Lerend Netwerk Duurzame Wijken Lerend Netwerk · PDF fileVoorstelling projecten als inleiding...
Transcript of Lerend Netwerk Duurzame Wijken Lerend Netwerk · PDF fileVoorstelling projecten als inleiding...
1/14
Lerend Netwerk Duurzame WijkenLerend Netwerk Duurzame WijkenLerend Netwerk Duurzame WijkenLerend Netwerk Duurzame Wijken 2222eeee KLANKBORDGROEPKLANKBORDGROEPKLANKBORDGROEPKLANKBORDGROEP –––– 21 21 21 21 junijunijunijuni 2013201320132013 ---- AntwerpenAntwerpenAntwerpenAntwerpen Aanwezigen en Verontschuldigingen: zie deelnemerslijst
Dagprogramma:
1. Duurzame wijken: een “geïntegreerd” verhaal (Luc Eeckhout & Han Vandevyvere); zie
presentatie
2. Blauwgroene netwerken in de stad (Erik Rombout); zie presentatie
3. Voorbeelden groenblauwe structuur (Els Huygens); zie presentatie
4. Voorstelling projecten als inleiding op workshop (Trui Maes) ); zie presentatie
Presentaties zijn terug te vinden op VIBE website http://www.vibe.be/downloads/ > Project duurzame
wijken > klankborgroep 2
2. Interactieve werksessies
Project 1 Project 2
Groep 1
Zaal 4
Wijnegem Zulte verslag
trekker extra trekker extra
Eva Kristof,
Jet
Luc Kristof, Eva,
Goedele
Kristof
Groep 2
Zaal 5
Vilvoorde Veurne verslag
trekker extra trekker extra
Els Han,
Hilde H.
Els Trui, Wannes Sigrid
Groep 3
Zaal 6
Deinze Leuven verslag
trekker extra trekker extra
Erik R. Guido, Luc,
Goedele
Guido Erik R., Ilse,
Hilde H.
Marjolijn
(Deinze) /Ilse
(Leuven)
Groep 4
Zaal 6
Bilzen Turnhout verslag
trekker extra trekker extra
Dirk Trui, Ilse,
Nathalie
Han Dirk,
Marjolijn, Jet
Ilse (Bilzen) /
Marjolijn
(Turnhout)
2/14
2.1 Wijnegem De Werve Hoef
- Site:
o Buffering aanbrengen? In toekomst nabij shoppingcentrum; hier niet (Houtlaan
schermt dit af)
- Landschapselementen met potenties:
o Kerk- en kerkhofresten
� ofwel als park laten liggen (geen kosten); ofwel volledig opgraven
� Is centraal gelegen -> eventueel een gemeenschapsfunctie voorzien
o Hoeve ligt decentraal -> eerder voor stadsboerderij (subsidies Kris Peeters,
begeleiding VELT), (cfr. Turnhout),
o structuur buurtwegen (zie Ferraris), grachtenstructuur en bomenrij-> mogelijkheden
voor creëren van trage wegen, waterstructuur…
- Geluidswal creëren langsheen Houtlaan met rustiger oase binnenin:
o Voorbeelden: Nederland; Herent (zie woonwoord 24:
www.vmsw.be/Portals/0/objects/VMSW/Publicaties/Woonwoord/WW_24.pdf)
o goed onderzoek voeren want geluid verplaatst zich; centrum heeft er nu ook al last
van
o mogelijkheid om fietsverbinding te integreren, parkeren van woningen
- Waterstructuren
o Site is gelegen nabij vallei Klein Schijn, en verder Groot Schijn
o Spelen met reliëf terrein (Houtlaan 1,5 m lager dan Zuidzijde) -> buffervijver in
laagste zone ( geen bestaande grachtenstelsel om hierin af te leiden); avontuurlijke
speelplekken, vijver...
o Wat met hemelwater? Eerst hierover nadenken:
� eerst bufferen op eigen terrein
� open hemelwaterafvoergrachten, cfr. De Vloei (terrein heeft gelijkaardige
lichte helling): tussenwaterpartijen in open systemen
� groendaken? -> te kostelijk voor sociale huisvesting
� oplossingen zoeken op openbaar domein want kosten kunnen niet binnen
FS3-normen van de gebouwen
- Groen(structuren):
o In Wijnegem zijn er geen echt grote pleinen of parken
o Grote centrale groene ruimte in het project creëren (rust, groen, water, zuiderzon...)
die niet enkel door de wijkbewoners, maar ook door de hele buurt kan gebruikt
worden. -> Groen verbinden met omgeving
o Bomenrij, groenstructuren: vervolledigen, inbrengen?
3/14
� historische context? en/of rekening houden met omliggende context;
� groen niet doortrekken in de woonlobben, maar in de centrale zone
o Bomenrijen staan raar ingeplant op huidige plan. Route naar centrum... moet
logische verbinding zijn.
o Vraag voor tuintjes? Stadslandbouw: ja vanuit Antwerpen, wegens verplaatsing voor
skiheuvel
o Volkstuinen worden goed gesubsidieerd (?): nieuwe (en bestaande) bewoners samen
laten beheren en bewerken; eventueel aansluiting met bestaande boerderij, sociale
tewerkstelling -> apart project opzetten
- Mobiliteit/ontsluitingen: woonwijk vrijwaren van verkeersoverlast
o Trage verbindingen realiseren, evt. via buurtwegen: centrum naar hoeve; wijk naar
school
o Niet te veel parkeerplaatsen voorzien; alternatief transport stimuleren: tram, bus,
autodelen, fietsdeelsysteem tot aan de tram…
- wonen:
o 50% sociaal, 50% bescheiden, 8 sociale kavels (bindend sociaal objectief)
o Lobbenvoorstel met park: 2 woonlobben die elk een ontsluiting krijgen klinkt logisch
o Energiezuinige woningen -> Bijkomende besparingen voor de huurders via lage
energiegebruik
- bewonersparticipatie:
o Wachtlijst ideale Woning raadplegen om toekomstige bewoners uit te nodigen voor
participatie
o Bezorgdheid huidige bewoners: ontsluitingen nieuwe wijk; bewoners willen geen
‘hoogbouw’
- Studie Agentschap Natuur en Bos: kruistabel
2.2 Zulte, Wolspinnerij
- Site:
o Gebied voor kernontwikkeling: wolspinnerij + leerlooierij (brownfield) + ververij
overzijde Staatsbaan; Naastliggende nieuwe woonwijk: Anglo-Belge: gemengd;
Verderop: RVT achter school aansluitend op agrarisch gebied
o Woning aansluitend bij site Denys: te herbestemmen
- Proces/planning
o 3 verschillende partijen die zich verschillend engageren
4/14
o Nog studiebureau aan te stellen voor het opmaken van 2 RUPS: opdracht
scherpstellen!!!; nood aan visie, programma
o Gefaseerde ontwikkeling (2 zones): ca. 180 woningen
o Sanering van ondergrond; installaties mogen niet geplaatst waar gebouwd zal
worden; ontwikkeling kan gelijktijdig
- Groenstructuren/waardevolle landschapselementen
o Leievallei: niet aanwezig in het centrum
o Afwezigheid van publiek groen en publiek netwerk;
o Helling richting vallei (over de staatsbaan); centrale site op zandruggen
o ‘Dreef’ naar rusthuis
o Enkele bestaande bomen behouden thv Staatsbaan
o Ellegembeek onder Vlasstraat, Nijverheidstraat: moeilijk op te graven; ligt buiten
projectgebied
- Interessante componenten met historische waarde + site als bron van materialen
- Mobiliteit/ontsluitingen:
o enorme structuur voor auto’s: staatsbaan met ventwegen
o Veel doorgaand verkeer: zal worden afgeremd in Olsene opdat ring rond Wielsbeke
zou gebruikt worden
o Boelakendreef doortrekken naar Leie?
- Trage Wegen
o Alle trage wegen en fietsverbindingen in kaart brengen!!!
o Fietspad naar station Waregem; wel ontbrekende link naar centrum (nu via
hoofdwegen)
o Fietsverbinding langs spoorweg doortrekken en doorsteken langs Zaubeekstraat
o Verbinding met kleuterschool, lagere school
o Verbinding naar gemeenteschool en sportcomplex ok, maar andere school over
staatsbaan is afgesneden
o Kinderen van Waregem gaan naar school in Zulte
- Kasteel van Zulte aan overzijde; brug om link vanuit kerk te herstellen is te duur
- Werken:
o fabrieken trekken weg; tewerkstellingen nu in Waregem, Wielsbeke, Dentergem,
Gent en Kortrijk -> goede ontsluiting, maar ook kwetsbaar (nadelig) omwille van
verplaatsingen
o Zulte handelsfunctie, kerk en ocmw; geen baanwinkels > Waregem
o Lokale economie inbrengen voor (nieuwe) bewoners; opstartcentrum voor
bedrijfjes?
5/14
o Van den Weghe (steenhandel): nog actief -> positief voor economie; produceert
lawaai en stof -> herlokaliseren (elders ook hinder), nabestemming terrein?
o Sociale economie: voddenbedrijven aanwezig (kledingselectie)
- Wonen: Mix in woningen voorzien; andere functies
o Weinig massa qua bevolking (7.000 inwoners); traditionele verkavelingen;
o Ouderen uit grotere woningen blijven graag in Zulte na verlaten van woning; vraag
voor kleinere woningen met minder onderhoud
o Best geen monofunctioneel programma; nagaan welke “gaten” er zijn
o Kan de stad de boerderij aankopen? ->Kinderboerderij, zorgboerderij, …
- Tijdelijke invulling:
o Pauzelandschap
- Burgerparticipatie:
o Starten met burgerparticipatie! + proberen het beeld te wijzigen!
o Referentiebeelden vs. bestaande situatie
o In kleine groepjes werken
o Thema’s voorleggen, geen algemeenheden
o Participatie in bestek studiebureau
o ‘De inwoners hebben het in Zulte voor het zeggen. De gemeente faciliteert’.
2.3 Vilvoorde Ex-Kodaksite, Koningslo
- Terreinbezoek is nodig: bestuderen van geomorfologie en microreliëf (waterstructuur,
groenstructuur, vista's); eventueel kan een beeldkwaliteitsplan opgemaakt worden.
- Het reliëf in het terrein biedt potenties om:
o interessante zichtassen te creëren naar groene ruimte (vallei), naar de Sint-Aloysius
Gonzagakerk (mogelijkheid om een plein te creëren voor de kerk-> is meteen een
knip in doorgaande weg)…
o Water op te vangen (zo hoog mogelijk), te bufferen, infiltreren op het terrein
- Hergebruik van bestaande industriegebouw: eventueel bepaalde delen of structuren
hergebruiken; diepte van gebouw leent zich niet voor woningbouw.
- Mobiliteit:
o Sluipverkeer langs Romeinse Steenweg vermijden door verkeer om te leiden via
Indringingsweg.
o hoe zit het met fiets- en wandelnetwerk?
- Masterplan:
6/14
o Ten Noorden van het terrein vormt de Ring rond Brussel een barrière tussen
Koningslo en de rest van Vilvoorde.
o Bouwblokken met noord-zuid oriëntatie en gesloten karakter aan noordzijde van het
terrein zijn interessant vanuit energetisch standpunt en kunnen tevens een
oplossing bieden voor geluidshinder.
o Typologie van urban villa’s wordt in vraag gesteld; eerder zoeken naar meer
aaneengesloten bebouwing?(cfr. Eva Lanxmeer)
o Hoe omgaan met de randen? -> herstellen van straat aan de zuidzijde
(Steenstraat); binnentrekken van landschap (oostzijde)…
2.4 Veurne Suikerfabriek
- groenstructuur:
o Het te ontwikkelen gebied is opgevat als een groengebied (stadspark) met
parkkamers, waarbij vanuit elke woning zichtassen naar het park leiden.
o groengebied sluit aan op natuurgebied; eventueel deel van natuurgebied reserveren
als speelbos
- Waterstructuur dient nog verder uitgewerkt te worden:
o Hoge grondwaterstand, nabijgelegen overstromingsgevoelig gebied-> water
opvangen en vertraagd afvoeren naar opvangbekkens; aanbrengen van
grachtenstructuur, open waterstructuren…
o hoogtemeting opmaken ivm integraal waterbeheer: straatniveau, plein, park, ..
o mogelijkheden bestuderen voor afwatering naar gracht, zuiveren van grijs water.
- Er wordt zo veel mogelijk ingezet op het STOP-principe
o Trage wegen (fietsroutes) worden gecombineerd met groenstructuur (parkgebied)
o Station is gelegen op 200 m van gebied
o parkeren kan meer gegroepeerd gebeuren ten voordele van meer
gemeenschappelijke groene ruimte; combinatie van gegroepeerd bovengronds,
gemeenschappelijke fietsenstalling, gemeenschappelijke parkeergarage…
o Zo snel mogelijk in de ondergrondse parking; doorgaande weg door park kan geknipt
worden: groenstructuur mag niet doorkruist worden door autoverkeer
o Zuidburgweg: niet ombuigen in de site suikerfabriek. Dit zou een barrière vormen
tussen voorzieningen (bvb kinderopvang,..) en groenstructuur
o Infrastructuur binnen het gebied minimaliseren
- Woongebouwen:
o Voorzien van Hybride typologieën
o Voorzien van passieve woningen: zo veel mogelijk noord-zuidoriëntatie, berekenen
van beschaduwing van gebouwen
7/14
2.5 Deinze Stedelijk Wonen aan de Leie
- Groen-blauwe structuren op macroniveau:
o het gebied ligt aan de Leie en een oude Leie-arm. Het natuur/recreatiegebied de
Brielmeersen ligt op korte afstand van het projectgebied. Via zachte verbinding langs
de rivier worden dit groengebied en de groene Leie-omgeving in de stad
binnengetrokken.
o Het parkgebied in de oude Leie-arm wordt momenteel al gebruikt, voornamelijk door
jongeren en bij mooi weer. Een verdere ontwikkeling en aanleg van het park wordt
voorzien.
- Groen-blauwe structuren op microniveau:
o het is moeilijk elementen vast te pinnen voor er duidelijkheid komt over de
uiteindelijke bestemming van het projectgebied. Dit hangt af van de functie die
Deinze wil opnemen in de grotere stedelijke regio:
(1) Centrumstad: in dat geval wordt het belangrijk te sleutelen aan centrumfuncties
zoals winkels en diensten
(2) Woonstad: diensten moeten meer gericht zijn op de plaatselijke bewoners
- Mobiliteit:
o Er wordt een fiets/voetgangersbrug voorzien ten zuidwesten van het projectgebied,
zowel naar het park in de Leie-arm als naar de overkant van de Leie.
o Een fietsverbinding langs de Leie doorheen de stad wordt uitgebouwd (hogere
stedelijke ontwikkelingsschaal)
o autoluw of autovrij wordt overwogen. Een buurtparking aan de andere kant van de
Leie is een optie. Via de voetgangersbrug wordt de zachte verbinding gemaakt naar
het projectgebied.
o De vraag is of het opportuun is om het (zachte) verkeer weg te halen van de
winkelstraat die zijn aantrekkingskracht verloren heeft. Om het winkelapparaat te
revitaliseren, zou die straat (Tolpoortstraat) meer passage en belevingsfunctie
moeten krijgen. de Tolpoortstraat zit vandaag voornamelijk bestemmingsverkeer
(winkels).
o Een zachte doorgang van de Tolpoortstraat naar de fiets/voetgangersbrug is in elk
geval een mogelijkheid. Ook de privé-gronden achter het appartementsgebouw aan
de Leie kunnen ingezet worden voor zachte verbinding.
o De doorgang naar het station wordt belemmerd door de gewestweg (Kortrijkstraat).
- Wonen /werken/doelpubliek
o Wil Deinze zich profileren als centrumstad of als woonstad (gericht op Gent)?
8/14
o Het centrum vergrijst, en de kapitaalkracht neemt toe. De stad wil ook jonge
tweeverdieners met gezin aantrekken.
o Qua voorzieningen wordt onder meer een crèche voorzien.
o De Markt is sterk herwaardeerd met de heraanleg, maar is nog steeds geen echte
verblijfsruimte. De horeca in Deinze doet het beter nu de heraanleg van de Markt
terrassen mogelijk heeft gemaakt.
o De molens, toch de “kathedralen” van Deinze, zijn sterk afhankelijk van aanvoer via
de Leie, die vandaag niet verzekerd is.
- Participatie:
o De stad is op zoek naar de geschikte pistes ivm participatie.
o Er wordt verwezen naar de case van Roeselare voor inspiratie.
o Als men vroeg genoeg begint met de heraanleg van het park kan dit een hefboom
vormen voor een participatieve invulling van het projectgebied, en om het gewenste
doelpubliek aan te trekken. Het zou dus goed zijn dit nu al te overwegen.
o De volgende klankbordgroep (oktober) zal rond participatie werken.
- Verankeren van duurzaamheid:
o Het wordt belangrijk de juiste voorwaarden vast te leggen in het RUP /
verkavelingsplan.
2.6 Leuven Hertogendal
- Groenstructuren/waardevolle landschapselementen
o De Dijle loopt doorheen het traject :
� momenteel volledig overdekt
� terug openmaken van Dijle , de biodiversiteit errond stimuleren en
uitwerken als groen-blauwe structuur -> past binnen de blauw groene
structuur van Leuven (ook aan de Vaartkom gaat men de Dijle openmaken)
o Vraag: Wordt de Dijle een voorkant of blijft het een achtkant van de hoofdstructuur
van de steden? Wordt het een boulevard met een trekplijster voor nieuwe
commerciële activiteiten of een verscholen hoek voor voetgangers en toevallige
toeristen, op zoek naar rust en groen? Dit is zeer bepalend voor het toekomstige
karakter van de site.
Antwoord: Het de bedoeling om de Dijle terug een plaats te geven als groenstructuur
en extensief zachte verplaatsingen ( fiets en te voet). Dit ligt in het verlengde met het
huidige gebruik en de aansluiting op fietsnetwerk ten zuiden en noorden.
9/14
- Parking: bepalend voor duurzaam karakter van wijk
o In het masterplan zal een ondergrondse parking voorzien worden.
o Gezien het behoud van een reeks gebouwen wenselijk is wordt de ruimte voor
parkeren gekoppeld aan het programma beperkt.
o Er zal verder onderzocht worden op welke manier de vereiste parkeerplaatsen
volgens de parkeerverordening kunnen gerealiseerd. Vermoedelijk zal langs beide
zijde van de Dijlearm ondergronds parkeren moeten gerealiseerd. Door beide
parkings ondergronds onder de Dijle door te verbinden kan het autoverkeer
bovengronds verminderd worden.
o De parkeernorm van Leuven:1,3 wagens per woongelegenheid, en 1 parkeerplaats
per 8 studentenkamers) (indien er een samenwerkingsovereenkomst met de KU
Leuven bestaat)
o Dit lijkt volgens de aanwezigen wel een zeer dure operatie en de vraag wordt gesteld
of dit te verzoenen is met een duurzame wijk (waarbij men het autogebruik wil
afraden). Er zijn toch wel wat vragen bij de parkeernorm van Leuven.
o Als men een duurzame wijk nastreeft lijkt 1 parking per woongelegenheid voldoende.
Eventueel te combineren met een aantal plaatsen voor cambio wagens die de
behoefte voor een tweede wagen kunnen opvullen.
o In Turnhout stelt men dat voor woongelegenheden die kleiner dan 90 m2 zijn er 1
parking voorzien moet worden, voor meer dan 90 m2 moeten er 1,25 voorzien
worden.
o De norm voor sociale woningen in Vlaanderen is nu 1 ( dus ook hier legt Leuven meer
auto's op) terwijl studies uitwijzen dat de effectieve autogebruik bij sociale woningen
nu maar 0,4 is per wooneenheid.
o In het kader van duurzaamheid kan men andere oplossingen zoeken dan de auto.
(Nvdr: het is ook interessant even het project van de Venning in Kortijk te bekijken: daar heeft de stad
Kortrijk soortgelijke eisen opgelegd aan een sociaal woningproject van de ecowijk de Venning. de
ondergrondse parking met de extra wagens (normaal voor sociale woningbouw maar 1 wagen per
gezin) die volgens de norm van Kortrijk diende gebouwd te worden hebben een totale meerkost
gegeven van bijna 8 % (745.000 euro) voor de extra parkings die nu leegstaan en worden gebruikt als
sociale ontmoetingsruimte. De meerkost voor alle duurzame investering (nl cCO2 neutrale wijk, met
warmtenetwerk, passiefbouw etc) was 11 %. Er wordt steeds gezegd dat duurzaamheid duur is maar
niet duurzame maatregelen zoals autoparkings zijn ook zeer duur!!, zie tabel)
10/14
- Fietsvriendelijkheid:
o Er zal opgelegd worden dat er 1 fietsstalling moet zijn per slaapkamer.
o Waar moet de fiets komen te staan? (Dit is bepalend voor het gebruik van de
fietsen): ondergronds in parking -2 of gebundeld op verschillende plaatsen overdekt
en centraal?
o Er is nu reeds een intensief gebruikte fiets-as noord zuid.
- Mobiliteit: Busbaan over het autovrije gedeelte wordt in vraag gesteld
o De plannen om de bushalte te verleggen naar nieuwe site is niet voor een betere
service / bereikbaarheid van de toekomstige bewoners maar vanwege een
structureel probleem met doorgang aan de Brusselsestraat.
� Op de Kapucijnenvoer zou het probleem opgelost kunnen worden door een
verbreding van het kritische gedeelte nl. hoek Kapucijnenvoer – Biezenstraat.
Dit impliceert afbraak van minstens één van de omliggende gebouwen
� Het enige probleem is dan nog het laatste deel van de Brusselse straat
voordat de bus indraait in Kapucijnenvoer.
� Het lijkt in ieder geval beter het probleem met de bus op te lossen op het
bestaande weefsel en geen nieuw weefsel aan te snijden: voor de
zichtbaarheid van de bus is het beter gebruik te maken van de
hoofdstructuur en bestaand zichtbaar weefsel (voorkant) , niet ‘achterin’
o Het aanleggen van een nieuwe busbaan op de site zelf wordt in vraag gesteld
vanwege verschillende redenen: inbreuk op autoluwheid, plaatsgebrek,
geluidshinder (die erger is op een rustige plaats), te hoge frequentie van de bus,
gevaar voor de andere functies zoals speelplaatsen voor kinderen, park,
biodiversiteit, kruisingen met zachte weggebruikers (er is nu reeds een intensief
11/14
gebruikte fiets-as noord zuid en men kan verwachten dat de oost west verbindingen
voor schoolkinderen in de toekomst ook op de site zal gebeuren). Twee maal kruisen
met een busbaan lijkt niet wenselijk.
o Het bus-probleem moet op lange termijn opgelost worden en niet ad hoc.
o Suggesties:
� Meerder aanwezigen suggereren het aanleggen van een infrastructuur die
het busverkeer regelt met bv lichten (is al met succes toegepast in andere
steden).
� kan de oplossing gekaderd worden in een mogelijks ‘tramproject’ waarover
ook sprake is?
- Dichtheden:
o Er ligt momenteel nog geen dichtheid vast aangezien nog gestart moet met het
uitwerken van het masterplan. In het vorige ontwerp d.d. 2004 lag de dichtheid op
ongeveer op 130 woningen / ha.
o Er wordt aangeraden om te werken in verschillende lagen en drie dimensies, zo kan
men hoge dichtheden bekomen zonder dat men het gevoel heeft dat het over hoge
dichtheden gaat.
o Ruimte tussen gebouwen (binnenkoeren, pleinen): bepalen van rechtstoestand
(privaat, semi- privaat, openbaar). Hoe graduele overgangen maken? -> eventueel
bestuderen per gebouw
- Proces: Hoe kan men duurzaamheid verankeren? (afdwingbaarheid via RUP, rooilijnplannen,
overeenkomsten…):
o Leuven heeft wel wat ervaring met het verankeren van duurzaamheid in een RUP (oa
in de Vaartkom).
o Volgens sommigen is dit wel een oplossing op korte termijn, maar niet haalbaar op
voor lange termijnplannen daar er steeds wijzigingen zijn en parcours.
o In Turnhout heeft men goede ervaringen met de rooilijnenplannen:
� men legt bepaalde aspecten vast in een overeenkomst; niet naleven ervan
betekent geen goedkeuring van de rooilijnplannen (beroep hiertegen is niet
mogelijk).
� Afspraken die men kan maken in de overeenkomst: de 15 % regel voor
sociale woningen; verplichting om bepaalde gronden over te dragen aan
sociale huisvestingsmaatschappijen…
o Men kan ook bepaalde aspecten laten opnemen in verkoopovereenkomsten.
o Leuven: de universiteit verkoopt vermoedelijk de gronden niet, geeft recht van opstal
aan ontwikkelaar. In dit geval moet men de afspraken en de overeenkomst maken
met de ontwikkelaar.
o Kan men nog andere aspecten van duurzaamheid opnemen in een overeenkomst (bv
het ambitieniveau van een duurzaamheidsmeter)?
o De stad Mechelen maakt met de ontwikkelaars een overeenkomst/afsprakennota
waarin alle partijen een duurzaamheidsniveau nastreven volgens breeam. De private
ontwikkelaars financieren de aanstelling van een externe expert die wordt
12/14
aangesteld door de stad Mechelen en die de controle zal moeten doen van het
ambitieniveau van de duurzaamheidsmeter, op geregelde tijdstippen.
o Een overeenkomst/afsprakennota is van groot belang om niet afhankelijk te zijn van
de goodwill van de ontwikkelaar (alsook van het ambitieniveau dat hij bepaalt). De
afdwingbaarheid ervan moet bekeken worden.
2.7 Bilzen
- Site:
o Geen gemakkelijke zone voor ontwikkeling
o Ingesloten gebied
o Gelegen ten noordwesten van de spoorweg
- Mobiliteit/ontsluitingen:
o Ten zuiden van de site is een bestaande woonkern. Deze moet ontzien worden van
verkeersoverlast
o Trage weg te voorzien onder of over de spoorweg
- Waardevolle landschappelijke elementen:
o Watertoren: eventueel zichtas creëren op watertoren
2.8 Turnhout, Heizijdse Velden
- Water:
o de waterstructuur bestaat uit een beek (fase 2) en een kanaal (Aquafin) (fase 1).
o Ivm de bufferfunctie wordt een grondmechanisch onderzoek uitgevoerd.
o Het kanaal is momenteel onnatuurlijk, maar vormt wel een bepalend element in het
landschap. Het project kan en moet hier gebruik van maken.
� Kan de waterloop natuurlijker gemaakt worden? De oevers van het kanaal
zouden zachter kunnen worden gemaakt, met aflopende talud naar het
water, voor een grotere belevingswaarde en (visuele) verbinding van
bebouwd gebied naar groengebied.
� Langsheen het kanaal is een zachte verkeersas.
o De beek kan gebruikt worden als grens en overgang naar de groenzone, of ze kan
opgenomen worden in de ontwikkeling, met bebouwing ook aan de westkant van de
beek. Beide opties zijn interessant, als bepaalde randvoorwaarden worden
meegenomen. Bij bebouwing aan weerszijden van de beek moet gegarandeerd
worden dat de beekkant verblijfsruimte biedt aan alle bewoners; dat kan door de
individuele percelen niet door te trekken tot de beek.
- Groen:
13/14
o groencompensatie: Turnhout volgt een Nederlands systeem dat bepaalt dat
ontwikkelaars per woning een stuk groengebied moeten aankopen en overdragen
aan de stad. Op die manier wordt het hele groengebied in het grotere projectgebied
gegarandeerd eigendom van de stad.
- Mobiliteit:
o Na onderzoek werd besloten om de fietsersbrug niet centraal in het projectgebied
(aansluitend op Plamaten) het kanaal te laten kruisen. Een brug is daar geen optie
wegens de hoge ligging van het kanaal; een ondertunnelling is financieel-technisch
niet haalbaar.
o Daardoor wordt een fietsoversteek ingeplant meer ten zuidoosten. Dit lijkt een
gemiste kans – een centrale brug op de lijn van de hoeve naar het centrum (station,
Nieuwe Kaai) zou een grote meerwaarde vormen.
- Wonen:
o In het deelgebied dichter bij de stad (fase 1) zou in principe denser gebouwd moeten
worden dan in het verder gelegen deelgebied (fase 2), voor een geleidelijke overgang
van stad naar platteland.
o Er zijn verschillende opties om de hoge woningaantallen te halen. Een bebouwing in
grotere (geschakelde?) blokken van verschillende bouwlagen lijkt interessant in
deelgebied 1. Het wordt belangrijk de zichtassen te vrijwaren naar het omliggende
groengebied.
- Andere functies:
o Moet het projectgebied een “werkfunctie” opnemen? Voor zachte bedrijvigheid is
zeker ruimte (onthaalouder, kapper, kruidenier), maar kantoorruimte lijkt minder
aangewezen.
o Het projectgebied sluit vrijwel meteen aan op de kanaalzone met de Nieuwe Kaai.
Het lijkt logischer de infrastructuur daar verder uit te bouwen gericht op thuiswerken
en gedeelde kantoorruimte. Op die manier kunnen gebruikers van die kantoorfunctie
makkelijk terecht bij ondersteunende functies zoals horeca, die in het projectgebied
minder op hun plaats zijn.
o De hoeve (buiten de huidige projectfasen) kan een centrale functie opnemen:
enerzijds als boerderij, met CSA en gezamenlijk moestuinieren, anderzijds als
ontmoetingsruimte, horeca…
o Voor een wijkkern met voorzieningen is het oostelijke deelgebied (fase 3)
interessanter, aangezien het centraler gelegen is, meer ruimte biedt voor functies, en
er al een ouderenverblijf ligt.
14/14
o In het voorliggende deelgebied wordt wel een crèche voorzien.