InhoudsopgaveVoorwoord

1. Marketing Audit……………………………………………………………………………. blz.

Macro-omgeving…..………………………………………………………………... blz.1.1.1 Demografisch…………………………………………………………. blz.1.1.2 Economisch……………………………………………………………. blz.1.1.3 Sociaal-cultureel……………………………………………………… blz.1.1.4 Technologisch………………………………………………………… blz.1.1.5 Politiek-Juridisch………………………………………………………. blz.

Meso-omgeving…………………………………………………………………….. blz.1.2.1 Markt……………………………………………………………………. blz.1.2.2 Concurrentie………………………………………………………….. blz..1.2.3 Distributie……………………………………………………………… blz.1.2.4 Stakeholders ………………………………………………………… blz.

2. SWOT – Analyse…………………………………………………………………………… blz.

2.1 Confrontatiematrix…………………………………………………………….. blz.3. Missie & Visie………………………………………………………………………………. blz.

3.1 Doelstellingen en aandachtspunten………………………………………. blz.4.Marketingstrategie……………………………………………………………………….. blz.

4.1 Marktsegmentering………………………………………………………….... blz.4.2 Targeting………………………………………………………………………..... blz.4.3 Positionering……………………………………………………………………… blz.

4.3.1 Brand Equity………………………………………………………….... blz.5.Marketingmix……………………………………………………………………………….. blz.

5.1 Product…………………………………………………………………………… blz.5.1.1 Assortiment…………………………………………………………….. blz.5.1.2 Productkenmerken…………………………………………………. blz.5.1.3 Waard propositie………………………………………….…….…… blz.

5.2 Prijs…………………………………………………………………………………. blz. 5.3 Promotie………………………………………………………………………… blz.

5.3.1 Communicatiedoelgroep………………………………………...... blz.5.3.2 Communicatiedoelstellingen………………………………………. blz.5.3.3 Boodschap ontwerpen……………………………………………... blz.5.3.4 Mediumkeuze………………………………………………………… blz.5.3.5 Feedback………………………………………………………………. blz.

5.4 Plaats……………………………………………………………………………... blz.5.4.1 Distributiekanalen……………………………………………………. blz.

6.Implementatie…………………………………………………………………………….... blz.

6.1 Draaiboek…………………………………………………………………………. blz.6.2 Controlemechanismen…………………………………………………………. blz.

7.Budgetten…………………………………………………………………………………….. blz.

7.1 Kosten en baten…………………………………………………………………. blz.8. Evaluatie…………………………………………………………………………………...... blz.

Nawoord

Literatuurlijst………………………………………………………………………………………blz.Bijlage……………………………………………………………………………………………. blz.

1.1 MarketingauditOm later een concrete marketingmix in te kunnen vullen is het van belang eerst een interne en externe analyse uit te voeren. De externe analyse wordt uitgevoerd d.m.v. deskresearch en wordt uitgevoerd aan de hand van het DESTEP-model. De interne analyse word uitgelegd aan de hand van het 7S model van Mckinsey

Interne Analyse

Organisatie /cultuur beschrijvingHet Instituut voor Zorgprofessionals is een jong, flexibel en klein bedrijf waarin samenwerken, vertrouwen en kwaliteit voorop staat. Het Instituut heeft een netwerk van externen met wie wordt samengewerkt om innovatieve ideeën in de zorg en onderwijs om te zetten in praktische adviestrajecten, cursussen en individuele begeleidingstrajecten. Kwaliteit en professionaliteit worden continu gewaarborgd door het doen van onderzoek. Daarnaast is het Instituut voor Zorgprofessionals een leeromgeving voor studenten en medewerkers waarin in gezamenlijkheid aan inspirerende zorg gerelateerde projecten wordt gewerkt.

Structuur

Organigram,, organisatiestructuurdocument

IVZVisie op

Leren *Leeromgeving Centraal*in

Uniek: Scholing op Maat.

Organisatie IVZ Scholing

Filosofie: IVZ opgezet vanuit visie op kwaliteit van onderwijs en kwaliteit van de gezondheidszorg

Visie op kwaliteit van de

gezondheidszorg

*Efficiënter behandelen Trainers

scholingsprogramma

Door *Samenwerken* Context gericht

behandelen* Ondernemen

* Bedrijfsvoering

Organisatie IVZ Advies

Onderbouwing

Organisatie IVZ Onderzoek &

Innovatie

Advies en ondersteuning

zorgprofessionals

Onderzoekslijn

Deelname cursisten

Uitkomsten

Structuur

Hoe is de organisatie ingericht? Functies, bevoegdheden, Hiërarchie, verdeling van arbeid, etc. organigram

Strategie

Wat is de vastgestelde strategie van de organisatie? Met welke middelen moeten de doelen gerealiseerd worden? 

Systemen

Bij systemen gaat het om hoe processen binnen de organisatie verlopen. Communicatiestromen, procedures, afspraken etc. organisatiestructuurdocument

Stijl

Stijl verwijst naar leiderschap van het management. Goede vs. slechte leiderschap heeft vaak aantoonbaar effect op goed vs. slecht resultaat van de werknemers. 

http://www.lacpa.org.lb/Includes/Images/Docs/TC/TC409.pdf

Vaardigheden (skills)

Welke vaardigheden hebben werknemers waardoor het bedrijf onderscheidende prestaties neer kan zetten? Hoe zorgt de onderneming voor onderscheidend vermogen?

Personeel (staff)

Hoe is P&O binnen de organisatie vormgegeven? Aan welke kenmerken moet het personeel voldoen? Hoe beloont de organisatie en hoe wordt het personeel behouden? 

Gedeelde Waarden (shared values)

Gedeelde waarden zijn het bestaansrecht van een organisatie en staat daarom centraal in het model. Kernwaarden, visie en bedrijfscultuur waarop de organisatie is gebaseerd.  

D emografisch

In 2011 zijn er 44000 mensen werkzaam in de eerstelijns gezondheidszorg.

Hieronder een splitsing van de beroepsgroepen waar wij op dit moment het meest mee te maken hebben.

- Het aantal oefentherapeuten(c/m) is 1.633, met een gemiddelde leeftijd van 40 jaar (in 2011), dit iets gedaald t.o.v. 2010 toen was de gemiddelde leeftijd 42 jaar. Ook is 93procent van de oefentherapeuten vrouw. - Het aantal fysiotherapeuten bedraagt 16.410 zij hebben een gemiddelde leeftijd van 42 jaar (in 2010). Het percentage mannelijke fysiotherapeuten in Nederland bedraagt 45,2 procent.

- Het aantal logopedisten dat werkzaam is in Nederland bedraagt in 2001 4.000, dit aantal neemt nauwelijks toe. - Het aantal werkzame diëtisten in 2012 is 1.249.

- Het aantal ergotherapeuten in 2011 bedraagt 3.511, de gemiddelde leeftijd is 38 jaar. De mannen hebben een vele oudere leeftijdsopbouw dan vrouwen ( bij de mannen is bijna 21 procent 55 jaar of ouder, bij de vrouwen is dat maar 8 procent).

De gemiddelde leeftijd in deze branche is 38 jaar, maar die zal in de toekomst verhogen want op dit moment vindt er veel vergrijzing plaats in de eerstelijnsgezondheidszorg. Tussen 2001 en 2011 is het aandeel 55 plussers meer dan verdubbeld, van 6,6 procent naar 15,6 procent. Binnen de gehele werkzame bevolking nam het aandeel van 55 – 65 jarigen in die periode iets minder hard toe, van 7,8 procent tot 14,9procent.

Het gemiddelde inkomen van een eerstelijns therapeut is 2.150 euro bruto salaris op basis van een 32urige werkweek zonder ervaring. Tot 3.050 euro op basis van een 38urige werkweerk van iemand met 30 jaar ervaring. Dit komt neer op een gemiddeld maandloon van 2.776 euro bij een 38urige werkweek.

Dit houdt in dat het boven het modale inkomen en boven het gemiddeld inkomen van de afgelopen jaren is.

In 2010 volgden er 43.697 studenten een opleiding op HBO of Universitair niveau in de richting gezondheidszorg.

E conomische factoren

(2010) Voor alle disciplines in de gezondheidszorg geldt dat de zorgvraag zal toenemen als gevolg van groei en vergrijzing van de bevolking. Deze toename is het grootst in de thuiszorg. Ook de vraag naar fysiotherapie en huisartsenzorg neemt relatief sterk toe. Voor oefentherapie Mensendieck en Cesar alsmede voor SEH is de toename minder groot, voor verloskundigen en eerstelijnspsychologen kunnen naar verwachting, alleen gelet op de bevolkingsontwikkeling, zelfs een afname van de zorgvraag tegemoet zien. Na 2012 neemt dit weer toe omdat het aantal levendgeborenen stijgt

Door de sterke groei van de werkgelegenheid in de zorg (bijna 40% in 10 jaar) en de stilstand of achteruitgang in grote delen van de rest van de economie, is het aandeel van de zorg in de totale economie ook gegroeid. Het aandeel groeide in banen van 12,2 naar 15,7% en in arbeidsjaren van 10,7 naar 14,4%. In dezelfde periode steeg het aandeel van de zorguitgaven in het bruto binnenlands product van 11,7% naar 14,8%, een vergelijkbare, maar toch iets kleinere stijging. De afgelopen tien jaar is binnen de zorg het aandeel van medisch geschoolden (incl. verpleegkundige en paramedisch geschoolden) met 1,7 procentpunt gedaald. In 2011 was 18,5% van het aantal banen van werknemers bezet door medisch geschoolden. De daling kan geheel worden toegeschreven aan de verpleegkunig geschoolden. Mogelijk hangt dit samen met de ontwikkeling om steeds meer behandeling als dagbehandeling of poliklinisch te doen, en vaker zorg thuis in plaats van in een instelling verlenen. Ook is het mogelijk dat zorg vaker verleend wordt door verzorgenden, die niet verplicht in het BIG-register zijn opgenomen.

S ociaal culturele factoren

Goede communicatie is van groot belang, niet alleen tussen patiënt en professionals, maar zeker ook tussen professionals zelf. Afgelopen jaar (2012) waren er 19.000 studenten die hun HBO opleiding of Universitaire studie met studierichting gezondheidszorg hebben afgerond.

Het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) hebben in samenwerking met Nictiz een richtlijn gerealiseerd voor informatie-uitwisseling tussen huisarts en fysiotherapeut. Deze richtlijn maakt de samenwerking tussen deze zorgverleners inzichtelijk en geeft handvatten voor de digitale informatie-uitwisseling. Daarnaast kunnen softwareleveranciers deze richtlijn implementeren met de HL7v3-implementatiehandleiding CDA eParamedici. Hierdoor wordt de digitale uitwisseling van informatie tussen fysiotherapeuten of andere paramedici enerzijds en huisartsen anderszijds ondersteund.

Voor elke tak binnen de gezondheidszorg bestaat er een beroepsvereniging, dit zorgt ervoor dat de mensen uit hetzelfde vak in contact staan met elkaar. Dat ze gehoord worden als er ingrijpende beslissingen genomen gaan worden. Er wordt bij zo’n beroepsvereniging in de gaten gehouden wat er speelt en hoe daar invloed op wordt uitgeoefend. Je kunt hier ook steun krijgen bij het uitoefenen van je beroep, je kunt er terecht voor vakinformatie, ontmoet collega’s enz. De beroepsverenigingen zijn dus een belangrijke speler als het gaat om communiceren naar de professional.

De beroepsverenigingen voor paramedici staan hieronder vermeldt:

KNGF – fysiotherapeuten NVLF- Logopedie NVFS-fysiotherapeuten in de sport VVOCM-oefentherapeutenNVD-dietisten Ergotherapie Nederland NVH- huidtherapeuten NVMBR- medische beeldvorming en radiotherapieOVN-optometrieNVvO-orthoptistenNVvP-podotherapeuten

Via onderstaande link zie je alle 120 beroepsverenigingen uit de gezondheidszorg: http://www.b9.nl/beroepsverenigingen/index.htm?paginanummer=1

Social media gaan een steeds grotere rol spelen ook in het werkveld van de professionals. Vooral de sociale netwerken worden bij bedrijven in de gezondheidszorg gebruikt bijvoorbeeld Facebook en Linkedin. Procentueel gezien wordt hier meer gebruik van gemaakt dan van blogs, sites die multimedia delen of wiki’s die kennis delen.

VerzekeringenBegin 2013 wisselde een op de tien Nederlanders van zorgverzekeraar. In 2012 en 2011 wisselde 8,4% respectievelijk 7,6%, terwijl dat in de jaren daarvoor nog rond de 5% schommelde. Vooral onder jongeren steeg dit jaar het aantal overstappers sterk. De prijs blijkt de belangrijkste reden om over te stappen. Twintig procent bezuinigt op de zorgverzekering. 

De hoogte van de totale premie blijkt de belangrijkste reden om te wisselen van zorgverzekeraar (34%). Dit, samen met de hoogte van de premie van de basisverzekering (21%) en premie en dekking van de aanvullende verzekering (14%). Ook neemt het aantal mensen met een aanvullende verzekering voorzichtig af, zo blijkt uit onderzoek van het NIVEL onder het Consumentenpanel Gezondheidszorg.

Daarnaast vinden we het steeds belangrijker worden hoe de ontwikkeling verloopt van prestatie-indicatoren en de aandacht voor prestatievergelijking neemt toe.

BasispakketDoor de veranderde samenstelling van het basispakket speelt de premie van de basisverzekering dit jaar mogelijk een belangrijker rol bij het overstappen. De verschillen in premie voor de basisverzekering tussen zorgverzekeraars zijn aanzienlijk. Prijzen voor het basispakket liggen in 2013 tussen de 92 en 119 euro per maand. BezuinigenNIVEL-onderzoeker Margreet Reitsma: “Opmerkelijk is dat ruim twee op de tien verzekerden zeggen dit jaar te hebben bezuinigd op hun zorgverzekering. Bijvoorbeeld door een goedkopere aanvullende of basisverzekering te nemen, de aanvullende verzekering op te zeggen of te kiezen voor een hoger vrijwillig eigen risico.” Wisselaar is jongJongeren (18 tot en met 39 jaar) wisselen nog steeds het vaakst (16,5%). Van de mensen van 40 tot en met 64 jaar en de mensen ouder dan 65 jaar wisselde respectievelijk 6,1% en 1,6%. Ook voorgaande jaren wisselden jongeren vaker dan ouderen. Wel zijn dit jaar de verschillen in aantal wisselaars tussen de leeftijdscategorieën groter dan in eerdere jaren. Vooral door de forse stijging onder jongeren in 2013.

Opmerkelijk is dat één op de drie mensen onder de veertig jaar het te veel moeite vindt om een andere zorgverzekeraar te zoeken. Een groot deel van de mensen die gezocht hebben naar een andere zorgverzekering geeft aan dat dit weinig oplevert. Voor veel mensen onder de veertig zijn de verschillen in premie kennelijk te klein. Terwijl dit de groep is die nog het meest wisselt.

De belangrijkste reden om bij een zorgverkering te blijven is dienstverlening. 5 van de 6 zorgverzekeraar die in 2006 marktaandeel wonnen hadden: - de laagste individuele premie- de hoogste waardering voor dienstverlening De kwaliteit van de zorginkoop speelt geen rol.

T rends en Technologie

Door technologische ontwikkelingen ziet de arts-patiënt relatie er anders uit dan vroeger en zal in de toekomst ook nog aan veranderingen onderhevig zijn. Door de opkomst van het welbekende internet was er namelijk een nieuwe bron van informatie vrijgekomen. De wereld ging voor je open en werd daardoor een stuk kleiner. Web 1.0 gaf binnen de gezondheidszorg een nieuw soort informatievoorziening voor bepaalde ziektes/aandoeningen, preventieve en curatieve zorg en ga zo maar door. Dit beperkte zich echter door eenrichtingsverkeer van informatieverstrekker naar internetgebruiker.

Nu hebben we Web 2.0: Twitter, Facebook, Hyves, RSS-feeds, (meestal subjectieve) blogs, Wikipedia etc. De nieuwe vorm van sociale media zorgt ervoor dat men informatie kan maken en delen met iedereen wie je maar wilt; een soort discussieplatform binnen de gezondheidszorg.Door de verdere ontwikkeling van internet en sociale media worden er nu andere interventiemiddelen ontwikkeld en geïmplementeerd in verschillende doelgroepen. In een adviesrapport van de RVZ (Raad voor de volksgezondheid en zorg) wordt er geopperd voor een nieuw maatschappelijk fenomeen dat dezelfde titel heeft als de naam van deze column: Gezondheid 2.0. Dit rapport beschrijft hoe de sociale media kan bijdragen aan verbetering van het eigen functioneren en de gezondheidszorg als geheel. De patiënt krijgt meer mogelijkheden tot ondersteuning bij zelfmanagement en wordt daarin gesteund door een netwerk van lotgenoten en professionals. Door informatie-uitwisseling, samenwerking en netwerkvorming kunnen mensen een ‘betere patiënt’, maar ook een ‘betere professional’ zijn. De patiënt is vandaag de dag volledig geïnformeerd bij een bezoek aan de arts. Dit scheelt weer een hoop basale uitleg en maakt het werk als arts inhoudelijk weer aantrekkelijker.

Web 2.0 blijkt volgens vooraanstaande onderzoeken een interventietool binnen de gezondheidzorg wat kan zorgen voor een nog effectievere en kostenbesparende zorg. Het is een goed initiatief en zorgt voor een progressieve ontwikkeling. Toch zijn er een aantal kritiekpunten op het fenomeen. Zoals ook werd aangegeven beschikt nog niet iedereen over de sociale media maar beperkt het zich tot een bepaald segment. Van de welbekende babyboomgeneratie heeft misschien 10 procent Web 1.0 onder de knie en kunnen zij net de rechterbovenhoek van het scherm aanklikken met de muis. Daarnaast blijkt ook uit het onderzoek van Thackeray et al. dat er een verschil is in gebruik tussen segmenten. Bijvoorbeeld, Latino’s beschikken veel minder toegang (56 %) tot het internet dan het blanke segment. Is naast etniciteit ook de oudere generatie klaar voor web 2.0 en kunnen zij ook profiteren van de voordelen dat web 2.0 biedt?Daarnaast kun je vraagtekens zetten bij het feit of de contacturen met patiënten in verpleegtehuizen middels een geavanceerde webcam kosteneffectief zijn tegelijkertijd rekening houdt met Opa Rinus van 85 met longemfyseem die overigens nog heeft gediend in het leger ten tijde van de Hongerwinter van ‘44. Rinus, en nog vele andere patiënten, hebben vaak behoefte aan (meestal de enige) sociale contacten en kan zijn misschien zijn enige levensenergie putten uit de gesprekken met de arts. Een gezondheidsinterventie is, volgens verschillende toonaangevende onderzoeken, het meest effectief door persoonlijke benadering van de onderzoeksgroep. Wat wordt tegenwoordig onder persoonlijke benadering verstaan en wat is dan effectiever? Is dat fysiek in gesprek gaan met Rinus over zijn leefstijl, of ook via de webcam waar jij, genietend aan het strand in Costa Rica, “nog even een consult moet afwerken”?

Wat nog meer trends zijn anno 2013:

Fysiotherapeuten werken in een multidisciplinair netwerk;

Therapie is meer gericht op preventie;Samenwerking in de eerste lijn vanuit één locatie;Concurrentie tussen fysiotherapeuten op het gebied van innovatieve behandelingen, nieuwe producten en ruimere openingstijden.

Technologische ontwikkelingen

Er zijn gigantisch veel technologische ontwikkelingen in de zorgwereld. Er word wereldwijd miljarden uitgegeven om deze te verbeteren. Vaak wordt hiermee ook de medicatie opzicht aangeduid, zoals bijvoorbeeld het remedie tegen ziekte x etc. Ontwikkelingen die van groot belang zijn, maar minder relevant voor de verhouding tussen het IVZ en de zorgprofessionals. Trends en ontwikkelingen die wel van toepassing zijn worden hieronder nader uitgelegd.

SmartphonesMeer dan de helft (58%) van de Nederlandse consumenten gebruikt een Smartphone blijkt uit onderzoek van het ‘Dutch Smartphone Users 2012-Q2’ rapport. In 2011 was dit nog 42% (telecompaper, 2010). De Smartphone-markt groeit nog steeds explosief en het gebruik van Smartphones zal mede dankzij de technologische ontwikkelingen de komende jaren dan ook explosief toenemen. De Smartphone kan een belangrijke rol spelen in de medische sector. Zoals bijvoorbeeld:

Ondersteunende rolHet kan bijvoorbeeld gebruikt worden als naslagmiddel , dosiscalculator of het voorschrijven van recepten. Applicaties op de smartphone zijn in staat de meest recente richtlijnen betreffende een groot aantal ziektebeelden weer te geven (Sarasohn-Kahn, 2010). Onderzoek toont aan dat een smartphone geprefereerd wordt boven de klassieke communicatiemiddelen op een afdeling in het ziekenhuis. Arts-assistenten gaven aan dat de efficiëntie en onderlinge communicatie verbeterde (Wu, et al., 2010). In de VS zijn er reeds initiatieven waarbij de vraag van een patiënt naar een algemeen call center gestuurd worden, waarbij de patiënt na gemiddeld 22 minuten antwoord krijgt (Teladoc,2011).

Diagnostiek en monitoringJe kunt het je bijna niet voorstellen, maar met de mogelijkheden waar veel telefoons al over beschikken is het zelfs mogelijk een betrouwbare diagnose te stellen. Veelvoorkomende hedendaagse mankementen en ziektes kunnen aan de hand hiervan al opgelost worden. Zo wordt de patient bijvoorbeeld gevraagd in de speaker te hoesten waardoor de telefoon op internet gaat zoeken en advies geeft wat je hieraan kan doen of welke medicijnen je nodig hebt.

Naast diagnostiek hebben smartphones ook een belangrijke functie in het monitoren van pati- enten. Verschillende sensoren kunnen aan de smartphone gekoppeld worden om de door hen gemeten informatie naar de medisch professional te sturen. Accelerometers , temperatuur senso- ren, bloed glucosemeter en saturatiemeters zijn hier enkele voorbeelden van. Vrouwen kunnen tijdens de zwangerschap het programma AirStrip OB gebruiken. Dit programma analyseert de foetale hartslag en contractiepatronen van de vrouw om onderscheid te maken tussen de verschil- lende fases van bevalling. Op basis van deze gegevens kijkt de medisch professional wanneer er interventie bij de patiënt noodzakelijk is. AirStip OB is overigens in de Nederlandse context nog niet wetenschappelijk onderzocht.

Telemonitoring De patiënt kan middels elektronische hulpmiddelen (bijvoorbeeld video-conferencing) contact opnemen met de huisarts om een hulpvraag voor te leggen. De huisarts kan additionele informatie verkrijgen doordat de patiënt diagnostische informatie digitaal meestuurt. Gedacht kan worden aan bloedglucose waarden, bloeddruk, beeldmateriaal etc. De huisarts kan een specialist van de tweede lijn ook sneller in consult roepen (American Telemedicine Organization, 2011).

Telemedicine zorgt ervoor dat de zorgconsument op afstand gemonitord kan worden. Een brede waaier aan indicatoren verkregen op locatie kan naar de zorgprofessional gestuurd worden (Ame- rican Telemedicine Organization, 2011). In de brief “Zorg die werkt” van minister Schippers wordt op 26 januari jongstleden aangeven dat waarde wordt gehecht aan basiszorg nabij de patiënt (Schippers, 2011). Monitoring op afstand, gefaciliteerd door telemedicine, maakt dit mogelijk.

P olitieke factoren

Er zijn zo’n 1500 belangenorganisaties in de gezondheidszorg te vinden die allemaal op hun eigen manier invloed uit (willen) oefenen op de gang van zaken binnen de gezondheidszorg.

In het huidige zorgstelsel zijn verschillende partijen verantwoordelijk voor de kwaliteit, kosten en toegankelijkheid van de gezondheidszorg. De overheid stuurt op hoofdlijnen en is verantwoordelijk voor de borging van de publieke belangen. Van zorgverzekeraars wordt verwacht dat zij zorg inkopen van een goede kwaliteit tegen een scherpe prijs. Zorgaanbieders zijn niet alleen zorgverlener, maar ook marktpartij geworden. In beide rollen moeten ze verantwoording afleggen over hun handelen.

Prestaties moeten zichtbaar zijn voor zorgverzekeraars (om een contract te kunnen afsluiten) en voor zorgconsumenten (zodat zij bewust een zorgaanbieder kiezen) en door de IGZ worden ze aangesproken op vragen rond veiligheid en kwaliteit. Van consumenten wordt verwacht dat zij bewuste keuzes maken. Op de verzekeringsmarkt kiezen zij een polis en een zorgverzekeraar. Op de aanbiedersmarkt kiezen zij hun zorgaanbieders. Door hun keuzes zouden zij de zorgverzekeraars en de zorgaanbieder dwingen tot een goede prijs en een goede kwaliteit.

Deze ontwikkeling is al langere tijd gaande, maar heeft in de afgelopen jaren zijn beslag gekregen in een aantal nieuwe wetten. De eerste effecten van de veranderingen in het zorgstelsel van het vorige kabinet worden nu zichtbaar in de praktijk. Het eerste jaar na introductie van de Zorgverzekeringswet wisselden een groot aantal Nederlanders van verzekeraar, het aantal verzekeraars is afgenomen door fusies en verzekeraars lijken ook een actieve rol te gaan spelen op de markt van zorgaanbieders. Het gaat daarbij niet alleen om de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet op de Zorgtoeslag (Wzt) en de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), maar ook om de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De eerste jaren zal de aandacht vooral uitgaan naar de manier waarop dit allemaal gaat werken en welke nieuwe ontwikkelingen zich voordoen, pas op langere termijn kunnen effecten zichtbaar worden op aspecten als betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid. Patiëntenrechten staan hoog op de beleidsagenda. Veel van de patiëntenwetten stammen uit het einde van de vorige eeuw.De waarborgen die zij voor patiënten bieden zijn nog steeds van belang. Op het punt van het recht van patiënten op verantwoorde en samenhangende zorg lijken deze patiëntenwetten te kort te schieten. Door het Ministerie van VWS is wetgeving op dit vlak in voorbereiding. Daarbij wordt ook de vraag gesteld of de rechtspositie van patiënten wel voldoende is gewaarborgd, gezien de nieuwe rol die zij moeten spelen in het veranderde zorgstelsel. Tenslotte blijft er beleidsmatig aandacht voor het onderwerp klachten en behandeling van klachten.

De betrokkenheid van verschillende partijen in het zorgstelsel roept vragen op over de verantwoordelijkheidsverdeling van de overheid: wie kan waarop worden aangesproken? Welke instrumenten zijn beschikbaar en wat is de ruimte die de verschillende actoren krijgen? Welke vormen van overheidssturing passen in deze situatie waarbij de uitvoering van de zorgverlening met een publiek karakter in handen is van private partijen? Hier spelen de IGZ en toezichthouders zoals de NZa een rol. Omdat taken van de overheid worden overgelaten aan marktpartijen maar zij wel eindverantwoordelijk blijft, is een goed systeem van ‘early warning’ noodzakelijk. De introductie van marktwerking in de gezondheidszorg heeft ook zijn weerslag op zorgorganisaties. Wat betekent marktwerking voor de rol van bestuurders en raden van toezicht in instellingen? Ook binnen instellingen zullen er veranderingen optreden. De stelselwijziging, tenslotte, veronderstelt een zeer actieve rol van zorgverzekeraars, als zorginkoper, soms als regisseur en in ieder geval als vertegenwoordiger van de belangen van zijn verzekerden. Dit komt langzaam op gang. Het is de vraag of verzekeraars deze rol verder gaan invullen en of zorginkoop op basis van kwaliteit van de

grond komt.

Ontwikkelingen in het onderzoek Een eerste evaluatie van de Zvw, Wzt en Wmg heeft reeds plaatsgevonden. Een belangrijke conclusie is dat het nog steeds ‘work in progress’ is. Dit betekent dat de effecten van de stelselwijziging als geheel nog niet zichtbaar zijn. Het is daarom belangrijk om te blijven monitoren en te onderzoeken of het stelsel werkt zoals het was bedoeld. De resultaten daarvan zijn niet alleen van belang voor de Nederlandse beslissers. In de ons omringende landen wordt het ‘experiment’ van de stelselwijziging met de nodige aandacht gevolgd. Het NIVEL zal de nodige actuele informatie over het stelsel voor het buitenland toegankelijk maken.

De methodiek van het evalueren van wetgeving is nog weinig systematisch ontwikkeld. Er wordt onder meer gebruikgemaakt van kennis uit het domein van de beleidsevaluaties en programma-evaluaties. Gezien het belang van wetsevaluaties is dit een onbevredigende situatie. Er is behoefte aan meer systematiek op dit gebied om op deze manier ook de ervaringen met het evalueren van wetgeving bij elkaar te kunnen brengen en overdraagbaar te maken. Wetsevaluaties worden niet alleen in de gezondheidszorg uitgevoerd. Ook in andere sectoren wordt het gebrek aan een methodiek van wetsevaluaties gevoeld. Het ligt voor de hand op dit punt met andere partijen op te trekken om te komen tot een dergelijke methodiek.

Verzekeraars zullen een actievere rol gaan spelen in de gezondheidszorg. Zoveel is wel duidelijk. Maar, wat die rol zal inhouden, is minder duidelijk. Met name hun rol in de zorginkoop is daarbij van belang. Het NIVEL participeert in de Academische Onderzoekswerkplaats Zorgverzekeraars (AOZ), een samenwerking tussen de Open Universiteit, het NIVEL en zorgverzekeraar UVIT. Binnen de AOZ wordt onder meer onderzoek gedaan naar zorginkoop. Het NIVEL volgt de rol van zorgverzekeraars in het zorgstelsel op de voet en doet daarnaast systematisch onderzoek naar de oordelen van verzekerden over hun zorgverzekeraar. De resultaten met betrekking tot klantervaringen worden gepubliceerd op kiesBeter.nl. Met enige regelmaat doet het NIVEL onderzoek naar de relatie tussen de Raden van Bestuur van ziekenhuizen en de medische staven. Dit onderzoek sluit nauw aan bij het onderzoek naar kwaliteitssystemen en onderzoek naar de randvoorwaarden voor het borgen van veiligheidsbeleid.

De structuur van de Nederlandse gezondheidszorg wordt internationaal ingekaderd binnen vergelijkend onderzoek van (zo mogelijk) alle EU-lidstaten. Daarin ligt de nadruk op eerstelijnszorg en thuiszorg.

De zorgverzekeraars stellen meer kwaliteitseisen aan fysiotherapeuten. Deze kwaliteitseisen leiden tot hogere administratieve lasten en verschillen in onderhandelingspositie en contracten met zorgverzekeraars.

Visie gezondheidszorg

Kwaliteit verhogen doen wij (direct) door zorgprofessionals op maat te scholen en adviseren bij: * Zorg verlenen* Ondernemen * Bedrijfsvoering

Daarmee hebben wij indirect invloed op de kwaliteit van zorg verlenen waarbij de zorgverlener efficiënter gaat behandelen. 1. De zorgprofessional werkt in de omgeving van de cliënt. 2. De Zorgprofessionals samenwerken rondom en met de cliënt.3. De Zorgprofessionals de praktijkorganisatie op orde heeft.

4a. De zorgprofessionals samenwerken met de cliënt, hen handvatten bieden zodat de cliënt zal slagen in - de transfertaak, de taak die de lerende moet uitvoeren buiten de oefensituatie en - de transfercontext, de situatie waarin de cliënt het geleerde moet toepassen. 4b. De zorgprofessionals het leerproces begeleiden naar het leerresultaat. 5a. De cliënt de regie houdt over zijn eigen leertraject. 5b. De cliënt gemotiveerd is en een actieve houding heeft.

Visie Onderwijs

Visie op kwalitatief onderwijs waarbij1. De leeromgeving centraal staat. 2a. De trainers samenwerken met de lerende (cursist, deelnemer) hen handvatten bieden zodat de lerende zal slagen in - de transfertaak, de taak die de lerende moet uitvoeren buiten de oefensituatie en - de transfercontext, de situatie waarin de lerende het geleerde moet toepassen. 2b. De trainers het leerproces begeleiden naar het leerresultaat. 3a. De lerende de regie houdt over zijn eigen leertraject. 3b. De lerende gemotiveerd is en een actieve houding heeft.

Maatwerk

Instituut voor Zorgprofessionals kiest er bewust voor om haar scholingstrajecten volledig op maat aan te bieden. Hierbij hanteert IVZ twee principes die zijn gestoeld op wetenschappelijke onderzoeken naar leerprocessen:

*1. De scholingsbehoefte en tijdsinvestering van de cursist vormen het uitgangspunt voor het scholingstraject, niet de cursusinhoud.

*2. De inhoud van het scholingstraject is direct toepasbaar in de werksituatie, niet pas na de cursus.

Principe 1 heeft tot gevolg dat scholingstrajecten voor een groot deel individueel worden doorlopen. Eventuele groepsbijeenkomsten zijn bedoeld om ervaringen uit te wisselen met andere professionals zodat daarna weer verder gewerkt kan worden aan het eigen traject.

“Individuele scholingstrajecten zijn een uitkomst voor hardwerkende en drukbezette professionals.”

Principe 2 betekent dat praktijk en theorie aan elkaar gekoppeld worden. De werksituatie van de cursist vormt het uitgangspunt van het scholingstraject. De theorie is een hulpmiddel om het handelen te kunnen onderbouwen. Theorie wordt immers pas zinvol als het gekoppeld kan worden aan de eigen ervaringen uit de praktijk. Theorie blijft anders theorie, wel interessant maar het wordt snel weer vergeten of het sluit niet aan op de dagelijkse werkelijkheid.

“Theorie is alleen zinvol als het gekoppeld kan worden aan het praktische handelen.”

Waarom kiest u voor een scholingstraject bij Instituut voor Zorgprofessionals?

Kiest u voor een scholingstraject bij Instituut voor Zorgprofessionals dan bent u er van verzekerd dat de leerstof direct toegepast kan worden in uw handelen. De werkwijze die gehanteerd wordt, biedt u en de trainer de gelegenheid om op ieder moment het traject aan te passen aan uw tempo en leerwensen.

Wat onderscheid ons?

Een cursus op Maat: groep* de data zijn op vaste tijden en data.* de groepsbijeenkomsten zijn om informatie uit te wisselen en vragen te stellen. * in de groepsbijeenkomsten komen inspirerende mensen uit het werkveld. * u gaat direct aan de slag met het cursusmateriaal. * u werkt aan uw eigen leervragen

Een cursus op maat: individueel * met u worden afspraken gemaakt over de data, tijden, locatie en kosten.* u betaalt op basis van het aantal uren begeleiding dat u nodig heeft. * met u wordt gekeken naar wat u al kan en wat u nog wilt leren en waarbij u ondersteuning nodig heeft.* u maakt gebruik van informatie waarmee u in de praktijk werkt. * u kunt zich inschrijven voor netwerkbijeenkomsten.

IVZ markt?

De markt van IVZ is de eerstelijns gezondheidszorg. Eerstelijnsgezondheidszorg

De eerstelijnsgezondheidszorg is de "rechtstreeks toegankelijke" hulp. Elke zorgzoekende kan zonder beperking een beroep doen op een hulpverlener. Dit kan een huisarts zijn, de apotheker, een thuisverplegende, de tandarts, de psycholoog van een consultatiebureau, algemeen maatschappelijk werk e.d.

IVZ cursussen richt zich op:Oefentherapeut – fysiotherapeut – ergotherapeut – logopedist – diëtist – huidtherapeut

IVZ individuele trajecten richt zich op: Oefentherapeut – fysiotherapeut – ergotherapeut – logopedist – diëtist – huidtherapeut, podotherapeut – mondzorgkundigen – huisartsen – psychologen – (wijk) verpleegkundigen – optometristen.

Op wie willen wij ons richten?Uiteindelijk de gehele eerstelijnsgezondheidszorg

Facts in Nederland: (bron nivel)

Ergotherapeuten: Aantal: 4500De meeste ergotherapeuten werken in verpleeg- en verzorgingshuizen(32,1%) en revalidatiecentra (22,7%) werkzaam zijn. Er is een verschuiving van tweedelijns naar eerstelijns werkers binnen de beroepsgroep. Aantal groeit.

Fysiotherapeuten: Aantal praktijken: 5568 23.000 fysiotherapeuten Ca. 58,1% is vrouw en 41,8% is man.77,7 % werkt in de eerstlijn daarvan zijn:- 7.884 vrouwen en 6957 mannen;- 7.821 vrijgevestigd en 6.464 in loondienstAantal blijft gelijk.

Oefentherapeuten:Aantal: 1909De meeste oefentherapeuten werken in de eerstelijn.877 oefentherapeuten Cesar en 719 oefentherapeutenMensendieck. Het merendeel van de oefentherapeuten isvrouw (93%). Vergeleken met de peiling in 2008 is het aantalwerkzame oefentherapeuten met bijna 3% afgenomen.Aantal stijgt met 2 % per jaar

Huidtherapeuten:Ongeveer 500 huidtherapeuten. Beroep in ontwikkelingWerkzaam in eerstelijn

LogopedistenAantal: 2052Niet duidelijk hoeveel er werken in de eerstelijn. Ongeveer 1500.

DiëtistAantal 3116

IVZ Concurrentie?

Er zijn een aantal “concurrenten’ voor IVZ. Op het gebied van scholing zijn dat de partijen: - Proeducation- Hogenscholen van Nederland - NPI

Op het gebied van onderzoek zijn de partijen: Onze onderzoekstak is nog in ontwikkeling dat wil zeggen dat wij een onderzoeksbureau/lectoraat willen ontwikkelen. Op dat moment zijn er een aantal concurrenten: - Nivel- TNO - Lectoraat leefstijl en gezondheid HU

Van deze partijen is er niet 1 partij die scholing, individuele trajecten en onderzoek integreert in 1 bedrijf.

IVZ distributie?

Zie businessplan

IVZ stakeholders?

Informeren Partners

Geen actie Monitoren

Wie zijn de belanghebbenden van IVZ:

Klanten: Zorgprofessionals die cursussen en individuele begeleidingstrajecten willen. Partners: professionals in de IT, communicatie, marketing, bedrijfsvoering, die met ons samenwerken om de kwaliteit van de gezondheidszorg verbeteren. Hulpmiddel cursussen en individuele trajecten. Investeringspartners: organisaties die willen investeren in het IVZ en met ons willen samenwerken om de kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren. Medewerkers: Investeren in tijd, kennis en arbeid

Hoog Laag

Interesse / Aandacht

Weinig Veel

Invloed

1. Positionering

2. IVZ Businessmodel

Merkessentie: IVZ; Scholing en advies op maat voor zorgprofessionals met oog voor de toekomst.

Gewaagd doel:

IVZ wordt door zorgprofessionals en zorgorganisatie in de gezondheidszorg erkend als hét scholings- en onderzoeksinstituut.

IVZ ontwerpt en integreert hét onderwijs- en zorgmodel in de omgeving van de cliënt.

Merkbelofte:

Vereenvoudigen van de zorgverlening in de eerstelijns gezondheidszorg.

IVZ geeft zorgprofessionals weer de tijd om zorg te verlenen.

IVZ biedt scholing en advies op maat. IVZ integreert onderzoek en innovaties uit de

gezondheidszorg in het scholings- en adviesaanbod.Kernwaarden:

Zakelijk Zorgvuldig Betrokken.

Merkwaarden:

Innovatie Kwaliteit Op maat

Hoger doel:

IVZ wil de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland verhogen door veel invloed te hebben.

Merkwortels:

IVZ richt zich op zorgverlening, ondernemerschap en bedrijfsvoering.

IVZ stelt de werkomgeving van de zorgprofessional centraal

IVZ onderzoek

Kernkwaliteiten:

IVZ is innovatief en ondernemend in de gezondheidszorg.

IVZ biedt scholing en advies op maat. IVZ werkt samen met experts en integreert de

deskundigheid in de diensten die zij levert.

Merkbewijs:

Zorgprofessionals schrijven zich in voor scholing op maat en betalen alleen voor de uren begeleiding.

Scholing en advies gericht op de zorgprofessional i.p.v. de beroepsgroep.

Zorgprofessionals vragen advies en ondersteuning op het gebied van ondernemen, bedrijfsvoering en zorgverlening.

Partners in het onderwijs en de gezondheidszorg willen met het IVZ samenwerken.

Marktsegmenten: Positie:

Startende- sterke- positie in de gezondheidszorg door invloed in gezondheidszorg en onderwijs.

Uniek door scholing en advies op maat aan te bieden.

Uniek door het ontwikkelen van 3 bedrijfstakken die elkaar versterken en worden geïntegreerd binnen het IVZ.

Uniek door invloed van de zorgprofessionals.

Uniek door samen te werken met relaties in de zorg, onderwijs, technologie en wetenschap.

Concurrentie: Onafhankelijke scholingsbureaus zoals het NPI

en Pro education Hogescholen voor paramedici Beroepsverenigingen voor paramedici Onderzoeksinstituten zoals NIVEL

Doelgroep: Zorgprofessionals; die op zoek zijn naar

scholing op maat waarbij zij het geleerde direct kunnen implementeren in de praktijk.

Zorgorganisaties die behoefte hebben aan ondersteuning bij het ondernemerschap en bedrijfsvoeren

Organisaties in de zorg die op zoek zijn naar een partner die onderzoek doet naar de effectiviteit van zorg en richtlijnen ontwikkelt.

Klantinzicht: Zorgprofessionals willen hun core business

kunnen uitvoeren en daarbij scholing krijgen die is aangepast aan de individuele wensen en direct kan worden toegepast in de praktijk. Tegelijkertijd willen zij up to date worden gehouden en worden ondersteunt bij de bedrijfsvoering en het ondernemerschap.

Waarde voor de klant: (dit apart beschrijven voor klanten scholing/advies/onderzoek)

Resultaat: Wat krijg ik? Aanbod op maat waarbij wordt gekeken naar wat ik al kan en nog wil leren als zorgprofessional of zorgorganisatie en waarbij ik ondersteuning nodig heb.

Afhandeling: Hoe krijg ik het?Op maat; dat wil zeggen dat afspraken worden gemaakt over de data, tijden, locatie en kosten.

Emotie: Wat voel ik erbij?Ik voel me begrepen bij mijn vraag om ondersteuning en word begeleid bij HOE ik de zorgverlener kan zijn die kwaliteit biedt.

Prijs: Hoeveel kost het?Ik betaal op basis van het aantal uren begeleiding dat ik nodig heb.

Moeite: Wat moet ik er voor doen? Ik kan afspraken maken over de datum, tijd, locatie en kosten.

Risico: Hoe onzeker is het?Laag risico, ik weet waarbij ik ondersteund wordt.

Operatie

Productie & Technologie

De visie komt terug in de werving & selectie, de sturing, en de diensten van het IVZ.

Doen van doelgericht onderzoek naar de effectiviteit van zorg en dit implementeren in

Levering

Marketing & Verkoop

Zorgprofessionals ‘ontzorgen’. Zorgprofessionals mee laten denken over onze

diensten. Scholing en ondersteuning op maat

Operatie

Productie & Technologie

De visie komt terug in de werving & selectie, de sturing, en de diensten van het IVZ.

Doen van doelgericht onderzoek naar de effectiviteit van zorg en dit implementeren in

Levering

Marketing & Verkoop

Zorgprofessionals ‘ontzorgen’. Zorgprofessionals mee laten denken over onze

diensten. Scholing en ondersteuning op maat

Waarde voor de klant

De klanten krijgen altijd een programma op maat afgestemd op de eigen leerwensen.

Bij elkaar brengen en organiseren van een netwerk van zorgprofessionals die context gericht willen werken, samen willen werken en een leven lang blijven leren.

De klanten zijn altijd op de hoogte van de ontwikkelingen in de gezondheidszorg.

Waarde voor en door medewerkers

Professionele, zakelijke en betrokken medewerkers die zich inzetten om de zorgprofessionals te begeleiden naar het verhogen van de kwaliteit van hun handelen.

Medewerkers zijn samen het Instituut voor Zorgprofessionals en maken deel uit van de visie.

Intrinsiek gemotiveerd, goed getraind en opgeleid.

Waarde voor en door aandeelhouders

Omzet van…per jaar De heer Chhetri Ober

Waarde voor en door de maatschappij

Ondernemerschap, innovatie en winst inzetten om de kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren.

Bronnenlijst:

- Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. Geraadpleegd op 12 november 2013 van , www.nivel.nl/databank

- Nictiz, betere zorg door betere communicatie. Geraadpleegd op 12 november 2013 van, http://www.nictiz.nl/page/Expertise/Basiszorg/Paramedische-zorg

- B9. Geraadpleegd op 13 november 2013 van, http://www.b9.nl/beroepsverenigingen/index.htm?paginanummer=1

- Statline Centraal Bureau voor Statistiek. ICT gebruik naar bedrijfstak en bedrijfsgrootte. Geraadpleegd op 13 november 2013 van, http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=81896ned&D1=31,124-135&D2=l&D3=a&HDR=G1&STB=T,G2&VW=T

- Rabobank cijfers en trends. Brancheinformatie fysiotherapeuten. Geraadpleegd op 12 november 2013 van, https://www.rabobankcijfersentrends.nl/index.cfm?action=print.printPdf&id=bc4d6c12-63d4-4869-8194-d2716872437b

- Gezondheidseconomie. Geraadpleegd op 15 november 2013 van, http://www.gezondheidseconomie.org/uploads/documents/186.pdf

- Nivel, Zorgverzekeringen. Geraadpleegd op 15 november 2013 van, http://www.nivel.nl/nieuws/een-op-de-vijf-nederlanders-bezuinigt-op-de-zorgverzekering

- Nivel, oefentherapeuten werkzaam. Geraadpleegd op 15 november 2013 van, http://www.nivel.nl/sites/default/files/Jaarcijfers%20OTC_OTM%202011_defenifief_09112012.pdf

Nivel, toekomstverkenning eerstelijnszorg 2020, geraadpleegd op 19 november 2013 van,http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/toekomst-eerstelijnszorg-2020.pdf

Telecompaper, Research rapport – Dutch Smartphone users Q2 2012, oktober 2012, geraadpleegd op 19 novemberhttp://www.telecompaper.com/research/dutch-smartphone-user-q2-2012--861661

RVZ, medisch-technologische ontwikkelingen zorg 20/20, 2012, geraadpleegd op 20 november

Principes van marketing, Philip Kotler, vijfde editie 2012

http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/arbeidsmarktmonitor-huidtherapeuten-2004-2015.pdf