ROm 10 2011

44
Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl Vakwereld zoekt andere aanpak Overstromingsrisicoparagraaf Verplicht in ruimtelijke plannen Overijssel Friso de Zeeuw ‘O weer zo’n plan. Even bukken en dan over tot de orde van de dag’ www.romagazine.nl oktober 2011 Parochies in de openbare ruimte

description

ROm, ruimtelijke ontwikkeling, infrastructuur en milieu

Transcript of ROm 10 2011

Page 1: ROm 10 2011

Gebiedsontwikkeling nieuwe stijlVakwereld zoekt andere aanpak

Overstromingsrisicoparagraaf Verplicht in ruimtelijke plannen

Overijssel

Friso de Zeeuw‘O weer zo’n plan. Even bukken en

dan over tot de orde van de dag’

www.romagazine.nl

oktober 2011

Parochies in de openbare ruimte

Page 2: ROm 10 2011

DE WET VAN FERMAT:

LICHT NEEMT ALTIJD DE SNELSTE WEG TUSSEN

TWEE PUNTEN

DE WET VAN LEXENCE:

RECHT KAN RECHTER

Iedere jurist werkt met dezelfde wetten, hetzelfde recht. Dat geldt ook voor de advocaten en nota-rissen van Lexence. Alleen werken wij net even strakker. Zonder koude drukte en zonder omwegen. Professioneel en gefocust op het sluiten van de

deal en het winnen van de zaak. Zo laten wij zien dat recht altijd rechter kan. Want dat is nu eenmaal de wet van Lexence. Wilt u meer weten over Lexence, de mensen en de wetten waar-mee wij werken? Ga dan naar www.lexence.com

ONTDEK DE WET VAN LEXENCE

Page 3: ROm 10 2011

oktober 2011

Duurzame gebiedsontwikkeling vraagt om een fundamenteel andere aanpak. Hoe kunnen gemeenten evenwicht vinden tussen sturen (op duurzaamheid) en faciliteren (van initiatieven van bedrijven en burgers)? En hoe werkt u in deze nieuwe aanpak samen binnen en buiten de gemeente? En welke verschillen zijn er daarbij tussen grote, middelgrote en kleinere gemeenten? Wat kunnen zij leren van elkaar? Wat doet u met milieuzones als je functies meer wilt mengen?

horizon?

onzekerheid?

ontwikkelaars, corporaties en financiers?

Abonnees ROm

betalen slechts

!"195 (ex Btw,

normale prijs

!"295)

PRAKTIJ

KCONGRES Zoek de Ruimte!

Slim regels toepassen en beter samenwerken in RO & Milieu-projecten1 december 2011Caballero Fabriek, De Binckhorst, Den Haag

Programma9.30 Ontvangst met ko!e & thee10.00 Zoek de Ruimte! Het laboratorium voor de

organische stad Praktijkvoorbeelden van ruimte zoeken in regels &

samenwerkingsprocessen Door uw dagvoorzitter, Jeroen Saris, de Stad BV10.20 Dilemma’s en kansen in De Binckhorst in Den Haag Hans Sparreboom, Gemeente Den Haag Aan de hand van de casus ‘De Binckhorst’ zoomt

Hans Sparreboom nader met u in op de kansen en dilemma’s die centraal staan vandaag

11.00 Break met ko!e & thee11.15 Praktijksessies U kiest uit een workshop met Lexence over "e Bank

om de gebiedsontwikkeling weer in beweging te krijgen

12.30 Netwerklunch met mogelijkheid tot wandeling door De Binckhorst

13.30 Ruimte geven Wouter Groote, URbANMiND - Gemeente Nijmegen/

GEM Waalsprong & Andries Geerse, Andries Geerse Stedenbouwkundige BV Praktijkvoorbeelden voor het herpositioneren van

weer zelf hun ding te doen14.15 Praktijksessies

15.15 Hoe verder in uw eigen praktijk? Toets uw eigen casus aan de ervaringen van de

inleiders discussie o.l.v. Marcel Bayer, hoofdredacteur ROm16.00 Afsluiting door de dagvoorzitter

Direct aanmelden? Stuur een mail met uw gegevens o.v.v. ‘Aanmelding ROm Praktijkcongres’ naar [email protected] Vergeet niet te vermelden of u wel of geen ‘ROm-abonnee’ bent.

Page 4: ROm 10 2011

4 ROm2

10 Ruimtelijk bekekenVakwereld zoekt naar nieuwe wegen in de gebiedsontwikkeling

12 Wabowijs

Met de tabletcomputer op de bouwplaats

14 100% InspiratieMijnindustrie als groots popup event

16 Traditie en tijdgeest in de ROFriso de Zeeuw: ‘Go with the flow’

20 Trend

Parochies in de openbare ruimte

26 UitgesprokenKostenverhaal grondexploitatie

28 ForumOnderling wantrouwen kantelen naar vertrouwen

30 Uitvoering natuurbeleid is hét probleem

Niet het beleid zelf, maar de uitvoering hapert

32 EtalageHerontwikkelen met beheerst opportunisme (Sluisbuurt Zeeburg)

34 PraktijkOmgaan met overstromingsrisico’s in Overijssel

39 RO-beroepsgroepenVVM

40 ROm SnippersAgenda, recensies

Voorpagina

beeld Era Contour bv

WaterveiligheidEr is geen ingrijpende extra kustuitbreiding nodig om ons land droog te houden bij een stijgende zeespiegel. De

en een nieuw peilbesluit dus ook nog niet nodig. We moeten vooral doorgaan met wat we al doen; op de allereerste plaats de waterkeringen bijhouden. De belangrijkste conclusies en aanbevelingen van

voor de kerngebieden van onze economie. En voor het kabinet,

zo dat goed nieuws geen nieuws is en we dus gewoon over kunnen gaan tot de orde van de dag?

van de waterveiligheidsnormen, die de komende jaren op tal van plaatsen moeten worden bijgesteld. Het beschermingsniveau moet vooral omhoog op die plaatsen waar het aantal mensen en de economische waarde sterk is toegenomen. De ruimtelijke inrichting en de rampenbestrijding zullen bij de veiligheidsstrategieën worden betrokken. Dat is precies ook de boodschap van de raden voor leefomgeving en infrastructuur in hun recente advies Tijd voor waterveiligheid. Strategie voor overstromingsrisicobeheersing. Verderop in dit magazine besteden we er aandacht aan. Niet alleen kijken naar de hoogte van de dijken, maar je afvragen of het nog wel slim is om op bepaalde plekken te bouwen, wegen aan te leggen, te investeren. En doe je dat toch, hoe kun je dat dan doen op een zodanige wijze dat mensenlevens geen gevaar lopen en grote economische schade kan worden beperkt? De werelden van waterveiligheid en ruimtelijke ordening komen steeds dichter bij elkaar. Het is jammer dat de resultaten van de evaluatie van de watertoets nog even op zich laat wachten.

gaan. Laten we hopen dat planologen en politici de normering dan niet uitsluitend zien als een beperking, maar net zo goed als een kans.

é Marcel Bayer hoofdredacteur

Redactioneel

oktober 20112

Inhoud

Page 5: ROm 10 2011

TrendParochies in de openbare ruimte

Er zijn in de afgelopen jaren veel nieuwe woonbuurten gebouwd die zich met grachten of poorten van hun omgeving afschermen. Mensen zijn er graag met gelijkgestemden onder elkaar. De trend om onder gelijkgestemden te zijn en zich van anderen af te schermen is niet alleen zichtbaar in het wonen. In de openbare ruimte is sprake van dezelfde ontwikkeling. Met name studenten en zakelijke kenniswerkers hebben veelal hun eigen cafés en voorzieningen. Verliezen pleinen en parken hun functie als plek voor spontane ontmoetingen en het uitwisselen van ideeën? In delen van Amsterdam is juist sprake van een revival van het publiek domein. Straten, stoepen en gebouwen worden er intensiever en gevarieerder dan ooit gebruikt.

Traditie en tijdgeest Friso de Zeeuw ‘Go with te flow’

Friso de Zeeuw mengt zich veelvuldig in het debat over de ruimtelijke inrichting. Hij vindt dat de concepten van planologen en ruimtelijke ordenaars teveel zijn losgezongen van de uitvoeringspraktijk.De lijn in zijn kritiek: de overheid moet een goede balans vinden tussen toelatings- en ontwikkelingsplanologie, het beleid enten op het ruimtelijk-economische krachtenveld met behoud van het waardevolle in onze steden en het landschap. ‘De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is een flinke stap in de goede richting. De ‘wie doet wat vraag’ is uitdrukkelijk aan de orde en ook scherp neergezet door deze minister.’

PraktijkOmgaan met overstromings-risico’s

In het nationaal waterplan heeft het Rijk ingezet op meerlaagse veiligheid. Dat betekent dat het Rijk overstromingsrisico’s wil beheersen door het beperken van overstromingskansen, een goede ruimtelijke ordening en e!ectieve hulpverlening en zelfredzaamheid. De provincie Overijssel heeft in haar omgevingsverordening de tweede laag: duurzame ruimtelijke ontwikkeling, uitgewerkt op provinciaal niveau. Gemeenten zijn verplicht om in bestemmingsplannen in overstromingsgevoelig gebied een overstromingsrisicoparagraaf op te nemen.

pag. 20 pag. 34pag. 16

oktober20113

Page 6: ROm 10 2011

De belangen om Nederland nu en in de toekomst droog te houden zijn groot. Achter de dijken wonen niet alleen tien miljoen mensen, maar er is in de loop der tijd voor zo’n slordige tweehonderd miljard euro geïnvesteerd. Maar ook de opgave om verzilting en verdroging tegen te gaan en de drinkwatervoorziening op niveau te houden is fors, zeker in een periode van bezuinigingen. In de aanloop naar Prinsjesdag vroeg de ‘waterwereld’ tijdens twee debatten de aandacht van de politiek voor de ruimtelijke implicaties van de wateropgave.

tuur pleiten in hun gezamenlijke advies ‘Tijd voor waterveiligheid’ voor het verleggen van de focus van hoogwaterbescherming naar een

mingen, beheersen van de gevolgen en voorbereid zijn op noodhulp en herstel. De staatssecretaris geeft met de aanpak van meerlaagsveiligheid in het Nationaal Waterplan al een goede aanzet voor een

constateren dat in de praktijk het accent met name ligt op hoogwaterbescherming en het voldoen aan de normen voor dijken, en te weinig op de gevolgen voor de veiligheid van het gebied achter die dijken. Ook is er weinig oog voor een snel herstel na een overstromingsramp. Dat vraagt om een perspectiefwisseling in het beleid. Dat vraagt ook om meer duidelijkheid in de verantwoordelijkheden van deze overheden en om een goed

voor de primaire waterkeringen, de waterschappen voor de waterhuishouding daarachter, maar waarom zou je als gemeenten geen rekening houden met de risico’s bij de planning van woningbouw, werklocaties en

Water als ruimtelijke opgave

voorzieningen?, zo vraagt commissievoorzit

worden aan bepaalde laaggelegen plekken niet bebouwen, vitale functies zoals energiecentrales en ziekenhuizen alleen bouwen op de veiligste plekken, de burger goed voorbereiden en informeren over vluchtplaatsen of

gen blijven functioneren, of het tre#en van voorbereidingen voor een snel herstel na een ramp. Alleen dan blijven maatschappelijke gevolgen zo beperkt mogelijk.De raden verwachten dat deze manier van werken leidt tot een e#ectievere en e!ciëntere besteding van de beschikbare middelen. Dit sluit ook aan bij de afspraken die zijn gemaakt in het Bestuursakkoord Water. Niet alleen de overheid, maar ook private partijen zullen in samenwerking duurzame en zo nodig innovatieve oplossingen moeten realiseren. Duurzame gebiedsontwikkeling waarin water een belangrijke rol speelt is daar een van. De discussies tijdens het Waterdebat

bodemloze put?” met vertegenwoordigers van drinkwaterbedrijven, ingenieursbureaus, over

heid en waterschappen vonden plaats tegen de achtergrond van Prinsjesdag en de brief

van de adviezen van de topsectoren. Water is een van de tien issues en juist daar zou meer geïnvesteerd moeten worden in de samenwerking tussen onderzoek, overheid en marktpartijen. Ed Nijpels, voorzitter van NLingenieurs, vond dat de uitvoering van het Deltaprogramma veel te lang gaat duren. ‘Er is behoefte aan innovatieve projecten, zoals zeelandbouw, maar dat vergt dan wel internationaal

Hollandse Delta vond dat de kennis nu nog teveel bij waterschappen of drinkwaterbedrijven blijft hangen."eo Schmitz, directeur van de Vewin, hamerde op het internationale aspect van waterbeleid en –innovaties. De weg naar negen miljard wereldburgers die voor 60 procent in stedelijke delta’s is definitief ingeslagen. Waterproblemen vragen weliswaar om lokale oplossingen, maar internationaal vraagt dat om ontwikkelingshulp vanuit een integrated resource management.

é Robbert Coops é Marcel Bayer

Vei l igheidsnor m per Di jkr ing gebied

RO

oktober 20114

Page 7: ROm 10 2011

Zonnedaken zijn hot. Wie over tien jaar een luchtfoto maakt, ziet een lappendeken van zonnepanelen, verspreid over stationsdaken, appartementencomplexen, scholen, congrescentra en waarschijnlijk zelfs op het maaiveld. In Rotterdam én Amsterdam wordt al flink gepionierd.

Het is dé primeur in Europa en waarschijnlijk zelfs wereldwijd. Tussen nu en 2012

Station bedekt met dertigduizend vierkante meter glas. Een dak, groter dan een

moet voorzien in vijftien procent van de energiebehoefte van het stationsgebouw. Het is een megaproject dat in Europa zijn

natuurlijk een enorme vermindering van de

brandsto#en worden gebruikt. Toch wordt niet het hele dak bedekt met zonnecellen. ‘Vanwege de schaduw van omliggende hoge gebouwen is dat minder e#ectief’, vertelt

Zonnedaken, slimme daken

Huub Veeneman van Prorail. ‘Op sommige plekken van het dak komt te weinig direct zonlicht. Daar leggen we dus geen cellen

overblijven per jaar 350 megaWattuur, te vergelijken met het elektriciteitsgebruik van

energie gaan we gebruiken voor de roltrappen, de lift en de verlichting.’

voor Amsterdamse Scholen is niet gekozen voor één groot oppervlak maar zijn de zonnepanelen verspreid over de daken van

van bijna anderhalf voetbalveld – die straks de energie opleveren vergelijkbaar met het gebruik van 200 huishoudens. De totale investering bedraagt 1,6 miljoen euro. Door te kiezen voor schooldaken krijgt het project

duurzaamheid eigenlijk heel vanzelfspre

absoluut de toekomst. ‘Het is in overvloed aanwezig en zelfs als de zon niet schijnt, is er

relatief kostbaar is. De panelen zijn behoorlijk prijzig en ook de installatie is duur. Wat dat betreft heeft windenergie een voor

termijn verreweg de meeste potentie heeft.’

é Sanne van der Most

L eerl ingen op het d ak van basisschool Narcis Quer ido

oktober 20115

RO

Page 8: ROm 10 2011

resultaatgericht regionaal

specialisteninnovatief

netwerkers

landelijkflexibel

praktischmeedenkers

uitdagingenkwaliteit

Ecologische quickscans

Soortgericht onderzoek

Toetsing Flora- en faunawet

Toetsing Natuurbeschermingswet

Mitigatie- en compensatieplan

Ecologische begeleiding

Beheeradvies

Cursussen

www.regelink.net | 085 77 37 676

Dat het aanleggen van zonnepanelen niet de enige manier om ‘groene’ daken te creëren,

voormalig rangeerterrein in deelgemeente Delfshaven verrijst een bijzondere combina

wijkpark op het dak. Een mooie vorm van

kilometer lang, tachtig meter breed en negen meter hoog is, komen drie bijzondere thematuinen waarvan een door buurtbewoners zelf wordt beheerd.

van dit dakpark gekozen voor het speciaal

ontwikkelde duurzame groendaksysteem van Nophadrain. Er zal maar liefst 40.000 m2 groendaksysteem worden geleverd in de aankomende bouwfases. Het systeem dat als ondergrond voor de daktuin dient, bestaat uit een speciale drainagebaan met een innovatieve nopvorm

De kern van deze drainagebaan is geperforeerd en is daardoor geschikt voor de

toegepaste isolatie en drainage kan het park

aanbrengen van de beplanting, bestrating en de installatie van straatmeubilair en speeltoestellen in de diverse thematuinen wordt de

de Vierhavenstraat zal naar verwachting medio 2012 geopend worden voor publiek.

é Sanne van der Most

Dakpark RotterdamO p de foto, afgelopen zomer gemaakt , wordt de basis

isolat ie en het Nophadrain groend aksysteem.

beeld Nophadrain

RO

oktober 20116

Page 9: ROm 10 2011

SmaakExplosies brengen leven op HembrugterreinTijdens het laatste weekend van september werd op het Zaanse Hembrugterrein voor de derde keer het culinaire festival SmaakExplosies georganiseerd.

de oude munitiewerkplaatsen naar de stadsomroeper, terwijl ze proeven van de ambachtelijk gemaakte lekkernijen.

d’Amour, een omgebouwde caravan, waar ze op ontdekkingstocht gaan naar de bijzondere eigenschappen van de aardappel. Hapjes die de smaakpapillen tot het uiterste testen, regionale gerechten op basis van traditionele recepten en ingrediënten uit de wilde natuur, gedurfde producten als ganzenkroketten en insectenbitterballen. De mix van ambacht en creativiteit is de succesformule van het

georganiseerd op het verlaten terrein.

gefascineerd toen hij Hembrug voor het eerst bezocht. ‘Er hangt hier zo’n bijzondere sfeer, oude gebouwen en er is heel veel wilde natuur. En niet ver van het hart van

Het idee voor SmaakExplosies was snel geboren, met een knipoog naar de functie die het gebied tot begin jaren negentig had.

gaan vaart maken met de herontwikkeling van het gebied, horen we van Carolien

wil beginnen met het schoonmaken van de

verontreinigde grond. ‘Dat is onze verantwoordelijkheid. Dat moet gebeuren wil je

geniet van de sfeer tijdens de SmaakExplo

dit soort evenementen komt er loop naar dit gebied, het imago verbetert en dat is goed voor de investeringsmogelijkheden.’

www.smaakexplosies.nl www.nieuwhembrug.nl

Veel animo voor tijdelijk werken en wonen op GZG-terrein ‘s-HertogenboschEr is veel belangstelling voor de tijdelijke

De afgelopen tijd hebben zich al tientallen kleinere en middelgrote ondernemingen hun intrek genomen in een van de monumentale gebouwen, die in het nieuwe plan gehandhaafd blijven. Ook de voormalige zusterflat heeft al een bestemming, als studentenhuisvesting. De tijdelijke invulling moet zorgen voor levendigheid in de omgeving. Onder de bedrijven die zich vestigen op het terrein

nemingen, makelaars, een advocatenkantoor, webdesigners, kunstenaars en een antiquair. De vastgoedbeheerder, die namens

gebruik organiseert, sluit met de gebruikers bruikleenovereenkomsten en huurcontrac

kers, veelal kleine en startende bedrijven, hebben zo een paar jaar de tijd om door te groeien naar mogelijke huurders voor het herontwikkelde gebied.

RO

Veel stedelijke ontwikkellocaties liggen stil. Leegstand en braakliggende terreinen wachten als het ware op invulling, op stedelijke levendigheid. Deze nieuwe rubriek volgt maandelijks initiatieven die zich richten op tijdelijk gebruik van braakliggende terreinen en leegstaande gebouwen. Suggesties voor deze rubriek? Mail naar [email protected]

Vrije RuimteDe

mei 20117

Page 10: ROm 10 2011

De tender is inmiddels uitgeschreven. De planning is dat ESPON (European Observation Network for Territorial Development and Cohesion), een ondersteunend instituut van de EU dat zich bezighoudt met monitoring en evaluatie van het Europese cohesiebeleid, half oktober bekend maakt welke onderzoeksinstituten de studie gezamenlijk zullen gaan uitvoeren. Projectleider Drielandenpark Aad Blokland legt uit dat het samenwerkingsverband tussen de Provincie Limburg (NL), het Vlaams

Aken en de Bezirksre

overheidsinstelling op regionaal niveau met

grote bevoegdheden) inmiddels al bijna tien jaar bestaat. ‘Er zijn al wel

landschapsvisies of landschapsplannen

per regio, maar het ontbreekt nog aan een gemeenschappelijke, grensoverschrijdende landschapsvisie op grond waarvan vervolgens maatregelen genomen kunnen worden die voor alle drie betrokken landen hetzelfde zijn’, aldus Blokland.

VersnipperenEen grensoverschrijdende landschapsvisie is onder meer nodig om natuurgebieden beter op elkaar aan te laten sluiten en om afspraken te kunnen maken over infrastructuur en nederzettingspatronen. ‘Bijvoorbeeld over bebouwing. Nieuwbouw moet op een verstandige wijze in het landschap worden ingepast, zonder dat de kwaliteit wordt aangetast’, aldus Blokland. De grensoverschrijdende landschapsvisie is ook nodig om een aantal unieke karakteristieken van het gebied te kunnen behouden en toeristisch

dat niet in een gezamenlijke landschapsvisie samenbrengt, dan gaat dat versnipperen. Als je bijvoorbeeld vanuit Nederland de grens

overgaat naar België dan zie je dat de bebouwing daar totaal anders is. Daar kunnen we niet meteen wat aan doen, maar we kunnen wel afspraken maken over hoe we met de open ruimte omgaan.’

Binnengebied

om de landelijke gebieden en niet over de

steden hebben in 1993 al een visie gemaakt, waarin voor het eerst ook het Drielandenpark

gedetailleerde plannen gemaakt voor hun eigen ontwikkeling, uitbreiding en infrastructurele verbindingen en een aantal economische functies’, vertelt Blokland. ‘Bovendien hebben ze vastgesteld dat ze een gezamenlijk binnengebied hebben en dat het goed zou zijn om daar ook een integrale visie voor te maken.’ Die visie kwam er in 2003 en diende als een basis voor alle projecten die er sindsdien grensoverschrijdend zijn uitgevoerd. Nu willen de steden meer afspraken maken over met name het gebruik van het landschap. ‘Het gaat niet zozeer over het

De Europese Unie heeft 360.000 euro subsidie uitgetrokken voor het maken van een grensoverschrijdende landschapsvisie voor het Drielandenpark, de open ruimte in het gebied rond de steden Maastricht, Hasselt, Heerlen, Aken en Luik. Het gebied tussen en rond deze steden - ook wel de MHHAL-steden genoemd - is het ‘groene hart van de Euregio’.

Dr ienlandenpark , ‘ het groene har t van de Eureg io ’

Beeld A. Herrmann

Grensoverschrijdende landschapsvisie voor Drielandenpark

oktober 20118

Nieuws uit BrusselOpgetekend door onze correspondent Boris Peters

Page 11: ROm 10 2011

beschermen van monumenten of fruitbomen, het gaat er vooral om hoe je het integrale karakter van het landschap kunt bewaren zonder dat je de boel op slot zet’, aldus Blokland.

PlanningDe studie voor de landschapsvisie Drielandenpark moet het gebied van ongeveer 2500 vierkante kilometer in een Europese context plaatsen. De planning is dat de door ESPON geselecteerde onderzoeksinstituten eind dit jaar aan het werk gaan. Ongeveer anderhalf jaar later moet de landschapsvisie klaar zijn.

Eerst wordt er gekeken hoe representatief dit gebied is als Europese regio en of er vergelijkbare Europese regio’s zijn waar je net zo’n situatie hebt of waar je dezelfde methode kunt toepassen. Dan moet je denken aan een dichtbevolkt (grensoverschrijdend) gebied met een groen hart of een groen randje. Het tweede deel is het maken van die landschapsvisie voor ons gebied. Het derde deel is de verspreiding van de visie en het maken van afspraken over nieuwe ontwikkelingen in het gebied tussen de partners op basis van de visie.’

DraagvlakHet is de bedoeling dat de partners binnen het Drielandenpark uiteindelijk aan de hand van de landschapsvisie afspraken maken. Dat was ook een absolute eis van onze eigen bestuurder. ‘We hopen dat er een plan uitkomt waar alle overheden achterstaan en waarmee we landschapswaarden binnen het Drielandenpark kunnen behouden of versterken. Dan gaat het over natuurwaarden, maar ook over bu#ergebieden en recreatiegebieden rond de grote steden. De bedoeling is ook dat de partners in het Project Drielandenpark dankzij de visie beter gebruik

kader van het gezamenlijke Europese landbouwbeleid.’ ESPON betaalt het totale project. De partners in het Drielandenproject leveren data aan, zetten personeel in en verzorgen de communicatie via vergaderingen en bewonersbijeenkomsten.

Grensoverschrijdende landschapsvisie voor Drielandenpark

RO Het Hiernogmaals Voorbij

oktober 20119

signatuur van hun levensstijl. Op zoek naar geestverwanten. Want alleen is ook maar alleen, maar liever alleen dan met

van vraaguitval is de belangstelling voor wijken voor senioren, muziekbeoefenaars, paardenhouders, duurzaamheidentrepreneurs

al gerealiseerd of gaan er komen. Extreem voorbeeld is Park Bloeyendaal aan de rand van Utrecht. Binnen een brede singel te midden van oude bomen wordt een stadstaatje ‘voor ons soort mensen’ gerealiseerd, toegankelijk via een portier aan de rand van een ophaalbrug. Daarachter soevereiniteit in eigen kring en appartementen vanaf 1,2 miljoen euro. De lopende verkoop levert het bewijs dat particulieren wel degelijk bereid zijn te bewegen, mits het risico van suboptimale omstandigheden overzichtelijk is. Dan gaan de 300 miljard euro, die vrij opneembaar op Nederlandse banken tegen 2 procent rente zijn weggezet, weer rollen en betekenis krijgen in de ruimte.

Waar binnenkort alle ruimtelijke plannen van overheden digitaal in huiskamers beschikbaar zijn, particulieren hun eigen buurt ook qua bemensing willen vormgeven en overheden verstrikt raken in complexiteit van regels ligt het voor de hand dat bestemmingsplannen tot het verleden gaan behoren. Verordeningen met plekken met een ‘nee’, ‘nee tenzij’, ‘ja mits’ en ‘ja’ regime passen wellicht een stuk beter bij de turbulentie, pluriformiteit en complexiteit van onze tijd. Beter benutten van menselijk kapitaal kan bovendien leiden tot spectaculaire besparingen op plankosten. Nu gaat het jaarlijks nog om 6,5 miljard euro, deels als werkverscha!ng voor ambtenaren, adviseurs en advocaten. Dat moet stukken slanker en slimmer kunnen.

é Peter van Rooy [email protected]

MuziekwijkDe laatste decennia van de 19de eeuw nam de druk van particulieren in de richting van overheden toe om iets te doen tegen erbarmelijke woonomstandigheden van vooral nieuwe stedelingen. Auke van der Woud heeft het wonen van toen op tre#ende wijze blootgelegd. Stank, vocht, lawaai, ziekten, ongedierte en overbezetting

Woningwet een feit. Vanaf dat moment werd volkshuisvesting gepolitiseerd en het domein van de sociaaldemocratie. Vanaf 1930 domineert het maakbaarheidsdenken.

maten maakt daar deel van uit. Elke locatie moet in beginsel voor elke beurs tot de mogelijkheden behoren. Vanuit deze politieke overtuiging kon het gebeuren dat in het centrum van Amsterdam is gebouwd voor de sociaal zwakste mensen, pal naast een herenhuis waar enkele miljoenen voor zijn betaald. De bewoners van het herenhuis kunnen zo buren krijgen waar ze niet op zitten te wachten maar waar ze via grondexploitatie, erfpacht en ozb wel verplicht aan moeten betalen. Dit politieke maakbaarheidsdenken is in Amsterdam op elke vierkante meter ook nu nog voelbaar. Eerst sociale menging, daarna architectuur en achteraan de wens van mensen. Want wie wil er nou niet in het centrum van de wereld wonen? Daarvoor neem je toch alles voor lief?

Nou, alles? Het is waar dat op wereldschaal

procent van de wereldbevolking. Daar vindt dan 90 procent van het economische verkeer plaats. Steden zijn e#ectief, stimuleren innovatie en zijn het best denkbare antwoord op klimaat, energie, mobiliteit en robuuste natuur. Dit op spijkerharde voorwaarde van

het dicht op elkaar leven een luxe variant van de sloppenwijken van weleer. Terwijl juist de combinatie van dynamiek en luwte steeds vaker aan de wieg van innovaties staan. Niet voor niets is Eindhoven uitgeroepen tot slimste regio van de wereld.

Ook nu lopen particulieren ver op politici

Page 12: ROm 10 2011

oktober201110

Wie dezer dagen de vele conferenties en debatten over het ruimtelijk beleid en gebiedsontwikkeling bezoekt,

krijgt steevast dezelfde vragen te horen. Hoe zijn belangen te verknopen? Waar zitten alternatieve financieringsbronnen? Hoe is het proces te faseren, en kunnen we de procedures simpeler maken? Weinig verrassend, net als de antwoorden overigens.

Behalve als er vanuit onverdachte hoek een opmerkelijk

MIRT, moeizame innovatie in roerige tijdenbesparing en nieuwe energiebronnen zijn veelbelovende trajecten, waar bovendien Europees geld voor beschikbaar is. Sluit je als gemeente aan bij het Europese netwerk van

gebruik van het geld voor alliantievorming en kennisont

‘Projecten komen niet van de grond door onvoldoende betrokkenheid van de stakeholders, slechte communicatie, het ontbreken van een “trekker” die erin gelooft. De vertraging zit ’m niet in de procedures, maar in de matige proceskwaliteit.’

Andere contextOf het is de bestuurder met een hele heldere lijn van

helemaal niet zo rouwig is op de ‘beperkte keuzes’ van het kabinet.’ ‘Programmatisch zijn de grote opgaven voor

krimp in een derde van de gemeenten en straks in heel Nederland, nog wel zo veel geld aan wegen uitgeven? Als je

meer een grote schoonmaak, die nu plaatsvindt? Van concepten die geen waarde meer hebben, zoals nationale

vanuit die andere context.’

Reiswijzer

heldere routebeschrijving door het onoverzichtelijke landschap dat gebiedsontwikkeling voor velen geworden is. Vandaar, waarschijnlijk, een uitverkocht huis bij de Praktijkbijeenkomst (Utrecht, 21 september) waar de

gepresenteerd, bestemd voor marktpartijen en overheden. Onder de 440 aanwezigen veel vertegenwoordigers van gemeenten en provincies (samen zo’n 150) en hun (juridische) adviseurs, en relatief weinig ontwikkelaars. De vraag naar houvast was haast tastbaar.

De perspectieven in de Miljoenennota zijn niet mals. Vooralsnog volhardt het kabinet-Rutte om ste-vig te bezuinigen in plaats van structureel te hervormen. Met name gemeenten krijgen het voor de kiezen met die keuze, want die moeten al een verlies op de grondmarkt van 1 miljard euro opvangen. De vakwereld vraagt zich intussen af hoe ruimtelijke projecten nog van de grond kunnen komen.

R!"#$%&"'(% )#*"$"%+ ,-.%/ ./!( "- /,%/"0% $"'.%-

Vakwereld zoekt naar nieuwe wegen in de gebieds ontwikkeling

Par t icul ier opdrachtgeverschap

t ier, A lmere

Ruimtelijk bekeken

Page 13: ROm 10 2011

oktober 201111

drongen, grootschalige uitbreidingen vinden hoogstens nog gefaseerd plaats of zijn helemaal gestopt, de vraag naar woningen en kantoren is structureel lager, het gemeentelijk grondbeleid staat op de helling, en dan zijn er juridische

en de Woningwet.

Flexibiliteit

pak het zorgvuldig aan, bouw flexibiliteit in.’ Hij presenteer

‘Eerst koppie, dan knoppie’, ‘Durf los te laten zonder dat het uit je handen valt’ en ‘Hou het simpel met vlag en wimpel’.

Die adviezen waren zowel aan overheden als marktpartijen gericht, want aan beide zijden gaat het nog te vaak ver

zitten de huidige eigenaren eigenlijk wel te wachten op een

nieuwe wijk niet overladen met eisen en daardoor dichtge

nog beter moeten opzoeken. Bijvoorbeeld via marktconsultatie, waarbij overheden marktpartijen vrijblijvend polsen over kansen en bedreigingen. De opzet daarvan moet dan wel helder zijn. En ook ontwikkelaars kunnen veel leren, vindt de praktijkhoogleraar, tevens directeur Nieuwe

VeteraanDe flitsende presentatie van een (vooralsnog) mooi staaltje van marktconsultatie, de concurrentiegerichte dialoog rond een vernieuwd Food Center Amsterdam, nam de onzekerheid in de zaal niet weg. Typerend was deze vraag van een

‘Collectief particulier opdrachtgeverschap wint terrein,

oorlog?’ Daar wilden de deskundigen toch niet aan. Ook kleinere marktpartijen en collectieven van opdrachtgevers zouden met dit handboek hun voordeel moeten kunnen

staan. Over twee jaar ligt er weer een nieuwe editie.

é Edwin Lucas, Marcel Bayer

Ruimte, infrastructuur, wonen en milieu in de Miljoenennota

De hoofdpunten

stedelijke vernieuwing, nu de volledige afbouw van het

bouw.

waarbij particulier opdrachtgeverschap wordt gestimu

wet gepland.

leefbaarheid onder druk staat, ondersteunen met kennis en ervaring.

miljoen in 2012 naar 340 miljoen in 2016. Het natuurbeleid wordt sterk gedecentraliseerd, de EHS

miljoen euro minder (ongeveer 14.5%).

experimenten in de topkrimpregio’s en maatregelen volgens de interbestuurlijke voortgangsrapportage bevolkingsdaling.

in werking.

kabinet aan welke acties nodig zijn.

blijft energiebesparing stimuleren, onder meer door de

energielabel voor nieuwbouw.

infrastructurele projecten.

Page 14: ROm 10 2011

is. Deze afdeling, acht personen sterk, doet alle toezicht en handhaving op het gebied van ruimtelijke ordening, bouwen, APV en milieu. ‘We wilden klantvriendelijker zijn voor de bedrijven in onze gemeente’, vertelt Nijhuis. Een gemeentelijke herindeling en de aankondiging van de Wabo gaven de integratie een extra impuls. ‘Toen de Wabo uiteindelijk kwam, waren wij er dus al op ingericht. De overgang was wat dit betreft heel eenvoudig.’ De gemeente investeert veel in opleidingen om de kennis van de handhavers te verbreden, ‘daar zijn we continu mee bezig. En we hebben een goede

is wel de enige persoon waarmee een bedrijf contact heeft.’

Het is prettiger voor een ondernemer als er één handhaver over de vloer komt, in plaats van meerdere op verschillende tijdstippen. Dat is het idee van integraal toezicht en handhaving, passend bij de integrale vergunningverlening onder de Wabo. Het vraagt om aanpassingen in de organisatie en de IT-ondersteuning. Delft en Aalten kozen voor een verschillende aanpak.

T,%1"23$ %- 3)-.3)4"-0

B ouwwerkzaamheden Spoorzone Delft .

Met de tabletcomputer op de bouwplaats

Bij de invoering van de Wabo lag de focus erg op vergunningverlening. Toezicht en handhaving zouden later wel

komen. Dat merken we. Eén integraal handhavingsbesluit is bijvoorbeeld heel lastig te nemen, wegens de verschillende onderliggende wetgeving met verschillende termijnen. En de

aan hun systeem voor handhaving wordt nog geschaafd. Qua organisatie was Aalten er al in 2007 klaar voor, met één

oktober 201112

WaboWijs

WaboWijsROm besteedt in de serie WaboWijs elk nummer aandacht aan de Wabo. In dit nummer een aflevering over toezicht en handhaving. Integrale vergunningverlening vraagt om integraal toezicht en dito handhaving. Hoe wordt dat gerealiseerd?

Page 15: ROm 10 2011

Eén handhaver voor alle Wabo-aspecten

Online handhaving

voor zowel vergunningverlening als toezicht en handhaving. Alle documenten staan in dat systeem. ‘De handhaver kan in het dossier alle verleende vergunningen, lopende zaken en controles uit het verleden bekijken. Alles wat wij doen, zetten we in het systeem.’ Het koppelen van de modules voor vergunningverlening met die voor handhaving blijkt

gehanteerde begrippen, want die moeten hetzelfde zijn, anders is de informatie moeilijk terug te vinden. De module voor vergunningverlening is inmiddels gereed, die voor handhaving moet dit jaar worden afgerond. ‘Dan kan ik met één druk op de knop managementinformatie uit het systeem krijgen, bijvoorbeeld welk soort overtredingen er in onze gemeente veel voorkomen. Dat soort informatie verzamelen we nu nog handmatig.’

voorzien van tabletcomputers, zodat men ook tijdens controles op locatie alle gegevens in het systeem kan inzien en notities kan toevoegen.

Open dossierDe bouwinspecteurs van de gemeente Delft werken sinds december 2010 met tabletcomputers, waarmee ze op de bouwplaats bouwtekeningen en andere documenten van de vergunningaanvraag inzien. Het toezichtrapport wordt als

verbetering, want ze beschikken nu bij Wabodossiers altijd over de actuele gegevens’, zegt Duinkerken. Delft heeft haar toezichthouders en handhavers niet op één afdeling ondergebracht. Bij de bouw heeft de bouwinspecteur een signaalfunctie. Er is dus wel één handhaver op de bouwlocatie. Voor horeca/gebruik openbare ruimte en milieu zijn dat andere afdelingen, die met elkaar samenwerken. Ook de samenwerking met de brandweer noemt Duinkerken ‘goed’.Net als de gemeente Aalten werkt Delft voor de Wabo geheel digitaal. Delft koos echter niet voor een eigen

alle aanvragen worden daarin ondergebracht. Dat systeem wordt gebruikt zowel voor vergunningverlening als voor toezicht en handhaving op de bouwplaats, wat een opmerkelijke keuze is omdat het OLO daar in feite niet voor is ingericht. ‘Het ministerie gaat ervan uit dat je het dossier uit het systeem haalt als de vergunning is verleend, maar daar zijn wij het niet mee eens. Tijdens de uitvoering komen er immers nog steeds stukken binnen. We houden dat dossier dus open. Dat doen we door de beschikking niet in het dossier te registreren, die staat er wel als document in’, zegt Duinkerken. Als de realisatie van een bouwproject

helemaal gereed is, haalt Delft het dossier uit het OLO en slaat dit op in een eigen, intern systeem (Verseon). Delft zou het OLO graag als een landelijke voorziening voor ondersteuning van vergunningverlening tot en mét handhaving gebruiken, ook voor handhavingsdossiers die niet uit vergunningverlening voortvloeien. Bij zo’n landelijk systeem kunnen externe partijen, zoals de brandweer, namelijk eenvoudiger toegang tot het systeem krijgen.

netwerk is het praktisch onmogelijk om externen daar toegang tot te verlenen. Onze bouwinspecteurs kunnen met de tabletcomputer hun webmail lezen, maar dat is het wel wat betreft het eigen netwerk. De rest is met webapplicaties als het OLO en Bris.nl opgelost, voor zover dat kan. De

integrale handhaving.’

é Marieke Vos

oktober 201113

Page 16: ROm 10 2011

oktober 201114

mijnbouw kwam, zag en was weer weg voordat deze goed en wel was opgebouwd. Als een popup event.

Van zwart naar groen

strialiseerde gebieden van Nederland. De bevolking van de mijnstreek groeide in die korte periode van 70.000 naar een

structuur worden aangelegd, waren woningen en voorzienin

Voor je met de trein het station van Heerlen aandoet, rijd je langs de voormalige schacht van de mijn Oranje

met zijn typerende ijzeren constructie en met zijn schachtwiel bovenop. Het schachtgebouw, van relatief kleine omvang, valt

enige overgebleven industrieel icoon uit het Heerlense mijnverleden, terwijl de mijnindustrie in alle opzichten bepalend was voor de stedelijke omgeving in deze streek. De impact van de mijnindustrie hierop werd nog eens versterkt door de extreme mate van tijdelijkheid. De industriële

Z!(!-5$ .!/23 H%/(!-5$

Het mijnverleden in Zuidoost-Limburg is door een ingrijpende herstructurering grotendeels weg-gevaagd. Een historische vergissing, want daardoor werd het gebied beroofd van z’n identiteit en waardigheid. Transitional objects zijn nodig voor de verwerking van de transformatie en als baken van herkenbaarheid. Gelukkig bloeit de Culturele Lente op in Heerlen met herwaardering van het industriële verleden, waar dat nog kan. De ambities strekken zich uit tot over de grens.

Mijnindustrie als groots symbool van de Culturele L ente in Heerlen.

beeld Philip Driessen

100% inspiratie

100% inspiratieLezers doen in woord en beeld verslag van plekken, gebieden, ruimtelijke projecten en ontwikkelingen waar zij inspiratie uit halen voor hun werk. De redactie staat open voor inspirerende (beeld)verhalen. [email protected]

Page 17: ROm 10 2011

oktober 201115

bewust als monocultuur in stand werd gehouden.De turbulentie en ontwrichting herhaalden zich in de jaren zeventig en tachtig als gevolg van de sluiting van de mijnen. De opkomst van de mijnen vond in recordtempo plaats, de

twaalf mijnbedrijven gesloten. Veel sneller dan in vergelijkbare industriegebieden in de grensregio sloten hier de

geprobeerd nieuwe werkgelegenheid te creëren en vond een rigoureuze herstructurering van het gebied plaats. Van zwart naar groen, zo heette de herstructurering.

sporen grondig opgeruimd. Ervoor in de plaats kwamen woonwijken, parken en bedrijventerreinen. Een historische vergissing. Na de mijnsluiting, die een zwaar, traumatisch stempel heeft gedrukt, ontbrak het aan transitional objects, nodig voor verwerking van die transformatie. Het rigoureuze opruimen had een averechts psychologisch resultaat. Van zwart naar groen werd, in mentaal opzicht, van zwart naar diepzwart.

Culturele Lente

één van de hoogtepunten van het Nieuwe Bouwen, is het symbool van wat de Culturele Lente van Heerlen wordt genoemd. Vroeger een hypermodern warenhuis voor de inwoners van de mijnstreek, nu een multidisciplinaire culturele instelling. Het openstaan voor moderne kunst en

dwars door Wallonië, Belgisch en Nederlands Limburg en

Eupen. Het gemeenschappelijke mijnverleden wordt als een belangrijke pijler gezien voor deze ambitie.Heerlen staat op een interessant kruispunt. De stad maakt enerzijds een culturele bloei door en is anderzijds in staat creatief en scherp ambities te formuleren. Het besef dat het recente en bepalende verleden van relevantie is, krijgt steeds meer z’n weerslag in het denken over ruimtelijkheid en stedelijkheid. Dat was in het verleden wel anders.Dig deeper. Het ontbreken van die transitional objects betekent niet dat fysiek erfgoed afwezig is. Alleen, het vereist dieper graven, beter kijken en zoeken in dat fysieke en mentale erfgoed.Het belang van immaterieel erfgoed is groter naarmate materieel erfgoed minder zichtbaar voorhanden is. De

steeds verbindingen tussen beiden. Besteed niet alleen aandacht aan het conserveren van markante, erfgoedartefacten, maar conserveer ook sociale infrastructuur en stedelijk weefsel, die een herkomst hebben in dat relevante verleden.

erfgoed een stevige plek te geven in ruimtelijke ontwikkeling.

een doorlopende lijn.Overweeg geen historisch museum maar een erfgoedhuis of erfgoedcel, met het vizier primair naar buiten gericht en met een sterk reflecterende functie.

é Martijn Hermans & Maurice Hermansbetawerk.nl

www.demijnen.nl

Mijnindustrie als groots popup eventcultuur komt voort uit de instroom van veel buitenlanders,

openstaan voor culturen en invloeden van buitenaf.

De Culturele Lente heeft de mentale transitie van de regio een impuls gegeven. De demografische krimp zorgt daarbij voor extra acceleratie. De crisis in de groei heeft iedereen doordrongen van de urgentie nieuwe antwoorden te zoeken. Ondanks, of misschien wel dankzij, de demografische krimp

gebouwd. Opvallend hieraan is de maatvoering. Als extreme interventie in de stedelijke ruimte is het een reactie op de rigoureuze afbraak van het industriële tijdperk.

GrensverleggendHet mijnverleden is evenzeer een drijvende kracht achter de steeds sterkere oriëntatie richting Eutropolis, ook wel bekend

Page 18: ROm 10 2011

Interview

oktober 201116

F/"+, .% Z%%!6:

‘Go with the flow, plannen maken die hanteerbaar en realiseerbaar zijn’

van t i jd ga je inzien hoe de wetmatigheden van de r uimtel i jke economie werken. En je gaat de psycholo g ie van mensen en bestuurders begr i jpen.’

Page 19: ROm 10 2011

oktober 201117

èè

Traditie en tijdgeest in het ruimtelijk beleid

grotendeels overboord en lijkt er een eind te komen aan een tijdperk waarin

dit discours over de traditie en de tijdgeest in de ruimtelijke ordening voorleggen aan een panel van beleidsmakers, ontwerpers en wetenschappers. Eerder kwamen

Het gesprek in zijn werkkamer bij Bouwfonds Ontwikkeling in Hoevelaken begint over de houdbaarheid van

juridisch adviseur bij een stedenbouwkundig bureau en bij de

wikkeling aan de TU Delft. ‘Schijnmanoeuvres’ noemt hij veel van wat de overheid op het gebied van ruimtelijke ordening deed. En dat heeft niet uitsluitend te maken met de afstand tussen bestuurders en de samenleving. Ook de ‘arrogantie’ bij planologen en ontwerpers is daar debet aan.

discipline neigt naar een zekere verhevenheid boven de ploeteraars die met de uitvoering van plannen bezig zijn ongeacht of die binnen de overheid of binnen de markt werken. Die opvatting deel ik met wetenschappers als Barrie

de tekentafel via de onderhandelingstafel nu naar de cafétafel moet.

‘Implementation-gap’De meeste planologische concepten zijn achteraf bedacht.

en later gemodelleerd. Daar wordt dan vervolgens een beleidspretentie aan verbonden.

fout is gegaan toen stedenbouwkundige concepten de planologie zijn gaan domineren. Stedelijkheid, vertaald in intense ruimtelijke concentratie als vorm van verstedelijking, waarbij metropolen als New York als wenkend perspectief worden gebruikt. Daar komen ze altijd graag,

blijkt dat dan niet werken.’

sociale werkelijkheid bestaat die eenheid veel minder en zijn er gewoon verschillende deelgebieden, met op z’n minst een

eindelijk de kracht van Brabant is erkend.

Friso de Zeeuw mengt zich veelvuldig in het debat over de ruimtelijke inrichting. Hij vindt dat de beleidsconcepten van planologen en ruimtelijke ordenaars teveel zijn losgezongen van de uitvoe-ringspraktijk. De lijn in zijn kritiek: de overheid moet een goede balans vinden tussen toelatings- en ontwikkelingsplanologie, het beleid enten op het ruimtelijk-economische krachtenveld met behoud van het waardevolle in onze steden en het landschap. ‘De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is een flinke stap in de goede richting. De ‘wie doet wat vraag’ is uitdrukkelijk aan de orde en ook scherp neergezet door deze minister.’

‘De meeste planologische concepten zijn achteraf bedacht’

Page 20: ROm 10 2011

Interview

oktober 201118

Maar je kunt het de planologie toch niet aanrekenen dat bepaalde concepten in het politiek-bestuurlijke en maatschap-pelijke krachtenveld niet worden vastgehouden?’

moeten aansluiten op de werkelijkheid. Het vraagt netwerkkunsten binnen de organisatie waar hij werkt en daarbuiten.

planologie, met het daarmee verbonden beleid, niet

achterloopt in het complexe, veranderende krachtenveld

implementatie.’

HulpeloosInzet en ambitie kun je hebben zoveel je wilt, maar een planoloog is toch niet verantwoordelijk voor wat er in de uitvoering van terecht komt?

lijkheid stelselmatig niet goed op elkaar passen, dan moet

afstappen van het idee dat ze Nederland kunnen ontwerpen. Nog steeds komen zij met hemelbestormende schetsen en visies. Er komt nooit ene pepernoot van terecht.

lijke gebieden wel als een ’culturele opgave.’ Hij lacht hardop. ‘Als dat gezegd wordt, moet je oppassen, want dan ontvouwt zich meestal een plan met een extreem hoog maakbaarheidgehalte. We hebben een conglomeraat van kleinere steden met afwisselende, waterrijke landschappen.

passen. Nederlanders zijn niet van de grootse en meeslepende visies of grand designs. Tenzij sprake is van grote, breed ervaren urgentie, zoals de Watersnoodramp 1953. Vandaar ook dat de veelgehoorde kreet ‘we hebben een nieuw Deltaplan nodig’ zo hulpeloos klinkt. Niet dat de praktijk zich veel van de plannenmakerij aantrekt. “Ach, een nieuw plan, dit waait over, even bukken

de markt heeft men een goede antenne om aan te voelen wat papieren beleid is en wat serieuze beleidsinitiatieven

betekenis te verliezen en wordt dan ook niet meer zo

van onze omgeving is ruimtelijke ordening essentieel. Een tweede reden voor de erosie van de ruimtelijke planning ligt in het feit dat de wetgever het stelsel in de afgelopen

afweegbare voorschriften, voornamelijk in de milieusfeer. ’

VinexZijn er dan helemaal geen goede, werkbare planologische concep-ten?

een ouderwets maar geslaagd beleidsconcept gebleken. Er zat een helder eenvoudig idee achter, doorzettingsmacht, een uitvoeringsorganisatie en geld. Het overdragen ervan naar de provincies, zoals het kabinet nu wil, heeft met

silhouetten van de historische dorpen en steden te beschermen tegen de ambitieuze plannen van gemeentebe

kendam, in 1975 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Voor elke planwijziging moest je met je plasje naar de

sche centrum en de monumentale gebouwen koestert, dat rijksbemoeienis niet meer nodig is.

‘ We moeten wel oppassen d at we niet hyper venti lerend doorslaan van ‘groots en meeslepend ’ naar ‘ kabouteren’ in de r uimte.’

‘Met de planinflatie dreigt de ruimtelijke ordening haar betekenis te verliezen’

Page 21: ROm 10 2011

oktober 201119

als een waardevol onderdeel van de stedelijke ruimte. Voorheen vonden stadsbestuurders en hun ambtelijke staf

is een kwaliteit waarvoor lokaal aandacht bestaat.’ ‘Het groeikernenbeleid is een ander succesvol concept. Dat

publieke projectorganisatie, die partijen huiswerk gaf, en er

is in die zin vergelijkbaar, maar dan met meer private betrokkenheid. Daar zijn de beleidsdoelstellingen in

Nederlandse reflex om het helemaal niks te vinden bij de eerste vlaag kritiek uit de grachtengordel. Ook zo’n opvatting van mensen die niet echt in de praktijk staan, want over het algemeen blijken de bewoners erg tevreden.

levendige en volwaardige stukken stad worden, met hier en daar ook probleembuurten.’

Groene Hart

werkelijkheid en de praktijk niet op elkaar aansluiten. ‘De nulgroei, de rem op de woningbouw in kleine kernen heeft

restrictief beleid was volgelopen. Wat er wel gebeurde is dat

uitbreidingen en bedrijventerreintjes die niet harmoniëren met het onderliggende landschap. Een gemeente die een bouwplannetje er toch doorheen wil manoeuvreren, de

moppert. Als jong statenlid was ik ook van mening dat de kleine kernen helemaal op slot moesten, en de groei geconcentreerd moest worden in een paar steden in

concentratie, maar ruimtelijke ordening in een superstrak keurslijf, daar geloof ik niet meer in.’

Neprom uit 2007, dat rekening hield met de kwaliteiten van het landschap en tegelijkertijd ontwikkelingsmogelijkheden oppikte in de vorm van zorgvuldig ontworpen kleinschalige woonbebouwing, in harmonie met het landschap. Uiteindelijk werd het plan afgewezen door de provincies; ze durfden het niet aan. Veel gemeenten waren ook niet enthousiast

surplus in de grondexploitatie volledig ingezet voor de

heet dat ’’rood voor groen’’. Dus geen afdrachten voor het opknappen van het winkelcentrum en kinderopvang binnen de dorpen zelf. Deze keuze ging de gemeenten te ver.

krimp zit, in andere delen zal dit onderwerp weer op de

echt op implementatie gericht plan, hoe economie, landschap, cultureel erfgoed per deelgebied elkaar kunnen versterken, is er dus niet. Om de vijf jaar is er een poging, met soms een paar waardevolle nieuwe ideeën en coalities, maar het gaat met het tempo van een slak.’

Hoe moet het dan?

nomische ontwikkelingen, en bij de voorkeuren van mensen. Go with the flow dus, vanzelfsprekend met oog voor de publieke belangen, Dat laatste blijft het anker in de ro. De overheid moet bijvoorbeeld borgen dat de groene wiggen tussen de vingers van Amsterdam niet worden aangetast, en

restrictieve van de toelatingsplanologie en de ontwikkelingsplanologie, waarmee ze een brug slaat tussen beleid en investeringscapaciteit. De ruimtelijke planning moet een veel scherper oog krijgen voor de kosten die de realisering van de plannen met zich mee brengt. We moeten bij voorbeeld preciezer kijken hoe we kunnen profiteren van de bestaande infrastructuur.’

FlexibiliteitNu het realisme terug is in de praktijk van het ruimtelijk beleid, past het de overheid ook om verstandiger te opereren,

keling aan de TU Delft adviseeert hij de overheid om niet meer te doen dan wat je aankan, en om crisisbestendige plannen te maken. Hij wijst op het echec van Blauwe Stad,

‘Niet overal is voldoende markt voor duurdere woningen. Denk in meerdere scenario’s. Cruciale weegfactoren zijn de faseerbaarheid van de plannen en flexibiliteit in gebruiksmogelijkheden. Organisch groeien, tijdelijk ruimtegebruik,

daar kun je best in meegaan. We moeten wel oppassen dat we niet hyperventilerend doorslaan van ‘groots en meeslepend’ naar ‘kabouteren’ in de ruimte. Hier en daar liggen wel degelijk pittige opgaven. Denk aan de havengebieden in de grote steden. Daar moet je als publieke en private partijen de handen ineen slaan met een duidelijke visie als onderlegger.

de nodige flexibiliteit in de tijd en in gebruiksmogelijkheden.’

é Marcel Bayer

‘Plannen moeten aansluiten bij de ruimtelijk- economische ontwikkelingen, en bij de voorkeuren van mensen’

Page 22: ROm 10 2011

De kopers van één van de luxe appartementen of

rijke villapark tussen Utrecht en De Bilt kan ieder moment

procent van de 100 woningen was verkocht. Dat was voldoende om met de aanleg van het landgoedachtige project

en nog duurdere appartementen mikt ontwikkelaar en automobielverkoper Frits Hessing op een koopkrachtig

Er zijn in de afgelopen jaren veel nieuwe woonbuurten gebouwd die zich met grachten of poorten van hun omgeving afschermen. Mensen zijn er graag met gelijkgestemden onder elkaar. In de openbare ruimte is deze ‘parochialisering’ ook zichtbaar. Verliezen pleinen en parken hun functie als plek voor spontane ontmoetingen en het uitwisselen van ideeën? In delen van Amsterdam is juist sprake van een revival van het publiek domein. Straten, stoepen en gebouwen worden er intensiever en gevari-eerder dan ooit gebruikt.

O7 1,%( -))/ %%- *)&)-+ $!++%- )5+23%/#"-0 %- ,-$#,%$"-0

park worden gehouden. Volgens de geruchten zullen zelfs de kopers door Hessing zelf worden gescreend op hun achter

vestigen in het luxe woondomein.

SymbolischPark Bloeyendael is niet de enige Nederlandse ‘gated community’ die op stapel staat. Bij Amstelveen werkt Qlincker Vastgoed aan een afgesloten wooneiland in de Amstel voor puissant rijke ondernemers. Onderzoeker David Hamers van het Planbureau voor de Leefomgeving be

Parochies in de ruimte

Het Vondelpark a ls favor iete ontmoetingsplek voor jongeren

Beeld Caro Bonink

Trend

oktober 201120

Page 23: ROm 10 2011

schouwt beide projecten als een uitzondering op de Neder

onderzoek naar dit verschijnsel stuitte hij enkele jaren geleden vooral op projecten die op een symbolische manier met een gracht of een doodlopende weg van de rest van de

ken in de Verenigde Staten zijn de afgeschermde woonbuur

doorgaande routes. De binnenhoven en tuinen zijn overdag bovendien vaak opengesteld en om iets te gaan eten of te

voorzieningen geïntegreerd in de wijk.’

Hamers is niet zo bang dat afgeschermde woonwijken in ons land de levendigheid van pleinen en straten in steden bedreigen. ‘Een enkele buurt zoals het Paleiskwartier met

zijn afgesloten bouwblokken en afwerende, stenige omgeving kan bij bezoekers wel een ‘unheimisch’ gevoel oproepen.

stedelijk weefsel. De publieke functie van de openbare ruimte wordt niet uitgehold.’

Beheer

onderzoek naar privaat beheerde woondomeinen. Hij kan zich wel vinden in de opmerkingen van Hamers. ‘Het probleem zit hem niet in de afgeschermde buurten, maar in de teruglopende overheidsbudgetten voor een goed beheer van de openbare ruimte erbuiten. Als steden niet meer investeren in hun netwerk van pleinen en straten, kan de stad als gemeenschap wel degelijk uit elkaar vallen. Bij parken ligt het anders. Daar zie je onder druk van gemeentelijke bezuinigingen nieuwe financieringsvormen opkomen waarin particulieren een hoofdrol spelen. Het Vondelpark is in de 19de eeuw ook door gegoede burgers aangelegd. Op

Suncity in de polder

Drie jaar geleden leek ook Nederland een seniorenstad te

één van de oudste en meest bekende ouderensteden van

mensen die voor hun boodschappen, restaurantbezoek of zelfs een ziekenhuisoperatie hun ‘resort’ niet meer uit

hoeven. De Nederlandse seniorenstad zou met 2000 bewoners een stuk kleiner worden. Wel wilden de initiatiefnemers net als in Amerika de woonwijk aankleden met voorzienin

ontspanningscentrum, een golfbaan, een zorgcentrum en een jachthaven. De

economische crisis zette echter een dikke streep door de plannen van het

echter nog steeds in het concept. ‘Uit onderzoek blijkt dat zeker 15 procent van de Nederlanders voor zo’n senioren

enkele partijen om het plan uit de ijskast te halen en op een andere locatie uit te gaan voeren.’ Op de vraag waarin de seniorenstad zich onderscheidt van traditionele woonbuurten blijft Sievers vaag. ‘Het verschil zit hem vooral in de manier waarop we met elkaar omgaan en respect hebben voor elkaars wensen en ideeën.’ Hij kan zich ook voorstellen dat senioren minder belang hechten aan een eigen tuin als daar zeer waardevolle gemeenschappelijke buitenruimte tegenover staat.

Goed functionerende pleinen schragen de samenleving

Schets van Seniorenstad Noordoostpolder

Parochies in de ruimte

oktober 201121

èè

Page 24: ROm 10 2011

RevivalDe trend om onder gelijkgestemden te zijn en zich van anderen af te schermen is niet alleen zichtbaar in het wonen.

geleden al een proefschrift over de parochialisering van de

zakelijke kenniswerkers veelal hun eigen cafés en voorzieningen te hebben. Op weg naar die plekken kwamen ze wel anderen tegen, maar daar werd amper contact mee gelegd. Van afsluiting was echter geen sprake. Anderen waren ook welkom in hun ‘parochiale domeinen’ zolang de normen en regels van de groep werden gerespecteerd.

Amsterdamse binnenstad nog altijd sprake is van zekere

zichtbaar geworden. Door de groei van het aantal creatieve zelfstandigen en de opkomst van draadloos en mobiel internet worden bepaalde pleinen en parken veel intensiever en gevarieerder gebruikt dan tien jaar geleden. ‘Vooral in de binnenstad en de vooroorlogse wijken is sprake van een revival van de openbare ruimte. Er wordt gewerkt, gegeten, gezond en geluierd op één en dezelfde plek.’ Deze trend wordt versterkt door de hoge woningprijzen waardoor bewoners genoegen moeten nemen met een

zichzelf hoeft dat geen probleem te zijn zolang de ruimte ook voor anderen toegankelijk is.’

men van de stedelijke drukte. ‘Onveiligheid speelt niet zo’n grote rol, maar mensen willen wél graag een zekere controle

ze vaak dat ze graag met gelijkgestemden in een buurt wonen. Het is nu eenmaal gemakkelijker om een oppas te regelen of hulp te krijgen als je buren ongeveer dezelfde levensstijl hebben.’ Of dat verlangen in de afgelopen jaren

vooral kwalitatief onderzoek.’

Wonen en verblijven onder Ons Soort Mensen

Trend

oktober 201122

Studenten en zakel i jke kenniswerkers hebben hun eigen cafés en voorzieningen.

beeld Era Contour bv

Page 25: ROm 10 2011

sociale leven daardoor steeds vaker naar buiten. ‘Het Sociaal Cultureel Planbureau constateerde onlangs nog dat mensen minder vaak bij elkaar over de vloer komen en hun vrienden eerder in een café of restaurant opzoeken. Het onderscheid tussen openbare en private ruimte lijkt daarbij te vervagen.

moderne ko!elounge.’

Hoogstedelijk

dat ze met gerichte investeringen de uitbouw van deze

de economische en culturele vernieuwing van de stad aan te

al wakker kussen en voor meer groepen aantrekkelijk maken. Het ‘oppeppen’ van de vaak zielloze pleinen en plantsoenen van de naoorlogse woonwijken wordt nog de grootste uitdaging. De functiescheiding in deze buurten maakt het lastig om er een hoog en gevarieerd voorzieningenniveau te creëren. ‘Het stedelijk weefsel is er een belemmering voor het laten ontstaan van een levendig publiek domein.’

hij in delen van de stad eenzelfde ontwikkeling ziet. Beide gemeenten scoren ook hoog in de ranglijst van aantrekke

een historische binnenstad en veel culturele en commerciële voorzieningen zijn daarin de sleutelfactoren voor een succesvolle economische en culturele ontwikkeling. David Hamers van het PBL waarschuwt echter voor te simpele conclusies. Ook in steden zonder een oud centrum

kunnen hoogstedelijke milieus met een levendige openbare

met allerlei interessante initiatieven in deze richting. Eindhoven heeft een sterke troef in handen met zijn

ook niet dat je van bepaalde mensen of activiteiten een zekere omvang nodig hebt om dit soort ontwikkelingen op gang te brengen. Het heeft als stad weinig zin om het

je eigen kracht.’

é Jaco Boer

rapport over de toekomst van het wonen dat steeds meer mensen zich het liefst met gelijkgestemden

wikkelaars kan de stelling rekenen op brede instem

de klushuizen in het Wallisblok maar ook in onze projec

wonen’, aldus directeur maatschappelijke ontwikkeling

merkt in de klantenpanels van haar projecten dat

mate van ruimdenkendheid van hun buren te verwachten.’ Beide benadrukken dat dit niet hoeft te betekenen dat bewoners zich van de omgeving willen afschermen.

op zondag op slot. ‘De buurt had een slechte reputatie toen we met het project begonnen. Uit onderzoek bleek dat we de nieuwe bewoners wel een bepaald gevoel van

veiligheid moesten bieden’, aldus Seekles. Of een project voor anderen toegankelijk wordt of niet,

buurt maar ook de dichtheid van een nieuwbouwproject

proberen bewoners altijd bij die afweging te betrekken. We ondersteunen VVE’s bij die keuze en voeren gesprekken met de gemeente. We merken daarbij goed dat ambtenaren de laatste jaren minder rigide zijn in hun eis om wijken dag en nacht toegankelijk te houden. Door de crisis houden ze meer rekening met bewonerswensen.’

voor een regime waarbij overdag de poort open staat voor andere bezoekers. Seekles verwacht dat de meeste Nederlanders ook niet achter een hek willen wonen naar het voorbeeld van Amerikaanse gated communities. ‘Dat

werkgebied is de bestaande stad en daar is de gemiddelde bewoner veel te eigengereid om zich iets aan te trekken van strikte leefregels op zo’n park.’

Ontwikkelaars: ‘Binnenhoven afsluiten én openstellen’

Goed functionerende pleinen schragen de samenleving

oktober 201123

Page 26: ROm 10 2011

Een park is veel meer dan alleen een groot groen veld,

moet er concerten voor tienduizend man kunnen organiseren maar het moet ook een oase van rust zijn voor hardwer

stond Porter aan de wieg van het Amsterdamse Westergasfabriekpark. ‘Een uitdagende opdracht want we werkten samen met veel verschillende gebruikersgroepen, ieder met hun eigen wensen. De meeste van hen wilden graag een traditio

Amsterdammers. Het platte vlak werd een heuvelachtig landschap, zo komt de schaal beter uit. Ook kwam er een groot meer met een strandje, bloementuinen, een aantal vijvers met afgeschermde picknickvlonders. Volop ruimte

stadspark hoort, ontbreekt in het Westergasfabriek de digitale component zeker niet. Het project Urban Park Laboratories onderzoekt hoe crossmediale applicaties de openbare ruimte naast wifi kunnen verrijken, bijvoorbeeld door bezoekers te vertellen over de natuur en de parkhistorie.

Het park is al lang niet meer die plek waar je alleen komt om de hond uit te laten en de eendjes te voeren. In het Nieuwe Park ontmoet je vrienden, luister je naar een klassiek concert, doe je mee aan skate battles of drink je een Café Latte achter de iPad. Linkedin, maar dan real live. Wat betekent dit concept voor het ontwerp?

V,&,7 /!"#$% 4,,/ ,-$#,%$"-0 %- *%1"--"-0

ParkLinkedin maar dan real life

De Str ip, het k loppend har t van de Hightech Campus in E indhoven

oktober 201124

Trend

Page 27: ROm 10 2011

Wifi‘Een succesvol park heeft altijd iets unieks te bieden’, vindt landschapsarchitect Annemieke Fontein, die het masterplan

park is naast optredens en evenementen, erg gericht op sport. Een groot skatepark, meerdere voetbalveldjes en

andere informele sportplekken versterken deze functie. Op

schaal, komen kinderen behoorlijk aan hun trekken. Enorme heuvels waar ze vanaf kunnen rollen en een waterpartij met manipuleerbare stralen zorgen voor een prikkelende en tijdloze speelplek.’ Om de ontmoetingsfunctie te stimuleren, legde Fontein een enorme wandelpromenade aan die door het hele park heen loopt. ‘Alles draait hier om zien en gezien

park zal worden, betwijfelt Fontein. ‘Ons park is vooral

genoeg, komen er wel veel mensen uit Noord. Die zitten toch wat meer in die ‘parkscene’. Wifi? Natuurlijk is dat leuk.

Dwarsverbanden Een vreemde eend in de bijt is de Strip, het kloppend hart van de Hightech Campus in Eindhoven. Op één vierkante kilometer werken meer dan achtduizend onderzoekers, ontwikkelaars en ondernemers intensief samen aan nieuwe technologieën. Open innovatie dus, maar dan letterlijk. Want vanuit de gedachte dat de CD ook ooit is bedacht door twee mensen die elkaar tro#en bij het ko!ezetapparaat maakte eigenaar Philips de campus en het park eromheen voor iedereen toegankelijk. Een soort Linkedin, maar dan

opdracht een ontwerp te maken dat dit doel zou verwezenlijken. ‘Om de mensen ook echt uit die gebouwen naar buiten te krijgen, elkaar te inspireren en dwarsverbanden te leggen, ontwierpen we de Strip, een boulevard van horeca en winkels, dat nu het bruisende sociale middelpunt van de

graag in een groene omgeving te werken. De vijver die er al lag, kreeg een centrale rol in ons ontwerp. Voorzien van vlonders en bruggetjes is het nu een belangrijk onderdeel van het netwerk.’ Samen al brainstormend een rondje plas

danks het Nederlandse klimaat het hele jaar door eigenlijk’,

é Sanne van der Most

Een park is veel meer dan een groot groen veld

oktober 201125

Page 28: ROm 10 2011

oktober 201126

Relevante jurisprudentieIn deze maandelijkse rubriek bespreken advocaten van Lexence actuele juris prudentie op het gebied van ruimtelijke ordenings- en omgevings recht. In deze aflevering aandacht voor het kostenverhaal bij grondexploitatie.

Uitgesproken

Uitgesproken

Het uitvoeren van een in een bestemmingsplan mogelijk gemaakte

nieuwe Wro hebben gemeenten een stok achter de deur om de kosten neer te leggen bij die partijen die baat hebben bij de grondexploitatie. De wetgever geeft de voorkeur aan afspraken tussen de gemeente en de betrokken partijen (in een exploitatieovereenkomst), maar als dat niet lukt, dan is de gemeente in principe verplicht om via de publiekrechtelijke weg een exploitatieplan vast te stellen om de kosten alsnog te verhalen. Tegelijk met het betre#ende bestemmingsplan dient dan ook een exploitatieplan te worden opgesteld.

geprocedeerd over het exploitatieplan of over het ontbreken daarvan,.

onrechte geen exploitatieplan ter inzage is gelegd samen het bestemmingsplan, terwijl ook niet is gebleken van afspraken tussen de gemeente en de betrokken partijen. Los van de vraag of de gemeente heeft verzuimd een exploitatieplan vast te stellen, geeft de Afdeling aan dat een dergelijke beroepsgrond alleen kan worden aangevoerd door ofwel partijen die eigenaar zijn van gronden in het

exploitatiegebied ofwel door partijen die zelf een exploitatieovereenkomst hebben gesloten. Anderen kunnen geen beroep doen op het ontbreken van een exploitatieplan en zijn dan

tussen de gemeente en de betrokken partijen is gesloten, dan hoeft deze niet tegelijk met het bestemmingsplan ter inzage te worden

overeenkomst niet worden aangemerkt als een op het ontwerpbestemmingsplan betrekking hebbend stuk dat ter inzage moet worden gelegd. Ondanks het voorgaande, moet bij de vaststelling van een bestemmingsplan wel worden aangegeven op welke manier de grondexploitatie (de financiële uitvoerbaarheid) is geregeld. Als de gemeente eigenaar van alle gronden in het exploitatiegebied is, dan is in beginsel een voldoende motivering dat de gemeentelijke kosten in het kader van de gronduitgifte zullen worden verhaald. Dit is echter onvoldoende indien belanghebbenden met feiten kunnen staven dat er bijvoorbeeld bijzondere kosten moeten worden gemaakt, als gevolg waarvan

de financiële uitvoerbaarheid in het gedrang

tijde van de totstandkoming van het exploitatieplan een groot deel van de gronden in het plangebied verworven, dan komt het erop aan de financiële uitvoerbaarheid met een

het exploitatieplan behorende exploitatieopzet met een positief resultaat en blijkt dat rekening is gehouden met diverse kosten zoals

woningrijp maken etc., dan zal dit een

Ook kan aan de orde komen of de eventuele planschadekosten wel gedragen kunnen worden. Heeft de gemeente ter zake een planschadeovereenkomst gesloten, dan zal dit in beginsel voldoende motivering zijn (vgl. Vz.

De komende jaren zal steeds duidelijker worden wanneer de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan voldoende gemotiveerd is.

é Michael Klijnstra advocaat bij Lexence advocaten & notarissen te Amsterdam

Kostenverhaal grondexploitatie

Page 29: ROm 10 2011

Leegstand kantorenActieprogramma kiest voor

ombouwen en slopen

Riek Bakker

‘Ontvlecht de werkterreinen, maak een einde aan de bemoeizucht’

Herontwikkeling Veemarkt UtrechtDuurzaamheid als leidraad

www.romagazine.nl

mei 2011

De slag om het ommeland

iets voor u?Bent u werkzaam bij de rijksoverheid,

provincies, gemeenten, waterschappen

op het gebied van ruimtelijke

ontwikkeling en milieu, dan kúnt u

niet zonder een abonnement op het

vakblad ROm.

Vakblad ROm biedt actuele informatie

over ontwikkelingen in het beleid,

beschrijft best cases in de uitvoering

van dat beleid en biedt een platform

voor opinies over ruimtelijke

ontwikkeling en milieu.

Het vakblad ROm is gratis voor

ambtenaren ruimtelijke ordening en

milieu bij rijksoverheid, provincie,

waterschappen, regiobesturen en

gemeenten.ROm vakblad voor de RO en milieu professional

Ga naar www.romagazine.nl en meldt u aan

Een gratis abonnementop ROm......

Advertentie ROM stopper.indd 1 26-07-11 12:12

Waterschappen en ruimtelijk beleidTijdig meekoppelen waterbelang

Melanie Schultz van Haegen‘Democratie bepaalt welke keuzes

we maken’

De lessen van krimpdorp GanzedijkDure aanpak, maar vertrouwen

hersteld

www.romagazine.nl

juli/augustus 2011

Tegenwind bij sleutelrol water

01_nr7_8_ROM_Omslag.indd 1 26-07-11 08:40

Page 30: ROm 10 2011

oktober 201128

Nfundamenteel nieuwe verhoudingen tussen publiek, privaat en particulier. Overheden kantelen van almachtige geluksmachines naar dienstverlenende coproducenten en bewakers van politieke kaders op hoofdlijnen. Naast burgerparticipatie nu ook overheidsparticipatie. Private partijen krijgen meer ruimte en kunnen nu tonen dat zij

ontwikkeling. Deze wil realisatie, beheer en onderhoud van de weg met aanliggende bedrijvigheid in een gebiedsconcessie voor dertig jaar op zich nemen. Voor de A59 komt er een vergelijkbare constructie. Van de noodzakelijke 150 miljoen

is het plaatje rond. Dit laatste vereist experimenteerruimte

VerdienmogelijkhedenDe afgelopen twee decennia is de ruimtelijke ontwikkeling zwaar gedomineerd door vastgoedontwikkeling. Het was een goudmijn voor gemeenten, ontwikkelaars en particuliere grondbezitters. De miljarden die met projectontwikkeling zijn verdiend, kunnen we goed gebruiken om ruimtelijke rommel en leegstand aan te pakken. Helaas, pindakaas; toen de voor

was, bleek er amper nog iets te verevenen. En dus zijn we genoodzaakt nieuwe verdienmogelijkheden te vinden.Vanuit NederLandBovenWater zijn dertig mogelijkheden in kaart gebracht, worden toepassingen ondersteund en op de

Particulieren beschikken over ruim 300 miljard euro vrij opneembare spaartegoeden, enorme kennis en energie om in de toekomst te stappen. Publieke dominantie en regel-druk frustreren eerder dan dat zij het menselijk kapitaal benutten. Met de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) erkent deze minister die werkelijkheid. Ze breekt een lans voor particulier ruimtelijk ondernemerschap. Waar onderling wantrouwen kantelt naar vertrouwen blijkt in de praktijk inderdaad sprake van een spectaculaire toename van mentaal eigenaarschap, zelfredzaamheid en doorontwikkelend vermogen. Vanuit het in-novatieprogramma NederLandBovenWater deze bijdrage aan de discussie over de nieuwe koers in het ruimtelijke beleid.

R%)2$"% ,7 S$/!2$!!/4"+"% I-5/)+$/!2$!!/ %- /!"#$%

Onderling wantrouwen kantelen naar vertrouwen

Forum

Page 31: ROm 10 2011

Realisatieparagraaf

van aard. Het zijn ongetwijfeld voorwaarden voor realisatie

mate gebaat bij ermee corresponderende mentale en sociale innovatie, de kwaliteit van relaties tussen sleutelpersonen en het kennisniveau van de spelers . Waar rijksambtenaren

koloniaal gedrag vertonen naar decentrale overheden, is daar nog een wereld te winnen. Dit geldt ook voor ambtenaren, adviseurs en advocaten die uit welbegrepen eigenbelang krampachtig vasthouden aan bestaande instrumentele bedenksels zoals een toets, een scan, een e#ectrapportage of een analysemethode. Waar inhoudelijke kennis ontbreekt, rest vaak niet veel meer dan slaafs doen wat we deden

de kiem gesmoord en blijven we hangen in het hiernogmaals. Om tot een nieuwe werkcultuur te komen en voor anderen te etaleren, zijn goede praktijkvoorbeelden van

venWater is bereid de organisatie hiervan op zich te nemen.

é Peter van Rooy

[email protected]

voet gevolgd. Op tal van manieren blijkt dat er aanzienlijk meer maatschappelijk rendement is te behalen met sectorale middelen, bestaande grondposities en vastgoed en innovatieve combinaties tussen sectoren.Door nieuwe verdienmogelijkheden aan te boren, kan een deel van de thans stokkende ontwikkelingen wel doorgang vinden. Voor dergelijke toepassingen is het nieuwe omgevingsrecht minimaal een stimulans en soms pure noodzaak. Anticiperend op het nieuwe omgevingsrecht is er experimenteerruimte nodig op het betre#ende schaalniveau. Waar het ‘pilots’ betreft, gelden soepeler regels voor staatsteun.Nieuwe verdienmogelijkheden vereisen veelal een interdisciplinaire benadering en een interdepartementale steun.

men, het vervangen van perverse fiscale prikkels door prikkels die volhoudbare ontwikkelingen stimuleren, inventiever omgaan met rijksvastgoed en het ontmoedigen van grondspeculaties. Van alle overheden vraagt het alertheid op het verbinden van organisaties en netwerken.

het raakvlak van zorg en groen, energie en bouw, mobiliteit en wonen, waterveiligheid en economische vitaliteit.

Decentraal

consequent toe. Op kernopgaven (vooral infrastructuur en waterveiligheid) en kerngebieden na, geeft het rijk het stokje over aan provincies en gemeenten. Wel blijft ons belastingstelsel extreem centralistisch, waardoor 95 procent door het rijk wordt geïnd. Provincies en gemeenten moeten

inkomsten uit grondexploitatie zijn thans nihil of zelfs negatief. Sommige provincies en gemeenten verkeren in de (tijdelijk) gelukkige omstandigheid van vermogens door eerdere verkoop van energieaandelen. Echter lang niet allemaal, dus zijn substantieel decentrale inkomsten onontkoombaar waar van decentrale overheden wordt gevraagd te regisseren, te stimuleren en te participeren in

beschikking wordt gesteld aan regio’s met veelbelovende initiatieven. Binnen voorwaarden van private en/of particuliere cofinanciering en via creatieve concurrentie kan zo krachtig worden gewerkt aan nieuwe kanshebbers voor toekomstige kerngebieden. Wellicht rendeert deze ene miljard voor de toekomst van Nederland meer dan de rijksmiddelen voor aangewezen kerngebieden. Want daar draait de economie toch wel, en teveel rijkssteun maakt lui.

oktober 201129

Page 32: ROm 10 2011

oktober201130

Uitvoering natuurbeleid is hét probleem

Haperende uitvoering zet natuurbeleid in een verkeerd daglicht. De politieke reflex is om bij zicht-bare problemen in de uitvoering de regels zelf en de doelen van beleid ter discussie te stellen. Het probleem wordt daarmee niet opgelost. De praktijk van ecologische adviesbureaus laat zien dat in de uitvoering kansen worden gemist, voor zowel de economie als de natuur.

I-$%&&"0%-$"% %- +&"#3%". "- .% !"$4,%/"-0 -,."0

Iving in de nationale natuurwetgeving veel te traag plaats en bleef praktische voorlichting over de aangepaste regelgeving lange tijd uit. Daardoor werden ondernemers overvallen door bestaande regelgeving. Projecten werden stilgelegd. Natuur kreeg daarbij de schuld terwijl die formeel lag bij projectontwikkelaars, die echter de regels niet konden kennen. De media waren er als de kippen bij om deze ontwikkeling gekruid op te dienen aan hun lezers en kijkers; tegenkrachten speelden de situatie uit om weerstand tegen

Slimmer investeren in de uitvoering kan een hoger economisch en ecologisch rendement opleveren dan hetgeen de pensioenfondsen nu op de financiële markten realiseren.

Uit de praktijk van ecologische adviesbureaus zijn twee

aandacht voor soortmanagementplannen en voor de uitvoering van natuurcompensatie en mitigatie.

KansenEen soortmanagementplan biedt de mogelijkheid om blokkades voor de economie en ruimtelijke plannen te vermijden, die kunnen voortkomen uit restrictieve soortbescherming voor een aantal streng beschermde maar algemeen voorkomende soorten (zoals huismus, kleine modderkruiper en gewone dwergvleermuis). Daarnaast helpen ze om soortenbeschermingsmaatregelen te nemen, die in ecologisch opzicht e#ectiever zijn. Een soortmanagementplan leidt tot vermindering van administratieve lasten voor overheid en

burger. Het belang daarvan wordt groter, omdat door de

faunawet zal toenemen. Ook kunnen burgers, die voor kleine ingrepen een onthe!ng nodig hebben, van de verplichting tot onderzoek en compensatie ontlast worden.

Het soortmanagementplan garandeert op gebiedsniveau de instandhouding van een specifieke beschermde soort via een optimale inrichting en beheer van het gehele gebied. Lokale maatregelen zorgen ervoor dat het gemiddeld voorkomen hoog genoeg is om ook bij het wegvallen van onderdelen van het gebied de instandhouding van de soort te kunnen garanderen. Daarmee vormt het soortmanagementplan de

voor ingrepen met een lokaal negatief e#ect voor die soort.

via een convenant op grond waarvan de overheid hen machtigt de onthe!ng te gebruiken. Als uit monitoring blijkt dat de gegarandeerde instandhouding niet wordt bereikt, wordt de onthe!ng ingetrokken. De borging vindt plaats door een projectgroep waaraan alle partijen in het betre#ende gebied

Verantwoordelijkheid

voor natuurbescherming dus bij de gebruikers van het gebied zelf gelegd. Dit sluit aan bij de wens om burgers meer verantwoordelijkheid voor hun omgeving te laten nemen.

nemen voor het ontwikkelen van een soortmanagementplan.

Forum

Page 33: ROm 10 2011

oktober 201131

opgedaan met het soortmanagementplan voor de rugstreeppad. Hoewel dit een eerste maal is dat dit instrument in praktijk wordt gebracht en de actieve uitvoering relatief kort geleden is gestart, bieden ervaringen uit de aanloopfase aanknopingspunten voor initiatieven elders. Dit nodigt tevens uit om dit instrument verder te ontwikkelen tot een regulier uitvoeringsinstrument voor het natuurbeleid.

ringsinstrument breder toe te passen blijven echter uit.

Natuurbeschermingsorganisaties en adviesbureaus bekijken momenteel welke mogelijkheden hiervoor zijn. Om pilots te initiëren is een beeld nodig van de potenties van soortmanagementplannen voor kansrijke soorten (zoals huismus, oeverzwaluw, kleine modderkruiper, gewone dwergvleermuis en bittervoorn), kansrijke gebieden (zoals stedelijke omgevingen, verouderde industrieterreinen) en kansrijke initiatiefnemers (bouwbedrijfsleven, natuurorganisaties, provinciale overheden). Dit levert een beeld van mogelijke pilots voor soortmanagementplannen.

CompensatienatuurVerlies van ruimtelijke kwaliteit en natuurkwaliteit bij aanleg van bebouwing en infrastructuur wordt soms op basis van

compenseerd met nieuwe kwaliteit in de vorm van natuur.

de burgers (waarde van het huis) en goed voor natuur. Het landschap verslonst niet en daar profiteert ook de lokale economie van. Naast landschapskwaliteit levert compensatienatuur een bijdrage aan de instandhouding van soorten in Nederland. Dat is nodig want voor tachtig procent van onze soorten is de instandhouding nog niet gegarandeerd. Dat is niet alleen

instandhouding wél ruim zou zijn gegarandeerd, worden lokale ruimtelijke ingrepen mogelijk die nu niet mogelijk zijn. De instandhouding komt dan immers niet meer in gevaar.

Compensatie leidt tot begrijpelijke weerstand. Private belangen moeten wijken voor publieke belangen. Dat is vervelend, maar wel de consequentie van onze behoefte aan bouwen, infrastructuur én kwaliteit van de leefomgeving. De praktijk laat zien dat van compensatie weinig terechtkomt. Onze waarneming uit de praktijk van de uitvoering is vorig jaar bevestigd en goed gedocumenteerd in een onderzoek van

voldoen aan wettelijke vereisten dan daadwerkelijk de natuurkwaliteit en de staat van instandhouding te handhaven. De bestuurlijke acceptatie van maatregelen staat centraal en niet de bijdrage van de maatregelen aan de natuurkwaliteit. Hierdoor dringt zich het beeld op van een verschil tussen de papieren werkelijkheid en de fysieke werkelijkheid. Deze werelden kunnen zeer lang naast elkaar bestaan zonder elkaar te storen.

Maïsveld Voor een project werd compensatie uitgevoerd waarna in het compensatiegebied weer een ingreep plaatsvond zonder dat de compensatiefunctie van het gebied bekend was. Compensatie is dan zinloos. Een gebied dat door de gemeente was aangemeld voor compensatie, werd door dezelfde gemeente als maisveld verpacht aan een boer. Bij de meeste projecten waarbij natuurcompensatie had moeten plaatsvinden, werd niet of onvoldoende voldaan aan een aantal essentiële eisen. Het ging voornamelijk om het opstellen van een compensatieplan, het sluiten van een compensatieovereenkomst tussen de betrokken partijen, de planologische verankering van de compensatielocatie in een bestemmingsplan en het uitvoeren van veldcontroles door de provincie.

De falende uitvoering was niet te wijten aan gebrek aan

maar de provincie zelf leefde deze regels onvoldoende na en stuurde ook niet actief op de uitvoering van het compensatiebeleid. Het beleidskader van Brabant was actueel en helder, maar werd niet consequent nageleefd en was niet uitgewerkt in werkprocessen. Brabant en Limburg zijn nu aan de slag gegaan met de uitkomsten van het onderzoek, maar hoe zit dat in de andere provincies?

Op bijeenkomsten van de brancheorganisatie voor groene

ecologische adviesbureaus legio voorbeelden van haperende uitvoering. De kennis is er wel, de bureaus brengen op basis daarvan goede adviezen uit maar die worden niet (altijd) uitgevoerd. Overheden zijn over het algemeen goed in beleidsontwikkeling, minder goed in uitvoering en nog

aandacht voor intelligentie en slimheid in de uitvoering zet meer zoden aan de dijk dan vernieuwing van regelgeving of aanpassing van doelen.

é Johan P.M. Burger

www.netwerkgroenebureaus.nl

Uitvoering natuurbeleid is hét probleem

Page 34: ROm 10 2011

oktober 201132

De toekomst ziet er tegenwoordig anders uit dan die van

Plan van Aanpak moet dat onzekere een plek krijgen. Dat wil

aan vasthouden. Als het eerste doel onbereikbaar blijkt en gaandeweg een andere toekomst zichtbaar is, zal die op zijn

wendingen, gepaard aan een stelselmatige aanpassing van programma en globaal ruimtelijk plan. Daarbij hoort een

juridische planvorm die deze voortdurende aanpassing mogelijk maakt.

Programma: wenselijk en mogelijkBeheerst opportunistisch is een andere omgang met wense

in ieder geval wenselijk, er is een reeks onwenselijke moge

reeks mogelijkheden daartussen. De nieuwe aanpak neemt ook deze in beschouwing. Een globaal bestemmingsplan sluit

De ontwikkeling van de Sluisbuurt, een toekomstig woongebied op het eiland Zeeburg bij Amsterdam en stilgevallen door de financiële crisis, krijgt een herstart. In opdracht van de Gemeente Amsterdam maakte RBOI een Plan van Aanpak om de gebiedsontwikkeling weer in beweging te krijgen. De nieuwe toekomst van het gebied wordt tegemoet getreden met beheerst opportunisme in de omgang met programma en ontwerp.

Herontwikkelen met

N"%!6 7&)- 4)- ))-7)( +&!"+*!!/$, 1%%*!/0

Etalage

Page 35: ROm 10 2011

oktober 201133

de ongewenste gegadigden uit, de rest is welkom, ook hetgeen niet past in het oude eindbeeld. Wij stellen voor een tijdelijk programma te accommoderen in de Sluisbuurt om renteverlies te compenseren, andere functies te lokken, en toegang te krijgen tot een nu nog onzichtbare markt. Wie komt, neemt zijn eigen voorzieningen mee. Er is geen uit de

marktconform wil deelnemen in de grondexploitatie.

alleen mag wat al gebleken is niet te lukken, en te ruim wordt een puinhoop. Sluisbuurt wordt een mix, van functies die elkaar verdragen. Wonen staat voorop, maar andere functies mogen ook.

Ontwerp: raster en frameDrie sleutelbegrippen typeren het ontwerp dat bij beheerst

heid biedend.

verschillende rastermaten is uit te voeren en dat zo is ontworpen dat zowel wonen als andere functies erin zijn te accommoderen. Op het raster is in beginsel het ‘oude’ programma te realiseren, maar ook een nieuw, nog onbekend programma.Faseerbaar betekent stap één zetten en verder stapsgewijs

structuur van ontsluiting, water en groen. Voor de ontsluiting wordt uit het raster één of twee lijnen, aansluitend op de

waarbij behalve logistieke ook ruimtelijke keuzen aan de orde

breedte, met bomen en fietspaden, en met de hoofdleidingen in het profiel.

de plaats, niet de vorm.

allure uitstralen, en de toekomstige vestigingen moeten erop kunnen aansluiten.

of passend kan worden gemaakt. Een globaal bestemmingsplan, dat wel het robuuste frame gedetailleerd vastlegt, sluit ongewenst programma uit en maakt niet ongewenst program

Op nul en een nieuwe start‘Het Plan van Aanpak was gemaakt naar aanleiding van een

ideeën, die bovendien geordend waren. Het belangrijkste kenmerk daarvan was dat zij betrekking hadden op het loslaten van routines en oude zekerheden.’ Aldus luidde de reactie vanuit de Projectgroep, de opdrachtgever, op het resultaat. Een op het Plan van Aanpak gebaseerde memo, met de titel

programma is het programma van Sluisbuurt niet geschrapt,

meer, en er wordt gemikt op tijdelijk programma. De Projectgroep bedenkt strategieën om gegadigden te trekken.

damse projecten werden heroverwogen kon het Projectbureau een strategie aanbieden, die ertoe leidde dat Sluisbuurt ‘in het project bleef ’. Het is niet afgeblazen, en beleeft nu een

é Rob van Leeuwen hoofd atelier R/landschapsarchitect [email protected]

Herontwikkelen met beheerst opportunisme

De aanpak van de herontwikkeling van de Sluisbuurt wordt

ber a.s. Voor meer informatie zie www.romagazine.nl.

Page 36: ROm 10 2011

De provinciale omgevingsverordening stelt dat het voor alle gebieden binnen dijkringen gewenst is dat

gemeenten bij ruimtelijke ontwikkelingen (nieuwe woonwijken, bedrijventerreinen en herstructurering) tijdig nadenken over voorzieningen die getro#en kunnen en moeten worden om de bebouwing te beschermen tegen onderlopen, het gebied te kunnen evacueren of belangrijke functies veilig te stellen. De Provincie Overijssel heeft daarvoor samen met een aantal gemeenten, waterschappen en de veiligheidsregio een handreiking opgesteld. Deze handreiking helpt gemeenten om in vier stappen te komen tot een duurzame ruimte

artikel worden deze stappen uit de handreiking besproken en wordt ingegaan op de eerste praktijkervaringen van gemeenten, waterschappen en provincie.

Allereerst bepalen gemeenten als bevoegd gezag voor het bestemmingsplan in welke dijkring het plangebied zich bevindt. Ligt het plangebied in één van de Overijsselse dijkringen, dan moeten de bestaande overstromingsrisico’s en reeds getro#en maatregelen worden beschreven. De

In het nationaal waterplan heeft het Rijk ingezet op meerlaagse veiligheid. Dat betekent dat het Rijk overstromingsrisico’s wil beheersen door het beperken van overstromingskansen, een goede ruimtelijke ordening en effectieve hulpverlening en zelfredzaamheid. De provincie Overijssel heeft in haar omgevingsverordening de tweede laag: duurzame ruimtelijke ontwikkeling, uitgewerkt op provinciaal niveau. Gemeenten zijn verplicht om in bestemmingsplannen in overstromingsgevoelig gebied een overstromingsrisicoparagraaf op te nemen.

O4%/"'++%& #))($ 3)-./%"("-0 4,,/ *%+$%##"-0+7&)--%-

Omgaan met overstromingsrisico’s

Beeld Provincie Overijssel

oktober201134

Praktijk

Page 37: ROm 10 2011

oktober 201135

èè

gemeente moet hiervoor tenminste uitgaan van de

Overijssel zijn dit vooralsnog de overstromingsdiepten en de tijd tot het water gegeven een doorbraakscenario een

waterschap en de veiligheidsregio is aanvullende informatie te verkrijgen over de overstromingsrisico’s, bijvoorbeeld over de waterkeringen, de mogelijkheden voor hulpverlening en zelf redzaamheid en over de genomen maatregelen om de hulpverlening en zelfredzaamheid te vergroten.

Als in het bestemmingsplan nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, is een geschiktheidbeoordeling verplicht en geeft de gemeente aan hoe zij de veiligheid op lange termijn zal waarborgen. Dit kan

in het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan, kan de gemeente volstaan met een

beschrijving van de overstromingsrisico’s en de huidige maatregelen om de risico’s te beheersen.

bij een dijkdoorbraak snel kunnen overstromen en burgers en bedrijven met grote waterdiepten te maken kunnen

nieuwe bebouwing alleen mogelijk is, als die een zwaarwegend maatschappelijk belang dient. Het maatschappelijk belang dient in de overstromingsrisicoparagraaf te worden verantwoord. Deze aanvullende eis geldt overigens niet voor agrarische functies en incidentele woningbouw.

Stap 3 Geschiktheidbeoordeling en selectie van maatregelen

bepaalt de gemeente onder welke voorwaarden en eventuele

Hotel als veilige haven

invulling gegeven aan de overstromingsrisicoparagraaf. Om de vestiging van een hotel mogelijk te maken is door adviesbureau Oranjewoud een bestemmingsplan

een overstromingsrisicoparagraaf opgenomen, waarin de potentiële waterdiepten en de normen voor de waterkeringen zijn beschreven. Ook is gekeken naar de afstand van het plangebied tot aan de dijk en de compartimenterende werking van de omliggende wegen. Op basis van deze (gebieds)kenmerken en de kenmerken van het te realiseren hotel, wordt geconcludeerd dat het overstromingsrisico relatief laag is. Hoewel in een worst case

scenario een waterdiepte van twee meter kan worden bereikt, kan vanuit het plangebied eventuele evacuatie goed plaatsvinden. Ook biedt het gebouw, vanwege de meerdere verdiepingen en goede bereikbaarheid, mogelijkheden om als toevluchtsoord te dienen bij eventuele overstroming. Op basis van deze analyse zijn geen wijzigingen in de verbeelding en regels doorgevoerd. Wel worden in de paragraaf enkele aanvullende maatregelen voorgesteld, zoals het plaatselijk ophogen van het plangebied, het opstellen van een evacuatieplan of afspraken over de locatie van belangrijke functies zoals generatoren. Dergelijke maatregelen worden echter niet in het bestemmingsplan uitgewerkt, maar kunnen bijvoorbeeld in een rampenplan worden opgenomen.

Page 38: ROm 10 2011

oktober201136

Overijssel vooral aan goede wateradviezen van de waterschappen, goede waterparagrafen van gemeenten in bestemmingsplannen en een goede afstemming tussen gemeenten en waterschappen. ‘Een goede invulling van de eigen verantwoordelijkheden dus’, legt Harry Sto#er, van de Provincie Overijssel, uit. Voor waterveiligheid houden gemeenten in ruimtelijke plannen rekening met (niet) bouwen in buitendijks gebied, (geen)stedelijke ontwikkeling in waterbergings

binnendijkse gebieden is waterveiligheid niet of nauwelijks een aandachtspunt geweest.Sinds de verordening van september 2009 letten we daar dus extra op en faciliteren gemeenten met kennisont

regio’

‘Bij lopende ruimtelijke plannen letten we niet alleen op de onderbouwing van het belang bij de ontwikkeling in relatie tot de beperkingen vanuit waterveiligheid. We proberen juist ook vanuit de gebiedskenmerken te sturen

bijvoorbeeld niet bouwen op het maaiveld, maar op een hoger peil aansluitend aan of op de terp. Voor het nog te ontwikkelen woningbouwgebied van Vinex/locatie Stadshagen past de gemeente de handrei

bijvoorbeeld na of de infrastructuur op een hoger peil aangelegd kan worden zodat vluchtroutes langer beschikbaar blijven. Ook kijkt ze of op een aantal plaatsen bouwen op terpen mogelijk is. Ook voor inbreiding of herstructurering binnen bestaande bebouwde gebieden vragen we voor vitale en kwetsbare functies een specifieke afweging. Dat gebeurde onlangs bij een verzorgingshuis in Westenholte

zijn gemaakt voor onder meer het glastuinbouwgebied

(vooroverleg en advies), met de verordening als stok

Ook starten we samen met anderen pilots op.’

Sturing vooraf, beter dan ingrijpen achteraf

Doorbraakscenar io voor de polder

gemeten naar t i jd en diepte.

Beeld ProvincieOverijssel

Praktijk

Page 39: ROm 10 2011

oktober 201137

aanvullende maatregelen de ruimtelijke ontwikkeling acceptabel is. Als er nieuwe overstromingsgevoelige functies, zoals een verzorgingstehuis, zijn toegestaan kan de gemeenteraad besluiten extra beschermende maatregelen te verplichten, met het oog op de borging van de veiligheid op de lange termijn. Dergelijke keuzes kunnen worden vereenvoudigd indien de gemeente vooraf een beoordelingskader opneemt in de gemeentelijke structuurvisie. Op deze manier kan de gemeente al vooraf aangeven welke ruimtelijke ontwikkelingen onder welke voorwaarden wenselijk zijn en kan worden voorkomen dat voor ieder bestemmingsplan afzonderlijk een afweging wordt gemaakt. Bij de selectie van maatregelen is het mogelijk om aan te sluiten bij de reeds bestaande

terpen ligt het meer voor de hand om over stromings gevoelige functies ook op terpen te bouwen, terwijl in een gebied met stuw wallen de mogelijkheid bestaat om overstromingsgevoelige functies op deze stuwwallen te situeren.

Stap 4 Schrijven van de paragraafAan de hand van de hierboven beschreven stappen verantwoordt de gemeente in een overstromingsrisicoparagraaf de ruimtelijke ontwikkeling. De overstromingsrisicoparagraaf

worden de voorgestelde maatregelen en eisen vertaald in de regels en verbeelding. De overstromingsrisicoparagraaf wordt voorgelegd aan het waterschap en de veiligheidsregio

en zij betrekken deze paragraaf bij de reguliere advisering

watertoets in Overijssel komt een verwijzing naar de waterveiligheid, gericht op bewustwording van risico’s voor de initiatiefnemer en suggesties voor te nemen maatregelen.

Handzame leidraadDe afgelopen maanden zijn de eerste ervaringen met de

handreiking en de overstromingsrisicoparagraaf in de praktijk tot hun recht en welke leerpunten kunnen hieruit afgeleid worden? Hiervoor zijn gesprekken gevoerd met dertien vertegenwoordigers van gemeenten, waterschappen

en de veiligheidsregio. Aanvullend is een workshop georganiseerd waarin de handreiking is gepresenteerd en de resultaten van de gesprekken zijn besproken. Uit de gesprekken en de workshop blijkt dat de handreiking duidelijk in een behoefte voorziet. Deze vergemakkelijkt het opstellen van een overstromingsrisicoparagraaf. Vooral het stappenplan biedt hierbij een handzame leidraad. Bovendien geeft deze duidelijkheid voor het proces en de verantwoordelijkheden.

De overstromingsrisicoparagraaf maakt onderdeel uit van de plantoelichting

Page 40: ROm 10 2011

oktober201138

Wel blijkt in het planproces het e#ect van een specifieke overstromingsrisicoparagraaf voor een aantal situaties beperkt

ligt de ruimtelijke inrichting van het gebied al vast en is er weinig ruimte om maatregelen uit te voeren. De overstromingsrisicoparagraaf heeft dan een signalerende functie en leidt tot bewustwording van overstromingsrisico’s. Het geeft de urgentie voor het opstellen van een evacuatieplan aan.Voor gemeenten blijkt het lastig om te bepalen welke maatregelen kunnen en mogen worden opgelegd. De handreiking bevat geen concrete normen, waardoor gemeenten zelf moeten bepalen in hoeverre zij maatregelen wenselijk achten om de overstromingsrisico’s te beheersen.

van maatregelen een punt van aandacht. Veel maatregelen, zoals risicocommunicatie, zijn niet afdwingbaar in een bestemmingsplan op te nemen.

van modellen en maatregelen gericht op beperking van

beperken.

Inbedden in structuurvisiesDe overstromingsrisicoparagraaf is in Overijssel alleen voor bestemmingsplannen verplicht met als gevolg dat overstromingsrisico’s pas in een laat stadium van ruimtelijke planvorming worden meegenomen. Dit kan veranderingen in de

Een voorproe!e!

The Bank – een plaatje van een herontwikkelingBij leegstaande kantoren of een verpauperd bedrijventerrein wordt al snel gezegd dat het tijd is om te gaan herontwik-kelen. Dat klinkt goed, maar hoe doe je dat

hebben gevonden – zullen we in onze workshop de mogelijkheden bespreken om herontwikkeling juridisch te facilite-ren. Waar loop je tegenaan? Welke instrumenten kun je gebruiken? Hoe maak je het juridische proces zo snel en gemakkelijk mogelijk?

Tijdens deze praktijksessie zoomen we specifiek in op de creatievere,"snellere en onbekendere mogelijkheden die bij

toevoegen? De juridische regels worden steeds uitgelegd aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Deelnemers van de praktijksessie kunnen uiteraard ook hun eigen problemen uit de praktijk aan ons voorleggen.

Voor meer informatie zie www.romagazine.nl.

voorgestelde ruimtelijke inrichting lastig maken. Bestemmingsplannen zijn in veel gevallen een uitwerking van de gemeentelijke structuurvisie. Het e#ect van de overstromingsrisicoparagraaf is nog groter als deze ook al wordt meegenomen in de gemeentelijke structuurvisies. Bestaande risico’s en maatregelen voor de beheersing van overstromingsrisico’s kunnen dan worden beschreven, als basis voor een e!ciëntere verantwoording in bestemmingsplannen. Daarnaast biedt de structuurvisie de mogelijkheid om de maatregelen op een hoger schaalniveau af te wegen, waardoor meer (ruimtelijke) samenhang in de maatregelen kan worden aangebracht. De handreiking is afgelopen voorjaar opgesteld. Een continu evaluatieproces zal de handreiking toetsen aan de praktijk en deze verder invullen en aanscherpen. Daarnaast zal bij de doorontwikkeling van de handreiking rekening worden gehouden met de ontwikkelingen op landelijk niveau, bijvoorbeeld in het kader van het Deltaprogramma.

é Jeroen Neuvel en Edin Golotic Saxion Kenniscentrum Leefomgeving

é Arjan Boxman Royal Haskoning

é Harry Sto!er Provincie Overijssel

Praktijk

Page 41: ROm 10 2011

De Vereniging van Milieuprofessionals (VVM) is hét platform voor milieuprofessionals. De vereniging zet

zich in voor alle milieuprofessionals, ervaren krachten en nieuw talent. Niet de genoten opleiding geldt als

criterium om lid te worden, maar het werkveld. De achtergrond van de leden is daarom heel divers. Juist

die variatie van werkgevers en disciplines maakt de VVM al ruim twintig jaar lang tot een wervend en in-

spirerend platform voor haar leden. Door de open cultuur komen intercollegiale contacten tot stand en is

het mogelijk om discussie te voeren en opinies te vormen over alle mogelijke milieuonderwerpen.

oktober 201139

Josquin des Prézstraat 1Postbus 2195, 5202 CD Den BoschT 073-6215985F 073-6216985E [email protected] www.vvm.info

VVM AgendaHoe gezond is lokaal leefomge-vingsbeleid?Woensdag 12 oktoberCentraal in Nederland

Toekomst van transitiepolitiek in NLDonderdag 20 oktoberAristo, Utrecht

Presentatie Special: thema NatuurDinsdag 25 oktoberNederlands Watermuseum, Arnhem

Water Cities in Transition

Amsterdam

NCGG6Woensdag 2 t/m vrijdag 4 november Amsterdam

Geluidhinder van vliegtuigen; modellen en beleid

Centraal in Nederland

Slotdebat ‘Hoger op de Agenda’Vrijdag 25 novemberNieuwspoort, Den Haag

Laagfrequent lawaai - fysische en psychische hinder van bewoners in het noorden van ons landDonderdag 1 december

Basiscursus Meten van emissies naar lucht 2011Vrijdagen 2, 9, en 16 decemberAmersfoort en Arnhem

Bezoek voor aanmelden en actuele

De toegevoegde waarde van ethiekEen kosten-batenanalyse drukt de voor- en nadelen van een ruimtelijk project in geld uit. Een mooie methode dus om te kijken welk ontwerpvoorstel als ‘beste’ uit de bus rolt. Vanuit ethisch-filosofisch perspectief heeft deze kille monetaire benadering echter z’n beperkingen, bleek onlangs tijdens een VVM-bijeenkomst.

landen, beoordelen we grote infrastruc

nadelen van die opties, gekwantificeerd, gemonetariseerd en uitgedrukt in de

men willen graag ook andersoortige

Soms gebeurt dit ook daadwerkelijk, zoals opties voor prijsbeleid (Anders

Toch is niet iedereen blij met dit instrument, zo bleek tijdens de

onder meer de grondslag die is gelegen in het Utilisme, een ethische denkrichting die er vanuit gaat dat elke handeling, gesommeerd over alle partijen, maximaal nut geeft. Andere kritiek richt zich op het vaak negeren van verdelingse#ecten en het feit dat mensen met een hoger inkomen impliciet meer meetellen dan mensen met een lager inkomen. Niet voor niets is sociale uitsluiting een belangrijk onderwerp binnen bereikbaarheid.

neemt de betalingsbereidheid als vertrekpunt en sociaal uitgesloten mensen hebben vaak een zeer laag inkomen. Bij milieu speelt mee dat langetermijne#ecten zoals klimaatverandering en het opraken van olie

vanwege de praktijk van verdisconteren (toepassen van een rentepercentage op toekomstige e#ecten). Bij

veiligheid zijn er ethische discussies over het beprijzen van risico’s, soms ook wel onterecht aangeduid als ‘mensenlevens’.

uiteraard ook gediscussieerd over de vraag hoe dit soort dilemma’s zijn te ondervangen. Antwoorden op die vraag bleken niet gemakkelijk voorhanden te zijn. De eindconclusie luidde dan ook

worden. Wel dient men bij het beoordelen terdege rekening te houden met de gesignaleerde beperkingen.

heeft onlangs in een boek een overzicht

the evaluation of transport policies and projects’ (Edward Elgar, Cheltenham,

Page 42: ROm 10 2011

RO snippers

Aanbevolen lectuurOnder redactie van Robbert Coops ([email protected])

oktober 201140

AgendaAgenda

Land van regio’s

regio’s brengt het Planbureau voor de Leefom

geving (PBL) in kaart hoe de regionale behoefte

aan wonen, werken en mobiliteit zich op lange

van scenario’s die sterk verschillen in bevolkings

ontwikkeling en economische groei, creëert het

PBL inzicht in welke regio’s zeker zijn van groei,

welke van krimp, en in welke regio’s noch groei,

noch krimp zeker is. Uit de verkenning blijkt

dat tot 2020 er regio’s met duidelijk herkenbare

groei of krimp te onderscheiden zijn.

bevolking, mobiliteit en werkgelegenheid beide

bevolking, werkgelegenheid en mobiliteit de

komende periode vrij zeker op in regio’s aan de

regio’s zowel groei als krimp goed mogelijk.

Na 2030 is dat zelfs in een groot deel van ons

land het geval. Dat betekent mogelijk krimp

in de huidige groeiregio’s maar op langere

termijn zouden ook krimpregio’s van nu weer

met stabilisatie of zelfs groei te maken kunnen

krijgen.

De verschillende ontwikkelingen, zoals van

bevolking, werkgelegenheid en mobiliteit, gaan

binnen een regio niet altijd gelijk op. Door de

vergrijzing kan de werkgelegenheid eerder gaan

dalen terwijl door kleiner wordende huishoudens

het aantal benodigde woningen en door groter

wordende verplaatsingsafstanden de mobiliteit

nog kunnen blijven doorgroeien.

Liberalisatie van beleid leidt tot concentratie in

Analyses wijzen uit dat wanneer provincies en

gemeenten overgaan tot vergaande liberali

satie van ruimtelijk beleid, dat kan leiden tot

een concentratie van de resterende groei in de

tie; een sterkere groei van de woonfunctie in

gebieden op enige afstand van de steden, zoals

Hierdoor kan de internationale concurren

worden. Tegelijkertijd ontstaat er ook een extra

belasting van reeds zwaarbelaste infrastructuur

in west en centraal Nederland en een versterking

van krimp in daarvoor gevoelige regio’s.

Het naast elkaar bestaan van regio’s met groei,

met krimp en regio’s waarin beide mogelijk zijn,

visie voorziet echter nog niet in een breder palet

aan beleidsstrategieën om hier mee om te gaan.

Het PBL stelt dat hiervoor flexibeler beleid nodig

is dat minder vastlegt voor de lange termijn.

Een beleid dat bijvoorbeeld tijdelijke pieken

in woningvraag of mobiliteitsbehoefte kan

dan voor heen een passende oplossing blijken.

Er is juist behoefte aan adaptieve planning en

een gefaseerde werkwijze om zorgvuldig en

e#ectief met beperkte middelen om te gaan.

bij een laag scenario zeker zijn, zouden prioriteit

voor regionale en ook bovenregionale afstem

ming om overinvesteringen te voorkomen en

bestaande investeringen beter te laten renderen.

Nederland in 2040een land van regio’s

Ruimtelijke Verkenning 2011in kaart

Nederland in 2040: een land van regio‘s. Ruim

telijke Verkenning 2011Planbureau voor de Leefom

geving

Expositie als aanjagerHoe evenementen al seen IBA een impuls geven aan ontwikkelingPlaats: Bink 36, Den HaagDatum en tijd: 13 oktober, 14 u.Aanmelden www.nirov .nl

Nieuwe perspectieven voor locatieontwikkelingSymposium en excursies over duurzame businesscases voor markt en overheidPlaats: Geldmuseum, UtrechtDatum en tijd: 13 oktober, 9.45 u.Aanmelden www.vastgoedmarkt.nl/symposium

Ontstaan, de ontwikkeling en de toekomst van de Woningwet en haar uitdagingen en verworvenhedenPlaats: Het Sieraad, AmsterdamDatum: 1 november 2011Aanmelden: www.otb.tudelft.nl/agenda

Dag van de Ruimte ‘Doe het zelf’Er ontstaan totaal andere businessmodellen. Het leidt tot verrassende bewegingen, maar draagt ‘Doe Het Zelf ’ voldoende bij aan de opgaven rond bijvoorbeeld steden, klimaat en bereikbaarheid? Plaats: NUtrecht, Cartesiusgebied, UtrechtDatum en tijd: 10 november, 9.30 uurAanmelden: www.nirov.nl

Zoek de Ruimte!ROm praktijkcongres op locatieDuurzame gebiedsontwikkeling vraagt om een fundamenteel andere aanpak. Hoe kunnen gemeenten evenwicht vinden tussen sturen en faciliteren. En hoe werkt u samen binnen en buiten de gemeente.Plaats: Caballero Fabriek, De Binckhorst, Den HaagDatum: 1 december 2011Aanmelden: www.romagazine.nl

Page 43: ROm 10 2011

In november TrendDoe-het-zelf

opdrachtgeverschap, klushuizen, zelf energie opwekken, zelf water winnen, stadslandbouw, een bedrijf starten vanuit huis. Voor al deze thema’s is veel aandacht geweest in de laatste jaren. Het is een

blijft een kleine niche en wat wordt groot? Wat heeft toekomst en wat zal over vijf jaar een hype blijken?

ForumRuimtelijke ontwikkeling in drievoud

om tot een nieuwe routekaart te komen voor de manier waarop Nederland fysiek

drievoud’ wordt gepleit voor het meer centraal stellen van het begrip ruimtelijke ontwikkeling en het overbruggen van de

tussen wetenschap en beleid, en tussen visie en uitvoering.

PraktijkNieuw centrum PapendrechtTerwijl elders het ene na het andere project stilvalt of nooit start, wordt in Papendracht voortvarend gebouwd aan een nieuw stadshart. De omvangrijkste ingreep is succesvol gerealiseerd. Het oude winkelcentrum is vervangen door een nieuw complex met winkels, woningen en een deels ondergrondse parkeergarage. De overige deelplannen bevinden zich in verschillende fasen van ontwikkeling en worden de komende jaren gerealiseerd.

die de uitdaging aan ging om het oorspronkelijke plan te optimaliseren en geschikt te maken voor de huidige markt.

Colofon

ROm is gratis voor ambtenaren ruimtelijke ordening en milieu bij de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen.Aanmelden kan via [email protected]

JaarabonnementEen jaarabonnement kost ! 168,35 exclusief BTW.Losse nummers kosten ! 24,00 inclusief BTW.

Abonnementen kunnen ieder moment ingaan, maar slechts worden beeindigd indien schriftelijk of per e-mail vóór 1 november van de lopende jaargang is opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.

Het volgende nummer van ROm verschijnt in november.ROM B.V.t.a.v. AdresregistratieJan van Nassaustraat 562596 BP Den [email protected]

ISSN 1571-0122© ROM B.V.Het is niet toegestaan om zonder vooraf-gaande toestemming van de uitgever artikelen, beeld of gedeelten daarvan over te nemen.

Jaargang 29 nr. 10Oktober 2011

Ruimtelijke Ontwikkeling en milieu magazine (ROm) is het maandelijkse vakblad voor de professionals bij de gemeente, provincie, waterschap, rijksover-heid en bij bedrijven, universiteiten en overige organisaties die zich bezig houden met ruimtelijke ontwikkeling en milieu.ROm biedt actuele informatie over ontwik-kelingen in het beleid, beschrijft praktijk-voorbeelden in de uitvoering van dat beleid en biedt een platform voor opinies over de ruimtelijke ontwikkeling en milieu.Aan deze uitgave is de grootst mogelijke zorg besteed: voor onvolledige/onjuiste informatie aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor verbetering van onjuistheden houden zij zich aanbevolen.

RedactieadresROM B.V.Jan van Nassaustraat 572596 BP Den [email protected]

RedactieMarcel Bayer (hoofdredacteur), Jaco Boer, Karl Bijsterveld, Martin de Jong, Marieke Vos

MedewerkersKarin Broer, Robbert Coops, Mark Hendriks, Bas Husslage, Michael Klijnstra, Aike Kamphuis, Loek Kusiak, Peter Lievense, Harry Perree, Boris Peters, Peter van Rooy, Sanne van der Most

UitgeverLouise Bos

Websitewww.romagazine.nl

AdvertentiesPeper & Zout Media B.V.Achterom 100C1621 KW [email protected]

oktober 2011III

Page 44: ROm 10 2011

Als ervaren gebiedsontwikkelaar weten wehoe mensen willen wonen en leven, ook inde stad. We realiseren daarom meer dan alleen goede woningen. Een prettige, veiligeen vitale woonomgeving is voor stadsbewo-ners zeker zo belangrijk. Dus zorgen we vooraantrekkelijke woongebieden, met voorzie-ningen die wonen plezierig maken. Waarbijwe aansluiten op de aanwezige cultuur en de identiteit van de locatie. Op tientallen plekken in Nederland zijn we hier mee bezig.

Niet alleen denkend aan de klassieke binnen-stadbewoner, maar ook aan stadsgezinnen die graag een huis met een tuintje hebben. Want we geloven in gemêleerde steden. Vaak werken we nauw samen met woning-corporaties, die net als wij dat echte stads-gevoel hebben. Zo geven we al jaren de stad en haar bewoners een mooie toekomst.

Bouwfonds Ontwikkeling is onderdeel van Rabo Vastgoedgroep

Thuisin de stad