STABU-bulletin december 2013

24
STABU LLETIN » Lees verder op p. 6 JAARGANG 28 | NUMMER 03 | DECEMBER 2013 "Don’t shoot the messenger" » pagina 14 STABU gaat back to basics STABU brengt in de loop van 2014 een nieuwe, online, systemaek op de markt. Dit wordt het nieuwe systeem om gestructureerde kwalitaeve informae in het bouwproces te ondersteunen. De opzet komt voort uit de langgekoesterde wensen uit de markt om gestructureerde kwalitaeve informae (pragmasch) aansluing te laten vinden bij BIM-ontwikkelingen. Het start allemaal met een nieuwe structuur. De huidige STABU²-systemaek is in 1990 ontwikkeld op basis van 'administraeve voorwaarden als UAV' en technische beschrijvingen van ‘metsel- werk’, ‘stukadoorwerk’ en ‘schilderwerk’. STABU BOUWT AAN DE TOEKOMST Contracten zullen steeds minder worden gebaseerd op technische eisen, maar op funconele eisen (prestaegericht). De keu- ze op basis van laagste prijs verandert in een keuze op basis van prijs, kwaliteit en prestae. Het opdrachtgeverschap verandert dus steeds meer naar een “regisserend opdrachtgeverschap”. Dit alles heeſt nogal wat gevolgen voor de diverse rollen en bijbehorende competenes door de hele keten heen, maar ook voor de rol van het bestek, van oudsher het product van STABU. Dit vraagt dus Vroege release uitgave 2014-1 De eerste uitgave van de STABU-catalogus wordt medio januari 2014 gepubliceerd op de website van STABU. De uitgave zal niet op cd verschij- nen, maar is voor geregistreerde gebruikers met hun inloggegevens beschikbaar gemaakt via de website. Daar zal ook de verantwoording van wijzigingen te vinden zijn. De bouwsector is in snel tempo aan het veranderen. Sectorbreed is de rol van de opdrachtgever, van oorsprong dè parj waar STABU zich op focuste, aan het verschuiven van “voorschrijvend” naar “de markt uitdagend”. Dit betekent dat de opdrachtgever en de door hem ingeschakelde architect, ingenieur en bestekschrijver niet meer zelf in detail gaan specificeren (oplossingsgericht specificeren), maar de inzet van kennis door de markt gaat smuleren. ook aanpassing van de dienstverlening en de organisae van STABU. » Lees verder op p. 4 'Sectorbreed is de rol van de op- drachtgever, aan het verschuiven.' » pagina 16 In kort bestek » pagina 20 Wijziging regels brandschaden 1 STABULLETIN |

description

Nieuwsbrief over Stichting STABU en besteksgerelateerde ontwikkelingen

Transcript of STABU-bulletin december 2013

Page 1: STABU-bulletin december 2013

stabulletin

» Lees verder op p. 6

ja a r g a n g 28 | n u m m e r 03 | d e c e m b e r 2013

"don’t shoot the messenger"

» pagina 14

STABU gaat back to basicsSTabu brengt in de loop van 2014 een nieuwe, online, systematiek op de markt. Dit wordt het nieuwe systeem om gestructureerde kwalitatieve informatie in het bouwproces te ondersteunen. De opzet komt voort uit de langgekoesterde wensen uit de markt om gestructureerde kwalitatieve informatie (pragmatisch) aansluiting te laten vinden bij BIM-ontwikkelingen.

Het start allemaal met een nieuwe structuur. De huidige STABU²-systematiek is in 1990 ontwikkeld op basis van 'administratieve voorwaarden als UAV' en technische beschrijvingen van ‘metsel-werk’, ‘stukadoorwerk’ en ‘schilderwerk’.

STABU BoUwT AAn de ToekomST

Contracten zullen steeds minder worden gebaseerd op technische eisen, maar op functionele eisen (prestatiegericht). De keu- ze op basis van laagste prijs verandert in een keuze op basis van prijs, kwaliteit en prestatie. Het opdrachtgeverschap verandert dus steeds meer naar een “regisserend opdrachtgeverschap”. Dit alles heeft nogal wat gevolgen voor de diverse rollen en bijbehorende competenties door de hele keten heen, maar ook voor de rol van het bestek, van oudsher het product van STABU. Dit vraagt dus

Vroege releaseuitgave 2014-1De eerste uitgave van de STABU-catalogus wordt medio januari 2014 gepubliceerd op de website van STABU. De uitgave zal niet op cd verschij-nen, maar is voor geregistreerde gebruikers met hun inloggegevens beschikbaar gemaakt via de website. Daar zal ook de verantwoording van wijzigingen te vinden zijn.

De bouwsector is in snel tempo aan het veranderen. Sectorbreed is de rol van de opdrachtgever, van oorsprong dè partij waar STABU zich op focuste, aan het verschuiven van “voorschrijvend” naar “de markt uitdagend”. Dit betekent dat de opdrachtgever en de door hem ingeschakelde architect, ingenieur en bestekschrijver niet meer zelf in detail gaan specificeren (oplossingsgericht specificeren), maar de inzet van kennis door de markt gaat stimuleren.

ook aanpassing van de dienstverlening en de organisatie van STABU. » Lees verder op p. 4

'Sectorbreed is de rol van de op-drachtgever, aan het verschuiven.'

» pagina 16

In kort bestek

» pagina 20

Wijzigingregels brandschaden

1STABULLETIN |

Page 2: STABU-bulletin december 2013

STABU-advert-CLS-OL.indd 1 29-10-13 13:27

Page 3: STABU-bulletin december 2013

Inhoud» pagina 4 • Vervolg coverartikel 'STABU bouwt aan de toekomst'

» pagina 5 • Projectleiding BWBRD

» pagina 6 • Vervolg coverartikel 'STABU gaat back to basics'

» pagina 11 • Frans gouw met pensioen

» pagina 14 • "don’t shoot the messenger"

» pagina 16 • Rubriek: In kort bestek

» pagina 19 • Besteksbeoordeling • Kijkje in de keuken van IT

» pagina 20 • Rubriek: Risico van het vak

» pagina 21 • Systeem beschrijven met STABU • in memoriam G.J. (Goof) Annokkee

» pagina 22 • Projectcoördinatoren Stichting STABU

» pagina 23 • Kerst- en nieuwjaarswens

» pagina 24 • Colofon • Prijsoverzicht STABU-producten

Diana Kervel | Stichting STABU

Van de redactieHet jaar 2013 loopt al weer op zijn einde. Het was een veel bewogen jaar voor veel personen en organisaties, waarop STABU geen uitzondering is.

De kostenbesparingen die nodig zijn, heeft zijn weerslag op de dikte van dit bulletin. U was gewend om artikelen te lezen van ‘Uit de praktijk van SMI’, ‘In kort bestek’ van BNB, ‘Element’ van NVBK, ‘Van goede kwaliteit’ van KOMO, ‘Normen voor en door de markt’ door NEN, ‘Risico van het vak’ door AON, ‘Vraag het STABU’ en ‘Recht van spreken’ door Pim Herber. Voor deze editie heb-ben we een selectie moeten maken – gerelateerd aan het aantal pagina’s. Zo is ‘Risico van het vak’ deze keer gevuld met een bijdrage van een andere samenwerkingspartner, namelijk Meeùs. Ook ruim baan voor BNB aangezien Sietze Wierda – reeds jarenlang vaste auteur van de rubriek – zijn laatste bijdrage (wel met een co-acteur) aan de rubriek ‘in kort bestek’ levert. We zijn hem veel dank verschuldigd voor zijn input afgelopen jaren.

Veel leesplezier gewenst.

STABum@il

Het is ook mogelijk om regelmatig nieuws over STABU in uw inbox te krijgen. STABU heeft hiervoor een digitale nieuwsbrief in het leven geroepen, STABUm@il genaamd. Regelmatig zal daarin geïnformeerd worden over zogenaamde STABU-evenementen zoals gebruikersdagen, nieuwe uitgaven, beurzen, etc. Zo worden actuele zaken in een kort artikel weergegeven en de aandacht gevestigd op uitgebreidere artikelen die op onze website staan. STABUm@il wordt ongeveer 6x per jaar verzonden naar alle geïnteresseerden.

InformatieWilt u de informatie ook ontvangen,

meldt u zich aan via de website van STABU, www.stabu.org.

helpdesk

Stichting STABU biedt de helpende hand bij het vinden van een antwoord op mogelijke vragen via de STABU-helpdesk. Naast de mogelijkheden van de STABU-systematiek in algemene zin, worden dagelijks vele vragen beantwoord over inhoudelijke, technische onderwerpen. Het aantal vragen over wet- en regelgeving, administratieve bepalingen, normering en certificering is significant toegenomen. De meest gestelde vragen worden gepubliceerd in de vragenrubriek van de website.

Vragen?tel.: (0318) 63 30 26

e-mail: [email protected] www.stabu.org/STABU Helpdesk

3STABULLETIN |

STABU-advert-CLS-OL.indd 1 29-10-13 13:27

Page 4: STABU-bulletin december 2013

Vervolg coverartikel 'STABU bouwt aan de toekomst'

Met het intreden van het bouwwerk informatiemodel (BIM) en geïntegreerd bouwen, liep STABU tegen de beperkingen aan van het huidige systeem. Een informatiemodel van een bouwwerk omvat allereerst de samenstelling van het bouwwerk (de decompositie-hiërarchie) en de eigenschappen van de onderdelen, zoals afmetingen, materialen, e.d. Het 3D-model voegt daar de vormen en posities aan toe. Voor een efficiënte toepassing en aansluiting op de BIM-ontwikkelingen zal de bestaande werksoortgerichte besteksopbouw op termijn vervangen worden met een bouw- en installatiedelengerichte specificatieopbouw (daken, vloeren, wanden, verwarmingsinstallatie, etc.).

De bouwsector heeft behoefte aan de koppeling tussen de bouwtekening, technische werkbeschrijving, calculatie en het facility management, om de ideale situatie te creëren om te werken met een bouwwerk informatie model (BIM). De praktische invulling van bouwdelen en technische installaties - index – ontbreekt vaak.

Het klassieke bestek zal op termijn overgaan in hét fundament voor het gehele informatiemodel. Van “bestek” naar “specifi-ceren”. Specificeren op verschillende (detail)niveaus op ieder moment in de (ge)(bouw)cyclus. Specificeren als onderlegger van het Bouwwerk Informatie Model. Daarom brengt STABU in 2014/2015 een geheel nieuwe online systematiek op de markt (STABU3/BWBRD) met een eigen structuur/index 'bouwdelen en installaties' (een verbeterde NL/SfB elementen methode) met daaraan gekoppeld de technische werkbeschrijvingen.

Geen theoretische beschouwingen maar een pragmatische, praktische aanpak om technische oplossingen en systemen mee te kunnen specificeren. De enkelvoudige en ‘starre’ koppeling met de NL/SfB wordt hierbij losgelaten. We zullen naast de elementenmethode ook andere indexen blijven faciliteren waaronder de NL/SfB. Deze zijn eveneens flexibel aan de inhoudelijke concepten te koppelen.

STABU beoogt hiermee aan te sluiten op de BIM-ontwik-kelingen waardoor aan een Bouwwerk Informatie Model

onze gevalideerde kwalitatieve informatie gekoppeld kan worden. Hierdoor biedt STABU een solide basis voor bestekken, begroten, bouwen en beheren. In dit STABU- bulletin lichten wij de nieuwe systematiek toe. Na een eerste brede marktconsultatie, iets wat wij in de toekomst veel vaker zullen doen, hebben wij veel input ontvangen en verwerkt in onze toelichting, waarmee wij de systematiek verder willen verbeteren. Belangrijk is te weten dat wij het “oude vertrouwde” niet zullen wegdoen, maar dit blijven aanbieden.

Daarnaast komen wij met een verbeterde versie, waarmee wij de continuïteit voor het vak van “specificeerder” èn voor STABU hopen te garanderen zodat wij ook de komende jaren de sector kunnen blijven ondersteunen met het bieden van "…gestructureerde, gestandaardiseerde en gevalideerde informatie t.b.v. uitwisseling en samenwerking in de bouwketen gedurende de gehele levenscyclus van een gebouw...". STABU dankt haar bestaansrecht aan het bieden van een onderlegger voor de kwalitatieve informatiebehoefte en informatie-uitwisseling en streeft er naar om met haar nieuwe systematiek te voorzien in (een deel) de behoefte van de markt.

Stichting STABU is een non-profit organisatie en ontvangt geen subsidies. Wij bieden onze dienstverlening aan tegen kostprijs-plus (een klein surplus wordt gereserveerd voor nieuwe ontwikkelingen). De systematiek wordt voor een deel betaald door de gebruikers d.m.v. licenties. Het andere deel wordt betaald door de aanbieders van de data, de fabrikanten d.m.v. abonnementen op de FPS’en. Op deze wijze houden wij de systematiek betaalbaar. Door oplopende kosten en teruglopende inkomsten zijn ook wij genoodzaakt nog eens goed te kijken naar onze kosten en inkomsten.

Momenteel zijn wij druk doende onze kostenstructuur aan te passen. Als voorbeeld treft u deze keer een dunner bulletin aan, met meer advertenties. Hierdoor kunnen wij STABU-bulletin kostenneutraal uitbrengen. Tegelijkertijd ontkomen wij er niet aan de tarieven te verhogen. Vorig jaar hebben wij de tarieven niet aangepast gezien het feit dat wij ons bewust zijn van de slechte algemene economische omstandigheden, maar dat zullen wij in 2014 helaas wel moeten doen.

2013 was een hectisch jaar voor STABU. Een directiewissel, veel discussie rondom de CPR, het doorvoeren van forse kostenbesparingen, de invoering van een duide-lijke roadmap met strakke deadlines voor BWBRD, maar zeker ook door het recente overlijden van een dierbare collega. In het komende jaar ondergaat STABU nog meer veranderingen. Zo zullen alle partijen uit de bouwsector meer worden betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe systematiek, waardoor een beter draagvlak ontstaat.

Waar STABU zich van oudsher vooral richtte op de opdrachtgever en bestekschrijver (adviseurs), willen wij nu ook de aannemer, de installatietechnische aannemer (installateur), de gebouwbeheerder, (facilitair), de sloper, maar ook de jurist, de software leverancier en de fabrikanten/distributeurs betrekken. Uiteindelijk zijn het alle partijen in de keten die ons bestaansrecht geven. Dit zullen wij doen middels een Adviesraad, een klankbordgroep, testpanels en de bekende project- werkgroepen.

Wij willen meer gaan samenwerken met diverse partijen in de sector. Zowel met nieuwe initiatieven als CB-NL, waarvoor STABU een aantal jaren geleden de basis heeft gelegd, als andere organisaties in de bouw- en installatiesector die data leveren t.b.v. handels- en bestelinformatie, maar ook met softwarehuizen, overheidsdiensten, koepelorganisaties e.d. Er is veel belangstelling voor de kwalitatieve data die wij op basis van input uit de praktijk (fabrikanten, projectgroepen, etc.) samenstellen en die willen we zo breed mogelijk beschikbaar stellen.

Tot slot gaat STABU, gedreven door de noodzakelijke kostenbesparingen, verhuizen naar een nieuwe locatie in het centrum van Ede. Een kleiner kantoorpand met open en transparante ruimtes dat symbool staat voor een nieuwe cultuur binnen ons bureau. Bovendien betreft het een industrieel monument, sober qua uitstraling en met zichtbare bouwdelen en installaties. Kortom een pand, dat past bij een organisatie als STABU. Te zijner tijd nodigen we u graag uit een kijkje te komen nemen in deze driedimensionale STABU-catalogus.

ir. L.M. (Marc) Verhage, algemeen directeur STABU

Marc Verhage | Stichting STABU

4 STABULLETIN|

Page 5: STABU-bulletin december 2013

VEKA maakt duurzaam bouwen gemakkelijker. Met de VEKA pro� elen kunt u de hoogste isolatiewaarden bereiken. De dikwandige KOMO klasse A pro� elen dragen triple beglazing met gemak. Bovendien zijn ze volledig te recyclen. VEKA zorgt daar zelf voor; kunststof pro� elen worden verwerkt in de eigen recyclingfabriek. Cradle-to-cradle: met VEKA maakt u het waar!

Kwaliteit, vertrouwen en zekerheid

Duurzaam bouwen? VEKA heeft het juiste kunststof pro� el!

www.vekakozijn.nl

VEK 146 Advertenties 2013_3_Stabu.indd 1 20-03-13 14:39

Projectleiding BWBRdOm het BWBRD project in goede banen te leiden is de projectleiding opgesplitst naar technisch inhoudelijk en procesmatig en in handen van respectievelijk Jaco Ruijs en Gerben Veen.

J.M. Ruijs - Jaco Ruijs is sinds 1995 werkzaam bij STABU en heeft diverse functies bekleed. Hij heeft brede ervaring in samenstellen van netwerkomgevingen zowel hardwarematig als softwarematig, onderhoud en beheer van de STABU-database. Zijn motto in zijn werk is: " Uitblinken in eenvoud". Daardoor is hij nauw betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe praktische en pragmatische systematiek.

bc G.W. Veen - Gerben Veen is coördinator Informatie en Kwaliteit. In die functie is hij betrokken bij alle informatieprocessen binnen STABU en is de intermediair tussen de informatievraag van de mede-werkers, de STABU-gebruikers en het informatieaanbod. Daarnaast adviseert hij de directie over kwaliteitsaspecten die het STABU-bureau betreffen en het optreden als Projectcoördinator voor door derden aangedragen projecten.

Gerben Veen | Stichting STABU

Jaco Ruijs | Stichting STABU

Page 6: STABU-bulletin december 2013

Volgens de nieuwe classificatie worden er concepten (een-heden van kennis, gemaakt met een unieke combinatie van kenmerken) gedefinieerd.

Deze concepten zijn vanwege hun unieke opbouw te gebruiken voor specificeren volgens:• werksoorten;• NL/SfB Elementenmethode;• ruimten;• bouwdelen en installaties;• administratieve stelsels;• sloopbestek;• verfbestek • administratieve stelsels;• restauratie en renovatie.

Een van de meest gebruikte standaarden van Nederland (naast die van STABU) is de Elementenmethode. Deze kent een lange historie, beginnend in 1947 bij de publicatie van de Zweedse CI/SfB. De Nederlandse versie hiervan, de NL/SfB codering is een eigen interpretatie van elementen en hun beschrijvingen. Radboud Baayen, technisch adviseur van STABU: "Het probleem waar de markt tegenaan loopt is dat de elementenmethode niet goed aansluit bij het werken met informatiemodellen (BIM). Vandaar dat we op zoek zijn gegaan naar een praktische oplossing waarmee zowel de bouw- als installatiesector mee bediend kan worden."

MarktvraagDe bouwsector heeft behoefte aan de koppeling tussen de bouwtekening, technische werkbeschrijving, calculatie, het facility management en beheer en onderhoud om de ideale situatie te creëren om te werken met een Bouwwerk Infor-matie Model (BIM).

Hoofd ontwikkeling en ICT, Jaco Ruijs: “Gesprekken met de markt geven aan dat er behoefte is aan technische oplossingen oftewel systemen die onderdeel uitmaken van een bouwwerk waaraan eisen zijn te stellen in relatie tot de werking, uitvoering en toepassing. Vervolgens kunnen gebruikers dan daaraan een technische werkbeschrijving koppelen waarmee is te calculeren en die tevens als grondslag kan dienen voor onderhoud en beheer."

Vervolg coverartikel 'STABU gaat back to basics'

TECHNISCHE TOELICHTING

B Bouwkunde

B.1 Funderingen

B.2 Skelet B.3 Buitenwanden

B.4 Buitenwandopeningen

B.5 Buitenwand afwerkingen

B.6 Binnenwanden

B.7 Binnenwandopeningen

B.8 Binnenwand afwerkingen

B.9 VloerenB.10 Vloeropeningen

B.11 Vloer afwerkingen

B.12 DakenB.13 Dakopeningen

B.14 Dak afwerkingen

B.15 Trappen en hellingen

B.16 Trap- en helling afwerkingen

B.17 Plafonds

B.18 Plafond afwerkingen

B.19 Beschermlagen

B.20 Terrein, opstallen,

erfscheidingen, verhardingen

E Elektrotechnische installaties

1 Elektriciteitsvoorziening

E.2 Verlichtinginstallaties

E.3 Communicatie-installaties

E.4 Transportinstallaties

E.5 Beveiligingsinstallaties

W Werktuigbouwkundige installaties

W.1 Afval afvoerinstallaties

W.2 Waterinstallaties

W.3 Gasinstallaties

W.4 Koelinstallaties

W.5 Verwarmingsinstallaties

W.6 Airconditioning- en

ventilatie installaties

W.7 Brandbestrijdingsinstallaties

V Vaste voorzieningen

p.m.L Los inventaris

p.m.

Voorbeeld van een bouwdeel:ecb daKbedeKKIngSYSTeem, LOSLIggend

01. ECB DAKBAAN02. SCHEIDINGSLAAG03. THERMISCHE ISOLATIE04. DAMPREMMENDE LAAG05. BALLASTLAAG06. DAKRAND

07. OPSTAND08. KIMFIXATIE09. DILATATIEVOEG10. HEMELWATERAFVOER11. DOORVOER12. VALBEVEILIGING

< detail losliggend ballast

dampremmer

beton

grind

ECB

isolatie

6 STABULLETIN|

Page 7: STABU-bulletin december 2013

bouwen vanuit technische oplossingenRadboud Baayen licht de oplossing toe: "STABU brengt een eigen structuur/index op de markt met 'bouwdelen en installaties' uit met daaraan de techni-sche werkbeschrijvingen."

Het bouwwerk kan worden ontleed naar delen of onderdelen die kunnen worden geduid op een tekening, in de werkbeschrijving. Uiteraard dient het ook te voldoen aan de wet- en regelgeving (Bouwbesluit). Na onderzoek van bestaande classificatiesystemen, Bouwbesluit en NEN 2767 over conditiemeting, zijn de volgende onderdelen naar voren gekomen. Deze kunnen allen getekend, gecalculeerd en onderhouden worden, zie afbeelding 'TECHNISCHE TOELICHTING' op pagina 6.

InhoudDe nieuwe index bevat een logische ordening van bouw- en installatiedelen, die worden toegepast in een bouwwerk en een relatie hebben met de overige on-derdelen van het informatiemodel. Aan deze bouwdelen en installaties kunnen eisen worden gesteld in het kader van wetgeving en toepassing; bijvoorbeeld minimale eisen aan een laagspanningsinstallatie in het kader van veiligheid.

datamodelHet datamodel (zie pagina 8) is de omzetting van de STABU²-database naar modulaire indexen met stan-daard concepten. Dit model is te vergelijken met een kookboek. De concepten zijn de ingrediënten, de indexen de recepten.

DekkingEen volledige dekking van het bouwwerk is niet mogelijk, aangezien er altijd uitzonderingen te bedenken zijn. De uitzondering bevestigt echter de regel en STABU streeft ernaar om 80% ervan te kunnen aanbieden. Jaco Ruijs: "de ont-werper moet de vrijheid hebben om desgewenst de wanden te bekleden met vloerbedekking bijvoorbeeld." » Lees verder op p. 8

Voorbeeld van een installatie: BLIKSEMBEVEILIGINGSINSTALLATIE (LPS)

01. VERMAASDE OPVANGINRICHTING BLIKSEMBEVEILIGING02. VERTICALE OPVANGINRICHTING BLIKSEMBEVEILIGING03. VANGDRAADOPVANGINRICHTING BLIKSEMBEVEILIGING04. NATUURLIJKE OPVANGINRICHTING05. AFGAANDE LEIDING BLIKSEM BEVEILIGING,

GEVELMONTAGE 06. AFGAANDE LEIDING BLIKSEM BEVEILIGING,

SPOUWMONTAGE 07. AFGAANDE LEIDING BLIKSEM BEVEILIGING,

LANGS HEMELWATERAFVOER 08. AFGAANDE LEIDING BLIKSEMBEVEILIGING

IN GEWAPEND BETONCONSTRUCTIE

09. NATUURLIJKE AFGAANDE GELEIDERS10. AARDINGSINSTALLATIE BLIKSEM BEVEILIGING, VERTICALE

AARDELEKTRODEN11. AARDINGSINSTALLATIE BLIKSEM-

BEVEILIGING, HORIZONTALE AARDELEKTRODEN

12. AARDINGSINSTALLATIE BLIKSEM-BEVEILIGING, RINGAARDELEKTRODEN

13. NATUURLIJKE AARDELEKTRODEN14. VEREFFENINGSLEIDINGEN15. POTENTIAALVEREFFENING

BETONCONSTRUCTIE16. OVERSPANNINGSBEVEILIGING

Jaco Ruijs | Stichting STABU

Radboud Baayen | Stichting STABU

"De ontwerper moet de vrijheid hebben de wanden te bekleden met vloerbedekking."

7STABULLETIN |

Page 8: STABU-bulletin december 2013

Relaties met derdenVia de gebouwde STABU-webservice 3.x kunnen gelieerde relaties het STABU-datamodel koppelen aan hun respectievelijke gebruikerssoftware. Het is van essentieel belang om een uniform bestandsformaat vast te stellen zodat er uitwisseling tussen de diverse softwarepakketten mogelijk is. Voor de mogelijkheid om uit te wisselen met andere datamodellen als ETIM/2BA is nader onderzoek nodig.

Daarnaast bieden de structuren en specificaties de onderlegger voor de volgen-de fase in de keten, uiteindelijk moet hetgeen wordt beschreven ook worden gekocht, verwerkt en onderhouden.

Het andere deel van CB-NL, de semantische structuur, is in ontwikkeling en wan-neer de tijd rijp is zal STABU hierop aansluiting zoeken. Dit zal nader onderzoek vergen om te bepalen op welk niveau en tot welke diepte deze aansluiting plaats kan vinden.

PlanningDe projectcoördinatoren van STABU (zie een overzicht op bladzijde 22 van dit bulletin) werken aan de inhoudelijke transitie, terwijl de programmeurs de beheer, test-, productieomgeving voor hun rekening nemen. Het project wordt in goede banen geleid door Gerben Veen en Jaco Ruijs.

concepten

STABU ruimten

STABU werksoorten

STABU bouwdelen &installaties

administratievestelsels

NL/SFB

STABU restauratie

& renovatie

STABU verfbestek

STABU sloopbestek

STABU2

Meer informatieDe komende periode zal meer informatie beschikbaar

komen over de nieuwe systematiek. Uiteraard zijn Jaco Ruijs en Radboud Baayen bereid om al uw

(inhoudelijke en technische) vragen te beantwoorden via tel. 0318 – 63 30 26 of via [email protected].

» Vervolg p. 7 'STABU gaat back to basics'

STABU en ConceptenbibliotheekDe Bouw InformatieRaad heeft het principe wat STABU heeft ontwikkeld in het STABU LexiCon en later buildingSMART Data Dictionary (bSDD) opgepakt en brengt dit verder onder de naam “Concepten Bibliotheek Nederland (CB-NL). Het doel van CB-NL is te komen tot een gemeenschappelijke taal voor de bouwsector.

CB-NL zal zich in één facet richten op de functie van een ‘woordenboek’ en ‘koppel mechanisme’ om ter-men die nu in verschillende omgevingen worden gebruikt met elkaar in verbinding te brengen. Het detailniveau van de CB-NL blijft algemeen zodat ken-nisontwikkelaars als STABU haar detailkennis kan verbinden aan deze structuur. Voor STABU zijn deze termen van belang, maar behoeven een uitwerking met toevoeging van kwaliteitsinformatie om tot de kenmerken in specificaties te komen. Een koppeling zal in eerste instantie derhalve op titelniveau van de productspecificaties komen te liggen.

Voordelen voor de sector worden zichtbaar wanneer via dit ‘woordenboek’ informatie beschikbaar komt vanuit verschillende kennisinstituten binnen de eigen werkomgeving.

STABU en BIMNu BIM steeds meer gemeengoed wordt, is de invulling van de "I" in BIM namelijk de informatie steeds belang-rijker. Ook binnen de nieuwe trend van geïntegreerde contracten is specificeren van eminent belang.

Naast de traditionele technische beschrijvingen richt STABU zich op het bieden van structuren en inhoud die vanaf het begin van het proces (niveau gebouwtypen en ruimten) kunnen worden gebruikt. Dit om informatie vast te leggen en vervolgens over te dragen of te delen met andere experts in de keten. Specificeren is risicomanagement, een goede specificatie geeft zekerheid dat hetgeen wat is gevraagd ook wordt geleverd.

8 STABULLETIN|

Page 9: STABU-bulletin december 2013

kunststof kozijnen: een verantwoorde keuzeDuurzaamheid, weinig onderhoud, lange levensduur en zowel warmte- als geluidisolerend zijn een paar van de voordelen die kunststof te bieden heeft. VEKA heeft deze omarmd en voegt er zelfs nog eigenschappen aan toe.

Een kozijn moet technisch goed zijn, ook zonder extra toevoegingen moet het correct functioneren en bovendien zo blijven. VEKA-regiomanager Adriaan Hakkert: "VEKA maakt bewust andere keuzes dan anderen, zowel vanuit technische overtuiging als met het oog op duurzaamheid. Hoewel de normen het toelaten om een steeds dunner product te maken, hebben wij bewust gekozen voor een iets dikkere wand aangezien daarin schroeven beter blijven zitten. Bovendien zijn stevigere hoeken te maken zonder hulpmiddelen."

Softline 82De markt groeit door naar nóg energiezuiniger, betere warmte-isolatie en meer comfort. Moderne kunststof raam- en deursystemen van het nieuwe Softline 82 profielsysteem vervullen die hoogste eisen. Het profiel heeft een isolatiewaarde van 1,0 in plaats van de oude 1,3. Dit wordt bereikt in een standaard uitvoering, met stalen versterking. Géén thermisch onderbroken staal of schuimkernen. Wèl een hoge isolatiewaarde, sterke hoeken en grote stijfheid. Met het bovendien strakke design past ze in iedere bouwstijl van moderne nieuwbouw tot seriematige renovatie. Het is ideaal voor passiefhuis en functioneert optimaal in combinatie met zware beglazing. De hoge isolatiewaarde van VEKA-kozijnen droeg ook bij aan een project van Woonbeheer Borne waarvoor de Passiefhuis Award 2012 is uitgereikt.

Merkenvrij recyclenMilieuvriendelijkheid is een van de kernwaarden van wereldwijde marktleider in kunststof kozijnprofielen. De heer Hakkert: "Wij nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op het gebied van recycling. In 1993 openden wij al onze eerste recyclefabriek al had niemand het nog over hergebruik van kunststof kozijnen. Inmiddels staat er in Frankrijk een tweede recyclefabriek die - ongeacht

Adriaan Hakkert | VEKA

merk en afkomst - de hele Nederlandse stroom opvangt en verwerkt tot basismateriaal voor nieuwe kozijnen. Wij vinden dat de branche het merkenonafhankelijk recyclesysteem in stand moet houden. Want na een jaar of dertig is het lang niet altijd duidelijk waar het materiaal oorspronkelijk vandaan komt. In een geheel automatisch proces wordt het zuivere pvc teruggewonnen dat zonder verlies aan kwaliteit weer bij de productie van nieuwe profielen gebruikt wordt."

Service en ondersteuningNaast de bestaande bestekteksten, is met ingang van de eer-ste STABU-uitgave van 2014 ook het nieuwe profiel Softline 82 beschikbaar als productspecificatie. In de architecten login op vekakozijn.nl is hij nu al beschikbaar. Architecten en bouwers van passiefhuisprojecten kunnen rekenen op ondersteuning van VEKA. Voor elk kozijn kan de juiste isolatiewaarde worden berekend met de speciale architectencd-rom van VEKA. Op het partnerforum is het laatste nieuws te vinden, bijvoorbeeld over nieuwe profielen en certificaten. Wie zich registreert op:vekakozijn.nl/vekanl/divers/nl/partnerforum.htm krijgt direct toegang tot de gewenste data, als pdf, dwg of dxf. "De wensen van onze klanten staan centraal in onze hele bedrijfsvoering", aldus Adriaan Hakkert van VEKA AG.

meer informatie www.vekakozijn.nl

- advertorial -

9STABULLETIN |

Page 10: STABU-bulletin december 2013

"In winkelcentrum Sterrenburg te Dordrecht

realiseerden wij met SmartLED een energiebe-

sparing tot wel 96% bij hetzelfde lichtniveau."

Award winnende SmartLed

Licht is leven. Licht is prettig. Daglicht is nog prettiger. Omdat de moderne mens veel binnen verblijft in een omgeving met voornamelijk kunstlicht wordt de invloed van licht (of het gebrek aan licht) steeds belangrijker. Techcomlight heeft een innovatieprijs gewonnen voor het product dat inspeelt op deze fundamentele behoefte.

De SmartLED van Techcomlight is de winnaar van de Spirit of Innovation Award 2013. Het is de unieke combinatie van kosteloos daglicht en ultrazuinige leds. De jury: "Door de combinatie van het Solatube® daglichtsysteem en de SmartLED is er nu een product welke twee keer energie bespaart. Dit is zeker vernieuwend te noemen. Het totaalconcept in combinatie met toepassingsmogelijkheden voor de gebouwde omgeving heeft de jury met veel overtuiging doen besluiten om Techcomlight als winnaar te kiezen".

energiebesparendHet Solatube® daglichtsysteem vangt het buitenlicht op met een koepel en geleidt het daglicht via een zeer reflecterende buis naar vrijwel elke gewenste ruimte. Een Solatube® haalt alle positieve aspecten van daglicht naar binnen, maar laat de negatieve aspecten zoals warmte en UV-straling buiten.

Maar overdaglicht stopt 's avonds. Daarom ontwikkelde het Edese bedrijf de Smart-LED. Zodra het daglicht minder wordt, vult de SmartLED automatisch aan met de ingebouwde ledverlichting. De energiekosten blijven minimaal en binnenruimtes zijn altijd goed verlicht.

OntwikkelingOp het eerste gezicht lijkt de SmartLED een eenvoudige toepassing, maar de ontwik-keling heeft nog wel de nodige hoofdbrekens gekost, geeft Mark Veldjesgraaf, hoofd commercie Techcomlight, toe. "De ontwikkeling verliep niet zonder problemen. Door de compacte armatuur werd de lucht in de Solatube® te warm. Door gebruik te maken van een op maat gemaak-te actieve koeling wordt deze warmte voorkomen. Ook wilden we de lichtopbrengst waarborgen. Dat hebben we gedaan door de leds iets meer licht te laten produceren dan de opbrengst uit daglicht.

Corio is een grote Europese vastgoedbelegger, die in Nederland diverse winkelcentra in eigendom heeft

waaronder Sterrenburg in Dordrecht. Technical Manager Van Bers: "Toen de lichtinstallatie daar verouderd bleek, was dat het moment om in te zetten op energiebesparende vervanging. Ook al omdat duurzaam vastgoed voor ons de toekomst heeft. Allerlei verlichtingssystemen passeerden de revue, totdat via Techcomlight, SmartLED in beeld kwam. Met een besparing van 96% bij hetzelfde lichtniveau oversteeg SmartLED mijn verwachtingen enorm! Voor ons is SmartLED dan ook een belangrijke factor bij het beheer van ons duurzame vastgoed."

TechcomlightDe daglichtprofessionals van Techcomlight leveren daglicht-advies op locatie. De ervaren specialisten stellen lichtplannen op, desgewenst met complete berekeningen. Naast een door-dacht advies en accurate berekeningen kan ook de feitelijke turn-key oplevering van het daglichtsysteem verzorgd worden.

- advertorial -

De producten van Techncomlight, waaronder de SmartLED, zijn ook opgenomen als Fabrikantgebonden Product Specificaties (FPS) in de STABU-systematiek.

10 STABULLETIN|

Page 11: STABU-bulletin december 2013

Om de werkomgeving te optimaliseren zijn in het be-drijfspand van Techcomlight verschillende Solatubes gecombineerd met SmartLED, geïnstalleerd.

"Om de werking van de Solatube® en SmartLED zelf te ervaren, nodigen wij graag de mensen uit om ons bedrijfspand te bezichtigen en het met eigen ogen te aanschouwen", aldus Mark Veldjesgraaf van Techcomlight.

Meer informatieTechcomlight, Boylestraat 46, 6718 XM EDE

Tel. (0318) 69 38 20, www.techcomlight.nl www.solatube.nl/smartled

pand Techcomlight

Frans Gouw met pensioen

Eind 2013 gaat bouwkundig projectcoördinator Frans Gouw op eigen verzoek met vervroegd pensioen, na ruim 12,5 jaar bij Stichting STABU in Ede te hebben gewerkt.

Naast zijn werkzaamheden, gericht op het beheer en bouwkundige ontwikkeling van het STABU Bouwbreed Informatiesysteem heeft Frans Gouw zijn kennis aangewend om te doceren bij de diverse opleidingen van STABU. Zo is hij ook bij de nieuwe opleiding Directievoering betrokken geweest. Frans: "In mijn vorige loopbaan - bij DHV - heb ik veel ervaring opgedaan op het vlak van directievoeren. Daarnaast heb ik zowel op administratief als technisch gebied als helpdesk kunnen fungeren."

ProjectenKlussen doet Frans veel in zijn vrije tijd. Aangezien hij aan het schilderen zelf vroeger een broertje dood had, is het des te vreemder dat hij het STABU Hoofdstuk 46 Schilderwerk onder zijn hoede heeft genomen. "Op de bouwplaats heb ik de kunst kunnen afkijken, waardoor er veel respect voor de expert is ontstaan. Zeker wanneer je beseft dat overal wel een laagje verf overheen zit, ga je er toch anders tegenaan kijken", benadrukt de projectcoördinator te zeggen." Aan collega Johan Veenbaas nu de taak om de steeds veranderende wetgeving, samen met de projectgroep, door te voeren.

Restauratie In 2009 zijn - in nauwe samenwer-king met het Neerlandsch Stucgilde en Vereniging van Architecten Werk-zaam in de Restauratie (VAWR) - zoge-naamde restauratieteksten voor stu-kadoorwerk in de STABU- systematiek beschikbaar gekomen. Deze teksten worden komende tijd uitgebreid, we-derom met VAWR maar ook de ERM (Stichting Restauratie Monumenten-zorg) zal erbij betrokken zijn. Deze taken zullen door bouwkundig projectcoördina-tor Johan Plaisier worden opgepakt.

STabu 2014Frans: "We moeten goed blijven kijken naar wat de markt van ons verwacht. Voor de vulling van de nieuwe systematiek is al veel werk verzet. De insteek is ook om de aannemer over de streep te trekken om met de STABU-systematiek te gaan werken en hun expertise te gaan implementeren. Vernieuwing is goed, het doorbouwen aan een online systematiek is absoluut een must. Daarbij pleit ik voor een goed en snel zoeksysteem, waarmee de bestekschrijver op pragmatische manier zijn projectwerk in een bestek kan zetten."

Pensioen, en dan...Tijd om achter de geraniums te zitten heeft hij niet. Frans : "Als fervent tuinier is de kans groter dat ik tùssen de geraniums zal gaan staan. Het buitenleven trekt me altijd al erg aan, vooral fietsen doe ik graag." Met wielrennen heeft hij - samen met collega's - nog de Alpe d'Huez beklommen. De pensionado zegt tot besluit: "Voor de beklimming van de Franse Alpen ben ik altijd te porren. Daarvoor kunnen ze me bellen. Voor de rest ga ik mij nu wijden aan mijn gezin met vrouw, kinderen en kleinkinderen."

Frans Gouw

11STABULLETIN |

Page 12: STABU-bulletin december 2013

Veiligheid voor alles

- advertorial -

Op elk moment van de dag, in elk bedrijf, in elke situatie bestaat de dreiging van brandgevaar. Al meer dan vier decennia is BEELE Engineering specialist in passieve brandveiligheidssystemen. Systemen waarmee de verspreiding van brand, rook, water en gassen via kabel- en buizeninstallaties wordt voorkomen.

Hans Beele, eigenaar, directeur en naamgever van BEELE Engineering steekt van wal: "Niet alleen de dreiging van brand, maar ook die van water wordt vaak onderschat. De schade als gevolg van lekkages kan niet alleen substantieel zijn, maar er kunnen ook levensbedreigende situaties door water ontstaan. Een ramp heeft zijn eigen tijdsbepaling, en om die reden levert BEELE Engineering een breed scala geavanceerde oplossingen om al deze risico´s, niet alleen vandaag maar ook na vele jaren, te voorkomen. Of het nu gaat om blootstelling aan vuur dan wel aan geringe of grote druk- of schokbelastingen of zelfs een combinatie van beide: onze systemen bieden

een oplossing en genieten wereldwijd erkend een uitstekende reputatie."

Reputatie Het merendeel van de producten komt voort uit vragen uit markt. Het bedrijf uit Aalten is wereldwijd ac-tief, maar kent een eigenheid in het beleid die typerend is. Beele geeft aan: “Recent hebben we in Nieuw-Zeeland een project onder handen gehad, waarbij de opdrachtgevers

met hun handen in het haar zaten toen de brandveiligheid van een tunnel moest worden gerealiseerd. Wij hebben – gewoon in ons eigen R&D centrum - de situatie

nagebouwd, alles aan de meest extreme testen onderworpen, gedocumenteerd inclusief foto’s en deze opgestuurd. Alles werd getest nog voordat we de opdracht hadden verkregen. Puur omdat we vooraf willen weten of we kunnen leveren en de kwaliteit kunnen bieden die nodig is. Het sluiten van een compromis staat wat dat betreft niet in ons woordenboek.”

Onderscheidend vermogen“Waar wij ons in onderscheiden is dat we brandveiligheid op een hoger plan willen plaatsen en echt betrokken zijn: bij de veiligheid van mensen en middelen, bij kwaliteit, bij duurzaamheid." Dit geldt niet alleen voor de scheepsbouw, offshore installaties, kerncentrales en industriële installaties, maar ook voor complexe gebouwen en de infrastructuur. "Vorige maand hebben we het aanbod gekregen om voor een een reeds onderhanden project diverse brandveiligheidsproducten te leveren. Al snel werd duidelijk dat het installatieontwerp niet optimaal was en daardoor de vereiste brandveiligheid een vraagteken werd. Onder die voorwaarden wilde ik niet aan het project deelnemen. Dat past gewoon niet bij onze ‘We Care’-filosofie. Uiteindelijk hebben ze naar mijn argumenten geluisterd en alsnog de installatie aangepast.”

"We willen brandveiligheid op een hoger plan plaatsen."

STABuLLETIN12 |

Page 13: STABU-bulletin december 2013

CE-markeringVoor drie producten beschikt BEELE Engineering inmiddels over een zoge-naamd "EC-Certificate of Conformity", afgegeven door Kiwa Nederland BV. Kiwa Certification is gespecialiseerd in kwaliteitsverklaringen voor producten, processen, managementsystemen en personen. De drie producten waarom het gaat zijn de SLIPSIL afdichtingsplug-gen, het NOFIRNO afdichtingssysteem voor doorvoeringen met metalen buizen en de CRUSHER brandmanchet-ten voor die van kunststof buizen. De productspecificaties ervan zijn beschik-baar in de STABU-systematiek.

SLIPSILDe SLIPSIL afdichtingsplug is de ideale oplossing voor het brandwerend en gas- en waterdicht afdichten van buisdoorvoeringen De installatie van de SLIPSIL-plug is uiterst eenvoudig. Invetten en indrukken, dat is alles; vastschroeven of andere mechanische werkzaamheden zijn overbodig. De pluggen kunnen direct na de installatie aan grote drukbelastingen worden blootgesteld, zeker in combinatie met de nieuw ontwikkelde CSD instort- en flensbuizen.

SLIPSIL pluggen zijn in principe onder-houdsvrij en bieden daardoor een uit-stekende manier om op onderhouds-kosten te besparen.

De levensduur van de SLIPSIL-plug is onder normale omstandigheden ruim meer dan 20 jaar. De pluggen verouderen niet en zijn UV-, ozon- en weersbestendig. Daarnaast kunnen de pluggen worden toegepast in een temperatuurbereik van -50 °C tot +180 °C. De unieke profilering van de SLIPSIL pluggen voorkomt bovendien stress relaxatie van de rubber, waardoor het afdichtend vermogen op de zeer lange termijn behouden blijft. In feite biedt het systeem hoogwaardige duurzaamheid.

nOFIrnONOFIRNO is dé ultieme oplossing voor flexibele doorvoeringen van metalen buizen – niet alleen dé oplossing voor brand werendheid, maar ook die voor het absorberen van bewegingen en trillingen in het buis systeem. Zelfs gecombineerde doorvoeringen met metalen en kunststof buizen alsmede kabels kunnen effectief worden afgedicht. Eén systeem voor alle soorten doorvoeringen! Dit ‘multi-all-mix’ systeem is al voor de scheepsbouw

SLipSiL

Jet Fire Test

NoFiRNo

CRUSHER

Meer informatieBEELE Engineering

Beunkdijk 11 7122 NZ [email protected]

goedgekeurd voor iedere combinatie van kabels, metalen, GRP of kunststof buizen. Ook de levensduur van dit systeem bedraagt ruim meer dan 20 jaar.

NOFIRNO is een brandwerend en gas- en waterdicht systeem. Het systeem is goedgekeurd voor de meest zware omstandigheden en zwaarste brandbelastingen voor kabel- en buisdoorvoeringen (A-, H- en Jet Fire-klasse). Op basis van extreme schok- en vibratietesten met aansluitende druktesten voor toepassing aan boord van marineschepen, kan het systeem uiteraard ook probleemloos worden toegepast voor gas- en/of waterdichte doorvoeringen in de bouw. Het systeem heeft meermaals aangetoond aan de zwaarste eisen te voldoen. De afdichting aan weerszijden van de doorvoering met de NOFIRNO kit voorkomt bovendien (onzichtbare) cor- rosie aan de doorgevoerde leidingen in de doorvoeringen. Het gevaar van deze vorm van corrosie dient niet te worden onderschat en heeft in de offshore al het stempel CUI (Corrosion Under Insulation) verkregen.

cruSHerDe effectieve RISE/ULTRA-technologie is de basis van de CRUSHER manchetten voor doorvoeringen met kunststof buizen. Anders dan vele andere systemen worden de CRUSHER manchetten in de wand of vloer aangebracht. Daardoor is het systeem symmetrisch en geschikt voor vuurbelasting aan beide zijden. Dus geen afweging aan welke zijde de voorziening zou moeten worden aangebracht met alle gevaar dat een verkeerde keuze wordt gemaakt.

De CRUSHER wordt bij voorkeur toegepast in de HR brandwerende doorvoerbuizen (speciale kunststof) van BEELE Engineering, maar kan ook worden aangebracht in passende boorgaten. De montage is uiterst simpel. Invetten en indrukken, net zoals bij de SLIPSIL pluggen.

Duurzaam in onderhoudIn het kader van duurzaamheid kijken inkopers niet alleen naar de kosten van het product op dit moment, maar ook naar de besparingen die mogelijk zijn gedurende de levensduur van een gebouw of installatie. Hans Beele vervolgt “Juist daar bieden onze producten veel meerwaarde: concurrerend in de aanschaf en vervolgens gedurende decennia onderhoudsvrij. Wan- neer een installateur jaarlijks moet terugkomen om de brandveiligheid te kunnen garanderen, dan kost dat onnodig en daarmee overbodig veel geld. Je kunt het dan beter in een keer goed doen”, aldus Hans Beele.

|STABuLLETIN 13

Page 14: STABU-bulletin december 2013

Op 1 juli 2013 is de Europese Verordening bouw-producten (305/2011/EU), ook wel bekend als de Construction Products Regulation (CPR), volledig in werking getreden. Het doel van de CPR is het opheffen van belemmeringen voor de handel in bouwproduc-ten binnen de EER.

"don’t shoot the messenger"

Als gevolg van deze Europese wetgeving, heeft Stichting STABU een drastische beslissing genomen en haar bestand ontdaan van alle kwaliteitsverklaringen en de verwijzingen naar de BRL'en. Voor de onderbouwing van dit besluit heeft STABU een uitgebreid document opgesteld en verspreid via de diverse media waaronder haar website www.stabu.org.

"De reacties op dit besluit zijn enorm geweest" vertelt José Schaap (account/sales officer) van STABU desgevraagd. De discussie op LinkedIn onderschrijft deze bewering, waar met name de bestekschrijvers hun zorgen hebben geuit. Uitzonderingen daar gelaten, is de bouwsector traag in beweging gekomen. Met name de rol van de overheid heeft veel te wensen over gelaten, waardoor er onduidelijkheid is ontstaan over de consequenties van de invoering van de CPR.

Dennis Duffels, bestuurslid STABU en voorzitter FBS zegt daarover: "Om die reden heeft STABU aangestuurd op een communicatieforum CE-mar-kering, aangezien zij tegen wil en dank fungeerde als 'boodschapper' bij het ontbreken van voldoende (mogelijkheden tot) voorbereiding door de eerstverantwoordelijke instanties. Deze aanjagende rol van STABU speelde zich al twee jaar ach-ter de schermen af."

FabrikantenVan belang is dat de bouwsector, met name de producten (fabrikanten en importeurs) en toeleveranciers/distributeurs, goed worden geïnfor-meerd over de nieuwe Veror-

dening. Henk Gidding - account/sales officer bij STABU me-moreert over de Workshop CE-markering die speciaal voor fabrikanten is opgezet: "Op de vraag van Harm Verster - specialist op het gebied van CE - wie de CPR daadwerkelijk had gelezen, stak één persoon zijn hand op."

"Vanaf het moment dat we gingen communiceren over het verwijderen van de BRL'en, hebben we een hele lading kritiek over ons heen gehad", zegt Sandra Hoogkamer - commercieel medewerker binnendienst. De heer Gidding: "De klachten hebben we serieus genomen en we hebben

Bart van Ommen HENCO Floor Nederland:

"STABU heeft ons overtuigd van de noodzaak om aanpassingen in onze productspecificaties door te voeren als gevolg van CE-markering. Het is belangrijk voor ons dat we met het eindresultaat de marktvraag goed kunnen bedienen. Hierin zijn we goed begeleid door STABU."

Eddie PietersDuofor BV:

"STABU heeft ons gesterkt in de overtuiging dat aanpassingen in onze producten als gevolg van CE-markering noodzakelijk was. Hun heldere kijk op private certificaten, die ons de nodige hoofdbrekens hadden gekost, gaf ons het definitieve inzicht dat dit de juiste aanpak is. Hierin konden we vertrouwen op de kennis en kunde van STABU".

per fabrikant veel tijd besteed aan het toelichten van onze actie. Veel toeleveranciers kwamen door onze boodschap voor het eerst met de CE-wetgeving in aanraking en waren onaangenaam verrast. Het Engelse gezegde don't shoot the messenger hebben we vaak gehanteerd."

Mevrouw Schaap: "Tot op de dag van vandaag krijgen we vragen van onze fabrikanten. De eerste vraag is dan of hun specifieke producten onder de CPR vallen. Vaak zijn ze dan al van het kastje naar de muur gestuurd. Wij hebben ons als neutrale en onafhankelijke partij volledig in de materie verdiept en desgewenst geadviseerd. Vervolgens vinden ze dan zelf hun weg."

"Het salesteam van STABU bestaande uit Sandra Hoogkamer, Henk Gidding en José Schaap heeft

afgelopen maanden veel vragen beantwoord van fabrikanten over de consequenties van de CPR"

14 STABULLETIN|

Page 15: STABU-bulletin december 2013

"don’t shoot the messenger"

Harold van Herreveld | Xylem

de oplossing voor water- advertorial -

De Ecodesign richtlijn heeft als doel om in 2020 een vermindering van 12% van het energieverbruik ten opzichte van het jaar 2007 te realiseren. Voor deze uitdaging ziet Xylem zich gesteld, maar het waterbedrijf wil vooral 'groen' zijn door een alles omvattende benadering.

Harold van Herreveld - sales manager building services - licht toe: "Centraal in ons werk staat de ontwikkeling van nieuwe technologieën die zorgen voor een betere manier waarop water in de toekomst gebruikt, bewaard en opnieuw gebruikt zal worden. We verplaatsen water, behandelen het en voeren het terug naar het milieu en we helpen mensen water efficiënter te gebruiken, thuis, in gebouwen, in fabrieken en in de agrarische sector."

Stille krachtDe naam van het bedrijf - Xylem - komt voort uit het Grieks en betekent 'het weefsel van planten dat het water omhoog transporteert vanaf de wortels'. Vertrouwde productmerken van Xylem in de Gebouwen industrie zijn Lowara, Vogel en Flygt. De laatste voor de afvalwaterinstallaties. "Toch kennen veel consultants de naam Xylem niet", zegt Van Herreveld "Dit aangezien onze producten veelal deel uit maken van een totaalconcept van afvalwaterinstallaties, koude/warmteopslagsystemen

en brandbestrijdingsinstallaties. Daar willen we graag verandering in aanbrengen en dat gaan we doen door de productlijn van circulatiepompen met natte rotor in verwarmingsinstallaties uit te brengen: de Lowara Ecocirc XL, uiteraard volgens de Ecodesign richtlijn."

SpecifiersHet opgenomen vermogen van pompen is binnen Europa is 200 miljard KW/u. Van Herreveld: "Met de inzet van efficiëntere pompen en besturing kan hierop 40-45% worden bezuinigd, dat is te vergelijken met het energieverbruik van België."

De Europese Unie heeft dit erkend en de wetgeving erop afgestemd. "Dit brengt echter veel veranderingen te weeg voor gehele bouwsector. Wij als Xylem bieden dan ook onze expertise aan om het leven van consultants gemakkelijk mogelijk te maken. Met selectiesoftware is het mogelijk om de meest efficiënte keuze te maken uit het brede pakket. Met het bieden van informatie voor communicatiemodellen, reiken we ook de BIM'ers de helpende hand.

Voorbeeld van een project waarbij de mogelijkheden van Xylem optimaal benut worden is project Torckdael in Wageningen. Hier wordt een woonwijk aan de stadsgracht gebouwd. De geplande energievoorziening gaat uitgevoerd worden middels een WKO systeem, gecombineerd met een EOW (energie uit oppervlaktewater) systeem. Het oppervlaktewater systeem zorgt naast

"De efficiëntie van de toekomst

nu al beschik-baar: de nieuwe Lowara Ecocirc voldoet aan de

ErP richlijnen van 2015"

energieopwekking middels een waterbehandelingssysteem voor een schonere stadsgracht, waardoor dit concept naast een comfortabel leefklimaat een langlopend probleem van een vervuilde stadsgracht in Wageningen oplost!

"De slogan van Xylem - Let's solve water - is een uitnodiging en opdracht voor ons allemaal. Wij nodigen iedereen van harte uit om contact met ons te zoeken voor meer informatie over de oplossingen voor de meest complexe watergerelateerde problemen", aldus Van Herreveld van Xylem.

Meer informatieXYLEM/Lowara Nederland, www.lowara.nl, www.xylemwatersolutions.com/nl

15STABULLETIN |

Page 16: STABU-bulletin december 2013

DRAAGCONSTRUCTIES EN BESTEKBOEK

Bij de uitvoering van veel projecten1) ontstaan geschillen tussen directie en aannemer over de in het bestekboek van de aannemer verlangde constructieve ontwerp- en rekenwerkzaamheden. Onderwerp van deze geschillen is vaak de taakverdeling tussen de constructeur en de aannemer. Hoewel de roep om “ketenintegratie” alom luid klinkt, proberen aannemers zich vaak te onttrekken aan de in het bestek van hen verlangde constructeurswerkzaamheden. Een onjuiste taakverdeling tussen aannemer en constructeur is een van de belangrijkste factoren bij het ontstaan van constructieve fouten.

“Hoofdconstructeur” en “coördinerend constructeur”Ingevolge het bepaalde in UAV 2012 § 5 lid 2 is de opdrachtgever verantwoordelijk voor de opzet (het ontwerp) van het werk: “De opdrachtgever draagt de verantwoordelijkheid voor de door of namens hem voorgeschreven constructies en werkwijzen, ....”. Bovendien wordt in het eerste lid van dat artikel bepaald, dat de opdrachtgever er voor zorgt, dat de aannemer kan beschikken “...over de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke toestemmingen, die voor de opzet van het werk volgens het bestek vereist zijn;...” Niet voor niets bepaalt de UAV daarom in § 6 lid 2, dat de aannemer verplicht is “... het werk uit te voeren volgens de door de directie te verstrekken en de door haar goed te keuren tekeningen. Hij is verplicht de orders en aanwijzingen op te volgen, die hem door de directie worden gegeven.

De verhoudingen tussen de partijen kunnen schematisch als aangegeven in afbeelding 1. In de (in onbruik geraakte) RVOI-20012) wordt als “hoofdconstructeur” aangemerkt degene

die het “volledige basispakket” uitvoert. De inhoud van het “basispakket” wordt in bijlage B van de RVOI-2001 gedetailleerd beschreven, en omvat in hoofdzaak het voorontwerp, het definitief ontwerp, het bestek en de detaillering. De RVOI 2001 bepaalt voorts, dat “Een adviesbureau dat slechts een deel van het Basispakket of constructeurswerkzaamheden van andere pakketten uitvoert dan wel een combinatie daarvan, kan worden aangeduid met ‘deelconstructeur’”.

Omdat de werkzaamheden van de (hoofd)constructeur en de deelconstructeur(s) noodzakelijkerwijs moeten worden gecoördineerd is in de praktijk ook het begrip “coördinerend constructeur” ontstaan. Behoudens in de RVOI 2001 zijn de "constructeursbegrippen" niet gedefinieerd.

Ten aanzien van de verhouding tussen de (hoofd)constructeur en de deelconstruc-teur bepaalt de RVOI 2001 het volgende: “De hoofdconstructeur is verantwoordelijk voor zijn eigen constructief ontwerp en zijn uitwerkingen daarvan. Daarnaast toetst de hoofdconstructeur het werk van de deelconstructeur op aan het constructief ontwerp verbonden uitgangspunten. Hij is daarbij verantwoordelijk voor een ‘rede-lijke overtuiging’ dat deze uitgangspunten in het werk van de deel-constructeur zijn aangehouden. Het begrip ‘redelijk’ moet hierbij worden gerelateerd aan de wijze

In kort De Bond van Nederlandse Bestekdeskundigen BNB streeft naar het bevorderen van de kennis, het inzicht en de vaardigheid van de bestekdeskundigen.

afbeelding 1: het overeenkomstenschema van een project

16 STABULLETIN|

Page 17: STABU-bulletin december 2013

waarop moet worden gecontroleerd. Deze wijze is vastgelegd in het Basispakket. De hoofdconstructeur is niet primair verantwoordelijk voor de gegevensverstrek-king aan de deelconstructeur. De verantwoordelijkheid van de hoofdconstructeur beperkt zich bovendien tot de constructies die in het Basispakket zijn aangeduid. ook het bij gemeentelijke instanties indienen van uitwerkingen van deelconstruc-teurs van andere constructies dan aangeduid in het Basispakket doet geen verant-woordelijkheid ontstaan, tenzij controle daarvan is overeengekomen.

Als onderdelen van het “Basispakket”, worden in de RVOI 2001 tevens omschreven “Het controleren van de door derden vervaardigde detailtekeningen en bijbeho-rende detailberekeningen”, en ook “Het indienen van de door derden vervaardigde en door het adviesbureau gecontroleerde tekeningen en berekeningen en het zorg dragen voor goedkeuring door gemeentelijke instanties en/of andere overheden.”

De functie van “coördinerend constructeur” is daarmee duidelijk onderdeel van het takenpakket van de (hoofd)constructeur. De verhoudingen tussen de partijen voor wat betreft de draagconstructies zijn schematisch weergegeven in afbeelding 2.

De bestekschrijver moet er daarom van uit gaan, dat waar in normbladen en andere publicaties taken worden toegewezen aan de “hoofdconstructeur” of de “coördinerend constructeur”, deze taken zullen moeten worden vervuld door de constructeur die optreedt als (of namens) de directie. Uiteraard onverlet hetgeen volgens het bestek van de aannemer wordt verlangd.

Verhouding tussen (hoofd)constructeur en opdrachtgeverDe overeenkomst van aanneming van werk wordt gesloten tussen de opdrachtgever en de aannemer. De eerstgenoemde kan zich kan laten bijstaan door één of meerdere personen die door hem als directie worden aangewezen. Zie UAV3) § 3 lid 1: “De op-

drachtgever is gerechtigd een of meer personen aan te wijzen om als directie op te treden of de directie bij te staan dan wel als

zodanig aangewezen personen door anderen te vervangen.” Een adviseur draagconstructies kan zowel de opdrachtgever

als de aannemer bijstaan. In het eerste geval bestaat er een overeenkomst tussen de constructeur en de opdrachtgever en in het tweede geval tussen de constructeur en de aannemer. De inhoud van deze overeenkomsten zal moeten zijn afgestemd op de verplichtingen die op respectievelijk de opdrachtgever en de aannemer rusten op grond van de aannemingsovereenkomst.

Maar al te vaak wordt in de overeenkomst tussen opdrachtge-ver en (hoofd)constructeur geen rekening gehouden met de taken die de (hoofd)constructeur moet vervullen in het kader van de directievoering, het verkrijgen van publiek rechtelijke goedkeuringen of met betrekking tot onderdelen anders dan de hoofddraagconstructie.Pogingen om de kosten van deze taken met bepalingen in het bestek ten laste van de aannemer te brengen leveren geen besparingen op, maar zorgen slechts voor onduidelijkheid door onzuivere juridische verhoudingen.

de verhouding tussen aannemer en onderaannemerDe aannemer kan overeenkomstig UAV § 6 lid 26 er voor kiezen delen van het werk in onderaanneming te laten uitvoeren, maar hij blijft “... niettemin jegens de opdrachtgever voor die onder-delen ten volle verantwoordelijk”. Indien teken- en rekenwerk in onderaanneming wordt uitgevoerd blijft de aannemer ver-antwoordelijk voor hetgeen volgens het bestek van hem wordt verlangd. De inhoud van de overeenkomst die hij sluit met een onderaannemer of leverancier doet daarbij niet ter zake.

De aannemer die volgens de aannemingsovereenkomst een deelopdracht heeft voor het tekenen en constructief bere-kenen van onderdelen kan deze opdracht weer splitsen door weer deelopdrachten daarvan te verstrekken aan zijn toeleve-ranciers. » Lees verder op p. 18

BESTEKDoor: ir. B. Offringa (Ingenieursbureau SmitWesterman b.v.) en ir. S.W. Wierda (BIRDS raadgevend ingenieurs BV)

afbeelding 2: het “constructeursschema” van een project

17STABULLETIN |

Page 18: STABU-bulletin december 2013

» vervolg p. 17 rubriek 'in kort bestek'

Hij blijft echter verantwoordelijk voor de gehele deelopdracht. Hij zal als deelcon-structeur, gecontroleerd door de hoofdconstructeur (directie) de samenhang moeten verzorgen van de werkzaamheden die in zijn opdracht worden uitgevoerd door zijn leveranciers (in het constructeurs-schema aangeduid als “(sub)deelconstructeurs”).

Reken- en tekenwerk door aannemerOmdat de begrippen “hoofdconstructeur”, “deelconstructeur” en “coördinerend constructeur” niet eenduidig zijn gedefinieerd kan in het bestek niet worden volstaan met het toewijzen van constructieve taken aan de aannemer met behulp van deze begrippen. Ook (een poging tot) het definiëren van de begrippen in het bestekboek biedt geen goede oplossing. Dat zal in een breder verband moeten gebeuren door terzake deskundigen (juristen).

Indien de door de (hoofd)constructeur uit te voeren werkzaamheden (met inbegrip van de directietaken) nauwkeurig in diens overeenkomst met de opdrachtgever zijn vastgelegd kan de samensteller van het bestekboek aan de hand daarvan (en in overleg met de (hoofd)constructeur) vaststellen welke constructieve ontwerpwerkzaamheden van de aannemer moeten worden verlangd.

Teneinde te voorkomen dat onduidelijkheid ontstaat over de door de aannemer uit te voeren ontwerpwerkzaamheden is er maar één goede oplossing:• beschrijf in het bestek(boek) de door de aannemer uit te voeren constructeurs-

werkzaamheden nauwkeurig en concreet.

De door de aannemer uit te voeren werkzaamheden kunnen worden beschreven met behulp van de daarvoor in de STABU-systematiek ter beschikking staande “A-specificaties” (tekeningen, statische berekeningen, montageplannen e.d.). In-dien de wijze van aansluiten van door verschillende leveranciers of onderaannemers te leveren onderdelen van belang is, kunnen tekeningen en berekeningen van die aansluitingen van de aannemer worden verlangd. Indien dit leidt tot herhaling van bepalingen kan ook een afzonderlijk, als bijlage bij het bestek te voegen, document4) worden vervaardigd. Er kan dan vanuit de bestekposten telkens naar dit document worden verwezen. Ter illustratie een veel voorkomend constructief knooppunt: de verbinding van een prefab balkonplaat met een Isokorf verbinding aan een bekis-tingplaatvloer (zie afbeelding 3).

Afhankelijk van de inhoud van de overeenkomst tussen de opdrachtgever en de (hoofd)constructeur zou in het bestek uit de volgende opties kunnen worden gekozen:• De aannemer draagt zorg voor de constructieve uitwerking (tekeningen en

berekeningen) van het gehele knooppunt, met directie-controle door de (hoofd)constructeur. Indien de uitwerking van de (drie) onderdelen aan de respectievelijke leveranciers wordt overgelaten zal de aannemer voor dit onderdeel moeten optreden als “coördinerend constructeur”. Dat geen van de drie betrokken leveranciers de uitwerking van het gehele knooppunt tot zijn taak rekent ontslaat de aannemer immers niet van zijn verplichtingen.

afbeelding 3: het knooppunt van bekistingplaatvloer, isokorf en balkonplaat

• De aannemer draagt (met zijn onderaannemers/leveran-ciers) zorg voor de berekeningen en tekeningen van de verschillende onderdelen van het knooppunt, met direc-tiecontrole en coördinatie(tekening) door de (hoofd)- constructeur.

Het van de aannemer verlangde reken- en tekenwerk kan worden opgenomen in de werkbeschrijving(en) van de onderdelen waarop het betrekking heeft. Een praktisch probleem dat zich voor de (STABU) bestekschrijver voordoet bij de eerste optie, is de koppeling van de bestekposten voor reken- en tekenwerk aan een enkel bouwdeel (of element). Dat probleem kan in praktische zin worden opgelost door bij het meest voor de hand liggende onderdeel (bijvoorbeeld het Isokorf element) de uitwerking van het gehele knooppunt te verlangen.

Voorkomen van constructieve calamiteitenIn het Compendium Aanpak Constructie Veiligheid5) wordt er voor gepleit de aannemer middels het bestek te verplichten een “Projectkwaliteitsplan uitvoering” op te stellen ter goedkeuring van de directie. Doel van het kwaliteitsplan is het optimaliseren van de bedrijfsvoering van de aannemer ten aanzien van de draagconstructies om daarmee de kans op het optreden van constructieve calamiteiten (instortingen en instortingsgevaar) te voorkomen.

Wij vragen ons af, of de opdrachtgever door het goedkeuren van het kwaliteitsplan van de aannemer mede verantwoorde-lijkheid zou willen dragen voor diens werkwijze6). Het stellen van kwaliteitseisen aan de bedrijfsvoering van de aannemer dient te geschieden voor aanbesteding en door het verlangen van een onder onafhankelijke en deskundige controle staande kwaliteitsverklaring dienaangaande.

Juridische achtergrond en doel van bestekOmdat in de praktijk veel onjuiste opvattingen bestaan over de juridische betekenis van de bepalingen in de UAV en het bestek wordt er vaak voor gepleit voor (dus precontractueel) de aanvang van het werk in een “startbespreking” te houden met alle betrokken partijen.

Het lijkt ons beter een dergelijke bespreking te houden in het kader van een door de aanbesteder te houden aanwijzing. Het proces verbaal van deze aanwijzing maakt volgens de UAV § 1 lid 1 deel uit van het bestek: “...de beschrijving van het werk, de daarbij behorende tekeningen, de voor het werk geldende voorwaarden, de nota van inlichtingen en het proces-verbaal

van aanwijzing;...”. De inschrijver kan daarmee dan mede rekening houden in zijn inschrijfbegroting.

Samenvatting en conclusieZowel de UAV als de STABU-systema-tiek voorzien in de mogelijk heden om een correcte aansluiting van de werkzaamheden van de aannemer en de adviseurs van de opdrachtge-ver gedurende de bouw in het bestek te verzekeren. Het is echter de taak van de deskundige samensteller(s) van het bestek (en van de directie) om op de juiste wijze van die moge-lijkheden gebruik te maken.

balkonplaat breedplaatvloer

isokorf KX

1

18 STABULLETIN|

Page 19: STABU-bulletin december 2013

Kijkje in de keuken van ITDe nieuwe BWBRD-modules worden door Stichting STABU in eigen beheer ontwikkeld. Programmeurs Ronald van Passel, Maarten van de Peppel, Richard Schouwenaar en Michael Schouwenaar zijn daarvoor programmatechnisch verantwoordelijk. Zij stellen zich - in alfabetische volgorde aan u voor:

ing. R.M.A. (Ronald) van Passel - Na zijn opleiding aan de HAN in Arnhem is Ronald ondermeer werkzaam geweest bij o.a. Philips (audio), Databalk en OGD. Hij heeft ervaring met grafische, financiële en database software. Eind 2009 kwam hij via detachering bij STABU om het migratieproject van de STABU database naar een online systeem te realiseren. Sinds 1 februari 2011 is dit overgegaan in een vast dienstverband.

ing. M.P. (Maarten) van de Peppel, B.ict - Maarten heeft zijn opleiding genoten aan de HAN in Arnhem. Tijdens deze opleiding heeft hij ervaring opgedaan op het gebied object-georiënteerd programmeren, netwerkprogrammeren en gamedesign. Daarnaast heeft hij stage gelopen bij het bedrijf Nieuwland BV op het gebied van Geo-Informatica. Tijdens het afstudeerjaar van zijn opleiding heeft Maarten als specialisatie gekozen voor het dynamisch programmeren en code generatie. Na het voltooien van zijn afstudeerstage bij Stichting STABU is hij als programmeur op 1 augustus 2012 in dienst getreden.

R. (Richard) Schapink, B.ict - Tot eind 2012 werkte Richard bij detacheerder OGD. Na een jaar gewerkt te hebben aan database software voor Checkpoint Systems kwam hij terecht bij Stichting STABU. Daar ging in eerste instantie aan de slag met import software voor een nieuwe database. Begin 2013 werd het contract bij OGD ontbonden, zodat hij in dienst kon treden bij Stichting STABU. Als software ontwikkelaar is zijn belangrijkste taak het afronden van het BWBRD project.

M. (Michael) Schouwenaar, B.ict, M.Sc. - Op 23 januari 2012 is Michael Schouwenaar in dienst gekomen bij Stichting STABU als programmeur. Zijn basis ligt bij software ontwikkeling met een specialisatie op het gebied van digitale beveiliging. Tijdens en naast zijn masterstudie aan de Radboud Universiteit Nijmegen heeft Michael gewerkt bij Novire Systems, waar hij software heeft ontwikkeld voor zorginstellingen op het gebied van kwaliteitsbeheer.

Richard Schapink, Maarten van de Peppel, Michael Schouwenaar en

Ronald van Passel vormen de iT-afdeling van Stichting STABU

Besteks-beoordelingRegelmatig ontvangt STABU van licentiehouders de vraag of er een mogelijkheid bestaat om een bestek te laten controleren. Als STABU dienstverlening is een dergelijk ge-vraagde besteksbeoordeling uiteraard mogelijk. Het enkel-zijdig afgedrukte, opgestuurde bestek wordt dan door een STABU-medewerker (vooraf) van commentaar voorzien en (in maximaal een halve dag) met de opsteller(s) besproken. De becommentariëring en de behandeling ervan vindt in beginsel plaats bij Stichting STABU te Ede.

Meer informatieing. H.H.M. (Henny) Miltenburg

tel.: (0318) 63 30 26e-mail: [email protected]

Opdrachtgevers dienen zich te realiseren, dat bezuinigingen op de noodzakelijke taken van de (hoofd)constructeur en directie de constructieve veiligheid negatief beïnvloeden. Met de juiste opdracht aan zowel de (hoofd)constructeur7) als de aannemer kan veel narigheid en negatieve publiciteit worden voorkomen.

1) Dit artikel betreft projecten die zijn gebaseerd op de “traditionele driehoek” van opdrachtgever, directie en aannemer.

2) De RVoi 2001 is inmiddels vervangen door de DNR 2011. De begrippen uit de RVoi 2001 worden nog steeds in veel publicaties en bestekken gehanteerd, waarbij helaas een eenduidige definitie ontbreekt. Deze regeling speelt nadrukkelijk gen rol in de aannemingsovereenkomst en slechts incidenteel een rol in de overeenkomst tussen opdrachtgever en constructeur.

3) Waar in dit artikel wordt verwezen naar de “UAV” betreft het een verwijzing naar de UAV 2012.

4) Het samenstellen van een afzonderlijk document heeft als bijkomend voordeel, dat men niet is gebonden aan de grafische beperkingen van de STABU Systematiek en dat ook het opnemen van tekeningen, staten en tabellen (zoals in de STABU Standaard) tot de mogelijkheden behoort.

5) De publicatie Compendium Aanpak Constructie Veiligheid is samengesteld door de Werkgroep Constructieve veiligheid van de Betonvereniging. De publicatie kan worden gedownloaded via: http://www.betonvereniging.nl/?doc_id=615&m=documents.

6) De opdrachtgever dient zich te beperken tot het (laten) opstellen van het V&G plan ontwerpfase. in bijzonder gevallen, waarbij het belang van de opdrachtgever in het geding is, kunnen in het (bestek) nadere eisen worden gesteld aan de wijze van uitvoeren.

7) Zie het tijdschrift “Cement” van december 2010, nummer 8: “onduidelijke informatie-uitwisseling prefab kost irritatie, tijd en geld De uitwerking van draagconstructies in prefab beton leidt nog altijd tot veel discussie. Verschil van mening is er over de constructieve samenhang, de tweede draagweg, de element- en stekkenberekening, en ga zo maar door. De indeling in categorieën blijkt in de praktijk niet het gehoopte Ei van Columbus. Vooral de informatie-uitwisseling tussen de partijen moet beter. Alleen zo kunnen ruis, stagnatie en extra kosten worden voorkomen. Vooral de hoofd- constructeur speelt daarin een belangrijke rol. Deze moet zijn verantwoordelijkheid daarin dan ook gaan nemen.

|STABuLLETIN 19

Page 20: STABU-bulletin december 2013

VAn hET VAKRisico

wijziging spelregels brandschadenPer 1 januari 2014 veranderen onderlinge afspraken van veel verzekeraars over het verhalen van brandschaden. In de bouwketen zijn brandgevaarlijke werkzaamheden aan de orde van de dag.

Wat verandert er?Vanaf 1 januari 2014 hebben brandverzekeraars ruimere mogelijkheden om schade op de veroorzakers te verhalen. In de huidige “Bedrijfsregeling Brandregres” is het verhalen van schade door brandverzekeraars beperkt tot maximaal €500.000,-. Daarnaast worden bedragen kleiner dan €2.500,- niet verhaald. Beide afspraken komen te vervallen. Brandverzekeraars gaan dus vaker en fors meer schade verhalen dan tot nu toe het geval was. En dat gaat niet alleen om brandschades, want de regeling is ook van toepassing op andere gedekte risico’s onder opstal-, voorraad/goederen- en inventarisverzekeringen. Denk bijvoorbeeld aan veel voorkomende kleine waterschades of aan calamiteiten, zoals ontploffingen.

Wie krijgt hiermee te maken?Eigenlijk alle partijen in de keten van het bouwproces. Aannemers en installateurs worden vaker en voor hogere bedragen aansprakelijk gesteld door brandverzekeraars. Ook door een ontwerpfout kan brandschade ontstaan; dit speelt dus ook bij architecten en ingenieurs. Maar ook de opdrachtgever heeft belang en verantwoordelijkheid.

Brandschade is te voorkomen!Het treffen van preventiemaatregelen bij brandgevaarlijke werkzaamheden is vooral een organisatorische aangele-genheid. Vaak zijn de juiste middelen wel aanwezig, maar ontbreekt het aan heldere afspraken tussen alle betrokke-nen wie waarvoor verantwoordelijk is. Wie doet wat als er brand uitbreekt? Wie houdt toezicht op het nakomen van de afspraken en het eventueel ontstaan van brand? Wie onderzoekt de specifieke risicoverhogende aspecten van (de activiteiten in) het pand waaraan wordt gewerkt?

Wat kunt u doen?Dit soort aspecten moeten VOORAF worden beoordeeld, besproken en vastgelegd. Toezicht moet niet alleen TIJDENS de brandgevaarlijke werkzaamheden plaatsvinden, maar ook tijdens pauzes en andere werkonderbrekingen. De aangestelde toezichthouder en de blusmaterialen moeten ook aanwezig blijven tot minimaal 60 minuten NADAT de laatste brandgevaarlijke werkzaamheden zijn afgerond. Te vaak lijkt alles goed te zijn gegaan, maar laaien smeulende

materialen pas later na afronding van het werk op. En als de toezichthouder en blusmiddelen dan niet meer ter plaatse zijn, dan kan de brand tot grote proporties uitgroeien.

De meeste brandschaden zijn niet het gevolg van één enkele fout. Maar van een opeenstapeling van fouten: verkeerde techniek, onduidelijke afspraken en onvoldoende toezicht. Heldere afspraken in bestekken en het werken met duidelijke –door alle betrokkenen te ondertekenen- checklists en protocollen zijn dan ook van groot belang.

Contractuele afspraken over aansprakelijkheidGoed contracteren is erg belangrijk. U voorkomt er geen schadeclaims mee, maar u zorgt wel voor een duidelijke risicotoedeling vooraf. En risicobewustzijn leidt ook tot het inzien van het belang van preventie. Is het redelijk dat een kleine aannemer of installateur met een beperkte aanneemsom door de brandverzekeraar van zijn opdrachtgever aansprakelijk kan worden gesteld voor tientallen miljoenen euro’s? Het staat opdrachtgevers meestal vrij de aansprakelijkheid van de aannemer te limiteren. Maar controleer dit, of overleg met uw brandverzekeraar.

Ook aannemers kunnen maatregelen nemen in hun contractering met onderaannemers. Heldere regelingen qua aansprakelijkheid, vrijwaringen en verzekeringen zijn in belang van beide partijen.

Realiseer u ook dat een onbeperkte aansprakelijkheid relatief is, als de claim van brandverzekeraars de draagkracht van de schadeveroorzaker te boven gaat. Zoek

in mem

oriam

20 STABULLETIN|

Page 21: STABU-bulletin december 2013

STABuLLETIN

Meeùs Bouw & Infra is specialist in risicobeheersing binnen de bouw- en infrasector. In deze rubriek bespreekt directeur verzekeringstechniek Nico van Nus de afschaffing van de Brandregresregeling en de gevolgen hiervan voor alle betrokken partijen.

Auteur: Nico van Nus

hierin een goede balans. Eis bijvoorbeeld als opdrachtgever van uw aannemer of installateur dat zijn aansprakelijkheidsverzekering een minimale verzekerde som van € 5.000.000,- heeft. Maar is het dan ook niet redelijk vast te leggen dat de (onder)aannemer of installateur voor het meerdere niet aansprakelijk is?

Wat betekent dit voor verzekeringen van aannemers en installateurs?Aandacht voor de verzekerde som onder de aansprakelijkheidsverzekering is meer dan ooit belangrijk. Aan de andere kant is enige nuchterheid ook van belang. Elke aannemer kan elke dag een schade van tientallen miljoenen veroorzaken. Ook verzekert de overheid zichzelf niet en waren niet alle brandverzekeraars aangesloten bij de Bedrijfsregeling Brandregres. En een rechter heeft ook een matigingsrecht. Daarbij zal rekening worden gehouden met “wederzijdse stand en fortuin”. Maar om te voorkomen dat het “fortuin” van een schadeveroorzaker door een brand teniet gaat is een substantiële verzekerde som aan te raden.

De premies van bouwverzekeringen zullen op termijn gaan stijgen, want het risicoprofiel wordt zwaarder. Maar ook inhoudelijk is er werk aan de winkel, bijvoorbeeld als in de polisvoorwaarden van de aansprakelijkheidsverzekering nog wordt verwezen naar de Bedrijfsregeling Brandregres. Tenslotte is het van belang goed op te letten bij de CAR-verzekering. Want in de rubriek ‘Bestaande eigendommen opdrachtgever’ is soms een uitsluiting opgenomen voor brand, bliksem en explosie. En dat is heel gevaarlijk, zeker als de aannemer delen van gebouwen in bewerking heeft.

Kortom: Maatadvies door een gespecialiseerde bouwverzekeringsmakelaar is dus aan te bevelen!

in mem

oriam

G.J. (Goof) AnnokkeeOp 13 november 2013 is Goof Annokkee - onze projectcoördinator

elektrotechniek - overleden.

Goof heeft ruimschoots zijn sporen verdiend als projectcoördinator bij STABU. Zijn 23- jarige ervaring bij het ministerie van Defensie als ontwerper van elektrotechnische installaties

en projectleider van bouwprojecten, gebruikte hij sinds 16 maart 1994 bij zijn werkzaamheden als projectcoördinator elektrotechniek bij Stichting STABU. Hij heeft mede vorm gegeven aan de

ETIM-classificatie voor de elektrotechniek. Mede hierdoor was Goof een autoriteit op zijn vakgebied in Nederland. Na zich jaren te hebben ingezet voor het STABU Bouwbreed Informatiesysteem mocht Goof in mei 2013 de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Toch heeft hij nog bijgetekend om verdere invulling te geven aan "zijn" installaties in de STABU-database. Naast zijn kennis en expertise op elektrotechnisch vlak zullen we hem ook missen als een warme en betrokken collega, die altijd en overal voor iedereen klaarstond. We wensen zijn vrouw en familie veel sterkte toe.

21STABULLETIN |

Page 22: STABU-bulletin december 2013

Projectcoördinatoren Stichting STABuZonder content geen systema-tiek. Voor de inhoud van de huidige STabu²-systematiek maar ook de nieuwe ontwikkelingen zijn een aantal pro-jectcoördinatoren verantwoordelijk. Een (nieuw) voor-stelrondje:

• Juridische zaken

S.A. Brands - Sebastiaan Brands heeft zijn rechten-studie (HBO) afgerond en is vanaf 1 november 2008 werkzaam als projectcoör-

Sebastiaan Brands | Stichting STABU

dinator juridische zaken. Hij is verantwoordelijk voor het beheer van de administratieve bepalingen in de STABU- systematiek, de daaraan verwante Projectgroep 01 en alle overige juridi-sche zaken binnen het STABU-bureau. Tevens is één van zijn taken ervoor zorg te dragen dat meerdere contractstelsels binnen STABU BWBRD beschikbaar komen met daaraan gekoppelde ondersteunende informatie in BWBRD Kennissystemen.

• Werktuigbouwkunde

ing. C. Cornax - senior projectcoördinator werktuigbouwkunde en procestechniekSinds medio 1989 is Cor Cornax bij STABU en is hij verantwoordelijk voor de werktuigbouwkundige en procestechnische delen. Samen met de project- en werkgroepleden is hij sindsdien bezig met het uitbreiden van de STABU-data. Eerst nog gericht op specificaties en hoofdstukken, later de installatiedelen en de relaties met de Elementenmethode.

Sinds 2013, en daarmee tevens voor de komende tijd, is hij actief voor de 3e

generatie STABU-systematiek. De kracht ligt niet zozeer in de specificaties, maar veel meer in koppelingen daartussen. "Hierdoor zal het beschrijven van projecten op het niveau van pve t/m bestek mogelijk worden," aldus Cor. De ontwikkelingen van BIM, CB-NL enz. volgt hij op de voet, of neemt namens STABU daaraan deel. Verder is hij vertegenwoordiger van STABU bij partijen zoals Uneto-Vni, TVVL, ISSO en Stichting MarktMonitor.

• Bouwkunde

J. Plaisier - Vanaf september 2005 wendt Johan Plaisier zijn kennis aan als project coördinator bouwkunde bij Stichting STABU. Daar is hij voornamelijk be-last zijn met het up-to-date houden van de STABU-systematiek op het gebied van bouwkunde. De hoofdstukken 'Natuursteen' en 'Dakbedekkingen' zijn inmiddels aangepast en de projectgroep wordt bijeen geroepen wanneer nieuwe ontwikke-lingen daarom vragen. In samenwerking met Stichting Erkende Monumentenzorg (ERM), Vereniging van Architecten Werkzaam in de Restauratie (VAWR) zal Johan een complete verzameling van bestekspecificaties beschikbaar maken voor de markt.

Johan Plaisier | Stichting STABU

Cor Cornax | Stichting STABU

J. Veenbaas - Johan Veenbaas is vanaf 2001 projectcoördi-nator bouwkunde bij STABU. De heer Veenbaas levert een bijdrage in het vullen van STABU-Element met betrekking tot bouwkunde. Daarnaast geeft hij - samen met de projectgroep 'Schilderwerk' - invulling aan veranderende wet- en regelge-ving op verfgebied en de consequenties ervan voor de diverse specificaties.

F. Gouw - Frans zal per eind 2013 van zijn pensioen gaan ge-nieten. Voor meer informatie zie pagina 11 van dit bulletin. Zijn taken worden verdeeld over zijn collega's.

• Elektrotechniek

G.J. AnnokkeeProjectcoördinator Elektrotechniek Goof Annokkee is ons ontvallen. In zijn 'in memoriam' op pagina 22 blikken we terug op de afgelopen jaren.

22 STABULLETIN|

STABU wenst u prettige kerstdagen & een

Page 23: STABU-bulletin december 2013

constructief nieuwjaar!

STABU wenst u prettige kerstdagen & een

Page 24: STABU-bulletin december 2013

WIlly BRAndTlAAn 81 | 6716 RJ EdE (Gld.) | TEl.: (0318) 63 30 26 | FAx: (0318) 63 59 57 | E-mAIl: [email protected] | WEBSITE: WWW.STABu.oRG

colofon

december 2013Achtentwintigste jaargang no. 3

STABU-bulletin is het driemaal per jaar verschij-nende huisorgaan van Stichting STABU over de voortgang van het STABU Bouwbreed Informatie-systeem. Het STABU-kantoor is gevestigd aan de Willy Brandtlaan 81, 6716 RJ Ede.

Teksten: • D.B. Kervel• N. van Nus• ir. L.M. Verhage

Hoofdredacteur: • ir L.M. Verhage ([email protected])

dit blad wordt geproduceerd en geredigeerd door:Stichting STABUD.B. Kervel (redacteur)Postbus 36, 6710 BA EDETelefoon: (0318) 63 30 26Telefax: (0318) 63 59 57E-mail: [email protected]: www.stabu.org

Inlichtingen over advertentietarieven bij STABU.

Overname van de inhoud: Graag na overleg met de redactie.

Hoewel uiterste zorg is nagestreefd, staan wij niet in voor eventuele (druk)fouten en/of onvolledigheden en aanvaarden auteurs en redactie deswege geen aansprakelijkheid.

ISSN: 1384-7872

Vormgeving: skerp functionele communicatie, Doetinchem

Drukker:Senefelder Misset, Doetinchem

Prijsoverzicht STABu-producten De STABU-bestekssystematiek voor de woning- en utiliteitsbouw bestaat uit:• STABU-bestanden• STABU-Standaard 2012;• 1 Wachtwoord voor het beveiligde gedeelte van de STABU-website.

De STABU-bestekssystematiek wordt geleverd na afsluiting van een licentieovereenkomst waaraan een abonnement gekoppeld is.

Deze licentieovereenkomst wordt aangegaan voor een tijdvak van een kalender-jaar (nieuw!) alsmede het jaar waarin de licentieovereenkomst wordt afgesloten.

De tarieven voor 2014 zijn door het Algemeen Bestuur van Stichting STABU vastgesteld.

De gelieerde systeemhuizen hebben speciaal voor het “STABU-Compact” gebruik ook hun STABU-programma tegen gereduceerde prijzen beschikbaar gesteld.

Eind februari 2012 is een nieuwe STABU-Standaard uitgebracht met daarin de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012):

STabu-Standaard 2012 € 88,-

STABU-Standaard 2007 € 78,-

Het GB CAD-Afsprakenstelsel (GB CAS) is primair bedoeld voor gestructureerd tekenwerk van 2D CAD-tekeningen en informatie-uitwisseling. Geïntegreerd Bouwen (GB), als eigenaar/beheerder/uitgever van het GB CAS, heeft werkzaamheden uitgevoerd die hebben geleid tot een nieuwe en geheel herziene uitgave, versie 4. Stichting GB is met Stichting STABU overeengekomen dat deze laatste de distributie, de promotie en het onderhoud van het GB CAS 4.0 ter hand neemt. Distributie vindt plaats via internet: www.gbcas.nl

gb-caS € 151,-

De genoemde prijzen zijn inclusief leverings- en administratiekosten en zijn exclusief de verschuldigde BTW.

STabu cOmPLeeT(t/m 5 werkplekken*)

€ 1029,00€ 771,75€ 514,50€ 257,25

STabu cOmPacT(t/m 5 werkplekken*)

€ 422,00€ 316,50€ 211,00€ 105,50

Aanschaf Licentie STABU in de periode

januari t/m maartapril t/m junijuli t/m septemberoktober t/m december

*per vijf werkplekken wordt de prijs verdubbeld

• ir. S.W. Wierda• ir. B. Offringa

24 STABULLETIN|