan de ander. Wij zijn goed bekend op fiscaal gebied, telecom, IT/IP en mededingings-recht. Simpelweg omdat we hier vaak in aanraking mee komen. Uiteindelijk gaat het echter niet om de kennis van de branche, die kunnen we inhuren, maar om kennis van waarheidsvinding.

Wij zijn procesdeskundige op het gebied van goed onderzoek. Hierbij is het belangrijk dat je rekening houdt met de belangen van zowel je opdrachtgever als van de wederpar-tij. Dat heb ik geleerd bij de belastingdienst. Je komt niet binnen om even iemand plat te slaan. Ons onderzoek is een evenwichtig ge-balanceerd spel tussen twee partijen. Want als een partij niet meewerkt dan gebeurt er helemaal niks. Je bent bezig voor allebei de partijen om hun belang te onderkennen en binnen dat belang van die beide partijen ruimte te scheppen voor je onderzoek.

“Ons onderzoek is een evenwichtig gebalanceerd spel

tussen twee partijen”

Door wie wordt u ingeschakeld? Komt u op voor de belangen van beide partijen?Dat kan, maar meestal huurt één van beide partijen ons in. Wanneer twee partijen een conflict hebben, dan komen er allerlei emoties bij kijken. Wij komen er als externe partij tussenin en kijken wat er waar is van alles wat gezegd is. Het doel is uiteinde-lijk vaststellen wat aan beide kanten is gebeurd en dat zo objectief mogelijk.

Hoe achterhaalt FIS de waarheid?Wij doen aan waarheidsvinding. Dit houdt in dat je heel systematisch te werk gaat. Ten eerste is het belangrijk om de juiste vragen te stellen. Stel ik wil achterhalen of iemand een witte Volkswagen heeft gezien. Ik zal dan nooit vragen of diegene een witte Volkswagen heeft gezien. Dat is een fout gestelde vraag. Want ik kan niet meer vast-

In gesprek metdrs. P.J. Schimmel RA CFE1

Door: Ibrahim Aarouss & Faiza Ali Mohamed

1 dsr. Peter Schimmel is partner bij Grant Thornton. In het verleden is hij betrokken geweest bij spraakmakende zaken als de Bouwfraude.

Page 34: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

We zijn de grootste zelfstandige accountants- en adviesorganisatie in Nederland en groeien nog steeds. Met ongeveer 1.600 medewerkers bedienen we vanuit 47 kantoren 44.000 cliënten. Wil jij een actieve bijdrage leveren aan die stijgende lijn? We bieden je graag alle kansen om je eigen koers te bepalen. En dat zeggen we niet zomaar. We streven naar innovatie, creativiteit en kennisontwikkeling. Eigenschappen als lef, gedrevenheid en puurheid kunnen we daarbij goed gebruiken. Overigens zorgen we niet alleen voor volop mogelijkheden om je ambities waar te maken, maar ook voor een gezonde balans tussen werken en vrije tijd.

R u i m t e v o o r o n d e r n e m e n !

Eigen klanten is voor mij een uitdaging

www.werkenbijacconavm.nl

104028 AcconAvm 210x297f Forfaitair Df.indd 1 24-02-2010 16:53:40

34 deAANSLAG!

stellen achteraf of diegene echt wist dat die auto wit was en van het merk Volkswagen. Ik wil juist van die persoon zelf weten dat het gaat om een witte Volkswagen. Ik zal bijvoorbeeld vragen (a) wat voor voertuig was het en (b) welke kleur had het.

Heeft FIS ook andere manieren om de waarheid te achterhalen?In feite ben je aan het zoeken naar feiten. Dat doe je in verschillende omgevingen. Denk bijvoorbeeld aan een administra-tieve omgeving of een geautomatiseerde omgeving. Omdat het gaat om personen doe je persoonsgericht onderzoek. Personen laten altijd sporen achter en het is onze taak om deze op te sporen. Hier komt het woord forensisch eigenlijk vandaan. Alles wat forensisch is, is sporenonderzoek ten behoeve van het forum, alwaar recht wordt gesproken.

Op basis van sporenonderzoek ben je op zoek naar aanvullende informatie om te begrijpen wat er is gebeurd en wie daar bij betrokken is geweest in welke hoedanig-heid. Door middel van interviews en feite-lijk waarneming in een administratieve of een geautomatiseerde omgeving komen wij hier meestal wel aan.

Hoe lang kan zo’n proces van waarheidsvinding duren?Dat kan heel lang duren. Als je bijvoorbeeld een faillissement hebt, dat kan makkelijk 20 jaar duren en die 20 jaar wordt veel geprocedeerd en komen er ook steeds weer nieuwe vragen.

Wat geeft u echt voldoening in uw werk?Het belangrijkste voor mij is dat het altijd ergens om gaat. Als wij ingeschakeld worden dan is er meestal ook echt iets aan de hand. Mensen vinden het kennelijk de moeite waard om uit te zoeken hoe de feiten in elkaar zitten. Vaak spelen emoties ook een rol. Mensen stappen bijvoorbeeld over naar een concurrent en nemen allerlei bestanden mee of er is informatie gelekt. Het gaat dus ergens over en dat is leuk.Je zit altijd in een situatie die betekenisvol is. Verder ben je altijd op zoek naar hele specifieke zaken die bij ontdekking je een

bingo effect opleveren. Het moment dat je door hebt hoe het zit geeft dat een waanzin-nige kick. De eerste dag is altijd migraine. Je hebt geen idee welke kant je op moet. Het gaat erom dat je in gaten krijgt wat de cliënt eigenlijk wil. Wil hij iemand aansprakelijk stellen of zijn schade vergoed krijgen? De cliënt is vaak boos en wil de onderste steen boven hebben, maar aan die boosheid heb je eigenlijk niks aan. Dat is een slechte raad-gever en onderste steen boven halen is vaak niet eens nodig.

Dus je moet je cliënt zien te beheersen tot hij zijn vraag compact heeft gekregen. Als hij weet wat zijn doel is dan weetje ook wat jij gaat doen. Het is de kunst om zo snel mogelijk vertrouwen te winnen bij de cliënt, dat jij degene bent die de klus kan klaren. Je moet dus geloofwaardig zijn in waarheids-vinding. Je moet zelf uit de risicosfeer blij-ven en erop letten dat je onafhankelijk en onpartijdig aan slag gaat. Zorg dat je zeker weet hoe het zit in plaats van iets te gelo-ven. Op die manier ben je geloofwaardig.

“Het moment dat je door hebt hoe het zit geeft een

waanzinnige kick”

Je moet ook leren dat er geen betrouwbare mensen zijn. Afhankelijk van de omstan-digheden is iedereen in staat om hele stoute dingen te doen. En dat ook nog eens te kunnen rechtvaardigen. Je kunt hierover het boek lezen de ‘Daders’, een heftig boek over de Nazi Duitsland, waaruit blijkt dat de omstandigheden bepalen hoe individuen handelen. Als de conventie eenmaal zo is dat je je eenmaal zo dient te gedragen, dan ga je je zo gedragen.

U zegt dus dat er geen betrouwbare mensen bestaan. Hoe gaat u daarmee om in de praktijk?Het heeft nog een tijdje geduurd alvorens ik tot deze conclusie kwam. Maar je kunt het natuurlijk ook gebruiken in positieve zin. Je kunt mensen op een betere manier laten gedragen door zelf het voorbeeldgedrag te vertonen waardoor andere conventies wor-den geïntroduceerd. Niemand wordt waker indachtig ‘van laat ik vandaag eerlijk zijn’. Maar je wordt wel wakker met de gedachte

dat je succesvoller wilt zijn dan gister. Suc-ces of er bij willen horen zijn wel drivers van mensen. Daar kan je op sturen. Je ziet ook dat mensen die fout gaan binnen een organisatie vaak niet op de juiste drivers zijn aangesproken. Hierdoor neemt hun loyaliteit jegens de organisatie af, waardoor ze makkelijker hun foute gedrag jegens de organisatie kunnen rechtvaardigen.

“Afhankelijk van de omstandig-heden is iedereen in staat om hele stoute dingen te doen”

Ten slotte nog een vraag over ons thema, in hoeverre zoekt u het randje op in uw advisering?Misschien zoek ik wel het randje in de zin van de provocerende kant door te zeggen dat er geen betrouwbare mensen zijn. Mensen zijn erop uit om jou te belazeren, kijk maar naar de belastingdienst. Een belastingplichtige is erop uit om zo min mogelijk belasting te betalen en zal daar ver voor willen gaan in sommige situaties. Die tendens lijkt inherent aan de mens.

Ik geef geen advies die tegen het randje aan zit. Ik vind het belangrijk mijn geloofwaar-digheid te behouden. Ik ben een objectieve feitenonderzoeker, ik mag me niet laten beïnvloeden in de wijze waarop ik de feiten presenteer en mijn conclusies opschrijf. Op het moment dat ik mij laat beïnvloeden en mijn oren laat hangen naar één van beide partijen, verlies ik mijn geloofwaardigheid en is mijn werk waardeloos. Dus ik kan nooit echt die grenzen opzoeken, hoeveel sympathie ik ook voor een van de twee par-tijen heb. Ik heb er meer belang bij dat het zo zuiver mogelijk daar staat ook al is het één of beide partijen onwelgevallig. Ik moet er ook voor zorgen dat ik privé enigszins het betere gedrag vertoon, want ik weet maar nooit wie mijn volgende cliënt kan worden. Dit houdt in dat ik intern en extern geloof-waardig over moet komen.

Forensic & Investigation Services – Grant Thornton

Page 35: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

We zijn de grootste zelfstandige accountants- en adviesorganisatie in Nederland en groeien nog steeds. Met ongeveer 1.600 medewerkers bedienen we vanuit 47 kantoren 44.000 cliënten. Wil jij een actieve bijdrage leveren aan die stijgende lijn? We bieden je graag alle kansen om je eigen koers te bepalen. En dat zeggen we niet zomaar. We streven naar innovatie, creativiteit en kennisontwikkeling. Eigenschappen als lef, gedrevenheid en puurheid kunnen we daarbij goed gebruiken. Overigens zorgen we niet alleen voor volop mogelijkheden om je ambities waar te maken, maar ook voor een gezonde balans tussen werken en vrije tijd.

R u i m t e v o o r o n d e r n e m e n !

Eigen klanten is voor mij een uitdaging

www.werkenbijacconavm.nl

104028 AcconAvm 210x297f Forfaitair Df.indd 1 24-02-2010 16:53:40

34 deAANSLAG!

stellen achteraf of diegene echt wist dat die auto wit was en van het merk Volkswagen. Ik wil juist van die persoon zelf weten dat het gaat om een witte Volkswagen. Ik zal bijvoorbeeld vragen (a) wat voor voertuig was het en (b) welke kleur had het.

Heeft FIS ook andere manieren om de waarheid te achterhalen?In feite ben je aan het zoeken naar feiten. Dat doe je in verschillende omgevingen. Denk bijvoorbeeld aan een administra-tieve omgeving of een geautomatiseerde omgeving. Omdat het gaat om personen doe je persoonsgericht onderzoek. Personen laten altijd sporen achter en het is onze taak om deze op te sporen. Hier komt het woord forensisch eigenlijk vandaan. Alles wat forensisch is, is sporenonderzoek ten behoeve van het forum, alwaar recht wordt gesproken.

Op basis van sporenonderzoek ben je op zoek naar aanvullende informatie om te begrijpen wat er is gebeurd en wie daar bij betrokken is geweest in welke hoedanig-heid. Door middel van interviews en feite-lijk waarneming in een administratieve of een geautomatiseerde omgeving komen wij hier meestal wel aan.

Hoe lang kan zo’n proces van waarheidsvinding duren?Dat kan heel lang duren. Als je bijvoorbeeld een faillissement hebt, dat kan makkelijk 20 jaar duren en die 20 jaar wordt veel geprocedeerd en komen er ook steeds weer nieuwe vragen.

Wat geeft u echt voldoening in uw werk?Het belangrijkste voor mij is dat het altijd ergens om gaat. Als wij ingeschakeld worden dan is er meestal ook echt iets aan de hand. Mensen vinden het kennelijk de moeite waard om uit te zoeken hoe de feiten in elkaar zitten. Vaak spelen emoties ook een rol. Mensen stappen bijvoorbeeld over naar een concurrent en nemen allerlei bestanden mee of er is informatie gelekt. Het gaat dus ergens over en dat is leuk.Je zit altijd in een situatie die betekenisvol is. Verder ben je altijd op zoek naar hele specifieke zaken die bij ontdekking je een

bingo effect opleveren. Het moment dat je door hebt hoe het zit geeft dat een waanzin-nige kick. De eerste dag is altijd migraine. Je hebt geen idee welke kant je op moet. Het gaat erom dat je in gaten krijgt wat de cliënt eigenlijk wil. Wil hij iemand aansprakelijk stellen of zijn schade vergoed krijgen? De cliënt is vaak boos en wil de onderste steen boven hebben, maar aan die boosheid heb je eigenlijk niks aan. Dat is een slechte raad-gever en onderste steen boven halen is vaak niet eens nodig.

Dus je moet je cliënt zien te beheersen tot hij zijn vraag compact heeft gekregen. Als hij weet wat zijn doel is dan weetje ook wat jij gaat doen. Het is de kunst om zo snel mogelijk vertrouwen te winnen bij de cliënt, dat jij degene bent die de klus kan klaren. Je moet dus geloofwaardig zijn in waarheids-vinding. Je moet zelf uit de risicosfeer blij-ven en erop letten dat je onafhankelijk en onpartijdig aan slag gaat. Zorg dat je zeker weet hoe het zit in plaats van iets te gelo-ven. Op die manier ben je geloofwaardig.

“Het moment dat je door hebt hoe het zit geeft een

waanzinnige kick”

Je moet ook leren dat er geen betrouwbare mensen zijn. Afhankelijk van de omstan-digheden is iedereen in staat om hele stoute dingen te doen. En dat ook nog eens te kunnen rechtvaardigen. Je kunt hierover het boek lezen de ‘Daders’, een heftig boek over de Nazi Duitsland, waaruit blijkt dat de omstandigheden bepalen hoe individuen handelen. Als de conventie eenmaal zo is dat je je eenmaal zo dient te gedragen, dan ga je je zo gedragen.

U zegt dus dat er geen betrouwbare mensen bestaan. Hoe gaat u daarmee om in de praktijk?Het heeft nog een tijdje geduurd alvorens ik tot deze conclusie kwam. Maar je kunt het natuurlijk ook gebruiken in positieve zin. Je kunt mensen op een betere manier laten gedragen door zelf het voorbeeldgedrag te vertonen waardoor andere conventies wor-den geïntroduceerd. Niemand wordt waker indachtig ‘van laat ik vandaag eerlijk zijn’. Maar je wordt wel wakker met de gedachte

dat je succesvoller wilt zijn dan gister. Suc-ces of er bij willen horen zijn wel drivers van mensen. Daar kan je op sturen. Je ziet ook dat mensen die fout gaan binnen een organisatie vaak niet op de juiste drivers zijn aangesproken. Hierdoor neemt hun loyaliteit jegens de organisatie af, waardoor ze makkelijker hun foute gedrag jegens de organisatie kunnen rechtvaardigen.

“Afhankelijk van de omstandig-heden is iedereen in staat om hele stoute dingen te doen”

Ten slotte nog een vraag over ons thema, in hoeverre zoekt u het randje op in uw advisering?Misschien zoek ik wel het randje in de zin van de provocerende kant door te zeggen dat er geen betrouwbare mensen zijn. Mensen zijn erop uit om jou te belazeren, kijk maar naar de belastingdienst. Een belastingplichtige is erop uit om zo min mogelijk belasting te betalen en zal daar ver voor willen gaan in sommige situaties. Die tendens lijkt inherent aan de mens.

Ik geef geen advies die tegen het randje aan zit. Ik vind het belangrijk mijn geloofwaar-digheid te behouden. Ik ben een objectieve feitenonderzoeker, ik mag me niet laten beïnvloeden in de wijze waarop ik de feiten presenteer en mijn conclusies opschrijf. Op het moment dat ik mij laat beïnvloeden en mijn oren laat hangen naar één van beide partijen, verlies ik mijn geloofwaardigheid en is mijn werk waardeloos. Dus ik kan nooit echt die grenzen opzoeken, hoeveel sympathie ik ook voor een van de twee par-tijen heb. Ik heb er meer belang bij dat het zo zuiver mogelijk daar staat ook al is het één of beide partijen onwelgevallig. Ik moet er ook voor zorgen dat ik privé enigszins het betere gedrag vertoon, want ik weet maar nooit wie mijn volgende cliënt kan worden. Dit houdt in dat ik intern en extern geloof-waardig over moet komen.

Forensic & Investigation Services – Grant Thornton

Page 36: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

36 deAANSLAG! Thuis bij37deAANSLAG!De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

‘Ethiek is de keuze tussen korte en lange

termijn.’ Zo formuleerde een bestuurslid van de

NOB het eens. Hij bedoelde dat de NOB-leden

er uiteindelijk altijd zelf belang bij hebben om

zich te houden aan de regels die het lidmaat-

schap van hun beroepsvereniging ze oplegt.

Stel dat een cliënt een NOB-lid vraagt om mee te werken aan on-wettige activiteiten, bijvoorbeeld het opzettelijk indienen van een onjuiste aangifte. Als het lukt zit er voor de adviseur ook een extraatje aan vast, zo luidt het voorstel. De adviseur die voor deze verleiding – een fi scaal misdrijf! – bezwijkt, tekent daarmee eigenlijk zijn eigen beroepsmatige doodvonnis. Het zal waarschijnlijk niet bij deze ene actie blijven, en bijna onvermijdelijk zal er op enig moment iets van zijn frauduleuze bemoeienissen naar buiten komen. Dan zal hij in een NOB-tuchtrechtprocedure terecht komen en – na gebleken juistheid van de ten laste gelegde feiten – uit het lidmaatschap worden gezet. Kortom: einde verhaal.

Even iets over de historische achtergrond van deze situatie. De NOB heeft sinds haar oprichting in 1954 het beroep van belastingadviseur zoveel mogelijk vrij willen houden van overheidsbemoeienis. Dat is tot nu toe grotendeels gelukt, maar het betekende wel dat veel ener-gie moest worden gestopt in het opbouwen en handhaven van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en van een adequate cliëntenbe-scherming. Dat hebben we, vind ik, door de jaren heen goed gedaan. We hebben een uitgebreid Reglement Beroepsuitoefening, waarvan artikel 1 luidt: ‘Een lid is gehouden zijn werkzaamheden op een eerlij-ke, zorgvuldige en behoorlijke wijze te verrichten, zich te houden aan wet- en regelgeving en zich verder te onthouden van al wat overigens in strijd is met de eer en waardigheid van het beroep.’ Duidelijke grenzen dus, die aangeven dat NOB-leden zich voortdurend moeten afvragen of de aard en inhoud van de gevraagde dienstverlening zich verdragen met de opgelegde en aanvaarde verplichtingen.

Ik noemde al onze tuchtrechtspraak. Die is in eerste instantie in han-den van de Raad van Tucht. Tegen een uitspraak is beroep mogelijk

bij de Raad van Beroep. De voorzitters, plaatsvervangend voorzitters en griffi ers van zowel de Raad van Tucht als de Raad van Beroep zijn geen lid van de NOB. Ze voldoen allemaal aan de vereisten voor benoembaarheid in de Nederlandse rechterlijke macht en zijn met enige bij de wet ingestelde rechtspraak belast of belast geweest. Klachten over NOB-leden kunnen worden ingediend door cliënten, andere personen (mits die een belang hebben), NOB-leden, het NOB-bestuur en door de Directeur-generaal van de Belastingdienst. Het aantal klachten is door de jaren heen laag: gemiddeld tussen de vijf-tien en twintig per jaar. Niet slecht, vind ik, voor een beroepsvereni-ging met meer dan 4700 leden die bij elkaar vele duizenden cliënten bedienen. Waarbij ik nog aanteken dat de klachten maar in hoogst uitzonderlijke gevallen over vermeende fraude gaan.

Ik moet eraan toevoegen dat ook de wetgever in de loop der jaren strenger is geworden. Zo moeten wij bijvoorbeeld op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en fi nancieren van terrorisme (Wwft) bij elke nieuwe cliënt een uitvoerig antecedentenonderzoek instellen. Iemand out of the blind accepteren is er niet bij. Verder zijn we wet-telijk verplicht zogenoemde ‘ongebruikelijke transacties’ te melden bij een daarvoor ingesteld meldpunt. Denk onder meer aan transacties die niet bij de normale bedrijfsvoering van een cliënt horen of waarbij veel contant geld wordt gebruikt. Verder kunnen we sinds 1 juli 2009 op grond van de vierde tranche Algemene wet bestuursrecht een bestuur-lijke boete opgelegd krijgen voor het als ‘medepleger’ doen van onjuiste aangifte. En zeker niet in de laatste plaats moeten we niet vergeten dat veruit de meeste NOB-leden werken bij kantoren die er zelf nauwgezet op toezien dat hun werknemers niet adviseren over onwettige activi-teiten. Ook door deze ontwikkelingen is de kans dat een NOB-lid zich inlaat met frauduleuze praktijken zeer klein.

De vraag is natuurlijk ook: wat doen wij om onze nieuwe leden de NOB-mores op dit gebied bij te brengen? Al in de eendaagse Algemene Introductie die alle aspirant-leden – jaarlijks verwelkomen we er rond de 300 – moeten volgen is ruimte gereserveerd voor een debat over ‘beroepsethiek’. Dat wordt gevoerd aan de hand van stel-lingen, waarvan ik als voorbeeld geef: ‘Het legaliteitsbeginsel is de enige beperking in het handelen van de belastingadviseur.’ We zijn er dus vroeg bij.

Deze keer ging de Aanslagre-dactie compleet onverwachts op bezoek bij Bart van Mervennée. We hebben hem niet de kans gegeven om op te ruimen, maar helaas voor ons viel het erg mee met de rommel.

Vertel eens iets over jezelf.Mijn naam is Bart van Mervennée, 23 jaar oud en ik ben momenteel bezig met de master Fiscale Economie. Ik ben in Gouda opgegroeid en woon inmiddels alweer een behoorlijke tijd in Rotterdam. Toen ik begon met studeren, heb ik mij ingeschreven voor de studie Economie en Bedrijfseconomie. Ik merkte toen al de studie Fiscale Economie op, maar ik heb eerst overlegd met een studieadviseur en die gaf aan dat ik later altijd nog kon switchen omdat het eerste jaar bij beide studies precies overeen kwam. Tijdens het vak Fiscale Economie na het eerste college van professor Stevens was het voor mij meteen duidelijk; ik heb toen besloten om naast deze studie te kiezen voor Fiscale

Economie, omdat het een interessante studie is met een hybride karakter. Zowel de economische als de juridische aspecten spreken mij erg aan. Op deze studie ligt inmiddels mijn focus aangezien ik in de fi scale wereld absoluut verder wil gaan.

Zou je meer kunnen vertellen over je activiteiten naast je studie?Afgelopen jaar ben ik voorzitter geweest van de LOF-commissie (bestuur Stichting LOF-congres 2010). Op 1 oktober 2010 hebben wij het LOF-congres in Rotterdam georganiseerd. Ook ben ik nog steeds actief bij SBR, al staat dit momenteel op een lager pitje omdat mijn focus momenteel meer op de studie ligt. Hiervoor heb ik onder meer het bestuur van de R.F.V. Christiaanse-Taxateur gedaan en heb ik veel gewerkt als student-assistent en verscheidene commissies gedaan. Verder wil ik dit jaar ook mijn vliegbrevet eindelijk halen. Hiervoor moet ik alleen nog voldoende

vlieguren maken en het theorie-examen halen.

Hoe bevalt het om op jezelf te wonen?Dat bevalt zeker goed. Ik woon liever op m’n zelf dan thuis. Het voordeel van deze kamer is dat ik niet al

te ver van de universiteit woon en dichtbij het studentenleven ben. Hier in Rotterdam is er ook veel meer te beleven dan thuis.

In welke buurt woon je in Rotterdam en hoe ben je daar terecht gekomen?Ik woon min of meer naast de Euromast. De toenmalige kamergenoot van mijn bestuursgenoot ging verhuizen en daardoor kwam hier een kamer vrij. Hij vroeg toen of ik hier wilde wonen en dat leek mij wel wat gezien we tijdens het bestuursjaar goede vrienden zijn geworden.

Hoeveel bedraagt de huur per maand en wonen er allemaal studenten in het pand?Hier wonen niet alleen maar studenten. Het pand is bestemd voor volgens mij min of meer sociale verhuur; er wonen jonge gezinnen en studenten. De huur bedraagt om en nabij € 350,-- per maand inclusief gas, water en licht. Verder komt er nog € 30,-- parkeergeld bij om hier achter het hek op het eigen terrein te kunnen parkeren. Dat is wel riant.

Werk je al bij een fi scaal advieskantoor?Ik ben momenteel bij Deloitte werkzaam voor 1 dag in de week: het zogenoemde Ideale Bijbaanconcept. Ik loop gedurende een periode van 9 weken verschillende afdelingen van Deloitte af en leer zo het bedrijf en de verscheidene disciplines binnen tax erg goed kennen. Inmiddels heb ik op crossboarder tax (internationaal/vennootschapsbelasting), douane, vastgoed en het wetenschappelijk bureau gewerkt.

Hoe zie je jezelf over 10 jaar?Over 10 jaar werk ik als het goed is bij een groot fi scaal advieskantoor in Rotterdam. Een andere mogelijkheid die ik graag voor ogen zie, is dat ik in het buitenland werk (en resideer) voor de rest van mijn leven. Dit moet privé natuurlijk dan wel mogelijk zijn.

Thuis bij…...Bart van Mervennée

Paspoort

Naam: Bart van Mervennée Opleiding: Fiscale Economie Leeftijd: 23 jaar Favoriete fi lm & pizza: Die Fälscher & Peperoni Fiscale tip: Blijven denken, want alles is mogelijk!

Belastingadviseur en beroepsethiek Henk Koller1

1 Voorzitter van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

Page 37: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

36 deAANSLAG! Thuis bij37deAANSLAG!De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

‘Ethiek is de keuze tussen korte en lange

termijn.’ Zo formuleerde een bestuurslid van de

NOB het eens. Hij bedoelde dat de NOB-leden

er uiteindelijk altijd zelf belang bij hebben om

zich te houden aan de regels die het lidmaat-

schap van hun beroepsvereniging ze oplegt.

Stel dat een cliënt een NOB-lid vraagt om mee te werken aan on-wettige activiteiten, bijvoorbeeld het opzettelijk indienen van een onjuiste aangifte. Als het lukt zit er voor de adviseur ook een extraatje aan vast, zo luidt het voorstel. De adviseur die voor deze verleiding – een fi scaal misdrijf! – bezwijkt, tekent daarmee eigenlijk zijn eigen beroepsmatige doodvonnis. Het zal waarschijnlijk niet bij deze ene actie blijven, en bijna onvermijdelijk zal er op enig moment iets van zijn frauduleuze bemoeienissen naar buiten komen. Dan zal hij in een NOB-tuchtrechtprocedure terecht komen en – na gebleken juistheid van de ten laste gelegde feiten – uit het lidmaatschap worden gezet. Kortom: einde verhaal.

Even iets over de historische achtergrond van deze situatie. De NOB heeft sinds haar oprichting in 1954 het beroep van belastingadviseur zoveel mogelijk vrij willen houden van overheidsbemoeienis. Dat is tot nu toe grotendeels gelukt, maar het betekende wel dat veel ener-gie moest worden gestopt in het opbouwen en handhaven van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en van een adequate cliëntenbe-scherming. Dat hebben we, vind ik, door de jaren heen goed gedaan. We hebben een uitgebreid Reglement Beroepsuitoefening, waarvan artikel 1 luidt: ‘Een lid is gehouden zijn werkzaamheden op een eerlij-ke, zorgvuldige en behoorlijke wijze te verrichten, zich te houden aan wet- en regelgeving en zich verder te onthouden van al wat overigens in strijd is met de eer en waardigheid van het beroep.’ Duidelijke grenzen dus, die aangeven dat NOB-leden zich voortdurend moeten afvragen of de aard en inhoud van de gevraagde dienstverlening zich verdragen met de opgelegde en aanvaarde verplichtingen.

Ik noemde al onze tuchtrechtspraak. Die is in eerste instantie in han-den van de Raad van Tucht. Tegen een uitspraak is beroep mogelijk

bij de Raad van Beroep. De voorzitters, plaatsvervangend voorzitters en griffi ers van zowel de Raad van Tucht als de Raad van Beroep zijn geen lid van de NOB. Ze voldoen allemaal aan de vereisten voor benoembaarheid in de Nederlandse rechterlijke macht en zijn met enige bij de wet ingestelde rechtspraak belast of belast geweest. Klachten over NOB-leden kunnen worden ingediend door cliënten, andere personen (mits die een belang hebben), NOB-leden, het NOB-bestuur en door de Directeur-generaal van de Belastingdienst. Het aantal klachten is door de jaren heen laag: gemiddeld tussen de vijf-tien en twintig per jaar. Niet slecht, vind ik, voor een beroepsvereni-ging met meer dan 4700 leden die bij elkaar vele duizenden cliënten bedienen. Waarbij ik nog aanteken dat de klachten maar in hoogst uitzonderlijke gevallen over vermeende fraude gaan.

Ik moet eraan toevoegen dat ook de wetgever in de loop der jaren strenger is geworden. Zo moeten wij bijvoorbeeld op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en fi nancieren van terrorisme (Wwft) bij elke nieuwe cliënt een uitvoerig antecedentenonderzoek instellen. Iemand out of the blind accepteren is er niet bij. Verder zijn we wet-telijk verplicht zogenoemde ‘ongebruikelijke transacties’ te melden bij een daarvoor ingesteld meldpunt. Denk onder meer aan transacties die niet bij de normale bedrijfsvoering van een cliënt horen of waarbij veel contant geld wordt gebruikt. Verder kunnen we sinds 1 juli 2009 op grond van de vierde tranche Algemene wet bestuursrecht een bestuur-lijke boete opgelegd krijgen voor het als ‘medepleger’ doen van onjuiste aangifte. En zeker niet in de laatste plaats moeten we niet vergeten dat veruit de meeste NOB-leden werken bij kantoren die er zelf nauwgezet op toezien dat hun werknemers niet adviseren over onwettige activi-teiten. Ook door deze ontwikkelingen is de kans dat een NOB-lid zich inlaat met frauduleuze praktijken zeer klein.

De vraag is natuurlijk ook: wat doen wij om onze nieuwe leden de NOB-mores op dit gebied bij te brengen? Al in de eendaagse Algemene Introductie die alle aspirant-leden – jaarlijks verwelkomen we er rond de 300 – moeten volgen is ruimte gereserveerd voor een debat over ‘beroepsethiek’. Dat wordt gevoerd aan de hand van stel-lingen, waarvan ik als voorbeeld geef: ‘Het legaliteitsbeginsel is de enige beperking in het handelen van de belastingadviseur.’ We zijn er dus vroeg bij.

Deze keer ging de Aanslagre-dactie compleet onverwachts op bezoek bij Bart van Mervennée. We hebben hem niet de kans gegeven om op te ruimen, maar helaas voor ons viel het erg mee met de rommel.

Vertel eens iets over jezelf.Mijn naam is Bart van Mervennée, 23 jaar oud en ik ben momenteel bezig met de master Fiscale Economie. Ik ben in Gouda opgegroeid en woon inmiddels alweer een behoorlijke tijd in Rotterdam. Toen ik begon met studeren, heb ik mij ingeschreven voor de studie Economie en Bedrijfseconomie. Ik merkte toen al de studie Fiscale Economie op, maar ik heb eerst overlegd met een studieadviseur en die gaf aan dat ik later altijd nog kon switchen omdat het eerste jaar bij beide studies precies overeen kwam. Tijdens het vak Fiscale Economie na het eerste college van professor Stevens was het voor mij meteen duidelijk; ik heb toen besloten om naast deze studie te kiezen voor Fiscale

Economie, omdat het een interessante studie is met een hybride karakter. Zowel de economische als de juridische aspecten spreken mij erg aan. Op deze studie ligt inmiddels mijn focus aangezien ik in de fi scale wereld absoluut verder wil gaan.

Zou je meer kunnen vertellen over je activiteiten naast je studie?Afgelopen jaar ben ik voorzitter geweest van de LOF-commissie (bestuur Stichting LOF-congres 2010). Op 1 oktober 2010 hebben wij het LOF-congres in Rotterdam georganiseerd. Ook ben ik nog steeds actief bij SBR, al staat dit momenteel op een lager pitje omdat mijn focus momenteel meer op de studie ligt. Hiervoor heb ik onder meer het bestuur van de R.F.V. Christiaanse-Taxateur gedaan en heb ik veel gewerkt als student-assistent en verscheidene commissies gedaan. Verder wil ik dit jaar ook mijn vliegbrevet eindelijk halen. Hiervoor moet ik alleen nog voldoende

vlieguren maken en het theorie-examen halen.

Hoe bevalt het om op jezelf te wonen?Dat bevalt zeker goed. Ik woon liever op m’n zelf dan thuis. Het voordeel van deze kamer is dat ik niet al

te ver van de universiteit woon en dichtbij het studentenleven ben. Hier in Rotterdam is er ook veel meer te beleven dan thuis.

In welke buurt woon je in Rotterdam en hoe ben je daar terecht gekomen?Ik woon min of meer naast de Euromast. De toenmalige kamergenoot van mijn bestuursgenoot ging verhuizen en daardoor kwam hier een kamer vrij. Hij vroeg toen of ik hier wilde wonen en dat leek mij wel wat gezien we tijdens het bestuursjaar goede vrienden zijn geworden.

Hoeveel bedraagt de huur per maand en wonen er allemaal studenten in het pand?Hier wonen niet alleen maar studenten. Het pand is bestemd voor volgens mij min of meer sociale verhuur; er wonen jonge gezinnen en studenten. De huur bedraagt om en nabij € 350,-- per maand inclusief gas, water en licht. Verder komt er nog € 30,-- parkeergeld bij om hier achter het hek op het eigen terrein te kunnen parkeren. Dat is wel riant.

Werk je al bij een fi scaal advieskantoor?Ik ben momenteel bij Deloitte werkzaam voor 1 dag in de week: het zogenoemde Ideale Bijbaanconcept. Ik loop gedurende een periode van 9 weken verschillende afdelingen van Deloitte af en leer zo het bedrijf en de verscheidene disciplines binnen tax erg goed kennen. Inmiddels heb ik op crossboarder tax (internationaal/vennootschapsbelasting), douane, vastgoed en het wetenschappelijk bureau gewerkt.

Hoe zie je jezelf over 10 jaar?Over 10 jaar werk ik als het goed is bij een groot fi scaal advieskantoor in Rotterdam. Een andere mogelijkheid die ik graag voor ogen zie, is dat ik in het buitenland werk (en resideer) voor de rest van mijn leven. Dit moet privé natuurlijk dan wel mogelijk zijn.

Thuis bij…...Bart van Mervennée

Paspoort

Naam: Bart van Mervennée Opleiding: Fiscale Economie Leeftijd: 23 jaar Favoriete fi lm & pizza: Die Fälscher & Peperoni Fiscale tip: Blijven denken, want alles is mogelijk!

Belastingadviseur en beroepsethiek Henk Koller1

1 Voorzitter van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

Page 38: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

38 deAANSLAG! Column Walewein

Deze informatie wil ik graag koppelen aan vraag die ik na 4 jaar studeren nog steeds niet heb weten te beantwoorden: waarom gaan mensen fi scaal recht of fi scale eco-nomie studeren? Ik vind de fi scale studies de meest fascinerende van allemaal. Veel specifi eker en op één onderwerp gericht kom je het niet tegen en toch hoeft nie-mand van de fi scale studenten zich zorgen te maken over werkgelegenheid. Ik hoor geneeskunde studenten wel eens claimen dat ze de meest stabiele studie hebben gekozen, want mensen zullen toch altijd wel ziek worden, maar dat is niet helemaal waar. Want één ding weet ik zeker; de dag dat wij alle ziektes hebben uitgeband, be-taal ik nog steeds belasting. Ik besloot het bekende rijtje er eens bij te halen. Macht kan het niet zijn, want hoewel fi scalisten een bepaalde autonomie hebben, ben ik de eerste CEO afkomstig uit de fi scale wereld nog niet tegen gekomen. Prestige, dat is er

natuurlijk tot op een zekere hoogte, want een fi scalist kan iets wat de rest niet kan. Maar daar ligt ook gelijk het probleem want het meeste van wat hij doet, wordt door de rest van de wereld niet begrepen. Seks: ik denk niet zoals de rest van Nederland dat fi scalisten nooit seks hebben, maar naast een paar woordgrappen met “ aftrekposten” wordt het soepele fi scalisten verhaal toch niet als het meest opwindend beschouwd. Dus moet het geld zijn. Hoewel fi scalisten een bijzonder lekker startsalaris hebben, zal je nooit heel rijk worden van het fi scale beroep, want het fi scalisten kunstje blijft er eentje van geld besparen voor bedrijven, dus er zal altijd een limiet zitten aan de verdiensten van fi scalisten.

Nu zijn we bijna aangekomen bij het punt, dat onze in het begin geïntroduceerde universele regel niet voor fi scalisten geldt. Je zou jezelf bijna afvragen of fi scalisten

wel menselijk zijn?! Totdat ik laatst een stuk las met dezelfde titel als hierboven en het antwoord mij te binnen schoot. Want in onze vorige analyse hebben we één denkfout gemaakt. Het hoeft namelijk niet per se één van de vier redenen te zijn. Het is de groep samen, dat de fi scalisten trekt. Een lekker startsalaris is altijd leuk, ook zal je er nooit een miljoen mee verdienen. Een kunstje kunnen dat de rest niet kan is zeker mooi, ook al begrijpen ze rest het maar half. En ook al wordt je geen CEO door een fi scale studie, je hebt als fi scalist in ieder geval geen vervelende CEO die elke keer over je schouder mee kijkt en zich overal mee bemoeit. Dat allemaal gecombineerd met seks tussen de AWR-bundels en je hebt als fi scalist de groep van motivators compleet. Het is dus het gehele pakket.

En nu je als lezer aan het einde van dit ver-haal bent gekomen en jezelf afvraagt waar de titel toch op slaat, wil ik je dit meegeven: terwijl je als professional langs de meeste artikelen van dit blad hebt gebladerd, stond je waarschijnlijk toch even stil bij deze titel. En dat bevestigd dat één van de vier moti-vators toch je interesse heeft gewekt. Dan kunnen we slecht concluderen dat ook de fi scalisten heel menselijk gedrag vertonen.

Walewein

GroepsseksEr is veel onderzoek gedaan naar wat mensen motiveert én wat niet. Macht, prestige, seks en geld; dit zijn natuur-

lijk de meest bekende motivators. Het bijzondere aan dit rijtje is dat het altijd

voor alles en iedereen geldt. Als je er over nadenkt zijn er bizar weinig theorieën die zo universeel zijn als het bovengenoemde rijtje. Zelfs zaken als belasting niet en ook de zwaar-tekracht blijkt aan de randen van ons universum anders te reageren. Toch leuk dat we dan de menselijke drijfveren wel kennen.

De oplossing van de kruiswoordpuzzel was: Diesfeest

Bart Hesdahl is de gelukkige winnaar en de Aanslagredactie heeft Bart mogen verblijden met een diner voor twee inclusief een fl es wijn bij Bar Elit.

Bart is een masterstudent Fiscale Economie en tevens actief lid bij de studievereniging als skireiscommissielid.

Prijswinnaar Aanslag 1 bekend!

Je bent derde- of vierdejaars rechtenstudent en je hebt ambitie. Dan schrijf je je in

voor de vijfdaagse Masterclass van 10 tot en met 16 mei 2011 op ons kantoor in

New York. Want daar pak je tijdens workshops samen met ons zaken aan binnen

een breed scala van rechtsgebieden en leer je onze internationale rechtspraktijk beter kennen. En natuurlijk laat je de stad zelf ook niet links liggen.

Kortom, net als vorig jaar, vijf dagen ‘work hard, play hard’ in New York. Schrijf je voor 14 maart 2011 in via onze website www.werkenbijstibbe.nl

STBB2NY

STI003-32_STBB2NY_Appel_A4.indd 1 29-11-2010 10:10:26

Page 39: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

38 deAANSLAG! Column Walewein

Deze informatie wil ik graag koppelen aan vraag die ik na 4 jaar studeren nog steeds niet heb weten te beantwoorden: waarom gaan mensen fi scaal recht of fi scale eco-nomie studeren? Ik vind de fi scale studies de meest fascinerende van allemaal. Veel specifi eker en op één onderwerp gericht kom je het niet tegen en toch hoeft nie-mand van de fi scale studenten zich zorgen te maken over werkgelegenheid. Ik hoor geneeskunde studenten wel eens claimen dat ze de meest stabiele studie hebben gekozen, want mensen zullen toch altijd wel ziek worden, maar dat is niet helemaal waar. Want één ding weet ik zeker; de dag dat wij alle ziektes hebben uitgeband, be-taal ik nog steeds belasting. Ik besloot het bekende rijtje er eens bij te halen. Macht kan het niet zijn, want hoewel fi scalisten een bepaalde autonomie hebben, ben ik de eerste CEO afkomstig uit de fi scale wereld nog niet tegen gekomen. Prestige, dat is er

natuurlijk tot op een zekere hoogte, want een fi scalist kan iets wat de rest niet kan. Maar daar ligt ook gelijk het probleem want het meeste van wat hij doet, wordt door de rest van de wereld niet begrepen. Seks: ik denk niet zoals de rest van Nederland dat fi scalisten nooit seks hebben, maar naast een paar woordgrappen met “ aftrekposten” wordt het soepele fi scalisten verhaal toch niet als het meest opwindend beschouwd. Dus moet het geld zijn. Hoewel fi scalisten een bijzonder lekker startsalaris hebben, zal je nooit heel rijk worden van het fi scale beroep, want het fi scalisten kunstje blijft er eentje van geld besparen voor bedrijven, dus er zal altijd een limiet zitten aan de verdiensten van fi scalisten.

Nu zijn we bijna aangekomen bij het punt, dat onze in het begin geïntroduceerde universele regel niet voor fi scalisten geldt. Je zou jezelf bijna afvragen of fi scalisten

wel menselijk zijn?! Totdat ik laatst een stuk las met dezelfde titel als hierboven en het antwoord mij te binnen schoot. Want in onze vorige analyse hebben we één denkfout gemaakt. Het hoeft namelijk niet per se één van de vier redenen te zijn. Het is de groep samen, dat de fi scalisten trekt. Een lekker startsalaris is altijd leuk, ook zal je er nooit een miljoen mee verdienen. Een kunstje kunnen dat de rest niet kan is zeker mooi, ook al begrijpen ze rest het maar half. En ook al wordt je geen CEO door een fi scale studie, je hebt als fi scalist in ieder geval geen vervelende CEO die elke keer over je schouder mee kijkt en zich overal mee bemoeit. Dat allemaal gecombineerd met seks tussen de AWR-bundels en je hebt als fi scalist de groep van motivators compleet. Het is dus het gehele pakket.

En nu je als lezer aan het einde van dit ver-haal bent gekomen en jezelf afvraagt waar de titel toch op slaat, wil ik je dit meegeven: terwijl je als professional langs de meeste artikelen van dit blad hebt gebladerd, stond je waarschijnlijk toch even stil bij deze titel. En dat bevestigd dat één van de vier moti-vators toch je interesse heeft gewekt. Dan kunnen we slecht concluderen dat ook de fi scalisten heel menselijk gedrag vertonen.

Walewein

GroepsseksEr is veel onderzoek gedaan naar wat mensen motiveert én wat niet. Macht, prestige, seks en geld; dit zijn natuur-

lijk de meest bekende motivators. Het bijzondere aan dit rijtje is dat het altijd

voor alles en iedereen geldt. Als je er over nadenkt zijn er bizar weinig theorieën die zo universeel zijn als het bovengenoemde rijtje. Zelfs zaken als belasting niet en ook de zwaar-tekracht blijkt aan de randen van ons universum anders te reageren. Toch leuk dat we dan de menselijke drijfveren wel kennen.

De oplossing van de kruiswoordpuzzel was: Diesfeest

Bart Hesdahl is de gelukkige winnaar en de Aanslagredactie heeft Bart mogen verblijden met een diner voor twee inclusief een fl es wijn bij Bar Elit.

Bart is een masterstudent Fiscale Economie en tevens actief lid bij de studievereniging als skireiscommissielid.

Prijswinnaar Aanslag 1 bekend!

Je bent derde- of vierdejaars rechtenstudent en je hebt ambitie. Dan schrijf je je in

voor de vijfdaagse Masterclass van 10 tot en met 16 mei 2011 op ons kantoor in

New York. Want daar pak je tijdens workshops samen met ons zaken aan binnen

een breed scala van rechtsgebieden en leer je onze internationale rechtspraktijk beter kennen. En natuurlijk laat je de stad zelf ook niet links liggen.

Kortom, net als vorig jaar, vijf dagen ‘work hard, play hard’ in New York. Schrijf je voor 14 maart 2011 in via onze website www.werkenbijstibbe.nl

STBB2NY

STI003-32_STBB2NY_Appel_A4.indd 1 29-11-2010 10:10:26

Page 40: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

40 deAANSLAG! 41deAANSLAG!Artikel Jacobs en ZoutmanArtikel Jacobs en Zoutman

ken naar het buitenland (met name België) en deze optie lijkt in landen met een minder open economie lastiger. Ook Caminada’s argument dat de samenstelling van rijke belasting-betalers anders is dan in het buitenland is niet overtuigend. Hij levert wederom geen empirisch bewijs voor deze stelling. Maar zelfs als het zou kloppen, dan roept dit de vraag of waarom Nederland zo weinig mobiele rijke belastingbetalers heeft. Zou dit misschien kunnen komen door de hoge toptarieven in Nederland? Juist omdat we niet zeker weten hoe sterk de hoogste inkomensgroepen reage-ren op de hoogte van het toptarief, maken we een conservatieve aanname over de gedrag-seffecten bij de hoge inkomensgroepen. We hanteren elasticiteiten die véél lager liggen dan de elasticiteiten die normaliter worden gevonden. Caminada geeft geen flinter empi-risch bewijs dat deze elasticiteiten desondanks nog te laag zouden zijn.

Het tweede verwijt van Caminada luidt: “De optimale belastingtheorie neemt te sterke aannames en is daarom niet geschikt om dit onderwerp te analyseren.”

Dit verwijt mist naar onze opvatting eveneens iedere grond. Wereldwijd lijken de meeste academici en beleidsmakers overtuigd van het belang van de bijdrage van optimale belastingtheorie aan het fiscale beleid. Zo won James Mirrlees in 1996 de Nobelprijs op basis van zijn bijdrage aan de optimale belasting-theorie. Emmanuel Saez won in 2009 de John Bates Clark Medal vanwege zijn bijdrage aan de optimale belastingtheorie. Deze prijs wordt eens in de twee jaar uitgereikt aan de beste Amerikaanse econoom onder de 40. Dit najaar is door de Institute of Fiscal Studies de Mirrlees Review uitgebracht waarin het gehele Britse fiscale systeem met behulp van optimale belas-tingtheorie wordt geëvalueerd. Kortom, de invloed van optimale belastingtheorie op het fiscale beleid is waarschijnlijk groter dan ooit.

Natuurlijk kun je nog steeds mening verschil-len over de toepasbaarheid van de optimale belastingtheorie op het fiscale beleid in het algemeen en het toptarief in het bijzonder. Uit Saez (2001, sectie 3) blijkt echter dat geen enkele aanname betreffende de werking van de economie nodig is om de formule van het opbrengstmaximaliserende belastingtarief af te leiden. Het is een kwestie van ‘Newto-niaanse mechanica’: voor de bepaling van

het opbrengstmaximaliserende toptarief zijn alleen de elasticiteiten en de Pareto-parameter vereist. Indien men het eens kan worden over de elasticiteiten en de Pareto-parameter, dan staat ook het opbrengstmaximaliserende top-tarief vast. Kortom, wie niet gelooft in de toe-pasbaarheid van optimale belastingtheorie als geheel, heeft daarmee nog geen argument om ons resultaat over het toptarief af te wijzen.

Tabel 1: Optimale toptarieven Inkomenselasticiteit 0.20 Inkomenselasticiteit 0.10 Inkomenselasticiteit 0.00

Ongecompenseerde elasticiteit Ongecompenseerde elasticiteit Ongecompenseerde elasticiteit

0.10 0.20 0.30 0.10 0.20 0.30 0.10 0.20 0.30

Pareto- Gecompenseerde elasticiteit Gecompenseerde elasticiteit Gecompenseerde elasticiteit

parameter 0.30 0.40 0.50 0,10 0.30 0.40 0.10 0.20 0.30

3.00 59% 50% 43% 67% 56% 48% 77% 63% 53%

3.25 56% 48% 41% 65% 53% 45% 75% 61% 51%

3.5 54% 45% 39% 63% 51% 43% 74% 59% 49%

Tabel 1 vat de belangrijkste resultaten uit Jacobs en Zoutman (2010) samen. Dikgedrukt staat het opbrengstmaximaliserende tarief dat ons op basis van conservatieve aannames betreffende de elasticiteit het meest realistisch lijkt. Dit opbrengstmaximaliserende effectieve tarief is 53 procent. Het toptarief in de inkom-stenbelasting is op dit moment 52 procent. Om het effectieve toptarief in Nederland te bepalen moet het effect van indirecte belas-tingen zoals BTW en accijnzen hierbij worden opgeteld. Aan de andere kant zorgt de hypo-theekrenteaftrek juist voor een lager effectief tarief omdat de betaalde rente van het belast-baar inkomen mag worden afgetrokken. Wij veronderstellen dat het effect van de indirecte belastingen ongeveer gelijk is aan het effect van de hypotheekrenteaftrek. Dit betekent dat het effectieve tarief in Nederland ook ongeveer 52 procent is. Het huidige toptarief is vrijwel gelijk aan het opbrengstmaximaliserende tarief. Deze conclusie trekken wij op basis van conservatieve aannames. Een verhoging naar 55 of 60 procent zoals door Caminada wordt voorgesteld leidt dus tot lagere belastingop-brengsten.

Literatuur• Koen C.L.J. Caminada 2010, “Discussie: Topta-

rief te hoog of niet?” In: De Aanslag, jaargang 20, nummer 1, 2010/2011, pp. 28-29.

• Christopher Heady 2010, “Trends in Top Incomes and Income Inequality and their implications for Tax Policy”, OECD CTPA/CFA/WP(2010)6.

• Bas Jacobs 2008, De Prijs van Gelijkheid,

Amsterdam: Bert Bakker• Bas Jacobs 2010, “Een Economische Ana-

lyse van een Optimaal Belastingstelsel voor Nederland”, Essay Studiecommissie Belastingstelsel, Den Haag: Ministerie van Financiën.

• Bas Jacobs en Zoutman, Floris T. 2010, “Hoger Toptarief leidt tot lagere belastingopbrengs-ten”, Economische Statistische Berichten vol.

95 pp. 328-331.• Costas Meghir en Philips, David 2010,

“Labour Supply and Taxes”, In: The Mirrlees Review reforming the Tax System for the 21st Century: Dimensions of Tax Design Chapter 3 pp. 202-274 Oxford: Oxford Univer-sity Press.

• Emmanuel Saez 2001, “Using Elasticities to derive Optimal Income Tax Rates”, Review of Economic Studies vol 68 pp. 205-229.

• Emmanuel Saez, Slemrod, Joel en Giertz, Seth H. 2010, “The Elasticity of Taxable Income with Respect to the Marginal Tax Rates: A Critical Review”, Journal of Economic Litera-ture (Op het moment van schrijven nog niet gepubliceerd).

Het opbrengstmaximaliserende toptarief is afhankelijk van drie ingrediënten: de inkomensconcentratie bij de inkomens in de hoogste schijf, de gecompenseerde elasticiteit van de belastinggrondslag en de inkomense-lasticiteit van het belastbaar inkomen.

InkomensconcentratieHoe sterker het inkomen is geconcentreerd bij de hoogste inkomens, hoe meer een verhoging van het toptarief oplevert. Er zijn immers meer huishoudens die meebetalen in de hoogste schijf. De inkomensconcentratie kan worden samengevat in één parameter als de top van de inkomensverdeling zich laat beschrijven door de Pareto-verdeling, hetgeen in Neder-land het geval is. Hoe hoger de inkomenscon-centratie hoe lager de Pareto-parameter. Op basis van Nederlandse data schatten wij de Pareto-parameter zeer precies tussen 3,18 en 3,35 afhankelijk van de inkomensdefinitie die we gebruiken.2 Dit betekent dat inkomenscon-centratie in Nederland relatief laag is.3,4

Gecompenseerde elasticiteit en inko-menselasticiteitEen belastingverhoging roept gedragsreacties op. Mensen kunnen bijvoorbeeld reageren door minder te gaan werken, belasting te ont-duiken of te ontwijken, minder te investeren in menselijk kapitaal, te migreren, enzovoorts. Hoe groter de gedragseffecten hoe lager het opbrengstmaximaliserende tarief. Dit effect wordt door economen opgesplitst in een gecompenseerd effect en een inkomenseffect.Door de belastingverhoging wordt de netto beloning voor arbeid lager. Huishoudens hebben daardoor minder prikkel om te gaan werken en meer prikkels belasting te ontwij-ken. Het belastbaar inkomen neemt door dit gecompenseerde effect af.

Aan de andere kant worden mensen armer door de belastingverhoging. Dit zorgt er juist

voor dat ze meer gaan werken zolang vrije tijd een normaal goed is. Het belastbaar inkomen neemt door het inkomenseffect juist toe. Het verschil tussen deze twee effecten op een belastingverhoging is het ongecompenseerde effect. Omdat het gecompenseerde effect empirisch groter is dan het inkomenseffect is het ongecompenseerde effect positief. De gecompenseerde elasticiteit meet de procentuele vermindering in belastbaar inkomen bij een toename van het marginale belastingtarief met 1 procent. De inkomense-lasticiteit meet de procentuele toename van het belastbaar inkomen als gevolg van een toename van het inkomen met 1 procent. De ongecompenseerde elasticiteit is het verschil van deze twee elasticiteiten.Onderstaande formule geeft het opbrengst-maximaliserende toptarief5:

ηε −+=

In deze formule is T’ het marginale toptarief, a de Pareto-parameter, ε de gecompenseerde elasticiteit en η de inkomenselasticiteit.

Empirische elasticiteitenHelaas zijn er voor Nederland geen studies beschikbaar over de hoogte van de (on)gecom-penseerde elasticiteit van het belastbare inkomen. Studies uit vele andere ontwik-kelde landen zijn samengevat in de recente overzichtstudies van Meghir and Phillips (2010, p. 268-269, tabel 3C.7) en Saez et al. (2010). De conclusie die hieruit kan worden getrokken is dat de gemiddelde ongecompenseerde elasti-citeit van het belastbare inkomen rond de 0,25 ligt. De inkomenselasticiteit ligt waarschijnlijk tussen de 0 en 0,2.1. Dit betekent dat de gecom-penseerde elasticiteit tussen de 0,25 en de 0,45 ligt. Daarnaast concluderen beide artikelen dat de elasticiteit van belastbaar inkomen bij hoge inkomens waarschijnlijk een stuk hoger

is. Dit betekent in feite dat we voor topinko-mens een hogere elasticiteit zouden moeten gebruiken. In Jacobs en Zoutman (2010) gaan we uit van een ongecompenseerde elasticiteit van 0,2 een inkomenselasticiteit van 0,1 en dus een gecompenseerde elasticiteit van 0,3. Deze aannames zijn dus bijzonder conservatief (lees: laag).

Caminada verwijt ons onjuiste waarden te hanteren voor de elasticiteiten. Hij schrijft: “Jacobs en Zoutman gebruiken verouderde elasticiteiten die niet op Nederland van toepassing zijn. De oudere studies overschat-ten de elasticiteit. Bovendien is de elasticiteit in Nederland waarschijnlijk laag omdat de belastingcode weinig mogelijkheden voor ontwijking toestaat en omdat er relatief veel senioren en ambtenaren in de hoogste inko-mensgroep vallen.”

Dit verwijt is niet terecht. De belangrijkste bron voor onze elasticiteiten is Saez et al. (2010) en deze studie is in december 2010 gepubliceerd in het belangrijkste tijdschrift voor overzichtstudies: The Journal of Economic Literature. Er bestaat geen recenter gepubli-ceerd werk.

De vraag of deze elasticiteiten op Nederland van toepassing zijn is lastig te beantwoorden aangezien er geen empirische studie voor Nederland is. De observaties van Caminada dat de belastinggrondslag na de tariefsverla-ging van de Belastingherziening 2001 niet is toegenomen bewijzen niets aangezien een econometrische analyse ontbreekt, die deze stelling kan onderbouwen.

Wij zijn het gedeeltelijk met Caminada eens dat belastingontwijking via fiscaal trapeze-werk in Nederland lastiger zou kunnen zijn dan in vele andere landen. Aan de andere kant is het in Nederland emakkelijk om uit te wij-

Het toptarief verhogen werkt niet!Prof. dr. B. Jacobs & F.T. Zoutman1

In de vorige uitgave van de aanslag bekritiseerde Koen Caminada (2010) de conclusie van ons artikel over het toptarief dat is uitgebracht in de Economische en Statistische Berichten (ESB) van 28 mei 2010. In het ESB artikel wordt berekend welk tarief in de hoogste schijf van de inkomstenbelasting de overheidsopbrengsten maximaliseert. We concluderen dat we op dit moment op de top van de Laffer-curve zitten en dat een verhoging daarom leidt tot lagere belastingopbrengsten. In deze bijdrage betogen wij dat de kritiek van Caminada geen hout snijdt en dat verhoging van het toptarief niet werkt.

1 Prof. dr. B. Jacobs is als docent verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dhr. F.T. Zoutman is assistent in opleiding aan de Erasmus Universi-teit onder begeleiding van dhr. Jacobs.

2 In Jacobs en Zoutman (2010) meldden wij abusievelijk een Pareto-parameter van 4,25. Dit kwam door een verkeerde interpretatie van onze schattingsresultaten. Als gevolg daarvan is het optimale toptarief in dit artikel iets hoger, maar de belangrijkste conclusies blijven overeind. In Jacobs (2008, 2010) wordt een schatting van 3,5 gehanteerd volledig in lijn met dit artikel.

3 Zie voor meer informatie Jacobs en Zoutman (2010)

4 In Heady (2010) wordt aangetoond dat de Neder-landse inkomensconcentratie het laagste is van alle 16 OESO landen vermeldt in de studie.

5 In het Jacobs en Zoutman (2010) richten wij ons op het welvaartsmaximaliserende toptarief. In dat geval is het tarief ook afhankelijk van het wel-vaartsgewicht dat wordt gegeven aan de rijkste huishoudens. Onder normale sociale preferenties is het opbrengstmaximaliserende tarief altijd min-stens zo hoog als het welvaartsmaximaliserende tarief.

6 Zie voor een veel uitgebreider overzicht Jacobs en Zoutman (2010).

Page 41: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

40 deAANSLAG! 41deAANSLAG!Artikel Jacobs en ZoutmanArtikel Jacobs en Zoutman

ken naar het buitenland (met name België) en deze optie lijkt in landen met een minder open economie lastiger. Ook Caminada’s argument dat de samenstelling van rijke belasting-betalers anders is dan in het buitenland is niet overtuigend. Hij levert wederom geen empirisch bewijs voor deze stelling. Maar zelfs als het zou kloppen, dan roept dit de vraag of waarom Nederland zo weinig mobiele rijke belastingbetalers heeft. Zou dit misschien kunnen komen door de hoge toptarieven in Nederland? Juist omdat we niet zeker weten hoe sterk de hoogste inkomensgroepen reage-ren op de hoogte van het toptarief, maken we een conservatieve aanname over de gedrag-seffecten bij de hoge inkomensgroepen. We hanteren elasticiteiten die véél lager liggen dan de elasticiteiten die normaliter worden gevonden. Caminada geeft geen flinter empi-risch bewijs dat deze elasticiteiten desondanks nog te laag zouden zijn.

Het tweede verwijt van Caminada luidt: “De optimale belastingtheorie neemt te sterke aannames en is daarom niet geschikt om dit onderwerp te analyseren.”

Dit verwijt mist naar onze opvatting eveneens iedere grond. Wereldwijd lijken de meeste academici en beleidsmakers overtuigd van het belang van de bijdrage van optimale belastingtheorie aan het fiscale beleid. Zo won James Mirrlees in 1996 de Nobelprijs op basis van zijn bijdrage aan de optimale belasting-theorie. Emmanuel Saez won in 2009 de John Bates Clark Medal vanwege zijn bijdrage aan de optimale belastingtheorie. Deze prijs wordt eens in de twee jaar uitgereikt aan de beste Amerikaanse econoom onder de 40. Dit najaar is door de Institute of Fiscal Studies de Mirrlees Review uitgebracht waarin het gehele Britse fiscale systeem met behulp van optimale belas-tingtheorie wordt geëvalueerd. Kortom, de invloed van optimale belastingtheorie op het fiscale beleid is waarschijnlijk groter dan ooit.

Natuurlijk kun je nog steeds mening verschil-len over de toepasbaarheid van de optimale belastingtheorie op het fiscale beleid in het algemeen en het toptarief in het bijzonder. Uit Saez (2001, sectie 3) blijkt echter dat geen enkele aanname betreffende de werking van de economie nodig is om de formule van het opbrengstmaximaliserende belastingtarief af te leiden. Het is een kwestie van ‘Newto-niaanse mechanica’: voor de bepaling van

het opbrengstmaximaliserende toptarief zijn alleen de elasticiteiten en de Pareto-parameter vereist. Indien men het eens kan worden over de elasticiteiten en de Pareto-parameter, dan staat ook het opbrengstmaximaliserende top-tarief vast. Kortom, wie niet gelooft in de toe-pasbaarheid van optimale belastingtheorie als geheel, heeft daarmee nog geen argument om ons resultaat over het toptarief af te wijzen.

Tabel 1: Optimale toptarieven Inkomenselasticiteit 0.20 Inkomenselasticiteit 0.10 Inkomenselasticiteit 0.00

Ongecompenseerde elasticiteit Ongecompenseerde elasticiteit Ongecompenseerde elasticiteit

0.10 0.20 0.30 0.10 0.20 0.30 0.10 0.20 0.30

Pareto- Gecompenseerde elasticiteit Gecompenseerde elasticiteit Gecompenseerde elasticiteit

parameter 0.30 0.40 0.50 0,10 0.30 0.40 0.10 0.20 0.30

3.00 59% 50% 43% 67% 56% 48% 77% 63% 53%

3.25 56% 48% 41% 65% 53% 45% 75% 61% 51%

3.5 54% 45% 39% 63% 51% 43% 74% 59% 49%

Tabel 1 vat de belangrijkste resultaten uit Jacobs en Zoutman (2010) samen. Dikgedrukt staat het opbrengstmaximaliserende tarief dat ons op basis van conservatieve aannames betreffende de elasticiteit het meest realistisch lijkt. Dit opbrengstmaximaliserende effectieve tarief is 53 procent. Het toptarief in de inkom-stenbelasting is op dit moment 52 procent. Om het effectieve toptarief in Nederland te bepalen moet het effect van indirecte belas-tingen zoals BTW en accijnzen hierbij worden opgeteld. Aan de andere kant zorgt de hypo-theekrenteaftrek juist voor een lager effectief tarief omdat de betaalde rente van het belast-baar inkomen mag worden afgetrokken. Wij veronderstellen dat het effect van de indirecte belastingen ongeveer gelijk is aan het effect van de hypotheekrenteaftrek. Dit betekent dat het effectieve tarief in Nederland ook ongeveer 52 procent is. Het huidige toptarief is vrijwel gelijk aan het opbrengstmaximaliserende tarief. Deze conclusie trekken wij op basis van conservatieve aannames. Een verhoging naar 55 of 60 procent zoals door Caminada wordt voorgesteld leidt dus tot lagere belastingop-brengsten.

Literatuur• Koen C.L.J. Caminada 2010, “Discussie: Topta-

rief te hoog of niet?” In: De Aanslag, jaargang 20, nummer 1, 2010/2011, pp. 28-29.

• Christopher Heady 2010, “Trends in Top Incomes and Income Inequality and their implications for Tax Policy”, OECD CTPA/CFA/WP(2010)6.

• Bas Jacobs 2008, De Prijs van Gelijkheid,

Amsterdam: Bert Bakker• Bas Jacobs 2010, “Een Economische Ana-

lyse van een Optimaal Belastingstelsel voor Nederland”, Essay Studiecommissie Belastingstelsel, Den Haag: Ministerie van Financiën.

• Bas Jacobs en Zoutman, Floris T. 2010, “Hoger Toptarief leidt tot lagere belastingopbrengs-ten”, Economische Statistische Berichten vol.

95 pp. 328-331.• Costas Meghir en Philips, David 2010,

“Labour Supply and Taxes”, In: The Mirrlees Review reforming the Tax System for the 21st Century: Dimensions of Tax Design Chapter 3 pp. 202-274 Oxford: Oxford Univer-sity Press.

• Emmanuel Saez 2001, “Using Elasticities to derive Optimal Income Tax Rates”, Review of Economic Studies vol 68 pp. 205-229.

• Emmanuel Saez, Slemrod, Joel en Giertz, Seth H. 2010, “The Elasticity of Taxable Income with Respect to the Marginal Tax Rates: A Critical Review”, Journal of Economic Litera-ture (Op het moment van schrijven nog niet gepubliceerd).

Het opbrengstmaximaliserende toptarief is afhankelijk van drie ingrediënten: de inkomensconcentratie bij de inkomens in de hoogste schijf, de gecompenseerde elasticiteit van de belastinggrondslag en de inkomense-lasticiteit van het belastbaar inkomen.

InkomensconcentratieHoe sterker het inkomen is geconcentreerd bij de hoogste inkomens, hoe meer een verhoging van het toptarief oplevert. Er zijn immers meer huishoudens die meebetalen in de hoogste schijf. De inkomensconcentratie kan worden samengevat in één parameter als de top van de inkomensverdeling zich laat beschrijven door de Pareto-verdeling, hetgeen in Neder-land het geval is. Hoe hoger de inkomenscon-centratie hoe lager de Pareto-parameter. Op basis van Nederlandse data schatten wij de Pareto-parameter zeer precies tussen 3,18 en 3,35 afhankelijk van de inkomensdefinitie die we gebruiken.2 Dit betekent dat inkomenscon-centratie in Nederland relatief laag is.3,4

Gecompenseerde elasticiteit en inko-menselasticiteitEen belastingverhoging roept gedragsreacties op. Mensen kunnen bijvoorbeeld reageren door minder te gaan werken, belasting te ont-duiken of te ontwijken, minder te investeren in menselijk kapitaal, te migreren, enzovoorts. Hoe groter de gedragseffecten hoe lager het opbrengstmaximaliserende tarief. Dit effect wordt door economen opgesplitst in een gecompenseerd effect en een inkomenseffect.Door de belastingverhoging wordt de netto beloning voor arbeid lager. Huishoudens hebben daardoor minder prikkel om te gaan werken en meer prikkels belasting te ontwij-ken. Het belastbaar inkomen neemt door dit gecompenseerde effect af.

Aan de andere kant worden mensen armer door de belastingverhoging. Dit zorgt er juist

voor dat ze meer gaan werken zolang vrije tijd een normaal goed is. Het belastbaar inkomen neemt door het inkomenseffect juist toe. Het verschil tussen deze twee effecten op een belastingverhoging is het ongecompenseerde effect. Omdat het gecompenseerde effect empirisch groter is dan het inkomenseffect is het ongecompenseerde effect positief. De gecompenseerde elasticiteit meet de procentuele vermindering in belastbaar inkomen bij een toename van het marginale belastingtarief met 1 procent. De inkomense-lasticiteit meet de procentuele toename van het belastbaar inkomen als gevolg van een toename van het inkomen met 1 procent. De ongecompenseerde elasticiteit is het verschil van deze twee elasticiteiten.Onderstaande formule geeft het opbrengst-maximaliserende toptarief5:

ηε −+=

In deze formule is T’ het marginale toptarief, a de Pareto-parameter, ε de gecompenseerde elasticiteit en η de inkomenselasticiteit.

Empirische elasticiteitenHelaas zijn er voor Nederland geen studies beschikbaar over de hoogte van de (on)gecom-penseerde elasticiteit van het belastbare inkomen. Studies uit vele andere ontwik-kelde landen zijn samengevat in de recente overzichtstudies van Meghir and Phillips (2010, p. 268-269, tabel 3C.7) en Saez et al. (2010). De conclusie die hieruit kan worden getrokken is dat de gemiddelde ongecompenseerde elasti-citeit van het belastbare inkomen rond de 0,25 ligt. De inkomenselasticiteit ligt waarschijnlijk tussen de 0 en 0,2.1. Dit betekent dat de gecom-penseerde elasticiteit tussen de 0,25 en de 0,45 ligt. Daarnaast concluderen beide artikelen dat de elasticiteit van belastbaar inkomen bij hoge inkomens waarschijnlijk een stuk hoger

is. Dit betekent in feite dat we voor topinko-mens een hogere elasticiteit zouden moeten gebruiken. In Jacobs en Zoutman (2010) gaan we uit van een ongecompenseerde elasticiteit van 0,2 een inkomenselasticiteit van 0,1 en dus een gecompenseerde elasticiteit van 0,3. Deze aannames zijn dus bijzonder conservatief (lees: laag).

Caminada verwijt ons onjuiste waarden te hanteren voor de elasticiteiten. Hij schrijft: “Jacobs en Zoutman gebruiken verouderde elasticiteiten die niet op Nederland van toepassing zijn. De oudere studies overschat-ten de elasticiteit. Bovendien is de elasticiteit in Nederland waarschijnlijk laag omdat de belastingcode weinig mogelijkheden voor ontwijking toestaat en omdat er relatief veel senioren en ambtenaren in de hoogste inko-mensgroep vallen.”

Dit verwijt is niet terecht. De belangrijkste bron voor onze elasticiteiten is Saez et al. (2010) en deze studie is in december 2010 gepubliceerd in het belangrijkste tijdschrift voor overzichtstudies: The Journal of Economic Literature. Er bestaat geen recenter gepubli-ceerd werk.

De vraag of deze elasticiteiten op Nederland van toepassing zijn is lastig te beantwoorden aangezien er geen empirische studie voor Nederland is. De observaties van Caminada dat de belastinggrondslag na de tariefsverla-ging van de Belastingherziening 2001 niet is toegenomen bewijzen niets aangezien een econometrische analyse ontbreekt, die deze stelling kan onderbouwen.

Wij zijn het gedeeltelijk met Caminada eens dat belastingontwijking via fiscaal trapeze-werk in Nederland lastiger zou kunnen zijn dan in vele andere landen. Aan de andere kant is het in Nederland emakkelijk om uit te wij-

Het toptarief verhogen werkt niet!Prof. dr. B. Jacobs & F.T. Zoutman1

In de vorige uitgave van de aanslag bekritiseerde Koen Caminada (2010) de conclusie van ons artikel over het toptarief dat is uitgebracht in de Economische en Statistische Berichten (ESB) van 28 mei 2010. In het ESB artikel wordt berekend welk tarief in de hoogste schijf van de inkomstenbelasting de overheidsopbrengsten maximaliseert. We concluderen dat we op dit moment op de top van de Laffer-curve zitten en dat een verhoging daarom leidt tot lagere belastingopbrengsten. In deze bijdrage betogen wij dat de kritiek van Caminada geen hout snijdt en dat verhoging van het toptarief niet werkt.

1 Prof. dr. B. Jacobs is als docent verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dhr. F.T. Zoutman is assistent in opleiding aan de Erasmus Universi-teit onder begeleiding van dhr. Jacobs.

2 In Jacobs en Zoutman (2010) meldden wij abusievelijk een Pareto-parameter van 4,25. Dit kwam door een verkeerde interpretatie van onze schattingsresultaten. Als gevolg daarvan is het optimale toptarief in dit artikel iets hoger, maar de belangrijkste conclusies blijven overeind. In Jacobs (2008, 2010) wordt een schatting van 3,5 gehanteerd volledig in lijn met dit artikel.

3 Zie voor meer informatie Jacobs en Zoutman (2010)

4 In Heady (2010) wordt aangetoond dat de Neder-landse inkomensconcentratie het laagste is van alle 16 OESO landen vermeldt in de studie.

5 In het Jacobs en Zoutman (2010) richten wij ons op het welvaartsmaximaliserende toptarief. In dat geval is het tarief ook afhankelijk van het wel-vaartsgewicht dat wordt gegeven aan de rijkste huishoudens. Onder normale sociale preferenties is het opbrengstmaximaliserende tarief altijd min-stens zo hoog als het welvaartsmaximaliserende tarief.

6 Zie voor een veel uitgebreider overzicht Jacobs en Zoutman (2010).

Page 42: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

43deAANSLAG!Starters interview Ministerie van Financiân

Ministerie van Financiën

www.werkenbijhetrijk.nl

Werken bij het Rijk. Als je verder denkt

...praat jij met Brussel over het fi scale klimaat.Bij het ministerie van Financiën bepaal je als fi scalist mede het belasting-

beleid. Elke keuze die je daarin maakt heeft grote gevolgen. Je moet

dus gevoel hebben voor politiek en goed op de hoogte zijn wat er in

de samenleving speelt. We verwachten dat je goed met die verantwoor-

de lijkheid kunt omgaan. Ook in Europees verband. Wanneer je mee-

denkt over het fi scale klimaat bijvoorbeeld.

Bij Financiën tel je meteen mee.

Wil je ervaring op doen bij Financiën?

Ben je op zoek naar een stage waarin je direct veel verantwoordelijkheid

krijgt en mee kunt denken over uitdagende projecten met maatschap-

pelijke gevolgen? Dan is stage lopen bij het ministerie van Financiën iets

voor jou. We zijn op zoek naar talentvolle fi scale studenten die zich

willen inzett en voor een fi nancieel gezond en welvarend Nederland.

Kijk voor meer informatie op www.minfi n.nl of bel 070- 342 7317.

Je sollicitatie mail je naar recruitment@minfi n.nl.

Je derde week bij Financiën...

-00194_adv_a4_fiscalisten.indd 1 07-12-2010 17:01:29

Zou je je even willen voor-stellen?Mijn naam is Anne de Jong. Ik heb mijn bachelor Fiscaal Recht en master Nederlands Recht behaald in Groningen. Daarna heb ik gesolliciteerd voor het Rijkstraineeship. Ik werd aangenomen bij het Ministerie van Financiën (Directoraat-Gen-eraal Fiscale Zaken), waar ik ben begonnen op 1 september 2009. Eerst heb ik mij beziggehouden met Algemene Fiscale Politiek, vervolgens overgestapt naar Directe Belastingen, het cluster arbeid en vermogen.

Was het een bewuste keuze om bij het Ministerie van Financiën te gaan werken?Nee. Het was wel een bewuste keuze om bij de overheid te gaan werken, maar ik werd geplaatst bij het Ministerie van Financiën. Dat vond ik toen heel verras-send, maar achteraf ben ik er ontzettend blij mee. Ik had na mijn studie in eerste instantie niet zo veel met fiscaliteit, maar door dit werk ben ik het steeds leuker gaan vinden. Ik ben niet zo commercieel ingesteld, dus ik heb nooit de ambitie gehad om als belastingadviseur te gaan werken, zoals de meeste die net afgestudeerd zijn. De wetgev-ende kant is voor mij erg interes-sant omdat ik daar ook nog mijn Nederlands recht kennis kan benutten.

Merk je echt dat je studie-achtergrond belangrijk is voor het werk dat je nu doet?Zonder een fiscale studie zou het erg moeilijk zijn om hier goed werk af te leveren. Zeker bij Directe Belastingen. Je leert in de praktijk wel het meest, maar zonder theoretische achter-grond die je bij de studie krijgt is het erg lastig. Het Ministerie van Financiën zoekt voor ieder vakgebied altijd iemand met een aansluitende studieachtergrond, bij het Directoraat-Generaal Fis-cale zaken dus iemand met een fiscale achtergrond

Weet je nog hoe je eerste werkweek eruit zag?Gisteren bekeek ik toevallig de uitnodiging voor mijn eerste werkdag. De dag begon met een bijeenkomst van alle nieuwe Rijkstrainees. Op het ministerie maakten we allen kennis met elkaar, het was een erg leuke dag. Ik had veel geluk dat ik op de kamer kwam bij een heel ervaren persoon. Diegene werkt al ruim 30 jaar bij het Ministerie van Financiën. Dan begin je aan je allereerste dossier…

Waaruit bestaan je werk-zaamheden bij het Ministe-rie van Financiën?Het werk is heel divers. Ik moet soms brieven die aan de Minister zijn gericht beantwoorden, maar mag soms ook helpen met het maken van wetgeving. Daarin is

Financiën vrij uniek, omdat de meeste ministeries een aparte directie hebben voor het maken van wetgeving. Wij werken vrij veel op individuele basis, maar grote projecten, zoals het verho-gen van de AOW-leeftijd of het aanpassen van de successiewet, worden in kleine groepen gedaan. Het grote verschil met de adviespraktijk is, dat je daarbij de wet zo nuttig mogelijk toepast, terwijl je bij Fiscale Zaken de ruimte krijgt om de wet te analyseren en te verbeteren.

Hoe ziet jouw gemiddelde werkdag eruit?Bijna elke dag hebben we wel een overleg, bijvoorbeeld een teamoverleg of overleg over een bepaald dossier. Daarnaast heb ik elke dag wel schrijfwerk. Incidenteel kunnen er dingen bijkomen als het langsgaan bij een leidinggevende, de Minister of Staatssecretaris. Een echte standaard werkdag bestaat niet, maar ik zit wel vrij veel op kantoor.

Hoe zit het met de oplei-dingsmogelijkheden?Die zijn heel goed. Binnen het ministerie heb je al goede mogelijkheden, maar bij het Ri-jkstraineeship al helemaal. Daar krijg je standaard opleidingen aangeboden. Er is een flink bud-get voor (extra) opleidingen. De secundaire arbeidsvoorwaarden binnen het ministerie zijn goed, daar zijn de opleidingsmogeli-

jkheden een voorbeeld van. Ik zou zelf graag een master Fiscale Economie willen halen.

Wat zijn je ambities en hoe zit het met doorgroei moge-lijkheden?Binnen het ministerie bestaan goede mogelijkheden om door te groeien. Werknemers worden gestimuleerd om na een aantal jaar van werkplek te wisselen. Meestal wordt er een overstap gemaakt naar een ander seg-ment van Fiscale Zaken of ergens anders binnen het Ministerie van Financiën.

Ik zou graag op termijn een leidinggevende rol vervullen. Ook de coördinatie van het be-lastingplan lijkt me erg leuk. Een hele hectische functie, maar ook een hele leuke functie, omdat alle dingen bij elkaar komen.

Het thema is: “Op het rand-je… of erover?” Kom jij daar wel eens mee in aanraking?Wanneer iets op het randje zit komt het bij ons ook terug. Een voorbeeld hiervan is zwartsparen (inkeerregeling). Belastingadvi-seurs gaan vaak naar het randje toe, wij proberen de gaatjes juist te dichten. Dat is een soort kat en muis spelletje. Als je wetgeving maakt, moet je wel kijken in hoeverre dit controleerbaar en uitvoerbaar is. Bij ieder stukje wetgeving wordt dan ook over-legd met de belastingdienst.

Starters interview Ministerie van Financiën

Paspoort

Naam: Anne de Jong Opleiding: Fiscaal Recht en Nederlands Recht (master Bedrijfsrecht), Rijksuniversiteit Groningen Leeftijd: 27 jaar Favoriete drankje & boek: Witbiertje (op het terras) Het zijn net mensen, Joris Luyendijk Fiscale tip: Maak in het tweede jaar dat je fulltime aan het werk bent, gebruik van middeling. Dit moet je wel zelf aanvragen want het zit niet in het aangifteprogramma. Het kan vormvrij.

Page 43: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

43deAANSLAG!Starters interview Ministerie van Financiân

Ministerie van Financiën

www.werkenbijhetrijk.nl

Werken bij het Rijk. Als je verder denkt

...praat jij met Brussel over het fi scale klimaat.Bij het ministerie van Financiën bepaal je als fi scalist mede het belasting-

beleid. Elke keuze die je daarin maakt heeft grote gevolgen. Je moet

dus gevoel hebben voor politiek en goed op de hoogte zijn wat er in

de samenleving speelt. We verwachten dat je goed met die verantwoor-

de lijkheid kunt omgaan. Ook in Europees verband. Wanneer je mee-

denkt over het fi scale klimaat bijvoorbeeld.

Bij Financiën tel je meteen mee.

Wil je ervaring op doen bij Financiën?

Ben je op zoek naar een stage waarin je direct veel verantwoordelijkheid

krijgt en mee kunt denken over uitdagende projecten met maatschap-

pelijke gevolgen? Dan is stage lopen bij het ministerie van Financiën iets

voor jou. We zijn op zoek naar talentvolle fi scale studenten die zich

willen inzett en voor een fi nancieel gezond en welvarend Nederland.

Kijk voor meer informatie op www.minfi n.nl of bel 070- 342 7317.

Je sollicitatie mail je naar recruitment@minfi n.nl.

Je derde week bij Financiën...

-00194_adv_a4_fiscalisten.indd 1 07-12-2010 17:01:29

Zou je je even willen voor-stellen?Mijn naam is Anne de Jong. Ik heb mijn bachelor Fiscaal Recht en master Nederlands Recht behaald in Groningen. Daarna heb ik gesolliciteerd voor het Rijkstraineeship. Ik werd aangenomen bij het Ministerie van Financiën (Directoraat-Gen-eraal Fiscale Zaken), waar ik ben begonnen op 1 september 2009. Eerst heb ik mij beziggehouden met Algemene Fiscale Politiek, vervolgens overgestapt naar Directe Belastingen, het cluster arbeid en vermogen.

Was het een bewuste keuze om bij het Ministerie van Financiën te gaan werken?Nee. Het was wel een bewuste keuze om bij de overheid te gaan werken, maar ik werd geplaatst bij het Ministerie van Financiën. Dat vond ik toen heel verras-send, maar achteraf ben ik er ontzettend blij mee. Ik had na mijn studie in eerste instantie niet zo veel met fiscaliteit, maar door dit werk ben ik het steeds leuker gaan vinden. Ik ben niet zo commercieel ingesteld, dus ik heb nooit de ambitie gehad om als belastingadviseur te gaan werken, zoals de meeste die net afgestudeerd zijn. De wetgev-ende kant is voor mij erg interes-sant omdat ik daar ook nog mijn Nederlands recht kennis kan benutten.

Merk je echt dat je studie-achtergrond belangrijk is voor het werk dat je nu doet?Zonder een fiscale studie zou het erg moeilijk zijn om hier goed werk af te leveren. Zeker bij Directe Belastingen. Je leert in de praktijk wel het meest, maar zonder theoretische achter-grond die je bij de studie krijgt is het erg lastig. Het Ministerie van Financiën zoekt voor ieder vakgebied altijd iemand met een aansluitende studieachtergrond, bij het Directoraat-Generaal Fis-cale zaken dus iemand met een fiscale achtergrond

Weet je nog hoe je eerste werkweek eruit zag?Gisteren bekeek ik toevallig de uitnodiging voor mijn eerste werkdag. De dag begon met een bijeenkomst van alle nieuwe Rijkstrainees. Op het ministerie maakten we allen kennis met elkaar, het was een erg leuke dag. Ik had veel geluk dat ik op de kamer kwam bij een heel ervaren persoon. Diegene werkt al ruim 30 jaar bij het Ministerie van Financiën. Dan begin je aan je allereerste dossier…

Waaruit bestaan je werk-zaamheden bij het Ministe-rie van Financiën?Het werk is heel divers. Ik moet soms brieven die aan de Minister zijn gericht beantwoorden, maar mag soms ook helpen met het maken van wetgeving. Daarin is

Financiën vrij uniek, omdat de meeste ministeries een aparte directie hebben voor het maken van wetgeving. Wij werken vrij veel op individuele basis, maar grote projecten, zoals het verho-gen van de AOW-leeftijd of het aanpassen van de successiewet, worden in kleine groepen gedaan. Het grote verschil met de adviespraktijk is, dat je daarbij de wet zo nuttig mogelijk toepast, terwijl je bij Fiscale Zaken de ruimte krijgt om de wet te analyseren en te verbeteren.

Hoe ziet jouw gemiddelde werkdag eruit?Bijna elke dag hebben we wel een overleg, bijvoorbeeld een teamoverleg of overleg over een bepaald dossier. Daarnaast heb ik elke dag wel schrijfwerk. Incidenteel kunnen er dingen bijkomen als het langsgaan bij een leidinggevende, de Minister of Staatssecretaris. Een echte standaard werkdag bestaat niet, maar ik zit wel vrij veel op kantoor.

Hoe zit het met de oplei-dingsmogelijkheden?Die zijn heel goed. Binnen het ministerie heb je al goede mogelijkheden, maar bij het Ri-jkstraineeship al helemaal. Daar krijg je standaard opleidingen aangeboden. Er is een flink bud-get voor (extra) opleidingen. De secundaire arbeidsvoorwaarden binnen het ministerie zijn goed, daar zijn de opleidingsmogeli-

jkheden een voorbeeld van. Ik zou zelf graag een master Fiscale Economie willen halen.

Wat zijn je ambities en hoe zit het met doorgroei moge-lijkheden?Binnen het ministerie bestaan goede mogelijkheden om door te groeien. Werknemers worden gestimuleerd om na een aantal jaar van werkplek te wisselen. Meestal wordt er een overstap gemaakt naar een ander seg-ment van Fiscale Zaken of ergens anders binnen het Ministerie van Financiën.

Ik zou graag op termijn een leidinggevende rol vervullen. Ook de coördinatie van het be-lastingplan lijkt me erg leuk. Een hele hectische functie, maar ook een hele leuke functie, omdat alle dingen bij elkaar komen.

Het thema is: “Op het rand-je… of erover?” Kom jij daar wel eens mee in aanraking?Wanneer iets op het randje zit komt het bij ons ook terug. Een voorbeeld hiervan is zwartsparen (inkeerregeling). Belastingadvi-seurs gaan vaak naar het randje toe, wij proberen de gaatjes juist te dichten. Dat is een soort kat en muis spelletje. Als je wetgeving maakt, moet je wel kijken in hoeverre dit controleerbaar en uitvoerbaar is. Bij ieder stukje wetgeving wordt dan ook over-legd met de belastingdienst.

Starters interview Ministerie van Financiën

Paspoort

Naam: Anne de Jong Opleiding: Fiscaal Recht en Nederlands Recht (master Bedrijfsrecht), Rijksuniversiteit Groningen Leeftijd: 27 jaar Favoriete drankje & boek: Witbiertje (op het terras) Het zijn net mensen, Joris Luyendijk Fiscale tip: Maak in het tweede jaar dat je fulltime aan het werk bent, gebruik van middeling. Dit moet je wel zelf aanvragen want het zit niet in het aangifteprogramma. Het kan vormvrij.

Page 44: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

44 deAANSLAG! 45deAANSLAG!De StellingDe Stelling

In de studies Fiscaal Recht en Fiscale Economie leren we netjes alle belastingwetten, hierin

wordt de wet- en regelgeving uitgelegd. De ethische kant van het zijn van belastingadviseur

blijft echter achterwege. De Aanslagredactie was zeer benieuwd hoe ethisch de toekomstige

belastingadviseur is. In tegenstelling tot de eerste Aanslag hebben we nu ook een aantal

docenten bereid gevonden om te reageren.

Stelling: “Als belastingadviseur zou ik altijd op het randje zitten”

Mr. dr. Reinout Kok, docent Fiscaal Recht

Uiteraard moet je je sowieso binnen de wettelijke regelingen begeven. De te adviseren structuur moet derhalve pleitbaar zijn en van structuren die alleen maar werken omdat bepaalde feiten buiten het zicht van de fi scus worden gehouden, moet je je als adviseur al helemaal verre houden. Maar ondanks deze uitgangspunten komt het wel eens voor dat je iets bedenkt waarvan je denkt: ‘het zou niet moeten kunnen, maar ik kan geen goede argumenten beden-ken waarmee de fi scus het met succes zou kunnen bestrijden.’ Ik vind dat je als adviseur die structuur gewoon met je cliënt moet bespreken en als de cliënt de structuur wil implementeren, zie ik geen bezwaar hem daar bij te adviseren. Overigens moet je je realiseren dat grote (multinationale) ondernemingen vaak alleen structuren willen implemen-teren waarvan ze voldoende zeker zijn (meer dan 50% en vaak zelfs tenminste 70%) dat ze werken. Heel vaak zullen ze de fi scale gevolgen van een structuur zelfs vooraf met de belastingdienst willen afstemmen. In mijn praktijk hoef ik me de in de stelling verwoorde gewetensvraag dus niet heel vaak te stellen.

Kadir Eroglu, masterstudent Fiscaal Recht

Ontwijken versus Omarmen

Als belastingadviseur moeten wij ervoor zorgen dat onze cliënten zo weinig mogelijk belasting afdragen. Mede hierdoor moeten wij te werk gaan als speurders die op zoek zijn naar de mazen in de wet. Deze zijn namelijk goud waard en onze zoektocht naar goud brengt de nodige morele complicaties met zich mee!Aan de ene kant horen wij als juristen 'het recht' te omarmen, aan de andere kant begunstigen wij onze cliënten, door de wet te ontwijken.Wie geen last heeft van dit dilemma kan met een goed gevoel naar huis, echter zullen velen hierdoor altijd op het randje zitten.

Salma al Khafaji, eerstejaarsstudent Fiscaal Recht

Als belastingadviseur moet je nauwkeurig te werk gaan. Je dient te letten op de kleinste zaken. Een klein foutje kan grote gevolgen hebben. Of ik als belastingadviseur over het randje zou gaan hangt van de omstandigheden af. De wens van de klant staat in de meeste gevallen voorop. Ik denk wel dat belastingadviseurs die altijd over het randje heen gaan op den duur meer ervaring zullen opdoen. Wel vind ik dat je de klant op een duidelijke manier moet wijzen op de gevaren en risico’s. Kerntaak van een belastingadviseur is immers een goed advies uitbrengen. Dus als mij de vraag gesteld wordt of ik het eens ben met de stelling dat je als belastingadviseur zijnde altijd op het randje zou zitten, zou ik nee antwoorden.

Vincent Meijerman, derdejaarsstudent Fiscale Economie

Ik vind dat je als belastingadviseur het aan je klant verplicht bent om de meest voordelige oplossingen te bedenken binnen de grenzen van de wet. Vanzelfsprekend betekent dit dat je vaak op het randje zal zitten. Ik denk ook dat juist het opzoeken van de grenzen datgene is wat het vak leuk en uitdagend maakt, anders kon je net zo goed boekhouder worden!

Ricky van Dorp, masterstudent Fiscale Economie

De klant is koning. Als de klant fi scaal scherp advies wil, vind ik dat je als adviseur het randje op kunt zoeken. Uiteraard moet je als adviseur wel de risico’s aan de klant vertellen en in de gaten blijven houden wat wel kan en wat echt niet kan.

Muhamed Awais, masterstudent Fiscaal Recht Ik begin hierbij met het wel bekende zinnetjé: 'het hangt af van de omstandigheden van het geval'. De belastingadviseur is een specialist die juist de randjes van het vakgebied opzoekt om zijn cliënt optimaal te kunnen dienen. Ik zou persoonlijk nooit op het randje willen zitten waarmee je erover heen zou kun-nen vallen, maar wel waarmee je erop blijven kan zitten. De belastingadviseur is juist daarvoor opgeleid, namelijk de randjes opzoeken. Aldus ben ik het met de stelling enigszins mee eens!!

Mw. drs. Yvonne Tigelaar, docente Fiscale Economie

Met de stelling ben ik het niet eens. Dat heeft allereerst te maken met het woordje ‘altijd’. Het is natuurlijk ondenkbaar dat een belastingadviseur altijd op het randje zit. De gemiddelde belastingadviseur besteedt veel tijd aan werkzaamheden waarbij de wetgeving voldoende is uitgekristalliseerd. Op het randje balanceren is dan in het geheel niet aan de orde. Als de wet daarentegen ruimte biedt voor verschillende interpretaties, heb ik er ik beginsel niet zoveel moeite mee als een belastingadviseur zich op of langs het randje begeeft. Eén belangrijke kanttekening: het moet dan wel gaan om het belang van de cliënt. Is de cliënt voldoende op de hoogte gebracht van alle ins en outs? Het moeten zeker geen stokpaardjes worden van de belastingadviseur.

Page 45: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

44 deAANSLAG! 45deAANSLAG!De StellingDe Stelling

In de studies Fiscaal Recht en Fiscale Economie leren we netjes alle belastingwetten, hierin

wordt de wet- en regelgeving uitgelegd. De ethische kant van het zijn van belastingadviseur

blijft echter achterwege. De Aanslagredactie was zeer benieuwd hoe ethisch de toekomstige

belastingadviseur is. In tegenstelling tot de eerste Aanslag hebben we nu ook een aantal

docenten bereid gevonden om te reageren.

Stelling: “Als belastingadviseur zou ik altijd op het randje zitten”

Mr. dr. Reinout Kok, docent Fiscaal Recht

Uiteraard moet je je sowieso binnen de wettelijke regelingen begeven. De te adviseren structuur moet derhalve pleitbaar zijn en van structuren die alleen maar werken omdat bepaalde feiten buiten het zicht van de fi scus worden gehouden, moet je je als adviseur al helemaal verre houden. Maar ondanks deze uitgangspunten komt het wel eens voor dat je iets bedenkt waarvan je denkt: ‘het zou niet moeten kunnen, maar ik kan geen goede argumenten beden-ken waarmee de fi scus het met succes zou kunnen bestrijden.’ Ik vind dat je als adviseur die structuur gewoon met je cliënt moet bespreken en als de cliënt de structuur wil implementeren, zie ik geen bezwaar hem daar bij te adviseren. Overigens moet je je realiseren dat grote (multinationale) ondernemingen vaak alleen structuren willen implemen-teren waarvan ze voldoende zeker zijn (meer dan 50% en vaak zelfs tenminste 70%) dat ze werken. Heel vaak zullen ze de fi scale gevolgen van een structuur zelfs vooraf met de belastingdienst willen afstemmen. In mijn praktijk hoef ik me de in de stelling verwoorde gewetensvraag dus niet heel vaak te stellen.

Kadir Eroglu, masterstudent Fiscaal Recht

Ontwijken versus Omarmen

Als belastingadviseur moeten wij ervoor zorgen dat onze cliënten zo weinig mogelijk belasting afdragen. Mede hierdoor moeten wij te werk gaan als speurders die op zoek zijn naar de mazen in de wet. Deze zijn namelijk goud waard en onze zoektocht naar goud brengt de nodige morele complicaties met zich mee!Aan de ene kant horen wij als juristen 'het recht' te omarmen, aan de andere kant begunstigen wij onze cliënten, door de wet te ontwijken.Wie geen last heeft van dit dilemma kan met een goed gevoel naar huis, echter zullen velen hierdoor altijd op het randje zitten.

Salma al Khafaji, eerstejaarsstudent Fiscaal Recht

Als belastingadviseur moet je nauwkeurig te werk gaan. Je dient te letten op de kleinste zaken. Een klein foutje kan grote gevolgen hebben. Of ik als belastingadviseur over het randje zou gaan hangt van de omstandigheden af. De wens van de klant staat in de meeste gevallen voorop. Ik denk wel dat belastingadviseurs die altijd over het randje heen gaan op den duur meer ervaring zullen opdoen. Wel vind ik dat je de klant op een duidelijke manier moet wijzen op de gevaren en risico’s. Kerntaak van een belastingadviseur is immers een goed advies uitbrengen. Dus als mij de vraag gesteld wordt of ik het eens ben met de stelling dat je als belastingadviseur zijnde altijd op het randje zou zitten, zou ik nee antwoorden.

Vincent Meijerman, derdejaarsstudent Fiscale Economie

Ik vind dat je als belastingadviseur het aan je klant verplicht bent om de meest voordelige oplossingen te bedenken binnen de grenzen van de wet. Vanzelfsprekend betekent dit dat je vaak op het randje zal zitten. Ik denk ook dat juist het opzoeken van de grenzen datgene is wat het vak leuk en uitdagend maakt, anders kon je net zo goed boekhouder worden!

Ricky van Dorp, masterstudent Fiscale Economie

De klant is koning. Als de klant fi scaal scherp advies wil, vind ik dat je als adviseur het randje op kunt zoeken. Uiteraard moet je als adviseur wel de risico’s aan de klant vertellen en in de gaten blijven houden wat wel kan en wat echt niet kan.

Muhamed Awais, masterstudent Fiscaal Recht Ik begin hierbij met het wel bekende zinnetjé: 'het hangt af van de omstandigheden van het geval'. De belastingadviseur is een specialist die juist de randjes van het vakgebied opzoekt om zijn cliënt optimaal te kunnen dienen. Ik zou persoonlijk nooit op het randje willen zitten waarmee je erover heen zou kun-nen vallen, maar wel waarmee je erop blijven kan zitten. De belastingadviseur is juist daarvoor opgeleid, namelijk de randjes opzoeken. Aldus ben ik het met de stelling enigszins mee eens!!

Mw. drs. Yvonne Tigelaar, docente Fiscale Economie

Met de stelling ben ik het niet eens. Dat heeft allereerst te maken met het woordje ‘altijd’. Het is natuurlijk ondenkbaar dat een belastingadviseur altijd op het randje zit. De gemiddelde belastingadviseur besteedt veel tijd aan werkzaamheden waarbij de wetgeving voldoende is uitgekristalliseerd. Op het randje balanceren is dan in het geheel niet aan de orde. Als de wet daarentegen ruimte biedt voor verschillende interpretaties, heb ik er ik beginsel niet zoveel moeite mee als een belastingadviseur zich op of langs het randje begeeft. Eén belangrijke kanttekening: het moet dan wel gaan om het belang van de cliënt. Is de cliënt voldoende op de hoogte gebracht van alle ins en outs? Het moeten zeker geen stokpaardjes worden van de belastingadviseur.

Page 46: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

46 deAANSLAG! Column Wajid Hassan / Agenda

Colu

mn

Kop of muntOp het randje of erover? De scheidslijn tussen wat toegestaan is en wat niet, is soms fl interdun. Je hoeft niet Bernard Madoff te heten of Golden Sun om veroordeeld te worden voor zwendelpraktijken. Ook het opzettelijk onjuist doen van een belastingaangifte kan onder omstandigheden be-stempeld worden als een misdrijf. Echter, er is onder omstandigheden geen sprake van belastingfraude als de partner zegt niet op de hoogte te zijn van de buitenlandse bankrekening van de echtgenoot. Wel-licht op het randje, maar niet erover.

Het laatste geval ziet op mogelijke zwartspaarders die de wetgever tot de ‘As van het Kwaad’ rekent. Het is echter een raadsel waarom zwartspaarders een lintje van 300% krijgen en andere belastingfrau-deurs één van ‘slechts’ 100% voor hun uitvinding.

De wetgever geeft de tools, maar de rechter is degene die het uiteindelijke oordeel velt. Of het ook wat zal uithalen voor de frauderende spaarder door naar de rechter te stappen, valt te betwijfelen. Maar, wie weet? Hoe gaat de rechter nu eigenlijk te werk? Zal de rechter de wetsgeschiedenis doorpluizen, de feiten en omstandigheden van het onderhavige geval vaststellen en de belanghebbenden horen om vervolgens een beslissing te nemen? De rechter moet immers rechtspreken. De hoeveelheid zaken en de enorme werkdruk kunnen echter voor de zittende magistraat aanleiding geven tot een heel andere aanpak. Met een coin bijvoorbeeld, waarom niet? Erg handig en snel. Geen kop of munt, maar een coin die two-faced is. Het voordeel hiervan is dat de rechter kan zeggen: ‘I don't leave anything up to chance’. Hoe aantrekkelijk het beslissen op basis van een munt ook is, rechtvaardig zal het niet zijn.

Het is dus de wetgever die aangeeft wat hij wil toestaan en wat niet, maar de rechter beslist. Wel-licht dat de rechter een uitweg – in de ogen van de wetgever frauduleus – accepteert die studenten vinden om een langstudeerboete of het betalen van het instellingstarief te vermijden. Of het nu gaat om zwendelpraktijken of belastingfraude? Mijn advies: doe het niet! Op het randje of erover...

Wajid HassanMasterstudent Fiscaal Recht

Agenda Februari 201108 februari Wettenbundelborrel i.s.m. Loyens & Loeff09 februari Kantoorbezoek Mazars 11 februari Fiscaal Sportief Voetbaltoernooi16 februari Tax Jurisprudence Program i.s.m. BDO18 februari Fiscale Bedrijvendag 2011

Maart 201104 maart Kantoorbezoek Grant Thornton17 maart Diesfeest29 maart Kantoorbezoek BDO30 maart Tax Jurisprudence Program i.s.m. PwC

April 201101 april Skireis 13 april Tax Jurisprudence Program i.s.m. KPMG Meijburg en Co20 april Kantoorbezoek KPMG Meijburg en Co29 april Kantoorbezoek Pereira, Van Vliet en Partners

Naast bovenstaande activiteiten zullen er nog diverse andere activiteiten en borrels worden georganiseerd. Houd daarom onze website, www.christiaanse-taxateur.nl, goed in de gaten voor updates en eventuele wijzigingen!

Bar Restaurant ElitOnder de oudste wolkenkrabber van Europa, het Witte Huis in de Oude Haven in Rotterdam, bevinden zich twee prachtige horeca zaken onder één dak.

Elit opende zijn deuren eind 2007, en na ruim twee jaar tijd is Elit gegroeid tot een van de meest toonaangeven-

de zaken in de Oude Haven. Bar Elit is een zaak waar je kunt genieten van heerlijke cocktails, een verrassend diner uit de Italiaanse keuken en in de weekenden is het de plek waar de dj zorgt voor een onvergetelijke avond.

Elit is van dinsdag tot en met zondag geopend vanaf 17.00 uur. In de zomer be-schikt Elit over een groot terras met avondzon om de dag goed af te sluiten.

Grand Café het Witte Huis1 juni 2010 openden de eigenaren van Elit Grand­Café­het­Witte­Huis. Het voormalige Bolwerk is na een fl inke verbouwing omgetoverd tot een prachtig klassiek bruin café. Het Witte Huis is de ideale locatie om na het werk wat stoom af te blazen onder het genot van een goed glas wijn, een speciaal biertje of een heerlijke whisky uit het zeer breed assortiment.

Ook heeft het Witte Huis een aparte ruimte wat zich prima leent voor een afstu-deerborrel, verjaardagsfeest of een private dinner tot 50 personen. Het Witte Huis is maandag tot en met zaterdag geopend vanaf 11:00 uur voor lunch en diner.

Restaurant Cocktailbar ElitWijnhaven 33011 WG Rotterdam010 - 213 17 66

De winnaar van de prijsvraag maakt kans op een cocktail-workshop voor twee personen bij…

Baker Tilly Berk

Baker Tilly Berk legt zich toe op accountancy en belastingadvies. Ruim 900 medewerkers

verspreid over 18 vestigingen adviseren meer dan 10.000 klanten in de markt van

middelgrote en kleinere ondernemingen. Baker Tilly Berk is daarnaast actief in de

overheidssector. Baker Tilly Berk is onafhankelijk lid van het internationale netwerk Baker

Tilly International; een netwerk met gelijkgestemde kantoren in meer dan 100 landen.

Betrokkenheid

Door de spreiding van onze vestigingen zitten we altijd 'dichtbij' onze klanten, met wie je

dan ook persoonlijk contact onderhoudt. Baker Tilly Berk is de adviseur die je kent:

betrokken, proactief, professioneel en betrouwbaar. Door de diversiteit aan klanten ben

je op een breed terrein actief, wat je werk gevarieerd maakt.

Wie we zoeken

Zelfstandigheid staat bij Baker Tilly Berk hoog in het vaandel. Bij Baker Tilly Berk krijg je

al snel je eigen klanten die je op een breed terrein van dienst bent. Waar nodig werk je

samen met collega’s die gespecialiseerd zijn in andere vakgebieden, om onze klanten op

elk gebied zo goed mogelijk te adviseren. Je hebt een commerciële instelling en een neus

voor kansen en ontwikkelingen. Daarnaast ben je analytisch, creatief en beschik je over

goede communicatieve vaardigheden.

Jouw loopbaan

Baker Tilly Berk is een professionele organisatie, die hard aan de weg timmert en altijd

op zoek is naar mensen met ambities. Heb je talent, dan wordt dat herkend en

gekoesterd en kun je doorgroeien tot het hoogst mogelijke niveau. Om dit te bereiken

biedt Baker Tilly Berk je o.a. het Talent Development programma.

Wil je weten hoe jij je ambities kunt waarmaken?

Kijk op www.werkenbijbakertillyberk.nl voor meer informatie over jouw mogelijkheden bij

Baker Tilly Berk. Wie weet zitten we binnenkort al met elkaar om de tafel.

Page 47: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

46 deAANSLAG! Column Wajid Hassan / Agenda

Colu

mn

Kop of muntOp het randje of erover? De scheidslijn tussen wat toegestaan is en wat niet, is soms fl interdun. Je hoeft niet Bernard Madoff te heten of Golden Sun om veroordeeld te worden voor zwendelpraktijken. Ook het opzettelijk onjuist doen van een belastingaangifte kan onder omstandigheden be-stempeld worden als een misdrijf. Echter, er is onder omstandigheden geen sprake van belastingfraude als de partner zegt niet op de hoogte te zijn van de buitenlandse bankrekening van de echtgenoot. Wel-licht op het randje, maar niet erover.

Het laatste geval ziet op mogelijke zwartspaarders die de wetgever tot de ‘As van het Kwaad’ rekent. Het is echter een raadsel waarom zwartspaarders een lintje van 300% krijgen en andere belastingfrau-deurs één van ‘slechts’ 100% voor hun uitvinding.

De wetgever geeft de tools, maar de rechter is degene die het uiteindelijke oordeel velt. Of het ook wat zal uithalen voor de frauderende spaarder door naar de rechter te stappen, valt te betwijfelen. Maar, wie weet? Hoe gaat de rechter nu eigenlijk te werk? Zal de rechter de wetsgeschiedenis doorpluizen, de feiten en omstandigheden van het onderhavige geval vaststellen en de belanghebbenden horen om vervolgens een beslissing te nemen? De rechter moet immers rechtspreken. De hoeveelheid zaken en de enorme werkdruk kunnen echter voor de zittende magistraat aanleiding geven tot een heel andere aanpak. Met een coin bijvoorbeeld, waarom niet? Erg handig en snel. Geen kop of munt, maar een coin die two-faced is. Het voordeel hiervan is dat de rechter kan zeggen: ‘I don't leave anything up to chance’. Hoe aantrekkelijk het beslissen op basis van een munt ook is, rechtvaardig zal het niet zijn.

Het is dus de wetgever die aangeeft wat hij wil toestaan en wat niet, maar de rechter beslist. Wel-licht dat de rechter een uitweg – in de ogen van de wetgever frauduleus – accepteert die studenten vinden om een langstudeerboete of het betalen van het instellingstarief te vermijden. Of het nu gaat om zwendelpraktijken of belastingfraude? Mijn advies: doe het niet! Op het randje of erover...

Wajid HassanMasterstudent Fiscaal Recht

Agenda Februari 201108 februari Wettenbundelborrel i.s.m. Loyens & Loeff09 februari Kantoorbezoek Mazars 11 februari Fiscaal Sportief Voetbaltoernooi16 februari Tax Jurisprudence Program i.s.m. BDO18 februari Fiscale Bedrijvendag 2011

Maart 201104 maart Kantoorbezoek Grant Thornton17 maart Diesfeest29 maart Kantoorbezoek BDO30 maart Tax Jurisprudence Program i.s.m. PwC

April 201101 april Skireis 13 april Tax Jurisprudence Program i.s.m. KPMG Meijburg en Co20 april Kantoorbezoek KPMG Meijburg en Co29 april Kantoorbezoek Pereira, Van Vliet en Partners

Naast bovenstaande activiteiten zullen er nog diverse andere activiteiten en borrels worden georganiseerd. Houd daarom onze website, www.christiaanse-taxateur.nl, goed in de gaten voor updates en eventuele wijzigingen!

Bar Restaurant ElitOnder de oudste wolkenkrabber van Europa, het Witte Huis in de Oude Haven in Rotterdam, bevinden zich twee prachtige horeca zaken onder één dak.

Elit opende zijn deuren eind 2007, en na ruim twee jaar tijd is Elit gegroeid tot een van de meest toonaangeven-

de zaken in de Oude Haven. Bar Elit is een zaak waar je kunt genieten van heerlijke cocktails, een verrassend diner uit de Italiaanse keuken en in de weekenden is het de plek waar de dj zorgt voor een onvergetelijke avond.

Elit is van dinsdag tot en met zondag geopend vanaf 17.00 uur. In de zomer be-schikt Elit over een groot terras met avondzon om de dag goed af te sluiten.

Grand Café het Witte Huis1 juni 2010 openden de eigenaren van Elit Grand­Café­het­Witte­Huis. Het voormalige Bolwerk is na een fl inke verbouwing omgetoverd tot een prachtig klassiek bruin café. Het Witte Huis is de ideale locatie om na het werk wat stoom af te blazen onder het genot van een goed glas wijn, een speciaal biertje of een heerlijke whisky uit het zeer breed assortiment.

Ook heeft het Witte Huis een aparte ruimte wat zich prima leent voor een afstu-deerborrel, verjaardagsfeest of een private dinner tot 50 personen. Het Witte Huis is maandag tot en met zaterdag geopend vanaf 11:00 uur voor lunch en diner.

Restaurant Cocktailbar ElitWijnhaven 33011 WG Rotterdam010 - 213 17 66

De winnaar van de prijsvraag maakt kans op een cocktail-workshop voor twee personen bij…

Baker Tilly Berk

Baker Tilly Berk legt zich toe op accountancy en belastingadvies. Ruim 900 medewerkers

verspreid over 18 vestigingen adviseren meer dan 10.000 klanten in de markt van

middelgrote en kleinere ondernemingen. Baker Tilly Berk is daarnaast actief in de

overheidssector. Baker Tilly Berk is onafhankelijk lid van het internationale netwerk Baker

Tilly International; een netwerk met gelijkgestemde kantoren in meer dan 100 landen.

Betrokkenheid

Door de spreiding van onze vestigingen zitten we altijd 'dichtbij' onze klanten, met wie je

dan ook persoonlijk contact onderhoudt. Baker Tilly Berk is de adviseur die je kent:

betrokken, proactief, professioneel en betrouwbaar. Door de diversiteit aan klanten ben

je op een breed terrein actief, wat je werk gevarieerd maakt.

Wie we zoeken

Zelfstandigheid staat bij Baker Tilly Berk hoog in het vaandel. Bij Baker Tilly Berk krijg je

al snel je eigen klanten die je op een breed terrein van dienst bent. Waar nodig werk je

samen met collega’s die gespecialiseerd zijn in andere vakgebieden, om onze klanten op

elk gebied zo goed mogelijk te adviseren. Je hebt een commerciële instelling en een neus

voor kansen en ontwikkelingen. Daarnaast ben je analytisch, creatief en beschik je over

goede communicatieve vaardigheden.

Jouw loopbaan

Baker Tilly Berk is een professionele organisatie, die hard aan de weg timmert en altijd

op zoek is naar mensen met ambities. Heb je talent, dan wordt dat herkend en

gekoesterd en kun je doorgroeien tot het hoogst mogelijke niveau. Om dit te bereiken

biedt Baker Tilly Berk je o.a. het Talent Development programma.

Wil je weten hoe jij je ambities kunt waarmaken?

Kijk op www.werkenbijbakertillyberk.nl voor meer informatie over jouw mogelijkheden bij

Baker Tilly Berk. Wie weet zitten we binnenkort al met elkaar om de tafel.

Page 48: De Aanslag - Jaargang 20 - Editie 2

Accountancy - Belastingen - Advies

Wat belangrijk is, laat je niet los.

Ik wil ruimte om te groeien. Waar zet ik de volgende stap?

Waar je ook bent, belangrijke beslissingen zijn nooit ver weg. In je rol als fi scalist en bij het bepalen van je volgende carrièrestap. Bij Grant Thornton begrijpen we dat je voortdurend bezig bent met je groei. Sterker nog, wij zijn er zelf ook mee bezig. Onder andere door jouw ambities alle ruimte te geven en door je talent te versterken met een goed doortimmerde opleidingsaanpak. Meer over ons op onze website

www.carrierebijGT.nl

Grant Thornton bij jou in de buurt:Alphen aan den Rijn - Amsterdam - Boskoop - Gouda - Leiden - Rijswijk - Rotterdam - Woerden