Foliolum Mei 2011

40
Foliolum JAARGANG XXIV EDITIE IV MEI 2011 G.F.S.V. “PHARMACIAE SACRUMUNIVERSITAIR CENTRUM VOOR FARMACIE Micheline van Neste Zelfzorgadvies op apotheekniveau Esther Brasser Zelfzorg en de zelfzorgmarkt Nienke Veger Zelfzorgmiddelen Zelfzorgmiddelen

description

Mei editie van het foliolum

Transcript of Foliolum Mei 2011

  • FoliolumJaargang XXIV EdItIE IV MEI 2011

    g.F.S.V. PharMacIaE SacruMunIVErSItaIr cEntruM Voor FarMacIE

    Micheline van Neste

    Zelfzorgadvies op apotheekniveau

    Esther Brasser

    Zelfzorg en de zelfzorgmarkt

    Nienke Veger

    Zelfzorgmiddelen

    Zelfzorgmiddelen

  • Pharmachemie

    We make better healthcare accessible

    around the world

    Teva Pharmachemie is onderdeel van Teva Pharmaceuticals, een internationale onderneming met bijna 40.000 medewerkers die vooral actief is in Isral, de Verenigde Staten en Europa. Wereldwijd behoort Teva tot de top 15 van grootste farma-ceutische bedrijven ter wereld.

    Teva Pharmachemie in Haarlem is een all round farmaceutisch bedrijf dat actief is in alle segmenten van de farmamarkt: generieke geneesmiddelen, vrij verkrijgbare geneesmid-delen, ziekenhuisproducten, innovatieve geneesmiddelen, voedingssupplementen en huid-verzorgingsproducten.

    Wereldwijd is onze fabriek bekend als ontwikkelaar en producent van geneesmiddelen voor de behandeling van kanker, astma en andere chronische longziekten.

    www.tevapharmachemie.com

    Corporate Advertentie 2011 A5 Final.indd 1 09-02-11 10:02

  • G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum in samenwerking met het Universitair Centrum voor Farmacie

    aan de Rijksuniversiteit Groningen.

    FoliolumJaargang XXIV EdItIE IV MEI 2011

    Copyright 2011 Redactiecommissie Foliolum Ex-libris der G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum. Niets uit deze uit-gave mag worden vermenigvuldigd en /of openbaar gemaakt worden door middel van schrift, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de auteurs.

    En verder ...

    REdaCtioNEElVoorwoordPraesespraatactueel

    FaCUltaiRPromovendiafgestudeerdenEvaluatiesStudent in het buitenlandMasteronderzoek belichtBacheloronderzoek belicht

    PhaRMaCiaE SaCRUMalumnusStERC SportdagMannenactiviteitouderejaarssymposiumCarriredagRanking FoliolumPuzzelpagina

    Redactiecommissiethomas van der Woude

    Geert van der Werflisanne Geers

    Marrit aatenJeroen Schouten

    Merlijn van leent

    ab-actiaatGeert van der Werf

    Westersingel 25a9718 CB Groningen

    tel: [email protected]

    drukkerijSmeets & hagenbeck

    oplage1250

    45

    16

    182122242628

    29323334353638

    8 ZelfZorg en ZelfZorgmarkt6 ZelfZorgadvies op apotheekniveau

    13 ZelfZorgmiddelen 14 kiekje binnn grunn

  • 4Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    Beste lezer,

    U kent het wel, al die reclames op tV voor pijnstillers, gezichtscrmes, hoestdrankjes en meer. We worden er continu mee geconfronteerd en welness schijnt nu al het woord van 2011 te zijn. Schijnbaar hebben we onze eigen gezondheid en voorkomen helemaal zelf in de hand met deze middelen en straalt de toekomst. Maar nu even terug naar de realiteit, hoeveel worden deze zelfzorgmiddelen eigenlijk gebruikt in Nederland? En speelt de apotheker hier ook een rol bij? op deze vragen zult u in deze 4e editie van het Foliolum een antwoord kunnen vinden.

    in het eerste artikel is Michiline van Neste aan het woord over advies op het gebied van zelfzorgmiddelen in de apotheek. hierin bespreekt ze hoe de combinatie van apotheek en drogisterij samen gaat en wat dit voor de patinten/klanten kan betekenen. hierna geeft Esther Brasser, werkzaam bij de firma Neprofarm, een overzicht van de zelfzorgmarkt in Nederland. Van informatie aan de consument gericht via een iPhone applicatie en de verkrijgbaarheid van de middelen tot aan de voordelen van een uitgebreide en goed genformeerde zelfzorgmarkt en de hulp voor patinten met betrekking tot interacties. als laatste is apotheker Nienke Veger van apotheek Boterdiep aan het woord over haar eigen ervaringen met zelfzorgmiddelen in de apotheek. Een voorbeeld dicht bij huis hier in Groningen.

    in het facultaire gedeelte wordt dit keer extra aandacht besteed aan de evaluaties. Vaak is dit niet veel meer dan een opsomming die voor veel studenten weinig informatie verschaft. daarom is in samenwerking met de evaluatiecommissie tekst en uitleg geschreven om meer duidelijkheid te geven en de informatie daarmee interessanter en toegankelijker te maken.

    Uiteraard vindt u in het P.S. gedeelte weer de verslagen van alle activiteiten van de afgelopen tijd. Zo is er bijvoorbeeld de jaarlijkste carriredag geweest, de biercantus voor de mannen en het ouderejaarssymposium.

    inmiddels is de redactiecommissie voor volgend jaar genstalleerd en zijn wij alweer bezig met ons laatste nummer. tijd dus om na te gaan denken over een paar mooie afsluiters en het jaar succesvol af te gaan ronden.

    ik wens u allen heel veel leesplezier!

    Namens de 24e redactiecommissie Ex-libris,

    thomas van der Woudeh.t. praeses

    Ex-librisRedactiecommissie 2010-2011

    v.l.n.r. Merlijn, thomas, Marrit, lisanne, Geert en Jeroen

  • 5Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    Geachte lezer,

    Eindelijk heeft de zon het hoge Noorden gevonden en dat betekent dat de Groningers weer massaal het terras onder de Martinitoren opzoeken. Waar ze in Spanje met onze voorjaarstemperaturen nog een sjaal zouden dragen, begeven wij ons mt zonnebril naar het terras. heel toepasselijk vond op 26 maart dan ook de Voorjaarsdag van de K.N.P.S.V. plaats. Symbolisch betekent de Voorjaarsdag voor ons het begin van het einde van het 129e bestuursjaar. We hebben vijf enthousiaste opvolgers gevonden, die het stokje in juni van ons over gaan nemen. op de maart alV is het kandidaat-bestuur onthuld en hebben zij zichzelf voorgesteld.

    Naast de maart alV zijn er in maart veel andere activiteiten de revue gepasseerd. Zo is tijdens de maart-borrel de bestemming van de Buitenland Excursie onthuld. op 21 april zullen we in de avond afreizen naar Mnchen en Wenen. in maart hebben tevens een geslaagde Carriredag, een drukbezocht EJC-feest en een interessant Eerstejaarssymposium plaatsgevonden. ook hebben we voor het eerst in samenwerking met Mediq een serie workshops over human Resource Management georganiseerd. Voor de komende maanden staan er weer allerlei leuke activiteiten op het programma. Een overzicht hiervan vind je in de agenda verderop in dit nummer.

    dit nummer gaat over zelfzorg; een onderwerp dat steeds belangrijker wordt voor de openbaar apotheker. de KNMP heeft hier standaarden voor opgesteld, die gebundeld zijn in het boek Standaarden voor de Zelfzorg. dit boek zal de meeste Masterstudenten bekend voorkomen, maar toch komt zelfzorg tijdens de studie niet uitgebreid aan bod. ik vind het daarom erg leuk dat de Redactiecommissie een editie aan dit onderwerp heeft gewijd. de apotheker kan met zijn/haar kennis goede adviezen en uitleg geven over zelfzorgproducten en kan daarnaast in de gaten houden of er geen interactie is met de receptgeneesmiddelen van de patint.

    Wederom heeft de Redactiecommissie een interessante editie van het Foliolum samengesteld en ik wil hen hiermee dan ook complimenteren.

    tenslotte wil ik u allen veel leesplezier toewensen!

    Met vriendelijke groet,namens het 129e bestuur der G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum,

    Gwenny Verstappenh.t. praeses

    VerstappenPraeses der G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum

    v.l.n.r. Evianne, Emma, Gwenny, Sjoerd en len

  • 6Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    Zelfzorgadvies op apotheekniveaudelta apotheek in harskamp kiest voor eigen drogist

    Micheline van Neste

    n het Veluwse dorp harskamp heeft delta apotheek de plaatselijke drogisterij overgenomen. de nieuwe onder-

    neming maakt deel uit van het pas geopende Medisch Centrum. ons doel is zelfzorgadvies op apotheekniveau. otC-middelen gaan vaak te gemakkelijk over de toon-bank, aldus tweede apotheker Claire linssen. direct na binnenkomst in het Medisch Centrum, dat januari 2010 opende, sta je in de delta apotheek/drogisterij. het is n ruimte met twee verschillende stijlen en bele-vingen. de apotheek met een grote leestafel om mensen aan de balie privacy te geven ademt rust. in de drogist winkelen mensen tussen de schappen. de apotheekbalie loopt ovaalvormig door in de kassabalie van de drogisterij. daar staan dezelfzorggeneesmiddelen letterlijk tussen apotheek en drogist in. hoewel beide delen in elkaar over-lopen zijn ze ook apart toegankelijk. de doorzichtige schei-dingswand wordt alleen gesloten als de apotheek dicht is, op vrijdagavond (koopavond) en zaterdag.

    Eigenaar/apotheker Edwin de Frankrijker begon de delta apotheek in 2006 toen hij de geneesmiddelvoorziening voor negenduizend patinten overnam van vier apotheek-houdende huisartsen in harskamp, otterlo en Wekerom. in de laatste twee dorpen op circa vijf kilometer afstand heeft delta een servicepunt.

    expertisede Frankrijker liep van begin af aan rond met plannen voor een uitgebreide afdeling handverkoop. Juist omdat ik vind dat een apotheek de expertise in huis heeft om deskundig advies te geven over zelfzorgmiddelen. toen de eigena-resse van de plaatselijke drogisterij twee jaar geleden aangaf dat zij wilde stoppen, was het voor de Frankrijker een logische stap om de winkel met de drogistformule dio over te nemen. Producten van de dio-formule zijn

    niet de goedkoopste, maar deze franchiseorganisatie neemt me veel zaken uit handen waaronder de verzorging van de wekelijkse aanbiedingen. op het assortiment heb ik invloed. We lopen nu de zelfzorgstandaarden na op eerstekeusmiddelen, want die wil ik in huis hebben.

    de mogelijkheid de drogist over te nemen viel samen met de plannen van de Frankrijker om een Medisch Centrum in harskamp op te zetten. ik vond het vanzelfsprekend als zorgverleners bij elkaar te gaan zitten, al duurde het even voordat ik de huisarts(en) monopolisten van nature over de streep kon trekken. Een van de voor-malig apotheekhoudende huisartsen houdt praktijk in het Medisch Centrum en werkt nauw samen met de delta apotheek.

    i

    VolWaaRdiG VERlENGStUKtips voor apothekers die een drogisterij overwegen: onderzoek je marktomgeving. Zie je drogisterij als een volwaardig verlengstuk van

    je apotheek. Zodra je opent moet je aan je klanten waarmaken waar je voor staat.

    Breng je drogistmedewerkers zo veel mogelijk op het kwaliteitsniveau van je apothekersassistenten. Zorg dat ze door nascholing bekend zijn met medicatie-bewaking en kennis krijgen over zelfzorggeneesmid-delen en interacties.

    Geef je apotheek met drogisterij voldoende naams-bekendheid.

    Omdat we dicht bij elkaar werken, kan ik makkelijk iemand aanschieten

  • Zelfzorgmiddelen

    7

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    gele stickerGoed advies en opname in het medicatiedossier vormen in delta de leidraad bij de verkoop van zelfzorgproducten. Middelen die interacties kunnen geven zijn in de drogisterij voorzien van een gele waarschuwingssticker. als iemand een product wil hebben waar een gele sticker op zit, vraag ik of het voor hemzelf is en of hij medicijnen gebruikt, vertelt drogisterijmedewerker Yvonne Meerts. is dat het geval, dan bied ik de klant aan om de combinatie te laten nakijken door een collega van de apotheek. omdat we dicht bij elkaar werken, kan ik makkelijk iemand aanschieten.Bepaalde combinaties, zoals vitamines bij antistolling, kan Meerts zelf nakijken. Ze mag iemands medicatiedossier raadplegen, maar er niets aan toevoegen, vult apotheker linssen aan. dit betekent dat als een van onze patinten in de drogist ibuprofen koopt, zij de gegevens op papier noteert en een van ons die later in het apotheeksysteem zet.

    Naast de twee apothekers bestaat het team uit acht apothekersassistenten, van wie een het drogisterijdiploma heeft gehaald. Zij regelt de dagelijkse zaken in de drogis-terij en geeft leiding aan drie drogisterijmedewerkers. het werkoverleg is gezamenlijk en ook daarnaast wordt onderling veel kennis uitgewisseld. drogisterijmedewer-kers worden geschoold op kennis over otC-middelen en interacties. linssen: En als een apothekersassistent een drogistbijeenkomst wil bijwonen, stimuleren we dat. drogistmedewerker Meerts start in november met de twee-jarige opleiding voor apothekersassistent.

    hoewel de apotheek en de drogist onder n dak zitten, zijn het administratief gescheiden bedrijven met een eigen exploitatie, voorraadsysteem en kassa. ongemakkelijk voor de klant, beaamt de Frankrijker. hij zou graag zien dat het Pharmacomsysteem kan worden gekoppeld met het drogisterijsysteem, maar dat is niet mogelijk vanwege een beveiliging in het apotheeksysteem. Een patint moet soms bij twee verschillende kassas afrekenen. Gelukkig hebben de meeste mensen daar begrip voor, maar een koppeling zou een verbetering van ons zorgniveau bete-kenen.

    naamsbekendheidNa een voorzichtige aanloop draait de drogisterij nu goed. de lokale bevolking, evenals de zomertoeristen, weten delta te vinden. linssen en de Frankrijker hebben afgelopen voorjaar hard gewerkt aan hun naamsbekend-heid. op alle campings in de omgeving ligt onze flyer. de vakantiegangers circa tienduizend potentile klanten gedurende de drie zomermaanden zorgen voor flink wat extra klandizie. de drogisterij trekt per maand circa 3500 klanten, van wie twee derde bestaat uit inwoners.de apothekers zijn tevreden over de combinatie apotheek/drogist, maar realiseren zich dat deze vorm minder geschikt is op locaties met meer concurrentie. linssen: in grotere plaatsen leg je het af op prijsconcurrentie. Wij zetten in op kwaliteit en niet op de laagste prijs. En dat kan alleen omdat hier geen prijsvechter als Kruidvat of Etos zit.

    combinaties in vele smakenCombinaties van apotheken en drogisterijen zijn er in diverse soorten. Nederland kent minimaal acht apotheken met een dio-drogisterij, waaronder de delta apotheek. Voor het merendeel zijn ze gevestigd in kleinere gemeenten. Vaak gaat het om een drogisterij in een apotheek. in een enkel geval is de drogisterij gescheiden van de apotheek.Unipharma, groothandel voor drogist en apotheek, kent naast haar concept voor handverkoop in de apotheek, twee vormen van een apotheek met een drogisterij: de Zorg+zeker apotheek/drogisterij en de drogist Bewust Beter.

    dit artikel is verschenen in het Pharmaceutisch Weekbladeditie 36 2010.

    Jacco van liere, directeur van Unipharma: in beide gevallen is de apotheek meestal de exploi-

    tant, en valt de drogisterij onder verantwoordelijkheid van de apotheker. het drogistgedeelte beslaat mini-maal honderd vierkante meter vloeroppervlak.Er zijn twaalf Zorg+zeker apotheek/drogisten. de nadruk ligt op het apotheekgedeelte en ze zitten vaak op locaties met minder concurrentie. de combinatie met een drogist Bewust Beter vind je in gebieden met meer concurrentie, bijvoorbeeld in een winkelcentrum met een Etos of Kruidvat. de promoties van de drogis-terijproducten zijn agressiever en de prijzen scherper.

    Nederland kent minimaal acht apotheken met een DIO-drogisterij

  • 8Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    elfzorg staat voor alles wat consumenten zelf, op eigen initiatief en voor eigen verantwoordelijkheid, kunnen

    doen om herkenbare, tijdelijke gezondheidsklachten te verminderen of te genezen. de consument stelt zelf de diagnose, bepaalt wat hij er aan wil doen en kiest zelf de therapie. ook preventie en andere activiteiten om gezond te blijven, zijn vormen van zelfzorg.

    Met zelfzorgmiddelen of -producten worden zelfzorg-geneesmiddelen, gezondheidsproducten of medische hulpmiddelen bedoeld. de samenstelling, claim of het werkingsmechanisme bepalen onder welk wettelijk regime een zelfzorgproduct valt. Voor zelfzorggeneesmiddelen gelden dezelfde wettelijke eisen als voor receptgeneesmid-delen. ook deze producten moeten worden geregistreerd door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen waarbij de werkzaamheid, veiligheid en kwaliteit wordt beoordeeld.

    Consumenten en zelfzorgZelfzorggeneesmiddelen zijn uitstekend geschikt om op eigen gezag door de consument te worden gebruikt. Ze zijn veilig en effectief bij normaal gebruik volgens de informatie op de verpakking en in de bijsluiter. de consument maakt graag zelf een keuze uit het beschikbare assortiment.

    Keuzevrijheid houdt ook in dat het assortiment in de winkel voldoende breed is en verschillende alternatieven biedt. de beschikbaarheid van deskundig advies is voor veel consumenten belangrijk om tot een goede keuze te kunnen komen. de consument wil wel zelf bepalen of hij advies nodig heeft. dat is mede bepalend voor de plaats waar hij een zelfzorggeneesmiddel gaat kopen.

    Gebruik van zelfzorgmiddelenin vergelijking met andere Europese landen is het gebruik van zelfzorg(genees)middelen in Nederland relatief laag. dat geldt zowel voor de uitgaven per hoofd van de bevol-king, als in relatie tot de (collectieve) uitgaven aan genees-middelen op recept van een arts.NB: de cijfers van de tabellen hebben alle betrekking op 2009. de cijfers van 2010 zijn binnenkort te vinden op www.neprofarm.nl.

    Uitgaven aan zelfmedicatie per hoofd van de bevolking in 2009 en omzetaandeel zelfmedicatie in de totale farma-ceutische markt in 2009 zijn te zien in tabel 1.

    informatie aan de consumenten

    Productinformatie op verpakking en in bijsluiterin tegenstelling tot receptgeneesmiddelen staan op de verpakking van zelfzorggeneesmiddelen onder andere de indicaties en contraindicaties vermeld. op basis van de verpakking kan de consument vervolgens een keuze maken uit het beschikbare assortiment. de informatie die de bijsluiter biedt, is van groot belang voor een veilig en effectief gebruik. Zeker voor zelfzorggeneesmiddelen omdat deze zonder tussenkomst van een arts door de consument zelf worden toegepast. het College ter Beoor-deling van Geneesmiddelen controleert en beoordeelt bij registratie van een zelfzorggeneesmiddel de juistheid en leesbaarheid van de verpakkingstekst en de consumenten-bijsluiter.

    Uit onderzoek door tNS NiPo blijkt dat wanneer een zelfzorggeneesmiddel voor het eerst wordt gebruikt, 96 procent van de gebruikers de bijsluiter helemaal leest of in elk geval de belangrijkste informatie. Bij herhaalge-bruik wordt de bijsluiter echter vaak niet meer gelezen. 62

    Zelfzorg en de zelfzorgmarkt

    Esther Brasser

    tabel 1. Uitgaven zelfmedicatie per hoofd bevolking en omzetaandeel in totale

    farmceutische markt

    laNd UitGaVEN aaNdEEl

    Zwitserland 85 16 %

    ierland 76 15 %

    Belgi 65 15 %

    denemarken 44 14 %

    Groot-Brittanni 43 13 %

    Noorwegen 54 12 %

    oostenrijk 37 12 %

    Finland 55 11 %

    duitsland 52 11 %

    Nederland* 39 11 %

    Spanje 39 11 %

    Zweden 51 10 %

    itali 27 8 %

    Frankrijk 31 7 %

    Portugal 22 7 %Bron: aESGP

    * Voor Nederland zijn de zelfzorguitgaven aan gezond-heidsproducten inbegrepen. Voor de andere landen betreft het vrijwel uitsluitend zelfmedicatie/zelfzorgge-neesmiddelen.

    Z

  • Zelfzorgmiddelen

    9

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    procent zegt de bijsluiter niet te lezen omdat het genees-middel al bekend is. Een kwart leest alleen de informatie die men belangrijk vindt.

    informatie aan de consument: Zelfzorg.nlde consument kan zelf veel doen om gezond te blijven, maar kan ook vaak zelf iets doen aan eenvoudige, veel-voorkomende gezondheidskwalen. de website www.zelf-zorg.nl geeft daarover veel informatie en helpt bovendien om een verantwoorde keuze te maken uit het brede assor-timent zelfzorgproducten. Bij alle geneesmiddelen zijn de originele bijsluiters te lezen.

    Zelfzorg-app voor iPhone: scan de verpakkingZelfzorg.nl is uitstekend geschikt voor gebruik met smart-phones en er is een gratis Zelfzorg-app voor de iPhone gemaakt (Figuur 1). daarmee kan al voor de aankoop van een geneesmiddel of onderweg de bijsluiter en de belang-

    rijkste productinformatie van een geneesmiddel worden geraadpleegd. Met de Zelfzorg-app kan zelfs de streepjes-code van een zelfzorg(genees)middel worden gescand om deze informatie op te roepen. op die manier is de bijsluiter altijd en overal beschikbaar (Figuur 2).

    Bijsluiterwoordenboek.nlUit onderzoek van tNS NiPo blijkt dat 43% van de Neder-landers soms enkele woorden in bijsluiters niet begrijpen. hiervoor is www.bijsluiterwoordenboek.nl ontwikkeld. het woordenboek geeft een verklaring voor woorden die door gebruikers als moeilijk worden ervaren. het gaat dan om woorden uit bijsluiters van zelfzorggeneesmiddelen. Voorbeelden van lastige woorden die regelmatig worden opgevraagd zijn orodispergeerbaar, keratolytisch, metabo-lisering.

    het zoekgedrag van bezoekers wordt gebruikt om bijslui-ters te verbeteren en begrijpelijker te maken.

    verkrijgbaarheid

    Waar zijn zelfzorggeneesmiddelen te koop?Volgens de nieuwe Geneesmiddelenwet worden zelfzorg-geneesmiddelen ingedeeld in drie categorien:Ua - Uitsluitend verkrijgbaar bij de apotheekUad - Uitsluitend verkrijgbaar bij apotheek en drogisterijaV - algemeneVerkoop (alle overige verkooppunten zoals supermarkten,benzinestations, kiosken etc)

    tabel 2. omzet zelfzorgmarkt

    PRodUCtGRoEPEN MilJoEN EURo

    Vitamines / mineralen 132.1

    Producten voor de luchtwegen 131.4

    Producten tegen pijn 131.0

    Producten voor huid en haar 67.8

    Spijsverteringspreparaten 55.3

    Urogenitale zorg en voortplanting 27.3

    overigen 106.7

    totaal zelfzorgmarkt 651.6Bron: iMS health > > >

    Figuur 1. de zelfzorg applicatie

  • Zelfzorgmiddelen

    10

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) bepaalt de indeling van de zelfzorgproducten: Ua-geneesmiddel als dit volgens het CBG uit oogpunt

    van medicatiebewaking, voorlichting of begeleiding bij de terhandstelling noodzakelijk is.

    aV-geneesmiddel als dit volgens het CBG uit oogpunt van veilig gebruik verantwoord is, gelet op de werk-zame stof, de dosering en de verpakkingsgrootte.

    Uad-geneesmiddel als het niet voor indeling als Ua-geneesmiddel of als aV-geneesmiddel in aanmer-king komt.

    Een deel van de zelfzorggeneesmiddelen is dus uitsluitend verkrijgbaar bij apotheek, drogisterij en supermarkten met een drogisterij-afdeling (Uad-geneesmiddelen). Binnen deze verkoopkanalen is in principe een (assistent-)drogist of apotheker (en assistente) aanwezig om consumenten te helpen bij het maken van een keuze voor en tussen

    zelfzorggeneesmiddelen en om te informeren over het gebruik. in andere verkoopkanalen, zoals supermarkten en benzinestations, waar alleen aV-geneesmiddelen mogen worden verkocht, is geen advies beschikbaar.

    over the CounterZelfzorggeneesmiddelen hoeven sinds 1 juli 2002 niet achter een toonbank te liggen, maar mogen gewoon in de winkelschappen staan. Voor die tijd was de verkoop van zelfzorggeneesmiddelen alleen toegestaan vanachter een toonbank. Vandaar dat deze producten ook wel otC-geneesmiddelen worden genoemd, naar het Engelse begrip over the Counter.

    Zelfselectie maakt het consumenten mogelijk om zelf producten te pakken, te bekijken en te vergelijken. Met andere woorden: keuzevrijheid voor de consument. Boven-dien kunnen consumenten hierdoor ook kennismaken met onbekende producten en producten waar zij liever niet om willen vragen (zogenoemde schaamteproducten). de toonbankverplichting werd als eerste opgeheven in Scan-dinavische landen (midden jaren negentig), omdat bleek dat advisering daardoor wordt bevorderd. Consumenten vragen namelijk gerichter om advies als zij de verpakking hebben kunnen lezen en bovendien vragen zij gemakke-lijker om advies bij schaamteproducten als er geen andere klanten meeluisteren, zoals meestal in de rij bij een kassa wel het geval is.

    ZelfZorgmarkt

    de zelfzorgmarkt is voortdurend in beweging. Zo heeft de Mexicaanse griep in 2009 gezorgd voor een omzetstijging in de productgroepen huid en haar en Spijsverteringspre-paraten. al met al maakte de markt in 2009 ten opzichte van het jaar daarvoor een groei door van 3% (tabel 2) de omzet is onderverdeeld naar de drie verkoopkanalen (tabel 3).

    in totaal werd in 2009 651,6 miljoen euro (op consumen-tenprijsniveau) besteed aan zelfzorggeneesmiddelen en gezondheidsproducten in Nederland. in tabel 4 zijn het aantal verkooppunten in Nederland weergegeven en in tabel 5 de apotheekomzet van zelfzorgmiddelen.

    apotheken en drogisten samen zorgen voor een vergelijk-bare distributiedichtheid als het gemiddelde van andere Europese landen (tabel 6). drogisten zijn een typisch Nederlands verschijnsel; behalve in Zwitserland zijn er geen andere Europese landen waar een drogist naast een apotheker een groot deel van de zelfzorggeneesmiddelen verkoopt. Verkoop in kanalen zonder gekwalificeerd perso-neel komt in steeds meer landen voor. tot enkele jaren geleden alleen in het Verenigd Koninkrijk en ierland, sinds 2007 ook in Nederland: de zogenaamde aV-categorie.

    Een op drie huisartsbezoeken onnodigUit onderzoek onder 200 huisartsen in 2010 uitgevoerd in opdracht van Neprofarm, blijkt dat 29 procent van de bezoeken aan de huisarts overbodig is. in die gevallen gaat het namelijk om eenvoudige gezondheidsklachten van

    tabel 4. aantal verkooppunten in Nederland

    aPothEKEN

    Zelfstandige apotheek 1.473

    Ketenapotheek 493

    totaal apotheken 1.966

    dRoGiStERiJEN

    Zelfstandige drogisterij 1.279

    Ketendrogisterij 1.442

    totaal drogisterijen 2.721

    SUPERMaRKtEN 3.830*

    totaal aantal verkooppunten 8.517Bron: iMS health

    *Supermarkten mogen aV-geneesmiddelen en gezond-heidsproducten verkopen. ongeveer 400 supermarkten hebben een gediplomeerde drogist in dienst en mogen daarom ook Uad-geneesmiddelen verkopen. ongeveer 1.700 supermarkten verkopen alleen aV-producten. alle overige supermarkten verkopen voornamelijk gezond-heidsproducten (voedingssupplementen). de ongeveer 250 benzinestations die aV-geneesmiddelen verkopen,

    zijn niet in de tabel opgenomen.

    tabel 3. omzet onderverdeeld naar de drie verkoopkanalen

    VERKooPKaNaal oMZEt aaNdEEl

    drogisterijen 489.8 75,2 %

    apotheken 103.8 15,9 %

    Supermarkten 58.0 8,9 %

    totaal Zelfzorgmarkt 651.6Bron: iMS health

  • Zelfzorgmiddelen

    11

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    voorbijgaande aard, die ook door de patint zelf kunnen worden aangepakt met een zelfzorggeneesmiddel dat zonder recept verkrijgbaar is. de top drie van eenvoudige gezondheidsklachten waarvoor een patint bij de huisarts komt, is: pijn (spier- of gewrichtspijn, rugpijn, hoofdpijn, etc), (neus)verkoudheid en hoesten.

    huisartsen in Nederland worden maandelijks door gemid-deld 516 patinten geconsulteerd en aan 250 van hen schrijft de huisarts een geneesmiddel voor. Bij 54 van deze 250 patinten betreft het echter eenvoudige gezondheids-klachten waarvoor ook zelfzorggeneesmiddelen verkrijg-baar zijn bij apotheek of drogisterij. hetzelfde geldt voor 96 van de 266 patinten die geen geneesmiddel voorge-schreven krijgen.

    Meer aan zelfzorg doenVoor de patint is een belangrijke rol weggelegd wanneer het gaat om het zelf oplossen van eenvoudige gezond-heidsklachten. dat bespaart onnodig bezoek aan een arts, waardoor er meer tijd is voor de patinten die de begeleiding van een arts nodig hebben. alle betrokkenen in de gezondheidszorg spelen een belangrijke rol bij het stimuleren van de zelfredzaamheid van de consument. tweederde van de huisartsen vindt ook dat hun patinten meer aan zelfzorg zouden moeten doen.

    dit deel van de zorg kan worden verplaatst van de huis-artspraktijk naar de apotheek. de rol van de apotheker kan nog verder worden uitgebreid door van een aantal huidige receptgeneesmiddelen Ua-middelen te maken.

    de betrouwbaarheid van het advies dat gegeven wordt door de apotheker wordt zeer hoog gewaardeerd: uit consumentenonderzoek door het NiVEl blijkt dat 99% van de mensen die hun laatste zelfzorggeneesmiddel bij de apotheker haalden en daarbij informatie kregen, deze informatie (zeer) betrouwbaar vonden. ter vergelijk: dit was bij 67% van de mensen die hun zelfzorggeneesmiddel bij de drogist kochten het geval.

    tabel 5. apotheekomzet

    aPothEKEN oMZEt iN MilJoEN EURoS

    Producten voor de luchtwegen 22.1

    Producten tegen pijn 19.4

    Producten voor huid en haar 13.5

    Vitamines / mineralen 13.4

    Spijsverteringspreparaten 13.1

    Urogenitale zorg en voortplanting 3.7

    overigen 18.6

    totaal omzet apotheken 103.8Bron: iMS health > > >

    Figuur 2. oud-minister ab Klink presenteert de zelfzorg applicatie

  • Zelfzorgmiddelen

    12

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    Wat betreft de betrouwbaarheid van informatie over een zelfzorggeneesmiddel binnen verschillende verkoopka-nalen in het algemeen, werd het volgende aangegeven. informatie over zelfzorggeneesmiddelen van de apotheek en huisarts wordt door vrijwel iedereen (respectievelijk 98% en 97%) (zeer) betrouwbaar gevonden. daarna vinden veel mensen (85%) de bijsluiter de meest betrouwbare bron. de informatie van de drogist wordt door driekwart van de mensen (75%) als (zeer) betrouwbaar bestempeld.

    interactie met receptgeneesmiddelenBij gecombineerd gebruik van zelfzorggeneesmiddelen met receptgeneesmiddelen is het extra belangrijk dat de patint goed genformeerd wordt over het gebruik, eventuele bijwerkingen en de risicos, kan soms voor problemen zorgen. Uit het NiVEl-onderzoek blijkt dat patinten door verantwoord mee om weten te gaan: bijna 100 procent raadpleegt ten minste n bron (huisarts, apotheker, drogist, bijsluiter etc). de (huis)arts en/of de apotheker zijn bij uitstek de aangewezen personen om te wijzen op eventueel interactierisico, dus op het moment van voorschrijven van het receptgeneesmiddel of bij de uitgifte ervan.

    tabel 6. apotheekdichtheid in Europa

    laNd aaNtal aPothEKEN KM / aPothEEK iNWoNERS / aPothEEK

    Belgi 5.222 6 2.064

    Spanje 21.165 24 2.208

    Frankrijk 22.462 28 2.880

    ierland 1.394 50 3.202

    itali 17.301 17 3.386

    duitsland 21.580 17 3.792

    Portugal 2.664 34 3.801

    Zwitserland 1.699 24 4.533

    Groot-Brittanni 12.898 19 4.800

    Finland 807 377 6.613

    oostenrijk 1.246 67 6.716

    Noorwegen 663 489 7.263

    Nederland 1.966 21 8.397

    laNd aPothEKEN EN dRoGiStERiJEN*

    KM / VERKooP-PUNtEN

    iNWoNERS / VERKooP-PUNtEN

    Nederland 5.100 83.178 3.178Bron: aESGP

    * de circa 400 supermarkten met een gediplomeerde drogist zijn in deze berekening meegenomen, aangezien zij ook Uad-geneesmiddelen mogen verkopen.

    Brancheorganisatie NeprofarmNeprofarm is de Nederlandse Vereniging van de

    Farmaceutische industrie van Zelfzorggeneesmiddelen en Gezondheidsproducten. Neprofarm vertegenwoor-digt de belangen van fabrikanten en importeurs van geregistreerde merkgeneesmiddelen die zonder recept verkrijgbaar zijn. tot het assortiment van de leden behoren zowel reguliere zelfzorggeneesmiddelen als homeopathische, fytotherapeutische en antroposofi-sche geneesmiddelenmiddelen. ook gezondheidspro-ducten zoals voedingssupplementen en kruidenpre-paraten n zelfzorgproducten die onder de wetgeving voor medische hulpmiddelen vallen, worden door de leden van Neprofarm op de markt gebracht.

    Neprofarm heeft als doel de aangesloten bedrijven te vertegenwoordigen en hun gemeenschappelijke belangen te behartigen, met in acht name van het volksgezondheidsbelang. het beleid van Neprofarm richt zich primair op de bevordering van een gunstig maatschappelijk en politiek klimaat voor zelfzorg, waarbij de consument centraal staat. Neprofarm beijvert zich in dit kader voor erkenning van de maat-schappelijke rol van zelfzorg, uitbreiding van de moge-lijkheden voor zelfmedicatie en erkenning van het

    merk als herkenbaar houvast voor de consument.

  • 13

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    ZelfzorgmiddelenUitsluitend apotheek met een Uitstekend advies

    Nienke Veger (apotheek Boterdiep)

    lint: doe mij maar een doosje aspirientjes. assis-tente: Bedoelt u aspirine of paracetamol? Clint:

    dat is toch hetzelfde?

    Clint: ik wil graag een doosje ibuprofen. assistente: Gebruikt u nog andere medicijnen? Clint: Ja, ik gebruik ook citalopram. assistente: ibuprofen heeft een wissel-werking met de citalopram. heeft u al paracetamol gepro-beerd?

    Zomaar 2 voorbeelden die regelmatig voorbij komen in de apotheek. hieruit blijkt wel dat het geven van een goed advies van groot belang is bij het afleveren van zelfzorg-middelen. om een passend advies te kunnen geven, wordt in veel apotheken gewerkt met de WhaM vragen. Er wordt achterhaald voor wie het zelfzorgmiddel bedoeld is, hoe lang de klachten al bestaan, of de clint al actie heeft ondernomen en of er nog andere medicatie wordt gebruikt.

    Zelfzorgmiddelen die een wisselwerking hebben met andere geneesmiddelen worden bovendien gemerkt met een gele sticker. deze middelen worden ingebracht in het dossier van de clint zodat bepaald kan worden of het middel wel geschikt voor hem of haar is.

    Een aantal zelfzorgmiddelen vereisen extra aandacht. dit zijn de middelen met een Ua-status. deze middelen zijn uitsluitend in de apotheek te verkrijgen. Nieuw binnen deze groep middelen zijn bepaalde NSaids. Per 1 januari zijn een aantal NSaids niet, of niet in grote hoeveelheden te verkrijgen bij de drogist. Juist dit zijn zelfzorgmiddelen waar veel vraag naar is en vaak is er sprake van interac-ties met andere geneesmiddelen. de KNMP heeft een vragenlijst ontwikkeld waarmee achterhaald kan worden of dit middel wel geschikt is voor de clint die er naar vraagt. deze vragenlijst is vrij uitgebreid, wij werken in de apotheek met een samengevatte versie van deze lijst. op deze manier wordt achterhaald of de patint nog meer geneesmiddelen gebruikt, of er contra-indicaties zijn voor het NSaid gebruik, met als conclusie of dit middel wel geschikt is, of dat er wellicht extra adviezen gegeven dienen te worden. op deze manier maak je als apotheek de Ua-status van deze middelen waar. Uitsluitend apotheek middelen mogen uitsluitend met een uitstekend advies de deur uit!

    in een studentenstad als Groningen is er ook veel vraag naar de morning after pil. deze is zonder recept te verkrijgen, maar dient wel vergezeld te worden van een juist advies. het komt bijvoorbeeld regelmatig voor dat iemand hele-maal geen morning after pil nodig heeft, omdat er bijvoor-beeld slechts 1 pil is vergeten.

    Niet alle zelfzorgmiddelen geven interacties, toch is ook dan een goed advies op zijn plaats. als er bijvoorbeeld weer luizen zijn geconstateerd op de basisschool is het van belang dat ouders goed weten wat ze moeten doen (meestal wordt er dan niet eens een middel meege-geven, kammen met crmespoeling is over het algemeen voldoende). ook worden er veel seizoensgebonden vragen gesteld, hoestklachten in de herfst en winter en momen-teel worden er veel vragen over hooikoorts gesteld. Voor de zomervakantie zijn er veel mensen die vragen hebben over zelfzorgmiddelen voor op vakantie. We kunnen clinten dan extra van dienst zijn door meteen een medicatiepas-poort uit te draaien om problemen bij de douane te voor-komen. dagelijks komen er clinten naar de apotheek met vragen over zelfzorgmiddelen. als goede apotheek is het van belang om ook deze mensen van een passend advies te voorzien en te zorgen dat deze middelen veilig met de eigen medicatie gebruikt kunnen worden.

    c

  • 14

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    Kiekje binnn GrunnBezoek aan acupunctuur praktijk hwa to

    thomas van der Woude & Marrit aaten

    p vrijdag 25 maart mochten wij op bezoek komen aan de acupunctuurpraktijk hwa to in het UMCG. dit keer

    geen bezoek buiten Groningen dus heet de rubriek voor de gelegenheid Kiekje binnn Grunn.

    de eerste vraag die drs. Zeegers aan ons stelde was hoe wij de acupunctuur en kruidentherapie relateerden aan de zelfzorg. Wij dachten dat deze alternatieve therapie vooral toegepast werd als ontspanningsmiddel, een soort verlengde van de spa. Niets bleek echter minder waar. Bij drs. Zeegers in de praktijk komen vooral patinten bij wie de Westerse therapie niet goed aanslaat, patinten met (pijn)klachten waar geen Westerse therapie voor is of bijvoorbeeld patinten die veel medicatie slikken en (door de bijwerkingen) niet lekker in hun vel zitten.

    het beste voorbeeld is hoofdpijn. Wanneer je bij de huisarts komt met hoofdpijn heb je waarschijnlijk al paracetamol of ibuprofen geprobeerd en indien dat niet werkt wordt vaak

    de diagnose migraine gesteld en kun je een recept voor immigran krijgen.

    Bij drs. Zeegers gaat het heel anders. Zo wordt er in de traditionele Chinese geneeskunde onderscheid gemaakt tussen 9 verschillende soorten hoofdpijn. En patinten hebben bijna nooit n soort hoofdpijn, maar meestal een combinatie van verschillende soorten. Bovendien hebben twee patinten zelden dezelfde combinatie van hoofdpijnen en bij elk patroon van hoofdpijnen hoort een andere therapie. hierin verschilt de Chinese diagnosestel-ling fundamenteel van de Westerse. Er wordt namelijk per patint een vrij unieke diagnose gesteld en daar hoort een unieke therapie bij. dit is ook een van de redenen waarom het slecht mogelijk is wetenschappelijk onderzoek te doen naar de Chinese geneeskunde. het is ontzettend moeilijk om een grote groep patinten te vinden met hetzelfde hoofdpijnpatroon, bovendien veranderd dat patroon naarmate de therapie vordert en ook die veranderingen verschillen per patint.

    o

    drs. martien Zeegers-nouwen, tandarts-acupuncturist

    drs. Zeegers-Nouwen is sinds 1990 tandarts. Ze heeft gedurende tien jaar in vele verschillende tandartsprak-tijken in Noord Nederland waargenomen en heeft van 1999 tot 2001 een eigen praktijk gehad. Ze heeft samen met You Ping Zhu vele jaren het acupunctuur keuzepro-ject voor geneeskunde studenten aan de RUG verzorgd. Gezien de titel van haar afstudeerscriptie: Slijm-vliesaf-wijkingen van de mond als manifestatie van ziektes elders in het lichaam, is de acupunctuur een logisch vervolg. Met deze scriptie won ze in 1989 de jaarlijkse landelijke scriptie prijs voor tandheelkunde studenten. de prijs werd uitgereikt aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. in 1997 heeft ze haar diploma acupunctuur behaald. het is heel raar gelopen, want ik deed de acupunctuuropleiding uit interesse. het was nooit de opzet om daar mijn vak van te maken. Maar toen ik die opleiding had gedaan, zag ik wat je er allemaal mee kunt. Vervolgens had ik het geluk dat ik in het hwa to acupunctuur Centrum kon werken samen met twee acupunctuur toppers uit China. Sinds 1998 werkt drs. Zeegers in het hwa to Centre, dat onder de vleugels van de Rijksuniversiteit Groningen valt.Van 2000 tot 2005 heeft drs. Zeegers college gegeven aan geneeskunde studenten, betreffende het keuze project traditional Chinese Medicine aan de RuG.in leiden, aan de Universiteit heeft ze vorig jaar een college gegeven voor de iFMSa studenten over acupunc-tuut in het kader van een Complementair en altenatief Geneeskunde Project.

  • hoe werkt acupunctuur?

    in de traditionele Chinese geneeskunde worden de organen in het lichaam niet los van elkaar beschouwd. tussen alle organen bestaan verbanden, zogeheten orgaansystemen. deze organen in deze systemen zijn verbonden via meridianen. Meridianen zijn energiebanen waardoor energie, qi, door het lichaam circuleert.

    onderbrekingen van de energiestromen worden toegeschreven aan fysieke en soms ook emotionele problemen. om de onder-brekingen in de energiestromen en daarmee de problemen op te heffen worden specifieke punten op de meridianen met behulp van dunne naalden gestimuleerd (acupunctuur). deze punten kunnen ook door druk worden gestimuleerd, men spreekt dat van acupres-suur. deze punten, en de meridianen zelf, liggen aan het oppervlak van het lichaam.

    de eerste keer dat een patint behandeld wordt, houden de posi-tieve effecten maximaal enkele dagen aan, waarna de klachten meestal terugkomen tot hetzelfde niveau of iets minder. Na herhaalde behandelingen worden de positieve effecten steeds groter, houden ze langer aan en keren de klachten steeds op een lager niveau terug. het effect van acupunctuurbehandelingen is dus cumulatief.

    Een voorbeeld hiervan is een patint uit de praktijk van drs. Zeegers. deze patint had last van migraine en slikte meerdere malen per week immigran en paracetamol. Na enkele maanden behandeld te zijn door dr. Zeegers met acupunctuur en kruidenthe-rapie kon deze patint toe met n paracetamoltablet in de week.

    Van dergelijke resultaten zijn veel voorbeelden en dit is ook de reden dat de traditionele Chinese genees-kunde steeds meer erkend wordt in de Westerse geneeskunde. het bestaan van meridianen en acupunc-tuurpunten is welaangetoond, maar zitten fysiologisch anders in elkaar dan zichtbare structuren. het blijkt dat de concentratie van lichaampjes van Kraus en Meissner, eindrecep-toren in de huid, hier groter is dan in andere delen van de huid. toch blijft het lastig om hier weteschappelijke studies naar te doen. de resultaten die met deze geneeswijze worden geboekt spreken in ieder geval voor zich en wij gingen met een heel ander idee over acupunctuur weg dan we gekomen waren.

    Er wordt onderscheid gemaakt tussen negen verschillende soorten hoofdpijn

  • 16

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    actueel

    pijnstiller in kristalvorm werkt beter

    Voor wie regelmatig ibuprofen of diazepam gebruikt, is er goed nieuws. deze geneesmiddelen lossen slecht op in water, maar worden zij in de vorm van kristallen toegediend, dan blijkt er veel minder van nodig te zijn. Farmaceutisch technoloog hans de Waard heeft een nieuwe techniek ontwikkeld, op basis van vriesdrogen, om van geneesmiddelen nanokristallen te maken. de Waard verklaart: Bij kristallen is het contactoppervlak veel groter dan bij het oorspronkelijke geneesmiddel. Vergelijk het met suiker in de thee. Een suikerklontje heeft tijd nodig om op te lossen, terwijl een schepje losse suikerkorrels vrijwel direct oplost. Bron: www.telegraaf.nl

    kwaliteit medische dossiers huisartsen gemeten

    tussen de huisartspraktijken blijken volledigheid en kwaliteit van de verslaglegging sterk te verschillen. dat komt door het registratiegedrag van de huisarts zelf. NiVEl-onderzoeker Robert Verheij: Bij sommige praktijken lijkt een patint nog steeds medicijnen te slikken, terwijl het laatste recept al langer dan 6 maanden geleden is uitgeschreven. dat kan leiden tot medicatiefouten. En ook in de registratie van aller-gien en contra-indicaties blijkt veel variatie te bestaan. de ene praktijk registreert ze wel uitgebreid, de andere niet. terwijl onvolledige registratie van allergien tot ongew-enste bijwerkingen kan leiden. Bron: www.nivel.nl

    alZheimer ontstaat in lever, niet in brein

    Recent amerikaans onderzoek toont aan dat de het eiwit dat de voor de ziekte van alzheimer kenmerkende plaque in de hersenen veroorzaakt, niet in het brein wordt aangemaakt, maar in de lever. ouderdomsplaque in de hersenen is een van de symptomen van de ziekte van alzheimer. in muizen is ontdekt dat er drie genen verantwoordelijk zijn voor de hoeveelheid eiwit die wordt aangemaakt. hoe lager het aantal van deze genen, hoe beter de hersenen beschermd blijken te zijn tegen alzheimer. Volgens de onderzoekers zijn de resultaten door te trekken naar de mens.

    Bron: http://www.nu.nl/

    medicatie sneller afgebroken op een Zonnige dag

    Uit nieuw onderzoek blijkt dat de snelheid waarmee we bepaalde medicatie verwerken mede bepaald wordt door het zonlicht. op zonnige dagen worden medicijnen veel sneller afgebroken. de hoeveelheid medicijnen in het bloed was in de zomermaanden zeven tot zeventien procent lager dan in de winter. Zonnige dagen vragen wellicht dan ook om een grotere dosis. het vermoeden dat zonlicht invloed heeft op onze medicatie bestond al langer. Uit eerdere onderzoeken was gebleken dat vitamine d een stofje dat mensen op zonnige dagen aanmaken invloed heeft op het enzym CYP3a4. dit enzym bevindt zich in de lever en is nauw betrokken bij de verwerking van medicijnen. Bron: www.scientias.nl

  • Zelfzorgmiddelen

    17

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    schippers wil avondopening dokter en apotheek

    dokterspraktijken, apothekers, fysiotherapeuten en wijkverpleegkundigen moeten voortaan 24 uur per dag beschik-baar zijn. dat zegt minister van Volksgezondheid Edith Schippers in een interview in het Nederlands dagblad.albert heijn is tegenwoordig tot 20.00 uur open - en soms nog langer. dat moet ook voor de basiszorg gaan gelden. dit heeft topprioriteit, aldus Schippers. Volgens de minister moet ook de basiszorg terugkeren in dorpen en buurten: Mensen moeten kunnen terugvallen op laagdrempelige, goed bereikbare zorgvoorzieningen... Niet alleen overdag, maar ook s avonds, s nachts en in het weekend. Bron: Novum.

    schippers steunt beschikbaar stellen labwaardenMinister Edith Schippers (VWS) steunt een voorstel van d66-Kamerlid Pia dijkstra om apothekers de beschikking te geven over labwaarden. de minister benad-rukte dat zij wel eerst de privacy van patinten goed wil waarborgen. Kennis over labwaarden heeft de apotheker in huis, maar deze gegevens worden nog niet struc-tureel uitgewisseld. de KNMP heeft eerder al te kennen gegeven enthousiast te zijn over het voorstel van de d66-fractie. de organisatie benadrukt dat het voor de medi-catieveiligheid van groot belang is dat apothekers beschikken over labwaarden.

    Bron: www.pw.nl

    veel moeders in nederland verslaafd aan pillen

    Veel moeders in Nederland grijpen naar pillen om hun drukke leven aan te kunnen. Kinderen die op onmogelijke tijden naar allerlei clubjes moeten, een zware baan en een druk sociaal leven, worden als redenen opgegeven voor het pilgebruik. Vol-gens Mama magazine grijpen zon 300.000 vrouwen in Nederland, waaronder veel moeders, geregeld naar het pillenpotje. Een aantal dat twee keer groter is dan bij de mannen. dorien Reintjes, verslavingsdeskundige van de Stichting Vrouwen en Medicijngebruik, zegt zelfs dat in een gemiddelde straat om de vier huizen een pilverslaafde woont. Bron: www.nu.nl

    lagere dosis chemo bij leukemie volstaatPatinten met de meest voorkomende vorm van leukemie (acute myelode leukemie) krijgen al twintig jaar een tien keer hogere dosis chemo dan noodzakelijk is. dat heeft een team van Nederlandse onderzoekers, van onder andere het Erasmus MC ontdekt. de onderzoekers verwachten dat de vondst tot een wereldwijde aanpas-sing van de dosering leidt. Patinten krijgen daardoor minder bijwerkingen als ontstekingen en darmklachten. ook hoeven ze minder vaak een bloedtransfusie te ondergaan en liggen ze kortere tijd in het ziekenhuis. Elk jaar steekt de ziekte bij bijna zeshonderd mensen in Nederland voor het eerst de kop op. Bron: www.trouw.nl

    nederlanders eten veel te Zout

    Nederlanders eten gemiddeld 10 gram zout per dag en dat is 4 gram teveel. dat constateert de Nederlandse hartstichting. de hartstichting, de Nierstichting, het Voedingscentrum en de Consumentenbond roepen mensen op minder zout te eten. Per jaar sterven volgens de organisaties ongeveer 2500 Nederlanders aan overmatige zoutconsumptie. dat komt neer op zeven mensen per dag. Vooral in de fabriek gemaakte producten zoals kant- en klaar maaltijden, pizzas, sauzen en snacks bevatten veel zout. Groenten en verse vis niet. het menselijk lichaam heeft al voldoende aan 1 tot 3 gram per dag. Bron: www.nu.nl

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    18

    Promovendi

    FWN

    cost-effectiveness of controlling infectious diseases from a public health perspective

    Groepsimmuniteit erg belangrijk bij berekening kosteneffectiviteit van infectieziektebestrijding anna Krabbe lugnr deed onderzoek naar de kosteneffectiviteit van infectieziektebestrijding in Nederland voor pande-mische griep, rodehond en kinkhoest. Zij laat zien dat het daarbij uiterst belangrijk is om ook rekening te houden met de groepsimmuniteit.

    in het bijzonder is volgens Krabbe lugnr een dynamisch transmissiemodel onmisbaar bij een economische analyse van de kosteneffectiviteit van maatregelen, bijvoorbeeld tegen een grieppandemie. Zij ontwikkelde een dergelijk model ten behoeve van de voorbereiding van de bestrijding van een mogelijke grieppandemie met potentieel veel infecties en hoge sterfte. Zij koppelde dit model aan een economisch kostenmodel en paste het toe op verschillende interventies. Zowel vaccinatie als behandeling met antivirale middelen, gericht op vermindering van overdracht en van complicaties ten gevolge van griep, bleken allebei kosteneffectief. het 30 jaar lang aanhouden van een voorraad antivirale middelen, om te gebruiken tijdens een eventuele pandemie, loont alleen als het risico op een pandemie groter is dan 9% in die periode, n als daarbij kosten voor werkverzuim tijdens de ziekte worden meegerekend.

    Welke vaccinatiestrategie het meest kosteneffectief bleek, hing af van het reeds aanwezig zijn van gedeeltelijke immuni-teit tegen een pandemisch virus bij ouderen: groepsimmuniteit, een extern effect van vaccinatie. Wanneer de overbren-ging van de ziekteverwekkers lager is, is immers ook de kans kleiner dat niet-gevaccineerde individuen besmet worden. in regios met een lage vaccinatiegraad is de groepsimmuniteit onvoldoende en kunnen infectieziekten, die elders in bedwang zijn, zoals rodehond, grote ziektelast veroorzaken.

    Voor rodehond onderzocht Krabbe lugnr de kosteneffectiviteit van een screening- en vaccinatieprogramma om compli-caties bij ongeboren kinderen te voorkomen. in lage-vaccinatiegraadregios kan het programma kosteneffectief zijn. ten slotte maakte Krabbe lugnr een economische evaluatie van de boosterstrategie op vierjarige leeftijd tegen kink-hoest. deze strategie was niet evident kosteneffectief, alhoewel het totale aantal infecties was verminderd. Krabbe lugnr concludeert dat externe effecten (positieve n negatieve) van vaccinatie moeten worden opgenomen in economische evaluaties om tot evenwichtige keuzes te komen bij de verdeling van publieke middelen.

    anna Krabbe lugnr (Zweden, 1968) studeerde economieaan de universiteit van lund. Zij promoveert aan de Rijksuniver-siteit Groningen op onderzoek dat zij uitvoerde bij het RiVM, dat ook haar onderzoek financierde.

    Promotie: mw. a.K. Krabbe lugnr, 14.45 uur, academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Cost-effectiveness of controlling infectious diseases from a public health perspective Promoter(s): prof.dr. M.J. Postma datum: 04 februari 2011 Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    Facultair

    19

    patterns of somatic disease in residential psychiatric patients. surveys of dyspepsia, diabetes and skin disease

    Maagklachten, suikerziekte en huidaandoeningen bij ernstig psychiatrische patinten de behandeling van lichamelijke aandoeningen bij Ernstig Psychiatrisch Zieke patinten (EPZ) is een uitermate belangrijk aspect van de algehele medische behandeling. door het verschil in ziektepatronen bij EPZ zijn algemene behandelricht-lijnen voor lichamelijke ziektes mogelijk niet geschikt bij EPZ, concludeert Evert Jan Mookhoek uit zijn promotieonder-zoek.

    hij bracht de hiaten in de epidemiologische kennis van lichamelijke complicaties bij deze patinten in kaart en leverde tevens ontbrekende kennis aan over het vrkomen van maagklachten, suikerziekte en huidaandoeningen.

    Meer dan 50% van de EPZ blijkt matige tot ernstige maagklachten te hebben en 80% van de maagklachten betreft brandend maagzuur. Meer dan eenderde van de EPZ gebruikt hier dagelijks medicatie voor. Mookhoek vond ook een associatie tussen maagklachten en het gebruik van clozapine, laxantia en roken en een medicijnen-interactie tussen de middelen clozapine en omeprazol.

    Suikerziekte blijkt in 15% van de EPZ voor te komen en in latente vorm nog eens bij 14%. Er is een directe relatie tussen suikerziekte en overgewicht en een indirecte relatie met psychiatrische medicatie.

    Bijna 70% van de EPZ heeft klachten van de huid en 77% heeft huidafwijkingen. Bij 37% van de patinten worden huid-afwijkingen gevonden waar niet over geklaagd werd. EPZ met suikerziekte hebben een tienmaal grotere kans op het hebben van huidinfecties. Er blijkt een relatie te bestaan tussen decubitus en verslaving. Eczeem blijkt gerelateerd aan depressie. de opnameduur blijkt niet van invloed op het vrkomen van de huidaandoeningen.

    Evert Jan Mookhoek (Schiedam, 1957) studeerde geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zijn promotie-onderzoek deed hij aan de Rijksuniversiteit Groningen, bij de afdeling Farmacie, basiseenheid Farmacotherapie en Farmaceutische Patintenzorg en bij het onderzoeksinstituut ShaRE van het UMCG. Zijn onderzoek werd gefinancierd door het delta Psychiatrisch Centrum Poortugaal ende NVaSP (NederlandseVereniging artsen Somatisch werkzaam in Psychiatrie). tijdens en na zijn promotie is hij werkzaam bij delta Psychiatrisch Centrum Poortugaal als somatisch arts GGZ/specialist ouderengeneeskunde en hoofd Medisch Centrum.

    Promotie: dhr. E.J. Mookhoek, 13.15 uur, academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: Patterns of somatic disease in residential psychiatric patients. Surveys of dyspepsia, diabetes and skin disease Promotor(s): prof.dr. a.J.M. loonen, prof.dr. J.R.B.J. Brouwers, prof.dr. J.E.J.M. hovens datum: 04 februari 2011 Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

    > > >

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    Facultair

    20

    a novel bottom-up process to prepare drug nanocrystals the art of the soluble.

    de dosering van slecht in water oplosbare geneesmiddelen, zoals ibuprofen en de cholesterolverlager fenofibraat, kan omlaag als ze worden toegediend in de vorm van nanokristallen. dat stelt farmaceutisch technoloog hans de Waard. hij ontwikkelde een nieuwe techniek om van geneesmiddelen nanokristallen te maken. door het formaat van de kristallen is de opname van de medicijnen hoger en bovendien veel nauwkeuriger. de Waard promoveert 11 maart 2011 aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek werd gefinancierd door top instituut Pharma en maakt deel uit van een breder onderzoeksproject van dit instituut. Veertig procent van de huidige geneesmiddelen lost slecht op in het maag-darmkanaal, waaronder medicijnen als ibuprofen, de cholesterolverlager fenofibraat, diazepam (beter bekend onder de merknaam Valium) en enkele hiV-remmers. Na inname komt slechts een deel van zon geneesmiddel in de bloedbaan terecht; de rest verlaat zonder werkzaam te zijn geweest het lichaam. hierdoor moet je het medicijn in hoge doseringen toedienen, zegt de Waard.

    Suikerklontjede Waard onderzocht de cholesterolverlager fenofibraat in de vorm van kristallen ter grootte van slechts tweehonderd nanometer in diameter (vierhonderd keer dunner dan een menselijk haar). Bij dergelijke nanokristallen is het contactop-pervlak veel groter dan bij het oorspronkelijke geneesmiddel, waardoor het medicijn sneller oplost. Vergelijk het met suiker in de thee, legt de Waard uit: Een suikerklontje heeft even de tijd nodig om op te lossen, terwijl een schepje losse suikerkorrels vrijwel direct oplost.

    Vriesdrogenom geneesmiddelen in nanokristalvorm te krijgen ontwikkelde de Waard een nieuwe techniek op basis van vriesdrogen. Een mengsel van het geneesmiddel, een oplosmiddel, water en mannitol wordt zeer snel gekoeld, waarna het genees-middel als nanokristalletjes ingesloten raakt in een matrix van mannitol. deze suikermatrix is erg belangrijk voor de stabiliteit, vertelt de Waard. Zonder matrix gaan de kristalletjes aan elkaar klonteren en vormen zo juist weer een groot kristal. Naast het vriesdroogproces ontwikkelde de Waard ook een zogenaamd sproeivriesdroogproces, een vriesdroog-methode die toepassing op industrile schaal mogelijk maakt.

    invriessnelheidde Waard ontdekte dat de grootte van de gevormde nanokristallen afhankelijk is van de invriessnelheid: hoe hoger de invriessnelheid, hoe kleiner de kristallen. de Waard: hiermee kunnen we de uiteindelijke kristalgrootte dus ook sturen. de Waard vergelijkt het met de productie van sorbetijs: ook bij ijs heeft de invriessnelheid invloed op het eindproduct. Snel invriezen resulteert in mooi glad ijs, langzaam invriezen in grote waterkristallen die het ijs minder lekker maken.

    Vet voedselNaast een lagere benodigde dosering van een medicijn in nanokristalvorm kan tevens nauwkeuriger geregeld worden hoeveel werkzame stof er uiteindelijk in de bloedbaan terecht komt. Vooral bij slecht oplosbare medicijnen is dit nu een probleem, omdat de opname sterk afhankelijk is van het voedsel dat zich in het spijsverteringsstelsel bevindt. de Waard: in water slecht oplosbare geneesmiddelen lossen namelijk vaak wel goed op in vet. Met het vet uit het eten wordt gelijk-tijdig een deel van het geneesmiddel opgenomen. hierdoor kunnen plotseling hoge concentraties van het geneesmiddel in de bloedbaan komen. Bij middelen in nanokristalvorm is dit probleem niet aanwezig, aldus de Waard: de opname van medicijnen in nanokristalvorm ligt sowieso al veel hoger. Voedsel heeft dus nauwelijks invloed op de opname.

    Curriculum vitaehans de Waard (oss, 1982) studeerde zowel farmaceutische wetenschappen als scheikundige technologie aan de Rijks-universiteit Groningen. hij voerde zijn promotieonderzoek uit op de afdeling Farmaceutische technologie en Biofarmacie aan de RUG. het onderzoek werd gefinancierd door top instituut Pharma (tiPharma). de Waard promoveert tot doctor in de wiskunde en natuurwetenschappen bij prof.dr. h.W. Frijlink en dr. W.l.J. hinrichs. de titel van het proefschrift luidt: a novel bottom-up process to prepare drug nanocrystals the art of the soluble.

    Promotie: dhr h. de Waard, 14.45 uur, academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Proefschrift: a novel bottom-up process to prepare drug nanocrystals the art of the soluble. Promoter(s): prof.dr. h.W. Frijlink, dr. W.l.J. hinrichs datum: 11 maart 2011 Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    21

    Mevr. i. BoitenFarmaceutische technologie en Biofarmacie

    Mevr. l. Van heesMoleculaire Farmacologie

    Mevr. M. Van der Meer Ziekenhuisapotheek

    Mevr. a. MuisZiekenhuisapotheek

    dhr. Y. SuFarmaceutische technologie en Biofarmacie

    Mevr. N. troelstraFarmaceutische analyse

    Mevr. E. StoutjesdijkFarmacokinetiek, toxicologie en targeting

    Mevr. J. VerdijkFarmacotherapie en Farm. Patintenzorg

    dhr. R. BazenZiekenhuisapotheek

    dhr. F.J. Warndersalternatief

    Mevr. M. algeraZiekenhuisapotheek

    Mevr. E. de BoerFarmacotherapie en Farmaceuticshe Patintenzorg

    Mevr. R. MustersFarmacotherapie en Farmaceuticshe Patintenzorg

    Mevr. E. van ReinFarmacotherapie en Farmaceuticshe Patintenzorg

    Mevr. E. RichertFarmacochemie

    Mevr. C. WilmerFarmaceutische analyse

    Gefeliciteerd met het behalen van jullie bul!

    afgestudeerden

    Februari - april

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    22

    evaluaties studiejaar 2009 2010 (vervolg)

    organisatie farmacie en patientenZorg juni 2010de cursus is positie beoordeeld. ten opzichte van vorig jaar is er een enorme verbetering zichtbaar (brief 1)

    farmaceutische analyse a juni 2010 Er is voornamelijk kritiek op de colleges en docenten. Men vond de colleges niet goed/zinvol. Er is weinig kritiek op de werkcolleges. de studenten hadden ook kritiek op het tentamen (brief 3).

    farmacie in perspectief april 2010Er is een aantal problemen geconstateerd met betrekking tot de colleges en de bijbehorende docenten. Er zijn veel docenten, waarbij de kwaliteit onderling verschilt. het is niet duidelijk welke stof belangrijk is. ook zijn er een aantal klachten met betrekking tot het tentamen (brief 2).

    klinische chemie en pathofysiologie april mei 2010de cursus Klinische Chemie en Pathofysiologie is positief beoordeeld. de studenten gaven echter aan dat het een zeer vol programma is waardoor er niet genoeg tijd was om het tentamen voor te bereiden. Graag hadden studenten meer oefenvragen gehad ter voorbereiding op het tentamen. ook waren niet alle sheets (tijdig) beschikbaar op Nestor. Verder gaven zij aan dat de kwaliteit van de docenten niet vergelijkbaar was (brief 2).

    evaluaties studiejaar 2010 2011

    farmaceutische anorganische chemie september 2010Een goed beoordeelde cursus. aandachtspunten zijn oefenvragen ter voorbereiding op het tentamen en het gebruik van Nestor (brief 1).

    pharmaco economics september 2010de studenten zijn over het algemeen redelijk tevreden over deze cursus, maar beoordelen de colleges kritisch. de kwali-teit van de docenten verschilt. ook is niet iedereen tevreden over de boeken (brief 2).

    farmacoepidemiologie in de praktijk september 2010de cursus Farmacoepidemiologie in de praktijk wordt bijzonder goed gewaardeerd (brief 1).

    celbiologie 1 oktober 2010 de cursus Celbiologie 1 wordt positief beoordeeld (brief 1).

    stage / management in de farmacie (4de jaars) oktober 2010 de cursus is goed beoordeeld, en niet te zwaar. de leerstof, de docenten, en de opdrachten waren goed. Er zijn ondui-delijkheden over de toetsing. Nog altijd ziet men de cursus als een kennismaking met de apotheek die thuishoort in de bachelor (brief 1).

    celbiologie 2 oktober 2010ten opzichte van vorig jaar is er een verbetering zichtbaar, maar er is nog steeds veel kritiek op de docent. ook is er een aantal overschrijdingen ten aanzien van het tentamen en de voorbereiding hierop (brief 2).

    Evaluaties

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    Facultair

    23

    fytotherapie oktober - november 2010alle studenten beoordelen de cursus en de docent positief. Verbeter-punten zijn de duidelijkheid van de normen waarmee het tentamen wordt beoordeeld en de plaats van het vak in het studieprogramma (brief 1).

    genetica november 2010 het vak wordt overwegend positief beoordeeld. Een hardnekkig probleem is de hinderlijke overlap qua stof met andere vakken. daar-naast geven de respondenten aan dat er een verschil is in de kwaliteit (van lesgeven) van de docenten (brief 1 + opmerking overlap met Celbiologie).

    farmacochemie en spectroscopie november 2010de cursus wordt goed beoordeeld. Wel is er kritiek op de hoeveelheid overlap (qua stof) met andere vakken en vond men het tentamen moeilijk (brief 1).

    geneesmiddelveiligheid november 2010de cursus wordt over het algemeen zeer gewaardeerd. ten opzichte van vorig jaar is de cursus verbeterd. toch blijft er nog kritiek op het aantal docenten en de overlap die hierdoor ontstaat. tevens vindt men nog steeds dat er te weinig oefenvragen zijn (brief 1 ).

    korte evaluatie farmaceutische analyse c (tenta-mendatum 12 november 2010)deze cursus is op verzoek van de portefeuillehouder onderwijs Farmacie gevalueerd nadat het tentamen had plaats gevonden. de deelnemers is achteraf gevraagd 5 positieve en 5 aandachtspunten over deze cursus aan te geven. ook is gevraagd wat men vond van de organisatie, begeleiding en de inhoud van de cursus. in het totaal zijn 139 studenten benaderd en 34 studenten hebben de vragenlijst inge-vuld. de respons is laag waardoor het niet mogelijk is harde conclu-sies te trekken uit de resultaten.Uit de evaluatie blijkt dat de studenten positief zijn over de organisatie, begeleiding en inhoud van de cursus Fa-C. Wel dient de beoordeling van het practicum en de tot stand koming van de cijfers transparanter te worden gemaakt. Een ander aandachtspunt is de roostering van de hoorcolleges (lange dagen) en het practicum ten opzichte van het tentamen (geen brief verstuurd).

    farmacologie practicum december -januari 2011het practicum wordt goed beoordeeld. Kritiek wordt vooral geuit op de tijdsdruk tijdens het gehele practicum en de duidelijkheid van de eisen die aan het verslag gesteld worden (brief 2).

    wiskunde & statistiek december 2010 januari 2011de cursus sluit niet goed aan op de voorkennis van studenten, met name niet op die van studenten die op de middelbare school alleen wiskunde a hebben gehad. de colleges worden door veel studenten als niet zinvol ervaren en de docent was onvoldoende in staat om moeilijke onderwerpen uit te leggen (brief 3).

    afhandeling door de evaluatiecommissie

    rapportagede uitwerking van de iSEK-formulieren door het UoCG wordt tezamen met een overzicht van alle opmer-kingen en het verslag van de voorgaande evaluatie aan n van de leden van de Evaluatiecommissie voorgelegd. deze maakt een evaluatierapport, waarbij onder andere wordt gelet op de negatieve overschrijdingen. Vervolgens worden het conceptrap-port en onderliggend materiaal ter controle naar een tweede lid van de Evaluatiecommissie gestuurd.

    actiede evaluatierapporten worden vervolgens in een vergadering van de Evaluatiecommissie besproken. in deze vergadering wordt besloten tot het versturen van n van de drie typen brieven aan de verantwoor-delijke docent(en) van een gevalueerde cursus.

    Brief 1: de cursus is positief beoordeeld. Er zijn geen of weinig overschrijdingen, dus geen noemenswaar-dige problemen. de docent ontvangt het evaluatie-rapport ter kennisgeving.

    Brief 2: de cursus is overwegend positief beoordeeld, maar de Evaluatiecommissie doet wel aanbevelingen om aan specifiek genoemde punten extra aandacht te geven.

    Brief 3: Er is een aanzienlijk aantal overschrijdingen geconstateerd en dus ondervindt de cursus grotere problemen. de Evaluatiecommissie wil dit in de aanwezigheid van enkele studenten uit die cursus tezamen met de docent(en) bespreken.

    in het gesprek n.a.v. brief 3 worden de punten van kritiek doorgenomen. Nagegaan wordt of deze terecht zijn, en er worden afspraken gemaakt voor aanpas-singen. Enige weken voordat de cursus wordt gegeven in het daaropvolgend studiejaar gaat een lid van de Evaluatiecommissie na in hoeverre de toegezegde aanpassingen zijn gerealiseerd. Een cursus met een brief 3 wordt het jaar daarop opnieuw in de evaluatie meegenomen.

    Bij de beoordeling van een cursus door de Evalua-tiecommissie worden altijd gegevens betrokken van voorgaande evaluaties om een eventuele trend te signaleren. deze handelwijze heeft tot gevolg dat een cursus met de nodige overschrijdingen toch een brief 1 kan krijgen wanneer het aantal overschrij-dingen van voorgaande jaren beduidend hoger lag, en er historisch gezien dus sprake is van vooruitgang. omgekeerd kan een op zich goede, positieve evalu-atie soms toch een advies meekrijgen in de vorm van brief 2 omdat er een dalende trend is waargenomen, of omdat men meer verbetering had verwacht. het doel hiervan is om kleinere, maar kennelijk hardnek-kige problemen nog eens extra onder de aandacht te brengen.

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    24

    Student in het Buitenlanddortmund, duitsland

    Cornelis Smit

    l lange tijd liep ik met het idee rond om een gedeelte van mijn studie in het buitenland te gaan doen. toen

    mijn masteronderzoek dichter bij kwam, werden die ideen ook steeds concreter. ik zie mij zelf niet als een echte globetrotter, maar wilde wel graag ervaring opdoen in het studeren in het buitenland. iets dichter bij huis (Belgie, Frankrijk, duitsland, etc.) dan misschien?

    op een gegeven moment heb ik eens aangeklopt bij Frank dekker, docent en onderzoeker bij de afdeling Farmaceu-tische Genmodulatie. ik heb in zijn vakgroep voor mijn bacheloronderzoek een paar weken organische synthese gedaan, en dat leek me wel een interessant onderzoeksge-bied voor mijn masterthesis. hij had verschillende plekken waar ik eventueel heen kon, waarvan n het Max Planck institut fr Molekulare Physiologie in dortmund, duitsland was. de Max Planck instituten zijn zeer hoog aangeschreven onderzoeksinstellingen, en voor mij zou een onderzoek bij zon instituut natuurlijk een prachtige kans zijn. ik twijfelde dus ook niet lang, en al snel was de datum geprikt. Via de studentenorganisatie van de universiteit in dortmund heb ik vrij snel een gemeubileerde kamer kunnen regelen (in een grote studentenflat) en eind augustus reisde ik af naar dortmund, Nordrhein-Westfalen.

    het Max Planck instituut in dortmund bestaat uit vier departementen. ik doe mijn onderzoek in het departement iV, Chemical Biology, in de vakgroep van dr. Christian hedberg. hij richt op dit moment de pijlen van zijn onder-zoek voornamelijk op posttranslationele modificaties (PtM, chemische aanpassingen aan eiwitten die hun acti-viteit benvloeden), met name histidine-phosphorylatie, waar nog heel weinig over bekend is.

    in deze vakgroep ben ik 6 maanden geleden begonnen met een nieuw, erg interessant onderzoek. Recent is binnen het instituut in een ander departement bij onderzoek naar de pathogenesis van de bacterie legionella pneumop-hilia (veroorzaker van Veteranenziekte) gebleken dat een relatief onbekende PtM hierbij een belangrijke rol speelt: adenylylatie. hierbij wordt een adenosine monophosphate (aMP) covalent gebonden aan oh residu van een amino-zuur, zoals threonine of tyrosine. op dit moment is er nog heel weinig bekend over de substraten en fysiologische functie van deze PtM. het onderzoek hiernaar zou enorm versneld kunnen worden als er antilichamen beschikbaar zijn, die specifiek geadenylyleerde substraten kunnen isoleren uit gelyseerde cellen. Voor de ontwikkeling van deze antilichamen is dr. hedberg benaderd, en vervolgens ben ik hiermee aan de slag gegaan.

    Voor het ontwikkelen van deze antilichamen heb ik eerst peptiden gesynthetiseerd (8-20 aminozuren), die een tyr-aMP aminozuur bevatten. dit wordt gedaan volgens een building block strategie: het geadenylyleerde tyrosine wordt eerst gemaakt, en vervolgens gebruikt in peptide synthese.

    Naast dat ik mij in het begin veel heb moeten inlezen in wat er allemaal bekend was op het gebied van adeny-lylatie, kon ik gelukkig ook al direct beginnen met de eerste syntheses. dit was in die eerste periode nog vrij veel oefenen, uitzoeken en aanmodderen, maar dat ging vrij snel beter. ik ben in die periode veel begeleid door dr. hedberg en mijn labgenoot Martijn (een Nederlandse Phd-student) en dat hielp mij de technieken snel onder de knie te krijgen. de reacties gingen aardig goed, en na ongeveer drie maanden had ik genoeg peptide om op te sturen naar een bedrijf in Berlijn, die konijnen hiermee immuniseert.

    a

    Ik zit echt in het buitenland, maar ben niet volledig afgesloten van het

    leven in Nederland.

  • Na ongeveer een maand leverde dit de antilichamen op, die ik vervolgens heb getest met een immuno-assay. Wel eens een leuke afwisseling van alle organische chemie! de resultaten zagen er goed uit, en inmiddels zijn we druk bezig een manuscript te schrijven voor publicatie. ik hoop echt enorm dat dat gaat lukken, want zon publicatie was voor mij toch wel het ultieme doel voor een master-onderzoek. de andere 3 maanden ben ik bezig geweest met de synthese van een iets andere, chemisch stabielere building block, dat kan worden gebruikt voor co-kristallisatie met het enzym. ook dat is goed gelukt, dus inmiddels heb ik veel resultaten voor een mooie thesis.

    hoewel ik veel op het lab ben en de werkdruk vrij hoog is, heb ik gelukkig ook nog wel wat tijd voor wat afleiding. als je van oude architectuur houdt, is dortmund misschien niet de mooiste stad (het heeft nogal wat schade geleden in de tweede Wereldoorlog), maar alles is hier verder te vinden. ook in mijn huis is het erg gezellig. ik woon met drie andere studenten, waarvan twee duits zijn en de ander Ghanees. duitsers zijn over het algemeen wat meer op zichzelf en vinden het wel best, en met hun heb ik dus niet zo veel contact. Mustapha (de Ghanees) daarentegen is erg sociaal en gezellig. ik heb al aardig wat tijd discussirend, ouwehoerend en kokend met hem doorgebracht (in Ghana koken mannen nit, dus ik heb hem aardig wat mogen bijbrengen, haha). ook doen we geregeld dingen met de vakgroep buiten het lab, zoals uit eten bij Zum alter Markt of de hvels brauerei (waar we enorme schwei-nehaxes eten).

    Een groot voordeel van dortmund is dat het relatief dichtbij Neder-land ligt. ik heb hier veel van mijn spullen met de auto heen kunnen brengen (tv, gitaar, boeken). als ik dus eens alleen thuis ben, kan ik me ook prima vermaken! daarnaast kon ik rond de kerst gemak-kelijk op en neer reizen, en ook heb ik regelmatig bezoek gehad van familie en vrienden. Wat mij betreft ideaal: ik zit echt in het buiten-land, maar ben niet volledig afgesloten van het leven in Nederland.

    dus, mocht je er over nadenken je onderzoek in het buitenland te doen, maar heb je niet zoveel behoefte om heel ver weg te gaan zitten, dan kan ik je een ervaring als de mijne van harte aanraden. indien je nog vragen hebt, schroom niet me te mailen ([email protected]) of mij eens aan te schieten in de wandelgangen.

    In Ghana koken mannen nit, dus ik heb hem aardig wat mogen

    bijbrengen.

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    26

    Masteronderzoek

    Erwin hessels

    n september ben ik begonnen met mijn master onder-zoek op de afdeling Farmaceutische technologie en

    Biofarmacie onder begeleiding van aio Wouter tonnis. deze vakgroep had mijn voorkeur omdat daar de focus ligt op praktische en tastbare onderwerpen. het bachelor project dat ik tevens bij deze vakgroep heb gevolgd maakte mijn keuze definitief.

    Gedurende dit master onderzoek houd ik mij bezig met het verbeteren van het oplosgedrag van lipofiele geneesmid-delen door middel van sproeidrogen.

    dit onderzoek is opgezet omdat bijna de helft van de moderne potentile geneesmiddelen slecht wateroplos-baar zijn. om therapeutische effecten te bereiken zijn dan grote hoeveelheden geneesmiddel nodig. indien deze

    hoge doseringen ineens wel oplossen, bijvoorbeeld door een vette maaginhoud, kunnen hoge spiegels verkregen worden, met bijwerkingen als mogelijk gevolg. dit heeft als consequentie dat orale toediening als alternatief voor parenterale toediening tot op heden niet altijd mogelijk is. in dit onderzoek wordt diazepam als modeldrug gebruikt. dit geneesmiddel is slecht oplosbaar in water en bevat een chromofoor, waardoor deze eenvoudig met UV-spectrofo-tometrie gedetecteerd kan worden.

    achtergrondBij de orale toediening van geneesmiddelen zijn er twee stappen die het geneesmiddel moet doorlopen alvorens de bloedbaan bereikt wordt. allereerst moet het genees-middel oplossen in het maagdarmkanaal, waarbij de oplossnelheid de snelheidsbepalende stap is.

    de tweede stap bestaat uit het passeren van de lipofiele darmwand. hierbij is een hoge mate van lipofiliteit juist een gunstige eigenschap.

    de mate van wateroplosbaarheid van een molecuul is een fysisch chemische eigenschap en derhalve niet altijd te manipuleren zonder dat deze verandering invloed heeft op de farmacologische werking.

    de oplossnelheid is echter wel te manipuleren. Volgens de Noyes-Whitney vergelijking neemt de oplossnelheid dW/dt toe, indien de oppervlakte (a) wordt vergroot. de opper-vlakte kan vergroot worden door de diazepamdeeltjes zo klein mogelijk te maken.

    sproeidrogendeeltjes verkleinen kan onder andere door het fijnmalen van deeltjes. Bij het fijnmalen van deeltjes zullen echter agglomeraten ontstaan, waardoor de deeltjesgrootte weer zal toenemen. om effectief de deeltjes te verkleinen en klein te houden moet dus een truc worden bedacht.

    Een van de trucs die gebruikt kan worden is de techniek sproeidrogen. Bij sproeidrogen wordt een oplossing, die in dit geval diazepam en suiker bevat, verneveld tot kleine druppeltjes van ongeveer 12 m. de druppeltjes worden vervolgens in zeer korte tijd gedroogd door warme lucht, waarna vaste deeltjes overblijven in de vorm van een poeder.

    i

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    Facultair

    27

    omdat een mengsel van suiker en diazepam wordt gesproeidroogd, ontstaat een vaste dispersie. dit houdt in dat er een matrix van vaste deeltjes ontstaat, waarbij kleine deeltjes diazepam worden omgeven door suiker.

    de rol en de keuze van het suiker is hierbij essentieel. Ener-zijds moet het suiker voorkomen dat de diazepam deeltjes agglomereren. om agglomeratie te voorkomen is het van belang dat bij bewaring van het product het suiker stabiel blijft. daarom heeft een suiker dat na sproeidrogen in de kristaltoestand verkeerd de voorkeur. in de kristaltoestand bevinden de moleculen zich namelijk in een kristalrooster. Een kristalrooster is thermodynamisch de meest stabiele toestand. dit in tegenstelling tot de amorfe toestand, waarbij moleculen willekeurig gerangschikt zijn. amorfe deeltjes kunnen bij bewaring uitkristalliseren, waarbij de samenstelling van de matrix kan veranderen, met grotere diazepamdeeltjes tot gevolg.

    anderzijds moet het suiker goed wateroplosbaar zijn, waardoor bij dissolutie van het tablet tijdens het oplossen van het suiker de kleine diazepamdeeltjes vrijkomen in het medium.

    analyse poedersde poeders worden op meerdere eigenschappen geana-lyseerd, namelijk: drugload, mate van kristallijniteit, dissolutiegedrag en uiterlijk (elektronen microscopie). het dissolutiegedrag kan direct als maat worden gebruikt voor de oplossnelheid. de overige eigenschappen kunnen worden gebruikt om het verschil in dissolutiesnelheid te bepalen.

    in de analyse van de poeders wordt primair gekeken naar dissolutie. om poeders onderling te vergelijken wordt van ieder poeder in drievoud tabletten geslagen. de afgifte van diazepam wordt gedurende 120 minuten gemeten door-middel van een UV-spectofotometer.

    Na deze opstartproblemen, die in het onderzoek uitdagingen worden

    genoemd, is het gelukt om poeders te maken met snellere afgifte

    resultaten toen ik met dit project begon, was er binnen de afdeling nog weinig ervaring met het sproeidrogen van lipofiele geneesmiddelen. dit gebrek aan kennis betekende in het begin veel tegenslagen, maar bood mij ook de kans om veel nieuwe kennis te vergaren.

    Na deze opstartproblemen, die in het onderzoek uitda-gingen worden genoemd, is het gelukt om poeders te maken met snellere afgifte. Sindsdien wordt getracht om het proces beter te begrijpen en waar mogelijk te sturen. ik sprak zojuist over snellere afgifte, maar wat is snel? omdat de afgiftesnelheden relatief zijn, worden de

    afgiftesnelheden van de poeders vergeleken met die van fysische mengsels. deze mengsels zijn geproduceerd door het suiker en de diazepam in haar ruwe vorm uit de pot te nemen. het mengsel is vervolgens onder dezelfde omstan-digheden getabletteerd en onderworpen aan dissolutie-testen. deze mengsels zou je kunnen beschouwen als de huidige tabletten die verkrijgbaar zijn in de apotheek.

    de gesproeidroogde producten hebben een sterk versnelde afgifte ten opzichte van de fysische mengsels. dit geldt voor zowel de 10% als de 20% drugloads. Een hogere drug-load resulteert in een langzamere afgiftesnelheid. Vervolg-onderzoek richt zich op het versnellen van de afgifte, zodat hogere drugloads met snelle afgifte geproduceerd kunnen worden. in figuur 1 is een foto van gesproeidroogde deeltjes weergegeven. hierop is te zien dat deeltjes van 1-10 m worden gecreerd met de sproeidroog techniek. de deel-tjes bevatten diazepam en suiker, deze zijn optisch niet te onderscheiden van elkaar.

    Figuur 1: Gesproeidroogde deeltjes.

    persoonlijke ervaringen met het onderZoekMet nog ruim 2 maanden te gaan kan ik stellen dat ik mijn masteronderzoek zie als een verrijking van mijn studietijd. in tegenstelling tot reguliere practica heb je bijvoorbeeld de kans om je eigen proeven te bedenken. Momenteel wordt er zelfs aan gewerkt om enkele resultaten te publiceren.

    tijdens het masteronderzoek is er ook de mogelijkheid om in contact te komen met promovendi en andere onder-zoeken. Met als hoogtepunt de in gebouw 3213 welbe-kende vrijdagmiddag/avond/nacht borrels!dit maakt het masteronderzoek naar mijn mening tot meer dan alleen 7 maanden in een labjas rondlopen.

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    Bacheloronderzoek

    hedy Maessen

    ind oktober moest er een moeilijke keuze gemaakt worden. Welk bachelorproject zou ik graag willen

    doen? iets met leverslices, astma of toch farmacoepide-miologisch onderzoek? omdat ik net een ontzettend leuke periode Fa-C had geassisteerd, wat ontzettend beviel, viel de uiteindelijke keuze op een bacheloronderzoek over gaschromatografie en essentile olin bij de vakgroep analytische Biochemie.

    Eerst moest er drie weken lang aan de thesis gewerkt worden. deze ging over alle technieken binnen de gaschro-matografie en hoe deze toegepast kunnen worden op het analyseren van essentile olin. ik werd erg vrij gelaten in kiezen van het onderwerp voor het bachelorproject, en na veel overleg met begeleiders Jan Willem en Jos is het een versneld houdbaarheidsonderzoek geworden naar de werkzame bestanddelen in Vicks Vaporub en dampo met behulp van headspace-chromatografie (hS-GC).

    Beide middelen zijn homeopatische balsems en worden gebruikt bij verkoudheid om makkelijker te kunnen ademen. de werkzame bestanddelen zijn eucalyptol, menthol en kamfer, alle drie essentile olin. door de warmte van het lichaam verdampen deze olin en zorgen ze voor een verkoelend effect, evenals een onderdrukking van de hoest en vergemakkelijking van het ophoesten van slijm. Veel gebruikers van Vicks Vaporub of dampo, doen jaren met n potje en hierdoor kwam ik op mijn onder-zoeksvraag. deze was namelijk of de vluchtige werkzame bestanddelen afnemen in concentratie, en zo ja, in welke mate.

    allereerst moest er een optimale hS-GC methode gevonden worden om de olin te kunnen analyseren. dit werd gedaan met behulp van een ander onderzoek, waarbij ook essen-tile olin met hS-GC geanalyseerd waren. de instellingen uit dat onderzoek zijn genomen en verbeterd. tegelijker-tijd heb ik ook gekeken naar de retentietijden behorende bij menthol, eucalyptol en kamfer en onderzocht wat het beste oplosmiddel was. dit laatste bleek een behoorlijke

    uitdaging, aangezien Vicks Vaporub en dampo zeer vet zijn, waar de olin daarentegen alles behalve vet waren. Na veel testrondes en af en toe een paniekaanval (dichloor-methaan is absoluut niet geschikt voor analyse op de GC) kwam dMSo naar voren als het te gebruiken oplosmiddel. het enige probleem met dit oplosmiddel was, dat de reten-tietijd te veel overlapte met de retentietijd van menthol. Naar aanleiding hiervan heb ik ervoor gekozen om alleen kamfer en eucalyptol te analyseren.

    Vervolgens begon de zoektocht naar een geschikte interne standaard. deze is nodig om te kunnen corrigeren voor fluctuaties, zoals een verandering in de flow, tussen de verschillende analyses. helaas heeft de zoektocht geen happy ending gekregen, geen enkele geteste stof voldeed aan alle eisen, waarna besloten is de metingen te beginnen zonder interne standaard. Eindelijk kon het werkelijke project gestart worden, namelijk het versnelde houdbaar-heidsproces. de potten Vicks Vaporub en dampo werden op verschillende temperaturen gencubeerd ( 20, 40 en 60 C) en op gezette tijdstippen werden monsters genomen. deze zijn geanalyseerd met de hS-GC en de concentraties kamfer en eucalyptol zijn bepaald aan de hand van kalibra-tiecurves, die ik al eerder had gemaakt.

    de resultaten van het versnelde houdbaarheidsonderzoek waren opmerkelijk. Er kon uit geconcludeerd worden dat Vicks Vaporub en dampo voor een langere houdbaarheid het best bij 40C bewaard kunnen worden, aangezien bij deze temperatuur de hoogste concentraties van de werk-zame bestanddelen werden teruggevonden. daarnaast was te zien dat na vier dagen bij kamertemperatuur (20C) de concentratie werkzame bestanddelen al was afge-nomen tot onder 90% van de beginconcentratie. dit is de grens die de farmaceutische industrie hanteert als limiet voor het gebruik van het geneesmiddel. Echter is de vraag of deze grens ook geldt voor een middel wat valt onder aromatherapie.

    Natuurlijk zijn er veel kanttekeningen bij deze conclusies te plaatsen. het niet gebruiken van een interne standaard heeft voor een grote maat van onbetrouwbaarheid gezorgd. ook waren de gekozen hS-GC instellingen nog voor verbe-tering vatbaar. helaas er te weinig tijd om het onderzoek te optimaliseren. dit was ook mijn persoonlijke conclusie van mijn bachelorproject, het duurde veel te kort. het was ontzettend interessant en leerzaam, en het smaakte naar meer.

    Helaas heeft de zoektocht geen happy ending gekregen.

    e

    28

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    29

    oen ik in 2002 begon met mijn studie Farmacie wou ik graag openbaar apotheker worden, maar dit veran-

    derde snel. dit kwam vooral doordat je in de eerste jaren van de studie voornamelijk colleges krijgt van wetenschap-pers en niet van (openbaar) apothekers. onderzoek doen leek mij ineens een stuk interessanter dan apotheker zijn. om het beroep van apotheker niet helemaal uit te sluiten heb ik wel voor de master farmacie gekozen in plaats van farmaceutische wetenschappen. tijdens mijn master heb ik onderzoek gedaan op de afdeling Farmceutische techno-logie en Biofarmacie. deze periode was voor mij de beves-tiging dat ik het doen van onderzoek hartstikke leuk vond. ook tijdens mijn stages in het zesde jaar heb ik mij prima vermaakt, waarbij vooral de ziekenhuisstage een positieve indruk op mij maakte. de openbare apotheek was leuker dan ik had verwacht, maar ik zag mij daar zelf niet de rest van mijn leven werken.

    Uiteindelijk bleven er aan het einde van mijn studie drie keuzes over: de industrie, het ziekenhuis of promotie-onderzoek. Uiteindelijk besloot ik voor het onderzoek te kiezen. de voornaamste reden was dat ik het doen van onderzoek leuk en uitdagend vond. het is een kans om een keer in je leven vier jaar lang je volledig op n onderwerp te storten en om iets tot op de bodem uit te zoeken. Na mijn promotieonderzoek zou ik altijd nog de industrie of het ziekenhuis in kunnen. tegen het einde van mijn studie kwam er een mooie promotieplek vrij op de afdeling waar ik ook mijn masteronderzoek gedaan had, de afdeling Farmaceutische technologie en Biofarmacie. Per januari 2010 ben ik hier bezig met mijn promotieonderzoek.

    in mijn onderzoek houd ik mij voornamelijk bezig met het stabiliseren van het hepatitis B vaccin en het zoeken naar nieuwe toedieningsvormen. het huidige hepatitis B vaccin is een intramusculaire injectie van een eiwit, het hepatitis B surface antigen (hBsag). deze formulering is beperkt houdbaar buiten de koelkast. in de westerse wereld is dat niet direct een probleem, maar in ontwikkelingslanden is dit een stuk lastiger. het vaccin moet geproduceerd worden en vervolgens gekoeld bewaard worden tijdens het transport tot in de meest afgelegen en warme gebieden. daarnaast is gebleken dat in deze gebieden een veelvoor-komende transmissieroute van hepatitis B het onveilige gebruik van naalden is. hieruit kun je concluderen dat de huidige vorm niet optimaal is.

    tijdens mijn onderzoek probeer ik gebruik te maken van de suikerglastechnologie om het hBsag eiwit te stabiliseren. Met deze technologie pak ik het eiwit op een dusdanige manier in met suiker zodat de tertiaire structuur van het eiwit bewaard blijft. het suiker vormt een strakke coating

    om het eiwit waardoor deze beter beschermd is tegen degradatieprocessen zoals denaturatie, oxidatie en aggre-gatie. door middel van het vriesdrogen van een waterige oplossing van het eiwit met suiker krijg je een poeder waarbij het eiwit netjes ingepakt zit. Uit stabiliteitsstudies is tot nu toe gebleken dat deze poederformulering vele malen stabieler is dan de huidige intramusculaire injectie. Een volgende stap in het onderzoek is de ontwikkeling van een nieuwe naaldvrije toedieningsvorm voor het hepatitis B vaccin. hierbij kan gedacht worden aan een poeder dat geschikt is voor inhalatie of misschien zelfs een tablet.

    ik ben nu ruim een jaar bezig met mijn onderzoek en ik ben nog steeds erg enthousiast. ik heb nooit spijt gehad van mijn keuze om te promoveren in Groningen. Mijn dage-lijkse werkzaamheden zijn zeer varirend. het drukst ben ik met het doen van experimenten op het lab, het schrijven en lezen van artikelen en het begeleiden van studenten. daarnaast kun je ook denken aan werkzaamheden als wetenschappelijke discussies met collegas, zowel op het werk als vrijdagmiddag tijdens de borrel, het volgen van cursussen en het bezoeken van congressen.

    Voor iedereen die meer wil weten over het doen van promo-tieonderzoek of die het leuk lijkt om zijn of haar bachelor- of masterproject bij de afdeling Farmaceutische tech-nologie en Biofarmacie te doen, neem gerust contact op ([email protected]) of spreek n van de andere enthousi-aste aios van onze afdeling aan.

    alumnus

    Wouter tonnis

    t

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iV

    32

    StERC SportdagBeachvolleybal

    Kristian van der Pool

    insdag 15 februari was het weer tijd voor de jaarlijkse Sportdag van de StERC. de commissie had besloten

    om te gaan beachvolleyballen. Mijn ee