Foliolum Oktober 2010

40
Foliolum JAARGANG XXIV EDITIE I OKTOBER 2010 G.F.S.V. “PHARMACIAE SACRUMUNIVERSITAIR CENTRUM VOOR FARMACIE Drs. B. Wolters De bof en studenten Drs. J. van der Have Rabbiës: nog steeds een wereldwijd probleem Kiekje buut’n Grunn Reizigersapotheek op schi- phol: hoe werkt dat? Studentenziekten

description

Oktober editie foliolum 2010

Transcript of Foliolum Oktober 2010

Page 1: Foliolum Oktober 2010

FoliolumJaargang XXIV EdItIE I OktObEr 2010

g.F.S.V. “PharmacIaE Sacrum“unIVErSItaIr cEntrum VOOr FarmacIE

Drs. B. Wolters

De bof en studenten

Drs. J. van der Have

Rabbiës: nog steeds een wereldwijd probleem

Kiekje buut’n Grunn

Reizigersapotheek op schi-

phol: hoe werkt dat?

Studentenziekten

Page 2: Foliolum Oktober 2010

helpt u van harte

Mediq Apotheek, de landelijke apotheekformule van

Mediq NV, stelt de kwaliteit van de zorg centraal. Nu, en in

de toekomst. Dat dit succes heeft, bewijst onze snelle groei.

Zoek jij een professionele én persoonlijke uitdaging?

Groei dan met ons mee!

Interesse? Neem contact op met de vacaturebank (030 - 282 14 90)of stuur een mail naar [email protected]

www.mediq-apotheek.nl

Kom werken bij

Mediq Apotheek!

Page 3: Foliolum Oktober 2010

helpt u van harte

Mediq Apotheek, de landelijke apotheekformule van

Mediq NV, stelt de kwaliteit van de zorg centraal. Nu, en in

de toekomst. Dat dit succes heeft, bewijst onze snelle groei.

Zoek jij een professionele én persoonlijke uitdaging?

Groei dan met ons mee!

Interesse? Neem contact op met de vacaturebank (030 - 282 14 90)of stuur een mail naar [email protected]

www.mediq-apotheek.nl

Kom werken bij

Mediq Apotheek!

G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum“ in samenwerking met het Universitair Centrum voor Farmacie

aan de Rijksuniversiteit Groningen.

FoliolumJaargang XXIV EdItIE I OktObEr 2010

Copyright 2010 Redactiecommissie Foliolum “Ex-libris“ der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum“. Niets uit deze uit-gave mag worden vermenigvuldigd en /of openbaar gemaakt worden door middel van schrift, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de auteurs.

En verder ...

Redactioneel 04Praesespraat 05

Afgestudeerden 16Promovendi 17Evaluaties 19Bacheloronderzoek belicht 20Masteronderzoek belicht 20Student in het buitenland 23

Alumnus 26Mediq Hockeytoernooi 27Binnenlands Bedrijvenbezoek 28Introductiedag 31Introductiekamp 32Ranking Foliolum 36Puzzelpagina 38Bas & Sil 38

RedactiecommissieThomas van der Woude

Geert van der WerfLisanne Geers

Marrit AatenJeroen Schouten

Merlijn van Leent

Ab-actiaatGeert van der Werf

J.C. Kapteynlaan 27A9714 CM Groningen

tel: [email protected]

DrukkerijSmeets & Hagenbeck

Oplage1100

Foto voorpagina: Roel de Locht

Bof en studentenBert Wolters vertelt over de relatie tussen de bof en studenten in Groningen.

RabiësDeze ziekte komt recentelijk relatief vaak bij studenten voor. Jan ter Have schrijft hier uit eigen ervaring over.

Kiekje buut’n GrunnOns eerste uitstapje bracht ons naar de reizigersapotheek op Schiphol Plaza.

IntroductiekampDe mooiste activiteit die het begin van het nieuwe collegejaar inluidt, is weer geweest.

06 09

13 32

Page 4: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

4

Beste lezer,

Voor u ligt de nieuwste editie van het Foliolum, tevens de eerste editie die ik met mijn commissie heb mogen uitbrengen. Voor de zomer zijn we vol goede moed begonnen aan het commissiejaar en aan de slag gegaan met het zoeken naar schrijvers, lay-outen en het vinden van sponsoren. Nu ons eerste nummer eindelijk van de pers gerold is kunnen we terug kijken op een periode waarin we elkaar hebben leren kennen en erg veel ontdekt en geleerd hebben over hoe dit blad eigenlijk zomaar op je deurmat beland. Natuurlijk kijken we ook vooruit, alle kennis die we opgedaan hebben gaan we gebruiken en er zullen nog vele mooie commissie-avonden volgen!

In het redactionele gedeelte staan dit keer studentenziekten centraal. Het zal niemand ontgaan zijn dat afgelopen zomer een aardig deel van de studentenpopulatie van Groningen enige dagen bij de ouders thuis of gewoon op de kamer heeft doorgebracht. Blijkbaar is het grootste probleem van de bof nog wel dat men zich niet meer op straat durft te vertonen. Bert Wolters zal in zijn artikel meer vertellen over deze ziekte en de relatie ervan tot studenten.

Een van de trends onder studenten is altijd het reizen geweest. De wereld verkennen en andere culturen proeven is toch iets waar menig student geen nee tegen zegt. Toch zit er ook een andere kant aan. In vaak zuidelijke landen zijn ziekten die wij in ons kikkerlandje al lang de baas zijn nog steeds aan de orde van de dag. Zo ook rabiës, een gevaarlijke ziekte die snel behandeld moet worden en waarmee je makkelijk geïnfecteerd raakt door een beet. Jan van der Have schrijft hierover uit eigen ervaring in zijn artikel.

Het Foliolum kende het afgelopen seizoen de rubriek “RC on the Road”. Dit leek ons mooi om voort te zetten onder een andere naam. Met uitzondering van één felle tegenstander is deze rubriek omgedoopt tot “Kiekje buut’n Grunn”. Ons eerste uitstapje naar de luchthaven Schiphol was een succes. Daar bezochten we de nieuwe reizigersapotheek op Schiphol Plaza.

De studenten van P.S. zitten zelden stil, ook in de afgelopen maanden is er onderzoek gedaan naar uiteenlopende onder-werpen. Metta Pratt vertelt over haar bacheloronderzoek naar TRAIL, een belangrijk ligand betrokken bij het induceren van apoptose in tumoren. En Gertruud Haitsma doet verslag van haar masteronderzoek naar fibroseontwikkeling bij COPD patiënten. Tevens doet Nienke van Rein uit de doeken hoe het haar als student in het buitenland verging in Vietnam.

Uiteraard staan er in het P.S.-gedeelte verslagen van de activiteiten, zoals het Introductiekamp. Als je niet meer precies weet wat er allemaal gebeurd is, lees het hier nog eens terug! Verder komen de BBB, het Mediq Hockeytoernooi en de Introductiedag aan bod. Daarnaast zijn we met het bestuur van start gegaan met ons nieuwe commissiespel: “Ranking Foliolum“. Hier wil ik nog niet te veel over kwijt, maar hier zult u zeker meer over horen!

Als laatste is er nog de mogelijkheid onze nieuwe puzzel op te lossen: zoek de verschillen! Enkele moedige leden van onze commissie doen er niet moeilijk over om te poseren zodat de puzelpagina tot leven komt!

Rest mij nog om u ontzettend veel leesplezier toe te wensen

Namens de 24e redactiecommissie “Ex-libris“,

Thomas van der Woudeh.t. praeses

Ex-librisRedactiecommissie 2010-2011

Page 5: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

5

Geachte lezer,

Terwijl ik achter mijn computer werk aan mijn schrijfdebuut voor het Foliolum, zie ik een kleine zonnestraal door de wolken heen komen. Eindelijk! Want september stond vooral in het teken van veel, heel veel regen. Maar september is ook het begin van een nieuw collegejaar. We hebben de draad weer opgepakt en iedereen heeft weer plaatsgenomen in de col-legebanken. Voor Pharmaciae Sacrum is het collegejaar druk begonnen met een aantal mooie activiteiten. Zo hebben de twee P.S.-teams tijdens het Mediq hockeytoernooi zowel de eerste prijs als de poedelprijs binnen weten te halen, hebben we een zeer geslaagd Binnenlands Bedrijven Bezoek gehad en hebben we veel eerstejaars enthousiast kunnen maken voor P.S. tijdens de introductiedag en het introductieweekend.

Ook de nieuwe Redactiecommissie heeft niet stil gezeten de afgelopen tijd. Ze hebben hard gewerkt aan hun eerste nummer en een thema gekozen wat erg relevant is voor studenten en ook nog eens actueel is. Het afgelopen jaar werd de Groningse studentenwereld namelijk opgeschrikt door de bof. Studenten met opgezwollen speekselklieren verschuilden zich thuis op hun kamers om deze besmettelijke ziekte niet verder te verspreiden (en waarschijnlijk ook omdat het er niet zo charmant uit zag). Grote angst heerste onder de studenten of ze niet ook de bof zouden krijgen. Alle coassistenten van het UMCG moesten per direct gevaccineerd worden en ook tijdens de introductietijden van alle studentenverenigingen was er angst voor een epidemie. Gelukkig is deze achterwege gebleven en bleek de weerstand van de meeste studenten goed genoeg te zijn. Maar ook al zijn we jong en kunnen we best met een paar uurtjes slaap minder per dag, toch zijn er meer ‘studentenziektes’ dan de bof. In dit Foliolum kun je hier meer over lezen en daarnaast vind je ook een aantal oude vertrouwde rubrieken terug in deze editie. Vergeet in ieder geval niet de activiteitenlijst over te nemen je de agenda, want ik hoop dit jaar veel P.S.-ers te mogen begroeten op onze activiteiten!

Voor nu wens ik iedereen veel leesplezier toe!

Met vriendelijke groet,Namens het 129e bestuur der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”,

Gwenny Verstappenh.t. praeses

VerstappenPraeses der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum“

Page 6: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

6

InlEIdIng

Na jaren van afwezigheid in Nederland duikt de bof (pa-rotitis epidemica) weer op. Dit keer zijn het niet de on-gevaccineerde “bible-belt” bewoners die ziek worden maar de meestal goed gevaccineerde jonge studenten

EEn OudE zIEktE

Hippocrates beschreef reeds 400 voor Christus een uit-braak van bof op een Grieks Eiland, zie kader.Pas ruim 1900 jaar later werd het bof-virus, een RNA virus behorend tot de groep paromyxovirussen, als veroorzaker van de ziekte gevonden. In 1967 werd in Amerika een vaccin geïntroduceerd waar-door het aantal gerapporteerde bof-gevallen daalde van ruim 168.000 in 1968 tot 900 in 1995, een daling van 99%.Vóór de invoering van vaccinatie was bof een ziekte die vooral voorkwam bij kinderen van 5-10 jaar, in tegenstelling tot bijvoorbeeld mazelen en waterpokken, die juist jongere kinderen ziek maakten. In Nederland is bofvaccina-tie in 1987 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Hiervoor wordt het combinatievaccin BMR (bof-mazelen-rubella) gebruikt.

Wie hebben in principe BMR vaccinatie gehad (per 1/3/87 opgenomen in RVP, inhaalcampagne uitgevoerd, info van RIVM Noord):- geboren na 1/1/86: 2 maal BMR gehad (regulier RVP)- geboren na 1/1/83: 2 maal BMR gehad (inhaalcampagne)- geboren na 1/1/78 en vóór 1/1/83: 1 BMR gehad

Vóór 1987 werden in Nederland jaarlijks honderden patiënten met bof opgenomen in het ziekenhuis, de jaren erna slechts enkelen, in 1994 geen enkele meer.

Wat IS bOF OOk al WEEr?

Bof, parotitis epidemica, is een meestal onschuldige ont-steking van de oorspeekselklieren. Het bofvirus wordt via speekseldruppeltjes vooral bij hoesten en direct contact (kussen) overgedragen. Het virus infecteert de bovenste luchtwegen en vermeerdert zich in het luchtwegepitheel en de regionale lymfeklieren. Hierdoor kunnen klachten ontstaan door een bovenste luchtweginfectie. Daarna ver-plaatsen de virusdeeltjes zich via het bloed onder andere naar de oorspeekselklieren (glandula parotis) Daardoor kunnen, na meestal ruim 2 weken, lokaal ontstekingen ontstaan die leiden tot een zwelling van de speekselklier voor het oor.

Door de viraemie kunnen ook koorts, malaise en spier- en hoofdpijn optreden, vaak als enige klacht. Ongeveer een derde van de bofinfecties verloopt geheel zonder klachten. Meestal zijn de klachten na 1 week weer verdwenen. Bij kinderen van 3-7 jaar wordt als complicatie meningitis (met een gunstige prognose) gezien. Bij bof-infecties na de puberteit kan een, meestal eenzij-dige, ontsteking van de zaad- en bijbal (epididymo-orchitis) optreden. Zelden kan dit, incidenteel bij ontsteking aan beide kanten, leiden tot vruchtbaarheidsstoornissen. De patiënt met bof kan op zijn/haar beurt het virus weer op anderen overdragen vanaf 2 dagen vóór tot 5 dagen na het ontstaan van de speekselklierzwelling.Zwelling van de oorspeekselklier kan meerdere oorza-ken hebben, zoals infecties met (para)influenzavirus,

Swellings appeared about the ears, in many on either side, and in the greatest number on both sides, being unaccompanied by fever so as not to confine the patient to bed; in all cases they disappeared without giving trouble, neither did any of them come to suppuration, as is common in swellings from other causes. They were of a lax, large, diffused character, without inflamma-tion or pain, and they went away without any critical sign. They seized children, adults, and mostly those who were engaged in the exercises of the palestra and gymnasium, but seldom attacked women. Many had dry coughs without expectoration, and accompanied with hoarseness of voice. In some instances earlier, and in others later, inflammations with pain seized sometimes one of the testicles, and sometimes both; some of these cases were accompanied with fever and some not; the greater part of these were attended with much suffering. In other respects they were free of disease, so as not to require medical assistance.Uit “Of the Epidemics, Hippocrates, 400BC, vertaling

Francis Adams

Hippocrates, A History of Medicine in Pictures,

Robert Thom, University of Michigan

Bof en Studenten Bert WoltersArts maatschappij en gezondheid, infectieziektebestrijding

Page 7: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

Studentenziekten

7

coxsackievirus of een obstructie van de speekselbuis. Om deze reden kan de diagnose bof nooit zonder laboratorium- onderzoek gesteld worden. Bij de recente uitbraak onder studenten is gebleken dat het afnemen van wangslijm met een wattenstaaf in de eerste dagen na het begin van de klachten een goede manier is om het virus middels kweek of PCR aan te tonen. Bloedonderzoek is minder ge-schikt omdat dan de afweerstoffen die zijn ontstaan na de vaccinatie in het verleden, worden aangetoond; dit zegt dan weinig over de recente infectie.

uItbrakEn In nEdErland

Omdat in Nederland de vaccinatiegraad tegen bof hoog is (tot > 97%), komt bof in grote delen van het land niet meer frequent voor. Alleen vanuit de groep on(volledig) ge- vaccineerden werden de afgelopen jaren incidenteel bofmeldingen gedaan. In figuur 1 is te zien dat de vaccinatie-graad in de Nederlandse ‘bible belt’, waar mensen zich om religieuze redenen niet altijd laten vaccineren, relatief laag is. In 2007/2008 verspreidde bof zich vooral onder deze groep minder goed gevaccineerden (zie figuur 2); in tegenstelling tot de huidige groep bof-patiënten die voor het grootste deel de volledige vaccinatieserie heeft gehad, was toen 75% niet gevaccineerd.

Eerder, in 2004 was er een uitbraak van bof onder studenten van de Hotelschool in Den Haag en Amsterdam. Deze patiënten waren in het algemeen wél goed gevaccineerd.

bOF-uItbraak OndEr StudEntEn

In december 2009 werd bij een aantal studenten in Delft en kort daarop Leiden, de ziekte bof vastgesteld. Al

snel werden ook studenten in Utrecht, Amsterdam, Den Haag, Leeuwarden en Groningen gemeld. Inmiddels zijn er tot begin september dit jaar landelijk 340 patiënten met bof gemeld, waarvan het merendeel student is. Omdat veel bof-infecties asymptomatisch verlopen en veel bof-patiënten waarschijnlijk niet naar de huisarts gaan omdat de klachten niet ernstig zijn, is het werkelijke aantal besmettingen waarschijnlijk vele malen groter.

In de stad Groningen werden 42 patiënten met bof gemeld. Bij alle patiënten was de diagnose gesteld op grond van klinisch beeld in combinatie met laboratoriumonderzoek. 80% van deze patiënten was volledig gevaccineerd tegen

bof. Van de patiënten waren 36 student of hadden, door bijvoorbeeld werk, nauw contact met studenten. Het merendeel van de studenten bleek een universitaire opleiding te volgen. Bij 4 patiënten ontstond als compli-

bron: http://news.bbc.co.uk/2/hi/health/7991513.stm

Fig.1. BMR vaccinatiegraad 2009 Fig.2. Bofmeldingen 2008

Page 8: Foliolum Oktober 2010

Studentenziekten

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

8

catie een onsteking van de zaadbal, niemand werd in het ziekenhuis opgenomen.

WaarOm bOF na VaccInatIE?

De vraag is natuurlijk: waarom krijgen zoveel mensen bof als ze al als kind al op de leeftijd van 14 maanden en 9 jaar zijn gevaccineerd? Opvallend aan de huidige uitbraak van bof is dat deze vooral jongeren van rond de 23 jaar treft. Deze jongeren behoorden tot de eerste groep kinderen die indertijd (1987) de bof-vaccinatie kregen aangeboden. We weten uit onderzoek dat direct na vaccinatie op 4- en 9 jarige leeftijd een goede afweerrespons optreedt; er is dus geen sprake van “primair vaccinfalen”. Er zijn weliswaar verschillende soorten gentyperingen van het bofvirus, maar het in Nederland gebruikte Jeryl Lynn vaccin lijkt grootschalige verspreiding van alle types die in Nederland hebben gecirculeerd, te voorkomen.Het is mogelijk dat na vele jaren de immuunrespons na vaccinatie iets afneemt (“waning immunity”) omdat “na-tuurlijke boostering” door een circulerend bofvirus niet meer voorkomt (“secundair vaccinfalen”). Hierdoor kun-nen na een jaar of 15 de gevaccineerden weer “gevoelig” worden voor een bofinfectie. Waarschijnlijk treden bij infectie van gevaccineerden wel minder complicaties op dan bij ongevaccineerden.Wat verder opvalt is dat de uitbraak zich beperkt tot de groep studerende jongeren. Het lijkt er zelfs op dat uni-versitaire studenten vaker bof krijgen dan HBO-ers. Deze voorkeur voor studenten heeft mogelijk te maken met de wijze van samenzijn van studenten. Veel bofpatiënten lijken een studentenvereniging als gezamelijke factor te hebben; afgesloten ruimtes met veel mensen, die onder-ling intensieve contacten met elkaar hebben zijn voor het bofvirus ideale omstandigheden om zich massaal te verspreiden. Het relatief kortdurende en minder nauw contact van studenten met bijvoorbeeld hun familie tijdens weekenden en de cassiere bij de supermarkt lijken onvol-doende te zijn om het virus massaal over te dragen naar de wereld buiten het studentenleven.

IS VErdErE VErSPrEIdIng tE bEPErkEn?

De hoge vaccinatiegraad in Nederland maakt een grootse verspreiding onder de algemene bevolking niet waar- schijnlijk.Studenten die geen of slechts één vaccinatie hebben gehad, worden geadviseerd zich alsnog volledig te laten vaccineren. In veel studentensteden bieden GGD’en vac-cinatie aan deze groep aan. In Groningen hebben zich enkele tientallen studenten zich bij de GGD gemeld voor vaccinatie. Enkele Academische Ziekenhuizen waaronder het UMCG hebben besloten om coassistenten vaccinatie aan te bieden om circulatie binnen het ziekenhuis en versprei-ding naar opgenomen patiënten te voorkomen.Naar aanleiding van een langdurige uitbraak onder jongeren in New York is daar een 3e vaccinatie tegen bof ingevoerd. Omdat echter nog niet duidelijk is wat de voor- en nadelen van deze 3e booster-vaccinatie zijn, wordt dit beleid in Nederland niet gehanteerd.Omdat een bofpatiënt het virus al verspreidt vóórdat er klachten optreden én het virus zich heel snel kan versprei- den, hebben uitgebreide maatregelen zoals het afgelasten van evenementen of weren van bofpatiënten geen zin.

rEFErEntIES:

- RIVM richtlijn Bof, http://www.rivm.nl/cib/infectieziekten-A-Z/infectieziek-ten/Parotitis_epidemica/index.jsp- website GGD Groningen, www.ggd.groningen.nl- Handboek vaccinaties, 2007, R. Burgmeijer ea- Ongoing mumps outbreak in a student popu-lation with high vaccination coverage, Netherlands, 2010; http://www.eurosurveillance.org/ViewArticle.aspx?ArticleId=19554- Increased mumps incidence in the Nether-lands: review on the possible role of vaccine strain and genotype; http://www.eurosurveillance.org/ViewArticle.aspx?ArticleId=18914- Mumps in a community with low vaccination cov-erage in the Netherlands; http://www.eurosurveillance.org/ViewArticle.aspx?ArticleId=18901 - Bof, wat weten we er nog van? http://www.rivm.nl/infectieziektenbulletin/bul124/bof.html

Bert Wolters, arts maatschappij en gezondheid, infectieziektebestrijding.Afgestudeerd in 1989 aan de medische faculteit Groningen. Na een aantal jaren als militair arts gewerkt te hebben, sedert begin jaren ’90 werkzaam bij de GGD Groningen. Opgeleid als arts Maatschappij & Gezondheid (voorheen “sociaal geneeskundige”), arts infectieziektebestrij-ding

en forensische geneeskundige.

Page 9: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

9

Om te beginnen zal ik mezelf introduceren. Mijn naam is Jan van der Have en ik ben nu 28 jaar werkzaam op het ter-rein van de infectieziekten, waarvan 10 jaar in Afrika. Daar heb ik zelf ook ervaringen met rabiës gehad, waarover ik aan het slot van het artikel zal vertellen.

Mijn huidige baan is regionaal arts-consulent infectieziek-ten, een brugfunctie tussen RIVM-CIb en GGD. Daarbij stimuleer ik vooral onderzoek op het gebied van infectieziekten in de regio Noord (Groningen-Friesland-Drenthe), waarbij behalve de GGD’en ook de infectieziekte- labs en andere ketenpartners in de regio betrokken zijn.

VOOrgESchIEdEnIS En huIdIgE rabIëS SItuatIE

De letterlijke ver-taling van rabiës is woede/ra-zernij. Als je het hebt over honds-dolheid zeg je rabiës canina. Over de ziekte is in de ons be-kende geschie-denis al in 2300 voor Christus geschreven. Cel-sus beschreef in 100 na Christus angst voor wa-ter na honden-beten. In 1885

ontwikkelde Pasteur een vaccin. Nog steeds is deze zoönose in ontwikkelingslanden een volksgezond-heidsprobleem vanwege grote aantallen sterfgevallen na beten door geïnfecteerde honden en andere geïn-fecteerde zoogdieren. Volgens de WHO sterven jaarlijks naar schatting 75.000 mensen aan rabies, 50.000 in Azië en 25.000 in Afrika, en krijgen wereldwijd circa 10 miljoen mensen postexpositieprofylaxe. In Nederland vormen hoofdzakelijk vleermuizen het reservoir. Blootstelling in Nederland is theoretisch ook mogelijk via geïmporteerde (huis)dieren, insleep door vossen en eventueel andere in het wild levende dieren.

hOE WOrd JE bESmEt ?

Na een beet van een (geïnfecteerd) dier of de verzorging van een persoon met rabiës kan het virus met het speek-sel van de bron terechtkomen in het onderhuidse weefsel of in de spieren. Het virus vermeerdert zich daarna in de

spiercellen en als de concentratie hoog genoeg is, dringt het virus het zenuwstelsel binnen. Na dagen tot weken bereikt het virus de tastlichaampjes of motorische eind-plaatjes. Van daaruit verplaatst het zich via de zenuw-banen naar het centrale zenuwstelsel. In de neuronen (cellichamen) vermeerdert het virus zich, waarna verdere verspreiding plaats vindt via de zenuwbanen. Er vindt geen verspreiding van het virus plaats via de bloedbaan.

hOE lang duurt hEt VOOr EEn bESmEt PErSOOn zIEk WOrdt ?

De incubatieperiode bij de mens is meestal 20 tot 60 dagen, met een spreiding van 5 dagen tot 1 jaar of langer. De incubatietijd is sterk afhankelijk van de locatie van de beet. Dat wil zeggen: hoe dichter de beet bij het centrale zenuwstelsel zit, des te korter is de incubatietijd. Ook de aard van de beet, de diersoort die de beet heeft toe- gebracht en de hoeveelheid virus (het inoculum) zijn medebepalend voor de incubatietijd.

Wat zIJn dE zIEktEVErSchIJnSElEn ?

Rabiës kan op basis van de klinische symptomen in 2 typen worden ingedeeld: rabies furiosa (80%) en rabies paralytica (20%). Patiënten met de eerste vorm vertonen symptomen van hyperactiviteit en krampen, terwijl bij paralytische rabiës een progressieve slappe verlamming optreedt.In de eerste fase van de ziekte kunnen niet-specifieke symptomen optreden, zoals rillingen, koorts, malaise, misselijkheid, braken en hoofdpijn. Als er inderdaad sprake van rabiës is, dan is de prognose zeer slecht. In de volgende – neurologische – fase doen zich symptomen voor, zoals hyperactiviteit, nekstijfheid, convulsies en paralyse. Door een combinatie van speekselvloed en angst

om te slikken en vanwege het spierspasme dat hiermee wordt uitgelokt, kan schuim om de mond worden gevormd. Uiteindelijk raakt de patiënt in coma. Er zijn wereldwijd maar 7 personen met symptomen van rabiës beschreven

RabiësNog steeds een wereldwijd probleem

Jan van der HaveRegionaal arts-consultent infectieziekten - regio Noord

Page 10: Foliolum Oktober 2010

Studentenziekten

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

10

die de ziekte overleefd hebben. Deze mensen waren wel gevaccineerd, maar onvolledig.

hOE kan JE hEt VOOrkOmEn En Wat kan Er na EEn bEEt WOrdEn gEdaan ?

Als je een risico op rabiës besmetting loopt of gaat lopen, kan je je er tegen laten vaccineren. Dat gebeurt in Neder-land vrijwel alleen als je rond gaat reizen in landen waar rabiës een risico is. Dan heb je het over reizen langer dan een paar weken in India, Zuid-Oost Azië en Afrika. De vaccinatie bestaat uit 3 vaccins op dag 0, 7, 21-28.Na een beet met een verdacht dier worden er 2 dingen gedaan: via de Voedsel en Waren Autoriteit wordt onder-zocht of het bijtende dier (in Nederland bijna altijd een vleermuis) rabiës heeft of niet. Daarvoor moet het beest worden doodgemaakt en met spoed in het laboratorium in Lelystad worden onderzocht.Voor de gebeten mens geldt dat de behandeling afhanke-lijk is van de ernst van de beet. Bij een niet tegen rabiës ge-vaccineerd persoon – en dan heb je het in Nederland over bijna iedereen – wordt bij een beet door de huid heen in een spier binnen 24 uur Immuunglobuline (MARIG) rond de wond gespoten. Dat heeft directe bescherming als effect. Daarnaast wordt er tegelijkertijd een rabiës vaccinschema gestart op dag 0, 3, 7, 14 en 28. Dan gaat het gelukkig altijd goed.De MARIG en rabiësvaccin wordt dag en nacht geleverd door het NVI (Nederlands Vaccin Instituut) en wordt bijna altijd via een apotheek ter plekke afgeleverd. Dat heeft als voordeel dat de declaratie van dit kostbare product (€ 1000,-) bij de ziektekosten verzekeraar voor de gebeten persoon geen problemen oplevert.

mIJn EIgEn ErVarIngEn mEt rabIëS In aFrIka

In mijn eerste tropenbaan als district ziekenhuisarts in Kaoma – Zambia, kwam het zo’n 3 x per jaar voor dat er een hondsdolle hond werd gemeld. Dat kwam dan bij mij terecht en ik moest de politie inschakelen om het beest op te sporen en af te schieten. Dat lukte eigenlijk al-tijd. Het probleem voor mensen die werden gebeten was dat het rabiës vaccin maar zelden op voorraad was – de hoge kosten waren de voornaamste belemmering. Dat

betekende dus in een aantal gevallen een doodvonnis voor de mensen die waren gebeten.Zelf was ik in Nederland al tegen rabiës ingeënt, maar de kleine kinderen van mijn nederlandse collega arts niet. Die werden gebeten door een wild geworden hond van een van de Afrikaanse buren. Deze teef had ook nog een nestje en die werden allen direct afgemaakt. Toen ontstond er paniek, want er was op dat moment geen rabiësvaccin in het district beschikbaar. Bovendien gebeurde het op een zaterdagmiddag om 2 uur, dus ik heb de dienstdoende nederlandse ambassade medewerker gebeld, met het verzoek om het vaccin + immuunglobuline met spoed in Zuid Afrika te bestellen. De levering in de hoofdstad Lusaka ging 10 uur duren. Omdat het van Kaoma naar Lusaka 400 kilometer rijden met de auto was, waar je 5 uur over deed, werd er om 7 uur ’s avonds een auto om het vaccin mee op te halen naar Lusaka gestuurd. Deze auto nam ook gelijk de dode hond mee voor onderzoek in Lusaka.De auto reed met het vaccin om 2 uur ’s nachts weg uit Lusa-ka en was voor 8 uur ’s ochtends terug in Kaoma. Dat bete-kende dat we op tijd waren met het vaccin. Dat was maar goed ook, want maandagmiddag kwam het telefoontje van het lab in Lusaka dat de onderzochte hond rabiës onder de leden had. Gelukkig is het goed afgelopen.Ik hoop dat de lezer nu een duidelijker beeld gekregen heeft van rabiës. Het is een ziekte die dus nog lang niet de wereld uit is.

Page 11: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

11

Op een zonnige maandagochtend in oktober gingen we, voor de eerste keer dit jaar, op pad om een farma-ceutische instelling te bezoeken. In onze komende 5 edities zullen wij steeds een nieuwe instelling belichten. Deze keer hebben we gekozen voor de reizigers- apotheek die gevestigd is op Schiphol. Deze apotheek is opgericht in april 2009 op verzoek van Schiphol zelf. Apo-theker Wilko Geesink is deze uitdaging aangegaan en werkt nu hard om naamsbekendheid te krijgen.

Het idee achter de apotheek is om medewerkers van Schiphol en reizigers van geneesmiddelen te voorzien, aangezien het meeste personeel van Schiphol van 8 tot 18 uur aanwezig is en dus eigenlijk geen tijd heeft om naar een apotheek buiten de luchthaven te gaan. Ook de stewards en stewardessen hebben onregelmatige werktijden. Ze zijn soms dagen van huis en overnachten vaak ook nog eens in verre oorden. Voor hen zou het na-tuurlijk aantrekkelijk zijn om even snel hun medicatie op te kunnen halen bij de apotheek op Schiphol. Aangezien de apotheek geopend is van 7.30 tot 22.00 uur, is er een oplossing bedacht voor mensen die buiten de open-ings-tijden hun medicatie nodig hebben. Hiervoor zijn kluisjes beschikbaar. De apotheker stopt hier de medicatie in en de patiënt krijgt een sms met een code om zijn of haar kluis te openen.

De mogelijkheden van de apotheek zijn legio: er zijn 60.000 mensen werkzaam op Schiphol en er lopen 100.000 mensen per dag door de vertrek- en aankomsthallen. Toch valt de werkdruk op het moment wel mee, omdat de apotheek slechts 1,5 jaar bestaat en nog niet echte naamsbekendheid

heeft gekregen. Dhr. Geesink is momenteel dan ook zeer druk om een ‘roadtrip’ te maken langs alle grote bedrijven die gevestigd zijn op Schiphol en kantoren gelegen bij Schiphol. De apotheek heeft onlangs ook een plek op de website van Schiphol gekregen en probeert nu ook op de wegwijzerbordjes te komen.

Het assortiment van de apotheek bestaat voornamelijk uit cosmetica, tropenmiddelen, voedingssupplementen, zelfzorgmiddelen en geneesmiddelen.Recepten worden nauwelijks verwerkt (slechts 6 per dag), maar ook aan dat aantal wordt gewerkt. Tot nu toe wordt de grootste omzet (50 procent) gemaakt met de verkoop van cosmetica. Andere veelvoorkomende uitgiften be-treffen medicatie voor urineweginfecties, slaaptabletten, muskietennetten, trombosekousen en reis- en tropen- zorg medicijnen. Schiphol heeft een groot belang bij de verkoop van de zelfzorgmiddelen omdat 10 à 15% aan hen moet worden afgestaan. Doordat apotheker Geesink een bepaald percentage aan Schiphol betaalt, helpt Schiphol ook hard mee om de apotheek van de grond te krijgen.

Aangezien de apotheek vrij beperkt is in ruimte, 47 m2, haalt Geesink zijn voorraad voornamelijk uit zijn hoofd-apotheek in Hoofddorp. De apotheek in Hoofddorp wordt gerund door zijn vrouw en dochter, die ook apotheker zijn. Deze apotheek is aangesloten bij de Kring-groep. Geesink rijdt ontzettend veel met de auto om geneesmid-delen bij de patiënten af te leveren: zo heeft hij eens in een weekend 500 km gereden tussen Hoofddorp, Schiphol en zijn woonplaats Badhoevedorp, allemaal om de patiënt tevreden te stellen. Door veel voor ze over te hebben, hoopt hij goede zorg te leveren en zo een vast klanten- bestand op te bouwen. Het huidige klantenbestand bedraagt nu nog slechts 60 patiënten. Als reizigers of medewer- kers nu bij de apotheek komen is het vooral veel zoek- en belwerk voor geneesmiddelinteractie, zodat er wel een goede medicatiebewaking gehanteerd blijft. Communicatie met de patiënt is essentieel om te achterhalen welke medi-catie de patiënt op dit moment gebruikt. Sommige klanten weten zelf heel duidelijk wat ze nodig hebben, zij krijgen dit dan ook zonder veel moeite mee. Moeilijkheden kun-nen ontstaan doordat er veel internationale mensen langs komen die slecht Engels spreken en toch een medicijn nodig hebben. Hierbij is doorvragen erg belangrijk. Het kan daarbij ook voorkomen dat er besloten wordt dat er geen medicijn wordt afgegeven.

Als er iemand langs komt, die bijvoorbeeld buik-klachten heeft, probeert Geesink al vragen stellend er achter te komen wat ze nodig hebben. Vertrouwt hij de boel niet, dan neemt hij vaak contact op met een

Kiekje buut’n GrunnApotheek Schiphol Plaza

Geert van der Werf, Jeroen Schouten & Merlijn van Leent

Page 12: Foliolum Oktober 2010

Studentenziekten

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

12

dienstdoende hotelarts en overlegt over wat voor een medicatie hij kan voorschrijven.

Waar je als apotheker op Schiphol ook goed aan moet den-ken, is de invoeringswet van vloeistoffen. Je moet goed inspelen op de vervoersregels van geneesmiddelen in het vliegtuig: ze verkopen de welbekende zakjes, waarin de medicijnen wel mee in het vliegtuig mogen. Ook hebben ze flesjes van 100 mL, zodat een drankje van 200 mL verdeeld kan worden en dus ook het vliegtuig in mag.

Het interessante van het werk is dat er iedere dag wel iets aparts te beleven is. Zo kan het gebeuren dat je de ene dag de Olympische ploeg langs ziet komen in de gangen, en de andere dag allemaal Engelse studenten die hun bachelorparty komen vieren en daarvoor de benodigdheden (lees: ibuprofen en condooms) moeten hebben. Ook komen er mensen langs die zeggen dat ze insuline nodig hebben, maar uiteindelijk voor de spuiten komen. Kortom, geen enkele dag is hetzelfde!

Wilko Geesink (63) behaalde zijn farmaciediploma in 1974 te Amsterdam, waarna hij zijn loopbaan als openbaar apotheker begon in Amsterdam. Vervol-gens werd hij in 1983 gevraagd als Farmaceutisch Adviseur/Secretaris CMPC bij de Ziekenfondsraad (nu CVZ). Na vijf jaar werd hij Director External & Internal Communication, Public Affairs, Pricing en Trade Re-lations bij MSD. Geesink werd in 1993 directeur van Nefarma. Sinds januari 1997 is hij eigenaar en directeur van Geesink Advies, een adviesbureau in de Gezondheidszorg en Farmaceutische Markt. In april 2009 heeft hij op Schiphol zijn eigen apotheek opgezet.

Page 13: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

Studentenziekten

13

Investeren In een betere kwalIteIt van leven

Where patients come firstPostbus 581, 2003 PC Haarlem telefoon: 023 - 515 31 53 Fax: 023 - 514 80 00

voor meer informatie: www.msd.nl

Passie voor innovatie. Omdat een nieuw medicijn

het verschil kan maken in het leven van een

patiënt. Dat is al meer dan 100 jaar de drijfveer

van MSD. Met als resultaat een indrukwekkende

reeks van medicijnen en vaccins.

Ons werk is nooit af. Omdat innovatie niet stopt.

En omdat we iedere dag werken aan programma’s

om onze medicijnen overal ter wereld bij de

mensen te krijgen die ze nodig hebben.

Het resultaat van jaren succesvol onderzoek:

Baanbrekende medicijnen tegen HIV/AIDS, astma, hart- en vaatziekten en diabetes

Het eerste vaccin tegen de belangrijkste verwekkers van baarmoederhalskanker

Effectieve bestrijding van rivierblindheid in Afrika en Latijns-Amerika

Toekomstige nieuwe medicijnen voor de behandeling van kanker en alzheimer

MSD_CorpAdv_A4_'08.indd 1 11-05-2009 09:52:54

Page 14: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

14

Actueel Lisanne Geers, Geert van der Werf & Thomas van der Woude

aantal FarmacIEStudEntEn grOnIngEn daalt

Begin dit jaar waren 2.439 studenten aan de drie farmaceutische oplei-dingen ingeschreven, waarvan 769 in Groningen. Dit zijn 45 studenten minder dan het jaar ervoor: een afname van 5%.Sinds enkele jaren studeren er meer vrouwen dan mannen farmacie. In 2009 was 60% van de studenten vrouw, net als het jaar daarvoor. In 2008 studeerden 130 apothekers af aan de farmaceutische faculteiten in Groningen en Utrecht. In 2009 is dit aantal verder toegenomen tot 142. Deze stijging kan worden verklaard door de na 2003 alsmaar toe-nemende populariteit van de opleiding.

Bron: Pharmaceutisch Weekblad 33/34, jaargang 145, pagina 11

tarIEF rEcEPtrEgEl aPOthEkErS daalt

Het minesterie van VWS en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) maken werk van hun saneringsplannen: binnen enkele jaren verdwijnen 300 tot 400 apotheken. Het gerucht gaat dat het NZa binnen afzienbare tijd be- kend zal maken dat het het tarief voor apothekers in 2011 met 11% zal verlagen. Dit houdt dat de apotheker 80 eurocent tot 90 eurocent per receptregel zal inleveren. Met deze tariefsverlaging zullen er apotheken kopjeonder gaan. Bron: Pharmaceutisch Weekblad 42, jaargang 145, pagina 3

aPOthEEk.nl IS gEnOmInEErd VOOr WEbSItE Van hEt Jaar

De website apotheek.nl is genomineerd voor de website van het jaar in de categorie gezondheid & welzijn. De site is samengesteld door apothekers en biedt betrouwbare informatie over medicijnen. Verder geeft het een overzicht van praktisch alle medicijnen in Nederland. Ook zijn er filmpjes te vinden over medicijntoedieningen. De gegevens van alle apotheken in Nederland zijn er te vinden en er kunnen vragen gesteld worden aan de apothekers. Stemmen kan op www.websitevanhetjaar.nl

aPOthErkErSaSSIStEnt SlEcht VOOrbErEId OP PraktIJk zElFzOrg

Bijna 65% van de apothekers is ontevreden over wat apothekersassistenten weten van zelfzorg als zij van de opleiding komen, zo blijkt uit een enquête van het Pharmaceutisch Weekblad. Van de 113 gevraagde openbaar apothekers vindt 50% de kennis die net af-gestudeerde assistenten hebben van zelfzorg matig. 12,3% geeft zelfs een onvoldoende. Dit is een zorgelijke ontwikkeling aangezien een overgrote meerderheid van de apothe-kers aangeeft dat zelfzorg belangrijk tot heel belangrijk is voor de apotheek en dat het belang van zelfzorg in de omzet van de apotheek de komende jaren zal toenemen. Apo-thekers blijken in de praktijk de gebrekkige kennis van zelfzorg vooral zelf op te lossen.

brOn: PharmacEutISch WEEkblad 36, Jaargang 145, Pag. 6-7

Page 15: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

Studentenziekten

15

crISIS maakt aPOthEkEr klantgErIchtEr

Apothekers zijn door de financiële problemen commerciëler en klantge-richter gaan werken. Maar door de toegenomen werkdruk zijn apo- thekersassisenten steeds ontevredener. Dat zegt de arbeidsmarkt- monitor van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken (SBA). De omzetgroei van apothekers loopt fors achter op de groei van het aantal recepten dat ze afleveren. Volgens 95% van de apothekers die kampen met een omzet daling, is het preferentiebeleid daarvan de oorzaak. Gevolg hiervan is dat apothekers steeds meer onderling concurentie ervaren. Ze spelen hierop in door de apotheek steeds meer te profileren als een onderneming die gericht is op begeleiding en advies.

mEEr VErgIFtIgIngEn mEt ParacEtamOl

De vrije verkoop van paracetamol is gestegen en parallel hieraan steeg het percentage vergiftigingen door dit middel. Dit is één van de conclusies uit de ‘Evaluatie Zelfzorgge-neesmiddelen’ van onderzoekinstituut Nivel. Of de stijging van deze vergiftigingen ook daadwerkelijk komt door de hogere omzet van paracetamol na invoering van de Genees-middelenwet in 2007 is nog de vraag. Uit het onderzoek wordt geconcludeerd dat apothek-ers en drogisten en consumenten nog actiever moeten voorlichten. Consumenten blijken risico’s van de zelfzorggeneesmiddelen niet altijd goed in te schatten. Bron: Pharmaceutisch Weekblad 42, jaargang 145, pag. 7

nEdErlandErS gEVEn mIndEr uIt aan gEnEESmIddElEn dan andErE WESt-EurOPESE landEn

In 2008 werd per Nederlander gemiddeld 335 euro aan geneesmiddelen besteed. Dit bedrag ligt 17% onder het West-Europese gemiddelde van 403 euro. Door het preferentiebeleid zijn de prijzen van generieke geneesmiddelen in ons land dras-tisch gedaald. Dit heeft ertoe geleid dat de uitgaven per hoofd van de bevolking niet verder zijn opgelopen. Het verschil in geneesmiddelconsumptie is deels ver-klaarbaar door de vergrijzing. In Nederland is 14,8% van de bevolking 65 jaar en ouder. In Frankrijk, België en Duitsland ligt het aandeel 65-plussers met respec-tievelijk 16,5%, 17,1% en 20,1% een stuk hoger. Een persoon van 65 jaar en ouder gebruikt in ons land driemaal zo veel geneesmiddelen als gemiddeld. Bron: Pharmaceutisch Weekblad 35, jaargang 145, pag. 11

JOngE mOEdErS maSSaal VOOr adVIES naar dE aPOthEEk

Bijna driekwart van de jonge moeders gaat voor advies over kinder-kwaaltjes naar de apotheek. Dat blijkt uit onderzoek van de website voor moeders ‘Volgens Mama’ en geneesmiddelenproducent VSM. De onderzoekers benaderden tweeduizend jonge moeders met één of meer kinderen van 0 tot 4 jaar. Ook de drogist en internet blijken voor 54% een sterke adviesfunctie te hebben. Ruim 75% van de respondenten geeft aan bij vaak voorkomende kinderkwaaltjes als darmkampjes en doorkomende tandjes te kiezen voor homeo-pathische middelen.Bron: Pharmaceutisch Weekblad 38, jaargang 145, pag. 8

kabInEt OngunStIg

De meerderheid van de Nederlandse apothekers is niet positief gestemd over de invloed die het nieuwe kabinet zal hebben op de farmacie. Volgens de poll op pw.nl is 60% van de bezoekers het oneens met de stelling: “Het nieuwe kabinet is goed voor de farmacie“. Bron: Pharmaceutisch Weekblad 42, jaargang 145, pagina 7

Page 16: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

16

mevr. S.B.W. AlbertsFarmacotherapie & Farmaceutische patiëntenzorg

mevr. W-P. ChooFarmacotherapie & Farmaceutische patiëntenzorg

dhr P.M. DantumaFarmacotherapie & Farmaceutische patiëntenzorg

mevr. L.H.J.M. EngelbertinkMoleculaire Farmacologie

mevr. M. GoosensFarmacotherapie & Farmaceutische patiëntenzorg

dhr M.J.T. HesselsFarmaceutische Technologie & Biofarmacie

mevr. N.G.L. JagerFarmacotherapie & Farmaceutische patiëntenzorg

mevr. L. de JongeFarmaco-epidemiologie & Farmaco-economie

mevr. A.W. KassiesAnalytische Biochemie

mevr. L.E.M. KistemakerMoleculaire Farmacologie

mevr. M.A. KuijvenhovenFarmacotherapie & Farmaceutische patiëntenzorg

mevr. H.M. KwintMoleculaire Farmacologie

mevr. A.M.A. LangenburgFarmacotherapie & Farmaceutische patiëntenzorg

mevr. A.J. LexmondFarmaceutische Technologie en Biofarmacie

dhr. J.M. MoeskerFarmaceutische Biologie

mevr. J.E. NanningaMoleculaire Farmacologie

mevr. H. PanFarmacokinetiek, Toxicologie & Targeting

dhr A. PehliMoleculaire Farmacologie

dhr J.B. PoolmanFarmaco-epidemiologie & Farmaco-economie

mevr. A.D. PrangerAnalytische Biochemie

mevr. E. RakicFarmaceutische Genmodulatie

dhr J.J. SchipperFarmacotherapie & Farmaceutische patiëntenzorg

dhr W.A. VelemaFarmaceutische Analyse

Afgestudeerden Augustus & September

De afgelopen periode zijn de volgende leden van Pharmaciae Sacrum afgestudeerd:

Gefeliciteerd met het behalen van jullie bul!

Page 17: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

17

Promotie: mw. U. Dijkman, 13.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Inhibition of ynurenine aminotransferase. A potential new drug target for the treatment of schizophreniaPromotor(s): prof.dr. B.H.C. Westerink Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Potentiële nieuwe geneesmiddelenbenadering van schizofrenie

Bij patiënten met schizofrenie zijn verhoogde concentraties van kynureninezuur (KYNA) aangetroffen. Hoewel het nog niet duidelijk is of de verhoogde spiegels oorzaak of gevolg zijn van de symptomen van schizofrenie, trachtte Ulrike Dijkman via routes met bepaalde enzymremmers de fysiologische consequenties van verhoging en verlaging van KYNA verder in kaart te brengen.

De ’kynurenine pathway’ in het lichaam is verantwoordelijk voor de afbraak van tryptofaan. Kynurenine (KYN) is daarbij de belangrijkste intermediair. Kynurenine wordt omgezet in kynureninezuur door het enzym kynurenine aminotrans- ferase (KAT). KYN kan ook omgezet worden in anthranilzuur (AA) en 3-hydroxykynurenine (3-OH-KYN) door respectievelijk kynureninase (KYNase) en kynurenine mono-oxygenase (KMO).

Een directe manier om concentraties van KYNA te verlagen is het remmen van het biosynthetisch enzym KAT. Er moet echter naar gestreefd worden dat de aanmaak van AA en 3-OH-KYN niet geremd wordt. Hierdoor zou een verhoogde hoeveelheid KYN beschikbaar zijn, waardoor juist meer KYNA aangemaakt kan worden.

Dijkman beschrijft in haar proefschrift de synthese en biologische evaluatie van een serie KYN-analogen. De analo-gen hebben een bicyclische kern, waardoor de structuur van KYN in een rigide systeem is gevat. Evaluatie van deze structuren en enkele flexibele KYN-analogen in enzymassays voor KAT, KYNase en KMO leidde tot interessante informatie met betrekking tot verschuiving van selectiviteitsprofielen.

Bovendien is Dijkman erin geslaagd de karakterisering van KAT te beschrijven. Zij bestudeerde de evolutionaire positie van dit enzym binnen de groep van vitamine B6-afhankelijke enzymen en de substraatbindingsplaats van KAT in detail. Daarmee ontwikkelde zij een betere kennis van het enzym, die belangrijk is bij het rationeel ontwerp van farmacologisch actieve verbindingen.

Ulrike Dijkman (Duitsland, 1979) studeerde farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen en deed haar promotieonder-zoek bij de afdeling Farmacochemie. Het onderzoeksbudget werd aangevuld met een toelage van het Karolinska Institutet in Stockholm. Inmiddels werkt zij als onderzoeker bij Brains On-Line b.v. te Groningen.

Promotie: mw. A.R. Rydén, 11.00 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Identification, characterisation and expression of early biosynthetic genes from Artemisia annua for the heterologous biosynthesis of dihydroartemisinic acid as a first step towards artemisinin productionPromotor(s): prof.dr. O. Kayser, prof.dr. W.J. Quax Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Gist overtreft productie antimalariamedicijn door eenjarige alsem

Anna-Margareta Rydén beschrijft in haar proefschrift de identificatie van genen in de eenjarige alsem (Artemisia annua) die betrokken zijn bij de biosynthese van het antimalariamiddel artemisinine. Ook beschrijft zij de mogelijkheid om deze genen tot heterologe expressie te brengen in de gist Saccharomyces cerevisiae.

A. annua is een plant die wereldwijd voorkomt in gematigde en tropische gebieden. De plant produceert artemisinine, een antimalariamiddel dat malariaparasieten efficiënt doodt, zonder veel bijwerkingen voor de patiënt. Van nature is het

Promovendi FWN

Page 18: Foliolum Oktober 2010

Facultair

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

18

gehalte aan artemisinine in de plant laag: tussen 0,2 en 0,8%, berekend op droog gewicht. Een alternatieve aanpak is het gebruik van micro-organismen om artemisinine te produceren. Het micro-organisme is dan een zogenaamd heteroloog expressiesysteem of heterologe gastheer. Dit is alleen mogelijk als we de genen die betrokken zijn bij de biosynthese van arteminine in A. annua kennen, waarna we deze overzetten in een veilig micro-organisme, zoals de gist S. cerevi-siae. Hiermee kunnen we het geneesmiddel in principe op een stabiele manier, gecontroleerd en economisch in grotere hoeveelheden produceren.

Anna-Margareta Rydén (Zweden, 1981) studeerde biotechnologie aan het Royal Institute of Technology in Stockholm. Haar promotieonderzoek deed zij aan de Rijksuniversiteit Groningen bij de afdeling Farmaceutische biologie en bij onderzoek-sinstituten in Wageningen en Japan.Het werd gefinancierd met een beurs van het Ubbo Emmius Fonds van de RUG en een

Zweedse beurs. Zij vervolgt haar loopbaan als postdoc bij het National Cancer Center in Tokyo, Japan.

Page 19: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

19

Evalutaties

Geneesmiddel Produktie en Kwaliteit april 2010De cursus wordt door de meeste studenten positief gewaardeerd. Er zijn echter veel overschrijdingen bij het tentamen en er is kritiek op de assistentie bij het practicum (brief 3)

Farmaco-epidemiologie februari – maart 2010De studenten zijn in het algemeen tevreden over de cursus, hoewel er kritiek blijft op het tentamen (brief 1).

Biomathematica april 2010De meerderheid van de respondenten vond de inhoud van de cursus goed. Bijna de helft van de studenten vond het tentamen niet goed te doen en er was kritiek op de kwaliteit van de computerpractica (brief 2).

Humane Fysiologie mei - juni 2010Het vak wordt overwegend positief beoordeeld. Wel vonden de respondenten dat er nog steeds te weinig oefenvragen waren (brief 1)

Algemene Farmacotherapie maart – april 2010De cursus Algemene Farmacotherapie wordt goed gewaardeerd (brief 1)

Communicatie zorg mei – juni 2010De beoordeling van de cursus is erg goed (brief 1)

Farmaceutische Chemie april 2010 De cursus wordt zeer goed beoordeeld. De roostering van het vak in combinatie met de cursus GPO is echter erg inten-sief (brief 1).

Page 20: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

20

Vooraf voelde het als het pièce de résistance van de bachelor Farmacie; de bachelorthesis en het bachelor-project. Na het afronden van de andere vakken diende nog een researchproject voltooid te worden voor de bul aangevraagd kon worden. In tegenstelling tot het masteronderzoek schrijf je jezelf in bij het bachelorproject op een aantal vooraf gedefinieerde projecten. De indeling vindt plaats op basis van de ingeleverde top 3. Dit kan dus betekenen dat je een project toegewezen krijgt waarover je niet direct enthousiast bent. Gelukkig kwam ik terecht op een van de projecten van mijn top 3; onderzoek naar Tumour necrosisfactor Related Apoptosis Inducing Ligand (TRAIL) bij farmaceutische biologie.

Na een gesprek met mijn begeleider kon ik beginnen aan mijn bachelorthesis; een literatuuronderzoek naar het onderwerp van je bachelorproject. Twee weken lang heb ik mij verdiept in het effect van verschillende mutaties in TRAIL receptoren op de werkzaamheid van TRAIL. Aangezien TRAIL, zoals de naam al zegt, een ligand is, hangt de mate van geïnduceerde apoptose in kanker-cellen af van de receptorbinding. Verder kunnen ook mutaties in het intracellulaire death domain (wat via een caspase cascade apoptose initieert) veranderingen in de werkzaamheid betekenen. Ik heb geprobeerd om op basis van de (summiere!) literatuur een voorspelling te doen over het effect dat verschillende mutaties hebben. In het daaropvolgende project heb ik een begin gemaakt met onderzoeken hoe mijn hypothese getoetst zou kunnen worden. Hoewel je hier niet direct indruk mee zou maken op de verjaardag van je oma, laat het wel zien hoe weinig je kunt doen in

7 weken. In het begin moet je wennen aan de experimenten en het opbergsysteem van het lab, apparaten zijn vol- geboekt en natuurlijk mislukken er ook experimenten. Gelukkig zijn de resultaten hier niet het belangrijkst en ik heb mijn bachelorproject dan ook vooral ervaren als een kennis- making met het doen van onderzoek. Ik mocht mee naar de bijeenkomsten van GUIDE voor AIO’s en de farmacie- dag, waar toponderzoekers van de RUG en daarbuiten vertelden over hun onderzoek.

Ik ben zeker meer te weten gekomen over het onderzoek en de 7 weken gingen sneller voorbij dan van te voren gedacht. Hoewel de dagelijkse werkzaamheden lijken op een practicum was de vrijheid om zelf na te denken over de richting van het onderzoek en de manier waarop je dat aan moest pakken nieuw. Hoewel ik TRAIL al een beetje kende vanuit het practicum Minimale Cel, vond ik het literatuur- onderzoek heel interessant. Het was een ingewikkelde puzzel om uit alle verschillende studies een gefundeerde voorspelling te doen en dit aspect sprak mij achteraf het meest aan.

Ik was verbaasd over de hoeveelheid microbiologie die gepaard ging met het uiteindelijke project en moest, anderhalf jaar na Farmaceutische Microbiologie, weer even wennen aan deze technieken. In de eerste instantie was ik niet zo enthousiast over het werken met bacteriën, maar na een paar dagen ontdekte ik hoeveel informatie er op deze manier vergaard kan worden en leerde ik deze eencelligen meer waarderen. Al met al was het een leerzame ervaring!

Bacheloronderzoek belicht Tumor necrosisfactor related apoptosis inducing ligand (TRAIL)

Metta Pratt

Page 21: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

21

Masteronderzoek belichtOntwikkeling fibrose bij COPD-patiënten

Gertruud Haitsma

Afgelopen jaar heb ik mijn onderzoek gedaan bij de afde-ling Moleculaire Farmacologie. Nadat ik het practicum Farmacologie met succes had doorlopen en het twee jaar later met veel plezier zelf had geassisteerd, was het voor mij niet lastig om te beslissen waar ik mijn onderzoek wil-de doen. Van het een kwam het ander en voordat ik het wist, had ik een afspraak met Reinoud Gosens en spraken we de plannen door voor mijn onderzoek. Hij bood me een programma aan van een heel jaar, waarbij ik eerst op zijn afdeling begon met een introductie in het farmacologisch onderzoek. Onder begeleiding van Hoeke Baarsma, PhD student, deed ik 12 weken onderzoek naar de ontwikkeling van fibrose bij COPD patiënten. Daarbij richtten we ons op de relatie tussen de welbekende groeifactor transforming growth factor β1 (TGF-β1) en de genexpressie van de genen die coderen voor de agonisten en receptoren van de ‘Wnt signalling pathway’. Hoeke leerde mij hoe ik long fibroblast cellen, afkomstig van long biopten van COPD patiënten uit het UMCG, kon laten groeien en hoe ik er vervolgens mRNA uit kon isoleren. Van het geïsoleerde RNA synthetiseerde ik complementary DNA (cDNA), met behulp van het enzym re-verse transcriptase en de polymerase chain reaction (PCR) techniek. Het cDNA gebruikte ik vervolgens om de basale genexpressie van de afzonderlijke ‘Wnt genen’ en de in- vloed van TGF-β1 op deze basale expressie te meten. Aan het einde van mijn project hadden we aangetoond dat TGF-β1 een regulerende rol speelt in de genexpressie van ‘Wnt ligands’; stimulatie van de oorspronkelijke long fibro-blast cellen met TGF-β1 resulteerde in zowel up- als down-regulatie van verschillende ‘Wnt genen’.

Met deze mooie resultaten en kennis van ‘cell based’ onderzoekstechnieken op zak, was ik klaar voor het tweede gedeelte van mijn onderzoeksjaar. Ik was uitge-nodigd door Jane Bourke, een farmacologe uit Melbourne en een bekende van Reinoud Gosens, om de rest van mijn onderzoek in haar lab uit te voeren. Ik kreeg een nieuw onderwerp dat aansloot bij het onderzoek wat zij deed in haar Respiratory Pharmacology Laboratory aan de Depart-ment of Pharmacology van de University of Melbourne. Het doel was om het bronchodilerende werkingsmechanisme van rosiglitazone te achterhalen, een medicijn dat tot voor kort op de markt was als antidiabeticum. Jane wilde me zelfstandig laten werken en nadat ik een korte introductie had gehad over het omgaan met proefdieren, kreeg ik toe-gang tot ‘the animal house’. Nadat ik daar mijn proefdie-ren (muizen) had laten inslapen, haalde ik de luchtwegen eruit en monteerde ik stukjes trachea van 5 mm in de myo-graph, een apparaat met vier kleine orgaanbadjes die de tensie van de spieren kan meten. Ik contracteerde de tra-chea’s met metacholine, een muscarine agonist, en daarna voerde ik een dose respons curve uit met rosiglitazone om

het relaxatie mechanisme te bestuderen. Rosiglitazone is een PPARβ receptor agonist die vooral bekend staat om zijn activeringspotentie van de cell signalling route down-stream van de PPARβ receptor. Minder bekend is echter dat rosiglitazone ook bronchodilaterend kan werken via regulering van ‘relaxing factors’ (zoals prostaglandines en NO) geproduceerd door luchtweg epitheelcellen en/of via regulering van het intracellulaire calcium van luchtweg gladde spiercellen. Welbekend is dat een verhoging van de intracellulaire calcium concentratie resulteert in spier-contractie, via de activering van de myosine light chain kinase. Met behulp van farmacologische tools schakelde ik zodoende steeds een onderdeel van de spiercontractie uit, zoals de calcium entree, de calcium vrijmaking uit het sarcolasmatisch reticulum (SR) of de calcium sensitiviteit (het gevoeliger worden van de spiercel voor calcium) om te onderzoeken of rosiglitazone wellicht op een van deze onderdelen aangreep. Daarnaast blokkeerde ik secondaire messenger systemen zoals de productie van PGE2 of NO en keek ik of rosiglitazone nog steeds in staat was broncho-dilatie te werk te stellen.

Het uiteindelijke doel van deze in vitro studies was om po-tentieel bewijs te leveren voor rosiglitazone als adjuvans in de symptoomverlichtende combinatie therapie bij astma. Uiteraard zijn er hiernaast ook resultaten van klinische studies nodig om dit goed te kunnen onderbouwen. Ik had het geluk dat ik, via Jane’s contacten bij de afdeling Veteri-nary Sciences (diergeneeskunde) van the University of Mel-bourne, ook een kijkje in de keuken kon nemen bij de uit-voering van in vivo experimenten. Samen met mijn tweede begeleider Simon Bailey en zijn collega Ken Snibson heb ik een experiment gedaan waarbij ik de dilaterende wer- king van rosiglitazone testte in de longen van proefscha-pen. Met behulp van een bronchoscoop meette ik de dia-

Page 22: Foliolum Oktober 2010

Facultair

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

22

meter van een met metacholine gecontracteerde bronchus voor en na de locale toediening van rosiglitazone en keek ik of deze veranderd was. Helaas waren er bij de eerste me-tingen geen veranderingen in de bronchus diameter te zien en was er geen tijd om de proef te herhalen met aanpas-sing van de dosis, de toedieningsroute of het oplosmiddel van rosiglitazone (saline met DMSO). Toch had ik aan het einde van mijn project resultaten van cel- tot orgaanniveau en was ik in staat om het hele ontwikkelingsproces van rosiglitazone tot geneesmiddel te overzien!

Terugkijkend op een jaar vol met onderzoek kan ik met overtuiging zeggen dat dit toch wel mijn leukste studie-jaar was tot nu toe. Ik heb ontzettend veel enthousiaste, leuke en motiverende mensen ontmoet die mij gestimu-leerd hebben om het onderste uit de kan te halen. Alles is mogelijk in onderzoek maar je moet jezelf er wel voor willen inzetten. De buitenland ervaring was iets wat mij al-tijd bij zal blijven en waar ik ontzettend veel goede herin-neringen aan heb over gehouden. Het was een jaar hard werken maar dan zijn de resultaten er ook naar, ik kan het iedereen aanraden!

Page 23: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

23

Onderzoek in Vietnam was in het begin heel erg wennen en de kat uit de boom kijken. Maar na enkele weken oriëntatie vooral rustig en erg leuk! Eerst vond ik het moeilijk om in te schatten hoe Aziaten communiceren (indirect) en werken (niet altijd even precies met deadlines). Toen ik er eenmaal aan gewend was, kwam het er op neer dat je sommige mo-menten hard moet werken, maar vervolgens kan genieten van veel vrije tijd.

Sinds het begin van de studie wilde ik al graag naar het buitenland. Het onderzoek in het vijfde studiejaar leek me hiervoor een geschikt moment. Om die reden ben ik bij verschillende basiseenheden langs geweest om informatie in te winnen. Na wat wikken en wegen leek me het het leuk-ste om naar Vietnam te gaan, vanwege het onderwerp van het onderzoek en het verschil in cultuur.

Het onderzoek waar ik aan deelnam ging over de behande-ling van tuberculose (TB) patiënten door openbare apothe-kers. In Vietnam heeft de WHO een programma opgezet voor de behandeling van TB patiënten. Het stellen van de diagnose en medicijnen om de ziekte te behandelen zijn binnen het Vietnam WHO programma gratis. Hier staat tegenover dat de eerste twee maanden van de

behandeling de patiënten iedere dag moeten komen om de medicatie op te halen. Sommige mensen hebben genoeg geld en/of geen zin om iedere dag naar de TB unit te komen en halen de medicijnen bij een openbare apo-theek. Hoe de behande-ling van deze TB patiënten in Ha-noi verloopt, is niet veel bekend.

Het onderzoek bestond uit twee delen: een ‘mistery patient’ en een interview. De ‘mistery patient’ (een getrainde student van de universiteit) ging naar de apotheek om de reactie van de apotheker, op een patiënt die deed alsof hij TB had, te polsen (in Vietnam heb je voor veel geneesmiddelen geen recept nodig, je gaat ‘gewoon’ naar de apotheek en haalt wat je wil). Hierna werd een paar dagen later een interview afgenomen over de medicatie tegen TB, kennis van TB en het programma van de WHO.

Zo bleek uit het onderzoek dat ongeveer 55% van de apo-thekers de ‘mistery patient’ (met duidelijke TB symptomen) naar een ziekenhuis verwees, de overige 45% probeerde medicatie te verkopen. Wanneer er aan de apothekers tijdens het interview werd gevraagd wat een reactie op dezelfde patiënt zou zijn, kwamen de antwoorden voor

Student in het buitenlandVietnam

Nienke van Rein

Page 24: Foliolum Oktober 2010

Facultair

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

24

57% overeen met de actie die de apotheker eerder (tijdens de ‘mistery patient’) had uitgevoerd. Van de geïnterview-den dacht 40% dat deze patiënt TB kon hebben, maar geen van de apothekers wist hoe een behandeling van TB vol-gens de standaarden van de WHO zou moeten verlopen. Van het programma om TB te behandelen van de WHO had 82% van de apothekers gehoord, 31% hiervan wist ook dat de medicatie in dit programma gratis is.

Het onderzoek is vastgelegd in een lijvig onderzoeksver-slag met daarin alle onderzoekgegevens die ik heb verza-meld. Voor belangstellenden ligt op de afdeling Farma-cotherapie en Farm. Patiëntenzorg het verslag ter inzage. Men zoekt namelijk voor begin 2011 opnieuw een student voor vervolg onderzoek in Ho Chi Minh City.

Het leven in Hanoi beviel me erg goed: het was heel vrij en ook goedkoop, waardoor je niet (erg) op geld hoeft te letten. Hiernaast was het weer ook erg lekker (circa 35 graden tot november). Toen ik mijn appartement (gelukkig met airco) kreeg in een internationaal studenten huis heb-ben de buren me meegenomen om de stad te laten zien en een motor (het lijkt meer op een scooter maar kan wel harder rijden) te huren. Dit was de beste manier om je te vervoeren in Vietnam (de fiets kan ook, maar ik vond dit natuurlijk veel leuker). Met een beetje oefening en opletten (het verkeer is chaotisch) lukt het prima om door Hanoi rond te rijden nadat je een paar keer bent verdwaald (een rijbewijs is niet nodig voor buitenlanders).

’s Avonds haalde ik soms eten bij het stalletje op de hoek, maar ging ik vooral uit eten met andere bewo- ners. De meeste bewoners waren voornamelijk studenten uit Frankrijk, Amerika, Australië, Engeland, Duitsland en Nederland. Doordat de meeste mensen alleen naar Hanoi komen leer je snel nieuwe mensen kennen die in andere delen van de stad wonen, waardoor je al snel veel leuke dingen te doen hebt in de stad zelf. Hiernaast heeft Hanoi ook een leuk avondleven, dus was er vaak na het eten in een kroegje nog wat te doen.

In het weekend ging ik soms naar een andere plaats: naar vrienden in Hoi An (midden Vietnam) en Saigon (zuid Viet-nam), dit kon gemakkelijk met het vliegtuig, wat ook weer erg goedkoop was wanneer je je tickets op tijd boekt. An-dere weekenden heb ik op de motor rondgereden in de om-geving van Hanoi met drie andere studenten en hiernaast zijn we naar Sapa (een bergdorpje) en Halong Bay geweest. Soms was het ook heerlijk om gewoon thuis te blijven en met een paar vrienden bij het zwembad te gaan liggen een stukje verderop (zie foto!).

In het kort vond ik het een onvergetelijke ervaring en zou ik het iedereen aanraden om een keer iets als dit te doen (wanneer je hierin geïnteresseerd bent kan je altijd contact met Prof. Brouwers of mij opnemen: nienkevanrein@gmail.

com).

Page 25: Foliolum Oktober 2010

JE LOOPBAAN START MET HETMEDISCH STUDENTEN PAKKETVolg je een medische studie? Dan weet jij als geen ander dat jouw opleiding langer duurt dan de meeste andere. Je bankzaken regel je dus liever in één keer goed, zodat je er tijdens je studie geen omkijken naar hebt. Voor jou is er daarom het ABN AMRO Medisch Studenten Pakket; speciaal voor studenten genees kunde, tandheelkunde, diergeneeskunde en

farmacie. Ook een Medisch Studenten Pakket afsluiten? Je regelt het snel bij een ABN AMRO vestiging bij jou in de buurt. Of bij een van de medische faculteitsshops in de studenten-steden. Vraag onze adviseurs om meer informatie of kijk op www.abnamro.nl/medischestudent

MEDISCH STUDENTEN KIEZEN VOOR ABN AMRO

Page 26: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

26

Beste farmaceut,

Twee jaar geleden schreef ik vanwege het thema: ‘student in het buitenland’ een stukje voor het Foliolum over mijn bijvak in Stockholm. Ik eindigde mijn stukje met dat ik later graag deel twee van mijn buitenland ervaring vertel. Nu zie ik pas in hoe toepasselijk deze zin eigenlijk was. Inmid-dels zijn we bijna twee jaar verder en woon ik sinds mei 2010 in Stockholm waar ik mijn promotieonderzoek gestart ben aan het Karolinska Institutet. Het betreft een positie in samenwerking met de NIH, wat er praktisch gezien op neerkomt dat ik over anderhalf jaar weer mijn koffers mag pakken om mijn onderzoek te vervolgen in Bethesda (VS, MD).

In mijn onderzoek focus ik me op de invloed van het WNT/Frizzled transductiemechanisme omicroglia cellen in relatie tot ontstekingsreacties en de invasiviteit van glioblastoma cellen, oftewel de metastasering van hersentumoren. Mjin cellen zijn GFP gekoppeld, wat ze gifgroen op doet lichten onder de microscoop. Een techniek die ik veel gebruik om de invasiviteit (wat zich in de hersenen vertaalt in metasta- sering) te bekijken, is de 3D-invasion assay. Ik plaats dan een laag collageen over de cellen waarin ze vervolgens na een paar dagen beginnen te migreren. Op deze manier is het mogelijk om verschillende agonisten te testen op hun vermogen om migratie te bevorderen of juist te remmen.

Alhoewel Stockholm geen Groningen is, kom ik er toch nog vaak mee in aanraking. Zo volgde ik afgelopen week een cursus met betrekking tot proefdieren. Tijdens deze cursus kwam de farmaceut Professor Rene Remie een lezing geven waarin hij veelvuldig sprak over hoe het in Groningen geregeld is en hoe het FARP 1 practicum er 30 jaar geleden uitzag. Dit alles lichtte hij ook nog eens toe

met een aantal Nederlandse woorden (kruimeldief, roesje etc.), waardoor ik me weer even in de Faberzaal waande. Ook het studentenleven hier komt aardig overeen met het gemiddelde P.S.-feestje. Wat dat betreft ben ik in mijn ‘tweede studentenjeugd’ terechtgekomen. Alleen het zin-gen van de traditionele Zweedse liedjes gaat me nog niet zo goed af.

Alhoewel je zou verwachten dat emigreren naar een land binnen de Europese Unie vrij gemakkelijk is, viel het me toch wel een beetje tegen. Het immigratieproces is ten eerste vreselijk langzaam, omslachtig en bovendien is de efficiëntie hier in het algemeen ver te zoeken. Wij kla-gen vaak over onze ambtenaren, maar de Zweedse doen er toch echt nog een schepje bovenop. Een aantal voor-beelden: drie maanden wachten op een Europese zorgver-zekeringkaart (en hij is er nog steeds niet), vijf uur in de rij staan bij de belastingdienst om je te laten registreren, acht keer bellen met het internetbedrijf voordat je eindelijk internet hebt, bij de bank te horen krijgen dat een Neder-landse identiteitskaart niet geldig is in Europa omdat er geen Europese vlag op staat (?), verplicht een Zweeds per-soon meenemen om je te legitimeren, omdat je paspoort niet overal geldig is (!) en zo kan ik nog wel even doorgaan. En dan komt de vraag: Is dit het allemaal waard? Deze vraag wil ik graag beantwoorden met een spreuk die ik op 15 juni op de Loesje kalender vond: “Risico’s; niet zo goed voor je portemonnee, maar een goudmijntje voor een leuk leven”.

Ha en bra dag och vi ses i Stockholm!

Alumnus Jacomijn Dijksterhuis

Page 27: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

27

Maandagochtend heel vroeg stond er een bus klaar voor de faculteit aan de Antonius Deusinglaan om af te reizen naar hockeyclub Kampong in Utrecht. Voor sommigen bleek de ochtend wel erg vroeg te zijn begonnen en moest er nog even worden bij geslapen om goed te kunnen pres-teren met hockeyen die dag. Ook bleek onderweg al dat dit toernooi geen zonovergoten dag zal worden en dus moesten we ons maar tijdens de wedstrijden van onze zon-nigste kant laten zien.

Eenmaal aangekomen mochten de eerste wedstrijden tussen de regendruppels door gespeeld worden. Team twee, het recreanten team, had aardig wat moeite om de tegenstan-ders te verslaan, terwijl team één, het wed- strijdteam, erg voortvarend van start ging door alle ‘groeps-wedstrijden’ met overwinningen af te sluiten. Team twee mocht na de groepswedstrijden alsnog een duel spelen en wel om de troostprijs. Team twee trok de lijn van de gehele dag door en mocht dus in alle stijl deze prijs ook nog in ontvangst nemen. Team 1 maakte de verwachtingen waar en mocht aantreden in de halve eindstrijd tegen de nummer 2 van de andere poule. Dit bleek een goede te-genstander te zijn, maar zelfs met een kleine onderbreking door een hoosbui, werd de finale bereikt door deze strijd te winnen met 2-1.

Omdat het DES team ook hun halve finale winnend afslo-ten, was het al duidelijk dat alle drie de prijzen naar Gron-ingen konden worden meegenomen. De finale werd een echte strijd, waarbij sommigen al zoveel gegeven hadden dat de kramp erin schoot.

Door luide aanmoedigingen van het tweede team en de volle tribunes werd uiteindelijk ook deze wedstrijd door team 1 met een 2-1 winst afge-sloten en was de begeerde hoofdprijs binnen.

Na de huldiging en de nodige speeches was er uiteraard tijd voor het belangrijkste onderdeel van de dag: een gezellige barbecue met hier en daar een biertje bij een heerlijk namiddagzonnetje. Na deze gezellige afsluiting van een mooie dag hockeyen in Utrecht keerde de bus weer terug naar Groningen om de prijzen voor minimaal één jaar in de prijzenkast te mogen stallen.

Mediq HockeytoernooiSander Kooijmans

Page 28: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

28

Woensdag 1 september jl. was het dan zover, het Binnen-lands Bedrijven Bezoek 2010 ging van start. Na een ge-weldig EIK-introfeest met veel eerstejaars vertrok de bus de volgende dag om half 9 naar het eerste bedrijf, Astel-las Pharma in Meppel. Niet iedereen was aanwezig, want een paar hadden zich verslapen, maar toch kwamen Rinze en Tjerk ons later nog vergezellen in Meppel. We werden ontvangen met koffie, thee en heerlijke ouderwetse ‘Quality Street’ snoepjes en kregen vervolgens een inleidend praatje over het bedrijf. Het bedrijf brengt innovatieve geneesmiddelen op de markt voor patiënten in de urologie, cardiologie, dermatologie en orgaan transplan-tatie. Hierna werden we in groepen opgedeeld en werden we rondgeleid door het bedrijf waar we de verschillende productieprocessen te zien kregen. Ook kregen we uitleg over wat de verschillende functies van een apotheker, zoals product engineer, binnen Astellas Pharma inhielden. Het was leuk om te zien dat je als apotheker in de industrie een zeer breed en verschillend takenpakket kan hebben.

Na een overheerlijke lunch vertrokken we richting Bilthoven. Hier bezochten we het Nederlands Vaccin Insti-tuut (NVI), waar we een uitgebreide presentatie kregen over naaldloze toedieningsvormen en griepvaccins. Ze wisten ons interessante dingen te vertellen over wat er moet ge-beuren wanneer een grieppandemie dreigt te ontstaan en wat er is gebeurd bij de dreiging van de Mexicaanse griep een tijdje geleden. Ook bij het NVI mochten we een kijkje

nemen achter de schermen en werden we rondgeleid. Zo leerden we (voor degenen die dat nog niet wisten) hoe het vriesdroogproces werkte en werden een paar analytische apparaten uitgelegd. Ook zagen we dat de labzalen in een bedrijf van de over-heid, zoals deze, absoluut niet opgeruimd waren en dat overal op de werkbladen iets stond. Zeker geen pretje om er te werken.

Na deze lange, maar leerzame dag zette de bus de reis voort naar Antwerpen! Na wat uurtjes kletsen, kaarten of een middagdutje doen kwamen we aan bij het New Inter-national Youth Hostel waar we de nacht zouden doorbren-gen, maar we gingen natuurlijk nog lang niet slapen! Een-maal omgekleed en wel gingen we te voet verder voor een

mooie wandeling door Antwerpen. Het eindstation was de Grote Markt, waar we in ‘Café Ultimatum’ van een heerlijk 3-gangen diner hebben genoten. Na een goede bodem te hebben gelegd, gingen we op pad naar de avondactivi-teit. Dit jaar had de commissie gekozen om ons te vermaken in de karaoke bar, de avond kon beginnen. Vele hitjes werden ten gehore gebracht door de farmaceuten uit Gron-ingen. Maar wij waren niet alleen, zo was er ook de Belg Rudy die, lichtelijk aangeschoten, met zijn liedjes en dan-spasjes zorgde voor een mooie avond. Vooral ‘Dos cerve-zas por favor’ zorgde voor een hoop plezier. Later op de avond werden nog andere kroegen bezocht, waar het ook weer erg gezellig was, waardoor er tot in de late uurtjes is doorgefeest. De laatsten waren om een uur of 6 thuis en hebben zelfs de weg naar het hostel (30 minuten lopen) nog terug weten te vinden.

Binnenlands Bedrijven Bezoek Godelief van der Hurk & Milou Vreeman

Page 29: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

Pharmaciae Sacrum

29

Om half 9 de volgende dag werden we alweer gewekt en maakten we ons op voor BBB dag 2. We verlieten België en zetten koers richting Elburg. Hier bezochten we Bio-horma B.V. Dit be-drijf ontwikkelt, produceert en verkoopt homeopathische en fytotherapeutische middelen onder de naam A. Vogel. Na een ontvangst met koffie, thee en bamboecake, kregen we een uitgebreide presentatie over de kracht van de Echinacea purpurea. De actieve stoffen in deze bloem, ook wel de rode zonnehoed genoemd, zouden zelfs helpen tegen het griepvirus en geen resistentie ontwikkelen. Na deze interessante presentatie werden we meegenomen naar een productiehal achter het bedrijf. Hier kwamen versneden planten binnen en werden ze gedroogd om vervolgens te worden verwerkt in een van de producten. ‘Van plant tot klant’ is waar Biohorma voor staat. De planten die Biohorma gebruikt voor hun mid-delen zijn afkomstig uit hun eigen tuinen. In die A. Vogel tuinen zetten we ons bezoek voort. We kregen een kleine rondleiding over het landgoed van wel 12 hectare waar de planten van A. Vogel groeien. We kregen uitleg bij enkele planten over hun werking en in welk product zij verwerkt waren. Het was leuk om te zien hoeveel passie de mensen die daar werken hebben voor hun vak en hoe enthousiast zij zijn over hun producten.

Aan het eind van de dag kregen we nog een leuke goodiebag van A. Vogel, met onder andere de zaadjes van Echinacea Purpurea, waarna we weer de bus in gingen op weg naar Groningen. De ‘BBB’ werd afgesloten met een diner in pizzeria ‘Napoli’ waar nog gezellig werd na-getafeld over de afgelopen 2 dagen. Het was een leuke ‘BBB’ waar we veel hebben ge-leerd maar ook vooral veel hebben gelachen! Als afsluiter nog een leuk feitje: ‘Elke Spanjaard heeft een snor, dos cervezas por favor!’

Page 30: Foliolum Oktober 2010

Jouw studieverenigingwil het je zo voordelig en makkelijk mogelijk maken. Dus hebben ze eenboekenleverancierdie daarbij past.

Jouw studievereniging werktnauw samen met studystore.En dat heeft zo z’n voordelen.Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouwcomplete boekenpakketsnel aanbieden tegen een scherpe prijs.

Page 31: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

31

Op dinsdagochtend 31 augustus stond een grote groep eerstejaars farmaciestudenten netjes om 10 uur ’s ochtends in de ontvangsthal van de Anto-nius Deusinglaan nummer 2. Voor de meesten was de universiteit een geheel nieuwe ervaring, bijna iedereen stond daarom ook een beetje doelloos alle nieuwe gezichten af te speuren. Langzaam maar zeker raakten alle studenten toch met elkaar aan de praat en werd er lekker gekletst over koetjes en kalfjes onder het genot van een kopje thee. Na lang wachten werden we met de hele groep naar de Faberzaal geleid om daar een uurtje te mogen luisteren naar de praatjes van onder andere de studieadviseurs en enkele commissies. Na deze informatieve presentaties was het alweer tijd om een bodempje te gaan leggen voor het middagprogramma. Na een lunch van bijna 1.5 uur werden we ingedeeld in groepen en kregen we een rondleiding op de faculteit, waarbij we, JAWEL, zetpillen van chocolade mochten maken! Waarbij ons ook nog even duidelijk werd gemaakt dat deze wél bedoeld waren voor oraal gebruik, om misverstanden te voorkomen.

Om vijf uur vertrokken we, met een tas die zeven kilo zwaard-er was geworden door alle boekjes die ons werden toeges-topt, eindelijk richting Café de Toeter om een pubquiz te spelen. De groepjes werden opnieuw ingedeeld en ge-kop-peld aan de EIK papa’s en mama’s die aanwezig waren. De pubquiz was tenenkrommend spannend, maar er kon toch

maar één de echte winnaar zijn. Welk groepje dat was? Al sla je me dood… Iedereen had op dat moment waarschijn-lijk meer oog voor het gele goud dat werd geserveerd om

onze keeltjes te smeren. Om een uurtje of zeven begon-nen onze buikjes alweer flink te rommelen dus toen zijn alle groepjes hun eigen weg gegaan en hebben allemaal heerlijk gegeten (Napoli doet het altijd goed). Vervolgens gingen we natuurlijk even een biertje drinken bij onze EIK ouders voor het echte familie gevoel, om vervol-gens voor goud te gaan op het eindfeest dat werd gehouden in ’t Fust met als thema: EIKstreme kleuren.

Dat hebben we geweten! Om een uurtje of elf stond een gekleurde massa te hossen en te springen op de vrolijke klanken van zowel de macarena als billionaire. Ik spreek waarschijnlijk niet alleen voor mezelf als ik zeg dat ik een leuke dag heb gehad en dat het een uitstekende manier is geweest om een eerste indruk te krijgen van de studie farmacie en van je studiegenootjes. Op naar het introductieweekend!

IntroductiedagLeoni van Asselt

Page 32: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

32

Om 16.45 vertrokken we met 2 bussen vanaf het centraal station richting het mooie Bakkeveen. Na een half uurtje rijden kwamen we aan bij de kampeerboerderij. De boeren-lucht kwam ons al meteen tegemoed! We mochten een kamer uitzoeken en elke kamer had een groepsnaam, voor-beelden zijn ’t oh oh chersoow en de braakkamer. Na ons bedje te hebben opgemaakt, stond er een heerlijke pasta op ons te wachten. Na het eten kon iedereen de boel even verkennen. Toen het mooi donker begon te worden, was er een bos-spel gepland. Levend stratego! De groep werd in tweeën verdeeld en groep voor groep gingen we het bos in, spannendddd… Beide groepen kregen een kleur sjaal die je ergens moest verstoppen. Iedereen afzonderlijk in de groep kreeg tevens een kaart mee, de ene groep de rode kaarten en de ander groep de zwarte. Het was de bedoe-ling om zo veel mogelijk kaarten te verzamelen. Dit deed je door mensen van de tegen-partij te tikken en te kijken welke kaart meer waard was. Het zwarte team had na een half uurtje de rode vlag gevonden en werd daarmee de win-naar.Na het avontuurlijke spel zijn we terug gelopen naar de boerderij waar we de gelegenheid kregen om ons klaar te maken en op te frissen voor het feest “van lawine tot zandstorm”. De eetzaal was omgetoverd tot een prachtige danszaal.

Iedereen kwam in de mooiste outfits naar beneden, vooral de poncho´s waren erg geliefd onder de farmaceuten. Er werd flink gedanst, gedronken en geregeld. Dit was te zien aan het regelbord wat aan het eind van de avond behoor-lijk vol stond! Het gratis fust smaakte iedereen ook goed en was snel weer leeg. Om een uurtje of 4 liep het tot een eind en zochten de meesten van ons het bedje op. Behalve de fanatieke commissies, zij mochten de zaal weer opruimen en schoonmaken, zodat we de volgende ochtend zo weer

aan konden schuiven bij het ontbijt.

De volgende ochtend werden we gewekt door toeters en bellen, waar de commissies veel plezier om hadden! Even douchen, klaarmaken en om 10 uur hebben we ontbeten. We werden daarna in dezelfde groepjes ingedeeld, met dezelfde P.S. mama’s en papa’s, met wie we vervolgens het 6-kamp gingen spelen. Levend tafelvoetbal, een stormbaan, komkommers doorgeven tussen je benen, levend sjoelen, ananas sjoe-len, schaapjes herderen, een spons doorgeven met je mond en geblinddoekt vla voeren waren de onderdelen van dit 6-kamp. De spelletjes hebben ons veel lol bezorgd, vooral het ananas sjoelen was erg grappig. Het was de bedoeling dat we stukjes ananas in elkaars mond gingen sjoelen over een gladde baan van slagroom. Het gevolg was dat iedereen helemaal onder de slagroom zat.

Terwijl wij ons vermaakten met de spelletjes was de HC druk bezig met paprika’s, komkommers (die wij hebben ge-bruikt met het spelletje), tomaten en uien snijden voor het 5-gangen menu. Het levend sjoelen was voor iedereen ook een erg leuke bezigheid, alleen jammer dat de meesten na het weekend heel veel spierpijn in de armen hadden. Er lag een zwart groot zeil met water en zeepsop op de grond met verschillende vlakken. Het driehoekje was 5 punten waard en het vierkantje 10. Je moest met een band over de baan glijden en proberen op een van de vlakken terecht te komen. Na de spelletjes was iedereen helemaal uitgeput en hadden we even de tijd om uit te rusten, te lunchen en te douchen.

Tegen een uurtje of 2 kwamen de rest van de commissies op de kampeerboerderij aan en maakten hun eigen plekje klaar buiten in het zonnetje. Het was tijd voor de commis-sierondjes oftewel: zuipen! Er waren 15 commissies, die je met je groepje allemaal afging. Eerst kreeg je uitleg over

Introductiekamp Marlou Perik & Michelle Rajic

Page 33: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

Pharmaciae Sacrum

33

wat de commissie in hield en daarna had elke commissie zijn eigen drankspelletje bedacht. Bij de fotocommissie hebben we gejuft: in een rondje tellen en het getal waar een 7 in zit of de tafel van 7 mocht niet worden genoemd, maar in plaats daar van moest je een ander woord of ge-tal zeggen. Deed je dit fout, dan mocht je een overheerli-jke mojito adten. Ook stond het bestuur van P.S. binnen voor ons klaar, ze zongen het P.S. lied, dronken samen een jenever appelsap en vervolgens zongen we het lied sa-men. Bij de redactiecommissie deden we een bordspel, je moest draaien aan een pijl en die kon uitkomen op truth, dare, shot en share. Bij truth en dare moest je een kaartje pakken waar grappige opdrachten opstonden, zoals: trek zo snel mogelijk je shirt uit en doe die van je buurman aan. Of: ga zo snel mogelijk bij je linkerbuurman op schoot zitten. Of je moest een negerzoen doorgeven met je mond. De lustrumcommissie was verkleed als piraat en had daar ook een origineel spel bij bedacht. Je kreeg de piratenhoed op en moest het verhaal vertellen over hoe je kapitein Buf wordt, dit was voor de meesten van ons niet gemak-kelijk na de nodige drankjes. Bij de K.N.P.S.V was het de bedoeling om een drankje te adten, vervolgens 10 rondjes om een fles te draaien en daarna naar de lijn met koek te lopen om daar te gaan koekhappen. Dit leverde een hoop grappige beelden op! Er waren nog heel veel meer com-missies met leuke drankspellen, die we allemaal gespeeld hebben.

Door alle drank had iedereen erg honger gekregen. Om half 7 stond dan ook de eerste gang al op tafel, stokbrood met kruidenboter. De tweede gang was een lekkere koude pastasalade. Het hoofdgerecht was een niet zo’n kleine wrap met een lekkere vulling. Het nagerecht was slagroom-ijs met vruchtjes. En voor de echte diehards was er ook nog koffie/thee en een cakeje. Na het eten zijn de meesten even gaan slapen om zich op te laden voor het feest “summer-vibes”. Tegen half 12 had iedereen zich weer omgekleed en kon iedereen er weer tegenaan! Het feest was ook zeker weer geslaagd.

De mensen die ’s nachts iets eerder hun bedje hadden opgezocht, werden, terwijl ze sliepen, gekeerd (letterlijk: uit je bed gegooid) door de keercommissie. Tegen half 7 vonden de commissies het ook wel erg grappig om ieder-een wakker te maken voor een zogenaamd ontbijtje. Tegen 10 uur gingen we dan echt ons bed uit, om te ontbijten, om te kleden en alles schoon te maken. Daarna was er nog de verkiezing voor de EJC, waar jammer genoeg maar één groepje aan mee deed. Het was dus vrij duidelijk wie de nieuwe EJC werd: 4-feest. Om 13.00 stonden de bussen klaar om ons weer naar Groningen te brengen. Thuis zocht iedereen weer snel het bedje op. Het was een super-geslaagd weekend!!

Page 34: Foliolum Oktober 2010
Page 35: Foliolum Oktober 2010
Page 36: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

36

Er is een nieuw collegejaar van start gegaan. Dit betekent een nieuwe Redactiecommissie en daarbij hoort natuurlijk een nieuw spel. Dit jaar gaan we met vijf commissies het spel “Ranking Foliolum” spelen. Het spel is gebaseerd op het bekende televisieprogramma Ranking the Stars.

Het doel van het spel is elkaar te “ranken” aan de hand van opdrachten. Deze opdrachten worden willekeurig gekozen uit een reeks kaarten. Stel, we spelen het spel met het bestuur. Het bestuur trekt bijvoorbeeld een kaart met de opdracht: “Wie kan het hoogst springen?” erop. Het bestuur rankt dan de Redactiecommissie van hoog naar laag. Vervolgens voert de Redactiecommissie deze op-dracht uit. Het bestuur krijgt punten voor de juist gerankte personen, voor de foutieve rankingen moeten ze een adtje nemen. Als het bestuur ALLE antwoorden goed heeft, volgt er een groepsad voor de Redactiecommisiie. Vervolgens trekt de Redactiecommissie een kaart en mogen zij het bestuur ranken etc. De standen van alle commissies wor-den bijgehouden en uiteindelijk zal er een eindklasse-ment bekend worden gemaakt in ons laatste nummer. Dus wie o wie kan de meeste spekjes in z’n mond stoppen? Wie kan er het beste tegen Essacher Luft?We zullen het dit collegejaar te weten komen!

De eerste keer hebben we het spel gespeeld met het bestuur. Om ervoor te zorgen dat iedereen met een goede bodem aan het spel begon, hebben we heerlijk stampot andijvie gegeten met spekjes en veel worst. Na afloop van dit heerlijke maal kon het spel eindelijk beginnen. Het spel begon al goed met een ranking van de Redactiecommis-sie op hoogte van IQ. Het bestuur had een aantal sterke motivaties. Zo zou Jeroen op plek 5 terecht komen, omdat zijn naam nou eenmaal eindigt op oen. Dat is heel logisch toch?! Verder zou je toch bij een net meisje als Gwenny nette sokken verwachten, maar niets is minder waar! Er zat zelfs een gat in haar sok. De mannen van het bestuur blijken een erg uitgesproken mening te hebben over vrouwelijk lin-gerie. Zo staat de hipster MET kant stipt op nummer één.

Met sommige opdrachten leek het bestuur toch wat moeite te hebben, een voorbeeld hiervan is de lucifer proef. Tijdens deze proef zit je op je knieën en met je handen op je rug. Vanuit deze positie probeer je met je neus een luciferdoosje, die op onderarm lengte van je knieën afstaat, omver te du-wen. Dit alles zonder voorover te vallen. Alleen Len slaagde in deze proef. Niet alleen het bestuur had het moeilijk met het uitvoeren van sommige opdrachten. De mannen van de Redactiecommissie hadden ontzettend veel moeite om een

Ranking Foliolum Met het bestuur

Marrit Aaten & Merlijn van Leent

Page 37: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

Pharmaciae Sacrum

37

kauwgombel te blazen. Aan sommigen moest zelfs worden uitgelegd hoe je zo’n ding überhaupt blaast. Het grootste spectakel van de avond was wel Len en zijn spekjes. Het bestuur moest proberen zoveel mogelijk spekjes in hun mond te krijgen. De dames begonnen met gemiddeld tien spekjes waarop Len volgde met maar liefst dertig spekjes!!!!! Na deze knappe prestatie deed Sjoerd ook nog een poging om dit record te verbreken. Helaas kreeg hij hier de kans niet voor, aangezien hier niet genoeg spekjes meer voor waren.

Bij het adspel kreeg Thomas eindelijk de kans zich te be-wijzen als goede adjes trekker. Helaas stelde hij hier zijn commissiegenoten mee teleur. Zelfs de dames van de Re-dactiecommissie waren hem voor.

Als laatste willen we nog even kwijt dat wij ons afvragen, wie van het bestuur naar zijn telefoon grijpt als de Nokia ringtone in het hok afgaat? Drie van de vijf bestuursleden hadden verbazend genoeg deze beltoon. De anderetwee hadden een nog “hippere” ring-tone, namelijk de ouderwetse tringtring.

Uit het eindklassement bleek dat het bestuur duidelijk beter was in dit spel dan de Redactiecommissie zelf. Gelukkig hebben wij nog 4 keer de kans om ons wel te bewijzen en goed te oefenen!

Agenda

Oktober

26-10 Algemene Ledenvergadering

November

01-11 STOF vergadering02-11 P.S. Borrel15-11 EJC Feest23-11 Ziekenhuisfarmacieavond

December

06-12 STOF vergadering08-12 Dies09-12 Dies Almanakonthulling10-12 Dies14-12 P.S. Borrel

Page 38: Foliolum Oktober 2010

Foliolum Jaargang XXIV Ed I

38

Zoek de 10 verschillen (Gezichtsuitdrukkingen tellen niet mee)

Bas & SilSudoku

Indien u denkt de antwoorden te weten op de beide puzzels, kunt u deze per e-mail tot 18 november sturen naar [email protected]. De inzendingen worden op juistheid beoordeeld. De beste inzending wordt beloond met een prijs.

Puzzelpagina Marrit Aaten & Jeroen Kolkman

6 4

2 68

573

642

7

92

495

4 59 2

3

95

8

3

81

Page 39: Foliolum Oktober 2010

Alliance Apotheek is een sterke groep van 78 apotheken. Samen met meer dan 240 zelfstandige apotheken zijn we voor de consument herkenbaar als Kring-apotheek. Gezamenlijk garanderen we de beste zorg voor de consument. Alliance Apotheek koestert ondernemers. Niet in de laatste plaats omdat we zelf ondernemers zijn maar ook omdat ondernemers gedreven zijn en de passie hebben die we zoeken.

Alliance Apotheek is altijd op zoek naar ondernemende apothekers (m/v) die carrière willen maken

Ben je ondernemend en vind je dat zorg meer is dan medicijnen? Houd je van samenwerking en heb je ple-zier in de dynamiek van de openbare apotheek? Dan nodigen we je van harte uit te reageren. Je schriftelijke reactie, bestaande uit CV en motivatie, kun je sturen naar [email protected]. Meer informatie lees je op www.alliance-apotheek.nl.

Alliance Apotheek, Hambakenwetering 5A, 5231 DD ’s-Hertogenbosch, telefoon +31 (0)73 628 29 00, e-mail: [email protected], www.alliance-apotheek.nl

Wie?Giselle Tak-Ronnen (32)

Sinds 2005 ondernemend apotheker

van de Kring-apotheek ‘t Oude Dorp.

Waarom Alliance Apotheek?Ik wilde mijn ambities combineren met

het sterke imago van Kring-apotheek en

de ondernemersgeest en support van

Alliance apotheek. Ik ben en voel me een

ondernemer in loondienst.

Tip?Laat je maar eens vrijblijvend

informeren.

De ondernemendeapotheek

Carrière maken |

Alliance adv Giselle 148x210.ind1 1 29-10-2008 10:23:11

Page 40: Foliolum Oktober 2010

Nummer 1 in distributie

T e l e f o o n 0 4 6 - 4 2 0 3 9 0 0 , w w w . m o s a d e x . n l

stramien_adv._A4_FC 17-05-2006 17:08 Pagina 1