J. G. VELDHEER. PORTRET. -...

12
XL •J. G. VELDHEER. PORTRET. W. O. J. NIEUWENKAMP, BRUGGE.

Transcript of J. G. VELDHEER. PORTRET. -...

Page 1: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

XL

•J. G. VELDHEER. PORTRET.

W. O. J. NIEUWENKAMP, BRUGGE.

Page 2: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

DE MODERNE NEDERLANDSCHEHOUTSNEDE,

D D DOOR R. W. P. DE VRIES JR. G D

INLEIDING

jiPMERKELIJK is het wel, dat in een ander centrum vanons land, zich onder een groep van jongeren eveneens eenliefde voor de grafiek ontplooide.

In een buitenwijk van Haarlem, waar de architect JanStuyt, de decorateur Duco Crop, de etser Graadt van Roggenwoonden, daar hadden ook Jaap Veldheer, en Wijnand

Nieuwenkamp zich geïnstalleerd.Veldheer had er zelfs een eigen pers, waarop de eerste houtsneeproeven

van deze Haarlemsche bent gedrukt werden.Het zal omstreeks 1892 geweest zijn dat hij daar zijn eerste hout-

snede maakte: „la ville de Visé", die hij exposeerde te München, waar hetblok werd aangekocht door het toen juist opgerichte vooruitstrevende tijd-schrift „Pan", waarin het in 1896 werd afgedrukt, met nog eenigereproducties van ander grafisch werk van hem.

Veldheer's sympathie voor het houtsnijden of liever graveeren, wantfeitelijk stak hij met den burijn in het kops-palmhout, is waarschijnlijkwel van Engelschen oorsprong, en de droom van „het schoone boekbeheerschte ook hem. In den tijd, dat ik hem leerde kennen — om ennabij '95 denk ik—had hij de vroede vaderen van Edam weten te overtuigenvan de wenschelijkheid om aan aanstaande typografen ook het houtsnijdente leeren. Men voelde aldaar wel wat voor het plan, een oudheid- en kunst-zinnig wethouder liep er warm voor, een timmerman-schoolbestuurder,die in zijn jeugd ook in hout gesneden had — boterspaantjes naar hijmededeelde — ondersteunde het denkbeeld — en Edam kreeg zijneersten houtsnij-cursus onder leiding van J. G. Veldheer.

Hij maakte toen, naast enkele losse prenten, o.a. een vrouwekop,waarin hij de schaduw en het haar in strakke houtsneelijnentransponeerde;ook adreskaartjes, ex-libris — klein drukwerk, zouden wij het kunnennoemen; maar droomde wel van eens een heel boek in hout te snijden:titel, illustraties, vignetten enz. enz. De tijd was er echter nog nietrijp voor, eerst later zou hij hier toe komen met zijn „Noord-Hollandschedorpen", met zijn boekje over Bergen.

Zijn talent is echter meer illustratief dan decoratief en deze illustratievekant moest nu beheerscht worden door de voorwaarden die de houtgravure-

Page 3: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

174 DE MODERNE NEDERLANDSCHE HOUTSNEDE. Dtechniek stelde. Zijnschetsen werdendan ook ten deeleomgewerkt tot vas-te lijnen en effenvlakken, maar voorhet overige vondhij al werkende aan-leiding genoeg, zijnopzet verder te de-tailleeren en kwamhet zuivere hout-snedekarakter meer

naar voren.Die eerste hout-

snede van „Visé",ze was nog watzwaar van lijn, bijv.in de lucht, en inde straatsteeneneen beetje gema-niereerd, wat aaneen kriticus des-tijds het woord van„Jan-hagel-houtsne-de" ontlokte, maarallengs werd zijntechniek soepeler,zijn lijn gevoeliger,zijn graduatie intint, fijner.

Hij begon minderde lijn te laten staan,

dan wel, als Bewick — de eerste houtg r a v e u r trouwens — de wittelijn in den zwarten fond te snijden. Zijn eerste meer complete werk,waarvoor hij niet alleen alle platen, maar ook den titel en beginlettersin hout sneed, was de uitgave der Noord-Hollandsche dorpen.

Met zijn vriend Nieuwenkamp had hij daarvóór reeds een plaatwerk overoud-Hollandsche steden gemaakt, waarvan de platen echter zinco's naarpenteekeningen waren, maar die toch in opvatting van wit en zwart, inbouwen lijn, een voorproefje gaven van wat zijn houtsneden zouden worden,

ij zijn groote platen van de Noord-Hollandsche dorpen wist hij echter

J. G. VELDHEER. VISÉ.

Page 4: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

D DE MODERNE NEDERLANDSCHE HOUTSNEDE. 175

volkomen partij te trek-ken van de mogelijkhe-den die een houtsnedebiedt, zonder het karak-ter ervan te schaden.

Nog vaster, zuiverderen gevoeliger echtertoont hij zich in eenlatere uitgave: „Neu-renberg" waarbij hijvooral in de platen metgroote tegenstellingendoor weg-snijden in hetzwart en laten staan inhet wit, verrassende ef-fecten weet te verkrij-gen. De min of meerdecoratieve opvattingvan vroeger maaktedaarin plaats voor eenfijn toonverschil, zooalsAuguste Lepere dit zoovolmaakt weet te geven.

Omdat ik mij hierbepaal tot een „inlei-ding" op de historie derNederlandsche houtsne-de moeten Veldheer'slatere houtsneden buitenbeschouwing blij ven,zooals zij ook vallen buitenhet kader van zijn vroe- J- <S. VELDHEER.

ger werk. Als ik noem„Visé", zijn „Noord-Hollandsche Dorpen", een losse houtsnede als„Marken" bijv., daarna „Neurenberg", dan zit daar een stijgende lijn in,die wijst op een telkens meer prof it eeren van de mogelijkheden die dehoutsnede biedt, maar toch steeds blijvende binnen de grenzen, doorhaar eigenaardig karakter bepaald.

Zijn latere houtsneden, zijn „prediker" en zijn „visschen" getuigen echtervan een andere opvatting, van gewijzigde inzichten, waardoor wij zeminder als een aansluiting op zijn vroeger werk kunnen beschouwenen zij als zoodanig dan ook beter buiten deze inleiding moeten blijven.

MARKEN.

Page 5: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

J. ,G VELDHEER. NEURENBERG.

Page 6: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

D DE MODERNE NEDERLANDSCHE HOUTSNEDE. 177

W. O. J. NIEUWENKAMP. ENKHUIZEN.

De samenwerking van Veldheer met Nieuwenkamp bracht zeer zekerook den laatste aan het houtsnijden; maar diens aanleg was van denbeginne af en bleef ook in zijn latere en laatste werk meer decoratief.

Veldheer was aanvankelijk meer schilder, Nieuwenkamp teekenaar,en dat is in beider werk, hoewel dit ongetwijfeld op elkaar geïnfluenceerdheeft, zeer goed merkbaar.

Talrijk zijn de kleine en grootere houtsneden van stadsgezicht enlandschap die Nieuwenkamp, naar studies op zijn vele reizen, maakte.Meest is het de architectuur der oude stadjes en dorpen in ons land, inFrankrijk, in Spanje die hij in beeld bracht en later zouden zijn tochtennaar Indië, naar Bali, hem nieuw materiaal leveren voor menig uit-stekend blok.

Nieuwenkamp heeft van jongs af een liefde gehad voor het handwerk.Hij hield ervan, de ervaren werkman, zijn gereedschap te zien hanteeren,

Page 7: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

178 DE MODERNE NEDERLANDSCHE HOUTSNEDE. D

en na te gaan, hoe de vakman dan, al werkende, zijn versieringen maakte.Hij had een groote belangstelling voor wat wij thans „volkskunst" plegente noemen, d.w.z. die kunst, waarbij misschien niet aan „kunst" (meteen groote K.) gedacht werd, maar die ontstond door het pleizier dat demaker erin had, om datgene waaraan hij bezig was zoo mooi mogelijk tevoltooien.

De houtsneden uit die oude „Volksboekjes" als: de Historie vanValentijn en Oerson e.a. hadden voor hem wel aantrekkingskracht; erzat, bij een zekere naïviteit, een zuiver ambachtelijke kant aan, diehem lief was.

Ook z ij n liefde ging dus naar het boek uit, maar hij zag het andersdan Morris en anders dan Veldheer, wien de invloed der Engelschen nietvreemd was gebleven. Nieuwenkamp voelde meer voor het oude handwerkder xylografen, voor de ietwat primitieve oude Hollandsche en Vlaamschedrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor eencatalogus van zijn eigen werk, dan zal men daarin meer een herleving vanhet oude boek, dan moderne boekversiering herkennen.

Hij laat zich daarin leiden door het zuiver technische handwerk en desnede van burijn of guts m a k e n zijn ornament.

Dat Nieuwenkamp meer teekenaar dan schilder is, komt hem bij zijngrafisch werk — inzonderheid bij zijn houtsneden — bij uitstek ten goede,want daardoor zal hij aan de lijn, de contour, een grootere waarde toekennendan aan den tint. Nog een andere eigenschap heeft hij in deze, in zijn voordeelen wel: dat hij zelden direct naar de natuur werkt. Zijn schetsen laat hijom zoo te zeggen eerst „bezinken" tot de bijkomstigheden van het gezienevoor hem verloren zijn gegaan, en de hoofdzaken in zijn geheugen over-bleven. Dan eerst kan hij uit zijn geheugen, met zijn teekeningen tot steun,een houtsnede gaan maken, waarin het essentieele wordt vastgelegd.Na zijn eerste blokjes krijgt zijn techniek meer vastheid, weet hij in hetzwart en wit meer nuanceering te verkrijgen, zooals zijn houtsnede uitBrugge o.a. doet zien. Later, waarschijnlijk door de sterke tegenstellingenvan zon en schaduw in Indië, worden zijn houtsneden krachtiger, wordenze forscher. Toch blijven zij zuivere houtsneden, zwart tegen wit; zondereen pogen iets anders te zijn. Een enkele maal, o.a. in dit Maandschrift, bijeen artikel over zijn Engelsch-Indische reis — verhoogt hij het effect dooreen tweede blok te snijden, en dan beiden in verschillend bruin-geel overelkaar te laten drukken. Het is de eerste proeve der kleuren-houtsnede,de clair-obscuur, waarmede Goltzius in enkele figuursneden zoo'n sterkeffect wist te verkrijgen.

Het laatste tiental jaren der vorige eeuw, wij zeiden het reeds, was detijd van beroering onder de jongere kunstenaars; het was zooals wij zagen

Page 8: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

D DE MODERNE NEDERLANDSCHE HOUTSNEDE. 179

de periode van opkomst der decoratieve kunst en velen die aanvan-kelijk als schilder debuteerden, voelden zich tot de versierende kunstenaangetrokken.

Zoo ook Theo Molkenboer, die als vlot en vaardig schilder-teekenaar menigportret had gemaakt — wij herinneren slechts aan dat van zijn moedervoor de linnenkast, dat even reminiscensen bevat van Whistler's be-kende portret zijner moeder — maar zich toen, zeer waarschijnlijk onderinvloed van Dijsselhof, op de decoratieve kunst ging toeleggen. Meubelenen ingelegde spiegellij sten, tegels en vazen ontwierp hij in dien tijd; enwaar ook het aanplakbiljet een plaats in de moderne versieringskunstging innemen, daar was Theo Molkenboer een der eersten die in grooteforsche lijnen, in breede zwarte vlakken en met kloeke letter, aanplak-biljetten sneed.

Een der beste zal zeker wel blijven dat voor den binder E. P. van Bommel,terwijl ook een biljet voor de, toenmaals onder zijn leiding staande,„Hendrik de Keyser-school" door opvatting en uitvoering nu nog als eenuitstekend voorbeeld van affiche-kunst mag gelden.

Veel, ontzaglijk veel, heeft Theo Molkenboer gemaakt, hij was iemandvan een ongewone begaafdheid, die rusteloos als hij was, iedere techniek aan-pakte en er iets in bereikte. Hij had kunnen uitmunten, indien hij zich tot eenenkel onderdeel der versierende kunsten had beperkt, want wat hij aan-vatte droeg de onmiskenbare sporen van zijn genialiteit, maar door zijnoverweldigende productie is veel zijn werk van zeer ongelijke waarde enbelangrijkheid. Zijn houtsneden, voornamelijk aanplakbiljetten, in eengroote plank draadhout met den guts gestoken, behooren mede tot zijnbeste werk, ook, omdat hij zich hier, door de eenvoudigheid van het mate-riaal, tot groote lijnen en vlakken moest beperken.

Een ander kunstenaar wiens aanleg van den beginne af reeds meerdecoratief was, is S. J. de Mesquita. Mesquita experimenteerde graag — zooteekende hij o.a. met een houtje in zwaar papier, waarna hij de opper-vlakte met zwart krijt bestreek, zóó dat de groeven wit bleven. Het effectwas wel verrassend en wij mogen het beschouwen als de oorsprong voorzijn eerste houtsneden: witte lijnen in een zwarten fond, en geen wonderdan ook dat Lion Cachet die deze teekeningen met nog andere zink-afdruksels bij Mendes da Costa zag, Mesquita na deze vóórstudies aan-raadde mes en guts ter hand te nemen en wat hij met het houtje in 'tpapier had aangegeven, nu met het mes in de plank te probeeren. Welkwamen er nu als van zelf meer geheel witte partijen in, waarbij zoo-als in zijn eerste zelfportret, een enkele omtreklijn de teekening danvoltooide.

Dat hij met een enkele contour en een effen vlak veel wist te bereiken,herinneren zich misschien enkele lezers nog wel, door het portret dat

Page 9: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

i8o DE MODERNE NEDERLANDSCHE HOUTSNEDE. D

hij van zijn zwager, den beeldhouwer Mendes da Costa sneed, dat wijvroeger in dit maandschrift afbeeldden, maar ook het portret van eenleerling van hem, een zeer fijn damesprofiel, bewijzen het opnieuw.

Aan zijn geheele werk, ook aan het latere, kan men weder zien dathet al snijdende ontstond en dat hij ook direct in zijn sujetten het witen zwart z i e t . Hij tracht minder dan een der anderen naar halftonen,naar speling van licht en schaduw, hij ziet zijn figuur, zijn beesten, vooral inde latere jaren, als ornamentale composities, waarin de veeren en pluimagehem een aanleiding geven tot lichtere partijen in de donkere gedeelten.

Mesquita's werk bepaalde zich meest tot de losse houtsnede en niet totdie welke verband houdt met het boek, en indien hij ornamentatiesmaakte, waren deze doorgaans bestemd voor het bedrukken van weefsels.

Door een betrekkelijk klein motief om en om te plaatsen, door herhalingen tegenstelling, wist hij op deze wijze in zijn bedrukte lapjes een pleizierigeafwisseling te krijgen, en doordat hij ze zelf met de hand drukte haddenze hier en daar ook een klein verschil van kleur, een tinteling, die in eenmachinaal gedrukt stofje nooit bereikt zou kunnen worden.

Ik zou uit dien eersten tijd van de moderne houtsnijkunst in ons landnog vele andere kunstenaars kunnen noemen, die, aangetrokken doorhet werk der pioniers, zich ook perenplankjes en beuken- of palmhout-schijfjes aanschaften om, als verpoozing van ander werk, eens een hout-snede te maken. Wij mogen hen echter niet tot de houtsnijders rekenen,evenmin als Josef Israels, die eenige etsen maakte, onder de nederland-sche etsers gerangschikt wordt. Een uitzondering zou ik echter in dezewillen maken voor Rueter, omdat juist hij, die misschien meer schilderdan versierend kunstenaar is, zich toch direct tot de decoratieve gra-phiek voelde aangetrokken. Hij combineerde in zijn werk de wiskunstigezekerheid waarmede de Bazel zijn ontwerpen samenstelde — door wien hijook het gebruik van een systematische indeeling leerde kennen — metden primitieven zwier die nog merkbaar is in vele voortbrengselen vanvolkskunst.

Zijn vignetten uit de „Noorsche brieven", zijn adreskaartjes, zijn ex-libris,zij dragen alle een vast en welbewust decoratief karakter, dat ten deeledoor een regelmatigen opbouw, ten deele door de techniek bepaald wordt.Modern zou men zijn werk niet kunnen noemen, het is als het Hinde-looper schilderwerk of als de Marker borduursels, die over honderd jaarvoor de kunsthistorici de grootste puzzles zullen opleveren, wanneer zegedateerd moeten worden.

Hoewel zijn decoratief werk nog meer op lithografisch terrein ligt,dan op dat der houtsnede, mocht- hij m.i. in deze inleiding, ter wille vanzijn boekversieringen, niet ontbreken, omdat zij in dit eerste tijdperk dernederlandsche houtsnede wel thuis behooren.

Page 10: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

XLI

S. J. DE MESQUITA. VOOR OEN' SPIEGET.. S. J. DE MKSOUTTA.

S. JiiSSURUN DE MESQUITA.

Page 11: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

XLII

EERSTE NEDERLANDSCHE

BURGWAL:2I2;WOENS; FABREKTH. MOLKENBOER. AANPLAKBILLET. TH. MOLKENBOER. AANPLAKBILLET.

GEORG RUETER. BOEKVERSIERING.UIT „NOORSCHE BRIEVEN". UITG. BOEKH. EN' DRUKKERIJ V/H E. J. BRILI..

Page 12: J. G. VELDHEER. PORTRET. - X-Cagoelsevier.x-cago.com/EGM/1925/01/19250101/EGM-19250101-0220/story.pdfdrukken uit de 16e eeuw, en als hij bijv. een omslagje maakt voor een catalogus

D DE MODERNE NEDERLANDSCHE HOUTSNEDE. 181

Na deze voorgangers zijn er velen gekomen, die, hetzij op meer persoon-lijke, hetzij op moderner wijze, of voortbouwende op wat anderen reedstot stand brachten, de houtsnijkunst gingen beoefenen.

Wij zouden tal van namen kunnen noemen van schilders en decorateurs,van kunstnij veren en grafische kunstenaars, en zeer zeker zullen wij ooklater hun werk recht doen wedervaren; maar in deze „inleiding" meendenwij ons te moeten beperken tot een overzicht van het werk van hen dieaan een herleving der Nederlandsche houtsnijkunst den stoot hebbengegeven.

EMMERENTBE

G. RUETER. HOUTSNEDE UIT „NOORSCHE BRIEVEN".(UITG. FIRMA BRILL, LEIDEN).