wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van...

66
Brent Swinnen 2015-2016 Sociologie Les 1 Sociologie heeft hetzelfde materiele object als de andere sociale wetenschappen. Hetzelfde subject, namelijk de samenleving. Maar de sociologie heeft hiervoor een eigen benaderingswijze (formeel object) manier van bekijken. Het sociologisch perspectief Economie= Schaarste Politiek= Macht Sociologie= Afhankelijkheid/relaties Men kan het sociologisch formele object, of het sociologisch perspectief in 4 vragen bekijken. 1) Hoe is sociale orde mogelijk? 2) Hoe beïnvloedt het sociale het individuele leven 3) In wat voor samenleving leven wij nu en waar gaan we naartoe? Meer individualisering en globalisering door bedrijven 4) // Hoe kunnen we tot een algemene en feitelijke of empirische onderbouwde weergave van het sociale komen? // Onderzoek kan op basis van 2 soorten data: Kwalitatieve (Dieper onderzoek naar minder subjecten) Kwantitatieve (Enquête onderzoek) Het vak sociologie is heel complementair met andere vakken (zie: Meth en tech, samenleving feiten en problemen, sociale statistiek, …) Hierdoor wordt het vak sociologie zelf gereduceerd tot de basis van de algemene sociologie. De sociologische driehoek: Beleid of sociale sturing ---- Empirie ----- Theorie Deze 3 dingen werken naadloos samen als hulpmiddelen van de sociologie 1

Transcript of wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van...

Page 1: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Sociologie

Les 1

Sociologie heeft hetzelfde materiele object als de andere sociale wetenschappen. Hetzelfde subject, namelijk de samenleving.

Maar de sociologie heeft hiervoor een eigen benaderingswijze (formeel object) manier van bekijken. Het sociologisch perspectief

Economie= SchaarstePolitiek= MachtSociologie= Afhankelijkheid/relaties

Men kan het sociologisch formele object, of het sociologisch perspectief in 4 vragen bekijken.

1) Hoe is sociale orde mogelijk?2) Hoe beïnvloedt het sociale het individuele leven3) In wat voor samenleving leven wij nu en waar gaan we naartoe?

Meer individualisering en globalisering door bedrijven4) // Hoe kunnen we tot een algemene en feitelijke of empirische onderbouwde weergave van het sociale komen? //

Onderzoek kan op basis van 2 soorten data:Kwalitatieve (Dieper onderzoek naar minder subjecten)Kwantitatieve (Enquête onderzoek)

Het vak sociologie is heel complementair met andere vakken (zie: Meth en tech, samenleving feiten en problemen, sociale statistiek, …)Hierdoor wordt het vak sociologie zelf gereduceerd tot de basis van de algemene sociologie.

De sociologische driehoek: Beleid of sociale sturing ---- Empirie ----- Theorie Deze 3 dingen werken naadloos samen als hulpmiddelen van de sociologie

Doelstellingen van de colleges:1) Kennismaken met een reeks sociale basisbegrippen en inzichten

-Sociale klasse, …

2) Kennismaken met 3 grote manieren van kijken naar het samenleving- Individu-gericht- Groepsgericht- Conflictgericht

Theoretisch pluralisme in de sociale wetenschappen

1

Page 2: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

3) Sociaal in moreel neutrale betekenis leren zien.- Iemand bedreigen met een geweer is sociale handeling, gewoon niet erg lief.

De basiseenheden van ‘het sociale’ zijn Sociale relaties, verhoudingen of betrekkingen

3 belangrijke componenten die een sociale relatie vormen: ‘Actor, Handeling, relatie’- Actor: 2 of meer, met een zeker handelsvermogen- Sociale handelingen: Gesteld door actoren, ze handelen georiënteerd op anderen- Sociale relatie: Sociale handelingen worden tot dit aan elkaar geweven

Een sociale relatie is een constante afwisselingen van de dood en geboorte van oude en nieuwe handelingen om deze relatie te vernieuwen/bevestigen.

Basiskenmerken van sociaal handelen: 1) Zelfreferentialiteit: De basiseenheden verwijzen naar elkaar ( x1 x2 x1 )2) Temporele dynamiek of procesmatigheid: Voortdurend nieuwe handelingen3) Relatieve openheid of onvoorspelbaarheid4) Minimum aan bewuste of psychische betrokkenheid ook om eigen handeling te sturen

In vele relaties hebben de betrokken actoren elkaar nodig. Er is sprake van een afhankelijkheidsverhouding of sociale binding een mutuele instandhouding van de sociale relatie (bv: Docent – student)

Een sociaal verband als een ziekenhuis of een bedrijf heeft:- Een samenhangend geheel van bindingen- is duurzaam- Heeft observeerbare grenzen.

Soorten sociale bindingen zijn: ‘Politiek, Affectief/emotioneel, cognitief, economisch)

De mens is een multisociaal wezen gaat meerdere sociale bindingen aan!

Enkele observaties:

1) Moderne maatschappij, we zijn van weinigen sterk afhankelijk en van velen een beetje afhankelijk- Gegeneraliseerde afhankelijkheid

Weinig afhankelijk door diverse gespecialiseerde beroepsvormen

2) Sociale bindingen en verbanden liggen vaak ingebed in lange, vaak grensoverschrijdende kettingen van afhankelijkheden = Sociale netwerken

Componenten productie: x—x – x – x – x – x x/--x – x (meerdere schakels kunnen onderling verbonden zijn)

2

Page 3: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

een sociaal netwerk heeft dezelfde aftakking als sociale binding: Politiek, cognitief, …

Bij sociale netwerken bestaat er het gevaar van Verdingelijking of Reïficatie bij het spreken dynamische netwerken ( Dé economie, dé politiek) Geen samenhandelen meer, maar een autonoom object met een eigenstandige werkzaamheid. De sociale netwerken worden veel simplistischer voorgesteld. Dé economie is namelijk een sociaal netwerk bestaande uit sociale relaties, die dan weer bestaan uit sociale handelingen gesteld door actoren.

Les 2

Sociale afhankelijkheid + Sociale relatie (wisselwerking) = sociale binding

Moderne sociale bindingen Sociaal netwerk (kettingen van bindingen) Maatschappij is gelimiteerd tot vaststelbare territoriale grenzen. Het principe van een natiestaatNatiestaat= nationale samenleving

Vele verbonden of sociale netwerken (Bv: Tno, transnationale organisaties) zijn niet nationaal of regionaal maar:

- Internationaal: Tussen staten- Transnationaal: Boven/over verschillende staten- Transcontinentaal: 2of meer continenten omvatten

Globalisering meer sociale verbanden tussen verafgelegen actoren en ook meer sociale verbanden met een inter/transnationaal, transcontinentaal of zelfs mondiaal karakter.

Globalisering is de oorzaak van het ontstaan van de Wereldmaatschappij gevolg hiervan is meer gevoelens voor andere regios, ongelijkheid wordt mondiaal bekeken! = Kosmopolitisme

Mensen zijn het gewoon een egocentrisch wereldbeeld te hebben (Norbert Elias)

De ego staat in het midden, dingen ver van het ego schuiven naar de uiterste schillen. We merken deze dingen niet op ook al hebben ze een invloed op ons. Wij zijn blind voor hun situatie

Sociale blindheid! “Ik ben autonoom en zelfafhankelijk maar hij daar is sociaal bepaald en gediversifieerd”

Deze dominerende egocentrische wereldvisie is in strijd met het sociologisch perspectief. Hierdoor werken de sociologie en het sociologisch perspectief vaak de-familiariserend

-Liefde is sociaal niet blind: ‘sociale homogamie’- Kunst is niet louter ‘zelfexpressie’

-Kunst is een gevolg van samenwerken een Joint Product, zo is de schrijver indirect afhankelijk van uitgevers en lezers

Het de-familiariserend effect plaatst de socioloog als mythbuster die de egocentrische visie doorbreekt a.d.h.v sociologische verbeeldingskracht. (Charles Wright Mills)

3

Page 4: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Sociologische verbeeldingskracht= Brede zin: Beseffen dat men zichzelf op talloze sociale knooppunten en in talloze sociale bindingen, netwerken etc bevindt Strikte zin: Individuele moeilijkheden kunnen zien als samenhangend met sociale en gedeelde probleem (bv Zelfmoord)

De sociologische verbeeldingskracht depersonaliseert problemen Het realiseert zich dat individuele moeilijkheden een sociale oorzaak hebben. Sociale oorzaken zijn niet onafhankelijk van individu tot individu en worden dus gedeeld door andere leden van de samenleving. (Bv Feminisme)

Dit is heel belangrijk om een ‘blame the victim ‘ scenario te voorkomen waarin, bv, de problemen binnen een huwelijk vroeger als individuele problemen aanzien werden en niet als iets sociaal. Mishandelde vrouw dacht dat het haar eigen schuld was.

Persoonlijke problemen moeten als iets collectief aanzien KUNNEN worden. Niet in alle gevallen is er sprake van een sociaal probleem

De sociologische verbeeldingskracht is NIET principieel progressief. Ze duidt een situatie maar praat ze daarom niet goed.

Bv kan zo criminaliteit in lagere klasse verklaren maar keurt dit niet goed.Men kan feiten vaststellen maar mag hier geen moraliteit aan vastkoppelen om een objectieve weergave van de realiteit te verkrijgen

Er is WEL sprake van waarderingsvrijheid over feiten en waarden. Empirische vaststellingen sociale ongelijkheid =/= negatieve waardering samenleving

Men kan wel neutraal onderzoek doen vanuit een bredere waardenbetrokkenheid (soc. ongelijkheid onderzoeken uit engagement maar volgens juiste methodologie)

Je hebt ook geëngageerde sociologen, zij zijn maatschappijkritisch: Zachte versie: Bourdieu koos in zijn onderzoek de kant van de minder machtigen en gaf hun visie weer maar paste wel nog steeds de sociologische methodologie toe. Harde versie: Standpunttheorie , je stelt je consequent op om het standpunt van de onderdrukte groep weer te geven. (Alleen de onderdrukte heeft ware kennis van haar onderdrukking)

De meeste Europese sociologen combineren het principe van de waarderingsvrijheid met ‘sociaal reformisme’ en beleidsgerichtheid.

Bij gevolg is er een grote selectiviteit bij het onderzoek in de sociale probleemsociologie.KIJK OP SLIDES NAAR ALLOCHTONEN IN HET ONDERWIJS KWESTIE

Hier is een globale aanpak nodig maar men kan het thuismilieu niet controleren en bepalen. Verschillende beleidsniveaus en actoren zetten initiatieven op maar door de verschillende beleidsniveaus lopen de initiatieven naast elkaar.

4

Page 5: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Onbedoelde gevolgen = door de betrokken actor (beleidsmaker) niet geïntendeerde en vaak ongewenste handelingen van zijn of haar goedbedoelde handelen

Bv: segregatie effect van sociale woningbouw creëert ‘slechte buurten’ De werkloosheidsval

iets criminaliseren zorgt ervoor dat het nog steeds gebeurt maar in een veel duisterdere en gevaarlijkere sfeer. Legale dingen kunnen gelimiteerd worden

Mensen net boven de armoedegrens worden totaal genegeerd.

De reden of oorzaak van deze onbedoelde gevolgen is de openheid en onvoorspelbaarheid van het sociale handelen. Er is een onvoorspelbare sociale reactiviteit

Soms zijn de effecten van een maatregel het exacte omgekeerde van wat werd bedoeld. Perverse effecten!

bv het Mattheus effect bij onderwijssubsidies. (ze hadden wel impact op de middenklasse maar de lagere klasse, voor wie ze bedoeld waren hebben er geen of weinig voordeel uit kunnen halen.

Les 3

Men kan vanuit sociologisch onderzoek mee proberen de samenleving te sturen door het beleid (sociologische driehoek). Maar er zijn grenzen aan de stuur of maakbaarheid van “het sociale”

Dit is dus de Paradox van de sociale verbeeldingskracht. Men kan een probleem zien als een collectief gedeeld probleem en kan proberen dit te remediëren of op te lossen maar er is tegelijkertijd een groot besef dat er mogelijke onbedoelde gevolgen zijn aan hun aanpak. Dat er zogenoemde perverse effecten optreden.

Bv: Subsidiëring zonnepanelen maakt elektriciteit duurder, de hogere klasse sprong meteen op deze subsidies waardoor de elektriciteit nog duurder werd en men de subsidies moest afbouwen.

Probleem: De lagere klasse kon geen zonnepanelen betalen en kreeg een grotere elektriciteitsrekening die hen verder in te problemen duwde.

Er was een scheeftrekking in de hele sociologische cyclus hier.

Men wilde ook leasing auto’s vergroenen door een belastingsverlaging maar aangezien het beleidsniveau hiervoor in de deelstaten van België ligt is er vrees dat iemand die eerst een verlaging doorvoert hierna overboden zal worden door de andere deelstaten en alle leasingsbedrijven naar die deelstaat zouden trekken, wat rampzalig zou zijn voor de economie. conclusie: De belastingen oorlog die zich op mondiaal vlak afspeelt om bedrijven in het land te krijgen of houden is ook gangbaar in Belgie omwille van de economische afhankelijkheid van elke deelstaat.

5

Page 6: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Onbedoelde gevolgen kunnen ook publiekelijk bekende voorspellingen onderuit halenSelf-fullfilling en self-denying prophecies zijn voorspellingen die respectievelijk:

Eerst onwaar waren maar door een algemene bekendheid waar zijn geworden (bv een Bank run waar mensen allemaal door een foutieve voorspellingen dat de bank insolvabel is, hun geld bij de bank gaan afhalen waardoor een solvabele bank insolvabel wordt.)

Eerst waar is maar door een algemene bekendheid onwaar worden. (bv: ‘er gaan binnenkort te weinig studenten sociologie zijn: OH NEE! mensen denken aan jobzekerheid en gaan sociologie studeren hierdoor zijn er dus teveel sociologen. Of Millennium bug)

Thomas-theorema: “als mensen situaties als echt definiëren zullen die situaties echt zijn als gevolg hiervan ( Bv: dit feestje is saai, ik ga weg: Feest wordt nog saaier)

De notie van een self-fulfilling prophecy wordt ook veel toegepast bij de studie van effecten van stereotype of sociale vooroordelen.

Bv kelner is onbeleefd tegen klant die eruitziet alsof hij geen fooi geeft, krijgt daarom echt geen fooi.

hierdoor krijgt de kelner gelijk. ook wel bij studenten in het middelbaar, jongens worden veel meer berispt. Dit is het gevolg van een onbewuste collectieve beeldvorming

Jongens zijn lastiger en moet men harder aanpakken, hierdoor worden jongens echt lastiger omwille van het onrecht en krijgt de beeldvorming waarheid

Nuancering bij selffulfilling prophecies: vaak geldt dit bij een uitspraak die onbewezen is of een onbewijsbare veronderstelling over de toekomst die voor waar gehouden wordt.

Als zo’n veronderstellingen van geloofwaardige voorspellers komt is de kans groter dat hiernaar gaat handelen. (bv stubru over hitsongs)

Conclusie: we handelen naar de credibiliteit van de voorspeller waardoor, via de Thomas-Theorema, de uitspraak waar wordt en de voorspeller nog meer credibiliteit verwerft.

SOCIALE GELOOFSCIRKEL

De sociale orde verloopt volgens bepaalde mechanismen en zorgt voor een zekere sociale voorspelbaarheid.

Er is dus in de sociale maatschappij tegelijkertijd een zeker onvoorspelbaarheid die het risico van onbedoelde gevolgen reëel maken én een voorspelbaarheid omdat het samenhandelen verloopt volgens bepaalde, vaak gekende, patronen.

Patronen zorgen voor een relatief voorspelbaar sociaal handelen van de actoren, er is geen ordeloos maar een gestructureerd samenhandelen:

Bepaalde handelingen zijn hierdoor waarschijnlijk Bepaalde handelingen zijn hierdoor onwaarschijnlijk

Structuur= inperking van de handelsmogelijkheden of als een richtingaanwijzer voor sociaal handelen Er zijn namelijk [x ; +oneindig[ handelsmogelijkheden maar de sociale structuur zorgt ervoor dat dit gelimiteerd is tot enkele veelvoorkomende opties.

6

Page 7: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

De regelrechte visie op de sociale orde:Structuren zijn de sociale normen of voorschrijvende sociale verkeersregels. Deze normen kan men indelen in formele en informele sociale normen. Ze kunnen en al dan niet juridisch karakter hebben.

Bijv: De reglementair voorziene samenspraak in een organisatie de informele regel van regelmatig overleg.

Welke sociale regels van toepassing zijn voor jou hangt af van jouw sociale positie. Sociale plaatsbekleders handelen dus naar hun sociale positie en er worden specifieke zaken van iemand in die positie verwacht. Deze sociale verwachting is heel duidelijk bij complementaire sociale postities (bv docent –student)

Wie bepaalt er echter welke sociale handeling er wordt verwacht van iemand in jouw positie, of aan welke sociale verwachting je moet voldoen?

Elke sociale positie heeft ook een sociale tegenpositie, dit kan men aanzien als een wisselwerking die elkaar in stand moeten houden. Zo houdt de professor de studenten intoom maar wordt er in ruil van hem verwacht dat hij les geeft.

Sociale verwachtingen werken als een voorspeller van iemands handelskeuze. Je verwacht bijvoorbeeld dat een bankbediende aardig gaat zijn tegen jou.

Een verwachtingsgerichte visie is dus een probalistische of kansgerichte visie op sociale orde Verwachtingen zin de grondstof van het sociale leven (ook binnen grootschaligebedrijven steunt de sociale orde op verwachtingspatronen.

Het doorbreken van verwachtingen heet doen aan een ‘breaching’ experiment, dit werd in de jaren ’60 heel veel gedaan door een groep onderzoekers die bekend staan als de etnometrologen.

‘breaching experiment’ ik kom thuis en doe alsof ik niets weet zijn, dit wordt niet van mij verwacht en wekt zeker en vast irritatie op.

Men voldoet ook aan deze sociale verwachtingen zelfs bij hiërarchische verschillen. Ondanks een gemanifesteerde sociale ongelijkheid.

Sociale ongelijkheid: Assymetrie tussen individuen en positiebekleders Harde ongelijkheid: ongelijke verdeling van inkomen of eigendom, dit noemt men ook wel de objectieve ongelijkheid omdat deze redelijk makkelijk te meten en te operationaliseren is. Zachte kant: Ongelijk verdeling van aanzien en hoe mensen behandelt worden. (bv het verschil in benadering van een boer of een bankier). Dit noemt men ook wel de subjectieve ongelijkheid omdat het berust op een gevoelswaarde van de ongelijkheid. Moeilijk meten.

Sociale ongelijkheid doet zich overal voor, ook tussen collectieve actoren als gezinnen, staten en bedrijven. Binnen geordende sociale verhoudingen is die ongelijkheid namelijk altijd aanwezig in boven of onderschikking. ‘hoge klasse’ of ‘ lage klasse’

7

Page 8: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Les 4

Gastcollege Durkheim

Wie een mens van het leven of de vrijheid berooft = even walgelijk als godslastering

Durkheim had het in zijn doctoraatsstudie over een nieuwe, opkomende grondslag van de solidariteit:

Organische solidariteit: een vorm van solidariteit die gebaseerd is op onderlinge afhankelijkheden individualisme van de maatschappij zorgde voor nieuwe solidariteit.(bv: in een voetbalploeg is iedereen van elkaar afhankelijk om een sterk geheel te vormen, ook al speelt iedereen in zijn eigen rol)

Deze organische solidariteit zou volgens Durkheim de vorige vorm van solidariteit vervangen, namelijk de Mechanische solidariteit. Mechanische solidariteit is gebaseerd op gelijkenis in de maatschappij, dit was dus vooral in een samenleving waar er weinig differentiatie was, of als men sterk omwille van 1 gelijkenis aan elkaar hangt. (bv chauvinisme)

Durkheim dacht eerst(in zijn doctoraatsstudie benadrukte hij dit) dat de mechanische solidariteit vervangen ging worden door de organische solidariteit. Later besefte hij dat ze naast elkaar liggen in de maatschappij.

--Sociaal fenomeenMerton onderscheidt 4 soorten functies:

-Latente positieve functie: Onbedoeld positief gevolg, buiten het doel om-Latente disfunctie: Onbedoeld negatief gevolg

-Manifeste positieve functie: Gepland positief gevolg-Manifeste disfunctie: Gepland negatief gevolg

Deze functies in het kader van armoede volgens Herbert Gans:Gezondheidstoestand v/d armen is slecht= manifeste disfunctieArme mensen knappen slechte klusjes op om niet om te komen van de honger= manifeste functieArmoede zorgt voor werk in de sociale sector = Latente functieArmoede bedreigt het sociale weefsel = latente disfunctie

8

Page 9: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Ontwikkeling van de sociale zelf moet in de gemeenschap Sociaal determinisme

“Men moet sociale feiten aanzien als dingen”Ding-Karakter van een sociaal feit= handelingen interesseren onsWaarom:

Collectief karakter Dwingend Karakter Voorgevend karakter

Dwingend karakter =/= dwang, eerder drang: Men zou zich slecht voelen als ze een ‘regel’ breken bv kind verwaarlozen Dwingend karakter gaat dieper dan de expliciet geschreven regels

Collectief = Sociaal verschijnsel moet men verklaren a.d.h.v een ander sociaal verschijnsel

Men verwijt Durkheim soms van een te gedetermineerde visie. Durkheimse sociologie = Men is sociaal bepaaldVolgelingen Durkheim hebben hem overtroffen. (bv Parsons.)

Les 5

Pikkety samenvatting boek. Het vermogen is gestegen over de voorbije jaren. De renteniers worden veel sneller rijk dan de werkers Vermogen is grotendeels overerven

Sociale ongelijkheid =/= economische ongelijkheidEconomische ongelijkheid= deel van de hard kant van de sociale ongelijkheid

Objectieve sociale ongelijkheid:Inkomen, vermogen, diploma’s

Macht volgens Max Weber: De kans dat je je wil kan doorzetten tegen weerstand in!Weerstand is de toetsing van de macht.

Macht in een organisatie= iemand die een beslissing kan maken over de rest van de PyramideMen stelt een voorbeslissing die een volgende beslissing limiteert.

(bv: rector+ aca raad Prof Student.) Rector beslist welke normen het examen moet volgen Prof beslist hoe hij zijn examen opstelt binnen die normen Student kiest hoe hij zich voorbereid op het opgestelde examen

Sociale/maatschappelijke ladder: je positie in de samenleving kan verhogen of verlagen Sociale mobiliteit= stijgen of dalen op ladder.

Intergenerationele mobiliteit: Sociale status van kind vergelijken met (groot)ouders. Intragenerationele mobiliteit: de sociale status die in individu verwerft in zijn carrière.

9

Page 10: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Schaarse zaken: Verdelingsstrijd!

Schaarsheid= maatschappelijk relatief. Bv water is hier niet schaars maar in sommige delen van Afrika wel.

Zaken zin hooggewaardeerd als de dominante definitie die zaak als waardevol aanziet. Er zijn minderheidsdefinities die een bepaalde hooggewaardeerde zaak niet hoog waarderen. (bv boeddhisten die geld maar een bijzaak vinden)

Dit behoort toch tot de Objectieve dimensie van sociale ongelijkheid: Het is makkelijk te objectiveren De objectieve ongelijkheid heeft vele objectief vast te stellen gevolgen.

(veel gegevens in slides! Zie VRIND)

Deel 2, les 5

Subjectieve sociale ongelijkheid. (Stratificatie= duurzame vorm van ongelijkheid)Men kan zonder maatschappelijk hoge status, wel binnen het eigen milieu een hoge status ontvangen. (bv een drugslord)

Subjectieve sociale ongelijkheid heeft te maken met hoe hoog of laag je op de status of prestige ladder staat.

Subjectieve en objectieve sociale ongelijkheid hangen samen, maar: De morele criteria spelen in rol bij de achting over een mens andere waardecriteria (bv gender) spelen een belangrijke rol hier

Status incongruentie/inconsistentie: mensen worden niet altijd volgens dezelfde criteria gewaardeerd. Bv een zwarte vrouw die ook een manager is wordt niet altijd als manager aanzien. Soms daalt ze op de waarderingsladder als vrouw of zwarte. Dit creëert statusonzekerheid: Hoe zal men mij bejegenen? Heel stressvol

Er is een theorie dat bv vrouwen zich hierdoor laten tegenhouden omdat ze streven naarStatusconsistentie

10

Page 11: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

De hedendaagse klassenmaatschappij

Objectieve maatschappelijke ongelijkheid= objectieve sociale ongelijkheid in een nationale of regionale samenleving

verdeling van inkomen, onderwijsniveau en macht correleren sterk Ze convergeren in beroepsposities!

Klasse: sociaal stratum van onderling vergelijkbare beroepspositiesKlassenpositie: Beroepspositie die iemand in een bepaalde klasse plaatstKlassenongelijkheid of –stratificatie in de hedendaagse klassenmaatschappij.(hoge klasse, middenklasse, lage klasse, onderklasse)

Sociaal stratum: Groep van onderling vergelijkbare sociale posities vanuit het oogpunt van objectieve sociale ongelijkheidSociale stratificatie: Opdeling van een maatschappij in onderling ongelijke lagen van vergelijkbare sociale posities

Klassen zijn de moderne standen! Verschil: veel minder mobiliteit tussen standen. Standen waren aangeboren

Samenvattend: Sociale ongelijkheid is een algemeen begrip, sociale stratificatie is het opdelen van ongelijkheid in klassen, bestaande uit beroepsposities

De criteria die bepaalde beroepen in een klasse plaatsen en de grenzen tussen deze klassen trekken: Inkomen, macht en diploma Belang van het onderscheid tussen bv loontrekkende vs zelfstandigen

Klassenschema van Golthorpe (zie ook Bourdieu)

De criteria voor een marktsituatie van een bepaald beroep: bron en hoogte van het inkomen Economische zekerheid / werkzekerheid Kans op economische verbetering: kans op promotie, loonsverhoging

De criteria voor de werksituatie:Hiërarchische positie binnen de organisatie mate van taakautonomie (zie job demand, job control Karasek)

Er word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen.

11

Page 12: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Dienstensector?

Les 6

Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van een verschil in: Onderwijskapitaal Economisch kapitaal Machtsdimensie

(hoe deelt men dan bv een popster in? Kijk naar de economische verdeling)

Enkele kanttekeningen, deze gelden voor alle empirische klassendelingen!

1)Historische veranderlijkheid:Sommige beroepen (vooral in subklasse III) worden door bv digitalisering, makkelijk gemaakt, waardoor er minder talent nodig is om deze job te doen (bv boekhouding)

Deskilling: Behoud men dan nog steeds dezelfde klassenpositie met minder vaardigheden

2)Beroepskinkomen <--> economisch vermogenNiet enkel de geldelijke verloning heeft een invloed op de klasse waarin men zit.Men onderschat het belang van huizenbezit, aandelen,…

Is er dan nog sprake van een aparte onderklasse aan individuen en gezinnen die afhankelijk zijn van de overheid voor bv behuizing

3)Klassenpositie parttimers en niet (langer) beroepsactievenWerklozen en gepensioneerden classificeren volgens laatst uitgeoefend beroep?Structureel werklozen?

4)Geslachtsstratificatie en etnische stratificatieOververtegenwoordiging vrouwen in subklasse III Het bestaan van “gekleurde” beroepen in bv sectoren als schoonmaak en fastfood. Sociale ongelijkheid wordt primair via huishoudens doorgegeven, niet individuen

5) Klassenpositie gezinnen of leefeenheden?Vroeger: Mannelijke voorrangsregel om de klasse van een gezin te bepalenNu: Hoogste klassenpositie van een individueel lid, maar dit geeft soms nog problemen Meten van de klasse van een gezin?

Klasse: specifieke zin = stratum van onderlinge vergelijkbare huishoudens vanuit het oogpunt van sociale ongelijkheidKlassenpositie: Positie van een huishouden binnen een bepaalde klasse

The Spirit level (2009)23 landen vergelijken op basis van inkomensongelijkheid (dit mist dus onderwijsongelijkheid en aandelen etc) Correlatie tussen grotere ongelijkheid en aantal gezondheisproblemen Causaliteit? Storende factor: overheidsinmenging

12

Page 13: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Les 6 deel 2

Methodologisch nationalisme: Onderzoek doen dat verscheidene landen met elkaar in vergelijking stelt. (bv de studie van sociale ongelijkheid)

Methodologisch kosmopolitisme: transnationale verwevenheid van ongelijkheden binnen rijke en arme natiestaten of regio’s. aandacht voor ongelijkheden binnen de wereldmaatschappij.

(zie slides voor cijfermateriaal en data)

Etnie: Sociaal verband dat berust op een identiteit of ‘wij’-gevoel vanwege gemeenschappelijk cultureel erfgoed

Taal, opvattingen (cultuur, religie), gedeelde afkomst of selectieve fysieke kenmerken…

etnisch =/= allochtoon Subnationale of subregionale etnieën: Limburgers, West-Vlamingen,… Men kan meerdere etnieën hebben: Multi-etniciteit

Etnische meerderheidsgroepen =/ autochtonenEtnische minderheidsgroepen =/ Allochtonen

Etnische stratificatie= objectieve duurzame sociale ongelijkheid tussen etnische meerderheidsgroepen en minderheden met gemiddeld een:

Lager inkomen Lagere scholingsgraad Minder organisatiegebonden macht

Als eigenstandig effect en kleuring van de klassenongelijkheid

Verklarende factoren voor etnische stratificatie:- laag opleidingsniveau + Eventuele taalproblemen + arbeidsmarkdiscriminatie Hogere kans op werkloosheid of een laagbetaald beroep Grotere kans op tijdelijk contract en onregelmatige werkgroepen

Geslachtsstratificatie:Ook een kwestie van duurzame ongelijkheid Onderwijsongelijkheid ‘weggewerkt’

Kenmerken:duaal: slechts 2 strata mogelijk. Transgenders bestaan maar zijn statistisch verwaarloosbaar

Breder dan enkel significante verschillen in inkomen en organisatiegebonden macht Mannelijke dominantie binnen seksualiteit, intieme verhoudingen en huishouden

Ongelijkheid binnen onderwijs in West-Europa niet langer direct, enkel indirect(studierichting)

Patriarchaat: Duurzame mannelijke dominantie binnen diverse levenssferen. Bv politiek, cultuur.

13

Page 14: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

(zie slides met informatie)

Pas op: ongelijkheid reproduceert zich in kleine verschillen Mannen zijn wel meer bezig met het kindje, maar vooral de ostentatieve, leuke dingen zoals het kind naar school brengen. Vrouwen doen terug meer het verversen van pampers!

Les 7

Sinds 2008 is de ongelijkheid terug aan het stijgen, eerst daalde die.

Genderstratificatie:

Omwille van het stereotype van de zorgzame vrouw is er een seksuele arbeidsdeling:

Publieke sfeer: typische vrouwelijke beroepen lagere verloning, minder groei of carrièremogelijkheden.

Privé sfeer: Meer schaduwarbeid Meer deeltijds werken, “double shifting”, carrièredrempels

Gender(strikte zin) of geslachtsidentiteit: het achterliggende stereotype van de emotionele en zorgzame vrouw verwijst naar de dominante definities van mannelijkheid en vrouwelijkheid

Gender(ruime zin): gender in strikte zin + seksuele arbeidsdeling + regulering van de menselijke reproductie of voortplanting

Sekse= biologisch, fysiologisch geslachtGender= Verwachtingen die men hecht aan dat fysiologische voorkomen

Genderverschillen worden bevestigd/gereproduceerd door handelingen. Opvatting over mannelijke sekse Ze zijn eikels en moeten in de klas in het oog gehouden w/ Gevolg: Mannen gaan zich echt slechter gedragen owv ongelijkheid Gender is gereproduceerd

Mensen handelen naar de sociale verwachtingen die aan hen worden gekoppeld: Kledij,…

Dit is allemaal erg verweven met de heteroseksuele norm: Men is ofwel vrouw ofwel man (andere genders buiten beschouwing gelaten) Vrouwen vallen op mannen en vice versa. (homo’s etc niet meegerekend)

14

Page 15: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

De sociale-invloeden vraag: hoe werkt ‘het sociale’ door in handelen en persoonlijkheid + eerder gunstige of meer nadelige levenskansen?

Verschillende invloeden:

1) het spelen van sociale rollen, dus zich houden aan sociale verwachtingen

2) Dwang tot zelfdwang in allerhande vormen van sociaal verkeer. Drift en affect-controle Zelfbeheersing (je gaat niet zomaar iemand slaan als je boos bent, je houdt je in)

Deze zelfdwang speelt een erg belangrijke rol binnen sociale bindingen met een machtsverhouding.1) Reflexieve zelfdwang

Je houdt je bewust in, bewuste zelfbeheersing2) (quasi)-automatische zelfdwang

Dit gebeurt onbewust, meegegeven via opvoeding bij hoog niveau van automatische zelfdwang is er sprake van controlled decontrollingJe laat je wel gaan maar het blijft binnen de perken (onbewust niet uit de bol gaan)

Internalisering: Bij automatische zelfdwang verandert de externe dwang in zelfdwang, de dwang verinnerlijkt zich.

Les 8

Sociale invloed nr 3: Socialisiatie= samenhandelen binnen een socialisatie-verhouding of binding dat vermogens tot samenhandelen brengt.

Een sociale rol perkt handelingsmogelijkheden in Bijlerende en lerende actoren(bv een kind leert een affectencontrole door socialisatie geleidelijk aan)

1) Eerste of primaire socialisatie in een gezins of familieverband- Start bij het kwalificeren voor samenhandelen (van zodra de taalontwikkeling begint baby)- In familieverband: Leren van de rollen die horen bij posities als kind, vader, …

Dankzij het woord ik, dat aangereikt wordt door anderen, kan men zich als individu plaatsen in de samenleving en het universum

-Hoe men wordt gesocialiseerd is deels klassegebondenzie bv taalhabitus, culturele smaken. (verfijnde smaak meer op hoge klasseladder)-autoritaire vs democratische opvoedingsstijl

Primaire socialisatie= primaire habitus= Eerst verworven geheel van neigingen of disposities-Klassegebonden:

Taalhabitus bv algemeen Nederlands-Geslachtsgebonden:

In functie van dominante gendersJe primaire habitus wordt zoals een 2de natuur! Grote structurerende rol voor later leervermogen!

15

Page 16: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

2) Secundaire socialisatie: in onderwijsverband is gericht en expliciet, want georganiseerd.Toenemende specialisatie: je begint met algemene competenties in het begin van jeschoolcarrière, later heb je meer gespecialiseerde vaardigheden Gigantisch belang van de Peer groep, leeftijdsgenoten

= Voorbereiding op beroepsmatig samenhandelen in specifieke sociale verbanden

Diploma: sociaal erkend toegangsbewijs (‘ticket’) tot bepaalde beroepen: het certificeert de benodigde competenties Het onderwijs regelt de verdeling van beroepsposities over individuen

Voorbeeld van positietoewijzing of allocatie (<- -> allocatie via erfelijkheidsprincipe)

!Maar: Beroepsposities zijn klassenposities Cruciale rol van het onderwijs in de reproductie van sociale ongelijkheid= over generaties heen bestendigen van klassenongelijkheid.

1:Beroepen zijn klassenpositie2:Primaire habitus beïnvloedt onderwijskeuze3:Onderwijs bepaalt beroep4:Socialisatie beïnvloedt klasse

Stratificatie= duurzame vorm van ongelijkheid

3) Tertiaire socialisatie = alle socialisatieprocessen naast of na de primaire en secundaire Peer learning in werkverband of vrije tijd Ingroeien in een deviant sociaal verband (bv becoming a marihuana smoker)

anticiperende socialisatie= vooraf leren met het oog op het gewenste lidmaatschap van een sociaal verband

Les 8 deel 2

Sociale tijdsdiagnosevraag: in welke maatschappij leven wij thans? -Ordening of structurering van het huidige samenleven? -Invloed op het individu van het huidige samenleven?

Meer digitale informatie, te veel informatie?

Basisstelling: onze hedendaagse samenleving wordt gedifferentieerd Hierbij is sociale differentiatie: Voorkomen van verschillen

Differentiatie in stappen. 1) Stap 1: Samenleving opdelen in eenheden!

Waar is de logica dat we samenleving verdelen in vergelijkbare eenheden en niet in individuen?

1) Taakdifferentiatie: Arbeidsdeling of professionele specialisatie in brede zin. Tussen beroepsposities en sociale verbanden

Veralgemeende afhankelijkheid2) Verticale differentiatie: verschillen tussen onderling ongelijke sociale eenheden

Stratificatie (eenheid 1 zit op stratum 1,…)

Klassendifferentiatie, geslachtsdifferentiatie, etnische differentiatie

16

Page 17: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

3) Horizontale differentiatie: verschillen tussen onderling gelijke sociale eenheden

Bv: Economie <- -> Politiek, …‘gezin’ is de sfeer v/d intieme verhouding

Deze eenheden zijn vergelijkbaar omdat ze een cruciale functie vervullen in de samenleving Bv: Onderwijs brengt kennis over, wetenschap brengt kennis voort, …

Niet-moderne samenleving: zijn er multifunctionele eenheden als clans, met bijv. dorpsoudsten die optreden als politici, rechters, ‘wijzen’, bankiers...<- ->moderne samenleving: bestaan van diverse autonome sociale eenheden (domeinen, ook: netwerken) die zich op telkens één functie toeleggen = functionele differentiatieFunctiesystemen= functionele sub of deeleenheden

Hoe is kunst functioneel voor de samenleving? Toont dat men vrij begint en die heel snel inperktGodsdienst biedt zin bij levensvragen. Religie maakt een wereld in een wereld. Profane Sacrale

In alle functiesystemen vinden we telkens specifieke sociale posities en rollen + specifieke sociale verbanden

Het bijzondere van het gezin is dat het de persoonlijke sfeer vervult in een onpersoonlijke rolverhouding!

Functionele differentiatie= horizontale sociale differentiatie Onderling gelijke sociale eenheden.- Economie en politiek zijn dus niet belangrijker dan onderwijs, “gezin, …ieder functiesysteem is nodig een functioneel gedifferentieerde samenleving

Maar: Eventueel wel meer centrale en eerder perifere functiesystemen. Conform de uitvalregel

Belangrijk: Functionele autonomie =/= autarkie: bestaan van afhankelijkheden tussen functiesystemen

Conclusie: Onze samenleving is in drievoudig opzicht gedifferentieerd Tussen deze 3 vormen van differentiatie zijn er dwarsverbindingen

Les 9

De dwarsverbindingen

1: Samenhang taak en verticale sociale differentiatie: Beroepspositie = klassenpositie Etniciteit/gender hebben invloed op je beroep en dus op je klasse!

2: Samenhang taak en horizontale sociale differentiatie: Taakdifferentiatie bij elk subsysteem Uitzondering: Geen enkel beroep in de intieme ‘gezin’ sfeer

elk ander systeem komt tot ‘rust’ in het intieme sfeer

De moderniteit van de sociologieModes/conjuncturele trends: Flexibilisering van de arbeid en groei v/d e-economy<->Tijdsdiagnose: Heden + verwachte toekomst Lopende structurele verandering

Duurzame ontwikkeling/evolutie

17

Page 18: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Basisvraag: is er sprake van meer of minder sociale orde?

Sociologen maken graag tweedeling tussen verleden en heden Heden als focus van sterker wordende evolutie

Nu: Moderne vs postmoderne samenleving

Eerste generatie sociologien (19e 20ste eeuw):Voormoderne/traditionele samenleving vs moderne samenleving

Context van toenemende industrialisatie en sociale kewestie, verdere verstedelijking. Moderne sociale problemen + vraag naar orde van de samenleving

1) Ferdinand Tönnies (gemeinschaft vs Gesellschaft)

Gemeenschap= sterke solidariteit dankzij grote affectieve verbondenheid wij-gevoel primeert over het ik-gevoel

Gemeenschap= nog aanwezig maar nu domineert de rede over de affectiviteitDominerende maatschappij: Handelen uit eigenbelang= contractueel bezegelde ruilverhouding tussen egoïsten.

Ik-gevoel primeert over het wij-gevoel Sociale orde?

Idealisering van dorp vs stad en van traditioneel gezin vs markt

2) Max Weber

Modern samenhandelen= Doelgericht handelen met berekende middelen overwogen“Doelrationeel handelen= berekend middelen en hun neveneffecten afwegen i.f.v een doel” Structuur van handelen met berekendheid“Doelrationaliteit” vinden we in verschillende subsystemen, niet alleen in de politiek. macht kan als middel gebruikt worden v/d doelrationaliteit!

Niet noodzakelijk egoïstisch(Zie maatschappij):- Doelrationaliteit in de politieke macht nastreven vanuit betrokkenheid en waardeneen rol van algemeen belang

-Doelrationaliteit: waarheid nastreven in de wetenschap.Weber: Binnen almaar meer domeinen gaat doelrationeel handelen primeren= doelrationalisatie

thans: Doelrationalisatie= een structuurkenmerk

3) George Simmel

“Meer geldeconomie betekent meer berekenend, doelrationeel handelen” Geldeconomie= cijferwerk (Bv boekhouding/ Kosten-Baten analyse)

Geld: Zuiverste werktuig of middel dat voor heel uiteenlopende doelen kan worden ingezet. Geld verzakelijkt sociale relaties: Onpersoonlijke, berekende verhoudingen = meer innerlijke vrijheid

18

Page 19: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Deel 2

Rationalisatie blijft toenemen in westerse landenContext traditionele landen Ontwikkelingslanden

Globalisering van het moderniteitsprocesPremisse: modernisering= verwestersing-Men gaat ervan uit dat ontwikkelingslanden op dezelfde manier moeten moderniseren als westerse landen, dit klopt natuurlijk niet er is namelijk sprake van pluriformiteit aan moderniseringsmanieren.

Men negeert het feit dat er verschillende varianten van modernisering zijnMen spreekt van een unilineair en etnocentrisch paradigma.

De westerse modernisering berustte op kolonialisme Dit is 1 variant binnen het proces van modern worden (Multiple modernities!)

Globalisering

Moderniteit= positieve waardering van het nieuwe =Sterk gericht op verandering toekomst, minder op het verleden.

Betekenissen van Globalisering:- Meer sociale verbanden tussen geografisch verafgelegen actoren- Meer sociale netwerken met transcontinentaal karakter

Kanttekening: Onze moderne maatschappij is anders modern geworden.Natiestaat Wereldmaatschappij, transnationaal beleidsniveau!

Veranderende samenleving Wijzigende structuurkenmerken

Manuel Castells: Globalisering= almaar meer vernetwerking dankzij digitale revolutieGroeiende ontdubbelen tussen 2 soortenruimten

- Ruimte van plaatsen (space of places)Geheel van gescheiden territoria waarbinnen mensen handelen vanuit fysieke co-presentie

- Ruimte van stromen/ Space of flows (digitale ruimte)Gelijktijdige verplaatsing tussen uiteenlopende plaatsen (bv digitaal geld)

Kenmerken van de wereldeconomie: 1) Heel interactief, ongelooflijk complexe space of flows. Hypersnel op elkaar inwerkende beslissingen Onvoorspelbare uitkomsten

2) Hiërarchische ontkoppeling van de reële economie: Financialisering v/d economie

3) Hypercomplex, niet stuurbaar én niet te vatten a.d.h.v klassieke machtsmodellen“Snelste manier om een aandeel in waarde te doen stijgen: neem een bedrijf over”

Financiële globalisering bevindt zich binnen 1 subsysteem (horizontale differentiatie): De economie Wel nog steeds functioneel gedifferentieerde wereldmaatschappij!

Maar hiernaast bevinden zich ook nog andere soorten van wereldwijde space of flows binnen andere functionele subsystemen:Globalisering: Versie links= idee van wereldsamenleving met een dominerend westers centrum

en een brede periferie Neo-imperialisme (Amerikanisering)

19

Page 20: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Debat van de problemen over culturele homogenisering: Afnemende culturele diversiteit door de mondiale verspreiding van coca-cola, massa cultuur1) Verschillende receptie: The same is different

Hollywoodfilm in Amerika of India wordt anders aanzien2) Samengaan van Globale Formats en lokale of regionale expressievormen.

Culturele hybridisering of creolisering

Les 10

Individualisering: Ulrich Beck

Individualisering Geïndividualiseerd, samenleven als structuurkenmerk Is onze maatschappij nu meer individualistisch dan in 1950?

Risk society

1) Risico op ecologisch vlak Vooruitgang heeft grote risico’s (bv atoomwapens,…) Men maakt van de maatschappij een laboratorium 2) Risico van de keuzes Veel keuzes, je weet de uitkomst van je keuzes niet meer

2dimensies van de individualisering 1) Detraditionalisering: Wegvallen tradities/ ontroutinisering

Traditie= Opvattingen en handelsgewoonten met wortels in een ver verleden + weinig reflexief overgeleverd en uitgeoefend.

Jobsgebonden ideeën man/vrouw zijn tamelijk recent er zijn oude en nieuwe tradities maar die kalven allemaal af!

2) Vrijmaking van individuen. Afname heteronomie Meer autonomieSecularisatie van de maatschappij. Als men minder gestuurd wordt komt er meer autonomieStandaard biografie Keuzebiografie (je leven is nu een samenloop van keuzes)

Ongemakken meegebracht door keuzevrijheid1) Men wordt zich bewust dat 1 keuze de andere keuzemogelijkheden elimineert.2) Men beseft dat ze op een bepaald moment MOETEN kiezen hierdoor ontwikkelen er zich bepaalde problemen zoals:Keuzestress: Men twijfelt of men de goede keuze neemtKiespijn: Geen keuze kunnen maken“Keuzeonzekerheid is de oorzaak van keuzestress

Proces van de ontzuiling (bv Christ vakbond <3 groen) werd gestimuleerd door de individualisering(Wieg Graf zuilen) = Netwerk van organisaties met dezelfde levensbeschouwing dat is aangesloten op een politieke partij

Vakbond/mutualiteit/Jeugdvereniging, .. Aangesloten bij een politieke partijGevolg van verzuiling: Al deze zaken waren 2/3 dubbel aanwezig in gemeenten.

Na ontzuiling zijn enkel Katholiek onderwijs en hospitalen blijven bestaanKatholiek Kwaliteit doorheen ontzuiling!

20

Page 21: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Kanttekeningen

1) Individualisering =/= meer individualisme of egoïsme2) Individualisering =/= wegvallen van sociale bindingen

De afhankelijkheden veranderen Afhankelijkheid gezin/dorp Afhankelijkheid functiesystemen

Secundaire standaardisering: Vanuit opleidingsniveau/ beroepstraject

Minder geziene/ latente afhankelijkheden: 1: Verzorgingsstaat Bv onderwijs/verzekeringen2: “Kiezen” voor de mode paradox van de individualiteit (massaal conformisme)

3) Historisch: Individualisering= Sterke democratisering vanaf eind jaren ’50 Hiervoor was het veel elitairder

welvaartsstijging + consumptiemaatschappij, relatieve democratisering onderwijs, gestegen geografische en mentale mobiliteit...

Gevolgen: 1) Afnemende impact van collectieve identiteit op de individuele identiteit

Meer variabiliteit, minder stereotypes identiteit wordt niet meer gegeven, het is nu een opgave Reflexief: Bewuste zelfenscenering

Identiteit is iets vloeibaar, schuivende identificaties

2) Tegelijkertijd speelt bij de vraag “wie ben ik?” het idee van de stabiele identiteitskern= waarachtige of authentieke zelf

Authenticiteitsethos: Zichzelf kunnen zijn“Zelfontplooiing is een kernwoord bij individuele keuzes

Materialisme PostmaterialismeOverlevingswaarden Zelfontplooiingswaarden

Deel 2

Het idee van een zelf= vaak specifiekCultuur: Bepaalde opvattingen over individualiteitZelfontplooiing is verbonden met specifieke vorm van individualisme (1)expressief individualisme.-18e eeuw, is eeuw van de verlichting-Romantische kunstenaars drukken zichzelf uit-Rousseau-Kunstenaarsethos van “zichzelf” zijn is algemeen belangrijk geworden door Hippie-vereniging

Hippies verzetten voor expressie

(2) Common sense individualisme: Nutscalculerende individuen-Vorm van individualisme die voorstelt wat wij ons daarbij inbeelden. Egoïstische visie op het leven.

21

Page 22: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

(3) Moreel individualisme 1: Zelfexpressie heeft nog steeds nood van sociale validatie Stoelt mee op sociale vergelijking (pol v/d sociale media)2: Zichzelf kunnen zijn is heel belangrijk in intieme relaties. Het moet klikken Oorzaak van gestegen verwachtingen= meer breuken

Traditiegeregelde sociabiliteit naar vloeiende socialiteit 3: Mede daarom worden wederzijdse verwachtingen, vooral in persoonlijke relatiesde inzet van voortdurend overleg Sociale orde gemaakt in samenhandelen Zelf vormgeven = samen vormgeven

De Swaan: “Van bevelshuishouding naar onderhandelingshuishoudenOverleg/inspraakmoraal: Zet een rem op egoïsme= veralgemeende verwachting van overleg

er is sprake van democratisering van persoonlijke verhoudingen die veel communicatietijd vergen in het brede maatschappelijke midden is er het bevel van niets te bevelen

Kanttekeningen bij Ulrich Beck (kritiekjes)1) Wat met functionele differentiatie?

Dit is een politiek verhaal. Het valt niet echt binnen de intieme sfeer2) Klassendifferentiatie?

Beck: ‘individualisering van de sociale ongelijkheid= direct doorwerken op individueel leven zonder gedeelde levensstijlen/klasse identiteit

Maar: De mate van individualisering varieert ook met klassenpartijAutonomie blijft gebonden aan economisch kapitaal/scholing

3) Genders blijven doorwerkenSeksuele arbeidsdeling/ andere manier van doenMogelijk ook sprake van een versterking van de etnische identiteit zowel bij blank als bruin gevolg van globalisering

Les 11

Hoofdstuk: Sociologische visies (hfdst 4 en 5 samen) Inspirators(Grondleggers) GeïnspireerdenCfr. Inleiding: Theoretisch pluralisme in de sociale wetenschap

Individugericht: Weber, Blumer, en symbolisch interactionismeGroepsgericht: Durkheim, Parsons + Merton en systeemtheorie/functionalismeConflichtgericht: Marx, bourdieu en de conflictsociologische theorie.

Voorgeschiedenis van de sociologie

Sociologie stamt uit van de verlichting Immanuel Kant: Durf te denken

Ontdekking van het sociale als autonome realiteit waarbinnen sociale mechanisme, voor orde zorgen (Adam Smith, de onzichtbare hand die de markten op orde houdt)

Men moet antwoorden op sociale vragen zoeken binnen sociaal mechanisme (bv Prijs)

22

Page 23: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Verlichting= Break met voormodern wereldbeeld

1) Ontgoddelijking: Of het opgeven van het idee dat er een religieuse,… basisorde is. BV God opvatting op sociale ongelijkheid

2) Ontstaatsing: Opgeven van het idee van een geordende samenleving= staatshervormend vroeger idee dat de koning de directe uiting is van wat het volk wil (Leviathan)

Opkomst van autonoom denken i/d 18e eeuw.Engelse/schotse verlichting (Ferguson, A. Smith)Franse: Montesqueie

1789: Franse revolutie: Praktisch bewijs dat een samenleving niet de wil v. God is, maar maakbaar is. Koning afzetten, regeren zonder god of gebod Herinrichten v/d samenleving op basis van een blauwdruk die zij als rationeel aanzien.

1) Geen standen: Iedereen is gelijk (maar niet iedereen heeft stemrecht) Conservatieve tegenbeweging; Contraverlichting “Samenleving draait op morele principes”

Tegelijkertijd ontstaan voor eerste sociale wetenschappelijke ondersteuning Kan helpen tot sociale organisatie (Claude Henri de Saint Simon)

Auguste Comte: Ex-assistent van Simone Pro een positieve wetenschappelijke kennis vorm een samenleving of sociologie

Wilde de naam sociale fysica maar die was bezet

Sociologie volgens Comte:1) Sociale dynamica: Evolutie van de mensheid2) Sociale statica: Hoe blijft een samenleving hetzelfde.

“Sociale orde is in wezen culturele orde” Geen sociale orde zonder morele consensus

Culturele orde formuleren door de sociologie, verspreiden via het onderwijs

Comte begon een neo-katholieke religie met zichzelf als paus. Sociologie is een kind v/d verlichting en tegenverlichting

Herbert Spencer: 2degrondlegger sociologie1) Groot kosmologisch principe: differentiatie

Zie schema pagina 36

1) Marx: grondlegger van de sociologie naast Weber en Durkheim Hij verketterde Comte en Spencer Haatte sociologie

“Er waar een spook door Europa” Communistisch manifest

We bespreken hier Marx v/d sociologie: Niet de econoom of de filosoof.Marx: We starten klasse ongelijkheid als structuurkenmerk van alle maatschappijen + denken van het modern kapitalisme

Klasseongelijkheid= klassestrijd

23

Page 24: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Basisidee Marx: Contra-idealisme (zeg zich af tegen leermeester Hègel) -Materialistische maatschappijvisie: belang van de economie -Antropologische materialisme: Belang van de arbeid.

De mens verschilt van dieren omdat hij zijn eigen bestuursmidelen produceert.De mens is niet een denkend wezen maar een homo laborans Werkend wezen

De mens wordt mens dankzij zijn arbeid

Deel 2

Arbeid= Arbeidsrelatie= arbeidsdelingGeen arbeid zonder productiemiddelen als land, grondstoffen

Maatschappij wordt door Marx verdeeld in 2 klassen:1) Bezitters: Klasse I, zij hebben de grondstoffen en productiemiddelen2) Niet-bezitters: Klasse II, zij hebben geen grondstoffen of productiemiddelen

Klassentegenstelling: Bezitters onteigenen arbeidsproduct: Economische uitbuitingHoe die tegenstelling eruit ziet verandert met de jaren

Historische variabele, wijze om economische waarde of rijkdom te creëren

Kapitalisme: Kapitaalbezittende klasse vs arbeidersklasse Uitbuiting door toe-eigenen meerwaarde van het product Arbeider verdient meer geld dan hij kost

Klassentegenstelling -> tegengestelde klassebelangen Het kapitaal heeft belang bij loonsvermindering en/of produciteverhoging <-> Klasse II Klassenstrijd blijft dus als structurele mogelijkheid

Bredere context I: Het moderne kapitaisme

1) Maakt geld productief via de productie van koopwaren Geld Waar Geld’ Waar Geld”

Geld”>Geld’>Geld= Winst (Herhaaldelijke cyclus, economische expansie)

Gebruikswaarde – Ruilwaarde Prijs

2) Voortdurend zoeken afzetmarken- Verkoopwaring van alles en iedereen Commodificatie- Vervanging van autonome dingen door koopwaren- Ontwikkeling nieuwe koopwaarMarx is hier een profeet!

3) Harde concurrentielogica - Concurrentie zette aan tot onderdrukking lonen

Verelendung + Kapitaalsconcentratie (Self-Denying prophecy) -Klassenpolarisatie: verdwijnen van de middenklasse van zelfstandige boeren.

24

Page 25: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Bredere context 2: Marx’ materialistische maatschappijvisie

Productiewijze=

Productiekrachten (Productiemiddelen, factoren) + Productieverhoudingen (eigendomsrelaties) Arbeid als productiekracht + Arbeidersklasse

Productiekrachten <-> Productieverhoudingenalmaar meer economische rijkdom economische noodzaak van lage lonen en uitbuiting

Overproductiecrisissen

Oplossing: Revolutie en nieuwe productiewijze (communisme)USSR: Klassentegenstelling Arbeidersklasse <-> Besturende elite

China= Staatselite vermengd met private economische elite.

Les 12

Marx is onlosmakelijk verbonden met kapitalisme. Tegenstelling tussen idealisme (hegel) en materialisme Marx. “Het is niet het bewustzijn dat het zijn bepaald, maar het maatschappelijk zijn dat het bewustzijn bepaald”

Recht, politiek, wetenschap, onderwijs, …Productie/klasseverhouding = ongelijke machtsverhouding

Dit is heel andere manier van bekijken subsystemen in functionele differentiatie

Je positie in 2 klassen (bezit of niet) kan men stellen als al dan niet koopwaar zijn. De ongelijkheid tussen bezitten of niet beïnvloedt alle subsystemen

Is het toeval dat de kern van het privaatrecht wordt bezet door het eigendomsrecht? Eigendom= bezitter of niet.

‘Wat goed is voor de economie is goed voor het land”Bv: Beter onderwijs

Marx: Wat goed is voor de economie is vooral goed voor het kapitaal

-Als klassenverhouding heeft de ‘basis’ een Januskop -Enerzijds een ongelijke machtsverhouding: dominantie van ‘het kapitaal’-Anderzijds ook klassenstrijd genereert: het gaat ook om een gecontesteerde machtsrelatie

-Ook de klassenstrijd beïnvloedt ‘de bovenbouw’ Tot stand komen algemeen kiesrecht, …

Onbedoeld gevolg klassenstrijd: geen ‘Verelendung’ van de arbeidersklasse, geen klassenpolarisatie, ‘pacificatie van de klassenstrijd’ en ‘verburgerlijking van de arbeidersklasse’...

25

Page 26: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Deze dubbelheid speelt door bij Marx’ antwoord op de sociale ordevraagSociale orde= Opgelegde klassenordeDe contestatie daarvan doorheen de klassenstrijd

West/Oost Duitsland= Politieke erfenis van Marx

“After Marx”2Grondlijnen in de 20ste eeuwse receptie van Marx

1) Neomarxisme van de Frunkfurter Schule of Kritische TheorieContext: “dogmatisering’ van het marxisme binnen de communistische beweging vanaf eindjaren 1920 na machtsovername Stalin

Sterke filosofische inslag Combinatie van de ideeën van Marx met de doelrationalisatie van Weber

Eerste generatie: jaren 1930-1960: T.W. Adorno, M. Horkheimer, W. Benjamin, H. Marcuse, E. Fromm

tweede generatie: jaren 1960-nu: J. HabermasHabermas is vurig voorstander van de EU

derde generatie: vanaf jaren 1980: A. Honneth

2) (Examen) De bredere conflictsociologische traditieContext: Oost-West conflict en Koude Oorlog + tendens in Westerse sociologie om eenheid ofconsensus te benadrukken. Marx citeren was een heel risico.

5 Grote uitgangspunten van de conflictsociologische traditie

1) Streven naar algemene verklaring van duurzame objectieve en subjectieve sociale ongelijkheid-Ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde goederen-Ongelijke verdeling van status of aanzien Klassestratificatie, Genderstratificatie en Etnische stratificatie vallen onder deze noemer.

(2) ongelijkheid is een veelvormig fenomeen. I.t.t Marx bestuderen ze niet enkel economische ongelijkheid maar ook qua diploma’s of kennis, toegang tot overheidsposities of media, affectiviteit,...

(3) ongelijkheid creëert structurele belangenconflicten tussen meer en minder geprivilegieerden

verdelingsstrijd: meerderen proberen minimaal te behouden wat ze hebben,minderen willen

(4) conflicten en verdelingsstrijd zijn te verwachten bij duurzame ongelijkheid. Harmonie vraagt dus om verklaring, niet conflicht.

Waarom stemmen ondergeschikten in met minder priviliges?

26

Page 27: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

(5) Macht is dé cruciale verklaringsfactorduurzame ongelijkheid = duurzame machtsverhoudingen of heerschappij, meerderen gebruiken hun macht om privileges te beveiligen tegenover de aanspraken van minderen

Conflictsociologen volgen goeddoels de visie van M Weber op macht Vroeger in les organisatorische macht: vermogen om bindend te beslissen =verbonden met het bekleden van een hogere positie Nu macht, versie van Weber: Mogelijkheid om je wil door te zetten, ook tegen weerstand. = Individugerichte definitie

Machtsuitoefening kan niet zonder machtsbron(= Alles wat macht geeft in een specifieke relatie) Geld, kennis, attractiviteit (bv drankjes krijgen), positiegebonden beslissingsmacht

Dit hangt allemaal af van de waardering van de machtsbron. (bv iemand al dan niet knap vinden) Degene die macht heeft, heeft belang bij de appreciatie van degene die geen macht heeft

Sociale orde in de conflictsociologie: de machtigere partij legt haar wil aan de minder machtigere actor op en perkt zo diens handelingsruimte in

De minder machtige kan zich verzetten en een conflict aangaan:- Kans op conflict vergroot bij tegenmacht, bezit andere machtsbron- Kans op conflict verkleint bij gezag of autoriteit= Geldige legitieme macht.

De machtige verwacht inschikking in bevelenDe onmachtige verwacht bevelen

Instemmingen en gehoorzaamheid lijkt evident bij doktersberoep of onderwijsverhouding

Weber, 3 bronnen van gezag

1) Traditioneel gezag: Autoriteit per overgeleverde traditie (koning)2) Charismatisch gezag: Individuele uitstraling in relatie met zeker waarden. Bv Churchill3) Rationeel-legalistisch of legaal gezag: Politiek gezag, onpersoonlijk.

4) Kennisgezag: Weber zag dit over het hoofd!

Les 13

Marx: De klassen die elkaar uitsluitenPol/recht/ond = bovenbouweconomie= onderbouw

Kapitaal<-> Arbeid ‘Onze maatschappij in het teken van duurzame ongelijkheid’

Dahrendorf

Dahrendorfs herijking van klassenbegrip Marx:

27

Page 28: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Stap 1:-Kritiek op Marx definitie van de klassentegenstelling-Marx: Bezitters <-> Niet-bezitters-Dahrendorf: Bezit= juridische eigendom +feitelijke controlemacht -Dahrendorf legt de tweeledigheid van bezit bloot

Bezit + controlerende macht door bezit!

Leiden en bezitten van een bedrijf zijn niet meer hetzelfde-Eigendom en controlemacht gaan samen in familiekapitalisme-Maar ze splitten op in corporate capitalism-Eigendom= aandeelhouders-Controlemacht= managers

James Burnham: The managerial revolution

Stap 2: -Herijking van het klassenbegrip vanuit de notie controle- Controlemacht v/d managers = Legitieme macht, dus gezag- Verschil macht <-> Gezag: gezag is algemeen aanvaarde macht - Managers hebben legaal gezag- Klassetegenstellingen tussen gezaghebbenden <-> ondergeschikten

- Geen machtsverhouding maar gezagsverhouding Klassentegenstelling tussen prof en student Bezittende of heersende klasse= Al wie in eender wel domein gezag heeft.

Economie: Managers <-> Arbeiders, bediendenOnderwijs: Leraars <-> StudentenPolitiek: Regeringsmacht <-> Burgers, oppositiepartij

Klassenverhouding, versie Dahrendorf- Gezaghebbenden in economie en pol <-> Niet gezaghebbenden in eco en pol

Geen kapitaalsbezitter met macht. Maar de kapitaalmanagers

Klassensociologie van Pierre BourdieuBourdieu volgt de gangbare uitgangspunten:

3grote klassen Beroepsposities als eenheden voor die klassen Hij gebruikt 2 dimensies om klassenruimte af te bakenen

- Economisch kapitaal- Onderwijs kapitaalOrganisatorische macht bij Golthorpe, niet bourdieu

2 assen construeren klassenruimte:Kapitaalsvolume: Totaal aan economische en onderwijskapitaal bij een beroepKapitaalsstructuur: Onderdeel van economisch en onderwijskapitaal

Hoge klasse: hoogleraar <-> ondernemer Middenklasse: Verpleegster <-> Kleine zelfstandige

Sociaal traject: Kansen op sociale stijging/daling

28

Page 29: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Cultureel kapitaal=Onderwijskapitaal

Toegang tot hoge cultuur = gelinkt aan onderwijs

Verschillende klassenfracties Verschillende levensstijlen Uiteenlopende, onderling samenhangende patronen qua smaak, vrijetijdsbesteding, woninginrichting. Met de ruimte van de klassen correspondeert de ruimte van de levensstijlen

Klassenpositie Klassenhabitus = KlassegebondenOuders Geheel van verworven disposities (= meningen en gewoonten), levensstijl

Primaire klassenhabitus: - Grotendeels onbewust programma dat in de levensstijl voor coherentie zorgt- Er zijn verschillende soorten Habitus(klassegebonden)

Bv: Esthetische habitus: vorm boven inhoud (compositie boven boodschap)Persoonlijke habitus: Variatie op klassenhabitus. Bv: Barok vs renaissance.

Secundaire habitus:- Onderwijs- Sluit meer of minder aan bij primaire habitus Reproductie sociale ongelijkheid: Sterke samenhang tussen afkomst en onderwijstraject Niet-aansluiting: Pedantie, hypercorrect taalgebruik. (hoort precies er niet thuis)

Burgerij= Hoge of dominante klasse = esthetische habitus Culturele fractie= Culturele burgerij heeft relatief weinig economisch kapitaal en

excelleert in cultuurEconomische fractie= Economische burgerij die het leven stilleert via luxe <-> Luxehabitus.

29

Page 30: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Les 141) Hoge klasse

Hoge cultuur (kunst) = cultuur van de hoge klassen klassegrens= Cultuurgrens Grens klassenruimte is quasi als de grens levensstijlruimte

Kwaliteit= klasse: Hoge cultuur= hoge klasseDistinctieprofijt: de levensstijl van kunstparticipatie, goede manieren, …

Wordt relatief breed als hoger erkend= onderscheiden van de massaDit wordt niet bewust nagestreefd, volgt uit habitushandelen

Maar culturele of economische burgerij (fractie) zijn onderling verdeeld over wat hoge cultuur is. Economische fractie: Traditie, klassieke cultuur (beeld is namelijk duur)Culturele fractie: Avant garde, nieuwe lichting (goedkopere kunstStrijd om legitieme cultur

Bourdieu zegt: Lagere klassen zien naar kunsten en waarderen de hogere klasse die hier bezit van heeft. Dit is nu niet meer.

Habitus zit nog tussen klassen en grens levensstijlen Habitus bemiddelende begrip

2) Kleine burgerij= middenklasse= puriteins en ascetische habitusAscetisch want relatief weinig economisch kapitaal bij hoop op sociale stijging + puriteins, want nadruk op correct of deftig gedrag (conformisme)

Opkijken naar burgerij Goede culturele wilDubbele culturele incorrectheid: Willen maar niet kunnen+Omarmen van gezonken cultuurgoed

Referentiegroepen:- Men kijkt met positieve referentie naar de hogere klasse- Men kijkt met negatieve referentie naar de lagere klasse

Lagere en hogere klasse = referentiegroepImiteren referentiegroepsgedrag Wordt gedemocratiseerd Hoge klasse stoot het weg.

(bv Vivaldi, Van Gogh, …)

Belang sociaal traject (sociale mobiliteit)- Veel kansen op sociale daling (kleinhandelaars,…) = dalende kleinburgerij- Veel kansen op sociale stijging (Middenkaders) = Stijgende kleinburgerij

Of: Nieuwe beroepen in sfeer van media en creatieve economieWelzijn / platenmaatschappijen,… Nieuwe kleinburgerij

Ontstaan van een omnivore levensstijl: Middenklasse burgerij Mengen zich zowel in kunst als alternatieve popmuziek.

3) Arbeidersklasse= lage klasse= realistische habitusMaakt van nood een deugdFunctionaliteit stijgt men kiest realistisch

30

Page 31: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

4) Kritische kanttekeningen bij Bourdieu

1) Wat met verschillen in organisatorische macht? Beroepsposities als manager/directeur in middelgrote tot grote onderneming

2) Relatieve gedateerdheid van empirisch klassenschema en sommige uitgangspunten . Hoger opgeleiden doen niet enkel aan ‘hoge cultuur’ culturele omnivoriseringAanzien hoge cultuur is gedaald: geen automatisch distinctieprofijt meer via kunstparticipatie.

3) Hij ziet zowel geslachtsstratificatie als etnische stratificatie over het hoofd.

Deel 2

Emile Durkheim: ‘De sociologie bestudeerd de sociale feiten’Durkheim brengt ons naar de klassieke fase van de sociologie. Start van de disciplinarisering van de sociologie. Zie les 4 voor opfrissing + slides! (heel veel nieuwe info op slides)

(zie geschreven notities pagina 47- 48)

Durkheim: Moreel feit Waarden en normen die als sociale feiten werken verwijzen naar I. Kant= moraal= categorische imperatief.Verankerd in een hogere gebiedende instantie. Zie zeker slides!

Na WO1 verschuift het zwaartepunt v/d sociologie naar Amerika Voortrekkersrol= chicaco university

De Amerikaanse dominantie blijft bestaan tot eind jaren ’60 = hoogdagen van de systeemtheoretische benadering+functionalisme (persons + Merton) Feitelijk 1 dubbel gelede stroming die nadrukkelijk voortbouwt op Durkheims werk

Wat betekent sociaal systeem nu?Systeem= basiselementen + relaties Ideeënsysteem, organisch of cellensysteem

Sociaal systeem: Parsons= Sociale relaties tussen positiegebonden rollenhandelingenPer definitie: Geordende relatiesSamenhandelen= sociale systeemvorming

1ste doorsteek naar verwantschap tussen Parsons en Durkheim Ideologische verschuiving Rollen zijn geïnstitutionaliseerd Collectief, voorgegeven, dwingend. Durkheim: Rollen zijn een sociaal feit

Sociaal feit= geïnstitutionaliseerdheid?

31

Page 32: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Les 15

Sociaal systeem Parsons- Per definitie geordende relaties (mensen houden zich aan een rol met verwachtingen)- Samenhandelen= sociale systeemvorming

Sociologie is wetenschap, maar het bestudeerde object wordt als anders benoemd. Sociaal feit, sociaal systeem, samenhandelen, …

Geïnstitutionaliseerde karakter geldt bv ook voor een taal, het sociale zekerheidsstelsel of televisieformats. Institutionalisering= het ingeburgerd raken van collectieve, voorgegeven en dwingende manieren van denken en of handelswijzen

Institutionaliseren= ingeburgerd raken= vanzelfsprekend worden

De geïnstitutionaliseerde rollen/sociale verwachtingen/… worden doorgegeven via socialisatie. Rolconform handelen (bv Taal: Nl Italiaans lijkt moeilijk want NL is voor ons evident)

Taalhabitus

Sociale orde, versie Parsons: Institutionalisering + socialisatie in rollen of verwachtingen

2de doorsteek naar verwantschap Parsons en Durkheim

Sociale systemen zijn altijd geordend.

Die geordendheid is een morele orde zoals bij Durkheim. Want rollen= vertaling van de geïnstitutionaliseerde waarden of gedeelde definities van het (on)wenselijke.

Als het ware een collectief bewustzijn

Cultuur vertaalt zich in waarden en normenMensen handelen volgens verwachtingen.Parsons zegt: beiden houden zich aan gedeelde waarde(= iets wenselijk)

In het geval van koper-verkoper is dit bv egoïstisch zijn.

Vraag/conclusie:Is een persoon dan wel altruïstisch of egoïstisch? Of volgen wij alleen maar rollen waarin deze begrippen zijn inbegrepen?

Is dit te sociologistisch?

Zorgen de gedeelde waarden voor (mechanische?) solidariteit binnen subsystemen? - Betrokken actoren vormen een collectiviteit o.b.v een gedeelde waarde. (bv kennis)

Parsons volgt Durkheim: Sociale feiten, collectief bewustzijnMaar: Parsons vindt het collectief bewustzijn in andere domeinen (van de functioneledifferentiatie)<-> Idee van overkoepelend collectief bewustzijn door land en regio bij Durky.

32

Page 33: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Parsons: Systeemtheorie gaat gepaard met een dubbel geleed functionalismeParsons’ visie op functies: 1) Wat hebben sociale systemen nodig? hoe functioneren ze?

Functionele vereisten 2) Focussen op mogelijk positief gevolg of effect van andere sociale fenomenen voor sociale orde

functie, versie Parsons

Functionele differentiatie in termen van Parsons: 1) Iedere moderne maatschappij moet voor geordend functioneren in bepaalde opgave voorzien.

Functionele vereiste2) Functionele differentiatie= 1 gespecialiseerde sfeer per functionele vereiste

Iedere sfeer heeft een positief gevolg v/d maatschappelijke orde= functie3) Functiesystemen, iedere sfeer

sociaal systeem met aparte positief gevolg (=functie) en dus specifieke rolhandelingen

Het is het gelijktijdig functioneren van alle functiesystemen de rede dat er orde is in de samenleving.

Deel 2

Robert K. Merton.Mogelijke positieve en negatieve gevolgen van een sociaal fenomeen voor een of meer andere sociale fenomenen= veralgemeend functionalisme.

Functies en disfuncties (zie les 4)Gevolgen kunnen ook bedoeld (manifest) of onbedoeld (latent) zijn. Dit geeft dus 4 opties:

1) Manifeste functie2)Manifeste disfunctie3)Latente functie4)Latente disfunctie

Enkele voorbeelden:Regendans versterkt onbedoeld sociale cohesie= latente functieBeste voorbeeld manifeste disfunctie= oorlog.

Kanttekeningen1) Elk fenomeen kan zowel bedoelde als onbedoelde (dis)functies hebben.

Elk fenomeen heeft veel meer dan 1 gevolg

2) Er spelen verschillende referentiepunten van waaruit gevolgen worden geobserveerd. Mogelijke selectiviteit bij onderkennen van, vooral, latente (dis)functies Het is namelijk niet de betrokken actor maar een externe waarnemer die ze observeren.

We meten het algemene ‘functionalisme’ van een fenomeen door de netto-balans = Totaal van (on)bedoelde (dis)functies

De kosten-baten analyse hangt af van normatieve criteria! Pas er dus mee op.

33

Page 34: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Merton: Schaf een sociaal fenomeen niet af zonder alternatieven voor het sociaal fenomeen te voorzien voor de diverse functies die het vervult.

‘The political machine’ DienstbetoonDisfunctioneel: ondergraaft de efficiënte werking van overheden +zelfgemaakte regels inzake sociale woningen, overheidsbanen, …Functioneel: Vaak achtergestelde groepen zoals lokale bedrijven die winst halen uit dienstbetoon

2 kritische kanttekeningen

1) Systeemtheorie volgens Parsons focust op systeembehoud Sterke onderbelichting machtsverschillen en belangenconflicten

2) Functionalisme van Mertonkan de bestaande verhoudingen legitimeren/justifiëren o.w.v netto-balans van gevolgen Mertons analyse van pol. Clientisme

Alternatief: Equivalentenfunctionalisme van Luhmann Sociale systemen vallen terug op communicatie die niets te maken hebben met mens

Redenering Merton: We zien een fenomeen en zoeken naar alle manifeste/latente (dis)functies

Luhmann draait dit proces om!We zien een probleem gaat op zoek naar referentiepunt van oplossingen (bv te weinig gezinscohesie kan opgelost worden door meer tv kijken, meer samen eten, …)

je moet de bestaande oplossingen als gelijkwaardig of equivalent beschouwen

Les 16

Weber Individu-gerichte sociologieNavolger: Blumer

Wirtschaft und Geselschaft + die delen van de godsdienstsociologie= boeken Weber

Weber: “De sociologie richt zich op het begrijpen van het zin- of betekenisvol sociaal handelen van individuen”

Gedrag: Uiterlijk waarneembare handelingen= buitenkant = fysieke realiteitHandelen: Binnenkant= intenties of motieven die werken als beweegredenen of oorzaken= te begrijpen zinssamenhang die gedrag betekenisvolk maakt.

Begrijpende of interpretatieve sociologie

2 Hoofdvormen van begrijpen 1) Actueel begrijpen: van gangbare betekenis van handeling

- Studenten luisteren en nemen notities Je kan binnen een cultuur de betekenis van de handeling afleiden

2) Verklarend begrijpen: Je kan de achterliggende motieven afleiden uit handeling die je actueel begrijpt.

Studenten luisteren (actueel) omdat ze willen slagen voor hun examen (verklarend)

34

Page 35: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Drie consequenties + verschillen met Durkheim

1) Verschillende opvattingen over verklarenD: Voorgegeven en dwingende sociale feiten als een rol verklaren wat mensen doen.

W: Begrijpen van de individuele motieven om bv een rol te spelen.Methodologisch individualisme

2) Verschillende benadering van sociale verbanden of netwerken bv “De universiteit”D: Reïficatie

W: Het zijn lege namen voor het samenhandelen van gemotiveerde individuenNominalisme

3) Verschillend uitgangspuntD: Van het sociale naar het individu= Sociocentrisme

W: Van het individu naar het sociale= Actorcentrisme

Durkheim vs Marx:Sociocentrisme gericht op cohesie= DurkySociocentrisme gericht op conflict= Marx

Hoe doen we aan verklarend begrijpen? Hoe komen we de motieven te weten?

1) Correct begrijpen: v/d achterliggende motivatie = Zin/betekenis adequaatheid

Studenten willen 2de diploma halen omwille van:- Uitstellen arbeidsmarkt gaan?- Meer kennis opdoen

2) Effectief verklaren: Eis van causale adequaatheid= aantonen dat motief met grote statistische kans als oorzaak werkt

Meestal zijn er doorsnee motieven

We kijken naar de doorsnee motieven van vergelijkbaar handelen en maken er ideaaltypes van Bv modale student studeert omwille van Ideaaltype x

Deel 2

Kanttekeningen bij ideaaltypes

1) ideaaltype kan meerdimensionaal zijn: Meerdere motieven die handelen drijven2) Afwijking ideaaltype en feiten: Ofwel een nieuw ideaaltype, ofwel uitzonderingsverklaring

Bv kunstenaars handelen niet primair artistiek in noodsituaties= uitzonderingsverklaring.

3) Ideaaltypes sluiten wel of niet expliciet aan bij bewuste motieven- Belang van andere observaties dan wat respondenten in interviews zeggen. Bv naar opera gaan heeft ook een motief van distinctie v/d massa.

Distinctiesteven= latent motief!

35

Page 36: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

4) Ideaaltypes mogelijk van grootschalige verbanden of fenomenenDoorsnee handelen door verbanden verbinden met doorsneemotief van de betrokken individuen

- Bv: Politieke partijen steven naar macht Individueel motief van machtsmaximalisatie

“In kapitalistische maatschappij streeft de modale ondernemer op doelrationele manier voor winst”Mensen streven motieven na op doelrationele manier

Het object van de sociologie voor Weber= sociaal handelen- Handelen dat is betrokken op dat van een of meer anderen resulteert in vele situaties in gemotiveerde handelingen en tegen-handelingen

= Interactie ‘actie en reactie’

Weber als grondlegger van het interactionisme

4 motieven handelen= 4 ideaaltypes

1) Doelrationeel handelen: Middelen efficiënt inzetten bij nastreven van een doel- Lettend op gekende neveneffecten- Kan resulteren in strategisch handelen= berekend handelen naar anderen toe

Webers tijdsdiagnose: We handelen in alsmaar meer domeinen doelrationeel= doelrationalisatie

2) Waarderationeel handelen: zonder omkijken gaan voor hoger doel- Los van gekende neveneffecten- Idealisme= niet efficiëntie, maar consequent zijn primeert.

Bv: Drager hoofddoek weet dat dit jobkansen vermindert, doet het toch.

Tijdens het leven komen we in spanning te staan tussen waarderationaliteit en doelrationaliteit.

2 “restgroepen” van ideaaltypes

3) Affectief handelen: Vanuit emotionele opwelling4) Traditioneel handelen: ‘Gewoonte-handelen’ vanuit weinig reflexieve trouw aan traditie

Er is meermaals sprake van gemende motieven(mixed motives)

Weber over sociale orde Uitgangspunt: Harde marktcompetitie als vorm van soc. Handelen

-Wederzijdse oriëntatie op elkaars handelen-Individuele beweegredenen: ‘winnen’ Patroon: zekere voorspelbaarheid.

Les 17

Sociale orde, versie Weber

De door Ego gekende of veronderstelde betekenisgeving- Genereert verwachtingen over hoe Alter zal handelen- Richten mee eigen handelingen Men kent elkaars motieven o.b.v die motieven worden handelingen van elkaar verwacht

36

Page 37: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Verwachtingen slaan op betekenisvol individueel handelen niet op algemene sociale handelen, niet op algemene sociale rollen. Deze kunnen er wel bij aanknopen

Bij sterke ‘egoïstische’ doelrationele oriëntatie maakt iedereen analoge betekenissen, dit zorgt voor gelijkvormig (en dus voorspelbaar) handelen.

Doelrationeel handelen maakt dus voorspelbaar- Complexiteit

Actor A voorspelt doelrationeel handelen van actor B. actor B houdt er rekening mee en past zijn handelen aanActor a weet dit… enzo verder

in realiteit is er niet alleen actor A en B op de markt maar ook nog C, D, …

Deel 2

Contrast met MarxMarx: Productiemiddelen bezittende klasse= centraal

Kapitalisme= productief maken geld door bezittende klasse via uitbuiting arme klasse

WeberBurgerlijk bedrijvenkapitalisme: doelrationele of berekenende omgang met kapitaal vanuit winststreven

1) Berekenend productiemiddelen inzetten met het oog op de winst- Constant maken van kosten-baten analyse (via boekhouding)

2) Berekenend winst herinvesteren met oog op nieuwe winsten=Kapitalistische geest-Winsten niet potverteren maar spaarzaam en onthecht leven (ascetisch leven)

(kanttekening: Heersende cultuur in gegeven tijdssituatie= burgerlijke cultuur)

De affiniteit tussen protestantse ethiek en kapitalistische geest verklaart mede de doorbraak van het Westers kapitalisme.

Waarom zoveel van de eerste succesvolle kapitalisten protestants waren:Twee veronderstellingen in Webers antwoord1) algemene ideaaltype van de gelovige:

- hij is waarderationeel gericht op heilszekerheid2) Protestantisme= strengere vormen zoals Calvinisme, Piëtisme

Individualisering van het geloof. In een niet doorgaanse context van verantwoordelijkheid die bij het individu ligt.

Heiliging van beroep= goddelijke opdracht Met mogelijke tekens van ‘geroepen zijn’ -Geld verdienen/economisch succes= teken van uitverkorenheid

= predestinatieleer

De puriteinen wilde beroepsmensen zijn. Wij MOETEN het zijn. Het religieus= waarderationeel mede gemotiveerde kapitalisme

= puur doelrationele orde (onbedoeld gevolg)

37

Page 38: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Het verzelfstandigde kapitalisme is een machtige moderne kiesman die dwingt tot doelrationaliteit

Het kapitalisme verschijnt hier net als de protestantse leer Sociaal feit a la Durkheim

i.t.t Marx’ materialistische benadering die ideële factoren als bovenbouw ziet als gevolg van klassentegenstelling (onderbouw)

Weber denkt multicausaal zowel materiële als culturele factoren doorbraak kapitalisme

Webers werk migreerde naar VS (zoals bij Durkheim) Chicago School (Park, Wirth) Blumer

Blumer

De sociologie bestudeert symbolische interactie symbolisch interactionisme

Weber: individuen handelen vanuit beweegredenen die anderen (ook de socioloog) proberen te begrijpen.

Blumer: Begrijpen is een algemeen menselijk basisfeit, wij zijn betekenisgevers of interpretatoren van onze omgeving en het handelen van anderen.

Hetzelfde is anders binnen uiteenlopende interpretaties (zie ook voorbeeld over film in India)

Les 18Blumer: Sociale feiten zijn symbolenGedragen veranderen en voertuigen van betekenis= symbolen

Basisvoorwaarde om samenhandelen symbolisch te doen Dat we symbolen dezelfde betekenis toeschrijven

Samenhandelen= elkaars handelen interpreteren

1) eigen situatiedefinitie die anderen bevestigen:rollen volstaan meestal niet via interactiedynamiek: feestje slabakt, ruzieën…

2) actoren geven indicaties of aanwezigen over hoe ze zullen handelen= Symbolen die anderen zullen interpreteren

A windt zich op tijdens feest. B zegt: chill ff

3) Acties en handelingen van anderen worden in het eigen handelen meegenomen om hierop aan te passen of te reorganiseren

Wederzijdse afstemming van handelingslijnen

Sociale orde= Tijdelijke broze prestatie of uitkomst binnen samenhandelen

Bv: ineens beginnen zwijgen sociale orde is verstoord Vragen: zwijgen betekenisvol? …

= simpele demonstratie kwetsbaarheid sociaal handelen

38

Page 39: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Wat met Durky’s sociale feiten als rollen?

1) Enkel conditionerend, niet determinerend:openheid van de interactie

2) Schijnbare vaste patronen Situatiedefinities en interpretaties bestaan dankzij herhaaldelijke bevestigingMogelijkheid om ze te doorbreken of herdefiniëren

Basistegenstellingen binnen de sociologie:

Durkheim VERSUS Weber

Durkheim: - Sociocentrisme: conflict vs consensus- Structure: Rol van de klassenpositie,…- Verklaren vanuit externe factoren- Dominantie kwantitatief onderzoek- Macroniveau: Nadruk op structuurkenmerken

Weber:- Actorcentrisme- Agency: rol van intenties, betekenisgeving- Begrijpen van binnenuit- Dominantie kwalitatief onderzoek- Microniveau: Nadruk op interactie tussen individuen

Hoofdstuk 6

De culturele factor Verschillende cultuurvisie gebaseerd op:Durkheimiaanse traditie:

Cultuur is gemeenschappelijk gedachtegoed: mentalistisch cultuurbegrip

Weberiaanse traditie:Cultuur is betekenisgeving: interpretatief cultuurbegrip

Durkheim: Cultuur= ideologieWeber: Cultuur als interpretatiestrijd en interpretatiemacht

De Vlaamse/Belgische cultuur is mentalistisch gezien:- een geheel van collectief gedeelde opvattingen, voorstellingen of representatie- Een eigenstandige realiteit- sociaal feit= Geïnstitutionaliseerde cultuur

Maar: Vlaamse/Belgische cultuur of Europese cultuur of Moderne Westerse cultuur

39

Page 40: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Durkheim: Als mensen samen gaan leven gaan ze een idee hebben over wat de samenleving is.

Overtuigingen: voorstellingen van de realiteit of ‘wat is’ worden als waar beleefd: ‘beliefs’ Mogelijke botsingen tss culturen= model OF reality

Waarden: voorstelling v/h wenselijke of ‘wat moet’= Model FOR reality.Sluiten aan bij overtuigingen

Feitelijk gedeelde waarden, bv rijkdom.

Handelingsmotieven: Men handelt vanuit waarden, bv kennis en rijkdom (feitelijk gedeelde waarde) Waardenrationaliteit: waarde als handelingsmotief

Normen= Regels of handelingsvoorwaarden over wat (niet) hoort die waarden concretiseren.- Formele vs niet-formele normen. (bv eigendomsrecht vs kledingsvoorschrift)- Normen worden vertaald in verwachtingen

bv: Eigendom: drie componenten sluiten op elkaar aan= Culturele samenhang of cultuurpatroon.

Maar: Vaak ook discussies over de vertaling van overtuigingen in waarden en vooral van waarden in normen.

Luther nieuwe geloof.

Kernovertuiging dat individu tot autonomie of zelfbepaling in staat is Subject: (subjecten= draagvlak)

- individuele vrijheid als waarde, eigen opinie als norm- moreel individualisme verschilt van egoïsme

Nutsmaximaliserend individu= egoïsme i.t.t! Expressief individualisme Moreel individualisme

Moreel individualisme= dominante cultuur momenteelCultureelpluralisme Minderheidscultuur vs meerderheid/dominante cultuur

Dominant welvaartsgerichtheid vs conseminderen

Subcultuur= deelcultuur, minderheidscultuur met opvattingen die enkel gedeeltelijk afwijken van dominante cultuur.

bv Europese Islam

Contracultuur= Minderheidscultuur waarvan centrale opvattingen volledig afwijken van dominante cultuur

bv Religieus fundamentalisme

Zowel binnen minder – als meerderheidsgroepen zijn opvattingen bovenindividueel-> Geïnstitutionaliseerde cultuur die via socialisatie wordt verinnerlijkt->Bv idee van eigen individu.

40

Page 41: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Les 19

Durkheim cultuurbegrip van collectief bewustzijn

Indeling van geïnstitutionaliseerde normen volgens criteria van afdwingbaarheid en ontstaanswijze.

Ontstaanswijze= duidelijk of Vaag EN Afdwingbaarheid via sanctionering= Formeel of informeel 4 combinaties!1) Vaag en formeel: gewoonterecht2) Vaag en informeel: gewoonten, Zeden en gebruiken (bv geen geheimen vertellen en iemand laten voorgaan)

3) Duidelijk en formeel: Juridische normen!4) Duidelijk en informeel:

Informele sanctie: Pestgedrag, mijding, …

Zeden veranderen in gebruiken en andersom, rechtsregels veranderen= Culturele veranderingsprocessen

De-institutionalisering: van zeden naar gebruiken of afzwakken van rechtsregels. Verschil tussen formele en informele kledij

Versterkte institutionalisering= van gebruiken naar zeden of aanmaak rechtsregels. Bv inburgering groene waarden en normen

Sluitstuk van institutionalisering= juridisering of aanmaak van positieve rechtsregels. Bv schoolcontract

De wetgever volgt meestal bredere culturele evaluaties- Zie milieurecht- Indicator voor wat samenleving belangrijk vindt= cultureel sociaal belang recht

“moderniteit”= de juridisering van de waarden van vrijheid, gelijkheid en solidariteit. - Grondwettelijke rechten en vrijheden- Sociale rechten en verzorgingsstaat

3 slotbedenkingen 1) Juridisering= sterke bescherming van waarden en normen

- Meer dan informeel collectief bewustzijn- Claimen van rechtsbescherming Holebi’s- Iets juridisch aanpakken maakt het écht

2) Bij culturele diversiteit zijn nieuwe rechtsnormen regelmatig de inzet van een belangen/cultuurconflict.

3) Minderheidscultuur kan juridisering als onterechte dwang ervaren. - Cullturele macht, mentalistisch gezien: Het opleggen van overtuigingen, waarden en/of normen.

Doorgeschoten individualisering:= gelijkgesteld aan egoïsme - Teveel dikke-ikken: sputterende zelfdwang

41

Page 42: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Durkheim pleit vanuit empirisch standpunt voor sterke regels

Zelfmoord is een sociaal feit= sociale dwingende en voorgegeven neiging- Zelfmoordcijfers van 1840-1880 zijn relatief stabiel in de tijd en binnen welbepaalde sociale

categorieën zichtbaar

Sociale feiten volgen uit andere sociale feiten- Sociaal feit (zelfmoord ook) heeft sociale oorzaken

4 typen van zelfmoord, waaronder anomische zelfdoding afgeleid aan 2 grote factoren

Sociale cohesie en normering te veel of te weinig

1) Egoïstische zelfdoding: bij zwakke sociale cohesieEmpirische basis: variatie van kans op zelfdoding met:

- Religie- Gezinstoestand: ongehuwden en weduwen vs gehuwden (kinderen demper bij weduwen)- Politieke toestand: Vrede vs burgeroorlog

Eenzelfde factor: De mate van sociale cohesie= het wel of niet opgenomen zijn in een sterk geïntegreerd sociaal verband.

Reden van zelfmoord: Onvoldoende bestaansgrond want levenszin= sociaal gedeeld leven. Ze hebben geen levenszin

2) Altruïstische zelfmoord: Bij teveel sociale cohesieEmpirische basis: groter aantal zelfmoord in het leger en bij Japanse businessmensen.

Reden voor zelfmoord: Grote identificatie met groep. Te grote mogelijke afwijzing

Te grote en te weinig= Durkheim wil een contra-redenering

2de grote factor: Normering

3)Anomische zelfmoord: bij te weinig normering(normeloosheid)Empirische basis:

- Mensen die snel rijk of arm werden- Gescheiden mannen

Reden voor zelfmoord: Enkel kortstondige ervaring, geen diepere levenszin of doel.

Normering= materieel verlangen door normen inzake welstand i.f.v sociale positie: dus verlies aan bij wealthchange

Bij mannen: Norm seksueel verlangen verandert van 1 vrouw naar x aantal vrouwen. Geen inbinding, geen norm (heel normatief en oud standpunt natuurlijk)

Bij afwezigheid van normering dreigt het kwaad van de oneindigheid= steeds nieuwe genoegens najagen

Tijdelijke en uitzonderlijke: acute anomie <->Chronische anomie: Structurele onderregulering“Wij zijn op weg naar een (chronisch) anomische samenleving”

42

Page 43: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

4) Fatalistische zelfmoord: te veel normering restgroepLeven van de slaaf: alles ligt vast.

Kruistabel zelfmoord:

Te zwakke sociale cohesie: Egoïstische zelfmoordTe zwakke regulering: Anomische zelfmoordTe sterke sociale cohesie: Altruïstische zelfmoordTe sterke regulering: Fatalistische zelfmoord

2 kanttekeningen1) Er is een duidelijke samenhang tussen sociale cohesie en normering.

2) Discutabel mens- en maatschappijbeeld stuurt mee Durkheims interpretatie anomie- Individuen zijn zwak want natuurlijk ‘onderbepaald’ + uit zichzelf niet tot regulering in staat.

Link tussen doelrationeel handelen en anomieMerton: Belang van doel resulteer in anomisch handelen

<->Durky: Anomie zorgt voor zin- of doelloosheid

Les 20

Tendentieuze toename anomie en dus afname normen

Anomie bij Merton: Primeren van een doelrationele logica van efficiëntie op Geïnstitutionaliseerde normen bij het nastreven v/e doel.

- In de VS is er een dominante vorm van chronische anomie door nadruk op financieel succes. Legitieme middelen= diploma, carrière Illegitieme middelen= Witteboordencriminaliteit

= Innovatie= anomie= Normafwijkend handelen= deviantie

Naast anomie/innovatie nog 4 andere mogelijkheden van omgang met et doel van rijkdom +legitieme middelen

Mertons: ‘anomietypologie’

+is postief staan tegenover of legitieme middelen gebruiken i.f.v doel.

Ritualisme:doel= niet gericht op carrière

Conformisten:Geproduceerd door sociale ongelijkheid.

Zweverige terugtrekkers (natuur):hoge klasseRebellie: Vernieuwing, andere waarden en normen.

43

Page 44: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Culturele integratie: integratie waarin?-De mate waarin individuen/leden van specifieke groeperingen de dominante cultuur onderschrijven.

Waarde integratie:-Innovator vs ritualist ( geld als waarde?)

Normatieve integratie: -Normen aanhouden of niet?

Overtuigingsintegratie

3 lopen niet samen. Soms waardenintegratie zonder overtuigingsintegratie Altijd aangeven welk type integratie men voorheeft.

Conflictsociologische stroming:Sterke stroming waarbinnen cultuur= gedeeld gedachtegoedMaar: opgelegde cultuur culturele macht

Functie v/d ideologie= onware ideeën die sociale ongelijkheid legitimeren- Prestatie-ideologie (bv onderwijs is gewoon je best doen)- Racisme en culturisme- Gender-ideologie. (vrouwen doen dit… dat…)

“Heersende ideeën: Ideeën van de heersende klasse” - Marx

Media= cultuurindustrie Verspreidt onware cliché over bv individuele vrijheid op clichématige manier.

Holocaust is inverse beeld verlichting met ‘rationaliteit’ als gemeenschappelijke basis.

Cultuur= Ideologie + koopwaar Bv: geformatteerde muziek

Werkelijke hegemonie of culturele dominantie bij het duiden van sociale ongelijkheid= legitimerende ideeën vanzelfsprekend of common sense maken. Niet enkel via media, maar ook via kerk, onderwijs, allerhande organisaties…

Hegemonie =/= ideologie! 1) Minder nadruk op onware karakter van ideeën:

- belang van herformuleren van of voortbouwen op al gegeven evidenties2) Mogelijkheid van tegen-hegemonie= culturele tegenmacht opbouwen via alternatieve common sense.

Nv-A heeft nieuwe hegemonie gecreëerd: Communautaire dingen.

44

Page 45: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Les 21Weberiaanse cultuurtraditie Cultuur als betekenisgeving

We zijn cultuurmensen die a/d wereld betekenis kunnen verlenen en hierover een standpunt nemen.= interpretatief cultuurbegrip

Cultuur: de in sociaal verband gegeven mogelijkheden om de wereld betekenis te geven + betekenisvol communiceren.

Cultuur is een historisch doorgegeven patroon van betekenissen die zijn belichaamd in symbolen. bv ying yang

Symbolen zijn meerzinnig Interpretatie geeft betekenis Geen betekenis zonder symbolen en geen symbolen zonder betekenis.

o.b.v codes: binnen een interpretatiegemeenschap gangbare conventies.

Codes zijn vaak voorgegeven/dwingend= geïnstitutionaliseerd Durkheim.

Kwalitatief onderzoek wil verstehen= codes proberen achterhalen. “going native”: actorperspectief innemen via participerende observatie.

Maar: de gevonden interpretaties, symbolen en codes worden verderop hun beurt theoretisch of conceptueel geduid= interpretaties van interpretaties.

Taal is het belangrijkste medium van betekenisgeving en communicatie Basiseenheid van elke taal zijn waarden= tekens.

Teken= betekenaar/betekens Woord is het verschil tussen betekenaar en betekenis.

Denotatie= letterlijke betekenis of dominante betekenisConnotatie= Figuurlijke of bijbetekenis

Denotatieve en connotatieve codes:Kritiek op woord denotatie:Denoteren wijst op refereren naar een ding, om de realiteit aan te duiden.

semantische of betekeniswaarde vs referentiële of waarheidswaarde.

Maar sommige denotaties hebben geen referent. Bv zon werd blauw

Waarheidswaarde wisselt met de werkelijkheidsopvatting binnen en interpretatiegemeenschap.

1) Taal is een primair medium van symbolische communicatie betekenis wisselt met context en codes. Op zinsniveau

2) Taal is een primair medium van individuele betekenisgeving Belang v/d ik-categorie Wij/ingroep als referent (Wij-Belgen) Relatie tussen taal en bewust denken: We denken niet ‘met’ maar ‘in’ taal. Relatie taal en zinvolle waarneming: we zien niet de wrklkheid maar een betekenisvolle realiteit.

Taal als onuitwisbaar paradigma?

45

Page 46: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Deel 2- Elke taal= een sociaal gedeeld fonds, repertoire of potentieel van mogelijke betekenisgeving

-Culturele bronnen die we als potentiëlen selectief actualiseren.

Consequenties: 1) I.t.t het idee van de sociale feiten: culturele bronnen zijn beperkend en mogelijk makend.2) I.t.t het idee cultuur die op zichzelf staat: primaat van culturele of symbolisch handeling.

Maar: Tegelijk culturele of symbolische patronen= Patronen van gekoppelde symbolen of betekenissen.

Structuralisme i/d studie van cultuur-als-betekenisgeving.

Betekenis wordt ingeperkt door structuur en creëert en verwachten (bedoelde) betekenis.

Betekenis geven: Classificeren of categoriseren - Particuliere naar algemene klasse brengen en zo identificeren/benoemen

Man- Tegelijk het particuliere differentiëren van andere identificaties Klassen of categorieën uitsluiten.

Vrouw

- Classificatieschema’s of geïnstitutionaliseerde tweedeling- Dominante cultuur, interpretatieve versie= vaak gebruikte classificatieschema’s man/vrouw

Cultuur= geleefde clichés

Maar: Ook bij dominante classifcatieschema’s kan er onenigheid zijn Culturele interpretatie of definitiestrijd

1) Zelfde schema, maar uiteenlopende betekenissen2) Uiteenlopende classificaties bij de duiding van eenzelfde fenomeen ‘framing’

Poltieke-ismen, subculturen of sociologische theoriekaders= samenhangende gehelen van betekenissen.

Symbolische betekenis of interpretatiemethoden Ook discussie tussen Weberianen, durkheimianen en Marxisten is deels en interpretatie of definitiestrijd

Framing

2kanttekeningen: 1) Bij discussies over kunst, gender, Vlaamse cultuur speelt nogal eens essentialisme= veronderstellen dat eigen betekenis de essentie vat.

Ik noem dit een bank want dit IS een bank= realiteit

Koppeling semantische waarde en waarheidswaardeNiet= ik geef de werkelijkheid betekenisWel= Mijn interpretatie weerspiegelt de werkelijkheid.

46

Page 47: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Laatste les!Homo Sociologicus Homo hociologicus

Terug naar symbolisch interactionisme

Blumer: Rollen bakenen slechts een globaal kader voor samenhandelen af. Rol als trechter die handelen inperkt- Het determineert niet maar conditioneert:

vandaar het belang van improvisatie en interactie als proces.

Turner (Weberiaanse visie)Role taking: Passief opnemen van geïnstitutionaliseerde rol (niet vrijwillig) Rol making: Het actief interpreteren van vorm geven v/e rol (gekregen door taking)

Eigen rolopvatting (own role concept) = role making<->Alter rolopvatting(over onze verwachting rol van alter)

Role making: Own role concept Behoeft confirmatie door tegenspelers! Met eventueel impliciete of expliciete onderhandelingen.

U hebt wel vrijheid binnen genomen rollen (= vrijheid tot role making)Maar die vrijheid moet geaccepteerd worden

Bij role making speelt de verwachting van consistentie. Noodzaak van voorspelbaarheid (secretaris verwacht strikte baas)

Rollen zijn altijd interpretatieschema’s- Waarbinnen het gedrag van anderen als meer of minder zinvol verschijnt- Die voorbereiden op mogelijke handelingen van anderen (verwachtingen!)

Goffmann: The Presentation of self in everyday life.

Een rol spelen= acteren= een geloofwaardige voorstelling ensceneren Dramaturgisch perspectief

Daarom willen we de indruk geven dat we opgaan in onze rol (=strategisch indrukkenbeheer)

Facade= Standaardinstrumentarium voor indrukkenbeheer.

Facadegebied / Frontstage: Plaats v/d voorstelling (met publiek dus)- Vereist hoge mate van expressiebeheersing en dramaturgische discipline Ober in restaurant

Achteraf-gebied/ backstage: Plaats zonder voorstelling Ober in keuken

Bureau kan zowel front of backstage zijn

47

Page 48: wiki.foso.be · Web viewEr word ook rekening gehouden met onderwijskapitaal bij aflijnen van klassen en sublagen. Dienstensector? Les 6 Beroepen ingedeeld in de klasse op basis van

Brent Swinnen 2015-2016

Voorstellingensteam Iedereen moet op 1 lijn zitten (We’re The Millers)

Relevantie: Goffman Dramaturgisch effect van dienstverlenende beroepen en sociale media

Kritiek: cynisch

Maar: mensen spelen volgens Goffman vaak ook routineus rollen Niet altijd strategisch indrukkenbeheer

Zelfpresentatie: Doorheen rolhandelen ook de indruk creëren dat dat men zeker moreel gewaardeerde eigenschappen bezit. (moed, intelligentie, …)

Dus publiek geconstrueerde of sociaal zelf vs individueel zelf

Als antwoord op individugerichte interpretaties en het bestaan van persoonsverwachtingen.

Bij zelfpresentatie de verwachting van consistentie of voorspelbaarheid Indien niet consistent= verlies aan geloofwaardigheid

Dwingende/gewenste verwachting in persoonlijke verhouding Persoonlijke vs onpersoonlijke relaties= primaat persoonsverwachting vs algemene sociale rollen.

48