Strijdkreet #5
-
Upload
leger-des-heils -
Category
Documents
-
view
225 -
download
3
description
Transcript of Strijdkreet #5
Magazine van het Leger des HeilsJaargang 127 nr. 5
GOD:“wat ben je mooi”
LOU OVERLEEFDE VOLENDAMBRANDdit is wie ik ben
NIET ALLEEN MAAR GLAMOURKim Feenstra over modellen werk
QUEEN Ppast niet in een hokje
IK BEN EEN VIES VET VARKENoverleven met BDD
redactieHoofdredacteur Majoor Robert Paul Fennema
EindredacteurMenno de Boer
Redactie | [email protected] SietsemaWillemijn de JongNathan SudmeierMarko Mellema
VormgevingNathan Sudmeier
TrafficArnoud van Roosmalen
CoverWendy Bos
reageren & abonnementenLEGER DES HEILST.A.V. REDACTIEPOSTBUS 3006, 1300 EH, ALMERERedactie | [email protected] | www.legerdesheils.nl
drukSenefelder Misset BVMercuriusstraat 357006 RK Doetinchem
strijdkreetMagazine van het leger des heilsStichter | William BoothInternationaal leider | Generaal André CoxLeider Nederland | Commissioner Hans van Vlietwww.legerdesheils.nl | [email protected]
© Leger des Heils 2014Het Leger des Heils is een internationale beweging en behoort tot de universele christelijke kerk. Zijn boodschap is gebaseerd op de Bijbel. Zijn dienstverlening wordt gestimuleerd door de liefde tot God. Zijn opdracht is het Evangelie van Jezus Christus te prediken en in Zijn naam menselijke nood te lenigen zonder enige vorm van discriminatie.
Magazine van het Leger des HeilsJaargang 127 nr. 5
GOD:“wat ben je mooi”
LOU OVERLEEFDE VOLENDAMBRANDdit is wie ik ben
NIET ALLEEN MAAR GLAMOURKim Feenstra over modellen werk
QUEEN Ppast niet in een hokje
IK BEN EEN VIES VET VARKENoverleven met BDD
nr. 5
MOOI TOCH?Wikipedia, de internet vraagbaak,
meldt als het over schoonheid
gaat: ‘In onze samenleving wordt
schoonheid vooral beschouwd
als fysieke aantrekkelijkheid. Bij
de eerste ontmoeting wordt een
mens meestal aangesproken op
zijn/haar fysieke verschijning.
Er is binnen de eerste twintig
seconden een aantrekkingskracht
of afkeer, die vervolgens
gecompenseerd kan worden door
talenten en intellectuele of
innerlijke vermogens. De fysieke
aantrekkelijkheid is het meest
zichtbare en meest toegankelijke
kenmerk van een persoon en heeft
een belangrijke informatieve
waarde. Fysiek aantrekkelijke
personen zijn populairder, minder
het onderwerp van pesten, mobbing,
en presteren beter.’
Het is dus mooi als je mooi bent.
En minder mooi als je minder mooi
bent. Tenminste, als je Wikipedia
moet geloven. In Strijdkreet laten
we verschillende aspecten van het
‘mooi zijn’ de revue passeren. Hoe
kijken een plastisch chirurg, een
topmodel, een slachtoffer van een
brand en een BDD’er tegen ’mooi
zijn’ aan? Hoe mooi is een rappende
bijstandsmoeder? En: hoe mooi zijn
we in Gods ogen?
INHOUDhet is echt niet alleen maar glamour 4
Ik ben een vies vet varken 6
jij bent zo lelijk, pleeg jij maar zelfmoord 10
Misdadigers soms verrassend mooie mensen 12
Queen p past niet in een hokje 14
Lou: dit is wie ik ben, mensen mogen me zien 18
strijdkreet | 3
‘Het is echt niet alleen maar glamour’
Kim Feenstra over modellenwerk
4 | strijdkreet
Bij de juwelier, in de bioscoop, op je tijdschrift, in het bushokje: Kim Feenstra zie je overal. Kim werd een bekend model toen ze het tweede seizoen van Holland’s Next Topmodel won. Daarvoor deed ze al modellenwerk en later was ze ook te zien als actrice in onder andere ‘Verliefd op Ibiza’. Beroemd zijn vanwege je uiterlijk, wat doet dat met haar?
“Holland’s Next Topmodel bracht mijn modellencarrière
wel in een stroomversnelling. Je bent op tv en dan word
je meteen ook voor andere dingen gevraagd. Wat betreft
acteren, daar heb ik geen opleiding voor gedaan ofzo.
Maar ik denk dat model-zijn wel een voordeel kan zijn,
omdat dat ook een beetje acteren is. Een goed model
gebruikt haar fantasie, ze moet de setting aanvoelen en
maakt haar eigen verhaal bij de foto in haar hoofd. Maar
met acteren kun je natuurlijk nog meer van jezelf kwijt.”
Als je model bent, is het wel héél belangrijk hoe je eruit
ziet… “Je uiterlijk is wel heel belangrijk, ja. Ik vind het
ook wel een oppervlakkig wereldje, hoor. Natuurlijk is
een leuke persoonlijkheid prettig, maar in principe gaat
het gewoon om je buitenkant. Jonge meisjes die mij
volgen op Instagram reageren vaak met ‘ik wil net als jij
zijn’. Ze denken dat het modellenwerk één groot paradijs
is. Dat beeld creëer ik natuurlijk ook zelf met al die mooie
foto’s en daarnaast word je in de media op die manier
neergezet, maar het is echt niet alleen maar glamour.
Ik moet ook keihard werken en omgaan met afwijzing.
Modellenwerk begint vaak in je tienertijd en dan moet je
opeens in je eentje naar het buitenland, waar ze niet per
se op jou zitten te wachten. Voor jou tien anderen. Ik ging
als jonge meid naar Parijs en belandde met acht andere
meiden op een kamer, waarvan de meesten niet eens
Engels spraken. Dat is wel even wennen, hoor. Helaas
zie je soms dat jonge meiden dan verkeerde beslissingen
nemen, door de grote druk. Vanuit het management in
het buitenland moet daar meer aandacht aan worden
besteed, vind ik. Dat er op wordt gelet hoe de meiden in
hun vel zitten."
Zijn er ook mensen jaloers op jouw uiterlijk? “Ja, ik krijg
natuurlijk ook negatieve reacties. Maar ik ben inmiddels
achtentwintig, dus ik kan er wel mee dealen. Het doet me
niet zoveel als mensen me dingen misgunnen.”
Moet jij niet heel krampachtig met je uiterlijk omgaan?
“Nou, blauwe plekken kunnen ze wel wegshoppen.
Maar je moet wel professioneel met je lichaam omgaan.
Gezond leven en jezelf goed verzorgen. Je kunt niet
zomaar je haar afknippen of rood verven natuurlijk – op
die manier moet je wel op je lichaam letten. Maar het is
voor mij niet krampachtig.”
Hoe leuk is het eigenlijk om zo mooi te zijn als jij? “Het
heeft voor- en nadelen. Er gaan veel meer deuren voor
je open als je mooi bent. Mensen spreken je sneller aan,
maar dat heeft misschien ook meer met bekendheid te
maken. Meiden kijken tegen je op. Het kan echter ook
andersom werken. Mensen kijken op je neer, omdat
je ‘maar’ een model bent. Alles zal je wel aan komen
waaien, omdat je een leuk gezicht hebt – dat idee. Of
dat je dom bent omdat je modellenwerk doet. Dat is
natuurlijk niet leuk.”
Je poseert levensgroot in bikini. Op die manier kunnen
mensen je ook als ‘seksueel object’ gaan zien. Wat vind je
daarvan? “Dat vind ik echt onzin. Al dat gedoe om sexy
modellen. Je ligt zelf toch ook in bikini op het strand
voor het oog van heel Bloemendaal? Als ik poseer in
lingerie, krijg ik er alleen ook nog geld voor. Kijk, de
ouders van collega’s met een Islamitische achtergrond
hebben er wel eens moeite mee, dat snap ik wel – vanuit
religieus oogpunt.”
Maar het is niet gek dat veel vrouwen, vooral jonge
meiden, zichzelf vergelijken met de mooie modellen die
ze in reclames zien, toch? “Als ik ’s ochtends opsta, zie ik
er ook niet hetzelfde uit als op de cover van de Cosmo
hoor! De foto die je ziet in een magazine heeft heel veel
werk gekost. Make-up en de goede belichting; ze maken
het zo mooi mogelijk. Ik raak er nooit aan gewend om
mezelf op een cover te zien. Ik denk altijd ‘oh ja, dat ben
ik natuurlijk!’ En als je niet tevreden bent met je uiterlijk,
moet je er iets aan doen. Zo sta ik er wel in: als je jezelf
te dik vindt, moet je naar de sportschool in plaats van
voor de spiegel gaan staan en zeuren over je dikke benen.
En als je het niet kunt veranderen, probeer het dan om te
zetten naar iets moois, iets eigens. Maar uiteindelijk moet
je jezelf accepteren. Je moet het doen met het lichaam dat
je hebt gekregen.”
willemijn de jong Hans mooijer
strijdkreet | 5
Ik ben een vies vet varken!
Lichtblond glanzend haar, gebruind gezicht, stralende ogen en heel slank. Dat is de eerste indruk die Janne op mij maakt. Janne, een vrouw van in de dertig gekleed in een felrode jas, stapt met een soepele zwaai uit haar Landrover. “Hi! Ik ben dus Janne!” zegt ze vrolijk tegen me. En ik denk alleen maar: dat kun jij niet zijn! Is dit de vrouw die me aan de telefoon vertelde dat ze zichzelf monsterlijk lelijk vond? Heeft déze vrouw een psychische stoornis?
“Dat was wat ik later in mijn medisch dossier las. Daar werd ik beschreven als ‘oogt heel normaal, kijkt anderen recht aan.’ Ik ben geen typische BDD-er, maar ergens ook weer wel. Mensen met Body Dismorphic Disorder hebben een psychische afwijking. Ze dénken dat ze extreem lelijk zijn, maar zijn dat helemaal niet! Ik was goed in het verbloemen van mijn afwijking, dus ik kwam ook niet wegduikend over. Dat hebben veel
BDD-ers wel. Die mijden contact met mensen.”Janne woont met haar vriend in een prachtig, kleurrijk huisje, niet ver van Amsterdam. Ze schenkt thee in uit een exotisch ogende theepot. “Ik praat over mijn afwijking met jou, maar ik wil niet dat mijn naam en woonplaats in de Strijdkreet komen. Ik blijf graag anoniem, omdat mensen je – hoe dan ook – anders beoordelen als ze weten dat je een psychische aandoening hebt. Ook al ben ik ervoor behandeld en gaat het nu stukken beter met me, als ik solliciteer voor communicatiedeskundige – want dat is mijn vak – dan zou ik toch niet willen dat mensen weten dat ik BDD heb. Je kunt niet aan mij zien dat ik een vertekend zelfbeeld heb en dat is maar goed ook. Wij mensen plaatsen anderen al zo snel in een hokje zonder daadwerkelijk goed te kijken naar de persoon achter het omhulsel.”Janne vindt zichzelf vanaf het begin van haar tienerjaren ontzettend lelijk. Op dat moment weet ze nog niet dat
willemijn de jong Andre adams
6 | strijdkreet
dit een officiële afwijking is. “Ik hield als zestienjarige een dagboek bij en daarin staat een tekening die ik van mezelf had gemaakt. Eronder staat in dikke letters: ik ben een vies vet varken! Ik vond mezelf dik en lelijk. Nu vinden meiden zichzelf in hun puberteit doorgaans niet heel mooi, maar bij mij ging het een stapje verder dan onzekerheid. Ik was geobsedeerd door mijn zogenaamde vetrollen. BDD is niet iets dat je wordt aangeleerd, dus ik heb geen traumatische jeugd gehad en ik heb ook geen reden om mezelf niet mooi te vinden. Ik werd ouder, ging na mijn studie werken, had vriendjes – niemand kon iets aan me merken. Ik
had ook genoeg aandacht van jongens trouwens. Als meid weet je het als je goed ligt bij de mannen. Dan hoor je via-via dat ze je een lekker ding vinden. Daar snapte ik totaal niks van. Ik wist zeker dat ik een dik mormel was.”Ik vraag aan Janne hoe het kan dat mensen niet doorhadden hoe ze over zichzelf dacht. Is ze gewoon een goede leugenaar? Ze begint te lachen. “Ja joh, BDD-ers zijn de beste leugenaars! In mijn therapiegroep zaten stuk voor stuk hoogopgeleide mensen. Succesvol, omdat ze zo perfectionistisch zijn en meesters in het verbergen van hun afwijking.
strijdkreet | 7
BDD heeft veel raakvlakken met OCD: Obsessive Compulsive Disorder. Elke BDD-er wil ergens perfect in zijn. Mensen met BDD hebben vaak geen trauma, maar hun hersenen maken bepaalde verbindingen niet, die bij andere mensen wel gemaakt worden. Soms hebben ze al iemand in de familie met soortgelijke klachten, want het is dus wel erfelijk. En artsen herkennen de afwijking niet snel, omdat ze extreme onzekerheid vaak koppelen aan traumatische gebeurtenissen in het verleden in plaats van aan een psychische aandoening.”
Als hij me complimenteerde met mijn uiterlijk, reageerde ik resoluut met "je liegt”
“Je kunt op een gegeven moment niet meer normaal functioneren. Ik was mezelf áltijd aan het spiegelen in ruiten. Was constant bezig met een houding te vinden waarop ik er het voordeligst uitzag. Ruzie in de winkel met mijn vriend omdat ik niet in de passpiegel wilde kijken. Ik wilde bijvoorbeeld ook niet dat hij me naakt zag. Als hij me complimenteerde met mijn uiterlijk, reageerde ik resoluut met ‘je liegt!’, omdat ik zeker wist dat hij dat niet meende. Je bent je de hele dag bewust van jezelf. Van hoe je eruit ziet, van hoe je overkomt. Dat, in combinatie met het feit dat je jezelf ontzettend lelijk vindt, is slopend. En dat merken anderen ook, hoe vrolijk en zogenaamd zelfverzekerd je ook tegen je vrienden kunt doen. Het ‘normaal doen’ kostte me elke keer heel veel moeite. Ik zei wel tegen mezelf ‘zie je wel, je hebt gewoon vrienden, dus ik heb heus niks geks.’ Maar je vrienden zien ook niet hoe het écht met je gaat. Ik deed er alles aan om ze niets te laten merken. Mijn vriend merkte het natuurlijk wel en die stuurde me dan ook naar een psycholoog. Hij had wel door dat de obsessie met mijn uiterlijk niet normaal was. Op een avond zag hij Oprah Winfrey op tv en riep hij vanuit de kamer: ‘Dit moet je kijken, dit gaat over jou!’ De uitzending ging over BDD, de ziekte is in Amerika namelijk veel bekender dan in Europa. Ik was verbijsterd door de herkenning. Ik kreeg een boek van mijn psycholoog over de afwijking en er ging een wereld voor me open! Het boek heet ‘broken mirror’ en
ik herkende elke bladzijde ervan. Zodoende kwam ik er ook achter dat mijn aandoening bij het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam behandeld wordt. Ik ben daar in dagbehandeling gegaan en dat is de beste keuze van mijn leven geweest. Toen kwamen mijn vrienden er dus ook achter. Voor hen vielen veel dingen op z’n plek.”
“Tijdens de behandeling in het AMC zat ik met BDD-ers die allemaal een eigen obsessie hadden. De één ziet haartjes in haar gezicht en haat zichzelf daarom. Een ander had vlekken op zijn gezicht die niemand kon zien, behalve hijzelf. De vrouw had wel wat meer donshaartjes en de man had ook wel kleine vlekjes, maar zij waren er zó op gefixeerd dat ze zichzelf erdoor haatten. Kleine afwijkingen, of dingen die gewoon normaal zijn, zoals rimpels, worden voor een BDD-er het einde van de wereld. Ze kunnen niet met afwijkingen aan hun uiterlijk omgaan.”
Janne zit er nu stralend bij. Ze is wel erg slank, maar lijkt allesbehalve ongezond. Is dat dan ook een masker, of gaat het echt beter met haar? “Je komt nooit echt van BDD af. Ik ben nu vier jaar geleden met die dagbehandeling begonnen en ben sinds die tijd eindelijk gelukkig geworden. Ik heb nu geleerd met mijn BDD om te gaan en dat helpt me enorm. Ik kan nu mijn ratio van mijn emotie scheiden. Het zelf inzien dat ik een probleem had, was al een eerste stap. En er daarna iets aan willen doen. In therapie kregen we bijvoorbeeld de opdracht om zeven punten te noemen die we mooi vonden aan onszelf. Het mocht geen ontkenning zijn en we mochten het woord ‘niet’ niet gebruiken. Dus bijvoorbeeld ‘ik vind mijn huidskleur mooi, want …’. Ik vond dat zó lastig. Dan kon ik met pijn en moeite een stukje onderarm vinden dat ik op zich wel oké vond. Sowieso vond ik het eerst belachelijk dat we zulke opdrachten moesten doen. Ik dacht alleen maar ‘bah, nu ben ik zo’n vrouw die sneue dingen tegen zichzelf moet zeggen’, maar het hielp wél. Ze bouwen de therapie ook stapsgewijs op. Eerst moet je voor de spiegel staan en word je geconfronteerd met je uiterlijk, terwijl je dat niet wilt zien. Later moet je door het ziekenhuis gaan lopen en krijg je een opdracht mee. Liep ik daar met wc-papier in mijn kleren om me dikker te laten lijken. Moest ik opletten of mensen mij zouden
8 | strijdkreet
bekijken. Ik moest ook een keer met een zakje m&m’s in de hal gaan zitten. En een m&m eten. Ik vond het vreselijk, ik dacht dat alle mensen naar me staarden en dachten: waarom eet dat dikke mens een m&m?! Maar toen dat lukte, was het wel een enorme overwinning, waardoor zulke dingen steeds beter gingen. Daarom werkt deze therapie zo goed, je moet dingen dóen in plaats van erover praten.”
Om met je stoornis te kunnen omgaan, moet je van jezelf winnen.
Niet genezen dus, maar het gaat wel veel beter. Janne neemt geen koekje bij de thee en haar schoenenrek
staat vol sportschoenen. “Tja, ik let dus nog steeds heel erg op wat ik eet. Ik weeg al mijn eten en weet precies wat er in zit. Als er morgen iemand jarig is, weet ik dat ik een gebakje moet gaan eten. Dan neem ik het weekend ervoor niets zoets. Ik heb nooit anorexia gehad, want ik wist wel dat uithongeren slecht voor je was. Maar ik sport wel heel veel. Om met je stoornis te kunnen omgaan, moet je van jezelf winnen. Ik denk elke dag bewust terug aan hoe ik me vroeger voelde en hoe goed het nu met me gaat. Dat maakt me dankbaar. Verder heb ik met mijn vriend afgesproken dat we, als we later kindertjes hebben, niet over eten praten. Je mag eten wat je wilt en eruit zien zoals je wilt. Dat ongelukkige gevoel dat ik had, gun ik niemand en zeker niet mijn kinderen. En complimenten geven, dat doet heel veel goed. Ik probeer elke dag een compliment aan mezelf en aan een ander te geven.”
Ik ben nu vier jaar geleden met die dagbehandeling begonnen en ben sinds die tijd eindelijk gelukkig geworden.
strijdkreet | 9
Stel je voor. Je zit op de middelbare school en je
vindt op YouTube een filmpje over jezelf onder de
titel: de lelijkste vrouw ter wereld. Een filmpje
van 8 seconden, zonder geluid. Een filmpje
dat 4 miljoen keer bekeken is… En eronder duizenden
vernietigende reacties, variërend van ‘spook’ en ‘skelet’ tot
‘pleeg alsjeblieft zelfmoord’ en ‘waarom hebben je ouders
geen abortus gepleegd?’
Wat zou het met jou doen, als jij dat meisje was? Je zou ontzettend boos worden. Natuurlijk. Maar je zou waarschijnlijk vooral overweldigd zijn door intens verdriet. Het zou een enorme klap voor je zijn. Dit verhaal is helaas echt waar. Het is het verhaal van Lizzie. Een vrouw van 25, geboren in 1989 in Austin, Texas. Bij haar geboorte woog ze 1,2 kilo en had ze 0% vet op haar lijfje. Lizzie heeft een aandoening waardoor ze geen vet aan haar lichaam heeft. Ze kan eten wat ze wil, ze zal nooit veel aankomen. In haar hele leven is ze nog nooit zwaarder geweest dan 27 kilo. Daar komt nog bij dat ze blind is aan haar rechteroog en met haar linker heeft ze maar beperkt zicht. Verder is haar immuunsysteem slecht, maar haar botten, organen en tanden zijn juist weer enorm sterk. Haar aandoening is heel zeldzaam; maar twee andere mensen in de wereld hebben haar en er is zelfs geen officiële naam voor. In haar jonge jaren had Lizzie geen idee dat ze anders was dan anderen, maar dat werd anders toen ze naar school ging. Op dag 1 probeerde ze vriendinnetjes te
menno de boer aboutlizzie.com
10 | strijdkreet
worden met een meisje uit haar klas. Maar die keek haar aan alsof ze 'het engste ding was dat ze ooit had gezien'. Lizzie dacht dat ze gewoon met een stom meisje te maken had, maar kwam er al snel achter dat niemand met haar wilde spelen. Als ze op een speeltoestel klom, ging iedereen weg. Ze waren bang voor haar. Doodsbang. En zelf begreep Lizzie er niets van. Thuis vroeg ze aan haar ouders: 'Wat is er mis met mij?' Tijdens haar highschool periode, presteerde Lizzie goed. Ze voelde zich goed en werd steeds zekerder over zichzelf. Totdat ze op YouTube een filmpje van 8 seconden over zichzelf tegenkwam. Zonder geluid, met alleen beelden van Lizzie met de tekst 'De lelijkste vrouw ter wereld'. Ondanks deze enorme ‘klap in haar gezicht’, probeerde Lizzie positief te blijven
en hield ze vast aan Gods waarheid. Namelijk dat ze een prachtig, uniek en geliefd kind van Hem is.
Ondanks haar aandoening voedden haar ouders haar op
met een prachtig doel: haar zo goed als het kon opvoeden en boven alles onvoorwaardelijk van haar houden. Jaren later bewijst Lizzie dat ze een prachtige vrouw is met een fantastische persoonlijkheid. Ze studeerde communicatie aan de universiteit en is nu wereldwijd een veel gevraagde spreker. Ze schreef ook twee boeken: ‘Be Beautiful, Be You’ en ‘Lizzie Beautiful’. Lizzie zag Gods leiding in haar leven en ziet haar syndroom als de grootste zegen in haar leven. Ze heeft van Hem de kans gekregen om over de hele wereld te vertellen over ware schoonheid en Gods liefde. De beeldcultuur die wij dagelijks ervaren, biedt maar weinig ruimte voor ‘lelijke eendjes’. Billboards, tv, internet, magazines, overal worden producten ‘verpakt’ in oogverblindende schoonheid. Beeldschone en aantrekkelijke mannen en vrouwen prijzen ons van alles aan via de media en we spenderen erg veel tijd aan het ‘er goed uitzien’. Slank zijn, de juiste make-up gebruiken, afgetraind, sterk, gezond… Succes lijkt daar alles mee te maken te hebben. Zeg nou zelf: wanneer heeft u nog een commercial gezien waarin een lelijke, ietwat te dikke, slordig geklede, ongeschoren en vermoeid uitziende man model stond als succesvolle professional die het helemaal heeft gemaakt in de wereld? De Bijbel spreekt ook over schoonheid. Maar uiterlijke schoonheid is daarin minder belangrijk. De belangrijkste persoon in de Bijbel, Jezus Christus, was bijvoorbeeld geen mooie man. Het Bijbelboek Jesaja zegt in het 53e hoofdstuk over Hem: “Onopvallend was zijn uiterlijk, Hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon ons niet bekoren. Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gezicht voor ons verborg, veracht, door ons geminacht…” Maar tegelijk is Hij degene waarvan God de Vader zegt: “Dit is mijn geliefde Zoon in wie ik mijn welbehagen heb” (Bijbelboek Mattheüs, hoofdstuk 3, vers 11). God heeft ons lief. Hoe we er ook uit zien. Hij
kijkt naar onze harten. In 1 Petrus 3, vanaf het derde vers staat dat ons sieraad niet moet bestaan in iets uiterlijks, zoals onze haardracht, sieraden of mooie kleren. Ons sieraad moet zijn: de mens van het hart. Daaruit blijkt of we mooi
of niet mooi zijn. Niet uit hoe we eruit zien. Lizzie is een prachtvrouw en zoals Lizzie
zijn er nog veel meer. Mensen die van binnen zo mooi zijn, dat uiterlijk niet
meer belangrijk is. En voor God doet uiterlijke schoonheid er niet toe. Hij kijkt naar je hart. En houdt van je!
strijdkreet | 11
“Achter die grimmige maskers tref je soms verrassend mooie mensen”
Martina Mang is reclasseringswerker.
Waar de maatschappij vaak een hard
oordeel velt over misdadigers, ziet zij de
mens achter de dader. En ze wordt nog
regelmatig verrast. Het Leger des Heils
krijgt door Justitie vaak de moeilijkste
gevallen toegewezen. “Daar zijn wij goed
in,” zegt Martina. “Onze cliënten hebben
problemen op meerdere vlakken. Ze
hebben vaak psychiatrische problemen,
zijn verslaafd, hebben problematische
schulden, leven op straat of leven
geïsoleerd. Einzelgängers kom je bij
ons nogal eens tegen. Als zo iemand
bijvoorbeeld een winkeldiefstal pleegt,
komt hij of zij negen van de tien keer
bij ons terecht. En daarna misschien
ook nog wel één of meerdere keren. Het
begrip ‘veelpleger’ of draaideurcrimineel’
kennen wij als geen ander.”
jurjen sietsema wendy bos
12 | strijdkreet
Bijzondere mensen. Kleurrijke types. Martina treft ze
dagelijks. “Het maakt je werk interessant. Intensief ook,
omdat je vaak door een hoop weerstand heen moet en
omdat sommigen zich eigenlijk niet willen laten helpen.
Ze komen hier tenslotte omdat ze moeten. Niet omdat
ze zo graag willen. Als mensen hier de eerste keer
binnenkomen, hebben ze vaak een enorm masker op. Ze
gedragen zich boos en hebben veelal een houding van
‘wie ben jij dat jij mij gaat vertellen hoe ik mijn leven
moet leven?’. Maar er zijn er ook die zich heel netjes
gedragen. Ze zeggen sociaal wenselijke dingen en willen
je het liefst laten geloven dat hen eigenlijk maar weinig
te verwijten valt.”
Martina kent haar pappenheimers. Ze loopt inmiddels
lang genoeg mee om echt van onecht te kunnen
onderscheiden. “Ik prik snel door verhalen heen. Dat
moet je wel leren trouwens en ook niet iedereen probeert
een rookgordijn op te trekken. Sommige van hen zijn
ook gewoon rechtdoorzee en zeggen eerlijk wat ze op
hun kerfstok hebben.”
Soms verrassen cliënten haar, zegt ze. “Door wie ze blijken
te zijn als ze hun masker afzetten. Dan komt er achter dat
keiharde, boze, ongeïnteresseerde masker een bang, maar
ook heel zachtaardig en zorgzaam karakter tevoorschijn.
Dan zie je soms, als je wat langer met iemand op weg
bent, een heel mooi mens tevoorschijn komen. Zoals
Daniëlle. Ze kwam uit een klein dorp en was letterlijk
verdwaald in de grote stad. Ze trof er de verkeerde
vrienden en kwam met drugs in aanraking. Voor ze
het wist was ze verslaafd. Ze pleegde winkeldiefstallen
en werd opgepakt. Toen ze hier binnenkwam, was ze
een wrak. Nerveus, gespannen en bij vlagen agressief.
Haar vriend was hier ook cliënt. Hij was een gevaarlijke
jongen, gewelddadig. Hij sloeg haar. Mijn eerste zorg was
haar veiligheid. Ze was zwanger. Als haar vriend erachter
zou komen dat zij hier ook kwam, zou hij doordraaien.
Intuïtief wist hij dat wij tegen haar zouden zeggen dat
hij misschien niet de goede partner voor haar zou zijn.”
“Daniëlle had geen contact meer met haar familie. Dat
had ze verbroken. Daarom heb ik me er sterk voor
ingezet om dat contact te herstellen. En dat is gelukt. Niet
vanzelf. Daar moest heel wat voor gebeuren, omdat aan
beide kanten het vertrouwen moest groeien. Gaandeweg
ons contact zag je Daniëlle ontdooien. Ze werd rustiger
en het lukte haar steeds meer om zich op haar toekomst te
richten. Minder bij de dag te leven. Toen kon je ook steeds
beter zien wie ze eigenlijk was. Een lieve, zachtaardige
en zorgzame jonge vrouw. Iemand die liefde nodig heeft
om zelf liefde te kunnen geven. Die liefde kreeg ze niet
van haar vriend, maar wel van haar familie. Ze brak met
haar verleden, met haar vriend en werd moeder van een
prachtig kind dat ze nu aan het opvoeden is. Ze keerde
terug naar het dorp waar ze vandaan kwam en maakte
haar opleiding af. Ik ben nog eens bij haar op bezoek
geweest en trof toen een Daniëlle die niet meer leek op de
Daniëlle die bij mij op kantoor binnenstapte. Het masker
was voorgoed af.”
“En Kees. Kees was een einzelgänger. Hij kwam hier
voor een winkeldiefstal. Hij leefde al jaren alleen in een
tuinhuisje, zoals je die zoveel aan de randen van grote
steden in de Randstad hebt. Ooit had hij een goede
baan, maar die was wegbezuinigd. Daarna ging het
bergafwaarts. Kees wilde eigenlijk met niemand iets
te maken hebben. Hij vertrouwde niemand en zorgde
wel voor zichzelf. Contact maken met Kees was niet
gemakkelijk. Hij kwam vaak niet opdagen op afspraken
en als hij er was, zei hij niet veel. Ik wilde hem graag uit
dat tuinhuisje weg hebben. Uiteindelijk hebben we een
woning voor hem kunnen regelen. Dankzij collega’s die
weten hoe dat moet. Dat is het voordeel van het Leger des
Heils. Dat wij zoveel verschillende soorten hulpverlening
bieden en de lijnen zo kort zijn. Kees woont nu op
zichzelf. Laatst was ik bij hem. Hij is veranderd. Hij
praatte honderduit en liet me zijn woning zien. Hij moet
nog wel erg wennen aan de situatie, dat wel, maar hij
maakt contact. Achter het masker van Kees ontdekte
ik een intelligente, zachtaardige man. Zeker geen
misdadiger. Dat is de denkfout die mensen vaak maken.
De maatschappij is zo hard. Wil ook meestal niet het
verhaal en de mens zien achter de dader. Of ik allemaal
van dit soort verhalen heb? Nee, zeker niet. Soms lukt
het ook niet om iemand uit de negatieve spiraal van zijn
eigen problemen te halen. Dat moet je accepteren als
je dit werk doet. Maar heel vaak lukt het wel en dat is
waarom ik dit werk doe. Omdat ik geloof dat je mensen,
ongeacht wat ze hebben gedaan, niet afschrijft. Als je met
die houding je werk doet, tref je soms verrassend mooie
mensen achter die grimmige maskers.”
strijdkreet | 13
“Een rappende bijstandsmoeder uit Enschede, dan denk ik wát?!” zei DJ Giel op 3FM toen
hij Petra Pelties aan de lijn had in zijn ochtendshow. Die term had hij van de Telegraaf,
waar Petra even daarvoor in was geïnterviewd. Ook RTL Late Night en Pauw en Witteman
vingen het nieuws over de rapster op en vroegen haar om alsjeblieft om tafel te komen
zitten. Ze schoof aan bij Pauw en Witteman en rapte daar live één van haar nummers. Een
nummer over Jezus.
P etra zit in haar woning in Enschede op de bank. Haar twee dochters zijn net naar school gebracht. De woning is netjes en sfeervol
ingericht, donkerpaars met antraciet. Petra is een hippe vrouw. Ze oogt stoer en jong, maar ook vrouwelijk. Hoogblond haar, grote oorbellen, sneakers en een trui met gouden letters. Op de foto aan de wand zie ik dat haar dochters een stuk donkerder zijn dan hun moeder. “Mensen kijken er vaak van op dat ik hun moeder ben, maar
hier in de buurt zijn ze er wel aan gewend.” Ze spreekt met een Twents accent en vraagt of ik koffie wil. Ik probeer haar in een hokje te plaatsen, maar dat zou die middag steeds lastiger worden.Hoe komt een moeder uit Enschede bij Pauw en Witteman aan tafel? “Ik werk momenteel aan mijn eigen album, dus ik wilde helemaal niet in de publiciteit – althans niet nu al – maar het feit dat ik met Kurtis Blow samenwerk en hij een nummer op mijn plaat heeft gerapt, viel op. Zeker
Queen P past niet in een hokje
willemijn de jong michael damen
14 | strijdkreet
toen bekend werd dat ik ‘gewoon’ een moeder ben in Enschede, die haar best doet de eindjes aan elkaar te knopen. En christelijk is.”Wacht even, Kurtis Blow?! De Amerikaanse hiphoplegende Kurtis van ‘theeese are the breaks’? “Haha, ja die. Hij gaf een concert in Hengelo. Ik ging daar heen met een collega. Vooraf aan dat concert zocht House of Hiphop van radio 538 iemand om wat dingen te filmen tijdens een interview met Kurtis en vroeg mij daarvoor. Na afloop van dat interview gaf Kurtis me een hand; ik zei dat ik het leuk vond om hem te ontmoeten, verder niets. Toen vroeg hij mij of ik ook een rapper was. Ik zei ‘ja’ en toen zei hij: ‘I can see it in your eyes’. Ik denk dat hij het aan mijn stem kon horen, ik heb wel een lage stem. Na het concert kwam hij naar me toe en vroeg hij waarom ik niet meteen had gezegd dat ik rapte. Maar ik vind dat maar niks, al die mensen die hijgerig aan hem vertellen dat ze rappen. Toen vroeg hij me een stukje voor hem te rappen. Ik liep eerst weg, maar mijn collega duwde me terug. En toen hij me een stukje had horen rappen, gaf hij me zijn kaartje en zei hij: ‘ik wil met je samenwerken’. Ik dacht, die man ontmoet zoveel mensen tijdens zijn tournees, die vergeet mij wel. Maar hij is echt naar mijn
huis gekomen met zijn crew en toen hebben we samen een nummer opgenomen.”Ik associeer hiphop vooral met seks, geld en geweld. Waarom rappen? “Hiphop was altijd heel positieve muziek. Zo hoort het ook te zijn. Alleen de laatste twintig jaar is de hiphop heel erg gegroeid. Ik ben er vijftien jaar uit geweest, maar toen ik net begon met rappen, had het een totaal andere boodschap, het was een hele andere muziekstijl dan het nu is. Ik ben wel blij dat het de laatste vijftien jaar geaccepteerde muziek is geworden, maar het is ook heel negatief gegroeid. Gangsterrap, seks en drugs. In het nummer dat ik met Kurtis Blow maakte, Real Hiphop, zeg ik ook gewoon ‘I don’t wanna sound like the rappers these days’. Rappen komt uit de getto’s, het was de muziek van mensen met pijn, het was een schreeuw naar God in poëzievorm. Op mijn nummer ‘God maakt Vrij’, een Nederlandstalig rapnummer, krijg ik zoveel positieve
strijdkreet | 15
reacties. Juist ook van mensen die niks met het geloof hebben. Omdat het een andere taal is dan in de kerk wordt gesproken. Wat ik rap is hartstikke radicaal, maar het komt binnen bij mensen die ook deze taal spreken. Het is nu de taal van de straat. En ik houd van de straat. Voor die mensen wil ik het doen. Zij hebben geen psalmen nodig, maar de waarheid in hun eigen woorden. Maar ook als ik in café’s optreed, krijg ik terug: normaal heb ik niks met rap of hiphop, maar als jij het brengt, vind ik het mooi en ik weet niet waarom. Ik denk dan dat het komt doordat ik rap zoals het moet: niet plat, maar
echt en radicaal. En zeg zelf: het verschilt niet veel van een smartlap. Daar zit ook gevoel in en emotie en rijm. En ik geloof dat muziek mensen raakt als de makers ervan echt zijn. Ik bid voor het schrijven van mijn teksten en ik denk dat ze daardoor puurder worden. Ik schrijf mijn teksten soms tussen het brood smeren en kinderen naar bed brengen door.”
Wat herkennen mensen dan in je teksten, denk je? “Ik denk dat ze merken dat ik echt nare dingen heb meegemaakt, dus weet waar ik het over heb. Bijvoorbeeld het nummer ‘look forward’. Die clip is helemaal autobiografisch. Ik heb hersenletsel omdat ik zwaar mishandeld ben. Mijn ex is aan de drank en drugs geraakt. En dat in combinatie met slaapmedicatie… Ik vermoedde dat hij een psychische stoornis had. In 2007 heeft hij me in een psychose, terwijl ik hoogzwanger was, een nachtlang vastgehouden en mishandeld. Hij kwam binnen met een mes en heeft me urenlang met zijn vuist bewerkt en bedreigd met dat mes. Ik zat naakt in mijn eigen bloed en urine, ik voelde aan mijn hoofd, dat was twee keer zo groot van de mishandelingen. Ik kon niet meer, mijn lichaam was op. Ik heb toen hard gebeden en God heeft mij op een bijzondere
manier gered. Zelfs de dokter zei: het is een wonder dat jij en je dochter nog leven. Maar goed, ik zie slecht, ik ben lang doof geweest aan één kant, heb hersenletsel. Ik heb ook nog hulp thuis. Het ‘bijstandsmoeder’-label dat ik in de media kreeg, heb ik dus niet aan mezelf te danken.”
Petra laat de videoclip van ‘look forward’ zien op haar computer. “Ik heb in de videoclip bewust niet de nadruk gelegd op het lugubere daarvan, hoewel je mij daarna nog wel in de rolstoel ziet zitten. Maar ik wilde wel de ernst duidelijk maken. Ik mag blij zijn dat ik nog leef. Hij heeft anderhalf jaar vastgezeten voor wat hij heeft gedaan. Toen hij weer vrijkwam, heb ik tegen de politie gezegd: ‘Luister, ik weet niet wat hem mankeert. Hij was voordat hij gebruikte helemaal niet gewelddadig. Ik heb het jaren goed met hem gehad!’ Hij was hartstikke lief voor me en nooit gewelddadig. Dat juist híj me in zo’n psychose zo heeft mishandeld – dat maakt je wel een ander mens. Ik denk dat ik daarom nu zeven jaar zonder man ben.” Ben je dan niet boos op God? “Nee, God doet mensen
16 | strijdkreet
geen dingen aan. Ik geloof dat de nare dingen die mij overkwamen van de vijand van God komen, de duivel. En veel verdriet is ook een gevolg van onze keuzes. Ik heb misschien de verkeerde jongens uitgekozen. Ik ben heel zorgzaam, er is eigenlijk nooit voor mij gezorgd. Ik zocht mensen uit waar ik medelijden mee had en werd daar verliefd op. En dat kostte me dus bijna mijn leven. Ik was zelf altijd heel positief, verwachtte dat mensen wel zouden veranderen. Maar iedereen maakt zijn eigen keuzes. En ik geloof dat ik een gave heb gekregen van God. Ik heb zelf nooit drank of drugs gebruikt of andere rare dingen gedaan. Mijn zwakke punt is dat ik mezelf wegcijfer. Als ik God vraag me te helpen, dan mérk ik dat Hij dat doet. Daarom weet ik zeker dat Hij bestaat. Zonder God zou ik ook niet kunnen rappen. En was ik Kurtis Blow niet tegengekomen.”
Haar oudste dochter komt thuis. Het is een mooie meid. “Weet jij waar mijn pet met de Queen P letters ligt?”, vraagt ze aan haar dochter. Die schudt haar hoofd. “Was het fijn op school?” Ze zet de waterkoker aan en lakt haar nagels nog even, voor ze op de foto gaat. Een andere dochter komt op haar nieuwe fiets aanrijden. “Ze heeft een nieuwe fiets, want ze werd te groot voor zo’n kinderfietsje. Kom meisje, mama gaat even op de foto. Ga je mee?” Een stralende meid met donkere kroesstaartjes knikt enthousiast.
Ik denk dat ze
merken dat ik echt
nare dingen heb
meegemaakt, dus
weet waar ik het
over heb.
strijdkreet | 17
“Dit is wie ik ben, mensen mogen
me zien.”Jurjen sietsema wendy bos
Lou Snoek raakte zwaar gewond bij de
nieuwjaarsbrand in Volendam. Hoe
kijken mensen naar hem, hoe kijkt
hij naar zichzelf en hoe ziet zijn leven eruit,
dertien jaar na 1 januari 2001?
De Hemel brandde in de nieuwjaarsnacht van 2001.
Café De Hemel, in Volendam. Daar vierden 255 (meest
jonge) mensen uitbundig Oud en Nieuw. Tot een bundel
sterretjesvuurwerk de kerstversiering in lichterlaaie zette.
De ramp die zich toen voltrok, kostte aan veertien mensen
het leven. Daarnaast raakten 241 mensen gewond, van
wie 200 zwaar.
Eén van die zwaargewonden was Lou Snoek. Nu 29,
toen 16. Tweederde van zijn lichaam verbrandde. Zijn
gezicht helemaal. De beschadigingen waren zo ernstig,
dat de artsen hem zeven weken lang in een kunstmatige
coma hielden. Toen hij ontwaakte, was hij onherkenbaar
voor zichzelf en de mensen om hem heen. Hij weet
nog dat hij uit De Hemel naar buiten liep naar een
nabijgelegen café waar hij eerste hulp kreeg. “Ik voelde
geen enkele pijn en was volledig kalm. Voelde me sereen.
Ik ben door iemand met een busje, samen met anderen,
naar het AMC in Amsterdam gebracht. Er waren die
avond niet voldoende ambulances om alle gewonden te
vervoeren. In het ziekenhuis heb ik nog zelf mijn naam en
adres aan de verpleegkundigen gegeven. Bizar eigenlijk,
maar dat is de shock. Die beschermt je. Daarna ging het
licht uit.” Het verhaal van die nacht heeft Lou door de
jaren heen al talloze malen verteld. Aan journalisten
en op televisie. Hij vertelt het zo af en toe nog. Geeft
lezingen voor bedrijven en brancheorganisaties die
hem daarvoor uitnodigen. Hij is ook even zoveel keren
gefotografeerd en laat zich nu, 13 jaar later, opnieuw
fotograferen voor bij dit artikel. Hij heeft er geen moeite
mee, zegt hij. “Dit is wie ik ben. Mensen mogen het
zien.” De eerste confrontatie met het uiterlijk van Lou
18 | strijdkreet
strijdkreet | 19
Als ik in een stad alsAmsterdam loop, denk ik weleens 'wie moeter hier nu eigenlijk naar wie kijken?'
20 | strijdkreet
is een bijzondere ervaring, maar de verbazing over wat
het vuur heeft aangericht verdwijnt al snel als je met
hem in gesprek raakt. Dan zijn het vooral zijn ogen die
opvallen. Levendige, sprekende ogen. Als we de deur van
de in traditioneel Volendamse stijl gebouwde woning van
hem en zijn echtgenote Anne uitlopen voor de fotosessie,
zie je voorbijgangers onbewust even opkijken. Het valt
Lou zelf al niet eens meer op. “Dat weet je en dat zal
ook zo blijven. Aan de andere kant, als ik in een stad als
Amsterdam loop, denk ik weleens ‘wie moet er hier nu
eigenlijk naar wie kijken?’”
Met hoe anderen naar hem kijken, is hij nooit echt bezig
geweest, zegt hij. Vanaf het begin al niet. “Dat hoefde
ook niet. Ik was één van de velen. We hebben het met
elkaar en met onze families en vrienden hier in Volendam
meegemaakt en proberen te verwerken. Dat was een
cocon van veiligheid. Het is de hechte gemeenschap
hier geweest die mij, en de anderen, boven alles heeft
uitgetild. Door mij te blijven zien als degene die ik ben.
Als mijzelf, als Lou.”
Humor helpt hem ook. En relativeringsvermogen. Het is
zoals het is, zegt hij. Dat levert ook nog weleens situaties
op zoals de keer dat hij over de dijk bij De Hemel
liep met een vriend die ook verbrandt is. “Er stonden
toeristen naar het monument te kijken dat na de brand is
aangebracht bij het café. Op het moment dat wij voorbij
liepen keken ze net naar boven. Ze stonden even als
verstijfd toen ze ons zagen. Toen zeiden wij tegen elkaar:
‘die hebben net iets meer betaald en krijgen nu waar
voor hun geld.’ Andere mensen vinden dat misschien
schokkend, maar wij kunnen daar om lachen.”
Niet dat het hem geen moeite heeft gekost om te leren
omgaan met de beschadigingen aan zijn gezicht en
lichaam. Er waren ongeveer twintig operaties nodig
om hem, zoals hij zelf zegt, ‘op te lappen’. Het grootste
deel daarvan tijdens zijn coma. Dat, en het besef dat hij
bepaalde dingen niet meer kon na de brand, heeft hem
steviger gemaakt, volwassener. “Misschien vind ik dat
wel het grootste nadeel. Dat ik door alles gedwongen
werd vroeg volwassen te worden. Ik ben een deel van
mijn jeugd kwijt. ” Hij speelt nog steeds in de band waar
hij voor de brand al deel van uitmaakte. “Voor de brand
speelde ik akoestisch gitaar. Dat kon na de brand niet
meer. Aan de linkerhand heb ik al mijn vingers nog en
zou ik alle akkoorden nog moeten pakken, ware het
niet dat de pezen zijn aangetast waardoor je ze niet
goed meer kunt buigen. Dat is een probleem. Daarom
ben ik basgitaar gaan spelen. De enige optie nog, omdat
ik aan mijn rechterhand vingers mis. Ik ben daar vol
voor gegaan en heb daarin alle steun van mijn mede-
bandleden gekregen.”
Ze spelen covers van Ray Charles, Otis Redding, Beatles
en anderen uit de jaren ‘60. Dat hij een liefhebber is,
blijkt ook uit de trouwfoto die bij hem thuis aan de muur
hangt. Daarop staan Lou en zijn bruid bij hun trouwauto.
Een indrukwekkende Chevrolet uit de sixties.
Dat hij ooit zou trouwen had hij misschien zelf ook niet
direct gedacht, maar het leven heeft soms bijzondere
dingen in petto. “Ik leerde Anne vier jaar na de brand
kennen. Ze maakte deel uit van de vriendengroep waar
ik ook bij hoorde. Zij kent mij niet anders dan zo en zei
dat ze niet naar het uiterlijk kijkt. Daardoor wist ik dat
zij oprecht voor mij heeft gekozen. Met alles wat erbij
hoort. Daar twijfel ik geen moment aan.”
Meer dan dertien jaar na de brand heeft zijn leven zijn
normale loop genomen, zegt Lou. “Ik heb alles bereikt
wat ik tot nu toe wilde bereiken. Ik heb een baan, ben
getrouwd en doe daarnaast allerlei leuke dingen.” Of hij
anders wordt behandeld dan anderen? “Nee, dat wil ik
ook niet. Ik wil behandeld worden als ieder ander. Ook
op mijn werk. Mijn baas mag mij afrekenen op het werk
dat ik lever en ook op andere vlakken doe ik gewoon
mee.”
De brand heeft zijn sporen achtergelaten, zegt Lou. “Dat
wel, maar je moet ook verder. En dat gaat prima. Ik
heb een mooi leven dankzij de mensen om mij heen en
dankzij mijn eigen instelling. Ik ben ook al lang niet elke
dag meer bezig met die nacht. Dat vervaagt. Ik leef nog,
en dat is misschien wel het belangrijkste.”
strijdkreet | 21
Lippen opspuiten, grotere of kleinere
borsten maken, botoxbehandelingen.
Dat doet een plastisch chirurg:
mensen ‘lekkerder’ maken. Toch? “Dat beeld
van plastisch chirurgen klopt helemaal niet,”
zegt Karine Oostrom, plastisch chirurg van
beroep. “Plastisch chirurgen maken mensen
juist normáál. Het is jammer dat ons vak zo’n
imagoprobleem heeft.” Chirurg Karine doet
dan ook graag uit de doeken wat haar vak wel
inhoudt.
“De meeste plastisch chirurgen werken op drie deelgebieden. Reconstructieve chirurgie, cosmetische en handchirurgie. Vooral de cosmetische chirurgie is bekend, maar de meeste chirurgen doen dat maar twintig procent van hun tijd, één dag in de week, net als ik. Ik werk in een ziekenhuis als plastisch chirurg, dus ik opereer voornamelijk. Het is een prachtig, maar ook moeilijk vak. Je bent plastisch chirurg ongeveer veertien jaar opleiding. Handchirurgie valt meestal onder plastische chirurgie omdat de hand een ingewikkeld orgaan is, met heel veel bloedvaatjes en pezen. Bij het reconstrueren van een hand moet de chirurg heel nauwkeurig te werk gaan. Je moet al die zenuwen en bloedvaatjes aan elkaar kunnen knopen. Het is microchirurgie, prachtig werk. Een ander deelgebied is reconstructieve chirurgie. Dat zijn borstreconstructies na kanker, of operaties bij huidkanker, of brandwonden. Huidoperaties worden ook wel door dermatologen gedaan, maar als het een gezichtsoperatie is, doet een plastisch chirurg dat meestal. Er zijn drie grote brandwondencentra in Nederland, daar is een aantal plastisch chirurgen aan verbonden. Maar kleinere brandwonden behandelen wij ook in het ziekenhuis.” Wat valt er dan onder de cosmetische chirurgie? “Daaronder vallen inderdaad de borstvergrotingen, de ooglidcorrecties en de facelifts. Ook dat onderdeel
van het werk is belangrijk. Het is een vergissing om te denken dat cosmetische chirurgie niet medisch is. De meeste mensen die in de privékliniek komen, maken een weloverwogen afweging. Ze willen vaak niet mooier worden, maar normaler. Stel je voor, een vrouw van een miezerig A-cupje een gewone B of C geven, waardoor haar blouses eindelijk normaal zitten. Of een man die er altijd moe uitziet, een ooglidcorrectie geven omdat zijn oogleden op zijn wimpers hangen. En dat is geen overbodige luxe, want van zware oogleden krijg je hoofdpijn.” Dat Karine juist plastische chirurgie heeft gekozen, kan ze goed uitleggen. “Oh, ik wist het al toen ik zestien was. Ik zag hoe Niki Lauda, de beroemde autocoureur, brandwonden opliep bij een ongeluk met zijn formule 1-auto. En toen wist ik dat het me geweldig leek, iemand als hij te helpen zijn uiterlijk terug te vinden. Binnen de chirurgie hebben plastisch chirurgen bijna altijd vrolijke patiënten. Als een chirurg je borst afzet, kan hij daarmee je leven redden. Maar het blijft iets dat je niet leuk vindt als patiënt. Ik kom ná die borstafzetting. Om de borst te herstellen. Ze gaan er weer compleet uitzien. Ons werk toont zich wat meer, omdat het een esthetisch aspect heeft. Kijk, we kunnen niet toveren. Ik maak geen littekens, dat doet je eigen lichaam als er in gesneden wordt. Mijn taak is het om dat litteken zo klein of onopvallend mogelijk te maken. Maar ook patiënten die voor cosmetische ingrepen komen, doen dat niet voor hun plezier. Een operatie doet pijn, kent risico’s, kost veel geld. Maar de meeste gevallen zijn volstrekt invoelbaar. Ik snap het best als mensen iets heel vervelends aan hun uiterlijk hebben en er graag normaal uit willen zien. Ik wil iets wat er hoort te zijn graag opnieuw maken. Of iemand die met pijn en moeite tientallen kilo’s is afgevallen, van zijn overtollige huid afhelpen.”
“Er komt wel eens iemand met een tikkeltje afstaande oren, dan denk ik wel ‘ach, naja.’ Maar ik heb altijd
“Ik maak mensen niet mooi, maar normaal”
Plastisch chirurg Karine Oostrom:
willemijn de jong Bert de graaf
22 | strijdkreet
vier criteria voor het helpen van een patiënt. Eén: ik moet kunnen zien waarvoor de cliënt komt. Als het een onaanzienlijk pukkeltje betreft, of iemand lijdt aan een fout zelfbeeld, doe ik het niet. Mensen met BDD verwijs ik naar de psycholoog of psychiater. Twee: ik moet een ingreep technisch kunnen uitvoeren. Drie: de kans dat de patiënt erop vooruit gaat, moet groter zijn dan de kans dat de patiënt achteruit gaat. Het is toch een operatie, met kans op infectie of nabloedingen. En een litteken kan soms lelijker zijn dan het plekje dat je weghaalt. Vier: ik moet een goed gevoel hebben bij een patiënt. De patiënt moet geen irreële verwachtingen hebben. Bij cosmetische chirurgie heb je namelijk geen behandelplicht, dat is een verschil met verzekerde zorg. En dat is maar goed ook; dat je iemand met huidkanker niet kan weigeren, maar een vrouw die een tweede borstvergroting wil omdat haar partner dat mooier vindt wel.” Is het dan niet slecht voor het imago van een kliniek om patiënten te weigeren? “Welnee, het is slecht voor je imago als je zomaar iedereen aanneemt! Met operaties moet je zorgvuldig omgaan.”
Als Karine iemand weigert te behandelen, omdat de cliënt een onrealistisch beeld heeft van zijn uiterlijk, legt ze dat op de volgende manier uit: “Ik heb wel eens een jongen gehad die binnenkwam en zei: ‘U ziet het zeker al wel. De ene helft van mijn gezicht is normaal en de andere helft is net een apenhoofd.’ Bij zo’n patiënt maak ik een tekeningetje van vijf poppetje naast elkaar, van dik naar dun. Ik vraag de patiënt welk poppetje volgens hem anorexia nervosa heeft. De patiënt wijst het dunste poppetje aan. Ik vraag de patiënt daarna hoe diegene zichzelf ziet. Daarop wijzen ze het dikke poppetje aan. En dan zeg ik: Jij hebt hetzelfde, maar dan niet met dik en dun.” Er zijn ook trends in de plastische chirurgie. “Er komen steeds meer huidkankerklachten. Maar ook schaamlipcorrecties. Ik vind het persoonlijk best mooi als je kunt zien dat mensen ouder worden, je leeftijd geeft ook karakter aan je gezicht. Je uiterlijk hoort te passen bij wie je bent. Daarom is het niet mooi als een jong mens er onnatuurlijk oud uitziet, maar ook niet als een oude dame het gezicht heeft van een jonge vrouw. De reacties van mensen die ik heb geholpen, zijn altijd mooi. Ze vormen de reden waarom ik dit werk doe. ‘Goh, wat ben ik hier blij mee’ en ‘dit had ik eerder moeten doen’ en ‘dit kan ik iedereen aanraden’.
Als ik een borst reconstrueer, is dat eerst een nieuwe bult. Maar daarna tatoeëer ik er een tepel en tepelhof op. Dan staan vrouwen soms te huilen bij de spiegel, omdat hun lichaam weer lijkt op wat het was; het wordt
weer herkenbaar. Helaas wordt je als plastisch chirurg voornamelijk nog als ‘mooimaakdokter’ gezien en daarom niet serieus genomen. Als ik zeg dat ik dienst heb, kijken mensen me soms raar aan en zeggen: ‘hoezo, kun je worden opgeroepen voor een acute facelift?’ Dat is jammer, mensen beseffen niet dat ik naar het ziekenhuis scheur als hun kind door een hond in het gezicht is gebeten.”
strijdkreet | 23
“Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben”
uit de Bijbel Psalm 139 vers 14
www.legerdesheils.nl doen wat we geloven