STABU-bulletin september 2014

24
Stabulletin JAARGANG 29 | NUMMER 02 | SEPTEMBER 2014 Jack Liemburg: “Tailormade is de toekomst” Monika Chao-DuiviS, DireCteur van het inStituut voor bouwreCht: “De bouw worDt SteeDS Meer een kenniSinDuStrie”

description

Huisorgaan Stichting STABU over de organisatie STABU, producten en overige bouwgerelateerde onderwerpen

Transcript of STABU-bulletin september 2014

Page 1: STABU-bulletin september 2014

StabulletinJAARGANG 29 | NUMMER 02 | SEPTEMBER 2014

Jack Liemburg:“Tailormade is de toekomst”

Monika Chao-DuiviS, DireCteur van het inStituut voor bouwreCht: “De bouw worDt SteeDS Meer een kenniSinDuStrie”

Page 2: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 2

VOORWOORD

Voor u ligt een compleet vernieuwd bulletin. Dit is één van de veranderingen die STABU de afgelopen tijd heeft onder-gaan en ook nog de komende periode zal ondergaan.

Een nieuw onderkomen, een nieuwe website, een nieuw product, eigen software, een reorganisatie, nieuwe medewerkers en een nieuwe positionering. Allemaal zaken die broodnodig zijn gebleken om STABU aansluiting te laten houden bij de veranderende bouwsector.

STABU heeft de afgelopen jaren een sterke positie bereikt. We ontwikkelen en beheren de grootste database om te speci-ficeren in de bouwsector. Van oudsher middels het klassieke standaardbestek, in de toekomst steeds meer vanuit Bouw-werk Informatie Modellen. STABU bereidt zich voor op de toekomst door vol in te zetten op innovatie, communicatie en samenwerking en verstevigt zo haar fundament als kennispartner. We zijn daarnaast bij een aantal ontwikkelingen betrok-ken waar we onze kennis en data inbrengen om de sector optimaal te ondersteunen.

STABU BouwbreedBegin 2015 komen we met de eerste versie van STABU Bouwbreed. Hiervan zijn begin juli al een aantal modules gelan-ceerd, samen met een eigen softwarepakket. Zo kan de markt vast meekijken met wat er staat te gebeuren. Onze visie op de waarde die STABU en haar nieuwe systematiek kan toevoegen aan de bouw- en installatiesector is in een document en film te vinden op de website www.stabu.org.

Nieuwe formuleStond het bulletin eerst vol met technisch inhoudelijke stukken, vanaf nu behandelen we algemenere business- en ma-nagementvraagstukken die voor de hele sector van belang zijn en waar STABU een rol in heeft. Uiteraard verliezen we de technische inhoud niet uit het oog. Daarvoor verwijzen we u graag naar de module ‘Kennissystemen’ van STABU Bouw-breed, waar alle relevante informatie wordt opgeslagen.

In dit bulletin behandelen we onder andere functioneel specificeren. Zoals bekend is dit momenteel ’trending topic‘ in de sector. STABU heeft daartoe de Projectgroep 99 opgericht. In dit bulletin geeft Aedes haar visie op dit onderwerp vanuit het perspectief van corporaties. In een gesprek met hoogleraar Bouwrecht Monika Chao-Duivis komt de wetgeving naar aanleiding van de CPR en het stelsel van kwaliteitsborging aan bod. Hilti brengt in een interview naar voren hoe deze fabrikant vooruitstrevend omgaat met veranderingen als de CPR en BIM, waarbij een link wordt gelegd met de dagelijkse praktijk. In iedere editie komt voortaan ook een niet zo voor de hand liggend persoon aan het woord, die vanuit zijn vak parallellen trekt met de bouwsector. Ditmaal is dat kunstenaar Jack Liemburg. Ons doel met dit vernieuwde bulletin is u op een toegankelijke manier informeren, met een aantrekkelijk vormgegeven blad waardoor STABU op uw netvlies komt te staan.

Ik hoor graag van u of we daarin geslaagd zijn!

Marc Verhagealgemeen directeur STABU

voorwoorDMarc Verhagealgemeen directeur STABU

Page 3: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 3

2 Voorwoord: Marc Verhage

4 Monika Chao-Duivis: “De bouw wordt steeds meer een kennisindustrie”

8 Kunstenaar Jack Liemburg: “Tailormade is de toekomst”

14 STABU Nieuws

16 Vanuit het bestuur: Dennis Duffels

18 Jerry Huijsman, Hilti: “We moeten meer vooruit leren denken”

19 Maarten Georgius, Aedes: “De markt moet uitgedaagd worden”

22 Column Boudewijn Goedhart: Denk klantgericht!

INHOUD

inhouD ColofonStichting STABUPostbus 366710 BA EDE Telefoonweg 326712 GC EDE

Tel. 0318 63 30 26Fax. 0318 63 59 57E-mail: [email protected]. www.stabu.org

StabulletinJAARGANG 29 | NUMMER 01 | APRIL 2014

Jack

Liemburg:

“Tailormade is

de toekomst”

Monika Chao-DuiviS, DireCteur van het inStituut voor bouwreCht:

“De bouw worDt

SteeDS Meer een

kenniSinDuStrie”StabulletinVERNIEUWDE

UITGAVE!

Ontwerp:BouwStijl Media, Rotterdam

Redactie:BouwStijl Media, Rotterdam ISSN: 1384-7872

Copyright: STABU

Page 4: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 4

INTERVIEW

Monika Chao-Duivis is directeur van het Instituut voor Bouwrecht. Daarnaast is zij hoogleraar Bouwrecht aan de TU Delft en mag ze zich Legal Woman of The Year 2013 noemen. Voor dit bulletin spraken we haar over twee veranderingen in het bouwrecht die op dit moment een grote stempel drukken op de sector: de private kwaliteits-borging en de Europese CE-markering.

Minister Blok wil wettelijk regelen dat opdrachtgevers en bouwers vanaf 2015 zelf verantwoordelijk worden voor de kwaliteit van bouwprojecten. Wat betekent de invoering van deze private kwaliteitsborging?“Bouwwerken moeten aan bepaalde eisen voldoen. In het verleden toetste Bouw- en Woningtoezicht dit in het kader van de vergunningaanvraag. Dat wordt nu overgenomen door private partijen. De overheid gaat niet meer keuren, maar een opdrachtgever/eigenaar moet zelf zorgen en aan tonen dat het ontwerp en bouwwerk aan de door de over-heid gestelde eisen voldoet.”

Hoe bereidt de sector zich voor op de aankomende veran-deringen?“Er wordt heel veel opgetuigd. Bij een bouwwerk zijn veel partijen betrokken voor verschillende werkzaamheden. Die moeten allemaal gecontroleerd worden. Eerder be-keek Bouw- en Woningtoezicht de tekeningen van al deze partijen en gaf daar al dan niet akkoord op. In het afgelopen decennium is de ‘wetenschappelijke’ kant van toetsen ech-ter behoorlijk ontwikkeld en is de drieslag persoon, proces en product ontstaan.”

“Nu wordt eerst gekeken naar de persoon die iets doet. Heeft hij de juiste kwalificaties? Daarna volgt het proces. Wordt er met goed materiaal gewerkt, verlopen de werk-zaamheden netjes en is daar een verslag van? Ten slotte is er controle op het eindproduct. Op al die controles wil men zicht hebben en ook nog eens voor alle verschillende

Monika Chao-Duivis: “De bouw wordt steeds meer een kennisindustrie”

Page 5: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 5

INTERVIEW

disciplines. Zo ontstaan allerlei reglementen (het Instituut Bouwkwaliteit dat dit voorbereidt noem het ‘instrumenten’) en certificerende instanties (instrumentbeheerders). Door de veranderende regelgeving is dit in een stroomversnel-ling geraakt. De bouw bereidt zich in elk geval flink voor.” Wat vindt u van de gedachte dat door een private kwali-teitsborging ‘de slager zijn eigen vlees keurt’?“De private kwaliteitsborging is voor een deel een kwestie van zelf verklaren via welke methode gewerkt wordt, dat het gehanteerde proces goed in elkaar zit en dat je de rele-vante kwalificaties hebt. Daar is echter een controlestelsel aan gekoppeld, waarbij de instrumentbeheerder en/of de toelatingsorganisatie die het instrument heeft toegelaten, de uitvoerende partijen controleert. Het is dan te simpel om te zeggen dat de slager zijn eigen vlees keurt. Periodiek worden controles uitgevoerd en als ultieme straf kan een keurmerk of certificaat ingetrokken worden. Zo’n externe controle is noodzakelijk. Als het zou worden gelaten bij de enkele verklaring van de partij die het werk doet, is dat absoluut niet voldoende.”

Zo worden vooral de personen en het proces gecontro-leerd. Hoe zit het met de controle van het product?“Ook hier geldt dat een eigen verklaring van de bouwer onvoldoende is. Daar zal de opdrachtgever eindcontrole op moeten uitvoeren. Als relatieve leek zal hij hier vaak een externe partij voor inhuren zoals een ingenieur van Vereni-ging Eigen Huis of een adviesbureau. Ten opzichte van de aannemer, ontwerper of een andere betrokken partij is dat een externe deskundige die het geleverde opneemt. Zo’n producttoets kun je aan het eind doen, maar kan natuurlijk ook tijdens het proces.”

Volgens de oorspronkelijke plannen zou de private kwali-teitsborging per 1 januari 2015 ingaan. Deze datum is nu losgelaten. Wat vindt u hiervan?“Dit is een hele grote operatie. Ik denk dat de geesten rijp zijn voor private kwaliteitsborging en dat het nieuwe sys-teem ook zeker kan werken, maar het moet wel goed opge-zet worden. Voor alle verschillende partijen en processen moeten er instrumenten komen. Hoe ga je controleren en borgen? En wie controleert de instrumentbeheerders? Ook dat moet op poten gezet worden. Er spelen grote economi-sche belangen. Als een aannemer niet gecertificeerd wordt, is dat een hele ingrijpende beslissing voor een bedrijf. Dat moet goed onderbouwd zijn. Het formuleren van regelge-ving heeft tijd nodig. Ik vond de streefdatum dan ook erg optimistisch en eigenlijk onverantwoord.”

” In het afgelopen decennium is de ‘wetenschappelijke’ kant van toetsen behoorlijk ontwikkeld “

Page 6: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 6

INTERVIEW

Een andere ingrijpende wijziging voor de sector is de CPR die vorig jaar juni Europese wetgeving is geworden. Dat betekent dat voor veel bouwproducten nu een CE-marke-ring verplicht is. Vanwaar deze verandering?“De Europese Unie houdt zich bezig met vrij handelsver-keer binnen Europa. Ook bouwstoffen worden interna-tionaal verhandeld. De EU wil voorkomen dat door allerlei landelijke eisen deze producten de grens niet over kunnen. Dat is de achtergrond van de Europese regelgeving voor bouwproducten.”

Waarom is de CE-markering nog niet voor alle bouwpro-ducten verplicht?“Of een product CE-gemarkeerd moet worden, is afhanke-lijk van de vraag of het product onder een geharmoniseer-de norm valt. Een product dat bestemd is om blijvend te worden verwerkt in bouwwerken, is een ‘bouwproduct’. Dit is een ruime term dus er valt veel onder. Een product dat in de bouw gebruikt wordt, maar niet aan deze omschrij-ving voldoet, valt niet onder de bouwproductenrichtlijn. Mogelijk kan dit wel weer onder een andere richtlijn/veror-dening vallen.”

Hoe sluit deze Europese wetgeving aan op landelijke wet-geving, zoals het Bouwbesluit?“Het Bouwbesluit stelt eisen aan gebouwen, CE-markering aan producten. Landelijke gebouweisen hebben bijvoor-beeld met het klimaat en bodemgesteldheid te maken. Wij stellen in Nederland in principe geen eisen aan aardbe-vinggevoeligheid, maar zitten wel voor een groot gedeelte onder zeeniveau. We kunnen het vanwege ons klimaat belangrijk vinden specifieke eisen te stellen aan hoe een muur geïsoleerd wordt. Voor het isolatiemateriaal gelden Europese normen, maar de overheid mag voorschrijven dat je drie lagen van een bepaald CE-gemarkeerd isolatiemate-riaal nodig hebt.”

Hoe ziet u de toekomst van de bouwsector in het per-spectief van de veranderende regelgeving? “Er gebeurt al heel veel. Zowel op het gebied van priva-te kwaliteitsborging als de CE-markering. Je hoort vaak mensen zeggen dat de bouw een achterlijke sector is. Dat stoort mij. Kijk maar naar dit soort normeringen en alles wat hierbij komt kijken. Men probeert daar echt op een wetenschappelijk verantwoorde manier vorm aan te geven. Ik denk dat de bouw daar behoorlijk ver in is. Het is nu een kwestie van afmaken waar men aan begonnen is. Dat moet je niet overhaasten. Vervolgens moeten individuele aannemers, ontwerpers en andere partijen die kennis tot zich nemen en in de praktijk brengen. Op het niveau van de bouwplaats en de tekenkamer is nog wel een slag te maken. De bouw in Nederland wordt steeds meer een kennisindustrie en dat komt de kwaliteit ten goede. Natuur-lijk is nog ruimte voor verbetering, maar daar wordt ook aan gewerkt. Hoe serieus dat bouwbreed benaderd wordt, verrast mij in positieve zin.”

” Je hoort vaak mensen zeggen dat de bouw een achterlijke sector is. Dat stoort mij “

STABU is voornemens dit najaar een CE- congres te organiseren. Check de website www.stabu.org voor meer informatie en aanmeldingsmogelijkheden.

Page 7: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 7

INTERVIEW

“Voor alle details over de CE-markering verwijs ik graag naar het boek ‘Certificering en normalisatie in het publieke bouwrecht’ van Richard Neerhof. Daarnaast deed ik samen met Hugo Strang op verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken onderzoek naar de vraag hoe de bouwconsument (opdrachtgever) beter te beschermen is. Dat resulteerde in het boek: ‘Naar een andere verdeling van verantwoor-delijkheid in de bouw, onderzoek naar privaatrechtelijke verbeterings-mogelijkheden van de bouwkwaliteit’. Beide boeken zijn uitgegeven door het Instituut voor Bouwrecht.”

Monika Chao-Duivis is directeur van het Instituut voor Bouwrecht dat onafhankelijk weten-schappelijk onderzoek doet in het veld van publiek en privaat bouwrecht. Daarnaast is ze hoogleraar Bouwrecht aan de TU Delft. Ze is gespecialiseerd in privaatrecht, waarbinnen ze zich vooral richt op contracten-, aanbestedings en aansprakelijkheidsrecht. Onderzoek naar de gevolgen van nieuwe Europese regelgeving is één van de aspecten waar ze zich op toelegt.

Monika Chao-DuiviS

Page 8: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 8

INTERVIEW

“Net als bij kunst geldt ook voor de bouw dat er wel een markt voor je eindproduct moet zijn”

Kunstenaar Jack Liemburg: “Tailormade is de toekomst”

Page 9: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 9

INTERVIEW

Hij zei een gouden carrière in het zakenleven vaarwel en ging zijn droom achterna. Ongeveer tien jaar later timmert Jack Liemburg ook als kunstenaar succesvol aan de weg. Zijn workshops zijn uitverkocht en zijn schilderijen gaan als warme broodjes over de toonbank. Zijn geheim? Inspe-len op de wensen van de klant. Zie hier de parallel met de bouwsector, die momenteel middenin deze transitie zit. Wat kan de bouw van deze kunstenaar leren?

We spreken Liemburg op de tweede verdieping van de Hertog van Gelre, een jaren 90 kantoorgebouw in het hartje van Apeldoorn. Vroeger bevolkten kantoormedewerkers hier een in hokjes verdeelde etage. Maar sinds het pand leeg is komen te staan, sieren spontane schilderijen in felle kleuren de wanden en de vloer van één grote open ruimte. De transitie die dit pand heeft doorgemaakt, van kantoorge-bouw tot kunstenaarsbolwerk, weerspiegelt de carrière van Liemburg.

DubbellevenNa zijn studiejaren werkte Liemburg zich op tot de eigenaar van een succesvol headhuntersbureau waarmee hij zich op executive search en werving en selectie richtte. “Dag in dag uit was ik bezig met het plaatsen van commercieel mana-gers en accountmanagers binnen de printing, IT en media, maar ook voor bouwbedrijven. Als een keurige accountma-nager, strak in het pak, mooie auto erbij. Maar mijn hart lag bij de kunst. Ik leefde een dubbelleven, tot ik grofweg tien jaar terug besloot om me volledig op mijn passie te richten.”

Succesvolle startDe overstap naar de kunstwereld gaat Liemburg goed af. Steeds meer mensen hebben een ‘Jack’ aan de muur. IKEA gebruikt binnenkort zelfs Jack’s Art suikerzakjes in haar restaurants en de workshops die Liemburg al jarenlang organiseert zijn drukbezocht. De resultaten van deze clinics hangen inmiddels al in directiekamers, fabriekshallen en huiskamers in binnen- en buitenland, ondanks de reces-sie. “Van de crisis merk ik eigenlijk niets”, vertelt Liemburg dan ook met trots. “Kwamen er in het begin ongeveer 100 mensen per maand op mijn workshops af, tegenwoordig schommelt dit aantal tussen de 1.200 en 1.300.”

Meer dan alleen mooiLiemburg profiteert als kunstenaar onder andere van zijn netwerk als headhunter. Maar ook de kennis die hij destijds heeft opgedaan komt hem goed van pas. “Kunst is niet alleen mooi om naar te kijken, maar ook een economisch vehikel. Als er geen vraag naar is, dan kun je het zelf nog zo mooi vinden, maar dan raak je het aan de straatstenen niet kwijt.” Op de vraag of hij hier een parallel ziet met de bouw-sector, knikt Liemburg instemmend. “Ook voor de bouw geldt dat er wel een markt voor je eindproduct moet zijn. Veel bouwers zijn de tijd gewend waarin panden in no time uit de grond gestampt werden zonder rekening te houden met de vraag of het wel verkocht kon worden. Maar die tijd is echt voorbij.”

Page 10: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 10

INTERVIEW

“Mensen zijn op zoek naar iets unieks, dat volledig afgestemd is op hun eigen wensen. En ze zijn bereid hiervoor te betalen”

Page 11: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 11

INTERVIEW

JaCk lieMburgBenieuwd geworden naar de kunstwerken van Jack Liemburg? Wil je een workshop bij hem volgen of heb je interesse in het aanschaffen van een echte “Jack”? Neem dan een kijkje op www.jacksart.nl.

Tailormade heeft de toekomstAangezien de werken van Liemburg ook in grote getale in woonwinkels hangen door het hele land, ziet hij de voor-delen van seriematig werken. Tegelijkertijd levert hij ook unieke werken af op bestelling. “Juist in die markt zie ik de laatste jaren de grootste groei. Mensen zijn op zoek naar iets unieks, dat volledig afgestemd is op hun eigen wensen. En ze zijn bereid hiervoor te betalen. In de bouw verwacht ik dezelfde ontwikkeling. Zet daarom geen projecten meer neer van 200 dezelfde eengezinswoningen, maar bied mensen de mogelijkheid om deze – natuurlijk binnen be-paalde grenzen – te personaliseren. Tailormade heeft echt de toekomst.”

Liemburg ervaart de kracht hiervan dagelijks. “Bouwen is ondernemen, kunst ook. Wij hebben de afgelopen jaren al diverse mooie, leegstaande projecten onder handen genomen door ze op te leuken met op de locatie afgestem-de kunst. En met succes. Kunst en aankleding worden vaak gezien als sluitpost. Maar ik ben ervan overtuigd dat je veel meer bereikt, als je hier prioriteit aan geeft.” Een sprekend voorbeeld uit de praktijk is “de Maalderij”, het industriële pand waar STABU onlangs naar verhuisd is. Zo’n tien doe-ken in de stijl van Herman Brood, met wie Liemburg jaren heeft samengewerkt, maken van de prachtige ruimtes in de Maalderij een prettige werkomgeving.

Leer samenwerkenVoor de bouw heeft Liemburg ten slotte nog een laatste tip: “Leer samen te werken en duidelijk te communiceren. Ste-

den en gebouwen zijn voor mij prachtige inspiratiebronnen. Maar als ik een cursus geef aan bedrijven uit de sector, of dit nou een installateur of corporatie is, merk ik ook dat er bij het tot stand komen van die gebouwde omgeving veel fout gaat. Vaak staan interne én externe communicatiepro-blemen een effectief proces in de weg. Als je succesvol wilt zijn in jouw vakgebied, moet je die aanpakken.”

“Tijdens mijn workshops gaat het daarom lang niet alleen om het schilderen. Als je met een afdeling of mensen van verschillende afdelingen aan één schilderij werkt, merk je

gauw waar de bottlenecks zitten. Dankzij mijn ervaring in de executive search sleutel ik aan die problemen door doel-stellingen aan de cursus te hangen. Dat kan gaan om het verbeteren van de klantvriendelijkheid, het bieden van toe-gevoegde waarde of het werken buiten gebaande paden. Uiteindelijk bepaalt de mate waarin je als onderneming met deze thema’s omgaat, hoe succesvol je de komende jaren zult zijn.”

“Vaak staan interne én externe communicatieproblemen een effectief bouwproces in de weg”

Page 12: STABU-bulletin september 2014

ADVERTORIAL

Bert van Pijkeren, operationeel manager Gebiedsontwikkeling en Bouw bij Reggefiber: “Met een glasvezelverbinding wordt niet alleen de basis gelegd voor een snelle internetverbinding. Het kan ook de opmaat zijn naar een passiefhuis. Zo’n ener-gieneutraal huis verbruikt voor verwarming maximaal 15 kWh/m² per jaar. Met een open glasvezelverbinding en ‘tools’ als een slimme meter kan op afstand energiemonitoring worden uitgevoerd om deze waarde daadwerkelijk te halen.”

Een andere praktische toepassing van glasvezel is beveiliging op afstand. Met diverse draadloze alarmsystemen, bediend via een smartphone, heb je op elk moment en iedere plaats controle over de woning. Een snelle en stabiele verbinding met een gegarandeerde doorvoer van data is hierbij een groot pluspunt.

Eigen glasvezelkabel Een dergelijke ‘next generation’ verbinding komt er echter niet vanzelf. Reggefiber richt zich in Nederland op de aanleg en het beheer van open glasvezelnetwerken in bestaande en nieuwbouwwijken. Al voor de bouw van nieuwbouwwo-ningen legt Reggefiber voor elke woning een eigen glasvezelkabel in de grond tegen de erfgrens van het perceel.

“Een aantal weken voor de sleuteloverdracht wordt de verbinding binnengebracht in de nieuwbouwwoning en een glasvezelmodem geïnstalleerd”, licht Van Pijkeren toe. “Bij nieuwbouwprojecten van meer dan 250 woningen wordt in principe glasvezel aangelegd. Voor kleinere projecten kunnen aannemers of consumenten via Aansluitingen.nl bij Reggefiber de mogelijkheden voor een glasvezelverbinding opvragen.”

Onderscheidende factorUit onderzoek* blijkt dat zeven op de tien bewoners van nieuwbouwwoningen het belangrijk vinden dat ze in de nieu-we woning gebruik kunnen maken van de nieuwste technieken. Een groot deel van de ADSL- en kabelgebruikers geeft aan graag over te stappen naar glasvezel als dit beschikbaar is. Van Pijkeren: “Voor een grote groep consumenten is de aanwezigheid van glasvezel van toegevoegde waarde bij het betrekken van een nieuwe woning. De aanwezigheid van een glasvezelverbinding is een belangrijke vestigingsfactor: een element om rekening mee te houden bij het plannen en inrichten van nieuwbouwlocaties.”

* Right Marktonderzoek juli 2014

Het afsluiten van een abonnement voor internet, televisie en telefonie bij het betrekken van een nieuwbouwwoning: het is inmiddels net zo standaard als het omzetten van het postadres. Ruim zeven op de tien Nederlanders hebben hun aansluitingen al geregeld voordat ze verhuizen. Slechts 9% moet dit nog aanvragen na verhuizing*. Voor veel consu-menten is snel en stabiel internet in de vorm van een glasvezelverbinding een meerwaarde voor hun nieuwe woning. Dat is ook niet verwonderlijk. Net als de nieuwe woning is een glasvezelverbinding een investering in de toekomst.

Nieuwe woning ‘future proof’ met glasvezel

Meer informatie: www.eindelijkglasvezel.nl

Page 13: STABU-bulletin september 2014

ADVERTORIAL

De Belgische onderneming Derbigum, het moederbedrijf van Derbigum Nederland, is gespecialiseerd in energiebe-sparende en -producerende dakbedekkingsmaterialen. De onderneming is gestart in 1932 en investeert vandaag de dag fors in vernieuwende producten voor duurzaam bou-wen en energiebeheer.

Het credo ‘Making Buildings Smart’ geeft de missie van Derbigum duidelijk weer: innovatieve en duurzame oplos-singen op maat ontwikkelen. Het doel is energiekosten besparen, hernieuwbare energie produceren, de duurzaam-heid verhogen en zodoende de ecologische voetafdruk van gebouwen beperken.

DERBIPURE®Eén van de innovaties die het bedrijf heeft voortgebracht is een witte dakbedekking met de naam DERBIPURE®. Dit is een niet-bitumineuze dakbaan op plantaardige basis. Het is versterkt met een composiet glas/polyester wapening en geïmpregneerd met een hoogreflecterende acrylcoa-ting. DERBIPURE® werkt hierdoor als een passieve koeler. Zo zorgt het voor energiebesparing en vermindert het de productie van CO2 tijdens zijn volledige levensduur. Dankzij een neutrale pH-coating kan regenwater van het dak terug-gewonnen worden.

Innovatie is de belangrijkste pijler in de strategie van Derbigum. De inspanningen op dat vlak hebben geresul-teerd in onder andere een dakbaan op plantaardige basis en dakbedekking met geïntegreerde zonnecellen.

DERBIGUM: Making Buildings Smart

Meer informatieBelangstelling voor een toelichting? De mensen van Derbigum komen graag eens bij u langs. Een vrijblijvende afspraak is snel gemaakt!

DERBIGUM Nederland BVPostbus 2372600 AE DELFTTel. 015-2154000Website: www.derbigum.nlE-mail: [email protected]

Derbisolar®Derbisolar® is een dakbedekking met geïntegreerde zonne-cellen. In 2011 is gestart met de renovatie van 640 wonin-gen in Overvecht Noord. Dit moest duurzaam gebeuren. Daarom is er op de daken Derbisolar® geplaatst: een witte dakbaan met geïntegreerde flexibele PV-cellen.

Het totale project bevat 3840 panelen PVL 144. Dat is een geïnstalleerd vermogen van 552.960 Wattpiek. De opbrengst zal per jaar ca. 500.000 kWh bedragen. Met 8300 m² aan zonnepanelen is deze wijk nu het grootste zonne-energiepark van Utrecht. De woningen zitten nu allemaal in energielabel B, sommigen zelfs in A, terwijl ze voorheen in label E of zelfs F zaten.

BestekserviceOp www.derbigum.nl staat een bestekservice. Door een keuze in de ondergrond en de verschillende constructies, wordt de bezoeker naar het meest effectieve product geleid. Uiteindelijk worden zo de besteksteksten gegenereerd.

Page 14: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 14

STABU NIEUWS

Samenwerken voor meerwaardeSTABU heeft afgelopen jaren een sterke positie bereikt. Marc Verhage, algemeen directeur STABU: “We zijn bij een aantal ontwikkelingen betrokken, waarbij we onze kennis en data inbrengen, om de sector optimaal te on-dersteunen.”

“Een voorbeeld is de CPR discussie, waarin wij een rigou-reuze beslissing hebben moeten nemen om alle beoorde-lingsrichtlijnen te verwijderen uit de systematiek. Dit heeft tot veel weerstand geleid in de markt, maar inmiddels is gebleken dat dit de enige juiste beslissing was. We krijgen dan ook veel waardering vanuit de markt voor de voorlich-ting die velen heeft behoed voor misstappen.”

“Ik noem ook deelname aan diverse initiatieven rondom gestandaardiseerde en geclassificeerde data, zoals CB-NL, BAB, Beheer Open BIM Standaarden van de BIR, samen-werking met S@les in de Bouw en ETIM etc. In al deze gevallen is de uitdaging het zoeken van een balans tussen eigen businessmodellen (niets is gratis en STABU moet haar eigen broek ophouden) en de wens om bepaalde initiatie-ven een stap verder te helpen. Ik denk dat we erin geslaagd zijn om hier de juiste koers te varen.”

STABU zet deel van haar standaarden onlineSTABU heeft er, op verzoek van veel marktpartijen, voor gekozen om een deel van haar ‘standaarden’ publiekelijk toegankelijk te maken. Deze zijn beschikbaar via www.stabu.nl/standaarden. Al ruim 30 jaar brengt STABU de defacto standaard uit voor bestekschrijvend Nederland in de vorm van de STABU-systematiek voor de woning- en utiliteitsbouw.

Inmiddels is STABU bezig met de komst en toekomst van BIM door STABU Bouwbreed op de markt te brengen. Bouwbreed zal meerdere classificaties en indexen be-vatten. Op dit moment is de nieuwe ‘index’ of classifica-tie Bouwsystemen & Installaties in ontwikkeling. Ook zal Bouwbreed de classificatie Ruimtelijke objecten bevatten die is ontwikkeld in samenwerking met het Rijksvastgoed-bedrijf (voorheen Rijksgebouwendienst en Dienst Vastgoed Defensie) en meerdere marktpartijen. Daarnaast geeft STA-BU nog steeds de NL/SfB in digitale vorm en de bekende STABU²-werksoortclassificatie uit.

Marc Verhage, algemeen directeur STABU

Op verzoek van diverse marktpartijen stelt STABU nu een deel van deze standaarden onder voorwaarden geheel of gedeeltelijk ter beschikking. Zo kan men vast kan wennen aan en gebruik maken van deze nieuwe indexen. Naast het raadplegen onze expertgroepen uit de markt, hopen we door deze publicatie nog meer respons op de ontwikkelin-gen krijgen. Zo kunnen we de standaarden doorontwikke-len en nog beter aan laten sluiten op de dagelijkse praktijk.

De standaarden bieden de basis voor communicatie over inhoudelijk technische informatie. De volledige lijsten en achterliggende content is beschikbaar via een licentie op STABU Bouwbreed. Die komt per 1 januari 2015 op de markt. Vanaf nu is het mogelijk om deze licenties af te slui-ten en tot eind 2014 alvast gratis gebruik te maken van de eerste modules en de software.

Page 15: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 15

STABU NIEUWS

E-mailnieuws ontvangen?

STABU-m@il is de digitale nieuwsbrief van STABU. Regel-matig wordt u hierin geïnformeerd over STABU-evene-menten zoals gebruikersdagen, nieuwe uitgaven, beur-zen, etc. Actuele zaken komen in een kort artikel aan bod, om vervolgens te verwijzen naar uitgebreidere artikelen op de website www.stabu.org.

STABU-m@il wordt ongeveer 6 keer per jaar verzonden aan alle geïnteresseerden. Aanmelden kan via de website www.stabu.org.

Nieuw kantoor STABUSTABU vierde op 11 juni 2014 de opening van haar nieuwe kantoorpand bij de Concordia molen in Ede. Ruim 100 gas-ten uit de hele bouwsector waren aanwezig om het prachti-ge pand van STABU te bewonderen.

De Maalderij, waar STABU sinds april is gehuisvest, is een oude veevoederfabriek met een operationele korenmolen. Het pand is vijf jaar geleden volledig gerenoveerd. Het heeft een open en transparant karakter, symbolisch voor de nieu-we cultuur van STABU. Maar daar houdt de symboliek niet op. Het is een combinatie van oud en nieuw: een verwijzing naar de bouwsector als geheel. De behoudende sector maakt momenteel een revolutionaire omwenteling door, met als doel op een nieuwe manier te gaan (samen)werken.

STABU zit middenin die verandering. Zo levert het een bij-drage aan het ‘BIM’men’, het werken met bouwwerkinforma-tiemodellen. Een onderdeel van de STABU-systematiek is de fabrikanten producten database. Hierin worden straks ruim 150.000 bouwproducten tot in detail beschreven en voorzien van alle relevante normen, wet- en regelgeving. Het nieuwe

STABU-kantoor is als het ware een driedimensionale pro-ductencatalogus. Alle bouwmaterialen en installaties zijn niet weggewerkt, maar volledig zichtbaar in het pand.

Niet alleen het pand, maar ook de dag zelf kende wat symbo-lische momenten. Zo vond de première plaats van de STABU film die inmiddels te zien is op Youtube en de STABU-web-site. De eigenaar van het pand, Berry Peereboom, vertelde leuke anekdotes over het verwerven en renoveren van De Maalderij. Tot slot kwam de kersverse wethouder van Ede, mevrouw Vreugdenhil, het pand officieel openen. Voor haar was het één van de eerste officiële momenten als wethou-der. Een nieuw pand, een nieuwe directeur, een nieuwe jonge wethouder: oftewel ver-nieuwing alom. Dat is ook exact wat de bouw nodig heeft en waar de sector momenteel volop mee bezig is.

Page 16: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 16

VANUIT HET BESTUUR

Stroomversnelling in digitale data-uitwisseling

De bouwwereld verandert continu. Ook digitale data-uit-wisseling tijdens alle fasen van het bouwproces én daarna heeft een grote vlucht genomen. Denk hierbij aan ontwik-kelingen rond BIM, e-business, elektronische facturatie en gebouwbeheersystemen.

Het aantal platforms en organisaties in digitale bouwdata groeit dan ook gestaag. Zij houden zich bezig met classifi-catie, specificatie, communicatiestandaarden, datawarehou-sing of een aantal van deze disciplines naast elkaar. Diverse partijen doen dit vanuit een commercieel business model. Anderen, zoals STABU, vanuit een onafhankelijk model zonder winstoogmerk. Hoe vinden fabrikanten hun weg in dit woud van initiatieven? Bij welk platform moet worden aangehaakt? En hoe zorg je er als fabrikant voor dat jouw belang overal en altijd goed naar voren komt?

Voor een fabrikant is het belangrijk dat haar producten zo-veel mogelijk aanwezig zijn in de belangrijke online instru-menten. En dat ze op de juiste wijze zijn geclassificeerd, ge-specificeerd en beoordeeld. Niet alleen in bestekken, maar nadrukkelijk ook in overig noodzakelijk dataverkeer. Dat voorkomt fouten in de ontwerp-, bouw- en beheersfase van gebouwen en verkleint de faalkosten bij alle ketenpartners.

Essentieel is dat de fabrikant te allen tijde eigenaar van haar data blijft en zo de regie en verantwoording houdt over haar informatie. Dat kan alleen in samenwerking met betrouwbare partijen zoals STABU, die heeft bewezen over de kwaliteit en continuïteit te beschikken om deze digitale ontwikkelingen om te zetten in een vernieuwde systema-tiek: STABU Bouwbreed.

STABU is belangrijk, maar niet de enige relevante partij in dit métier. Samenwerking tussen partijen die zich bezighou-den met digitale bouwdata én met de fabrikant wordt es-sentieel en zal leiden tot ongekende efficiency. Gezien de enorme versnelling die het nu al doormaakt, zijn de digitale mogelijkheden van de toekomst nu nog amper te overzien. Door de online beschikbaarheid én verbinding tussen diver-se databases (allen gebaseerd op valide brongegevens) zijn productdata straks in elk geval altijd en overal in beeld voor de gebruiker!

Dennis Duffels zit in het STABU bestuur namens het Nederlandse Verbond Toeleveranciers Bouw (www.nvtb.nl) en is voorzitter van de vereniging FBS (www.fbs-index.nl).

DenniS DuffelS

“Gezien de enorme versnelling die het nu al doormaakt, zijn de digitale mogelijkheden van de toekomst nog amper te overzien”

Page 17: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 17

STABU NIEUWS

STABU brengt de eerste modules van het langverwachte STABU Bouwbreed op de markt

STABU heeft begin juli 2014 de eerste modules van de nieuwe specificatiesystematiek ‘STABU Bouwbreed’ uit-gebracht. Afgelopen jaar is door het STABU-team gewerkt aan vernieuwing van de specificatie systematiek. Ook de rest van dit jaar en in 2015 wordt hieraan nog het nodige werk verricht. Om de markt nu alvast te laten wennen aan de nieuwe systematiek en bijbehorende software, brengt STABU gefaseerd de diverse modules van STABU Bouw-breed naar buiten. Deze systematiek is aangepast aan de meest recente wet- en regelgeving, geschikt voor diverse samenwerkingsvormen en bijpassende contractstelsels en voorbereid op de komst en toekomst van BIM.

De ‘I’ in BIMOp 11 juni jongstleden heeft STABU de film De ‘i’ in BIM, gelanceerd. Hiermee schetst STABU haar toekomstbeeld als leverancier van een bouwbreed informatie (specifica-tie) systeem. Dat kan op elk moment in de lifecycle van een bouwwerk, de benodigde, gevalideerde kwalitatieve informatie koppelen aan het Bouwwerk Informatie Model. De eerste stappen op weg naar deze toekomst zijn gezet met het op de markt brengen van de eerste twee van zes uit te brengen modules. Het gaat om ‘Bouwbreed Con-tracten’ waarmee standaard contracten opgesteld kunnen worden, zoals UAV 2012 en UAV-GC 2005 en de module ‘Bouwbreed Kennissystemen’, gevuld met direct toepasbare kennis op het gebied van wet- en regelgeving. Tevens is de eerste versie van de tabel ruimtelijke objecten van de module ‘Bouwbreed Ruimten’ opgeleverd. Deze tabel vormt op termijn de kapstok voor functioneel (en prestatiegericht) specificeren.

ProefperiodeDe komende tijd kan iedereen (in combinatie met een STABU²-licentie) kosteloos proefdraaien met de software die is inbegrepen bij STABU Bouwbreed. Dit doet STABU om de markt te betrekken bij de verdere ontwikkeling van de systematiek. Het streven is die op 1 januari 2015 volle-dige gereed te hebben. Alle huidige licentiehouders van STABU zijn inmiddels geïnformeerd hoe STABU Bouwbreed gebruikt kan worden in de tweede helft van dit jaar. Voor partijen die nog geen gebruik maken van STABU is het ook nu al mogelijk een licentie af te sluiten voor de nieuwe systematiek. Die nieuwe licentie is dan geldig tot 31 decem-ber 2015. De rest van 2014 kunt u hier, in ruil voor feedback, gratis gebruik maken.

STABU-uitgave 2014-2De introductie van STABU Bouwbreed betekent overigens niet dat de vertrouwde aanpak stopgezet wordt. STABU² zal nog tot eind van 2015 in de lucht blijven.

Meer informatie is te vinden op www.stabu.org.

Page 18: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 18

INTERVIEW

Jerry Huijsman, Hilti: “We moeten meer vooruit leren denken”

Iedereen kent Hilti van de rode boorhamer. Het in 1941 opgerichte familiebedrijf is met ruim 20.000 werknemers in 120 landen niet alleen een grote speler in machines, maar ook in bevestigingsmateriaal en brandwerende pro-ducten. Naast productie en verkoop heeft Hilti ook R&D centers in eigen beheer. “Hilti wil een bijdrage leveren aan de optimalisatie van het bouwproces”, aldus tech-nisch adviseur Jerry Huijsman. “Innovatie, maar ook het delen van kennis vergroot de productiviteit, kwaliteit en betrouwbaarheid van de hele sector.”

Midden in de bouwvak is het rustig op het kantoor van Hilti in Berkel en Rodenrijs. Op de laatste dag voor Huijsmans vakantie worden we hier hartelijk ontvangen. “In principe ben ik na dit interview klaar, al weet je dat natuurlijk nooit zeker. Klanten met een vraag willen het liefst gisteren ant-woord. Dat is gelijk één van de grootste uitdagingen van de bouw: we moeten leren om meer vooruit te denken.”

Naast zijn werk als technisch adviseur voor de productgroe-pen verankeringen, railsystemen en brandwerende produc-ten is Huijsman promotor van de werkmethodiek BIM en vertegenwoordigt hij Hilti bij Brandveilig Bouwen Nederland (BBN). “In BBN zitten vooraanstaande leveranciers van brandwerende producten. Allemaal met hetzelfde doel: het niveau van passieve brandveiligheid in gebouwen verho-gen. Het Bouwbesluit geeft hiervoor de minimumeisen. Maar waarom wil je als opdrachtgever of gebouweigenaar aan het minimum voldoen? Je wilt toch een uitmuntend gebouw, zeker op het gebied van veiligheid. Gebouwen zijn nu niet slecht, maar het kan altijd beter. Het is goed om dat na te streven.”

Vrijwillige en verplichte CE-markeringHilti stelt zich ook proactief op als het gaat om bijvoorbeeld Europese regelgeving. Sinds 2013 is CE-markering voor veel bouwproducten verplicht. Voor brandwerende producten laat deze verplichting nog op zich wachten, maar dat is voor Hilti geen reden om achterover te leunen. “Via een Europe-se technische beoordeling (ETA) kun je uit eigen beweging een CE-markering aanvragen. Brandveiligheid valt onder het Bouwbesluit 2012 en is één van de zeven fundamentele ei-sen binnen de CPR. Dit is zo’n belangrijke productgroep dat wij hiervoor de vrijwillige route bewandelen.”

Gefundeerde productkeuzeVolgens Huijsman heeft een Europese norm grote voor-delen. “Hilti is een wereldwijde speler. Het is voor ons belangrijk om handelsbelemmeringen weg te nemen. Maar het heeft voor de hele keten voordelen. Een CE-markering geeft aan dat er volgens de laatste methoden is getest en geclassificeerd. Het waarborgt een continue kwaliteit omdat een onafhankelijke partij de productie strikt controleert volgens de ‘Verordening Bouwproducten’. Bovendien kun je met een eenduidige markering beter gefundeerde product-keuzes maken. Door alle essentiële kenmerken op dezelfde manier te waarderen zijn de verschillen tussen producten duidelijk zichtbaar.”

Eenduidige taal sprekenNiet alleen eenduidige informatie maar ook informatie-uit-wisseling via bijvoorbeeld een Bouwwerk Informatie Model behoort tot de kern van een beter bouwproces. “Hilti is al jaren bezig om bouwpartijen eerder bij elkaar te brengen.

“Hilti is al jaren bezig om bouwpartijen eerder bij elkaar te brengen. BIM is een methode om dat doel te verwezenlijken.”

Page 19: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 19

INTERVIEW

BIM is een methode om dat doel te verwezenlijken. Al onze materialen zijn in een digitale bibliotheek beschikbaar voor deze modellen. Nu bouwen architecten of installateurs nog vooral hun eigen bibliotheek op, maar het is een kwestie van tijd voordat ook hier een eenduidige taal gesproken wordt.”

“Kennis over het materiaal dat in een bouwwerk zit en de re-gelgeving die daar achter schuilt is voor iedereen essentieel”, gaat Huijsman verder. “Met een online informatiesysteem als STABU Bouwbreed kunnen we in iedere fase van de bouw op verschillende niveaus gestandaardiseerde informatie toevoegen, bewerken en delen. Al deze informatie blijft bo-vendien beschikbaar voor toekomstige projecten, waardoor het kennisniveau stijgt. Daarin is nog een lange weg te gaan, maar er zijn gelukkig ook veel ontwikkelingen gaande.”

Eerder om de tafelBIM is volgens Huijsman een methode om eerder en beter na te denken over het bouwproces. “Maar dat kan alleen als de constructeur, de architect, de aannemer, de fabrikant en het bevoegd gezag op voorhand met elkaar aan tafel zitten. Helaas gebeurt dat nog steeds te weinig.” In dat opzicht noemt hij de private kwaliteitsborging, die voor 2015 op sta-pel staat, een positieve ontwikkeling. “Of het nu door een private partij gebeurt of de overheid: een hoger niveau van

Pilot Met biM to fielD en fielD to biMOm de theorie van een BIM te koppelen aan de praktijk komt Hilti met ‘BIM to field gereedschappen’. Huijsman: “Met dit optische gereedschap kunnen punten, lijnen of hoeken uit BIM worden uitgezet op de bouwplaats. Andersom kan ook. Bestaande gebouwen of bouwdelen worden ingemeten en de data wordt teruggebracht naar een virtueel model. In Nederland komt dit BIM to field gereedschap waarschijnlijk volgend jaar als pilot op de markt. Pioniers die hieraan willen meewerken, kunnen mij altijd benaderen.”

kwaliteitsborging draagt bij aan een betere bouw. Je moet de kwaliteitscontrole eigenlijk niet afwachten, maar vooraf met partijen nadenken hoe je een goed project realiseert.”

“De extra investering in de beginfase, verdien je in de uitvoering en het onderhoud terug”, aldus Huijsman. Hij geeft een eenvoudig voorbeeld. “In gebouwen moeten doorgangen voor kabels brandwerend worden afgedicht. Dat kan op veel verschillende manieren. Hilti heeft hiervoor een brandwerende sleeve die je open en dicht kunt draai-en. Zo kunnen kabels worden toegevoegd en direct weer brandwerend worden afgesloten. Zo’n product is duurder in aanschaf, maar draagt bij aan een flexibel gebouw dat goedkoper is in onderhoud en altijd brandveilig blijft.”

Volgens Huijsman is de traditionele werkwijze in de sector definitief aan het veranderen. “De crisis van de afgelopen jaren was eigenlijk een geluk bij een ongeluk. De bouw is nu echt in ontwikkeling en samenwerking komt tot stand. Daar vraagt de markt ook om. Vaak wordt niet meer bepaald wat we moeten maken, maar welke prestatie een project moet leveren. Het is aan de markt om dat in te vullen. De bouw lijkt steeds meer op sectoren als de offshore en de auto-indus-trie. We weten op voorhand veel beter wat we gaan doen en hebben dat al getoetst voordat we het gaan maken.”

Page 20: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 20

INTERVIEW

Maarten Georgius, Aedes:

“De markt moet uitgedaagd worden”

Traditioneel bouwen met een uitgeschreven bestek is volgens veel partijen niet meer van deze tijd. In plaats daarvan moet de markt omgedraaid en uitgedaagd worden. Opdrachtgevers moeten breder gaan denken en zich meer focussen op functioneel specificeren. Dit stelt Maarten Georgius, senior adviseur opdrachtgeverschap bij Aedes.

Aedes behartigt als branchevereniging de belangen van woningcorporaties in Den Haag en Brussel. De vereniging zoekt naar oplossingen voor het beter functioneren van de woningmarkt en draagt bij aan een professionele sector. Georgius is verantwoordelijk voor het advieswerk op het gebied van opdrachtgeverschap. Ook lobbyt hij bij ministe-ries om de condities voor corporaties zo optimaal mogelijk te houden.

Veranderende bouwsectorDe snel veranderende bouwsector heeft corporaties in een andere opdrachtgeversrol geplaatst. Georgius: “Op dit moment is er een soort stoelendans bezig in de bouwketen. De traditionele samenwerkingsvormen, waarbij woning-corporaties op basis van gedetailleerde bestekken hun opdrachtnemers aansturen, schieten tegenwoordig vaak tekort. Daarnaast staan de budgetten enorm onder druk door de verhuurdersheffing, de Europese regelgeving en de economische crisis. Dit maakt dat corporaties scherper moeten inkopen, omdat zij minder geld te besteden heb-ben, maar toch het maximale uit de markt moeten halen. Om dit voor elkaar te krijgen is het van belang dat ze hun rol als opdrachtgever anders in gaan delen. Een oplossing hiervoor is functioneel specificeren.”

Functioneel specificerenIn een functionele specificatie worden de functies beschreven die een product of dienst moeten vervullen voor de gebruiker of opdrachtgever, zonder daarbij de oplossing te benoemen. Met andere woorden, het beschrijft wat een product moet doen of moet presteren. Bijvoorbeeld: een opdrachtgever vraagt een maximale energieprestatie bij een woningrenovatie in plaats van een energielabel voor te schrijven.

Page 21: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 21

INTERVIEW

Maarten Georgius is als senior adviseur bij Aedes verantwoordelijk voor het programma professioneel opdrachtgeverschap. Zaken als ketensamenwerking, BIM, past performance en contractvorming behoren tot de speerpunten.

Maarten georgiuS

Volgens Georgius wordt functioneel specificeren nog niet veelvuldig toegepast. “Enerzijds is het nog onbekend en onbemind. Anderzijds denk ik dat men nog niet overtuigd is dat het beter en slimmer is dan de traditionele werkwijze. Er heerst nog een cultuur van ‘we doen de dingen zoals we ze doen’. Dat gaat al jaren goed, dus waarom zou je het ver-anderen? Toch is het werken met een klassiek bestek niet meer van deze tijd. Het klassieke bestek leidt namelijk niet altijd tot het gewenste eindresultaat en werkt bovendien innovatie in de bouwkolom tegen.”

Aanmoedigen van de markt“Wij moedigen onze leden daarom aan om de markt niet voor te schrijven, maar om hem juist uit te dagen. Het denk-werk over de beste en goedkoopste aanpak moet liggen bij de mensen die hiervan de meeste kennis hebben: de uitvoerende marktpartijen. Deze kennis zit niet bij de cor-poraties zelf. We moeten de markt veel meer aanmoedigen. Dat zal leiden tot betere prestaties. Het is dus niet meer de bedoeling om een bepaald type materiaal of product voor te schrijven. Het vraagt om een andere manier van werken. Maar leidt, goed uitgevoerd, wel tot een tevreden huur-der, die gebrekenvrij woont en de kwaliteit krijgt die hem beloofd is.”

VoorbeeldprojectenEr zijn al diverse woningcorporaties in geslaagd om suc-cesvol te bouwen met functioneel specificeren en aanbe-steden. “Corporaties zoals Wonion, Portaal of de Alliantie

werken op deze manier. Door de markt uit te dagen hebben ze betere duurzaamheidprestaties gekregen en soms zelfs energieneutrale woningen.” Het sterkste voorbeeld dat Georgius aanhaalt is de Stroomversnelling. “In dit project vragen ze de markt om oplossingen en werken ze echt met de filosofie van functioneel specificeren. Hierdoor leveren bouwers duurzaam gerenoveerde woningen, zonder ener-giekosten (nul-op-de-energiemeter). Ze zetten de vraag dus op een andere manier in de markt dan voorheen en krijgen zo goede resultaten.”

ToekomstbeeldOp de vraag of functioneel specificeren gemeengoed wordt in de markt antwoord Georgius. “Ik heb er vertrou-wen in, maar we moeten er wel met zijn allen aan trekken en op focussen. Op dit moment is het nog niet dik gezaaid met praktische instrumenten om van functioneel specifice-ren een succes te maken. Zowel de markt als woningcor-poraties zullen hun competenties moeten aanpassen en verder ontwikkelen. Hiermee willen wij onze leden helpen. Ze bewust maken en opleiden om het zelf verder op te pakken. Alleen zo maken we van functioneel specificeren een succes.”

Om functioneel specificeren verder uit te diepen is STABU begin dit jaar gestart met de projectgroep 99 (PG99). Tijdens de bijeenkomsten van de PG99 wordt samen-gewerkt aan een nieuwe standaard op dit gebied. Meer weten? Ga dan naar www.stabu.org.

Page 22: STABU-bulletin september 2014

STABULLETIN | 22

COLUMN

Denk klantgericht!Je kunt geen gesprek beginnen of blad openslaan of het gaat erover: de bouwsector schijnt middenin een transitie te zitten. Eén waarover iedereen een duidelijke mening heeft. Toen STABU me vroeg een column te schrijven over mijn visie op de sector, zag ik dit vooral als een kans om te benadrukken wat ik in die gesprekken tot nu toe mis. Als wij over een jaar of tien met elkaar terugkijken, hoop ik namelijk vooral dat dit de periode was waarin we de klant centraal hebben gezet.

De laatste decennia is de bouw namelijk te veel gericht op het proces en te weinig op die klant. Dit is natuurlijk goed te verklaren. De vraag naar gebouwen was immers altijd sub-stantieel groter dan het aanbod. We konden het ons daarom veroorloven klantgerichtheid op het tweede plan te zetten.

Diverse ontwikkelingen in de laatste decennia, waaronder het steeds complexer worden van het bouwproces, maken de procesgerichte manier van werken echter steeds minder effectief. Gelukkig is er een verandering op komst. De eerste opdrachtgevers verschuiven hun eigen rol inmiddels voorzichtig van voorschrijvend naar ‘de markt uitdagend’. Ze vertellen niet meer hoe hun project gerealiseerd moet worden, maar alleen wat er gebouwd moet worden. Voor opdrachtgevers levert deze omslag richting functioneel specificeren pure winst op. Door oplossingsongebonden specificaties te gebruiken, profiteren ze van de technologi-sche kennis, de specialiteiten en het innovatieve vermogen van de markt.

Ook voor de markt is het een zegen. Het biedt bedrijven de kans om van procesdenken door te groeien naar een markt- en marketinggerichte aanpak. Ze krijgen de kans om mee te denken over de beste oplossingen en kunnen onderschei-dend vermogen creëren met hun kennis en expertise.

Inspanningen van partijen zoals STABU met haar nieuwe bouwbrede besteksystematiek en de doorlopende ontwik-keling van tools zoals BIM, helpen bedrijven om hiervoor ook de ruimte te vinden. Doordat de kwaliteit van het bouw-proces nu op ieder moment getoetst kan worden, kunnen bedrijven zich volledig richten op datgene waar ze goed in zijn: het toevoegen van waarde. Er ontstaat tijd én budget om meer markt- en marketinggedreven te opereren. Geluk-kig maar, want als we vast blijven houden aan het traditio-nele procesdenken, blijft alleen de laagste prijs nog over als concurrentiemiddel. En daar wordt niemand beter van.

Naast al deze hulpmiddelen moeten we natuurlijk niet vergeten dat de omslag van procesgericht denken richting klantgericht werken begint met een andere mindset. Door veel meer en beter samen te werken, van elkaars kracht te profiteren én de klant niet uit het oog te verliezen, kunnen we de sector de broodnodige nieuwe energie geven.

Boudewijn Goedhart is directeur van kennisinstituut BouwKennis (www.bouwkennis.nl) en contentbureau BouwStijl Media (www.bouwstijlmedia.nl). Daarnaast is hij veelgevraagd spreker over onder andere marketing in de bouw.

bouDewiJn goeDhart

“Functioneel specificeren is voor de markt een zegen”

Page 23: STABU-bulletin september 2014

ADVERTORIALADVERTORIAL

Niet alleen de dreiging van water, maar ook de schade als gevolg van lekkage worden vaak onderschat. Beele Engi-neering levert daarom een breed scala geavanceerde op-lossingen om deze risico’s uit te bannen. Of het nu gaat om blootstelling aan vuur of grote druk- of schokbelastingen of een combinatie van beide: de systemen bieden een oplos-sing en genieten wereldwijd een uitstekende reputatie. Het bedrijf in Aalten heeft veiligheid, betrouwbaarheid en betrokkenheid hoog in het vaandel. Alle activiteiten worden aan deze kernwaarden getoetst.

TotaaloplossingenHet veelzijdige en veelomvattende productenpakket stelt Beele in staat om voor nagenoeg ieder probleem en voor iedere markt een oplossing te bieden. Het merendeel van de producten komt voort uit vragen uit markt. Zelfs in de meest geavanceerde projecten worden de producten toegepast. Op basis van de jarenlange kennis en ervaring worden maatwerkoplossingen geleverd voor scheepsbouw, offshore, kerninstallaties en de industrie, maar ook voor complexe gebouwen en infrastructuur.

Total cost of ownershipDe gebruiksvriendelijkheid, intensieve tests en hoge productkwaliteit dragen bij aan duurzaamheid, minimale on-derhoudskosten en een lange levensduur. Daarom bieden de producten van BEELE de beste Total Cost of Ownership. En minstens zo belangrijk: de producten functioneren op het moment dat het ertoe doet – vandaag, morgen en vele jaren daarna.

Dat brand een serieus gevaar kan opleveren is evident. Al meer dan 40 jaar is BEELE Engineering specialist in passieve brandveiligheidssystemen. Systemen waarmee de verspreiding van brand, rook, water en gassen via kabel- en buizen-installaties wordt voorkomen.

BEELE Engineering: Experts in brandveiligheid en waterdichtheid

BEELE Engineering Beunkdijk 117122 NZ [email protected]

Geavanceerde productieBeele heeft eigen faciliteiten om de producten grondig te testen onder de zwaarste omstandigheden. De eigen R&D-afdeling, met erkend laboratorium, verlegt voortdu-rend de grenzen van rubber- en kunststoftechnologie en systeemtechniek. Daarbij is het machinepark van het bedrijf op de laatste stand van de techniek en wordt ook continu in nieuwe, geavanceerde machines geïnvesteerd. Van rese-arch en ontwikkeling tot productie en levering: Beele biedt alles vanuit één loket.

Meer informatieDe afgelopen decennia heeft Beele Engineering een schat aan kennis en ervaring opgedaan. Het bedrijf is wereld-wijd marktleider van afdichtingsystemen voor state-of-the-art scheepsbouw, bouw, civiele techniek en industriële applicaties.

Iedere vezel van het personeel van Beele is gedreven door een passie voor brandveiligheid en waterkering. Beele is betrokken bij de veiligheid van mensen en middelen, bij kwaliteit en duurzaamheid. Klantgerichtheid zorgt ervoor dat steeds weer de grenzen van de technische mogelijkhe-den worden verlegt. Alles passend binnen de ‘We Care’-filo-sofie van Beele Engineering.

Page 24: STABU-bulletin september 2014

Stabulletin