AM Magazine 03 2013

20
Driemaandelijkse uitgave van Arbeid & Milieu vzw - jaargang 2013 - nr 3 - juli - augustus -september magazine Afgiftekantoor: 1050 Brussel 5/ Afzender: A&M, Tweekerkenstraat 47, 1000 Brussel DOSSIER ENERGIEBELEIDS- OVEREENKOMSTEN DE NIEUWE ENERGIE- BELEIDSOVEREENKOMSTEN GEWIKT EN GEWOGEN België-Belgique PB Brussel 5 P209314 p7 “De afspraken met de industrie zijn te vrijblijvend” (visie Bond Beter Leefmilieu) Bedrijf in de kijker: IG Watteeuw p14 “Snoei in energie, niet in jobs” (visie vakbonden) p10

description

 

Transcript of AM Magazine 03 2013

Page 1: AM Magazine 03 2013

Driemaandelijkse uitgave van Arbeid & Milieu vzw - jaargang 2013 - nr 3 - juli - augustus -september

magazine

Afgiftekantoor: 1050 Brussel 5/ Afzender: A&M, Tweekerkenstraat 47, 1000 Brussel

DOSSIER EnERgIEbElEIDS-OvEREEnkOmStEn

DE nIEuwE EnERgIE-bElEIDSOvEREEnkOmStEn gEwIkt En gEwOgEn

België-BelgiquePB

Brussel 5P209314

p7

“De afspraken met de industrie zijn te vrijblijvend”(visie Bond Beter Leefmilieu)

Bedrijf in de kijker:

IG Watteeuw

p14“Snoei in energie, niet in jobs” (visie vakbonden)

p10

Page 2: AM Magazine 03 2013

2 am magazine jaargang 2013 nr 3

AgEnDA

De afspraken met de industrie zijn te vrijblijvend

74

1410

DOSSIER EnERgIEbElEIDS-OvEREEnkOmStEn

DOSSIER EnERgIEbElEIDS-OvEREEnkOmStEn

DOSSIER EnERgIEbElEIDS-OvEREEnkOmStEn

1-3 & 9-11 november Ecobouwers opendeur: bezoek de huizen van morgen In de weekends van 1 tot 3 november en van 9 en 11 november kan je weer een hele reeks inspirerende energievriendelijke en duurzame woningen bezoeken. Op dat moment organiseert Bond Beter Leefmilieu samen met haar partners Ecobouwers Opendeur. Tijdens heel wat rondleidingen in meer dan 150 woningen kun je de talrijke voordelen van duurzaam bouwen en verbouwen beleven. Milieu- en energiebewuste bouwheren doen hun bouw- en woonervaringen uit de doeken en tonen je hoe een duurzaam bouwproject verloopt. Ook kan je deelnemen aan thematours: rondleidingen onder begeleiding van experts in duurzaam bouwen. Inschrijven voor “Ecobouwers Opendeur” is gratis en kan vanaf 19 oktober op http://www.ecobouwers.be/opendeur. Je kan er grasduinen in een online catalogus met meer dan 150 woningen. De rondleidingen starten telkens om 10 en/of 14 uur. Ook de praktische informatie van de begeleide thematours vind je daar.

18-23 novembeR Klimaatweek ABVV Van 18 tot 23 november organiseert het ABVV in Vlaanderen opnieuw de klimaatweek. Elke dag stopt een klimaatmobiel op een andere plaats in Vlaanderen. Hou de milieupagina van het ABVV in de gaten voor meer praktische info: http://bit.ly/17GkpOc. Het ABVV komt in de klimaatweek niet alleen op straat voor klimaat en werk maar daagt ook zichzelf uit om het energieverbruik te verminderen en hun mobiliteit (dienstverplaatsingen en woon-werkverkeer) te vergroenen.

1 december 2012 – 31 maart 2013 Energiejacht: bespaar op uw energiefactuur Stijgende energiefacturen? Dreigende stroompannes? Niet als het van de deel-nemers aan de Energiejacht afhangt. De voorbije jaren bespaarden de deelnemers aan deze campagne gemiddeld meer dan 9%, goed voor meer dan 140 euro. Ieder-een kan gratis meedoen. Noteer tussen 1 december en 31 maart uw meterstanden van gas en elektriciteit en bespaar energie aan de hand van concrete tips. Een weke-lijkse nieuwsbrief - vol tips, getuigenissen en interessante info - helpt u verder op weg. Registreer u vandaag nog op www.energiejacht.be. Meer info over de Energiejacht vindt u op de website.

In dit nummer3 Editoriaal: Het onvermogen om

te investeren in de economie van overmorgen, zullen we morgen cash betalen

4 Energiebeleidsovereenkomsten (EBO’s) Het benchmark- en auditconvenant, waarbij energie-intensieve bedrijven een aantal engagementen rond energiebesparing aangaan in ruil voor een aantal tegemoetkomingen van de Vlaamse overheid, lopen stilaan op hun einde. Ondertussen liggen de nieuwe energiebeleidsovereenkomsten op tafel. Een samenvatting van wat dit allemaal inhoudt lees je hier.

7 De afspraken met de industrie zijn te vrijblijvend De milieubeweging is al lang vragende partij voor een ambitieus beleid op vlak van energiebesparing. Energiebesparing bij ons allemaal als verbruiker maar evenzeer voor de industrie. Maar hoe staat de milieubeweging tegenover de nieuwe energiebeleidsoveenkomsten (EBO’s) met de industrie? We vroegen het aan Sara Van Dyck, beleidsmedewerker energie bij de Bond Beter Leefmilieu.

10 Snoei in energie, niet in jobs En hoe staan de vakbonden tegenover de

nieuwe overeenkomsten? Is het werkelijk een kwestie van kiezen tussen jobs of energiebesparing? AM Magazine praat met Pieter Verbeek voor het Vlaams ABVV, Bert De Wel voor het ACV, en Suzanne Kwanten voor de ACLVB.

14 Industrial Gears Watteeuw (Oostkamp) Energiebesparing geen vakbondsthema?

De vakbonden en werknemers bij IGW bewijzen het tegendeel: ze richtten een energieteam op waarbij zoveel mogelijk mensen betrokken worden, en kunnen ondertussen een aantal spectaculaire resultaten voorleggen. Een interview met Danny Claeys (ACV), Erwin Pieters (ACV), Koen Dhoore (ABVV) en Mario Alaert (preventie-adviseur en milieucoördinator).

19 A&M in ’t kort Phoneblocks – A phone worth keeping Brussel in transitie – voor een syndicale

aanpak van duurzame ontwikkeling

in Am magazine #3 - 2013

Snoei in energie, niet in jobs Industrial Gears Watteeuw

Page 3: AM Magazine 03 2013

3am magazine jaargang 2013 nr 3

EDItORIAAl cOlOfOnAM magazine is een driemaandelijkse uitgave van Arbeid & Milieu vzw. Tweekerkenstraat 47 - 1000 Brussel Tel +32 (0)2 325 35 01 [email protected], www.a-m.be

Het secretariaat van Arbeid & Milieu vzw is op alle gewone werkdagen, van 9u tot 17u bereikbaar.

Redactie: Tweekerkenstraat 47 - 1000 Brussel Druk: De Wrikker Lay-out: bigtrees. Foto cover: Thijs Calu

Arbeid & Milieu magazine is een initiatief van Arbeid & Milieu vzw. Arbeid & Milieu vzw is een samenwerkingsverband waarin de arbeidersbeweging en de milieubeweging paritair vertegenwoordigd zijn. De arbeidersbeweging is momenteel vertegenwoordigd door het ABVV, ACV en ACLVB. De milieubeweging wordt vertegenwoordigd door de Bond Beter Leefmilieu. A&M magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achtergrondartikels, colums en praktische tips, informatie over thema’s die zich situeren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzakelijk is om sociaal en ecologisch welzijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling. Een jaarabonnement op A&M magazine kost € 17,50. U kunt zich abonneren door dit bedrag te storten op het rek.nr. BNP Paribas Fortis BE54 0011 4959 5597, met vermelding 'Abonnement 2013'. Geef ons ook je exacte adres en contactgegevens door via mail of telefoon en laat weten of je een factuur wenst.

Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M magazine? Contacteer ons op tel: +32 (0)2 325 35 01 of [email protected] Arbeid & Milieu vzw bestaat sinds 1988 en bracht voorheen 'Arbeid en Milieu Nieuws' uit. Redactieraad: Thijs Calu, Bert De Wel, Mike Desmet, Dominique Kiekens, Suzanne Kwanten, Brecht Van Roey, Fredrik Snoeck, Joris Van Damme, Sara Van Dyck, Pieter Verbeek en Timothy Wyffels.

VU: Joris Van Damme Tweekerkenstraat 47 - 1000 Brussel

AM Magazine wordt gedrukt op kringlooppapier. Het tijdschrift wordt gedrukt met vegetale inkten en zonder toevoeging van alcohol of alcohol vervangende producten.

De redactie is niet gebonden door de inhoud van de genomen advertenties. Mits voorafgaande toestemming mogen artikels overgenomen worden. Dit kan alleen maar de betere verspreiding van milieu-informatie in al zijn facetten ten goede komen.

Het onvermogen om te investeren in de economie van overmorgen, zullen we morgen cash betalen

De noodkreten uit werkgevers-kringen omtrent de hoge kosten voor onze productieve industrie in dit land zijn niet nieuw. Het verhaal van de hoge loonkosten daarin is genoegzaam bekend en er zal ongetwijfeld nog veel op die nagel geklopt worden. Maar sinds enige tijd zien we dat de aandacht van bedrijfs-leiders en werkgeversfederaties meer en meer uitgaat naar de oplopende kost van energie.

De nieuwe molenstenen om de hals van de industrie zijn onze ambitie om minder CO2 uit te stoten en die energie op een meer ecologisch duur-zame wijze te produceren. Het valt daarbij op te merken dat onze ambitie op vlak van het beperken van CO2-uitstoot en het vergroten van het aandeel hernieuwbare ener-gie al totaal onvoldoende is om een antwoord te bieden op de klimaatproblematiek en de eindigheid van fossiele brandstoffen. Maar evengoed is het concurrentienadeel op vlak van de kost van energie een objectief feit, zoals bijvoorbeeld de Amerikaanse chemische industrie in Houston kan be-schikken over veel goedkopere energie dan die in onze haven van Antwerpen. Twee vragen dringen zich daarbij op: hoe komt dat? En welk antwoord zetten we hiertegenover?

Het nieuwe ei van Columbus is schaliegas. Dat wordt voor-gesteld als een nieuwe bron van energie, maar eigenlijk is het net een illustratie van de

eindigheid van deze vorm van fossiele energie, en van het krampachtig vastklampen aan de illusie van de mogelijkheid om hier nog langer goedkoop gebruik van te maken. Voor de energiekosten voor de industrie in de VS, en voor de energie-onafhankelijkheid van dat land, doet het nu wel wonderen. Maar er zit meer dan één adder onder het gras in dit verhaal. Vooreerst is er de enorme mili-eu-impact die voortkomt uit de giftige chemicaliën die gebruikt worden bij het breken van het gesteente (fracking) om het gas eruit los te maken. Kort samen-gevat is schaliegas in veel geval-len een ruil van de beschik-baarheid van drinkwater en ruimte voor een beetje gas. Een tweede adder, is dat schaliegas helemaal niet goedkoop is. De techniek van fracking is zelfs extreem duur, maar… het wordt zwaar gesubsidieerd door de Amerikaanse belastingbetaler en de gigantische investerings-kosten voor ontginning worden kunstmatig uit de boekhouding gehouden. Volgens ramingen is de kost vandaag drie keer hoger dan de opbrengst, en was er in 2013 geen enkele boorput nog winstgevend. Met andere woor-den: er wordt andermaal een enorme economische zeepbel gecreëerd, die binnen twee tot vier jaar zou kunnen barsten, en die een milieukerkhof achterlaat. Intussen worden al die miljarden niet geïnvesteerd in duurzame energieproductie.

De beste manier om de concurrentiepositie van onze

industrie op lange termijn veilig te stellen is zonder twijfel investeren in écht duurzame productie en ons onafhankelijk te maken van de stijgende kost van fossiele energie. Maar die investering kost natuurlijk ook geld. Om die investeringskost aan productiezijde te milderen, is minder energie verbruiken veruit de beste optie. Dat heeft een blijvend dalend effect op de kosten en levert in sommige gevallen onmiddellijk op. In an-dere gevallen is het waar dat dit een investering vereist die maar op iets langere termijn zichzelf terugverdient. En daar knelt het schoentje: men wil nu en on-middellijk goedkopere energie om het eerstvolgende kwartaal steilere grafiekjes te kunnen voorleggen dan het voorgaande kwartaal. De industrie verwijst (soms niet onterecht overigens) naar de inspanningen die al gebeurd zijn, en de overheid treedt haar daarin bij, zonder meer. Dat Vlaanderen voor haar industrie niets ambitieuzer kan bedenken dan de nieuwe EBO’s , zal ons zuur opbreken, want de rekening komt toch. En die rekening zal dan voorgelegd worden aan werknemers, de belastingbetaler en ons leef-milieu. Vakbonden zijn mede daarom maar wat graag bereid om een bijdrage te doen voor de toekomst van onze indus-trie door mee te werken aan energiebesparing. Een goed voorbeeld hiervan vinden we verderop in dit magazine.

Jorre Van Damme Coördinator Arbeid & Milieu

Page 4: AM Magazine 03 2013

4 am magazine jaargang 2013 nr 3

Jaarlijkse verplichte toelichting om aan de ondernemingsraad en het CPBW (of de Syndicale Afvaardiging als deze organen ontbreken)

Ondernemingen engage-ren zich om onder meer maatregelen te nemen die ‘de bewustmaking, het engagement en sensibilise-ring rond efficiënt energie-gebruik van medewerkers van de onderneming, ... verbeteren

vakbond en werknemers

Energiebeleids-overeenkomsten (EbO’s)

De voorlopers: benchmar-king- en auditconvenant In 2002 en 2003 traden respectievelijk het benchmarking- en het auditconve-nant in voege. Ook dit waren vrijwillige energiebeleidsovereenkomsten tussen energie-intensieve bedrijven en de Vlaam-se overheid. Zeer energie-intensieve bedrijven (>0,5 PJ*) konden toetreden tot het benchmar-kingconvenant, waarbij ze zich engageer-den om de energie-efficiëntie van hun procesinstallaties op wereldtopniveau te brengen en/of te behouden tegen 2012Dit werd bepaald door middel van ‘benchmarking’ ten opzichte van de wereldtop, namelijk de 10% beste bedrij-ven. Na een benchmarkstudie volgde de opmaak van een Energieplan, waarbij een aantal maatregelen uitgevoerd dienen te worden om de wereldtop te halen. Afhankelijk van de rendabiliteit werd een fasering voorgeschreven. In ruil kregen de bedrijven een aantal voordelen: gratis rechten voor de Euro-

pese emissiehandel, voorrang bij investe-ringssteun, gedeeltelijke vrijstelling van heffingen op elektriciteit…

Minder energie-intensieve bedrijven (>0,1 PJ) konden intekenen op het auditconventant. Met dit convenant engageerden ondernemingen zich een audit uit te voeren die het ergiebespa-ringspotentieel van de vestiging bepaalt. Vervolgens moesten bedrijven alle energiebesparende maatregelen met een redelijk rendement uitvoeren. De Vlaamse overheid van haar kant verbond zich ertoe geen bijkomende maatrege-len of doelstellingen op het gebied van energie-efficiëntie op te leggen aan de betrokken bedrijven

Het benchmarkconvenant liep af eind 2012, het auditconvenant eind 2013. Beide moeten dus verlengd worden, en zo kwa-men de nieuwe energiebeleidsovereenkom-sten tot stand, die – als alles goed gaat - in de loop van volgend jaar van start gaan.

In AM Magazine #2 van 2012 bespraken de vakbonden en milieubeweging de resultaten van deze convenanten. Die hadden volgens hen weinig opgebracht ten opzichte van de grote kost die erte-

Eén van de zaken waar we hard op moeten inzetten als we het klimaatprobleem onder controle willen houden, is het efficiënter omgaan met energie, om op die manier de daarmee gepaard gaande CO2-uitstoot te verminderen. Daarnaast is energie voor veel bedrijven een grote kost, en door de stijgende energieprijzen wordt die kost ook groter bij een gelijk energieverbruik. Voor de vakbonden een uitdaging: door te besparen op energie maak je ruimte vrij voor de steeds moeilijke loonsonderhandelingen. In 2002 en 2003 werden het het benchmarking- en auditconvenant in het leven geroepen om energie-intensieve bedrijven te stimuleren om te investeren in energiebesparende maatregelen. In de loop van volgend jaar komt de opvolger eraan: de energiebeleidsovereenkomsten (EBO’s).

copyright http://www.energymasterhomeinc.com

Page 5: AM Magazine 03 2013

5am magazine jaargang 2013 nr 3

DOSSIER EnERgIEbElEIDS-OvEREEnkOmStEn

Energetische doorlichting via een audit en dit om de 4 jaar

Opstelling van een energieplan voor de periode 2013-2016 en de periode 2017-2020, met een gefaseerde uitvoering

Jaarlijks verslag van de uitgevoerde maatregelen, studies, herrekeningen van potentieel rendabele maatregelen (IRR tussen 14/12.5% en 10%)

Jaarlijkse rapportering over het energieverbruik, CO2-eq -emissies en de evolutie

Uitvoering van een studie naar economisch potentieel van warmtekrachtkoppeling  

Uitwerking en uitvoering van energiebeheersmaatregelen die de bewustmaking, het engagement en de sensibilisering rond effici-ent energiegebruik bij medewerkers verbeteren. De onderneming behaalt een ISO 50001 certificaat of een gelijkwaardig zorgsysteem met energieluik tegen 2015 of stelt een energiebeleidsverklaring op, stelt een energiecoördinator aan

Geen specifieke bijkomende maatregelen gericht op verdere energie-efficiëntie of CO2-reducties opgelegd door het Vlaamse Gewest: geen energie- of CO2-taks of heffing, geen aanvullende verplichte energie-efficiëntie- of emissiereductiedoelen, geen aanvullende besparingsverplichtingen en geen aanvullende energie-eisen

Ondernemingen hebben de keuze om met een interne en/of een externe energiedeskundige te werken

Ondernemingen kunnen flexibele maatregelen nemen ter vervanging van een maatregel uit het energieplan

Ondernemingen kunnen ‘economische pardonnabiliteit’ inroepen indien maatregelen de internationale concurrentiepositie  of ondernemingsrendementen in gedrang brengen

Ondernemingen hebben de mogelijkheid om de energiebeleidsovereenkomst op te zeggen

Energie-intensieve bedrijven kunnen voor bepaalde accijnzen vrijstellingen krijgen als ze een convenant ondertekenen

toegevingen en flexibiliteit naar de onderneming toe

Engagement gevraagd van de onderneming

genover stond. Ze spraken in dit artikel al de vrees uit voor eenzelfde scenario met de energiebeleidsovereenkomsten. Hun opinie over de nieuwe overeenkomsten die uiteindelijk tot stand zijn gekomen lees je verderop in dit nummer.

Energiebeleids- overeenkomsten Wie kan toetreden? Energie-intensieve bedrijven met een primair energieverbruik van meer dan 0,1 petajoule kunnen toetreden tot de nieuwe overeenkomsten.

Wat beloven de bedrijven? Bedrijven moeten hun processen laten doorlichten doormiddel van een 4-jaar-lijkse audit. Daarna wordt een energie-plan opgesteld om maatregelen met een bepaalde terugverdientijd uit te voeren. Bedrijven die vallen onder het Europese systeem van verhandelbare emissie-rechten (VER) moeten alle mogelijke maatregelen met een IRR (internal rate of return1) groter dan 14% uitvoeren, andere bedrijven moeten alle investerin-gen met een IRR van meer dan 12,5% uitvoeren.Nieuw is dat de bedrijven een studie rond WKK/ warmterecuperatie moeten uitvoe-ren. Dit loopt vooruit op een verplichting vanuit de nieuwe Europese Energie-effi-ciëntierichtlijn (EDD). Bedrijven mogen alternatieve maatrege-

len voorstellen als die dezelfde energiebe-sparing met zich meebrengt. In het geval van uitzonderlijke economi-sche omstandigheden kunnen bepaalde verplichtingen worden uitgesteld.

Wat krijgen ze in ruil? In ruil voor hun inspanningen belooft de Vlaamse overheid geen bijkomende maatregelen te treffen gericht op verdere energiebesparing of CO2-reductie. Er komt ook geen energie- of CO2-taks voor de betrokken bedrijven. Tenzij er vanuit Europa bijkomende wetgeving wordt op-

gesteld die Vlaamse overheid dwingt om bepaalde maatregelen te nemen.

Werknemers? Over werknemers zijn 2 zaken te vinden in het de energiebeleidsovereenkomsten:

Ten eerste engageren de ondernemin-gen zich om onder meer maatregelen te nemen die ‘de bewustmaking, het engage-ment en sensibilisering rond efficiënt energiegebruik van medewerkers van de onderneming, (...), verbeteren.’ De werk-nemer als doelgroep dus.

Page 6: AM Magazine 03 2013

6 am magazine jaargang 2013 nr 3

De OR en het CPBW (of de Syndicale Afvaardiging als deze organen ontbreken) moeten jaarlijks een toelichting krijgen bij de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van het energieplan

Er komen twee nieuwe energiebeleidsovereenkomsten: één voor de energie-intensieve bedrijven die vallen onder het European Emission Trade System (ETS) en één voor de energie-intensieve bedrijven die daar niet onder vallen

De ondergrens blijft 0,1 PJ (er wordt uitzondering gemaakt voor bedrijven die door energiebesparingen of door het sluiten van lijnen onder de 0,1 PJ zitten)

De Internal Rate of Return ( IRR) voor de ETS bedrijven bedraagt 14 %; voor de NON-ETS bedrijven 12,5 %

De overeenkomsten lopen tot eind 2020

Het ondertekenen van een beleidsovereenkomst is geen voorwaarde (meer) om in aanmerking te komen voor een aantal gunstmaatregelen op vlak van groenestroomcertificaten, ecologiesteun etc.

De krachtlijnen van de nieuwe energiebeleidsovereenkomsten

Ten tweede is er - wat werknemersbetrok-kenheid betreft - de verplichting om aan de ondernemingsraad en het CPBW (of de Syndicale Afvaardiging als deze orga-nen ontbreken), de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van het energieplan, jaarlijks toe te lichten.

Als alternatief voor beide maatrege-len kan het bedrijf ook kiezen om zich ISO50001 (een energiemanagementsys-temen) te certificeren.

Hoe de vakbonden en de milieube weging tegenover deze zaken staan, lees je verderop in dit nummer.

Thijs Calu, educatief medewerker

Jorre Van Damme, coördinator

Bronnen: VRWI, Een pleidooi voor verdere be-leidsvorming rond sociale innovatie. Eindrapport Innovatieregiegroep sociale innovatie. Brussel, 17 maart 2011, p.11. • SERV, Briefadvies met betrek-king tot sociale innovatie en werkbaarheid, gericht aan de heer Frank Vandenbroucke, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming. Brussel, 2008, p.2. • Groen licht voor Sociale Innovatiefabriek. Persmededeling van Viceminister-President Ingrid Lieten, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, media en Armoedebestrijding van 7 december 2012, p.1.

copyright Jürgen Doom 2012

Page 7: AM Magazine 03 2013

7am magazine jaargang 2013 nr 3

DOSSIER EnERgIEbElEIDS-OvEREEnkOmStEn

foto: copyright BBL

De milieubeweging is al lang vragende partij voor een ambitieus beleid op vlak van energiebesparing. Energiebesparing bij ons allemaal als verbruiker maar evenzeer voor de industrie. Hoe staat de milieubeweging tegenover de nieuwe energiebeleidsoveenkomsten (EBO’s) met de industrie? Zal ons klimaat gebaat zijn bij de nieuwe regeling of is het een maat voor niets? En wat is de boodschap van de BBL voor onze industrie? We praten met Sara van Dyck, beleidsmedewerker energie bij de Bond Beter Leefmilieu.

Een interview met Sara van Dyck – beleidsmedewerker energie bij de Bond Beter Leefmilieu

De afspraken met de industrie zijn te vrijblijvend

Page 8: AM Magazine 03 2013

8 am magazine jaargang 2013 nr 3

“Er is heel wat kennis en engagement aanwezig bij de werknemers. Het is dan ook heel zinvol om je stem als vakbonds­afgevaardigde te laten horen en de hand uit te steken om samen op zoek te gaan naar energiebesparende maatregelen in het bedrijf.”

A&M: Hoe belangrijk zijn deze overeen komsten in de strijd tegen klimaatverandering? Wat is de verantwoordelijkheid van de industrie in dit verhaal?“De industrie is in Vlaanderen verant-woordelijk voor 51% van de Vlaamse CO2-uitstoot en vormt dus een zeer belangrijke speler in het klimaatbeleid. De industrie moet niet alleen haar steentje bijdragen in het halen van de Europese 2020 doelstellingen, maar moet zich ook inschrijven in de noodzakelijke CO2 vermindering van 80 tot 95% tegen 2050. Volgens de Europese Commis-sie zou de industrie tegen 2050 tot 87% minder CO2 mogen uitstoten. Daar staan we nog zeer ver van verwijderd. Volgens een studie van VITO dreigen de emissies in de Vlaamse industrie, die geen deel uitmaakt van het Europees emissiehan-delssysteem, tussen 2005 en 2020 zelfs met 82% te stijgen.”“Er is dus duidelijk nood aan ambitieuze instrumenten om energieverbruik en de CO2 uitstoot te verminderen. De energiebeleidsovereenkomsten zouden daarvoor, naast het Europees emissiehandelssysteem, in Vlaanderen het belangrijkste instrument moeten vormen.”

A&M: Gaan de energiebeleids-overeenkomsten ver genoeg voor de milieubeweging? “De regering laat met deze convenanten een kans liggen om onze industrie echt weerbaar te maken tegen stijgende energieprijzen. De enige manier om onze industrie leefbaar te houden op de lange termijn, is immers een verregaande transitie naar een veel lager energieverbruik en bijbehorende CO2-uitstoot.”“De nieuwe energiebeleidsovereenkom-sten dreigen nauwelijks een meerwaarde te bieden ten opzichte van de gangbare praktijk. Het is zeer onduidelijk of de industrie met de beleidsovereenkomsten extra energie zal besparen. Er zijn geen duidelijke becijferbare resultaatsverbin-tenissen vooropgesteld en bovendien zijn er heel wat achterpoortjes ingebouwd

die het mogelijk maken om de engage-menten, om bepaalde energiebesparende maatregelen uit te voeren, te omzei-len. Het engagement van de Vlaamse Regering om geen bijkomend energie- of klimaatbeleid op te leggen aan de bedrij-

ven legt bovendien een hypotheek op de noodzakelijke transitie naar de koolstofar-me economie en samenleving. Dit beleid mist ambitie op vlak van energie-efficiën-tie en CO2 besparing en dreigt te leiden tot een “lock-in” waarbij de noodzakelijke technologische innovaties uitblijven.

“We zouden als milieubeweging niet alleen willen dat de energiebeleidsovereenkomsten grondig worden bijgestuurd, maar bovenal dat energiebesparing bij bedrijven veel minder vrijblijvend wordt gemaakt. Daarbij moet gekeken worden naar de lange termijn (2050) en moet het industrieel energiebesparingsbeleid veel meer ingebed worden in het economisch en innovatiebeleid met het oog op de transitie naar een groene economie.”

A&M: Hoe bindend zijn de afspraken met de bedrijven? “De afspraken met de industrie zijn te vrijblijvend. Met de overeenkomst engageert de industrie zich om bepaalde energiemaatregelen uit te voeren, in ruil voor tegenprestaties van de overheid. De enige mogelijke sanctie bij niet naleving van dit engagement is dat de industrie uit de beleidsovereenkomst stapt. Er kan dus geen verdergaand energiebesparingsbeleid worden

geëist van de bedrijven. Bovendien bevat de beleidsovereenkomst heel wat clausules met uitzonderingen en nuanceringen die de deur openzetten om energiebesparende maatregelen uit te stellen of niet uit te voeren.”

A&M: Zullen de EBO’s leiden tot een werkelijke energiebesparing in bedrijven?“Dat is sterk de vraag. Het Vlaams energie-agentschap oordeelde, op basis van een evaluatie van de aflopende benchmark- en auditconvenanten, dat het zeer moeilijk is om te beoordelen of de afgelopen energiebeleidsconvenanten effectief hebben gezorgd voor bijkomende energiebesparing. Het energieagentschap stelde daarom voor om voor een nieuwe energiebeleidsovereenkomst een duide-lijke en becijferbare resultaatsverbintenis naar voor te schuiven. Zo kan bijgestuurd worden indien de energiebeleidsover-eenkomst onvoldoende energiebesparing oplevert. Ondanks deze vraag van het Vlaams energieagentschap bevatten de voorliggende convenanten opnieuw geen enkele becijferde doelstelling of resul-taatsverbintenis. Zo wordt geenszins de vinger aan de pols gehouden om te oorde-len of onze industrie echt op weg is naar een veel energiezuinigere bedrijfsvoering, in ruil voor de reeks tegemoetkomingen die de regering biedt. Daarbij wordt ook niet opgevolgd of een bedrijf dankzij de beleidsovereenkomst bijkomend inves-teert in energiebesparende maatregelen of niet.”

Page 9: AM Magazine 03 2013

9am magazine jaargang 2013 nr 3

DOSSIER EnERgIEbElEIDS-OvEREEnkOmStEn

Copyright Sorn

“Dit beleid mist ambitie op vlak van energie­efficiëntie en CO2 besparing.”

“De regering laat met deze convenanten een kans liggen om onze industrie echt weerbaar te maken tegen stijgende energieprijzen.”

A&M: Zijn er veranderin-gen ten goede ten opzichte

van het systeem van bench-mark- en auditconvenanten? “De energiebeleidsovereenkomsten kennen op sommige punten –weliswaar in het geheel een beperkte- verbetering ten opzichte van de aflopende convenanten. Voorbeelden hiervan zijn de verplichte rapportering aan de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk, het kaderen binnen het ruimer energiebeheer van een bedrijf (opzetten van bewustmaking, sensibilisering energiegebruik bij medewerkers en toetreding tot ISO 50001), het uitvoeren van een studie naar het economisch potentieel van kwalitatieve WKK en warmte- en koudenetwerken, …”

“Het is ook positief dat er ook alternatieve (“flexibele”) maatregelen kunnen worden ingezet om besparingen te realiseren. Voorbeelden hiervan zijn het vervangen van grondstoffen door een

ander type met lagere energie- of CO2-inhoud, besparingen in de keten of op

vlak van transport en logistiek en eigen hernieuwbare energieproductie. Jammer genoeg kunnen deze maatregelen volgens de energiebeleidsovereenkomst in de plaats treden van de te realiseren energie-efficiëntiemaatregelen. We hadden liever gezien dat deze alternatieve maatregelen additioneel zouden gebeuren.”

A&M: Heb je tips voor vakbonds-afgevaardigden? Hoe moeten ze hiermee omgaan? Waarom is het belangrijk dat ze dit opvolgen? “De informatieplicht rond het energieplan is een stap in de goede richting ten opzichte van de vorige convenanten, maar de werknemers zouden nog veel meer betrokken moeten worden. Vooral ook vóór dat het energieplan is vastgesteld. Er is namelijk heel wat kennis en engagement aanwezig bij de werknemers. Niet alleen voor niet-investeringsgerelateerde maatregelen (verbetering van het

onderhoud, het beheer en de opvolging van investeringen en maatregelen die het gedrag beïnvloeden) maar ook bij investeringsgerichte maatregelen kan werknemersparticipatie tot nieuwe inzichten leiden.

“Nu de nieuwe energiebeleids-convenanten in de pijplijn zitten, is het dan ook heel zinvol om je stem als vakbondsafgevaardigde te laten horen en de hand uit te steken om samen op

zoek te gaan naar energiebesparende maatregelen in het bedrijf. Een steviger energiebesparingsbeleid is immers de beste manier om er voor te zorgen dat je bedrijf concurrentieel kan blijven in een toekomst die getekend wordt door stijgende energiekosten en de noodzaak aan een veel ambitieuzer klimaatbeleid.”

Bewerking door:

Thijs Calu, educatief medewerker

Jorre Van Damme, coördinator

Page 10: AM Magazine 03 2013

10 am magazine jaargang 2013 nr 3

Copyright Rob Stevens – 2012

Snoei in energie, niet in jobsHoe staan de vakbonden tegenover de nieuwe energiebeleidsovereenkomsten (EBO’s)? Is het werkelijk een kwestie van kiezen tussen jobs of energiebesparing? Of delen de vakbonden de mening van de milieubeweging dat de EBO’s een gemiste kans zijn voor meer ambitie op vlak van energiebesparing in onze industrie? En wat is nu de rol van vakbondsafgevaardigden en werknemers in dit verhaal? AM Magazine praat met Pieter Verbeek voor het Vlaams ABVV, Bert De Wel voor het ACV, en Suzanne Kwanten voor de ACLVB.

“Het is positief dat nu beslist werd datOR en CPBW worden ingelicht over de samenvatting en de jaarlijkse voortgang van het energieplan. Dit is een vooruitgang ten opzichte van de vorige convenanten. Het zou natuurlijk nog veel beter geweest zijn indien het energieplan samen met de werknemers opgesteld zou worden.”

Page 11: AM Magazine 03 2013

Pieter verbeek, vlaams Abvv

“De vraag rijst of de EBO’s een verkapt instrument zijn om de concurrentiepositie te

versterken van de Vlaamse Energie-intensieve bedrijven dan wel een echt instrument

voor industrieel beleid, tewerkstelling en energiebesparing. Dat is een belangrijke

vraag, omdat wij als vakbonden vinden dat steun aan bedrijven gepaard moet gaan

met eisen op het vlak van tewerkstelling, innovatie en milieu. Als tegenprestatie voor

de zwakke energiebesparingsdoelstellingen engageert de Vlaamse overheid zich om

deze bedrijven voor de volgende jaren volledig gerust te laten. Dit slot op het Vlaamse

beleid is een hypotheek op de noodzakelijke transitie naar een koolstofarme economie

en samenleving. Als Vlaanderen competitief wil blijven, moet er worden ingezet op

de lange termijn: dit betekent afstappen van business as usual, en het stimuleren

van investeringen in nieuwe productiemethodes en –technologieën met een langere

terugverdientijd.”

11am magazine jaargang 2013 nr 3

DOSSIER EnERgIEbElEIDS-OvEREEnkOmStEn

A&M: Gaan de energie-beleidsovereenkomsten ver genoeg in hun doelstelling?“De EBO’s hebben geen concrete doelstelling. Men engageert zich enkel om rendabele maatregelen uit te voeren, maatregelen die meer dan 14% opbrengen op 5 jaar tijd. Daarenboven is zelfs dit engagement niet absoluut bindend. Er zijn heel wat mogelijkheden om er aan te ontsnappen, om vrijstelling te krijgen. De Vlaamse regering ‘hoopt’ dat dit 1% energie-efficiëntieverbetering per jaar gaat opleveren. Deze inspanning van de bedrijven is lager dan de energie-efficiëntiedoelstelling van 1,5% uit de Europese energie-efficiëntie richtlijn die voor ons land geldt. Indien de industriële sector (die bijna de helft van het energieverbruik vertegenwoordigt) minder doet dan door Europa opgelegd, dan zullen de andere sectoren (huishoudens, mobiliteit,..) extra inspanningen moeten doen om de Europese doelstelling te halen in ons land. Zij zullen dus de rekening betalen.”

“Voor de duidelijkheid: bovenstaande vaststelling betekent niet dat wij absolute energiebesparingsdoelstellingen willen die zo strikt zijn dat de industrie in ons land niet meer kan overleven. Het omgekeerde is waar. Iedereen weet dat zonder een sterke focus op het besparen van energie geen enkel bedrijf nog een kans maakt in ons land. Dit is de gemiste kans van deze EBO’s, men focust op de competitiviteit op korte termijn,

waarbij er voor miljoenen vrijstellingen gegeven worden op de federale bijdrage en de accijnzen. De overheid engageert zich daarenboven om de bedrijven de volgende 20 jaar gerust te laten, geen bijkomende maatregelen of eisen. De Vlaamse industrie dreigt daardoor tegen 2020 met volledig verouderde installaties achter te blijven wat de competitiviteit en de tewerkstelling ernstig zal schaden.”

A&M: Zullen de EBO’s leiden tot een werkelijke energiebesparing in bedrijven?“De bevoegde minister gaf - in het antwoord op een parlementaire vraag - toe dat het niet mogelijk is af te wegen of de maatschappelijke baten van de aflopende convenanten groot genoeg zijn om te verantwoorden dat de energie-intensieve bedrijven forse tegemoetkomingen krijgen voor die inspanningen (het gros van de voordelen voor bedrijven zijn federaal, de SERV schat die op 90 miljoen euro per jaar). Zo weten we in Vlaanderen niet of de industrie nog veel (betaalbare) mogelijkheden heeft om energie te besparen. Dus is ook niet na te gaan of met de voorliggende EBO het bestaande besparingspotentieel gerealiseerd wordt. Al zijn er aanwijzingen dat er nog heel wat potentieel is.”

“In de communicatie van VOKA klinkt het: “Voka stelt alles in het werk om de uitrol van de nieuwe EBO’s zo spoedig mogelijk te realiseren.”1 Langs werkgeverskant

is de berekening dus dat ze financieel een goede zaak doen met de EBO’s.”

“Al zijn de nieuwe EBO’s wat verbeterd ten opzichte van de vorige benchmark- en auditconvenanten. Zo is voor de meest energie-intensieve bedrijven (verbruik van meer dan 0,5 PJ) afgestapt van de onbetrouwbare vergelijking tussen de Vlaamse bedrijven en de buitenlandse bedrijven om na te gaan of de Vlaamse bedrijven tot de wereldtop behoren (benchmark-methode). Voortaan moeten alle EBO-bedrijven een energie-audit opmaken en de daarin vastgestelde rendabele maatregelen uitvoeren. De auditverplichting gold vroeger alleen voor de groep van bedrijven die tussen 0,1 en 0,5 PJ verbruikten. De veralgemening van de audit is positief omdat de bedrijven van het auditconvenant beter presteerden op het vlak van energiebesparing dan de benchmark-bedrijven. In de nieuwe EBO’s zijn eisen op het vlak van de terugverdientijd (of technisch correcter IRR of ‘internal rate of return’) iets strenger geworden. Maar de EBO bevat ook een aantal achterpoorten die bedrijven toelaten om onder hun verplichtingen uit te komen als het economisch minder gaat.”

“Belangrijk is ook dat er meer nodig is dan de EBO’s om te komen tot energiebesparing in de energie-intensieve industrie. De overheid moet mikken op een absolute vermindering van het energieverbruik in de industrie

1 http://www.voka.be/nieuws/2013/9/stand-van-zaken-energiebeleidsovereenkomst/

Page 12: AM Magazine 03 2013

bert De wel, Acv

“Vanuit het ACV zijn we bijzonder bezorgd over de toekomst van de industrie in ons

land. Het ondersteunen en uitbouwen van bloeiende industriële activiteiten is essentieel

voor het behoud van onze welvaart. De focus van het beleid moet hierbij prioritair

gaan naar een duurzaam industriebeleid, waarbij het stimuleren van energiebesparing

centraal staat. De werknemers weten dat het energieverbruik een achilleshiel is in

vele bedrijven. Hoewel de EBO’s van de regering niet ver genoeg gaan, moet de

overeenkomst aangegrepen worden om vanuit de syndicale werking een beter zicht te

krijgen op het energieverbruik in het bedrijf. Daarenboven moeten alle mogelijkheden

gebruikt worden om zelf ook input te geven, via de ondernemingsraad, het comité, de

energiebeheersmaatregelen, enz. Op die manier kunnen de werknemers een stevige

vinger in de pap krijgen in de toekomst van het bedrijf waar ze werken.”

12 am magazine jaargang 2013 nr 3

en moet geregeld controleren of de industrie vooruitgang boekt in dit opzicht. Verder is er een brede langetermijnstrategie nodig en moet het energiebesparingsbeleid ingeschoven worden in het bredere industriële beleid.”

A&M: Valt er een link te maken met tewerkstelling in dit verhaal?“De Vlaamse regering geeft aan dat de bescherming van de werkgelegenheid een grote zorg was bij het opstellen van de EBO’s. Nochtans werden de werknemers en hun organisaties niet betrokken bij de onderhandelingen. Dit is voor ons een belangrijke gemiste kans. Het spoort ook helemaal niet samen met de transitie-aanpak die de Vlaamse overheid zegt voor te staan. Voor het overleven van onze industrie met de tewerkstelling die er aan verbonden is, is energiebesparing cruciaal. Dit zou een gezamenlijk verhaal moeten zijn van werkgevers, werknemers en de overheid.”

A&M: Worden werknemers voldoende betrokken bij de EBO’s? Zijn er voor hen ook kansen om de invulling op bedrijfsniveau mee vorm te geven?“Het is positief dat nu beslist werd dat de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk worden ingelicht over de samenvatting en de jaarlijkse voortgang van het energieplan. Dit is een vooruitgang ten opzichte van de vorige convenanten. Het zou natuurlijk veel beter geweest zijn indien het energieplan samen met de werknemers opgesteld zou worden. Eens het energieplan vast ligt

voorzien de EBO’s ook de mogelijkheid om ‘energiebeheersmaatregelen’ samen met de werknemers op te stellen. Bedrijven worden daartoe verplicht, tenzij ze voor ISO 50001 (energiemanagementssysteem) kiezen. Het controleren van het energieverbruik is essentieel om de competitiviteit en dus de tewerkstelling van de bedrijven te garanderen. Het is daarenboven typisch een opdracht waarbij de werknemers een actieve rol kunnen vervullen, indien het juiste kader hiervoor gecreëerd wordt in de bedrijven. Zelfs inzake investeringsgerichte maatregelen kan werknemersparticipatie interessant zijn, bijvoorbeeld om de creativiteit van de werknemers in dat verband te stimuleren en te benutten. En naarmate verdergaande besparingen doorgevoerd worden, neemt het belang van gedragsverandering in verhouding tot het belang van de investeringsmaatregelen toe. Het zou dus verstandig zijn van de werkgevers om de werknemers in de praktijk toch te betrekken bij het opstellen en het uitvoeren van het plan.”

“Ook is niet duidelijk hoe uitgebreid de toelichting moet zijn over het plan, respectievelijk over de uitvoering ervan. Wij vinden dat de werknemers het volledige plan moeten krijgen, mits weglating van de echte vertrouwelijke commerciële of industriële informatie. Verder moeten ze een toelichting krijgen die een begrijpelijke maar getrouwe samenvatting is van het plan, respectievelijk van het verslag dat de onderneming jaarlijks moet

overmaken aan het verificatiebureau. Verder moet er ook overleg zijn over de maatregelen op het vlak van bewustmaking van het personeel.”

“De toelichting moet verder passen in een ruimer sociaal overleg over milieu, energie en duurzaamheid in het bedrijf. De toelichting spoort dan samen met de sociale dialoog over onder meer het verslag van de milieucoördinator, het integraal milieujaarverslag en de innovatie-inspanningen van het bedrijf.”

“Niet alleen de ondernemingen, maar ook de bedrijfsfederaties hebben een rol te spelen op het vlak van energie-efficiëntie. Ook op dit niveau kunnen de vakbonden een waardevolle bijdrage leveren. Concreet kunnen ze bv. betrokken worden bij de opmaak van sectorale stappenplannen naar een klimaatneutrale economie.”

A&M: Wie houdt toezicht op de naleving van de afspraken bin-nen de overeenkomsten? Zijn ook vakbonden hierbij betrokken?“Er bestaan twee instellingen die moeten waken over de correcte uitvoering van de energiebeleidsovereenkomsten. Het Verificatiebureau doet het eigenlijke controlewerk. De EBO-commissie is een overlegplatform tussen overheid en bedrijfsleven dat de gang van zaken opvolgt. Het Verificatiebureau bestaat uit energiedeskundigen. Zij beoordelen onder meer de door de bedrijven opgestelde energieplannen en de jaarlijkse verslagen over de uitvoering van

Page 13: AM Magazine 03 2013

Suzanne kwanten, Aclvb

“Werknemersparticipatie en syndicaal overleg zijn belangrijk bij het energiemanagement

in een organisatie. Vooral bij heel wat niet-investeringsgerelateerde maatregelen

(verbetering van het onderhoud, het beheer en de opvolging van investeringen en

maatregelen die het gedrag beïnvloeden) staat sociale innovatie centraal. Zelfs bij

investeringsgerichte maatregelen zorgt een actieve participatie van de werknemers vaak

voor meerwaarde, bijvoorbeeld om de creativiteit van de werknemers in dat verband te

stimuleren en te benutten. “

13am magazine jaargang 2013 nr 3

DOSSIER EnERgIEbElEIDS-OvEREEnkOmStEn

copyright Sharon Drummond

de plannen. De EBO-commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de Vlaamse regering en van de sectorfederaties van de energie-intensieve bedrijven.”

“De vakbonden zijn niet vertegenwoordigd in de EBO-commissie. Maar er valt nog heel wat andere kritiek te geven op de samenstelling van die commissie. Twee vertegenwoordigers van de overheid (nl. van de economieminister en van de energieminister) moeten er opboksen tegen een twaalftal mensen van het bedrijfsleven. Merkwaardig is ook dat de minister voor milieu (en klimaat) geen vertegenwoordiger heeft in de commissie. Vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (die klimaatverandering

veroorzaken) is nochtans ook een doelstelling van de overeenkomst.”

“De EBO-commissie moet volgens de overeenkomst ook contacten onderhouden met maatschappelijke organisaties. In het verleden is hier amper werk van gemaakt. En het is helemaal niet duidelijk wat de commissie op dit vlak moet doen. Wij vinden dat er een echte dialoog moet zijn met vakbonden en milieubeweging over energiebesparing in de industrie en over het maximaliseren van zinvolle investeringen op dit vlak. De commissie moet de maatschappelijke organisaties goed informeren zodat ze maximaal mee kunnen nadenken over de problematiek.”

A&M: Welk advies zou je geven aan vakbondsafgevaardigden van een EBO-bedrijf? Hoe moeten ze hiermee omgaan? Waarom is het belangrijk dat ze dit opvolgen?“Onze slogan is “snoei in energie, niet in jobs”. De energiekost is belangrijk voor alle EBO-bedrijven. Werk maken van doorgedreven energiebesparing loont dikwijls. Bovendien worden extra investeringen uitgelokt die zorgen voor meer werk en een sterkere verankering van de economische activiteit in Vlaanderen.”

Bewerking door:

Jorre Van Damme, coördinator

Thijs Calu, educatief medewerker

Page 14: AM Magazine 03 2013

14 am magazine jaargang 2013 nr 3

Industrial Gears Watteeuw International (IGW) (Oostkamp)Activiteit: IGW produceert tandwielen en andere componenten voor o.a de windturbinesector, de spoorwegen, scheepvaart, en de medische sector. Op het terrein van IGW bevindt zich ook zusterbedrijf BMTA, dat zich voornamelijk toelegt op het produceren van tandwielen voor de vliegtuigindustrie. Tewerkstelling IGW: 100 arbeiders, 50 bedienden

Industrial Gears Watteeuw (IGW) in Oostkamp produceert tandwielen en andere onderdelen voor onder andere de de spoorwegindustrie, de marine, en de windturbinesector. Eind 2010 werd op initiatief van de vakbonden een energieteam opgericht binnen IGW. Het team ging aan de slag met het uitwerken van een aantal ideëen en na een 3­tal jaar kunnen ze een aantal spectaculaire resultaten voorleggen. A&M sprak met een aantal leden van dit energieteam: Danny Claeys (LBC­lid), Erwin Pieters (ACV­delegee) en Koen Dhoore (ABVV­delegee). Ook Mario Alaert ­ preventie­adviseur, milieucoördinator en huidig trekker van het energieteam ­ schoof mee aan tafel voor het gesprek.

Industrial gears watteeuw International (Igw) (Oostkamp) Interview delegees

bedrijf in de kijker:copyright foto: IG Watteeuw International NV

Page 15: AM Magazine 03 2013

Erwin Pieters (Acv-delegee)

15am magazine jaargang 2013 nr 3

“We hebben de werkgever kunnen overtuigen om te investeren in meet­apparatuur, zodat we in real­time kunnen volgen in welke zone hoeveel energie verbruikt wordt”

A&M: hoe kwamen jullie op het idee om een energieteam op te richten?Koen: Het bedrijf heeft onze kostenstructuur berekend: hoeveel percent van de bedrijfskost bestaat uit loonkosten? Welk aandeel gaat naar materialen? Uit die analyse bleek dat de energiekost een flinke hap uit het budget nam.

Danny: “It’s your green world, we help moving it’, is één van de slogans van IG Watteeuw, die ook in ons bedrijfsbeleid is opgenomen. Die slogan moeten we natuurlijk ook zoveel mogelijk proberen waar te maken. Bepaalde mensen zagen ook dat er aan hun werkpost op energievlak wel wat verbeterd kon worden. Dus hebben we op een bepaald moment we met een paar mensen beslist om een energieteam in het leven te roepen. Zelf ben ik verantwoordelijk voor de onderhoudsdienst en dus indirect ook bij het energiegebeuren betrokken, vooral rond het technische aspect.

A&M: Wie maakt deel uit van dit energieteam?Danny: Het team bestaat uit afgevaardigden van de vakbonden, vrijwilligers vanuit de productie en een aantal bedienden. Op een bepaald moment hebben we een oproep gedaan naar geïnteresseerden, waarbij iedereen welkom was. Wat heel belangrijk is: ook voorstellen vanop de werkvloer worden meegenomen en besproken in het energieteam.

Je moet iedereen meehebben in dit verhaal: aankopers die van beurzen terugkomen met goede ideeën, de technische dienst om bepaalde cijfers te interpreteren en de technische haalbaarheid na te gaan, goede brainstormers, ... . Het is niet louter een technologisch verhaal, je hebt een mix van mensen nodig. Het is een ‘wij’-gebeuren, iets van bovenaf opleggen is gedoemd om te mislukken.

Erwin: Het was niet makkelijk om mensen te vinden die deel wilden uitmaken van het energieteam: de vergaderingen vergen heel wat van jezelf. De data van de vergaderingen waren op voorhand vastgelegd en dan is het met ons ingewikkelde ploegensysteem moeilijk om steeds dezelfde mensen aan tafel te krijgen. Zo gebeurt het dat je om 5u in de vroege ploeg start en na je shift om 14u30 een vergadering van het energieteam moet bijwonen die makkelijk tot 17u30 kan uitlopen. Je moet dus wel heel gemotiveerd zijn.

Easy Kills

A&M: Hoe verliep dit proces? Waarmee zijn jullie gestart?Danny: Het eerste half jaar hebben we vooral heel wat gebrainstormd en ideëen verzameld. Een valkuil waar we bijna waren ingelopen is dat je in zo’n

proces ook de moed moet hebben om te stoppen met brainstormen en over te gaan tot actie. Toen hebben we beslist om eerst de grote en makkelijk aan te pakken verbruikers, de ‘easy kills’, onder handen te nemen. Op dat moment is het belangrijk om een nulmeting te doen, zodat we weten waar we staan en uiteindelijk een evolutie kunnen zien. Zo hebben we de werkgever kunnen overtuigen om te investeren in meetapparatuur, zodat we in real-time kunnen zien in welke zone hoeveel energie verbruikt wordt, waar we een piekverbruik hebben, enzovoort. Het energieteam wordt dus ook ondersteund door het management. Die investering verdient zich op heel korte tijd terug. De meetapparatuur kan ook aan een scherm gekoppeld worden, dat de werknemers constant kunnen aflezen. Dat werkt erg motiverend.

Door die metingen kwam onder andere naar voor dat we een snelle winst hadden als we de grootste slokoppen in de verlichting zouden vervangen. Dat is één van de eerste zaken die we hebben aangepakt. We werkten met ‘pendellampen’ met 2 soorten verlichting: 400 watt kwikdamplampen en de klassieke TL-buizen. Om de grootste slokoppen, de kwikdamplampen, te vervangen werd LED-verlichting overwogen, maar daarvan was de

Page 16: AM Magazine 03 2013

Danny claeys (lbc-lid)

koen Dhoore (Abvv-delegee)

16 am magazine jaargang 2013 nr 3

terugverdientijd zo’n 5 à 6 jaar, en dat was niet haalbaar. Eén van onze mensen was naar een beurs geweest en kwam terug met het idee om inductielampen te installeren: iets wat op minder dan een jaar terugverdiend was. Doordat die lampen meer licht gaven en het licht ook witter en contrastrijker was konden we ook een antal tl-lampen uitschakelen. Toen hebben we de reacties afgewacht en moeten beslissen om bepaalde tl-lampen terug in te schakelen omdat bepaalde werkplekken te donker werden. Ook het comfort en de veiligheid van de werknemers is uiteraard belangrijk.De investering leverde meteen een geweldige energiebesparing op: het

vroegere systeem kostte ons op jaarbasis zo’n 78.000 euro. Met de huidige verlichting zijn we gedaald tot 40.000 euro. De kost is dus bijna gehalveerd. Met een investeringskost van 30.000 euro was de investering dus op minder dan een jaar terugverdiend, en de besparing is blijvend.

Weekendverbruik

Erwin: In het begin was het enthousiasme niet groot bij de werknemers, het was voor de mensen dan ook moeilijk om in te schatten waar we naartoe wilden. Maar gaandeweg, na een lang proces, hebben we nagenoeg

iedereen meegekregen, en krijgen we ook voorstellen vanuit de werknemers zelf, wat we heel belangrijk vinden. Daarbij is het van cruciaal belang om bij ieder voorstel feedback te geven. Als een bepaald voorstel het niet heeft gehaald om welke reden dan ook, dan moet je de mensen daarover inlichten. Anders verliezen ze hun motivatie om later nog voorstellen in te dienen.Koen: Het gaat daarbij zeker niet om slechte voorstellen, maar je moet ook durven zeggen dat iets financieel niet haalbaar is. Als een investering pas na tien jaar terugverdiend is, is dat voor een bedrijf als het onze helaas onhaalbaar.

Danny: Vooral in de weekends lag ons restverbruik heel hoog: lichten bleven branden, radio’s bleven spelen, ... . Dat was ook één van de belangrijkste zaken die we wilden aanpakken. Ons restverbruik in het weekend is door een combinatie van maatregelen op die manier fel verminderd: enerzijds door een gedragswijziging van de werknemers, anderzijds door een andere opstartcurve te gebruiken voor onze ovens. Sinds 2009 verbruiken we elk weekend 150 Kwh minder. Dat zijn mooie cijfers waarmee je mensen echt kunt motiveren om mee te stappen in dit verhaal.

A&M: Er wordt van iedereen een inspanning verwacht: hoe overtuigden jullie de werknemers om hen mee te krijgen in dit verhaal?Danny: We zijn heel ‘amateuristisch’ begonnen met het ophangen van flyers om mensen te sensibiliseren: radio’s uit op de werkposten, verlichting in de toiletten en de refter uitdoen als er niemand aanwezig is. Enkele simpele maatregelen gericht op gedragsverandering, waar we toch al heel wat mee bespaard hebben. Erwin: In het begin krijg je natuurlijk een omgekeerd effect: mensen weten dat we de meterstanden zo laag mogelijk willen. Dan is het voor sommigen de sport om de meters zo hoog mogelijk te krijgen door alles aan te zetten. Stilaan is dat volledig gekeerd en probeert men de meters zo laag mogelijk te houden, waarbij alles toch nog werkbaar blijft. Helaas is er nog

Page 17: AM Magazine 03 2013

17am magazine jaargang 2013 nr 3

“Met de ondersteuning van de vakbonden zijn we zover geraakt: we helpen bij het verspreiden van de inhoud van de projecten onder de mensen op de werkvloer en zorgen ervoor dat erover gepraat wordt.”

copyright IG Watteeuw International NV

steeds een kleine groep van mensen die niet kunnen en willen veranderen, en dus ook niet meedoen .

Danny: In het energieteam zijn de meeste mensen uiteraard goed op de hoogte van de situatie, maar de mensen op de werkvloer hebben niet altijd meteen alle data mee, zodat we de soms de reactie kregen dat we beter eerst andere – in hun ogen belangrijker – zaken zouden aanpakken. Die reacties moeten we meenemen naar de werkgroep om vervolgens terug te koppelen naar de mensen. Het is een proces dat veel tijd nodig heeft, maar eens iedereen mee is, loopt dat op een heel natuurlijke manier. Het is belangrijk dat je start vanop de werkvloer, met ondersteuning en opvolging vanuit het management. De sleutelelementen zijn informeren en alles omzetten in geld, zodat de mensen zich iets kunnen voorstellen bij de besparingen. Met de ondersteuning van de vakbonden zijn we zover geraakt: we helpen bij het verspreiden van de inhoud van de projecten onder de mensen op de werkvloer en zorgen ervoor dat erover gepraat wordt.

Erwin: Gelukkig ondersteunt de directie ons volledig. We worden uiteindelijk ook betaald voor al het werk dat we hierin steken, terwijl men finaal ook niet weet wat dit exact zal opleveren.

We werken hier ook met een systeem van mindmaps per machine, product, ... Dat zijn eenvoudige fiches met procedures die zijn opgesteld mede door de werknemers zelf. Zonder die inbreng krijg je al snel de reactie dat de mensen die de fiches opstellen makkelijk praten hebben als ze zelf niet aan de machine moeten staan. Ook voor iedere afvalstof die je op het bedrijf kan tegenkomen bestaat een mindmap die vertelt wat je ermee moet doen. Doordat we al lang op die manier werknemers betrekken, hebben we nu een cultuur die dit verhaal een stuk

makkelijker maakt. Hiervoor wordt CAO 90 ingezet, waardoor de mensen een premie krijgen en ze gemotiveerd zijn om hieraan mee te werken.

Koen: Door de werknemers te betrekken geef je hen een stuk verantwoordelijkheid, maar het zorgt ook voor een leukere manier van werken.

Over frigo’s en een wandelpad

A&M: Welke andere maatregelen hebben jullie uitgewerkt op vlak van energie?Koen: Vroeger werden de ovens op 850°C in het weekend. Na een test bleek dat het gasverbruik 1/3e lager was als we de temperatuur naar 350°C deden zakken tijdens het weekend. We hebben ook een specialist van een zusterbedrijf laten komen om de wanden van de ovens te controleren op warmteverlies, maar die bleken heel goed geïsoleerd te zijn. Op sommige plaatsen was de isolatie wel aan vervanging toe, en die werken zijn toen ook uitgevoerd. Ook het oliebad wordt in het weekend afgelegd in plaats van de temperatuur constant op 80°C te houden.

Danny: Een ander voorbeeld waarop we veel hebben bespaard is de hydrauliek (de koeling van de productiemachines), die ’s nachts en in het weekend bleven aanliggen, ook al was er geen nachtploeg. Als je weet dat dit 400 kilowatt verbruikt, en dat 10 uur aan een stuk, dan heb je een verbruik van 4000 kilowattuur (kWh). Als je dit vergelijkt met het verbruik van een

doorsnee gezin, dan is iedereen meteen akkoord: uitschakelen. (4000 KwH is ongeveer het gemiddeld jaarlijks verbruik van een doorsnee gezin, nvdr.)1.Verder wordt ook de verlichting van ons wandelpad vernieuwd: er komen LED-armaturen van 50 watt, die tl-lampen van 60 watt vervangen. Met dat systeem verbruiken we een derde minder. Op het bedrijf stonden tot voor kort ook nog heel wat oude frigo’s die de mensen

1 Gebaseerd op cijfers van de VREG (http://www.vreg.be/info-over-het-gemiddelde-elektriciteits-en-aardgasverbruik)2 Info over de gevaren van CO vind je op http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=332

Page 18: AM Magazine 03 2013

mario Alaert (preventie-adviseur)

18 am magazine jaargang 2013 nr 3

“We krijgen ook voorstellen rond energie­besparing vanuit de werknemers zelf. Daarbij is het van cruciaal belang om bij ieder voorstel feedback te geven. Als een bepaald voorstel het niet heeft gehaald om welke reden dan ook, dan moét je de mensen daarover inlichten.”

ooit zelf hadden meegebracht. Vaak was dat nog een erfenis van de ouders, en dus naar huidige energienormen erg verouderd. We hebben toen met de directie onderhandeld, en die heeft alle grootverbruikers weggenomen en voor nieuwe, energiezuinige, frigo’s gezorgd.

Erwin: Ook rond het vrijkomen van CO (koolstofmonoxide)2 hebben we de laatste jaren enorm veel gedaan. Zo’n 10 jaar geleden hadden we een uitstoot van 150 ppm, nu is 25-30 ppm al een uitzondering. We hebben dat vooral

gerealiseerd door lekkages op te lossen en de afzuiging te verbeteren. Nu hebben we overal sensoren hangen, zodat zones die boven de norm zitten kunnen worden afgesloten. Dat is natuurlijk heel belangrijk voor de arbeidsveiligheid, maar ook het milieu profiteert hiervan.

Koen: We hebben ook gekeken naar de mogelijkheid om zonnepanelen te plaatsen, maar door de manier waarop onze daken gebouwd zijn ligt dat technisch heel moeilijk.

Danny: De ‘grote’ projecten mislukten dus, maar we halen meer uit de besparing die we doen met de kleine projecten, die we samen met onze werknemers kunnen realiseren.

Cola-bak

A&M: Jullie hebben al heel wat gerealiseerd en de ‘easy kills’ zijn gebeurd. Hoe gaat dit proces nu verder? Zijn er nog zaken te doen?Koen: We hebben inderdaad de meest

winstgevende ideeën ondertussen uitgevoerd, en de grootste besparingen zijn gerealiseerd. Nu moeten we de zaak gaande houden en de mensen alert houden. We hebben al periodes gehad dat de motivatie wat is gaan liggen en je plots vaststelt dat mensen bijvoorbeeld de lichten niet meer doven in de kantoren of de radio’s terug blijven aanliggen. Dan is het zaak van hen terug een duwtje te geven.

Danny: Er blijft altijd werk aan de winkel, ’t is een never ending story. Zo is bijvoorbeeld perslucht nog een heel groot

werkpunt. Om je een idee te geven: één gaatje van 3mm kost ons jaarlijks 3600 euro als het persluchtpistool 24 op 24 aanligt. We hebben ook al geprobeerd om de druk van 7 naar 6 bar te verlagen, wat een besparing van 5% oplevert. Helaas bleek dit niet meer werkbaar te zijn.

Mario: In het verlof heb ik hier audit naar gedaan, en het wordt één van de

eerste zaken waar we rond gaan werken in de volgende fase van het energieteam. Er zijn nog andere zaken waar ik werk wil van maken: momenteel ligt onze verwarmingsketel 365 dagen per jaar aan, om warm water te voorzien voor de mensen die zich willen douchen. Nu kijken we ervoor om ter plaatse een boiler te plaatsen, zodat we de grote chauffageketel toch een aantal maanden kunnen afleggen. Ook de verwarming in hal 1 brengt veel verliezen met zich mee: de chauffageketel wekt warm water op, dat dan wordt omgezet in warme lucht. Het zorgt er ook voor dat hier op bepaalde plaatsen dan te warm werd en de poort werd opengezet terwijl we volop stookten. Het zou beter zijn om hier om te schakelen naar gasgestookte toestellen.

Erwin: Mensen zijn soms heel creatief in hun voorstellen. Zo stelde iemand voor om de lichten in de ‘cola-bak’, te doven. Die branden uiteindelijk 24 op 24. Helaas verbiedt het contract met Coca-Cola ons om die verlichting uit te schakelen...

A&M: Hebben jullie een idee van de totale energiebesparing? Danny: In 2012 hadden we ten opzichte van 2011 toch een opmerkelijke energiebesparing per maand. Op jaarbasis spreken we van een besparing van ongeveer 50.000 euro.

Interview:

Thijs Calu, educatief medewerker

Jorre Van Damme, coördinator

Page 19: AM Magazine 03 2013

19am magazine jaargang 2013 nr 3

A&M in ‘t kort

PhOnEblOckS A PhOnE wORth kEEPIngOndertussen verovert een opmerkelijk filmpje het wereldwijde web: we zien een smartphone die uit allemaal kleine verschillende onderdelen bestaat (de zogenaamde phoneblocks), gemonteerd op 1 moederbord. De onderdelen kun je allemaal afzonderlijk vervangen als een onderdeel stuk is, of als je gewoon een onderdeel wil updaten.De Nederlandse maker van het filmpje vertrekt van de vaststelling dat heel veel mensen meteen een nieuwe telefoon kopen, ook al willen ze gewoon een sneller toestel of is de telefoon kapot doordat een klein onderdeel defect is. Met de phoneblocks wordt dit verleden tijd: wordt je telefoon wat traag? Dan vervang je gewoon de processor. Wil je meer megapixels op je camera? Dan monteer je toch gewoon een nieuwe camera? De telefoon is op dit moment nog niet op de markt beschikbaar, maar de makers vragen om het filmpje zoveel mogelijk te delen via sociale media, om zo de grote smartphoneproducenten wakker te schudden en een exemplaar op de markt te brengen. Doelstelling is om dit te laten delen door 650.000 mensen tegen eind oktober. Op het moment van dit schrijven is de kaap van 639.000 reeds bereikt. Dit bewijst dat er bij heel wat mensen een draagvlak te vinden is voor dit idee. Nu maar hopen dat er ook echt naar hun vraag geluisterd wordt....Omdat beeld zoveel meer zegt dan woorden: bekijk vooral het filmpje op www.phoneblocks.com

bRuSSEl In tRAnSItIEvOOR EEn SynDIcAlE AAnPAk vAn DuuRzAmE OntwIkkElIngHet Brussels intersyndicaal netwerk voor sensiblisering rond milieu (BRISE) heeft onlangs een brochure ontwikkeld om vakbondsmilitanten te stimuleren het milieudebat in de bedrijven te brengen. In de brochure worden als strategische punten aangesneden: de groei en de creatie van banen gericht op het verbeteren van de levenskwaliteit, het wegwerken van de ongelijkheden man/vrouw, de wijze om verandering wenselijk te maken en de burgerparticipatie tegenover de economische, sociale en milieu-uitdagingen. De brochure stelt verschillende hefbomen voor die de militanten moeten toelaten te handelen tegenover de uitdagingen die zich in Brussel stellen en die gevolgen hebben op het beheer van bedrijven, zoals de demografische boom, de verarming van inwoners, de mobiliteit en de luchtkwaliteit.

De brochure kun je downloaden vanop http://www.brise-environnement.be/-Publicaties

Page 20: AM Magazine 03 2013

VERDIEN

€ 150 *

PER JAAR!

Wedden dat ook jij een aardig centje kunt verdienen door je energieverbruik op de voet te volgen en de energievreters in huis uit te schakelen? Registreer je gratis op www.energiejacht.be, pas de tips toe en geniet van je besparing (tot € 150* of meer).

* Gemiddelde besparing van de deelnemers aan de campagne vorig jaar, gebaseerd op een energieprijs van € 0,2 /kWh voor elektriciteit en € 0,07 /kWh voor aardgas.

v.u. D

anny

jaco

bs, T

wee

kerk

enst

raat

47,

100

0 Br

usse

l - d

esig

n by

com

ing-

soon

.be

WWW.ENERGIEJACHT.BE

bondbeterleefmilieu-201308-energiejagers-Affiche-V4.indd 1 16/09/13 15:09

VERDIEN

€ 150 *

PER JAAR!

Wedden dat ook jij een aardig centje kunt verdienen door je energieverbruik op de voet te volgen en de energievreters in huis uit te schakelen? Registreer je gratis op www.energiejacht.be, pas de tips toe en geniet van je besparing (tot € 150* of meer).

* Gemiddelde besparing van de deelnemers aan de campagne vorig jaar, gebaseerd op een energieprijs van € 0,2 /kWh voor elektriciteit en € 0,07 /kWh voor aardgas.

v.u. D

anny

jaco

bs, T

wee

kerk

enst

raat

47,

100

0 Br

usse

l - d

esig

n by

com

ing-

soon

.be

WWW.ENERGIEJACHT.BE

bondbeterleefmilieu-201308-energiejagers-Affiche-V4.indd 1 16/09/13 15:09