Divers Antwerpen - 44

8
donderdag 22 oktober 2009 Divers Antwerpen Bijlagereeks over de 160 verschillende nationaliteiten die in Antwerpen vertegenwoordigd zijn Van Afghanistan tot Zwitserland www.gva.be “Voor Belgen moet ik het vlees dikker snijden” blz. 4 Portugal “Portugal zou een katholiek land zijn, maar ik vind Vlamingen veel katholieker” blz. 3 België Portugal Teksten: Dominique Piedfort Coördinatie: Kris Vanmarsenille Eindredactie: Carine Tollenaere Foto’s: Dirk Kerstens, Wim Hendrix, Bert Hulselmans, Thomas Legrève,Reuters, AP, GPD, GVA

description

Portugal - 8 blz.

Transcript of Divers Antwerpen - 44

donderdag 22 oktober 2009

DiversAntwerpen

Bijlagereeks over de 160 verschillende nationaliteiten die in Antwerpen vertegenwoordigd zijn

Van Afghanistan tot Zwitserland

www.gva.be

“Voor Belgen moet ik het vlees dikker snijden”

blz. 4

Portugal

“Portugal zou een katholiek land zijn, maar ik vind Vlamingen veel katholieker”

blz. 3

BelgiëPortugal

Teksten: Dominique Piedfort Coördinatie: Kris Vanmarsenille Eindredactie: Carine TollenaereFoto’s: Dirk Kerstens, Wim Hendrix, Bert Hulselmans, Thomas Legrève,Reuters, AP, GPD, GVA

�.DIVERS ANTWERPEN donderdag �� oktober �009

Fora de HorasSint-Jansplein 18

Antwerpen

Café

Toen en nu

Van wereldmacht tot arm land

Portugal is het meest westelijke land van het Euro-pese continent dat sinds 1986 tot de Europese Unie behoort.

Het land beslaat ongeveer 16 procent van het Iberisch Schiereiland.

Tot Portugal behoren even-eens de eilandengroep de Azoren en het eiland Madeira.

PortugalLand van de grote ontdekkingsreizigers

Als het land van de grote ontdekkingsreizigers groeide het in de 15de en 16de eeuw uit tot een wereldmacht, maar het verval kwam snel. Ook wegens ontij zoals de aardbeving van Lissabon in 1755.

Portugal evolueerde naar een van de armste landen van Europa.

In de twintigste eeuw komt het land van 1926 tot 1974 onder het juk van een dictatuur terecht.

De Anjerrevolutie instal-leerde een parlementaire democratie.

In 1986 trad Portugal toe tot de Europese Unie.

Sinds begin 2006 is het staatshoofd president Anibal Cavaco Silva, een Liberaal-conservatief.

De huidige regerings-leider is minister-president José Socrates (sinds maart 2005). De minister-president regeert voor een periode van vijf jaar.

“Ik woon nu al twintig jaar in Antwerpen”, vertelt Mila. “Ik ben afkomstig uit de universiteitsstad Coimbra. Op die universiteit heb ik nooit gezeten. Daar zaten vooral de kinderen van de rijke mensen.

“In 1989 kwam ik hier op vakan-tie. Mijn zus werkte in Antwerpen als huishoudhulpje bij een Joodse familie, en ik kwam haar bezoeken. Plotseling kreeg ik een job aangebo-den als schoonmaakster. En kijk, nu woon ik hier nog altijd. Ik wil graag eindelijk Neder-lands leren. Maar de cursussen zijn moei-lijk combineerbaar met het uitbaten van mijn café.”

Intussen heeft Mila wel de Bel-gische nationaliteit verworven en baat ze al 14 jaar Fora de Horas uit. De televisie staat er op het middag-uur afgestemd op een schreeu-werig Portugees spelprogramma. Achter de toog hangt een foto van Christiano Ronaldo en Super Bock is er populairder dan Jupiler.

“Ik ben hier echt content”, zegt Mila. “Ik ken hier iedereen, en ieder-een kent mij. Het is hier goed wonen. Dat was vroeger anders. Tien jaar ge-leden was het Sint-Jansplein nog een

vuile en gevaarlijke buurt. Dat lag niet aan de Portugezen, want dat is

zeker geen agressief volk.”“Gelukkig hebben de stad en

de politie knap werk geleverd. Het is hier nu proper en ik kan hier zonder problemen rond-lopen. Daarom zeg ik vaak: ‘Dankjewel’ tegen de agen-ten voor wie ik veel respect heb. Ik geniet ook erg van de

evenementen die hier plaats-vinden, zoals de komst van die

grote olifant tijdens de Zomer van Antwerpen van enkele jaren gele-den. Toen heb ik even niets gedaan in het café.” (lacht)

Mila heeft de toestroom van Por-tugezen op het Sint-Jansplein van

dichtbij meegemaakt. “Dankzij de havenindustrie was hier veel werk voor Portugezen. De bazen brachten hen onder in pensionnetjes die al-lemaal in deze buurt lagen. Al snel kwam de familie over. Portugezen passen zich snel aan en het onder-wijs of de sociale zekerheid is hier veel beter.”

Het Sint-Jansplein is een Portu-gees dorp, maar kent dit volk de rest van Antwerpen? Mila in elk ge-val niet.

“Het spijt me, ik kom zelden ver-der dan dit plein. Je moet dat

begrijpen. Mijn hele leven stond wat in het teken

van overleven. Ik ben een alleen-staande moeder van drie kinde-ren. Ik wilde met alles in orde zijn. Ik had heel wat verantwoordelijk-

heid. Daarom was dat werk heel be-

langrijk. Ik stond op, ging werken en kwam terug

thuis. Voor andere dingen was er ei-genlijk geen tijd. Die situatie was de-zelfde voor veel Portugezen die hier zijn komen wonen.”

Van heimwee lijkt Mila weinig last te hebben. “Voor het mooie weer hoef ik niet meer naar Portugal. De jongste jaren is het hier even warm geworden. En de Portugese cultuur kom je hier overal tegen. Ach, in Por-tugal of in Antwerpen wonen, dat is eigenlijk niet het belangrijkste. Waar je jezelf goed voelt, dat is jouw thuis. Zo is het toch?”

“Ik ben hier echt content”Fora de Horas, vrij vertaald: de tijd bestaat even niet. Alleen al daarvoor zou je een Portugees pilsje bestellen bij Mila Dias Almeida, de bekendste cafébazin van het Sint-Jansplein. “Voor het mooie weer hoef ik niet meer naar Portugal, de jongste jaren is het hier even warm.”

Mila, cafébazin van Fora de Horas, vindt het goed wonen op het Sint-Jansplein: “Ik ken iedereen, en iedereen kent mij.”

“Belgen moeten altijd snel ergens naartoe. In Fora de Horas tikt de klok even niet”mila dias almeidacafebazin

donderdag 22 oktober 2009 DIVERS ANTWERPEN.�

Bijna elf miljoen Portugezen

Cijfers

Hoofdstad:Lissabon

als Porto en Lissabon. Het achterland is erg schaars bevolkt. De meeste Portu-gese gemeenten tellen daar niet meer dan 2.000 inwoners.

Volkslied:A Portuguesa

Munteenheid: euroNationale feestdag:

10 juni

soort isolement, dat zeker niet.“Op politiek vlak lijkt het een rus-

tig land, met weinig communautai-re spanningen. “Portugal

kent verschillende re-gio’s, maar we ken-nen geen echte dia-

lecten. Portugal heeft één taal en één cultuur. Dat is hier wel een beetje anders. Al ben ik nooit over

de taalgrens ge-weest. Da’s jammer,

want de Ardennen zouden heel mooi zijn.

Misschien zegt dat wel heel veel over dit land. Ik spreek Neder-lands en voor mijn gevoel leef ik ge-woon in Vlaanderen, omdat ik in mijn omgeving bijna altijd over Vlaanderen hoor spreken. Het voelt aan alsof het Franstalige gedeelte niet bij dit land hoort. Het is echt zo, ik ervaar geen eenheid bij jullie.”

“Het Nederlands heeft mijn leven bepaald”

Portugezen wonen in

Antwerpen

2.799

“Vlamingen denken dat Portugal een heel katholiek land is, maar ik vind de mensen hier veel katholieker”joana seixasdocente

Wie ik Antwerpen Portugees studeert, krijgt wellicht les van Joana Seixas.

De Portugese staat ons te woord in perfect Nederlands. Ze weerlegt met-een ook enkele clichés die over haar land de ronde doen. “Portugal is meer dan het land van de fado.”

Joana Seixas doceert aan de Artesis Hogeschool op het departement waar vertalers en tolken worden opgeleid. Daarbij passeren tevens lessen in Por-tugese cultuur de revue.

Ook tijdens de avondschool Portu-gees voor volwassenen staat ze voor de klas. “Ik vind het heel leuk om te doen. Het verrast me dat zo veel men-sen Portugees willen leren. Het zijn er zeker meer dan honderd”, meldt Joana.

“Het zijn niet alleen jonge studen-ten, ook heel wat volwassenen willen om allerlei redenen Portugees stu-deren. Mijn vrienden reageren vaak verbaasd: Wie wil er nu lessen Portu-gees volgen in Antwerpen?’ Ik weet het wel, Spaans is veel populairder. Ach, misschien maken die Spanjaar-den gewoon meer reclame. (lacht)Want zo veel verschil tussen Spaans en Portugees is er niet, hoor. Het is bij-na dezelfde taal. Alleen de uitspraak is helemaal anders.”

Met Joana’s Nederlandse uitspraak is in elk geval niets mis. Dat lijkt niet zo vanzelfsprekend.

“Ik ben in Portugal opgegroeid en ben afkomstig uit de stad Porto. Daar ben ik met Nederlandse studies begonnen. Ik heb eigenlijk Duits en Engels gestudeerd. Daar kon ik een taal bijnemen. Nederlands lag dus ei-

Joana niet op het Sint-Jansplein, het Portugese epicentrum van Antwer-pen.

“Ik doe er soms een paar inkopen. Maar ik ben naar hier gekomen met een duidelijke ingesteldheid. Ik wilde een nieu-we stad leren kennen. Daarom heb ik geen be-hoefte om ande-re Portugezen op te zoeken. Op het Sint-Jansplein zit ik wel graag tijdens een voetbalwedstrijd om dan lekker Portugees bier te drinken: Super Bock!”

De meeste Belgen linken Portugal met voetbal. Wie een beetje dieper graaft, komt uit bij de gedichten van Pessoa en de vele ontdekkingsreizi-gers. Er is wellicht meer?

“Ja, er is veel meer. Misschien pro-moot Portugal zich niet goed genoeg. Ik heb de indruk dat de mensen een verkeerd beeld van Portugal hebben. Ze denken aan een heel katholiek land waar iedereen naar fado luistert. Dat is helemaal niet zo. Dat zijn clichés. Ik vind de mensen hier bijvoorbeeld veel katholieker. En fado hoorde bij het vroegere, dictatoriale regime. Daarom heeft de jeugd er zich tegen afgezet. Die luistert liever naar mo-derne muziek, al is fado een beetje aan een comeback bezig. Nee, Portugal is een heel modern land waar alle tech-nologie aanwezig is. Natuurlijk liggen we in Europa als klein landje wat afge-legen, maar Portugal leeft niet in een

genlijk een beetje voor de hand.”“Ik vond het hoe langer, hoe meer

een mooie taal. En op een bepaald moment zag ik Portugal even niet meer zitten. Tegelijk wilde ik mijn Nederlands verbeteren. Dus was het logisch dat ik naar Nederland trok. Ik had nooit gedacht dat ik uiteindelijk in Antwerpen zou belanden. Maar deze hogeschool zocht iemand die Portugees kon geven. Het leek me heel leuk om te doen, dus waarom niet solliciteren?”

“Intussen zit ik hier al drie jaar. Dat was nooit het plan. Maar het bevalt me hier. Ik kan me niet voorstellen dat ik hier de rest van mijn leven blijf wonen. Al kan het best zijn dat ik hier nog een tijdje blijf. Het is best wel grappig. Ne-derlands studeren is voor mij begon-nen als een hobby. Uiteindelijk heeft het mijn leven bepaald.”

“Tja, ik loop graag langs rivieren, maar dat is in Antwerpen niet zo pret-tig. Hier gebeurt bijna niets langs het water. Daarom ga ik heel graag naar de jachthaven aan het Eilandje. Daar is het wel heel leuk. Natuurlijk is dat haventje heel klein.”

“In Porto woonde ik op vijf minuten wandelen van het strand. Aan de zee een koffietje drinken, dat mis ik waar-schijnlijk het meest. En bij de mensen hier mis ik vaak het positieve. Vele Antwerpenaren zijn te afstandelijk, vind ik. Niet alleen in het persoonlij-ke contact, ook wanneer je een winkel binnenstapt. Je krijgt zelden een glim-lach cadeau. Blijkbaar is dat normaal. Maar wie aan de andere kant van de toog staat, denkt vaak: dat kan toch een beetje aardiger?”

Compensatie voor dat gemis zoekt

Religie:rooms-katholiek

Oppervlakte: 91.982 km²

Inwoners:10.707.924 (telling in 2009). Het merendeel van de bevol-king woont langs de kustlijn

van 832 kilometer of in grote steden

Landcode telefoon: +351Landcode internet: .ptExport: kleding en textiel,

wijn, visconserven, hout en papier. Portugal dekt de helft

van de wereldbehoefte aan kurk.

Plaats op de lijst van rijkste landen: 29/177

BEL DE HELE WERELD ROND

TEGEN EXTREEMLAGE TARIEVEN

www.ortelmobile.be

�.DIVERS ANTWERPEN donderdag 22 oktober 2009

Society

Beroemde PortugezenFerdinand Magellaan

Portugal is een land van ontdekkingsreizigers. Magellaan (1480-1521) is wellicht de meest beken-de. In 1519 vat hij ongewild een reis rond de wereld aan door een jaar later per toeval de Stille Oce-aan te ontdekken. Magellaan, eigenlijk in dienst van de Spaanse koning, overlijdt tijdens de trip en maakt de thuiskomst in Sevilla op 6 september 1522 nooit mee.

“Voor Belgen moet ik het vlees dikker snijden”Wie de verbeelding mag laten spreken in de slagerij van Antonio Rocha, twijfelt niet. Een heuse geit in de koeltoog heet hier cabrito. De volgende klant, vermomd als supporter van Benfica, ziet dat het goed is. Het lijkt wel een scène van Van vlees en bloed uit Lissabon. Niets is minder waar! Welkom in slagerij Sint-Jans.

Op nummer drie van het Sint-Jansplein is de Portugese vlag prominent aanwezig.

Achter de koeltoog zwaait Anto-nio Rocha de plak. Samen met zijn vrouw en wat helpers is hij mooi in het rood en het wit gekleed. “Fan-tastisch, ik zit precies in Lissabon”, zegt de fotograaf.

“Ik ben afkomstig uit Porto, mijn

vrouw is opgegroeid in Lissabon”, reageert Antonio in het Frans, want de Nederlandse taal kent hij nog niet zo heel goed.

“Zeven jaar geleden ben ik naar Antwerpen gekomen. In Portugal was ik al slager, maar het leven is daar hard. Hier kon ik als arbei-der aan de slag in een vleesfa-briek. Na een tijdje begreep ik dat er in Antwerpen geen Portugese slagerij was. Daarom besloot ik

Antonio Roca met een cabrito, een geit, voor slagerij Sint-Jans.

“Het leven in Portugal is hard”antonio rochaslager

een Braziliaanse voetbalclub draagt zijn naam.

José Mourinho Voetballand Portugal

kan op vele namen trots zijn. Eusebio, de zwarte parel uit Mozambique, maakt in de jaren zestig furore bij Benfica Lissabon en schittert op het WK 1966 in Engeland. Momenteel is Christiano Ronaldo, aanval-

ler bij Real Madrid, de grote vedette. Toch zetten we liever de opmerke-lijke levenswandel van coach José Mourinho in de kijker. Hij begint zijn carrière als tolk van Bobby Robson bij Sporting Lissabon. Mourinhobesluit het zelf als trainer te probe-ren en loodst in 2002 het beschei-den Leiria van een degradatieplaats naar een Europees ticket. Mourinho is dan amper 39. Twee jaar later stunt hij met Porto via winst in de Cham-pions League waarop hij naar het

Vasco da Gama Vasco da Gama (1469-

1524) vaart in 1499 als eerste over zee naar In-dia. Het is een wreedaar-dige ontdekkingsreizi-ger die onderweg sche-pen, bemanning incluis, laat zinken en steden vernielt. Toch wordt in 1998 in Lissabon de plaatselijke LangeWapper naar hem genoemd. Toeristen kennen vast de Vasco Da Gamabrug. Ook

deze zaak te beginnen. Met suc-ces. Ik heb niet alleen Portugese klanten, ook vele Belgen komen hier langs.”

Die Belgische klanten krijgen geen rare vleessoorten voorge-schoteld.

“Ik kan niet zeggen dat mijn vlees typisch Portugees is. Ah ja, ik koop het gewoon hier”, zegt de slager. “De charcuterie met veel gerookt vlees en de kaassoorten die je hier kan kopen, zijn wel echt Portugees. Er zit ook een verschil in de manier waarop ik het vlees snijd. Portugezen houden erg van dun gesneden vlees, de Belgen hebben het liever wat dikker ge-sneden, heb ik al vaak gemerkt.” (lacht)

Veel Portugezen maken van het Sint-Jansplein een minidorp. Echt contact met de stad hebben ze vaak niet. Dat is bij Antonio anders.

“Ik woon hier niet. Mijn adres bevindt zich in Hoboken. Ik woon daar heel graag. Antwerpen is niet alleen mooi aan de schitterende kathedraal. Ik trek graag naar de kleine dorpjes in de omgeving. Zo vind ik Kontich heel aangenaam. Ik kom er erg graag.”

”Momenteel probeer ik de Bel-gische nationaliteit te verwer-ven. De aanvraag is al ingediend in Brussel. Mijn dochter is hier ge-boren. Daarom is dat voor mij erg belangrijk. Ik wil echt tot dit land behoren”, vertelt Ricardo.

Al kan alles beter. Of we bijvoor-beeld ook bij hem de dvd van Van vlees en bloed kunnen kopen? “Wat zeg je? Het spijt me, daar heb ik nog nooit van gehoord. Is het een tv-serie over een slager? Die wil ik zeker zien…”

donderdag 22 oktober 2009 DIVERS ANTWERPEN.�

“Portugees eten doe ik thuis wel”

Feliciana Monteiro is een Portugese die de haven onder de loep neemt op het

departement Transport en

Ruimtelijke Economie van de Universiteit Antwerpen.

“Ik werk als researcher. Op het depar-tement Transport voltooi ik promotie-onderzoek.”

“Sorry dat ik Engels spreek, het is een beetje onze taal op de universiteit. Ik ken maar een paar Nederlandse woordjes”, bekent Feliciana, die voornamelijk de productiviteit van de Antwerpse haven onderzoekt.

“Mijn thesis is nog niet af. Die hoop ik volgend jaar af te ronden. Voor inte-ressante bevindingen is het dus nog te vroeg. Onlangs heb ik wel een congres in Los Angeles gevolgd. Dat was erg inte-ressant. De Antwerpse haven gold in Los Angeles echt als een referentie.”

Feliciana voelt zich ook meer en meer betrokken bij de stad. “Intussen woon ik bijna vijf jaar in Antwerpen. Het eerste jaar dacht ik dat mijn verblijf erg kort-stondig zou zijn. Ik logeerde in een stu-dio en voelde me niet echt verbonden met Antwerpen.”

“Toen ik begreep dat ik langer in de stad zou verblijven, zocht ik een grote-re woonst. Ik ging Antwerpen ook echt ontdekken en leerde een charmante, vredige stad bij een mooie stroom ken-nen. Ook het idee dat je hier gewoon naar je werk kan wandelen of fietsen vind ik geweldig.”

“Intussen zijn al heel wat familiele-den op bezoek gekomen. Je weet wel, om chocolade te komen proeven of Bel-gisch bier te drinken. (lacht) Zij waren erg positief over de stad.”

De Portugese drukte aan het Sint-Jansplein zoekt Feliciana niet vaak op. “Ik woon in de omgeving van de Na-tionale Bank en hou meer van andere buurten. Ik heb het gevoel dat ik een an-der soort migrant ben. Begrijp me niet verkeerd, ik ga graag naar het plein om wijn of pasteitjes te kopen. Maar er con-stant rondhangen, doe ik niet. Eigenlijk vertoef ik in Antwerpen zelden tussen Portugezen, ook omdat ik mijn land-genoten bijna nooit tegenkom in acade-mische kringen.”

“En wanneer ik uitga, zoek ik liever de Antwerpse restaurants op. Niet al-leen uit nieuwsgierigheid. Portugees eten doe ik thuis wel. Zo leer je een stad toch het best kennen? Tja, Portugezen zijn een volk met een lange traditie van emigreren. Daarom gaat integreren ons normaal heel gemakkelijk af. Ik had in elk geval weinig problemen om me aan te passen in Antwerpen. Natuurlijk mis ik mijn vrienden en familie soms. En dat geldt zeker voor de kookkunsten van mijn moeder. (lacht) Maar op drie uur vliegen sta je in Portugal. Nee, ik klaag niet. Antwerpen bevalt me prima. ”

“Over vijf jaar wonen we weer in Portugal”In café Espigueiro troept bij een topwedstrijd van het Portugese nationale voetbalelftal heel wat schoon volk samen. Op de hoek van het Sint-Jansplein met de Van de Wervestraat kwamen we zelfs ooit burgemeester Patrick Janssens en Tom Barman tegen. Toch kan cafébaas Carlos Pimenta niet snel genoeg terug naar Portugal vertrekken.“Mijn ouders konden eind jaren vijftig aan de slag in de mijnen van Waterschei. Daarna vond mijn vader ander werk in de bouwsector. Ik was vier jaar toen ik in 1964 in Antwerpen aankwam”, legt Carlos uit.

“Dit café baat ik nu elf jaar uit, ik hoop het nog vijf jaar vol te houden. Dan stop ik er definitief mee en trek ik terug naar Portugal, naar een rus-tige streek in de bergen ten noorden van Porto.”

Dat lijkt wat vreemd. Carlos spreekt het pure, Antwerpse dia-lect. Een echte Portugees lijkt er in hem niet te schuilen. Maar dat is een misvatting.

“Ik, geen Portugees? Dat is hele-maal niet zo. Toen ik jong was, voel-de ik me echt Antwerpenaar. Dat is

Carlos Pimenta en Paula Castro op het Sint-Jansplein. “Wanneer Portugal voetbalt, is het hier exotisch.”

“Ik kan niet meer tegen de stress. In de bergen hoop ik weer rust te vinden”carlos pimentacafebaas

Londense Chelsea trekt en de club de eerste landstitel sinds 50 jaar bezorgt. Momenteel is hij aan de slag bij Inter Milaan, maar ook in de Italiaanse com-petitie is hij ongenaakbaar. The Special One heeft met zijn clubs al zeven jaar geen thuiswedstrijd verloren!

Fernando Pessoa Pessoa (1888-1935) is een van de

belangrijkste dichters uit de wereldge-schiedenis. Hij groeit op in Zuid-Afrika,

waar hij Shakespeare, Dickens en Keats leert kennen. Wanneer hij als rijpe tiener weer in Lis-sabon arriveert, start hij een obscuur leven. Hij is een anonieme hulpboekhouder en komt nooit verder dan welgeteld één plato-nische relatie met een secretaresse. Pessoa is een kille man die overlijdt aan een alcoholvergiftiging. Dit alles wordt gecompenseerd door zijn nagelaten werk. Rode draad vormt zijn stelling dat

leven in de zin van najagen van steeds nieuwe ervaringen eigenlijk niet hoeft. Een bloemlezing van zijn gedichten is uitgegeven door de Arbeiderpers, dat ook zijn enige prozawerk, Het boek der rusteloosheid, uitbracht.

Amalia Rodrigues Wie Portugal met muziek linkt, komt

vooral bij fado uit. Het Portugese levens-lied ontstaat in de arme stadswijken. Amalia Rodrigues (1920-1999) is de

grootste fadokoningin. Aan fado kleeft wel een kleine smet. Het dictato-riale regime houdt met fado het volk tam. Maar Amalia collaboreert lie-ver niet en steunt stiekem de Communis-tische Partij. Toch komen fadomuzikan-ten na de Anjerrevolutie op een zwarte lijst te staan. Pas in de jaren tachtig krijgt Amalia een rehabilitatie. Wanneer ze in 1999 sterft, is het Portugese volk in rouw. Haar huis in Lissabon is nu een museum.

drastisch veranderd. Ik heb me afge-zet tegen de Belgische politiek wat het vreemdelingenbeleid betreft. Toen ik Belg wilde worden, kostte me dat een kleine 1.000 euro en moest ik het le-ger in. Nu zie ik nieuwkomers kansen krijgen die ik nooit heb gehad. Daar kan ik absoluut niet tegen.”

Carlos klinkt vermoeid, en dat is hij ook. “Ik kan niet meer tegen de stress. Ik wil in Portugal de rust terugvin-den. Ik heb vlak voor mijn deur al een moord meegemaakt. In die elf jaar zijn er op dit plein vijf doden geval-len. Als vader van drie kinderen vind ik het nu tijd om te vertrekken.”

Raar, in de ogen van de publieke opinie lijkt het leven aan het Sint-Jansplein anders fel verbeterd. Car-los spreekt dat tegen. “Verbeterd? Wandel er eens over. Het zit vol clo-chards, drugsverslaafden en dealers. Spijtig, maar het is wel zo. Goed, wan-neer Portugal voetbalt, is het hier exo-tisch. Waarom? Omdat ik dat organi-seer om weer niet dezelfde toestan-den van elke dag mee te maken. Want wanneer er niet wordt gevoetbald, zie je hier vooral veel ‘bandieterij’. Echt, ik ben het moe.”

Wat maakt café Espigueiro zo ty-pisch Portugees? “De kleine snacks, zoals viskroketten, kom je in Portu-gal bijna altijd tegen. En espigueiro’s zijn de kleine huisjes op het platteland waarin maïs wordt gedroogd. Die zie je in de bergen in het noorden.”

“Naar die streek heb ik echt heim-wee. Ik heb daar wat eigendom. Drie tot vier keer per jaar trek ik er met mijn vrouw naartoe. Mijn ouders wonen daar nu.”

“Wanneer ik nadien terug in Ant-werpen kom, is er altijd dat gevoel van heimwee. Daar is er nog rust. Die vind ik hier niet meer. Rentenieren kan ik niet. Daarom wil ik ginds opnieuw een zaak beginnen. Niet in een grote stad als Porto, want dan maak ik weer dezelfde dingen als hier mee. Nee, ik trek naar de bergen. Ik ga daar wer-ken, gewoon om de levenskosten te kunnen betalen. Niet om veel geld te verdienen, dat gaat vandaag toch niet meer. Ik kan het weten, ik heb heel mijn leven hard gewerkt en alles op de propere manier. Ik hoop nu gewoon de rust terug te vinden.”

�.DIVERS ANTWERPEN donderdag 22 oktober 2009

Porto uit Porto?Portugal is een niet onaardig wijnland, maar het meest bekend blijven Madeira en Porto.

Madeira wordt logischer-wijs gemaakt op het eiland Madeira, Portugees gebied in de Atlantische Oceaan.

Porto is weliswaar afge-leid van de stad Porto, maar is eigenlijk afkomstig uit de Dourovallei in het noordoos-ten van het land, een eind ver-

Toen en nu

“Twaalf euro voor een menu vinden Portugezen te duur”

Amper een maand geleden zwaaide aan de Ankerrui Paraiso do Paladar de deuren open. In het Portugese restaurant wil Maria de Lurdes Pimenta Pereira meer presenteren dan de traditionele gamba’s. Met succes, onder-vonden we. “Heeft het gesmaakt?” Wees gerust, Maria.

“Portugezen zijn erg gastvrij, ook tegenover buitenlanders”maria de lurdes pimenta pereirarestauranthoudster

wijderd van de kuststad in het westen.

Port wordt sinds het be-gin van de 17de eeuw in Por-tugal gemaakt. De berei-ding is ontstaan doordat En-geland in onvrede leefde met Frankrijk, toen al een groot wijn producerend land. De Engelsen gin-gen in andere streken op zoek naar wijn. He-laas, de wijnen uit Por-tugal en Spanje smaak-ten niet meer zo na de

bootreis naar Engeland. Er werd naar oplossingen gezocht. Aan

het einde van de bereiding werd er wat brandewijn toege-voegd aan de port. Vandaar de nog altijd versterkte zoetewijn die naar de 20 graden

neigt. Pas aan het einde van de 18de eeuw stopte men de gisting door toe-voeging van wijnalcohol. Door deze ingreep be-houdt port veel restzoet, een gevolg van de niet-vergiste suikers.

Maria de Lurdes Pimenta Pereira in haar restau-rant op de Ankerrui: “Het Sint-Jansplein beviel me niet echt.”

Paraiso do Paladar betekent paradijs van de smaak. Dat wil Maria bewijzen door ons haar specialiteit cataplana te serveren, een flink uit de kluiten gewassen visschotel waar twee personen van kunnen smullen. Helaas zitten we in tijdnood, dus wordt het de dagschotel: poulet à braz, vrij vertaald: kip van bij ons.

Er verschijnt een schotel waar je volgende ingrediënten in kan ont-waren: filterdunne, gebakken aard-appelslierten, ei, olijven en uiteraard kip. Ziet er heel lekker uit. Als des-sert volgt pomme caché, ook iets ty-pisch Portugees. Wanneer de appel tussen de vanillepudding en meren-gue gevonden is, schuift Maria even mee aan.

“Ik ben afkomstig uit Guimaraes en woon nu drie jaar in Antwerpen. Ik zocht meer werkkansen en be-greep dat hier niet zo veel authentieke, Portugese restaurants zijn. Ik zie wel een paar eetcafés waar ze vooral snacks of gamba’s serveren, maar geen restaurants met een uitgebreide menukaart.”

“Daarom bieden we

plein, dat beviel me echt niet. Ik had daar veel angst. Ik voelde er veel agressie. Na een tijdje begon ik me wat aan te passen. Intussen zijn we drie jaar verder en voel ik me

een stuk beter. Andere aan-passingsproblemen

had ik niet echt. Ik woonde

23 jaar in de om-

ge-vingvan

Parijs, wat maakt dat het weer hier voor mij geen geheimen meer heeft.”(lacht) Ik heb meer problemen met de houding van de Antwerpenaren tegenover mijn taal. Wanneer ik hier Frans spreek, wordt dat zelden aan-vaard. Terwijl dit land toch twee- of drietalig is?”

“In Portugal staat men erg gast-vrij tegenover elke buitenlander. Hier kan je zelfs geen simpele inlich-ting krijgen wanneer je geen Neder-lands praat. Al mag ik niet te streng zijn. Tijdens mijn eerste dagen hier ben ik op een geweldige manier opgevangen. En Antwerpen blijft een prachtige stad met een zeer mooie kathedraal. Ik heb het hier

naar mijn zin, hoor.”Deze nieuwe Antwerpe-

naar krijgt van ons een sim-pakket van Ortel Mobile om naar familie en in haar thuis-land te bellen.

i

verscheidene specialiteiten aan, zo-als rijst met zeevruchten of bijvoor-beeld carne de Porco d’Alentjana, een typisch gerecht uit het zuiden van Portugal.”

“Ons restaurant slaat erg aan bij de Belgen. We bie-den menu’s aan tegen 12 euro, drank inbe-grepen, misschien daarom. Al vin-den vele Portu-gezen dat nog te duur.”

Over haar eerste dagen in Antwerpen blikt Maria minder te-vreden te-r ug. “Ik woonde aan het Sint-Jans-

Paraiso do PaladarAnkerruiAntwerpen

Restaurant

donderdag 22 oktober 2009 DIVERS ANTWERPEN.�

Een niet te missen culinairaspect van Lissabon zijn de wereldberoemde pastéis de Belém.

Pastéis de Belém zijn klei-ne, romige pasteitjes be-strooid met poedersui-ker en kaneel.

Slechts enkele mensen kennen het ruim 150 jaar oude recept. Het recept van pastéis de nata is wel bekend. Ook die zijn erg lek-ker en komen in de buurt van de

pastéis de Belém.

Ingrediënten (voor 12 stuks)

3 plakjes roomboter-bladerdeeg

1 vanillestokje

Recept

Pastéis de nata(Portugese roompasteitjes)

125 ml slagroom 2 eierdooiers 3 eetlepels suiker 2 theelepels bloem vormpjes van 4 à 5 cm door-

snede

Bereiding Oven voorverwarmen op

250°C of gasovenstand 6. Bladerdeeg ontdooien. Intussen vanillestokje in de

lengte opensnijden en in pan-netje met slagroom aan de kook

Dank u.Obrigado.Hallo.Ola.Moeder.Mae.Vader.Pai.Man.Homem.Vrouw.Mulher.Tafel.Mesa.Stoel.Cadeira.Muziek.Musica.Voetbal.Futebol.

Tien voor taal(

Van Twee Zusters naar LisboaIngewijden in de Portugese ge-

meenschap raden Twee Zusters aan op het Sint-Jansplein. Eigenlijk is het veeleer een refter dan een restaurant waar je naar verluidt wel lekker kan eten. Helaas had de bazin geen zin in een reportage en werden we niet echt vriendelijk afgewimpeld.

Vele Antwerpenaren trekken voor gamba’s ook naar Lisboa in de Am-sterdamstraat, maar ook daar kre-gen we het deksel vreemd genoeg op de neus. Gelukkig bewezen Isabelle en Maria de Lurdes het tegendeel: Portugezen zijn heus wel gastvrij en vriendelijk.

In restaurant Eskape op de Paardenmarkt serveren de zussen Isabelle en Sandra Rodriguez even simpele als lekkere Portugese gerechten.

Isabelle Rodriguez is in de wieg gelegd voor een leven tussen de kunst, maar is naar Antwerpen moe-ten emigreren. Omdat je in het leven soms niet te kiezen hebt.

“Zes jaar geleden ben ik vanuit Porto naar Antwerpen overgeko-men”, laat Isabelle weten. “Mijn va-der woonde hier al samen met mijn moeder. Hij werkte als lasser in de haven, maar kreeg een werkonge-val. Daarom kon hij ons niet langer onderhouden.”

“We hadden geen keuze. We moesten wel naar hier komen. Ik stond op het punt om in Portugal naar de universiteit te trekken. Ik zou me gaan specialiseren in kunst-restauratie. In plaats daarvan kwam ik hier terecht. Misschien kan ik de studies in Antwerpen na een cur-sus Nederlands opnieuw oppikken, dacht ik.”

Intussen staat Isabelle met haar zus dus in Eskape, al wil ze dat geen restaurant noemen.

“We hebben geen menukaart. Elke dag bieden we één vis- en vlees-schotel aan. Het zijn telkens simpe-

De familie Rodriguez in de Portugese eettent Eskape. “We serveren de typische gerechten waardoor onze klanten zich thuis voelen. “

brengen. Verwijder het vanillestok-

je, schraap met een scherp mes-je het vanillemerg eruit en roer het door de slagroom.

Eierdooiers losroeren met suiker en bloem.

Ca. 3 eetlepels hete room erdoor roeren.

Eimengsel al roerend bij room in pan schenken en ver-warmen tot mengsel iets ge-bonden is (niet laten koken).

Pan van vuur nemen. Vorm-pjes invetten en bekleden met

bladerdeeg, goed aandruk-ken. Roommengsel over vormpjes verdelen.

Pasteitjes in midden van de oven in ca. 10 minuten bruin bakken.

Pasteitjes uit oven in vorm ca. 10 minuten laten afkoe-len.

Uit vorm nemen en op rooster verder laten afkoelen. Voor het serveren de pastei-tjes dik bestrooien met poe-dersuiker en bestuiven met kaneelpoeder.

“De salarissen die je hier kan verdienen, zijn in Portugal ondenkbaar”

le, maar lekkere Portugese gerechten zodat de klanten zich meteen thuis voelen.”

“Vandaag maken we visfilet met bo-nenrijst of gestoofde kip met pasta. Dat concept slaat aan, ook bij de Bel-gen. Al vragen die meestal om dorade of gamba’s. Blijkbaar kennen ze dat het best uit de Portugese keuken.”

Buiten Eskape was het leven voor Isabelle in Antwerpen niet altijd ge-makkelijk.

“Ik ken vijf talen, maar geen Neder-lands. Dat vormde hier tijdens de be-gindagen een heel groot probleem. Ik verstond de mensen niet. Nu lukt het me veel beter, vooral als de mensen traag spreken. En op de buurt rond het Sint-Jansplein had ik het niet he-lemaal begrepen. Daarom trok ik er liever wat van weg. Alle Portugezen troepen er samen. Hier op de Paar-denmarkt kom je al met veel meer mensen in contact.”

“We serveren ook nog snacks in een zaak in de Osystraat. Je merkt met-een dat daar een ander soort volk over de vloer komt. De klanten zijn hier veel meer divers. De helft bestaat uit Belgen. Ik vermoed dat de Antwer-penaren het op dit adres gezelliger vinden.”

Uiteraard had Isabelle iets anders voor ogen toen ze uit Portugal ver-trok.

“Mijn studieresultaten waren uit-stekend. Ik kon zo naar de univer-siteit. Maar het mocht niet zijn. En voorlopig is er weinig tijd om verder te studeren. Daarom ken ik in Antwer-pen ook enkel het Sint-Jansplein, de kathedraal en het Centraal Station. Ik werk hier van maandag tot zondag en op dinsdag moet ik schoonmaken. Ik weet waar de musea zijn in Ant-werpen, maar wanneer moet ik die bezoeken? Ik hoop dat het leven over twee jaar wat rustiger wordt.”

Of haar leven daarna in Antwerpen verder gaat, weet Isabelle nog niet.

“Ik had hier samen met mijn vriend een huis gekocht. Maar door alle toe-standen zijn we uit elkaar gegaan. Misschien koop ik hier nog een ap-partementje en blijf ik nog een paar jaar.”

“Ik kan mijn toekomst niet bepalen. Vaak hoor ik Portugezen vertellen dat ze na vijf jaar in Antwerpen willen te-rugkeren, maar ze keren nooit terug. Integendeel, al snel volgen vrouw en kinderen de man die hier is komen werken. Want de salarissen die je hier kan verdienen, zijn in Portugal ondenkbaar. Een goed leven leiden is daar heel moeilijk. Daarom blijf je hier, ook al mis je de zon en de vrien-den. Ik kan het weten. Maar ach, ik doe het momenteel niet slecht. Echt, het gaat best hoor…”

EskapePaardenmarktAntwerpen

Restaurant

8.DIVERS ANTWERPEN donderdag 22 oktober 2009

Volgendeweek:

Rusland

“Antwerpen is mijn stad geworden”

Ekiki was jarenlang het beste Portugese restaurant van de stad. Je vond de stemmige zaak in de Korte Winkelstraat, bij de Ossenmarkt. Nu is het de naam van twee zaken in de Houwerstraat waar je haast alle Portugese voedingsmiddelen kan kopen. Carla Bastos waakt er over de bacalhau en de pastéis de Belém.

In Ekiki at je vis zoals het hoort. Lekker lang peuzelen, geen gedoe op een bedje van dit of dat. Tot de vaste klanten behoorde onder andere Juan Lozano, weliswaar een Spanjaard, maar toch.

“Toen mijn moeder ziek is ge-worden, hebben we het restaurant moeten sluiten. Mogelijk herope-nen we ooit. Het is nog zoeken naar een geschikte locatie. Portugese ca-fés zijn er in de stad genoeg, maar restaurants veel minder.”

“De winkel in de Houwerstraat is er altijd geweest. En twee jaar gele-den hebben we een tweede zaak ge-opend”, zegt Carla terwijl een klant een Portugese krant koopt.

“Hier vind je bijna alle Portuge-se producten. De meest typische? De gedroogde bacalhauvis. Of de vinho verde. Dat is sprankelende, witte wijn. Sardines in blik zijn in Portugal ook erg populair, net zoals het bier Super Bock. En de Portu-gese chorizo, die kan je niet verge-lijken met de Spaanse chorizo die

worsten kom je in Portugal weinig tegen. We verkopen hier ook verse gebakjes, zoals de beroemde pas-téis de Belém uit Lissabon. Niet alleen de Portugezen komen hier over de vloer, we hebben ook vele Belgische, Spaanse of Italiaanse klanten.”

De familie Bastos arriveerde 35 jaar geleden in Antwerpen. Carla’s ouders zijn terug naar het thuisland vertrokken, naar de geboortestreek ten zuiden van Porto. Zijzelf blijft liever in de stad wonen.

“Mijn ouders wonen in een heel mooi gebied. Ik ga er graag op va-kantie. Er voor altijd blijven, zie ik niet zitten. Het leven in Portugal is niet zo simpel. Bovendien is Ant-werpen echt mijn stad geworden. De eerste jaren waren niet gemak-kelijk. Als je geen Nederlands kent, is de integratie moeilijk. Het is niet zo dat ik nu vele Belgische vrien-den heb, maar ik kan met iedereen goed overweg. Echt, ik woon heel graag in Antwerpen”

De Houwerstraat is een zijstraat van het Sint-Jansplein. Carlos Pi-menta van café Espigueiro is niet lief voor de buurt. Carla blijft liever diplomatisch. “Ik denk dat ieder-een de buurt op zijn of haar manier bekijkt. Ik vind het hier prima, en ik ben niet alleen. Mijn broer woont nu in Zwitserland. Wanneer hij hier komt, zegt hij het altijd: ‘Antwer-

Carla Bastos: “Terugkeren naar Portugal zie ik niet zitten.”

Anjerrevolutie maakt einde aan dictatuur van Caetano

Historiek

De Anjerrevolutie (Revoluçao dos Cravos) was de bijna geweldloze militaire staatsgreep die op 25 april 1974 in Portu-gal plaatsvond. De linkse opstand maakte een einde aan het bewind van Marcel-lo Caetano, die dictator Antonio de Oliveira Salazar in 1968 was opgevolgd.

Aanleiding van de op-

stand waren de koloniale oor-logen in Afrika, onder meer in Mozambique en Angola. Die hadden het intussen straatarme land aan de rand van de econo-mische afgrond gebracht. De bevolking migreerde massaal naar de Europese buurlanden. Maar het bewind bleef auto-ritair en legde zelfs de vrijheid van meningsuiting aan banden.

In april 1974 barstte de bom.

Roemeniëkomt aan bod op 5 november

Duizenden Portugezen kwamen samen met opstandige militairen op straat.

Uit dankbaarheid kregen de militairen rode anjers in de loop van hun geweer gestopt. Zo kwam de Portugese revolutie aan haar mooie naam.

Na een overgangsperiode van ruim een jaar kreeg Portu-gal een parlementaire demo-cratie. Een beeld van de Anjerrevolutie in 1974 in Portugal. Portugese soldaten

en burgers vieren het einde van de dictatuur.