ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige...

13
ANTON DERKZEN VAN ANGEREN t t t t t f f f DOOR PH. ZILCKEN t f t t t f t t Er bestaat een kleine novelle, genaamd ,,Chien-Caillou", van Champfleury, den schrij- ver, intieme vriend van Courbet, die met dezen schilder het woord „realisme" in om- loop bracht, omstreeks 1845. Toen Courbet dit woord gebruikte als een strijdkreet, was de heftigheid, waarmede zijn kunst-opvatting aangevallen en verdedigd werd, zoo groot, waren de discussies, die het noemen van zijn naam alleen in die dagen deed ontstaan, zóó venijnig, dat zij in dit opzicht verge- leken kunnen worden met de, nu reeds weer bijna vergeten, Zola-Dreyfus- of pro- en anti-Boer-quaesties van eenige jaren ge- leden. Te Parijs ging het zoover dat men. op bij- eenkomsten waar ont- wikkelde menschen kwamen, verzocht werd ,,de ne pas par- Ier de M. Courbet", ten einde onvrucht- bare en langdurige debatten te voorko- men. Champfleury schreef, dacht hij, zooals Cour- bet schilderde. Hij zocht zijn realisme opsommen, in een A. DKKK/KN VAN ANCKKBN, NAAK GKSCII ] 1.1 )KU [) ZKU'TORTRET in een dikwijls droog zorgvuldig beschrijven naar de natuur, meenende op deze wijze het schilderstalent van den grooten kunstenaar nabij te komen; maar hij zag niet genoeg in, dat elke uiting naar de natuur, van een artist, alleen door de dosis gevoeligheid, door de liefde waarmede het onderwerp wordt bestudeerd, door zijn innerlijk „mooi- zien", eerst kunst wordt. „Chien-Caillou" is de eerste novelle van een bundeltje dat veel opgang maakte, een jaar of vijftig geleden; zij onderscheidt zich van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar „onrealistisch" onderwerp. Zij geeft de geschiedenis van Rodolphe Bresdin, een etser, die werkelijk bestaan heeft en dood-arm stierf, zooals hij geleefd had. In de novelle heet hij „Chien-Caillou", (een verbastering van ,,Chincagook"), een naam die Bresdin had aangenomen na o „De Laatste der Mo- hikanen" van Fen. Cooper gelezen te hebben, en, gelijk velen, door die lec- tuur er toe gebracht een avontuurlijk le- ven te gaan leiden als dat van Roodhui- den en Squatters. Chien-Caillou woon- de dicht bij de thans beruchte Place Mau- bert, in een kamer van veertig francs per jaar. In die kamer be- stond het ecnig meu- bilair uit een traplecr en een bedstede. De matras had vroeger wol bevat, maar telkens was daar een pond van verkocht, om brood te kuopen, zoodat hij ten slotte even plat was geworden als de planken waarop hij lag. De „trap" diende voor algemcene provisie- kast; de eerste trede was ingericht tot ver- blijf van een wit konijn; op de tweede lagen eenige penseelen, een paar fleschjes met vernissen, etsgrond en koperen platen; op de derde gewone naalden, in houtjes gesto- XXXIV. Elsevier's No. 7. I

Transcript of ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige...

Page 1: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

ANTON DERKZEN VAN ANGERENt t t t t f f f D O O R P H . Z I L C K E N t f t t t f t tEr bestaat een kleine novelle, genaamd

,,Chien-Caillou", van Champfleury, den schrij-ver, intieme vriend van Courbet, die metdezen schilder het woord „realisme" in om-loop bracht, omstreeks 1845.

Toen Courbet dit woord gebruikte als eenstrijdkreet, was de heftigheid, waarmede zijnkunst-opvatting aangevallen en verdedigdwerd, zoo groot, waren de discussies, diehet noemen van zijnnaam alleen in diedagen deed ontstaan,zóó venijnig, dat zijin dit opzicht verge-leken kunnen wordenmet de, nu reedsweer bijna vergeten,Zola-Dreyfus- of pro-en anti-Boer-quaestiesvan eenige jaren ge-leden.

Te Parijs ging hetzoover dat men. op bij-eenkomsten waar ont-wikkelde menschenkwamen, verzochtwerd ,,de ne pas par-Ier de M. Courbet",ten einde onvrucht-bare en langdurigedebatten te voorko-men.

Champfleury schreef,dacht hij, zooals Cour-bet schilderde. Hijzocht zijn realismeopsommen, in een

A. DKKK/KN VAN ANCKKBN, NAAK GKSCII ] 1.1 )KU [) ZKU'TORTRET

in een dikwijls droogzorgvuldig beschrijven

naar de natuur, meenende op deze wijze hetschilderstalent van den grooten kunstenaarnabij te komen; maar hij zag niet genoegin, dat elke uiting naar de natuur, van eenartist, alleen door de dosis gevoeligheid,door de liefde waarmede het onderwerpwordt bestudeerd, door zijn innerlijk „mooi-zien", eerst kunst wordt.

„Chien-Caillou" is de eerste novelle vaneen bundeltje dat veel opgang maakte, eenjaar of vijftig geleden; zij onderscheidt zichvan de overige werken van Champfleury,door een fijner sentiment en een schijnbaar„onrealistisch" onderwerp.

Zij geeft de geschiedenis van RodolpheBresdin, een etser, die werkelijk bestaanheeft en dood-arm stierf, zooals hij geleefd had.

In de novelle heethij „Chien-Caillou",(een verbastering van,,Chincagook"), eennaam die Bresdinhad aangenomen na

o

„De Laatste der Mo-hikanen" van Fen.Cooper gelezen tehebben, en, gelijkvelen, door die lec-tuur er toe gebrachteen avontuurlijk le-ven te gaan leidenals dat van Roodhui-den en Squatters.

Chien-Caillou woon-de dicht bij de thansberuchte Place Mau-bert, in een kamervan veertig francsper jaar.

In die kamer be-stond het ecnig meu-bilair uit een traplecren een bedstede. De

matras had vroeger wol bevat, maar telkenswas daar een pond van verkocht, om broodte kuopen, zoodat hij ten slotte even platwas geworden als de planken waarop hij lag.

De „trap" diende voor algemcene provisie-kast; de eerste trede was ingericht tot ver-blijf van een wit konijn; op de tweede lageneenige penseelen, een paar fleschjes metvernissen, etsgrond en koperen platen; opde derde gewone naalden, in houtjes gesto-

XXXIV. Elsevier's No. 7. I

Page 2: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

ken, en een pot schoensmeer; op de vierdeeen portefeuille, gevuld met plaatdrukpapieren eenige prenten.

Aan den wand hing één ets, de „Kruis-aflegging" van Rembrandt, niet een gewoneafdruk, zooals men die wel eens tegenkomt,maar een echte proefdruk, die voor deneigenaar een fortuin vertegenwoordigde.

Chien-Caillou had oorspronkelijk het am-bacht van zijn vader geleerd, maar, eenjaarof tien oud, maakte hij kennis met een

van zijn avonturen met een paar meisjes,even arm als hij, die op dezelfde verdiepingwoonden — de zevende of achtste —, van zijnarbeid, hoe hij zijn etsplaat bewerkt, en hoedan zijn gelaat straalt van kalme opgewonden-heid, terwijl zijn gedachten hem geheel af-zonderen van de bestaande wereld.

Kcns als hij aan het werk is, krijgt hij eenbezoek van een uitdrager, die doorgaat vooreen vrij goed kenner, en hem vraagt om zijnetsplaat te zien. ,,Ik heb er al een proef

riZKX VAN I)K\ POSTBODE. SCHETS.

schilder, en toen was hij „kwastenjongen"geworden.

Zoo had hij teekencn geleerd; dit deedhij zoo naïef, dat zijn krabbels als curiosi-teiten in de ateliers werden opgehangen.

Iets later begon hij te etsen, op dezelfdewijze als hij teekende, primitief, uitvoerig,onbeholpen, maar ongemeen, en hij huurdetoen het kamertje van veertig francs per jaar.

Verder vertelt Chatnpfleury van het levenvan Chien-Caillou met zijn konijn; van zijnideaal, eens een eigen schuit te bezitten;

van genomen", antwoordt Chien-Caillou,„waar ik niet erg meê ingenomen ben, maarje moet weten dat ik die met schoensmeeren een borstel heb gedrukt; want het kostmij een paar stuivers bij een drukker, endaarvoor betaalt u mij niet genoeg!''

Dan volgen onderhandelingen; Chien-Caillou wil zijn p l a a t niet geven voor vijffranken; hij eischt er tien voor, en daarbijeen zekere hoeveelheid aardappelen per week.

De uitdrager, die de verdiensten van hetwerk heeft ingezien, geeft eindelijk toe. Na

t

Page 3: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

behoorlijke afdrukken te hebben laten maken,die hij verfrommelt en bruin maakt, zienze er voor sommige verzamelaars uit alszeldzame zeventiende-eeuwsche prenten, vaneen onbekend Oud-Hollandsch meester, eenleerling of tijdgenoot van Rembrandt. .

Later zien wij Chien-Caillou bijna beroemden niet meer dood-arm. Hij werkt zijn plannenuit en wil met zijn boot naar België en Hollandgaan, overal waar schilderijen van Rembrandt

1885, Sèvres. Dit stuk beschrijft zorgvuldigde begrafenis van Chien-Caillou (RodolpheBresdin).

„Hij was", zegt Cladel, ,.volgens dr. M.in den nacht van Zaterdag op Zondag gestorvenaan een beroerte. Men had hem gevonden,dood van koude, in zijn bed; maar welk eenbed! Een houten voerbak, waaruit varkensniet zouden willen eten, gevuld met stroo.Kn zijn woning! Verbeeld u, een zolder wel

I H ' I / K N VAN DF.N i 'OSTISnl lK.

zijn, maar tengevolge van een amouretjeeindigt hier, vrij plotseling, het verhaaltje.

In hoofdzaak is dit novelletje — een fijn,teer stukje — een allegorie van een etsers-bestaan, dat o. a. zelfs de aandacht trok vanVictor Hugo.

Heel toevallig vond ik, niet lang geleden,in een oud nummer van den Gil-Blas, eenstukje van Loon Cladel, den grooten schrijvervan Zuid-Frankrijk, gedagteekend 14 Januari

vijftig meter lang, en acht breed, met nietsanders dan een pannendak; op de balkenen binten eenigc lompen en vodden: over-blijfsels van allerlei aard, en op een vuren-houten tafel, tusschen eenigc lappen in,onafgewerkte etsen en stcenteekeningen, eenpotje met beschimmelde confituur, een zaag,een hamer, een stuk brood op een aardenpot, waarin bevroren water, terwijl onder dietafel een magere, hongerige kat angstig miauwt.

Page 4: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

De dragers komen en schrikken bijna wan-neer zij staan voor den kalen grijsaard, metzijn langen, ruigen baard, die nog krampachtigsaamgetrokken ligt in zijn krib, waar hijdrie dagen geleden gestorven is, na zich,geheel gekleed, volgens zijn gewoonte, terruste te hebben begeven, niet op, maaronder zijn matras. O! een echte BijbelscheJob, stervende op zijn mesthoop, daar lag hij I

,,De sneeuw valt gedurig; men moet ver-trekken.

„Bracquemond, Champfleury, Boutet, diehaastig een schets van den doode heeftgemaakt, drieof vier prole-tarièrs uit debuurt en ik, wijzien toe hoe opden lijkwagen dedoodkist wordtgeheschen, ge-maakt van dun-ne plankjes, zoo-als de Gemeen-tebesturen zeschenken aanhen die nietsbezitten.

„Een priester,geheel alleen,loopt voor denkleinen stoet.

„Wij zijn wel-dra in het oude j . • •gebouwtje dat ~ "men de kerk van u.Sèvres noemt,en daar wonen wij bij, niet een dienst, wantvoor hen die van honger sterven wordt geendienst gehouden, maar het opdreunen vanenkele gebeden in het Latijn, ,,Dc Profundis"en „Dies irae".

„Daarna gaan wij weg, en gedurende bijnatwee uur plassen wij in de smeltende sneeuwen rillen wij van koude, alvorens het „plateaudes Bruyères" te bereiken, waar zich, langsden zoom van het bosch van Chaville, nietde oude begraafplaats bevindt, waar mijnarme vriend, de groote dichter Albert Glatigny,rust, maar het nieuwe kerkhof, waar weldra

Rodolphe Bresdin, de etser, die onregelmatigen terloops maar werkte, weldra tot stof zalzijn overgegaan; hij wordt begraven in den„algemeenen grond", in een kuil, haastiggegraven in de met kiezelsteenen vermengdeaarde, waaruit dit plateau bestaat.

„Het slaat twaalf uur, en wij keeren terug,verkleumd van koude, Bracquemond, Bouteten ik, steeds pratende over dien mislukten,die iemand had kunnen en moeten zijn".

De eigenschappen van het werk vanBresdin laat ik hier onbesproken.... Waaris het echter dat de ets-kunst dikwijls min-

der oplevert dan—• het eenvoudig-

ste ambacht.

Ik heb, metdeze lange in-leiding, eens wil-len laten zienwelke ongeloof-lijke moeilijkhe-den een artistkan ondervin-den. Zelfs deallergrootsten.

Om bij de et-sers te blijven,Ch. Méryon, degeniale, gewel-dige teekenaarop koper vanOud-Parijs,werdkrankzinnig van

«. ellende. Sey-

mour Haden be-schouwt hem als „ontegenzeggelijk een dergrootste artistcn in zijn genre die de wereldooit zag".

Toch was hij, gewezen zee-officier, toen hijzich aan de kunst gewijd had, zóó arm dat hijzijn platen niet kon doen afdrukken, voorenkele stuivers, en, tengevolge der geledenontberingen, stierf hij in het gekkenhuis vanCharenton, waar hij ook begraven werd.

Slechts weinige jaren later werden goedeproeven van zijn platen met honderden enduizenden franks betaald.

Derkzen van Angeren, beginnende, onbe-

Page 5: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

kend, ongeprotegeerd, heb ik ook heel armgekend.

Het was in zijn overgangstijd, toen hij, naals „porcelein-schilder" werkzaam geweest tezijn aan de fabriek van Delftsch aardewerkvan Hooft en Labouchère, aan dit slaafschewerk den rug toekeerde, en, met grooteenergie, zichzelf wilde worden.

Hij was toenpas begonnen te . •- • - , - £ _ , . — — .etsen; hij kwambij mij met de ' • . : ,' . .'';~portefeuille diehij altijd bij zichdroeg, terwijl hij,om te kunnenbestaan, dagenbesteedde aanhet bezoekenvan menschendie misschieniets van hemzouden willenkoopen. Daar-voor kwam hijmij adressen vra-gen. Ik had hemnooit gezien,noch iets vanzijn werk: dekleine etsen diehij bij zich had,evenals enkelepenteekeningen,hoe onvolmaaktook, toondenloch reeds zijntalent. Hij ver-kocht toen wathij maakte voorwat men er voorgeven wilde ...

Een etsje, eenmolentje, geëtst in fijne, jrijze lijnen liet zijn

water na, niets anders dan t e e k e n e n met eenstalen naald door een zachte vernis-laag heen,op een koperen of zinken plaat.

Graveeren daarentegen is heel wat anders.Het hanteeren van het „burijn", de kleine

bijtel die, vooruit geduwd, i n de oppervlaktevan de plaat een gedeelte weggraaft, is eenalles behalve vrije beweging.

Elke lijn moetberekend, lo-gisch bedacht,in zekeren zingestyleerd, inelk geval eerstdoor den geestgeheel ontwor-pen zijn, vóórdat ze in hetmetaal gegra-veerd wordt.

Nu toondenmij de pentee-keningen vanDerkzen, die iktoen zag, eensystematischen,maartochgevoe-ligen opbouw,die veel deeddenken aan gra-vure-lijnen.

Ik raadde denetser aan in Am-sterdam te gaanwerken onderleiding van on-zen grooten gra-veur Dupont, en

• • • • : • . • •. j g a f h e m e e n

• introductie voorden Hooglee-

'•-• raar.Tochkwamhier niets van,

misschien omdat zijn aard van etser sterkerteer sentiment van opvatting en uitvoering sprak, en hij ging dóór, hoe moeilijk ook,doorstralen. Een paar penteekeningen trokkenook bizonder mijn aandacht, omdat zij eengrooten aanleg toonden voor g r a v e e r e n ,een gansch andere kunst dan etsen.

Etsen immers is, op het ,,bijten" met sterk

met etsen en teekenen, zelfstandig, onver-schrokken.

Geen geld hebben is voor een artist somseen gevaar. Staat hij alleen, heeft hij geenvrienden die hem in dit opzicht steunen kunnen,

5

Page 6: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

w///

dan staat h i j . . . op straat. Dit was het gevalmet Michel, Monticelli, Millet, wiens werkennu honderdduizenden waard zijn. Bekend is't hoe de laatste, vader van een groot gezin,zijn bakker te Barbizon niet kon betalen; hoeCorot en Rousseau, met veel voorzichtigheid,om zijn eergevoel niet te kwesten, soms werkenvan hem kochten of deden koopen.

Veel energie is noodig om in zulke zorge-lijke omstandigheden te blijven werken voorzijn ideaal, voor het bereiken van zij n waarheid,zonder toe te geven aan den smaak van koopersen kunstkoopers, om z i c h z e l f te blijven.

Dergelijke tijden heeft ook Derkzen vanAngeren doorgemaakt.

Succes komt op verschillende wijzen: degezonde, natuurlijke weg is deze: iemandmaakt iets met mooie eigenschappen; dezeworden beoordeeld door zijn „pairs", gevoels-menschen die hem begrijpen, en grondig,dus ook technisch, apprecieeren kunnen, —artisten dus, collega's. Deze noemen zijn naam,zeggen zijn verdiensten. Daarom „verkoopt'hij nog niet. Maar hij wordt gewaardeerd,

6

begrepen. Een begin van reputatie, van succes.Ken ander soort succes ontstaat op kunst-

matige wijze. De kunsthandel, die een handelis als elke andere, en dikwijls ontaardt in specu-latie en zwendel, ziet in het werk van een meerof minder talentvol artist een waar, geschiktom te exploiteeren. Zijn reputatie wordt dankunstmatig gemaakt, bij veilingen worden zijnprijzen opgevoerd, op alle mogelijke manieren.Zijn werken verspreiden zich; soms acht hijzich dan voldaan: hij „schildert zich rijk",zooals men dat in 't hollandsch noemt. Daarombehoeft zijn werk niet mooi te zijn; volstrektniet. Zeide niet Jacob Maris eens dat eenschilder nooit het meeste succes („praktische")zal hebben met zijn b e s t e werk. Maar hetkoopend publiek koopt, als gehypnotiseerd.

Dit had altijd plaats. Toch zal, in zoo'ngeval, na een jaar of wat, — na den dooddes makers b.v., of nog wat later — zijnwerk aanzienlijk in waarde dalen, ja somswaardeloos worden.

Alleen het werk van een goed kunstenaarhoudt waarde, neemt toe in waarde, gestadig,

Page 7: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

HOU'IVAAGMOI.EN.

— soms, na zijn dood, op stuitend-snelle wijze.De oorzaken der moeilijkheden die een

jonge etser méér nog ondervindt dan eenjong schilder b.v., zijn de onbekendheid vanhet publiek met wat etsen is, met het mooievan deze kunst, en de, over 't algemeen,geringe belangstelling die er voor bestaat inons land. Ook de afwezigheid van kleuren.

Hoe weinig menschen zien het verschiltusschen een penteekening en een ets; laatstaan tusschen een ets en een gravure; ofweten dat een ets gedrukt kan worden toteen zeer groot aantal exemplaren. Wie,onder de koopers van etsen die verhandelbaarzijn geworden tengevolge van kunst-grepen,kunnen een g o e d e n afdruk van een slechtenonderscheiden?. . . Hoevelen zijn er die hetverschil tusschen een proefdruk en een gewonendruk zien?... En toch is dit verschil vanzooveel belang, dat een ets van Rembrandtb.v., enkele tientallen guldens waard is, ofvele duizenden, al naar gelang der qualiteit.

Is het dan een wonder dat een jong etser,ongeprotegeerd, weinig kans heeft van finantiëel

te slagen, zelfs van succes te hebben?. . . .Ik noem een treffend voorbeeld: Er be-

staan in de wereld enkele drukken van eenFranschen etser omtrent wien niemand mijooit eenige inlichtingen kon geven, ondankszorgvuldige, aandachtige nasporingen. Hijheet of heette Lucien Renout. Réraldi, inzijn groot werk over de etsers van de19e eeuw, noemt hem niet, ofschoon vanRenout in „La Vie artistique", jaren ge-leden, een paar platen werden gepubliceerd.Een daarvan heeft superieure eigenschappen ;ook een andere, zoover ik weet een unicum,in kleuren gedrukt. Het zijn „droge-naal-den", ,,dry-points", ineens op het koper ge-daan, zonder vernis of etsgrond en zuur-bad.Renout uitte in deze vrouwen-koppen en ingedeelten van de omgeving een zeldzaamsentiment, met zeer origineel en knap lijnen-werk. Kenners hebben deze prenten altijdzeer bewonderd. Hij is echter onbekend ge-bleven tot heden, wellicht omdat hij maaraccidenteel etste, of jong kwam te sterven.

Toch zullen deze werken blijven bestaan

Page 8: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

in prentenverzamelingen. Zoo zou het hebbenkunnen gaan met de eerste etsen van Derkzenvan Angeren, als hij niet meer geproduceerdhad. Maar nu reeds is zijn etswerk van be-teekeniszoowel door omvang als eigenschappen.

Deze etser, hoewel hij weinig schilderijenmaakte, heeft een volbloed schilderstempera-ment. Ik ken van hem een waterverf-teeke-ning, een paar jaren geleden door wijlenDr. Jan Zürcher gekocht, voortreffelijk werk.Deze teekening is zoo treffend, en opvallend,door de sterke, frissche, juiste kleur, door dezuivere impressie van atmosfeer, door de echteschilders-visie. In sommige opzichten, zonderer juist op te gelijken, doet zij aan een mooieWeissenbruch denken.

Dit zegt veel en draagt bij om de kleuren de atmospherische eigenschappen van zijnetsen te verklaren.

Het burijn der graveurs is een langzaamvorderend instrument, een trage vertolkerder gedachte. Etsen kan snel gaan, en is hetaangewezen procédé om een impressie neer teschrijven of om een gevoelige teekening opmetaal te maken. Ieder etser maakt zich eeneigen techniek. Enkele regels, niet zonder uit-zonderingen, bestaan ; maar Derkzen, als alleverdienstelijke etsers, vond zijn eigen procédésuit, bedacht, gevoelde middelen om zijn doelte bereiken. Ondanks ontmoedigende beoor-deelingen hield hij vol, en werd hij de tech-niek meester. Deze onderwierp hij slaafschaan zijn wil. Technisch „knap" in den zin vansystematisch geroutineerd is hij niet. Daaromis zijn werk nooit droog, saai, zielloos. Maarhij is in zijn techniek beter dan „knap",—• hijis een echt etser, die het koper, in hetbad, doet uitdrukken wat hij wil. Er zijnetsers die zich tevreden stellen met lijnen-werk neer te zetten op een plaat en verderzoo goed als geen acht meer slaan op lietbijten. Dit zijn geen ware etsers. Het bijtenzelf is een der meest belangrijke, aanpak-kende factoren van deze kunst. Daarom zijnangst, ongerustheid, preoccupatie, gemoeds-stemmingen die het maken van een etsbegeleiden.

En hoe ruim is het veld, hoe verschillendwat men met dit procédé bereiken kan! Mendenke aan Rembrandt, natuurlijk; maar naast

hem b.v. aan Zeeman, of aan Potter, K. Dujar-din, Claude Lorrain, Piranese, of aan modernenals Bracquemond, Rops, Koepping, Helleu,Buhot, Seymour-Haden en zoovele anderen 1Welk een rijke afwisseling van uitdrukkings-vermogen, welk een wereld van hoog artis-tieke uitingen! Tiepolo, Whistler, Goya,Chahine, Brangwyn, welke tegenstellingen,wanneer men hun werk bekijkt! En altijdis er plaats voor nieuweren; elk vindt anderemiddelen uit om zijn visie neer te schrijvenop het metaal, Barbara van Houten zoowelals Nieuwenkamp, van der Valk zoowel alsDerkzen van Angeren. Dit bewijst hoe rijkhet te ontginnen veld in dit opzicht is vooreen etser met temperament. En dat is dezeetser in hooge mate.

Tengevolge van het misbruik maken vandrukkers-recepten en van te vloeibare, mod-derige inkten, die aan prenten het voorkomengeven van met teer of chocolade gedrukt tezijn, èn tevens door misbruik van „retrous-sage", — is een reactie opgekomen, die weleens etsen deed ontstaan, welke meer vanhet saaie eener lithografische gravure hebbendan het diep-rijke, gloedvolle en machtige, —zelfs in het teère, — van een mooie ets-proef. Zoo ontstaat verwarring van procédé,en gaat men soms in 't eenc zoeken wat inhet andere gevonden moet worden.

Derkzen heeft zich tot nu toe vrij wetente houden van dergelijke modieuze, onge-voelde invloeden, en alleen etsen gemaakt,die geheel aan de eischen van een completee t s beantwoorden.

Om deze reden drukt hij ook altijd zijnplaten zelf. Wanneer men weet hoe moeilijkdi t werk is, hoeveel geëischt wordt vaneen behoorlijken afdruk, en hoe vermoeiend,geestelijk, — dus ook lichamelijk, — het druk-ken van een plaat wordt, nadat de allereersteafdrukken zijn genomen, — dan moet menzooveel energie bewonderen. Thijs Marisdeed 't ook, met zijn meesterstuk „de Zaaier",maar hield het niet vol; toen ging hij naarGoulding, den beroemden Londensche drukker.Graadt van Roggen en Nieuwenkamp hebbenhet ook gedaan, en eigenlijk zou het wensche-lijk zijn dat 't altijd gebeurde, maar dit is een-maal onmogelijk bij een ietwat groote productie.

Page 9: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

Zoo gebeurde het dat de enkele reproductie-platen, die Derk/.en maakte, naar Gabriel enIsraels, door den uitgever aan een plaat-drukker werden gegeven om af te drukken.Maar zijn origineelen drukt hij steeds zelf af.

Ken merkwaardige reproductie-plaat vanDerkzen van Angeren is die naar het meisjes-kopje van den Delftschen Vermeer, thans inhet Mauritshuis. De reine blankheid, het fijnemodelé, de heldere, kristallijne uitdrukking-der oogen, gepaard aan de sterke, zoo zuiverekleur, maken dit werk tot een der moeilijkste

uitscheiden met etsen, omdat zijn man ie rniet deugde, — aan hem, die juist technischzoo onderlegd en knap is !

Maar om dezen etser volkomen te genietenmoet men geheel zijn oorspronkelijk werkdoorbladeren. Dit kan verdeeld worden indrie groepen: figuurstudies, stillevens enlandschappen. Tot de eerste behoort vooralzijn kop van een ouden boer, levensgroot.In deze ets, van machtige realiteit, heeft hijenorme moeielijkheden overwonnen. Door destrafheid van uitdrukking, door de intensi-

interpretatie. Toch heeftüerksen veel van het moois van dit schilderij— op dezelfde grootte als het origineel ge-ctst — weer kunnen geven. Slechts enkeleafdrukken van deze merkwaardige plaat zijnin omloop, omdat Derkzen ze uitsluitend opbestelling afdrukt.

Het spreekt van zelf dat aan iemand, dieden strijd om het bestaan mee moet makenals deze etser, geen ontmoedigingen of teleur-stellingen van allerlei aard gespaard werden.

Zóó is hem eens gezegd, dat hij maar moest

teit van leven, het pittige der uitvoering,herinnert zij aan het werk van sommigeprimitieven.

Dan heeft hij een reeks studies gemaakt vanzieke, stervende oude vrouwen, dof-luguberals de ziekte en de dood zelf. Een zijner een-voudigste en tevens meest geslaagde koppen,hoewel niet van de sterkste, is »Tante". Inanderen weer heeft hij iets gelegd van de woest-heid, die soms Vincent van Gogh bezielde. Juistdeze ongelijkheden, dat z o e k e n is in zijnwerk aantrekkelijk. Men voelt voortdurend den

Page 10: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

koortsigen zoeker, den onrustigen onvoldane,die met passie tracht het leven vast tehouden. Hij heeft niet zijn »weg'' gevonden,in zooverre, dat hij zich niet tevreden steltmet een gelijkmatige, gemakkelijk te her-kennen factuur, op alle onderwerpen gelijkelijk

dezelfde. Maar welke artist heeft niet eenkeuze van sujetten die hem aantrekken, bezig-houden, tot hij alle middelen om ze weer tegeven, heeft uitgeput?

Zóó is er, onder zijn stillevens, een reeksvoorname platen, genaamd „üoodskoppen".

FH'ISJK VAN RIJTII.

toe te passen, als de traditioneele restaurant-saus die met alle gerechten wordt opgediend.Maar hij koestert voor elk zijner platen eenander, heterogeen gevoel en hij tracht ditgevoel, hoe dan ook, uit te drukken. Zijn werkis nooit systematisch, eentonig, droog, zichzelfherhalend, al zijn ook zijn onderwerpen dikwijls

10

,,Doodskoppen voor een raam", „Doods-koppen no. i", Doodskoppen no. 2". Hetzijn gewoonweg schedels, zonder meer, ineen mooi licht geplaatst. Met liefde engevoeligheid bestudeert hij de plannen,de lijnen, de zacht welvende of nerveuspittige vormen van dit meesterstuk, een

Page 11: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

schedel. Gegroeid om de hersenen, zichgestadig ontwikkelend met de lichaamsont-wikkeling, is een menschenschedel een dermeest volmaakte natuurvormen die men zichdenken kan. I'hrenologie mag een weten-schap of een intuïtie zijn, waar is het dateen schedel veelverraadt vande eigenschap-pen van zijn in-houd, het brein,en indien iets„constructief"

en doelmatig is,dan is het eenskelet. Om de-ze redenen zijnschedels altijdbewonderd endikwijls geschil-derd. Om eenschilderij te ma-ken, met zulkeen onderwerp,om het te com-pleteeren, werden eenige voor-werpen er naastgeplaatst en der-gelijke sujettenheetten ,,Vam-tas" of iets der-gelijks. Maar degeboren schil-der beeldde zeaf om hun mooi-heid van vormen kleur.

Zoo ook Derk-zen van Ange-ren. Levens-groot etste hij oen]ze, meestal tweenaast elkander geplaatst, in verschillende licht-effecten, tegen het licht in, — sterk glanzendverlicht, — of dof, beenig, stoffig. Zeer op-merkelijk zijn deze platen, die van zijn wils-kracht getuigen, en — van zijn kwaliteiten alskolorist. Gestadig is hij vooruit gegaan inhet weergeven van deze onderwerpen. Zijn

plaat Doodskoppen no. 2 (koper), de laatstedezer serie, is ontegenzeggelijk de fraaiste,en zeer veel moois is gelegd in de uitdruk-king van stof en licht, en in de zacht welvende,sculpturale teekening der gevoelige, bewege-lijke plannen, die bijna onmerkbaar in elkander

overgaan,-even-als in die derkantige, scher-pere vormender aangezichts-beenderen, sterkhoekig, zonderhardheid, solideen sierlijk bui-gend langs oog-kassen enkaken.Met deze onder-werpen, en metzijn meermalenherhaalde stu-dies van ziekenen dooden, doetDerkzcn denkenaan een of anderonbekend oudmeester; dezewerken van hemhebben een ma-caber en luguberkarakter, alleente vergelijkenmet dat van som-mige „Dooden-dansen" der Mid-deleeuwen.

Tot zijn reeks„stillevens" kanmen ook rekenen„Etshok", eennaam dien elke

iiciKK. . etser geeft aanzijn laboratori-

um, een zijner laatste en belangrijkste etsen.Deze groote plaat, van hoogst verdienstelijklijnenwerk en toon, geeft wel het helderereflectie licht van een ruimte waarin hetlicht vrij spel heeft, door breede ramen on-belemmerd binnenvallend. Forsch staat dezware ijzeren ctspers, — massale tegenstel-

11

u

Page 12: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

ling met het zich overal verspreidende licht.Zijn derde serie onderwerpen klasseer ik

onder de rubriek: „landschappen".Een dezer viel mij op, reeds eenige jaren

geleden. Het was „Winter", en stelt voormoestuintjes met enkele schrale boomen.Krachtig is deze plaat geëtst, terwijl de lucht,met aquatint behandeld, — een moeilijk pro-cédé dat te onzent maar enkele beoefenarentelt, — merk-waardig bewe-gelijk, dun enjuist van toonis. De winter-stemming is volmaakt uitge-drukt. Geen etser, die niet tevens talentvolschilder is, zoumet zooveel ge-voeligheid een

winter-indrukhebben kunnenseven. Dezeplaat trok danook zeer de aan-dacht in 1905te Venetië, inde Hollandscheafdeeling, die opdeze belangrij-ke tentoonstel-ling zoozeer op-gemerkt werd.

Derkzen vanAngeren maak-te onlangs eentweede plaat van ,, rshetzelfde onder-werp ; prachtig zijn besneeuwde grond enbroeibakken, — maar temjevolije der wissel-valligheden die met de behandeling van aqua-tint gepaard gaan, verongelukte zij in laterebewerking, en Derkzen verkocht ze, . . . vooroud metaal 1

Talrijk zijn de kleinere etsen die hij maakte,meer of minder in verband met deze prent,„Studies van moestuintjes", „Moestuintjes",„Sneeuw", enz.

Ook molens hebben hem dikwijls aange-trokken; een „Molen zonder wieken", leven-loos als een skelet; „Houtzaagmolens", grooten klein. En polder-landschappen, ruim, atmos-pherisch, weelderig verlicht. Tot zijn bekoor-lijkste, intieme sujetten behoort een reeks, —want hij komt gaarne als alle ware artistenop hetzelfde onderwerp terug, — van „Huisjesvan de postbode", een motief, vlak naast

zijn woning ge-vonden. Dezehuisjes, van vo-ren of van terzijde gezien, zijnmet zeldzamegevoeligheid ge-teekend. IetsWhistler-achtigsgeestigs is in denlijnen-opzet dersteenen, kalk-voegen en ra-men; de pannen-daken, muren,boompjes zijnmetdezelfdevol-gehouden liefdeaangekeken enbestudeerd.

Zijn onderwer-pen zijn eveneenvoudig alszijn titels; maarhij weet een„Landwegje",

een „Landhek",of een „Molen",eenige centimc-

„K. ters groot, be-

langrijk te ma-ken door de gespannen gevoeligheid waarmedehij ze aankijkt.

De laatste platen die hij etste toonen meernog dan andere, zijn groote vastheid vanteekening, zijn gevoeligheid, zijn rustelooszoeken.

Groote etsen zijn „Lelies", zeer groote,„Zonnebloemen" (in een aarden pot) en eenandere plaat, voorstellende allerlei studies inalle richtingen zoowel van die bloemen als

12

Page 13: ANTON DERKZENN VAN ANGERE - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1907/07/19070701/EGM... · van de overige werken van Champfleury, door een fijner sentiment en een schijnbaar onrealistisch"

van een naakt model. Prachtig bestudeerd zijnhier de bewegingen der malsche bloembladen,de lichte en donkere bloemen, en fragmentenvan zijn model, als o. a. voeten, die aan deteekening van sommige handen van Holbeinen Dürer herinneren.

Al deze prenten, zoo onbevangen gemaakt,en zoo in-Hollandsch, getuigen van veel oor-spronkelijkheid van opvatting en van uit-voering. Men ziet er aan dat Derkzen vanAngeren niet veel etsen van „meesters", grooteof kleinere, heeftgezien. Hieraandankt hij zekerwel voor eengroot gedeeltezijn oorspronke-lijkheid, een ei-genschap diehem wel eens inden weg zoustaan, wanneerhij, — wat hijniet zal doen!—• naar popula-riteit mocht zoe-ken. Want nietsis hiervoor meergeschikt dan eengemakkelijk teherkennen fac-tuur, die weinigafwijkt van bestaande uitin-gen. Uit maakt,dat sommigeschilders met

en

weinig eerge-voel, liever in het zog van een bekendenmeester varen, dan langs een weg vol moeie-lijkheden een eigen weg te zoeken. ,,De wegnaar het succes is gemakkelijk af te leggen,wanneer men zich door een bekende reputatielaat voortslepen," zeide de Goncourt, „maarmen wordt met slijk bespat."

En juist de factuur, de „manier" van etsen isbij Derkzen van Angeren zeer persoonlijk, ruigen wild soms, dikwijls niet behagelijk, maar altijdbelangwekkend, krachtig, individucel en knap.

Waartoe, in een opstel als dit, —• dat in

de eerste plaats bekendheid wil geven aan hetwerk van een zeer verdienstelijk artist, — metnadruk te wijzen op kleine fouten of onvol-maaktheden die iedereen kan zien ? Dit werk isin zijn geheel, als uiting, zóó belangrijk dat hetoverbodig wordt. „ D ' a i l l e u r s la choseest si facile, et d ' a u t r e s 1'ont faitel— N ' e s t - i l pas plus n o u v e a u d e v o i rles gens pa r leur beau cötér" zegt Bau-delaire ergens in zijn „Curiosités Ksthctiques".

Geen kunstenaar is er die n o o i t minder-waardig werkheeft geleverd,maariederwordtbeoordeeld naarzijn b e s t e wer-ken, de éénigedie van hemblijven. Iedereenheeft zwakke zij-den, op dezealléén te wijzenlijkt mij klein-geestig of be-krompen,vloeit

alleen voort uitonkunde of na-ijver.

Daarom be-wonder ik lievermet enthousias-me de kwalitei-ten van een col-lega, die, zelf-standig, warsvan elke cöteric,met één doel

voor oogen, zijne waarheid, zich door hetleven slaat, zonder zich te storen aan ontmoe-digende, niet altijd belanglooze raadgevingen.

Biografische aanteekeninjjen heb ik vergetente maken onder het schrijven van dit opstel.„Onderscheidingen" heeft Derkzen van Angerennog niet gekregen, omdat hij weinig exposeerde.

Hij werd geboren te Delft in 1878, isgehuwd en woont te Den Hoorn bij Delft;betrekkelijk jong, kan hij veel nog van zichdoen hooren als schilder-etser, een genre waar-van hij een zeer volmaakt type is.

13

IN IIKT ATHI.IKR.