Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

71
Docentencursus relativiteitstheorie Derde college Marcel Vonk 30 oktober 2014

description

Docentencursus relativiteitstheorie 2014. Slides bij het derde hoorcollege. Zie http://www.quantumuniverse.nl/docentencursus-relativiteitstheorie-2014

Transcript of Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

Page 1: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

Docentencursus

relativiteitstheorie

Derde collegeMarcel Vonk

30 oktober 2014

Page 2: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

2/71

Planning

Vandaag:

• Afronden speciale relativiteit

• Opgaven

• Ruim de tijd voor voorbereiden

didactiek-presentaties

Page 3: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

3/71

Planning

Volgende keer:

• Aanvullende onderwerpen:

algemene relativiteit, E=mc2,

experimenten, …

• Opgaven

• Giuseppe Salvati: relativiteit in de

klas

Page 4: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

4/71

Planning

Slotbijeenkomst:

• Presentaties en didactische

discussie

Page 5: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

5/71

Inhoud 3e hoorcollege

1. Hoofdpunten eerste twee colleges

2. Lorentztransformaties

3. De ladderparadox

4. De tweelingparadox

Page 6: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

1. Hoofdpunten eerste twee

colleges

Page 7: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

7/71

Eerste hoorcollege

De ruimtetijd, bestaande uit alle

gebeurtenissen, vormt één geheel.

Elke inertiële waarnemer verdeelt

dit geheel op zijn eigen manier in

ruimte en tijd.

Page 8: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

8/71

Eerste hoorcollege

Het eindresultaat: in Einsteins

wereldbeeld ziet de ruimtetijd er zo uit:

Gelijktijdigheid is waarnemerafhankelijk!

Page 9: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

9/71

Tweede hoorcollege

We zagen in een animatie waar de

ruimtetijdlijnen van een bewegende

waarnemer zich bevinden:

Page 10: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

10/71

Tweede hoorcollege

De ruimte- en tijdlijnen van een

referentiekader dat met snelheid

v beweegt, staan een afstand

√(1-β2) uit elkaar. (β=v/c)

Page 11: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

11/71

Tweede hoorcollege

Aan de hand van een lichtklok zagen

we dat een bewegende klok

langzamer loopt dan diezelfde klok in

stilstand: tijdsdilatatie.

Page 12: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

12/71

Tweede hoorcollege

Een klok die in rust met

tijdsintervallen Δt tikt, tikt als hij

met een snelheid v beweegt, met

grotere tijdsintervallen Δt’ = γ Δt.

Page 13: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

13/71

Tweede hoorcollege

De evenredigheidsfactor is de

Lorentzfactor:

met β=v/c. Deze factor komt in de

relativiteitstheorie veel voor.

21

1

Page 14: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

14/71

Tweede hoorcollege

Verder zagen we dat bewegende

voorwerpen korter zijn dan ze in

stilstand zijn: Lorentzcontractie.

Page 15: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

15/71

Tweede hoorcollege

Een intuïtieve manier om de

Lorentzcontractie af te leiden, is aan

de hand van muonen uit de hoge

atmosfeer die ondanks hun korte

vervaltijd het aardoppervlak bereiken.

Page 16: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

16/71

Tweede hoorcollege

We kunnen dit resultaat op twee

manieren begrijpen.

1) Tijdsdilatatie: doordat we het muon

zo snel zien bewegen, lijkt zijn “klok”

veel langzamer te lopen. De vervaltijd

lijkt voor ons dus γ maal zo lang.

Page 17: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

17/71

Tweede hoorcollege

We kunnen dit resultaat op twee

manieren begrijpen.

2) Lorentzcontractie: voor het muon

zelf is zijn vervaltijd gewoon 2,2 μs.

De op hem af komende atmosfeer lijkt

echter veel dunner.

Page 18: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

18/71

Tweede hoorcollege

Een meetlat die in rust een lengte

L heeft, heeft als hij met een

snelheid v beweegt een kortere

lengte L’ = L/γ.

Page 19: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

2. Lorentztransformaties

Page 20: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

20/71

Lorentztransformaties

We hebben nu ook kwantitatief gezien

wat de effecten van de relativiteits-

theorie op ruimte en tijd zijn.

Lorentzcontractie tijdsdilatatie

Page 21: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

21/71

Lorentztransformaties

Aangezien we weten hoe de ruimte-

en tijdlijnen van de bewegende

waarnemer lopen, kunnen we natuur-

lijk ook willekeurige coördinaten van

gebeurtenissen in elkaar omrekenen.

Page 22: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

22/71

Lorentztransformaties

Deze Lorentztransformaties behoren

niet tot de exameneisen, maar het kan

voor de docent nuttig zijn ze toch te

kennen:

)('

)('

txx

xtt

Page 23: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

23/71

Lorentztransformaties

• De transformaties zijn in deze

eenvoudige vorm geldig als we als

eenheden seconden en licht-

seconden gebruiken.

)('

)('

txx

xtt

Page 24: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

24/71

Lorentztransformaties

• Als we meters en seconden

gebruiken verschijnt een aantal

extra factoren c.

)('

)('

txx

xtt

Page 25: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

25/71

Lorentztransformaties

• Als we meters en seconden

gebruiken verschijnt een aantal

extra factoren c.

)('

)/(' 2

tvxx

cxvtt

Page 26: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

26/71

Lorentztransformaties

• Een voordeel van deze vorm is dat

we voor lage snelheden de Galileï-

transformaties terug zien.

)('

)/(' 2

tvxx

cxvtt

BORD

Page 27: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

27/71

Lorentztransformaties

• Tijdsdilatatie en Lorentzcontractie

zijn twee speciale gevallen van

deze vergelijking.

)('

)('

txx

xtt

BORD

Page 28: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

28/71

Lorentztransformaties

Een veel voorkomende verwarring: als

ruimte en tijd zo symmetrisch

voorkomen…

Hoe kan het dan dat tijd oprekt en

ruimte krimpt?

)('

)('

txx

xtt

Page 29: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

29/71

Lorentztransformaties

Het antwoord zien we het duidelijkst in

een plaatje:

AB geeft de lengtecontractie weer, AC

de tijdsdilatatie.

Page 30: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

30/71

Lorentztransformaties

Om AD te meten zouden we een

nogal vreemd experiment moeten

verzinnen, waarin de bewegende

waarnemer als zijn klok tikt ook iets op

een andere plaats laat gebeuren.

Page 31: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

31/71

Lorentztransformaties

Dit experiment zou het “tijds-

equivalent” van het meten van

Lorentzcontractie zijn.

Page 32: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

32/71

Lorentztransformaties

Willekeurige ruimtetijdcoördina-

ten kunnen we omrekenen met

)('

)('

txx

xtt

Page 33: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

3. De ladderparadox

Page 34: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

34/71

De ladderparadox

Om tijdsdilatatie en Lorentzcontractie

beter te begrijpen zullen we twee

bekende paradoxen bekijken.

De eerste is de zogenaamde ladder-

paradox.

Page 35: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

35/71

De ladderparadox

“Iemand rent met een ladder, die

precies in een schuur past, met

enorme snelheid de schuur in. Past de

ladder nog altijd in de schuur?”

Page 36: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

36/71

De ladderparadox

Page 37: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

37/71

De ladderparadox

• Vanuit de rennende waarnemer

gezien wordt de schuur korter, en

past de ladder dus niet.

• Vanuit de stilstaande waarnemer

gezien wordt de ladder korter, en

past de ladder dus ruim.

Hoe kan dit?

Page 38: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

38/71

De ladderparadox

Dat er geen tegenspraak is, zien we

als we het ruimtetijddiagram bekijken.

Page 39: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

39/71

De ladderparadox

• Om te bepalen of de ladder past,

moeten we tegelijkertijd de positie

van zijn begin- en eindpunt meten.

Page 40: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

40/71

De ladderparadox

• Maar... Elke waarnemer heeft zijn

eigen notie van gelijktijdigheid!

Page 41: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

41/71

De ladderparadox

• Het “passen” van de ladder is dus

niet iets wat waarnemeronaf-

hankelijk gedefinieerd kan worden.

Page 42: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

42/71

De ladderparadox

• De bewegende waarnemer meet

bijvoorbeeld AC, en ziet dat de

ladder inderdaad niet past.

Page 43: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

43/71

De ladderparadox

• De stilstaande waarnemer meet

bijvoorbeeld AB, en ziet dat de

ladder inderdaad wel past.

Page 44: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

44/71

De ladderparadox

Toch lijkt er nog iets vreemds aan de

hand: wat gebeurt er als de

stilstaande waarnemer, zodra de

ladder in de schuur is, snel de deuren

sluit?

Page 45: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

45/71

De ladderparadox

Ook deze vraag kunnen we beant-

woorden met een ruimtetijddiagram:

Page 46: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

46/71

De ladderparadox

• De stilstaande waarnemer ziet bij

gebeurtenis (A) de achterkant van

de ladder de schuur in vliegen, en

sluit de deuren.

Page 47: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

47/71

De ladderparadox

• Bij (B) botst vervolgens de voorkant

van de ladder tegen de dichte

voordeur van de schuur.

Page 48: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

48/71

De ladderparadox

• Voor de meebewegende waarne-

mer is deze gebeurtenis gelijktijdig

met (C) – voor hem is de achter-

kant van de ladder nog buiten.

Page 49: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

49/71

De ladderparadox

• De meebewegende waarnemer ziet

de ladder dus samengeperst

worden tot bij (A) ook de achterkant

de schuur in vliegt.

Page 50: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

50/71

De ladderparadox

• Kunnen we geen ladder maken die

“oneindig stijf” en dus niet samen te

persen is?

Page 51: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

51/71

De ladderparadox

• Nee: de schokgolf van de botsing rechts

beweegt met hooguit de lichtsnelheid

door de ladder heen – het duurt dus

even voor de achterkant “weet” dat de

voorkant stilstaat!

Page 52: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

52/71

De ladderparadox

• Uiteindelijk bereikt de schokgolf

natuurlijk de voorkant van de ladder

wel, en zal de ladder in stukken uit

elkaar spatten.

Page 53: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

4. De tweelingparadox

Page 54: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

54/71

De tweelingparadox

Een tweede paradox geeft meer

inzicht in de tijdsdilatatie: de

tweelingparadox.

Page 55: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

55/71

De tweelingparadox

“Ronald reist met een enorme snelheid

naar een ver sterrenstelsel, keert daar

om en reist met dezelfde snelheid

weer terug. Is Ronald bij terugkomst

jonger dan Frank, of andersom?

Page 56: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

56/71

De tweelingparadox

• Frank ziet Ronald steeds met grote

snelheid bewegen. Hij ziet Ronalds

klok langzamer lopen, dus Ronald

zou jonger moeten zijn.

• Ronald ziet Frank steeds met grote

snelheid bewegen. Hij ziet Franks

klok langzamer lopen, dus Frank

zou jonger moeten zijn.

Page 57: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

57/71

De tweelingparadox

De situatie lijkt volkomen symme-

trisch, maar is dat niet!

We hebben het tot nu toe alleen over

bewegingen met constante snelheid

gehad, maar hier is meer aan de

hand: Ronald keert namelijk om, en

verandert zijn snelheid.

Page 58: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

58/71

De tweelingparadox

Hoewel “snelheid relatief is” (we

kunnen niet definiëren wie beweegt en

wie stilstaat) is verandering van

snelheid dat niet!

We kunnen zonder problemen

ontdekken wie er van snelheid

verandert en wie niet.

Page 59: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

59/71

De tweelingparadox

Frank verandert niet van snelheid, dus

zijn waarnemingen zouden juist

moeten zijn. Ronald moet bij thuis-

komst jonger zijn. Hoe kunnen we dit

uit Ronalds perspectief begrijpen?

Page 60: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

60/71

De tweelingparadox

Wederom helpt een ruimtetijddiagram

om de oplossing te begrijpen.

Page 61: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

61/71

De tweelingparadox

• De steile groene lijn is een tijdlijn

van Ronald op de heenreis. De

vlakke groene lijn is een van zijn

ruimtelijnen.

Page 62: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

62/71

De tweelingparadox

• Deze ruimtelijn gaat door de

gebeurtenis “Ronald keert om”. De

onderste rode stip (op Franks

wereldlijn) is dus voor Ronald

hiermee gelijktijdig.

Page 63: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

63/71

De tweelingparadox

• De steile blauwe lijn is een tijdlijn

van Ronald op de terugreis. De

vlakke blauwe lijn is een van zijn

ruimtelijnen.

Page 64: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

64/71

De tweelingparadox

• Deze ruimtelijn gaat ook door de

gebeurtenis “Ronald keert om”. De

bovenste rode stip (op Franks

wereldlijn) is dus voor Ronald

hiermee gelijktijdig.

Page 65: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

65/71

De tweelingparadox

• Kortom: zodra Ronald omkeert

“slaat hij een stuk van Franks

geschiedenis over”. Dit is de reden

dat Frank voor hem bij terugkomst

ouder is.

Page 66: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

66/71

De tweelingparadox

• Opmerking (1). Als Ronald vertraagt

en weer versnelt in plaats van

abrupt omkeert, zal zijn ruimtelijn

snel “over de missende

geschiedenis heen zwiepen”.

Page 67: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

67/71

De tweelingparadox

• Opmerking (2a). Ronald krijgt de

“gemiste” geschiedenis van Frank

wel te zien: het licht daarvan

beweegt immers naar hem toe.

Page 68: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

68/71

De tweelingparadox

• Opmerking (2b). Alleen als Ronald

corrigeert voor de lichtsnelheid

merkt hij dus dat hij een stuk

geschiedenis overslaat.

Page 69: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

69/71

De tweelingparadox

• Opmerking (3). Hoewel de

verandering van snelheid hier een

centrale rol speelt hoeven we niets

te weten over versnelling of de

algemene relativiteitstheorie!

Page 70: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

70/71

Volgende keer…

• E=mc2 en de lichtsnelheid

• Algemene relativiteitstheorie

• Experimenteel bewijs

Page 71: Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 3

71/71

Presentaties

• Groepjes van drie docenten

• Ieder presenteert 10 minuten

• “Voorbeeldles”: kies elk een lastig

begrip en leg het uit zoals in de klas.

• De andere docenten uit het drietal

spelen de leerlingen en komen met

vragen / problemen.

• Presentaties op slotbijeenkomst.