Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

28
WARMTENETWERK MAGAZINE Nr 21. Winter 2015 Michaël Corten: grootschalig denken vanuit een klein bedrijf Ondergrondse warmteopslag met minimaal verlies Samen naar 90.000 aansluitingen in Arnhem-Nijmegen

description

Met in dit nummer onder meer: politiek staat opener tegenover warmtenetten, een interview met Bee-ceo Michaël Corten die in Gent een van de grootste biomassacentrales ter wereld ontwikkelt, samenwerking in de regio Arnhem-Nijmegen en een voordelige warmteopslag uit Uden.

Transcript of Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

Page 1: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

WARMTENETWERK MAGAZINE

Nr 21. Winter 2015

Michaël Corten: grootschalig denken vanuit een klein bedrijfOndergrondse warmteopslag met minimaal verliesSamen naar 90.000 aansluitingen in Arnhem-Nijmegen

Page 2: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

3 Column: Onzichtbare duurzaamheid

4 Nieuwe leden: ROC Rijn IJssel

4 Onderwijsnieuws

5 Stresstest energie

6 Politiek overtuigd van warmtenetten

8 Interview: Michaël Corten, ceo Belgian Eco Energy

12 Innovatieve warmteopslag: ondergronds en voordelig

14 Jaarbijeenkomst: Oogstjaar voor warmtenetten

17 SDE+ in 2014 en 2015

18 Gekoppelde groei warmtenetten in regio Arnhem-Nijmegen

20 Nieuw hart voor warmte- en koudenet in London City

22 Uitbreiding warmtecentrale Gent

24 Warmtemeters in de pool

25 IJs als koudemedium

26 Deelnemers

27 Colofon en agenda

2 WARMTENETWERK MAGAZINE

Inhoud

Omslagfoto:

Plaatsing van het buffervat voor het warmtenetwerk van Arnhem, Duiven en

Westervoort. In dit vat slaat Nuon warm water met een temperatuur van

125 ˚C op. Lees op pagina 18 meer over de plaatsing en de uitbreiding van het

warmtenet in de regio Arnhem-Nijmegen. foto: nuon/jorrit lousberg

Page 3: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

De voorkant van het boek Monitor Duurzaam Nederland

2014 van het Centraal Plan Bureau (CPB) is veelbelo-

vend: een mooie foto van het Zoneiland in Almere dat

duur zame warmte levert aan het warmtenet van de

wijk Noorderplassen. Maar het lijkt erop dat de vorm-

gever zich vergistte. De auteurs van het CPB schrijven

alleen maar over windenergie, zonnestroom, elektrische

auto’s, waterstof, opslag van CO2 in de bodem en emis-

siehandel. Het woord ‘warmtenet’ komt niet eens voor

in het boek dat 76 bladzijden telt; het woord ‘warmte’

staat er maar twee keer in.

Kennelijk ging de vormgever ervan uit dat het Zoneiland

elektriciteit produceerde en hebben de auteurs de fout

niet gezien. Of kunnen de auteurs zich niet voorstellen

dat we in Nederland ook duurzame warmte gebruiken

op wijkniveau? Als we het rapport mogen geloven is

dat — in combinatie met luiheid — niet onwaarschijnlijk.

Zo lezen we in hoofdstuk 2: ‘We zullen ons hier vooral

richten op elektriciteit, omdat elektriciteitsopwekking

een belangrijke bron is van broeikasgassen. Ook is er

over deze sector de meeste kennis over technieken en

mechanismen bij de transitie naar schone energie.’

Het is helaas niet ongebruikelijk dat onderzoeken naar

IntroductieHet doel van de in 2008 opgerichte stichting Warmtenetwerk

is een duurzame warmte- en koudevoorziening in Nederland

en Vlaanderen.

Met het Warmtenetwerk Magazine willen we u kennis laten

maken met de ontwikkelingen en mogelijkheden van warm-

te- en koudenetten en met het netwerk aan spelers op dit

gebied. Meer dan 180 organisaties nemen deel aan het Warm-

tenetwerk. _

een duurzame toekomst warmte overslaan. Bij duurza-

me energie denken de meesten haast automatisch aan

windturbines en pv-panelen. De auteurs van het CPB

noemen windenergie in het boek zelfs de goedkoopste

vorm van duurzame energie. Ze schrijven wel over de

SDE+, maar kennelijk hebben ze die regeling slecht be-

studeerd. In deze steunregeling zijn er zelfs meerdere

vormen van hernieuwbare warmte die per eenheid ener-

gie goedkoper zijn dan windenergie.

Veel aandacht gaat in het boek naar de maatschappe-

lijke acceptatie van duurzame energie. Daarbij is de

constatering dat windturbines op land grote problemen

hebben vanwege hun zichtbaarheid. Dat probleem heeft

een warmtenet niet. De leidingen die duurzame warm-

te distribueren zijn onzichtbaar. Dat zou een pluspunt

moeten zijn voor beleidsmakers.

Helaas valt warmte buiten het blikveld van het CPB. Ge-

lukkig zijn verschillende politici inmiddels wel wakker.

Jan Vos (PvdA) diende met steun van René Leegte (VVD)

een motie in die minister Kamp vraagt om voor april een

plan van aanpak te leveren voor 1 miljoen woningen op

warmtenetten. De motie is eind november aangenomen

door de Tweede Kamer en we wachten nu met spanning

af. In elk geval geeft Kamp in de SDE+ alle ruimte voor

duurzame warmte. _

Klaas de Jong

Duurzaamheidsmonitor met oogkleppen

Warmtenetten liggen onzichtbaar ondergronds, maar dat betekent niet dat we ze moeten negeren.

WARMTENETWERK

meer comfort met minder fossiele energie

Gelukkig zijn politici als Jan Vos (PvdA) en René Leegte (VVD) wel wakker

NR 21. WINTER 2015 3

Page 4: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

Nieuwe deelnemers

4 WARMTENETWERK MAGAZINE

“We hadden al een opleiding infratechniek met gas- en

drinkwaterleidingen,” vertelt Ben Kamps van ROC

Rijn IJssel, “en daar hebben we nu warmtenetten aan

toegevoegd, want we zien dat die steeds belangrijker

worden.” In de regio van ROC Rijn IJssel is dat goed te

merken. In Arnhem en Duiven is Nuon actief met warm-

te van de AVR en vlakbij in Nijmegen met warmte van

ARN. Vanwege de toenemende activiteiten rond warmte

heeft Kamps het opleidingencentrum aangemeld als

deelnemer aan Warmtenetwerk. “Door onze deelname

hopen we onze kennis uit te breiden en nieuwe contac-

ten te krijgen binnen de warmtesector”, aldus Kamps.

ROC Rijn en IJssel heeft bijna 1.300 docenten verdeeld

over verschillende locaties in Arnhem, Ede, Wageningen,

Zevenaar, Renkum en Elst. Voor praktijkles infratechniek

kunnen de leerlingen van ROC Rijn IJssel gebruik maken

van een voor dat doel aangelegd water- en gasnet met

reduceerstation en een Portakabin om woningaansluitin-

gen te demonstreren. Dit wil het ROC nog uitbreiden

met warmteleidingen en een afleverset. _

www.rijnijssel.nl

ROC Rijn IJssel: inspelen op vraag naar warmtenetten

Steun duurzame warmteBent u ook betrokken bij warmte- en koudenetten en/

of wilt u een bijdrage leveren aan een effectieve infra-

structuur voor warmte en koude? Neem dan deel aan

Warmtenetwerk. Email voor meer informatie naar:

[email protected]

Onderwijsnieuws

Nieuwe opzet infratechniek ROC’sSamen met onder andere de werkgroep opleidingen van

Warmtenetwerk en de werkgevers in de infratechniek

is in 2014 een project gestart voor een gezamenlij-

ke opleiding infratechniek aan de ROC’s (Regionale

OpleidingsCentra). ROC’s verspreid over het land kun-

nen de vernieuwde opleiding straks uniform verzorgen.

Warmte distributienetten maken in de nieuwe opzet

onderdeel uit van de ondergrondse infratechniek.

Stichting Warmtenetwerk ondersteunt de ontwikkeling

van de opleiding met een lening van 20.000 euro aan

Stichting Blei, die leermiddelen en examenproducten

voor de opleiding tot (1ste) monteurs voor gas, water,

elektriciteit en warmte ontwikkelt. Verschillende

eigenaren van de huidige leermiddelen hebben deze

beschikbaar gesteld als basis voor de ontwikkeling van

de nieuwe opleiding. Onder hen bevinden zich onder

meer het Opleidings & Ontwikkelingsfonds (OOF),

enkele netbedrijven, Enexis, GOA Leidingtechniek,

Brabant Water en de Vakgroep Ondergrondse Netwerken

en Grond waterbeheer van Bouwend Nederland. Wim

Cobbenhagen is coördinator van het project. _

Inventarisatie opleidingenBinnen Stichting Warmtenetwerk is bestuurslid Hendrik

Jan Kors de trekker van de werkgroep opleidingen. Eind

vorig jaar heeft de werkgroep een hernieuwd overzicht

van opleidingen in Nederland opgesteld. Dit is terug te

vinden op de website van Warmtenetwerk. _

www.warmtenetwerk.nl

ROC Kellebeek op restwarmte SitaHet splinternieuwe ROC Kellebeek College in Roosendaal

heeft een unieke warmtevoorziening: afvalenergie-

centrale Sita levert warm water van slechts 40 C̊ via

een warmteleiding. Energetisch gezien is dat een ideale

temperatuur voor Sita. Dankzij de lage temperatuur

treedt nauwelijks warmteverlies op. De door BAM In-

fratechniek aangelegde leiding vormt de basis voor het

Smart Climate Grid Roosendaal dat in de toekomst een

nieuwbouwwijk van warmte zal voorzien. De gemeente

heeft hiervoor het Duurzaam Energie bedrijf Roosendaal

opgericht. _

Page 5: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

Waarom ?De EU heeft een Energy Stress Test uitgevoerd

Huidige import

53%van de energie die we verbruiken

48% van de EU’s energie gaat naar de verwarming van water en huizen

Uit Rusland

88%Ruwe olie

66%Aardgas

42%Vaste brandstof

40%Kernenergie

39%gas

33%olie

Russia

Ukraine

Rusland

Oekraïne

Een simulatievan een extremesituatieGeenvoorspelling!

NR 21. WINTER 2015 5

Op 1 januari 2009 staakte Rus-

land de levering van aardgas

aan Oekraïne. Verschillende

Europese staten zaten enkele

dagen later midden in de win-

ter zonder gas. Dat zorgde voor

grote onrust in Brussel. Met de

realisatie van de Nordstream-gas-

leiding, die direct door de Oostzee

gaat, leek de rust weergekeerd. Tot-

dat Rusland in 2014 de Krim annexeer-

de en de EU wel actie moest onder-

nemen. Al snel ontdekten de politici dat

ze niet sterk stonden in een handelsoorlog vanwege de

afhankelijkheid van Russisch gas. De EU-leiders besloten

daarom een stresstest voor energievoorziening uit te

voeren, vergelijkbaar met de crisistest voor banken.

Die test bevestigde wat we al wisten: de EU is sterk af-

hankelijk van brandstoffen van buiten de eigen landen.

88 procent van de olie en 66 procent van het aardgas

komt van buiten de EU. Maar het geldt eveneens voor

vaste brandstoffen (44 procent) en kernenergie (40

procent). De afhankelijkheid van aardgas verschilt met

de andere brandstoffen omdat het gas hoofdzakelijk uit

Rusland komt. De Europese gasproductie daalt en ande-

re gasleveranciers zijn er eigenlijk niet. De aanvoer van

vloeibaar aardgas met lng-tankers is te beperkt en te

duur volgens de onderzoekers.

De gevolgen van een leve-

ringstop zijn hierdoor groot.

Met name Oost-Europese

landen als Finland, Estland,

Macedonië en het voormalige

Joegoslavië zouden tenminste

60 procent van het gas dat ze

nodig hebben missen.

Warm waterEen belangrijke conclusie in het rapport is

dat we 48 procent van de energie gebruiken

om woningen en water te verwarmen. Een omschakeling

naar duurzame bronnen is dan ook een van de aanbe-

velingen.

De adviezen zijn onderverdeeld in snel te nemen maat-

regelen, maatregelen voor middellange termijn en voor

lange termijn. De voordelen van warmtenetten zijn

hierin helder neergezet. Warmtenetten kunnen flexibel

omschakelen naar andere bronnen. De EU wil dan ook

dat bestaande netten die nog aardgas gebruiken, zo snel

mogelijk duurzame bronnen toevoegen zodat ze in geval

van nood het aardgas kunnen ontkoppelen. Deze over-

schakeling is binnen korte tijd te realiseren. Uitbreiding

van netten vergt meer tijd. _

Energy Stress Test

Wat gebeurt er als de gaslevering vanuit Rusland of door Oekraïne in de winter stil komt te liggen?

Page 6: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

6 WARMTENETWERK MAGAZINE

Zowel landelijke als lokale politici in Nederland denken steeds vaker aan warmtenetten als ze het over duurzaam energiebeleid hebben.

‘Aardgas is zo ouderwets, ruim baan voor warmte’. Het

lijkt misschien een persbericht van Stichting Warmte-

netwerk, maar het is de titel van een bericht van de

werkgroep PvdA Duurzaam dat is ondertekend door Rolf

Steenwinkel en Chris Peeters. Zij staan niet alleen in

die gedachte; dankzij de inspanningen van Stichting

Warmtenetwerk en de Duurzame Energie Koepel zijn

politici de afgelopen jaren beter bekend geraakt met

de duurzaamheidskansen van warmte en warmtenetten.

Dat ze enthousiast zijn over de mogelijkheden, blijkt uit

vele interviews, moties en Kamervragen die de redactie

van Warmtenetwerk Magazine voor deze bloemlezing

bijeenzocht.

Bovendien laten de politici het niet alleen bij loze

beloften. Met het Energieakkoord en de Steunregeling

Duurzame Energie (SDE+) zet het kabinet in op verduur-

zaming van warmte.

1 miljoen huishoudensOp 17 november stemde de Tweede Kamer vrijwel una-

niem voor een motie van Jan Vos (PvdA) en René Leegte

(VVD) die Minister Kamp van Economische Zaken ver-

plicht om met een samenhangend plan te komen voor

restwarmtebenutting bij 1 miljoen huishoudens. Alleen

de leden van de PVV en de daaruit afgescheiden Groep

Bontes/Van Klaveren stemden tegen. _

Politiek overtuigd van warmtenetten

PvdAWarmtenetten passen helemaal binnen de duurzaam-

heidsdoelstellingen van de PvdA. Precies een week voor

de motie van Vos, diende de Noord-Hollandse gedepu-

teerde voor milieu Tjeerd Talsma een soorgtelijke motie

in. Daarmee wil hij het provinciebestuur verplichten

in het tweede kwartaal van 2015 plannen te presente-

ren voor een betere benutting van restwarmte en de

aanleg van een warmterotonde. In Noord-Holland zijn

nu al diverse warmtenetten, waaronder in Amsterdam,

Purmerend en Alkmaar. Eind november is bovendien een

samenwerkingsovereenkomst getekend voor gebruik van

VVDTweede Kamerlid Leegte, die samen met Vos de motie

voor restwarmte indiende, is een bekend tegenstander

van windmolens. Deze ziet de VVD-er in tegenstelling

tot warmtenetten als te weinig kostenefficiënt. Grote

energiecentrales in het noorden noemde hij tijdens zijn

spreektijd over de Warmtewet in 2013 “een gemiste kans

voor de energie-efficiency. Het maken van elektriciteit

levert zo’n globale 40% elektriciteit op en 60% warmte.

Het gebruiken van het restproduct warmte verhoogt dus

restwarmte van de hoogovens van Tata Steel in IJmond.

Als de netten eenmaal zijn aangelegd vanwege de

goedkope restwarmte, kunnen we volgens Steenwinkel

en Peeters verder verduurzamen. Dat schrijven ze in

een brief aan Trouw: ‘het grootschalig invoeren van

warmtenetten zal de aandacht voor allerlei vormen van

duurzame energie en optimale energiebenutting stimu-

leren, en kan zo een belangrijke bijdrage leveren aan

een succesvolle energietransitie.’

de efficiency van de ingezette primaire

energie. Dat is echte duurzaamheid.”

Ook in een uitzending van BNR nieuws-

radio op 15 oktober herhaalde Leegte

het nut van restwarmtegebruik. “Een politicus wil graag

iets neerzetten, zoals een windmolen. Warmte kun

je niet zien. Het is jammer dat er zo weinig over gespro-

ken wordt. Maar de investering is ook groot.”

Page 7: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

NR 21. WINTER 2015 7

D66Meer dan 90.000 woningen in Rotterdam krijgen hun

warmte van afvalverbrander AVR op Rozenburg. Ook in

andere plaatsen zou stadsverwarming meer aandacht

verdienen, schrijft de Rotterdamse duurzaamheidswet-

houder Pex Langenberg (D66) in een column in Binnen-

lands Bestuur. We kunnen ons volgens hem wel blijven

richten op isolatie en zonnepanelen in nieuwbouw, maar

ligt daar ook daadwerkelijk het grootste probleem? ‘Hoe

schoon sommige nieuwbouwwijken ook zijn, ze vormen

een minderheid. De grootste uitdaging zit in bestaande

bouw. Dichtbevolkte gebieden met veel appartementen

en gestapelde bouw lenen zich bij uitstek voor stads-

warmte.’ Daarmee los je ook de problemen met de

luchtkwaliteit in binnensteden op volgens Langenberg.

GroenlinksIn het verleden associeerden duurzame partijen stads-

verwarming vaak met oude elektriciteitscentrales op

kolen. Tegenwoordig ziet Groenlinks in onder meer

Amsterdam en Nijmegen wel de voordelen van efficiënt

warmtegebruik en de mogelijkheden voor een duurza-

me toekomst. ‘Je kan zeggen dat de warmte van een

afvalverbrandingsinstallatie als ARN die in Weurt het

warmte net gaat voeden niet honderd procent duurzaam

is’, zegt de Nijmeegse wethouder Harriët Tiemens

hier in oktober over tegen Binnenlands Bestuur. ‘Maar

voorlopig zal er afval zijn waarvan altijd een deel moet

SPDat een warmtenet op dit moment vaak staat voor een

monopoliepositie, ziet Paulus Jansen, voormalig Tweede

Kamerlid en nu wethouder in Utrecht, als probleem.

Wel is Jansen absoluut voorstander van restwarmte-

benutting. Op 5 februari 2013 diende de SP-er nog een

motie in om het lozen van restwarmte te beboeten; die

motie haalde het helaas niet.

Partijleider Emile Roemer wil dat de overheid ook zelf

investeert in het gebruik van restwarmte. Dat stelde hij

afgelopen december tijdens een Tweede Kamer-debat

over klimaatverandering. “Democratiseer de energie.

Zet niet alleen subsidies in voor de markt, maar inves-

teer zelf. Karrenvrachten aan restwarmte gaan verloren

in de industrie. Help bedrijven om dat nuttig te gebrui-

ken of te verkopen en verlang als tegenprestatie dat de

bedrijven sneller verduurzamen.”

Rotterdam heeft veel restwarmte in de haven beschik-

baar, maar elders zijn eveneens genoeg kansen meent

de wethouder: ‘uit studies van het Planbureau voor de

Leefomgeving blijkt dat een vijfde van de gebouwde

omgeving binnen het bereik ligt van stadswarmte.’. Waar

het volgens hem nu op stukloopt, is vooral de grote in-

vestering vooraf, terwijl minder uitstoot de markt geen

winst oplevert. ‘In tegenstelling tot het elektriciteit- en

gasnet wordt er bij de aanleg van warmtenetten volledig

naar de markt gekeken. (…) Net als het begin van de

aanleg van de eerste NUTS-netwerken, zal de overheid

hier haar maatschappelijke rol moeten oppakken.’

worden verbrand. En dan is het beter om met die warm-

te duizenden woningen te verwarmen dan het klimaat

op te warmen.’

Toch houdt de partij nog een slag om de arm. Zo

stelt Groenlinks in Amsterdam dat uitbreiding van het

stadswarmtenet niet mag betekenen dat fossiele ener-

giecentrales langer openblijven. Ook willen ze het net

openstellen voor teruglevering van warmte en moet

volgens Groenlinks de aansluitplicht vervallen als je zelf

duurzamer warmte kunt opwekken dan het net.

Page 8: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

8 WARMTENETWERK MAGAZINE

“Wij geloven dat wat je in de energiewereld moet doen,

misschien beter kan vanuit een klein bedrijf”, vertelt Bee-

ceo en mede-oprichter Michaël Corten. “Het is moeilijk

om een grote tanker die goed verdienende activiteiten

ontplooit te keren voor duurzaamheid.” Nadat hij sa-

men met Jan Jaeken Eneco België uit de grond stampte,

besloot Corten in 2010 voor zichzelf te beginnen. Hij richtte

vanuit zijn garage Bee op, samen met voormalig Electrabel-

manager Chris Elbers en de duurzame projectontwikkelaar

Christophe Surleraux, stichter van het Waalse Ecopex.

Invloedrijke families uit de chemische industrie investeer-

den al in hun visie. En die visie is alles behalve klein.

In december tekende Bee een contract ter waarde van

320 miljoen euro met het Spaanse Abengoa voor de ont-

wikkeling van haar biomassacentrale. Als alles volgens

plan verloopt verrijst de centrale met 215 MW elektrisch

vermogen rond 2017 in de Gentse haven. Benutting van de

100 MW warmte van de centrale was vanaf dag één een

belangrijk onderdeel van de plannen. Corten: “Dat is ook

een noodzaak voor als de subsidie stopt.”

Op dit moment heeft Bee een projectpijplijn van zo’n

260 MW in Vlaanderen en Wallonië. Een klein deel daarvan

(30 MW) betreft wind, de rest is voornamelijk warmte-

krachtkoppeling op biomassa en gas (wkk) in de industrie.

Warmte is ook hier een speerpunt: “De basis is voor ons het

technische idee van de cogeneratie, de hoge efficiëntie.

Bij kleinere wkk’s dimensioneren we vooral op de stoom- of

warmtebehoefte van een individuele klant. Een warmtenet

is interessant, omdat we daarop efficiënt grotere installa-

ties kunnen aansluiten.”

Waarom wil een klein bedrijf zo’n grote centrale?

“Wij hebben ondertussen al aardig wat lessen geleerd

op het gebied van biomassa. Bij biomassa is het zinvol

om groot te bouwen omwille van schaalvoordelen. Bij

centrales zoals die in Gent, kun je echter niet van één

klant afhankelijk zijn en moet je de productie delen via

het elektriciteitsnet en een warmtenet.”

Vanuit Eneco wilde je tussen 2007 en 2014 nog veertig

biogas-wkk’s in België bouwen van 3 MW elk.

“Daarvan zijn er circa tien gebouwd, maar daarna

scheidden onze wegen en is Eneco niet verder gegaan.

Een van de lessen die we hieruit hebben geleerd is dat

we juist beter grotere centrales kunnen bouwen. Wkk op

biogas is een heel mooie technologie, maar je mist het

schaalvoordeel. Bovendien is het te klein om een warm-

tenet aan te leggen en dus heb je meer subsidies nodig

om rendabel te zijn. In Europa is steeds minder geld

beschikbaar en dat dwingt ons efficiënter te werken dan

op die kleine schaal mogelijk is.”

Nieuwe centrales krijgen geen groenestroomcertifi­

caten meer. Zijn er genoeg kansen voor duurzame

energieopwekking?

“Ik zie wel mogelijkheden, maar niet op dit moment. Als

er centrales van het net gaan, komen er misschien wel

weer groenestroomcertificaten beschikbaar. De centrale

van Electrabel is behoorlijk oud en het is de vraag hoe

lang die nog blijft draaien. Ook is er nog een oude cen-

trale van E.On. Beide waren kolencentrales. Wij bouwen

juist een nieuwe centrale die lang meegaat en maar een

derde deel van zijn levensduur subsidie nodig heeft.

Omgebouwde kolencentrales kunnen nooit zonder

subsidie draaien.”

In de eerste 15 jaar krijgt de centrale ongeveer

110 miljoen euro subsidie per jaar en daarna stopt het.

Waarom is deze centrale daarna wel rendabel?

“Met de warmtebenutting erbij, gaan we over de

60 procent efficiëntie. Dat is beter dan Steg-

elektriciteits centrales op gas. Biomassacentrales voor

elektriciteitsopwekking halen normaal rond de 35 pro-

cent en gebruiken duurdere soorten biomassa.

Voor de financiering is die rendabiliteit nodig. Doorgaans

plaatsen grote partijen, met name uit de industrie,

vragen bij de subsidiëring van hernieuwbare energie.

Vanwege de hoge efficiëntiegraad en de beperkte sub-

sidie staan ze echter positief tegenover ons project.

Aan het einde van de subsidieperiode zijn de banken en

investering terugbetaald.”

Gaan jullie vanaf het begin warmte leveren?

“We hebben al diverse gesprekken lopen met industri-

ele afnemers. Sinds januari hebben we bovendien een

ervaren werknemer in dienst die zich alleen maar gaat

Ecologie én economie

Door de warmte te benutten en biomassa die elders onbruikbaar is in te zetten, maakt ceo Michaël Corten van energieleverancier Bee biomassacentrales groener en goedkoper.

‘We kunnen beter grotere centrales bouwen.’

Page 9: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

NR 21. WINTER 2015 9

‘Een volwaardig warmtenet is een noodzaak om verder te gaan

als de subsidie stopt’

Page 10: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

10 WARMTENETWERK MAGAZINE

bezighouden met contracten voor het warmtenet.

Tegen de tijd dat we echt bouwen, hopen we al een

aantal contracten te hebben en gelijktijdig te kunnen

beginnen met de aanleg van het warmtenet. We willen

de warmtebenutting maximaal uitbouwen tijdens de

subsidieperiode. Een volwaardig warmtenet is ook een

noodzaak om verder te gaan als de subsidie stopt. Als

we nog een centrale willen bouwen, dan zouden we ons

zelfs nog meer vanaf het

begin door de warmtevraag

laten leiden.”

Hoe gaat Bee het warmtenet

uitrollen?

“We focussen ons in Gent in

eerste instantie vooral op

de industriële partijen in de

haven, zowel op bestaande

als nieuwe bedrijven. Gent

heeft een heel actief ha-

venbestuur dat veel lawaai

rond onze komst maakt.

Dat trekt nieuwe industrie

aan, die groene warmte kan gebruiken in bijvoorbeeld

logistieke toepassingen of droogprocessen. Een van de

mogelijke afnemers is zelfs zo enthousiast dat hij wil

mee-investeren in de centrale. Maar het kan ook gaan

om serres, glastuinbouw.

Natuurlijk vergeten we aansluiting op het bestaande

warmtenet in Gent niet. Op dat net zijn al een zieken-

huis en verzorgingscentra aangesloten. Daarnaast zijn

er plannen voor nieuwbouwwijken van 500 en 1.000

woningen.”

Wat zijn de grootste moeilijkheden in het project?

“Het begint bij de brandstof. De specifieke kennis op-

bouwen om duurzame biomassa met betrouwbare en

bankable partners te vinden tegen de juiste prijs, is een

werk van lange adem geweest. Daarnaast doen wij aan

projectfinanciering in plaats van aan balansfinanciering

zoals grote energiebedrijven. Het is een helse oefening

om de bank te overtuigen en de randvoorwaarden voor

het geld zijn extreem streng, maar we gaan er komen.”

De biomassa komt per schip vanuit onder meer Afrika.

Hoe zit het met de duurzaamheid?

“Het is een paradox, maar de brandstof is juist duur-

zaam doordat we hem uit het buitenland halen. Wij

werken voornamelijk met invasieve gewassen die je in

België en Nederland nauwelijks hebt. We zoeken ook

echt naar biomassa die je op geen enkele andere manier

kunt gebruiken. En een schip is een veel duurzamer

transportmiddel dan wegverkeer.

Ook hebben we intensief overlegd met een heleboel

ngo’s als Greenpeace, het Wereld Natuur Fonds en de

Bond Beter Leefmilieu. Zij zijn het erover eens dat

onze vorm van biomassa tot een voorbeeld kan en moet

uitgroeien.”

Wat moet ik verstaan onder

invasieve gewassen?

“Denk bijvoorbeeld aan on-

kruidgewassen zoals bepaalde

types acacia die alles over-

woekeren en de groei van

andere planten tegenhouden.

In warmere gebieden heb je

gigantische hoeveelheden

van dit soort gewassen die in

overheidsprogramma’s worden

gerooid en vervolgens ver-

brand of gestort. Dan is het

veel logischer om ze te versnipperen en in een heel

groot schip te steken. Als je schip maar groot is, heeft

dat ongeveer dezelfde impact als een vrachtwagen door

België laten rijden.”

Verschilt de biomassa met die in kolencentrales?

“Omgebouwde kolencentrales kunnen alleen draaien op

houtstof, waarvoor je houtpellets moet inzetten. Dat

kost energie bij het maken van de pellets. Wij draaien

op versnipperde houtachtige gewassen, zonnebloempit-

ten en andere reststromen. Na heel veel hard labeur

hebben we de schijnbaar onmogelijke combinatie tussen

ecologie en economie gevonden.

Het is verschrikkelijk moeilijk geweest om de installatie

geschikt te maken. Die invasieve gewassen zijn agressief

voor de boiler en je moet ook het nodige doen om ze

goed te laten verbranden.

Omdat onze boiler veel aankan, blijven we kijken naar

nieuwe brandstoffen. De grootste uitdaging is de logis-

tiek. Samen met de Universiteit Gent en Biobase Europe

zitten we daarom in een project om de reststromen uit

de agroindustrie optimaal te benutten.”

Is 100 procent duurzaam mogelijk?

“Ik denk van wel. Het is in deze zware budgettaire tijden

wel moeilijker om de steun te krijgen die nodig is. We

‘De ngo’s zijn het erover eens dat onze vorm van biomassa tot een

voorbeeld moet uitgroeien’

Page 11: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

NR 21. WINTER 2015 11

hebben in Europa een groot probleem met oversubsidi-

ering gehad en dat heeft een negatief imago aan groene

stroom gegeven. Nu is de slinger echter de andere kant

uitgeslagen, waardoor er minder groenestroomprojec-

ten worden bijgebouwd dan de doelstellingen vereisen.

Zelf ben ik er een voorstander van om alle duurzame

en betaalbare technologieën maximaal in te zetten. 100

procent met zon en wind invullen is moeilijk. Als ener-

gieleverancier weten we ook eigenlijk dat dit niet kan.

Je hebt zowel flexibele capaciteit als basislast nodig.”

Een biomassacentrale kan in die basislast voorzien?

“Wij kunnen onze centrale voor 60 procent flexibel in-

zetten; we hebben 120 MW flexibel vermogen en zijn dus

een welkome aanvulling voor wind en zon. In 7,5 minuut

schakelen we bij en daarmee kunnen we de rol van de

snelschakelende gascentrale oppakken.”

Er zijn de afgelopen tijd veel veranderingen in de

Vlaamse regelgeving rond warmte. Is dat voldoende?

“Veel van die regelgeving is nog niet rond. Vooral rond

facturatie moet nog veel gebeuren. Daar kijken we ook

samen met Eandis en Infrax naar. Neem je bijvoorbeeld

het net van Roeselare, dan heb je Mirom als bron die de

warmte levert en Eandis als eigenaar van het net. Maar

wie doet de facturatie naar buiten? De bron kan het

eventueel doen, maar die zal dat waarschijnlijk liever

niet willen. De netbeheerders vroegen ons of wij dit als

energiebedrijf konden doen en daar zien wij kansen.”

Houdt dit gebrek aan regelgeving de markt tegen?

“We kunnen pas echt aan consumenten leveren als

alles in regelgeving is omgezet. Daarin moet ook komen

hoe we moeten omgaan met wanbetaling en sociale

levering, zoals we dat ook bij elektriciteit en gas heb-

ben. De overheid is er druk mee bezig om te kijken

wat er nog moet gebeuren. Samen met de Provinciale

Ontwikkelings Maatschappij Vlaams-Brabant werken we

bijvoorbeeld aan een leerproject rond warmtenetten

bij een nieuw bedrijventerrein in Huizingen, naast een

Siemens-vestiging die warmte van een wkk wil.

We hebben nu nog een blank terrein. Dit is het moment

waarop het het goedkoopst is om die leidingen aan te

leggen, hoewel we nog niet weten welke bedrijven zullen

komen. 3E en Boydens kijken naar de warmteprofielen

en dimensionering van de leidingen. Wij zitten erin als

producent en om te factureren. Daarnaast werkt er nog

een advocatenkantoor mee. Die kijkt wat er contractu-

eel mogelijk is, maar ook wat nog moet veranderen in

de wetgeving. In mei is het afgelopen, en dan komt er

een roadmap uit. Als er politieke wil is om er iets mee

te doen, dan kunnen ze daarmee verder.”

Is die politieke wil voor warmtenetten er?

“Zowel op Vlaams niveau als bij provincies en gemeen-

tes is er behoorlijk veel wil om door te schakelen. In

Gent hebben we natuurlijk een stadsbestuur dat hier al

veel langer mee bezig is. In het bestuursakkoord staat

zelfs dat er activiteiten rond duurzame warmtenetten

moeten komen. Vandaar ook dat onze centrale zeer

welkom was.” _

‘In 7,5 minuut schakelen we bij en daarmee kunnen we de rol van de

snelschakelende gascentrale oppakken’

750-800 C̊. De hete rookgassen gaan vervolgens door

een stoffilter en de-NOx-installatie. “We koelen de

rookgassen af tot 90 C̊ om ook de laatste megawatts

mee te pakken”, vertelt Beyers. “Daarvoor moest de

schoorsteen aangepast worden, omdat je dan rond het

dauwpunt zit en er zwaveloxiden kunnen ontstaan die

corrosie in de schouw zelf kunnen veroorzaken.”

De centrale zal volgens Beyers voldoen aan de strengste

emissie-eisen. “Augustus vorig jaar kwam de EU met

nieuwe normen. Vlaanderen heeft gezegd dat we die

moeten delen door twee. De leveranciers verschoten

toen ze hoorden welke normen we moeten halen. Het

lukt wel, maar dat kan ook alleen omdat het een grote

installatie is.”

SchaalmodelDe biomassacentrale in de Gentse haven geeft een nieu-

we invulling aan de oude kolenterminal. Jaarlijks zullen

hier zo’n 25 schepen, met elk 40.000 ton biomassa,

afmeren. Elk schip vervoert ongeveer evenveel als 1.600

vrachtwagens. De centrale heeft bovendien opslagruim-

te voor een maandvoorraad aan biomassa.

De verschillende soorten biomassa in de silo’s mengt

Bee eerst voordat ze in de boiler gaan. Business deve-

lopment manager Peter Beyers: “Dat is nodig omdat de

boiler zelf limieten heeft voor bijvoorbeeld de hoeveel-

heid chloor in het hout.” De snippers gaan vervolgens

per transportband naar de 55 m hoge fabriek.

Binnenin de centrale staat een groot zandbed dat

de biomassa verbrandt op een temperatuur van

Page 12: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

12 WARMTENETWERK MAGAZINE

Het Udense Ecovat ontwikkelde een nieuwe en goedkope manier om warmte op hoge temperatuur een seizoen lang ondergronds op te slaan.

“Eigenlijk is de nulenergiewoning de aanleiding geweest

om een ondergrondse opslag voor warmte te ontwikke-

len”, vertelt Jan van den Boogaard, salesmanager van

Ecovat in Uden. Het Brabantse bedrijf is een spin-off van

projectontwikkelaar en bouwer van nulenergiewoningen

Aris de Groot. Van den Boogaard: “Maar we hebben

ontdekt dat er voor ons opslagsysteem daarnaast grote

mogelijkheden liggen in bestaande warmtenetten en als

alternatief voor warmte- en koudeopslag in de bodem.”

Open bodemEen Ecovat is een grote ondergrondse opslag met

betonnen wanden. Ecovat gebruikt een nieuwe techniek

uit de bouwwereld om de wand economisch en snel te

vervaardigen: freesmachines die cement injecteren in

de gefreesde sleuf in de grond. Die machines gebruik

je meestal om damwanden aan te leggen op plaatsen

waar heiwerk niet gewenst is, zoals bij het metronet in

Amsterdam. Dankzij een precisiesysteem voor plaats-

bepaling kan Ecovat een vrijwel perfecte cirkelwand

maken met een diepte van tientallen meters.

Na de aanleg van de wand verwijder je met een graaf-

machine de aarde binnenin de cirkel en vult het gat zich

automatisch met grondwater. Vervolgens plaatst het

bedrijf een modulaire binnenwand uit prefab beton,

met daarin buizen voor uitwisseling van warmte. Deze

vormt het binnenvat. Tot slot wordt een betonnen dek-

sel aangebracht met daarop een afdeklaag. De bodem

blijft open.

De diameter van het ondergrondse vat kan bij het

huidige ontwerp maximaal 60 m bedragen. Het groot-

ste model heeft een opslagcapaciteit van maar liefst

60.000 m3 water. Volgens Van den Boogaard bedraagt de

investering in een bovengronds vat van staal een veel-

voud van de kosten van het Ecovat. Ook een ondergronds

warmte- en koudeopslagsysteem (wko) met open bron

kan niet concurreren met het Ecovat en kent bovendien

grote beperkingen wat betreft de temperatuur.

Stilstaand waterEen belangrijk verschil met de gebruikelijke warmte-

buffers en wko is dat het water in de Ecovat-opslag nooit

wordt verpompt, maar stilstaat. Het systeem maakt ge-

bruik van elementen voor warmtewisseling in de wanden

en niet van een vulpijp. Dat beperkt de warmteverliezen

sterk en voorkomt menging van heet en koud water. Het

warmteverlies van de vaten is volgens berekeningen

10 procent op jaarbasis voor de uitvoering met de klein-

ste diameter en 5 procent bij de grootste diameter.

Damwandtechniek brengt seizoensbuffer

Page 13: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

NR 21. WINTER 2015 13

De elementen voor warmte -

uitwisseling zijn op verschil-

lende hoogtes hydraulisch

gescheiden. Daardoor is de

hoogte waarop je warmte

onttrekt of inbrengt aan te

passen aan de voorraad en

vraag. Onderin het vat is de

temperatuur 5 tot 10 °C en

bovenin mag de temperatuur

oplopen tot ruim 90 °C.

NulenergiewoningHet eerste prototype Ecovat

voor een door projectontwik-

kelaar De Groot ontwikkeld

kantoorpand in Uden is nu in

aanbouw. Het bedrijf Ecovat is hier gevestigd. Om de

warmte te verdelen, beschikt het pand over betonkern-

activering. De opslag bij dit kantoor heeft een diameter

van 13,5 m en een inhoud van 1.500 m3. De besturings-

techniek hiervoor ontwikkelen Ecovat en De Groot in

samenwerking met Vito Energy Ville en de Universiteit

Twente. In een eerdere fase is de Universiteit Eindhoven

betrokken geweest bij de ontwikkeling van het vat.

Het Ecovat vormt de kern van projectontwikkelaar De

Groots Energienulwonen-concept. In dit concept krijgen

de woningen zonnepanelen die stroom en — dankzij

waterkoeling — warmte produceren. Het koelwater van

de panelen bereikt een temperatuur van 25 °C. Warmte-

pompen op zonnestroom verhogen deze temperatuur in

twee stappen verder tot maximaal 90 °C, waarna het

water naar de warmtewisselaars in de opslag gaat. In

de winter levert het Ecovat deze warmte terug aan de

woningen via een klein

warmtenet. Alternatie-

ve warmte bronnen zijn

uiteraard ook inzetbaar

binnen dit systeem.

Opslag voor wind en zonHet is het Udense

bedrijf niet ontgaan dat

het fluctuerende aan-

bod van wind en zon op

de elektriciteitsmarkt

zorgt voor sterk varië-

rende prijzen. Daarin

ziet het bedrijf kansen.

Op de spotmarkt kost

elektriciteit op bepaalde momenten vrijwel niets of krijg

je zelfs geld toe, weet Eugène van Bouwdijk Bastiaanse,

manager finance & control bij Ecovat. Op die momenten

kun je stroom omzetten in warmte en deze opslaan in

je warmteopslag. Het relatief goedkope systeem van

Ecovat maakt het mogelijk om een overschot aan zonne-

en windstroom te bewaren voor gebruik als warmte in

de winter. In Denemarken en Duitsland maken ze al op

grotere schaal gebruik van dit power-to-heat-principe.

Van Bouwdijk Bastiaanse: “We hebben uitgerekend dat

we voor Tennet de onbalans in het elektriciteitsnet

kunnen opvangen met 57 Ecovat-projecten in

Nederland.” _

De grootste diameter heeft een warmteverlies van slechts

5 procent per jaar

In de eerste stap freest Ecovat een cirkel (linksboven), die

het bedrijf vervolgens uitgraaft (midden). Het resultaat

verdwijnt achter een afdekkende grondlaag.

Page 14: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

14 WARMTENETWERK MAGAZINE

Op 8 oktober hield Warmtenetwerk zijn jaarbijeenkomst in Congrescentrum 1931 in den Bosch. Zowel in Nederland als in Vlaanderen zijn afgelopen jaar de nodige successen behaald.

Beleidsmakers erkennen steeds meer de cruciale rol

van warmte voor het behalen van de duurzaamheids-

doelstellingen en het SER Energieakkoord, zo meldde

Warmte netwerk-voorzitter Gijs de Man in zijn toespraak.

Daaraan heeft Warmtenetwerk stevig gewerkt. Het be-

stuur van de stichting was in 2014 betrokken bij meer-

dere zaken op beleidsgebied, waaronder de Warmte visie

van het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken,

het energielabel, de herziening van de Warmtewet,

de werkgroep Energiebesparende Maatregelen op

Gebiedsniveau en de warmteplannen. Warmtenetwerk

is in 2014 bovendien lid geworden van de Duurzame

Energie Koepel om de krachten op het gebied van her-

nieuwbare energie beter te bundelen.

Ook de werkgroep Warmtenetwerk Vlaanderen heeft

grote stappen kunnen maken op het gebied van regel-

geving voor warmte. Dat heeft al geleid tot een aantal

nieuwe initiatieven rond warmtenetten, bijvoorbeeld in

Antwerpen Zuid. Opmerkelijk is dat de Vlaamse beheer-

ders van energienetten, waaronder Eandis en Infrax, nu

investeren in de bouw van warmtenetten.

WarmtevisieTeun Bokhoven, voorzitter van de Duurzame Energie

Koepel, is net als De Man optimistisch over de ontwik-

kelingen bij warmtenetten. In zijn toespraak ging hij

in op de rol van warmte bij het SER Energieakkoord en

de Warmtevisie. Weliswaar duurt het schrijven van de

Warmtevisie langer dan eerder verwacht, maar het in-

zicht in het potentieel en de mogelijkheden van warmte-

en koudenetten is bij beleidsmakers sterk gegroeid. Van-

uit een traditionele inrichting met centrale stroom- en

gaslevering verandert onze energievoorziening naar

een complex geheel waarin decentrale opwekking en

warmte netten een belangrijke plaats innemen.

Bokhoven waarschuwde bovendien voor te hoge ver-

wachtingen van innovatieve concepten zoals nul-op-

de-meter: woningen die vrijwel geen energie nodig

hebben door dikke isolatie en die de resterende energie

zelf opwekken. Met veel zonnepanelen en een kleine

warmtepomp is op jaarbasis inderdaad de energienota

tot nul te reduceren, maar onderzoek laat ook zien dat

dit extreem hoge extra kosten voor aansluiting op het

elektriciteitsnet met zich meebrengt. Een warmtenet

kan dan aantrekkelijker zijn.

Voor Bokhoven is het duidelijk dat de overheid veel meer

zal moeten doen om in de buurt van de doelstellingen

voor 2020 te komen. Niet alleen wat betreft verduur-

zaming; op het gebied van energiebesparing gebeurt er

Oogstjaar voor warmtenetten

Antwerpen ziet veel mogelijkheden voor warmtenetten.

Begin 2015 start de aanleg van het eerste net in Nieuw Zuid.

Het inzicht in het potentieel en de mogelijkheden van warmte- en

koudenetten is bij beleidsmakers sterk gegroeid

Page 15: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

NR 21. WINTER 2015 15

nu nog erg weinig.

In zijn aanbeveling voor de

Warmtevisie ziet Bokhoven

vooral kansen als we warm-

te- en koudenetten breed

aanpakken. Daarbij denkt

hij bijvoorbeeld aan ver-

schillende bronnen per net,

warmte- en koudeopslag,

en een transitie naar lage-

temperatuurverwarming.

Coalitie warmtenet AntwerpenMet zijn presentatie over de

coalitie voor een warmtenet

in Antwerpen Nieuw Zuid en

plannen in het noorden van

die stad, illustreerde Sam

Verbelen de vooruitgang in

Vlaanderen. Volgens Verbelen, energiedeskundige bij de

stad Antwerpen, wordt het warmtenet voor de Antwerpse

nieuwbouwwijk Nieuw Zuid zelfs het grootste van

België. De investering in het project bedraagt 16 miljoen

euro. De bouw start dit voorjaar en naar verwachting

zijn in de zomer al de eerste woningen aangesloten.

Na een aanbestedingsprocedure is de concessie om het

warmtenet te exploiteren door Antwerpen gegund aan

het consortium warmte@zuid. Dit consortium bestaat uit

energiebedrijf Dalkia, netbeheerder Iveg, waterbedrijf

AWW en afvalverwerker Indaver. Voor de nieuwbouw

hebben stad en consortium overeenkomsten gesloten

met Triple Living, de projectontwikkelaar voor de wijk

Nieuw Zuid. Daarnaast verwachten de Antwerpenaren

het net uit te kunnen breiden door bestaande gebouwen

in de nabijheid van de nieuwe wijk aan te sluiten.

Warmtenet Noord is een volgende stap voor Antwerpen.

In 2013 voerde de stad al een haalbaarheidsstudie uit

naar een warmtenet in dit gebied. Daaruit bleek dat er

zeker potentieel is voor een net vooral in combinatie

met restwarmte. Momenteel onderzoekt Antwerpen

de restwarmtekoppeling, de transportleiding en een

alternatief tracé ten opzichte van de eerdere studie. In

het gebied is een warmtevraag voor ongeveer 92 GWh

residentieel en 30 GWh bij bedrijven. Voor de rest-

warmte zijn meerdere bronnen aanwezig, waaronder

industrie en de afvalenergiecentrale van Indaver. De

eerste bouwwerkzaamheden verwacht Antwerpen rond

2017 in de wijken Luchtbal, Rozemaai, Luithagen en

Schinde.

Techniek & InnovatieDe kosten voor aanleg en exploitatie halveren, dat ui-

terst ambitieuze hoofddoel presenteerde Maurice Ver-

hulst tijdens de bijeenkomst. Daarbij kijkt de werkgroep

Techniek & Innovatie van Warmtenetwerk, die Verhulst

voorzit, niet alleen naar technische ontwikkelingen,

In 2014 vierde Warmtenetwerk zijn 5-jarig jubileum.

Antwerpen verwacht het net in Nieuw Zuid uit te breiden met

bestaande bouw in de nabijheid

Page 16: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

16 WARMTENETWERK MAGAZINE

maar ook naar organisato-

rische zaken en financiële

constructies. Om het pu-

bliek een beeld te geven

van de verschillende acti-

viteiten, gaven de trekkers

van de vijf subgroepen elk

een korte pitch. De onder-

werpen van deze pitches

waren:

• nieuwe denkwijzen over partnermodellen en

eigenaarschap;

• monitoring en diagnose;

• mofverbindingen;

• tariefdifferentiatie grijze/groene warmte;

• warmtenetten op lage temperatuur.

He publiek in de zaal stemde via een scorelijst welke

ontwikkelingen voor hen het meest relevant waren.

Daarbij ging de voorkeur vooral uit naar warmtenetten

op lage temperatuur; als tweede eindigden de ontwik-

kelingen bij partnermodellen en eigenaarschap. Deze

onderwerpen scoorden niet alleen goed op relevantie,

maar ook op de innovativiteit zelf. Ditmaal stonden

echter de partnermodellen bovenaan en kwamen lage-

temperatuurnetten op de tweede plaats.

Positionering warmteVoorzitter De Man en secretaris Astrid Madsen sloten de

bijeenkomst af met een spel waarin de zaal actief op

zoek ging naar ideeën voor een betere positionering van

warmtenetten. In drie rondes keken de deelnemers on-

der meer naar de argumenten voor en tegen warmtenet-

ten, de verschillen tussen de vraag- en aanbodkant en

wat deze beide kanten nodig hebben voor de toekomst.

Daarbij zag het publiek voor de vraagkant als belang-

rijke thema’s: openheid in prijsvorming, flexibiliteit bij

verrekening energie kosten in woninghuur en netten in

publiek eigendom. Aan de aanbodkant noemde het:

heffing op het lozen van restwarmte, meer inbreng van

marketeers, open netten met meerdere leveranciers en

het herbaseren van de Warmtewet op zeggenschap en

duurzaamheid in plaats van op gastarieven.

Al met al stonden de Warmtenetwerkers tijdens de

Jaarbijeenkomst 2014 vooral stil bij de toekomst van

warmte- en koudenetten in plaats van bij de successen

van het afgelopen jaar. Dat belooft wat voor 2015. _

De presentaties van de Jaarbijeenkomst kunt u downloa-

den op www.warmtenetwerk.eu

Meedoen  -­‐  financiële  par0cipa0e  -­‐  lokale  warmteproducent  -­‐  verduurzamen  

0  

100  

200  

300  

400  

500  

0,0  

0,5  

1,0  

1,5  

2,0  

2,5  

3,0  

3,5  

90/50   70/40   60/30   40/30  

NPV

 €  /  won

ing  

GJ  /  won

ing  /  jaar  

Temperatuurtraject  in  de  woning  (hoogbouw)  

22%  reduc3e  

26%  reduc3e   51%  reduc3e  

De werkgroep Techniek & Innovatie wil de kosten van aanleg en

exploitatie halveren

Deelnemers aan de Jaarbijeenkomst vonden het belangrijk

om op nieuwe manieren te denken over partnermodellen en

eigenaarschap.

Door de temperatuur van warmtenetten te verlagen, zijn de netverliezen te beperken.

Page 17: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

NR 21. WINTER 2015 17

Wat er volgend jaar verandert in de regeling voor duurzame energie SDE+ en hoe warmte het afgelopen jaar presteerde binnen SDE+.

Met de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+)

wil de Nederlandse overheid de afspraken met de EU

voor duurzame energie in 2020 bereiken. De steunrege-

ling vergoedt aan producenten de onrendabele top van

hernieuwbare elektriciteit, warmte en groen gas ten

opzichte van de marktprijzen voor stroom en aardgas.

Voor 2014 is de regeling, die verdubbeld was tot

3,5 miljard euro, wederom overtekend. Om de steun zo

efficiënt mogelijk te besteden, is het proces in fasen in-

gedeeld, al naar gelang de benodigde hoeveelheid steun

per eenheid energie. Dit jaar was het geld niet al in de

eerste fasen op, maar pas in de laatste fase voor de in

verhouding duurste opties, waaronder elektriciteit uit

zonnepanelen (zon-pv). Binnen een dag zijn in deze fase

3.552 aanvragen binnengekomen, waarvan de meesten

voor zon-pv. Dat leidde tot 1,6 miljard overtekening.

Warmte behoort tot de kosteneffectiefste verduur-

zamingsmogelijkheden. Verschillende opties voor duur-

zame warmte zaten in de eerste fase of in de voor de

overheid iets duurdere tweede fase.

Zon aanvragenkampioenDe aanvragen voor hernieuwbare warmte en wkk wa-

ren goed voor 1.420 miljoen euro. Daarmee zat deze

categorie op hetzelfde niveau als in 2013. Destijds was

het echter de grootste categorie qua aanvragen, maar

in 2014 is die positie voorbijgestreefd door groen gas

en ruim ingehaald door de 1.945 miljoen voor zon-pv.

Vanwege de budgetoverschrijding zal bij zon-pv echter

een fors deel van de aanvragen buiten de boot vallen.

Bij warmte ging het hoofdzakelijk om projecten met

biomassa (1.160 miljoen euro), terwijl geothermie met

258 miljoen aanzienlijk lager uitkwam dan voorgaande

jaren. Zonthermie blijft met 2,6 miljoen nog erg klein.

3,5 miljard voor 2015Op 11 november informeerde minister Kamp de Tweede

Kamer schriftelijk over de plannen voor de SDE+ in 2015.

Het systeem blijft in basis ongewijzigd en de minister

wijst erop dat Europese Unie en het internationaal ener-

gieagentschap IEA lovend zijn over het Nederlandse be-

leid om hernieuwbare energiedoelen zo kosteneffectief

mogelijk te bereiken. Het Europese staatssteunkader

heeft SDE+ als model genomen wat betreft competitie

en technologieneutraliteit. Toch komt er in 2015 ook een

tender voor 700 MW wind-op-zee die buiten de competi-

tie met andere opties staat.

Evenals in 2014 is er in 2015 weer 3,5 miljard euro bud-

get. Het aantal fasen neemt toe tot 9. De eerste fase

opent op 31 maart.

VerfijningenIn 2015 kunnen kolencentrales weer steun krijgen voor

bijstook van biomassa. Centrales die ook warmte leve-

ren krijgen een aangepaste vergoeding als daardoor de

efficiëntie van elektriciteitsproductie afneemt.

Er zijn meer verfijningen in de regeling, zoals banking

en de overgang van de regeling Milieukwaliteit van

Energieproductie (MEP) naar SDE+. De regeling voor

‘uitbreiding bestaande afvalverbranding met warmte’

vervalt wegens succes: volgens de minister hebben alle

relevante initiatieven al subsidie ontvangen. Nieuw is

ook de stimulering van duurzame stoomproductie uit

houtpellets in de industrie. Voor geothermie vervalt tot

slot de begrenzing op het maximum aantal bedrijfsuren.

De volledige productie is subsidiabel.

Meer informatieDe tarieven voor de verschillende opties en fasen zijn te

vinden bij agentschap RVO dat de regeling verzorgt voor

het Ministerie van Economische Zaken. _

www.rvo.nl/sde

SDE+ in 2014 en 2015

0 500 1000 1500 2000Groen gas (1.465 mln)

Zonthermie (3 mln)

Geothermie (258 mln)

Biomassa warmte/wkk (1.094 mln)

Waterkracht (2 mln)

Biomassa elektrisch (12 mln)

Zon-pv (1.945 mln)

Wind (548 mln)

miljoen euro

Aanvragen in euro per categorie op 20 november 2014

volgens RVO. Groen is warmtegerelateerd.

Het Europese staatssteunkader heeft SDE+ als model genomen

Page 18: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

18 WARMTENETWERK MAGAZINE

De warmtenetten in zowel Arnhem als Nijmegen breiden stevig uit. Via een samen-werkingsovereenkomst wil de regio komen tot een groot net voor 90.000 woningen in 2030.

Het aantal warmtenetaansluitingen in de regio

Arnhem-Nijmegen moet groeien van de huidige 27.000

woningen naar 90.000 in 2030. Daartoe ondertekende

provincie Gelderland op 10 oktober 2014 een samen-

werkingsovereenkomst met de gemeenten Arnhem en

Nijmegen en de energiebedrijven Nuon en Alliander.

De afvalenergiecentrales van AVR in Duiven en ARN in

Weurt zijn de hoofdbronnen die de duurzame warmte

aan de 90.000 woningen moeten leveren. Het net maakt

een CO2-reductie van 70 procent mogelijk ten opzichte

van stoken met een hr-ketel.

In volle gangDe ambitieuze samenwerkingsovereenkomst in deze

regio is niet uit de lucht komen vallen. AVR in Duiven

levert al heel lang warmte aan de omgeving. In 2013

ging het om 630 terajoule (TJ) vanuit de afvalverbrander

aan het warmtenet en nog eens 75 TJ vanuit de Thermi-

sche Conversie Installatie die papierpulpresidu omzet in

cement. In 2015 gaat de afzet van warmte met 232 TJ

omhoog dankzij de aanleg van een koppelleiding naar

warmtenetten in Arnhem. De bouw van deze leiding

startte eind 2013.

In Nijmegen ging enkele maanden later, op 4 maart

2014, officieel de schop in de grond voor een warmte-

leiding van de afvalenergiecentrale van ARN naar de wij-

ken Waalsprong en Waalfront. Daarvoor zijn de eerste

werkzaamheden zoals een boring echter al in december

2013 uitgevoerd. De reeds aanwezige warmtenetten

in dit nieuwbouwgebied zullen uitgroeien tot 14.000

woningen.

De vrijwel gelijktijdige en grootschalige activiteiten

in beide gemeenten leidden ertoe dat de provincie

en gemeenten tot verdere uitbouw besloten nadat ze

het mogelijke potentieel nader hadden onderzocht. De

bedoeling is dat de netten van Arnhem en Nijmegen in

de toekomst met elkaar zijn verbonden.

Koppelleiding Duiven-ArnhemSinds eind 2014 levert AVR in Duiven duurzame warmte

aan de netten van Nuon in Arnhem via een leiding met

een capaciteit van 30 MW. De koppelleiding van Duiven

tot aan de wijk Schuytgraaf in Arnhem loopt over een

tracé met een lengte van 5 km. Hoofdaannemer van

het in totaal 19 miljoen euro kostende project is Cofely

West.

Ook een enorme warmtetank die is geplaatst bij de cen-

trale van AVR maakt deel uit van de uitbreiding. De tank

maakt het mogelijk om de vrijkomende warmte optimaal

te gebruiken. Als de vraag laag is, kan het vat heet water

met een temperatuur van 125 ̊ C opslaan. Dankzij de hoge

druk in het vat, is het water bij die temperatuur vloei-

baar. Bij pieken in de warmtevraag levert het 1.200 m3

Gekoppelde groei

In 2015 gaat de afzet van warmte uit Duiven met 232 TJ omhoog

foto

’s:

nuon

/jor

rit

lous

berg

Page 19: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

NR 21. WINTER 2015 19

grote voorraadvat zijn warmte terug, waardoor het niet

nodig is om een hulpketel in te schakelen. De opslag van

warmte bij AVR is ontworpen door Tebodin.

Het transport van het vat met een gewicht van 150 ton,

een lengte van 20 m en een diameter van 10 m was niet

eenvoudig. Per schip ging het naar de Lathumse Plas en

vanaf daar is het vervoerd met speciale transportwa-

gens naar AVR. Om de eindlocatie te bereiken was het

zelfs nodig om de stoplichten en lantaarnpalen opzij te

draaien.

Leiding Weurt-WaalsprongDe warmteleiding van de centrale van ARN in Weurt

naar de wijk Waalsprong leggen A. Hak Leidingbouw

en Liandon aan in opdracht van gemeente Nijmegen en

Alliander. Op 6 juni 2014 is de eerste mijlpaal bereikt

met het trekken van een leiding met een lengte van

1 km onder de rivier door. Het totale leidingtracé heeft

een lengte van 6,1 km. Begin 2015 is de warmtetransport-

leiding gereed voor gebruik.

Nuon levert nu nog warmte vanuit een tijdelijk ketelhuis

aan de reeds gebouwde 3.000 woningen in de Waal-

sprong. Om de warmtelevering te garanderen, bouwt

Nuon een hulpwarmtecentrale aan de Dijkstraat in Lent

voor 14.000 woningen. Deze centrale neemt de warmte-

levering over bij uitval van ARN en krijgt een vermogen

van 40 MW. Dit vermogen zal later nog uitbreiden naar

72 MW. De hulpwarmtecentrale is naar verwachting eind

2015 gereed. _

Het 1.200 m3 warmtevoorraadvat is per schip en met

speciale transportwagens naar Duiven vervoerd.

Aanleg leidingen bij AVR Duiven.

Stoplichten en lantaarnpalen moesten opzijgedraaid voor het warmtevat

Page 20: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

20 WARMTENETWERK MAGAZINE

Nabij Smithfield Market klopt het hart van een warmte- en

koudenet voor London City. Energiebedrijf E.On verving

hier in 2014 de 20 jaar oude warmtekrachtkoppeling

(wkk) voor een moderne wkk van MWM met 1.500 om-

wentelingen per minuut.

Het in 1993 in bedrijf genomen project Citigen was

een van de eerste installaties met trigeneratie en een

warmte- en koudenet in het Verenigd Koninkrijk. Bij

trigeneratie combineer je de opwekking van elektrici-

teit, warmte en koude. Destijds schreef de stad Londen

speciaal een tender uit voor dit efficiënte project.

Sinds 2002 is het exploitatiebedrijf Citigen, dat de aan-

besteding won, in handen van de Engelse dochter van

energie concern E.On.

ToeristentrekkersCitigen levert vanuit een centrale in een voormalig

koelhuis warmte aan een tiental gebouwen van het

vastgoedbedrijf City Corporation’s. Onder die gebou-

wen bevinden zich bekende Londense toeristentrekkers

als de 800-jaar oude Guildhall, het Museum of London,

Smithfield Market en het Barbican Centre. Ook levert

de centrale warmte aan particuliere gebouwen, waar-

onder een bejaardenhuis. Zes grote gebouwen krijgen

daarnaast koude geleverd door Citigen.

Uiteraard was de aanleg van zowel een warmte- als een

koudenet geen eenvoudig karwei in de oude en dicht-

bebouwde binnenstad. De ingenieurs klaarden die klus

met vindingrijkheid: de leiding loopt door ondergrondse

parkeergarages, kelders en het uitgebreide netwerk aan

metrotunnels.

VernieuwingNa 20 jaar bedrijf was de warmtekrachtinstallatie niet

meer concurrerend met de modernste units met hr-gas-

Nieuw hart voor London City

Achter de gevel van een oud koelhuis staat de modernste trigeneratie-installatie van het Verenigd Koninkrijk. Deze produceert warmte, koude en

elektriciteit voor historische gebouwen als Smithfield Market en de Guildhall.

De leiding loopt door parkeergarages, kelders en metrotunnels

foto

: fli

ckr.

com

/gar

ry k

nigh

t

Page 21: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

NR 21. WINTER 2015 21

motoren. In 2014 zijn daarom de twee oude installaties

vervangen door twee van de grootste gasmotoren van

MWM uit Mannheim met een thermisch vermogen van

12 MW. Elke unit heeft een V16-gasmotor met een mid-

denspanningsgenerator die 4,4 MW elektrisch vermogen

levert. Begin 2015 zal Edina nog twee van deze motoren

bijplaatsen.

Door een veel hoger toerental zijn de nieuwe motoren

niet alleen compacter dan de oude, maar hebben ze ook

een hoog rendement en een extreem lage NOx-emissie.

Het elektrisch rendement van deze wkk’s bedraagt

45 procent, terwijl het totaalrendement dankzij de

benutting van motorwarmte en warmte van de uitlaat-

gassen 90 procent is.

Naast de energiebesparing is voor Londen vooral de

verbetering van de luchtkwaliteit in de binnenstad van

groot belang. Dankzij de centrale konden alle schoor-

stenen van de aangesloten gebouwen verdwijnen.

Milieuvoordelen koudenetDe twee in 1993 in bedrijf genomen absorptiekoel-

machines van Trane, met een vermogen van 5,6 MW, zijn

nog niet aan vervanging toe. Een van de voordelen van

absorptiekoeling is dan ook het ontbreken van bewegen-

de delen in de machine.

Aangedreven door warmte uit de wkk leveren de koel-

machines water met een temperatuur van 5 C̊. Die

temperatuur maakt het mogelijk om de relatieve voch-

tigheid in de aangesloten gebouwen te verlagen. Dat

is belangrijk voor als er veel bezoekers zijn en het is

een voordeel bij de conservatie van de tentoongestelde

voorwerpen in het museum.

Met de recent door de Europese Commissie ingezette

afbouw van gefluoriseerde gassen, waaronder syntheti-

sche koudemiddelen, komt nog een ander voordeel van

de absorptiekoeltechniek naar voren. Absorptiekoel-

machines gebruiken water als natuurlijk koudemiddel.

Wat vooral opvalt aan het Citigen-project is de naadloze

verwerking in de historische omgeving. Zowel de warm-

te- als koudeopwekking is weggewerkt op een centrale

plek in de stad. De fraaie gebouwen zijn niet ontsierd

met extra schoorstenen, koelmachines, condensors en

koeltorens op hun dak. _

Hier staat de kop

Publieke belangstellingStadsverwarming is momenteel hot in Engeland. Zelfs

kwaliteitskrant The Guardian plaatste een lang artikel

over de voordelen van restwarmtegebruik in stede-

lijk gebied. Engeland kende in de jaren 30 en 40 veel

plannen voor stadsverwarming, maar na de vondst van

aardgas raakten die op de achtergrond. Nu het gas op-

raakt, komen warmtenetten met name in Londen weer

in beeld.

Een voorbeeld daarvan is het stadsontwikkelingsgebied

rond station King’s Cross. Eind 2014 nam de energie-

centrale daar de laatste van drie nieuwe warmtekracht-

units in bedrijf. Deze centrale voorziet historische

gebouwen en nieuwbouw van warmte voor de in totaal

45.000 mensen die er werken, studeren en wonen.

De gasmotoren voor King’s Cross zijn gebouwd door

GE Jenbacher. Terwijl de huiskleur van deze fabrikant

felgroen is, zijn de motoren hier roze. Dat is te danken

aan een actie van Pink Ribbon die geld inzamelde bij

het transport van de eerste pink engine van Jenbach

naar Londen.

Het 5 ˚C koudenet verlaagt ook de relatieve luchtvochtigheid

van de attracties

foto

: ed

ina

uk

Page 22: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

22 WARMTENETWERK MAGAZINE

Sinds 9 december vullen twee nieuwe wkk’s de warmte van de Steg-elektriciteitscentrale in Ham aan. Het stadsverwarmingsproject past goed in de energievisie van de stad Gent en de Vlaamse regering.

9 december 2014 was een feestelijke dag voor Wim De

Backer, directeur stads verwarming Gent. De Vlaamse

minister voor energie Annemie Turtelboom, de burge-

meester van Gent Daniël

Termont en de ceo van EDF

Luminus Grégoire Dalle-

magne waren aanwezig om

zijn nieuwe warmtekracht-

installaties officieel in bedrijf te

nemen.

De stadsverwarming van Gent

dateert van 1958. Sinds die tijd

levert de gasgestookte elektri-

citeitscentrale in Ham al rest-

warmte aan Gent. Klanten van

het warmtenet van EDF Luminus

zijn onder meer Universiteit

Gent, het academisch ziekenhuis

St. Lucas, de bibliotheek, be-

drijven en woongebouwen. Met

een netwerk van 22 km is dit

warmte net momenteel het grootste van België. Omdat

de Ham-centrale niet meer voldoende warmte kon le-

veren, besloot EDF tot een uitbreiding met twee warm-

tekrachtunits die samen 5 MW elektrisch vermogen en

5,6 MW warmte leveren. Dat levert een vermindering van

de CO2-uitstoot met 35 procent op in vergelijking met

individuele gasverwarming. De installatie is gebouwd

door Lek/Habo uit Bodegraven en zijn dochterbedrijf

Continental Energy Systems uit Westmalle.

Oproep ministerEen initiatief voor stads-

verwarming als dat in Gent

Uitbreiding warmtecentrale Gent

‘Er ligt een budget van 8.207.472 euro klaar voor

onder steuning van groene warmte’

Twee wkk’s leveren elk 2,5 MW

elektrisch en 2,8 MW thermisch

vermogen aan de centrale in Ham.

Page 23: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

NR 21. WINTER 2015 23

heeft de toekomst omdat warmte en koude zo’n groot

aandeel hebben in het energie ver bruik, verklaarde

minister Turtelboom tijdens de bijeenkomst. “Meer

dan de helft van het energieverbruik in heel Vlaan-

deren dient voor verwar-

ming of koeling”, aldus

Turtelboom. “Momenteel

hebben we een groot

on benut potentieel van

groene warmte. Deze

Vlaamse Regering wil dat potentieel ten volle benut-

ten. Daarom lanceren we een oproep om projecten in

te sturen rond groene warmte. Er ligt een budget van

8.207.472 euro klaar voor ondersteuning.”

Samenwerkingsakkoord De Franse energiereus EDF, zijn Belgische dochter EDF

Luminus en Stad Gent tekenden een samenwerkings-

overeenkomst bij de feestelijke ingebruikname van

de stadsverwarming. Gent wil in 2050 klimaatneutraal

zijn en investeert in verschillende projecten op het

gebied van duurzame warmte en energiebesparing. EDF

Luminus en moederbedrijf EDF stellen hun expertise ter

beschikking om deze projecten te ondersteunen.

Met de nieuwe warmtekrachtinstallatie voor het

warmte net van Gent heeft

EDF Luminus al 5 miljoen

euro geïnvesteerd in

energie besparing in deze

stad. EDF steekt jaarlijks

bovendien 500 miljoen euro

in onderzoek en ontwikkeling. Een van de belangrijkste

thema’s daarbij is duurzame steden.

Burgemeester Termont gaf aan dat de steun van een

internationaal bedrijf als EDF van groot belang is voor

de moeilijke weg naar een klimaatneutrale stad. De

investering in het warmtenet is daarin een belangrijke

stap. “We zijn erg blij dat EDF Luminus het warmte-

net een nieuw leven geeft en zo de kans biedt om vele

gebouwen op een slimme en zuinige wijze te verwar-

men”, aldus Termont. _

De steun van EDF is van groot belang voor de weg naar

een klimaatneutrale stad

Vlaamse politici zijn enthousiast over warmtenetten. V.l.n.r.: EDF Luminus-ceo Dallemagne,

minister Turtelboom, burgemeester Termont en stadsverwarmingsdirecteur De Backer.

Page 24: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

24 WARMTENETWERK MAGAZINE

Een poolsysteem zorgt voor maatschappelijk verantwoorde omgang met meters en is goedkoper dan een individueel controle-systeem. Meetbedrijvenvereniging VMNed legt uit hoe het systeem werkt.

“Andere landen kijken met jaloezie naar de manier

waarop Nederland haar energiemeters controleert.

We vervangen niet als in de omringende landen eens

in de 7 jaar alle meters, maar we controleren op een

maatschappelijk verantwoorde wijze. Dat doen we door

middel van een steekproef waarbij we alle typen me-

ters, zowel elektriciteitsmeters voor kleinverbruikers

als gasmeters en warmtemeters controleren”, zo ver-

telt voorzitter Herman Jonkman van de vereniging van

meetbedrijven VMNed tijdens het samen met Stichting

Warmtenetwerk georganiseerde congres ‘Meten van

warmte’ op 30 oktober in Houten.

VMNed coördineert de controle van de energiemeters

vanuit de zogeheten meterpool. Afhankelijk van de

uitkomst van deze controles kunnen groepen meters

worden afgekeurd of voor een periode van 5 jaar worden

goedgekeurd. Vanuit Economische zaken houdt Veri-

spect toezicht op de uitvoering van de controles, zoals

is voorgeschreven in de Metrologiewet, de opvolger van

de IJkwet. Jonkman: “Vanuit VMNed is er bovendien

een coördinator aangesteld om de landelijke steekproef

te begeleiden. Dit gebeurt zowel op voortgang als op

afwijkingen en controles in het veld.”

Voorwaarden meterpoolLidmaatschap van VMNed is nodig om deel te nemen aan

de warmtemeterpool. Ook moet een poolbedrijf aan een

aantal voorwaarden voldoen. Zo moet het meterbestand

goed en volledig zijn en moet de coördinator maande-

lijks informatie krijgen om de voortgang van afgekeurde

populaties te kunnen monitoren en de steekproef voor

het komende (pool)jaar te bepalen.

Na het pooljaar stelt de coördinator het poolbesluit op

dat aangeeft of er populaties zijn afgekeurd of dat ze

voor een volgende periode zijn goedgekeurd. Is een po-

pulatie afgekeurd, dan moeten deze meters binnen een

periode van anderhalf jaar vervangen worden.

InvesteringIn de opstartfase is een tijdsinvestering nodig om aan de

pool te kunnen deelnemen. Hoeveel tijd nodig is voor

de meterpool hangt vooral af van de inrichting van de

meterbestanden en de mate van automatisering van de

informatieverstrekking. Ook moeten er werkinstructies

komen om de werkwijze aan te tonen. Die tijd is snel

terugverdiend; de all-in kosten voor poolparticipatie

zijn vele malen lager dan op individuele basis een con-

trolesysteem voeren.

Naast de initiële tijdsinvestering zijn er ook een aantal

gezamenlijke jaarlijkse actiemomenten, waaronder

het bijwonen van de vergaderingen van de Technische

Werkgroep Warmte, de saneersessies en de sessie

rond het poolbesluit. Binnen het eigen bedrijf zijn er

ook terugkerende actiepunten. Denk hierbij aan het

samenstellen van de aselecte lijsten, het versturen van

de ijkresultaten en het maken en bewaken van de even-

tuele afkeurbestanden. _

www.vmned.nl

Metercontrole via steekproeven

‘In de omringende landen vervangen ze eens in de 7 jaar alle meters’

De coördinator voor de nieuwe meterpool voor warmte-

meters is Wim Mans, oprichter van adviesbureau

Innoforte. Mans, die via Innoforte ook deelneemt aan

Warmtenetwerk, heeft meer dan 25 jaar ervaring met

warmtenetten.

www.innoforte.nl

Page 25: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

NR 21. WINTER 2015 25

Hier staat de kop

NR 21. WINTER 2015 25

Vacuümkoelmachines maken compacte koudeopslag mogelijk.

Door de verdampingstemperatuur te verlagen tot -1 C̊

weet het Institut Luft- und Kältetechnik (ILK) uit Dres-

den zijn compressoren met water als koude middel ook

in te zetten voor koudeopslag. Het instituut, waaraan

Warmtenetwerk in 2012 nog een bezoek bracht, ziet

effectief koude opslaan als een logische vervolgstap op

haar koelmachine techniek.

Al enkele jaren bouwt ILK koelmachines met water als

koudemiddel. Om het water bij lagere temperatuur te

verdampen, gebruikt het instituut turbocompressoren

die de verdamper vacuüm trekken. Door het vacuüm zo

aan te passen dat de verdampingstemperatuur hoger ligt

dan bij ijsmachines, maar net iets lager dan bij koude-

systemen (2 tot 4 C̊), kan de machine op een efficiënte

wijze een verpompbaar mengsel van ijs en water maken.

Deze slurry kun je vervolgens opslaan in een grote tank

als koudevoorraad. Dankzij de faseovergang van water

naar ijs is de koude-inhoud groot bij een klein volume;

bij het smelten komt 93 kWh koude per m3 beschikbaar.

Ter vergelijking: een koudebuffer met water levert

ongeveer 7 kWh koude per m3 en moet dus 13 keer zo

groot zijn voor dezelfde koude-inhoud.

Nachtelijke inzetDe slurrybuffer is energiezuiniger

dan een traditionele ijsbuffer met

vast ijs. IJsmachines verbruiken

namelijk relatief veel energie en er

zijn grote warmte wisselaars nodig om

de koude te laden en ontladen. Voer

je het slurryproductie proces ’s nachts

uit, als de temperatuur lager is, dan

is het systeem volgens het ILK zelfs

zuiniger dan een conventionele koel-

machine zonder tussenopslag.

Van dat principe maakt het in-

stituut ook gebruik bij een klein-

schalig proefproject op de campus Scheffelberg van

de Westsächsische Hochschule in Zwickau. ’s Nachts,

als de koudevraag gering is, vult het vacuümsysteem

(koelvermo gen 50 kW) een buffer met een capaciteit

van 350 kWh koude. Overdag levert de buffer ter onder-

steuning van het koudenet een vermogen van maximaal

100 kW terug tijdens de belastingspieken. Sinds voor-

jaar 2014 draait dit systeem naar volle tevredenheid.

Het instituut zoekt nu naar partners voor modules tot

500 kW koelvermogen.

Koppeling koudenetHet vacuümsysteem is doorgaans gekoppeld aan een

watercircuit met gekoeld water. Het is mogelijk om de

ijsopslag zowel centraal in een koudenet te plaatsen als

bij afnemers van een koudenet of individuele bedrij-

ven met eigen waterkoelmachines. De centrale opslag

biedt als mogelijkheid om pieken op te vangen zodat

er minder koelvermogen nodig is. Daarnaast biedt het

de mogelijkheid om gebruik te maken van goedkope

elektriciteit in de nachturen.

Decentrale buffers met ijsslurry maken het mogelijk om

een koudenet veel kleiner te dimensioneren dan gebrui-

kelijk. De capaciteit van de leiding is dan 24 uur per

dag vol te benutten, terwijl de pieken in koudevraag ter

plekke worden geleverd door de koude buffer.

Een andere mogelijkheid is om de ijsslurry via een

koudenet te distribueren, wat extreem kleine leidingen

mogelijk maakt. De lagere temperatuur kan daarbij een

voordeel zijn voor processen waarbij pieklasten voor

koude optreden. _

www.ilkdresden.de

IJswater uit Dresden

De ijsslurry is ook direct via een koudenet te distribueren

Kleinschalige proefopstelling in Zwickau.

Page 26: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

Deelnemersoverzicht 1 januari 2015

Een beschrijving van alle deelnemende organisaties met links naar de websites vindt u op www.warmtenetwerk.nl en op www.warmtenetwerk.be

Exploitanten en financiers van warm-te/koudenetten en warmteproducentenAfval Energie Bedrijf AmsterdamAllianderAtteroAVR AfvalverwerkingBio-energie De ValleiBionergaCofely Energy SolutionsCogas DuurzaamDalkiaEDF LuminusE.ON BeneluxEneco Warmte & KoudeEnNatuurlijkGETEC BeneluxGMB BeheerHVCenergieIMOGIndaverING Groen FinancieringenIVAGOIVBO – Warmtenet BruggeIVM MilieubeheerMilieuzorg Roeselare en Menen (MIROM)Mijnwater HeerlenNUON WarmteSITA ReEnergyStadsverwarming PurmerendTwence Afval en EnergieWarmtebedrijf RotterdamWarmtenet Hengelo Aannemers en installateursBAM Infratechniek CanalcoCofely Services GDF-SuezDenysDura Vermeer Ondergrondse InfraGMB BeheerA. Hak Van den HeuvelHeijmans Infra TechniekMarconi OranjeNijkamp AannemingSiers Leiding- en MontageprojectenSOP VB ProjectsVisser & Smit Hanab

Fabrikanten en leveranciers van componenten Caleffi Hydronic SolutionsCarnoyCarrier AirconditioningDykaEcompanyFortes ImportFW-Fernwärme-TechnikGreenchoiceHermans TechniekHSFIsoplus Benelux KamstrupKapp Nederland

Klinger SogefiltresLandis+GyrLOGSTOR NederlandNIBE EnergietechniekProfilplast PipesystemsRedenkoRehauSamson RegeltechniekSiemensSpirotechTCBThermaflexTimmerman EHSVan Marcke ProjectsWatts MicroflexWeijers WaalwijkWILO PompenXylem (Lowara)

Adviseurs en ingenieursbureausAgro AdviesburoAnteaARN Remondis ConsultingBalance Ervaring op ProjectbasisBanning AdvocatenBee NVBird & BirdBoydensCarbon MattersClean Energy Innovative ProjectsDeernsDe Kleijn Energy Consulting De KlikDNV KEMADOZ energieregieDriven By ValuesDWA 3EEES HollandEkwadraat AdviesEnergyMattersGrant@viceGreenvis Energy SolutionsGrontmij NederlandHDM PipelinesIF TechnologyIngeniaIngeniumIngenieursbureau XYZInnoforteKIWAKWA BedrijfsadviseursLBITALiandonLievenseOver MorgenRebelGroupRoos + BijlRotterdam EngineeringRoukemaRoyal HaskoningRTB De BeijerTebodinTeus van Eck Klimaat & EnergieTwynstra & GuddeVK Engineering

Universiteiten en kennisinstitutenDeltaresEnergieprojecten.comHaagse HogeschoolKWR Water Cycle ResearchROC Rijn IJsselTNOTU DelftUniversiteit AntwerpenUniversiteit van GentUGent Campus KortrijkUniversiteit TwenteVITO

WoningcorporatiesWonenBreburgYmere (Semi-)OverhedenBrabant WaterEandisGemeente AlkmaarGemeente AmsterdamGemeente ArnhemGemeente BredaGemeente DelftGemeente DordrechtGemeente EindhovenGemeente GroningenGemeente HaarlemGemeente HeerlenGemeente LeeuwardenGemeente MaastrichtGemeente NijmegenGemeente PurmerendGemeente RotterdamGemeente UtrechtGemeente ZaanstadGemeente ZeewoldeGroningen SeaportsInfraxISVAGOmgevingsdienst HaaglandenPidpaPOM West-VlaanderenProvincie GelderlandProvincie Noord-BrabantProvincie OverijsselProvincie Zuid-HollandStad AntwerpenWaterbedrijf Groningen

Brancheorganisaties en verenigingenCogen NederlandCogen VlaanderenKoninklijke VNPVereniging Afvalbedrijven

26 WARMTENETWERK MAGAZINE

Stichting Warmtenetwerk neemt

zelf deel aan het Europese tech-

nologieplatform DHC+ en aan de

belangen organisatie Duurzame

Energie Koepel.

Page 27: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

ColofonWarmtenetwerk Magazine is een uitgave van de stichting Warmtenetwerk.De stichting Warmtenetwerk heeft als doel om het gebruik van duurzame warmte en koude en het hergebruik van restwarmte via collectieve netten te bevorderen. Het Warmtenetwerk Magazine wordt gratis verspreid; aanmelding voor toezending van de digitale nieuwsbrief van de stichting en voor het Warmtenetwerk Magazine kan via de website www.warmtenetwerk.nl of door een mail te sturen met uw gegevens aan [email protected]

RedactieKlaas de JongJet CeelenWilleke BrandsmaRutger de Jong

e-mail: [email protected]:Energieprojecten.comOosterslag 4NL - 8385 GW Vledderveen Dr

VormgevingWOUWontwerp, Steenwijk (basisontwerp)Rutger de Jong

Tekst artikel ‘Metercontrole via steekproeven’:Cor Alberts, Sentiunt

Bestuur WarmtenetwerkVoorzitter: Gijs de Man, Stadsverwarming PurmerendSecretaris: Astrid Madsen, gemeente RotterdamPenningmeester: Hendrik Jan Kors, FW-Fernwärme-TechnikHans Buitenhuis, DWA Leo Wartna, Visser & Smit HanabJannis van Zanten, Vereniging Afvalbedrijven

Voorzitter Vlaanderen: Koen van Overberghe, MIROMSecretaris Vlaanderen: Jo Neyens, ODETom Prinzie, Van Marcke

Secretariaat Warmtenetwerk NederlandPostbus 77NL - 1200 AB HilversumTel. 0031-35-6838833

Secretariaat Warmtenetwerk VlaanderenKoningsstraat 35B – 1000 BrusselTel. 0032-2-2188747

Deelname aan het WarmtenetwerkHet Warmtenetwerk is een breed platform voor alle organisaties, die betrokken zijn bij collectieve warmte en koude. De contributie is afhankelijk van de hoofdactiviteiten en de grootte van de organisatie. Het is ook mogelijk op persoonlijke titel deelnemer te worden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat of een mailtje sturen naar [email protected]

Overname van artikelenHet copyright van de artikelen in Warmtenetwerk Magazine berust bij de redactie. Overname van artikelen is op aanvraag mogelijk en eigen foto’s zijn beschikbaar voor publicatie door derden met bronvermelding.

www.warmtenetwerk.nl en www.warmtenetwerk.be

Agenda 2015

maart Seminar aanleg warmtenet in bestaande bouw Ede

www.warmtenetwerk.nl

12-13 maart Cursus: Warmte in 2 dagen Rotterdam

www.fbbv.nl

13-14 april District heating – a good investment for your city Sønderborg (DK)

www.greenseminars.org

27-28 april 37th Euroheat & Power Congress Tallinn (Estland)

www.ehpcongress.org

28 mei 8th European Heat Pump Forum Brussel

www.ehpa.org

9-11 juni Power-Gen & Renewable Energy World Europe Amsterdam

www.powergeneurope.com

15-19 juni EU Sustainable Energy Week Brussel

www.eusew.eu

17-18 juni Solar District Heating Conference Toulouse (F)

www.solar-district-heating.eu

NR 21. WINTER 2015 27

Page 28: Warmtenetwerk Magazine Winter 2015, nr. 21

WARMTENETWERK

meer comfort met minder fossiele energie