Divers Antwerpen - 49

8
donderdag 26 november 2009 Divers Antwerpen Bijlagereeks over de 160 verschillende nationaliteiten die in Antwerpen vertegenwoordigd zijn Van Afghanistan tot Zwitserland www.gva.be “Somalië is een oorlogsmuseum” blz. 2 - 3 Somalië Farhan Omar Spanje Jose Mirallas “Vlamingen kleuren graag binnen de lijntjes” blz. 4 - 5 - 6 - 7 - 8 België Somalië Spanje Teksten: Stijn Janssen, Kristin Matthyssen, Eee Rampart Coördinatie: Kris Vanmarsenille Eindredactie: Carine Tollenaere Foto’s: Bert Hulselmans, Wim Hendrix, Sander Gennotte, Jeffrey Gaens, Chris Wouters, Thomas Legrève, Reuters, EPA, AP, GPD, GVA

description

Somalië - Spanje

Transcript of Divers Antwerpen - 49

Page 1: Divers Antwerpen - 49

donderdag 26 november 2009

DiversAntwerpen

Bijlagereeks over de 160 verschillende nationaliteiten die in Antwerpen vertegenwoordigd zijn

Van Afghanistan tot Zwitserland

www.gva.be

“Somalië is een oorlogsmuseum”

blz. 2 - 3

SomaliëFarhan Omar

SpanjeJose Mirallas

“Vlamingenkleuren graag binnen de lijntjes”

blz. 4 - 5 - 6 - 7 - 8

België

Somalië

Spanje

Teksten: Stijn Janssen, Kristin Matthyssen, Eefje Rampart Coördinatie: Kris Vanmarsenille Eindredactie: Carine TollenaereFoto’s: Bert Hulselmans, Wim Hendrix, Sander Gennotte, Jeffrey Gaens, Chris Wouters, Thomas Legrève, Reuters, EPA, AP, GPD, GVA

Page 2: Divers Antwerpen - 49

�.DIVERS ANTWERPEN donderdag �6 november �009

Een op de drie Somaliërs leeft van noodhulpOfficieel: SomaliëHoofdstad: MogadishuOppervlakte:

637.657 km ² Aantal inwoners:

9,8 miljoenLevensverwachting:

49,6 jaar (vrouwen: 51,5 jaar;mannen: 47,7 jaar)

Talen: SomalischReligie: islam (soennitisch)Munt: Somalische shilling Regeringsvorm: republiek

Cijfers

SomaliëMeest corrupte land ter wereld

“Nationaliteit interesseert me niet”Ibrahim Ahmed (32), de uitbater van de bekende Kilimanjarobar – de ‘Kili’ – aan hetDe Coninckplein, heeft twee nationaliteiten: de Keniaanse en de Somalische. “Maar ik voel mevandaag het meest Belg. Nationaliteiten interesseren me niet”, zegt hij.

“Twee nationaliteiten is vaak geen voordeel”, zegt Ibrahim. “Zeker niet als je, zoals ik, in de problemen komt.”

“Het ene land wijst je uit en het andere land wenst je niet toe te la-ten. Bovendien is er in Somalië geen sprake van een regering. De men-sen beschikken niet over officiële papieren en weten zelf niet meer welke nationaliteit ze hebben.”

Ibrahims moeder was Soma-lische en zijn vader Keniaan. Van-daar zijn ‘gespletenheid’.

“Ik heb maar tot mijn tweede jaar in Somalië gewoond”, vertelt Ibra-him. “We zijn nadien verhuisd naar Nairobi in Kenia. Daar werd ik la-ter wel geconfronteerd met de ver-schrikkingen in Somalië.”

“Door de burgeroorlog trokken miljoenen Somaliërs de grens met Kenia over. Daar werden ze massaal gedeporteerd naar het noorden van het land, een woestijngebied. In Kenia bestaat nu een gebied dat ze ‘Somaliëland’ noemen.”

Ook Ibrahim is tien jaar geleden zijn land moeten ontvluchten. Na-dat hij als kritisch journalist een boek had geschreven over de cor-ruptie en de schendingen van de mensenrechten, belandde hij in de gevangenis.

“Toen ik na 8 maanden werd vrij-gelaten, kreeg ik het bevel om bin-nen de 24 uur het land te verlaten”, vertelt hij. “Ik wilde naar Engeland. Maar daarvoor moest ik een tussen-stop in Brussel maken.”

“Van België had ik nog nooit ge-hoord. In Brussel werd ik opge-pakt en heb ik politiek asiel aange-vraagd. Via het vluchtelingencen-trum van Kapellen ben ik in Ant-werpen beland.”

De eerste maanden verkommer-de Ibrahim in een klein flatje aan de Stadswaag, overlevend op een leefloon.

“Ik kende niemand en geraakte nergens aan de bak”, vertelt hij. “Ik probeerde in de haven te werken, maar omdat ik geen werkvergun-ning had, wilde niemand mij een contract bezorgen.”

“Ik wilde niet de godganse dag met mijn vingers zitten draaien. Daarom had ik mezelf een over-all aangeschaft. ‘s Morgens heb ik me gewoon bij de andere havenar-beiders gevoegd. Ik stond nergens ingeschreven en kreeg geen loon. Maar dat interesseerde me niet: ik was bezig en dat was het belang-rijkste.”

Vandaag baat Ibrahim al vier

Ibrahim Ahmed: “Ik word de verhalen niet moe. Ook ik heb al die problemen moeten overwinnen en weet hoe belangrijk het is om op iemand te kunnen terugvallen.”

Somaliërs wonen in Antwerpen

249

“Ik kocht een overall en ging tussen de havenarbeiders staan. Ik stond nergens ingeschreven en kreeg geen loon, maar dat interesseerde me niet”ibrahim ahmedhoreca-uitbater

jaar zijn stilaan legendarische bar Kilimanjaro uit.

“Het is een echte multiculturele bar waar een mix van Afrikanen, Bel-gen en Aziaten uit de buurt komen. Ik heb daar zelf hard voor gewerkt. Mijn klanten zijn van alle rangen en standen: mensen die hun laatste centen bijeenrapen voor een pintje, anderen die een zwembad hebben. Ze komen speciaal naar de ‘Kili’, om mensen van andere culturen te ont-moeten. Hier zijn al veel gemengde koppels ontstaan.” (lacht)

Vooral voor veel uitgeweken Afri-kanen is de Kilimanjaro een boei in Antwerpen.

“Als ze hier binnenstappen, is de kans groot dat ze landgenoten ont-moeten”, zegt Ibrahim. “Ik hoor hier iedere dag erg veel verhalen. Ze kun-nen hier met al hun problemen te-recht, groot en klein. Soms komen ze gewoon vragen welke kleur van vuilniszak ze buiten moeten zetten. Een andere keer moet je serieuze

gesprekken voeren omdat iemand het leven even niet ziet zitten. Ik word die verhalen niet moe. Ik heb de problemen allemaal zelf moeten overwinnen en weet hoe belangrijk het is om op iemand terug te kun-nen vallen.”

Afrika is sterk aanwezig in en rond het De Coninkplein. Naast de Kilimanjaro zijn er nog twee bars, Murphy’s en Classic, met een uitgesproken Afrikaanse am-biance. In de aanpalende Van Schoonhovenstraat tref je sinds een jaar het restau-rant ‘De smaak van Afrika’ aan, uitgebaat door de schoonbroer van Ibra-him Ahmed. De zaak is gespecialiseerd in de Ethiopische keuken.

KilimanjaroDe Coninckplein 5Antwerpen

Afrikaanse bar

President: Sharif Sheikh Ahmed

Landcode telefoon: + 252Landcode internet: .soBevolkingssamenstelling:

Somaliërs (85%), Bantoes en andere niet-Somaliërs (15%)

Export: levensmiddelen, bananen, vis

Noodhulp: 1 op de 3 So-maliërs heeft hulpgoederen nodig

Ondervoeding: 1 op de

6 kinderen is ondervoed Reisadvies: het Belgisch

ministerie van BuitenlandseZaken raadt reizen naar So-malië ten zeerste af. Door de burgeroorlog en de aanwe-zigheid van islamitische ex-tremisten, strijders van krijgs-heren en criminelen zijn gro-te gebieden ten prooi geval-len aan wetteloosheid. Het risico op terrorisme is er zeer hoog.

Page 3: Divers Antwerpen - 49

donderdag 26 november 2009 DIVERS ANTWERPEN.�

Somalië ligt in een zeisvorm langs de kust van de Hoorn van Afrika en grenst aan Djibouti, Ethiopië en Kenia. Het land be-schikt over kilometers paradij-selijke stranden langs de Indi-sche oceaan. Het grootste ge-deelte van Somalië is woestijn of semiwoestijn en het gevaar van droogte is altijd aanwezig.

Somalië werd eeuwenlang gekoloniseerd door Engeland en Italië. Tot op 1 juli 1960 de

onafhankelijke Somalische Repu-bliek werd uitgeroepen en bei-de ‘Somaliëlanden’ verenigd werden.

In de jaren zeventig vocht het land nog een oorlog uit met buurland Ethiopië. Maar de echte ellende begon begin jaren negentig met een burger-oorlog die nauwelijks zijn weer-ga kent in de moderne geschie-denis. Tientallen clans en krijgshe-ren voeren een onderlinge strijd

Toen en nu

Alles vernietigende burgeroorlog om de zeggenschap en heerschappij van het land. Somalië als één land bestaat nog nauwelijks. Sinds 1991

kent het zelfs geen functioneren-de centrale overheid meer. Alles bij elkaar opgeteld wordt Soma-lië nu verdeeld in 27 regio’s. Dit aantal en de grenzen tussen de regio’s zijn continu aan veran-dering onderhevig.

Het gevolg is dat miljoe-nen Somaliërs hun land zijn ont-

vlucht. Honderdduizenden verblij-ven nog in vluchtelingenkampen in Somalië en Kenia. Vele anderen

hebben hun heil elders in de wereld gezocht.

Somalië heeft de twijfelachtige eer al jaren het meest corrupte land ter wereld te zijn. Net als in 2007 en 2008 staat het ook dit jaar op de CPI, de corruptie-index van Trans-parency International, helemaal onderaan op nummer 180. Het is in ‘goed’ gezelschap met Afgha-nistan, Sudan, Birma en Irak: alle-maal landen die geplaagd worden door langdurige conflicten die hun bestuurlijke infrastructuur over-hoop haalden.

BekendeSomaliërs

Ayaan Hirsi AliSomalische die naar Nederland vluchtte, in de politiek stapte en internationaal bekendheid ver-wierf met haar vlijmscherpe kri-tiek op de islam. Ze maakte samen met - de nadien vermoorde - Theo van Gogh Submission, een kortfilm over de positie van vrouwen in de is-lam. Nadien moest ze jaren onder-gedoken leven, onder meer in de Verenigde Staten.

“Somalië is een oorlogsmuseum”

“We hebben alles moeten achter-laten en zijn de stad ontvlucht om bescherming te zoeken in de dorpen. Maar de burgeroorlog was overal. Uiteindelijk zijn we over de grens met Kenia moeten vluchten.”

Niemand ter wereld, ook de So-maliër zelf niet, raakt nog wijs uit de spiraal van geweld die het land vol-ledig heeft ontwricht.

“In Somalië wordt niet gevoch-ten om sociale of politieke rede-nen”, probeert Farhan. “Het is alleen maar geweld om de macht. Honder-den krijgsheren willen gebieden ver-overen voor hun clans en willen pre-sident worden. Bovendien voeren fracties binnen dezelfde clans ook nog eens een machtsstrijd. Je kan vandaag dan ook niet meer spreken

over Somalië als één land. Het gebied is totaal verdeeld: een centraal gezag bestaat niet.”

Vóór de burgeroorlog uitbrak, was Somalië een Oost-Afrikaanse parel met een paradijselijke strandengor-del langs de Indische oceaan.

“Het was een geliefkoosde anker-plaats voor cruises”, zegt Farhan. “Vandaag zal je er geen toerist meer aantreffen. Het land is vernield en verworden tot een groot oorlogs-museum. Ook ik heb vandaag alleen maar slechte herinneringen aan So-malië: vernielde dorpen en steden, verminkte en uitgemergelde mensen op straat.”

Omdat Kenia de vluchtelingen-stroom uit Somalië niet kon slikken, werden de Somaliërs volgens ‘quota’

Het is onvoorstelbaar wat Farhan Omar (29) heeft meegemaakt in Somalië. En het is al even onwaarschijnlijk wat hij heeft gepresteerd sinds hij tien jaar geleden hier in Antwerpen belandde.

Voortdurend opgejaagd door een nietsontziende burgeroorlog en ge-vlucht met enkel de kennis van een lagereschoolleerling, is hij vandaag opgeklommen tot maatschappe-lijk werker. Momenteel werkt hij als monitor in de beschutte werk-plaats Arop in Wommelgem.

Wat oorlog voor een kind bete-kent, moet je Farhan niet uitleggen. Sinds zijn tiende waren hij en zijn familie voortdurend op de vlucht voor het compleet uit de hand ge-lopen geweld in hun land.

Farhan woonde in de hoofdstad Mogadishu en vertrok iedere och-tend naar school. “Tot op een na-middag onze wijk werd beschoten. Ik herinner me een onwaarschijn-lijke chaos. Iedereen vluchtte. Er was geen ontkomen aan. Wijk na wijk werd aangevallen.”

Farhan Omar: “Als het ooit rustig wordt in Somalië, wil ik ginds leven.”

“Hier moet je voortdurend beter en meer presteren. De Afrikaanse manier van leven spreekt me meer aan: relaxed en veel minder stress”farhan omarmonitor

verspreid over bereidwillige opvang-landen. Zo werd Farhans familie – uitgezonderd Farhan, die toen nog maar 16 jaar was - op een vliegtuig naar België gezet.

“Door een administratieve ver-getelheid stond ik niet op de lijst”, vertelt hij. “Ik kon niet mee en moest minstens een jaar wachten op een nieuwe kans. Al die tijd stond ik er helemaal alleen voor. Meestal kreeg ik wel een bord eten van een ande-re Somalische familie in het kamp. Maar het was wel elke dag een ge-vecht om te overleven.”

In oktober 1999 kon Farhan zich eindelijk bij zijn familie voegen in een flat op Linkeroever. Hij was 18 jaar en door de oorlog had hij alleen zijn lagere school afgemaakt.

“In het begin was het hard. Neder-lands is heus geen gemakkelijke taal. Ik heb eerst een diploma elektrome-chanica behaald en later nog een gra-duaat maatschappelijk werk. Ik heb keihard gewerkt om mijn plaats hier te veroveren. Het speelde wellicht in mijn voordeel dat ik me al heel mijn leven had moeten aanpassen aan steeds wisselende situaties.”

Farhan is nu getrouwd met de Belgische Leen en samen hebben ze een dochtertje, Nur. Ondanks alle el-lende in Somalië is hij zijn vaderland nog niet vergeten.

“Ik zie de eerste twintig jaar de situatie in Somalië niet stabilise-ren”, zegt hij. “Maar als het er ooit rustig wordt, zou ik er graag gaan leven. Het is de Afrikaanse manier van leven die me zo aanspreekt: re-laxed, veel minder stress. Hier moet je voortdurend beter en meer pres-teren. De mensen ginder zijn sneller tevreden met kleine dingen.”

Farhan Omar krijgt een sim-pakket van Ortel Mobile om naar zijn thuis-land te bellen.

i

Waris Dirie Een erg bekend Somalisch fotomo-del. Als goodwillambassadrice voor de Verenigde Naties strijdt ze tegen vrouwenbesnijdenis. In ons land is ze bekend door een bizar voorval. Op 5 maart 2008 verdween Waris Dirie in Brussel. Twee dagen later werd ze gezond en wel teruggevon-den. Eerst verklaarde ze dat ze die avond de weg naar haar hotel niet meer had kunnen terugvinden. Na-dien kwam ze met het verhaal dat ze ontvoerd en bijna verkracht was door een taxichauffeur.

BEL DE HELE WERELD ROND

TEGEN EXTREEMLAGE TARIEVEN

www.ortelmobile.be

Page 4: Divers Antwerpen - 49

�.DIVERS ANTWERPEN donderdag 26 november 2009

Cijfers

Siësta!Spanje beslaat tachtig pro-

cent van het Iberisch Schierei-land. Daarnaast horen de eilan-dengroep Balearen in de Mid-dellandse Zee, de Canarische eilanden in de Atlantische Oce-aan en de Spaanse enclaves in Noord-Afrika bij het land

Inwoners: 46.661.950Oppervlake: 505.992 km² Hoofdstad: MadridReligie: de dominante reli-

gie in Spanje is het rooms-katho-lieke geloof (80 procent van de

SpanjeAppeltjes van oranje

Golf vanLion

Golf vanCadiz

I D D E L L A N D S EZ E E

AT

LA

NT

IS

CH

E

OC

EA

AN

Tajo

Segura

Jucar

Tormes

Duero

Esla

Miño

Ebro

Guadalquivir

Guadiana

S P A N J E

Lanzarote

CartagenaMurcia

Palma deMallorca

Almeria

Gerona

Alicante

Valencia

Castellon

Gijon

Oviedo

Santander

Salamanca

Leon

Granada

BarcelonaTarragona

Toledo

Sevilla

Gibraltar (VK)

Huelva

Malaga

Cadiz

Cordoba

Aviles

La Coruna

Santiago BilbaoSan

Sebastian

Zaragoza

Vigo

Madrid

100km

PY R E N E E E N

FRANKRIJK

PORTUGAL

ANDORRA

Mallorca

Menorca

Ibiza

CANARISCHE EILANDEN

B A L E A R E N

bevolking)Politieke structuur: constitu-

tionele monarchie met koning Juan Carlos I als staatshoofd

Economie: Spanje is met de export van citroenen, sinaasap-pels, olijven en olijfolie, noten, druiven en wijn één van de be-langrijkste landbouwproducen-ten van Europa. Ook het toeris-me zorgt voor veel werkgele-genheid.

Typisch gebruik: de siësta! Tussen 14u en 17u doet Spanje een middagdut.

“De Spaanse keuken is heel puur”“Jullie Vlamingen zien alles graag geregeld. Zelfs feestjes moeten tot in de puntjes voorbereid zijn”, lacht Jose Miralles, uitbater van het Spaanse restaurant Valencia aan de Oude Leeuwenrui. “Bij ons gaat alles veel spontaner. We doen samen inkopen, koken, eten, blijven natafelen tot we honger krijgen en beginnen opnieuw.” (lacht)

Jose Mirallas: “Ik ben veertig en heb zelden ’s middags zonder mijn ouders gegeten. Een goeie gewoonte. Die traditie geef ik door aan mijn kinderen.”

‘Allesbehalve haast’ en ‘lege maag, hart zonder vreugde’, lezen we boven de toog van restaurant Valencia. Spaanser kan dat niet klinken.

Valencia is een beetje Spanje. Een restaurant waar je geniet van een on-gedwongen volkse sfeer en van authentieke Spaanse kost. We arriveren tussen middag- en avondshift en onze fotograaf kijkt beteu-terd naar de lege pannen in de keuken. Chef-kok Jose ziet snel een oplossing. Hop, die keuken-schort aan en gamba’s en langous-tines grillen. Een geheim recept? Hij kijkt ons ernstig aan. “Goede ingrediënten hebben weinig no-dig. Alleen wat zeezout, olijfolie en citroen. De Spaanse keuken is heel puur.”

Jose kwam op zijn derde naar Antwerpen. Veel herinneringen aan zijn geboorteland heeft hij niet. “Eigenlijk verraadt alleen mijn naam mijn Spaanse afkomst”, lacht hij. “Ik zou net zo goed een Vlaming kunnen zijn. Mijn vader is naar hier gekomen als zeeman, hij werkte bij

de Compagnie Maritime Belge. Om-dat mijn moeder zich thuis maar wat zat te vervelen, is zij een restaurant begonnen.”

De moeder van Jose had in Spanje als kok gewerkt en bouwde in een mum van tijd een bloeiende zaak uit. Vijf jaar geleden namen Jose en zijn vrouw Fernanda, een Portugese, de

zaak over. ”In de beginjaren was Valencia een

echt routierscafé waar vooral Span-jaarden kwamen. Een café met pen-sion, want in de kamers boven ble-ven de zeemannen soms een paar weken slapen. Vandaag is het per-centage Spanjaarden in ons clientèle misschien nog drie procent. De oude

zeemannen van toen zijn met pen-sioen en de Spaanse gemeenschap is kleiner geworden.”

Met de jaren zag Jose niet alleen de Spanjaarden verdwijnen, maar ook de stad veranderen. “Ik ben nog altijd dol op de bruine kroegen, de internationale sfeer, de Zoo... maar ik heb Antwerpen toch ook grijzer

zien worden. Het Falconplein, het Sint-Jansplein, de buurt van het Schipperskwartier, dat is allemaal zo doods nu. Antwerpen was vroe-ger een stad waar je zeven dagen op zeven, 24 uur op 24, kon feesten. Een kreeftje in het midden van de nacht, je kon het zo gek niet bedenken of het kon. Nu vind je ’s nachts hooguit

El Hierro

La GomeraGranCanaria

Lanzarote

FuerteventuraLa Palma

Tenerife

LasPalmas

CANARISCHE EILANDEN

Page 5: Divers Antwerpen - 49

donderdag 26 november 2009 DIVERS ANTWERPEN.�

Hoboken en later in de Grand Bazaar in Kontich. Het koppel settelde zich in Wilrijk, maar zou uitwijken naar het Antwerpse Zuid, toen een arme buurt, en later naar Borgerhout, waar de twee vandaag nog wonen. ”Die eer-ste jaren waren heel moeilijk”, ver-telt Anita. ”We lieten zo veel achter. In Spanje had ik altijd mijn familie rond mij, hier zat ik plots alleen met dat grote gezin. Ik vond Antwerpen een prachtige stad, maar voelde me ontheemd. Ik sprak de taal niet, liep verloren in de stad...”

Dat gevoel ebde weg, en Jose en Anita begonnen zich thuis te voelen. “Je moet de knop omdraaien. En de Antwerpenaren waren heel gast-vrij. Als je de migranten van vandaag hoort, is dat een heel ander verhaal. Wij hebben nooit racisme ondervon-den. Toen we vijftig jaar getrouwd wa-ren, hebben we zelfs bloemen en een mooie medaille gekregen. Daar waren we heel blij mee.”

Of ze ooit terugkeren naar Spanje? Het koppel schudt het hoofd. “Drie jaar geleden hebben we ons huis aan de Costa Cálida verkocht. We gebruik-ten het als vakantiehuis, maar twee huizen onderhouden werd te zwaar. We hebben getwijfeld, maar uiteinde-lijk willen we zijn waar onze kinderen

zijn. Ik heb soms gevloekt op het vele werk, maar nu ben ik zo blij dat ik ze alle negen heb.” (lacht)

De negen kinderen zorgden voor zeventien kleinkinderen en zes ach-terkleinkinderen. Eén zoon keerde twintig jaar geleden naar Spanje te-rug. “We zijn opgelucht dat de keu-ze gemaakt is”, zegt Anita. “Spanje is nu ons vakantieland. We gaan er op hotel.”

Spanje blijft ook heel aanwezig in casa Montes. Anita bereidt geregeld Spaanse gerechten. “Maar gisteren waren het koteletten met aardappe-len en boontjes.” Elke middag wordt er naar het favoriete Spaanse feuille-ton gekeken. “We lezen ook Spaanse kranten en volgen het nieuws op tv. We wonen wel hier, maar we blijven ons Spaans voelen. Dat is ons thuis-land.”

De kenmerken van de Spaanse cul-tuur? “De flamenco, de stoeltjes op straat, de zon... Spanjaarden zijn heel warm en hartelijk, zeker in de streek waar wij vandaan komen. Harde wer-kers zijn het.”

En de Vlamingen? “Op vaste tijden eten, om zes uur alle winkels dicht... Dat was echt aanpassen. In Spanje gin-gen we om tien uur ’s avonds nog vis kopen en lagen we nooit voor halfeen in ons bed. We hebben veel Vlaamse gewoonten overgenomen. Eigenlijk eten we nu ook op vaste tijdstippen, maar zodra we in Spanje aankomen, nemen we automatisch het ritme van daar over.”

Anita en Jose blijven het leven bui-ten en de zon wel heel erg missen.

“In Andalusië heb je 300 dagen per jaar zon”, zegt Anita met een zucht. “Al die regen en de donkere dagen hier, het weegt soms op ons gemoed. (denkt na) Maar ergens pas je je ook daaraan aan.”

Arroz negre van Jose(zwarte rijst)

Recept

Ingrediënten voor 4 personen paellapan van 36cm ½ grote ajuin 400 g sepia 300 g kleine pijlinktvisjes 3 gepelde en versneden to-

maten 2 teentjes look 3 soeplepels olijfolie 3 lepeltjes rode paprikapoe-

der zout

1 liter visfumet zonder witte wijn 3 zakjes inkt van inktvis 400 g bobalrijst

BereidingZet de paellapan op een zacht vuurtje en stoof de fijngesnipperde ui samen met de sepia en de pijlinktvisjes. Voeg daarna tomaatjes, look en rode papri-ka toe. Alles lichtjes aanfruiten en ver-volgens de rijst en de inkt toevoegen. Blussen met de visfumet, eerst tien mi-nuten op een krachtig vuur, daarna lichtjes laten sudderen tot de rijst het vocht opgenomen heeft. Serveren met een beetje aioli. Smakelijk!

‘De rijke en dichtbevolk-te stad Antwerpen zou zich te-recht de hoofdstad van de we-reld kunnen noemen’, verklaar-de Juan Calvete de Estrella, ho-veling van Filips van Spanje, in 1549. Antwerpen was in de zes-tiende eeuw de belangrijkste handelsstad van Europa, maar kreeg erg te lijden onder de po-litiek-godsdienstige strijd tus-sen het protestantse noorden en het katholieke Spanje. Tij-dens de Spaanse furie werd Ant-

Antwerpen en Spanje met elkaar verweven

Geschiedeniswerpen in 1576 geplunderd door Spaanse huursoldaten. In 1585 werd de stad door de Spaanse stadhouder Alexander Farnese, hertog van Parma, ver-overd na een beleg dat meer dan een jaar geduurd had. Na die verovering trokken vele niet-katholieken met hun ken-nis en kapitaal naar het Noor-den en zette de Gouden Eeuw zich daar verder. De bijnaam ‘sinjoor’ voor de Antwerpenaar dateert uit de periode van de Spaanse Inquisitie en is afge-leid van het Spaanse señor, def-tige heer.

“De Spaanse keuken is heel puur”

nog een pita.”Van pita is bij Jose geen sprake. In

zijn restaurant staan especialidadesespañolas als inktvis in eigen nat, gambas a la plancha, zarzuela en kip met look op de kaart. Speciali-teit van het huis is... paella. “Valencia is dé rijststreek van Spanje, paella is een echt streekgerecht. De echte Spaanse keuken, dat primeert hier. Zalm zal zelden op de kaart staan, gestoofde koeienmagen dan weer wel. Op speciaal verzoek maken we gerechten als vis in zoutkorst of speenvarken.”

Jose groeide op in België, maar wel op zijn Spaans. Merkte hij grote verschillen tussen de twee culturen? “Toch wel, Vlamingen zijn meer ge-reserveerd. Jullie kleuren graag bin-nen de lijntjes. Bij ons steekt het alle-maal niet zo nauw. Drinken we van-daag een flesje te veel, dan drinken we er morgen wel eentje minder. We hebben ten minste geleefd!”

Als Jose en zijn vrouw met de fa-milie een flesje willen kraken, moe-ten ze gewoon de trap op. De hele familie woont onder één dak. Ook

dat is ty pisch Spaans. “De ou-ders van Fernanda zijn naar België gekomen omdat hier meer werkgelegenheid was. Maar we vinden het ook be-langrijk om dicht bij me-kaar te zijn. Samen eten bijvoorbeeld is heilig. Of het nu één, twee of drie uur wordt, als we maar samen aan tafel zitten. Ik ben veertig en heb zelden ’s middags zonder mijn ouders gegeten. Ik vind het een goeie gewoonte en geef de traditie door aan mijn kinderen.”

Bij het buitengaan botsen we op die vol-gende generatie. Yas-mine (8) en Letizia (5) komen van school en vliegen in de armen van hun Portugese oma. Of de zussen later het restaurant overnemen? ”Dat weet ik niet”, zegt Letizia. “Ik zal er eens over naden-ken.”

Valencia, Oude Leeuwenrui 26.

Open tussen 12u en 14.30u en 19u en 23u. Maandag gesloten. Info: 03-234.09.23

i

“Om zes uur alle winkels dichtwas echt aanpassen”“Om zes uur alle winkels dicht

Anita en Jose met een foto van hun grote gezin.

“Jullie kleuren graag binnen de lijntjes. Bij ons steekt het allemaal niet zo nauw”

“Spanje is nu ons vakantieland. We gaan er op hotel, zoals echte toeristen”anita jimenez villargepensioneerde

Spanjaarden wonen in Antwerpen

2.642

Spaans echtpaar Jose (77) en Anita (75) bouwden nieuw leven op in Antwerpen“Om vijf uur het eten op tafel, om zes uur de koffie. Daar lachten we vroeger mee. Vandaag hebben we ons aangepast aan de gewoonten van de Vlamingen.” Met zes kinderen zakten Anita Jimenez Villar (75) en Jose Montes Valera in (77) in 1964 naar Antwerpen af. Nog drie kinderen zouden hier geboren worden.

“Negen kinderen ja”, lacht Anita. “Ik vond zes al veel, maar mijn man kon zich niet inhouden.”

In september 1964 beslisten Ani-ta en Jose om een nieuw leven op te bouwen in Antwerpen. “Mijn man en ik zijn van Cordoba afkomstig”, ver-volgt Anita. “Echte Andalusiërs. We leerden mekaar kennen, trouwden en kregen zes kinderen. Jose werkte bovengronds in de mijnsector én in de landbouw, ik bleef thuis voor de kinderen. Het was geen slecht leven, maar we wilden iets anders. En we wil-den vooral weg van het Franco-regi-me. Daar hadden we het erg moeilijk mee.”

Jose vertrok alleen naar Antwer-pen, zijn gezin volgde drie maanden later. Met de trein, herinnert Anitazich nog als de dag van gisteren. Waar-om Antwerpen? Jose was in de Schel-destad zijn hart verloren. “Ik heb veel rondgereisd, maar Antwerpen sprak me aan. Ik heb altijd iets met haven-steden gehad. Toen de kinderen klein waren, ben ik ook veel met ze aan de kade gaan wandelen.”

Jose vond werk bij de Metallurgie

Page 6: Divers Antwerpen - 49

�.DIVERS ANTWERPEN donderdag 2� november 2009

Smerig maar leuk

Folklore

Tomatenregen Als wij te veel rijpe toma-

ten hebben, maken we er soep van. In het Valenciaanse Bunol bekogelen ze elkaar er-mee. Jaarlijks gaan naar schat-ting zo’n 125.000 kilo tomaten door de lucht tijdens het uit-zinnig tomatenfeest, iedere laatste woensdag van augus-tus. Om 11u verandert het sla-perige plaatsje in een vrolijk

slagveld. Niemand is veilig voor de duizenden tomatengooiers die elkaar en de kijkers, vooral foto-grafen en toeristen, bekogelen. Kledingadvies: zwembroek en duikbril. De tomatenregen houdt op om 13u. Direct na afloop be-gint de grote schoonmaak.

Stierenrennen Een beroemd onderdeel van

de San Fermín-feesten, jaarlijks van 6 tot 14 juli in Pamplona, is het stierenrennen. Sinds 1591 worden dan om acht uur ’s mor-gens zes vechtstieren door de

nauwe straten gejaagd. Er wordt gezorgd voor grote stieren met grote horens die gefokt zijn op snelheid. Stierenrennen is vooral populair bij (vaak dronken) man-nen. Het spektakel duurt vaak maar drie minuten, maar in de nauwe straatjes leidt het feest dikwijls tot lelijke valpartijen van stieren en mensen. Het festijn trekt elk jaar zo’n halfmiljoen be-zoekers. Het ziekenhuis in Pam-plona draait telkens overuren. Kledingadvies: sportschoenen, wit katoenen shirt en een rode bandana.

“Flamenco is een levensstijl, zoals jazz”

In een oud koffiemagazijn, op een zucht van de Vlaamse Kaai, ligt een typisch Spaanse flamencobar met een podium, lampions en muren vol expressieve zwart-witfoto’s van de grote flamencohelden.

zwarten een ongelooflijk gevoel voor ritme hebben. Dat klopt niet. Bij de zwarten zitten ook heel wat houten harken.”

“Ik heb de flamencocultuur leren kennen en waarderen via mijn Ant-werpse vrouw!”, lacht Antonio, die nu helemaal mee ingeschakeld is in de Peña Al Andalus.

Antonio ondervond wel wat aan-passingsproblemen toen hij mee naar Antwerpen verhuisde. “De ma-nier van denken is hier totaal anders. Jullie hebben zo veel regeltjes: om knettergek van te worden!”

“In het zuiden wordt creativiteit veel meer gestimuleerd”, vindt ook Ana. “Met als gevolg dat Spanjaar-den veel sneller kunnen improvise-ren en dingen oplossen. Bepaalde ge-woonten krijg je er niet uit. Zo nemen wij nooit ons middagmaal voor 14u

en eten we ’s avonds rond 23u.”Het koppel heeft twee kinderen.

Dochter Nina Perez is regentes, maar verliet het onderwijs om net als haar moeder flamencoles te geven. Zoon Carlos is ingenieur en woont in Qa-tar.

Flamenco is in Parijs uitgeroepen tot werelderfgoed. “Ik merk dat de interesse groeit. Dansscholen wa-

ren nog nooit zo populair als nu. Dat komt omdat dansen en zingen voedsel is voor de ziel. Alles is zo materieel en machinaal geworden. Omdat flamenco veel concentratie vergt, kan je je tijdens de dans even-tjes helemaal losmaken van alle zor-gen en stress. Het zorgt voor een ont-lading. En vooral: je kan er zo blij van worden!”

De dansschool Peña Al Andalus is het levenswerk van Ana Ramon en haar Spaanse man Antonio Perez.

Mocht het niet zo bijtend koud zijn buiten, zou ik denken dat ik in Andalusië zat. Ana Ramon is dé pionier van de flamencodans in Vlaanderen. In 1985 behaalde zij het diploma van flamencodanseres aan de Catedra de Flamencologia in Jerez de la Frontera.

Peña Al Andalus is een tempel voor dans en cursussen, waar je op zaterdagavond tijdens de optre-dens ook typisch Spaans kan eten. Voorts organiseert het gezin het Spaans festival Feria Andaluza in het provinciaal domein De Schorre in Boom. Voor al hun inspanningen heeft de Andalusische deelregering de familie officieel erkend als cul-tuurambassadeurs.

“Ik ben in Antwerpen geboren, maar mijn naam en het donkere ui-terlijk van mijn familie doen ver-moeden dat er Spaans bloed door mijn aderen stroomt”, vertelt Ana Ramon. “Als kind was ik al gek van dansen. Zoals zo veel Vlamingen ging ik met mijn ouders op vakan-tie naar de Spaanse costa’s. Ik denk dat ik ginder de flamenco voor het eerst gezien heb.”

“In Vlaanderen kon je alleen salondans volgen terwijl mijn hart uitging naar de etnische dansen. Flamenco is een wereld op zich, zoals jazz en blues. Je geraakt er niet op uitgekeken, je bent nooit volleerd. Wannes Van de Velde was de enige in Antwerpen die zich een beetje met flamenco bezighield. Ik moest naar het buitenland om me bij te scholen.”

Rond haar zeventiende ging Ana flamencodans studeren in Madrid. Ze werd er verliefd op Antonio Pe-rez, toen student aan de univ. “Hij is afkomstig van Ayamonte, hele-maal in het zuiden van Spanje, te-gen de Portugese grens. Antonio komt uit het hart van de flamen-costreek, maar toen ik hem leerde kennen, had hij niets met flamenco. Het is zo’n vooroordeel. De men-sen denken dat alle Andalusiërs fla-menco kunnen dansen en dat alle

ren nog nooit zo populair als nu.

Boven: Nina Perez-Ramon, die nog altijd Spaans praat met haar vader, met enkele van haar cursisten in actie tijdens een sjaaldans. Rechts: Nina, Antonio Perez en Ana Ramon in Peña Al Andalus.

“Jullie hebben zo veel regeltjes: om knettergek van te worden!”Antonio PerezFlamenco-ambassadeur

Zaterdag 5 december, flamenco-dans om 21.30u met Cristina Arranz en grupo Camino Flamenco. Gratis.

Zaterdagen 12 en 19 december om 21.30u, Fiestas Navideñas (kerstfeest) met allerlei optredens, voorverkoop 12 euro, 14 euro aan kassa

Peña Al Andalus, Vorstermanstraat 1 in Antwerpen, 03-830.31.99 (over-dag) en 03-248.64.45 (na 18u)

www.alandalus.be

i

i

i

i

La Tomatina in Bunol. De encierro in Pamplona.

Page 7: Divers Antwerpen - 49

donderdag 26 november 2009 DIVERS ANTWERPEN.�

Flamenco betekent ’Vla-ming’, maar of wij iets te maken hebben met de typische dans, is daarmee zeker nog niet bewe-zen. De gitanos (zigeuners) die de dans en klanken meebrach-ten, werden als onbetrouwbaar bestempeld, hetzelfde werd ge-

Lawaaierige Vlamingen

Herkomst

zegd over de in Gent geboren keizer Karel (El Flamenco), die in de 16de eeuw over Spanje regeerde.

Een andere hypothese over de etymologie is dat de zang en dans van de gitanos de welden-kende Spaanse bevolking aan het baldadig gedrag van de vele Vlaamse huurlingen en inwijke-lingen deed denken die tijdens de heerschappij van keizer Karel in Spanje ronddoolden. Vlamin-gen waren naar het schijnt nog-al lawaaimakers.

Er bestaan veel hypothesen overde herkomst van woord flamenco.

Vlamingen en tapas: Caye-tano Cuesta, wiens ouders af-komstig zijn uit een dorpje bij Salamanca, moet eens lachen. “In Spanje kunnen wij meteen zien wie de echte Spanjaardenzijn, en wie de toeristen. Span-jaarden staan recht aan de

Een echte Spanjaard haalt er in een tapasbar in één oogwenk de toeristen uit.

toog in een tapasbar, ze zitten nooit aan de tafeltjes. Dat komt omdat wij tapas eten alleen als een vorm van ’sociali-satie’ zien.”

“Wij bestellen een drankje, met een kleine tapa bij om te eten. Na twintig mi-nuutjes trekken wij door naar een vol-gende tapasbar, om opnieuw een drank-

je en een tapashapje te bestel-len. Zo kunnen we gemakke-lijk vier of vijf tapasbars doen.

Toeristen doen dat an-ders. Zij bestellen één drankje en kiezen daar dan vijf tapashapjes bij. Voor een barhou-der is dat minder inte-ressant, want hij pakt zijn winst vooral op die drank, niet op die goedkope tapas.”

Over tapas en toeristen

Culinair

“Nee, geen koffie”, zegt Cayetano Cuesta (35). Hij maakt een horizontaal gebaar met zijn handen. “Jullie verdunnen jullie koffie te veel met water.” De Vlaamse frieten kan hij meer waarderen.

“Ik ga één keer per week naar de frituur. Liefst frituur Falcon op de Brouwersvliet, dat is de properste frituur van ’t stad. Je kleren stinken nooit als je buitenkomt. Spanje heeft wel tapas en bocadillos, maar geen frietkoten.”

Thuis krijgt Cayetano ook lek-ker eten. Zijn vriendin Isabelle is de dochter van topchef Marc Paes-brugghe van restaurant Sir Anthony Van Dyck. “Ze werkt mee in het res-taurant en kan héél lekker koken. Gelukkig, want ik ben zelf een nul in de keuken.”

Via Isabelle belandde de sympa-thieke Madrileen vijf jaar geleden in Antwerpen. “We hebben elkaar in Madrid leren kennen. Zij studeerde er Spaans. In Antwerpen pikte ik het Nederlands snel op omdat ik al taal-kunde had gestudeerd in Duitsland en dus vertrouwd was met de Ger-maanse talen.”

Cayetano is taalverantwoordelij-ke Spaans van het Linguapolis Insti-tuut voor Taal en Communicatie van de Universiteit Antwerpen.

“Mijn beste advies voor andersta-ligen die hier komen wonen, is om niet te veel met landgenoten op te trekken maar hun nieuwe vrienden-kring op te bouwen met Belgen. Wat mij aanvankelijk wel choqueerde, is

dat alles hier via de agenda verloopt. Je moet zelfs een afspraak maken om op bezoek te gaan bij je beste vrienden. Terwijl ik in Spanje ge-woon aanbel.”

“Ook de lange, grijze winters be-vallen me niet. In Madrid duurt de winter even lang en is het minstens zo koud als hier, maar de lucht ziet blauw en er is licht. Maar ik klaag niet. Met het vliegtuig zit ik in 2,5 uur bij mijn familie en vrienden in Spanje. Ik kan me goed aanpas-sen.”

Cayetano woont op het Falcon-plein. “De veiligste buurt van Ant-werpen”, vindt hij. “’s Avonds loopt er altijd volk over straat en als er iets gebeurt, pakken de meisjes van het Schipperskwartier direct de tele-foon. Je ziet hier veel combi’s.”

“Het zou mooi zijn als ze nog wat verkeersdrempels leggen om de snelheid te beperken, als ze de blik-jes bier op straat beter opruimen en er nog wat mooie handelszaken bij-komen. Dan wordt het Falconplein, vlakbij het MAS en het Eilandje de gezelligste buurt van Antwerpen.”

Of hij nog veel gewoonten van Spanje onderhoudt? Eet hij bij-voorbeeld nog altijd even laat als in

Madrid? “Wij eten niet te laat, jul-lie eten veel te vroeg! Dat zijn van die clichés. Alsof alle Spanjaarden extreem-katholiek zijn en allemaal flamenco dansen. Belgen eten toch ook niet elke dag friet met mosse-len?”

Wat Cayetano geweldig vindt aan Antwerpen, is de steun die de stad verleent aan muzikale projec-ten.

“Voor muziekliefhebbers is dit een opwindende stad. Elektronische muziek is mijn grootste hobby, en Antwerpen - en met uitbreiding heel België - heeft op dat vlak veel te bie-den. In Madrid kent iedereen Deus, Daan en Hooverphonic. Na Depeche Mode is de Belgische band Front 242 mijn meest favoriete groep ooit.”

“Met Vlaamse vrienden heb ik de elektronische band Los2os en ik heb nog een project met Sylvia en Heather, twee Vlaamse meisjes die geweldig kunnen zingen. Met de vzw Het Volk Serveert organiseer ik het Waagstock Festival aan de Stadswaag en met de vzw Sunshine Concerts proberen we beginnende groepen een kans te geven.”

“Of ik ooit terug wil naar Madrid? Ik leef in het ‘nu’. Zeg nooit nooit. Als er morgen een geweldigde werkaan-bieding komt uit Madagascar, ben ik misschien weg. Maar voorlopig heb ik het hier erg naar mijn zin. En stel dat ik kinderen krijg, dan kan ik toch moeilijk zoals de vorige genera-tie Spaanse arbeiders, op mijn oude dag terug naar Spanje vertrekken en mijn kinderen en kleinkinderen hier achterlaten?”

Cayetano Cuesta op het Falconplein. “Met enkele kleine aanpassingen kan dit de gezelligste buurt van Antwer-pen worden.”

Spaanse machopaarden stelen ruiterharten

ma’s, ook in de gewone dressuur-wedstrijden staan ze tegenwoordig hun mannetje. “Ze zijn heel intelli-gent, cool in het hoofd en wonder-mooi. Dat het alleen showdieren zijn die in een circus thuishoren, is al lang achterhaald.”

Annicks dochter Anneleen Mi-chielsen is al even verliefd op de Spaanse macho’s. De meeste paar-den worden ingevoerd uit Spanje. Wie een PRE-paard wil aanschaffen, kan bij Antwerp Andalusians weg-wijs gemaakt worden. Want niet ie-der sprookjesachtig wit paard met lange manen is een Andalusiër. Meer zelfs: niet iedere Andalusiër is een schimmel. Zo mocht Annicks zwarte Spaanse hengst Luis-Seni in 2007 fi-gureren in een reclamespot voor het nieuwe cinemacomplex Kinepolis in Oostende.

In 2003 ontving het Antwerps Sportpaleis de show Como bailan los caballos (Zo dansen de paarden)van de Koninklijke Andalusische Rij-school uit Jerez de la Frontera.

www.antwerp-andalusians.bewww.bpreb.com

ii

Nooit eerder waren de barokke Andalusische paarden zo populair als nu. De meestal sneeuwwitte edele viervoeters met de zware hals en ronde vormen zijn de blikvangers in paardenshows als Cavalia. In Antwerpen hebben de Spaanse paarden zelfs al een eigen fanclub!

Annick Meurant uit Kapellen was een jaar of vijf toen ze tijdens een vakantie met haar ouders in Ibiza een rit mocht maken op een wit paard. Waarschijnlijk was dat toen een Andalusiër. Jaren later kocht ze in Spanje zelf een PRE (Pura Raza Espagnola)-paard. Met haar vereniging Antwerp Andalusians probeert ze de liefhebbers van het ras nu samen te brengen.

Drie jaar na de eerste editie staat er volgend jaar waarschijnlijk op-nieuw een Antwerp Andalusian Day op het programma. “Er zijn veel Spaanse paarden in de provin-cie Antwerpen, maar er zijn wei-nig stamboekactiviteiten”, legt An-nick Meurant, bestuurslid van de Nationale Belgische Federatie van het PRE-paard, uit. “PRE-paarden zijn het oudste rijpaardenras van het Europese continent. Ze worden niet voor niets de koningen onder de paarden en het paard van de ko-ningen genoemd.”

De Spaanse paarden zijn niet al-leen in opmars in showprogram-

Annick Meurant met Luis-Seni.

“Ik ga één keer per week naar de frituur”

“Het Falconplein is de veiligste buurt van Antwerpen”Cayetano Cuestadocent SpaanS

“Andalusiërs zijn de koningen onder de paarden”anniCk Meurantantwerp andaluSianS

Page 8: Divers Antwerpen - 49

�.DIVERS ANTWERPEN donderdag 26 november 2009

Leuke adresjes

Viva España in AntwerpenLas MañasSpaans restaurant waar vroeger vooral truckchauffeurs kwamen. Wie hier aanschuift voor tapas of gamba’s a la plancha, krijgt er veel lawaai en muziek, een breedbeeld-televisie met voetbal op de achter-grond en gesticulerende Spaanse lo-cals aan de bar bij.Ankerrui 36, 03-231.72.20

zara en bastaWie Spaanse kleding zegt, zegt Zara

en Mango, maar stap zeker ook eens Basta binnen. In deze zaak vlakbij de Meir palmen zestien Spaanse topmerken 580 m² winkelruimte in. Een mengelmoes aan kleuren, stijlen en materialen.Twaalfmaandenstraat 11, 03-226.50.11

eL VaLenciano Op wandelafstand van de Grote Markt kan je in dit kleine winkel-tje terecht voor de lekkerste Spaan-

se delicatessen, van olijven en tortil-la’s tot chorizo, gedroogde vis , wij-nen en likeur. Ook keramiek en au-thentieke paellapannen vind je hier. Proeven kan in de Horchateria San-ta Catalina.Zirkstraat 34, 03-225.01.79

eL pinXtoIn Spaans Baskenland worden tapaspinxto’s genoemd (lees: pinch-to). Bij het gelijknamige restaurant op het Zuid kan je een snelle hap meep(r)ikken of urenlang genieten van een assortiment authentieke

Spaanse bereidingen, van jamon en calamares tot sint-jakobsvrucht met witloofslaatje en lamskoteletje met chorizopuree. Riemstraat 49, 03-237.06.00

De negen VatenEen tikje toeristisch, maar toch een adres waar een uitgesproken Spaan-se sfeer hangt en waar uit negen vaten lekkere sangria, sherry, porto en an-dere specialiteiten wordt getapt. Na middernacht wordt op salsa-, meren-gue- en flamencomuziek gedanst. Zand 1, 03-226.39.83.

“Antwerpen ligt in het hart van Europa”In het land van de macho’s zeggen dat je ballerino wil worden is niet gemakkelijk, maar de Baskische Mikel Jauregui (27) deed het. Nu danst hij bij het Ballet van Vlaanderen en heeft hij zijn eigen stek aan het Sint-Jansplein.

We spreken af in Grand Café Paon Royal aan het Centraal Sta-tion. Mikel reist meteen na het in-terview door naar Duitsland, om met de compagnie een productie te dansen. Hij is het reizen gewend.

”Ik ben op mijn achttiende uit Spanje vertrokken om in Duits-land twee jaar aan de professione-le balletschool te gaan studeren. Daarna heb ik vier jaar in Wenen gewoond.”

Wenen lag Mikel minder. Toen hij hoorde dat Kathryn Bennetts de artistieke leiding van het Ballet van Vlaanderen zou overnemen, stuurde hij een sollicitatie naar Antwerpen. Zijn dansvideo viel in de smaak en hij mocht auditie komen doen. Hij maakte danig in-druk, kreeg een contract aangebo-den en bleef.

”Ik voelde me meteen thuis in Antwerpen. Mensen hadden me gezegd dat het een kleine maar le-vendige stad was waar veel gebeurt. Dat klopt. Antwerpen is een stad die groeit en in beweging is. In Wenen had ik dat gevoel niet. De stad is mooi, maar veel conservatiever.”

“Op het vlak van dans wordt er in Wenen heel klassiek gedacht. Na een tijdje was ik dat beu.”

“Antwerpen is echt het hart van Europa. Met de trein ben je zo in wereldsteden als Londen, Parijs, Brussel, Amsterdam... Antwerpe-naren staan er zelf niet bij stil, maar dat is een ongelooflijke troef.”

Mikel danst momenteel zijn vierde seizoen bij de compagnie en heeft zich ondertussen een ap-partement aangeschaft.

“Ik voel me hier goed. Ik ben echt gelukkig in Antwerpen, anders had ik dat niet gedaan. Maar in het le-ven weet je natuurlijk nooit. In mijn beroep reis je de wereld rond. Ik voel me een beetje wereldburger. Dol op paella, maar evengoed op sushi. Misschien woon ik over twee jaar in Australië en over tien jaar in New York. Dat vind ik zo leuk aan dit leven. Ik weet niet waar ik zal eindigen. Het leven verrast me, en het is al mooier geworden dan ik had kunnen dromen.”

“Het is moeilijk om de danswe-reld binnen te geraken, en ik heb tot nu toe kunnen kiezen. Ik ben

van een jongen verwachten”, lacht hij. ”Maar voor mezelf was het snel een uitge-maakte zaak en ge-lukkig hebben mijn ouders er nooit een punt van gemaakt dat ik wilde dansen.”

“Op school en op straat voelde ik me een jongetje van Mars. Thuis kwam ik van de planeet Aarde, ik mocht zijn wie ik wilde zijn. Ook al is mijn va-der het protoype van deS p a a n s e m a c h o . ” (lacht)

“Intussen is er veel aan het veranderen in Spanje. De maatschappij is meer open geworden, ook ten opzichte van homosek-sualiteit. Ik ben gay en voel de tole-rantie groeien. Antwerpen was snel-ler in die ontwikkeling, maar Spanje maakt een inhaalbeweging.”

Mikel woont in Antwerpen-Noord en heeft zoals zo veel Antwerpena-ren het ingewikkelde dossier over de

Mikel Jauregui: “Ik heb geleerd dat je close kan zijn zonder elkaar veel te zien.”

“Het leven verrast me en het is nu al mooier dan ik had durven dromen”MikeL jaureguiballetdanser

Volgendeweek:

Sri Lanka

SurinameSyrië

Tadzjikistan

Jullie Vlamingen zijn zulkeplanners”, lacht Mikel. “Jullie hebben allemaal agenda’s die jullie volboeken. Jullie spreken vandaag af voor volgende week donderdag, om acht uur in dat café. Dat is in Spanje ondenk-baar. Wij zouden zeggen: ‘Zullen we mekaar volgende week zien?’, en het daar op houden. Tegen dat het zover is, bellen we nog wel. Agenda’s hebben wij niet, ik heb er nog steeds geen.” (lacht) “Ik wou eens iets laten vertalen door mijn buurman en we hadden af-gesproken dat hij na het eten zou binnenspringen. Vijf mi-nuten voor hij wilde afspre-ken, belde hij toch nog even. Om te zien of het paste. Daar moest ik zo om lachen.”

Over regelsen afspraken

zelf weggegaan in Wenen, en ik werd toegelaten in Antwerpen. Dat is veel waard.”

Mist hij zijn familie? “Dat vragen veel mensen, maar ik ben zo vroeg thuis vertrokken dat ik geleerd heb zonder mijn familie te leven. Ik sta er niet meer bij stil.”

“Ik blijf Spanjaard en zal altijd een speciale band hebben met mijn thuisland, maar op een gegeven mo-ment kom je op een punt dat je een vreemdeling bent hier, en in eigen land.”

“Natuurlijk mis ik mijn familie en het zou leuk geweest zijn om met mijn moeder een keuken te kiezen, maar het is niet het soort gemis dat me andere keuzes doet maken. Ik heb ook geleerd dat je close kan zijn zonder elkaar veel te zien. Mijn ou-ders en ik horen mekaar bijna elke dag aan de telefoon.”

Mikel heeft in genoeg landen gewoond om te vergelijken. Zijn de mensen overal anders?

“Ja en nee. Tussen Vlamingen en Spanjaarden zie ik veel gelijke-nissen, maar misschien komt dat omdat ik van Duitsland en Oosten-rijk kom. Daar zijn de mensen toch minder warm en open. In Antwer-pen heb ik nooit problemen gehad om te communiceren of vrienden te maken. Misschien zit Antwerpen ergens tussen de twee in. Wij volgen ons hart, zij hun verstand, en jullie de twee. Een mix. Niet slecht.” (lacht)

“Ik vind Vlamingen vooral warm en hartelijk op privévlak. Professio-neel zijn ze recht door zee: zakelijk en correct. Op tijd komen bijvoor-beeld is in Spanje geen evidentie, hier wel. Dat vind ik goed, ik ben zelf een stipte jongen.”

Als kleine jongen wist Mikel al dat hij wou dansen, maar de Spaanse machocultuur maakte het hem niet altijd gemakkelijk. “Dat is niet wat ze

Lange Wapper gevolgd. “Op de voet. Dat interesseert

me echt. Ik ben in het Felixpak-huis de maquette gaan bekijken

en heb er veel met vrienden over gepraat. Persoonlijk was ik vóór

de brug. Dat zou een prachtig zicht zijn vanop mijn terras. (lacht) Maar

ik begrijp de Antwerpenaren die er niet gelukkig mee zijn. Aanpassin-gen aan het project zijn wenselijk.”

“Soms denk ik ook: zijn mensen niet bang voor grote veranderingen? Antwerpen was en is nog steeds een van de belangrijkste wereldhavens. Dan moet zo’n immens architectu-raal project toch kunnen?”