Hoorcollege 5 - Staatsrecht...Hoorcollege 5 - Staatsrecht Grondwettelijk Hof -...

30
Hoorcollege 5 - Staatsrecht Grondwettelijk Hof - Grondrechtenbescherming

Transcript of Hoorcollege 5 - Staatsrecht...Hoorcollege 5 - Staatsrecht Grondwettelijk Hof -...

  • Hoorcollege 5 - Staatsrecht

    Grondwettelijk Hof - Grondrechtenbescherming

  • Oriëntatie

    Het sluitstuk in het federale België is een grondwettelijk Hof sui generis dat, los van de rechterlijke macht, toeziet op de materiële en territoriale bevoegdheidsverdeling, en dat tegelijk ook de grondrechten van de burgers wil helpen waarborgen. Middels een vernietigingsberoep in het objectief contentieux en de procedure van de prejudiciële vraag in het subjectief contentieux.

  • Inhoud hoorcollege

    Toetsing aan de Grondwet

    Totstandkoming Grondwettelijk Hof

    Procedure voor Grondwettelijk Hof

    Grondrechtenbescherming

  • Toetsing aan de Grondwet

    Het Grondwettelijk Hof is tegelijk een verhaal over de verhouding tussen de drie machten.

    • Scheiding der machten

    • Beginsel in 1831: onschendbaarheid van de wet

    • Wetgevende macht is de hoogste macht: de uitvoerende macht heeft slechts toegewezen bevoegdheden en moet altijd over het vertrouwen van het parlement beschikken.

    • Groot vertrouwen in de wetgever

    • Rechtstatelijkheid

    • Handelingen van het bestuur kunnen in het subjectief contentieux reeds sedert 1831 worden getoetst ook aan de Grondwet, door élke rechter, op grond van art. 159 GW. Voor het objectief contentieux was het hier wachten op de oprichting van de Raad van State na WOII.

    LaurienclerinxNotitieToetsing van de grondwet door het grondwettelijke hof. Het is een vraag over de scheiding de machten. Het optreden van de wetgevende macht is niet meer onschendbaar, het betekent dat de wetgevende macht ook aan controle onderworpen wordt. Art. 33 GW: alle machten gaan uit van de natie, de WM is verantwoording verschuldigd aan de natie. Deze zijn neergelegd in de grondwet (fundamentele charter waarin de belgen zich verenigen in een groep). De overeenkomst van die samenwerk is de grondwet = akte van maatschap.

    LaurienclerinxNotitieToegewezen op 2 manieren: 1. door de grondwetgever zelf (Art. 105 GW) 2. Bijzondere wetten zoals opdrachtwetten, kaderwetten, ...

    LaurienclerinxNotitieOnwettigheid, dus de norm mag niet toegepast worden. Dit moet wel aangetoond worden.

    LaurienclerinxNotitieGrondwetgever kon zich niet voor de geest halen dat een verkozen lid zou handelen in strijd met de grondwet.

  • Toetsing aan de Grondwet Elementen die hebben bijgedragen om de onschendbaarheid

    van de wet te relativeren, en de weg naar een GWHof mogelijk te maken. Een verhaal dat niet evident is, niet in het minst omdat de wetgever de controle op eigen feilbaarheid moet organiseren …

    1. Internationalisering van de rechtsverhouding: Smeerkaasarrest (1974): “Overwegende dat wanneer een conflict bestaat tussen een internrechtelijke norm en een internationaalrechtelijke norm die rechtstreekse gevolgen heeft in de interne rechtsorde, de door het verdrag bepaalde regel moet voorgaan; dat deze voorrang volgt uit de aard zelf van het bij verdrag bepaald internationaal recht”

    2. Eenheid van rechtsorde (monisme) waarbij geen temporele werking meer geldt voor direct werkende internationale bepaling t.a.v strijdige nationale bepalingen (primauteit).

    3. Verdergaande bevoegdheidsverdeling: toevloed van regelgevers met exclusieve bevoegdheden.

    LaurienclerinxNotitie3 elementen die hebben aangegeven (na WO2) om de primauteit van de wetgever te beperken.

    LaurienclerinxNotitieSmeerkaasarrest: OG 2: Regel van primauteit! De voorrang volgt uit de eigen aard van het internationaal recht. Omdat het internationaal recht is het niet te verantwoorden dat strijdig intern recht zou voorgaan. 2 element: 1. De overweging stelt de overweging van de rechtsorde in. (maakt integraal deel uit van de Belgische rechtsorde (monistisch systeem). Het moet niet omgezet worden in de interne rechtsorde door hun directe werking. Instemmingsakte zorgt er niet voor dat de internationale bepalingen interne rechtsorde wordt. Het blijven internationale bepalingen. Het zijn geen materiële wetten maar formele! Ze gaan via de lege doos van de materiële wet de formele wetten gebruiken om de achterliggende materiële wetten te toetsen. 2. Primauteit op de strijdige nationale bepalingen ookal zijn die ouder. De temporele werking geldt niet bij de directe werkende internationale bepalingen. Directe werking heeft ook tot gevolg voorrang op latere strijdige bepalingen. In Frankrijk niet: als na internationaal verdrag een nationale norm bijkomt zal men de nationale norm moeten respecteren.

    LaurienclerinxNotitieNiet 1 wetgever, maar verschillende. Het gevaar dreigde voor materiële en territoriale bevoegdheidsconflicten. Men had iemand nog die controleerde of er geen schending was tussen beide bevoegdheden. Het betekende automatisch dat ook het optreden van de WM van zijn soevereiniteit verloor.

  • Directe werking - voorwaarden • Bijzonder belangrijk leerstuk, heeft invloed (meer en meer) op

    élke rechtstak. De louter nationale (of deelstatelijke) benadering heeft afgedaan: het internationaal recht maakt een onlosmakelijk onderdeel van onze rechtsorde uit, en dit zonder dat vereist is dat de internationale bepaling is omgezet in een nationale/deelstatelijke rechtsregel.

    • Internationaalrechtelijke voorwaarden: - geldig bestaan op het internationale niveau - het verdrag moet in werking zijn getreden - partij zijn bij het verdrag

    • Internrechtelijke voorwaarden: - formeel: geïncorporeerd in de rechtsorde (instemming bekomen overeenkomstig art. 167 Gw, bekend gemaakt (art. 190 Gw), in werking getreden) - Materieel: voldoen aan de door het Hof van Cassatie bepaalde voorwaarden voor directe werking, i.e. objectief en het subjectief criterium

    LaurienclerinxNotitieDirecte werking moet bekeken artikel per artikel en soms zelf paragraaf per paragraaf.

    LaurienclerinxNotitieBelgië heeft hier niets over te zeggen. (Weensverdragen verdrag).

    LaurienclerinxNotitieVerdragen bevatten meestal bepaling over de inwerkingtreding. (Minstens 50 lidstaten moeten het verdrag hebben ondertekend = de uitvoerende macht sluit de verdragen (men wordt partij), 30 lidstaten hebben moeten geratificeerd) Art. 167 GW zegt dat er nog instemming moet gegeven worden door de staat = ratificeren: we hebben het ook goedgekeurd in onze eigen orde.

    LaurienclerinxNotitieBelgië moet het verdrag hebben ondertekend en geratificeerd.

    LaurienclerinxNotitieNationaal

    LaurienclerinxNotitieArt. 190 GW: publicatie in het Belgische Staatsblad.

    LaurienclerinxNotitieToezcihthoudende handeling, hoge voogdij. Men gaat niet in de rechten treden van de uitvoerende macht, maar ze gaan wel controleren of ze dat goed gedaan hebben.

  • Directe Werking - Voorwaarden

    1. subjectief criterium: de wil van partijen om aan de burgers effectief subjectieve rechten toe te kennen: a. expliciet b. impliciet: uit het geheel van de voorbereidingen en bewoordingen (dus impliciet uit criterium 2)

    2. objectief criterium: de gebruikte bewoordingen zijn voldoende volledig, duidelijk en precies om door de rechter in een individuele geschil toegepast te kunnen worden.µ

    Deze voorwaarden zijn te beoordelen per artikel, soms zelfs per paragraaf in een verdragsartikel, en leiden dus niet noodzakelijk tot een vaststelling voor het hele verdrag.

    In het objectief contentieux (geldigheid van de norm) is niet zozeer de vraag naar de subjectieve rechten aan de orde, maar wel of de verplichtingen van de overheid voldoende zijn omschreven (zie rechtspraak bij OG2).

    LaurienclerinxNotitieAfleiding van criterium 2.

    LaurienclerinxNotitieHieraan is voldaan naar mate dat er voldaan is aan het objectief criterium. Wat is de zin van een dubbel criterium als het een volgt uit het andere.

    LaurienclerinxNotitieWaarom worden juridische normen aan de rechter voorgelegd om die te toetsen? Omdat er meerdere interpretatienormen zijn, we hopen dat de rechter de bepaling uitlegd en hoe wij die moeten interpreteren. De bepalingen die we aan de rechter voor zijn niet duidelijk. Het is de rol van de rechter om in een individueel geschil die normen toe te passen zodat ze duidelijk wordt.

    LaurienclerinxNotitieDe definitie van het HvC legt de nadruk op het bestaan van subjectieve rechten. HvC is geroepen om uitspraak te doen over Art. 144 GW. Opdat dat toepasselijk zou zijn, is er een geschil nodig in subjectieve rechten, zo niet dan zijn de hoven en rechtbanken niet bevoegd. Dan mogen ze geen kennis nemen. Dat neemt niet weg dat de internationale verdragsbepalingen voortvloeien uit een verbintenis die België en zijn deelgebieden zijn aangegaan. Zeker in het objectieve contentieux kan de rechter zich beperken tot de vraag of de overheidsplichten in de verdragsbepalingen wel duidelijk en nauwkeurig zijn omschreven.

  • Directe werking -gevolgen

    1. Internationale bepalingen met rechtstreekse werking maken deel uit van de nationale rechtsorde, zonder dat een omzettingsmaatregel is vereist (monisme).

    2. Internationale bepalingen met rechtstreekse werking hebben voorrang op strijdige interne bepalingen (primauteit). a. is geen automatisch en noodzakelijk gevolg uit 1. In Frankrijk geldt deze voorrang niet automatisch. b. ook als interne bepaling van latere datum is (geen temporele werking meer) c. hoven en rechtbanken, en administratieve rechtscolleges kunnen wetten niet toetsen aan de Gw, maar wel aan direct werkende verdragsbepalingen en de strijdige wettelijke bepalingen buiten toepassing laten. d. voorrang geldt niet t.a.v. bepalingen van strijdige bepalingen van de Grondwet (Ahof 12/94, zie OG2).

    LaurienclerinxNotitieWanneer een internationale bepaling met directe werking wordt ingeroepen voor de rechter tegen een nationale rechtsorde dan gaat het over voorrang verlenen. Het buiten toepassing laten van de buitenlandse bepaling en niet tot nietig verklaring of vernietigen. Elke rechter wordt rechter om te toetsen aan de direct werkende internationaal recht. Voorrang geldt voor alle buitenlandse bepalingen buiten boven de Grondwet. De redenering is hiervan dat de wetgever niet onrechtstreeks doen wat hij rechtstreeks niet kan. Wanneer de wetgever de grondwet wil wijzigingen dan verklaart Art. 195 GW een zware procedure. Wetgever kan de grondwet niet rechtstreeks wijzigen. Aanvaarden dat direct werkende internationale verdragen voorrang hebben op de grondwet doet ons zeggen dat de wetgever met gewone meerderheid op onrechtstreekse werking de grondwet buiten werking kan stellen. Art. 167 GWWe moeten Art. 85 GW wegkrijgen maar dat gaat niet rechtstreeks, we moeten via Art. 167 GW. Het Grondwettelijk Hof gaat middels de instemmingswet (formele wet) de inhoud van de bepalingen toetsen aan de referentienorm. Het wenst te verhinderen dat via de driebands wijzigingen zou aanbrengen aan de grondwet.

  • Directe werking - bedenkingen • Cirkelredenering: subjectief criterium kan worden afgeleid

    uit het objectief criterium. Wat is dan de zin van twee criteria?

    • Door rechterlijke toepassing wordt een norm duidelijk en precies, en hier is dit een voorwaarde om de regel toe te passen. Uitnodiging aan de rechter om zich niet te terughoudend op te stellen.

    • Onderwaardering van internationale engagementen door het beperken van directe werking: vermoeden van directe werking in het objectief contentieux?

    • Samenlopende bepalingen uit Gw en uit internationale bepalingen kan de prejudiciële procedure voor het GWHof uithollen.

    • Onschendbaarheid van de grondwet mag niet worden gerelativeerd: de wetgever kan niet onrechtstreeks wat hij rechtstreeks niet kan! Dus via instemmingswet ook toetsing aan Grondwet.

  • 1. Staatshervorming 1980 bevestigt principe: geen diffuse toetsing, maar specifiek samengesteld college om toe te zien op de ( materiële en territoriale) bevoegdheidsverdelende regels. Deze regels zijn terug te vinden in de grondwet (vb. art. 127-129 Gw, art. 167, de bijzondere wetten (vb. Art. 4-6bis BwHI) en gewone wetten. Lees grondig art. 30bis BWGWHof)

    2. Staatshervorming 1988/89: uitbreiding van de referentienormen door de regionalisering van het onderwijs: toetsing nu ook aan artikelen 10, 11 en 24 Gw.

    Via het gelijkheidsbeginsel toetst het Hof aan alle bepalingen uit Titel II Gw en aan direct werkende grondrechtenbepalingen.

    3. Staatshervorming 2003: uitbreiding referentienormen tot alle artikelen van titel II, art. 170, art. 172 en art. 191 GW Het Hof leest de in de bepalingen van titel II ook de parallelle

    verdragsrechtelijke grondrechtenbepalingen in, om te vermijden dat de toetsing aan de grondwet in een duaal stelsel zou verlopen.

    4. In 2007: naamsverandering tot Grondwettelijk Hof

    Totstandkoming Grondwettelijk Hof

    LaurienclerinxNotitie1970 oprichting cultuurgemeenschap. 1980 de cultuurgemeenschappen worden omgevormd tot gemeenschappen, niet enkel voor taal en cultuur bevoegd, ook voor persoonsgebonden aangelegenheden. Willen wij dat de toetsing van de wet aan de grondwet en bevoegdheid wordt voor alle rechters? (Diffuse toetsing/verspreide toetsing). Niet evident om zelfs de feilbaarheid van de wet te organiseren.

    LaurienclerinxNotitieDubbele pariteit: 6 Franstalige, 6 Nederlandstalige, 6 juristen, 6 oud politici (gouvernement du juge vermijden).

    LaurienclerinxNotitie3de fase: referentienormen (normen waaraan het Hof mag toetsen) uitbreiden (Art , en GW) Gelijkheid, non-discriminatie en gelijkheid. Schoolpactwet werd ingeschreven in Art GW. Politieke waarborg die in schoolpact was in geborgen werd een rechterlijke controle.

    LaurienclerinxNotitieArt. 170 GW; Legaliteitsbeginsel

    Art. 172 GW; gelijkheidsbeginsel

    Art. 191 GW; Gelijke behandeling van vreemdelingen.

  • Totstandkoming Grondwettelijk Hof

    - Geen diffuse toetsing: niet elke rechter is rechter aan de grondwet

    - Geen bevoegdheid voor de hoven en rechtbanken, maar voor een specifiek samengesteld orgaan:

    12 rechters, dubbele pariteit (art. 31 e.v.): - 6 Nederlandstaligen en 6 Franstaligen

    - 6 “eminente juristen” en 6 gewezen parlementsleden

    - Toebedeling aan het Grondwettelijk Hof is exclusief en verhindert onmiddellijk dat een ander orgaan nog bevoegd zou zijn.

    - Spanning tussen rechtstreekse toetsing van wetgeving door hoven en rechtbanken aan rechtstreeks werkende internationale grondrechtenbepalingen, terwijl het Grondwettelijk Hof exclusief bevoegd is voor de toetsing van de wet aan de grondrechten in de grondwet (en daarin de parallelle rechtstreeks werkende internationale grondrechtenbepalingen betrekt).

    LaurienclerinxNotitieToezicht van de materiële en territoriale bevoegdheden. Bevoegdheidsverdelende regels worden niet opgesomd in de codex. Het Gondwettelijke Hof zal bepalen of een bevoegdheid al dan niet bevoegdheidsverdelend zijn. Sommige zijn dat van zelf. Art. 127-129 GW = bevoegdheidsverdelende regels. Art. 167 GW = bevoegdheidsverdelend.

    LaurienclerinxNotitieDecreet verhindert dat rechtenstudenten zich verenigen. Recht is niet altijd recht, dus er wordt toch een vereniging opgericht. Smeerkaasarrest zegt dat direct werkende verdragsbepalingen voorrang hebben op strijdige nationale bepalingen (Art. 11 EVRM). Een andere advocaat wil een prejudiciële vraag stellen of het geen miskenning is van Titel 2 over de bevoegdheden van het Grondwettelijk Hof, als we die zouden stellen dan zal het Grondwettelijk Hof Art. 27 GW toepassen/interpreteren en zal daarbij parallelle bepalingen inlezen. Bij de interpretatie van Art. 27 GW zal ook gebruik gemaakt worden van Art. 11 EVRM. Sedert de oprichting van Grondwettelijk Hof geldt dat een bevoegdheid van het Grondwettelijk Hof automatisch tot gevolg heeft dat dat niet bij de hoven en rechtbanken kan liggen. Of de hoven en rechtbanken of het Grondwettelijk Hof. Bij toetsing blijven we blind van internationaal recht (dit is voor hoven en rechtbanken) Er zou het dualisme ingevoerd worden, terwijl we leven in een monistische systeem. Ze zullen dus ook parallelle wetsbepalingen moeten toetsen uit titel 2. Hoven en rechtbanken zijn niet meer bevoegd om te toetsen die parallel van uiting zijn van titel 2, anders zouden ze door 2 instanties getoetst worden. Spoedprocedures geen prejudiciële vraag stellen.

  • Vernietigingsprocedure

    Vernietigingscontentieux 1. getoetste normen: wetten, decreten en ordonnanties. Nooit akten van het bestuur, uitvoerende macht, … Nooit nieuwe of gewijzigde grondwetsbepalingen Wel: bijzondere wetten, begrotingswetten, bijzondere machtenwetten, opdrachtwetten, … 2. toetsingsnormen: * bevoegdheidsverdelende regels * titel II Gw, art. 170, 172 en 191 Gw * uitbreiding mogelijk bij bijzondere meerderheidswet 3. Termijn (art. 3):

    - 6 maanden na bekendmaking wet, decreet ordonnantie

    - Voor wet, decreet of ordonnantie houdende instemming met een verdrag: 60 dagen na bekendmaking

    LaurienclerinxNotitieBevindt zicht in het objectief contentieux (geldigheid van de normen). 1. Welke normen kunnen worden getoetst (wetten, decreten en ordonnanties NOOIT besluiten, akten van UM, reglementen, nieuwe grondwetsbepalingen).

    LaurienclerinxMarkering

    LaurienclerinxNotitieWaaraan kan worden getoetst?

    LaurienclerinxNotitieBepalingen van de grondwet kunnen worden toegevoegd.

    LaurienclerinxNotitieRaad van State 60 dagen. Art. 167 GW bijzondere wetgever gaat ervan uit dat de termijn te lang is over internationale verdragen.

  • Vernietigingsprocedure

    4. Verzoeker:

    - Institutionele verzoekers (art. 2, 1° en 2°)

    Regering (federaal of deelstaat) Voorzitter van een wetgevende vergadering (federaal of

    deelstaat) op verzoek van 2/3 van de leden

    - Iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken van een belang

    5. Gevolgen vernietigingsarrest: - vernietiging werkt geheel of ten dele (art. 8) - vernietiging werkt retroactief - vernietiging werkt erga omnes vanaf publicatie (art. 9) - moduleren van de gevolgen (art. 8 lid 2) Niet voorzien bij de prejudiciële vraag maar Hof past het naar analogie toe - kan gevolgen hebben voor reeds beslechte rechtszaken

    LaurienclerinxNotitieVerzoekers moeten geen belang aantonen.

    LaurienclerinxMarkering

    LaurienclerinxNotitieVolledige bepaling of enkele woorden.

    LaurienclerinxNotitieMen doet alsof de bepaling nooit heeft bestaan.

    LaurienclerinxNotitieVoor alle mensen

    LaurienclerinxNotitieBepaling is discriminerende, maar gaat pas in na een jaar van de invoering. Krijgt een periode om de ongrondwettigheid op te lossen, wordt niet meteen verwijderd.

  • Schorsingsprocedure

    Schorsing (art. 19 e.v.):

    - Accessoir bij beroep tot nietigverklaring (zie: art. 21)

    - Voorwaarden (zie art. 20):

    - Ernstig middel

    - Moeilijk te herstellen ernstig nadeel

    - Rechtspraak GW Hof: belangenafweging

    = wegen de voordelen van de schorsing voor een partij op tegen de nadelen voor het algemeen belang

  • Prejudiciële procedure Prejudiciële vragen (art. 21 e.v.)

    naar aanleiding van een bepaald geschil stelt een (gewone of administratieve) rechter een vraag aan het Grondwettelijk Hof, namelijk of een bepaalde wetskrachtige norm in overeenstemming is met de referentienormen (bevoegdheidsverdelende regels – titel II, 170, 172 en 191 Gw). - Niet gebonden aan termijn: ook oudere bepalingen kunnen dus op hun overeenstemming getoetst - schorst behandeling bodemgeschil - Rechter ambtshalve of op vraag van een partij - Worden uitgesloten (art. 26 § 1bis): wetskrachtige norm die instemming verleent met een “constituerend verdrag betreffende de Europese Unie” of het EVRM en zijn protocollen (via instemmingswet inhoud toetsen is bij deze groep verdragen op prejudiciële vraag dus uitgesloten)

    LaurienclerinxNotitieNaar de geldigheid van wet, decreet of ordonnantie tijdens een geschil van subjectieve rechten/toetsingsnormen. Niet gebonden aan enige termijn, dus je kan dat stellen over een wet van 1804 (perfect mogelijk).

  • Prejudiciële procedure Principe: rechtscollege moet prejudiciële vraag stellen als

    een partij in het geschil erom verzoekt (art. 26 §2), tenzij er gronden zijn om te weigeren.

    Uitzonderingen die gelden voor alle rechtscolleges: 1. Wanneer de bodemrechter de zaak niet kan behandelen

    omwille van redenen van onbevoegdheid of niet-ontvankelijkheid (art. 26,§2, 1), tenzij de vraag op de reden van onbevoegdheid of onontvankelijkheid betrekking heeft.

    2. Wanneer het Grondwettelijk Hof reeds uitspraak heeft gedaan over dezelfde vraag (art. 26,§2, 2)

    3. Kortgedingprocedures en handhaving voorlopige hechtenis, tenzij er ernstige twijfel is over de verenigbaarheid met de referentienormen (art. 26,§3)

    LaurienclerinxNotitieRegel: rechter is in beginsel verplicht om de vraag te stellen. Art. 26 paragraaf 2 GW zit een uitzondering.

    LaurienclerinxNotitieOorzaak van niet-ontvankelijkheid moet wel gesteld worden.

    LaurienclerinxNotitieSpoedeisende procedures, ze moeten door hun aard vooruit gaan.

  • Prejudiciële procedure

    Uitzonderingen die uitsluitend gelden voor de lagere rechtscolleges (art. 26 § 2 laatste lid), met name wanneer tegen de beslissing nog een rechtsmiddel kan worden aangewend:

    1. Indien het antwoord op de vraag niet onontbeerlijk is om uitspraak te doen

    2. Wanneer er “klaarblijkelijk” geen schending is (betekent dus dat er door de lagere rechter een impliciete grondwetstoetsing gebeurt)

    Hogere rechters zijn durven ook al eens van deze gronden gebruik te maken contra legem.

    LaurienclerinxNotitieKlaarblijkelijk wel een schending dan moet er WEL een prejudiciële vraag gesteld worden.

  • Gevolgen prejudicieel arrest

    Antwoord op de vraag is bindend voor vraagstellende rechter en voor iedere andere rechter die van de zaak kennis neemt. Maar enkel gebonden in het licht van de gestelde vraag (art. 28).

    Niet voorzien om de gevolgen te moduleren, wel toepassing naar analogie in de rechtspraak van het Hof

    Nieuwe termijn voor vernietigingsberoep voor institutionele verzoekers staat open (art. 4)

    Wetgever neemt zijn verantwoordelijkheid ?

  • Grondrechten – beperking en schending

  • Grondrechten - Omschrijving

    Fundamentele rechten waar ieder mens titularis van is door het loutere feit als mens geboren te worden. Rechten voor de vrije burger dus.

    Materieel en een formeel criterium

    Oorsprong? Eerder ontdekkingstocht dan echte installatie

    Overheid geeft/maakt geen grondrechten maar erkent enkel (declaratief, niet constitutief)

    Grondrechten: autonome burger die op grond van de zelfbeschikking in een samenleving van samenloosheid eenzaam is en de maatschappij doet verdwijnen ?

    Erosie van waarde van grondrechten door toename die leidt tot een loutere belangenafweging …

    Ontdekking van het grondrechtenconcept valt samen met de groei van de rechtstaat... Al is de geschiedenis door al de zoektocht naar de mens en zijn waardigheid bezig, en is die niet ten einde

    LaurienclerinxNotitieArt. 23 paragraaf 2 GW: basis van de bescherming van de mensenrechten/grondrechten. Niet gegeven door de overheid, ze komen voort uit het feit dat wij als vrije mensen zijn geboren. =declaratief/erkennend.

    LaurienclerinxNotitieMateriële: die zijn neergeschreven in de hoogste rechtsnormen (internationale verdragen,...).

    LaurienclerinxNotitieTitularis van de mensenrechten. Het maakt uit waar je geboren bent, voor de uitoefening van de mensenrechten. (titularis zijn en het effectief maken van de rechten).

    Inflatie van mensenrechten (veel te veel).

  • Ontstaan rechtsstaat 17de/18de eeuw

    koning alle (staats)macht in handen

    Regeert alleen (absolutisme) en naar willekeur

    Lodewijk XIV “L’état c’est moi”

    http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/5/5f/Louis_XIV_of_France.jpg

  • Montesquieu:

    Macht scheiden in drieën:

    -uitvoerend: koning/ministers

    -wetgevend: parlement (volk)

    -rechterlijk: onafhankelijke rechters

    De trias politica

    De drie machten contoleren elkaar/houden elkaar in evenwicht

  • 1776 Amerikaanse Revolutie

    1789 Franse Revolutie:

    West-Europa: einde aan het absolutisme (19de eeuw)

    De constitutionele monarchie:

    De grondwet beperkt de macht van de koning en geeft de burgers bepaalde vrijheden

    Volk eist inspraak op het bestuur

  • Klassieke grondrechten dus …

    Persoonlijke levenssfeer

    Meningsuiting Godsdienstvrijheid

    Gelijke behandeling

  • klassieke grondrechten - kenmerken

    Foutief zegt men dan ook dat dit de eerste generatie grondrechten zijn, die de vrucht zijn van de Franse Revolutie.

    Kenmerken: ratione personae: universeel ratione temporis: onmiddellijk ratione loci: volledig op kosteloze basis.

  • Na WO II:

    Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948):UVRM

    Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (1950): EVRM

    Verbetering/bewustwording van de

    rechtsstaat/mensenrechten/grondrechten

  • Sociale grondrechten

  • Sociale grondrechten

    De vrije burger die ook een kwetsbare burger is, zoekend naar verbanden, naar wederzijdse steun.

    Is een mens echt gelukkig en vrij als hij kan kiezen aan welke kant van de straat hij in de goot wil liggen?

    Emancipatie van het individu …

    LaurienclerinxNotitieDoelstellingen van beleid, politieke rechten in betekenis van politiek te realiseren grondrechten. Alle grondrechten hebben 1 bijdrage tot menselijke waardigheid en tot doel hebben ...

  • Sociale grondrechten

    Volgens de klassieke leer geen échte grondrechten, maar ‘zorgen voor het beleid’. Oorzaak van de hangmat-samenleving.

    Kenmerken: ratione personae: categoriaal ratione temporis: progressief ratione loci: partieel slechts voor zover er financiële middelen zijn

    Valse tegenstelling

    Groei van grondrechten: belang wordt recht en recht wordt grondrecht.

    Paradox: de zwaardere aanspraak gaat verloren en verwordt tot een belangenconflict met de rechter als dorpsoudste. De subjectieve mens wordt object. Terug naar af dus ?

  • Schending of beperking

    Niet elke beperking is een schending: een onredelijke beperking leidt tot een schending

    Basisbeginsel in Titel II Gw: vrijheid voorop, dus geen preventieve maatregelen toegelaten, enkel bestraffing na begaan misdrijf.

    Toetsing redelijkheid van de beperkingsgronden:

    - Legaliteit: wettige grondslag, kan ook vaststaand rechtersrecht zijn - vooral kenbaar en toegankelijk!

    - Legitimiteit: waarom is de regel uitgewerkt, wat is de nagestreefde doelstelling ? Staan we er (nog) achter ? - Proportionaliteit: willen we dit doel nastreven met deze maatregel; is de maatregel niet overtrokken en kunnen we hetzelfde doel niet bereiken met een minder ingrijpende maatregel ?

    Samenlezing met parallelle internationale grondrechtenbepalingen

    Maximalisatiebeginsel: art. 53 EVRM

    Gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen gelijk behandelen, ongelijke ongelijk behandelen, tenzij er redelijke gronden zijn om hiervan af te wijken.

    LaurienclerinxNotitieLegaliteit: beperking van grondrechten moet gegrond zijn en zijn basis vinden in een wettige grondslag.De grond is voldoende gekend en voldoende ontvankelijk. Het mag niet op willekeur of onbevoegdheid berusten.

    Legitimiteit: Is de wet legitiem? De beperking van mensenrechten moeten zijn ingegeven door een legitiem doel dat een hoger belang dient. Bij de beoordeling van de legitimiteit is het ook van belang om rekening te houden of de samenleving achter dat doel staat. "man en vrouw wonen samen en enkel de man heeft een huurovereenkomst afgesloten. Bij overlijden zal de ongehuwde, samenwonende partner gerechtigd zijn de huurovereenkomst over te nemen. Moet ook gelden voor gelijkslachtige personen.

    Proportionaliteit: middel dat wordt aangewend om dat legitieme doel te bereiken en de vrijheid beperkt, is dat proportioneel? Zijn er geen maatregelen die minder aangrijpend zijn? Als het antwoord ja is, dan zal er sprake zijn van disproportionaliteit, de maatregel zal dan te zwaar zijn.

    LaurienclerinxNotitieOntbinding van de vereniging is een beperking van Art. 27 GW (vrijheid van vereniging). Dan moeten we legaliteit, proportionaliteit en legitimiteit onderzoeken.

    Lid 1: groep beschermt. Lid 2: mogelijkheden om tot beperking te bekomen.Art. 7-12 EVRM zitten altijd verschillen tussen.

    LaurienclerinxNotitieOnderscheid tussen een beperking en een schending! Een mensenrechten zijn niet absoluut. Onze vrijheden worden beperkt. Een schending doet zich voort wanneer een beperking die aan een grondrecht is aangebracht en die niet redelijk te verantwoorden is.

    LaurienclerinxNotitieEr is tegelijk een nationale en internationale norm die aanwenden, dan heeft de vergaande die de meeste bescherming biedt.